BREUKEN BEWUST
Een rode draad door het breukenverhaal
DAAN LIEBREGTS, ANOUK RUIJTERS EN KIM WENNEKES
BIJLAGE 1: VOORONDERZOEK
BREUKEN BEWUST
Een rode draad door het breukenverhaal Documenttitel: Bijlage 1: Vooronderzoek Bijlage van Eindrapportage Breuken Bewust Projectcode: 6428PEE4 Opdrachtgever: Peelnetwerk Berna Kousemaker Opdrachtgever in persoon: Dienst Landelijk Gebied Nicole Pakker Contactpersoon: Dienst Landelijk Gebied Nicole Pakker Brabantse milieufederatie Frans Swinkels Heemkundekring Gemert Jan Timmers Projectleider: Marien de Bakker Inormatief adviseur: Jasper Mallekoote Jeroen Oomen Wouter Thijs Projectteam: Daan Liebregts Anouk Ruijters Kim Wennekes Plaats: ‘s-Hertogenbosch Datum: 20-06-2014
BIJLAGE 1: VOORONDERZOEK
1. INLEIDING 2. PLATENTEKTONIEK
7 8-9
3.
BREUKEN IN NEDERLAND
10-15
4.
INVLOEDEN VAN BREUKEN
16-21
2.1 Ontstaan breuken 2.2 Verschuivingen 2.3 Horsten en slenken 3.1 Rijn-Rhône slenksysteem 3.2 De Peelrandbreuk 3.3 Geomorfologie 3.4 Hoe zijn de Peelhorst en de Roerdalslenk opgebouwd? 4.1 Invloeden van breuken 4.2 Wijst 4.3 Kenmerken in het landschap 4.4 Natuur 4.5 Cultuurhistorie
8 8 9
10-11 12 13 14 16 16-17 18 19 20
5. GEMERT-BAKEL
22-25
6. VOORBEELDPROJECTEN
26-37
5.1 Projectgebied 5.2 Geomorfologie 5.3 Hoogte 5.4 Historische kaart
6.1 Belevingsmogelijkheden in Nederland 6.2 Woonwijk Heiakker 6.3 Belevingsmogelijkheden over de grens 6.4 The Fault line bench 6.5 Breuklijnen elders in de wereld 6.6 Breuken in de bestrating weergegeven 6.7 Door breuk snijden
22-23 23 24 25 26 27 28 29 29 30 31
INHOUDSOPGAVE
6.8 Verzakking 6.9 Wegen 6.10 Tekeningen 6.11 Storymaps 6.12 Ruimtewandelen 6.13 Dwarsdoorsnede 6.14 Historie 6.15 Virtuele excursie 6.16 Geomudel 6.17 Grafiek van het landschap BRONNEN
BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE
1: GEOLOGISCHE TIJDSCHAAL 2: GEOMORFOLOGIE 3: BODEM 4: HISTORISCHE KAART 1850
31 32 32 33 33 34 34 35 35 36
38-41 43 45 47 49
Dit rapport gaat over het onderzoek naar breuken. Als eerste wordt de algemene informatie omtrent de breuken besproken. Dat zal gedaan worden door te kijken vanuit verschillende schalen. Er zal worden begonnen vanuit een grote schaal, dus de werking van de tektonische platen in de wereld, dit is hoofdstuk 2. En daarna wordt verder ingezoomd op het Rijn-Rhôneslenkssysteem, later de breuken in Nederland en dan de Peelrandbreuk en de Roerdalsslenk, dit wordt beschreven in hoofdstuk 3. Het doel van dit rapport is het geven van voorkennis over de breuken. Dit was tevens nodig om tot een goed eindresultaat te komen. Maar naast het geven van voorkennis geeft het ook een goede inleiding van het totale verhaal. Zo komt bijvoorbeeld aan bod hoe breuken zijn ontstaan en welke gevolgen breuken hebben gehad op het landschap. De geomorfologie rondom de breuken en de geologische bewegingen zorgen voor verschillen in sediment en hoogte. Dit heeft weer effect op de hydrologie en bodemontwikkeling, denk aan de wijstgronden en vegetatie. Daarnaast hebben al deze effecten van de breuken ook weer invloed op het gebruik van de gebieden door de mens. Het handelen van de mens heeft invloed op het landgebruik en de cultuurhistorie, zo hebben de breuken dus indirect ook hier weer invloed op. Deze verschillende invloeden van breuken komen aan bod in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 wordt in gezoomd op het projectgebied regio Gemert-Bakel. Hier worden verschillende onderwerpen behandeld, dit zijn geomorfologie, bodem, hoogte en de historische kaart. Telkens wordt gekeken waar de breuklijnen liggen en hoe deze in verhouding staan tot de bovengenoemde onderwerpen. In hoofdstuk 6, worden verschillende voorbeeld- en inspiratie projecten gegeven, zowel fysieke (in het landschap) als virtuele (op de computer).
1. INLEIDING
7
2.1 ONTSTAAN BREUKEN
2.2 VERSCHUIVINGEN
Een tektonische plaat is een stuk van de aardkorst. De aarde bestaat uit 13 grote en kleinere platen van verschillende diktes. Deze platen verschuiven in een traag tempo, enkele centimeters per jaar, de platen worden van elkaar gescheiden door breuken. De platen zijn eigenlijk altijd in beweging, sommige bewegen naar elkaar toe en andere van elkaar af. De platen kunnen op drie manieren ten opzichte van elkaar bewegen: langs elkaar, naar elkaar toe of van elkaar af. Deze bewegingen veroorzaken wrijving in en tussen de platen, de spanning bouwt zich daarbij vaak langzaam op. Als deze met een schok vrijkomt, ontstaat er een aardbeving. Hierbij scheurt de aardkorst en ontstaan er breuken, waarlangs de korst plaatselijk in verticale richting kan bewegen. Een breuk is een aanduiding voor een zone in gesteente (de aardkorst) die niet continue is, omdat er verzet heeft plaatsgevonden. Breuken komen vaak in sets voor, die allemaal dezelfde oriëntatie hebben (Vulkanisme.nl, 2009; Netten, sd). Het bewegen van de platen is het gevolg van convectie in de mantel onder de vaste korst. Convectie is het mechanisme van warmtestromingen door verplaatsing van materiaal. Deze warmtestromingen worden veroorzaakt door heet magma dat voortdurend beweegt in ovaalvormige stromingen. De aardplaten bewegen op die stromingen mee, zie figuur 2.1. De bewegingen van de platen zorgen, behalve voor aardbevingen, voor nog meer imposante gebeurtenissen. Zo is vulkanisme ook het gevolg van plaattektoniek. Een vulkaanuitbarsting ontstaat onder andere als magma op een dunne plek door het aardoppervlak heen breekt en in de vorm van gloeiend hete lava naar buiten stroomt (Netten, sd).
De platen kunnen dus op drie manieren bewegen; opschuivingen, afschuivingen en horizontaalverschuivingen (zie figuur 2.2). Bij opschuivingen beweegt een blok over het breukvlak omhoog, waardoor oudere lagen boven op jongere lagen komen te liggen. De bodem wordt dan dus korter en dikker. Bij afschuiving is het precies andersom, een blok beweegt over het breukvlak omlaag. De bodem wordt hierdoor als het ware uit elkaar getrokken, waardoor een laaggelegen gebied ontstaat. Bij horizontale verschuivingen, bewegen twee platen langs elkaar op dezelfde hoogte. Het verschuivende blok laat een laagte achter aan de ene kant en aan de andere kant duwt het de bodem omhoog (Netten, sd).
mantel
kern
FIGUUR 2.1: CONVECTIESTROMEN ONDER DE AARDKORST, (BEWERKT: IMPEY, 2014)
8
2. PLATENTEKTONIEK
2.3 HORSTEN EN SLENKEN Bij een afschuivingsbreuk, ook het geval van de Peelrandbreuk, beweegt de aardkorst zich door oprekking uit elkaar. Vervolgens breekt het gesteente en zakt het bovenste blok langs het breukvlak naar beneden. Deze verplaatsing kan variëren van enkele centimeters tot tientallen kilometers. Zo ontstaat vaak een landschap met afwisselend hoger en lager gelegen delen, de hoger gelegen delen worden horsten genoemd en de lager gelegen delen slenken. Het breukvlak zelf vormt een steile helling met een scherpe rand: een steilrand (zie figuur 2.3) (Janssen, 2009). Een rift is een gebied waar een plaat opbreekt door lokale rek in de horst . Deze splijten waardoor er een rift vallei ontstaat. Een rift vallei bestaat veelal uit meerdere slenken en horsten (National Geografic, 2014).
De Rips
Veghel
Gemert Milheeze Bakel Helmond Eindhoven Horst Slenk
Breuk FIGUUR 2.3: HORSTEN EN SLENKEN, (BEWERKT: JANSSEN, 2009)
FIGUUR 2.2: BEWEGING LANGS BREUKEN, (BRON: NETTEN, SD)
9
3.1 RIJN-RHÔNE SLENKSYSTEEM
FIGUUR 3.2: ROERDALSSLENK ONDERDEEL RIJN-RHÔNE-SYSTEEM (BRON: TNO-NITG, 2003) FIGUUR 3.1: RIJN-RHÔNE-SLENKSYSTEEM, (BRON: PREUSSER, 2008)
10
3. BREUKEN IN NEDERLAND
Het Rijn-Rhône-slenksysteem is een enorme geologische breukzone die dwars door de Europese plaat loopt, van de Doggersbank in de Noordzee tot aan de monding van de Rhône in de Middellandse Zee (zie figuur 3.1). In het Midden-Eoceen daalt de zeespiegel fors. Tegen het eind van het Eoceen ontstaat het Rijn-Rhône-slenksysteem, zie figuur 3.2. Zie bijlage 1 voor de geologische tijdschaal van TNO. De breukzone heeft vele zijslenken waaronder de Roerdalslenk in Nederland, zie figuur 3.2 (TNO a, sd). Door het riftsysteem van de Rijn-Rhone zijn een groot aantal breuken ontstaan in de aardkorst. In het gedeelte van dit systeem dat in Nederland ligt is hierdoor block-faulting ontstaan en zijn meerdere horsten en slenken ontstaan. De Roerdalslenk is een van deze slenken.
11
3.2 DE PEELRANDBREUK De grote breuksystemen in Nederland lopen van het zuidoosten naar het noordwesten. Ze zijn onderdeel van de Beneden-Rijnslenk die ongeveer loopt vanuit de Eifel in Duitsland tot de Doggersbank in de Noordzee. De belangrijkste breuken in Nederland zijn de Peelrandbreuk gelegen langs de lijn Roermond–Gemert–Uden en de Feldbissbreuk ten zuiden van Eindhoven. Zij omsluiten de Centrale Slenk. De Centrale slenk wordt ook wel Roerdalslenk genoemd en de Peelhorst ook wel Peelblok, zie figuur 3.3. De Peelrandbreuk dankt zijn naam aan de Peel. Hij reikt tot aan het aardoppervlak en scheidt de omhoog bewegende Peelhorst van de omlaag bewegende Roerdalslenk. Gemiddeld bewegen de horst en de slenk ongeveer 2 tot 4 mm per jaar. Een langzame, ononderbroken verplaatsing (Putten, 2013).
FIGUUR 3.3: ROERDALSLENK, (BRON: DUSAR, 2014)
12
3. BREUKEN IN NEDERLAND
3.3 GEOMORFOLOGIE Geomorfologie is de wetenschap die de vormen van het aardoppervlak en de processen die daarbij een rol spelen of hebben gespeeld bestudeert (Vulkanisme.nl, 2009). Het gebied ten zuidwesten van de Peelrandbreuk behoort tot de Roerdalslenk en is dan ook een lager gelegen gebied. Terwijl het gebied ten noordoosten behoort tot de Peelhorst en zoals de naam al doet verwachten een hoger gelegen gebied is. (Aardkunde, sd; Putten,2013) Tijdens het Kwartair komen de breuken die de Roerdalslenk begrenzen aanzienlijk in beweging. Deze daalde daardoor sterk ten opzichte van het Peel Blok. De Roerdalslenk blijft een belangrijk dalingsgebied, hier worden tot ruim 200 meter dikke pakketten Kwartair sediment afgezet. Op het Peel Blok vindt daarentegen vooral tijdens het Midden-Pleistoceen opheffing plaats, daardoor is het Kwartair daar relatief dun: soms zelfs minder dan 10 meter (Westerhoff, 2003). Het wegzakken van de Centrale slenk is aan het eind van het Eoceen (33,9 - 55,8 miljoen jaar geleden) ontstaan. Door middel van sedimentatie door water (Rijn en Maas) en wind is de slenk weer opgevuld met zand en fijn grind en is het hoogteverschil dus niet meer altijd zo goed zichtbaar. Terwijl het verschil in geologische afzetttingen in de ondergrond op sommige plaatsen wel 200 meter is, heeft het hoogteverschil aan het maaiveld een maximum van 5 m. De Peelrandbreuk heeft ook zijbreuken, enkele voorbeelden zijn de Storing van Milheeze en de Storing van Zeeland. Die ieder ook weer het landschap beïnvloeden (Wesselingh, sd; Janssen, 2009).
13
3.4 HOE ZIJN DE PEELHORST EN DE ROERDALSLENK OPGEBOUWD?
14
Peelhorst
Grondwaterspiegel r oe er ijz
kwel
Grondwaterspiegel Fijn dekzand van de Boxtel
k
Grof rivierzand van de
breu
Onder de Formatie van Boxtel komt op de Peelhorst een laag rivierzand voor, afkomstig uit het Pleistocene tijdperk. Dit rivierzand behoort tot de Beegden Formatie. De Formatie van Beegden bestaat uit de afzetting van de Maas. Het materiaal dat werd afgezet bestaat uit grof zand (210 2000 µm) en grind dat veel ijzer bevat, dit is afkomstig uit de Ardennen, Noord-Frankrijk en de Vogezen. Wanneer deze grond aan de oppervlakte komt, kan er ijzerhydroxiden neerslaan, waardoor er een roodbruine kleur ontstaat. De dikte van de afzetting is van 1m tot 40 m (Weerts a, 2003). Onder de rivierafzetting ligt de ondoorlatende Waalre Formatie, de Waalre Formatie bestaat uit de afzetting van de Rijn. Het materiaal dat werd afgezet varieert van grind tot klei en zijn vaak witgrijs tot lichtbruin. De Formatie van Kiezeloöliet ligt onder de Formatie van Waalre en de top laag van de Formatie van Kiezeloöliet bestaat uit klei (de laag van Reuver of het laagpakket van Brunssum). De Formatie van Kiezeloöliet is wit van kleur, waardoor het verschil in de formaties duidelijk te zien (Weerts b, 2003).
Roerdalslenk
Grof rivierzand van de Beegden
Peel rand
De horsten en slenken bestaan uit verschillende formaties, dit vooronderzoek wordt beperkt tot de bovenste 3 à 4 lagen, want deze zijn het meeste van invloed op het landschap. In zowel de Roerdalslenk als op de Peelhorst ligt voornamelijk de Formatie van Boxtel aan het oppervlak. Deze formatie bestaat veelal uit eolisch afgezette zanden, oftewel dekzand. Op de Peelhorst kent deze Formatie van Boxtel een maximale dikte van 5 meter, terwijl dit in de Roerdalslenk wel 15 -45 meter is. Dit komt door het afzettingsmilieu, in de lager gelegen slenk bleef fijn zand liggen terwijl het aan het maaiveld reikende zand op de Peelhorst slecht bleef liggen. Met name aan de randen van de Peelhorst is de Formatie van Boxtel soms zelfs helemaal afwezig.
Slecht doorlatende laag van de
FIGUUR 3.4: SCHEMATISCHE DWARSDOORSNEDE PEELRANDBREUK
3. BREUKEN IN NEDERLAND
Maar in de Roerdalslenk is dit niet het geval, hier lijken de twee formaties sterk op elkaar en zijn daardoor moeilijk te onderscheiden. De dikte van de Formatie van Waalre varieert van enkele meters op de Peelhorst tot meer dan 125 m in de Roerdalslenk (Berendsen, 2008). Op figuur 3.4 wordt een schematische dwarsdoorsnede afgebeeld van de breuklijn en de verschillende lagen.
15
4.1 INVLOEDEN VAN BREUKEN 4.2 WIJST Breuken hebben veel invloed op het landschap. Een invloed die breuklijnen hebben op het landschap is de vorming van wijstgronden. Dit betekent dat de hogere delen op de horst nat zijn en de lagere delen ernaast droog, normaal gesproken is dit natuurlijk andersom. Wijstgronden zijn drassige zones op de hogere delen van de breuk. In de sloten naast de breuk is vaak een roodkleuring als gevolg van ijzerverbindingen te zien, zie figuur 4.2 (TNO b, sd).
Wijst is grondwater dat als gevolg van een breuk in de ondergrond ‘opkwelt’. Het is dus een bijzondere vorm van kwel. Kwel is het grondwater dat naar de laagste plek in een gebied stroomt en daar omhoog komt. Bij wijst wordt het grondwater op weg naar de lage gebieden tegengehouden door een slecht doorlatende laag bij een breuk. Daardoor kan het water dus niet wegstromen naar het laagste punt (de slenk) en stijgt het vlak voor het breukvlak weer op. Deze natte plekken worden wijstgronden genoemd. Net zoals bij gewone kwel is wijst herkenbaar aan een roestrode verkleuring van de bodem en het water in de sloten (zie figuur 4.1). De hoeveelheid neergeslagen ijzer en de intensiteit van de roodkleuring zijn bij wijst vaak opvallend groot (Janssen, 2009; Meuwissen, 2003).
De wijstgronden en breuken hebben op verschillende manieren invloed gehad op het landschap. Denk hierbij aan grondgebruik, weg- en waterpatronen, hoogteverschil en bebouwing. Dit wordt in paragraaf 4.3 beschreven. De breuken hebben duidelijk invloed gehad op de geschiedenis, zo zijn er in het landschap vele voorbeelden terug te vinden van cultuurhistorie. Cultuurhistorie die gerelateerd is aan de breuklijnen. Deze worden in paragraaf 4.5 beschreven. Ook hebben de breuken en wijstgronden invloed gehad op de natuur. De specifieke omstandigheden zorgen voor een specifieke flora en fauna, zie paragraaf 4.4.
16
FIGUUR 4.1: WIJSTGRONDEN, (FOTO: BRABANTSE MILIEUFEDERATIE, 2014)
De belemmering voor het doorstromen van het grondwater bij een breukvlak kan door meerdere dingen worden veroorzaakt. Bij de Peelrandbreuk zijn bij de verschuiving van de grondlagen verschillende formaties naast elkaar komen te liggen. Het grondwater stroomt door het rivierzand op de horst afkomstig van de Beegden Formatie, dat goed water doorlatend is. Het water stroomt vervolgens tegen een minder goed doorlatende laag (fijn zand) de slenk in, deze minder goed doorlatende laag is afkomstig van de Boxtel Formatie (een windafzetting). Dit fijnere zand heeft een kleinere poriënfractie waardoor dit zand minder water kan bevatten. Bovendien is door de verschuiving klei die in de grond aanwezig was uitgesmeerd langs de breuklijn. Deze ‘kleiversmering’ is een tweede obstakel voor het grondwater, de klei komt van de Formatie van Kiezeloöliet (Weerts c, 2003). De rode kleur ontstaat doordat er ijzerverbindingen afkomstig van de gronden waar het grondwater doorheen stroomt. Bij het aan de oppervlakte komen van het grondwater oxideert het
4. INVLOEDEN VAN BREUKEN
ijzer. Deze geoxideerde ijzerverbindingen hebben een roestrode kleur. Wanneer dit proces zich steeds op dezelfde plek herhaalt ontstaan er grote verharde ijzerconcreties: dit zijn ijzeroerbanken. IJzeroer is een dichte harde roodbruine bodemlaag die decimeters dik kan worden en slecht water doorlaat, deze ijzeroerbanken vormen een extra belemmering. Wijstgronden zijn dan ook veel natter dan de lagergelegen slenk. Het is niet zo dat overal waar breuken zijn, wijst te vinden is. Veel breuken en eventuele kwel zijn aan de oppervlakte niet zichtbaar, omdat ze afgedekt zijn door bijvoorbeeld stuifzanden of rivierafzettingen. Het kwelwater blijft daardoor ondergronds (Janssen, 2009). In de inventarisatie van wijstgebieden in het voormalig beheergebied de Aa zijn de wijstgebieden getypeerd op basis van de hoeveelheid kwel en de zichtbaarheid van de breuk (zie figuur 4.2).
In het verleden was er niet veel waardering voor de wijstgronden, de gronden hadden immers niet veel gebruiksmogelijkheden. Door de hoge grondwaterstand waren ze alleen geschikt als hooi- en grasland en elzenbossen die zorgden voor hakhout. Veel wijstgronden zijn verdwenen door het maken van afwateringssloten, waardoor het water op de horst niet langer werd vastgehouden. De gronden konden vervolgens ontgonnen worden, het veen werd ontgonnen en hoogteverschillen werden geëgaliseerd. Op dit moment is het aflezen van de breuk in het landschap sterk bemoeilijkt door o.a. ruilverkaveling en verstedelijking. Gelukkig is sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw dit beleid ten opzichte van de wijstgronden langzamerhand veranderd. Er is gestreden voor het herstel en veiligstellen van de wijstgronden. Gemeenten, provincie en waterschap zijn nu steeds meer bezig met de waarde en het zeldzame van de gronden. Er wordt alles aan gedaan om de laatste stukjes wijst zoveel mogelijk in originele staat te brengen en veilig te stellen (Janssen, 2009).
FIGUUR 4.2: TYPERING WIJSTGRONDEN, HET ZWARTE IN DE TEKENINGEN HIERBOVEN GEEFT DE BREUK WEER, (BRON: WITTEVEEN+BOS A, 2007, G)
17
4.3 KENMERKEN IN HET LANDSCHAP De wijstgronden en breuken hebben op verschillende manieren invloed gehad op het landschap. Ook hebben de breuken en natte gronden geleid tot kenmerkende patronen van houtwallen en bosjes, maar ook van wegen en waterlopen. De breuk is voor beken een obstakel, omdat de breuk een ondoorlatende laag is vanwege de verkitting van klei en ijzerverbindingen. Daarom lopen de beken vaak in eerste instantie haaks op de breuk af, daarna lopen de stroompjes een tijdje parallel aan de breuk, om er vervolgens op een zwakker punt doorheen te breken, zie figuur 4.3. De beken en stroompjes hebben daardoor een S-vormig patroon gekregen. Ook de gegraven sloten hebben vaak deze vorm, maar dan iets rechter. Dus eerst haaks op de breuk, dan parallel aan de breuk en dan weer haaks er van af. Deze patronen van beken en sloten zijn kenmerkend in het landschap bij breuken en wijstgronden.
Vroeger, toen er nog met paard en wagen werd gereden, vormde de breuk vaak een obstakel. De steile helling zorgde voor problemen en daardoor werd de weg onder een schuine hoek naar de breuk gelegd. Dit is soms op topografische kaarten nog herkenbaar. Er zijn dus veel manieren waarop de aanwezigheid van breuken heeft doorgewerkt in de historische ontwikkeling van het gebied (Meuwissen, 2003).
Waterloop
Breuklijn
FIGUUR 4.3: INVLOED VAN BREUKEN OP WATERLOPEN
18
4. INVLOEDEN VAN BREUKEN
4.4 NATUUR Door de hierboven genoemde eigenschappen van wijstgronden, zoals de ijzerrijke bodem en water en de natte gronden, zijn dit unieke natuurgebieden. Door specifieke omstandigheden, hebben wijstgronden specifieke flora en fauna. Typerend in dit landschap is dat er op korte afstand van elkaar verschillende milieus voorkomen: elzensingels, broeken populierenbossen, moerasachtige kwelgronden, schraalgraslanden en ondiepe sloten. De bosjes, elzensingels en knotwilgen benadrukken het kleinschalige en besloten landschap. En de verschillende milieus zorgen voor grote rijkdom aan planten. Voor vogels is genoeg voedsel en dekking en voor vlinders zijn er voldoende waard- en nectarplanten (Janssen, 2009). Ook door de specifieke grondwaterkwaliteit kan een waardevolle vegetatie ontstaan. Een goed voorbeeld hiervan is het Annabosch in Uden. Er komen meer dan 280 soorten planten voor. Op de natste plekken worden scherpe zegge, tweerijige zegge, dotterbloem, bittere veldkers, holpijp en veldrus aangetroffen. Ook is het waardevol dat bij de breuk, op de overgang van de horst naar de slenk, scherpe vegetatiegrenzen voorkomen. De wijstgronden zorgen ook vaak voor een rijkdom aan broedvogels, als gevolg van de verscheidenheid aan vegetatietypen en –structuren. Ook zijn er veel soorten insecten aanwezig, deze soortenrijkdom wijst op een grote kruidenrijkdom (Meuwissen, 2003).
19
4.5 CULTUURHISTORIE De natte wijstgronden werden vaak als een probleem gezien door de weinig mogelijkheden in het gebruik. Daarom is er veel moeite gedaan om de wijstgronden weg te krijgen. In veel wijstgebieden hebben waterhuishoudkundige ingrepen plaatsgevonden, onder andere tijdens de ruilverkavelingen. Dwars door de breuk zijn waterlopen gegraven en afwateringssloten. De breuk is daarbij doorbroken waardoor het wijstwater niet langer wordt vastgehouden. Zo werd het mogelijk de gronden verder te ontginnen, waarbij de natte wijstgronden verdwenen. Door al deze ingrepen zijn de wijstgronden veel droger geworden en de kenmerkende verschillen aan beide zijden van de breuk zijn grotendeels verdwenen. De kwel komt vaak niet meer tot in het maaiveld, maar is vaak alleen nog in de sloten te zien. De gronden werden ook vaak geëgaliseerd om de landbouw makkelijker te maken, daardoor zijn veel kenmerkende hoogteverschillen verdwenen. Op andere plaatsen zijn de verschillen in vegetatie niet meer in het landschap herkenbaar.
De breuken en wijstgronden hebben op vele manieren invloed gehad op de cultuurhistorie. Het voorkomen van de breuken en de natte gronden heeft op een aantal plaatsen geleid tot interessante ontwikkelingen. Sommige plaatsen staan bekend als plaatsen waar in zeer droge tijden nog water was te vinden en op die plaatsen staan bijvoorbeeld bekende kapellen en putten. Ook zijn er burchten en hoeves terug te vinden in het landschap op locaties waar de permanent natte omstandigheden ervoor zorgden dat ze goed te verdedigen waren. Hiernaast vroren grachten rondom kastelen niet dicht door het relatief warme kwelwater. Er komen ook veel watermolens voor op de wijstgronden, vanwege de constante aanvoer van water en door het hoogteverschil dat aanwezig is op de breuk. Maar het heeft ook invloed gehad op benamingen van gebieden of achternamen, zoals van de Wijst, Verwijst, enz. (Timmers, 2007).
Op deze manier zijn de wijstgronden steeds minder goed zichtbaar in het landschap. Ook de diverse stedelijke uitbreidingen die in het verleden hebben plaatsgevonden op wijstgronden hebben hier voor gezorgd. De breuk is op deze plaatsen ook niet meer herkenbaar door afwateringsmaatregelen en bebouwing. De enige aanwijzing van wijst die er dan vaak nog is zijn de typische rood gekleurde waterpartijen, die vaak door omwonenden als lelijk worden ervaren (Janssen, 2009; Meuwissen, 2003).
20
4. INVLOEDEN VAN BREUKEN
21
Venhorst Oploo
Legend Kader projectgebied
Boekel
gemeente_grenzen Clip_breuken van Rooijen2
Erp Boekel
breuken_DGM_model Clip_kernen
VISUALISATIECODE
Sint Anthonis
startbaan, landingsbaan rolbaan, platform Westerbeek Veghel
hoofdweg
Elsendorp
regionale weg
Handel
lokale weg straat fietsers voetgangers Boxmeer
parkeren overig half verhard onverhard
Boerdonk
VISUALISATIECODE Gemert
akkerland basaltblokken, steenglooiing bebouwd gebied
$ $ $ $ $ $ $ $ $ $ $boomgaard $YYYY $ $ $ YYYY $ $ $boomkwekerij YYYY YYYY YYYY : YYYY : : : = = = bos: gemengd bos : : : : : : : : : : :bos: loofbos =: =: =: =: =: =: =:bos: naaldbos = = = = = = =dodenakker
Rips
Gemert-Bakel
Mortel
dodenakker met bos
Beek en Donk
$ $ Laarbeek
$ $ $ $ $ $ $ $ $fruitkwekerij $ $ $ $ $grasland heide
Venray
overig
OO OO O OO O O O Opopulieren O OO O O O Ospoorbaanlichaam zand
1:40.000
Aarle-rixtel
Bakel
Ü
Milheeze
Helmond
Stiphout Helmond
Deurne
Helmond
Deurne Deurne
DATA GERAADPLEEGD OP: 10-04-2014, (BRON: WITTEVEEN+BOS B, 2007; TNO C, 2013; TOPOGRAFISCHE DIENST NEDERLAND, 2005)
22
5. GEMERT-BAKEL
5.1 PROJECTGEBIED
5.2 GEOMORFOLOGIE
Op de kaart hiernaast wordt het projectgebied van deze studie weergegeven. Het projectgebied heeft geen duidelijke grenzen, dus alles in het kader kan tot het projectgebied worden gerekend. Het projectgebied bestaat dus uit gemeente Gemert-Bakel en een deel van de directe omgeving.
De geomorfologie in de regio Gemert-Bakel heeft een duidelijke relatie met de aanwezige breuklijnen (voor geomorfologische kaart zie bijlage 2). Op de Peelhorst vindt men plateau-achtige horsten met dekzand aan de oppervlakte (code 4F3). Dichter naar de breuklijn toe vindt men ook plateau-achtige horsten met rivierafzetting aan de oppervlakte (code 4F1), dit is bijvoorbeeld bij de Storing van Handel het geval. Hier vindt men op sommige plaatsen ook meer grind aan het oppervlak aan de horstkant van de breuklijn, dit is dus grind afkomstig van de Beegden Formatie. Het grind komt op de hoger liggende plaatsen aan het oppervlak, omdat het grind zwaarder is en blijft liggen. De hoger liggende delen vangen meer wind en daarom wordt het fijn zand wel weg geblazen, dit zand is in de laatste ijstijd weggewaaid. Aan de oostzijde van de breuklijnen komen veel plateau-achtige horsten voor met rivierafzettingen en dekzand aan het oppervlak (code 4F2). Aan de westzijde van de breuklijnen komen de volgende geomorfologische elementen vooral voor: dekzandrug (+/oude bouwlanddek, 3K14), geulranddekzandrug (+/- oude bouwlanddek, 3K17), dekzandvlakte (2M13) en ten dele verspoelde dekzanden (2M9) . De slenk is voor een groot deel opgevuld met dekzand afkomstig van de Boxtel Formatie. Verder is het duidelijk te zien dat de Beekdalbodem met veen (code 1R4) de plaatsen aangeven waar beken hebben gelopen. Het valt op dat deze allemaal beginnen op de horst en dan van het oosten naar westen lopen, er is dus een duidelijk drainage patroon aanwezig.
23
5.3 HOOGTE Als er wordt gekeken naar de hoogte in het projectgebied is het opvallend dat het maaiveld in het zuidoosten (30m) hoger is dan in het noordwesten (13m). Op figuur 5.1 is het totale gebied te zien met de breuklijnen. Op de kaart is een duidelijke indeling te zien van drie kleuren; geel, groen en blauw. Deze kleuren worden gescheiden door de breuklijnen.
Op de kaart van figuur 5.2 is het hoogteverschil in de Stippelberg duidelijk te zien en ook is er een hoogteverschil bij Handel zichtbaar. Het hoogteverschil bij de Storing van Handel in Handel is op sommige plaatsen 1,5 meter op een afstand van ongeveer 50 meter. Dit is bijvoorbeeld op de Haveltweg, die ook een duidelijke knik in de weg heeft. Ook bij de Stippelberg is een duidelijk hoogteverschil te zien op de hoogtekaart, op sommige plekken is het hoogteverschil zelfs 2,1 m over ongeveer 50 meter.
Handel
Stippelberg
FIGUUR 5.1: HOOGTE EN BREUKEN, (BRON: AHN, 2013; TNO C, 2013; WITTEVEEN+BOS B, 2007)
24
FIGUUR 5.2: HOOGTEVERSCHILLEN, (BRON: AHN, 2013; TNO C, 2013; WITTEVEEN+BOS B, 2007)
5. GEMERT-BAKEL
5.4 HISTORISCHE KAART Gekeken naar de historische kaart uit 1850 valt het op dat de dorpen vooral rondom de Peelrandbreuk liggen en ten westen van de breuklijn. Hier was het natuurlijk droger en daarom een betere plek om te gaan wonen. Het valt ook op dat het westen van de Peelrandbreuk voor een groot deel al verkaveld is. Ten oosten van de breuk is vrijwel nog niks ontgonnen en dit bestaat dus vooral uit nat gebied met enkele wegen. De sloten en waterlopen lopen allemaal van het oosten naar het westen, bijna altijd haaks af op een breuklijn (voor de historische kaart uit 1850, zie bijlage 4).
25
Het doel van dit hoofdstuk is het laten zien van vergelijkbare project rondom het thema beleefbaar maken van breuken. Hiervoor is onderzoek gedaan naar vergelijkbare situaties op internationale schaal.
26
6.1 BELEVINGSMOGELIJKHEDEN IN NEDERLAND
In Nederland zijn liggen op meerdere plaatsen breuklijnen in het landschap. De makkelijkste manier om deze breuklijnen te beleven is te voet. Enkele wandelroutes zijn reeds aanwezig en doorkruisen op meerdere plekken de breuklijnen. Het belangrijkste kenmerk dat men kan zien van bijvoorbeeld de Peelrandbreuk is het aanwezige hoogte verschil tussen de slenk en de horst. De acht kilometer lange route met de naam “breuken en beken” in de omgeving van Maashorst is wellicht de meest bekende route die gerelateerd is aan de breuklijnen (Staatsbosbeheer, sd).
6. VOORBEELDPROJECTEN
6.2 WOONWIJK HEIAKKER De Peelrandbreuk loopt door de nieuwe woonwijk Heiakker in Deurne. Omdat het niet verstandig is om hier op te bouwen is deze strook vrij gelaten, daarnaast hebben ze de breuk ook weer opnieuw zichtbaar gemaakt door bomenrijen te planten op de ligging van de breuk (zie figuur 6.1). Tegelijkertijd vormt dit ook een mooie groene strook in de wijk. In de bomenrij zijn steeds twee bomen bij elkaar geplant met elk een verschillende kleur bloesem. Op die manier wordt de ene kant van de breuk echt onderscheiden van de andere kant (Kerkers, 2012).
FIGUUR 6.1: BOMENRIJ OP DE PEELRANDBREUK WOONWIJK HEIAKKER, (BRON: KERKERS, 2012)
FIGUUR 6.2: KUNST PEELRANDBREUK, (BRON: DEURNE, SD)
Samen met deze bomenrij zijn er ook pilaren geplaatst die aangeven uit welke tijd de grond komt die aan de oppervlakte ligt (zie figuur 6.2 en 6.3). Dit zijn marmeren zuilen met daarop stalen schijven met de namen Holsteinien, Saalien, Eemien, Weichselien en Holoceen (Deurne, sd).
FIGUUR 6.3: KUNST PEELRANDBREUK, (BRON: DEURNE, SD)
27
6.3 BELEVINGSMOGELIJKHEDEN OVER DE GRENS Wellicht werelds meest bekende breuklijn is de San Andreasbreuk. Een grote breuklijn in het westen van de Verenigde Staten die gepaard gaat met vele zware aardbevingen. De 1300 kilometer lange breuklijn is gelegen langs enkele van de grootste steden van de Verenigde staten zoals San Francisco en Los Angeles (Bosch, sd). Vanwege de bekendheid en uniekheid van deze breuklijn zijn er allerlei mogelijkheden bedacht om de San Andreasbreuk te beleven. De mogelijkheden lopen sterk uiteen, van (hike)tochten naar specifieke locaties tot aan een road trip over de gehele lengte van de breuk (Lynch, 2010). Daarnaast zijn er nog de digitale mogelijkheden tot beleving, dit kan zijn middels een interactieve kaart of een forum waarop bezoekers en geïnteresseerde met betrekking tot de breuklijn met elkaar in contact komen (zie figuur 6.4 en 6.5) (Explatorium, 1999).
FIGUUR 6.4: INTERACTIEVE KAART, (BRON: EXPLATORIUM, 1999)
FIGUUR 6.5: INTERACTIEVE KAART, (BRON: EXPLATORIUM, 1999)
28
6. VOORBEELDPROJECTEN
6.4 THE FAULT LINE BENCH De Fault line bench is een ontwerp van een bank van de Amerikaanse meubelontwerper Cameron van Dyke. De bank is geïnspireerd op breuklijnen in de aardkorst. Dit plaatje kan als inspiratie gebruikt worden voor het maken van een ontwerp voor het zichtbaar maken van breuken. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij de keuze van meubilair (zie figuur 6.6) (Dyke, 2010).
6.5 BREUKLIJNEN ELDERS IN DE WERELD Figuur 6.7 is een mogelijkheid om de verschuiving van twee platen en dus een breuklijn zichtbaar te maken. Dit eigenlijk op een hele simpele manier, twee halve cirkels die niet meer tegen elkaar aan liggen. Dit plaatje kan als inspiratie worden gebruikt. (zie figuur 6.7)
FIGUUR 6.7: FAULTLINE, (BRON: ANDRES, SD)
FIGUUR 6.6: THE FAULT LINE BENCH, (BRON: DYKE, 2010)
29
6.6 BREUKEN IN BESTRATING WEERGEVEN Door bestrating een andere kleur te geven kunnen breuken worden zichtbaar gemaakt. Zoals op de afbeeldingen hieronder te zien is. Er ligt gewone bestrating op een plein of straat en daardoorheen loopt een kronkelstrook van een andere kleur. Mensen zullen dit zien, maar hoeven hier verder niets mee te doen en wanneer ze geïnteresseerd zijn kunnen ze meer informatie opzoeken over de plek. Dit kan ook door informatie borden te plaatsen (zie figuur 6.8 en 6.9).
FIGUUR 6.8: BREUK ZICHTBAAR OP PLEIN, (BRON: LESSMOREABUNDANTLY, 2013)
FIGUUR 6.9: BREUKZICHTBAAR IN WEG, (BRON: SAATCHI & SAATCHI NEW ZEALAND, 2006)
30
6. VOORBEELDPROJECTEN
6.7 DOOR BREUK SNIJDEN
6.8 VERZAKKING
Wanneer een breuk vrij steil omlaag gaat, is het niet altijd mogelijk om de weg op dezelfde manier naar beneden te laten gaan. Waardoor de weg door de breuk heen snijd. Hierdoor is het hoogte verschil goed zichtbaar. (zie figuur 6.10)
Door de verzakking van de grond komt er een verschil in hoogte van twee tegen elkaar geplaatste platen. Dit zou ook gedaan kunnen worden in het projectgebied, om de beweging van de breuk te laten zien. Het zal dan een bewegend kunstwerk zijn, waar na enkele jaren zichtbaar zal zijn hoe ver de breuk zakt. (zie figuur 6.11)
FIGUUR 6.10: DOOR BREUK SNIJDEN, (BRON: GNS SCIENS, SD)
FIGUUR 6.11: VERZAKKING, (BRON: SPIRALA DESIGN, SD)
31
6.9 WEGEN
6.10 TEKENINGEN
Breuken zijn zichtbaar in wegen, dit omdat asfalt niet mee buigt en dus breekt als er te veel druk op komt te staan. Dit is dan ook te zien in wegen door bijvoorbeeld reparaties in de weg (stroken die opnieuw aangelegd worden) (figuur 6.12) of belijning van wegen die niet meer doorlopen (figuur 6.13).
Er bestaan straatkunstenaars, die schilderingen maken op straten, stoepen en pleinen. Met deze schilderingen wordt de illusie gewekt dat er een gat/kloof in de grond zit. Door een soort gelijke tekening te maken op plekken waar een breuk ligt wordt dit erg visueel (figuur 6.14 en 6.15).
FIGUUR 6.14: STRAATKUNST, (BRON: GETTY IMAGE, SD)
FIGUUR 6.12: WEGDEK REPARATIE, (BRON: HAYES, 2010)
32
FIGUUR 6.13: VERSPRINGING BELIJNING, (BRON: SELBY, SD)
FIGUUR 6.15: STRAATKUNST, (BRON: KEER, SD)
6. VOORBEELDPROJECTEN
6.11 STORYMAPS
6.12 RUIMTEWANDELEN
Op de internetsite: http://storymaps.arcgis.com is het mogelijk om locaties aan te geven (zie figuur 6.16) en bij deze locaties informatie te geven. Dit kan zijn in tekst, maar het is ook mogelijk om andere kaarten te laten zien (zie figuur 6.17). Een storymap is toegankelijk voor iedereen met internet. Storymapping gebruikt geografie als een manier om te organiseren en presenteren.
In het stadspark van Eindhoven kan men wandelen en tegelijkertijd op de tablet of smartphone kijken. Er is namelijk een app waarmee men (als men in het park staat) om zich heen kan kijken en dan zie men ruimteschepen of planeten met uitleg over wat het is (zie figuur 6.18).
FIGUUR 6.16: VOORBEELD STORYMAP, (BRON: CRITIGEN LABS, SD) FIGUUR 6.18: RUIMTEWANDELEN, (BRON: RUIMTEWANDELEN IN HET PARK, 2014) Een vergelijkbare app zou ook gemaakt kunnen worden voor het projectgebied, waardoor men op de mobiel de breuken in het landschap kan zien. En tegelijkertijd ook kan zien welke bodem/formatie er aan de oppervlakte zit.
FIGUUR 6.17: VOORBEELD STORYMAP, (BRON: CRITIGEN LABS, SD)
33
6.13 DWARSDOORSNEDE
6.14 HISTORIE
Met enkele computerprogramma’s is het mogelijk om een dwarsdoorsnede te maken van de breuken. Hierop zijn de diktes van de formaties te zien, de plekken van de breuken en de grootte van de verzakking van de breuken. Figuur 6.19 en 6.20 zijn enkele voorbeelden hiervan.
Door twee aanzichten te maken van hetzelfde gebied is het verschil duidelijk te zien. Ook kan er worden aangegeven welke onderdelen van het landschap op dezelfde plek zijn gebleven als vroeger. En waarom deze onderdelen zich bevonden op die (speciale) plekken (zie figuur 6.21).
FIGUUR 6.19: DWARSDOORSNEDE BREUKEN EN FORMATIES, (BRON: WATERLAB, 2014) FIGUUR 6.21: (CULTUUR)HISTORIE, (BRON: OOMEN LANDSCHAP, 2013)
FIGUUR 6.20: 3D DOORSNEDE, (BRON: DINOLOKET, SD)
34
6. VOORBEELDPROJECTEN
6.15 VIRTUELE EXCURSIE
6.16 GEOMUDEL
Het is mogelijk om een virtuele excursie te maken zoals op figuur 6.22 en 6.23 te zien is. Figuur 29 geeft aan op welke plaatsen iets te zien, te lezen of te doen is. Wanneer men dan op een plaats klikt kan men lezen en zien wat er te er is (ze figuur 6.23). Dit kan doormiddel van foto’s, kaarten, tekst, enz.
GeoMudel is een app die aangeeft hoe de ondergrond is opgebouwd. Dit zou ook toegepast kunnen worden in het projectgebied van Breuken Beleven. Waardoor mensen kunnen zien dat de opbouw van de bodem verschillend is per zijde van de breuk. (Zie figuur 6.24 en 6.25)
FIGUUR 6.22: TOTAAL, (BRON: BOSSUYT, 2010)
FIGUUR 6.24: GEOMUDEL, (BRON: DIGIKRAHV, 2013)
FIGUUR 6.25: GEOMUDEL, (BRON: DIGIKRAHV, 2013) FIGUUR 6.23: TEKST EN FOTO, (BRON: BOSSUYT, 2010)
35
6.17 GRAFIEK VAN HET LANDSCHAP Hieronder is een verbeelding te zien van een landschap waarbij zowel de oppervlakte als de diepte te zien is, zie figuur 6.26. Deze is gemaakt door TNO en dit zou ook gemaakt kunnen worden voor het project Breuken Bewust.
FIGUUR 6.26: GEOLOGISCHE GRAFIEK, (BRON: TNO D, 2013)
36
6. VOORBEELDPROJECTEN
37
Aardkunde. (sd). Uden. Opgehaald van Aardkunde: http://www. aardkunde.nl/map/hot/NB23.pdf AHN. (2013). AHN Viewer. Opgehaald van Geodan: http://ahn.geodan.nl/ ahn/# Andres, L. (sd). Fault Line. San Diego 2010. Bosch, vd. A. (sd). Wetenschap De San Andreasbreuk. Opgeroepen op 02 14, 2014, van GEOlution: http://www.geolution.nl/science/san_ andreasbreuk.htm Berendsen, H. (2008). Het zuidelijke zandgebied. In H. Berendsen, Landschappelijk Nederland, De fisisch-geografische regio’s (pp. 27-32). Assen: Van Garcum & Comp. B.V. Bossuyt, B. V. (2010). Virtuele excursie in China. Opgehaald van Begeleid zelfstandig leren: http://www.begeleidzelfstandigleren. com/aardrijkskunde/vierdes/china/china.html#app=ec98&160cselectedIndex=1 Brabantse Milieufederatie, (2014). Wijst. Opgehaald van Brabantse Milieufederatie: http://www.brabantsemilieufederatie.nl/wijst Critigen labs. (sd). Oregon Wine Story. Opgehaald van Critigen labs: http:// critigenlabs.com/wine/ Deurne, G. (sd). Langs Peelrandbreuk in heiakker. Opgeroepen op 3 12, 2014, van Kunst in de openbare ruimte Deurne: http://deurne.kunstwacht. nl/kunstwerken/bekijk/3510-langs-Peelrandbreuk-in-heiakker DigiKrahv. (2013, maart 3). GeoMudel. Opgehaald van Google: https:// play.google.com/store/apps/details?id=com.Nortal.GeoMudel2&hl=nl
38
DINOloket. (sd). Digitaal Geologisch Model: DGM. Opgehaald van DINOloket: http://www.dinoloket.nl/sites/www.dinoloket.nl/files/ images/dinoloket_toelichtingmodellen_20131202_07_oost_groningen_ subsurfaceviewer_dgm.png Dusar, M. (2014). Een geologische verkenning van de Roerdalslenk. TNO. Dyke, v. C. (2010). The fault line bench by Cameron van Dyke. Opgeroepen op 12 3, 2014, van Contemporist: http://www.contemporist. com/2010/03/03/the-fault-line-bench-by-cameron-van-dyke/ Explatorium. (1999). On the road with the faultline Project. Opgeroepen op 3 13, 2014, van Explatorium: http://www.exploratorium.edu/faultline/ project/map_02/map_02.htm Getty Image. (sd). Gezichtbedrog. Opgehaald van weebly: http:// riannejansbvo.weebly.com/uploads/1/3/9/8/13987780/5491437. jpg?415 GNS sciens. (sd). New Zealand Active Faults Database. Opgehaald van GNS: http://data.gns.cri.nz/af/types.jsp Hayes, G. (2010, November 24). California Has Her Faults; Here’s One of Them... Opgehaald van Geotripper: http://geotripper.blogspot. nl/2010/11/california-has-her-faults-heres-one-of.html Houtgast, R. (2000). Aardbevingen in Nederland. Opgeroepen op 2 13, 2014, van De invloed van breuken op het landschap en de loop van rivieren: http://www.falw.vu/~balr/hour/invloed.htm Impey, C. (2014). Geological Processes. Opgehaald van Teach astronomy: http://www.teachastronomy.com/astropedia/article/GeologicalProcesses---Erosion
BRONNENLIJST
Janssen, C. (2009). Wijstgronden. Opgeroepen op 2 14, 2014, van Geologie van Nederland: http://www.geologievannederland.nl/landschap/ landschapsvormen/wijstgronden
Oomen Landschap. (2013, mei 31). Landschapstekeningen. Opgehaald van Oomen Landschap: http://www.oomenlandschap.nl/wp-content/ uploads/2013/04/130531_cultuurhistorie_totaal.jpg
Keer, L. (sd). 3D-straattekeningen zuigen je de straat in. Opgehaald van Volkskrant: http://static1.volkskrant.nl/static/photo/2011/12/15/0/ album_large_1003440.jpg
Preusser, F. (2008). Netherlands Journal of Geosciences.
Kerkers, H. (2012). Peelrandbreuk: een lust of een last? Opgeroepen op 3 12, 2014, van Gemeente Deurne: http://www.deurne.nl/gemeente/ weblog-henk-kerkers_3271/item/Peelrandbreuk-een-lust-of-eenlasto_17229.html
Ruimtewandelen in het park. (2014). Ruimtewandeling. Opgehaald van Ruimtewandelen in het park: http://ruimtewandeleninhetpark.nl/
Lessmoreabundantly. (2013, Juni 22). The Fault Line. Opgehaald van Lessmoreabundantly: http://lessmoreabundantly.com/2013/07/22/thefault-line/
Putten, v. J. W. (2013). Breuken beleven. Nijmegen: Roya Haskoning DHV.
Saatchi & Saatchi New Zealand. (2006, april). Show: “FAULT LINE” Outdoor Advert by Saatchi & Saatchi New Zealand. Opgehaald van Coloribus: http://www.coloribus.com/adsarchive/outdoor-ambient/show-faultline-8344955/
Lynch, D. K. (2010). Visit the San Andreas Fault. Opgeroepen op 3 13, 2014, van San Andreas Fault: http://www.sanandreasfault.org/Visit.html
Selby, C. (sd). Raod damage caused by an earthquake fault line. Opgehaald van Visualphotos: http://www.visualphotos.com/image/1x9665086/ raod_damage_caused_by_an_earthquake_fault_line
Meuwissen, I.J.M. (2003). Brabantse wijstgronden in beeld. Nuenen: Topline Graphic Consultants.
SpiralA Design. (sd). Shifting ground. Opgehaald van The Monthly: http:// themonthly.com/feature-05-07.html
National Geografic. (2014). Rift Valley. Opgehaald van National Geografic: http://education.nationalgeographic.com/education/encyclopedia/riftvalley/?ar_a=1
Staatsbosbeheer. (sd). Wandelroute Breuken en beken Maashorst 8 km. Opgeroepen op 02 2014, van Activiteiten: http://www.staatsbosbeheer. nl/activiteiten/maashorst/wandelroute%20breuken%20en%20beken%20 maashorst%208%20km.aspx
Netten, v. H. (sd). Tektoniek. Opgeroepen op 2 12, 2014, van Geologie van Nederland: http://www.geologievannederland.nl/landschap/vormendekrachten/tektoniek-duwende-kracht
Timmers, J. (2007). Herstel van een moated site in Bakel. Westerheem, 56(4), 270-279. TNO a. (sd). Het Eoceen. Opgehaald van Natuurinformatie: http://www. natuurinformatie.nl/ndb.mcp/natuurdatabase.nl/i000377.html
39
TNO b. (sd). De Peelrandbreuk. Opgeroepen op 2 14, 2014, van GEOsites: http://www.geosites.nl/publicaties/24
Weerts, W. W. c. (2003, maart). Formatie van Kiezelooliet. Opgehaald van DINOloket: http://www.dinoloket.nl/Formatie-van-kiezelooliet
TNO c. (2013). Landelijk model DGM v.2.2. Breuken_DGM_model. Utrecht, Utrecht, Nederland: TNO.
Wesselingh, F. (sd). Eoceen. Opgehaald van Geologie van Nederland: http://www.geologievannederland.nl/tijd/reconstructies-tijdvakken/ eoceen
TNO d. (2013, februari 8). TNO werkt aan uitbreiding model GeoTOP in de Waddenregio. Opgehaald van Waddenacademie: http:// www.waddenacademie.nl/Nieuwsarchief_bericht.20.0.html?&no_ cache=1&tx_ttnews%5Btt_news%5D=610&cHash=74492e45aed8afecbd 8f434867ff8495 TNO-NITG. (2003). Het Eoceen. Opgehaald van Natuurinformatie: http:// www.natuurinformatie.nl/ndb.mcp/natuurdatabase.nl/i000377.html Topografische Dienst Nederland. (2005). Topografie. Topografische Dienst Nederland.
Westerhoff. (2003). De ondergrond van Nederland. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Witteveen+Bos a. (2007). Nadere inventarisatie wijstgebieden. Almere: Waterschap Aa en Maas. Witteveen+Bos b.(2007). Nadere Inventarisatie Wijstgronden. Breuken_ van_Rooijen. Almere: Witteveen+Bos.
Vulkanisme. (sd). Geomorfologie. Opgehaald van Vulkanisme: http:// www.vulkanisme.nl/geomorfologie.php Vulkanisme.nl. (2009). Informatie over vulkanen en vulkaanuitbarstingen. Opgeroepen op 2 14, 2014, van Platentektoniek: http://www.vulkanisme. nl/begrippenlijst/platentektoniek.php Waterlab. (2014). Dinolab. Opgehaald van Waterlabs: http://www. waterlabs.eu/wp-content/uploads/2013/07/dinolab_xs_faults.jpg Weerts, W. W. a. (2003, maart). Formatie van Beegden. Opgehaald van DINOloket: http://www.dinoloket.nl/Formatie-van-beegden Weerts, W. W. b. (2003, maart). Formatie van Waalre. Opgehaald van DINOloket: http://www.dinoloket.nl/Formatie-van-waalre
40
BRONNENLIJST
41
42
BIJLAGE 1: GEOLOGISCHE TIJDSCHAAL
43
44
BIJLAGE 2: GEOMORFOLOGIE
45
46
BIJLAGE 3: BODEM
47
48
HISTORISCHE KAART 1850
BIJLAGE 4: HISTORISCHE KAART 1850
49