Bijlage 2: ENGAGEMENTSVERKLARING VOOR EEN VERSTANDIG ENERGIEGEBRUIK
Vlaams minister Kris Peeters wil met een verstandig energiebeleid niet alleen het aanbod sturen maar ook en vooral de vraag beheersen. Vraagbeheersing en aanbodsturing zijn de twee pijlers van een verstandig energiebeleid. En hoewel beide belangrijk zijn, heeft vraagbeheersing voorrang op aanbodsturing, omdat energiezuinig handelen te verkiezen valt boven milieuvriendelijke energie. Energiezuinig handelen houdt verband met infrastructuur, productieprocessen, apparaten en gedrag. Het heeft te maken met zowel gebouwen, stroomopwekking, voertuigen en huishoudtoestellen als het al dan niet doven van lichten of sluiten van deuren. Van overheidswege wordt energiezuinig handelen aanbevolen en aangemoedigd, hetzij informatief en sensibiliserend, hetzij reglementair en financieel. Voor gebouwen zijn er de energieprestatienormen en het energieprestatiecertificaat. Voor bedrijven zijn er de convenants en de consulenten. Voor gezinnen zijn er de premies (o.a. voor energie-audits) en de spaarlampen. Voor overheids-, onderwijs-, welzijns- of gezondheidsinstellingen is er de energieboekhouding. Voor elektriciteitsdistributienetbeheerders zijn er de openbaredienstverplichtingen. En voor elektriciteitsproducenten is er de warmtekrachtkoppeling. Ter motivering van de inspanningen gelden zowel ecologische als sociaal-economische argumenten. Een bespaarde kWh elektriciteit, m³ aardgas, hl stookolie of ton steenkool beperkt onze afhankelijkheid van een gering aantal buitenlandse grondstoffen en van schaarse of schadelijke brandstoffen en spaart meteen ook is CO2 en €. Dus uitstekend voor het milieu maar ook voor het budget. Het geldt voor de overheid en voor gezinnen en verenigingen. Doch het geldt evenzeer voor de ondernemingen. Om hen op weg te helpen en hen bij te staan, heeft minister Peeters niet alleen regels opgelegd (isolatie- en energieprestatiecriteria), regelingen opgezet (warmtekrachtcertificaten), overeenkomsten afgesloten (benchmarking- en auditconvenants) en toelagen verstrekt (ecologiesteun). Tevens heeft de minister energieconsulenten ter beschikking gesteld van Fed. Horeca Vlaanderen, VOKA, UNIZO, Boerenbond en NAV/BVA om nijverheid, diensten, land- en tuinbouw en architecten te voorzien van experten in energiegebruik of specialisten in energiebesparing, die zowel informeren en sensibiliseren als assisteren bij het zoeken naar reducties en het vinden van subsidies. Het gaat van het verspreiden van documentatie tot het uitvoeren van pré-audits. Om het middel kenbaar en de bedoeling duidelijk te maken wenst Vlaams minister Kris Peeters met de organisaties een intentieverklaring voor een verstandig energiegebruik te ondertekenen. De organisaties engageren zich om met de energieconsulenten werk te maken van een sector- en bedrijfsgebonden energiebesparingsbeleid, en aldus bij te dragen tot het uitvoeren van de energie-prestatie- of de (onlangs goedgekeurde) energie-efficiëntierichtlijn. Alle partijen geloven dat samenwerking en overleg tussen overheid en ondernemingen de geschikte aanpak is om daadwerkelijk tot resultaten te komen en successen te boeken inzake energieprestaties respectievelijk energie-efficiëntie.
De organisaties die een door het Vlaams gewest ter beschikking gestelde energieconsulent inzetten, met name Fed. Horeca Vlaanderen, VOKA, UNIZO, Boerenbond en NAV/BVA, verbinden zich tot volgende initiatieven.
De energieconsulent maakt zich vertrouwd met de energieverbruiksposten in de sector, de energiebesparende mogelijkheden, de relevante regelgeving en de steunmaatregelen.
De energieconsulent treedt informerend, sensibiliserend, adviserend en begeleidend op inzake energiebesparing en benut de bestaande communicatiekanalen voor de informatieverspreiding naar de sector.
Voor Fed. Horeca Vlaanderen:
Het verzorgen van een mailing naar de hoteluitbaters waarin de activiteiten en diensten van de energieconsulent worden voorgesteld en waarin de hotels worden gewezen op het belang van energiebesparing. De hoteluitbaters worden verzocht om hun energieverbruiken en -kosten te vergelijken met de gemiddelde verbruiken en kosten in de sector. Daartoe wordt de mailing vergezeld met een overzicht van kengetallen van de energieverbruiken en -kosten.
Het geven van eerstelijnsadvies inzake rationeel energiegebruik door begeleiding van hoteluitbaters bij het registreren, opvolgen en interpreteren van energieverbruiken, het ter plaatse detecteren van posten van energieverspilling en het aanwijzen van energiebesparende ingrepen. Desgevallend wijst de energieconsulent door naar professionelen op de energiemarkt voor grondig energie-advies en energiebeheer.
Het geven van voorlichting inzake steunmaatregelen op gewestelijk en federaal vlak en begeleiding bij de steunaanvraag.
Het op de website van Fed. Horeca Vlaanderen beknopt oplijsten van informatiebronnen, publicaties, regelgeving, steunmaatregelen en adressen van instanties, die relevant zijn voor de hotelsector in het kader van energiebesparing.
Het uitwerken van drie thema-artikels rond rationeel energiegebruik in de publicaties van de sector.
Het tijdens de Maand van de Energiebesparing in oktober 2006 opnemen van een voorbeeldcase van een of meerdere energiebesparende ingrepen of investeringen in een hotel met getuigenis van de hoteluitbater en organisatie van een bezoekmogelijkheid.
Het organiseren van een workshop of rondetafel rond rationeel energiegebruik in de hotelsector op het einde van het project waarop de energieconsulent in ieder geval de sector zal informeren over de resultaten van het project.
Voor VOKA en UNIZO:
Het bekendmaken van het project aan bedrijven en sectoren door gebruik te maken van de bestaande overlegstructuren binnen VOKA respectievelijk UNIZO, aankondiging door middel van redactionele artikels via de website van VOKA respectievelijk UNIZO, het tijdschrift Snelbericht en de Focus Milieu respectievelijk het tijdschrift Z.O.-Magazine.
Een selectie maken van de prioritair te benaderen sectoren op basis van de interesse van de sector, de beschikbare kennis over energiegebruik en het besparingspotentieel in de sector.
Voor de geselecteerde prioritaire sectoren zal een onderzoek worden gedaan naar de beschikbare informatie inzake rationeel energiegebruik
Het geven van eerstelijnsadvies inzake rationeel energiegebruik door begeleiding van bedrijven bij het registreren, opvolgen en interpreteren van energieverbruiken, het ter plaatse detecteren van posten van energieverspilling en het aanwijzen van energiebesparende ingrepen. Desgevallend wijst de energieconsulent door naar professionelen op de energiemarkt voor grondig energie-advies en energiebeheer.
Het geven van voorlichting inzake steunmaatregelen op gewestelijk en federaal vlak en begeleiding bij de steunaanvraag.
Het op website beknopt oplijsten van informatiebronnen, publicaties, regelgeving, steunmaatregelen en adressen van instanties, die relevant zijn voor de bedrijven in het kader van energiebesparing.
Het uitwerken van drie voorbeeldcases rond rationeel energiegebruik voor publicatie in de tijdschriften van de betreffende sector of van VOKA respectievelijk UNIZO.
Tijdens de Maand van de Energiebesparing in oktober 2006 een symposium organiseren waarop de voorlopige stand van zaken van het project wordt toegelicht. Op een symposium in oktober 2007 worden de resultaten van het project voorgesteld.
Op basis van de resultaten van het project zal feedback worden georganiseerd naar het beleid. De aandacht hierbij zal worden toegespitst op het beschikbaar potentieel binnen de doelgroep, de gerealiseerde besparingen binnen de doelgroep, knelpunten in de realisatie van de projecten en voorstellen naar beleidsaanpassingen om de realisatiegraad te verhogen.
Voor Boerenbond:
Het bekendmaken van het project aan land- en tuinbouwbedrijven door de organisatie van een EnergieInfomarkt, promotie in de vakpers en op de website.
De installatie van een overlegplatform waarop de diverse instanties en organisaties worden uitgenodigd met expertise inzake het energiethema. De doelstellingen van dit overlegplatform zijn afstemming van de verschillende initiatieven, samenwerking stimuleren en gezamenlijke projecten opzetten.
Verdere inventaris van bestaande knelpunten en technologische oplossingen. Uitwerken van adviesmodules. Het geven van eerstelijnsadvies inzake rationeel energiegebruik door begeleiding van bedrijven bij het registreren, opvolgen en interpreteren van energieverbruiken, het ter plaatse detecteren van posten van energieverspilling en het aanwijzen van energiebesparende ingrepen. Desgevallend verwijzen de energieconsulenten door naar professionelen op de energiemarkt voor grondig energie-advies en energiebeheer.
Het geven van voorlichting inzake steunmaatregelen op gewestelijk en federaal vlak en begeleiding bij de steunaanvraag.
Het op de website beknopt oplijsten van informatiebronnen, publicaties, regelgeving, steunmaatregelen en adressen van instanties, die relevant zijn voor de doelgroep in het kader van energiebesparing.
Aan de hand van case studies een reeks voorbeeldbedrijven ontwikkelen.
Op basis van de resultaten van het project zal feedback worden georganiseerd naar het beleid. De aandacht hierbij zal worden toegespitst op het beschikbaar potentieel binnen de doelgroep, de gerealiseerde besparingen binnen de doelgroep, knelpunten in de realisatie van de projecten en voorstellen naar beleidsaanpassingen om de realisatiegraad te verhogen.
Voor NAV/BVA:
Het bekendmaken van de Vlaamse energieprestatieregelgeving naar de doelgroep van architecten, onder andere door gebruik te maken van de bestaande communicatiekanalen, en de uitwerking van een maandelijkse internetnieuwsbrief.
Het geven van eerstelijnsadvies inzake de implementatie van de Vlaamse energieprestatieregelgeving en de werking van de software.
Het uitwerken van typedocumenten die voor de architecten de praktische implementatie van de energieprestatieregelgeving moeten vergemakkelijken, onder andere het uitwerken van type-overeenkomsten voor de verslaggever-architecten.
Het verstrekken van informatie en toelichting inzake steunmaatregelen voor energiezuinig bouwen op lokaal, gewestelijk en federaal vlak.
Op basis van de resultaten van het project zal feedback worden georganiseerd naar het beleid. De aandacht hierbij zal worden toegespitst op concrete knelpunten bij de praktische implementatie van de regelgeving, problemen met het gebruik van de software en eventuele onduidelijkheden aangaande de verantwoordelijkheden van de diverse partners die betrokken zijn bij het bouwproces.
Handtekeningen:
Fed. Horeca Vlaanderen
Voka
Unizo
Boerenbond
NAV/BVA
Vlaams minister Kris Peeters