Bijlage 5A, AB vergadering 17 december 2013
Bevindingen en Aanbevelingen van de eerste 3 fasen van de Pilot Gezondheid en Energie Meerstad
Opgesteld door de werkgroep Pilot Gezondheid en Energie Meerstad in opdracht van de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad 17 oktober 2013
Inhoudsopgave Pilot Gezondheid en Energie Meerstad Fase 1 Blz 1.
2. 3. 4. 5.
Aanleiding, opzet en doelstelling Pilot Eerste fase : ontwerpfase Tweede fase : bouwvergunningfase Derde fase : bouw- en opleveringsfase Vierde fase : monitoringsfase
Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
3
5 7 10 12
2
1. Aanleiding, opzet en doelstelling Pilot Op dit moment wordt in opdracht van de GR Meerstad de pilot ‘Extra aandacht voor gezondheid en energie bij het bouwtoezicht voor Meerstad’ uitgevoerd. Aanleiding was onder meer dat uit onderzoek van de VROM-inspectie en diverse bouwprojecten (waaronder Vathorst) is gebleken dat het binnenmilieu van nieuwbouwwoningen bij oplevering vaak niet aan het gewenste en/of vereiste kwaliteitsniveau voldoet. Vervolgens heeft de gemeenteraad van Groningen de GR geadviseerd om hiervoor een pilot te gaan uitvoeren in Meerstad. Dit advies heeft de GR overgenomen. Begin 2012 is het plan van aanpak m.b.t. de monitoring vastgesteld in het algemeen bestuur van de GR, en hebben de ontwikkelaars een presentatie gegeven van hun energieconcept.
Doel en resultaat Doel van deze pilot is inzicht te verkrijgen in de wijze waarop de items gezondheid en energie een plek krijgen in zowel ontwerp als realisatie van de woningen in Meeroevers. En vervolgens te monitoren hoe de woningen presteren als de bewoners er wonen. Door het proces vanaf ontwerp tot en met bewoning te volgen willen we inzicht krijgen in welke factoren en ontwikkelingen van invloed zijn op het gerealiseerde kwaliteitsniveau. De pilot betreft het ontwerp, de bouwvergunning, de bouw/oplevering (m.n. het uitvoeren van metingen) en de fase dat de bewoners er wonen (monitoren energie en gezondheid). Beoogd resultaat van de pilot is een aantal aanbevelingen op basis waarvan in volgende ontwikkelingsfasen van Meerstad en in andere projecten ambities ten aanzien van gezondheid en energie beter kunnen worden gerealiseerd en geborgd.
Ambtelijke werkgroep Voor de uitvoering van de pilot is een ambtelijke werkgroep opgericht, met daarin de gemeente Groningen (BWT, GGD, voornamelijk Milieudienst) en de gemeente Slochteren (BWT). Daarnaast is bureau Meerstad betrokken bij de pilot, evenals de bouwers/ontwikkelaars van de projectmatige bouw (VDM en OCM). Afbakening De pilot richt zich met name op de projectmatige bouw van OCM en VDM. De energieneutrale woningen zijn (gedeeltelijk) meegenomen in een provinciaal onderzoek en de waterwoningen waren tijdens de start van de pilot nog niet in ontwikkeling. De rol van de GR in deze pilot is die van opdrachtgever, de aanbevelingen uit de pilot kan de GR Meerstad overnemen en onder de aandacht brengen voor vervolgprojecten. De werkgroep heeft een signaalfunctie richting de ontwikkelende partijen. Vanzelfsprekend ligt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de woningen bij de ontwikkelaars en bouwers zelf. Zowel OCM als VDM hebben vanaf het begin hun (positieve) medewerking verleend aan deze pilot. Daarnaast hadden zij per fase de mogelijkheid om reactie te geven op onze bevindingen. Fasen van de pilot De pilot bestaat uit de volgende fasen: Eerste fase : Ontwerpfase; Tweede fase: Bouwaanvraag; Derde fase : Bouw- en opleveringsfase; Vierde fase : Monitoring De eerste 3 fasen zijn afgerond en er is gestart met de monitoringsfase. Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
3
Rapportage Omdat de monitoringsfase twee jaar duurt, is besloten om nu een eindrapportage te maken over de eerste 3 fasen. In deze rapportage zijn resultaten en aanbevelingen opgenomen en is ter vaststelling aangeboden aan het DB van de GR Meerstad. De ontwikkelaars OCM en VDM zijn nauw betrokken bij de pilot en krijgen vanuit de werkgroep de rapportage aangeboden. Daardoor kunnen beide ontwikkelaars bij toekomstige te bouwen woningen, hun voordeel doen met de in de rapportage opgenomen uitkomsten en aanbevelingen. Het DB van de GR Meerstad heeft de rapportage, en daarmee de aanbevelingen, ook aangeboden aan de colleges van Groningen en Slochteren. Op deze wijze kunnen de gemeenten, waar mogelijk, de aanbevelingen meenemen in de ontwikkeling en ruimtelijk invulling van het Meerstadgebied. Uiteraard gaat het hierbij om aanbevelingen. Daadwerkelijke realisatie daarvan is een afweging (op basis van inhoudelijke en financiële argumenten) die beide gemeenten zelf moeten maken. In dit rapport wordt ook de opstart van de monitor beschreven. Over deze laatste fase van de pilot Gezondheid en Energie zal apart worden gerapporteerd. De eerste resultaten van de monitor worden verwacht in het voorjaar 2014.
Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
4
2. Eerste fase: Ontwerpfase woningen Meerstad De pilot is gestart met de ontwerpfase voor de woningen. In een aantal ateliersessies hebben de betrokken projectontwikkelaars hun ontwerp(en) aan de werkgroep gepresenteerd. Dit is gedaan voor de woningen van VDM en OCM. Ook is in deze eerste fase het ontwerp van de energie neutrale woningen gepresenteerd. Na de ateliersessies en een aantal vervolggesprekken is de werkgroep tot de volgende uitkomsten gekomen met betrekking tot de ontwerpfase. De bevindingen en aanbevelingen van de werkgroep tijdens de ontwerpfase zijn: 2.1 Toepassing duurzame installaties op basis van het besluit ‘geen gas’ Duurzaamheid heeft vanaf het begin van de ontwikkeling van Meerstad een plek gekregen in het planproces. Dit uit zich ondermeer in het groene en blauwe karakter van Meerstad. In 2007 is het Actieprogramma Duurzaamheid voor Meerstad vastgesteld. Vervolgens is in 2008 door de gemeenten (Groningen/Slochteren) gezamenlijk met de private partijen (de destijds betrokken ontwikkelaars) in de toenmalige aandeelhoudersvergadering besloten om geen gas aan te leggen in Meerstad. Door het ontbreken van een gasaansluiting waren de ontwikkelende partijen genoodzaakt om in Meerstad andere, meer duurzame, technieken toe te passen. Zo heeft VDM gekozen voor een luchtwarmtepomp, en OCM voor een bodemwarmtepomp. Wel vragen deze technieken om extra zorgvuldigheid (in vergelijking met meer traditionele technieken zoals de CV-ketel). Dit geldt zowel voor de ontwerpfase, de realisatie- als de gebruiksfase. • Zo zijn in de ontwerpfase kanttekeningen geplaatst bij het luchtwarmtepompconcept van VDM. In deze vorm was deze techniek destijds relatief nieuw in Nederland. In de ontwerpfase heeft VDM vervolgens nog diverse aanpassingen doorgevoerd. Daarnaast heeft VDM ook een prognose gemaakt van het te verwachten energiegebruik van de woning (in vergelijking met een meer traditionele installatie). • Ook bij het bodemwarmtepompsysteem, dat OCM heeft toegepast, is extra zorgvuldigheid noodzakelijk om goed te kunnen functioneren, maar het concept wordt al veel langer succesvol toegepast (mits goed ontworpen en uitgevoerd). Als deze technieken niet zorgvuldig worden toegepast is het belangrijkste risico dat het elektriciteitsgebruik fors hoger is dan verwacht, en daarmee ook de energierekening van de bewoners. Dit kan het gevolg zijn van te weinig beperking van de warmtevraag, of van fouten in het ontwerp of de uitvoering hiervan. Daarnaast kan de oorzaak liggen in het gedrag van de bewoners (bv. een stortdouche in plaats van een waterbesparende douchekop, of een niet geïsoleerd kattenluik in de voordeur). In de monitorfase wordt zowel het totaalverbruik als het verbruik van de warmtepomp bijgehouden, en vergeleken met een woning met een traditioneel verwarmingssysteem. 2.2 Energieprestatie hoger dan destijds verplicht in het Bouwbesluit Zowel bij VDM als bij OCM is de gerealiseerde energieprestatie beter dan destijds vereist. In het Bouwbesluit was ten tijde van het indienen van de bouwaanvraag de vereiste Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) 0,8. Bij VDM was de gerealiseerde EPC ca. 0,5. Bij OCM ca. 0,6. Inmiddels is de EPC aangepast en verlaagd naar 0,6. De wettelijk vastgelegde EPC bepaalt echter niet als enige de energiezuinigheid van de woning. Met name maatregelen om de warmtevraag te beperken scoren verhoudingsgewijs minder in de EPC, terwijl ze wel veel bijdragen aan de energiezuinigheid van de woning. Daarnaast zijn deze maatregelen (isolatie, luchtdichtheid) van groot belang voor de efficiency van de toegepaste warmtepompsystemen. De kosten van investeringen in duurzaamheid moesten in balans zijn met de VON prijs. Bijkomend argument vanuit de ontwikkelaars was dat de banken bij het verstrekken van hypotheken geen rekening houden met (kosteneffectieve) investeringen in energiemaatregelen. Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
5
Aanbeveling vanuit de werkgroep • Stimuleer de ontwikkelaars om energiezuinige woningen te realiseren. Stuur daarbij niet alleen op de te behalen EPC, maar focus ook op kwaliteit. Van belang is om een kwalitatief goed energieconcept te ontwikkelen, dat daadwerkelijk bijdraagt aan een het bouwen van energiezuinige en gezonde woningen (dus geen stapeling van maatregelen om de gewenste EPC te bereiken). Een lage EPC (op papier) leidt niet per definitie tot een lage energierekening voor de bewoners (ook los van de gedragscomponent). 2.3 Zonnepanelen niet overal rendabel toepasbaar Tijdens de ontwerpfase bleek dat de toepassing van zonnepanelen en/of zonneboilers niet bij alle woningen rendabel was. Dit betrof met name de woningen langs het water. Het rendement van de zonnepanelen is daar relatief laag vanwege de oriëntatie, gecombineerd met de hellingshoek van de daken en de schaduwwerking van de naastgelegen daken. Op de (meeste) andere woningen in Meerstad is de toepassing van zonnepanelen/boilers wel rendabel toepasbaar. Dat zien we vanzelfsprekend bij de energieneutrale woningen, maar ook bij de andere woningen van VDM en de vrije kavelwoningen. Bij de woningen waarbij zonnepanelen op het dak niet rendabel zijn, zijn bij enkele woningen de zonnepanelen op het dak van de schuur geplaatst. Aanbeveling vanuit de werkgroep • Maak het in volgende fase van Meerstad voor de bewoners meer mogelijk (waar dit technisch kan) om rendabel zonne-energie toe te kunnen toepassen (in het beeldkwaliteitplan, in combinatie met het stedenbouwkundig plan).
Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
6
3. Tweede fase: bouwaanvraag woningen Meerstad In deze fase zijn de bouwaanvragen getoetst door de bevoegde gemeente (vanwege de wisselende bevoegdheden deels door Groningen en deels door Slochteren). Daarnaast is gelijktijdig door de werkgroep gekeken naar de energie- en gezondheidsaspecten. Daarbij hebben we alleen de bouwaanvragen van VDM en OCM beoordeeld. De energieneutrale woningen zijn niet meegenomen omdat de bouw van de deze woningen mee deden in een soortgelijk project van de Provincie Groningen. Hieronder staat een beknopte weergave van de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen van de werkgroep. 3.1 Voldaan wordt aan het Bouwbesluit Uit de beoordeling van de bouwaanvragen blijkt dat, voor zover het de aspecten betreft die beoordeeld zijn, zowel bij VDM als OCM voldaan wordt aan het Bouwbesluit. 3.2 Extra zorgvuldigheid nodig bij bodem- en luchtwarmtepompen Zoals ook in hoofdstuk 2 weergegeven is een warmtepompsysteem, in vergelijking met een traditionele (CV-)installatie meer complex (dit geldt zowel voor een bodem- als luchtwarmtepomp). Echter wanneer extra zorgvuldigheid wordt betracht kan een warmtepompsysteem prima functioneren. Dit geldt zowel voor het ontwerp, de realisatie als het gebruik. Voorwaarde is bijvoorbeeld partijen te betrekken die ervaring hebben met koude/warmtetechniek en luchtwarmtepompen. • Beperking warmtevraag en gerealiseerde energieprestatie De gebouwde woningen voldoen aan de isolatiewaarde, bij een betere schil (isolatie, kierdichtheid, etc) is de warmtevraag namelijk lager, waardoor de warmtepomp minder hard hoeft te werken. Hierdoor zal het elektriciteitsgebruik lager zijn, en dus de energieprestatie hoger. o VDM heeft hiertoe extra maatregelen genomen voor het verbeteren van de luchtdichtheid van de woning. Door nauwkeurige prefab-bouwmethode en luchtdichtheid blijkt volgens VDM dat het daadwerkelijke verbruik aanmerkelijk lager ligt dan het theoretisch verbruik. o Door OCM wordt aangegeven dat de meeste woningen zijn uitgevoerd met een warmtepomp met een beter rendement dan in de bouwaanvraag opgenomen. Hierdoor zal volgens OCM de daadwerkelijke energieprestatie gunstiger uitvallen, dan in de bouwaanvraag weergegeven. • Bewaking bodembalans bodemwarmtepompsystemen De bouwers zijn zelf verantwoordelijk voor de bodembalans van hun eigen systeem. De onderzochte woningen in Meerstad staan relatief dicht op elkaar. Aandachtspunt is dus om er voor te zorgen dat deze systemen elkaar niet negatief beïnvloeden en de bodemwarmte ‘in balans blijft’. OCM heeft hier rekening mee gehouden door: o Boringen op genoeg afstand van elkaar te plaatsen, variëren in voor en achter de woning o Genoeg diepte (tot 80 meter) Daarnaast heeft OCM de bodem gesimuleerd waarbij uitgegaan is dat alle omringende woningen voorzien zijn van een bodemgekoppeld systeem. Tevens is de simulatie uitgevoerd met een onbalans, om zeker te zijn dat het systeem werkt. Iedere warmtepomp is voorzien van een internet aansluiting en alle gemeten waarden kunnen worden gemonitord. Deze monitoring maakt onderdeel uit van het onderhoudsprogramma (waar bewoners voor kunnen kiezen). • Gevolgen voor het gebruik van de woning door de bewoners De temperatuur in de woonkamer wordt vanzelfsprekend gereguleerd met een thermostaat. De andere kamers beschikken niet over een specifieke temperatuurregeling per kamer. Wel kan in het vloerverwarmingssysteem per ruimte de warmtelevering wat worden ‘afgeknepen’. Middels deze vloerverdeler kan, net zoals bij een standaard radiator, de temperatuur geregeld worden. Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
7
Waar de bewoners echter rekening mee moet houden is de vertraging die geldt bij lage temperatuur verwarming, één van de eigenschappen van vloerverwarming. Lage temperatuur geeft echter wel veel comfort. Aanbevelingen • Stimuleer ontwikkelaars in volgende fases om extra zorgvuldigheid te blijven betrachten bij de toepassing van warmtepompconcepten (bv. warmtevraag, rendement warmtepompen, bodembalans) • Vanzelfsprekend zijn de ontwikkelaars zelf verantwoordelijk voor de bodembalans van hun eigen systeem. Wel adviseren wij om bureau Meerstad en/of de gemeente Slochteren of Groningen (afhankelijk op wiens grondgebied wordt gebouwd) een rol te geven bij het in kaart brengen en in beeld houden waar individuele en waar collectieve energiesystemen worden toegepast. Op verzoek kunnen de gegevens aan ontwikkelaars worden geleverd, zodat zij ervoor kunnen zorgen dat de bestaande en nieuwe systemen optimaal (blijven) functioneren. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat systemen van verschillende ontwikkelaars elkaar niet negatief beïnvloeden en de bodemwarmte van het gehele gebied ‘in balans blijft’. • Stimuleer de ontwikkelaars om voldoende voorlichting te geven aan de bewoners van de woningen 3.3 Er is niet gekozen voor een collectief energiesysteem OCM heeft gekozen voor een individueel systeem omdat de verkoop van woningen te langzaam gaat voor een collectief systeem. Daardoor zijn volgens OCM de voorinvesteringen en risico’s voor een exploitant te groot. Ook VDM heeft gekeken of een collectief energiesysteem mogelijk was. Hiervoor is echter niet gekozen vanwege de beperkte ruimte binnen het plan en de mogelijke warmteverliezen in de transportleidingen. Aanbeveling • Wij adviseren om voor een volgende fase van de ontwikkeling van Meerstad opnieuw te overwegen of een collectief systeem interessant kan zijn. Dit is afhankelijk van het type ontwikkeling, de ontwikkelsnelheid, de beschikbare technische mogelijkheden en de betreffende ontwikkelaar(s). 3.4 Ventilatiesysteem voor comfort en gezondheid een goede keuze Het door beide ontwikkelaars gekozen ventilatieconcept met natuurlijke toevoer en mechanische afvoer is volgens de werkgroep een concept dat vanuit gezondheidsoogpunt prima werkt. Daarbij is een systeem toegepast waarbij de ventilatieroosters in de gevels zelfregelend zijn. Deze roosters zorgen ervoor, dat onafhankelijk van de winddruk op de gevel altijd de juiste hoeveelheid lucht geventileerd wordt. Deze roosters zijn door bewoners zelf te reinigen. In de kopersmap is hiervoor een instructie opgenomen. Aandachtspunt vanuit de werkgroep is dat bewoners de roosters afsluiten vanwege mogelijke tochtklachten. Daarnaast kan in elke ruimte een raam open, zowel bij de woningen van OCM als VDM. Aanbeveling Geef bewoners extra voorlichting over het gebruik en het onderhoud van de ventilatieroosters.
3.5 Geluid aandachtspunt vanwege installaties op zolder Aandachtspunt vanuit de werkgroep is het geluidsaspect vanwege de energie/ventilatie-installaties, ondermeer vanwege de open trapverbinding tussen verdieping 1 en 2. Dit kan mogelijk geluidsoverlast veroorzaken op de 1e verdieping, maar ook op de zolder zelf, die eventueel als slaapkamer geschikt kan worden gemaakt. Dit aandachtspunt geldt ook bij traditionele installaties.
Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
8
Ten tijde van de bouwaanvraag voor deze woningen was voor geluid in het Bouwbesluit nog geen norm opgenomen. Op dit moment is dat wel het geval. Aanbeveling • Meer aandacht voor geluid bij het ontwerp.
3.6 Open trap niet optimaal voor energiegebruik Vanwege de wensen vanuit architectuur, esthetiek/stedenbouw is in de ontwerpfase gekozen voor een trap die uitkomt in de woonkamer. Afsluiting van deze trap wordt optioneel aangeboden. Standaard is hier niet voor gekozen vanwege het effect op het oppervlak van de woonkamer. Een aantal bewoners heeft wel gebruik gemaakt van de optie om de open trap af te sluiten. Aanbeveling: • Wij adviseren om bij volgende ontwikkelingen de overweging te maken of al dan niet een open trap wordt toegepast, en daarbij de consequenties voor het energiegebruik te betrekken.
Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
9
4. Derde fase: bouw- en opleveringsfase woningen Meerstad Tijdens de eindfase van de bouw zijn bij 4 woningen (2 van VDM en 2 van OCM) de volgende metingen verricht: • luchtdoorlatendheid van de gebouwschil • ventilatiedebiet (luchtverversing) • installatiegeluid (warmtepomp en ventilatiesysteem) • thermografisch onderzoek: kwaliteit thermische schil (dit deel van het onderzoek is bij veel meer woningen uitgevoerd) Aansluitend op onze metingen heeft er een vergelijkbaar provinciaal onderzoek plaatsgevonden. Daarbij is ook één van de energieneutrale woningen in Meerstad meegenomen. 4.1 Resultaten metingen Hieronder staan de belangrijkste resultaten (deze resultaten zijn ook al in een eerdere fase aan het DB van de GR gerapporteerd). Hierbij moet worden vermeld dat het aantal metingen geen statistisch/wetenschappelijk onderbouwde steekproef betreft, maar het geeft wel een goed beeld van een aantal belangrijke aandachtspunten bij de projectmatige bouw. Daarnaast zijn door BWT van de gemeente Slochteren (het bevoegd gezag) ook reguliere bouwcontroles uitgevoerd. Hierbij zijn geen bijzonderheden geconstateerd. Voldaan wordt aan het Bouwbesluit De gemeten parameters zijn getoetst aan het Bouwbesluit ten tijde van de Bouwaanvraag (2010). Hieraan wordt voldaan. Maar er zijn wel aandachtspunten. De belangrijkste zijn als volgt. Aandachtspunt is de geluidsbelasting vanwege de installaties Ten tijde van de bouwaanvraag voor deze woningen was hiervoor in het Bouwbesluit nog geen norm opgenomen. Op dit moment is dat wel het geval. Uit de metingen blijkt dat de gemeten woningen nu niet meer zouden voldoen aan de huidige geluidsnormen (bij VDM vanwege de warmtepompboiler, bij OCM vanwege het ventilatiesysteem). Het risico bestaat dat de ventilatie vanwege het geluid zachter wordt gezet (of helemaal uit), met als gevolg dat te weinig wordt geventileerd, wat ten koste gaat van het binnenklimaat. Aandachtspunt is de luchtdoorlatendheid van de woningen Er wordt voldaan aan de eisen aan het Bouwbesluit. Echter, er zijn wel een aantal specifieke aandachtspunten: bijv. incidentele luchtlekken bij het kruipluik en/of de meterkast, en bij openslaande deuren, aansluitingen erker en/of de doorvoer van het ventilatiekanaal. Uit het thermografisch onderzoek blijkt dat er, vooral bij de woningen van OCM, diverse incidentele thermische lekken of luchtlekken aanwezig zijn. Bij een aantal woningen sluit bijv. het isolatiemateriaal minder goed op elkaar aan. Dit kan invloed hebben op de uiteindelijke energievraag van de woning en/of het comfort. Wel wordt voldaan aan het Bouwbesluit. Uit het thermografisch onderzoek bleek tevens dat de woningen van VDM op dit vlak erg weinig onvolkomenheden vertoonden. Ten aanzien van het aantal lucht- en thermische lekken concludeert het onderzoeksbureau overigens dat het beeld bij OCM overeenkomt met wat gemiddeld in de Nederlandse nieuwbouw wordt aangetroffen. Volgens het onderzoeksbureau ligt hier een belangrijk verbeterpunt voor een groot deel van de bouwbedrijven in Nederland. Vergelijking met provinciaal onderzoek In het provinciaal onderzoek zijn bij 19 woningen bij diverse nieuwbouwprojecten in de provincie Groningen metingen uitgevoerd, incl. één van de energieneutrale woningen in Meerstad. Voor een belangrijk deel bevestigt dit onderzoek de resultaten van de uitgevoerde metingen in Meerstad.
Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
10
Gedeeltelijk betreft het dezelfde aandachtspunten (kierdichtheid/luchtlekken, geluid ventilatiesysteem), met dien verstande dat uit het gemiddeld beeld van het provinciaal onderzoek meer aandachtspunten naar voren komen dan in Meerstad. Daarnaast blijkt dat, in vergelijking met het provinciaal onderzoek, met name de woningen van VDM qua kierdichtheid en thermische schil goed presteren. 4.2 Aanbevelingen vervolgfases ontwikkeling Meerstad Sturen op aantoonbare kwaliteit Zowel in de ontwerpfase als bij de beoordeling van de bouwaanvraag is aangegeven dat bij de toepassing van warmtepompsystemen meer zorgvuldigheid noodzakelijk is dan bij traditionele CVinstallaties. Vanuit de meetresultaten in de opleverfase wordt deze constatering aangevuld met aandachtspunten ten aanzien van luchtdoorlatendheid en geluid. Deze resultaten worden bevestigd vanuit het provinciale onderzoek. Zoals vermeld staan deze resultaten los van het Bouwbesluit; hieraan wordt voor de onderzochte aspecten voldaan. Wel adviseert de werkgroep om voor volgende fases van de ontwikkeling van Meerstad te overwegen om met de ontwikkelaars afspraken te maken over de aantoonbaarheid van de kwaliteit van de woningen. Resultaat hiervan moet zijn dat de ontwikkelaar/bouwer aan de bewoner aantoont welke kwaliteit woning hij heeft gebouwd. De belangrijkste items hierin zijn: • kwaliteitsverklaringen/keurmerken over de kwaliteit van het binnenklimaat: o keuze voor een ventilatiesysteem met een goede balans tussen beperking energievraag en luchtverversing, zonder geluidsoverlast • keurmerken, kwaliteitsverklaringen, gelijkwaardigheidsverklaringen en garanties over de kwaliteit van het energieconcept o bij warmtepompsysteem: bron, pomp en afgiftesysteem • meetresultaten van oplevercontroles over de kwaliteit van de bouw, o uit te voeren in opdracht van de bouwer/ontwikkelaar o meting luchtdichtheid, infraroodopnames, ventilatieprestatie-keuring, geluidsmetingen. Daarbij adviseren we om afspraken te maken over voorlichting aan de bewoners over het gebruik en onderhoud van de installaties (ventilatie en energiesystemen). In de praktijk blijken bewoners vaak te weinig op de hoogte. In grote lijn sluit deze aanbeveling aan op de afspraken die de rijksoverheid met de bouwwereld heeft gemaakt in het Lenteakkoord (Kop Staart Aanpak 2011). Essentie van de Kop/Staart aanpak is dat ontwikkelaars/bouwers zelf meer verantwoordelijk worden gesteld voor het aantonen van de kwaliteit van hun eindproduct. Aan de KOP, door kwaliteitseisen op te nemen in het PVE. En bij de STAART, door gecertificeerde kwaliteitskeuringen te (laten) doen om de eindkwaliteit te bewaken. Aansluitend hierop zal de komende jaren door het Rijk het bouwlabel Nieuwbouw worden ingevoerd. Dit label moet nieuwbouwwoningen vergelijkbaar maken met bestaande woningen. Onderdeel van dit label is een uitgebreid bouwdossier, inclusief een oplevertoets. Resultaten pilot als input voor evt. actualisatie Actieprogramma Duurzaamheid Meerstad Tot slot adviseert de werkgroep om te overwegen het Actieprogramma Duurzaamheid uit 2007 te actualiseren. Redenen hiervoor kunnen zijn: • de wijze waarop Meerstad zich ontwikkelt is drastisch gewijzigd; • de energienormering is verder aangescherpt; • de crisis in Nederland en specifiek in de woningbouw nog in volle gang; • de technologische ontwikkeling op energiegebied heeft niet stilgestaan. De resultaten van de pilot kunnen onderdeel uitmaken van de input zijn voor deze actualisatie.
Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
11
5. Vierde fase:
monitoring van gebruikersfase van de woningen
De laatste fase van de pilot betreft de monitor. Daarbij beoordelen we hoe de woningen presteren na de oplevering, tijdens de gebruikersfase, als de bewoners er wonen. De monitor bestaat uit 2 onderdelen: • Monitor energieverbruik door het uitvoeren van metingen • Monitor bewonerstevredenheid t.a.v. energie en binnenklimaat door een enquête Daarnaast worden bij een beperkt aantal woningen specifieke metingen uitgevoerd t.a.v. het binnenklimaat (relatieve luchtvochtigheid, CO2-gehalte, ventilatiecapaciteit, installatiegeluid). Monitor energieverbruik door het uitvoeren van metingen We meten zowel het totaalenergieverbruik als het energieverbruik van de warmtepomp, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het energieverbruik benodigd voor warm water en het energiegebruik voor ruimteverwarming. De gegevens worden op afstand afgelezen. Op eenvoudige wijze kan een overzicht worden gemaakt van het maand- of jaarverbruik. De bewoner zelf kan de gegevens vanzelfsprekend ook inzien; dit kan zowel via de computer als via bv. een smartphone. Enquête bewonerstevredenheid en aanvullende metingen t.a.v. het binnenklimaat Daarnaast meten we, door middel van een vragenlijst, de tevredenheid van de bewoners ten aanzien van het binnenklimaat en energie. De vragenlijst wordt mondeling afgenomen, tegelijkertijd met het installeren van de monitorapparatuur. Ten aanzien van het binnenklimaat ligt de focus op het ventilatiesysteem en het installatiegeluid. Daarbij kijken we vooral naar gezondheid en comfort. Testfase monitor Tijdens de voorbereiding bleek dat er in Nederland niet veel ervaring is met soortgelijke monitoringprojecten. Er zijn nauwelijks projecten waarbij niet alleen het totaalenergieverbruik, maar ook het gebruik van specifieke apparatuur (de warmtepomp) wordt gemeten. Wel zijn er projecten waarbij één woning wordt volgestopt met dure apparatuur, maar bij ons project is het juist de insteek om meerdere woningen te monitoren. Vandaar dat de opzet van de monitor bij een tweetal woningen is getest (één woning van OCM en één van VDM). Op basis van de test zijn een aantal (met name technische) aanpassingen doorgevoerd en zijn nadere afspraken gemaakt met Enexis (over de plaatsing van slimme meters) en Plugwise (de leverancier van de monitorapparatuur en bijbehorende software). Vervolg De monitor heeft een doorlooptijd van 2 jaar, waarbij de enquête zowel aan het begin als halverwege (na een jaar) wordt afgenomen. Vanuit het beschikbare budget kunnen we circa 30 woningen monitoren. Inmiddels hebben 28 bewoners zich opgegeven. De benodigde meetapparatuur zal in het najaar 2013 worden geplaatst. De eerste resultaten zullen in het voorjaar 2014 worden gerapporteerd.
Bevindingen en aanbevelingen van de eerste drie fasen van de Pilot Gezondheid en Energie in Meerstad 17 oktober 2013
12