Analyseformulier Meerjarige Aanvullende Uitkering MAU 2014-2016
Gemeente Heerenveen
Bezoekadres:
Correspondentieadres:
(0513) 61 76 17
Crackstraat 2
Postbus 15000
www.heerenveen.nl
8441 ES Heerenveen
8440 GA Heerenveen
Inhoudsopgave Inleiding gemeente Heerenveen
3
Hoofdstuk 1 Analyse oorzaken tekort 2011-2013 1.1 Tekortbepaling voorwaarden MAU 2014-2016 1.2 Analyse oorzaken meerjarig tekort 1.3 Tekortkomingen in het verdeelmodel 1.4 Conclusie: 18 verdeelstoornissen
7 7 9 13 41
Hoofdstuk 2 Analyse van het gevoerde beleid 2011-2013 Inleiding 2.1 Instroom- en uitstroombeleid 2.1.1 Instroombeperking 2.1.2 Inkomenswaarborg 2.1.3 Uitstroombevordering en inzet re-integratiemiddelen
43 43 45 47 49
2.2 Handhavings- en sanctiebeleid 2.2.1 Handhaving 2.2.2 Afstemmingsbeleid 2.2.3 Ontheffingenbeleid 2.3 Terugvordering, verhaal en inkomensverrekening 2.4 Sturing op resultaat 2.4.1 Sturingsfilosofie 2.4.2 Overlegvormen
58 58 60 61 61 62 62 68
Hoofdstuk 3 Verwacht tekort 2014-2016 3.1 Visie collegeprogramma 2014-2018 3.2 Prognose tekort
70 71 72
-2-
Inleiding gemeente Heerenveen De nieuwe gemeente Heerenveen bestaat naast de plaats Heerenveen uit 20 dorpen en heeft bijna 50.000 inwoners. Onze gemeente ligt in de provincie Fryslan. Bereikbaarheid over de weg als met het openbaar vervoer, een goed aanbod van winkels, scholen en voorzieningen op het gebied van gezondheidszorg en mogelijkheden voor cultuur en recreatie zijn voor veel mensen belangrijke aspecten bij het kiezen van een woonplaats. Heerenveen biedt dit allemaal en is daarom een aantrekkelijke woongemeente. De hoofdplaats Heerenveen, de dorpen en het buitengebied bieden een ruime keuze aan woonmogelijkheden. Van sociale huur tot ruime kavels in de vrije sector, van landelijk wonen in het buitengebied tot een penthouse in het centrum. Heerenveen is een aantrekkelijke combinatie van stedelijke voorzieningen en landelijke rust.
Hoe heeft de ligging bijgedragen aan de groei? Heeren van ’t Veen In 1551 ondertekenden de „heeren‟ Van Dekema, Van Cuyck en Foeyts de oprichtingsakte van de Schoterlandse Veencompagnie, de op één na oudste Naamloze Vennootschap van Nederland. De oprichtingsakte van de oudste Nederlandse hoogveenkolonie is in feite de geboorteakte van Heerenveen. Voor het vervoer van de afgegraven turf lieten de „heeren van 't veen‟ de Schoterlandse Compagnonsvaart en de Heerensloot graven. Het vaarwater werd gekruist door de verbinding Zwolle - Leeuwarden. De combinatie van kruising van wegen en waterwegen en de voortvarendheid waarmee de „heeren van het veen‟ activiteiten ontwikkelden, liggen ten grondslag aan het ontstaan van Heerenveen. Door de handel in het „bruine goud‟ vormde Heerenveen zich als een centrum van de winning, handel en vervoer van turf naar de steden in het Westen.
-3-
Vestiging en handel rondom Heerenveen De kanalen liggen ten grondslag aan de lange lijnen structuur van Heerenveen. Deze werd na de aanleg van de spoorlijn verder versterkt. De lijnenstructuur is eeuwenlang het uitgangspunt geweest voor onze uitbreidingplannen. Heerenveen ontwikkelde zich door de strategische ligging en de ondernemingsgeest namelijk als een centrum voor wonen en werken. Er ontstond een concentratie van middenstand en handel, hetgeen voor woningzoekenden en ondernemers weer aanleiding was tot vestiging in nabije omgeving. In de negentiende eeuw groeide de nederzetting op het kruispunt van wegen en waterwegen uit tot een plaats met veel patriciërs, deftige burgers en middenstand oftewel het „Friese Haagje‟. De nederzetting groeide uit tot een bloeiend handelscentrum met een belangrijke regionale en provinciale functie Een belangrijke rol hierin was ook weggelegd voor herberg het Posthuis: de halte voor de postkoets en wisselplaats voor paarden. Inmiddels is het monumentale pand als smûkste theater van Fryslân al weer decennialang een belangrijk centrum van cultuur. De hobbelige zandweg van toen is gaandeweg uitgegroeid tot de huidige A32, samen met de A7 een belangrijke toegangspoort van Fryslân. Met de Friese Meren aan de westkant en de vaarweg naar het Noord-Overijsselse watergebied is Heerenveen ook recreatief een strategisch middelpunt. De strategische ligging maar nog veel meer de mix van handelsgeest, dynamiek en durf die de drie voorname heren in de zestiende eeuw tentoonspreidden, lopen sindsdien als een rode draad door Heerenveen. Thialf, Sportstad, het eerste bedrijvenverzamelgebouw, geavanceerde bedrijventerreinen, kantorenboulevards en de met prijzen gehonoreerde woonwijk Skoatterwâld zijn het beeldbepalende bewijs van de laatste jaren. Ook het cultureel erfgoed Oranjewoud met het prestigieuze Museum Belvédère voor moderne kunst sluit daar naadloos op aan. En “last but not least” is er het sportieve imago van Heerenveen. Zo zijn wij aangewezen als Centrum voor Topsport en is er Thialf, Sportstad en het Abe Lenstra Stadion als (inter)nationale eyecatchers voor de hele provincie. Heerenveen als Stad van Sport omvat echter veel meer dan schaatsen, voetbal en turnen. De combinatie van topsport en breedtesport en daaraan verwante activiteiten zorgen voor nieuwe Friese impulsen op het gebied van gezondheid, onderwijs, economie, recreatie en toerisme. De historie in kort bestek 1551 - 1720: ontstaan, de vervening met turfwinning en (handels)groei. 1720 - 1850: afname vervening en turfhandel, opkomst van de landbouw. 1850 - 1930: versterking streekfunctie en opkomst industrialisatie door aanleg spoorlijn en tramlijnen. Handel groeide en bloeide. 1930 - 1971: ontwikkeling nieuwe uitbreidingen, aanleg eerste industrieterrein, aanleg rijkswegen en verkeersplein. 1971 - 2011: dynamische ontwikkeling Heerenveen: hoofdwegenstructuur, woonwijken en bedrijventerreinen.
-4-
Gemeente Heerenveen: Dynamisch, Ondernemend en Sportief Wij hebben door onze ambities, goede bereikbaarheid en ligging sinds jaar en dag een bijzondere regiofunctie. Er zijn immers weinig gemeenten die in een hoofdplaats van onze omvang (zo‟n 28.000 inwoners) twee NShaltes hebben, een Betaald Voetbal Organisatie als SC Heerenveen, de Epke Zonderland turnhal, de schaatstempel Thialf, het regionale ziekenhuis de Tjongerschans en het Posthuis Theater hebben.
-5-
Aanleiding Mau-aanvraag
Tot en met 2010 hebben wij ons altijd kunnen redden met de inkomsten en uitgaven van de bijstanduitkeringen. De gemeente Heerenveen heeft echter de afgelopen drie jaar te maken gehad met een tekort op de bijstandsuitgaven. In 2011 en 2012 is een IAU aangevraagd. Ook in 2013 hebben we een tekort maar deze is niet IAU-waardig (9% tekort). Daarom doen wij dit jaar een MAU aanvraag 2014-2016. In deze aanvraag willen we aantonen dat het voorziene tekort van de nieuwe gemeente Heerenveen het gevolg is van onvolkomenheden in het verdeelmodel. We dragen verschillende objectieve kenmerken aan die van invloed zijn op de hoogte van onze bijstandsuitgaven maar die niet of onvoldoende in het huidige verdeelmodel zijn opgenomen. Bij de MAU staat centraal dat compensatie wordt verleend voor meerjarige tekorten op het WWB-budget die verband houden met een niet optimaal werkend objectief verdeelmodel, de zogeheten verdeelstoornis. In dit licht heeft het college van de nieuwe gemeente Heerenveen besloten een MAU-verzoek in te dienen. Onze gemeente heeft in de referteperiode (2011-2013) te maken gehad met tekorten en verwacht ook voor de komende drie jaren een tekort. Het gaat er hierbij om dat wij: * risico‟s van tekorten tijdig hebben gesignaleerd; * gekeken hebben naar de oorzaken van deze tekorten * maatregelen hebben genomen om de tekorten terug te dringen: * deze maatregelen zijn ingebed in de planning- en controlecyclus; * dat er sprake is van beleidsevaluaties; * en dat tijdig is bijgestuurd. Dit analyseformulier is analoog aan het beschikbaar gestelde MAU-model opgebouwd. In hoofdstuk 1 wordt een analyse gegeven van de mogelijke oorzaken van het tekort. Deze oorzaken vormen het vertrekpunt voor de verdere analyses. Met deze analyse maken wij naar onze mening aannemelijk waarom het meerjarig tekort op de uitkering als bedoeld in artikel 69 WWB geheel of gedeeltelijk het gevolg is van een verdeelstoornis. In de hoofdstukken 2 en 3 wordt nader ingaan op het beleid en de uitvoering. Wij hebben de analyses zoveel mogelijk kwantitatief en kwalitatief onderbouwd. Vergelijkend cijfermateriaal is gebaseerd op beschikbare data uit landelijke, regionale en plaatselijke databronnen. Waar mogelijk zijn de meest recente gegevens gebruikt.
-6-
Hoofdstuk 1: Analyse oorzaken tekort 2011-2013 §1.1
Tekortbepaling eerste drie voorwaarden MAU 2014 - 2016
De onderstaande tabel is afkomstig uit de door het ministerie beschikbaar gestelde MAU-tool. Het laat zien dat de gemeente voldoet aan de eerste drie voorwaarden die zijn gesteld om in aanmerking te komen voor de MAU, te weten: - het budget is in 2011- 2013 met toepassing van het objectief verdeelmodel tot stand gekomen; - het tekort bedroeg in 2011 ten minste 6,7% van het toegekende budget en in 2012 en 2013 ten minste 2,5% van het toegekende budget; - aan de gemeente is nog geen MAU toegekend ;
Overzicht 1. (deels) met het objectief verdeelmodel gebudgetteerd?
2011
2012
ja
ja
2013
ja
11.202.869 13.379.522 15.984.765 12.979.296 15.060.413 17.745.834 -1.776.426 -1.680.890 -1.761.069 -11,0% -15,9% -12,6% -2,5% -6,7% -2,5% ja ja ja
toegekend budget saldo bestedingen en baten financieel resultaat in euro's financieel resultaat in % van het budget Drempel 2. tekort boven de gestelde drempel? 3. Niet reeds MAU-uitkering toegekend over 2012 - 2014 of 2013 - 2015?
nee
De voorwaarden houden verder in dat het tekort ook in de komende drie jaar boven de 2,5% uitkomt en dat het ontstane tekort op het budget voor tenminste 5% door verdeelstoornissen wordt verklaard. Begin februari 2014 heeft de toetsingscommissie de benodigde rekentool hiervoor beschikbaar gesteld (zie bijlage). Wanneer deze rekentool voor onze gemeente wordt ingevuld blijkt dat de theoretisch maximale verdeelstoornis uitkomt op 10%. De gemeente voldoet daarmee aan alle voorwaarden en dient hierbij dus een volledige MAU-aanvraag in.
-7-
Het is goed om hierbij op te merken dat op grond van artikel 10d van het Besluit WWB 2007 bij de budgetten en bestedingen ook voor de refertejaren rekening gehouden moet worden met de gegevens van de gemeenten die vanaf 2014 bij de betreffende gemeente zijn gekomen. Artikel 10d. Aanpassing berekeningen meerjarige aanvullende uitkering “Bij een wijziging van de gemeentelijke indeling of een grenscorrectie als bedoeld in de Wet algemene regels herindeling worden de gegevens waarmee de berekeningen op grond van de artikelen 10a, eerste lid, onderdeel c, en 10c, worden uitgevoerd, vastgesteld op basis van een redelijke schatting van de toestand van die gegevens zoals die zou zijn geweest als de wijziging op de datum waarop die gegevens betrekking hebben reeds was ingegaan”. Volgens de gegevens van het ministerie SZW bestaat Heerenveen in 2014 uit: Heerenveen (geheel), voormalig gemeente Boarnsterhim (voor 29%) en Skarsterlân (voor 1,7%; dit betreft een grenscorrectie). De budgetten (terug te vinden in de budgetbeschikkingen van de verschillende gemeenten) en bestedingen en baten (terug te vinden in de SiSa-bijlage bij de jaarverantwoording van de betreffende gemeenten) zijn volgens onze gegevens als volgt: 2011 Toegekend budget Heerenveen
2012
2013
10.426.083 12.537.998 14.906.910
Boarnsterhim
2.488.835
2.660.233
3.420.186
Skarsterlân
3.236.709
4.120.992
5.058.870
Saldo bestedingen en baten* Heerenveen
12.023.786 13.882.730 ***
Boarnsterhim
3.035.890
3.784.890 ***
Skarsterlân
4.417.733
4.709.679 ***
Toegekend budget Heerenveen (situatie 2014)** 11.202.869 13.379.522 15.984.765 Saldo bestedingen en baten* Heerenveen (situatie 2014)** 12.979.296 15.060.413 nnb***
* Dit zijn de bestedingen en baten op titel van artikel 69 van de WWB (ofwel de gebundelde uitkering): WWB, IOAW, IOAZ, kosten levensonderhoud beginnende zelfstandigen (onderdeel van Bbz 2004) en voor 2011 de WWIK en de WIJ. ** Dit is berekend als 100% van het budget voor Heerenveen plus 29% van het budget voor Boarnsterhim plus 1,7% van het budget voor Skarsterlân. Voor het saldo van bestedingen en baten geldt hetzelfde. *** Bij het invullen is uit gegaan van de bestedingen en baten van Heerenveen, 29% van de bestedingen en baten van Boarnsterhim en 1,7% van de bestedingen en baten van Skarsterlân. -8-
Het niet voor de herindeling gecorrigeerde tekort van de gemeente Heerenveen was in het jaar 2011 -15,3% van het toegekende budget. In 2012 daalt het tekort naar -10,7%. In 2013 is het niet gecorrigeerde tekort 9%. Over de periode 2011-2013 bedroeg het gemiddelde tekort 11,7%. Financieel niet gecorrigeerd resultaat tov het landelijk resultaat Bedragen x € 1 miljoen Toegekend budget: Saldo van bestedingen en baten: Financieel resultaat in euro's: Financieel resultaat in % van het budget Landelijk resultaat in % van het macrobudget
2011 10,4 12,0 -1,5 -15,3 -16,8%*
2012 12,5 13,8 - 1,3 -10,7
2013 14,9 16,2 - 1,3 -9
*Financieel resultaat ivm bestuurakkoord is -10,5%.
§ 1.2
Analyse oorzaken meerjarig tekort referteperiode
De gemeente is vanaf 2011 in de situatie terecht gekomen waarin het bijstandsbudget niet toereikend is om de uitkeringen te betalen. Inkomsten en uitgaven sluiten dan niet langer op elkaar aan. De oorzaak van het tekort is naar onze mening gelegen in een aantal factoren op het gebied van: - Arbeidsmarkt - Demografie - Fysieke en sociale leefomgeving - Gezondheid - Economie en Onderwijs De uitzonderlijke arbeidsmarktsituatie in onze regio is bij de IAU 2011 en 2012 onderkend op basis van de criteria die de toetsingscommissie daarvoor hanteerde. Deze tonen aan dat het tekort op de uitkeringsverstrekking veroorzaakt wordt door de sterk verslechterde arbeidsmarktsituatie in Heerenveen. In dit hoofdstuk gaan we dit verder uitwerken alsmede de verdeelstoornissen op de andere gebieden.
-9-
Instroom bijstand Heerenveen
Nederland
2009
2010
2011
2012
43 %
57 %
58 %
48 %
42 %
46 %
40 %
36 %
Uitputting budget bijstand 2009 Heerenveen
Nederland
2010
2011
2012
98 %
101 %
118 %
113 %
107 %
113 %
121 %
103 %
Bron: kernkaart SZW
Vanaf eind 2008 stijgen de aantallen in Friesland en Heerenveen harder dan landelijk. Zoals gezegd zijn wij er als gemeente tot 2011 in geslaagd om - ondanks de effecten van de crisis en de afspraken uit het bestuursakkoord - uit te komen met het budget. Terwijl veel andere gemeenten in onze arbeidsmarktregio reeds in 2010 met grote tekorten werden geconfronteerd en dat jaar al een beroep hebben moeten doen op de incidenteel aanvullende uitkering. Eind 2013 had onze gemeente 1.139 mensen in de Wwb. Vanaf 2010 is het aantal mensen met een bijstandsuitkering gestegen met 44%. Deze toename is sterker dan landelijk waar in dezelfde periode een stijging van 27% zichtbaar was. De stijging van het aantal bijstandsgerechtigden is vooral zichtbaar in de groep van personen met een uitkering onder de 55 jaar.
- 10 -
Verder is het opvallend dat het aandeel echtparen in een uitkeringssituatie sinds 2012 sterk toeneemt.
WWB
aantal
1500 1000 instroom
500
uitstroom uitkeringsgerechtigd
0 2007 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 kalenderjaar
De werkgelegenheid in de gemeente Heerenveen is in de periode 2008 tot en met 2010 met ruim 12 procent gegroeid. Er is ook in de referteperiode veel geïnvesteerd in het creëren van werkgelegenheid, het aantrekken van nieuwe bedrijven en het bevorderen van uitstroom. Hiermee hebben wij een verdere groei van de werkgelegenheid gefaciliteerd maar dit leidde om redenen die in de volgende paragraaf worden uitgelegd niet direct tot de verwachte duurzame uitstroom van uitkeringsgerechtigden. De crisis duurt voort in deze periode en de bedoelde overbrugging naar duurzame banen blijft uit. Sterker nog, de crisis diept zich merkbaar uit tot een recessie en is er in onze regio een sterke terugloop van het aantal beschikbare vacatures (voor met name de laagopgeleiden) op de arbeidsmarkt te zien. In het noorden zijn de effecten sowieso aanzienlijk groter dan landelijk. Momenteel neemt de verkoop van grond aan bedrijven toe en zal op korte termijn wederom sprake zijn van een groeiende werkgelegenheid.1 Er is in de referte periode ook weinig financiële ruimte om te investeren in reintegratie omdat de ID-banen en Wiw-banen in verhouding zwaar drukken op het budget. Eind 2012 is door onze raad besloten maatregelen tot afbouw te nemen. In de periode 2014- 2016 sturen we hierdoor sterk op versnelde leegloop. 2010 Kosten ID/Wiw
€ 1.215.003
2011 € 1.038.969
2012 € 964.228
2013 € 877.635
Met de forse korting op het P-budget 2012 is er vanaf 2011 ook maar beperkt gebruikt gemaakt van „verloonde werkplekken‟. Ook al zit naar onze mening de poort goed dicht blijft het bestand groeien.
1
zie artikel “Kijken wat er wel is“ in Elsevier van 1 februari 2014 - 11 -
In onderstaande tabel staat het verloop van het participatiebudget en uitgaven voor de gemeente Heerenveen weergegeven. Participatiebudget Budgetten Baten- niet RIJK
2010
2011
2012
2013
€ 4.660.326
€ 4.276.626
€ 2.343.367
€ 2.101.364
€ 131.223
€ 9.500
€ 36.003
€ 24.649
Meegenomen vorig jaar
€ 1.155.356
€ 298.954
€ 772.835
€ 613.690
Bestedingen
€ 5.647.951 121,2%
€ 3.812.245 89,1%
€ 2.538.524 108,3%
€ 2.220.554 105,68%
€ 298.954
€ 772.835
€ 613.681
€ 525.341
6%
18%
26%
25%
Besteding % budget Saldo Saldo t.o.v. budget
Het effect van de zogenaamde ex-ante beperking is bekeken om iets te kunnen zeggen over de aanwezigheid van verdeelstoornissen. Indien het gemeentelijk budget namelijk wordt aangepast door ex-ante inperking kan dit een indicatie zijn van stoornissen in het objectieve verdeelmodel. Bedragen ex-ante inperking
2011
Rijksbijdrage voor ex-ante inperking Rijksbijdrage na ex-ante inperking Ex-ante inperking Ex-ante inperking, in percentage
2012
2013
10.800.173 12.670.498 13.583.137 10.664.325 12.146.125 13.474.692 135.848
524.373
108.445
1,3%
4,1%
0,8%
Met name in het jaar 2012 is er een groot verschil ten opzichte van de andere jaren te constateren en sluit de voorspellende waarde van het verdeelmodel minder aan op de feitelijke situatie. In de volgende paragraaf gaan we hier uitgebreid op in.
- 12 -
§ 1.3. Tekortkomingen verdeelmodel (de verdeelstoornissen) De gemeente Heerenveen had in de jaren 2011 tot en met 2013 een tekort op het budget en verwacht dit in de komende drie jaar ook. “Waarom geeft het objectieve verdeelmodel voor Heerenveen geen goede prognose van de bijstandskosten?” In deze paragraaf gaan wij in op de specifieke factoren die invloed hebben op de bijstandsuitgaven in onze gemeente. 1. Hoger % MBO- scholieren geeft verdringing op de arbeidsmarkt Heerenveen vervult een regiofunctie voor MBO-scholieren. Daarnaast wordt er PRO, VSO en Vakcollege Onderwijs aangeboden. Door de vele middelbare scholieren is er sprake van verdringing op de arbeidsmarkt. Dit komt niet tot uiting in het verdeelmodel. In Heerenveen volgt 3,87% van de bevolking middelbaar beroepsonderwijs. Dit is hoger dan in het COROPgebied (3,75%) en het landelijke aandeel (3,12%). Door de aanwezigheid van veel middelbare scholieren treedt verdringing op de arbeidmarkt op. Omdat er in onze gemeente daarnaast ook scholieren uit andere omliggende gemeente zoals gemeente Skarsterlan en Weststellingwerf komen is dit percentage verdringing in de praktijk nog hoger. Statline geeft namelijk alleen de woongemeente aan.
- 13 -
2.
Meer demografische druk
De demografische druk is hoger dan het landelijke %. De demografische druk is de som van de 'groene druk ' en de 'grijze druk'. Groene druk is de verhouding tussen het aantal personen van 0-19 jaar en het aantal personen in de zogenaamde 'productieve leeftijdsgroep' van 20-64 jaar. De grijze druk is de verhouding tussen het aantal personen van 65 jaar of ouder en het aantal personen in de zogenaamde 'productieve leeftijdsgroep' van 20-64 jaar. Een hogere gemiddelde leeftijd leidt tot meer bijstandsuitgaven. Een oudere potentiële beroepsbevolking geeft meer kans op bijstandsuitgaven. Dit laatste is in onze gemeente niet meer dan gemiddeld het geval. De hogere grijze druk echter wel. Dit levert in het licht van het langer doorwerken ook verdringing op onze arbeidsmarkt op. Uit CBS-onderzoek is gebleken dat het aantal werkende 65-plussers de afgelopen 10 jaar meer dan verdubbeld is. Momenteel werken er landelijk net zoveel 65plusser als mensen in de sociale werkvoorziening. Tussen de werkende 65 plussers zitten veel zelfstandigen. Ook deze hebben wij in verhouding meer (zie arbeidsmarktinfrastructuur). Gezien het feit dat doorwerkende 65 plussers met name parttime banen hebben/nemen geeft dit verdringing op de arbeidsmarkt. Het verdeelmodel houdt hier geen rekening en zou dit in ogen wel moeten doen.
- 14 -
Leeftijd groene/grijze druk
Regio's Nederland
< 5 jaar
%
5,4
5,3
5,2
5,1
5 tot 10 jaar
%
5,7
5,9
5,8
5,7
10 tot 15 jaar
%
6,1
6,4
6,6
6,3
15 tot 20 jaar
%
5,9
6,1
6,1
5,9
20 tot 25 jaar
%
6,3
5,7
5
5
25 tot 45 jaar
%
25,8
23,9
23,4
24,3
45 tot 65 jaar
%
28
28,2
28,7
28
65 tot 80 jaar
%
12,6
13,9
14,3
14,2
> 80 jaar
%
4,2
4,5
4,9
5,5
Groene druk
%
38,4
41,2
41,5
40,2
Grijze druk
%
28
31,8
33,7
34,5
Bron: januari 2012 CBS Statline
- 15 -
Friesland
ZuidoostFriesland
Heerenveen
3.
Het hogere % doorval WW naar de WWB
In de bepaling van het macrobudget wordt via de rekenregel die het CPB hanteert bij het bepalen van het verwachte beroep op de bijstand uitgegaan van een vast percentage WW- ontvangers dat doorstroomt naar de Wwb. Uit cijfers die het UWV hierover landelijk verzamelt, blijkt dat de “doorval” in sommige regio‟s groter is dan elders. Heerenveen maakt in economisch opzicht onderdeel deel uit van de regio Noord Nederland. In een landelijke publicatie over doorstroom van WW naar de bijstand wordt deze afwijkende situatie voor de regionale arbeidsmarkt bevestigd: “De werkloosheid en het beroep op uitkeringen in Noord Nederland, Twente en Zuid-Limburg ligt al decennia hoger dan gemiddeld. De problematiek van deze regio’s hangt samen met het sterk gekrompen aandeel van de werkgelegenheid in de industrie. Dat was weliswaar een landelijke ontwikkeling, maar onderzoek toont aan dat deze krimp in de economisch zwakke regio’s samengaat met een grotere dynamiek van baancreatie en baanvernietiging dan in de rest van het land. De grote dynamiek leidt tot een min of meer chronisch hoog regionaal werkloosheidsniveau.” 2 Het UWV-document toont aan dat het doorstroompercentage van de WW naar de WWB in economisch zwakke regio‟s hoger ligt. Heerenveen heeft hogere doorstroompercentages dan landelijk. In Nederland was in 2011 het gemiddelde 6,1%. In onze gemeente was dit 6,9%. Het jaar daarvoor zelfs 8,6%. In het verdeelmodel wordt geen rekening gehouden met afwijkingen op de doorval. Wij krijgen voor deze afwijking dus geen compensatie.
NB: Heerenveen bevindt zich in het hoogste segment (8-17%)
2
‘Kennismemo 12-01: Doorstroom van WW naar bijstand 2001-2012’ van het UWV d.d. 9 maart 2012 - 16 -
4.
Een hoger % laag opgeleiden Heerenveense bevolking 15- 65 jaar
De gemeente heeft in verhouding een laag opleidingsniveau.
Laag onderwijsniveau bevolking 32,5 32 31,5 31
Laag onderwijsniveau bevolking
30,5 30 29,5 Nederland
Friesland
COROP
Heerenveen
Bron: CBS
Dit is van invloed op de kosten voor bijstand. Gecombineerd met de specifieke omstandigheid dat er weinig vacatures voor laagopgeleiden zijn op onze regionale arbeidsmarkt werkt dit ons nadeel. Het komt in het verdeelmodel onvoldoende tot uitdrukking. We denken dat een betere verdeling van budgetten kan ontstaan door het opnemen van het kenmerk „beschikbare vacatures voor laagopgeleiden‟ in het verdeelmodel. In het objectieve verdeelmodel is een maatstaf “laag opgeleiden” opgenomen. Hier wijkt de gemeente Heerenveen in negatieve zin (d.w.z. een hoger percentage laag opgeleiden) af ten opzichte van zowel Nederland als het COROP-gebied.
% laag opgeleiden beroepsbevolking
Nederland
Friesland
22,31%
22,53%
Bron: CBS Statline 2012
- 17 -
Zuidoost Friesland 22,58%
Heerenveen 23,81%
5.
Hoog risico op een ongezonde bevolking
Uit de zorgatlas blijkt dat de Heerenveense burgers hun gezondheid als relatief goed ervaren. Er zijn echter factoren te benoemen waaruit blijkt dat wij een relatief ongezonde bevolking hebben. Uit het armoedesignalement van het SCP 2013 blijkt dat de gezondheid van de bevolking een voorspeller is voor de kans dat iemand aanspraak moet maken op een bijstanduitkering. Ook inkomen zegt iets over deze kans. In Heerenveen wijkt deze af waardoor waarin het verdeelmodel geen rekening wordt gehouden. Zo is het gemiddelde besteedbaar inkomen in onze gemeente is € 14.400 per persoon. Dit is 500 euro lager dan gemiddeld in Nederland. Daarnaast is het percentage van de bevolking dat aanspraak maakt op AWBZ indicaties hoger dan het landelijk gemiddelde. Nederland Heerenveen
Totaal: 4,8% Totaal 6,2%
(met verblijf: 2,1%, zonder verblijf: 2,1%) (met verblijf: 2,3%, zonder verblijf: 3,9%)
- 18 -
Naast het aantal personen in een institutioneel huishouden heeft de nabijheid van instituties zoals een Jeugd GGZ-instelling en Begeleid Wonen Projecten ook een aanzuigende werking. Ook uit de stapelingsmonitor van KING blijkt dat er in onze gemeente meer samenloop van regelingen en voorzieningen is per huishouden op het gebied van Welzijn, Zorg en Onderwijs (WZO) en Welzijn & Zorg ten opzichte van bijvoorbeeld een sterk geïnstitutionaliseerde gemeente als Smallingerland. Heerenveen
W&Z&O 1.375
W&Z 230
Smallingerland
1.560
190
Bron: Stapelingmonitor KING 2013
Naast het % Awbz-indicaties is de gezondheidstoestand ook af te leiden uit het sterftecijfers en het beroep op verslavingszorg. Een hoger percentage duidt op een relatief ongezonde bevolking. Het APE onderzoeksbureau heeft bij eerder MAU- aanvragen bevestigd dat dit invloed heeft op de kosten van de bijstand.
Uit bovenstaand tabel blijkt dat het sterftecijfers in de gemeente Heerenveen hoger ligt dan in onze COROP en ten opzichte van het landelijke percentage.
- 19 -
AMFETAMINEPROBLEMATIEK (afwijking hoger dan landelijk gemiddelde)
Bron: www.sivz.nl
- 20 -
GHB (GROTE AFWIJKING HOGER TOV LANDELIJK GEMIDDELDE)
Bron: www.sivz.nl
De overzichtskaarten van het GHB- gebruik wijken af van de kaarten van de regionale spreiding van de hulpvraag. Aangezien GHB pas sinds 2007 wordt geregistreerd is dit als linkerkaartje genomen in plaats van 2003. De hulpvraag voor GHB ligt in Nederland in 2012 gemiddeld op 5 per 100.000 inwoners. Heerenveen is rood gekleurd en heeft het hoogste percentage.
- 21 -
GOKPROBLEMATIEK (GROTE AFWIJKING TOV LANDELIJK GEMIDDELDE)
Bron: www.sivz.nl
Het landelijke gemiddelde van de hulpvraag voor gokken ligt zowel in 2003 op 15 en in 2012 op 14/100.000 inwoners. Heerenveen scoort ook hierop hoger.
- 22 -
6. Het aantal geregistreerde niet werkende werkzoekende (nww)
Uit de cijfers van het UWV van december 2013 blijkt dat het percentage niet werkenden werkzoekenden in onze gemeente het afgelopen jaar enorm is gestegen, ook ten opzichte van de COROP gemeenten . Ook het aantal nww jongeren is hoger in vergelijking met andere gemeente. COROP-gemeenten Heerenveen Ooststellingwerf Opsterland Skarsterlân Smallingerland Weststellingwerf
December 2013 verschil tov vorig jaar 54,3% 15,6% 23,4% 16,4% 34,6% 12,0%
Bron: UWV basisset regionale arbeidsmarktinformatie 2013
7. De arbeidsmarktinfrastructuur en % uitkeringsdichtheid Het aantal arbeidsongeschikte jongeren, mensen in de WSW en WWB-ers is hoog in vergelijking met het Nederlands gemiddelde (peildatum meest recente cijfers). Nu blijkt uit onderzoek van APE dat veel Wajongers dempend werkt op de bijstand maar het potentieel Wsw en Wajong drukt na invoering van de Participatiewet wel op instroom. Hier houdt het verdeelmodel geen rekening mee. Meest recente aantallen na herindeling 2014 Aantal Aantal Aantal Aantal
Wajongers: WW: bijstand en IOAZ/IOAW : se Wsw:
800 1.745 1.300 400
Bron: gemeente Heerenveen
De doelgroep waar de gemeente verantwoordelijk voor is stijgt dus door invoering van de Participatiewet met het oog het relatief hoge potentieel dat anders de Wajong en Wsw zou instromen. Ook de beoogde Wet Werk en Zekerheid die is aangenomen in de Tweede kamer heeft invloed op de instroom i.v.m. het zogenaamde weglekeffect WWB omdat de WW teruggaat naar max. 2 jaar. Gezien de grote omvang hiervan voor Heerenveen zal dit zijn doorwerking hebben.
- 23 -
In onderstaand overzicht is een schatting opgenomen van het aantal participatiewetters per jaar. Jaar
2014
2015
2016
2017
2018
Aantal P-wetters* 1317
1447
1496
1523
1538
400
388
377
366
356
Totale doelgroep 1717
1835
1873
1889
1894
Aantal Wsw
* is vanaf 2015 incl. instroom gemiddeld 30 nieuwe participatie-wetters zijnde voormalig “te indiceren Wajong en Wsw
Daarnaast maakten ZZP-ers in 2011 voor meer dan 11% deel uit van de werkzame beroepsbevolking. Relatief meer dan het landelijke gemiddelde. ZZP-ers belanden na beëindiging van hun werkzaamheden relatief vaak rechtstreeks in de bijstand (Zorgatlas). Dit blijkt ook uit het aantal faillissementen. Zo was in 2012 het aantal faillissementen in de regio Friesland bij voorbeeld 74% hoger dan landelijk.
- 24 -
Bron: Friesland faillissementendossier.nl
Bron: CBS Statline 2012
- 25 -
Het geheel aan factoren maakt dat de Heerenveense arbeidmarktstructuur afwijkend is van het landelijk beeld. Het verdeelmodel houdt hier niet volledig rekening mee. 8. Braindrain door vertrek hoger opgeleiden Binnen onze gemeente is geen hoger onderwijs. Dit heeft tot gevolg dat jongeren die hoger onderwijs willen volgen vertrekken richting plaatsen waar dit aanbod er wel is, met name Groningen (universiteit en HBO) en Leeuwarden (HBO). Veel jongeren die de gemeente hebben verlaten komen niet terug naar hun oude gemeente en er is daarom sprake van een “brain drain”. Deze ontwikkeling is te zien in de omvang van de groepen 15 - 25 jarigen en 20-40 jarigen in de bevolking. Leeftijdsgroep Nederland
Friesland
ZuidoostFriesland
Heerenveen
15-25 jaar
12,21%
11,88%
11,04%
10,91%
20-40 jaar
24,56%
22,16%
20,78%
21,46%
Bron: CBS Statline 2013
Uit de GBA- cijfers blijkt dat van de vertrekkende inwoners in de leeftijd tussen 17 en 26 jaar, deze voor het belangrijkste deel vertrekken naar Groningen, en in mindere mate naar Leeuwarden. Het ligt voor de hand dat het hier vooral gaat om vertrek om hoger onderwijs te volgen. Eenmaal vertrokken blijven veel jongeren in Groningen (en in mindere mate in Leeuwarden) in verband met het grotere aanbod aan werk voor hoog opgeleiden daar en andere stedelijke voorzieningen.
- 26 -
Vertrekt uit Heerenveen:
Vestigt in Heerenveen uit:
aantal
%
aantal
%
Groningen
146
22,0%
67
12,5%
Leeuwarden
88
13,3%
38
7,1%
Overige studentensteden
92
13,9%
25
4,7%
Omliggende gemeenten
126
19,0%
149
27,9%
Elders
211
31,8%
255
47,7%
Totaal
663
100,0%
534
100%
Bron: GBA Heerenveen personen leeftijd 17- 24 jaar 2013
Het beeld dat hoger opgeleiden de gemeente verlaten, wordt bevestigd als wordt gekeken naar het percentage hoger opgeleiden (15-65 jarigen) onder de beroepsbevolking. Dit percentage ligt in de provincie Friesland meer dan 6% lager en in Heerenveen 5,7% lager dan in Nederland: Nederland % hoog 34,27% opgeleiden beroepsbevolking
Friesland 27,99%
Zuidoost Friesland 26,88%
Heerenveen 28,57%
Bron: CBS Statline 2012
Het objectieve verdeelmodel weegt alleen het aantal laag opgeleiden en houdt zodoende onvoldoende rekening met het feit dat het aantal hoger opgeleiden in Heerenveen veel lager is dan landelijk gemiddeld. De gemiddelde kans voor alle inwoners van de gemeente Heerenveen om in de bijstand te komen is daardoor groter maar de gemeente wordt onvoldoende gecompenseerd voor de hogere kosten van bijstand die hierdoor ontstaan.
- 27 -
9.
Krimp in de regio
De gemeente Heerenveen kent een omvangrijk verzorgingsgebied. Inwoners van de omliggende gemeenten zijn voor een belangrijk deel aangewezen op voorzieningen die in Heerenveen worden aangeboden. In de gemeente Heerenveen is het alleen de plaats Heerenveen zelf die nog groeit. In de dorpen en in de omliggende gemeenten is er nu al sprake van een krimpende en vergrijzende bevolking. In de komende jaren zal conform de nieuwste bevolkingsprognoses (PRIMOS en provincie Fryslân) de krimp en vergrijzing in het verzorgingsgebied van Heerenveen nadrukkelijker aanwezig zijn.
Regio’s Heerenveen Ooststellingwerf Opsterland Skarsterlân Smallingerland Weststellingwerf Totaal
2010 43.454 26.004 29.991 27.376 55.436 25.846 208.107
2012 43.323 25.836 29.896 27.419 55.454 25.595 207.523
2010 100 100 100 100 100 100 100
2012 99,7 99,35 99,68 100,16 100,03 99,03 99,72
Bron: CBS Statline
De krimpende en vergrijzende bevolking in het verzorgingsgebied van Heerenveen heeft tot gevolg dat de gemeente Heerenveen met hogere kosten van bijstand wordt geconfronteerd. Dit is het gevolg van afname van economische activiteit en het verdwijnen van consumenten uit de regio. Minder bestedingen in Heerenveen leidt tot minder werkgelegenheid en meer mensen die een beroep moeten doen op een uitkering. Het objectieve verdeelmodel houdt geen rekening met regionale krimp waardoor de gemeente Heerenveen een te laag budget ontvangt. 10. Relatief veel goedkope woningen Uit onderstaand tabel blijkt dat de gemeente Heerenveen relatief meer woningen met een WOZ-waarde van minder dan € 100.000 heeft (koop en huur samen). Dit heeft een aanzuigende werking richting lagere inkomens in de regio. Het objectieve verdeelmodel houdt daar geen rekening mee. Hierdoor valt het objectief berekende budget voor de gemeente Heerenveen te laag uit.
- 28 -
Nederland WOZ-waarde < € 100.000
5,48%
Zuidoost Friesland 5,37%
Heerenveen 5,79%
Bron: CBS Statline 2013
In het verdeelmodel is een maatstaf opgenomen, waarin het percentage huurwoningen als voorspellende factor wordt gebruikt. Het uitgangspunt daarbij is, dat mensen in een huurwoning vaker een lager inkomen hebben dan mensen in een koopwoning en dus een grotere kans hebben een beroep op bijstand te moeten doen. Er wordt daarbij echter geen rekening gehouden met het feit dat er gebieden zijn waar koopwoningen relatief goedkoop zijn en dus vaker bewoond zijn door mensen met een laag inkomen. Gemiddelde WOZwaarde
Verschil met landelijk
Nederland
€ 223.000
-
Friesland
€ 181.000
- 18,9%
Zuidoost Friesland
€ 196.000
- 12,1%
Heerenveen
€ 199.000
- 10,8%
Bron: CBS 2013
De gemiddelde woningwaarde in onze gemeente ligt meer dan 10% lager dan het landelijke gemiddeld. Als gevolg daarvan geeft de maatstaf huurwoningen in het verdeelmodel geen goede weergave van de daadwerkelijke kosten van bijstand in onze gemeente. Nederland
% sociale huurwoningen
30,8%
Friesland
28,8%
ZuidoostFriesland 29,6%
Heerenveen
31,5%
Bron: CBS 2012
Tenslotte geldt dat het percentage sociale huurwoningen in de gemeente Heerenveen hoger is dan in de omliggende gemeenten (zie bovenstaande tabel). Hierdoor ontstaat voor inwoners met een laag inkomen uit de omliggende gebieden een extra aanzuigende werking naar Heerenveen. De kans dat deze inwoners een beroep op een bijstandsuitkering doen is daardoor groter dan uit het verdeelmodel verwacht zou worden. - 29 -
11. Veel pendel Heerenveen is uitstekend bereikbaar: het staat op de het kruispunt van twee snelwegen, de A6/A7 van Amsterdam – Groningen en de A32 van Meppel naar Leeuwarden, en het heeft een NS Intercity station aan de spoorlijn Leeuwarden – Zwolle en een snelle bus verbinding (de zogenaamde Q-liner) naar Groningen (en Drachten). De A7 bij Heerenveen is de drukste snelweg in Noord-Nederland. Deze uitstekende bereikbaarheid is een belangrijke factor geweest in het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid en de rol van Heerenveen als economische motor voor de regio eromheen: in de afgelopen 15 à 20 jaar heeft Heerenveen de snelste werkgelegenheidsgroei gehad van alle gemeenten in Noord-Nederland. De omliggende gemeenten hebben in dat opzicht ook veel kunnen profiteren van de banen in Heerenveen, wat terug te vinden is in de hoge (inkomende) pendelcijfers (zie hieronder). Als keerzijde leidt dit tot verdringing op de arbeidsmarkt voor de inwoners van Heerenveen. De reisafstand tussen woon en werk is een indicator van de kansen om in de nabije omgeving van de woonplaats werk te vinden. Een grotere reisafstand impliceert dat men daar het relatief moeilijk heeft om aan werk te geraken en vergroot de kans dat iemand aanspraak moet maken op een uitkering. In het objectieve verdeelmodel wordt geen rekening gehouden met de relatief grote reisafstanden in meer perifere gebieden. Nederland
Friesland
ZuidoostFriesland
Heerenveen
Gemiddelde reisafstand in km
13,7
13,6
16,5
18,6
Verschil met landelijk
100%
99,2%
120,4%
135,7%
Bron: CBS december 2011
Uit deze cijfers blijkt dat de gemiddelde woon- werk reisafstand van de inwoners van de gemeente Heerenveen aanzienlijk hoger is dan landelijk maar ook dan in het COROP-gebied Zuidoost Friesland. Dit betekent dat de kansen op de arbeidsmarkt van inwoners van de gemeente Heerenveen relatief kleiner zijn terwijl het objectieve verdeelmodel hier geen rekening mee houdt, waardoor een te laag budget voor uitkeringen wordt berekend. De relatieve grote reisafstanden in het woon-werkverkeer in Friesland weerspiegelen zich in de pendelstromen.
- 30 -
In het geval van de gemeente Heerenveen en de COROP-regio Zuidoost Friesland betekent dit, dat veel mensen die in de regio wonen er niet werken, maar ook dat relatief veel banen in de gemeente / regio worden ingevuld door mensen die niet in de gemeente / regio woonachtig zijn. Inkomende pendel De gemeente Heerenveen heeft te maken met een sterke inkomende pendel. Van de banen in de gemeente Heerenveen is slechts 39% in handen van een inwoner uit deze gemeente. Het aandeel inkomende pendel (61%) is hoger dan de andere belangrijkste economische centra in Friesland, namelijk Leeuwarden (57%) en Smallingerland (/Drachten) (53%). Heerenveen
Leeuwarden
Smallingerland
aantal
%
aantal
%
aantal
%
Totaal aantal banen
20258
100%
54358
100
22275
100
Woonachtig in gemeente
7855
39%
23418
43%
10391
47%
Inkomende pendel uit:
12403
61%
30940
57%
11884
53%
Elders in COROP gebied ZO Frl.
3298
16%
Rest Friesland
6420
32%
Buiten Friesland
2685
13%
Bron: Atlas van de Friese Pendel 2012, provincie Fryslân feb. 2014
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, is het grote merendeel van de banen in de gemeente Heerenveen in handen van iemand die niet in de gemeente woont. Ruim 45% van de banen in de gemeente wordt zelfs vervuld door mensen van buiten het COROP-gebied.
- 31 -
Uitgaande pendel Zoals uit onderstaande tabel blijkt, is ook de uitgaande pendel hoog en is bijvoorbeeld relatief hoger dan andere belangrijkste economische centra in Friesland, Leeuwarden en Smallingerland (/Drachten). Heerenveen aantal
%
Totaal aantal werkende (in Frl.)
12842
Werken in eigen gemeente
7855
Werken elders in Frl:
4987
Leeuwarden aantal
Smallingerland
%
aantal
%
100% 30144
100%
16138
100%
61%
23418
78%
10391
64%
6726
22%
5747
36%
39%
COROPgebied ZO Frl.
1650
13%
Rest van Frl
3337
26%
Bron: Atlas van de Friese Pendel 2012, provincie Fryslân, feb 2014
Uit bovenstaande tabel blijkt dat 61% van de mensen in de gemeente Heerenveen die in Friesland een baan heeft ook in deze gemeente werkt. Dit is veel lager dan in Leeuwarden en Smallingerland waar respectievelijk 78% en 64% in de eigen gemeente werkt. Inwoners van Heerenveen zijn dus voor een groter deel afhankelijk van werkgelegenheid in omliggende gebieden, waar over het algemeen de economische omstandigheden slechter zijn (minder of geen werkgelegenheidsgroei). Er blijkt in de gemeente Heerenveen sprake te zijn van relatief grote stromen van zowel inkomende als uitgaande pendel. De gemeente Heerenveen wijkt in dit opzicht duidelijk af van de maatstaven op COROP-niveau die een veel te rooskleurig beeld geven van de arbeidsmarktsituatie voor inwoners van de gemeente Heerenveen. Dit heeft onder andere te maken met de uitstekende bereikbaarheid van Heerenveen (zie hierboven) en de rol van Heerenveen als economische motor voor de regio en de provincie. De hoge inkomende pendel leidt tot verdringing op de arbeidsmarkt voor eigen inwoners en de hoge uitgaande pendel betekent dat eigen inwoners vaak werk elders moeten zoeken waar uit werkgelegenheidscijfers blijkt dat de economie minder goed draait.
- 32 -
Door deze factoren is het aantal mensen met een WWB uitkering in de gemeente Heerenveen hoger dan uit de maatstaven op COROP-niveau verwacht zou worden en ontvangt de gemeente hierdoor een te laag budget voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen. 12. Banenontwikkeling sluit niet aan op aanbod Dat het meten van arbeidsmarktfactoren op COROP-niveau geen goede maatstaf is blijkt uit de ontwikkeling van het aantal banen en de werkloosheid in de gemeente Heerenveen en de regio. Het model gaat ervan uit dat de ontwikkeling van het aantal banen op COROP-niveau van directe invloed is op de werkgelegenheid in het betreffende gebied en dus de kansen voor inwoners op het verkrijgen van een baan. In het COROP-gebied Zuidoost Friesland gaat deze redenering echter niet op. In de periode (2009-2012) is het aantal banen sterker gegroeid dan gemiddeld in Nederland en de provincie Friesland maar nam de werkloosheid in het COROP-gebied ook sterker toe dan in de rest van de provincie en Nederland – zie onderstaande tabellen. 2009-2010
2010-2011
2011-2012
gemiddeld
Nederland
+1,0%
+0,2%
-1,0%
+0,1%
Friesland
+3,0%
-0,7%
-0,1%
+0,7%
Zuidoost Friesland
+3,3%
-0,9%
+2,6%
+1,7%
Banengroei
Bron: CBS Statline
Groei werkloosheid
2009-2010
2010-2011
2011-2012
gemiddeld
Nederland
+13,0%
-0,2%
+21,0%
+11,5%
Friesland
+12,5%
-11,1%
+31,3%
+ 10,4%
Zuidoost Friesland
+50,0%
-
-
+17,5%
Bron: CBS Statline Ontwikkeling werkloosheid 2009-2012
Hieruit blijkt dat de banenontwikkeling in de regio niet aansluit op het aanbod van werkzoekenden. De gemeente Heerenveen wordt hierdoor geconfronteerd met hogere kosten van bijstand, terwijl het budget juist lager uitvalt door de sterke ontwikkeling van de werkgelegenheid. - 33 -
Uit de tabel blijkt dat in de jaren 2010-2013 het vooral de sectoren met relatief veel banen voor laagopgeleiden zijn die zwaar zijn getroffen door de economische crisis en banenverlies door structurele veranderingen in de economie. In Heerenveen zijn tussen 2010 en 2013 2,9% van alle banen verloren gegaan in de vier „industriële sectoren‟*. Dit was veel meer dan in het COROP-gebied, de provincie Friesland of in Nederland. De werkgelegenheidsgroei daarentegen vond vooral plaats in sectoren waar werknemers steeds hogere kwalificatie-eisen c.q. hogere opleiding vragen**. Het verlies van banen in de krimpsectoren in Heerenveen wordt in absolute aantallen grotendeels opgevangen door de groeiende werkgelegenheid in andere sectoren. Maar voor banen in de groeisectoren worden andere competenties en hogere kwalificaties gevraagd dan in de krimpsectoren. De banen in de groeisectoren zijn vaak niet geschikt voor mensen uit de bijstandsgroep. Dit zijn algemene trends in de Nederlandse en regionale economie maar uit onderstaand tabel blijkt dat Heerenveen veel harder is getroffen dan andere gebieden. Het verdeelmodel houdt onvoldoende rekening hiermee met als gevolg dat de gemeente Heerenveen een te laag budget ontvangt voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen. Omdat het hier om structurele veranderingen gaat, is dit tekort daarom ook structureel van aard. Werkgelegenheidsgroei naar sector 2010-2013 Heerenveen ZuidoostFriesland
Friesland
Nederland
aantal
% alle banen 2010
aantal
% alle banen 2010
aantal
% alle banen 2010
aantal
% alle banen 2010
Industriële sectoren*
- 585
- 2,9%
- 1605
- 2,1%
- 4985
-2,2%
-90.400
0,11%
Zakelijke dienstverlening**
+ 305
+ 1,5%
- 145
- 0,2%
- 290
-0,1%
- 14.500 0,02%
Bron: Lisa februari 2013
* sectoren: Industrie + Nutsbedrijven + Bouwnijverheid + Handel en Reparatie ** sectoren: Financiële instellingen + Zakelijke dienstverlening
- 34 -
Zoals blijkt uit onderstaande tabel is de werkgelegenheid in Heerenveen de laatste 10 jaar flink gegroeid. Maar die groei heeft plaatsgevonden in de periode tot en met 2008. Na 2009 is het totaal aantal banen gelijk gebleven en zijn de kansen voor de inwoners om werk te vinden minder geworden. De mogelijkheden voor inwoners van Heerenveen elders in het COROP-gebied, waar werkgelegenheid in de periode 2009 t/m 2013 met 4,4% is gedaald, waren nog minder. % totale werkgelegenheidsgroei 2004 t/m 2008
2009 t/m 2013
Nederland
6,8%
-1,8%
Friesland
6,2%
-3,9%
Zuidoost Friesland
9,8%
-4,4%
13,4%
0,2%
Heerenveen Bron: Lisa provincie Fryslan 2013
De werkgelegenheidsgroei in Heerenveen heeft vooral plaatsgevonden in de sectoren waar er relatief veel werk is voor hoogopgeleiden en er is een daling geweest in de industriële sectoren met een relatief hoog percentage banen voor laagopgeleiden. Daarnaast is in dat hoofdstuk aangetoond dat veel banen in Heerenveen in handen zijn van mensen die buiten de gemeente wonen en reizen relatief veel mensen uit Heerenveen naar buiten hun eigen gemeente naar hun werk. Als gevolg van deze factoren missen vooral lager opgeleiden in Heerenveen hun aansluiting op de arbeidsmarkt en moet een deel daarvan aanspraak maken op een uitkering van de gemeente Heerenveen.
- 35 -
Tenslotte zijn er in Heerenveen veel banen in de sector Zorg &Welzijn. Deze sector is- naast de bouw - in vergelijking met andere sectoren hard getroffen door de crisis. 13. Regiofunctie en sterke stedelijkheid Het regionaal klantenpotentieel en stedelijk gebied zitten als maatstaven in het verdeelmodel. Stedelijkheid heeft te maken met de dichtheid van de omgevingsadressen (=centrumfunctie). Regionaal klantenpotentieel draait om het aantal inwoners dat aangetrokken wordt uit een straal van 60 kilometer. De discrepantie tussen inwoners van het stedelijk gebied en het klantenpotentieel werkt -samen met de grote verschillen in stedelijkheid binnen een gemeente- in onze ogen verhogend voor de bijstandsuitgaven. Uit onderstaande tabel blijkt het verschil in stedelijkheidsklasse zeer sterk en sterk. De uitkeringsdichtheid van Heerenveen is met 8,3% hierdoor ook veel groter in vergelijking met het landelijk gemiddelde van 7,13% (bijstand t.o.v. huishoudens met personen 15-65 jaar in 2012).
- 36 -
Onderwerpen Stedelijkheidsklasse Stedelijkheidsklasse Stedelijkheidsklasse Stedelijkheidsklasse Stedelijkheidsklasse Onderwerpen Zeer sterk stedelijk
Sterk stedelijk
Matig stedelijk
Weinig stedelijk
Regio's
Perioden aantal
aantal
Nederland
2012
3426810
20,48
4011540
23,98
3023270
18,07
3116110
18,63
3152620
18,84
Friesland (PV)
2012
31720
4,9
77330
11,95
87780
13,56
143970
22,24
306410
47,34
Zuidoost-Friesland (CR)
2012
1370
0,66
27630
13,28
39250
18,86
44140
21,21
95680
45,98
Heerenveen
2012
1370
3,15
11310
25,99
6370
14,64
8040
18,48
16420
37,74
aantal
Niet stedelijk
aantal
aantal
Bevolkingssamenstelling naar stedelijkheidsklasse bron:statline
14. Hoog % mensen in een WW-uitkering
In de periode 2002 - 2012 zijn er bijna 3.350 banen bijgekomen. Wij zijn met deze 20% banengroei de hoogste in Fryslan MAAR Heerenveen is momenteel ook een van de Nederlandse gemeenten met de meeste WWuitkeringen (per 1000 personen van de beroepsbevolking hebben 52 mensen een WW-uitkering). Landelijk is dit 37. Heerenveen Smallingerland Opsterland Weststellingwerf Ooststellingwerf
4,2% 4,2% 3,6% 4,0% 3,8%
Bron: Atlas UWV 2012 WW percentages eind 2012
Eind 2012 zijn er 1160 lopende WW-uitkeringen. Inmiddels heeft Heerenveen eind 2013 in totaal 1.400 huishoudens in de WW. Van de beëindigde uitkeringen in 2012 (1508) is in 31% van de gevallen sprake van het verstreken van de maximale WW- duur. Dit % ligt hoger dan bijvoorbeeld de COROP-gemeente Smallingerland (29%).
- 37 -
15. Meer allochtonen Het APE onderzoeksbureau heeft bij eerdere MAU aanvragen bevestigd dat meer Marokkanen van invloed is op de kosten van de bijstand.
16. Meer echtscheidingen Het APE onderzoeksbureau heeft bij eerdere MAU vragen bevestigd dat dit invloed heeft op de kosten van de bijstand. Hoe meer echtscheidingen, hoe meer kans op bijstandsuitgaven. In de bevolkingscategorie 20 - 65 jaar is 10% gescheiden terwijl dit in de COROP 9% is en landelijk 9,2%.
- 38 -
17. Achterstandswijken Uit eerder APE onderzoek blijkt dat gemeenten verschillen in de mate waarin zij te maken hebben maatschappelijke achterstandproblemen. Dit is van invloed op de hoogte van de bijstanduitgaven. Gemeenten met veel inwoners in achterstandswijken hebben hogere kosten voor de bijstand waarvoor het model niet volledig compenseert. Bij de inventarisatie voor de probleemwijken staan een aantal van onze wijken redelijk hoog in de rankinglijst “Kinderen in TEL 2012 ” met 1400 postcodes. Rankingnummer
Postcodegebied
Omschrijving
276
8451
OUDESCHOOT
309
8442
HEERENVEEN
889
8446
HEERENVEEN RIJKSSTRAATWEG
1111
8447
HEERENVEEN NOORDWEST
1317
8443
HEERENVEEN RIJKSSTRAATWEG
1370
8411
JUBBEGA-SCHUREGA - 39 -
In de recent gepubliceerde “Kinderen in Tel 2014” behoort onze gemeente in de top 5 van armste wijken voor het opgroeien van kinderen. Hierbij is de wijk Oudeschoot gestegen naar plek 122. Dit beeld wordt bevestigd door de stijging van het aantal aanvragen Stichting Leergeld en de Voedselbank. Stichting Leergeld heeft afgelopen jaar 412 aanvragen behandeld terwijl dit in 2012 nog 260 waren. 18. Aantal voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) Eerder is al vastgesteld dat er in onze gemeente een mismatch is tussen soorten beroepsopleidingen en de beschikbare banen. Ook op gebied van voortijdig schoolverlaters is er een ontwikkeling gaande. In het schooljaar 2012-2013 stonden in de regio de Friese Wouden waartoe onze gemeente behoort in totaal 1656 vsv‟ers (bij de RMC functie geregistreerd. Dit is één minder dan vorig jaar. Van de 1657 vsv‟er zijn 702 jongeren het afgelopen schooljaar als nieuwe vsv‟er geregistreerd. 954 jongeren staan als zogenaamde oude vsv‟er geregistreerd, wat betekent dat ze in de schooljaren voorafgaand aan 20112012 zonder startkwalificatie de school hebben verlaten en nog niet zijn uitgestroomd naar een opleiding. Er maken relatief steeds meer oude vsv‟ers deel uit van het totaal aan vsv‟ers (58% t.o.v. 47% het jaar daarvoor) In Heerenveen ging het om 291 vsv‟ers, waarvan het merendeel (287) terecht is gekomen bij de RMC trajectbegeleiders en 4 bij de (MBO) leerlichtambtenaren. Dit is een stijging van 14 jongeren t.o.v. het aantal vsv‟ers in het vorige schooljaar (273). Van de 291 vsv‟ers zijn er 72 weer herplaatst. Het aantal Vsv is gestegen in onze gemeente terwijl dit landelijk daalt.
- 40 -
Conclusie: 18 Heerenveense verdeelstoornissen Bij de introductie van het objectief verdeelmodel zijn de volgende twee randvoorwaarden gesteld: - het model is opgebouwd uit een beperkt aantal kenmerken; - het is een lineair model gebaseerd op de gemiddelde uitgaven van alle gemeenten. Dit kan ertoe leiden dat gemeenten met afwijkende scores op de verdeelkenmerken te veel of te weinig objectief budget krijgen. Wij zijn van mening dat door de eis van lineairiteit ten opzichte van de–afwijkende- kenmerken de specifieke omstandigheden in Heerenveen niet juist in het verdeelmodel tot uitdrukking komen, waardoor onze gemeente onvoldoende rijksmiddelen voor de bekostiging van de bijstand ontvangt. Het model moet de middelen verdelen over alle middelgrote en grote gemeenten. Dat vereist een systematiek die er voor zorgt dat het budget goed terecht komt bij het overgrote deel van de gemeenten. Kiezen voor een beperkt aantal variabelen betekent per definitie dat niet alle relevante objectieve kenmerken worden meegenomen. Dat gegeven wordt ook door het Ministerie erkend in een rapport over het APE/SEO-model. “Dat er ook niet-beoogde herverdeeleffecten optreden, is bij een objectief verdeelmodel in beginsel onontkoombaar. De grote variëteit aan specifieke gemeentelijke omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de bijstandsuitgaven kan nooit volledig worden gevangen in een beperkt aantal objectieve factoren (variabelen), hoe zorgvuldig deze ook zijn geselecteerd. Naarmate hogere eisen worden gesteld aan de eenvoud en transparantie van een objectief verdeelmodel, zal dit minder variabelen bevatten en zullen de uitkomsten grotere herverdeeleffecten vertonen.”3 Onze gemeente vindt dat de keuze voor een beperkt aantal kenmerken in het model in haar nadeel werkt. Dat komt omdat de gemeente qua omvang zich onderscheid op de 16 aangegeven verdeelstoornissen . Onze gemeente wordt hierdoor onvoldoende door het verdeelmodel gecompenseerd omdat de factoren die wél in het model zijn opgenomen tekortschieten in het weergeven van de specifieke kenmerken van onze gemeente. De oorzaak van het tekort is naar onze mening gelegen in een aantal factoren op het gebied van: - Arbeidsmarkt - Demografie - Fysieke- en sociale leefomgeving - Gezondheid - Economie - Onderwijs
3
Ministerie van Sociale Zaken, maart 2001 - 41 -
De verdeelstoornissen voor de gemeente Heerenveen zijn: • • • •
Arbeidsmarkt
• Hoog risico op ongezonde bevolking • Meer demografische druk
Gezondheid Fysieke en sociale Leefomgeving
Demografie
Economie
Onderwijs
Afwijkende arbeidsmarktinfrastructuur Hoog % doorval WW naar WWB Hoog % mensen in een WW-uitkering Stijging geregistreerde nww-ers
• Relatief veel goedkope woningen • Achterstandswijken: kinderen in arme wijken
• Meer allochtonen • Meer echtscheidingen
• • • •
Veel pendel Krimp in de regio Sterke mate van stedelijkheid Banenontwikkeling sluit niet aan op aanbod
• • • •
Braindrain Hoger % laag opgeleiden Aantal voortijdig schoolverlaters Hoger % MBO-scholieren
- 42 -
Hoofdstuk 2: Analyse van het gevoerde beleid in de refertejaren 2011-2013 Inleiding In dit hoofdstuk tonen wij aan dat het door ons gevoerde beleid, gelet op alle omstandigheden, aansluit op de specifieke situatie in uw gemeente. De analyse bevat een toelichting op het gevoerde beleid en daarmee samenhangend de wijze waarop de budgetten voor het Participatiebudget in de jaren 2011, 2012 en 2013 zijn besteed. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan: * Effecten van beleid en uitvoering ter beperking van de instroom (poortwachter, samenwerking in de keten en gebruik van voorliggende voorzieningen). * Effecten van beleid en uitvoering ter bevordering van de uitstroom (re-integratieverordening, samenwerking in de keten, ontheffingsbeleid als bedoeld in artikel 9, tweede lid, WWB, besteding participatiebudget). * Het beleid dat is neergelegd in de afstemmingsverordening, artikel 8, eerste lid, onderdeel b, WWB en de kleine regelingen. * Beleid neergelegd in de toeslagenverordening, artikel 8, eerste lid, onderdeel c, WWB. * Gemeentebreed ontwikkeld beleid (op o.a. de terreinen van huisvesting, economie en onderwijs), gericht op het zoveel mogelijk voorkomen van instroom en het bevorderen van re-integratie en participatie van uitkeringsgerechtigden en de effecten van dit beleid.
§ 2.1 Instroom- en Uitstroombeleid Beleidscyclus: De grondslagen voor beleid & uitvoering staan voor de referte periode 2011- 2013 in het reintegratiebeleid 2008- 2012, het beleidsplan herijking reintegratiebeleid “Werk is vermogen 2013-2014” en het beleidsplan “Minima in beweging 2013-2014”.
- 43 -
De volgende zes uitgangspunten staan in ons plan “Werk, Participatie en Reintegratie” 2008- 2012: 1. Een uitkering is in principe een tijdelijke situatie en wordt gezien als een financiële overbrugging naar betaald werk. 2. Klanten worden benaderd en beoordeeld op basis van hun mogelijkheden, niet op grond van hun belemmeringen 3. Daar waar sprake is van (tijdelijke) belemmeringen biedt de gemeente hulp en ondersteuning om deze belemmeringen zo goed en zo snel mogelijk weg te nemen of te verminderen 4. Als een belemmering niet of niet voldoende kan worden weggenomen en de afstand tot de reguliere arbeidsmarkt groot is en blijft, worden afspraken gemaakt over andere mogelijke vormen van participatie 5. Een centrale werkgevers- en werknemersbenadering binnen de gemeente en binnen de keten is leidend om een vraaggerichte aanpak te realiseren 6. Het aantal gesubsidieerde werkplekken in 'de beschutte sfeer' zal, waar mogelijk in samenhang met de bestaande Wsw-bedrijven, worden uitgebreid. De vastgestelde beleidsdoelen in de herijking van het reintegratiebeleid 20132014 zijn: 1. Niet meer inzetten op nieuwe langdurige (verlonings)trajecten en afbouw huidig gesubsidieerde arbeid. 2. Educatie in te zetten op “niet-inburgeringsplichtige” laagopgeleiden. 3. “Gekanteld te werken” aan de poort. 4. Werk naar 1 werkgeversdienstverlening toe. 5. Social return toe te passen 6. Invulling geven aan de tegenprestatie. 7. Investeer structureel in werkloze jongeren Dit plan beslaat de periode 1 januari 2013- 1 juli 2014. Dit in afwachting van de uitwerking van de plannen van de nieuwe Participatiewet alsmede de gevolgen van de herindeling. Dit geeft tijd en ruimte om de benodigde koerswijziging in gang te zetten zodat snel ingespeeld kan worden op nieuwe wetgeving. Deze beleidsdoelen zijn uitgewerkt in voorstellen, beoogde resultaat en indicatoren. Begin derde kwartaal van dit jaar vindt de evaluatie plaats van deze herijking. Deze evaluatie wordt vervolgens weer gebruikt als input voor de Kadernota Werk & Inkomen 2014-2018.
- 44 -
§ 2.1.1 Instroombeperking Preventie is onderdeel van de Poort binnen het team Werk van de uitvoeringsafdeling WIMO (Werk, Inkomen en Maatschappelijke Ondersteuning) .
Afdeling WIMO Afdelingshoofd Team Kwaliteit/Bezwaar en Beroep Teamleider Team administratie (incl. loket en UA)
Teamleider Team Zorg (incl SHV)
Team Ontwikkeling
Team Werk (incl. poort en handhaving)
Poortwachtersfunctie In januari 2010 is er een intentieovereenkomst ondertekend met de naastgelegen gemeente Skarsterlân en het UWV om - geheel in lijn met het toenmalige rijksbeleid - te komen tot de vorming van een Werkplein. Het Werkplein is in juni 2011 gerealiseerd en had als hoofddoel om aan de kop van het proces en voor de kansrijke(re) werkzoekenden in gezamenlijkheid dienstverlening in te zetten, welke voor de gemeente een instroombeperkende werking tot gevolg zou hebben. De vorming van het Werkplein paste tevens binnen het uitgangspunt in het beleidsplan om te komen tot een centrale werkgevers- en werknemersbenadering binnen de keten. Ondanks de gerichte en gezamenlijke inzet heeft de bijzondere situatie op de arbeidsmarkt er voor gezorgd dat de gestelde ambities niet geheel zijn gehaald. Met name de snel elkaar opvolgende landelijke ontwikkelingen binnen het UWV Werkbedrijf hebben geleid tot de afbouw en beëindiging van de samenwerking als Werkplein in juli 2012 en is er overgegaan tot een complementaire samenwerking. Inmiddels wordt deze samenwerking als arbeidsmarktregio Fryslân regelmatig genoemd als goed voorbeeld in den lande.
- 45 -
Hierna is de keuze gemaakt om de poortwachtersfunctie onderdeel te maken van het team Werk. Binnen het team Werk ligt de focus op werk maar wordt tevens streng gekeken naar rechtmatigheid. Het team bestond bij aanvang uit klantmanagers, inkomensconsulenten, een jobhunter en een handhaver/ preventiemedewerker. Bij vermoedens van onrechtmatigheid is de preventiemedewerker verantwoordelijk voor alle taken in het vooronderzoek. Hierbij gaat het om: Dossieronderzoek verrichten. Internet onderzoek/digitaal rechercheren. Het verrichten van waarnemingen. Huisbezoeken afleggen. Informatie opvragen bij Politie, de Belastingdienst, RDW, kadaster en energieen waterleveranciers. Inlichtingen vorderen (zakelijke bescheiden) aanvullend op het vooronderzoek. Overleg met klantmanagers en aanvullend onderzoek verrichten. Bij aanvang was er sprake van slechts 1 preventiemedewerker (1 fte) die zich richt op preventie en handhaving op het gebied van rechtmatigheid van alle bijstandsgerechtigden binnen de gemeente Heerenveen. Inmiddels is de capaciteit op het terrein van preventie en handhaving uitgebreid naar drie medewerkers en verwachten we hierdoor - gezien het huidige aantal aanvragen - minimaal 2 uitkeringen per maand te kunnen voorkomen.
Aantal aanvragen Aantal intrekkingen (indien van toepassing) Aantal afwijzingen Aantal toekenningen (instroom) = aanvragen –intrekkingen afwijzingen
2011 661
2012 576
2013 634
17
20
138
51
57 64
506
505
513
Tabel gemeente Heerenveen : aanvragen, intrekkingen, toekenningen en afwijzingen*
Uit de tabel valt duidelijk op te maken dat de wijzigingen aan de poort hebben geleid tot minder aanvragen in 2012, maar dat het aantal door de voortdurende economische crisis in 2013 toch weer is toegenomen. De strengere selectie aan de poort zorgt er wel voor dat de aanvragen die ingediend worden meer kans hebben om toegekend te worden. Het aantal afgewezen aanvragen neemt daardoor ten opzichte van 2011 af. De totale instroom is daardoor in 2012 en 2013 bijna net zo groot als in 2011. Gelet op de verdere verslechtering van de arbeidsmarkt, blijkend uit de forse toename van het aantal niet-werkende werkzoekenden, betekent dit - 46 -
dat het instroombeperkende beleid van de gemeente Heerenveen in 2012 en 2013 effectief was. Hierdoor is een verdere groei van het bestand voorkomen. De doelgroep jongeren wordt sinds 2012 na hun inschrijving als werkzoekende en melding voor een uitkering direct doorverwezen naar het Jongerenpunt voor de informatievoorziening en te maken afspraken over de (invulling van de) zoektijd. Hierin wordt kritisch beoordeeld of de jongere waar mogelijk in staat is om (opnieuw) onderwijs te gaan volgen.
Totaal Voor aanvraag WWB Toekenning WWB Preventiequote
2012 299 185 123 34%
2013 308 252 151 40%
Bron: gemeente Heerenveen meldingen jongerenpunt
Er is eind 2013 een werkgroep geformeerd die bezig is met het uitwerken van varianten voor een nieuw werkproces voor de inrichting van de Poort die met oog op de 3 decentralisaties wendbaar, flexibel maar streng wordt ingericht.
§ 2.1.2 Inkomenswaarborg Minimabeleid De gemeente is zich bewust van de relatie tussen ruimhartige voorzieningen en uitstroom uit de uitkering. We willen niet dat het minimabeleid een belemmerende rol vervult voor de uitstroom uit de bijstand. Werk is de beste vorm van armoedebestrijding. Op deze manier kan het geld in worden gezet voor de mensen die het echt nodig hebben. Heerenveen kende van oudsher een ruimhartig minimabeleid. Met de herijking en de vaststelling van de V&P nota 2013 zijn deze generieke regelingen vervangen door maatwerk.
- 47 -
In onderstaande tabel staan de huidige minimaregelingen op een rij: Inkomensgrens in % bijstandsnorm
Regeling
Doelstelling
Bijzondere bijstand
Inwoners financiële ondersteuning bieden wanneer zij noodzakelijke kosten in bijzondere omstandigheden niet kunnen betalen uit uitkering, inkomen en/of vermogen.
Voor iedereen toegankelijk, draagkrachtprincipe
Langdurigheidstoeslag
Een tegemoetkoming voor degenen die langer dan driejaar een inkomen op 105% bijstandsniveau hebben.
105% geldende bijstandnorm
Stichting Leergeld
Maatschappelijke participatie in natura bevorderen
sociaal minimum
Toeslagen- en verlagingenbeleid De toeslag voor de alleenstaande en alleenstaande ouder kan lager worden vastgesteld, als de noodzakelijke kosten van het bestaan geheel of gedeeltelijk met een ander kunnen worden gedeeld. Ook voor gehuwden geldt dat als zij de noodzakelijke kosten van bestaan volledig of gedeeltelijk met een ander delen de gehuwdennorm wordt verlaagd. De gemeente maakt gebruik van deze beleidsruimte namelijk in de volgende situaties: - bij het kunnen delen van de kosten met een ander in geval van een alleenstaande, een alleenstaande ouder en gezinnen; - bij lagere bestaanskosten vanwege de woonsituatie; - bij 21- en 22-jarigen.
2011
2012
2013
Norm
7.121.438 9.236.268 10.364.049
Toeslag
1.893.238 2.374.952
Verlaging
18.651
69.973
81.027
Maatregel
10.393
11.218
11.419
- 48 -
2.604.322
§ 2.1.3 Uitstroombevordering en inzet re-integratiemiddelen Zoals wij ook in de afgelopen periode in onze IAU- aanvragen hebben toegelicht zijn er in de referteperiode verschillende instrumenten en activiteiten ingezet om de stijging van het aantal uitkeringen tegen te gaan.
Totale uitstroom
2011
2012
2013
427
391
362
In de periode 2011-2013 zijn 1180 dossiers beëindigd. Hieronder is in 80% van de gevallen de belangrijkste redenen van uitstroom in een grafiek gezet.
Beeindigde uitkeringen 2011- 2013 Werk Studie Verhuizing Additonele arbeid Zelfstandig beroep Geen inlichtingen 65 jaar Relatie
Bron: gemeente Heerenveen
Onze uitstroompercentages naar werk liggen sinds 2007 elk jaar hoger dan gemiddeld in Nederland.
- 49 -
De volgende projecten, trajecten en initiatieven zijn ingezet om een positieve invloed op het aantal bijstandsuitkeringen te verkrijgen: De Wurkstiper
In maart 2010 zijn wij gestart met het zelf plaatsen en begeleiden van personen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt via het project Wurkstiper. Middels acquisitie van leerwerkplekken en het opzetten van enkele grotere projecten werden personen met behoud van uitkering op een werkplek geplaatst en werd er aan de hand van de methode voor een Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) gericht gewerkt aan de ontwikkeling van de persoon. Voorheen vond dit via Europees aanbestede trajecten bij private marktpartijen plaats, waarbij wij van mening waren dit ook prima zelf te kunnen. Het project heeft bewezen dat wij goed in staat zijn met onze eigen mensen leerwerkplekbegeleiding uit te voeren. Daarnaast is het laagdrempelig en relatief goedkoop. Inmiddels is het project geborgd binnen de eigen organisatie. De Wurkstiper wordt zo breed mogelijk ingezet bijvoorbeeld ook richting sport en onderwijs. Binnen het project Wurkstiper hebben in de periode 2010 – 2012 ruim 100 personen zich via dit project ontwikkeld. Het project is afgerond en sinds 2012 als werkwijze ingebed in de organisatie.
- 50 -
Het Actieteam Jeugdwerkloosheid Onder leiding van een projectleider van de gemeente Heerenveen is in 2010 het Actieteam Jeugdwerkloosheid voor de regio Heerenveen opgezet en is per medio maart 2011 daadwerkelijk gestart. De werkwijze van het actieteam is effectief gebleken en zorgde voor een uitstroom naar werk van jongeren die zich hadden gemeld voor een bijstandsuitkering en jongeren die een verzoek voor WW hadden ingediend. In totaal zijn 745 jongeren ingestroomd waarvan 444 uitstroomden naar werk en 58 naar een opleiding. In totaal 253 jongeren zijn overgedragen naar de gemeente in verband met zorg. Het actieteam was ESF gefinancierd en dit liep tot 1 september 2012. De methodiek om mensen te benaderen en via focusvacatures en workshops in beweging te krijgen vindt voortgang in het ESF project arbeidsbelemmerden die eind 2013 is afgesloten. Het Actieteam Jeugdwerkloosheid werkte met een team dat gebruik maakte van een intensieve en zeer activerende aanpak. Met de aangemelde jongeren werd eerst acht weken een traject doorlopen waarbij directe bemiddeling richting regulier werk centraal staat. Het Project Fryslan werkt!: De Groene Banenfabriek Fryslân Werkt! was een platform waarin arbeidsmarkt, onderwijs en economie bijeenkwamen. Er is geïnvesteerd in een nieuwe houding bij zowel de werkzoekenden, de arbeidsmarkt, professionals en gemeente. In het kader van dit project heeft onze gemeente samen met de gemeenten Ooststellingwerf en Weststellingwerf onder andere de Groene Banen Fabriek opgestart. Hier zijn in totaal 16 mensen geplaatst. Aangemeld
totaal
Resultaat
Verklaring arbeids-
Scholing
Leerwerkplek
belemmering
Regulier Regulier werk werk 0211-2013 2014
Heerenveen
96
86
4
52 (9)
26
28
Oost
78
58
4
26 (9)
12
15
West
130
85
1
39 (4)
10
33
Totaal
304
229
9
117 (22)
48
67
Bron: Actieteam Fryslan Werkt
- 51 -
Sportproject De Beugel In dit project worden kwetsbare jongeren uit de gemeente Heerenveen via sport&beweging gestimuleerd om weer een dagritme te ontwikkelen en te werken aan werk & persoonlijke ontplooiing. Het is een intensief project onder begeleiding van een sportinstructeur van Sportstad en een ambulant medewerker van verslavingszorg. Gemiddeld nemen per periode 12 jongeren deel waarvan 75% uitstroomt naar werk of school. Project het Ambacht In dit werken en leren project worden jongeren versneld in de praktijk opgeleid tot kok op startkwalificatieniveau. Zowel de theorie als praktijk vindt plaats in het ambachtelijke restaurant het Ambacht in Heerenveen. In een samenwerking tussen het ROC, de ondernemer en de gemeente zijn hier per schooljaar 10 tot 12 jongeren op deze wijze bezig om hun vakdiploma te halen. Het Grienteam In samenwerking met de gemeentelijke afdeling Wijkbeheer, Staatsbosbeheer en het SW-bedrijf is er een werkproject opgestart waarbij het onderhoud van de openbare ruimte onder aansturing van een professional wordt verricht door SW-ers en uitkeringsgerechtigden. Ter ontwikkeling van de kandidaten is er een jobcoach beschikbaar en wordt er naast het opdoen van werkervaring ingezet op scholing en is ook de inzet van jobhunting mogelijk. Inzet Jobhunting In 2010 zijn wij gestart met een werkgeverscoördinator en deze functie is in 2011 overgegaan naar de functie van jobhunter. Was de jobhunter in 2011 nog volledig onderdeel van het Actieteam Jeugdwerkloosheid, in mei 2012 wordt deze functie fulltime en voor alle kansrijke werkzoekenden binnen de doelgroep van Wwb ingezet.
Aantal plaatsingen
2012 51
2013 67
Focus op klantgroep In oktober 2012 is er gestart met het bedienen van drie klantgroepen (Werk, Ontwikkeling en Zorg) in drie teams. Belangrijkste reden voor deze aanpassing in de dienstverlening was om focus op klantgroepen te krijgen en om dienstverlening af te stemmen op de specifieke klantgroep. Hierin is zowel formatief als financieel zwaarder ingezet op de klantgroep Werk en Ontwikkeling. - 52 -
De 3 O‟s (Overheid, Ondernemers en Onderwijs) Alle werkzoekenden hebben onze aandacht. Jongeren hebben daarbij hoge urgentie. We gaan ervoor dat zoveel mogelijk jongeren met een startkwalificatie van school gaan. Voorkomen is beter. We streven naar afstemming tussen ondernemers, overheid, onderwijs en zorg om door gezamenlijke inzet van netwerken en middelen (kwetsbare) jongeren op de arbeidsmarkt te plaatsen. We stimuleren initiatieven uit het onderwijs en ondernemerskringen. Onze relaties met het bestaande bedrijfsleven in onze regio benutten wij om kansen te creëren voor kwetsbare doelgroepen. Jaarlijks formuleren wij de doelstelling om ons aandeel in het landelijke bijstandsvolume te verkleinen zodat het financiële resultaat wordt verbeterd.
Heerenveens platform Onderwijs – Arbeidsmarkt: In het integraal jeugdbeleid is als speerpunt opgenomen het thema onderwijs en arbeidsmarkt. Voor deze doelgroep is een goede aansluiting tussen onderwijs, zorg en arbeidsmarkt van groot belang. In 2013 is hiervoor het Platform Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt Heerenveen opgericht. Afstemming over activiteiten die leiden tot verbetering van de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Verbetering in loopbaanoriëntatie waardoor jongeren bewustere keuzes voor vervolgopleiding of werk maken en het vermijden van switchen van opleiding of vroegtijdig schoolverlaten. Afstemming en samenwerking in de aanpak om meer kwetsbare jongeren toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Dit alles moet leiden tot vermindering van jeugdwerkloosheid. Stimuleren werkgeversklimaat Kern van de werkgeversbenadering is het bieden van integrale dienstverlening aan werkgevers in de gemeente door afstemming van de verschillende gemeentelijke diensten met ketenpartners. De werkgever kan bij één loket terecht voor zijn personeelsvoorziening en voor vragen op het gebied van subsidies en gemeentelijke regelgeving. De samenwerkende partijen staan de werkgever waar nodig bij met een breder pakket aan diensten. Werkgevers zijn cruciaal in het bieden van kansen aan diegenen die verder van de arbeidsmarkt afstaan en het aanbieden van stageplekken, werkervaringsplekken, scholing en vrijwilligerswerk aan werkzoekenden. Centraal staat het verbeteren van de match tussen werkzoekenden en het vacatureaanbod.
- 53 -
Marktbewerkingsplan Heerenveen en de doorontwikkeling in de regio De gemeente werkt al enige jaren samen met werkgevers, UWV, onderwijsinstellingen en andere gemeenten binnen een regionale arbeidsmarktaanpak. Deze samenwerking is sinds 1 januari 2012 in Friesland conform de wensen van het Ministerie van SZW ingericht op het niveau van de arbeidsmarktregio. De werkgever staat centraal. Alle gemeenten hebben inmiddels een marktbewerkingsplan opgesteld en deze is gebundeld tot een regionaal plan. De gunfactor is hierbij cruciaal en alle partijen werken samen om zoveel mogelijk Friese werkgevers te bedienen en Friezen aan de slag te helpen. Alle vacatures worden gezamenlijk vervuld en bij elkaar gebracht. Heerenveen speelt hierin een prominente rol. Broedstoof:
De broedstoof is een verzamelpand met kantoren en werkplekken. De Broedstoof heeft als doel (startende) bedrijven en instanties te verbinden en verbonden te houden zodat elkaar ondersteunen en kunnen inspireren en leren. Inzet Social return consulent
In onze gemeente is beleid opgesteld voor toepassing van Social Return voor gunningen met een opdrachtwaarde van hoger dan € 100.000. Er wordt mee beoogd dat opdrachtnemers of leveranciers een bijdrage leveren aan de maatschappij. Deze bijdrage kan variëren van het (terug) leiden naar werk van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (door o.a. BBL-trajecten, inzet van stages/leerwerkbanen en reguliere banen) tot het adopteren van een speeltuin voor reparatie en onderhoud. In 2013 is besloten om hiervoor formatie via de inzet van een consulent Social Return te gaan inzetten. Workshopcarrousel Sinds 2011 verricht de afdeling Educatie van het ROC (middels financiering uit Educatiemiddelen) voor ons workshops voor groepen Wwb-ers op het gebied van oriëntatie op de toekomst, solliciteren, life-style en digitale vaardigheden. In de periode 2011–2013 hebben hier in totaal 52 personen vanuit de WWB aan deelgenomen.
- 54 -
Werkplein Heerenveen Daarnaast hebben wij voor het inrichten van de Poort destijds geheel in lijn met het toenmalige rijksbeleid volledig ingezet op het inrichten van een Werkplein. Wij hebben er voor gekozen om als organisatie de reintegratie in eigen beheer te gaan doen. In januari 2010 is door het college een intentieverklaring ondertekend met het UWV Werkbedrijf en de gemeente Skarsterlân om samenwerking in de vorm van een Werkplein aan de kop van het proces en voor de kansrijke(re) cliënten te verlenen. De samenwerking zou een belangrijke bijdrage leveren aan de gestelde speerpunten instroombeperking en uitstroombevordering. Ondanks de gerichte en gezamenlijke inzet heeft de bijzondere situatie op de arbeidsmarkt er voor gezorgd dat de gestelde ambities niet geheel zijn gehaald. Met name de snel elkaar opvolgende landelijke ontwikkelingen binnen het UWV Werkbedrijf hebben geleid tot de afbouw en beëindiging van de samenwerking als Werkplein in juli 2012. Hierop hebben wij als college helaas géén invloed gehad. Er is overgegaan tot een complementaire samenwerking met het UWV en Friese afstemming in de arbeidsmarktregio die nu landelijk regelmatig als goed voorbeeld van samenwerking wordt benoemd. Startersadvies BZF De gemeente wil het starten van een onderneming vanuit de bijstand verder stimuleren. Daarom biedt het Bureau Zelfstandigen Fryslân op samenhangende wijze advies over het starten van een onderneming vanuit de bijstand. De dienstverlening gaat over de volle omvang van het traject: van toeleiding tot coaching van de daadwerkelijk gestarte ondernemers. Inzet participatieladder Het is van groot belang om een uniforme werkwijze te hanteren zodat er een zo objectief mogelijk beeld van de cliënt, zijn mogelijkheden en ontwikkeling kan worden weergeven. Om de ontwikkeling van mensen te volgen is vanaf 1 juli 2010 gebruik gemaakt van de participatieladder. Zes treden geven het participatieniveau hierbij aan. De onderste vier zijn voor mensen zonder een arbeidscontract. De bovenste twee voor mensen met regulier werk: met ondersteuning (trede 5) of zonder (trede 6). Door een tweede meting te doen wordt zichtbaar welke klanten zijn gestegen, gelijk of gedaald. De beweging van klanten kan op deze manier inzichtelijk worden gemaakt. De cijfers, bijvoorbeeld over de in- en uitstroom per trede, maken maatwerk in investeringen mogelijk. Op 1 oktober 2012 is een start gemaakt met het gebruik van de Participatieladder als indeling voor de drie Klantgroepen (Werk, Ontwikkeling en Zorg). - 55 -
Werk Ontwikkeling Zorg
1-10-2012 14% 44% 42%
1-1-2014 16% 45% 39%
Bron: gemeente Heerenveen indeling klantgroepen
- 56 -
§ 2.2 Handhaving en sanctiebeleid In deze paragraaf geven wij aan welk beleid er wordt gevoerd, hoe dit in de uitvoering wordt vormgegeven en de resultaten van het beleid. Er is aandacht voor preventie, fraude-alertheid, controle, opsporing en afdoening.
Visie handhaving WWB, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen De Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid is op 1 januari 2013 in werking getreden. Onze visie is gebaseerd op de uitgangspunten die zijn vastgelegd in onze handhavingverordening 2013 en uitgewerkt in beleidsregels handhaving. Alle verordeningen, beleidsregels, jurisprudentie en werkinstructies zijn opgenomen in Schulincks “Grip op de WWB”. Solidariteit Burgers mogen er vanuit gaan, dat alleen mensen, die er recht op hebben een uitkering ontvangen. Preventie Het is belangrijk, dat burgers de regels kennen en dat zij op de hoogte zijn van de gevolgen van het overtreden van die regels. De hogere straffen moeten mensen ervan weerhouden de regels te overtreden. Fraude mag niet lonen Iemand, die ten onrechte uitkering heeft ontvangen, moet dit volledig terugbetalen. De wet geeft hiervoor onder andere de volgende instrumenten: terug, ongeacht de hoogte daarvan;
Straffen is geen doel op zich Harder straffen is nodig, maar geen doel op zich. Het doel is, dat mensen hun verplichtingen serieus nemen. De voorgestelde straffen zijn fors, maar zullen in verhouding staan tot de ernst van de overtreding, waarbij wij gebruik maken van maatwerk.
- 57 -
§ 2.2.1 Handhaving Onze gemeenteraad heeft per 1 januari 2013 een nieuwe handhavingsverordening in werking laten treden. Het bevorderen van de zelfredzaamheid van de belanghebbende staat centraal. Handhaving kan als instrument worden ingezet om de klant te motiveren en te activeren om te gaan participeren. Op deze wijze wordt de zelfredzaamheid van de belanghebbende vergroot. Handhaving gaat over de naleving van wet- en regelgeving en het in stand houden van het maatschappelijke draagvlak. De geloofwaardigheid van de lokale overheid is in het geding als er niet adequaat wordt omgegaan met gemeenschapsgelden. Wanneer er invulling wordt gegeven aan het handhavingsbeleid wordt rekening gehouden met de hier vermelde uitgangspunten. De belanghebbende is zelf verantwoordelijk voor het bevorderen van zijn zelfredzaamheid en het verloop van een eventueel participatietraject. De gemeente biedt daarbij de belanghebbende vraaggerichte dienstverlening. Als de belanghebbende onvoldoende zijn verantwoordelijkheid neemt kan de gemeente handhaving inzetten om belanghebbende alsnog te bewegen uitkeringsonafhankelijk te worden. Het is van belang om een balans tussen preventie en repressie te realiseren. Middels preventie wordt draagvlak verkregen om eventuele repressieve instrumenten te kunnen inzetten. Voor de WWB, de IOAW en de IOAZ geldt uitdrukkelijk dat de rechten en plichten twee kanten van dezelfde medaille zijn. Ook de gemeente onderschrijft deze invalshoek. Het recht op bijstand of een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk van de bijstand dan wel de uitkering te worden of zich in te zetten voor een duurzame arbeidsparticipatie. Als men zijn plichten niet nakomt heeft dit automatisch gevolgen. Bij het streven naar een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van het beleid is voor wat betreft de inzet van de handhavingsinstrumenten voortdurend een evenwichtige afweging tussen de uitgangspunten noodzakelijk.
- 58 -
Of de verbetering van de effecten van het gemeentelijk handhavings- en sanctiebeleid en de uitvoering daarvan toereikend is, zal op hoofdlijnen worden beoordeeld aan de hand van de volgende aspecten: a. een doortastende en strenge invulling van de poortwachtersfunctie; b. een integrale aanpak van het handhavingsbeleid in de gemeentelijke uitvoering; c. een adequate reactie op geconstateerde overtredingen van de inlichtingenverplichtingen waardoor ten onrechte of tot een te hoog bedrag aan bijstand is verstrekt, zoals de terugvordering van hetgeen onverschuldigd is betaald en het opleggen van bestuurlijke boetes en de verrekening hiervan met de bijstand; d. een actief invorderingsbeleid; e. een gemeentelijk beleid dat gebaseerd is op een verplichting tot fraudeaanpak, waarbij geen ruimte is voor kosten-baten-afwegingen. Hoogwaardig handhaven Heerenveen past sinds 2007 de werkwijze van de Hoogwaardige Handhaving toe. Het uiteindelijke doel van het hoogwaardig handhaven is dat de belanghebbende de wet- en regelgeving uit zichzelf naleeft. Om dit te bereiken wordt gebruik gemaakt van een aantal samenhangende maatregelen op het gebied van: * het vroegtijdig informeren van de klanten over de regelgeving, zodat een juist beeld ontstaat van de rechten en plichten van de bijstand of de uitkering en daarmee ook de verwachtingen; * het bevorderen van de acceptatie van de wet- en regelgeving en de daaruit voortvloeiende controlepraktijk door de dienstverlening te optimaliseren en onnodige belemmeringen weg te nemen; * het toepassen van het principe van controle op maat; een vroegtijdige detectie en afhandeling van signalen zal klanten het gevoel geven dat er voldoende hoge pakkans bestaat; * daadwerkelijke sanctionering; deze dient dusdanig te zijn dat de klant de sanctie proportioneel en ook als afschrikwekkend ervaart. De kunst van hoogwaardige handhaving is om preventieve en repressieve elementen in samenhang uit te voeren, zodat ze elkaar wederzijds versterken. Ter bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden is de WWB per 1 januari 2012 aangepast. Het pakket maatregelen heeft tot doel het versterken van het activerende karakter van bedoelde WWB. - 59 -
Dit gebeurt enerzijds door het aanscherpen van de verplichtingen waaraan uitkeringsgerechtigden moeten voldoen, anderzijds door een aantal maatregelen te treffen waardoor de vangnetfunctie van de Wet werk en bijstand wordt versterkt. De belangrijkste maatregelen zijn het aanscherpen van de regels ten aanzien van jongeren tot 27 jaar, de maximering van het gemeentelijk minimabeleid en de introductie van de mogelijkheid om de verplichting op te leggen om maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten als tegenprestatie voor bijstandsverlening. Daarnaast had de gemeente Heerenveen voor 2013 nog geen handhavingsverordening op het gebied van de IOAW en IOAZ. De verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive is ook vastgesteld.
§ 2.2.2 Afstemmingsbeleid: Maatregelverordening WWB, IOAZ, IOAW 2013 Ook is per 1 januari 2013 de nieuwe Maatregelenverordening van kracht geworden. Belangrijkste wijzigingen in de nieuwe verordening liggen op het gebied van de toepassing van maatwerk, de reeds genoemde toevoeging van de regeling IOAW en IOAZ en de uitbreiding van het aantal gedragingen waarop een maatregel kan worden opgelegd. In 2013 is hierdoor het totaal opgelegde bedrag aan maatregelen toegenomen met bijna 10% ten opzichte van 2011.
2011
2012
2013
Norm
7.121.438 9.236.268 10.364.049
Toeslag
1.893.238 2.374.952
Verlaging
18.651
69.973
81.027
Maatregel
10.393
11.218
11.419
Bron: gemeente Heerenveen
- 60 -
2.604.322
§ 2.2.3 Ontheffingen Er worden in Heerenveen verhoudingsgewijs weinig ontheffingen van de arbeidsplicht gegeven . Dit houdt sterk verband met het beleidsuitgangspunt dat klanten worden benaderd en beoordeeld op basis van hun mogelijkheden en niet op grond van hun belemmeringen.
Aantal bijstandsgerechtigden Aantal ontheffingen Percentage van het bestand
2011
2012
2013
909
999
1131
79
55
49
9%
6%
4%
Bron: gemeente Heerenveen ontheffingen van de arbeidsverplichting ultimo december
§ 2.3 Terugvordering en verhaal In deze paragraaf wordt aan gegeven welk beleid is gevoerd op terugvordering en verhaal (waaronder het debiteurenbeheer) en de resultaten van het beleid In onderstaande tabel is het totaal aan openstaande vorderingen weergegeven.
Jaar
Gemiddeld openstaand
Nieuwe vorderingen
Afboekingen
Ingevorderd bedrag
Incassoratio4
2013
€ 3.997.414
€ 818.121
€ 488.303
€ 550.629
13,78%
2012
€ 3.879.721
€ 969.787
€ 300.971
€ 572.280
14,57%
2011
€ 3.828.941
€ 1.028.724
€ 158.540
€ 875.595
22,88%
bron: Gemeente Heerenveen overzicht fraude vorderingen en incassoratio,
In de beleidsregels terugvordering en verhaal is de wijze van invordering nader uitgewerkt.
4
Totaal ingevorderde bedragen gedeeld door gemiddeld openstaand bedrag - 61 -
§ 2.4 Sturing op resultaat In deze paragraaf geven wij aan hoe wij het sturing & risicomanagement hebben ingericht. Vragen die centraal staan zijn: - Hoe en wanneer werden (verwachte) tekorten gesignaleerd? - Hoe werden de effecten van getroffen maatregelen gemonitord, wanneer en op welke wijze vond bijsturing plaats indien verwachte resultaten niet werden behaald?
§ 2.4.1: Sturingsfilosofie In onderstaande figuur is het organogram van de gemeente Heerenveen opgenomen. De uitvoering van de Wet Werk en Bijstand is ondergebracht bij de afdeling WIMO. De missie van de afdeling is:
„Op eigen kracht vooruit, met oog voor de klant en de omgeving’. Uitgangspunt is te denken van buiten naar binnen in plaats van binnen naar buiten, en vanuit de eigen talenten van onze medewerkers. In 2013 is dit reeds ingezet met goede resultaten. Hierbij wordt sterk gekeken vanuit klantperspectief en minder vanuit de inhoudelijke regelingen. Dit heeft geresulteerd in een definiëring van klantgroepen waarop wij ons richten. Zowel op het gebied van de re-integratie, Schuldhulpverlening en WMO hebben wij hier naast de realisatie van de benodigde besparingen een veel beter zicht op onze klanten gekregen. Beleid en regie als disciplines is georganiseerd binnen het afdeling Samenleving van de dienst Visie & Regie. De afdeling Financiën is onderdeel van de dienst Organisatie en Ondersteuning
- 62 -
AD/Gemeentesecretaris Stafdienst Directie en Bestuursondersteuning unit Kwaliteit en Analyse
unit bestuurssecretariaat
Dienst Visie en Regie
Dienst Publiekszaken en Veiligheid
Dienst Organisatie en Ondersteuning
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Afdeling WIMO
Afdeling Beleid en Advies
Afdeling Samenleving
Afdeling Publiekszaken
Afdeling Interne Dienstverlening
Posthuis
Afdeling Handhaving
Afdeling integraal beheer openbare ruimte
Afdeling Vergunningen
Afdeling Realisatie
Afdeling Brandweerzorg en Rampenbestrijding
De gemeente gaat vanaf 1 april 2014 in een directiemodel thematisch werken. De uitvoering en beleid komen dan weer onder dezelfde aansturing.
- 63 -
De werking van de sturing op begrotingsniveau is vastgelegd in de gemeentelijke planning en controlecyclus (P&C cyclus). Deze P&C cyclus bestaat uit vaststelling van de begroting, bijsturing via de V&P nota in juli van elk jaar en de jaarrekening. De gemeenteraad wordt daarnaast actief tweemaandelijks geïnformeerd over de budgetontwikkelingen.
- 64 -
De begroting is opgebouwd uit thema‟s. “Heerenveen bestuur en organiseert” is hier een van.
Een ander thema in de begroting is “Heerenveen werkt”. Elk thema is onderverdeeld in hoofddoelen, ER- doelen, resultaten en beoogde maatschappelijke effecten.
- 65 -
- 66 -
Sturing op managementniveau verloopt via het zogenaamde controleagenda waarin wordt gemonitord of er afwijkingen zijn ten opzichte van de ingediende afdelingsplannen en het verbindingsplan. Het verbindingsplan bevat de politiek gevoelige onderwerpen. De Bijstand en de Wsw zijn hier onderdeel van. In 2013 is het managementinformatie systeem verbeterd ingericht via Cognos waardoor het hoofd van de afdeling Wimo, de teamleiders, de beleidsadviseur en de financiële adviseur op elk gewenst moment van de dag een up tot date (financieel) overzicht hebben van de KPI‟s zoals Instroom, Uitstroom, Participatie, Werkbeheersing. Maandelijks wordt dit geagendeerd voor het managementoverleg (het MT Monitoring overleg) over plaats zodat indien nodig tijdig bijgestuurd kan worden.
- 67 -
§ 2.4.2 Overlegvormen Zoals aangegeven heeft onze sturing zich de laatste jaren met behulp van beleidsevaluaties en risicomanagement verder ontwikkeld. Managementteam WIMO Het MT van de uitvoerende afdeling bespreekt elke week de voortgang op de instroom en doorstroom van WWB-cliënten op de verschillende instrumenten. Er wordt actief gestuurd op doorlooptijden en het voorkomen van werkvoorraden. Verder staan periodiek de KPI‟s op de agenda. Deze stuurinformatie wordt tevens ook in de verschillende teams besproken. De teamleiders sturen daarnaast op dagbasis de werkvoorraden en doorlooptijden op basis van dashboards die beschikbaar zijn via Cognos. Portefeuillehouderoverleg Wekelijks vindt overleg plaats met de portefeuillehouder Werk & Inkomen. De actuele in- en uitstroomgegevens zijn standaard onderdeel van de agenda evenals de meest kritische KPI‟s. Financieel driehoeksoverleg participatiebudget De nadruk ligt hier op financiën en de relatie met de begrote bedragen in het uitvoeringsprogramma. Per instrument wordt over- dan wel onderbesteding in beeld gebracht. In geval bijsturing nodig is wordt dit via de lijn in de uitvoeringsorganisatie gecommuniceerd. Beleidsoverleg Per maand vindt beleidsoverleg plaats waarbij de aandacht is voor dit beleidsterrein maar ook afstemming plaatsvindt tussen onze beleidsdomeinen Leefbaarheid & Meedoen, Werk & Inkomen en Opvoeden & Opgroeien. MT- Monitoring Management en stuurinformatie is een maandelijks terugkerend onderwerp op de agenda. De KPI‟s komen aan bod. Projectgroep Participatiewet (1 x drie week) In dit overleg vindt de beleidsvoorbereiding plaats voor de invoering van de Participatiewet.
- 68 -
Overleg in de arbeidsmarktregio Fryslan Via bijvoorbeeld intensieve samenwerking van alle managers van de sociale diensten in Fryslan wordt stevig ingezet op een netwerkstructuur als antwoord op de ontwikkelingen vanuit het Sociaal Akkoord en de nieuwe Participatiewet. Het gaat hierbij om 4 niveaus van overleg; bestuurlijk, management, beleid en uitvoering. Via bijvoorbeeld intensieve samenwerking van alle managers van de sociale diensten in Fryslan wordt stevig ingezet op een netwerkstructuur als antwoord op de ontwikkelingen vanuit het Sociaal Akkoord en de nieuwe Participatiewet. Het Sociaal akkoord is op onderdelen wezenlijk anders dan de oorspronkelijk insteek van de Participatiewet. Keuzes hieruit zijn van grote invloed voor de positionering van de afdeling Wimo op het terrein van arbeidsparticipatie. Het voornaamste verschil is de wijziging in de infrastructuur van de arbeidsmarkt naar regionaal (werkbedrijf) in plaats van lokaal. Heerenveen speelt in de arbeidsmarktregio Fryslan mede, vanuit de regiofunctie, een voortrekkersrol. Ook op uitvoeringsniveau zijn we reeds afgelopen jaar prominent actief geweest bij de initiatie van werkgeversarrangementen rondom de zuivel en het ESF project Friesland Werkt (arbeidsbelemmerden). In het kader van de samenwerking in Fries verband wordt in 2014 ingezet op in ieder geval de volgende thema‟s: - ESF actieplan jeugd - Marktbewerkingsplan - Matching werkzoekenden/werkgevers (digitale verbinding met UWV) - Social Return Bestuurlijk regionaal overleg Viermaal per jaar is er overleg tussen de portefeuillehouders van alle gemeenten in Friesland over o.a. de doorontwikkeling arbeidsmarktregio. Fries regionaal beleidsoverleg Beleidsadviseurs van alle Friese gemeenten Werk overleggen elke 6 weken over werk & inkomen & participatie- vraagstukken.
- 69 -
Hoofdstuk 3: Verwacht meerjarig tekort In de komende periode vindt er na de intrede van de Wet werk en bijstand in 2004 wederom een grote hervorming plaats in ons sociale stelsel. Een samenvoeging van de Wwb, de Wsw en deels de Wajong maakt dat participatie en werken op de arbeidsmarkt voor iedereen gelijk getrokken gaat worden. Dit roept om strategische keuzes. Er moet een uitvoering worden gecreëerd die recht doet aan een effectievere arbeidsmarkt. Ook moet er een samenhangende aanpak worden ontwikkeld voor mensen met een grote afstand tot de arbeidmarkt. Kortom: een nieuwe koers waarbij werk voor iedereen het doel is en participeren naar vermogen de norm. § 3.1. Visie in collegeprogramma 2014-2018 In de gemeente Heerenveen werken we aan een solidaire samenleving waarin iedereen een fatsoenlijk bestaan heeft en in deze lastige periode de mogelijkheid heeft om vooruit te komen en iets van zijn leven te maken. De nieuwe gemeente Heerenveen wil een prima plek zijn om te wonen, te werken en te recreëren. Wij hebben de kwaliteit van onze voorzieningen in beeld en werken aan het op niveau houden van deze voorzieningen. Heerenveen kenmerkt zich ook in de toekomst als een sociale en ondernemende gemeente waarin mensen zorgen voor en omzien naar elkaar. De belangrijkste thema‟s voor de komende jaren in Heerenveen zijn: 1. 2. 3. 4.
Financiën Werk(gelegenheid) en Inkomen Drie Decentralisaties Onderwijs en sport
Thema Werk(gelegenheid) en Inkomen Werk raakt het hart van de Heerenveense samenleving. Werk brengt brood op de plank en houdt onze economie draaiende. Werk geeft mensen de gelegenheid zich te ontwikkelen en een toekomst op te bouwen. Werk betekent meedoen aan de samenleving. Het creëren van werkgelegenheid geeft perspectief en voorkomt dat mensen een beroep moeten doen op bijstand en andere voorzieningen. De beste sociale voorziening is immers een betaalde baan. Economische groei creëert banen. Bedrijven horen zich thuis te kunnen voelen in onze gemeente. Daarom zorgen we voor een aantrekkelijke gemeente, die goed bereikbaar is en waar onderwijs, overheid en bedrijfsleven nauw samenwerken. Dit is een speerpunt van het Heerenveense Sociaal Economische beleid: de gemeente speelt een actieve en verbindende rol tussen ondernemers, onderwijs en kennisinstellingen.
- 70 -
Diverse ontwikkelingen in Heerenveen maken dat het thema Werk(gelegenheid) en Inkomen in de komende raadsperiode om een vernieuwende en samenhangende aanpak vraagt: * De economisch (crisis) leidt tot een forse stijging van het aantal WWBers en WW-ers. Heerenveen heeft landelijk gezien veel meer mensen in de WW dan gemiddeld. De beroepsbevolking in Heerenveen is relatief laag opgeleid. De werkloosheid onder jongeren is fors gestegen. Tegelijk kende Heerenveen de afgelopen 10 jaar de hoogste banengroei van heel Fryslân. Het blijkt dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in Heerenveen niet goed op elkaar aansluiten. De uitdaging is een betere aansluiting tussen onderwijs en de continu wijzigende omstandigheden op de arbeidsmarkt vorm te geven; * De stijging van het aantal werklozen drukt zwaar op de gemeentebegroting. Daarnaast beschikt onze gemeente door kortingen van het rijk op het Participatiebudget over minder geld voor begeleiding van mensen naar werk en is er een jaarlijks tekort op de sociale werkvoorziening omdat de rijksbijdrage niet voldoende is; * Met de decentralisaties ontstaat één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt door invoering van de Participatiewet in 2015. Hierdoor verdwijnen regelingen als de WWB, Wsw en (deels)Wajong. De huidige medewerkers van de sociale werkvoorziening behouden hun rechten en plichten Acquisitie van nieuwe bedrijven blijft belangrijk. Wij willen de focus richten op die sectoren waar sprake is van groei en die bij voorkeur qua niveau van werkgelegenheid aansluiten op de regionale beroepsbevolking. Samen met Leeuwarden, Smallingerland en Sûdwest-Fryslân werken we aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat in Fryslân bijvoorbeeld door een goede bereikbaarheid. De vrijkomende gelden van het A7 convenant willen wij aanwenden door stevig in te zetten op acquisitie, accountmanagement en relatiebeheer voor behoud en versterking van de werkgelegenheid. Daarbij stimuleren wij innovatie, kennisdeling, samenwerking en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Naast het aantrekken van nieuwe bedrijfsvestigingen is aandacht voor het bestaand bedrijfsleven ook van groot belang. Bestaande bedrijven en ondernemers zorgen nu voor de grootste werkgelegenheid en ook groei. Wij voorzien in alle maatregelen om bedrijfsvestigingen mogelijk te maken. De zuivelindustrie sluit goed aan op de agrarische sector in onze regio. En is daarmee een goed voorbeeld van hoe de stedelijke omgeving van Heerenveen en het platteland elkaar nodig hebben. Wij hebben de ambitie de komst van de zuivelindustrie en hiermee gepaard gaande bedrijfsvestigingen verder te bevorderen.
- 71 -
Ook willen wij de kansen voor recreatie en toerisme (watersport) die met name de dorpen Akkrum-Nes en Aldeboarn bieden aangrijpen.
§ 3.2
Verwacht tekort 2014-2016 onder preventief toezicht
De gemeente bevindt zich vanaf 2011 onder preventief toezicht van de provincie. Wij moesten enorm afboeken op het grondbedrijf –een bedrag van ruim 70 miljoen!- en er moet jaarlijks ruim geld bijgelegd worden op de bijstand en uitvoering van de WSW. Op 1 januari jl. heeft een herindeling plaatsgevonden met onder andere 3 dorpen uit de voormalige gemeente Boarnsterhim, een artikel 12 gemeente. Een samengestelde begroting is op 27 januari 2014 vastgesteld. De komende collegeperiode staat in het teken van het op orde brengen van de gemeentefinanciën. Onze uitdaging voor deze periode is om de reserves weer op peil te brengen, de schulden omlaag te krijgen en om het toezicht van de provincie zo kort mogelijk te laten voortduren. In de V&P nota (juli) 2013 is vooreerst het meerjarig tekort vastgesteld op (exclusief herindeling) 2014 -500
2015 -900
2016 -1.300
Om zicht te hebben op de noodzakelijke bezuinigingen wordt hieronder de meest recent prognose van tekorten voor de komende jaren weergegeven. Het blijkt dat de gemeente ook de komende jaren een aanzienlijk tekort verwacht op het BUIG-budget. Wil de gemeente Heerenveen de uitkeringsverstrekking kostenneutraal uitvoeren dan dient er dit jaar ruim € 740.00 bespaard te worden op de BUIG in 2014. Prognose uitgaven BUIG 2014-2016 Verwacht 2014
Verwacht 2015
Verwacht 2016
Inkomsten
€ 19.274.532
€ 18.939.526
€ 20.201.055
Uitgaven
€ 20.016.260
€ 21.817.723
€ 22.254.077
-15,2%
-10,2%
€ -2.878.197
€ -2.053.022
Tekort % Bedrag
-3,8% € -741.728
- 72 -
Bij de raming van het tekort over de jaren 2014-2016 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: * Het CPB verwachtte in de Macro Economische Verkenning 2014 (MEV) voor 2014 een stijging van de werkloosheid van 11%. Voor 2015 volgt een verdere stijging van 7%. * 2% inflatie * Het UWV op 2 februari jl. haar prognoses voor de stijging van de werkloosheid naar boven bijgesteld. Waar zij eerder uitging van een stijging van het aantal WW-uitkeringen met 8% is deze nu bijgesteld naar een groei van 12%. Wanneer we dit vertalen naar de bijstandsuitgaven dan komen we tot het gepresenteerde beeld voor de gemeente Heerenveen (bij een gelijk blijvend bestand in 2016). * Voor 2014 en 2015 is uitgegaan van de gemiddelde gerealiseerde uitname voor de MAU/IAU over de jaren 2010-2012, te weten € 56,6 miljoen; * Voor de Bbz wordt rekening gehouden met gelijkblijvend budget; * de gemiddelde lasten van een uitkering waarmee wordt gerekend is gelijk aan de gemiddelde bruto-uitkering van € 15.000; Omstandigheden die specifiek voor de gemeente Heerenveen zijn en waarvan wij verwachten dat deze bij zullen dragen aan een verslechtering van het financieel resultaat: * Op 1 januari 2014 heeft er een herindeling plaatsgevonden met de gemeente Boarnsterhim. Deze gemeente is jarenlang een artikel 12 gemeente geweest met een minimale sociale voorzieningen. In het dorp Akkrum zitten 105 mensen in de bijstand. * de invoering van het sociaal deelfonds. Onze verwachting is dat (inclusief toen nog de PV Wmo) dat er een tekort ontstaat van 11 miljoen op de invoering van de 3D‟s in de gemeente Heerenveen. Specifiek in het geval van de P-wet is het zo dat onze gemeente relatief veel WSW-ers heeft. Er is een taakstelling van 400,17se. Deze kosten drukken naar schatting voor 80% op het reintegratiebudget. In voorbereiding op de V&P nota 2014 wordt op dit moment een financieel sturingsmodel 3 D‟s. * door de toevoeging van de WSW aan het Participatiebudget komt het budget zwaar onder druk te staan. De middelen om mensen te reintegreren worden hierdoor fors beperkt. Daarnaast kent Heerenveen een trend in volumestijging die negatiever is dan landelijk.
- 73 -
* actualisatie van verdeelmaatstaven kunnen leiden tot een wijziging van budget.
Verbeterplan: Wat wordt er van het college verwacht ten aanzien van het verbeterplan? De gemeente dient aan te geven hoe zij haar tekorten in een periode van 3 jaar gaat terugdringen. Weliswaar is op het moment van indiening van de aanvraag nog niet bekend welk deel van het tekort wordt veroorzaakt door een verdeelstoornis, maar van de gemeente wordt wel verwacht dat er goed over is nagedacht welke (verbeter)maatregelen kunnen worden ingezet. Wanneer het feitelijke effect van een verdeelstoornis op het tekort bekend is, zal de Inspectie SZW ons verbeterplan gaan toetsen. * Beleidsmatig en begrotingstechnisch is gekozen voor het ambitieniveau van het realiseren van een breakeven point in 2016. * Er is reeds een risicoanalyse gemaakt voor de Participatiewet maar ook voor de Jeugdzorg en de Awbz. Hieruit zijn per decentralisatie op basis van het soort risico en de kans van optreden beheersmaatregelen opgenomen. * De V&P nota van juli 2014 bevat een financiële sturingsmodel voor de 3D‟s en zal samen met de kadernota 2014-2018 een overzicht gaan bieden van in te zetten beleids- en beheersmaatregelen. De gemeenteraad stelt de V&P nota vast in juli 2014 en de kadernota staat op de raadsplanning van september/oktober. Hiermee kunnen wij voldoen aan een eventuele verzoek tot een verbeterplan. Informeren Gemeenteraad Onze gemeenteraad is op donderdagavond 27 maart 2014 geïnformeerd over deze aanvraag. De aanvraag is in hun bezit.
- 74 -
Accountantsverklaringen 2011 en 2012 (2013 volgt)
- 75 -
Voorbeeld van samenwerking in de keten
- 76 -