Bijlage 2 bij Schoolondersteuningsprofiel: De huidige leerling populatie Werkproces 1. Kwaliteitszorg. Kwaliteitsaspect : De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingpopulatie en verbindt daaraan aantoonbare consequenties voor de inrichting van het onderwijs. 1.1.3. Inspectiekader SBO Kwaliteitszorg 9. De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg. 9.1. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingpopulatie.
Schooljaar 2012 - 2013 De leerling-populatie. Op basis van deze vertaalslag zijn conclusies voor de inrichting van het onderwijs vastgelegd. De school heeft inzicht in de leerlingpopulatie op individueel, groeps- unit- en schoolniveau. (klapper leerlingpopulatie). Leerkrachten gebruiken de overzichten voor hun groepsorganisatie (stamgroep) en voor de groepsplannen, pedagogisch en didactisch (stamgroep en instructiegroepen).
De school gebruikt de overzichten om zicht te houden op de populatie en om het schoolbeleid hierop te kunnen aanpassen. Veranderingen van de schoolpopulatie leidt tot schoolontwikkeling en deskundigheidsbevordering van de leerkrachten (kennis en vaardigheden maar ook tot anders handelen van de leerkracht). Het leidt ook tot de inzet van andere leermiddelen, programma’s methodes, schoolbrede aanpakken en afspraken (bijv. picto’s, coop werkvormen, stappenplannen).
Discrepantie >12 35%
Cat. 1 Beperkte Mogelijkheden IQ 55 t/m 74 22%
Kenm. Dyscalculie 1%
Kenmerken Co-morbiditeit 22%
Cat. 2 Ben. Gemid. mogelijkheden IQ 75 t/m 90 56%
Comorbiditeit 5%
Cat. 3 Gem. Mogelijkheden IQ >90 22%
ADD kenmerken 7%
ADD diagn. 1%
Kenm. ADHD 8%
Dyscal 0%
SBO Bernardus
ADHD diagn. 12%
Leerlingkenmerken
Dysfatische Ontw. 1%
Kenm Autisme 3%
Dyslexie 17%
DCD 3%
Kenm. DCD 1%
NLD 1% Kenm NLD 3%
Ned. als 2e taal 7%
PDD-NOS 6%
Asperger 1%
Educatief partnerschap 15% Kenmerken Dyslexie 17%
Autisme 1%
Gezinssituatie 25%
Bijz. ziektebeelden 7%
Hecht.st. 3% Traum. Ervaring 1%
Kenm. PDD-NOS 7%
Lezen: 17 % van onze leerlingen heeft dyslexie en 17 % van onze kinderen heeft kenmerken van dyslexie. We hebben al jarenlang een speciale lees- en spellinggroep als extra instructiegroep binnen de school waarbij de remediaal specialist de leerlingen lees – en spellingonderwijs geeft. Hierbij wordt via divergente differentiatie gewerkt. Welke aanpak, welke strategie werkt wel bij de leerling. Elke leerling/ of kleine groepje heeft zijn eigen plan. Er wordt wel samen gewerkt en geleerd. Het metacognitieve aspect wordt hier ook specifiek benadrukt. Kinderen en ouders worden zeer specifiek bij het leerproces en de vorderingen betrokken.(gesprekken met leerlingen over welbevinden competentiegevoel vorderingen, gesprekken met ouders, huiswerkafspraken). Streven van deze groep blijft om de leerlingen na een “ lees-spellingbad“ weer te laten aansluiten bij een reguliere instructiegroep. Afhankelijk van de onderwijsbehoeften worden keuzes gemaakt in het aanbod (switch in aanpak via TNLL connectionistisch model, of gecombineerd aanbod van verschillende methodieken. Het lees-spellingtraject van de Bernardusschool staat beschreven in het zorgplan. Op schoolniveau hebben we per week één leesles (45 minuten) meer ingepland. De groepen die M6 en hoger hebben werken dan met de methode Nieuwsbegrip(na.v. resultaten juni 2011 en advies protocol dyslexie SBO). T.a.v . de leesproblemen hebben we de leertijd voor lezen uitgebreid voor leerlingen die M5 nog niet beheerst hebben (4x per week extra leertijd tijdens taakdifferentiatie). Op schoolniveau zijn afspraken gemaakt over extra leertijd voor zwakke lezers t/m M5 t.a.v. leeshuiswerk. Er is t.a.v. middelen veel geïnvesteerd in Luisterlezen, methodes zijn voorzien van cd’s om de themaverhalen nogmaals te beluisteren (Taalverhaal, Estafette, kopieermap Veilig in stapjes, boekseries luisterlezen. De methodieken worden remediërend en compenserend ingezet. Daarnaast beschikt de school over een groot aantal computerprogramma’s die de talige ontwikkelingen ondersteunen, het visuele wordt ondersteund door het verbale. Bovendien staat in alle lessen maatje-lezen en samenwerken centraal in de verwerking. Uitbreiding leestijd, 45 minuten, nav evaluatie opbrengsten(einde schooljaar 2011-2012) en advies protocol. Het inzetten van compenserende maatregelen wordt ingezet indien noodzakelijk. 18 % van onze leerlingen heeft een diagnose of kenmerken ASS (autisme, PDDNOS, Asperger). We constateerden een aantal jaren geleden dat er meer leerlingen kwamen die deze leerling-kenmerken hadden. Er heeft scholing plaatsgevonden met een groot aantal teamleden bij het IVOO. Er heeft ondersteuning plaats gevonden via de ambulante begeleiding van REC 4. Op schoolniveau zijn afspraken gemaakt over het inzetten van de picto-lijn binnen de gehele school. We bereiden leerlingen voor op zaken die komen gaan(voorspelbaarheid, vaste structuur en regels/ regelhantering, stappenplannen). 12 % van onze kinderen heeft ADHD en 8 % van de kinderen heeft kenmerken van ADHD.
Duidelijke structuur geven aan deze leerlingen. Gebruik maken van voorspelbaarheid. Picto-lijn en visualisaties binnen de gehele school. Werken met stappenplannen op de diverse gebieden. Leerlingen begeleiden in vrijere situaties zoals het buiten spelen. Aandacht bij het gebruik van medicijnen (protocol hiervoor). Onze ergotherapeute ondersteunt deze kinderen bij het planmatig handelen (aanpak Meichenbaum). Omgevingskenmerken bijzondere omstandigheden 17 % Extra risico gezinssituatie 25 % Educatief partnerschap 15 % Externe hulpverlening 31 % Een aantal jaren geleden was deze groep veel kleiner. Actie die we hierin ondernemen is dat we veel intensiever samenwerken met bureau Jeugdzorg en andere instellingen. Binnen begeleidingsteam worden zaken sneller en beter opgepakt. De lijn is kort en direct. We maken afspraken en spreken hierbij ook een doel en een tijdspad af. De intern begeleiders onderhouden intensieve contacten met verschillende instanties: BJZ, Xonar, Radar, MEE, Gastenhof, GGZ Mondriaan e.a. Bij BJZ hebben we een vaste contactpersoon. Kinderen binnen school ruimte geven om over hun problemen te kunnen praten.(leerkracht, orthopedagoog, IB) Alertheid van leerkrachten in deze is verhoogd. Extra scholing geweest van het Riagg in het voeren van gesprekken met ouders. Specifieke leerlingen worden besproken binnen leerlingbesprekingen in team of unitoverleg. Ook is er extra scholing op teamniveau en aan de IB-ers geweest t.a.v. herkennen van kindermishandeling en de aanpak hiervan. Het stappenplan (route) bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling is opgenomen in ons schoolbeleid (werkproces 2). Leefstijl is ons regulier programma met betrekking tot de stimulering van de sociale emotionele ontwikkeling van onze leerlingen. Jarenlang hebben we leerlingen met extra zorg op dit gebied training binnen onze school gegeven. Sinds drie jaar hebben we een hiervoor een nieuwe training genaamd Sociale Emotionele Training. Twee leerkrachten zijn hierin geschoold en worden door een externe deskundige in begeleid(KanjerKraan). Als team hebben we vorig schooljaar een teamscholing gevolgd zodat we de vertaalslag van het trainingsprogramma kunnen maken naar de praktijk van alle dag. De regels, afspraken, de middelen(pettenprogramma) die binnen de training ingezet worden, worden nu ook binnen de gehele school toegepast. Co-morbiditeit (5%) en kenmerken van co-morbiditeit (22 %) Op onze school zitten 8 leerlingen waarbij er sprake is van twee gediagnosticeerde stoornissen: PDDNOS en ADHD 2 leerlingen Dyslexie en ADHD 3 leerlingen Dyslexie en PDDNOS 1 leerling
Dyslexie en Asperger 1 leerling Dyslexie en dysfatische ontwikkeling 1 leerling
Bij een groot aantal van onze leerlingen is er sprake van co-morbiditeit op grond van kenmerken van stoornissen. Het is interessant om in de komende periode te kijken of we deze leerlingen ook kunnen clusteren.