Bijlage A: Achtergronden Vestigingsvisie Horeca Almere 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Horecavestigingen in Almere 3. Maatschappelijke trends en ontwikkelingen 1. Inleiding Eten, drinken en slapen buitenshuis, dat is wat horeca in wezen is. Daarmee is aangeven dat horeca een vorm van vrijetijdsbeleving, van vermaak is, die in verscheidene uitingsvormen en op verschillende locaties in de stad kan voorkomen. Horeca is zowel een voorziening voor bewoners en consumenten, als een vorm van bedrijvigheid die werkgelegenheid biedt. Het is een economische functie die voornamelijk bevolkingsvolgend is en daarmee vooral afhankelijk van de aard en omvang van de bevolking. Bepaalde horecavormen horen bij bepaalde leefstijlen en leeftijdsgroepen. Een uitzondering op de bevolkingsvolgende horeca is het hotelwezen. De vraag is waar en hoe horecagelegenheden zich kunnen en mogen manifesteren in de ruimtelijkeconomische context van Almere. Anders dan voor kantoren en bedrijventerreinen worden er voor horeca geen specifieke locaties ontwikkeld. En toch wil Almere onder de leus “Almere biedt ruimte”, ook voor de functie horeca ontplooiingruimte bieden. De stad wordt daarmee een nog completere stad. Met andere woorden, wij willen kunnen inspelen op marktinitiatieven en ook deze vorm van bedrijvigheid kunnen accommoderen op een diversiteit aan formele en informele werklocaties. Een van de Almere Principles is dat het de mensen zijn die de werkruimten invullen, zij maken de stad. De gemeente wil hierin vooral faciliterend optreden en waar nodig en mogelijk regisserend. Daarbij hoort ook het bieden van flexibele kaders. Het past ook in het “Coalitieakkoord Almere 2014-2018, de kracht van de stad”. Het gemeentebestuur wil inspelen op de eigen kracht van mensen en de dynamiek in de stad en ook loslaten waar het kan en sturen waar het nodig is. Daarbij hoort ook het meer bij de eigen verantwoordelijkheid van de Almeerders neerleggen. De ontwikkelingstrend van Almere is gekanteld naar een meer organische doorontwikkeling. En zeker in de horecasector zijn de marktkansen beperkt door het sterk lokale karakter, waardoor een organisch groeimodel noodzakelijk is. Een groei die idealiter verdeeld is over verschillende segmenten. Deze nieuwe horecavisie zal als kader primair twee functies dienen: enerzijds om nieuwe horecainitiatieven te toetsen (het richtinggevende spoor), anderzijds dat van het stimuleren en faciliteren van nieuwe horeca-ontwikkelingen (het ontwikkelingsspoor). Het zal stimulerend en uitnodigend van karakter dienen te zijn, mede in lijn met het gemeentebrede dienstverleningsspeerpunt “Excellent Gastheerschap”. Deze horecavisie is gekoppeld aan de leidraad werklandschappen van de Gemeentelijke Visie Werklandschappen (2016). Onder de noemer van ‘Economie’ wordt in het coalitieakkoord onder meer gesteld dat “Bedrijvigheid van doorslaggevend belang is voor de Almeerse samenleving. Werkgelegenheid en ondernemerschap maken de stad vitaal. Hier ligt een wezenlijke en permanente uitdaging. Het bestaande Almeerse bedrijfsleven moet de ruimte hebben om goed te kunnen functioneren en uit te dijen”. Onder dat bedrijfsleven is ook de horecabedrijfstak te scharen. In de “Strategische Economisch Agenda 2015-2019, de economische kracht van Almere”, vastgesteld door de raad op 2 juli 2015, wordt voortgeborduurd op het coalitieakkoord. De ondernemers vormen de economische motor van Almere en versterking van de vitaliteit van het bedrijvenlandschap kan door verbreding en versterking ervan, onder meer door het in voldoende mate aanbieden van vestigingslocaties. Ontwikkel- en ontplooiingsruimte bieden is hierbij van wezenlijk belang. Dat betekent onder meer heldere en soepele toepassing van regelgeving door aanpassing en verruiming van het huidige beleidskader over werklocaties in de stad. Het algemene motto zou kunnen zijn “scheiden waar het moet en mengen waar het kan”. De leidraad geeft op hoofdlijnen aan welke horeca-activiteiten zich in de verschillende locatietypen (of type werkmilieus) in Almere kan vestigen. De leidraad geeft het kader aan voor nieuwe ruimtelijke plannen of aanvragen voor omgevingsvergunningen.
1
De algemene beleidslijn is om zoveel mogelijk aan de markt over te laten waarbij gestreefd wordt naar functiemenging op bepaalde locaties en waarbij maximaal ingespeeld kan worden op kansrijke initiatieven. Ook bij eventuele mengvormen zal sprake moeten zijn van een zo eerlijk en gelijk mogelijk speelveld voor alle betrokkenen, met in achtneming van de landelijke en lokale wet- en regelgeving. Immers, die regelgeving kan voor verschillende belanghebbenden of branches anders uitpakken. Wij ondersteunen het streven naar kwalitatief goede horeca, echter hierop sturen is vanuit de overheid juridisch niet mogelijk. Dat neemt niet weg dat een gezonde balans tussen vraag en (kwalitatief) aanbod wenselijk is. Tussen en binnen de stadsdelen kunnen verschillende accenten gelegd worden, afhankelijk van de aard en omvang van de bevolking en de opbouw van de ruimtelijke structuur van het gebied. De aanpalende beleidsvelden1 en landelijke wet –en regelgeving zijn van belang voor het nieuwe horecabeleid. Deze beleidsvelden en regelgeving bepalen met name wie en hoe het bedrijf uitgeoefend mag worden. In hoofdstuk 5 wordt daar nader op ingegaan.
2. Horecavestigingen in Almere Almere, de 7de stad van het land, is een stad van bijna 200.000 inwoners verdeeld over de vijf stadsdelen Stad, Haven, Buiten, Poort en Hout. Omdat horeca in het algemeen gekoppeld is aan centrale stedelijke voorzieningen, is het geen verrassing dat de meeste horecavoorzieningen in de centra zijn te vinden. Horeca en uitgaansgelegenheden gaan veelal hand-in-hand. Onder het begrip horeca wordt in deze visie verstaan: een inrichting, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten: a. het verstrekken van nachtverblijf; b. het verstrekken of bereiden van drank of etenswaren voor consumptie; c. het exploiteren van zaalaccommodatie. Om een indruk te krijgen van de omvang van de horecasector in Almere worden hieronder wat cijfers gegeven. In tabel 1 wordt het aantal en soort horecavoorzieningen weergegeven. Tabel 1 Recente ontwikkeling horeca in Almere (logies, maaltijd- en drankverstrekking, vestigingen en werknemers in 2010-2014; bron: Werkgelegenheidsstatistiek LISA, 1 april 2014, op basis van de Standaard Bedrijfs Indeling, gemeente Almere afd. O&S).
Aantal vestigingen Voltijds deeltijd Totaal aantal medewerkers
2010 349
2011 378
2012 397
2013 407
2014 426
1.338 921 2.259
1.371 988 2.359
1.544 918 2.462
1.292 1.070 2.362
1.503 1.082 2.585
Er zijn volgens de hier gehanteerde definitie 426 horecavestigingen in Almere verdeeld over zes hoofdcategorieën. Restaurants en cafetaria ‘s maken de hoofdmoot uit (zie Bijlage E). Inmiddels zijn volgens de laatste cijfers (april 2015) 2.730 mensen werkzaam in de horecasector, dat is 3,6% van het aantal banen in Almere (voltijds en deeltijd tezamen). In onderstaand diagram wordt een beeld gegeven van de spreiding in de stad. Opvallend is de sterke aanwezigheid van vestigingen in Almere Stad buiten het Almere Centrum.
1
Actieprogramma Veiligheid 2015-2018; Drank- en horecawet; Beleidsregels Drank- en Horecawet; Beleidsregels voor terrassen; Convenant Veilig Uitgaan; Beleidslijn BIBOB voor horecabedrijven, speelautomatenhallen, seksinrichtingen, escortbedrijven en growshops; Aanwijzingsbesluit sluitingstijden; Verordening op de speelautomaten en speelautomatenhallen. Verder ook het Coffeeshopbeleid.
2
Per 1 juli 2013 telt de gemeente Almere 13,8 horecabedrijven per 10.000 inwoners. De provincie Flevoland telt 15,5 bedrijven per 10.000 inwoners; Nederland 26,6. Uit onderstaande grafiek blijkt dat Almere over een vergelijkbaar aantal horecavestigingen per 1.000 inwoners beschikt als andere “nieuwe steden”.
In de volgende grafiek wordt voor Almere echter een heel ander beeld geschetst. Nu loopt Almere in kwantitatief opzicht achteraan. Dat is historisch ook wel te verklaren, een jonge stad die nog rijpen moet op velerlei fronten. Verder ligt Almere dichtbij Amsterdam, waar een veelheid aan horeca is gevestigd. Nu Almere steeds meer ook een studentenstad wordt, zal ook de horecasector meer opgestuwd worden, zo is de verwachting. In die zin is er nog een achterstand in te halen.
3
Overigens blijkt uit een recent Koopstromenonderzoek2 in 2015 dat 82% van de respondenten die Almere Centrum wel eens bezochten, vonden dat het aanbod aan horecagelegenheden beduidend verbeterd was. In 2007 was die waardering voor dit aspect nog maar 68%. Hotels Binnen de horeca vormt de hotelsector een aparte categorie zoals in de inleiding reeds opgemerkt. Deze branche is haast per definitie bedoeld voor consumenten van buiten, dus ten behoeve van bezoekende consumenten dan wel zakelijke vertegenwoordigers. Dat laatste hangt ook weer samen met de aard en omvang van internationaal opererende bedrijvigheid en de daarmee verband houdende overnachtingsvraag. Hotelvestigingen dragen bij aan een goed ondernemersklimaat. Almere kent relatief weinig hotelkamers ten opzichte van het aantal inwoners. Momenteel zijn er 5 hotels (Anno, Finn en Apollo in het Almere Centrum, Bastion op Gooisekant en Van der Valk op Veluwsekant–West; deze laatste twee bedienen vooral de zakelijke mark, gezamenlijk bijna 500 kamers). Daarnaast zijn er nog een aantal andere overnachtingsmogelijkheden. De hotelmarkt is klein, er is relatief weinig leisure, recreatie en toerisme. De vraag naar meer hotelovernachtingen in de toekomst zal afhankelijk zijn van3: • het aantal bedrijven met landelijk meerdere vestigingen; • het aantal bedrijven dat internationaal zaken doet: • buitenlandse vestigingen van bedrijven; • de aanwezigheid van opleidings- en trainingsbureaus; • de vestiging van leisure-attracties voor meerdaags bezoek. De vraag wordt ook bepaald door de gemiddelde bezettingsgraad, de gemiddelde kamerprijs en de omzet per beschikbare kamer. Naast de groeiende bevolking en groeiende werkgelegenheid zal ook een toegenomen belang van toerisme een vraag kunnen genereren naar overnachtingen. Ook (meer) meerdaagse evenementen kunnen vraag scheppen. Voor Almere wordt in het rapport over de hotelmarkt geconcludeerd dat er op termijn ruimte is voor overnachtingsconcepten, die een eigen vraag creëren en dan vooral op de leisuremarkt gericht. Ontwikkelingen als de Floriade, Witchworld, de Oostvaardersplassen met eventuele status als Nationaal Park en de verdere economische doorontwikkeling als groeistad bieden mogelijkheden. Op de zakelijke markt bouwt Carnival Corporation (C-smart) een internationaal opleidingscentrum en hotel in Duin in Almere Poort. Dit centrum, geheel passend in het karakter van het gebied, verzorgt de opleidingen voor maritieme en technische officieren van cruiseschepen. Het bijbehorende hotel biedt, alleen overnachtingsmogelijkheden voor eigen gasten. Binnen de Metropoolregio Amsterdam is de zakelijke en toeristische hotelvraag aanhoudend groot en langjarig groeiend. In het Hotelbeleid van de gemeente Amsterdam van november 2013 wordt een sterk 2 3
Koopstromenonderzoek Almere, Strabo, november 2015. Bron: Analyse Hotelmarkt Almere, Invast hotels, 23 februari 2013.
4
pleidooi gehouden voor minder nieuwe hotels in het centrum, meer aan de rand van de stad, nog meer in de regio4. Dit past ook in het verlengde van “Amsterdam Bezoeken Holland Zien”. Qua ruimtelijke onderbouwing zullen initiatiefnemers moeten voldoen aan ruimtelijke-fysieke eisen met betrekking tot de haalbaarheid van een hotelconcept per locatie, naast de economische haalbaarheid voor de zakelijke markt of leisuremarkt. De hotelmarkt in Almere kan mogelijk beperkt inspelen op de opvang van die regionale behoefte aan vestigingen, gecombineerd met de expansiemogelijkheden voor leisure en de zakelijke markt in Almere. Voor nieuwe initiatieven is een ruimtelijk-economische onderbouwing vereist. De verwachting is dat eventuele toevoeging van hotels binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden ingepast. In relatie tot de Ladder voor Duurzame Verstedelijking5 is het zaak te voorkomen dat er zgn. “relevante6” leegstand ontstaat: leegstand in de omgeving van de concurrent (hier wordt dus niet bedoeld leegstand doordat een bedrijf gesloten wordt door mogelijke daling van de omzet). Bevolkingsprognoses In relatie tot het bevolkingsvolgende karakter van de meeste horeca is een doorkijk naar de bevolkingsontwikkeling relevant. Uit onderstaande tabel blijkt dat Stad meer dan de helft van de bevolkingsomvang van Almere voor zijn rekening neemt. Buiten en vervolgens Haven volgen op afstand. Tabel 2 Omvang en spreiding bevolking per 1 januari 2015, 2020 en 2030 (bron: gemeente Almere, afd. O&S7).
stadsdeel Stad Buiten Haven Poort Hout Oosterwold Pampus Totaal
2015 108.140 55.847 21.950 9.496 1.506 0 6 196.945
2020 107.774 55.696 22.980 15.658 3.664 79 6 205.857
2030 108.239 54.389 23.354 30.131 10.223 9.402 8.665 244.403
Interessanter is hoe de bevolkingsontwikkeling verloopt. We zien in de volgende grafiek een afvlakking in de “bestaande” drie stadsdelen naar 2044 toe. In de uitleggebieden zal logischerwijs het inwonertal stijgen (prognose van november 2014). Op 1 januari 2025 komt de bevolkingsomvang van Almere volgens deze prognose uit op 222.870 inwoners. Op grond van een puur rekenkundige benadering is er 4
Tot 2020 moeten er in Groot-Amsterdam 9.400 hotelkamers bijkomen. De groei dient volgens oud-wethouder Carolien Gehrels van Economische Zaken buiten het centrum van Amsterdam plaats te vinden, onder meer in de Indische Buurt, op IJburg, langs het IJ in Noord en bij Duivendrecht. Omdat hotelexploitanten liever voor Amsterdam dan voor de regio kiezen, moet een nieuw hotelteam van de betrokken gemeenten de ontwikkeling sterker gaan sturen. Daarbij zal de groei van het aantal hotels in Amsterdam mogelijk worden afgeremd. De afgelopen zes jaar zijn er in de Amsterdamse regio 6.500 hotelkamers bijgekomen, waarvan 5.000 in de stad. Ondanks de 33.000 hotelkamers in de regio, is verdere groei volgens Amsterdam en de regiogemeenten broodnodig, omdat het aantal overnachtingen jaar op jaar met twee procent toeneemt (bron: Parool, 5 november 2013). 5 Ladder voor duurzame verstedelijking Dit is alleen van toepassing voor nieuwe planologische mogelijkheden. De “ladder voor duurzame verstedelijking” is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en per 1 oktober 2012 vastgelegd als procesvereiste in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro bepaalt dat voor ondermeer beleidsvisies en bestemmingsplannen de treden van de ladder moet worden doorlopen. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening in de vorm van een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Met de ladder voor duurzame verstedelijking wordt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten nagestreefd. De ladder kent drie treden die achter elkaar worden doorlopen: 1: is er een regionale behoefte, 2. is (een deel van) de regionale behoefte op te vangen binnen bestaand stedelijk gebied, en 3. zoek een locatie die multifunctioneel ontsloten is of kan worden voor de resterende regionale behoefte (bron: Handreiking Ladder van duurzame verstedelijking, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, oktober 2012). 6 Uit een recente uitspraak blijkt dat de Raad van State een onderscheid maakt tussen relevante en irrelevante leegstand. Kort gezegd betekent de uitspraak dat een individuele marktpartij niet met leegstandsrisico voor haar eigen onderneming/vastgoed hoeft aan te komen. Gelijktijdig herbevestigt de uitspraak, voor zowel gemeente en initiatiefnemer als bezwaarmakers, de noodzaak van een deugdelijk ruimtelijke motivering. De uitspraak herbevestigt overigens tegelijkertijd de noodzaak tot het deugdelijk ruimtelijk onderbouwen van nieuwe ontwikkelingen door de initiatiefnemer en de gemeente die de ontwikkeling planologisch mogelijk maakt. Gemeenten zullen hun huiswerk goed op orde moeten hebben om de naar verwachting steeds beter gemotiveerde bezwaren te kunnen weerleggen bij de Raad van State. 7 Op 1 januari 2016 heeft Almere 198.302 inwoners
5
in Almere in 2015 sprake van 1 horecavestiging op de 462 inwoners (gebaseerd op 426 vestigingen). Vertaald naar een toename van het aantal inwoners tot 1 januari 2025 met circa 26.000, zou dit betekenen dat er ruimte is voor 56 extra vestigingen (los van het type en aard van deze vestigingen) en nog los gezien van het inhaaleffect doordat Almere nu achter loopt met vestigingen vergeleken met steden van gelijke omvang. Bij de gemeente komen voortdurend aanvragen en verzoeken binnen voor horeca-initiatieven.
3. Maatschappelijke trends en ontwikkelingen In algemene zin zijn stadscentra steeds meer ontmoetingsplekken geworden waar de aard en omvang van het multifunctionele karakter ervan veelal het succes bepaalt (naast factoren als bijvoorbeeld een mooie historische binnenstad). Het koopgedrag van de consument is veranderd door onder meer internetontwikkelingen en het oprukken van sociale media. Doordat in het algemeen de consument met minder vierkante meters toe kan, zal met name de aanwezigheid van horecavoorzieningen bepalender worden voor de aantrekkingskracht van centra8. Of, zoals het coalitieakkoord zegt onder de noemer van Stadscentra (blz. 17): “Gezien de ontwikkeling van de detailhandel is de kans aanwezig dat er eerder sprake is van vermindering dan van nieuwe toevoeging. Vernieuwing zal dan ook mede moeten komen uit andere functies, zoals zorg, wonen en leisure”. Zo is het Stadshart “het kloppend hart van de stad door vernieuwende beleving”. Bruisende winkelcentra kunnen niet zonder een gastvrije horecasector. Goede horeca maakt een winkelcentrum pas echt onderscheidend. Het horeca-aandeel in de centrale winkelgebieden was in 2005 nog 24,3%, in 2015 was dat 27,6%. Horeca wordt een steeds belangrijker element in de nieuwe winkelomgeving (bron: RetailNews.nl, 7 januari 2016). De definitie van een
8
De aanwezigheid van restaurants en cafés is voor veel mensen een bepalende factor om een winkelcentrum te bezoeken. Dit blijkt uit wereldwijd onderzoek van CBRE. CBRE ondervroeg consumenten in Europa, het Midden-Oosten en Zuid-Afrika. Een derde van alle bezoekers van winkelcentra komt alleen om wat te eten of te drinken. Van de ondervraagden zegt 47 procent meer tijd te besteden aan winkelen als ze eten en drinken als onderdeel van hun bezoek. Nederlandse consumenten bezoeken winkelcentra nauwelijks om alleen iets te eten of te drinken. Achttien procent van de consumenten uit ons land doet dat weleens, waar het gemiddelde wereldwijd op dertig procent ligt. Consumenten uit Nederland geven de voorkeur aan winkelen en eten in hoofdwinkelstraten, waardoor het aanbod van horeca in winkelcentra tot nu toe vrij basic is gebleven. Toch moet het belang van ‘eten en drinken’ niet worden onderschat, winkelcentra concurreren met elkaar om de aandacht van de consument en met een sterk horeca-aanbod kun je het verschil maken. Zo is de verwachting dat steeds meer consumenten een winkelcentrum voor de horeca bezoekt in plaats van de winkels. Consumenten verwachten namelijk steeds meer gezonde en vernieuwende foodproducten. De retail beweegt zich steeds meer richting leisure. Een sterk aanbod van horeca trekt dus meer bezoekers, is de boodschap aan exploitanten (bericht van de website 20 oktober 2015).
6
succesvol en aantrekkelijk winkelcentrum wordt door de Nederlandse Raad van Winkelcentra (NRW) wel eens omschreven met de kreet “volle tassen op terrassen”. Gecombineerd met een gestage trek naar de stad en een herontdekking en herwaardering van het stedelijke leven in het algemeen, worden de levendige stadscentra ook steeds meer de ‘paaiplaatsen’ van de samenleving. De stad wordt steeds meer de plaats waar het allemaal gebeurt, waar innovatie plaatsvindt, bedrijven zich willen vestigen en mensen willen wonen9. Stadscentra worden de fysieke ontmoetingsplekken in de digitale wereld, de inspiratieplek voor de creatieve economie en waar verschillende vormen van horeca een belangrijke plaats innemen. Dat betekent dat we af moeten van het oude beleid van het scheiden van functies in de stadscentra. Blurring Een verschijnsel dat steeds meer zijn intrede doet is het zgn. “blurring” (ook wel “fusion” geheten), het vervagen van grenzen tussen sectoren en branches. Tussen logistiek, detailhandel en horeca, tussen gevestigde detailhandel en ambulante handel, tussen online en offline en tussen foodretail en non-food retail. De technologische veranderingen gaan razendsnel, de traditionele markt voor foodretail is als een verzadigde markt te beschouwen en de voorkeuren van consumenten zijn vluchtiger dan ooit. De bekendste vorm van blurring is die tussen foodretail (supermarkt en speciaalzaak) enerzijds en foodservice anderzijds, mengvormen dus tussen detailhandel en horeca. Het kan hierbij gaan om gevestigde supermarkten die elementen van foodservice integreren (zoals de Jumbo Foodmarkt), nieuwe foodretailers die elementen van foodservice integreren (zoals Stach) en horecaspelers die elementen van foodretail integreren in hun bedrijfsvoering (zoals de Valk Versmarkt). Andere voorbeeldconcepten zijn food- of markthallen zoals de Markthal in Rotterdam, De Hallen10 in Amsterdam. Hutspot (2012) in de binnenstad van Amsterdam, en sinds kort ook in Utrecht, dat een winkelbeleving combineert met eten en drinken (het heeft de vereiste drank- en horecavergunning). Maar ook op (verouderde) bedrijventerreinen als het culturele en creatieve hart Strijp S in Eindhoven en het Havenkwartier in Deventer zijn voorbeelden, evenals Hajé restaurants of FlinderCafés waar je vrijwel alles wat je ziet ook kunt kopen. Overigens worden er ook nieuwe horecaconcepten aangeboden met ruimten voor winkelverkoop met een eigen toegang zodat bezoekers, conform de wet- en regelgeving, niet door het horecadeel hoeven te lopen. Een voorbeeld hiervan is de beleveniswinkel Zoomers Fashion Café in Den Bosch. Ook met het oog op toenemende leegstand van winkels kunnen kansen geboden worden met nieuwe concepten. Het steeds meer vervlochten raken van horeca en detailhandel, met ook andere functies als persoonlijke dienstverlening, biedt nieuwe mogelijkheden. Horeca wil iets ‘winkelachtigs’ doen en winkels willen iets met horeca. Ondernemers willen in kunnen spelen op de veranderende vraag van consumenten. Deze willen steeds vaker een zogenaamde totaalbeleving, bijvoorbeeld een glaasje wijn bij de kapper of kledingwinkel. Vaak zien we deze hybridevormige ontwikkeling in combinatie met het bieden aan ondernemers en consumenten van alternatieve, hippe, broedplaatsachtige ontmoetingsplekken. Soms in de rafelranden van de binnenstad, soms in leegstaand vastgoed en in oude industriële panden op verouderde bedrijventerreinen. Overigens maakt regelgeving dergelijke concepten niet zomaar mogelijk. Aanpassende eigentijdse regelgeving is dus noodzakelijk en gewenst. Ook is er een relatie met de Winkeltijdenwet. Integratie van horeca-activiteiten is gebonden aan de regels van de Drank- en Horecawet (“natte horeca”, met alcohol) en de Algemene Plaatselijke Verordening (“droge horeca”, zonder alcohol). Een specifiek horecaelement is de voedselwagen of Foodtruck. Dit nieuwe verschijnsel, een soort mobiele horeca, dat slechts enkele uren of dagen op een bepaalde plek staat, wordt onder meer aangetroffen in Amsterdam. Dit aspect is wellicht een nieuwe aanvulling in het horecalandschap, welke overigens meer thuishoort in de thematiek van standplaatsen/ambulante handel.
9
Er wordt in dit verband ook wel gesproken van het Bilbao-effect: er worden in of rond steden iconische projecten opgezet om de regio mee te krijgen in de groei, bijvoorbeeld door het aanleggen van markante gebouwen of stations en het bouwen van musea door bekende architecten waardoor meer reuring verkregen wordt en de stad uitgroeit tot een belangrijkere stad. 10 De Hallen is de naam van een cultureel centrum in Amsterdam-West (Kinkerbuurt) met verschillende voorzieningen als een cultureel centrum, bioscoop, theater, horeca, tv studio’s en een ambachtencentrum. Het is gevestigd in een voormalig remise van het Amsterdams gemeentelijk vervoerbedrijf en in 2014/2015 geopend.
7
Daarnaast bestaat nog het verschijnsel waarbij particulieren hun woonruimte verhuren aan toeristen (en niet zozeer aan de zakelijke klant).11 Dit verschijnsel is vooral geconcentreerd in de grote steden. Deze logiesvorm neemt een hoge vlucht en zal zeker enige concurrentie betekenen voor de hotelsector. Uit eten wordt ook wel het nieuwe winkelen genoemd. De nieuwste trend in Nederland is dat mensen meer buitenshuis gaan ontbijten, iets wat in zuidelijke landen altijd al gangbaar was, maakt nu ook in Nederland een opmars. Koninklijke Horeca Nederland (KHN), de grootste horecabrancheorganisatie in Nederland, ziet ingrijpende veranderingen in de vraag die de kritische, bewuste en steeds drukker wordende gast aan horecaondernemers stelt. Het traditionele horeca-aanbod wordt in toenemende mate ook aangeboden door niet-horecaondernemers. Sommige trends zullen blijvend zijn, andere wellicht een hype. Hieronder volgen aanvullende trends (bron: Factsheet Horeca KNH 2014). Trends 1 Puur De gast gaat steeds bewuster om met wat hij eet en drinkt. Er is een toenemende vraag naar eerlijke en pure ingrediënten, met respect voor de afkomst, de bijproducten en het afval dat hiermee geproduceerd wordt. Hoge kwaliteit en ambachtelijkheid worden zeer gewaardeerd. Duurzaamheid is een steeds belangrijker onderwerp voor gasten: consumptie mag niet nadelig zijn voor de maatschappij en waar mogelijk maatschappelijk verantwoord zijn. De gast wil een goed gevoel overhouden aan horecabezoek. We zien een groeiende aandacht voor authenticiteit, oorsprong en eenvoud. 2 Persoonlijk Gasten willen hun geld niet meer aan ‘‘een instantie’’ geven, maar verwachten ‘iemand’ met persoonlijkheid en karakter. Ze verkiezen het verhaal boven het product. Producten en diensten worden niet langer alleen als functioneel gezien; een gast wil er een waardevolle herinnering aan overhouden. Dit vraagt innovatie en vernieuwing van horecaondernemers, om gasten te blijven verrassen. Onderscheidend is hier het sleutelwoord: de gast zoekt een unieke ervaring en wil hiervoor betalen. We zien een groeiend belang van onderscheidend vermogen voor bedrijven. 3 Peer-2-Peer Consumenten keren zich af van instanties zoals banken, grootbedrijven, leveranciers en de overheid. Men doet het liever samen of zelf. Er vindt een omslag plaats richting de WEconomy. In de participatiemaatschappij maken consumenten meer zelf en ruilen en delen met elkaar. De tijd van massaconsumptie is definitief voorbij. Goederen zijn toegankelijk voor iedereen in plaats van in eigendom en ook investeringen vindt steeds vaker plaats via crowdfunding. 4 Hyperactieve levensstijl Tijdens de dag schakelen mensen meerdere keren om van activiteit. Werken, leren, ondernemen en vrije tijd wisselen elkaar af en lopen door elkaar heen. Deze diverse momenten vinden vaak plaats in de horeca waar gasten met telefoon, tablet of laptop 24/7 iedereen kunnen bereiken en alles kunnen bestellen en kopen. Gasten willen niet meer wachten, ze verwachten dat zij in hun mobiliteit gefaciliteerd worden. De gast is altijd bezig, altijd mobiel en altijd onderweg. We zien dit sterker terugkomen in de nieuwe generaties die met nieuwe technologieën zijn opgegroeid. We zien dat in consumentengedrag een grotere rol is weggelegd voor sociaal, lokaal en mobiel. 5 Samenwerken - los van tijd en plaats Auto’s, treinen en stations worden werk-, woon- en winkelplekken nu de gast steeds mobieler wordt en meer tijd ‘onderweg’ besteedt. De scheidslijn tussen de online en de offline wereld verdwijnt: een gast gaat een website net zo belangrijk en relevant vinden als de locatie zelf. Met de verkleining van de detailhandel wordt horeca de plaats waar consumentenmerken hun merk kunnen laden. We zien een groeiend belang van samenwerken in plaats van concurreren. Oók tussen ondernemers.
11
Airbnb is een website waar mensen hun woning te huur kunnen aanbieden als ze er zelf een paar weken of dagen niet zijn. Ook is het mogelijk een kamer of verdieping in een huis te verhuren. Het aanbod is doorgaans veel goedkoper dan een gemiddelde hotelkamer. De gemeenteraad van Amsterdam heeft in februari 2014 besloten het tijdelijk verhuren van woningen toe te staan onder bepaalde voorwaarden. Zo moet de verhuurder toeristenbelasting betalen en mag het huis maximaal twee maanden per jaar worden verhuurd.
8
6 Gezondheid Consumenten vinden een gezonde levensstijl steeds belangrijker en zij vinden dat de horeca hier een belangrijke rol in speelt. Gasten hebben steeds minder tijd en meer stress en drukte. Zij hebben in toenemende mate behoefte aan ontstressen, relaxen, ontgiften. Gasten zijn op zoek naar balans, zingeving en inhoud. Technologie maakt het mogelijk om constant rekening te houden met gezondheid en ervoor te zorgen dat lichaam, omgeving, kinderen en zelfs planten gezond blijven. We zien gezondheid als belangrijke consumentendrive de komende jaren. Weten waar je eten vandaan komt, dichtbij de bron kopen en weten of het vers is. Als moderne groeigemeente wil Almere aan deze trends en ontwikkelingen ruimte bieden binnen de mogelijkheden van de wet- en regelgeving.
9
Bijlage B VNG Staat van Bedrijfsactiviteiten –Functiemenging horeca Deze Staat van Bedrijfsactiviteiten –Functiemenging is van toepassing op de gebieden in Almere waar functiemenging wordt nagestreefd. Logies-, maaltijden- en drankenverstrekking
SBI-CODE 2008
CATEGORIE
OMSCHRIJVING nummer
SBI-CODE
55
55
-
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING
5511, 5512 5510
Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra
A
553
561
Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d.
A
554
563
1
Café's, bars
A
554
563
2
Discotheken, muziekcafé's
B
Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging Inleiding Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in een bestemmingsplan vast te leggen wordt gebruikgemaakt van een milieuzonering. Milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Voor de indeling in de categorieën zijn de volgende ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang: • • • •
geluid; geur; stof; gevaar (met name brand- en explosiegevaar).
Daarnaast kan de verkeersaantrekkende werking van een bedrijf relevant zijn. In de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) zijn twee voorbeeldstaten voor milieuzonering opgenomen, namelijk de 'Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen' en de 'Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging'. In bestaande gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging of in gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd (bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen) wordt de Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging toegepast. In de VNG-publicatie is aangegeven dat bij functiemengingsgebieden kan gedacht worden aan:
• • • •
stadscentra, dorpskernen en winkelcentra; horecaconcentratiegebieden; zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en in lintbebouwingen; (delen van) woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid.
Daarnaast kan ook in (delen van) woongebieden waar enige vorm van bedrijvigheid aanwezig of gewenst is de Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging worden toegepast. De activiteiten in functiemengingsgebieden verschillen in het algemeen qua aard en schaal sterk van de activiteiten op een bedrijventerrein. Behalve in historisch gegroeide situaties gaat het in hoofdzaak om: • • •
kleinschalige, meest ambachtelijke bedrijvigheid; bedrijven waarbij de productie en/of laad- en loswerkzaamheden noodzakelijkerwijs alleen in de dagperiode plaatsvindt; activiteiten die hoofdzakelijk inpandig geschieden.
Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging De Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging in een bestemmingsplan is gebaseerd op de Voorbeeld Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging. Op twee onderdelen wijkt de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging echter af: 1. alleen de toelaatbaarheid van bedrijven en horeca zijn gekoppeld aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging. In de Staat van BedrijfsactiviteitenFunctiemenging zijn daarom alleen de activiteiten opgenomen die passen binnen de definities van bedrijf en horeca volgens de begripsbepalingen in de regels van een bestemmingsplan. De overige functies zijn in een plan geregeld via de doeleindenomschrijvingen van de bestemmingen; 2. bij de totstandkoming van de lijst is gekeken of de activiteiten van de bedrijven al dan niet in het plangebied thuishoren. Bedrijfsactiviteiten die niet passend zijn voor het plangebied zijn niet in de lijst opgenomen.
Categorie-indeling functiemenging De Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging hanteert de volgende drie categorieën met specifieke criteria voor de toelaatbaarheid: Categorie A Activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend. Categorie B Activiteiten die in gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies dienen plaats te vinden. Onder bouwkundig afgescheiden wordt door ons
begrepen dat de panden los van elkaar dienen te staan of dat er andere bouwkundige voorzieningen getroffen zijn waardoor milieubelasting voorkomen wordt op vergelijkbare wijze als bij bouwkundige afscheiding. Categorie C De activiteiten zoals genoemd onder B, waarbij vanwege de relatief grote verkeersaantrekkende werking een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur is aangewezen.
Flexibiliteit De Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. De inschalingen gaan uit van een gemiddeld bedrijf met een moderne bedrijfsvoering. Daardoor komen in de praktijk een tweetal type situaties voor waarin de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging niet voldoende soelaas biedt. Hierna gaan we in op de twee situaties. 1. Het komt in de praktijk voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van BedrijfsactiviteitenFunctiemenging is verondersteld. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning kan afwijken van de Staat van BedrijfsactiviteitenFunctiemenging en een dergelijk bedrijf toch kan toestaan, indien dit bedrijf niet binnen de algemene toelaatbaarheid past. Bij de SvB 'functiemenging' is deze mogelijkheid beperkt tot maximaal 1 categorie (dus bijvoorbeeld categorie B in plaats van A). Om deze omgevingsvergunning te kunnen verlenen, moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) vergelijkbaar is met andere bedrijven uit de desbetreffende lagere categorie. 2. Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde bedrijven zich aandienen, waarvan de activiteiten in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging niet zijn genoemd, maar die qua aard en invloed overeenkomen met bedrijven die wel zijn toegestaan. Met het oog hierop is in de regels bepaald dat het bevoegd gezag vestiging van een dergelijk bedrijf kan toestaan via een omgevingsvergunning waarbij afgeweken wordt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging. Om deze omgevingsvergunning te kunnen verlenen, moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met direct toegelaten bedrijven.
Bijlage C Staat van Horeca-activiteiten Deze Staat van Horeca-activiteiten is van toepassing op alle gebieden in Almere, met uitzondering van de gebieden waar voor horeca de Staat van BedrijfsactiviteitenFunctiemenging wordt toegepast.
Categorie 1 (winkelondersteunende horeca) een inrichting die qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen, waarbij in hoofdzaak dranken of etenswaren snel worden verstrekt of geserveerd en waarvoor de winkelsluitingstijden worden aangehouden, zoals een ijssalon of een automatiek. Categorie 2 (ondergeschikte horeca) een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie. Categorie 3 (logies of zaalaccommodatie) een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van logies of zaalaccommodatie, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals een hotel, een pension, een bed & breakfast of vergader- en congresfaciliteiten. Categorie 4 (lichte horeca) een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een restaurant, cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant, lunchroom of koffie- of theehuis. Categorie 5 (middelzware horeca) een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een café of eetcafé. Categorie 6 (zware horeca) een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning door het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met de verstrekking van etenswaren, zoals, een discotheek/bar-dancing/danscafé of een partycentrum.
Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten Milieuzonering van horeca-activiteiten De problematiek van hinder door horecabedrijven onderscheidt zich nauwelijks van de problematiek van hinder veroorzaakt door "gewone" niet-agrarische bedrijven. Bij het opstellen van de in de regels opgenomen Staat van Horeca-activiteiten en het daarmee samenhangende toelatingsbeleid is daarom nauw aangesloten bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten die al veel langer in bestemmingsplannen wordt toegepast. Voor horecabedrijven bieden de Wet milieubeheer (Wm) en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) onvoldoende mogelijkheden om alle relevante vormen van hinder te voorkomen. De milieuzonering van horecabedrijven in het bestemmingsplan richt zich daarom in aanvulling op de Wet milieubeheer en Algemene Plaatselijke Verordening op de volgende vormen van hinder: • •
geluidshinder door afzonderlijke inrichtingen in een rustige omgeving; (cumulatieve) geluidshinder buiten de inrichting(en) en verkeersaantrekkende werking/ parkeerdruk.
Analoog aan de regeling voor "gewone" bedrijven worden bij het ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden: • • •
het indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën; het onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid; het uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar.
De onderstaande toelichting gaat nader in op de gehanteerde hindercategorieën en het algemene toelatingsbeleid voor deze categorieën. In het bestemmingsplan vindt de nadere ruimtelijke afweging per locatie plaats.
Gehanteerde criteria Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de basiszoneringslijst uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) een goed vertrekpunt. De daar gehanteerde, nogal grove benadering behoeft echter voor een in de praktijk bruikbare Staat van Horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering. In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is gebruikgemaakt van de volgende ruimtelijk relevante criteria: • •
de voor verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden; de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto en/of brommers (scooters) aantrekt.
Categorieën van horeca-activiteiten Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van Horeca-activiteiten de volgende categorieën onderscheiden:
Categorie 1 Winkelondersteunende horeca Een inrichting die qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen, waarbij in hoofdzaak dranken of etenswaren worden verstrekt voor consumptie ter plaatse en waarvoor de winkelsluitingstijden worden aangehouden, zoals een ijssalon of een automatiek. Het betreft aan de detailhandelsfunctie verwante horeca, die in de praktijk nauwelijks van detailhandel kan worden onderscheiden. Categorie 2 Ondergeschikte horeca Een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie. Het betreft horeca die plaatsvindt binnen een andere hoofdfunctie en die ondergeschikt is aan die hoofdfunctie. Categorie 3 Logies en zaalaccommodatie Een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van logies of zaalaccommodatie, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals een hotel, een pension, een bed & breakfast of vergader- en congresfaciliteiten. Het betreft horeca waarin de mogelijkheid voor nachtverblijf of zaalverhuur voor vergaderingen of congressen wordt geboden, of een combinatie daarvan. Categorie 4 Lichte horeca Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een restaurant, cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant, lunchroom of koffie- of theehuis. Het betreft horeca waarin vooral maaltijden of etenswaren kunnen worden gekocht en genuttigd en die vooral overdag en ’s avonds geopend zijn. Categorie 5 Middelzware horeca Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een café of eetcafé. Het betreft horeca waarin vooral (alcoholische) dranken kunnen worden genuttigd en die ook ’s nachts geopend kunnen zijn.
Categorie 6 Zware horeca Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning door het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholische) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met de verstrekking van etenswaren of maaltijden, zoals een discotheek/bar-dancing/danscafé of een partycentrum. Het betreft horeca waarin vooral gelegenheid wordt geboden voor het luisteren naar muziek, dansbeoefening of het nuttigen van (alcoholische) dranken, etenswaren of maaltijden, of een combinatie daarvan.
Flexibiliteitsbepalingen De Staat van Horeca-activiteiten is een relatief grof hulpmiddel om hinder door horecaactiviteiten in te schatten en is bovendien tijdgebonden. Het komt in de praktijk voor dat een bepaald horecabedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een aangepaste werkwijze (bijvoorbeeld geen openstelling noodzakelijk in de nachturen) of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Horeca-activiteiten is verondersteld. In de planregels is daarom bepaald dat met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de toegestane categorieën van de Staat van Horeca-activiteiten om horecabedrijven toe te staan die één categorie hoger zijn, indien het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de toegestane categorieën van de Staat van horeca-activiteiten. Dit kan bijvoorbeeld van categorie 3 naar 2, maar ook van categorie 4 naar 3. Deze mogelijkheid tot afwijken dient met name te worden getoetst aan de aspecten verkeersaantrekkende werking, bedrijfsvloeroppervlakte en openingstijden. Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde horeca-activiteiten zich aandienen, die niet zijn genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten. In de planregels is daarom bepaald dat met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de toegestane categorieën van de Staat van Horeca-activiteiten om horecabedrijven toe te staan die niet zijn genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten, indien het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de toegestane categorieën van de Staat van horeca-activiteiten. Verder is het denkbaar dat in de planperiode het algemene beeld van de in de Staat van Horeca-activiteiten genoemde horeca-activiteiten zich als gevolg van bepaalde ontwikkelingen wijzigt. Om hierop adequaat te kunnen reageren, zijn burgemeester en wethouders bevoegd om via een wijziging de categorie-indeling van de bedrijven in de Staat van Horeca-activiteiten aan te passen.
Bijlage D Overzicht indeling categorieën functiemengingsgebieden en overige gebieden Voor de functiemengingsgebieden in Almere wordt de Staat van BedrijfsactiviteitenFunctiemenging toegepast: Activiteiten Categorie Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra A Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d. A Café's, bars A Discotheken, muziekcafé's B
Voor de overige gebieden wordt de Staat van Horeca-activiteiten toegepast: Omschrijving
Activiteit
Winkelondersteunende horeca
Een inrichting die qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen, waarbij in hoofdzaak dranken of etenswaren snel worden verstrekt of geserveerd en waarvoor de winkelsluitingstijden worden aangehouden, zoals een ijssalon of een automatiek Een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie Een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van logies of zaalaccommodatie, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse , zoals een hotel, een pension, een bed & breakfast of vergader- en congresfaciliteiten Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een restaurant, cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant, lunchroom of koffie- of theehuis Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een café of eetcafé Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning door het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholische) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met de verstrekking van etenswaren of maaltijden, zoals, een discotheek/bardancing/danscafé of een partycentrum.
Ondergeschikte horeca
Logies en zaalaccommodatie
Lichte horeca
Middelzware horeca
Zware horeca
Categorie 1
2
3
4
5
6
Bijlage E Definities Vestigingsvisie Horeca Almere 2016 horeca: een inrichting, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten: a. het verstrekken van nachtverblijf; b. het verstrekken of bereiden van drank of etenswaren voor consumptie; c. het exploiteren van zaalaccommodatie. Staat van Horeca-activiteiten de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt. Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging die van deze regels onderdeel uitmaakt. vergader- en congresfaciliteiten een gebouw of ruimte in een gebouw voor het als bedrijfsmatige hoofdactiviteit organiseren van vergaderingen en congressen, hoofdzakelijk bij te wonen door externe bezoekers. hotel een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse pension een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten. bed & breakfast een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. restaurant een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken. cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het snel verstrekken van etenswaren, al dan niet voor de consumptie ter plaatse en al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken. lunchroom een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide of bewerkte etenswaren al dan niet voor de consumptie ter plaatse. ijssalon
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van consumptie-ijs voor de consumptie ter plaatse. koffie- of theehuis een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholvrije dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren. café een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren. eetcafé een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse en het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse. discotheek/bar-dancing/danscafé een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren. partycentrum een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het gelegenheid geven voor feesten en party’s, al dan niet met het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken, etenswaren of maaltijden voor de consumptie ter plaatse.
Bijlage F
Functiemengingsgebieden Horeca Almere Centrum Stadsdeelcentrum Wijkcentrum Duin zoekgebied Almere-Floriade zoekgebied stadsdeelcentrum Poort zoekgebied rondje Weerwater
Vestigingsvisie Horeca Almere 2016 30-11-2015
Bijlage G
BLURRING
MENGEN VAN HORECA, DETAILHANDEL EN DIENSTVERLENING FAIRTRADEWINKEL + BIER- EN WIJNVERKOOP Mevrouw Kersten heeft een fairtrade winkel in hartje Utrecht, die prima loopt. Als aanvulling op haar bestaande aanbod aan fairtrade producten (food en non-food), wil mevrouw Kersten een assortiment van bieren en wijnen uit ontwikkelingslanden verkopen. Als mevrouw Kersten alcoholhoudende dranken gaat verkopen, is de Drank- en Horecawet van toepassing. Daarin staat dat zwak alcoholhoudende dranken alleen verkocht mogen worden in slijterijen, levensmiddelenwinkels, drankwinkels, cafetaria’s en in “warenhuizen met een levensmiddelenafdeling van meer dan 15 m², waarin een gevarieerd assortiment aan verpakte en onverpakte eetwaren wordt verkocht”. Haar fairtradewinkel kan in die laatste categorie vallen. Bij onverpakte eetwaren kun je bijvoorbeeld denken aan bananen, koffiebonen of thee. Als mevrouw Kersten minder ruimte heeft dan 15 m² of als zij geen gevarieerd assortiment aan levensmiddelen wil verkopen, kan zij er ook voor kiezen om in een afgescheiden deel van haar bedrijfspand een drankwinkel in te richten, mits deze voldoet aan de inrichtingseisen uit de Drank- en Horecawet. Hiervoor dient zij bij de gemeente een
vergunning aan te vragen op basis van de Drank- en Horecawet.
Ze kan er ook voor kiezen om online zwak alcoholische drank te verkopen en de online verkoop in haar winkel aan te prijzen.
RESTAURANT + DETAILHANDEL
DIENSTVERLENING + HORECA
Restaurant
Meneer Gerards heeft een kapsalon in Maastricht. Hij heeft nu een grote wachtruimte in zijn pand waaraan hij niets verdient. Hij wil deze ruimte gebruiken als lunchroom en stelt hiervoor een plan op.
De Ketting wordt uitgebaat door het echtpaar Hendriks. Ze willen extra inkomen genereren uit de verkoop van streekproducten en schilderijen, bij voorkeur vanuit het restaurant en tijdens openingstijden.
Omdat in het restaurant ook alcohol geschonken wordt, is het volgens de Drank- en Horecawet niet toegestaan om artikelen te verkopen in dezelfde ruimte. Wel kunnen de schilderijen opgehangen worden in het restaurant met een verwijzing naar een webshop. Deze webshop moet echter een separaat bedrijf zijn. Het echtpaar Hendriks kan haar klanten wijzen op deze webshop, bijvoorbeeld door hen een kaartje mee te geven.
De gemeente twijfelt echter over zijn plan en neemt zijn aanvraag niet in behandeling. Hij moet eerst een
principeverzoek doen.
Het idee van meneer Gerards is prima, een kapsalon kan goed gecombineerd worden met horecaactiviteiten...
De streekproducten mogen, volgens dezelfde wet, niet in het restaurant zelf, maar wel in een afgescheiden ruimte in het bedrijfspand verkocht worden. Die ruimte moet voor bezoekers toegankelijk zijn, zonder door ruimtes te hoeven gaan waar alcohol wordt gedronken of opgeslagen. Een aparte toegang vanaf de straat is dus nodig. Een doorgang of doorkijk tussen beide ruimtes mag wel, bijvoorbeeld met een afsluitbaar hek.
... mits meneer Gerards
geen alcoholhoudende dranken schenkt. Daarnaast moet meneer
Gerards kijken of zijn plannen passen binnen het geldende bestemmingsplan en de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente.
Omdat in deze ruimte overwegend levensmiddelen worden verkocht, mag er bovendien ook zwak alcoholhoudende drank worden verkocht om mee te nemen. Wat betreft de laatste optie, moet het echtpaar wel het bestemmingsplan en de lokale
Dan kan hij een
principeverzoek indienen.
In dit verzoek licht hij zijn ideeën toe en verzoekt hij de gemeente om medewerking aan zijn initiatief op het moment dat hij een omgevingsvergunning aanvraagt. De gemeente zal daarna de mogelijkheden onderzoeken en meneer Gerards aangeven welke stappen hij dient te doorlopen.
Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente controleren, want ook de gemeente verbindt vaak regels aan de combinatie van horeca en detailhandel.
DO’S EN DON’TS BIJ HET MENGEN VAN HORECA, DETAILHANDEL EN DIENSTVERLENING
TIPS
Steeds meer ondernemers starten bedrijven waarin horeca en retail, cultuur, dienstverlening en andere functies met elkaar worden gecombineerd. Dit mengen van functies wordt ook wel ‘blurring’ genoemd. Blurring bestaat in alle soorten en maten: van kappers die koffie schenken en restaurants die ook streekproducten verkopen tot aan bedrijfsmodellen waarbij branches volledig met elkaar zijn geïntegreerd, zoals wellnesscenters. Deze mengconcepten ontstaan als gevolg van een nieuwe manier van werken, recreëren en consumeren.
• Als u alcohol wilt gaan schenken bij een bestaande activiteit (of dat nu horeca of detailhandel is) moet u opletten wat daarover in de Drank- en Horecawet staat. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen zwak alcoholisch (bier en wijn) en sterk alcoholisch. Uw gemeente kan u hierover adviseren. • Bij ieder initiatief zijn de bepalingen uit het bestemmingsplan van belang. Deze kunt u terugvinden op http://www.ruimtelijkeplannen.nl • Sommige activiteiten kunnen niet in uw zaak worden gerealiseerd, maar wél als onderdeel van een webshop (online verkoop). • Het afscheiden van ruimtes of samenwerking met collega-ondernemers kan ook leiden tot realisatie van uw plannen, binnen de daarvoor geldende regels.
Het inpassen van nieuwe, gemengde bedrijfsmodellen in bestaande regels, levert geregeld ingewikkelde discussies op tussen ondernemers en gemeenten. Om meer helderheid te scheppen over wat wel en niet mag bij het mengen van detailhandel en horeca is deze infographic gemaakt. Tegelijkertijd laat deze infographic zien hoe ondernemers en de overheid de regels slimmer kunnen interpreteren. In de casussen wordt qua regelgeving vooral gekeken naar de Drank- en Horecawet en het bestemmingsplan, omdat deze regels in de praktijk vaak als struikelblokken worden ervaren.
SLIJTER + PROEVERIJ Meneer Van Hooijdonk heeft een slijterij in de binnenstad van Breda en wil graag éénmaal per maand een proeverij organiseren. Eerder heeft hij van de gemeente begrepen dat hij dat niet in dezelfde ruimte mag doen als de winkel. Vandaar dat hij ongeveer 40 m² van zijn magazijn vrij heeft gemaakt. Deze ruimte wil hij verbouwen tot proeflokaal.
De ruimte waarin de proeverij plaatsvindt, moet aan dezelfde eisen voldoen als een regulier horecapand (o.a. aparte ingang, minimaal twee toiletgelegenheden inclusief voorzieningen voor het wassen van handen en alleen via een voorportaal toegankelijk vanuit de proeverij). De huidige toiletvoorziening van meneer Van Hooijdonk mag niet voor de proeverij gebruikt worden.
Aangezien het doorvoeren van de benodigde maatregelen niet rendabel is voor een maandelijkse proeverij, kan meneer Van Hooijdonk overwegen om een samenwerking met een lokale horecaondernemer (met een Dranken Horecawetvergunning) te zoeken om daar de maandelijkse proeverij te houden.
Wel mag in de slijterij zelf, mits
gratis èn op verzoek van de klant, drank verstrekt worden, met als doel de klant te laten proeven. Een proeverij op initiatief van de slijter valt hier dus niet onder.
Een andere optie is het verlenen van een ontheffing door de burgemeester voor bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard (gedurende maximaal 12 dagen). Meneer Van Hooijdonk kan hierover het beste overleggen met de gemeente.
Deze infographic is samengesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO in het kader van de pilot Verlichte regels winkelgebieden (www.platform31.nl/verlichteregelswinkelgebieden) Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO hebben de uiterste zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze infographic, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie danwel voor de toepasselijkheid van de informatie in specifieke situaties. Voornoemde partijen aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie dan wel gebruik van deze infographic.
Bij onverpakte eetwaren kun je bijvoorbeeld denken aan bananen, koffiebonen of thee. Als mevrouw Kersten minder ruimte heeft dan 15 m² of als zij geen gevarieerd assortiment aan levensmiddelen wil verkopen, kan zij er ook voor kiezen om in een afgescheiden deel van haar bedrijfspand een drankwinkel in te richten, mits deze voldoet aan de inrichtingseisen uit de Drank- en Horecawet. Hiervoor dient zij bij de gemeente een vergunning aan te vragen op basis van de Drank- en Horecawet. Ze kan er ook voor kiezen om online zwak alcoholische drank te verkopen en de online verkoop in haar winkel aan te prijzen.
Deze infographic is samengesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO in het kader van de pilot Verlichte regels winkelgebieden (www.platform31.nl/verlichteregelswinkelgebieden)
MENGEN VAN HORECA, DETAILHANDEL EN DIENSTVERLENING
Als mevrouw Kersten alcoholhoudende dranken gaat verkopen, is de Drank- en Horecawet van toepassing. Daarin staat dat zwak alcoholhoudende dranken alleen verkocht mogen worden in slijterijen, levensmiddelenwinkels, drankwinkels, cafetaria’s en in “warenhuizen met een levensmiddelenafdeling van meer dan 15 m², waarin een gevarieerd assortiment aan verpakte en onverpakte eetwaren wordt verkocht”. Haar fairtradewinkel kan in die laatste categorie vallen.
BLURRING
Mevrouw Kersten heeft een fairtrade winkel in hartje Utrecht die prima loopt. Als aanvulling op haar bestaande aanbod aan fairtrade producten (food en non-food), wil mevrouw Kersten een assortiment van bieren en wijnen uit ontwikkelingslanden verkopen.
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO hebben de uiterste zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze infographic, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie danwel voor de toepasselijkheid van de informatie in specifieke situaties. Voornoemde partijen aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie dan wel gebruik van deze infographic.
FAIRTRADEWINKEL + BIER- EN WIJNVERKOOP
De streekproducten mogen, volgens dezelfde wet, niet in het restaurant zelf, maar wel in een afgescheiden ruimte in het bedrijfspand verkocht worden. Die ruimte moet voor bezoekers toegankelijk zijn, zonder door ruimtes te hoeven gaan waar alcohol wordt gedronken of opgeslagen. Een aparte toegang vanaf de straat is dus nodig. Een doorgang of doorkijk tussen beide ruimtes mag wel, bijvoorbeeld met een afsluitbaar hek. Omdat in deze ruimte overwegend levensmiddelen worden verkocht, mag er bovendien ook zwak alcoholhoudende drank worden verkocht om mee te nemen. Wat betreft de laatste optie, moet het echtpaar wel het bestemmingsplan en de lokale
Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente controleren, want ook de gemeente verbindt vaak regels aan de combinatie van horeca en detailhandel.
Deze infographic is samengesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO in het kader van de pilot Verlichte regels winkelgebieden (www.platform31.nl/verlichteregelswinkelgebieden)
MENGEN VAN HORECA, DETAILHANDEL EN DIENSTVERLENING
Omdat in het restaurant ook alcohol geschonken wordt, is het volgens de Drank- en Horecawet niet toegestaan om artikelen te verkopen in dezelfde ruimte. Wel kunnen de schilderijen opgehangen worden in het restaurant met een verwijzing naar een webshop. Deze webshop moet echter een separaat bedrijf zijn. Het echtpaar Hendriks kan haar klanten wijzen op deze webshop, bijvoorbeeld door hen een kaartje mee te geven.
BLURRING
Restaurant
De Ketting wordt uitgebaat door het echtpaar Hendriks. Ze willen extra inkomen genereren uit de verkoop van streekproducten en schilderijen, bij voorkeur vanuit het restaurant en tijdens openingstijden.
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO hebben de uiterste zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze infographic, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie danwel voor de toepasselijkheid van de informatie in specifieke situaties. Voornoemde partijen aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie dan wel gebruik van deze infographic.
RESTAURANT + DETAILHANDEL
doen.
Het idee van meneer Gerards is prima, een kapsalon kan goed gecombineerd worden met horeca-activiteiten... ... mits meneer Gerards
geen alcoholhoudende dranken schenkt. Daarnaast moet meneer
Gerards kijken of zijn plannen passen binnen het geldende bestemmingsplan en de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente.
Dan kan hij een
principeverzoek indienen.
In dit verzoek licht hij zijn ideeën toe en verzoekt hij de gemeente om medewerking aan zijn initiatief op het moment dat hij een omgevingsvergunning aanvraagt. De gemeente zal daarna de mogelijkheden onderzoeken en meneer Gerards aangeven welke stappen hij dient te doorlopen.
Deze infographic is samengesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO in het kader van de pilot Verlichte regels winkelgebieden (www.platform31.nl/verlichteregelswinkelgebieden)
principeverzoek
MENGEN VAN HORECA, DETAILHANDEL EN DIENSTVERLENING
De gemeente twijfelt echter over zijn plan en neemt zijn aanvraag niet in behandeling. Hij moet eerst een
BLURRING
Meneer Gerards heeft een kapsalon in Maastricht. Hij heeft nu een grote wachtruimte in zijn pand waaraan hij niets verdient. Hij wil deze ruimte gebruiken als lunchroom en stelt hiervoor een plan op.
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO hebben de uiterste zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze infographic, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie danwel voor de toepasselijkheid van de informatie in specifieke situaties. Voornoemde partijen aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie dan wel gebruik van deze infographic.
DIENSTVERLENING + HORECA
Aangezien het doorvoeren van de benodigde maatregelen niet rendabel is voor een maandelijkse proeverij, kan meneer Van Hooijdonk overwegen om een samenwerking met een lokale horecaondernemer (met een Dranken Horecawetvergunning) te zoeken om daar de maandelijkse proeverij te houden.
Wel mag in de slijterij zelf, mits
gratis èn op verzoek van de klant, drank verstrekt worden, met als doel de klant te laten proeven. Een proeverij op initiatief van de slijter valt hier dus niet onder.
Een andere optie is het verlenen van een ontheffing door de burgemeester voor bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard (gedurende maximaal 12 dagen). Meneer Van Hooijdonk kan hierover het beste overleggen met de gemeente.
Deze infographic is samengesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO in het kader van de pilot Verlichte regels winkelgebieden (www.platform31.nl/verlichteregelswinkelgebieden)
De ruimte waarin de proeverij plaatsvindt, moet aan dezelfde eisen voldoen als een regulier horecapand (o.a. aparte ingang, minimaal twee toiletgelegenheden inclusief voorzieningen voor het wassen van handen en alleen via een voorportaal toegankelijk vanuit de proeverij). De huidige toiletvoorziening van meneer Van Hooijdonk mag niet voor de proeverij gebruikt worden.
MENGEN VAN HORECA, DETAILHANDEL EN DIENSTVERLENING
Eerder heeft hij van de gemeente begrepen dat hij dat niet in dezelfde ruimte mag doen als de winkel. Vandaar dat hij ongeveer 40 m² van zijn magazijn vrij heeft gemaakt. Deze ruimte wil hij verbouwen tot proeflokaal.
BLURRING
Meneer Van Hooijdonk heeft een slijterij in de binnenstad van Breda en wil graag éénmaal per maand een proeverij organiseren.
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Platform31 en BRO hebben de uiterste zorgvuldigheid betracht bij het samenstellen van deze infographic, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie danwel voor de toepasselijkheid van de informatie in specifieke situaties. Voornoemde partijen aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie dan wel gebruik van deze infographic.
SLIJTER + PROEVERIJ
Bijlage H Overige cijfers horeca Hieronder worden nog wat kenmerken en cijfers weergeven over horeca in het algemeen en Almere. Er zijn verschillende bronnen gebruikt, de cijfers zullen dan ook niet altijd overeenkomen met in hoofdstuk 2 gebruikte cijfers1. Het gaat om het algemene beeld. De nieuwe horecadefinities in deze visie (zie bijlage B) wijken enigszins af van de hier gebruikte indeling in horecacategorieën. Typen horeca, vestigingen en medewerkers op basis van SBI-code in2014 (bron: gemeente Almere afd. O&S):
Indeling in twee hoofdtypen:
1
Lisa, het landelijke werkgelegenheids- en bedrijvenregister hanteert een andere indeling (op basis van de Standaard Bedrijfs Indeling) dan de brancheorganisatie KHN. Deze laatste gebruikt cijfers van de KvK en Bedrijfschap Horeca: iedereen die meld dat hij of zij wat met horeca heeft wordt hierin meegeteld. De gemeente verleent vergunningen op basis van de Drank- en Horecawet en de APV 2011. Daarnaast is er vergunningsvrije “horeca” zoals afhaal, bedrijfsrestaurants, diverse sportscholen en catering. Die zijn niet in beeld bij de gemeente. De vergunningaanvragen zijn bijgehouden vanaf 2009 bij de start van het SBA (StadsBeheerAdministratie). Eerdere aanvragen zijn daar tevens in verwerkt. Het kan zijn dat er per adres in de loop der tijd meerdere (horeca)vergunningen zijn afgegeven. Vanuit de gemeente zijn er tot op heden 727 aanvragen op adres afgedaan, hetzij verleend hetzij geweigerd met betrekking tot horecabedrijven volgens de Drank en Horecawet (natte horeca; slijterijen bij supermarkten bijvoorbeeld hebben ook een Dranken Horecavergunning) en 252 aanvragen voor alcoholvrije bedrijven (droge horeca) op grond van de APV.
Aantal horecabedrijven per sector in 2013:
Ontwikkeling van het aantal horecabedrijven in Almere 1998-2013:
Ontwikkeling van het aantal horecabedrijven per sector in Almere in 1998, 2003, 2008 en 2013:
Aandeel horeca in de regio in 2012:
Bijlage I: Facility Points voor (snel)weggebruikers Locaties voor facility points en tankstations1
Facility points voor (snel)weggebruikers zijn te onderscheiden naar doelgroepen, soorten activiteiten en ruimtelijke randvoorwaarden: • Basisconcept: een facility point met alleen horeca t.b.v. kort doelgericht verblijf • Plusconcept: een horecavoorziening + aanvullende voorzieningen t.b.v. een kort of langer verblijf/combinatiebezoek • ‘Truckersconcept’: parkeerplaats + voorzieningen voor vrachtwagens met kort of lang verblijfsmotief Voor vestiging van facility points is een aantal uitgangspunten gehanteerd: (snel)weggebruikers als doelgroep, afslag van de snelwegen A6+A27 en kavelgrootte van minimaal 3.000 m². Op negen locaties is een facility point (plus) en/of truckersconcept in Almere geschikt. • Daarvan is op 6 locaties al min of meer een facility point: Gooise Poort/Audioweg 2 (nr. 2), Hollandsekant (nr 3), Weerwater Zuid/Oorweg (nr. 4), Veluwsekant/Strubbbenweg 4 (nr. 5), Sallandsekant/Koningsbeltweg 1 (nr. 6) en De Vaart/Dukdalfweg 11 (nr. 8). • Van deze locaties is doorgroei van het truckersconcept mogelijk op Hollandsekant, Sallandsekant/Koningsbeltweg en De Vaart/Brugplein (na ontmanteling tankstation Dukdalfweg) en is doorgroei van het plusconcept mogelijk op Veluwsekant/Strubbenweg, Weerwater Zuid/Oorweg (na 2020) en De Vaart/Brugplein (mits ontmanteling tankstation Dukdalfweg). • Op drie locaties zijn nieuwe plekken voor een facility point mogelijk, te weten op Stichtsekant, Elementendreef in Poort en A6-Park in Hout-Noord.
1
De aangegeven locaties voor tankstations komen overeen met het uitgiftebeleid benzineverkooppunten (B&W, 2000).
1