Bijlage 8: Analyseformulier
Het analyseformulier bestaat uit drie delen: -
de analyse van het delict dat de jongere heeft gepleegd
-
de analyse van de competentie van de jongere
-
de voorlopige doelen op basis van deze analyses
De analyse van de competentie van de jongere kan al na de eerste bijeenkomst worden ingevuld. Vaak zal de trainer dan nog niet alle informatie verzameld hebben. Toch is het handig de analyse dan al te maken. Tijdens het invullen wordt zo heel duidelijk waar op een later moment (mogelijk al in de tweede bijeenkomst) nog wat meer informatie over moet worden verzameld. De analyse van het delict maakt de trainer na de tweede bijeenkomst.
De trainer gebruikt het analyseformulier voor zijn eigen analyse en conclusies; het formulier wordt niet met de jongere doorgenomen. Wel kan de trainer de conclusies uit zijn analyses op een rijtje zetten en presenteren aan het begin van de derde bijeenkomst.
De doelen die de trainer stelt vormen niet het definitieve trainingsplan. Dit wordt in samenspraak met de jongere vastgesteld in bijeenkomst 3. De trainer legt zijn rijtje met doelen naast het rijtje van de jongere en (indien aanwezig) het rijtje van anderen (officier van justitie, kinderrechter, ouders) en probeert verbindingen te maken tussen de verschillende rijtjes. Op deze manier worden de uiteindelijke doelen en de volgorde waarin deze aan bod komen, in samenspraak met de jongere bepaald.
© PI Research 2008
Tools4U
Analyseformulier
Naam jongere:
Leeftijd:
Naam trainer:
Datum:
Dit formulier omvat drie onderdelen: 1) de analyse van het delict, 2) de analyse van de competentie van de jongere en 3) de voorlopige doelen van de trainer.
Analyse van het delict 1. Delictomschrijving Geef in een paar zinnen weer voor welk delict de jongere de taakstraf heeft gekregen.
2. Situatie voor en tijdens het delict Aan welke (ontwikkelings)taken moest de jongere voor en tijdens het delict vormgeven? (bijvoorbeeld vriendschappen onderhouden, voor jezelf opkomen)
Met welke stressoren werd de jongere voor en tijdens het delict geconfronteerd? (bijvoorbeeld: alle vrienden deden mee met het delict waardoor het voor de jongere extra moeilijk werd om nee te zeggen)
Welke vaardigheden heeft de jongere ten aanzien van deze taken laten zien?
© PI Research 2008
Tools4U
Welke vaardigheden heeft de jongere ten aanzien van deze taken niet laten zien?
Welke protectieve factoren waren aanwezig waarvan de jongere beter gebruik had kunnen maken? (bijvoorbeeld: 1 vriend haakte tijdig af, de jongere had met deze vriend mee kunnen gaan)
3. Wat heeft het plegen van het delict de jongere opgeleverd? Welke alternatieven zijn er waarmee de jongere hetzelfde doel kan bereiken? (dit levert mogelijke trainingsonderwerpen op)
Voordelen (bijvoorbeeld populariteit, geld of spanning)
Alternatieven om dit te bereiken
Analyse van de competentie - per ontwikkelingstaak voor jongeren 1. Gezin/familie Met wie en waar woont de jongere?
Welke andere gezinsleden zijn er?
© PI Research 2008
Tools4U
Hoe is het contact met moeder? Hoe is het contact met vader?
Zijn er dingen die de jongere samen met hen doet?
Welke dingen doet hij zelfstandig?
Welke regels zijn er thuis en hoe wordt omgegaan met overtreding?
Hoe is het contact met broers of zussen?
Welke culturele achtergrond en godsdienst heeft de jongere? Welke rol speelt deze in zijn leven?
Heeft de jongere op dit gebied wensen of ziet hij mogelijke veranderingen?
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
© PI Research 2008
Tools4U
2. Onderwijs/werk Onderwijs Gaat de jongere naar school?
Welke klas?
Welke opleiding?
Hoeveel dagen per week?
Beroepsaspiraties?
Heeft de jongere wel eens ruzie op school of is hij wel eens betrokken bij vechtpartijen op school?
(Vrijwilligers)werk
Heeft de jongere (vrijwilligers)werk?
Waar bestaat het werk uit?
Om hoeveel uur gaat het?
Wat zijn de werktijden?
Hoe verloopt de samenwerking met collega's?
Heeft de jongere op het gebied van school en werk wensen of ziet hij mogelijke veranderingen?
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
© PI Research 2008
Tools4U
3. Vriendschappen en sociale contacten Heeft de jongere vrienden?
Hoeveel?
Zijn het leeftijdgenoten?
Hoe vaak ziet hij hen? Wat doen zij samen? Waar? Hoe is het contact met klasgenoten?
Heeft de jongere een beste vriend of vriendin (gehad)?
Hoe lang kennen zij elkaar? Welke activiteiten ondernemen zij samen?
Is de jongere met zijn vrienden wel eens betrokken bij ruzies en vechtpartijen?
Heeft de jongere op dit gebied wensen of ziet hij mogelijke veranderingen?
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
© PI Research 2008
Tools4U
4. Vrije tijd Hoeveel vrije tijd heeft de jongere en hoe brengt de jongere deze tijd door?
Sport de jongere?
Heeft de jongere hobby's?
Is hij lid van een vereniging?
Weekendactiviteiten Hoe ziet de vrijdagavond eruit?
Hoe ziet de zaterdag en zondag eruit?
Is de jongere wel eens betrokken bij ruzies of vechtpartijen tijdens zijn weekendactiviteiten?
Heeft de jongere op het gebied van vrije tijd en weekendactiviteiten wensen of ziet hij mogelijke veranderingen?
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
© PI Research 2008
Tools4U
5. Creëren en onderhouden van eigen woon- en leefsituatie Eigen plek Heeft de jongere een eigen kamer in huis?
Heeft hij deze kamer naar eigen smaak ingericht en voelt hij zich hier thuis?
Heeft de jongere plannen om te verhuizen, bijvoorbeeld op zichzelf te gaan wonen?
Taken Welke taken heeft de jongere thuis?
Houdt hij zijn kamer zelf schoon?
Wat kan de jongere koken?
Geldbesteding Over hoeveel geld kan de jongere beschikken?
Waar bestaat het inkomen uit: zakgeld, salaris, uitkering, bijverdiensten?
Hoe wordt het besteed?
Kan de jongere ervan rondkomen?
Heeft de jongere schulden?
© PI Research 2008
Tools4U
Heeft de jongere op het gebied van een eigen plek, taken of geldbesteding wensen of ziet hij mogelijke veranderingen?
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
6. Contacten met autoriteiten en instanties Autoriteiten Met welke autoriteiten heeft de jongere te maken?
Hoe gaat de jongere met autoriteiten om? Hoe reageert de jongere op kritiek?
Is de jongere met politie in aanraking geweest? Hoe vaak en waarvoor?
Instanties Onderhoudt de jongere zelfstandig contacten met instanties? Welke?
Is de jongere in staat zelfstandig contacten te leggen met instanties?
Heeft de jongere op het gebied van autoriteiten en instanties wensen of ziet hij mogelijke veranderingen?
© PI Research 2008
Tools4U
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
7. Intimiteit en seksualiteit Heeft de jongere een vaste vriend of vriendin (gehad)?
Hoe lang kennen zij elkaar?
Welke activiteiten ondernemen zij samen?
Hebben zij gezamenlijke toekomstplannen?
Waar bestaan deze uit?
Is de jongere voorgelicht?
Weet de jongere voldoende?
© PI Research 2008
Tools4U
Heeft de jongere op dit gebied vragen of wensen?
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
8. Gezondheid en uiterlijk Zelfverzorging Hoe is de jongere gekleed?
Is de jongere tevreden over zijn uiterlijk/kleding?
Hoe is zijn eetpatroon?
Hoe is zijn slaappatroon?
Is er sprake van een vaste routine of regelmatig leven?
Alcohol/druggebruik Gebruikt de jongere? Wat? Hoeveel? Hoeveel geld wordt hieraan besteed?
© PI Research 2008
Tools4U
Heeft de jongere op het gebied van zelfverzorging en alcohol/drugs wensen of ziet hij mogelijke veranderingen?
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
Hieronder heeft de trainer ruimte om het functioneren op andere ontwikkelingstaken die voor deze jongere aan de orde zijn te beschrijven.
Taak:
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
Taak:
© PI Research 2008
Tools4U
Indruk van de trainer: Sterke punten (vaardigheden en protectieve factoren):
Aandachtspunten (vaardigheidstekorten en stressoren):
Voorlopige doelen op basis van de analyses Doelen uit de delictanalyse
Doelen uit de competentieanalyse die direct de kans op nieuwe delicten verkleinen
Doelen uit de competentieanalyse die indirect de kans op nieuwe delicten verkleinen
© PI Research 2008
Tools4U
Voorlopige volgorde op basis van 1) bijdrage aan vermindering risico van recidive, 2) mogelijkheden om in training aantal stappen te zetten, 3) wens van jongere om eraan te werken
© PI Research 2008
Tools4U