Bijlage 7 Aanvullende informatie raadsinformatiebrief Verantwoording subsidies 2013. 2.
Kennis te nemen van het feit dat de volgende instellingen niet tijdig hun verplichte verantwoordingsdocumenten hebben aangeleverd en daarmee gekort zijn op hun subsidie: a. Evangelische Basisschool Online b. St Vrije kinderopvang Wonderboom (twee maal)
2.1 Twee instellingen hebben hun vaststelling te laat aangeleverd en er zijn geen gegronde redenen om af te wijken van het sanctiebeleid. De Evangelische Basischool Online heeft haar eindverantwoording niet op tijd ingeleverd. Om deze reden is, in overleg met de wethouder, besloten de subsidie te korten met 10% conform het sanctiebeleid. De stichting Vrije kinderopvang Wonderboom heeft voor twee subsidies haar eindverantwoording niet tijdig ingeleverd. Hier is op beide subsidies 5% gekort conform het sanctiebeleid. Daarnaast zijn deze subsidies ook lager vastgesteld aangezien er uiteindelijk minder activiteiten uitgevoerd zijn dan aanvankelijk begroot was.
3.
De subsidies waarbij is afgeweken van het sanctiebeleid vanwege het niet tijdig aanleveren van de verantwoordingsdocumenten: a. Stichting Blaarthem b. Bewonerscommissie Kronehoef Oost c. Bewonersvereniging Kronehoef
3.1 Er zijn voor de drie genoemde instellingen gegronde redenen om eenmalig af te wijken van het sanctiebeleid. Stichting Blaarthem, Bewonerscommissie Kronehoef Oost en Bewonersvereniging Kronehoef hebben allen in een tijdig stadium aangegeven niet te kunnen voldoen aan de gestelde termijnen. Om deze reden is besloten af te wijken van het sanctiebeleid, en geen sanctie op te leggen. 4.
Instemmen met een lagere vaststelling voor de volgende instellingen: a. GGzE/ De Boei -€31.523 b. De Werkschool -€85.000
4.1 Er zijn voor beide instellingen gegronde redenen om de subsidie lager vast te stellen in overeenstemming met het AWB en jurisprudentie. Zowel bij Stichting GGzE/De Boei (Echt Werken) als bij De Werkschool is de subsidie over 2013 lager vastgesteld. Vervolgens is bij de definitieve vaststelling eenmalig rekening gehouden met een aantal specifieke omstandigheden. Voor beide dossiers geldt: - dat het een vernieuwende aanpak betreft, waardoor de projecten het karakter hebben van pilot en leertraject; - dat eerste stappen zijn gezet om in de subsidiëring outcomesturing (het sturen op resultaten) in te bouwen; - dat bij de vaststelling van de subsidie de –vanuit AWB en jurisprudentie- vereiste bevraging op ‘de verwijtbaarheid’ geleid heeft tot een definitieve vaststelling, die hoger is dan zuiver cijfermatig, op basis van de behaalde resultaten, het geval zou zijn.
a. Stichting GGzE/De Boei (Echt Werken): Lagere vaststelling ad €31.523 Met de Stichting GGzE/de Boei zijn in subsidiejaar 2013 op een viertal componenten prestatieafspraken (resultaten/outcome) gemaakt. Op drie van de vier componenten -Schuttingbouw, Schildersbus en Jobcoaching- zijn de afgesproken prestaties ruimschoots geleverd. Wat betreft de component “Acquisitie en begeleiding naar Werk” zijn twee elementen te onderscheiden 1. ‘Acquisitie van vacatures bij (regionale) werkgevers voor de doelgroep Stedelijk Kompas’. Deze prestatie is geleverd. 2. Het daadwerkelijk invullen van deze vacatures voor 75 personen van de doelgroep. Op dit element is sprake van een onderrealisatie. Toelichting: Eerder is de Raad via de RIB van 7 januari 2014 (Raadsnummer 14R5700) onder meer gemeld dat de vraag aan de orde is in hoeverre het achterblijven van het behaalde resultaat alleen verwijtbaar is aan de inspanningen van de GGzE/De Boei in samenwerking met Sprinkplank040. Bij een project met leer- werktrajecten voor een zeer moeilijk bemiddelbare doelgroep gaan de kosten voor de baten uit. Zeker in combinatie met economisch zware tijden. Een netwerk opbouwen, contacten leggen met werkgevers in stad en regio én hen overtuigen om vacatures ter beschikking te stellen voor deze kwetsbare inwoners heeft veel inzet en tijd gevraagd en daarmee verhoudingsgewijs een groter beslag gelegd op de subsidie voor de component “Acquisitie en begeleiding naar Werk”dan vooraf was beoordeeld. Deze inzet heeft er wel toe geleid dat de afgesproken prestatie inzake ‘de acquisitie van vacatures’ volledig is gerealiseerd. Voorgaande én het gegeven dat het project een zeer onzekere fase kende, waarna een nieuwe onderaannemer –Sprinkplank 040- het project heeft vlotgetrokken, heeft uiteraard effect gehad op de tijdsruimte die er nog was om binnen het subsidiejaar 2013 de geworven vacatures feitelijk in te kunnen vullen voor 75 dak- en thuislozen. Voor in totaal 37 personen (nagenoeg 50%) is dat in 2013 wel gelukt. Vijf deelnemers van de doelgroep, die eind 2013 nog niet in de fase waren waarin zij werk hadden, zijn doorgestroomd naar 2014. Voor 2014 is aan Sprinkplank 040 een subsidie toegekend voor een –op basis van de ervaringsgegevens 2013- realistischer aantal deelnemers aan de leer-/werktrajecten. 50 personen uit de doelgroep starten in 2014 een leer-/werktraject en ronden dit af. Van hen stromen minimaal 38 personen uit in een betaalde baan bij een werkgever of op payroll. De GGzE is door de gemeente verzocht via haar accountantsverklaring de rechtmatigheid van de dienstverlening van de eerdere onderaannemer -Bureau Andersom- te toetsen. De GGzE heeft gemeld dat het hen -ondanks de vele moeite die men heeft gedaan- niet is gelukt de activiteiten van Bureau Andersom te voorzien van een accountantsverklaring. Juridisch is de GGzE afgeraden hierop vervolgstappen te nemen. Dit zou een hooguit minimaal financieel gewin opleveren in relatie tot de hoge kosten van vervolgacties. In de nieuwe Algemene Subsidie Verordening (Raadsbesluit 17 juni jl.) zijn nadere richtlijnen geformuleerd voor hoofd- en onderaannemerschap bij een subsidierelatie tussen de Gemeente Eindhoven en de hoofdaannemer. Ook is opgenomen dat de bevoorschotting van subsidies gelijkmatig over de subsidieperiode dient plaats te vinden. Tot slot: de gang van zaken rondom het project Echt Werken is mede input geweest voor het Evaluatieonderzoek naar het Eindhovens Integriteitsbeleid. Zie voor de uitkomsten van dit onderzoek de Raadsinformatiebrief “Evaluatieonderzoek Integriteit”(Dossiernummer 14.42.302). Al hetgeen hiervoor staat overwegende is het volgende besloten: De totale (= de vier componenten) aan de GGzE verleende subsidie is voor € 31.523 lager vastgesteld: € 598.938 i.p.v. € 630.462.
Gezien vanuit de component waarop de onderrealisatie plaatsvond “Acquisitie en begeleiding naar Werk”: € 325.477 i.p.v. € 357.000. Omgerekend (kosten/baten) naar de 37 personen die in 2013 aan werk zijn geholpen, is de trajectprijs per persoon (€ 8.796) zonder meer marktconform.
b. De Werkschool: Lagere vaststelling ad €85.000 De doelgroep van het project van de Werkschool betreft zeer moeilijk bemiddelbare jongeren, die indertijd niet binnen het reguliere onderwijs konden worden geholpen. De doelstelling was er voor te zorgen dat deze maatschappelijk kwetsbare jongeren aan het werk komen en blijven. Na een kwartiermakersfase is de Werkschool een subsidie ad € 250.000 verleend voor de uitvoering van het project met een looptijd van twee jaar (tot en met 31 december 2013). Aan deze subsidie zijn prestaties en resultaten verbonden: 235 jongeren zouden in traject geplaatst worden. Uit tussentijdse monitoring en uit de rapportage van het onafhankelijk onderzoeksbureau SEOR is gebleken dat de resultaten achterbleven bij de verwachtingen. De Raad is op diverse momenten over de voortgang geïnformeerd: Beantwoording Raadsvragen 12 maart 2013 (I3R5293), Raadsinformatiebrief 20 maart 2013 (I2R4803) en Raadsinformatiebrief 22 oktober 2013 (I3R15575). In plaats van het vastgestelde aantal van 235 deelnemers zijn 87 jongeren in traject gegaan. Uiteindelijk is hiervan 10% duurzaam geplaatst in plaats van ‘een substantieel deel’, en zijn 44 deelnemers uitgevallen en/of hebben niet aantoonbaar ondersteuning ontvangen. Daar staat tegenover dat uit evaluatie blijkt dat de gekozen aanpak inhoudelijk goed aansluit op de problematiek van de doelgroep en goed valt bij werkgevers. Bij de vaststelling van de subsidie zijn ook de volgende factoren meegewogen: De aanpak van de Werkschool was indertijd in Eindhoven nog niet voorhanden. Het project Werkschool had het karakter van een pilot en leertraject, wat onder meer zichtbaar werd in onduidelijkheden tussen Werkschool en gemeente over gehanteerde definities. Wat betreft het bereiken van deze moeilijke doelgroep bleek gedurende het project dat aanzienlijk meer inspanning vereist was dan vooraf was ingeschat. Deze extra investeringen en kosten hebben mede invloed gehad op de resultaten. Een terugblik leert eveneens dat de gevoeligheid bij de toetreding van een externe partner op de Eindhovense markt zowel door gemeente als werkschool is onderschat, waardoor onder meer de samenwerking met het onderwijs moeilijk tot stand kwam. Bovendien zijn de tegenvallende prestaties ook toe te rekenen aan financiële grenzen en belemmeringen in de regelgeving. Er zijn 87deelnemers geplaatst in traject. Dat is ongeveer 1/3 van het resultaat zoals opgenomen in de subsidiebeschikking. Bij de vaststelling van de subsidie is besloten de subsidie weliswaar lager vast te stellen, maar géén berekening te hanteren die louter is gebaseerd op een extrapolatie van de geleverde resultaten. Ook gezien het gegeven dat de meerkosten van de inspanningen van de Werkschool voor hun eigen rekening zijn, is het een redelijke formule geacht om de subsidie voor 2/3 vast te stellen; op €165.000. De korting op de subsidie bedraagt €85.000. 5.
Instemmen met de volgende hogere vaststellingen als gevolg van het uitvoeren van meer activiteiten binnen een subsidie met een open eind regeling: a. Bambino’s Home € 458 b. Kids Society Erica € 3.993 c. ’t Parelbosch € 17.842
5.1 De betreffende instellingen hebben meer kinderen opgevangen dan vooraf ingeschat was waardoor de kosten hoger uitgevallen zijn. In de nadere regel voor de subsidie op ouderbijdrage VVE is opgenomen dat de subsidie wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijke bestede uren per peuter. Bij de instellingen Bambino’s Home, Kids Society Erica en ‘t Parelbosch zijn meer peuters opgevangen dan vooraf begroot, waardoor de kosten hoger uitgevallen zijn. 6.
Instemmen met de volgende lagere vaststellingen als gevolg van het uitvoeren van minder activiteiten binnen een subsidie met een open eind regeling: a. Kinderdagverblijf Billies -€ 3.150 b. Kindercentrum De Droomwereld -€ 4.284 c. Mamma Olifant/ Kinderopvang Little Jungle -€ 22.318 d. Kinderdagverblijf Kruimel -€ 41.424 e. Kinderdagverblijf de Tuimelaar -€ 321 f. St. Opvang Vrije School Brabant -€ 9.118 g. St Vrije kinderopvang Wonderboom -€ 14.892 h. Korein -€ 252.376 i. Kinderopvang Dikkie & Dik -€ 28.166 j. Het Avontuur Kinderopvang -€ 1.075 k. Little Jungle-Kinderopvang BV -€ 4.504
6.1 De betreffende instellingen hebben minder kinderen opgevangen dan vooraf ingeschat was waardoor de kosten ook lager uitgevallen zijn. In de nadere regel voor de subsidie op ouderbijdrage VVE is opgenomen dat de subsidie wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijke bestede uren per peuter. Bij de genoemde instellingen zijn minder peuters opgevangen dan vooraf begroot, waardoor de kosten lager uitgevallen zijn. 7.
De subsidies die lager zijn vastgesteld a. Koepelvereniging Bloemenbuurt Zuid -€ 3.934 b. Stichting Doornakkers -€ 14.393 c. Stichting Buurtbeheer-Kruidenbuurt -€ 15.669 d. Stichting Wijk- en Huurdersbelangen Lakerlopen -€ 11.256 e. Stichting Buurtbelangen Philipsdorp -€ 10.886 f. Buurtplatform Bennekel Belang -€ 3.569 g. Stichting Bewonersgroep SAMEN -€ 29.687 h. Stichting Leefbaarheid Mensfort -€ 22.483 i. Stichting LT Rapenland Zuid -€ 5.834 j. Buurtvereniging Meerhoven/Zand en Bosrijk -€ 5.448 k. Bewonerswerkgroep Achtse Barrier Noordoost -€ 7.967 l. Bewonersvereniging Kronehoef -€ 18.677 m. Humanitas "Gezin in Balans" -€ 14.471 n. LEV groep -€ 25.375 o. Reclassering Nederland -€ 24.127 p. Design Cooperatie Brainport -€ 75.000 q. Design Cooperatie Brainport -€ 50.000 r. Stichting KOS -€ 2.270 s. Stichting Jong Nederland De Fakkel -€ 450 t. Stichting Jeugdwerk Stratum -€ 9.709
u. Stichting Zuidzorg -€ 96.425 v. Stichting De Combinatie Jeugdzorg Zuidoost- Brabant -€ 10.000 w. Stichting Reinier van Arkel x. Korein -€ 236.774 -€ 785 y. Stichting Vluchtelingen in de Knel z. Stichting Vluchtelingen in de Knel -€ 17.080 -€ 54.487 aa. Stichting Vluchtelingen in de Knel bb. Vereniging Wan Pipel -€ 3.144 cc. MEE Zuidoost Brabant -€ 4.655 dd. Stichting Zuidzorg -€ 9.600 -€ 28.520 ee. Stichting Zuidzorg ff. Stichting De Combinatie Jeugdzorg Zuidoost- Brabant gg. Stichting De Combinatie Jeugdzorg Zuidoost- Brabant hh. Stichting SRADA -€ 700 ii. GGD Brabant-Zuidoost -€ 12.325 jj. Korein -€ 111.699 -€ 14.853 kk. Kinderopvang Dikkie & Dik ll. Kinderdagverblijf Billies -€ 3.822 mm. Skon Kinderopvang -€ 7.102 nn. Het Avontuur Kinderopvang -€ 2.081 -€ 1.279 oo. Kids Society Erica pp. Kindercentrum De Droomwereld -€ 6.271 qq. Bambino's Home -€ 6.248 rr. Kinderdagverblijf de Tuimelaar -€ 12.989 ss. St. Opvang Vrije School Brabant -€ 2.696 tt. St Vrije kinderopvang Wonderboom -€ 2.751 uu. Little Jungle-Kinderopvang BV -€ 6.464 -€ 4.421 vv. Stg Trudo
-€ 17.504
-€ 3.520 -€ 14.675
ww. Humanitas district Zuid -€ 9.568 xx. TU/e Faculteit Industrial Design/Business Process Design -€ 2.449 yy. Stichting Eindhoven Marketing -€ 36.474 zz. Oranje Comite Eindhoven -€ 3.435 aaa. Stichting Alzheimer Nederland afdeling ZO Brabant -€ 1.986 bbb. Stichting Open Activiteiten Achtse Barrier -€ 381 ccc. Humanitas district Zuid -€ 19.798 ddd. Stichting De Jonge Onderzoekers Eindhoven -€ 2.035 eee. Stichting de Boei -€ 14.244 fff. Stichting Overleg van Ouderenorganisaties in Eindhoven -€ 5.647 ggg. Stichting Halt Oost-Brabant -€ 336 hhh. GGD Brabant-Zuidoost -€ 18.517 iii. Lumens groep -€ 6.236 jjj. Humanitas district Zuid -€ 10.185 kkk. Stichting Geintegreerde Geestelijke Gezondheidszorg in Eindhoven en de Kempen -€ 9.837 lll. Mamma Olifant/ Kinderopvang Little Jungle -€ 1.897 mmm. Stichting Vluchtelingen in de Knel -€ 5.000
7.1 Een aantal subsidieverlening zijn lager vastgesteld doordat er minder producten/activiteiten uitgevoerd zijn dan vooraf begroot. De instellingen met de nummers a t/m vv zijn lager vastgesteld omdat er minder producten/activiteiten uitgevoerd zijn dan vooraf begroot was. 7.2 Enkele subsidies zijn lager vastgesteld doordat de prijs uiteindelijk lager bleek te zijn dan waar vooraf rekening mee gehouden was. De instellingen met de nummers ww t/m mmm zijn lager vastgesteld omdat na de eindafrekening bleek dat de kosten van de gesubsidieerde producten/activiteiten lager uitgevallen waren dan vooraf begroot was 8.
In te stemmen met een éénmalige vrijval van alle hierboven genoemde gelden (met uitzondering van de bedragen onder beslispunt 5, 6 en 7 jj t/m uu), in het jaarrekeningresultaat 2014 ad. € 1.158.514,-.
8.1 De instellingen genoemd bij beslispunt 5, 6 en 7 jj t/m uu worden gesubsidieerd met Rijksgelden. Deze middelen zullen dus niet vrijvallen ten gunste van de algemene middelen van de gemeente Eindhoven. De bij de beslispunten 5, 6 en 7 jj t/m uu genoemde instellingen ontvangen subsidie uit het VVE budget van het Rijk. De teruggevorderde middelen ter hoogte van €539.485,- zullen derhalve ook terugvloeien naar het Rijk en niet naar de gemeente Eindhoven.