bijlagen bij de toelichting
92
Bijlage 1 Risicoberekeningen gastransportleidingen
_______________________________________________________________________________________________________________ 226.14261.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
!
"#" $ $ %& & '' ( % )%* & '
! + ,
$%% !* $# /
%
&
,* & %%
#- # $#
./
-0 #-- # $# 11/
#- #
#
$ 2 3 4
&
- # $# %% !*
./
%'+ *'+ *, 5 &2
-0 #-- # $# 11/ % 7 $8 * , %% !*
%% !*
% )*
& 4 = 0 %% !* %
**
* % ,
*
%% !*
" % ( =&
&
% % &
*
* 5% * & ,* &; <
' **
)*
% % '% &
& & ; %& ;
<
*
*,
% 6
%
<
*: & + 9$#
,
•
•
$#
*,
&
& >
*
* &
5'% ) #
%% ,
# 1.
# *
; < '% &
& ** 5 &'% &* % % '%
**
%
,*& %% ,
' % !* : *
&
# . .
@-?
@?
??
??
9 ??
% ; < * • •
&
%
1
**&; #<
& + , ' ;
%
) )% 6
1? ?
<
&%
#- # # $# / % 7 9$8'% & *
'% & ,' & )% 6 5 & A : : B' & %% *, !5 ** : : B' & % * !5 ** * + & &% 6 * * : : B' & % * !5 ** % * & 7 :!& * 8 8 C 4 %% !* % % % 5*' * && % 7 -D8 C
?
% % C
!* * %C !* % %
&
!* % % %%
& % !& * && %
&
:!& *
** ! & ' 7 :!& * 7 -D8
& ' A
!
A
+ ,A$%% !*
•
%
&
4 %% !* % & ' ** 9$#
•
#?
,
6
,
&
,* & %%
#- # $#
./
-0 #-- # $# 11/
% % % 5*' : 5 % 6 * && % C % % '% &
*
%% !* :&
&
*
# $#
/
'% & ! 'E& %
+% **
)% 6 *,
#- #
F,
%
'
0
. !" :&
; < #
:&
#
$$"
; < !
:&
" ; < %
G & * , %% !*% -- # $# 11/ 0 ** %
*' % 2 !'
%&
% % & % & *&
,
&
&
%: %'' FN-Curve
** HH *
! &
% 6 * +
5
%* & %% %'+ *'+, % ! ,& 5
&
* &
% 6 , & % * & , & % )* *,
& / Oriënterende w aarde
1E-4
Frequentie [/jaar]
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
&
100 N [-]
&' (
1000
!"
#- # $# )% ,
*
** %% !& %
./
-0
# &5'%
#- # # $# / 7 1 8 ** ) & 2#!'
'%& 0 )% 6
& ' A
!
A
+ ,A$%% !*
%
&
FN-Curve
,* & %%
#- # $#
./
-0 #-- # $# 11/
#- #
# $#
/
Oriënterende w aarde
1E-4
Frequentie [/jaar]
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
&
100 N [-]
&' (
#
FN-Curve
1000
$$" Oriënterende w aarde
1E-4
Frequentie [/jaar]
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
&
100 N [-]
# &' (
1000
" * +
, ;<
*
;<
*,
% & &
& 6 '%
: * & 5 & % * & 0 $ 0 111
*:
) ,*--
.
% & 0 9'% %
5% 4 = ** %% !* ,* & %% 0 %%& % $
% 0 $
: *
9 /= =/
I' & % && %
%$0
93
Bijlage 2 Milieukundig advies ontwikkelingslocaties
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 226.14261.00 Rotterdam / Middelburg
MILIEUKUNDIGE ONDERBOUWING Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp
Milieudienst Midden-Holland
Postbus 45
2800 AA Gouda
t: 0182 - 545 700
Milieudienst Midden-Holland
Productnummer Omschrijving Status Datum Opdrachtgever Opgesteld door
201013892 Milieukundige onderbouwing bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Definitief 14 september 2011 Gemeente Zuidplas Mw. Drs. M. Verweij / Mw. Ing. M.A. Vermeij
Dit rapport is op basis van de ten tijde van het opstellen geldende wet- en regelgeving opgesteld. Deze wet- en regelgeving is sterk aan verandering onderhevig. Geadviseerd wordt om het rapport tijdig voor het starten van de ruimtelijke procedure te laten controleren op de houdbaarheid.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
2
Milieudienst Midden-Holland
SAMENVATTING Het bestemmingsplan voor het dorpsgebied van Moerkapelle wordt herzien. Het bestemmingsplan is grotendeels conserverend van aard. Tevens wordt een aantal ontwikkelingslocaties meegenomen in de herziening. Voor het hele bestemmingsplan moet middels een ruimtelijke onderbouwing worden aangetoond dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Voorliggend rapport betreft de milieukundige onderbouwing als onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing. In de toelichting op het bestemmingsplan is een verkorte versie van voorliggend rapport opgenomen. Voorliggend rapport is als bijlage bij de toelichting opgenomen. Conserverend bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Er zijn geen beperkingen voor het conserverend deel van bestemmingsplan Moerkapelle Dorp voor wat betreft wegverkeerslawaai, luchtkwaliteit, externe veiligheid, bodem, archeologie en ecologie. Voor wat betreft bedrijven en milieuzonering geldt dat het plan niet conserverend kan worden vastgesteld, maar dat rekening dient te worden gehouden met afstemming tussen milieugevoelige en milieubelastende functies. Geadviseerd wordt de bedrijfslocaties inwaarts te zoneren en voor de bestaande bedrijven maatbestemmingen op te nemen. Ontwikkellocaties Voor de ontwikkellocaties zijn hieronder de aandachtspunten ten aanzien van de ruimtelijke procedure opgesomd. Voor aspecten waarover hieronder niets wordt vermeld geldt dat hier geen belemmeringen of aandachtspunten zijn geconstateerd. Voor alle locaties gelden nog wel aandachtspunten ten aanzien van bijvoorbeeld de wijzigingsprocedure, omgevingsvergunningaanvraag of uitvoeringsfase. Deze aandachtspunten staan in de afzonderlijke hoofdstukken vermeld.
Schapenweide Op het dakterras van de beoogde woningen moet een scherm worden geplaatst aan de zijde van het bedrijf van Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, zodat het plan geen belemmeringen oplevert voor de uitbreiding van het akkerbouwbedrijf van Mts Van der SpekPalsgraaf aan de Dorpsstraat 6.
Moerkapelse Zijde-Dorpsstraat Hogere grenswaarden wegverkeerslawaai vaststellen. Dit ontwerpbesluit dient gelijktijdig met het bestemmingsplan te worden gepubliceerd en ter inzage te gaan.
Pieter Posthof/BAC (geen aandachtspunten)
Bedrijventerrein Julianastraat-Zuidplasstraat Wijzigingsregels ten aanzien van woon-werkpanden opnemen
Oranjestraat 43 (geen aandachtspunten)
Moerkapelse Zijde 40 Woningbouw is mogelijk daar waar de geluidsbelasting, LAmax, ten gevolge van het bedrijfsverzamelgebouw lager is dan 75 dB(A).
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
3
Milieudienst Midden-Holland
Opnemen van een maatwerkvoorschrift voor het meest dichtstbijzijnde bedrijf in het bedrijfsverzamelgebouw aan de Moerkapelse Zijde 38, 38a.
Industriestraat 9-15 Bedrijfsbestemming opnemen met deels maximaal categorie 2 en deels maximaal categorie 3.1.
PAK-locatie (geen aandachtspunten)
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
4
Milieudienst Midden-Holland
INHOUD
SAMENVATTING ........................................................................................................................................... 3 1
INLEIDING ............................................................................................................................................. 6
2
WEGVERKEERLAWAAI ......................................................................................................................... 11
3
LUCHTKWALITEIT ................................................................................................................................ 16
4
BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING ........................................................................................................ 20
5
EXTERNE VEILIGHEID ........................................................................................................................... 26
6
BODEM ............................................................................................................................................... 32
7
ARCHEOLOGIE .................................................................................................................................... 37
8
FLORA EN FAUNA ................................................................................................................................ 44
Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V
Invoergegevens berekeningen wegverkeerslawaai Invoergegevens luchtkwaliteit 2009, 2015 en 2020 Rekenresultaten luchtkwaliteit 2009, 2015 en 2020 Advies regionale brandweer ten aanzien van verantwoording groepsrisico Onderzoek geluidbelasting ontwikkelingslocatie Moerkapelse Zijde 40
201013892 Milieukundig advies Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
5
Milieudienst Midden-Holland
1 1.1
INLEIDING
Aanleiding
De beleidsvelden milieu en ruimtelijke ordening groeien het laatste decennium steeds meer naar elkaar toe. In de Wet ruimtelijke ordening wordt gesproken over een duurzame ruimtelijke kwaliteit. Alhoewel milieubeleid soms beperkingen kan opleggen aan de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen, is het primair bedoeld om een optimale leefomgeving te realiseren. De doelen van de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer sluiten op deze wijze bij elkaar aan. Het bestemmingsplan voor het dorpsgebied van Moerkapelle is ouder dan 10 jaar en dient derhalve te worden herzien. Het bestemmingsplan is grotendeels conserverend van aard. Tevens wordt een aantal ontwikkelingslocaties meegenomen in de herziening. Daartoe moet middels een ruimtelijke onderbouwing worden aangetoond dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Voorliggend milieukundig advies geldt als onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing.
1.2
Beschrijving
Een overzicht van het plangebied is weergegeven in figuur 1. Tevens zijn in deze figuur de ontwikkellocaties weergegeven. De ontwikkellocaties zoals die in het nieuwe bestemmingsplan Moerkapelle Dorp mogelijk worden gemaakt (direct, danwel indirect) zijn hieronder weergegeven. Een korte beschrijving van deze ontwikkelingen is opgenomen in de afzonderlijke hoofdstukken in deel B (zie ook leeswijzer). 1. Schapenweide 2. Moerkapelse Zijde/Dorpsstraat 3. Pieter Posthof/BAC 4. Bedrijventerrein Julianastraat-Zuidplasstraat 5. Oranjestraat 43 6. Moerkapelse Zijde 40 7. Industriestraat 9-15 8. PAK-locatie.
201013892 Milieukundig advies Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
6
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 1: plangrens Moerkapelle Dorp met ontwikkellocaties 201013892 Milieukundig advies Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
7
Milieudienst Midden-Holland
1.3
Afkadering
Het milieukundig advies richt zich op de volgende milieuaspecten: Wegverkeerslawaai Luchtkwaliteit Bedrijven en milieuzonering Externe Veiligheid Bodem Archeologie Ecologie De milieuaspecten spoorwegverkeerslawaai en industrielawaai zijn niet relevant voor het onderzoeksgebied, omdat geen spoorlijn en geen gezoneerd industrieterrein in (de omgeving van) het plangebied aanwezig zijn. Van bovengenoemde milieuonderdelen is de situatie in en rond het plangebied op hoofdlijnen in beeld gebracht voor wat betreft het conserverend deel van het bestemmingsplan. Voor de ontwikkelingslocaties is onderzocht of en hoe de ontwikkelingen toelaatbaar zijn binnen de milieuwetgeving en binnen de kaders van een goede ruimtelijke ordening. Ook worden enkele eerder afgegeven ontheffingen bestendigd in dit bestemmingsplan. Uitgangspunt voor de ontheffingen is dat deze in de voorgaande procedures afdoende milieukundig zijn onderbouwd. Om deze reden maken deze ontwikkellocaties geen onderdeel uit van dit onderzoek. Ontheffingen zijn afgegeven voor de locaties NAM-Eersteling, Beth-San, Kruispunt, locatie Supermarkt en Oranjestraat. In het onderzoek is rekening gehouden met de beoogde Zuidplaspolder-ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: Topografische en kadastrale kaarten; Concept verkeersmodel “tussenmodel Zuidplas”; Verkeerscijfers van wegen niet opgenomen in verkeersmodel, opgave gemeente Zuidplas; Cijfers verkeersaantrekkende werking ontwikkellocaties, opgave gemeente Zuidplas; Bedrijven en milieuzonering, VNG Den Haag 2009; bedrijvenbestand van de Milieudienst; Vergunningdossiers Milieudienst; Bodem Informatie Systeem van de Milieudienst; Risicoatlassen weg, spoor en water; Gemeentelijke beleidsnota archeologie, gemeente Zuidplas, november 2010; Voorbereidingscommissie Kwaliteitszorg Archeologie, 2006: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.1, Ministerie van OCenW, ‘s-Gravenhage. Wolters-Noordhoff 1990: Grote Historische Atlas van Nederland deel I West-Nederland 1839-1859, 1: 50.000, Groningen. Archeologisch Informatie Systeem (Archis 2), Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) Archeologische Monumentenkaart (AMK) Centraal Archeologisch Archief (CAA) Centraal Monumenten Archief (CMA) Luchtfoto onderzoeksgebied (Google Earth) 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
8
Milieudienst Midden-Holland
1.4
Provincie Zuid-Holland, 2007: Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland. Den Haag. (www.chs.pzh.nl) Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, 2000: Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW), 2e generatie. Amersfoort. Topografische Dienst, 2001: Topografische Kaart 1:25:000. Emmen. Dienst landelijk gebied, Handreiking Flora- en faunawet, oktober 2006. Kapteyn, K. 1995. Vleermuizen in het landschap. Over hun ecologie, gedrag en verspreiding. Schuyt & Co Uitgevers en Importeurs BV, Haarlem Ministerie van Landbouw, natuurbeheer en voedselkwaliteit, Rode Lijsten, Den Haag, 2004 Ministerie van LNV. Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten. Ministerie van LNV, Den Haag Provincie Zuid-Holland, Streekplan Zuid-Holland Oost, Provinciale Staten van Zuid-Holland, Den Haag, november 2003. www.natuurloket.nl www.minlnv.nl www.ravon.nl www.vleermuizen.be
Leeswijzer
Voorliggend rapport betreft de milieukundige onderbouwing van het bestemmingsplan Moerkapelle Dorp. Deel A (hoofdstukken 1 tot en met 8) gaan in op de milieukundige situatie van het hele plangebied. Het betreft een beschouwing per milieuthema of het conserverend bestemmingsplan al dan niet als zodanig kan worden vastgesteld. Deel B (hoofdstukken 9 tot en met 16) betreft de milieukundige onderbouwing van de ontwikkellocaties. Per hoofdstuk worden alle thema’s behandeld en wordt een uitspraak gedaan over de haalbaarheid en toelaatbaarheid van de beoogde ontwikkeling. In deel B wordt veelvuldig verwezen naar deel A. Derhalve is deel A onmisbaar voor deel B.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
9
Milieudienst Midden-Holland
DEEL A CONSERVEREND BESTEMMINGSPLAN 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
10
Milieudienst Midden-Holland
2 2.1
WEGVERKEERLAWAAI
Wettelijk kader
Wegverkeerslawaai kan de leefkwaliteit van een gebied sterk beïnvloeden. Mensen die veelvuldig worden blootgesteld aan een hoog niveau van wegverkeerslawaai kunnen hier lichamelijke en psychische klachten door oplopen. De Wet geluidhinder (Wgh) verplicht ertoe onderzoek uit te voeren naar de geluidsbelasting op geluidgevoelige bestemmingen binnen vastgestelde onderzoeksgebieden (zones) langs wegen (art. 7475 Wgh). Wegen met een snelheid van maximaal 30 km/uur hebben op grond van de Wgh geen geluidszone. Dit betekent dat de geluidbelasting vanwege 30 km/uur wegen niet wordt getoetst aan de normen uit de Wgh. In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet de geluidbelasting van deze wegen wel inzichtelijk worden gemaakt. Tevens stellen de Wgh en het Besluit geluidhinder regels aan de maximale geluidsbelasting op deze bestemmingen. Onder geluidgevoelige bestemmingen wordt verstaan (Art. 1 Wgh): Woningen Onderwijsgebouwen Ziekenhuizen en verpleeghuizen Buitenterreinen (bij gezondheidsgebouwen anders dan ziekenhuizen) Woonwagenstandplaatsen Voor deze bestemmingen zijn voorkeursgrenswaarden opgesteld. Deze voorkeursgrenswaarden worden mede bepaald door de locatie van de gevoelige bestemmingen en het type weg. Bij realisatie van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen dient de geluidsbelasting ten hoogste de voorkeursgrenswaarde te bedragen. In tabel I zijn de voor dit onderzoek relevante voorkeursgrenswaarden weergegeven. Opgemerkt wordt dat onderstaande grenswaarden geen bruikbaar toetsingskader vormen voor het conserverend deel (er worden namelijk geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen toegevoegd) van het bestemmingsplan. Tabel I: voorkeursgrenswaarden (vgw) wegverkeerslawaai (Art. 82 Wgh en art. 3.1 Bgh)
bestemming
locatie
Weg
Vgw [dB]
Woningen
Binnen bebouwde kom
Lokale en provinciale wegen
48
Auto(snel)wegen
48
Lokale en provinciale wegen
48
Auto(snel)wegen
48
Buiten bebouwde kom
Indien bij de realisatie van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen niet aan de voorkeursgrenswaarde kan wordt voldaan, kan worden geconcludeerd dat de ontwikkellocatie niet zonder meer geschikt is voor de beoogde ontwikkeling. Indien toch wordt beoogd de ontwikkeling doorgang te laten vinden dient een onderzoek te worden uitgevoerd naar de haalbaarheid van maatregelen om de geluidsbelasting te reduceren. Dit kunnen maatregelen aan de bron (bv. geluidarm asfalt) of maatregelen in de overdrachtssfeer (bv. geluidwal) zijn. Indien 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
11
Milieudienst Midden-Holland
deze maatregelen kunnen worden uitgevoerd en de geluidsbelasting daarmee tot (onder) de voorkeursgrenswaarde wordt teruggebracht kunnen de gevoelige bestemmingen alsnog worden gerealiseerd. Indien maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn ofwel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard kan in sommige gevallen een Hogere Waarde worden vastgesteld. Ter bepaling of deze Hogere waarde inderdaad kan worden vastgesteld is de Beleidsregel Hogere Waarden regio Midden-Holland (april 2007) vastgesteld. In situaties waarin aan deze beleidsregel wordt voldaan kunnen Hogere Waarden worden vastgesteld tot de Maximale Grenswaarde uit de Wgh (tabel II). Tabel II: Maximale Grenswaarden wegverkeerslawaai (art. 83 Wgh en art. 3.2 Bgh)
bestemming
locatie
Weg
Woningen
Binnen bebouwde kom
Lokale en provinciale wegen
63
Auto(snel)wegen
53
Lokale en provinciale wegen
53
Auto(snel)wegen
53
Buiten bebouwde kom
Maximale Grenswaarde [dB]
In het kader van een conserverend bestemmingsplan hoeft niet te worden getoetst aan voorkeursgrenswaarden en maximale grenswaarden uit de Wet geluidhinder. Er dient echter wel inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat binnen het plangebied. Dat kan door de geluidsbelasting vanwege de hoofdwegenstructuur in het plangebied in beeld te brengen.
2.2
Onderzoek
Ten behoeve van het bestemmingsplan Moerkapelle Dorp is de geluidsbelasting vanwege de hoofdwegenstructuur binnen het plangebied bepaald. Tevens is het effect op de geluidsbelasting van de verkeersaantrekkende werking van alle ontwikkellocaties gezamenlijk bepaald. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Dit conform de artikelen 110d, 110e, 110f, eerste en tweede lid, 110g en artikel 110h van de Wgh. De berekeningen zijn uitgevoerd met Geomilieu versie 1.71 van DGMR Raadgevende Ingenieurs BV. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de VMK van de gemeente Zuidplas en het GoudappelCoffeng model prognose 2020 t.b.v. Zuidplaspolder. Als aanvulling op de VMK heeft de gemeente Zuidplas intensiteiten aangeleverd in de situatie met en zonder de geplande ontwikkeling voor de volgende wegen binnen het plangebied: Moerkapelse Zijde; Dorpstraat; Herenweg; Kerkstaat; Jonkheer van der Welstraat; Moerdijkstraat. In bijlage I zijn voor alle onderzochte wegen de belangrijkste parameters weergegeven voor de situatie zonder en met de geplande ontwikkeling.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
12
Milieudienst Midden-Holland
2.3
Rekenresultaten
In de figuren 2 en 3 zijn de berekende contouren weergegeven ten gevolge van wegverkeerslawaai voor respectievelijk de situatie zonder en met geplande ontwikkeling voor het jaar 2020. De weergegeven contouren betreffen de gecumuleerde contouren exclusief aftrek artikel 110g Wgh. De contouren zijn een licht negatieve weergave van de werkelijke geluidsbelasting omdat geen rekening is gehouden met afscherming van gebouwen.
Figuur 2: Geluidcontouren 2020 vanwege de relevante wegen zonder geplande ontwikkelingen en excl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit figuur 2 blijkt dat ter plaatse van de woningen aan de Dorpstraat, Herenweg, Moerkapelse Zijde, Onderweg en de Julianastraat geluidsbelastingen (excl. correctie Art. 110g Wgh) van 58 tot 63 dB(A).
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
13
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 3: Geluidcontouren 2020 vanwege de relevante wegen inclusief geplande ontwikkelingen en excl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit figuur 3 blijkt dat ter plaatse van de woningen aan de Dorpstraat, Herenweg, Moerkapelse Zijde, Onderweg en de Julianastraat geluidsbelastingen (excl. correctie Art. 110g Wgh) van 58 tot 63 dB(A). Verschilkaart Om de verschillen tussen de beide situaties inzichtelijk te maken is een verschilkaart gemaakt (figuur 4). Weergegeven is het verschil tussen de situatie met en zonder geplande ontwikkeling (verschil = Lden weg met – Lden weg zonder).
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
14
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 4: Verschilkaart gecumuleerde geluidsbelasting wegverkeer met en zonder ontwikkelingen
Uit figuur 4 blijkt dat het verschil in geluidsbelasting voor het gebied Dorpstraat, Herenweg en Kerkstraat ligt tussen de 1 en 2 dB. Voor het overige gebied ligt het verschil tussen de 0 en de 1 dB.
2.4
Conclusie
Ter plaatse van de onderzochte locaties binnen het plangebied worden de geluidsniveaus hoofdzakelijk bepaald door de zogenaamde, niet vanuit de Wet geluidhinder gezoneerde, 30 km/h wegen. Als gevolg van de combinatie van klinkerbestrating en verkeersintensiteit treden ter plaatse van de woningen relatief hoge geluidsbelastingen op. Wanneer de berekende geluidsbelastingen worden beoordeeld overeenkomstig de Wet geluidhinder (inclusief aftrek ex. artikel 110g) worden de geluidsbelastingen ter plaatse van de woningen als passend bij het dorpse karakter van Moerkapelle en acceptabel beoordeeld. De toename van de geluidsbelasting als gevolg van de beoogde ontwikkelingen zal ter plaatse van de woningen met minder dan 2 dB toenemen. Deze toename is niet met het menselijk gehoor waarneembaar.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
15
Milieudienst Midden-Holland
3 3.1
LUCHTKWALITEIT
Wettelijk kader
Indien mensen met regelmaat luchtverontreinigende stoffen inademen kan dit leiden tot effecten op de lichamelijke gezondheid. Daarom moet bij ruimtelijke planvorming rekening worden gehouden met de effecten van de plannen op de luchtkwaliteit. Titel 5.2 van de Wet milieubeheer (hierna te noemen: Wet luchtkwaliteit), het Besluit niet in betekenende mate en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen grenzen aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen. De meest kritische stoffen ten gevolge van het verkeer zijn stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). De grenzen voor deze stoffen zijn opgenomen in tabel III. In 2010 moet aan de grenswaarden (jaargemiddelde en uurgemiddelde concentratie) voor NO2 worden voldaan. Voor PM10 geldt dat vanaf 2005 moet worden voldaan aan de (jaargemiddelde en 24uursgemiddelde) grenswaarden. Tabel III: Grenswaarden Wet luchtkwaliteit stof NO2
jaargemiddelde 40 µg/m3
uurgemiddelde 200 µg/m3
24-uursgemiddelde
Opmerkingen
n.v.t. Uurgemiddelde mag 18x per jaar worden overschreden
PM10
40 µg/m3
n.v.t.
50 µg/m3 24-uursgemiddelde mag 35x per jaar worden overschreden
De Wet luchtkwaliteit en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen dat ruimtelijke plannen doorgang kunnen vinden indien: 1. de luchtkwaliteit tengevolge van de plannen per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft; 2. de plannen niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de concentratie van NO2 en PM10 in de buitenlucht. Vanaf het in werking treden van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit op 1 augustus 2009 wordt onder een NIBM bijdrage een bijdrage van minder dan 3% van de grenswaarde verstaan, of wel minder dan 0,4 µg/m3; 3. de plannen niet leiden tot het overschrijden van een grenswaarde; 4. gevoelige bestemmingen (waaronder scholen en zorginstellingen) niet binnen 300 meter van een rijksweg en 50 meter van een provinciale weg worden gerealiseerd (of indien binnen deze zones geen sprake is van een (dreigende) overschrijding). Het Besluit NIBM heeft een aantal NIBM-grenzen vastgesteld, waarvan met zekerheid kan worden gesteld dat de 1%-grens niet zal worden overschreden, te weten: Woningbouw: ≤ 500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en ≤ 1000 woningen bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. Kantoorlocaties: ≤ 33.333 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en ≤ 66.667 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. Kascomplexen: niet-verwarmde kassen en verwarmde kassen tot 2 hectare. In alle overige gevallen of combinaties van bovenstaande grenzen zal middels een berekening moeten worden aangetoond of de bijdrage niet in betekenende mate is of dat de grenswaarden niet worden overschreden. 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
16
Milieudienst Midden-Holland
Tevens is in het Besluit NIBM een anticumulatie bepaling opgenomen, die zegt dat de effecten van beoogde ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied moeten worden meegenomen in de beoordeling van het betreffende plan. Hiermee wordt voorkomen dat verschillende NIBM-projecten samen toch in betekenende mate bijdragen aan verslechtering van de luchtkwaliteit.
3.2
Onderzoek
Op een drietal locaties (figuur 5) zijn de concentraties van NO2 en PM10 in de huidige situatie in 2011, de autonome situatie in 2020 en de situatie in 2020 inclusief de ontwikkeling onderzocht. De concentraties in de huidige situatie 2011 zijn overgenomen uit de Monitoringstool 2010. De concentraties NO2 en PM10 in 2020 (exclusief en inclusief planontwikkeling) zijn berekend met CAR versie 9.0, conform standaard Rekenmethode I.
figuur 5: Onderzoekslocaties luchtkwaliteit.
De totale verkeersaantrekkende werking van de ontwikkellocaties wordt door de gemeente geschat op 1.850 motorvoertuigen per etmaal (mvt/etmaal). Dit extra verkeer is verdeeld over verschillende wegen in het plangebied. Voor de beschouwde wegen is uitgegaan van de door de gemeente geleverde verkeersintensiteiten, eveneens gebruikt in het wegverkeerslawaai-onderzoek (tabel IV). Tabel IV: Invoergegevens onderzoek luchtkwaliteit
2020 [mvt/etmaal] excl. ontwikkelingen
2020 [mvt/etmaal] incl. ontwikkelingen
Moerkapelse Zijde (Noordeinde richting Bredeweg)
2866
3146
Dorpstraat
2595
2970
Herenweg
2602
3422
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
17
Milieudienst Midden-Holland
De uurconcentratie NO2 is niet berekend omdat er in Nederland geen sprake is van meer dan de toegestane 18 maal overschrijding van de grenswaarde van de uurconcentratie NO2. Overige in de Wet luchtkwaliteit opgenomen stoffen hebben momenteel in Nederland een dermate lage concentratie dat in deze situatie zondermeer wordt voldaan aan de grenswaarden voor deze stoffen. In dit onderzoek zijn deze stoffen dus niet nader beschouwd. Er is gerekend met een meerjaren meteorologie. De vaste aftrek van 6 dagen voor het aantal dagen dat de 24-uurs-norm mag worden overschreden en een plaatsafhankelijke correctie op de jaargemiddelde norm van 6 µg/m3 zijn reeds in de berekeningen verwerkt. Er is gerekend, voor zowel NO2 als PM10, op een afstand tussen 7 m en 13,5 m afhankelijk van de afstand tussen de woningen en de weg. Een uitgebreide versie van de invoergegevens is opgenomen in bijlage II.
3.3
Resultaten
In de tabellen V en VI zijn de rekenresultaten voor de jaargemiddelde immissieconcentratie NO2 en PM10 opgenomen. In bijlage III zijn de uitgebreide rekenresultaten gegeven. Tabel V: Jaargemiddelde PM10 – concentratie (in µg/m3 ) op drie locaties (figuur 5)
Locatie Situatie Huidige situatie
1
2
3
Totale
Achtergrond
Totale
Achtergrond
Totale
Achtergrond
concentratie
concentratie
concentratie
concentratie
concentratie
concentratie
24,8
24,2
24,4
24,2
24,5
24,3
22,3
21,9
22,3
21,9
22,3
21,9
22,4
21,9
22,3
21,9
22,3
21,9
2011 Situatie 2020 excl. ontwikkeling Situatie 2020 incl. ontwikkeling
Tabel VI: Jaargemiddelde NO2 – concentratie (in µg/m3 ) op drie locaties (figuur 5)
Locatie Situatie Huidige situatie
1
2
3
Totale
Achtergrond
Totale
Achtergrond
Totale
Achtergrond
concentratie
concentratie
concentratie
concentratie
concentratie
concentratie
28,6
24,1
25,4
24,1
25,2
24,0
20,3
18,3
20,1
18,3
19,7
18,3
20,3
18,3
20,2
18,3
19,8
18,3
2011 Situatie 2020 excl. ontwikkeling Situatie 2020 incl. ontwikkeling
Uit het onderzoek blijkt dat al in 2011 de berekende concentraties NO2 en PM10 veel lager zijn dan de grenswaarden voor NO2 en PM10. De bijdrage van de planontwikkelingen op de concentraties NO2 en PM10 is minder dan 0,4 µg/m3, dus niet in betekenende mate (NIBM). Aldus wordt in het hele plangebied voldaan aan de grenswaarden, ook na voltooiing van de ontwikkelingen in het plangebied.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
18
Milieudienst Midden-Holland
3.4
Conclusie en advies
Het plangebied kent in de huidige situatie (2011) een relatief goede luchtkwaliteit, die in de komende jaren naar verwachting verder gaat verbeteren. De geplande ontwikkelingen dragen nauwelijks bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit in het gebied. Daarom is het geen bezwaar vanwege de luchtkwaliteit om het bestemmingsplan vast te stellen.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
19
Milieudienst Midden-Holland
4 4.1
BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING
Wettelijk kader
Bedrijvigheid is een milieubelastende activiteit. Tengevolge van aanwezige bedrijvigheid kan mogelijk hinder voor de omgeving optreden met betrekking tot de milieuaspecten geluid, geur, stof en gevaar. Nieuwe situaties, waarin milieubelastende activiteiten en milieugevoelige functies met elkaar worden gecombineerd, moeten worden beoordeeld op mogelijke hindersituaties. Daarbij wordt getoetst aan de Wet milieubeheer, Algemene Maatregelen van Bestuur onder de Wet milieubeheer en de brochure Bedrijven en Milieuzonering (VNG, 2009). Bedrijven en Milieuzonering geeft richtafstanden per categorie en per type bedrijvigheid aan. Binnen deze richtafstanden is bij een gemiddelde bedrijfsvoering hinder van het bedrijf te verwachten. De te beoordelen situaties zijn te herleiden tot drie groepen en bijbehorende aanpak, te weten: Nieuwe milieugevoelige functies nabij bestaande bedrijven In deze situatie dient primair te worden beoordeeld of hinder te verwachten is van de specifieke bestaande bedrijven. Deze beoordeling is met name gebaseerd op de Wet Milieubeheer en bijbehorende AMvB’s. Daarnaast zal moeten worden meegewogen of ter plaatse van de nieuwe milieugevoelige functies bij eventuele vestiging van een nieuw bedrijf op het bestaande bedrijfsperceel een probleemsituatie ontstaat. Deze afweging vindt met name plaats op basis van Bedrijven en Milieuzonering. Nieuwe bedrijfsbestemmingen nabij bestaande milieugevoelige functies In deze situatie is de bedrijfscategorie zoals deze wordt opgenomen in het bestemmingsplan leidend. Afhankelijk van deze categorie zal tenminste een afstand van bv. 10 meter (cat. 1), 30 meter (cat. 2), 50 meter (cat. 3.1), 100 meter (cat. 3.2), 200 meter (cat. 4.1) tussen de gevoelige functies en belastende activiteiten moeten worden gerespecteerd. In het geval de bestemmingswijziging wordt gerealiseerd ten bate van de vestiging van een specifiek bedrijf, kunnen de omstandigheden van dit bedrijf worden meegewogen. In elk geval dient tenminste aan de Wet milieubeheer te worden voldaan. Nieuwe milieugevoelige functies nabij nieuwe bedrijfsbestemmingen In dit geval is de bedrijfscategorie zoals deze wordt opgenomen in het bestemmingsplan leidend. Afhankelijk van deze categorie zal tenminste een afstand van bv. 10 meter (cat. 1), 30 meter (cat. 2), 50 meter (cat. 3.1) tussen de gevoelige en belastende bestemmingen moeten worden gerespecteerd. Daarnaast wordt het moment van vaststelling van een conserverend bestemmingsplan ook gebruikt om te heroverwegen of in de bestaande combinaties van milieugevoelige en milieubelastende functies sprake is van goede ruimtelijke ordening. De gemeente Zuidplas verkiest om in dit geval inwaarts te zoneren, dat wil zeggen met de woningen als uitgangspunt. Op deze wijze wordt de planologische ruimte voor bedrijven beter afgestemd op de feitelijke ruimte vanwege de Wet milieubeheer. Voor de bestaande bedrijven zal een maatbestemming worden opgenomen, zodat zij niet in hun bedrijfsvoering worden gehinderd. Uitgangspunt in bestaande situaties is dat categorieën 1 en 2 doorgaans inpasbaar zijn nabij woningen.Hinder van bestaande bedrijven op bestaande woningen wordt middels de Wet milieubeheer beheersd. De richtafstanden in Bedrijven en Milieuzonering gelden ten opzichte van een milieugevoelige functie, zoals bijvoorbeeld bedoeld met de omgevingstypen rustige woonwijk of rustig buitengebied. In het geval de milieugevoelige functies zijn gelokaliseerd in omgevingstype gemengd gebied kan een afwijkende systematiek worden toegepast, die meer ruimte biedt aan bedrijven. Dit omgevingstype en bijbehorende systematiek zullen dan wel in het bestemmingsplan moeten worden vastgelegd.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
20
Milieudienst Midden-Holland
4.2
Onderzoek
Met behulp van het inrichtingenbestand van de Milieudienst is geïnventariseerd welke bedrijven in het plangebied zijn gevestigd. Behoudens het bedrijventerrein is geïnventariseerd welke bedrijven in het plangebied onder categorie 3.1 of hoger vallen. Voor deze bedrijven zijn de milieuzones bepaald op basis van Bedrijven en Milieuzonering en gegevens uit milieuvergunningen en AMvB’s. Voor de bedrijven op het bedrijventerrein zijn middels dossieronderzoek en veldbezoek de milieucategorieën van alle aanwezige bedrijven bepaald. Tevens is op basis van de locaties en gebiedstypen van de huidige woningen bepaald welke categorieën bedrijven waar op het bedrijventerrein mogelijk zijn (inwaarts zoneren) en welke bedrijven op basis daarvan een maatbestemming zouden moeten krijgen.
4.3
Resultaten
In tabel VII en figuur 6 zijn de bedrijven met categorie 3.1 en hoger weergegeven die buiten het bedrijventerrein van Moerkapelle zijn gelegen. In figuur 6 is ook de bijbehorende richtafstand conform Bedrijven en Milieuzonering 2009 weergegeven. tabel VII: bedrijfslocaties in het plangebied (exclusief bedrijven op bedrijventerrein)
locatie
naam
bedrijfsaard
SBI
Cat.
Richtafstand
Bredeweg 5
T. Zijderhand en Zoon Ottevanger Machinefabrieken BV
Goederenvervoer Productie Landbouwmachines
494
3.1
50
28 1
3.2
100
Moerkapelse Zijde 32
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
21
Milieudienst Midden-Holland
figuur 6: overige bedrijven in het plangebied
Op kleine afstand van de bedrijven uit tabel VII liggen woningen. De bedrijven hebben echter geen klachten veroorzaakt in de omgeving. Geconcludeerd kan worden dat door de bedrijfsvoering van deze specifieke bedrijven de situatie in de omgeving aanvaardbaar is. Geadviseerd wordt om deze bedrijven een maatbestemming te geven en in de algemene toelaatbaarheid maximaal categorie 2 op te nemen. Bedrijventerrein In figuur 7 zijn de woningen weergegeven die bepalend zijn voor het inwaarts zoneren van het bedrijventerrein. De woningen aan de Julianastraat zijn gelegen in een rustige woonwijk. De woningen aan de Bredeweg bevinden zich in gemengd gebied, vanwege de functiemenging van bedrijven en woningen en de drukke Bredeweg. Ook de bedrijfswoningen van de tuinbouwbedrijven ten zuiden en ten oosten van het bedrijventerrein worden beschouwd als zijnde dat ze zich bevinden in gemengd gebied. Dit geldt ook voor de bedrijfswoning van Berg Banket B.V. aan de Industriestraat 7. Bij woningen, die zijn gelegen in gemengd gebied, is de richtafstand voor het bepalen van de maximaal toelaatbare categorie met één stap teruggebracht. Zo is de afstand tussen een woning in gemengd gebied en categorie 3.1-bedrijven 30 meter in plaats van 50 meter. In tabel VIII zijn de gebruikte richtafstanden weergegeven.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
22
Milieudienst Midden-Holland
figuur 7: milieuzonering van bedrijven in (de nabijheid van)het plangebied
tabel VIII: richtafstanden ten opzichte van bestaande woningen
Milieucategorie
Richtafstand (meters) tot woningen in Rustige woonwijk
Gemengd gebied
50 100 200
30 50 100
3.1 3.2 4.1
Uit figuur 7 kan worden opgemaakt dat de aanwezige woningen in en in de omgeving van het plangebied invloed hebben op de maximale toelaatbare categorie voor bedrijven. In november 2010 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de aanwezige bedrijven op het bedrijventerrein. In tabel IX zijn de resultaten van de inventarisatie weergegeven. Tabel IX: bedrijfslocaties in het plangebied
1
locatie
naam
bedrijfsaard
Ambachtstraat 1A*
EnEn
Timmerwerkbedrijf
SBI
Cat.
162 1
3.1
1
Ambachtstraat 1C*
Audipack Productie B.V.
Groothandeloverig
466
2
1
Ambachtstraat 1*
Bouwbedrijf Bakker-Koster
Bouwbedrijf
42 1
3.1
1
Ambachtstraat 1B*
Van Wijk Spuiterij en Jachtafwerking
Scheepsbouw en spuiterij
3315
3.1
1
Ambachtstraat1D*
Oskamp Interieurs
Houtbewerking
162 1
3.1
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
23
Milieudienst Midden-Holland
2
Ambachtstraat 2
Zijderhand Moerkapelle B.V.
Transportbedrijf
494
3.2
3
Ambachtstraat 3
Transp. J.D. Rijneveld
Transportbedrijf
494
3.2
4
Ambachtstraat 4
G. Bakker D. Jzn.
Bouwbedrijf
42 1
3.1
5
Ambachtstraat 5
Ketelonderhoud Jonker BV
Vervaardiging stoomketels
2521
4.1
6
Ambachtstraat 7
Bobi Holland B.V.
Groothandel overig
46733
2
7
Ambachtstraat 9
P. de Vrij Moerkapelle B.V.
Groothandel akkerbouwpr.
4621
3.1
8
Ambachtstraat 16*
JS Racing
Autoreparatiebedrijf
451
2
8
Ambachtstraat 26*
PrintAbout
Kopieerbedrijf
18129
2
8
Ambachtstraat 28*
Huurman Loodgietersbedrijf
Aannemersbedrijf
42 3
2
8
Ambachtstraat 32*
J.G. van Asch
Groothandel groente
4631
3.1
8
Ambachtstraat 34*
Both Sound Productions
Groothandel elektr. app.
46733
2
8
Ambachtstraat 36*
Schildersbedrijf Ton Verschoor
Aannemer
42 3
2
9
Bredeweg 31
Vakgarage Van der Knijff
Autoreparatie en tankstation
473 3
2
10 Bredeweg 45A
Lunova Bike
Groothandel overig
46733
2
11 Bredeweg 47
Babyland
Groothandel overig
46733
2
12 Industriestraat 1
Hoeke Groen
Aannemersbedrijf
42 2
3.1
13 Industriestraat 2
Audipack Verkoop B.V.
Groothandel overig
466
2
14 Industriestraat 3
Kadiks B.V.
Aannemersbedrijf
42 3
2
15 Industriestraat 5
Bergbanket B.V.
Banket- en koekfabriek
1072
3.2
16 Industriestraat 6
Peter Cammeraat
Aannemersbedrijf
42 2
3.1
17 Industriestraat 15
BRS Staalwerken Bv
Constructiewerkplaats
251
3.2
18 Industriestraat 22
Zijderhand Moerkapelle B.V.
Transportbedrijf
494
3.2
19 Julianastraat 10
Hertog Polderbemalingen VOF
Metaalwarenfabriek
259
3.2
20 Julianastraat 24
Roet 66
Autoreparatiebedrijf
451
2
21 Nijverheidstraat 3
Holabouw B.V.
Constructiebedrijf
251
3.2
22 Nijverheidstraat 5
Zijderhand Transport B.V.
Transportbedrijf
494
3.2
23 Nijverheidstraat 7
Transportbedrijf Neleman
Transportbedrijf
494
3.2
24 Nijverheidstraat 8
Binair Groep
Constructiewerkplaats
25 Nijverheidstraat 9
Van Marle Drukkerij B.V.
Drukkerij
26 Nijverheidstraat 10
K.A. Havelaar & Zn. B.V.
Metaalwarenfabriek
27 Nijverheidstraat 11
'H.P.S.' Holland Pomp Service
28 Zuidplasstraat 1A
494
3.2
18129
2
259
3.2
Reparatie pompinstallaties
251 1a
3.1
De Rooij Autotechniek
Autoreparatie en spuiterij
45205
3.1
29 Zuidplasstraat 1B
Superli Kosm. Produktiedivisie
Cosmetische productie
205903
3.1
30 Zuidplasstraat 1C
Schildersbedrijf van Gelderen
Aannemer en spuitinr.
42 2
3.1
31 Zuidplasstraat ong.
DANA International bv
Distributie, koelopslag
52109
3.1
32 Zuidplasstraat 4
J.J.L. van Dijk AFG groothandel
Groothandel overig
46733
2
33 Zuidplasstraat 5
V.O.F. Gerritsen
Broodbakkerijfabriek
1071 2
3.2
34 Zuidplasstraat 8
Prov. Zuid-holland
Werkplaats
35 Zuidplasstraat 12
Maxis
Distributie en opslag
42 3
2
52109
3.1
In figuur 8 zijn de bedrijven op basis van de categorie uit bovenstaande tabel weergegeven. De nummers verwijzen naar tabel IX.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
24
Milieudienst Midden-Holland
figuur 8: milieuzonering van bedrijven in (de nabijheid van)het plangebied
De lege vlakken in figuur 8 zijn parkeerterreinen of bedrijfspanden zonder gebruikers. De bedrijven in tabel IX met een * zijn gevestigd in een bedrijfsverzamelgebouw (nummers 1 en 8). Aan de bedrijfsverzamelgebouwen is de hoogste categorie van de aanwezige bedrijven gegeven. Op basis van figuur 7 kan de algemene toelaatbaarheid in het bestemmingsplan worden bepaald. Op basis van figuur 8 kan worden bepaald voor welke percelen een specifieke toelaatbaarheid in het bestemmingsplan moet worden opgenomen.
4.4
Conclusie en advies
In de dorpskern van Moerkapelle zijn twee bedrijven in de hogere categorieën aanwezig. Er zijn bij de Milieudienst geen klachten bekend over deze bedrijven. Daarom kan het vaststellen van het bestemmingsplan Moerkapelle Dorp in relatie tot deze bedrijven toelaatbaar worden geacht. Geadviseerd wordt deze bedrijven met een maatbestemming op te nemen en de algemene toelaatbaarheid beperkt te houden tot maximaal categorie 2. Ten aanzien van het bedrijventerrein wordt geadviseerd de zonering aan te passen aan de omgeving, zoals voorgesteld in figuur 7. Uitzondering hierop vormen de categorieën 1 en 2. Deze worden in bestaande situaties direct naast woningen inpasbaar geacht. Geadviseerd wordt met de rechten van de bestaande bedrijven rekening te houden door waar nodig een specifieke toelaatbaarheid conform figuur 8 op te nemen.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
25
Milieudienst Midden-Holland
5 5.1
EXTERNE VEILIGHEID
Wettelijk kader
Activiteiten met gevaarlijke stoffen leveren risico’s op voor de omgeving. Door het stellen van eisen aan afstanden tussen de activiteiten met gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten (woningen, kantoren, scholen, enz.) worden de eventuele gevolgen van deze risico’s zoveel mogelijk beperkt. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen uit 2004 (Bevi) vormt het wettelijk kader voor het omgaan met risico’s ten gevolge van bedrijven (inrichtingen) met gevaarlijke stoffen. Het wettelijk kader voor de risico’s ten gevolge van transport van gevaarlijke stoffen wordt gevormd door: a. de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS), het laatst gewijzigd op 1 januari 2010 en medio 2012 te vervangen door het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev); b. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb), dat met ingang van 1 januari 2011 de circulaire Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984) heeft vervangen. Daarnaast is, voor zover van toepassing, gebruik gemaakt van gegevens uit het Basisnet Weg (definitief ontwerp 2009) en het Basisnet Water (definitief ontwerp 2008) waarin veiligheidsafstanden worden aangegeven op basis van uitgevoerde tellingen en waarbij rekening is gehouden met een te verwachten groeiscenario tot 2020. Een vergelijkbaar Basisnet spoor is nog in ontwikkeling. Plaatsgebonden risico (PR) Als “harde” afstandseis voor externe veiligheid geldt een contour voor het plaatsgebonden risico (PR 10-6), die wordt aangegeven als een afstand ten opzichte van de activiteit met gevaarlijke stoffen (risicobron). Binnen deze PR 10-6 contour mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn of worden geprojecteerd. Groepsrisico (GR) Afhankelijk van de aard van de risicobron is er sprake van een bepaald invloedsgebied. Binnen dit invloedsgebied moet worden onderzocht hoe groot de kans per jaar is dat een groep van ten minste 10 (zich binnen dit invloedsgebied bevindende) personen overlijdt ten gevolge van een ramp of zwaar ongeval met de betreffende risicobron. De uitkomst van dit onderzoek geeft de hoogte van het GR weer en wordt uitgedrukt in een curve, waarbij als richtlijn voor het GR een oriënterende waarde is vastgesteld. De hoogte van het GR moet door middel van een bestuurlijke afweging worden verantwoord. Als binnen het invloedsgebied (beperkt) kwetsbare bestemmingen worden geprojecteerd, geldt ook voor de hiermee samenhangende toename van het GR een bestuurlijke verantwoordingsplicht. Bij het verantwoorden van het GR moeten de volgende aspecten worden betrokken en gemotiveerd: Het aantal personen binnen het invloedsgebied; De hoogte van het GR en een eventuele toename daarvan; De mogelijkheden tot risicovermindering aan de risicobron; De alternatieven voor het ruimtelijk plan; De mogelijkheden om de omvang van een ramp of zwaar ongeval te beperken; De mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen binnen het invloedsgebied.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
26
Milieudienst Midden-Holland
In verband hiermee moet de Veiligheidsregio Hollands Midden in de gelegenheid worden gesteld om advies uit te brengen over het GR en de mogelijkheden tot voorbereiding van de bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval.
5.2
Onderzoek
Ter voorbereiding van bestemmingsplan Moerkapelle Dorp (conserverende deel) is onderzocht of er risicobronnen binnen of nabij het plangebied zijn gelegen die hierop van invloed zijn. Mogelijke risicobronnen zijn inrichtingen, waar activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden of transportmodaliteiten bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals (spoor-, vaar-)wegen en buisleidingen.
5.3
Resultaten
De in deze paragraaf genoemde afstanden zijn grafisch weergegeven in figuur 9. Het betreft een indicatieve weergave. De op de verbeelding aangegeven contouren zijn leidend. Inrichtingen Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn enkele bedrijven gelegen waar activiteiten en/of opslag van gevaarlijke stoffen plaatsvindt (tabel X). Geen van deze bedrijven valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Alleen bedrijven die zijn aangewezen in het Bevi moeten worden getoetst aan de risico’s die voor de omgeving aanwezig zijn. Vanuit oogpunt van externe veiligheid zijn deze bedrijven dus niet relevant. Er geldt voor deze bedrijven geen PR 10-6 contour. Aan de Akkerweg ligt een gasontvangstation (W-341). Rondom dit gasontvangstation geldt een bebouwingsvrije zone van 15 meter (in tabel X weergegeven als PR 10-6 contour). Dit is in de milieuvergunning van de inrichting vastgelegd. Tabel X: EV-relevante bedrijven
PR 10-6
Bedrijfsnaam
Adres
Soort bedrijf
Aard risico
Benfried b.v.
Bredeweg 28
opslag gewasbeschermingsmidde-
< 10 ton gevaar-
len verkoop consumentenvuurwerk
lijke stoffen
Ambachtstraat 4
op en overslag graan
stofexplosie
n.v.t.
Ambachtstraat 9
op en overslag graan
stofexplosie
n.v.t.
Akkerweg ong.
gasontvangstation
gasexplosie
15 m
Graanhandel G.
n.v.t.
Bakker en Zn. P. de Vrij Moerkapelle b.v. GOS W-341
Hieruit volgt dat er geen beperkingen zijn voor het voorgenomen plan vanwege binnen of in de directe nabijheid van het plangebied gelegen EV-relevante bedrijven. Wel dient rekening te worden gehouden met de bebouwingsvrije zone rond het aanwezige gasontvangstation. Transport over de weg In en nabij het plangebied zijn geen routes voor het transport van gevaarlijke stoffen gelegen. Wel zijn er ontheffingen verleend voor het transport van gevaarlijke stoffen over de Bredeweg. Het betreft de aan en afvoer naar het bedrijventerrein Moerkapelle. Het betreft (beperkt) transport van gevaarlijke stoffen in emballage en geen transporten LPG of propaan (brandbare gassen). Brandbare gassen zijn namelijk bepalend voor het risico. De risico’s in verband met het transport van gevaarlijke stoffen is daarom niet relevant.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
27
Milieudienst Midden-Holland
Hieruit volgt dat er geen beperkingen voor het voorgenomen plan zijn vanwege transport van gevaarlijke stoffen over wegen. Transport over het spoor In of nabij het plangebied zijn geen spoorwegen gelegen. Hieruit volgt dat er geen beperkingen voor het voorgenomen plan zijn vanwege transport van gevaarlijke stoffen over sporen. Transport over het water In of nabij het plangebied zijn geen vaarwegen gelegen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Hieruit volgt dat er geen beperkingen voor het voorgenomen plan zijn vanwege transport van gevaarlijke stoffen over water. Transport per buisleiding In en nabij het plangebied zijn verschillende buisleidingen gelegen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd (zie figuur Fout! Ongeldige koppeling.). Het betreffen hogedruk aardgasleidingen en een leiding bestemd voor brandbare vloeistoffen (zie tabel XI). Tabel XI: Hogedruk aardgasleidingen
Leiding
A 518 A 518-01 A 553
Diameter (inch)
Druk (bar)
Belemmeringenstrook (m)
PR 10-6
Invloedsgebied GR (m)
30
66,2
5
0
380
4
66,2
5
0
60
36
66,2
5
0
430
Het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) voor betreffende leidingen zijn berekend door Gasunie. In tabel XI en in figuur 9 zijn de invloedsgebieden voor het groepsrisico weergegeven (60, 380 en 430 meter). Plaatsgebonden risico Het PR voor de gasleidingen ter hoogte van de kern Moerkapelle bedraagt 0 meter. Conform het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) dient een belemmeringenstrook te worden vrijgehouden in verband met onderhoudswerkzaamheden aan de leiding. Voor de betreffende leidingen geldt een strook van 5 meter aan weerszijden, gemeten vanuit het hart van de leiding. Groepsrisico Het GR ter hoogte van de kern Moerkapelle ligt bij alle gasleidingen ruim onder de 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Een toename van het GR dient overeenkomstig het Bevb te worden verantwoord. In verband met de verantwoording van het groepsrisico is de Veiligheidsregio om advies gevraagd. Ten aanzien van de bestaande bebouwing binnen het invloedsgebied heeft de lokale brandweer aangegeven dat de bereikbaarheid en beschikbaarheid van bluswater voldoende is (zie bijlage IV).
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
28
Milieudienst Midden-Holland
Tabel XII: leiding brandbare vloeistoffen
Diameter (inch)
Druk (bar)
PR 10-6 (m)
Invloedsgebied GR (m)
12
80
15
± 30
Door het plangebied (“westelijke punt”) ligt een brandstofleiding (zie figuur Fout! Ongeldige koppeling.). Op transportleidingen met brandbare vloeistoffen is eveneens het Bevb van toepassing. De PR 10-6 contour voor deze leiding is berekend door het RIVM en ligt op 15 meter. Er zijn geen kwetsbare objecten binnen deze contour gelegen. Door het RIVM is verder aangegeven dat er geen sprake is van groepsrisico bij een dichtheid van minder dan 255 personen per hectare binnen het invloedsgebied, buiten de PR 10-6 contour. Deze personendichtheid wordt hier bij lange na niet gehaald. Er is dus geen sprake van een groepsrisico ten gevolge van de brandstofleiding.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
29
Milieudienst Midden-Holland
figuur 9: contouren externe veiligheid 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
30
Milieudienst Midden-Holland
5.4
Conclusie en advies
Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen inrichtingen, (spoor)wegen of vaarwegen gelegen die in het kader van externe veiligheid een beperking vormen. Het plangebied overlapt wel gedeeltelijk met de invloedsgebieden van drie hogedruk aardgasleidingen. Uit de risicoberekeningen blijkt dat het groepsrisico ruim onder de 0,1 maal de oriëntatiewaarde is gelegen. Het betreft een conserverend bestemmingsplan, dus het groepsrisico als gevolg van het bestemmingsplan zal niet toenemen. Een eventuele toename groepsrisico tengevolge van de ontwikkelingen zal in de onderbouwing van die ontwikkelingen worden beschouwd. Ten aanzien van de verantwoording van het groepsrisico kan worden aangegeven dat het een conserverend bestemmingsplan betreft en dat er dus geen mogelijkheden zijn om via de ruimtelijke indeling van het gebied de veiligheidssituatie in het plangebied te verbeteren. Overigens ligt het groepsrisico onder de 0,1 maal de oriënterende waarde. De lokale brandweer heeft aangegeven dat de bereikbaarheid en beschikbaarheid van bluswater, voor de bebouwing binnen het invloedsgebied van de gasleidingen, voldoende is.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
31
Milieudienst Midden-Holland
6
BODEM
6.1
Wettelijk kader
Een verontreinigde bodem kan zorgen voor gezondheidsproblemen en tast de kwaliteit van het natuurlijk leefmilieu aan. Daarom is het belangrijk om bij ruimtelijke plannen de bodemkwaliteit mee te nemen in de overwegingen. De Wet bodembescherming (Wbb), Besluit bodemkwaliteit en de Woningwet stellen grenzen aan de aanvaardbaarheid van verontreinigingen. Indien bij planvorming blijkt dat (ernstige) verontreinigingen in het plangebied aanwezig zijn, wordt op basis van de aard en omvang van de verontreiniging én de aard van de ruimtelijke plannen beoordeeld welke gevolgen dit heeft (Wbb): Niet saneren Indien de verontreiniging voor het beoogde doel niet hoeft te worden gesaneerd kan het ruimtelijke plan voor wat betreft deze verontreiniging zonder meer doorgang vinden. Saneren Indien de verontreiniging moet worden gesaneerd dient een saneringsplan te worden opgesteld en ingediend bij de Provincie Zuid-Holland. In sommige gevallen kan worden volstaan met het indienen van een BUS-melding (Besluit Uniforme Saneringen) bij de provincie. Na goedkeuring door de provincie kan de sanering doorgang vinden. Na afloop dient de sanering te worden geëvalueerd en ook dit verslag dient ter goedkeuring aan de provincie te worden voorgelegd. Tijdens de saneringsprocedure kan de ruimtelijke procedure worden voortgezet. Echter, een omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen kan pas in werking treden na goedkeuring van de provincie over het saneringsplan of de (BUS)-melding. Een onderzoeks- en saneringstraject heeft soms grote financiële consequenties voor de beoogde plannen. Enerzijds omdat de kosten van sanering hoog kunnen zijn, anderzijds omdat deze trajecten van grote invloed kunnen zijn op de planning. In het kader van de Grondexploitatiewet dienen deze kosten tijdig in kaart te worden gebracht. Het is daarom aan te bevelen reeds in een vroeg stadium van planvorming (historisch-) bodemonderzoek voor het hele plangebied uit te voeren. Deze bodemonderzoeken zijn ook noodzakelijk bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Bij de realisatie van ruimtelijke plannen is vaak grondverzet noodzakelijk. Dit grondverzet is middels het Besluit bodemkwaliteit aan regels gebonden. De gemeente Zuidplas beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en bijbehorend grondstromenbeleid. Uitgangspunt is dat grondverzet niet mag leiden tot verslechtering van de bodemkwaliteit ter plaatse. Alle grondverzet dient te worden gemeld bij de Milieudienst Midden-Holland.
6.2
Onderzoek
Het bestemmingsplan Moerkapelle Dorp te Zuidplas betreft gedeeltelijk een conserverend bestemmingsplan. Dit betekent dat er ten aanzien van het bodemgebruik ter plaatse geen wijzigingen zijn voorzien. De aanwezige bodeminformatie wordt gezien de grootte van het gebied samengevat en daar waar nodig specifiek uitgewerkt. Van het plangebied is met behulp van het Bodem Informatie Systeem (BIS) alle bij de Milieudienst bekende informatie verzameld over de onderwerpen: Voormalige bedrijven (Bio-b); 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
32
Milieudienst Midden-Holland
Huidige bedrijven; Tanks; Dempingen (Bio-s); Wbb-locaties; Bodemonderzoeken; BSB-deelname (Bodemsanering op in gebruik zijnde bedrijfsterreinen); Toepassing grond (grondwerken); Bodemkwaliteitskaart en grondstromenbeleid.
Het onderzoek beperkt zich tot het plangebied en de ontwikkellocaties. Bij nader onderzoek ten behoeve van ontwikkelingen dienen, conform NEN 5725, ook omliggende percelen te worden betrokken. Het plangebied kent een lange, intensieve en multifunctionele gebruikshistorie. Hierdoor zijn diverse verschillende bodemverontreinigingen ontstaan. In het plangebied zijn al zeer veel bodemonderzoeken uitgevoerd. Het voert in het kader van dit conserverend bestemmingsplan te ver deze allen op te nemen en te beschouwen in verband met de hoeveelheid informatie en de grootte van het plangebied. Daarom worden alleen eventuele spoedeisende locaties genoemd.
6.3
Resultaten
In figuur 10 is de bij de Milieudienst bekende bodeminformatie van het plangebied weergegeven. Opgemerkt moet worden dat in deze figuur de huidige bedrijven niet zijn weergegeven. Deze bedrijven zijn wel weergegeven in het hoofdstuk bedrijven en milieuzonering. Tabel XIII geeft een toelichting op de afgebeelde informatie.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
33
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 10: Bodeminformatiekaart 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
34
Milieudienst Midden-Holland
Tabel XIII: toelichting op bodeminformatiekaart Tanks Er zijn twee categorieën tanks weergegeven: groene en rode. Groene tanks met KIWA-certificaat zijn (zintuiglijk) onderzocht en kunnen zijn verwijderd. Indien de tank wel nog aanwezig is, hoeft deze formeel niet te worden verwijderd. Rode tanks hebben geen KIWA-certificaat en zijn al dan niet verwijderd. Deze tanks of de plaats waar de tanks hebben gelegen dienen te worden onderzocht middels bodemonderzoek. Voormalige bedrijven De UBI-score (schaal 1 tot 1000) is bepalend voor het al dan niet uitvoeren van een fysiek bodemonderzoek. Het geeft het risico aan op bodemverontreiniging, waarbij een score van boven de 100 inhoudt dat er mogelijk sprake kan zijn van een geval van ernstige bodemverontreiniging. In de bodemkaart zijn de locaties met een UBI-score <1 met een groene driehoek aangegeven (niet verontreinigd). De locaties met een UBI-score tussen de 1 en de 100 zijn met een gele driehoek aangegeven (potentieel verontreinigd). De locaties met een UBIscore tussen de 100 en 300 zijn met een oranje driehoek aangegeven (potentieel ernstig). Locaties met een UBI-score groter dan 300 hebben een rode driehoek (potentieel ernstig en urgent). Voor beide laatste categorieën geldt dat middels een historisch onderzoek moet worden nagegaan of een vervolgactie noodzakelijk is. Huidige bedrijven De huidige bedrijven vallen onder een melding of Wm-vergunning, waarmee voorwaarden ten aanzien van voorkoming van bodemverontreiniging zijn vastgelegd. Voor meer informatie over de bedrijven zie hoofdstuk Bedrijvigheid. BSB-locatie BSB-locatie wil zeggen dat het betreffende bedrijf bekend is bij de stichting Bodemsanering op in gebruik zijnde bedrijfsterreinen. In de legenda zijn de BSB-locaties in groen en rood weergegeven. Rood wil zeggen dat op de locatie (aanvullend) bodemonderzoek moet plaatsvinden. Groen betekent dat geen vervolgonderzoek hoeft plaats te vinden, de bedrijfsactiviteiten op de locatie zijn voldoende onderzocht. Wanneer een bedrijf aangesloten is bij de BSB (BSB-deelnemer) wordt bodemonderzoek naar de bedrijfsactiviteiten in dit kader uitgevoerd. Gevallen van ernstige bodemverontreiniging (Wbb-locaties) Wbb-locaties zijn locaties met een (potentieel) geval van ernstige bodemverontreiniging (Wbb= Wet bodembescherming). De locaties zijn onderverdeeld in gesaneerd (groen), in procedure, bodemonderzoek uitgevoerd (bruin), voldoende onderzocht, bodemonderzoek uitgevoerd (roze) en historische activiteiten bekend (blauw). Ter plaatse van de laatste twee categorieën behoeft veelal geen vervolgactie. Bodemonderzoek In de legenda is opgenomen of op de locatie waar het bodemonderzoek is uitgevoerd vervolgonderzoek plaats moet vinden (rood) of niet (groen). Indien is aangegeven dat geen vervolgonderzoek meer nodig is, betekent dat de locatie voldoende is onderzocht in het kader van de Wet bodembescherming. In een ander kader kan wel een vervolgactie noodzakelijk zijn. Toepassing grond (grondwerken) Sinds de inwerkingtreding van het Bouwstoffenbesluit (Bsb) in 1999 moeten ophogingen met licht verontreinigde grond worden gemeld bij de gemeente. Onderscheid wordt gemaakt in Bsb-werken en MVG-werken. Bsbwerken moeten terugneembaar blijven en mogen niet vermengd raken met de onderliggende bodem. MVGwerken maken wel weer onderdeel uit van de onderliggende bodem en mogen wel worden vermengd. N.b. In figuur 10 is de bij de Milieudienst beschikbare bodeminformatie samengevat weergegeven. Meer gedetailleerde informatie kan worden opgevraagd bij de Milieudienst. N.b. Indien er op een locatie van een of meerdere items geen informatie op de kaart is afgebeeld, kan niet worden uitgesloten dat er op die locatie een bodembedreigende activiteit heeft plaatsgevonden. Een vooronderzoek conform NEN 5725 kan hierover duidelijkheid verschaffen.
Uit de uitgevoerde BIS-toets blijkt dat er binnen het plangebied geen slootdempingen bekend zijn bij de Milieudienst Midden-Holland. 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
35
Milieudienst Midden-Holland
6.4
Conclusie en advies
Uit het onderzoek blijkt dat er binnen het plangebied Moerkapelle Dorp, los van de ontwikkellocaties, geen directe vervolgacties op het gebied van bodem dienen te worden uitgevoerd ten behoeve van het vast te stellen bestemmingsplan. Het gebied is geschikt voor de huidige bestemmingen.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
36
Milieudienst Midden-Holland
7 7.1
ARCHEOLOGIE
Wettelijk kader
Het archeologisch erfgoed wordt binnen Nederland als zeer waardevol beschouwd. De Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) legt de verantwoordelijkheid voor de bescherming van het archeologische erfgoed bij de gemeente. De taken in het kader van de Wamz behelzen o.a. het integreren van archeologie in de RO-procedures (zoals vergunningen en Projectbesluiten) en de koppeling tussen bestemmingsplannen en archeologische waarden en verwachtingen (art. 38 en 41 Wamz). De Wamz verplicht om bij de vaststelling van een bestemmingsplan of bij een omgevingsvergunning rekening te houden met in de bodem aanwezige of te verwachten archeologische waarden. De feitelijke bescherming daarvan krijgt gestalte door het opnemen van voorschriften in het bestemmingsplan ten aanzien van de afgifte van omgevings- en aanlegvergunningen in die gebieden die als archeologisch waardevol zijn aangemerkt. Deze voorschriften kunnen betrekking hebben op archeologisch vooronderzoek dat de aanvrager van de omgevingsvergunning moet laten uitvoeren. Aan de vergunning zelf kunnen aanvullende voorwaarden worden verbonden, met als uiterste de verplichting tot planaanpassing of het laten verrichten van een opgraving. De gemeente Zuidplas heeft per 23 november 2010 vastgesteld archeologie beleid. Aan de hand van de hiervan onderdeel uitmakende archeologische verwachtingenkaart en beleidskaart is per gebied bepaald of en wanneer archeologisch (voor)onderzoek verplicht is. Dit vooronderzoek dient een rapport op te leveren waarmee de archeologische waarde van een plangebied voldoende wordt aangetoond. Op basis hiervan neemt de gemeente een selectiebesluit. Het rapport dient bij de omgevingsvergunningsaanvraag aangeleverd te worden. Indien de waardestelling onvoldoende beoordeeld wordt door de gemeente kan deze aanvullingen eisen. De vergunningsaanvraag wordt op dit moment opgeschort totdat hieraan voldaan is. Op basis van het selectiebesluit en het vooronderzoek kunnen de eerder vermelde voorwaarden of voorschriften bepaald en opgenomen worden in de vergunning. Indien bij planvorming blijkt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is, wordt op basis van de aard en omvang van de bekende en verwachte archeologische waarden bepaald welk archeologisch onderzoek uitgevoerd dient te worden. Elk archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd conform de bepalingen in de Wamz, het provinciaal en/of gemeentelijk beleid en de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), waarbij in de regel de volgende cyclus wordt doorlopen:
Stap 1 Vooronderzoek fase verkennend: bureauonderzoek, eventueel aangevuld met een verkennend booronderzoek. Doel hiervan is het opstellen van een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel, eventueel aangevuld en gecontroleerd middels een verkennend onderzoek. Op basis van de resultaten van dit onderzoek beslist de bevoegde overheid of vervolgonderzoek noodzakelijk is (selectiebesluit). Indien de resultaten onvoldoende zijn voor een afgewogen selectiebesluit (c.q. er kunnen archeologische waarden aanwezig zijn op basis van historisch en geologische gegevens) volgt stap 2.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
37
Milieudienst Midden-Holland
7.2
Stap 2 vooronderzoek fase inventariserend: Inventariserend Veldonderzoek door middel van boringen (karterend en waarderend booronderzoek), proefsleuven of een archeologische begeleiding. Doel van het Inventariserend Veldonderzoek is het toetsen en aanvullen van het eerder opgestelde specifieke verwachtingsmodel. Van eventuele aangetroffen archeologische resten wordt een waardestelling conform de normen van de KNA verricht. Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek beslist de bevoegde overheid over de te nemen vervolgstappen: behoud in situ, vervolgonderzoek, vrijgave, of een combinatie van deze (selectiebesluit). Stap 3: Het Bevoegd Gezag neemt een selectiebesluit m.b.t. archeologie in het plangebied. Stap 4: Uitvoering van het selectiebesluit. Indien wordt besloten tot vervolgonderzoek, vindt een archeologische opgraving of archeologische begeleiding plaats, waarna het archeologische onderzoek is afgerond. Indien besloten wordt tot behoud ter plaatse worden beschermende maatregelen genomen.
Onderzoek
In het kader van het conserverend deel van bestemmingsplan Moerkapelle Dorp wordt inzicht gegeven in de verwachtingswaarden in de dorpskern van Moerkapelle en de gevolgen voor het bestemmingsplan Moerkapelle Dorp.
7.3
Resultaten
Voorgaand archeologisch onderzoek Het plangebied valt binnen het onderzoeksgebied van de bureaustudie die uitgevoerd is in het kader van het opstellen van de verwachtingen- en beleidsadvieskaart voor de gemeente Zuidplas. Hierbij zijn op gemeentelijk niveau de bekende archeologische waarden en verwachtingen geïnventariseerd. De relevante resultaten komen hieronder en bij de deelgebieden aan bod. Grondgebruik Het dorp Moerkapelle wordt voor het eerst vermeld in 1560, maar er zijn aanwijzingen (enkele waarnemingen en op basis van de naam van het dorp) dat het omstreeks 1400 ontstaan is als verveningsnederzetting. Op de waterschapskaart van Floris Balthasarsz. van Berckenrode uit 1609-1616 is het dorp aangegeven als de Moerse Kapel, en ligt de bebouwing voornamelijk langs de “Calis Wech” (de huidige Heereweg, zie figuur Fout! Ongeldige koppeling.). Door de drooglegging van de Polder de Wilde Venen in de 17e eeuw nam de bevolking toe, maar de situatie blijft eigenlijk onveranderd tot in de twintigste eeuw. In de omgeving van het dorp is veel veen gewonnen.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
38
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 11: De Moerse Kapel op de Waterschapskaart van Floris Balthasarsz. van Berckenrode (1609-1616).
Geologie en landschap De natuurlijke bodem van het plangebied behoort tot het zogenaamde westelijk veengebied. Dit uitgestrekte veengebied waar Moerkapelle oorspronkelijk onderdeel van vormde strekte zich uit vanaf de kust tot aan de Brabantse zandgronden. In het verleden zijn echter hiervan grote delen als gevolg van ontginning en turfwinning verdwenen. Daar waar dit het geval is liggen de onderliggende wadafzettingen aan het oppervlak. In de directe omgeving is dit het laatste geval. Om de historische kern van Moerkapelle bestaat de bodem uit poldervaag gronden (Mn25A en Mn35A). In de historische kern zijn echter ook waarnemingen waarbij “oude woongrond” waargenomen zijn. Het is mogelijk dat onder deze ophogingslagen nog veenlagen aanwezig zijn. Op de geomorfologische kaart ligt het gebied in een bebouwde zone en is niet verder gecarteerd. In de directe omgeving zijn verschillende geomorfologische eenheden aanwezig: Vlakte met getijde afzettingen (2M35), een getijde inversierug (3K33) en een lage veenrest-dijk (4K35). Deze laatste loopt langs de zuidzijde van de Moerkapelle. Verwachting is dat deze ook in de bebouwde kom doorlopen.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
39
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 12: Archeologische monumenten, waarnemingen en onderzoeksmeldingen (bron: Archis2/RACM)
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
40
Milieudienst Midden-Holland
Archeologische verwachting Er zijn meerdere archeologische verwachtingskaarten waarop de archeologische verwachtingswaarden voor het plangebied staan aangegeven. Het betreffen de landelijke Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW, zie figuur 12), de Cultuurhistorische HoofdStructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland en de archeologische verwachtings- en beleidskaart van de gemeente Zuidplas. Van deze kaarten is de gemeentelijke kaart meest richtinggevend. De overige kaarten zijn minder richtinggevend vanwege de grovere schaal en dat hier naar algemenere trends (regionaal/landelijk) gekeken is en niet naar de situatie op lokaal niveau. Tevens vormt de gemeentelijke verwachtingen kaart de basis voor het archeologiebeleid van de gemeente Zuidplas. Op de verwachtingskaart van de gemeente Zuidplas (figuren 13 en 14) valt het plangebied binnen verschillende zones met verschillende waarden variërend van een zeer hoge, een hoge en een lage archeologische verwachting. Een deel van het plangebied bestaat uit de historische dorpskern. Hierbinnen zijn een brug en een kerk aanwezig. Tevens is binnen het plangebied maar buiten de historische kern een molenbiotoop te verwachten. Verder hebben op enkele locaties al archeologische onderzoeken plaatsgevonden. Voor de diverse verwachtingen gelden verschillende beleidsmaatregelen. Voor gebieden met een zeer hoge verwachting geldt een archeologische onderzoeksplicht bij verstoringen groter dan 50 m² en een dieper ingrijpen in de bodem dan 30 cm beneden maaiveld. Bij een hoge archeologische verwachting is een onderzoeksplicht bij oppervlakten groter dan 100 m² en een dieper dan 30 cm. Voor een lage verwachting geldt een oppervlakte van 5000 m² en een dieper ingrijpen dan 30 cm.
figuur 13: Moerkapelle en directe omgeving op de archeologische verwachtingskaart gemeente Zuidplas.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
41
Milieudienst Midden-Holland
figuur 14: detailuitsnede met de deelgebieden in rood aangegeven.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
42
Milieudienst Midden-Holland
7.4
Conclusie en advies
In het plangebied Moerkapelle Dorp komen lage, hoge en zeer hoge archeologische verwachtingswaarden voor. Conform het archeologisch beleid van de gemeente Zuidplas gelden voor deze drie zones verschillende onderzoeksplichten. Geadviseerd wordt drie verschillende dubbelbestemmingen archeologie op te nemen waarmee werken in de grond aan regels wordt gebonden. In de regels moet de onderzoeksplicht bij omgevingsvergunningen en aanlegvergunningen als volgt worden geborgd: zeer hoge verwachting: archeologische onderzoeksplicht bij verstoringen groter dan 50 m² en een dieper ingrijpen in de bodem dan 30 cm beneden maaiveld hoge verwachting: archeologische onderzoeksplicht bij verstoringen groter dan 100 m² en een dieper ingrijpen in de bodem dan 30 cm beneden maaiveld. lage verwachting: archeologische onderzoeksplicht bij verstoringen groter dan 5000 m² en een dieper ingrijpen in de bodem dan 30 cm.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
43
Milieudienst Midden-Holland
8 8.1
FLORA EN FAUNA
Wettelijk kader
Meer en meer wordt onderkend dat goed werkende ecosystemen voor mensen verschillende onmisbare functies hebben. Ter bescherming van deze eigenschappen van de natuurlijke omgeving en vanuit de gedachte dat alle levende wezens een intrinsieke waarde hebben, geldt een drietal landelijke wetten en beleidsplannen: de Flora- en Faunawet, de Natuurbeschermingswet en het Natuurbeleidsplan 1990 (Nota Ruimte met daarin de Ecologische Hoofdstructuur). Daarnaast geldt provinciaal beleid, te weten: Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland en Provinciaal Compensatiebeginsel (Rode lijst). Bij een ruimtelijke ontwikkeling dient middels een quickscan (combinatie van bureauonderzoek en één veldbezoek) te worden vastgesteld of: Er overtreding van de verbodsbepalingen voor beschermde soorten plaatsvindt (toetsing Floraen faunawet (FF-wet), maar ook Provinciaal compensatiebeleid met betrekking tot biotopen van Rode Lijst soorten); Er mogelijke significante gevolgen zijn voor beschermde gebieden (toetsing NB-wet); Er wezenlijke waarden en kenmerken voor Ecologische Hoofdstructuur-gebieden aangetast worden. Indien deze typen effecten niet optreden wordt de ruimtelijke ontwikkeling conform de eerder genoemde regelgeving toelaatbaar geacht. In dat geval dient nog wel rekening te worden gehouden met de algemeen geldende zorgplicht (artikel 2) van de Flora- en Faunawet. De zorgplicht bepaalt dat een ieder die weet dat zijn of haar handelen nadelige gevolgen voor flora of fauna veroorzaakt, verplicht is om maatregelen te nemen (voor zover redelijkerwijs kan worden gevraagd) die deze negatieve gevolgen zoveel mogelijk voorkomen, beperken of ongedaan maken. De zorgplicht kan gezien worden als algemene fatsoenseis die voor iedereen geldt. Indien deze effecten wel optreden geldt het volgende: De ontwikkeling doet afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de (populatie van) beschermde soorten. De Flora- en faunawet onderscheidt een aantal categorieën soorten planten en dieren, de Algemeen beschermde soorten (tabel 1), de Overig beschermde soorten (tabel 2), de Strikt beschermde soorten (tabel 3) en de vogels. Onder de strikt beschermde soorten wordt tevens onderscheid gemaakt in soorten die voorkomen in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Indien er effect optreedt ten aanzien van zogenaamde Algemene beschermde soorten dan geldt een Algehele vrijstelling. De ontwikkeling kan dan doorgang vinden, zonder dat een ontheffing aangevraagd hoeft te worden. Indien het effect optreedt ten aanzien van zogenaamde Overige soorten of Strikt beschermde soorten en vogels dan kan de ontwikkeling niet zonder meer doorgang vinden. Er kan dan een aanvraag tot ontheffing van de verbodsbepalingen in artikelen 8-13 van de Flora- en faunawet worden ingediend bij de Dienst Regelingen. De aanvraag zal moeten worden gebaseerd op de resultaten van een Uitgebreide toets en er zal een voorstel in moeten worden opgenomen welke mitigerende- en/of compensatiemaatregelen worden toegepast. Dienst Landelijk Gebied zal de ontheffingsaanvraag beoordelen en hier een besluit over nemen. Indien de ontheffing wordt
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
44
Milieudienst Midden-Holland
8.2
verkregen kan de ruimtelijke ontwikkeling doorgang vinden onder de voorwaarden zoals in de ontheffing opgenomen. Voor tabel 2-soorten kan gewerkt worden met een door LNV goedgekeurde Gedragscode. Een ontheffing is dan niet nodig. In alle gevallen blijft de zorgplicht voor individuen van kracht. Er vinden negatieve effecten plaats op (instandhoudingsdoelstellingen van) Natura 2000gebieden, Natuurmonumenten of de Ecologische Hoofdstructuur. Indien uit een voortoets blijkt dat dit effect (mogelijk) optreedt in het kader van de Natuurbeschermingswet is de ruimtelijke ontwikkeling niet zonder meer toelaatbaar. Initiatiefnemer kan in dat geval een vergunning voor de ontwikkeling aanvragen bij het bevoegd gezag (Provincie Zuid-Holland) op basis van een “passende beoordeling” (bij significant negatieve effecten) of een verstorings- of verslechteringstoets” (bij niet significante negatieve effecten). Een vergunningaanvraag wordt door het bevoegd gezag getoetst aan de ADC-criteria (beschikbaarheid van alternatieve locaties, dwingende redenen van groot openbaar belang en voorgestelde compensatiemaatregelen). Indien de vergunning wordt toegekend kan de ruimtelijke ontwikkeling alsnog doorgang vinden onder de voorwaarden zoals in de vergunningbeschikking opgenomen. Voor de EHS-gebieden geldt de verplichting tot instandhouding van de wezenlijke kenmerken en waarden. Binnen deze gebieden zijn nieuwe plannen die de wezenlijke kenmerken van het gebied significant aantasten niet toegestaan, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van reden van groot openbaar belang. Eventuele schade moet zoveel mogelijk worden gemitigeerd en/of gecompenseerd. Er vindt verlies plaats van natuurwaarden binnen de Provinciale Structuurvisie of binnen biotopen van soorten die voorkomen op de Rode Lijsten. In dat geval geldt in principe dat deze ontwikkelingen niet zonder meer toelaatbaar zijn. Indien om zwaarwegende redenen aantasting van natuur- en landschapswaarden onontkoombaar is en alternatieve oplossingen ter plaatse niet voorhanden zijn, dient compensatie plaats te vinden. Het Compensatiebeginsel is van toepassing op biotopen (leefgebieden en groeiplaatsen) van soorten die voorkomen op de Rode Lijsten opgesteld door het Ministerie van LNV. De compensatieverplichting ligt bij de initiatiefnemer van de activiteiten.
Onderzoek
Voor de voorgenomen ontwikkeling is een verkennend ecologisch onderzoek (quickscan) uitgevoerd. In het kader van de quickscan is onderzocht of mogelijk beschermde soorten planten en dieren voorkomen in het plangebied. Daarnaast is op woensdag 8 april 2009 een veldbezoek aan het plangebied gebracht. Op vrijdag 8 oktober 2010 is veldbezoek gebracht op de locaties bedrijventerrein Julianastraat-Zuidplasstraat en Oranjestraat. In het kader van de quickscan is op basis van bureauonderzoek bepaald of het plangebied zich in (de nabijheid van) een Natura 2000-gebied bevindt, danwel in een Natuurmonument of in de Ecologische Hoofdstructuur is gelegen. Tevens is bepaald of het plangebied binnen de groene gebieden van de Provinciale Structuurvisie is gelegen of dat binnen het plangebied sprake is van biotopen van Rode Lijst-soorten. Daarnaast is vastgesteld of er in het plangebied plant- en diersoorten (kunnen) voorkomen die beschermd zijn in het kader van de Flora- en faunawet (FF-wet). Voor zover op basis van de beschikbare informatie bepaald kan worden, is een inschatting gemaakt van de eventuele effecten van de ontwikkeling op mogelijk aanwezige beschermde soorten en op de beschermde gebieden. Hieruit volgt een conclusie ten aanzien van de aanvaardbaarheid van de effecten of een aanbeveling tot nader onderzoek of vervolgprocedures. (Een quickscan is een 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
45
Milieudienst Midden-Holland
verkennend ecologisch onderzoek en betreft geen uitgebreide inventarisatie, waardoor slechts in beperkte mate uitsluitsel gegeven kan worden over de aan- en afwezigheid van beschermde soorten. Een inventarisatie vereist namelijk dat op verschillende momenten en minimaal twee keer in een seizoen veldinventarisaties plaatsvinden, omdat iedere soort zijn eigen optimale periode kent. In het geval van strikt beschermde soorten (tabel 3 FF-wet), wordt een verkennend onderzoek als onderbouwing bij de aanvraag van een ontheffing door het Ministerie van LNV nooit afdoende geacht. Aanvullend veldonderzoek, op die tijdstippen in het seizoen die voor de verscheidene soorten het meest gunstig zijn, is dan noodzakelijk).
8.3
Resultaten
Ligging plangebied en ecologische structuren Het plangebied wordt omgeven door agrarisch gebied; aan de noord-, west- en oostzijde betreft dit de polder De Wilde Venen, aan de zuidwestkant de Tweemanspolder. Deze twee polders maken deel uit van het nationaal landschap Groene Hart. De zuidwestzijde van het plangebied, langs de Moerkapelse Zijde en het gebied ten noorden hiervan, kan gezien worden als een ecologisch belangrijke groenstructuur. Dit deel van het plangebied heeft een relatie met het ecologische, waardevolle gebied langs het riviertje De Rotte. Ten westen van het plangebied, langs De Rotte, loopt een ecologische verbindingszone. In de nota ‘Ecologische verbindingszones in Zuid-Holland, aanwijzingen voor inrichting en beheer’ van de Provincie ZuidHolland (1998) wordt de betrokken ecologische verbinding aangeduid als een aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor minder kritische diersoorten. De verbinding is van belang voor soorten Watervleermuis, Bunzing, Hermelijn, Wezel, Gehakkelde aurelia, Landkaartje en Houtpantserjuffer. Soorten kunnen vanuit het gebied langs de Rotte migreren via deze route naar de dorpskern om daar te foerageren of zich er te vestigen. In dit deel van het plangebied is een meer interessante vegetatie aanwezig ten opzichte van de vegetatie in de dorpskern en is soms sprake van een betere waterkwaliteit in de sloten. Uit de Provinciale Structuurvisie blijkt dat het plangebied deels aangeduid wordt als stad- en dorpsgebied en deels als bedrijventerrein. Flora Met name in het zuidwestelijke deel van het plangebied (strook ten noorden van Moerkapelse Zijde), dat een ecologische relatie onderhoudt met het ecologisch waardevolle gebied langs De Rotte, is een interessante en soortenrijke vegetatie aanwezig langs bermen, soms beplant met oude elzen en knotwilgen, slootoevers (met onder andere Grote egelskop) en houtsingels. In de dorpskern zijn nauwelijks beschermde plantensoorten te verwachten. Wel is het mogelijk dat de beschermde Tongvaren (tabel 2 FF-wet) op oude, vochtige muren voorkomt. De meeste sloten in plangebied bevatten weinig soortenrijke oevers, met uitzondering van de sloten in het zuidwestelijke deel van het plangebied. Over het algemeen zijn de oevers weinig natuurvriendelijke vormgegeven; de oevers zijn vaak steil en bevatten weinig karakteristieke soorten als Riet en Gele lis. De waterkwaliteit varieert van redelijk tot matig. Er zijn in de huidige situatie langs de slootoevers geen beschermde plantensoorten te verwachten.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
46
Milieudienst Midden-Holland
Fauna Vogels In de dorpskern komen diverse vogels voor, onder andere Huismus, Ekster, Kauw, Spreeuw, Boerenzwaluw, Gierzwaluw, Houtduif en mogelijk Kerkuil. Een aantal daarvan broedt in gebouwen, bijvoorbeeld onder dakpannen en in nissen. Bij de sloop van panden dient derhalve altijd gekeken te worden of er vogelnesten aanwezig zijn. Voor een groot deel van de nesten geldt dat deze buiten het broedseizoen niet beschermd zijn. Voor nesten van bijvoorbeeld Kerkuil en Gierzwaluw is bij verstoring of verwijdering een ontheffing in het kader van de FF-wet nodig. De huismus, tijdens het veldbezoek aangetroffen in de dorpskern, is een Rode-Lijstsoort (status ‘gevoelig’) net als de Kerkuil (status ‘kwetsbaar’) en de Boerenzwaluw (status ‘gevoelig’); biotopen van deze soorten vallen onder het Provinciale Compensatiebeginsel. Tijdens het veldbezoek is eveneens een kolonie kauwtjes waargenomen; deze broeden in gebouwen in de dorpskern. Van een aantal aangetroffen vogelsoorten zijn de nesten jaarrond beschermd, dit zijn Kerkuil, Gierzwaluw en Huismus. Bij een geplande kap van bomen en struweelachtige vegetaties, dient gekeken te worden naar de aanwezigheid van nesten. Afhankelijk van de vogelsoort dient de betrokken vegetatie buiten het broedseizoen verwijderd te worden of zal er een ontheffing aangevraagd moeten worden. Zoogdieren In de dorpskern bevinden zich veel panden met oudere dakpannen op het dak of nissen onder de gevel. Deze panden kunnen rust- en nestgelegenheid bieden aan vleermuiskolonies. Bij een geplande sloop van met name oudere panden, dient altijd aanvullend onderzoek plaats te vinden naar de mogelijke aanwezigheid van vleermuisverblijven. Bomen en struweelachtige vegetaties kunnen als migratieroute en foerageergebied voor vleermuizen dienen. Zo bevindt zich langs de Raadhuisstraat een interessante bomenrij van Linden, welke mogelijk een belangrijke migratieroute vormt voor vleermuizen. Naast vleermuizen zijn er verder geen beschermde zoogdieren in het plangebied te verwachten. Vissen Van de sloten en tochten in het buitengebied is bekend dat de vissoorten Kleine modderkruiper en Bittervoorn voorkomen. De Bittervoorn is tevens een Rode lijstsoort met de status ‘kwetsbaar’. Deze soorten kunnen ook in het plangebied, in sloten met een redelijke waterkwaliteit voorkomen. Bij geplande slootdempingen is het daarom raadzaam om hier aanvullend onderzoek naar te verrichten. Amfibieën In het plangebied zijn de algemeen beschermde soorten Groene kikker, Bruine kikker, Gewone pad en Gewone pad te verwachten. Van de (streng) beschermde Rugstreeppad is bekend dat hij in de omgeving van het plangebied voorkomt. Binnen het plangebied kunnen ruige overhoekjes, sier- en volkstuintjes, speelveldjes, en bouwplaatsen waar zand opgebracht is, een biotoop bieden aan deze soort. Bij het verstoren en verwijderen van (biotopen van) deze soort is een ontheffing nodig in het kader van de FF-wet en dienen compenserende maatregelen genomen te worden. De Rugstreeppad is tevens een soort van de Rode lijst met de status ‘gevoelig’.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
47
Milieudienst Midden-Holland
Libellen en insecten Volgens het Natuurloket bevinden zich geen beschermde libellen of insectensoorten in de kilometerhokken waarbinnen het plangebied valt. Kijkend naar de aanwezige biotopen zijn deze ook niet te verwachten.
8.4
Conclusie en advies De, ecologisch gezien, belangrijkste groenstructuren in het plangebied worden gevormd door het zuidwestelijke deel, dat een relatie onderhoudt met het natuurkerngebied De Rotte, en de laan met Linden langs de Raadhuisstraat die onderdeel vormt van de stedenroute. Er komen in het gehele bestemmingsplangebied diverse, door de Flora- en Faunawet beschermde soorten voor. Naast vleermuizen en broedende vogels, gaat het om mogelijk de Rugstreeppad (tabel 3 FF-wet, bijlage IV Habitatrichtlijn), Bittervoorn (tabel 3 FF-wet), Kleine modderkruiper (tabel 2 FF-wet) en Tongvaren (tabel 2 FF-wet). Indien in de toekomst werkzaamheden gaan plaatsvinden die deze soorten of hun verblijfplaatsen kunnen verstoren, dient de Flora- en Faunawet in acht te worden genomen. Daarbij dient onder andere gedacht te worden aan werkzaamheden die effect hebben op oudere bomen met nestholten, bomenrijen die als migratieroute kunnen dienen, struweel, gebouwen met openingen voor vleermuizen of vogels, sloten en oevers. Voor de huismus, Kerkuil, Boerenzwaluw, Rugstreeppad en Bittervoorn, Rode Lijstsoorten, geldt dat het biotoop valt onder het Provinciale Compensatiebeginsel. Voor alle planten- en diersoorten geldt de zorgplicht uit artikel 2 van de Flora en Faunawet. Deze bepaalt dat een ieder die weet dat zijn of haar handelen nadelige gevolgen voor flora of fauna veroorzaakt, verplicht is om maatregelen te nemen (voor zover redelijkerwijs kan worden gevraagd) die deze negatieve gevolgen zoveel mogelijk voorkomen, beperken of ongedaan maken. Gedacht kan worden aan het uitgraven en herplaatsen van planten en in het geval van water dempingen, het ‘afscheppen’ van de bovenste modderlaag om soorten te vangen en te verplaatsen. De zorgplicht kan gezien worden als algemene fatsoenseis die voor iedereen geldt.
Er zijn geen beperkingen voor vaststelling van het conserverend bestemmingsplan Moerkapelle Dorp.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel A, definitief
48
Milieudienst Midden-Holland
DEEL B ONTWIKKELLOCATIES 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
1
Milieudienst Midden-Holland
9
SCHAPENWEIDE
Op deze locatie (figuur 1), tussen Kerkplein en Dorpsstraat, is momenteel een schapenweide, met een agrarische bestemming, gelegen. Middels bestemmingsplan Moerkapelle Dorp wordt hier de bouw van 10 grondgebonden woningen mogelijk gemaakt. De gronden krijgen deels een woonbestemming. Tevens wordt het bedrijf Van der Spek-Palsgraaf aan de achterzijde uitgebreid met een schuur. Deze gronden behouden de agrarische bestemming.
figuur 1: plangebied Schapenweide
9.1
Wegverkeerslawaai
De locatie Schapenweide ligt in de geluidszone van de Moerkapelse Zijde. Op de rand van de locatie is de geluidsbelasting berekend met Geomilieu versie 1.71. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Er is gerekend op een hoogte van 1,5 en 4,5 meter omdat het hier grondgebonden woningen betreft. Bij de resultaten is de aftrek conform artikel 110g Wgh reeds toegepast. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de VMK van de gemeente Zuidplas en het GoudappelCoffeng model prognose 2020 t.b.v. Zuidplaspolder. Als aanvulling op de VMK heeft de gemeente Zuidplas intensiteiten aangeleverd in de situatie met en zonder de geplande ontwikkeling voor de volgende wegen binnen het plangebied: Moerkapelse Zijde; Dorpsstraat; 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
2
Milieudienst Midden-Holland
Herenweg; Kerkstaat; Jonkheer van der Welstraat; Moerdijkstraat; Een nieuwe weg tussen de Herenweg en de Kerkstaat (ten noorden van locatie Schapenweide) ter ontsluiting van de woningen locatie Schapenweide (verder: nieuwe weg).
De invoergegevens zijn weergegeven in bijlage I. In figuur 2 zijn de berekende geluidsbelastingen weergegeven (incl. aftrek artikel 110g Wgh) voor de onderzochte wegen voor de situatie 2020 waarbij de geplande ontwikkeling is meegenomen. De onderzochte locatie is in rood weergegeven.
Nieuwe weg
Figuur 2: Rekenresultaten vanwege Moerkapelse Zijde incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
In figuur 2 zijn de geluidsbelastingen (Lden) weergegeven waarbij 16/18 = 16 dB op hoogte 1,5 meter en 18 dB op hoogte 4,5 meter. De berekende geluidsbelastingen liggen onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Hoewel de nieuwe weg, de Dorpsstraat, Herenweg, Moerdijkstraat en Jonkheer van Welstraat geen zone hebben, is de geluidbelasting vanwege deze wegen wel berekend. Temeer daar de Dorpsstraat/Herenweg en de Jonkheer van Welstraat voor 30 km/uur wegen een hoge verkeersintensiteit hebben en bestaan uit een klinkerverharding. Hierdoor is de geluidbelasting op de woningen voor de onderzoekslocaties langs de Dorpsstraat vrij hoog. Dit betekent dat in het kader van het Bouwbesluit mogelijk extra voorzieningen aan de gevels van eventuele nieuwe woningen langs de Dorpsstraat moeten worden getroffen.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
3
Milieudienst Midden-Holland
In tabel I is de geluidbelasting op de onderzoekslocaties weergegeven van alle wegen inclusief de zogenaamde 30 km/uur wegen samen en de indicatieve benodigde geluidwering op de onderzoekslocaties. De rekenresultaten zijn exclusief correctie ex. Artikel 110g Wgh. Tabel I: Rekenresultaten alle wegen inclusief de 30 km/h wegen en indicatieve benodigde geluidwering
Onderzoekslocatie Schapenweide
Lden in dB
Benodigde geluidwering
Aanvullende gevelmaatregelen noodzakelijk ihkv Bouwbesluit
46 dB
13 dB
Nee
Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de ontwikkeling van woningen op locatie Schapenweide vanwege wegverkeerslawaai.
9.2
Luchtkwaliteit
In het hele plangebied wordt ook na realisatie van alle voorgenomen ontwikkelingen voldaan aan de grenswaarden voor PM10 en NO2 (deel A, hoofdstuk 3). Conclusie ten aanzien van plan De realisatie van de ontwikkeling wordt conform Titel 5.2 van de Wet milieubeheer toelaatbaar geacht.
9.3
Bedrijven en milieuzonering
Voor wat betreft de ontwikkellocatie is beoordeeld of bedrijven worden belemmerd in de bedrijfsvoering of dat deze bedrijven een mogelijke belemmering vormen voor de geplande ontwikkeling. Bij de ontwikkeling Schapenweide dient rekening te worden gehouden met het akkerbouwbedrijf van Mts Van der Spek-Palsgraaf aan de Dorpsstraat 6 (categorie 2). Dit bedrijf houdt hobbymatig tevens een aantal schapen. Vanwege de kleinschaligheid zullen deze schapen geen hinder (geur en geluid) veroorzaken naar de geprojecteerde woningen. De ontwikkeling valt samen met de uitbreiding van dit bedrijf met een loods. Deze loods zal op korte afstand (minder dan 10 meter) komen te liggen van een van de geprojecteerde woningen. Vanwege deze korte afstand is met betrekking tot geluid nader onderzoek gedaan (Akoestisch onderzoek Schapenweide, Moerkapelle, Tideman, 11.073.01 ref 1). Uit dit onderzoek komt naar voren dat door het plaatsen van een scherm op het dakterras van deze woningen aan de zijde van het bedrijf van Maatschap Van der Spek-Palsgraaf de geluidbelasting teruggedrongen wordt tot aan een waarde waarmee ruim aan de normstelling kan worden voldaan. Omdat de loods gebruikt zal worden voor het stallen en onderhouden van werktuigen is geuronderzoek niet nodig. Conclusie ten aanzien van plan Uit het akoestisch onderzoek is naar voren gekomen dat, indien op het dakterras van de woningen een scherm wordt geplaatst aan de zijde van het bedrijf van Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, het plan geen belemmeringen oplevert voor de uitbreiding van het akkerbouwbedrijf van Mts Van der Spek-Palsgraaf aan de Dorpsstraat 6. Vanwege overige bedrijven zijn er geen beperkingen voor de ontwikkeling van woningen op de locatie Schapenweide.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
4
Milieudienst Midden-Holland
9.4
Externe veiligheid
Geïnventariseerd is of de ontwikkellocatie binnen het invloedsgebied GR of binnen de PR-contour van een EV-relevante risicobron ligt. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied of PR-contour van een EV-relevante risicobron. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de beoogde ontwikkeling vanwege Externe veiligheid.
9.5
Bodem
Geïnventariseerd is welke bodeminformatie bekend is bij de Milieudienst met betrekking tot de ontwikkellocatie. De relevante informatie is weergegeven in figuur 3.
figuur 3: Overzicht bodeminformatie Schapenweide
Bodemonderzoeken Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat overlappend met het plangebied twee bodemonderzoeken zijn uitgevoerd, zie tabel II. Tabel II: Bodemonderzoeken
Onderzoek
Conclusie
Vervolgactie
Locatie: Dorpsstraat 2 Verkennend bodemonderzoek, Tukkers, 13-11-1997
Ter plaatse van het plangebied zijn licht verhoogde concentraties koper, lood, zink, PAK en minerale olie aangetoond in de bovengrond. In de ondergrond zijn geen verhogingen aangetroffen. Het grondwater is niet onderzocht.
Geen
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
5
Milieudienst Midden-Holland
Locatie: De Schapenweide Verkennend onderzoek, GeofoxLexmond bv, 5-11-2010
Ter plaatse van het plangebied zijn ten hoogste lichte verontreinigingen met zware metalen en PAK in de onder en/of bovengrond aangetoond. In het grondwater zijn lichte verontreinigingen met barium en naftaleen aangetroffen.
Geen
Grondverzet De gemeente Zuidplas beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en over bijbehorend grondstromenbeleid. Het plangebied ligt in zone 3 (1940-1967) en zone 4 (1967-1985). Grond uit zone 3 en 4: De grond uit deze zone dient voor hergebruik te worden gekeurd conform het Besluit bodemkwaliteit. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen directe beperkingen voor de ontwikkeling van woningen op locatie Schapenweide vanwege bodem. Op het niet onderzochte deel binnen het in figuur 3 aangegeven plangebied vindt geen ontwikkeling plaats. Daarom hoeft in dit kader op dit deel van de locatie geen onderzoek plaats te vinden.
9.6
Archeologie
De locatie Schapenweide grenst direct aan de historische kern van Moerkapelle. De oostelijke helft ligt in een zone met hoge archeologische verwachting. Deze hoge verwachting is gebaseerd op de ligging nabij en op het middeleeuwse bewoningslint. Op basis hiervan en de aangrenzende historische kern zijn de verwachtingen voor archeologische waarden daterende vanaf de middeleeuwen 2 hoog. Omdat de verstoring hier groter is dan 100 m en dieper dan 0,3 meter dient hier archeologisch onderzoek plaats te vinden. Het westelijke deel ligt in een zone met lage verwachting. Dit in verband met de veenwinning vanaf 2 de Middeleeuwen. De totale verstoring bedraagt hier minder dan 5000 m , waardoor op basis van het beleid hier geen archeologisch onderzoek plaats hoeft te vinden. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de planologische procedure ten bate van de ontwikkeling van locatie Schapenweide. Archeologisch vooronderzoek is voor deze locatie echter wel verplicht. Geadviseerd wordt dit voor verlening van de omgevingsvergunning uit te laten uitvoeren zodat de archeologische waarde van het terrein voldoende wordt vastgesteld. Het onderzoek als ook de rapportage dient volgens de vigerende norm (op moment van schrijven KNA 3.2) uitgevoerd te worden. Op basis van dat onderzoek kan gemeente Zuidplas een selectiebesluit met betrekking tot eventuele archeologische resten nemen. Indien deze behoudenswaardig zijn kunnen voorwaarden tot behoud in of ex situ van de archeologische waarden worden opgenomen in de vergunningen.
9.7
Flora en fauna
Op woensdag 8 april 2009 is een veldbezoek aan het plangebied gebracht Het huidige grasland, dat nu begraasd wordt door schapen, heeft weinig actuele ecologische waarde. Op het grasland staat een oud schuurtje, dat in verband met vermoedelijke aanwezigheid van de boerenzwaluw (indien nodig) buiten het broedseizoen dient te worden gesloopt. Sinds september 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
6
Milieudienst Midden-Holland
2009 staat de boerenzwaluw op de lijst met soorten waarvan het nest jaarrond beschermd kan zijn, als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. Voor de sloop van het schuurtje moet worden nagegaan of de nesten van de boerenzwaluw jaarrond beschermd zijn. Aan de westzijde bevindt zich een rij essen langs de schapenweide. Op het grasland bevinden zich enkele fruitbomen. Aan de noordoostkant van het grasland staan enkele, oudere knotelzen in een rij. Eveneens bevindt zich hier een rijtje oude knotwilgen en struweel van onder andere Braam en Vlier. Zowel de bomen als het struweel in en om het gebied bieden broedgelegenheid aan diverse vogels en kunnen voor vleermuizen van belang zijn als het gaat om vliegroutes- en foerageermogelijkheden. Vóór het kappen van bomen en het verwijderen van het struweel, dient een aanvullend onderzoek plaats te vinden naar het voorkomen van vleermuizen. Afhankelijk van de soort vleermuis en de betekenis van het plangebied voor deze soort, kan het nodig zijn om mitigerende- en compenserende maatregelen te nemen (verplaatsen van vliegroute door aanplant van bomen) en mogelijk door een ontheffing aan te vragen. Eveneens dient tijdens het aanvullende veldonderzoek te worden gecontroleerd of de oudere bomen nesten bevatten van soorten zoals roofvogels en uilen; deze nesten worden door de Flora- en Faunawet jaarrond beschermd. Ook nesten van de huismus zijn jaarrond beschermd. Voor het verwijderen van dergelijke nestgelegenheden moeten mitigatiemaatregelen worden genomen of dient een ontheffing te worden aangevraagd. Indien uit het aanvullende onderzoek blijkt dat de bomen en het struweel van geringe betekenis zijn voor vleermuizen én indien blijkt dat er geen jaarrond beschermde nesten zijn, kunnen de bomen en het struweel buiten het broedseizoen van vogels worden verwijderd. Er is dan geen ontheffing nodig in het kader van de Flora- en Faunawet. Conclusie ten aanzien van plan De planologische regeling voor woningen op locatie Schapenweide is vanwege flora en fauna toelaatbaar. Vóór aanvang van de werkzaamheden dienen de volgende acties plaats te vinden: Voor sloop van schuurtje nagaan of boerenzwaluw jaarrond beschermd is; Aanvullend vleermuisonderzoek volgens het vleermuisprotocol van het NGB; Nestinspectie vogels met jaarrond beschermde nestplaats.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
7
Milieudienst Midden-Holland
10
MOERKAPELSE ZIJDE-DORPSSTRAAT
Op locatie Moerkapelse Zijde (zie figuur 4) wordt de bouw van een winkel (op de hoek) mogelijk gemaakt met hierboven een appartement en daarnaast nog enkele appartementen.
figuur 4: plangebied Moerkapelse Zijde-Dorpsstraat
10.1
Wegverkeerslawaai
De locatie Moerkapelse Zijde ligt in de geluidszone van de Moerkapelse Zijde, de Bredeweg en het Noordeinde. Op de rand van de locatie is de geluidsbelasting berekend met Geomilieu versie 1.71. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Er is gerekend op een hoogte van 4,5 en 7,5 meter omdat het hier appartementen betreft. Bij de resultaten is de aftrek conform artikel 110g Wgh reeds toegepast. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de VMK van de gemeente Zuidplas en het GoudappelCoffeng model prognose 2020 t.b.v. Zuidplaspolder. Als aanvulling op de VMK heeft de gemeente Zuidplas intensiteiten aangeleverd in de situatie met en zonder de geplande ontwikkeling voor de volgende wegen binnen het plangebied: Moerkapelse Zijde; Dorpsstraat; Herenweg; Kerkstaat; Jonkheer van der Welstraat; 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
8
Milieudienst Midden-Holland
Moerdijkstraat; Een nieuwe weg tussen de Herenweg en de Kerkstaat (ten noorden van locatie Schapenweide) ter ontsluiting van de woningen locatie Schapenweide (verder: nieuwe weg).
De invoergegevens zijn weergegeven in bijlage I. In de figuren 5 tot en met 7 zijn de berekende geluidsbelastingen weergegeven (incl. aftrek artikel 110g Wgh) voor de onderzochte wegen voor de situatie 2020 waarbij de geplande ontwikkeling is meegenomen. De onderzochte locatie is in rood weergegeven.
Figuur 5: Rekenresultaten vanwege Moerkapelse Zijde incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit de rekenresultaten in figuur 5 blijkt dat tengevolge van de Moerkapelse Zijde de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden maar de maximale grenswaarde van 63 dB niet wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt hier ten hoogste 56 dB. Voor deze woningen dient een zogenaamde hogere waarde Wet geluidhinder te worden aangevraagd.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
9
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 6: Rekenresultaten vanwege Bredeweg incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit de rekenresultaten in figuur 6 blijkt dat tengevolge van de Bredeweg de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt hier ten hoogste 38 dB.
Figuur 7: Rekenresultaten vanwege Noordeinde incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit de rekenresultaten in figuur 7 blijkt dat tengevolge van Noordeinde de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt hier ten hoogste 36 dB.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
10
Milieudienst Midden-Holland
Hoewel de nieuwe weg, de Dorpsstraat, Herenweg, Moerdijkstraat en Jonkheer van Welstraat geen zone hebben, is de geluidbelasting vanwege deze wegen wel berekend. Temeer de Dorpsstraat/Herenweg en de Jonkheer van Welstraat voor 30 km/uur wegen een hoge verkeersintensiteit hebben en bestaan uit een klinkerverharding. Hierdoor is de geluidbelasting op de woningen (appartementen) voor de onderzoekslocaties langs de Dorpsstraat vrij hoog. Dit betekent dat in het kader van het Bouwbesluit mogelijk extra voorzieningen aan de gevels van eventuele nieuwe woningen moeten worden getroffen. In tabel III is de geluidbelasting op de onderzoekslocaties weergegeven van de relevante wegen inclusief alle 30 km/uur wegen en de indicatieve benodigde geluidwering op de onderzoekslocaties. Deze waarden hebben een indicatief karakter en moeten worden herberekend bij het definitief ontwerp. De rekenresultaten zijn exclusief correctie ex. Artikel 110g Wgh. Tabel III: Rekenresultaten alle relevante wegen inclusief de 30 km/h wegen en indicatieve benodigde geluidwering
Onderzoekslocatie Moerkapelse -
Lden in dB
Benodigde geluidwering
Aanvullende gevelmaatregelen noodzakelijk ihkv Bouwbesluit
62
29 dB
Ja
Zijde/Dorpsstraat
Conclusie ten aanzien van plan De geluidsbelasting ten gevolge van de Moerkapelse Zijde komt uit boven de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder van 48 dB. Omdat de maximale grenswaarde (63 dB) niet wordt overschreden kan een zogenaamde hogere waarde (verder HGW) Wet geluidhinder worden aangevraagd. Onderdeel van deze HGW-procedure is een onderzoek naar de mogelijke maatregelen om de geluidsbelasting ten gevolge van de Moerkapelse Zijde te reduceren en een toetsing aan het zogenaamde Hogere waarden beleid (verder HGW-beleid) van de gemeente Zuidplas. Omdat de locatie een hoge geluidsbelasting heeft vanwege zowel gezoneerde als niet-gezoneerde wegen zal in het ontwerp rekening moeten worden gehouden met een hogere karakteristieke gevelwering om te kunnen voldoen aan het Bouwbesluit. Bij de omgevingsvergunningaanvraag moet een akoestisch onderzoek worden gevoegd waaruit blijkt dat kan worden voldaan. Uit het bovenstaande volgt dat bronmaatregelen (stil asfalt) voor de Moerkapelse Zijde niet doeltreffend zijn gezien het feit dat de totale geluidsbelasting op de gevels van de appartementen mede bepaald wordt door zogenaamde niet-gezoneerde wegen (30 km/h). De geluidsbelasting zal hoger blijven dan 53 dB. Vanuit het HGW-beleid van de gemeente Zuidplas volgt bij een geluidsbelasting hoger dan 53 dB de eis dat elke woning dan dient te beschikken over een zogenaamde geluidluwe gevel (gecumuleerde geluidsbelasting ten hoogste 48 dB). Met deze eis dient eveneens rekening gehouden te worden bij de verlening van de omgevingsvergunning. Het ontwerpbesluit voor vaststelling van hogere waarden dient gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage te worden gelegd. Het is echter wel van belang dat hogere waarden worden vastgesteld voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. Na vaststelling dienen beide besluiten wederom gelijktijdig ter inzage te worden gelegd.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
11
Milieudienst Midden-Holland
10.2
Luchtkwaliteit
In het hele plangebied wordt ook na realisatie van alle voorgenomen ontwikkelingen voldaan aan de grenswaarden voor PM10 en NO2 (deel A, hoofdstuk 3). Conclusie ten aanzien van plan De realisatie van de ontwikkeling wordt conform Titel 5.2 van de Wet milieubeheer toelaatbaar geacht.
10.3
Bedrijven en milieuzonering
Voor wat betreft de ontwikkellocatie is beoordeeld of bedrijven worden belemmerd in de bedrijfsvoering of dat deze bedrijven een mogelijke belemmering vormen voor de geplande ontwikkeling. Locatie Moerkapelse Zijde ligt net buiten de zone van het bedrijf T. Zijderhand en Zoon aan de Bredeweg 5. De afstand is ongeveer 90 meter. De ontwikkeling zal de bedrijfsvoering van dit bedrijf naar verwachting niet belemmeren. Tevens is direct naast deze ontwikkellocatie Schilderwerken Huisman B.V. (categorie 2) gevestigd op Moerkapelse Zijde 4. De uitbreiding van de centrumbestemming is echter op grotere afstand gelegen. Op het tussenliggende perceel was reeds een centrumbestemming van toepassing. De uitbreiding zal geen verdere beperking voor Schilderwerken Huisman B.V. veroorzaken. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de ontwikkeling van locatie Moerkapelse Zijde-Dorpsstraat vanwege de bedrijven.
10.4
Externe veiligheid
Geïnventariseerd is of de ontwikkellocatie binnen het invloedsgebied GR of binnen de PR-contour van een EV-relevante risicobron ligt. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied of PR-contour van een EV-relevante risicobron. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de beoogde ontwikkeling vanwege Externe veiligheid.
10.5
Bodem
Geïnventariseerd is welke bodeminformatie bekend is bij de Milieudienst met betrekking tot de ontwikkellocatie. De relevante informatie is weergegeven in figuur 8.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
12
Milieudienst Midden-Holland
figuur 8: Overzicht bodeminformatie Moerkapelse Zijde - Dorpsstraat
Bodemonderzoeken Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat binnen of overlappend met de ontwikkellocatie op twee locaties in totaal vijf bodemonderzoeken zijn uitgevoerd, zie tabel IV.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
13
Milieudienst Midden-Holland
Tabel IV: Bodemonderzoeken
Onderzoek
Conclusie
Vervolgactie
Locatie: Dorpskern Moerkapelle Historisch onderzoek, Oranjewoud, 30-09-2004
Uit het onderzoek blijkt dat er verhoogde concentraties aan zware metalen en PAK te verwachten zijn als gevolg van menselijke activiteiten.
Uitvoeren asbestonderzoek
Verkennend bodemonderzoek, Oranjewoud, 20-01-2005
In de grond ter plaatse van Moerkapelse Zijde 10 zijn licht verhoogde concentraties zware metalen aangetoond. Tevens is hechtgebonden asbest aangetroffen. In het grondwater zijn geen verontreinigingen aangetoond.
Grondverzet De gemeente Zuidplas beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en over bijbehorend grondstromenbeleid. Het plangebied ligt in zone 1 (vóór 1900). Grond uit zone 1: De grond uit deze zone dient voor hergebruik te worden gekeurd conform het Besluit bodemkwaliteit. Grondverzet dient altijd te worden gemeld bij de Milieudienst. De Milieudienst kan dan tevens als grondstromenmakelaar optreden, zodat grondverzet zo (kosten)efficiënt mogelijk kan plaatsvinden. Conclusie ten aanzien van plan Ter plaatse van het plangebied dient een asbestonderzoek te worden uitgevoerd voor verlening van de omgevingsvergunning.
10.6
Archeologie
De locatie Moerkapelse Zijde-Dorpsstraat ligt grotendeels in een zone met een zeer hoge archeologische verwachting. Dit in verband met de ligging in de historische kern. De zuidoost-hoek van de locatie ligt in een gebied met een hoge archeologische verwachting. Dit vanwege de ligging buiten de historische kern, maar binnen de ontginningsas. Omdat de geplande verstoring groter is dan 50 m2 en dieper gaat dan 0.3 meter dient binnen het deel met een zeer hoge verwachting archeologisch vooronderzoek plaats te vinden. Alleen voor het zuidoostelijk deel is gezien het oppervlak geen verplichting tot archeologisch onderzoek. Hier geld een onderzoeksplicht vanaf 100m2. Met een totale oppervlakte van 60 m2 wordt hier niet aan voldaan. Het is niet uitgesloten dat ook onder de huidig bebouwde delen resten aanwezig zijn. Grondroerende werkzaamheden in het kader van de sloop van de huidige bebouwing dient hiertoe te worden begeleid door een erkend archeoloog ter voorkoming van het ongezien verdwijnen van archeologische resten. Na de sloop dient een bureauonderzoek aangevuld met een verkennend booronderzoek uitgevoerd te worden om de bodemopbouw en verstoringen in kaart te brengen. Hierbij dienen ook eventuele resultaten van de sloopbegeleiding gerapporteerd te worden.
Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de planologische procedure ten bate van de ontwikkeling van locatie Moerkapelse Zijde-Dorpsstraat.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
14
Milieudienst Midden-Holland
Archeologisch vooronderzoek is voor deze locatie echter wel verplicht. Geadviseerd wordt dit voor verlening van de omgevingsvergunning uit te laten voeren zodat de archeologische waarde van het terrein voldoende wordt vastgesteld. Het archeologisch vooronderzoek dient een rapport op te leveren waarmee de archeologische waarde van het terrein voldoende vastgesteld is. Het vooronderzoek dient te bestaan uit een bureauonderzoek aangevuld met een verkennend booronderzoek om de bodemopbouw en verstoringen in kaart te brengen. Op basis van de resultaten dient besloten te worden of een karterend en waarderend proefsleuvenonderzoek noodzakelijk is. Verder dienen grondroerende werkzaamheden in het kader van de sloop van de huidige bebouwing begeleid te worden door een erkend archeoloog. Geadviseerd wordt dit als voorwaarde in de omgevingsvergunning op te nemen. Het onderzoek als ook de rapportage dient volgens de vigerende norm (op moment van schrijven KNA 3.2) uitgevoerd te worden. Op basis van de resultaten kan de gemeente Zuidplas een afgewogen selectiebesluit met betrekking tot eventuele archeologische resten nemen. Indien deze behoudenswaardig zijn kunnen voorwaarden tot behoud in of ex situ van de archeologische waarden worden opgenomen in de vergunningen.
10.7
Flora en fauna
In de huidige situatie bevindt zich hier een bedrijfspand. Bij dit pand geldt dat nissen onder de dakrand, rust- en verblijfplaatsen kunnen bieden aan vleermuizen. Dit dient voor eventuele sloop nader te worden onderzocht. Conclusie ten aanzien van plan De planologische regeling voor woningen op de locatie Moerkapelse Zijde is vanwege flora en fauna toelaatbaar. Vóór aanvang van de werkzaamheden dienen de volgende acties plaats te vinden: Aanvullend onderzoek vleermuizen.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
15
Milieudienst Midden-Holland
11
PIETER POSTHOF / BAC
Hier wordt de bouw van 7 appartementen mogelijk gemaakt met winkelruimte “in de plint” (zie figuur 9). De winkelruimte is bedoeld voor kleinschalige bedrijven als een drogist, bakker, enzovoorts. Tevens wordt de bouw mogelijk gemaakt van twee zalen ten behoeve van de Hervormde Gemeente van Moerkapelle. Deze zalen zijn onder meer bedoeld voor jeugdactiviteiten. Het perceel heeft momenteel deels een centrumbestemming (waaronder wonen) en deels een maatschappelijke bestemming. In het nieuwe bestemmingsplan wordt de centrumbestemming uitgebreid en vervalt de maatschappelijke bestemming.
Figuur 9: plangebied Pieter Posthof/BAC
11.1
Wegverkeerslawaai
De locatie Pieter Posthof/BAC ligt in de geluidszone van de Moerkapelse Zijde en Noordeinde. Op de rand van de locatie is de geluidsbelasting berekend met Geomilieu versie 1.71. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Er is gerekend op een hoogte van 4,5 en 7,5 meter omdat het hier appartementen betreft. Bij de resultaten is de aftrek conform artikel 110g Wgh reeds toegepast. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de VMK van de gemeente Zuidplas en het GoudappelCoffeng model prognose 2020 t.b.v. Zuidplaspolder. Als aanvulling op de VMK heeft de gemeente
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
16
Milieudienst Midden-Holland
Zuidplas intensiteiten aangeleverd in de situatie met en zonder de geplande ontwikkeling voor de volgende wegen binnen het plangebied: Moerkapelse Zijde; Dorpsstraat; Herenweg; Kerkstaat; Jonkheer van der Welstraat; Moerdijkstraat; Een nieuwe weg tussen de Herenweg en de Kerkstaat (ten noorden van locatie Schapenweide) ter ontsluiting van de woningen locatie Schapenweide (verder: nieuwe weg). De invoergegevens zijn weergegeven in bijlage I. In de figuren 10 en 11 zijn de berekende geluidsbelastingen weergegeven (incl. aftrek artikel 110g Wgh) voor de onderzochte wegen voor de situatie 2020 waarbij de geplande ontwikkeling is meegenomen. De onderzochte locatie is in rood weergegeven.
Figuur 10: Rekenresultaten vanwege Moerkapelse Zijde incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
De berekende geluidsbelasting ten gevolge van de Moerkapelse Zijde ligt onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, zie figuur 10.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
17
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 11: Rekenresultaten vanwege Noordeinde incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
De berekende geluidsbelasting ten gevolge van het Noordeinde ligt onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, zie figuur 11. Hoewel de Dorpsstraat, Herenweg, Moerdijkstraat en Jonkheer van Welstraat geen zone hebben, is de geluidbelasting vanwege deze wegen wel berekend. Temeer de Dorpsstraat/Herenweg en de Jonkheer van Welstraat voor 30 km/uur wegen een hoge verkeersintensiteit hebben en bestaan uit een klinkerverharding. Hierdoor is de geluidbelasting op de woningen voor de onderzoekslocaties langs de Dorpsstraat vrij hoog. Dit betekent dat in het kader van het Bouwbesluit mogelijk extra voorzieningen aan de gevels van eventuele nieuwe woningen moeten worden getroffen. In tabel V is de geluidbelasting op de onderzoekslocaties weergegeven van alle relevante wegen inclusief de 30 km/uur wegen samen en de indicatieve benodigde geluidwering op de onderzoekslocaties. Deze waarden hebben een indicatief karakter en moeten worden herberekend ten bate van de omgevingsvergunningaanvraag. De rekenresultaten zijn exclusief correctie ex. Artikel 110g Wgh. Tabel V: Rekenresultaten relevante wegen inclusief 30 km/h wegen en indicatieve benodigde geluidwering
Onderzoekslocatie Pieter Posthof
Lden in dB
Benodigde geluidwering
Aanvullende gevelmaatregelen noodzakelijk ihkv Bouwbesluit
59 dB
26 dB
Ja
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
18
Milieudienst Midden-Holland
Conclusie ten aanzien van plan De ontwikkeling van woningen op locatie Pieter Posthof/BAC is toelaatbaar vanuit het oogpunt van wegverkeerslawaai. Omdat de locatie een hoge geluidsbelasting heeft vanwege niet-gezoneerde wegen zal in het ontwerp rekening moeten worden gehouden met een hogere karakteristieke gevelwering om te kunnen voldoen aan het Bouwbesluit. Bij de omgevingsvergunningaanvraag moet een akoestisch onderzoek worden gevoegd waaruit blijkt dat kan worden voldaan.
11.2
Luchtkwaliteit
In het hele plangebied wordt ook na realisatie van alle voorgenomen ontwikkelingen voldaan aan de grenswaarden voor PM10 en NO2 (deel A, hoofdstuk 3). Conclusie ten aanzien van plan De realisatie van de ontwikkeling wordt conform Titel 5.2 van de Wet milieubeheer toelaatbaar geacht.
11.3
Bedrijven en milieuzonering
Voor wat betreft de ontwikkellocatie is beoordeeld of bedrijven worden belemmerd in de bedrijfsvoering of dat deze bedrijven een mogelijke belemmering vormen voor de geplande ontwikkeling. Aan de overkant van de Dorpsstraat is het akkerbouwbedrijf van MTS Van der Spek gevestigd. De bedrijfsmatige activiteiten vinden echter op afstand van de Dorpsstraat plaats. De uitrit aan de Dorpsstraat wordt niet gebruikt voor bedrijfsmatige activiteiten. Door deze ontwikkeling zal de bedrijfsvoering van het akkerbouwbedrijf niet worden belemmerd. Ook de andere bedrijfsmatige activiteiten zullen niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd. Voor een goede leefkwaliteit is er echter aandacht nodig voor het inpassen van de diverse bestemmingen binnen deze ontwikkeling. Zo dienen er bouwkundige voorzieningen te worden aangebracht wanneer een bakker (bakovens) wordt gevestigd. Deze bedrijfsactiviteiten dienen tevens in het kader van de Wet milieubeheer te worden gemeld bij het bevoegd gezag. Geadviseerd wordt om ten tijde van de omgevingsvergunning onderzoek te doen naar de aspecten geur en geluid en deze onderzoeken tevens toe te voegen aan de benodigde melding in het kader van de Wet milieubeheer. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de ontwikkeling van de Pieter Posthof/BAC. Geadviseerd wordt om in het kader van de omgevingsvergunning te verzoeken om geur en geluidrapporten waaruit blijkt dat de beoogde bouw niet leidt tot hinder voor de omgeving. Een en ander zal in het kader van de melding en handhaving Wet milieubeheer worden getoetst.
11.4
Externe veiligheid
Geïnventariseerd is of de ontwikkellocatie binnen het invloedsgebied GR of binnen de PR-contour van een EV-relevante risicobron ligt. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied of PR-contour van een EV-relevante risicobron. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de beoogde ontwikkeling vanwege Externe veiligheid.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
19
Milieudienst Midden-Holland
11.5
Bodem
Geïnventariseerd is welke bodeminformatie bekend is bij de Milieudienst met betrekking tot de ontwikkellocatie. De relevante informatie is weergegeven in figuur 12.
Figuur 12: Overzicht bodeminformatie Pieter Posthof / BAC
Bodemonderzoeken Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat binnen het plangebied twee bodemonderzoeken zijn uitgevoerd, zie tabel VI. Tabel VI: Bodemonderzoeken
Onderzoek
Conclusie
Vervolgactie
Locatie: Pieter Posthof Verkennend bodemonderzoek, Oranjewoud, 15-11-2006
In de bovengrond zijn matig verhoogde concentraties lood en zink en licht verhoogde concentraties koper, kwik en PAK gemeten. In de ondergrond zijn een matig verhoogde concentratie lood en licht verhoogde concentraties koper, kwik en zink aangetroffen. Naar aanleiding van de verhoogde gehalten aan lood en zink zijn twee mengmonsters uitgesplitst en separaat geanalyseerd op lood en zink. Hieruit is gebleken dat de grond ter plaatse van boring 1 sterk verontreinigd is met lood en zink en ter plaatse van boring 6 alleen met lood. In de overige boringen zijn licht tot matig verhoogde concentraties lood en zink aangetoond. In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties arseen en zink gemeten.
Opstellen saneringsplan en saneren
Nader bodemonderzoek, Oranjewoud, 24-04-2007
In zowel de boven- als ondergrond zijn licht tot matig verhoogde concentraties lood en zink aangetroffen. De omvang van de verontreiniging met lood en zink boven de interventiewaarde bedraagt circa 65 m3. Er is sprake van een geval
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
20
Milieudienst Midden-Holland
van ernstige bodemverontreiniging. De verontreiniging is immobiel en zou kunnen worden geïsoleerd door middel van een gesloten verharding.
Voor het nog niet eerder onderzochte deel van het plangebied dient historisch bodemonderzoek te worden uitgevoerd. Grondverzet De gemeente Zuidplas beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en over bijbehorend grondstromenbeleid. Het plangebied ligt in zone 2 (1900-1940) en zone 3 (1940-1967). Grond uit zone 2 en 3: De grond uit deze zone dient voor hergebruik te worden gekeurd conform het Besluit bodemkwaliteit. Conclusie ten aanzien van plan Voor het deel van het plangebied dat nog niet is onderzocht dient in het kader van de omgevingsvergunning ten minste een historisch onderzoek NEN5725 te worden uitgevoerd. Voor het deel van het plangebied dat reeds is onderzocht geldt dat een saneringsplan of BUSmelding moet worden opgesteld en moet worden gesaneerd. Het saneringsplan of de BUS-melding moet bij de aanvraag omgevingsvergunningaanvraag worden meegeleverd.
11.6
Archeologie
Deze ontwikkellocatie valt geheel binnen de historische dorpskern met een zeer hoge archeologische verwachting. Bij een archeologisch booronderzoek dat op een onbebouwd deel van het terrein heeft plaatsgevonden zijn archeologische resten aangetroffen (Briels 2006, locatie B). Aanbevolen wordt om de resten middels een waarderend proefsleuvenonderzoek nader te onderzoeken en te waarderen (gaafheid, aard, datering, conservering). Het is niet uitgesloten dat ook onder de huidig bebouwde delen resten aanwezig zijn. De sloop dient hiertoe te worden begeleid door een erkend archeoloog ter voorkoming van het ongezien verdwijnen van archeologische resten. Na sloop dient een karterend en waarderend proefsleuvenonderzoek plaats te vinden ter vaststelling van of en zo ja welke archeologische waarden aanwezig zijn. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de planologische procedure ten bate van de ontwikkeling van de locatie Pieter-Posthof/BAC. Archeologisch vooronderzoek, in de vorm van karterend en waarderend proefsleuvenonderzoek, is voor deze locatie echter wel verplicht. Geadviseerd wordt dit voor verlening van de omgevingsvergunning uit te laten uitvoeren zodat de archeologische waarde van het terrein voldoende wordt vastgesteld. Tevens dient de sloop te worden begeleid door een erkend archeoloog. Geadviseerd wordt dit als voorwaarde in de omgevings- en sloopvergunningen op te nemen. Het onderzoek als ook de rapportage dient volgens de vigerende norm (op moment van schrijven KNA 3.2) uitgevoerd te worden. Op basis van dat onderzoek kan de gemeente Zuidplas een selectiebesluit met betrekking tot eventuele archeologische resten nemen. Indien deze behoudenswaardig zijn kunnen voorwaarden tot behoud in of ex situ van de archeologische waarden worden opgenomen in de vergunningen.
11.7
Flora en fauna
Op woensdag 8 april 2009 is een veldbezoek aan het plangebied gebracht.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
21
Milieudienst Midden-Holland
In de huidige situatie bevindt zich hier een bedrijfspand (firma Bac). Bij dit pand geldt dat nissen onder de dakrand, rust- en verblijfplaatsen kunnen bieden aan vleermuizen. Dit dient voor eventuele sloop nader te worden onderzocht. Conclusie ten aanzien van plan De planologische regeling voor de woningen op de locatie Pieter Posthof/BAC is vanwege flora en fauna toelaatbaar. Vóór aanvang van de werkzaamheden dient de volgende actie plaats te vinden: Aanvullend onderzoek vleermuizen.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
22
Milieudienst Midden-Holland
12
BEDRIJVENTERREIN JULIANASTRAAT-ZUIDPLASSTRAAT
Het bedrijventerrein tussen de Julianastraat en de Zuidplasstraat wordt reeds aan twee zijden geflankeerd door woningen. In het bestemmingsplan Moerkapelle Dorp is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ter plaatse van de bedrijfsbestemmingen (zie figuur 13). In de algemene wijzigingsregels is opgenomen dat het gebied woningen en lichte bedrijvigheid (categorie 1 en 2) mag gaan herbergen.
Figuur 13: plangebied Julianastraat-Zuidplasstraat
12.1
Wegverkeerslawaai
De locatie Julianastraat-Zuidplasstraat ligt in de geluidszone van de Zuidplasstraat, de Bredeweg, de Julianastraat (deel 60 km/h), de Ambachtstraat en de Moerkapelse Zijde. Op de rand van de locatie is de geluidsbelasting berekend met Geomilieu versie 1.71. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Rekenen meetvoorschrift geluidhinder 2006. Er is gerekend op een hoogte van 1,5 en 4,5 meter omdat het hier grondgebonden woningen betreft. Bij de resultaten is de aftrek conform artikel 110g Wgh reeds toegepast. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de VMK van de gemeente Zuidplas en het GoudappelCoffeng model prognose 2020 t.b.v. Zuidplaspolder. Als aanvulling op de VMK heeft de gemeente Zuidplas intensiteiten aangeleverd in de situatie met en zonder de geplande ontwikkeling voor de volgende wegen binnen het plangebied: Moerkapelse Zijde; Dorpsstraat; 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
23
Milieudienst Midden-Holland
Herenweg; Kerkstaat; Jonkheer van der Welstraat; Moerdijkstraat; Een nieuwe weg tussen de Herenweg en de Kerkstaat (ten noorden van locatie Schapenweide) ter ontsluiting van de woningen locatie Schapenweide (verder: nieuwe weg).
De invoergegevens zijn weergegeven in bijlage I. In de figuren 14 tot en met 18 zijn de berekende geluidsbelastingen weergegeven (incl. aftrek artikel 110g Wgh) voor de onderzochte wegen voor de situatie 2020 waarbij de geplande ontwikkeling is meegenomen. De onderzochte locatie is in rood weergegeven.
Figuur 14: Rekenresultaten vanwege Zuidplasstraat incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit de rekenresultaten in figuur 14 blijkt dat tengevolge van de Zuidplasstraat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt hier ten hoogste 48 dB.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
24
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 15: Rekenresultaten vanwege Bredeweg incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit de rekenresultaten in figuur 15 blijkt dat tengevolge van de Bredeweg op één punt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden maar de maximale grenswaarde van 63 dB niet wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt hier ten hoogste 53 dB. Voor deze woningen dient een zogenaamde hogere waarde Wet geluidhinder te worden aangevraagd.
Figuur 16: Rekenresultaten vanwege Julianastraat (deel waar snelheid > 30 km/h) incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit de rekenresultaten in figuur 16 blijkt dat tengevolge van de Julianastraat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt hier ten hoogste 45 dB.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
25
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 17: Rekenresultaten vanwege Ambachtstraat incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit de rekenresultaten in figuur 17 blijkt dat tengevolge van de Ambachtstraat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt hier ten hoogste 46 dB.
Figuur 18: Rekenresultaten vanwege Moerkapelse Zijde incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
Uit de rekenresultaten in figuur 18 blijkt dat tengevolge van de Moerkapelse Zijde de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden. De geluidbelasting bedraagt hier ten hoogste 30 dB. Hoewel de Oranjestraat, Moerdijkstraat en de Nassaustraat geen zone hebben, is de geluidbelasting vanwege deze wegen wel berekend om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de akoestische situatie ter plaatse. Daarmee kan worden bepaald of in het kader van het Bouwbesluit mogelijk extra voorzieningen aan de gevels van nieuwe woningen moeten worden getroffen. 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
26
Milieudienst Midden-Holland
In tabel VII is de geluidbelasting op de onderzoekslocaties weergegeven van alle relevante wegen inclusief de 30 km/uur wegen samen en de indicatieve benodigde geluidwering op de onderzoekslocaties. Deze waarden hebben een indicatief karakter en moeten worden herberekend ten bate van de omgevingsvergunningaanvraag. De rekenresultaten zijn exclusief correctie ex. Artikel 110g Wgh. Tabel VII: Rekenresultaten relevante wegen inclusief 30 km/h wegen en indicatieve benodigde geluidwering
Onderzoekslocatie Julianastraat-
Lden in dB
Benodigde geluidwering
Aanvullende gevelmaatregelen noodzakelijk ihkv Bouwbesluit
59 dB
26 dB
Ja
Zuidplasstraat
Conclusie ten aanzien van plan De geluidsbelasting ten gevolge van de Bredeweg komt uit boven de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder. Omdat de maximale grenswaarde niet wordt overschreden kan een zogenaamde hogere waarde (verder HGW) Wet geluidhinder worden aangevraagd. Onderdeel van deze HGWprocedure vormt een akoestisch onderzoek met daarin een overzicht van de mogelijke maatregelen om de geluidsbelasting ten gevolge van de Bredeweg te reduceren en een toetsing aan het zogenaamde Hogere waarden beleid (verder HGW-beleid) van de gemeente Zuidplas. De ontwerpbesluiten hogere waarden dienen tezamen met het wijzigingsplan ter inzage te worden gelegd. Het is echter van belang dat hogere waarden worden vastgesteld voordat het wijzigingsplan wordt vastgesteld. Bij een omgevingsvergunningaanvraag dient een akoestisch onderzoek te worden overlegd waaruit blijkt dat kan worden voldaan aan de grenswaarde voor het binnengeluidsniveau. Opgemerkt wordt dat er in de berekeningen van uitgegaan is dat eventuele woningen niet uit de rooilijn van de bestaande woningen worden geprojecteerd. Dit zal in de wijzigingsregels moeten worden vastgelegd.
12.2
Luchtkwaliteit
In het hele plangebied wordt ook na realisatie van alle voorgenomen ontwikkelingen voldaan aan de grenswaarden voor PM10 en NO2 (deel A, hoofdstuk 3). Conclusie ten aanzien van plan De realisatie van de ontwikkeling wordt conform Titel 5.2 van de Wet milieubeheer toelaatbaar geacht.
12.3
Bedrijven en milieuzonering
Voor wat betreft de ontwikkellocatie is beoordeeld of bedrijven worden belemmerd in de bedrijfsvoering of dat deze bedrijven een mogelijke belemmering vormen voor de geplande ontwikkeling. De bestaande situatie van deze locatie kenmerkt zich door (zo goed als) aaneengesloten woningbouw aan de noord- en oost zijde en bedrijvigheid aan de zuid-west zijde. De locatie ligt tevens tussen de woonkern van Moerkapelle en het bedrijventerrein waardoor het kan worden getypeerd als een overgangsgebied. In figuur 19 is het huidige gebruik van de percelen opgenomen.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
27
Milieudienst Midden-Holland
Met het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid kan voor deze locatie een goede ruimtelijke ordening worden gerealiseerd. Geadviseerd wordt de volgende randvoorwaarden in de wijzigingsregels te borgen:
Enkel bedrijven met categorie 1 en 2 toestaan; Geen toegangswegen voor de bedrijven vanaf de Julianastraat (saneren) 2 Percelen mogen geen groter oppervlakte hebben dan 200 m (eventueel een ontheffing tot 500 2 m ). Aan de overzijde van de Zuidplasstraat mogen in een strook van 50 meter bedrijven tot ten hoogste categorie 3.1 worden toegestaan (de feitelijke situatie voldoet daar al aan)
Figuur 19: Huidig gebruik percelen bij wijzigingsbevoegdheid bedrijventerrein Julianastraat-Zuidplasstraat
Conclusie ten aanzien van plan De wijzigingsbevoegdheid is vanuit het oogpunt van bedrijven en milieuzonering haalbaar. In de wijzigingsregels zullen wel de randvoorwaarden zoals hierboven benoemd moeten worden verwerkt. Tevens dient een wijzigingsregel te worden opgenomen die verplicht tot het uitvoeren van een gedetailleerd onderzoek ten aanzien van bedrijven en milieuzonering.
12.4
Externe veiligheid
Geïnventariseerd is of de ontwikkellocatie binnen het invloedsgebied GR of binnen de PR-contour van een EV-relevante risicobron ligt. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied of PR-contour van een EV-relevante risicobron. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de beoogde ontwikkeling vanwege Externe veiligheid.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
28
Milieudienst Midden-Holland
12.5
Bodem
Geïnventariseerd is welke bodeminformatie bekend is bij de Milieudienst met betrekking tot de ontwikkellocatie. De relevante informatie is weergegeven in figuur 20.
Figuur 20: Overzicht bodeminformatie Julianastraat-Zuidplasstraat
Voormalige bedrijven Uit het voormalige bedrijfsbestand (Bio-b) van de provincie Zuid-Holland blijkt dat er in het verleden binnen het plangebied meerdere inrichtingen waar potentieel bodembedreigende activiteiten zijn uitgevoerd zijn gevestigd. In sommige gevallen dient bij herontwikkeling bodemonderzoek te worden uitgevoerd. In tabel VIII is per locatie alleen de meest bodembedreigende activiteit weergegeven. Het kan zijn dat er op de locatie nog meer bodembedreigende activiteiten zijn uitgevoerd. Tabel VIII: Voormalige bedrijfs- (bio-b)- activiteit met bijbehorende DNSX-score
Adres
Bedrijfsactiviteit (DNSX-score)
Vervolgactie
Julianastraat 10
motoren- en turbinefabriek (266)
Uitvoeren HO
Julianastraat 13
brandstoffendetailhandel (vaste en vloeibare) (325)
Uitvoeren HO
Julianastraat 38
geprefabriceerde gebouwenfabriek (hout) (256)
Uitvoeren HO
Huidige bedrijven Uit de BIS-toets blijkt dat er binnen het plangebied diverse bedrijven zijn gevestigd. De huidige bedrijven vallen onder een melding of Wm-vergunning, waarmee voorwaarden ten aanzien van voorkoming van bodemverontreiniging zijn vastgelegd. Voor meer informatie over de bedrijven zie hoofdstuk Bedrijven en milieuzonering. Bodemonderzoeken 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
29
Milieudienst Midden-Holland
Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat binnen het plangebied diverse bodemonderzoeken zijn uitgevoerd. Zie tabel IX voor een overzicht en de vervoglacties. Tabel IX: Bodemonderzoeken
Locatie
Onderzoeken
Conclusie onderzoeken
Vervolgactie
Bredeweg 23
Nader onderzoek, Lexmond Milieu-adviezen, 31-7-1994 Saneringsevaluatie, Lexmond Milieu-adviezen, 26-1-1995
Op de locatie heeft een tanksanering plaatsgevonden. Er bleek een verontreiniging aanwezig. De locatie is voldoende onderzocht en gesaneerd.
Uitvoeren actualiserend HO (rapporten ouder dan 5 jaar)
Bredeweg 25
Verkennend onderzoek, adviesbureau onbekend, 1-12-1997 Verkennend onderzoek, Lexmond Milieu-adviezen, 19-7-2000
Voldoende onderzocht
Uitvoeren actualiserend HO (rapporten ouder dan 5 jaar)
Julianastraat 14
Verkennend onderzoek, Lexmond Milieu-adviezen, 1-4-1995
Voldoende onderzocht
Uitvoeren actualiserend HO (rapporten ouder dan 5 jaar)
Julianastraat 2
Historisch onderzoek, Baas engineering BV, 30-4-2004
Voldoende onderzocht
Uitvoeren actualiserend HO (rapporten ouder dan 5 jaar)
Julianastraat 48
Oriënterend onderzoek, Lexmond Milieu-adviezen, 19-3-1992
Voldoende onderzocht
Uitvoeren actualiserend HO (rapporten ouder dan 5 jaar)
Zuidplasweg 1b-3
BSB onderzoek, Lexmond Milieuadviezen, 30-8-2001 Historisch onderzoek, Lexmond Milieu-adviezen, 7-5-2001
Voldoende onderzocht
Uitvoeren actualiserend HO (rapporten ouder dan 5 jaar)
In verband met de ouderdom van deze onderzoeken dienen deze en de nog niet onderzochte locaties bij nieuwbouw historisch te worden onderzocht. Wbb-locaties Binnen het plangebied zijn twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging (Wbb-locatie) bekend (tabel X). Tabel X: Wbb-locatie
Adres
Wbb-code
Besluit (Besluitdatum)
Nijverheidstraat 27
ZH166609021
Ernstig, geen spoed (2006)
Bredeweg 25
ZH166600031
Ernstig, niet urgent (1999) en vervolg op termijn (uitvoeren NO)(2005)
Grondverzet De gemeente Zuidplas beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en over bijbehorend grondstromenbeleid. Het plangebied ligt in zone 2 (1900-1940), zone 3 (1940-1967) en zone 4 (19671985)
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
30
Milieudienst Midden-Holland
Grond uit zone 2, 3 en 4: De grond uit deze zone dient voor hergebruik te worden gekeurd conform het Besluit bodemkwaliteit.
Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen vanwege bodem voor de planologische procedure ten bate van de wijzigingslocatie Julianastraat-Zuidplasstraat. Voor het deel van het plangebied dat nog niet is onderzocht, of langer dan 5 jaar geleden is onderzocht, dient in het kader van het wijzigingsplan ten minste een (actualiserend) historisch onderzoek NEN5725 te worden uitgevoerd. Voor de Wbb locaties binnen het plangebied geldt dat er een saneringsplan of BUS-melding moet worden opgesteld en moet worden gesaneerd. Het saneringsplan of de BUS-melding moet bij de aanvraag omgevingsvergunning worden meegeleverd.
12.6
Archeologie
De ontwikkellocatie ligt in een gebied met een overwegend lage verwachting op het aantreffen van archeologie, omdat het gebied reeds is verveend. Voor dit deel van het plangebied geldt een onderzoeksplicht als de werkzaamheden meer dan 5000 m² beslaan en dieper gaan dan 0,3 m. De werk2 zaamheden in dit deel van het plangebied zullen naar verwachting ongeveer 7.000 m beslaan, derhalve is archeologisch onderzoek verplicht. In het noordwestelijk deel is een molenbiotoop, van waarschijnlijk de droogmakerijen, aanwezig. De molen zelf is niet meer boven het maaiveld aanwezig. De funderingen en resten van bijbehorende structuren kunnen echter in de ondergrond nog aanwezig zijn. De locatie van de molen alsook de directe omgeving heeft hierom een zeer hoge verwachtingswaarde gekregen. Omdat de grondverstorende werkzaamheden een totale oppervlakte van meer dan 50 m² hebben en dieper gaan dan 0.3 m is archeologisch (voor)onderzoek hier verplicht. Het is niet uitgesloten dat ook onder de huidig bebouwde delen resten aanwezig zijn. Grondroerende werkzaamheden in het kader van de sloop van de huidige bebouwing op de locatie van en in de directe nabijheid van de molen dient hiertoe te worden begeleid door een erkend archeoloog ter voorkoming van het ongezien verdwijnen van archeologische resten. Na (eventuele) sloop dient voor de ontwikkellocatie een bureauonderzoek aangevuld met een verkennend booronderzoek uitgevoerd te worden om de bodemopbouw en verstoringen in kaart te brengen. Hierbij dienen ook eventuele resultaten van de sloopbegeleiding gerapporteerd te worden. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen vanwege archeologie voor de planologische procedure ten bate van de wijzigingslocatie Julianastraat-Zuidplasstraat. Archeologisch vooronderzoek is verplicht voordat werkzaamheden op de locatie zullen plaatsvinden. Geadviseerd wordt bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid archeologisch vooronderzoek te laten uitvoeren voor de hele locatie. Het archeologisch vooronderzoek dient een rapport op te leveren waarmee de archeologische waarde van het terrein voldoende vastgesteld is. Het vooronderzoek dient te bestaan uit een bureauonderzoek aangevuld met een verkennend booronderzoek om de bodemopbouw en verstoringen in kaart te brengen. Op basis van de resultaten dient besloten te worden of verder archeologisch vooronderzoek noodzakelijk is. Verder dienen grondroerende werkzaamheden in het kader van de sloop van de huidige bebouwing op of nabij de locatie van de uit historische bronnen bekende molen begeleid te worden door een erkend archeoloog. Geadviseerd wordt dit als voorwaarde in de omgevings201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
31
Milieudienst Midden-Holland
vergunning op te nemen. Het onderzoek als ook de rapportage dient volgens de vigerende norm (op moment van schrijven KNA 3.2) uitgevoerd te worden. Op basis van de resultaten van het vooronderzoek kan de gemeente Zuidplas een afgewogen selectiebesluit met betrekking tot eventuele archeologische resten nemen. Indien deze behoudenswaardig zijn kunnen voorwaarden tot behoud in of ex situ van de archeologische waarden worden opgenomen in de vergunningen.
12.7
Flora en fauna
Op vrijdag 8 oktober 2010 is een veldbezoek aan het plangebied gebracht. Op deze locatie wordt de bestemming bedrijvigheid deels gewijzigd in een woonbestemming met de mogelijkheid voor lichte bedrijvigheid aan huis. Momenteel bevinden zich binnen dit gebied een aantal bedrijfspanden, een aantal rijen met woningen en een kleine speeltuin. Ook in deze gebouwen bestaat de mogelijkheid dat er vleermuisverblijven of zwaluwnesten aanwezig zijn. Nader onderzoek naar de aanwezigheid hiervan is noodzakelijk, met het oog op een eventuele ontheffingsaanvraag. Conclusie ten aanzien van plan De planologische regeling voor woningen op het bedrijventerrein Julianastraat-Zuidplasstraat is vanwege flora en fauna toelaatbaar. Vóór aanvang van de werkzaamheden dienen de volgende acties plaats te vinden: Aanvullend onderzoek vleermuizen. Aanvullend onderzoek gierzwaluwnesten.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
32
Milieudienst Midden-Holland
13
ORANJESTRAAT 43
Op het perceel naast Oranjestraat 43 ligt reeds een woonbestemming. Er is echter geen bouwvlak opgenomen om op deze locatie hoofdbebouwing toe te staan. In het bestemmingsplan Moerkapelle Dorp is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee in de toekomst een bouwvlak met bebouwingsmogelijkheden mogelijk kan worden gemaakt, zie figuur 21.
Figuur 21: plangebied Oranjestraat 43
13.1
Wegverkeerslawaai
De locatie Oranjestraat ligt in de geluidszone van de Onderweg en de Nijverheidstraat. Op de rand van de locatie is de geluidsbelasting berekend met Geomilieu versie 1.71. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Er is gerekend op een hoogte van 1,5 en 4,5 meter omdat het hier een grondgebonden woning betreft. Bij de resultaten is de aftrek conform artikel 110g Wgh reeds toegepast. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de VMK van de gemeente Zuidplas en het GoudappelCoffeng model prognose 2020 t.b.v. Zuidplaspolder. Als aanvulling op de VMK heeft de gemeente Zuidplas intensiteiten aangeleverd in de situatie met en zonder de geplande ontwikkeling voor de volgende wegen binnen het plangebied: Moerkapelse Zijde; Dorpsstraat; Herenweg; 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
33
Milieudienst Midden-Holland
Kerkstaat; Jonkheer van der Welstraat; Moerdijkstraat.
De invoergegevens zijn weergegeven in bijlage I. In de figuren 22 en 23 zijn de berekende geluidsbelastingen weergegeven (incl. aftrek artikel 110g Wgh) voor de onderzochte wegen voor de situatie 2020 waarbij de geplande ontwikkeling is meegenomen. De onderzochte locatie is in rood weergegeven.
Figuur 22: Rekenresultaten vanwege Onderweg incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
De berekende geluidsbelasting ten gevolge van de Onderweg ligt onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, zie figuur 22.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
34
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 23: Rekenresultaten vanwege Nijverheidstraat incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
De berekende geluidsbelasting ten gevolge van de Nijverheidstraat ligt onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, zie figuur 23. In tabel XI is de geluidbelasting op de onderzoekslocaties weergegeven van alle relevante wegen inclusief de 30 km/uur wegen (Oranjestraat) samen en de indicatieve benodigde geluidwering op de onderzoekslocaties. De rekenresultaten zijn exclusief correctie ex. Artikel 110g Wgh. Tabel XI: Rekenresultaten relevante wegen inclusief 30 km/h wegen en indicatieve benodigde geluidwering
Onderzoekslocatie Oranjestraat 43
Lden in dB
Benodigde geluidwering
Aanvullende gevelmaatregelen noodzakelijk ihkv Bouwbesluit
51 dB
18 dB
Nee
Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de ontwikkeling van woningen op de locatie Oranjestraat 43 vanwege wegverkeerslawaai.
13.2
Luchtkwaliteit
In het hele plangebied wordt ook na realisatie van alle voorgenomen ontwikkelingen voldaan aan de grenswaarden voor PM10 en NO2 (deel A, hoofdstuk 3).
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
35
Milieudienst Midden-Holland
Conclusie ten aanzien van plan De realisatie van de ontwikkeling wordt conform Titel 5.2 van de Wet milieubeheer toelaatbaar geacht.
13.3
Bedrijven en milieuzonering
Voor wat betreft de ontwikkellocatie is beoordeeld of bedrijven worden belemmerd in de bedrijfsvoering of dat deze bedrijven een mogelijke belemmering vormen voor de geplande ontwikkeling. Als gevolg van de beoogde bestemmingswijziging, zijn er geen bedrijfsmatige activiteiten in de omgeving van het perceel die in hun bedrijfsvoering zullen worden belemmerd. Conclusie ten aanzien van plan De wijzigingsbevoegdheid wordt toelaatbaar geacht.
13.4
Externe veiligheid
Geïnventariseerd is of de ontwikkellocatie binnen het invloedsgebied GR of binnen de PR-contour van een EV-relevante risicobron ligt. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied of PR-contour van een EV-relevante risicobron. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de beoogde ontwikkeling vanwege Externe veiligheid.
13.5
Bodem
Geïnventariseerd is welke bodeminformatie bekend is bij de Milieudienst met betrekking tot de ontwikkellocatie. De relevante informatie is weergegeven in figuur 24:
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
36
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 24: Overzicht bodeminformatie Oranjestraat 43
Bodemonderzoeken Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat binnen het plangebied één bodemonderzoek is uitgevoerd, zie tabel XII. Tabel XII: Bodemonderzoeken
Onderzoek
Conclusie
Vervolgactie
Locatie: Oranjestraat, naast 41 Verkennend bodemonderzoek, Lexmond Milieu-adviezen, 31-31996
In de bovengrond zijn licht verhoogde concentraties PAK gemeten. In de ondergrond zijn geen verhoogde concentraties aangetroffen. In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties chroom, zink en xylenen gemeten.
Uitvoeren actualiserend HO (rapport ouder dan 5 jaar)
Grondverzet De gemeente Zuidplas beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en over bijbehorend grondstromenbeleid. Het plangebied ligt in zone 4 (1967-1985). Grond uit zone 4: De grond uit deze zone dient voor hergebruik te worden gekeurd conform het Besluit bodemkwaliteit. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen vanwege bodem voor de planologische procedure ten bate van de wijzigingslocatie Oranjestraat 43. Bij het wijzigingsplan dient ten minste een actualiserend historisch onderzoek NEN5725 te worden uitgevoerd. 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
37
Milieudienst Midden-Holland
13.6
Archeologie
Het wijzigingsgebied ligt in een gebied waarvoor een lage verwachting voor het aantreffen van arche2 ologie geldt, omdat het gebied reeds is verveend. Omdat de locatie kleiner dan 5.000 m is geldt geen verplichting tot archeologisch onderzoek. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen vanwege archeologie voor de planologische procedure ten bate van de wijzigingslocatie Oranjestraat.
13.7
Flora en fauna
Op vrijdag 8 oktober 2010 is een veldbezoek aan het plangebied gebracht. Dit perceel beschikt reeds over de bestemming wonen. Momenteel is dit perceel een tuin bij de woning op nummer 41. In deze tuin staan verschillende hoge bomen en struiken die geschikt zijn als broedgelegenheid voor verschillende vogelsoorten. Aanvullend onderzoek is noodzakelijk voor het bepalen van de aanwezigheid van nesten die jaarrond beschermd zijn. Tevens zou het kunnen dienen als foerageergebied voor vleermuizen. Er zijn op dit perceel geen gebouwen aanwezig die geschikt zijn als rust- en verblijfplaats voor vleermuizen. Nader onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen is dan ook niet nodig. Conclusie ten aanzien van plan De planologische regeling voor een woning op het perceel Oranjestraat 43 is vanwege flora en fauna toelaatbaar. Vóór aanvang van de werkzaamheden dienen de volgende acties plaats te vinden: Kappen van bomen en struiken buiten het broedseizoen om verstoring van eventueel broedende vogels te voorkomen. Nestinspectie standvogels.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
38
Milieudienst Midden-Holland
14
MOERKAPELSE ZIJDE 40
Op het perceel Moerkapelse Zijde 40 is reeds een woonbestemming gevestigd, zie figuur 25. In het bestemmingsplan Moerkapelle Dorp worden op dit perceel 2 woningen mogelijk gemaakt.
Figuur 25: plangebied Moerkapelse Zijde 40
14.1
Wegverkeerslawaai
De locatie Moerkapelse Zijde 40 ligt in de geluidszone van de Moerkapelse Zijde. Op de rand van de locatie is de geluidsbelasting berekend met Geomilieu versie 1.71. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Er is gerekend op een hoogte van 1,5 en 4,5 meter omdat het hier grondgebonden woningen betreft. Bij de resultaten is de aftrek conform artikel 110g Wgh reeds toegepast. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de VMK van de gemeente Zuidplas en het GoudappelCoffeng model prognose 2020 t.b.v. Zuidplaspolder. Als aanvulling op de VMK heeft de gemeente Zuidplas intensiteiten aangeleverd in de situatie met en zonder de geplande ontwikkeling voor de volgende wegen binnen het plangebied: Moerkapelse Zijde; Dorpsstraat; Herenweg; Kerkstaat; Jonkheer van der Welstraat; Moerdijkstraat; 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
39
Milieudienst Midden-Holland
Een nieuwe weg tussen de Herenweg en de Kerkstaat (ten noorden van locatie Schapenweide) ter ontsluiting van de woningen locatie Schapenweide (verder: nieuwe weg).
De invoergegevens zijn weergegeven in bijlage I. In figuur 26 zijn de berekende geluidsbelastingen weergegeven (incl. aftrek artikel 110g Wgh) voor de onderzochte wegen voor de situatie 2020 waarbij de geplande ontwikkeling is meegenomen. De onderzochte locatie is in rood weergegeven.
Figuur 26: Rekenresultaten vanwege Moerkapelse Zijde incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
De berekende geluidsbelasting ten gevolge van de Moerkapelse Zijde ligt onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, zie figuur 26. In de directe omgeving van het plan zijn geen andere wegen gelegen. Ten behoeve van een omgevingsaanvraag is in tabel XIII een overzicht gegeven van de geluidsbelasting exclusief aftrek overeenkomstig artikel 110g Wgh. De rekenresultaten zijn exclusief correctie ex. Artikel 110g Wgh. Tabel XIII: Rekenresultaten relevante wegen inclusief 30 km/h wegen en indicatieve benodigde geluidwering
Onderzoekslocatie
Lden in dB
Benodigde geluidwering
Aanvullende gevelmaatregelen noodzakelijk ihkv Bouwbesluit
Moerkapelse Zijde 40
52 dB
19 dB
Nee
Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de ontwikkeling van twee woningen op locatie Moerkapelse Zijde 40 vanwege wegverkeerslawaai.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
40
Milieudienst Midden-Holland
14.2
Luchtkwaliteit
In het hele plangebied wordt ook na realisatie van alle voorgenomen ontwikkelingen voldaan aan de grenswaarden voor PM10 en NO2 (deel A, hoofdstuk 3). Conclusie ten aanzien van plan De realisatie van de ontwikkeling wordt conform Titel 5.2 van de Wet milieubeheer toelaatbaar geacht.
14.3
Bedrijven en milieuzonering
Voor wat betreft de ontwikkellocatie is beoordeeld of bedrijven worden belemmerd in de bedrijfsvoering of dat deze bedrijven een mogelijke belemmering vormen voor de geplande ontwikkeling. Direct ten oosten van deze locatie zijn bedrijfsbestemmingen tot en met categorie 2 gelegen (Moerkapelse Zijde nr. 38, 38a en Moerkapelse Zijde 32). Moerkapelse Zijde 38, 38a is een bedrijfsverzamelgebouw. Voor Moerkapelse Zijde 32 is een maatbestemming opgenomen waarmee een machinefabriek mogelijk wordt gemaakt. Voor het perceel Moerkapelse Zijde 40 wordt binnen de bestemming “Wonen”(was volgens het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle”’Woondoeleinden’) een bouwvlak opgenomen met de mogelijkheid voor maximaal 2 woningen. Derhalve moet aangetoond worden dat de beoogde woningen verenigbaar zijn met de omliggende bedrijfsbestemmingen. Daarbij moet aandacht zijn voor het woon- en leefklimaat en dient te worden aangetoond dat de bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden gehinderd. Op korte afstand van dit perceel is in het bedrijfsverzamelgebouw een bedrijf gevestigd met een toegangsdeur richting de geprojecteerde woningen. Uit onderzoek naar de geluidsbelasting afkomstig van dit bedrijf is gebleken dat de geprojecteerde woningen (zoals weergegeven in figuur 1 van bijlage V) ter plaatse mogelijk zijn. Tevens dient voor het betreffende bedrijf een maatwerkvoorschrift te worden opgenomen. In bijlage V is het onderzoek naar de geluidsbelasting weergegeven. Op basis van dit onderzoek wordt de ontwikkeling haalbaar geacht. Conclusie ten aanzien van plan De geprojecteerde woningen aan de Moerkapelse Zijde 40 worden uitvoerbaar geacht. Tevens dient voor het meest dichtstbijzijnde bedrijf in het bedrijfsverzamelgebouw aan de Moerkapelse Zijde 38, 38a een maatwerkvoorschrift te worden opgenomen.
14.4
Externe veiligheid
Het plangebied ligt op 370 meter afstand van de hogedruk aardgasleiding A 553. Zoals in hoofdstuk 5 is weergeven bedraagt het invloedsgebied van deze gasleiding 430 meter. Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied, maar gezien de afstand en de zeer beperkte omvang van de ontwikkeling zal het groepsrisico niet significant toenemen. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de beoogde ontwikkeling vanwege Externe veiligheid.
14.5
Bodem
Geïnventariseerd is welke bodeminformatie bekend is bij de Milieudienst met betrekking tot de ontwikkellocatie. De relevante informatie is weergegeven in figuur 27.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
41
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 27: Overzicht bodeminformatie Moerkapelse Zijde 40
Bodemonderzoeken Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat binnen het plangebied twee bodemonderzoeken zijn uitgevoerd, zie tabel XIV. Tabel XIV: Bodemonderzoeken
Onderzoek
Conclusie
Vervolgactie
Locatie: Moerkapelse Zijde 40: Verkennend en nader bodemonderzoek. Moerdijk Bodemsanering B.V., d.d. 13 januari 2011
Het historisch onderzoekonderzoek is onvolledig en moet worden aangevuld.
Uitvoeren aanvullend historisch onderzoek. Zie hieronder.
Het aanvullende historisch onderzoek zijn de ontbrekende gegevens voldoende aangevuld. Er zijn geen nieuwe voor bodemverontreiniging verdachte locaties aangetroffen. De locatie is hiermee voldoende onderzocht.
Aanvullend historisch onderzoek, Moerdijk Bodemsanering B.V., d.d. 1 juli 2011
Uit het analytische onderzoek blijkt het volgende: In de bovengrond zijn ten hoogste lichte verontreinigingen met kwik, lood en PAK aangetoond. In de ondergrond is een sterke verontreiniging met minerale olie en een lichte verontreiniging met kobalt aangetoond. In het grondwater zijn geen verontreinigingen geconstateerd. Naar aanleiding van de verontreiniging met minerale olie zijn aanvullende boringen gezet. Ter plaatse van deze boringen zijn geen verontreinigingen aangetroffen. De sterke verontreiniging met minerale olie is zeer plaatselijk. Er is geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Geen.
Tanks Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat er binnen het plangebied één tank bekend is, waar geen vervolgactie noodzakelijk is.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
42
Milieudienst Midden-Holland
Grondverzet De gemeente Zuidplas beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en over bijbehorend grondstromenbeleid. Het plangebied ligt in zone4 (1967-1985). Grond uit zone 4: De grond uit deze zone dient voor hergebruik te worden gekeurd conform het Besluit bodemkwaliteit. Conclusie ten aanzien van plan De locatie is voldoende onderzocht. Er zijn geen beperkingen vanwege bodem voor de planologische procedure ten bate van de wijzigingslocatie Moerkapelse Zijde 40.
14.6
Archeologie
De locatie Moerkapelse Zijde 40 ligt in een zone met een lage archeologische verwachting. Dit in 2 verband met vervening. Omdat de locatie kleiner dan 5.000 m is geldt geen verplichting tot archeologisch onderzoek. Conclusie ten aanzien van plan Gezien de afmetingen van de locatie zijn geen beperkingen vanwege archeologie voor de ontwikkellocatie Moerkapelse Zijde 40.
14.7
Flora en fauna
Op maandag 13 december 2010 is een veldbezoek gebracht aan het plangebied. Op het perceel staat reeds een woning, omringd door een tuin. Aan de voorzijde van deze woning ligt een gazon met een aantal coniferen in struik- en hegvorm en vier zachte berken. Direct achter de woning ligt een betegeld terras. Achter het terras ligt grasland met een vijver (bouwlocatie voor de twee woningen). Het gazon en het grasland hebben weinig actuele ecologische waarde. Het terrein is omringd door struiken. De struiklaag in de voortuin bestaat voornamelijk uit coniferen. Het struweel rond de achtertuin bestaat voornamelijk uit Braam, Meidoorn en Vlier. Daarnaast staan in de achtertuin een Treurwilg en een Kersenboom. Zowel de bomen als het struweel bieden broedgelegenheid aan diverse vogelsoorten, zoals ook blijkt uit de oude nesten die zijn aangetroffen tijdens het veldbezoek. De bestaande woning kan mogelijk dienen als rust- of verblijfplaats voor vleermuizen. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen vanwege flora en fauna voor de planologische procedure voor de ontwikkeling van het perceel aan de Moerkapelse Zijde 40.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
43
Milieudienst Midden-Holland
15
INDUSTRIESTRAAT 9-15
Op het perceel tussen Industriestraat 9 en 15 ligt in het bestemmingsplan Dorpsgebied Moerkapelle een verkeersbestemming. In het bestemmingsplan Moerkapelle Dorp is voor deze percelen een bedrijfsbestemming beoogd (zie figuur 28).
Figuur 28: Industriestraat 9-15
15.1
Wegverkeerslawaai
Op de locatie Industriestraat 9-15 zullen geen geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt. Verder onderzoek naar de geluidsbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai is derhalve niet uitgevoerd. Eventuele effecten vanwege de verkeersgeneratie van het plan op omliggende woningen zijn inzichtelijk gemaakt in het hoofdstuk wegverkeerslawaai van deel A. Deze effecten zijn verwaarloosbaar. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen vanwege wegverkeerslawaai voor de beoogde bestemmingslegging op Industriestraat 9-15.
15.2
Luchtkwaliteit
In het hele plangebied wordt ook na realisatie van alle voorgenomen ontwikkelingen voldaan aan de grenswaarden voor PM10 en NO2 (deel A, hoofdstuk 3). 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
44
Milieudienst Midden-Holland
Conclusie ten aanzien van plan De realisatie van de ontwikkeling wordt conform Titel 5.2 van de Wet milieubeheer toelaatbaar geacht.
15.3
Bedrijven en milieuzonering
Voor wat betreft de ontwikkellocatie is beoordeeld of bedrijven worden belemmerd in de bedrijfsvoering of dat deze bedrijven een mogelijke belemmering vormen voor de geplande ontwikkeling. De bedrijfswoning aan de Industriestraat 7 ligt op circa 20 meter van de grens van het plangebied en is de maatgevende woning. Gelet op deze afstand kan voor bedrijfsactiviteiten ter plaatse van dit perceel maximaal categorie 2 worden toegestaan. Echter ca. 80% van het perceel ligt op meer dan 30 meter van deze bedrijfswoning. Vanaf deze afstand is categorie 3.1 toegestaan. Om voor het gehele perceel categorie 3.1 mogelijk te maken, wordt geadviseerd om een 10 meter strook aan de westzijde van het perceel te reserveren als buffer of kantoorfunctie. Conclusie ten aanzien van plan Aan de westzijde van het perceel is over een strook van 10 meter breedte maximaal categorie 2 toegestaan. Het overige deel van het perceel is geschikt voor bedrijven in maximaal categorie 3.1.
15.4
Externe veiligheid
Geïnventariseerd is of de ontwikkellocatie binnen het invloedsgebied GR of binnen de PR-contour van een EV-relevante risicobron ligt. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied of PR-contour van een EV-relevante risicobron. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de beoogde ontwikkeling vanwege Externe veiligheid.
15.5
Bodem
Geïnventariseerd is welke bodeminformatie bekend is bij de Milieudienst met betrekking tot de ontwikkellocatie. De relevante informatie is weergegeven in figuur 29.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
45
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 29: Overzicht bodeminformatie Industriestraat 9-15
Bodemonderzoeken Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat binnen het plangebied twee bodemonderzoeken zijn uitgevoerd, zie tabel XV. Tabel XV: Bodemonderzoeken
Onderzoek
Conclusie
Vervolgactie
Verkennend bodemonderzoek, MH Nederland B.V., 27-4-2004
In de grond zijn geen overschrijdingen van de streefwaarden aangetoond. In het grondwater is een lichte verhoging aan arseen aangetoond.
Geen, de locatie is voldoende onderzocht.
Verkennend bodemonderzoek, Oranjewoud B.V., 15-2-2008
In de bovengrond is een lichte verontreiniging met koper aangetroffen. De ondergrond blijkt niet verontreinigd. In het grondwater is een lichte verontreiniging met chroom, xyleen en minerale olie en een matige verontreiniging met arseen.
Geen, de locatie is voldoende onderzocht.
Locatie: Industriestraat, parkeerplaats
Grondverzet De gemeente Zuidplas beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en over bijbehorend grondstromenbeleid. Het plangebied ligt in zone 5 (na 1985). Grond uit zone 5: De grond uit deze zone dient voor hergebruik te worden gekeurd conform het Besluit bodemkwaliteit. Conclusie ten aanzien van plan
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
46
Milieudienst Midden-Holland
Er zijn geen beperkingen voor de ontwikkeling van bedrijvigheid op de locatie tussen Industriestraat 9 en 15 vanwege bodem.
15.6
Archeologie
De locatie Industriestraat 9-15 ligt in een zone met een lage archeologische verwachting. Dit in ver2 band met vervening. Omdat de locatie kleiner dan 5.000 m is geldt geen verplichting tot archeologisch onderzoek. Conclusie ten aanzien van plan Gezien de afmetingen van de locatie zijn geen beperkingen vanwege archeologie voor de ontwikkellocatie Industriestraat 9-15.
15.7
Flora en fauna
Op maandag 13 december 2010 is een veldbezoek gebracht aan het plangebied. Het plangebied heeft weinig actuele ecologische waarde. Het perceel bestaat uit een geasfalteerd terrein met parkeervakken. Aan de randen van het terrein ligt een berm met gras, enkele struiken (Hondsroos en Laurierkers) en haagbeuken. Langs de Industriestraat staan enkele zwarte elzen. Hoewel er geen oude nesten zijn aangetroffen, bieden zowel de elzen als de haagbeuken broedgelegenheid aan algemene vogelsoorten, zoals de Merel en kraaiachtigen. Indien de bomen en/of het struweel verwijderd moeten worden, dient dit buiten het broedseizoen van vogels te gebeuren, zodat overtreding van de Flora- en faunawet wordt voorkomen. Conclusie ten aanzien van plan De planologische regeling voor een bedrijfsbestemming op de locatie Industriestraat 9-15 is op grond van flora en fauna toelaatbaar. Indien bomen of struweel moeten worden verwijderd, dient dit in het kader van de zorgplicht buiten het broedseizoen voor vogels te gebeuren.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
47
Milieudienst Midden-Holland
16
PAK-LOCATIE 2
Aan de Dorpsstraat 19 en Moerdijkstraat 1 is momenteel een supermarkt van 300 m gesitueerd. Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp maakt de verplaatsing van de supermarkt naar de overzijde van de Dorpsstraat mogelijk. Op de percelen die de supermarkt achterlaat worden drie grondgebonden woningen mogelijk gemaakt (zie figuur 30).
figuur 30:PAK-locatie
16.1
Wegverkeerslawaai
De PAK-locatie ligt in de geluidszone van de Moerkapelse Zijde en de Bredeweg. Op de rand van de locatie is de geluidsbelasting berekend met Geomilieu versie 1.71. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Er is gerekend op een hoogte van 1,5 en 4,5 meter omdat het hier grondgebonden woningen betreft. Bij de resultaten is de aftrek conform artikel 110g Wgh reeds toegepast. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de VMK van de gemeente Zuidplas en het GoudappelCoffeng model prognose 2020 t.b.v. Zuidplaspolder. Als aanvulling op de VMK heeft de gemeente Zuidplas intensiteiten aangeleverd in de situatie met en zonder de geplande ontwikkeling voor de volgen de wegen binnen het plangebied: Moerkapelse Zijde; Dorpsstraat; 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
48
Milieudienst Midden-Holland
Herenweg; Kerkstaat; Jonkheer van der Welstraat; Moerdijkstraat; Een nieuwe weg tussen de Herenweg en de Kerkstaat (ten noorden van locatie Schapenweide) ter ontsluiting van de woningen locatie Schapenweide (verder: nieuwe weg).
De invoergegevens zijn weergegeven in bijlage I. In de figuren 31 en 32 zijn de berekende geluidsbelastingen weergegeven (incl. aftrek artikel 110g Wgh) voor de onderzochte wegen voor de situatie 2020 waarbij de geplande ontwikkeling is meegenomen. De onderzochte locatie is in rood weergegeven.
Figuur 31: Rekenresultaten vanwege Moerkapelse Zijde incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
De berekende geluidsbelasting ten gevolge van de Moerkapelse Zijde ligt onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, zie figuur 31.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
49
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 32: Rekenresultaten vanwege Bredeweg incl. correctie ex. Art. 110g Wgh
De berekende geluidsbelasting ten gevolge van de Bredeweg ligt onder de voorkeursgrenswaarde van 48 dB, zie figuur 32. Hoewel de Dorpsstraat/Herenweg, Moerdijkstraat en Kerkstraat geen zone hebben, is de geluidbelasting vanwege deze wegen wel berekend. Temeer de Dorpsstraat/Herenweg en de Kerkstraat voor 30 km/uur wegen een hoge verkeersintensiteit hebben en deels bestaan uit een klinkerverharding. Hierdoor is de geluidbelasting op de woningen voor de onderzoekslocaties langs de Dorpsstraat vrij hoog. Dit betekent dat in het kader van het Bouwbesluit mogelijk extra voorzieningen aan de gevels van eventuele nieuwe woningen moeten worden getroffen. In tabel XVI is de geluidbelasting op de onderzoekslocaties weergegeven van alle wegen inclusief de zogenaamde 30 km/uur wegen samen en de indicatieve benodigde geluidwering op de onderzoekslocaties. Deze waarden hebben een indicatief karakter en moeten worden herberekend in het kader van de omgevingsvergunning. De rekenresultaten zijn exclusief correctie ex. Artikel 110g Wgh. Tabel XVI: Rekenresultaten relevante wegen inclusief 30 km/h wegen en indicatieve benodigde geluidwering
Onderzoekslocatie PAK-locatie
Lden in dB
Benodigde geluidwering
Aanvullende gevelmaatregelen noodzakelijk ihkv Bouwbesluit
62 dB
29 dB
Ja
Conclusie ten aanzien van plan De ontwikkeling van woningen PAK-locatie is toelaatbaar vanuit het oogpunt van wegverkeerslawaai. Omdat de locatie een hoge geluidsbelasting heeft vanwege niet-gezoneerde wegen zal in het ontwerp rekening moeten worden gehouden met een hogere karakteristieke gevelwering om te kunnen 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
50
Milieudienst Midden-Holland
voldoen aan het Bouwbesluit. Bij de omgevingsvergunningaanvraag moet een akoestisch onderzoek worden gevoegd waaruit blijkt dat kan worden voldaan.
16.2
Luchtkwaliteit
In het hele plangebied wordt ook na realisatie van alle voorgenomen ontwikkelingen voldaan aan de grenswaarden voor PM10 en NO2 (deel A, hoofdstuk 3). Conclusie ten aanzien van plan De realisatie van de ontwikkeling wordt conform Titel 5.2 van de Wet milieubeheer toelaatbaar geacht.
16.3
Bedrijven en milieuzonering
Voor wat betreft de ontwikkellocatie is beoordeeld of bedrijven worden belemmerd in de bedrijfsvoering of dat deze bedrijven een mogelijke belemmering vormen voor de geplande ontwikkeling. De locatie ligt midden in de dorpskern van Moerkapelle. De dorpskern wordt gekenmerkt door een gemengd gebied van detailhandel, horeca en wonen. De nieuwe bestemming wonen past goed op deze locatie. De nabijgelegen detailhandel en horeca veroorzaken naar verwachting geen overlast en/of klachten naar de geplande woningen. De bedrijfsvoeringen van de nabijgelegen bedrijfsmatige activiteiten worden niet beperkt door de geplande ontwikkeling. Conclusie ten aanzien van plan De realisatie van woningen op deze locatie is vanwege bedrijven en milieuzonering toelaatbaar.
16.4
Externe veiligheid
Geïnventariseerd is of de ontwikkellocatie binnen het invloedsgebied GR of binnen de PR-contour van een EV-relevante risicobron ligt. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied of PR-contour van een EV-relevante risicobron. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de beoogde ontwikkeling vanwege Externe veiligheid.
16.5
Bodem
Geïnventariseerd is welke bodeminformatie bekend is bij de Milieudienst met betrekking tot de ontwikkellocatie. De relevante informatie is weergegeven in figuur 33.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
51
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 33: Overzicht bodeminformatie PAK-locatie
Bodemonderzoeken Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat binnen het plangebied geen bodemonderzoek is uitgevoerd. Tanks Uit het Bodem Informatie Systeem blijkt dat er binnen het plangebied één tank bekend is. Het is onbekend wat voor een tank dit betreft en of deze nog aanwezig is. Grondverzet De gemeente Zuidplas beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en over bijbehorend grondstromenbeleid. Het plangebied ligt in zone 1 (voor 1900). Grond uit zone 1: De grond uit deze zone dient voor hergebruik te worden gekeurd conform het Besluit bodemkwaliteit. Conclusie ten aanzien van plan Voor de verlening van de omgevingsvergunning dient ten minste een historisch onderzoek NEN5725 te worden uitgevoerd.
16.6
Archeologie
De PAK-locatie ligt in een zone met een zeer hoge archeologische verwachting. Dit in verband met 2 ligging in de historische kern. Omdat de verstoring hier groter is dan 50 m en dieper gaat dan 0.3 m dient hier archeologisch onderzoek plaats te vinden. Bij voorgaand archeologische onderzoek is vastgesteld dat op de locatie laat middeleeuwse en post middeleeuwse bebouwing te verwachten is. De locatie naast de kerk sluit een begraafplaats met gra201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
52
Milieudienst Midden-Holland
ven echter ook niet uit. Vanwege de bestaande bebouwing was veldwerk niet mogelijk. Aanbevolen wordt de sloop van de bebouwing archeologisch te begeleiden (Briels, 2006: RAAP notitie 1745). Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen voor de planologische procedure ten bate van de ontwikkeling van PAKlocatie. Archeologisch vooronderzoek is voor deze locatie echter wel verplicht. Geadviseerd wordt dit voor verlening van de omgevingsvergunning uit te laten uitvoeren zodat de archeologische waarde van het terrein voldoende wordt vastgesteld. Grondroerende werkzaamheden in het kader van de sloop van de huidige bebouwing dient te worden begeleid door een erkend archeoloog ter voorkoming van het ongezien verdwijnen van archeologische resten. Geadviseerd wordt dit als voorwaarde in de omgevingsvergunning op te nemen. Na sloop dient een karterend en waarderend proefsleuvenonderzoek plaats te vinden ter vaststelling van of en zo ja welke archeologische waarden aanwezig zijn. Het onderzoek als ook de rapportage dient volgens de vigerende norm (op moment van schrijven KNA 3.2) uitgevoerd te worden. Op basis van dat onderzoek kan de gemeente Zuidplas een selectiebesluit met betrekking tot eventuele archeologische resten nemen. Indien deze behoudenswaardig zijn kunnen voorwaarden tot behoud in of ex situ van de archeologische waarden worden opgenomen in de benodigde vergunningen.
16.7
Flora en fauna
Op maandag 13 december 2010 is een veldbezoek gebracht aan het plangebied. De meest waardevolle ecologische elementen binnen het plangebied zijn de oude daken van de bestaande bebouwing. Tijdens het broedseizoen nestelen hier mogelijk gierzwaluwen en huismussen onder de dakpannen. Er dient aanvullend onderzoek plaats te vinden naar het voorkomen van de Gierzwaluw en de Huismus. Zowel gierzwaluwen als huismussen zijn zeer nesttrouw en keren jaarlijks terug naar dezelfde plaats om te broeden. De nesten van beide soorten zijn daarom jaarrond beschermd in het kader van de Flora- en faunawet. Indien uit aanvullend onderzoek blijkt dat er nesten van de Gierzwaluw en/of de Huismus aanwezig zijn, dient er voor de sloop van de bestaande bebouwing een ontheffing aangevraagd te worden in het kader van de Flora- en faunawet en dienen er mitigerende en compenserende maatregelen te worden genomen. De bestaande bebouwing kan mogelijk ook dienen als rust- of verblijfplaats voor vleermuizen. Ook hiernaar dient voor aanvang van sloopwerkzaamheden aanvullend onderzoek plaats te vinden. Indien rust- of verblijfplaatsen van vleermuizen worden aangetroffen, dient een ontheffing aangevraagd te worden in het kader van de Flora- en faunawet. Conclusie ten aanzien van plan Er zijn geen beperkingen vanwege flora en fauna voor de planologische procedure voor de ontwikkeling van het perceel ter plaatse van de PAK locatie. Vóór aanvang van de werkzaamheden dienen de volgende acties plaats te vinden: Nestinspectie mbt gierzwaluwen en huismussen Vleermuisonderzoek
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
53
Milieudienst Midden-Holland
17
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN
Er zijn geen beperkingen voor het conserverend deel van bestemmingsplan Moerkapelle Dorp voor wat betreft wegverkeerslawaai, luchtkwaliteit, externe veiligheid, bodem, archeologie en ecologie. Voor wat betreft bedrijven en milieuzonering geldt dat het plan niet conserverend kan worden vastgesteld, maar dat rekening dient te worden gehouden met afstemming tussen milieugevoelige en milieubelastende functies. Geadviseerd wordt de bedrijfslocaties inwaarts te zoneren en voor de bestaande bedrijven maatbestemmingen op te nemen. Voor de ontwikkellocaties zijn hieronder de aandachtspunten ten aanzien van de ruimtelijke procedure opgesomd. Voor aspecten waarover hieronder niets wordt vermeld geldt dat hier geen belemmeringen of aandachtspunten zijn geconstateerd. Voor alle locaties gelden nog wel aandachtspunten ten aanzien van bijvoorbeeld de wijzigingsprocedure, omgevingsvergunningaanvraag of uitvoeringsfase. Deze aandachtspunten staan in de afzonderlijke hoofdstukken vermeld.
Schapenweide Op het dakterras van de beoogde woningen moet een scherm worden geplaatst aan de zijde van het bedrijf van Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, zodat het plan geen belemmeringen oplevert voor de uitbreiding van het akkerbouwbedrijf van Mts Van der SpekPalsgraaf aan de Dorpsstraat 6.
Moerkapelse Zijde-Dorpsstraat Hogere grenswaarden wegverkeerslawaai vaststellen. Dit ontwerpbesluit dient gelijktijdig met het bestemmingsplan te worden gepubliceerd en ter inzage te gaan.
Pieter Posthof/BAC (geen aandachtspunten)
Bedrijventerrein Julianastraat-Zuidplasstraat Wijzigingsregels ten aanzien van woon-werkpanden opnemen
Oranjestraat 43 (geen aandachtspunten)
Moerkapelse Zijde 40 Woningbouw is mogelijk daar waar de geluidsbelasting, LAmax, ten gevolge van het bedrijfsverzamelgebouw lager is dan 75 dB(A). Opnemen van een maatwerkvoorschrift voor het meest dichtstbijzijnde bedrijf in het bedrijfsverzamelgebouw aan de Moerkapelse Zijde 38, 38a.
Industriestraat 9-15 Bedrijfsbestemming opnemen met deels maximaal categorie 2 en deels maximaal categorie 3.1.
PAK-locatie (geen aandachtspunten)
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
54
Milieudienst Midden-Holland
Bijlage I: invoergegevens wegverkeerslawaai
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
55
Milieudienst Midden-Holland
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
56
Milieudienst Midden-Holland
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
57
Milieudienst Midden-Holland
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
58
Milieudienst Midden-Holland
Bijlage II tabel V: Invoergegevens voor de berekening van de concentraties NO2 en PM10 in 2020 exclusief de planontwikkeling in Moerkapelle Dorp
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
59
Milieudienst Midden-Holland
tabel VI: Invoergegevens voor de berekening van de concentraties NO2 en PM10 in 2020 inclusief de planontwikkeling in Moerkapelle Dorp
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
60
Milieudienst Midden-Holland
Bijlage III tabel VII: Resultaten van de berekende (met het CAR-model) concentraties NO2 en PM10 in 2020 exclusief de planontwikkeling in Moerkapelle Dorp
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
61
Milieudienst Midden-Holland
tabel VIII: Resultaten van de berekende (met het CAR-model) concentraties NO2 en PM10 in 2020 inclusief de planontwikkeling in Moerkapelle Dorp
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
62
Milieudienst Midden-Holland
Bijlage IV: advies regionale brandweer ten aanzien van verantwoording groepsrisico Moerkapelle Dorp
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
63
Milieudienst Midden-Holland
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
64
Milieudienst Midden-Holland
Bijlage V: Onderzoek geluidbelasting ontwikkelingslocatie Moerkapelse Zijde 40
Inleiding Ten behoeve van de bepaling van de geluidsniveaus ten gevolge van industrielawaai binnen de ontwikkellocatie aan de Moerkapelse Zijde 40 te Moerkapelle (gemeente Zuidplas) is door het Team Geluid, Lucht en Externe Veiligheid een akoestisch onderzoek uitgevoerd. In figuur 1 is een overzicht gegeven van de gebruikte kaart met de onderzoekslocatie en aan de oostzijde het bedrijfsverzamelgebouw ten gevolge waarvan de geluidsbelastingen zijn bepaald. In het rood zijn de bouwvlakken (woningen) weergegeven binnen het plangebied.
Figuur 1: Overzicht onderzoekslocatie
Wettelijk kader In de directe omgeving van de onderzoekslocatie is een bedrijfsverzamelgebouw gesitueerd. De bedrijven die zich hier kunnen vestigen vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. In het Activiteitenbesluit zijn de volgende voor dit onderzoek relevante geluidsvoorschriften opgenomen: Artikel 2.17 1. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau LAmax, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat: a. de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
65
Milieudienst Midden-Holland
Tabel 2.17a
b. c.
d. e. f.
07:00–19:00 uur
19:00–23:00 uur
23:00–07:00 uur
LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen
50 dB(A)
45 dB(A)
40 dB(A)
LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
35 dB(A)
30 dB(A)
25 dB(A)
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen
70 dB(A)
65 dB(A)
60 dB(A)
LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
55 dB(A)
50 dB(A)
45 dB(A)
de in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur in tabel 2.17a opgenomen maximale geluidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten; de in tabel 2.17a aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen; de in tabel 2.17a aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein; de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen slechts gelden in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten; en de in tabel 2.17a aangegeven waarden niet gelden op gevoelige objecten die zijn gelegen op een gezoneerd industrieterrein.
Artikel 2.20 1. In afwijking van de waarden, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 dan wel 6.12, kan het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift andere waarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT) en het maximaal geluidsniveau LAmax vaststellen. 2. Het bevoegd gezag kan slechts hogere waarden vaststellen dan de waarden, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 dan wel 6.12, indien binnen geluidsgevoelige ruimten dan wel verblijfsruimten van gevoelige gebouwen, die zijn gelegen binnen de akoestische invloedssfeer van de inrichting, een etmaalwaarde van maximaal 35 dB(A) wordt gewaarborgd. 3. De in het tweede lid bedoelde etmaalwaarde is niet van toepassing indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen. 4. Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen over de plaats waar de waarden, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 dan wel 6.12, voor een inrichting gelden. 5. Het bevoegd gezag kan bij maatwerkvoorschrift bepalen welke technische voorzieningen in de inrichting worden aangebracht en welke gedragsregels in acht worden genomen teneinde aan geldende geluidsnormen te voldoen.
Maximale geluidsniveaus en goede ruimtelijke ordening Zoals op te maken is in artikel 2.17 lid 1 onder b zijn piekniveaus ten gevolge van laden en lossen van voertuigen in de dagperiode uitgesloten van toetsing. In dit onderzoek is, in tegenstelling tot het Activiteitenbesluit, wel inzicht gegeven in de mogelijke optredende maximale geluidsniveaus als gevolg van de activiteiten ten behoeve van het bedrijfsverzamelgebouw. Dit is gedaan om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen in het kader van de goede ruimtelijke ordening.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
66
Milieudienst Midden-Holland
Onderzoek Ter beoordeling van de mogelijk optredende geluidsniveaus ter gevolge van het bedrijfsverzamelgebouw zijn de geluidsniveaus bepaald binnen de ontwikkellocatie waarbij de volgende uitgangspunten zijn gehanteerd (zie figuur 2): Geen objecten binnen de ontwikkellocatie ten einde de resultaten te kunnen presenteren in de vorm van contouren; Als uitgangspunt van de bepaling van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (LAr, LT) binnen de ontwikkellocatie is gebruik gemaakt van de normstelling uit het Activiteitenbesluit. Dit houdt in dat er een vervangende geluidsbron in het model is ingevoerd waarbij ter plaatse van de bestaande woningen juist aan de normstelling uit het Besluit wordt voldaan (= 50 dB(A) in de dagperiode); Als uitgangspunt van de bepaling van de maximale geluidsniveaus binnen de ontwikkellocatie zijn een viertal geluidsbronnen ingevoerd welke het laden en lossen van vrachtwagens en bedrijfsbusjes weergeven; Geen schermen aan de oostelijke erfgrens in verband met de ontsluiting van de woningen.
Figuur 2: Invoer computermodel De rekenresultaten van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en de maximale geluidsniveaus zijn ter plaatse van de bestaande woningen weergegeven op beoordelingspunten en binnen de ontwikkellocatie middels contouren. De berekeningen zijn uitgevoerd met Geomilieu versie 1.81. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI 1999).
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
67
Milieudienst Midden-Holland
Resultaten Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus In figuur 3 is een overzicht gegeven van de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus ter plaatse van de bestaande woningen en binnen de ontwikkellocatie.
Figuur 3: Geluidsbelasting, LAr, LT, ten gevolge van het bedrijfsverzamelgebouw
Uit figuur 3 blijkt dat binnen een groot deel van de ontwikkellocatie de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus hoger zijn dan 50 dB(A). Ter plaatse van geplande woningen treden ter plaatse van de gevels langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus op tot en met 50-52 dB(A). Gezien de ligging van de ontwikkellocatie, in de directe omgeving van bedrijvigheid, is het mogelijk om door middel van zogenaamde maatwerkvoorschriften in het kader van het Activiteitenbesluit een hogere normstelling ter plaatse van de nieuwe woningen toe te laten (artikel 2.20). In het kader van de goede ruimtelijke ordening wordt een ruimere normstelling op de ontwikkellocatie toelaatbaar geacht. Maximale geluidsniveaus In figuur 4 is een overzicht gegeven van de berekende maximale geluidsniveaus ter plaatse van de bestaande woningen en binnen de ontwikkellocatie.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
68
Milieudienst Midden-Holland
Figuur 4: Geluidsbelasting, LAmax, ten gevolge van het bedrijfsverzamelgebouw
Uit figuur 4 blijkt dat binnen een groot deel van de ontwikkellocatie de maximale geluidsniveaus hoger zijn de 70 dB(A). Ter plaatse van geplande woningen treden ter plaatse van de gevels maximale geluidsniveaus op van ten hoogste 75 dB(A). Gezien de ligging van de ontwikkellocatie, in de directe omgeving van bedrijvigheid, en het feit dat de maximale geluidsniveaus slechts enkele malen per week zullen optreden worden maximale geluidsniveau tot 75 dB(A) ter plaatse van de gevels van de nieuwe woningen toelaatbaar geacht in het kader van de goede ruimtelijke ordening. Er mogen dus geen geluidsgevoelige bestemmingen gebouwd worden in het donker rode vlak (piekniveaus > 75 dB(A)).
Conclusie en advies Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus Binnen de ontwikkellocatie treden langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus op die uitkomen boven de normstelling uit het Activiteitenbesluit. Ter plaatse van de geplande gevels treden er beoordelingsniveaus op van ten hoogste 50-52 dB(A). Gezien de ligging van de ontwikkellocatie, in de directe omgeving van bedrijvigheid, worden deze niveaus in het kader van de goede ruimtelijke ordening toelaatbaar geacht. Maximale geluidsniveaus Hoewel de maximale geluidsniveaus als gevolg van laden en lossen in het kader van het Activiteitenbesluit uitgesloten zijn van toetsing zijn deze niveaus toch bepaald in het kader van de goede ruimtelijke ordening. Ter plaatse van de geplande gevels van de woningen blijken de maximale geluidsniveaus binnen de ontwikkellocatie uit te komen boven de 70 dB(A). Ter plaatse van de meest noordelijk gelegen woning komen de maximale geluidsniveaus uit op 75 dB(A). Gezien de situatie ter plaatse, dicht bij bedrijvigheid en het feit dat de piekniveaus slecht enkele malen per week zullen optreden, worden niveaus tot ten hoogste 75 dB(A) toelaatbaar geacht. 201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
69
Milieudienst Midden-Holland
Advies Voordat de omgevingsvergunning voor de realisatie van de woningen wordt verleend, dient voor het bedrijf dat gevestigd is in het bedrijfsverzamelgebouw een zogenaamd maatwerkvoorschrift ten behoeve van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) opgelegd te worden in het kader van het Activiteitenbesluit. De normstelling in het maatwerkvoorschrift zal gesteld moeten worden op 52 dB(A) in de dagperiode.
201013892 Milieukundige onderbouwing Bestemmingsplan Moerkapelle Dorp Deel B, definitief
70
94
Bijlage 3
Akoestisch onderzoek Schapenweide
_______________________________________________________________________________________________________________ 226.14261.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Akoestisch onderzoek 11.073.01 ref 2 SCHAPENWEIDE MOERKAPELLE
Behandeld door: Ing. R. Herik Opdrachtgever : Gemeente Zuidplas Postbus 100 2910 AC Nieuwerkerk aan den IJssel
Enschede 26 augustus
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
2
1
Inleiding
4
2
Beschrijving van de situatie
4
3
Toetsingskader
5
3.1 Equivalente geluidniveaus en piekgeluiden
5
3.2 Geluid buiten de grens van de inrichting
6
4
Aanpak van het onderzoek
7
5
Resultaten
8
5.1 Geluidbelasting zonder maatwerkvoorschrift
8
5.2 Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau tijdens RBS (LAr,LT)
8
5.3 Maximaal a-gewogen geluidniveaus tijdens RBS (LAmax)
9
6
Mogelijke maatregelen binnenplans
10
7
Bespreking en conclusies
11
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
2
FIGUREN EN BIJLAGEN
Figuur 1-1: Figuur 1-2:
Huidige situatie kadastraal Nieuwe situatie met rekenpunten
Figuur 2: Figuur 2-2:
Foto-impressie locatie Maatschap van der Spek Gevels en doorsnede woningen boven supermarkt
Figuur 3-1: Figuur 3-2 Figuur 3-3:
Weergave rekenmodel HMRI in ondergrond schets nieuw Weergave rekenmodel HMRI zonder ondergrond Weergave rekenmodel HMRI ligging geluidbronnen RBS
Figuur 4:
Geluidscherm op dak supermarkt 3D aanzicht
Bijlage 1-1: Bijlage 1-2: Bijlage 1-3:
Relevante invoergegevens LAr,LT met scherm Brongegevens LAr,LT zonder maatwerkvoorschrift Brongegevens LAr,LT met maatwerkvoorschrift
Bijlage 2-1:
Resultaten per punt LAr,LT zonder maatwerkvoorschrift
Bijlage 3-1: Bijlage 3-2:
Resultaten per punt LAr,LT met maatwerkvoorschrift Resultaten per punt en per bron LAr,LT
Bijlage 4-1:
Resultaten LAmax met maatwerkvoorschrift
Bijlage 5-1: Bijlage 5-2:
Resultaten LAr,LT met maatwerkvoorschrift en scherm Resultaten LAmax met maatwerkvoorschrift en scherm
Bijlage 6:
Voorschriften geluid ‘Besluit Landbouw Milieubeheer’
Bijlage 7:
Maatwerkvoorschriften geluid Maatschap van der Spek
Bijlage 8:
Representatieve bedrijfssituatie
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
3
1
Inleiding In opdracht van de gemeente Zuidplas is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting in de omgeving als gevolg van het bedrijf van Maatschap Van der SpekPalsgraaf gelegen aan de Dorpstraat 6 te Moerkapelle. Aanleiding voor het onderzoek is aanpassing van het bestemmingsplan rondom deze inrichting. Men is voornemens om woningbouw te realiseren in de directe omgeving van dit bedrijf. Het plan waarop dit bedrijf van invloed is betreft de realisatie van woningen en een supermarkt met bovenwoningen. In figuur 1-2 is het betreffende deel van het plan weergegeven. De nieuw te realiseren woningen zijn aangegeven met ‘rietwoningen Blok 1 en 2’ en ‘toekomstige supermarkt’. Voor deze inrichting is recent een bouwvergunning afgegeven voor de bouw van een nieuwe schuur. In deze rapportage wordt er vanuit gegaan dat deze schuur is gerealiseerd. Dit rapport doet verslag van het verrichte onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd conform de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, HMRI 1999.
2
Beschrijving van de situatie In figuur 1-1 is de huidige kadastrale weergave van het bedrijf met de omgeving weergegeven. Het bedrijf van Maatschap Van der Spek-Palsgraaf is gelegen aan de Dorpsstraat 6 te Moerkapelle. De voornaamste activiteiten van het bedrijf bestaan uit de verkoop van fruit en groenten aan particulieren. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een tractor. Deze wordt ingezet voor de aanvoer van landbouwproducten van eigen grond. Tevens is een heftruck aanwezig. Maatschap van der Spek heeft buiten de inrichting de beschikking over landbouwgronden waar onder andere aardappels worden verbouwd. De aardappels worden binnen de inrichting bewaard in een eigen schuur. De schuur is voorzien van diverse ventilatie. Om een indruk te krijgen van het bedrijf is in figuur 2-1 een tweetal foto’s weergegeven. De bovenste foto is het aanzicht gezien vanaf de Dorpsstraat en de onderste foto is de inrichting gezien vanaf parkeerplaats naast de kerk aan de Kerkstraat. Het geluid als gevolg van de activiteiten moet worden getoetst ter plaatse van de nieuw te realiseren woningen. Uitgangspunt hierbij is dat de realisatie van deze woningen geen beperkingen tot gevolg heeft voor de bedrijfsvoering van het bedrijf. In figuur 1-2 zijn de grondgebonden woningen weergegeven. De woningen bestaan uit een hoofdgebouw bestaande uit 3 lagen en een laag gedeelte naast de woning. In figuur 2-2 tot met 2-4 is de indeling, doorsnede en gevelaanzichten van de toekomstige supermarkt weergegeven. Op de supermark worden aan de zijde van de Dorpsstraat twee woningen gerealiseerd. De zijgevel van deze woningen is aan de zijde van het bedrijf van Maatschap Van der Spek-Palsgraaf niet voorzien van te openen delen. De positie waar het geluid moet worden getoetst is de achtergevel van deze woningen.
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
4
3
Toetsingskader
3.1
EQUIVALENTE GELUIDNIVEAUS EN PIEKGELUIDEN Voor nog te realiseren bedrijven geldt: Er moet in de akoestische beschouwing worden uitgegaan van wat binnen de nieuwe bestemming redelijkerwijs akoestisch mogelijk is en niet van een eventuele vergunningsaanvraag. En: Hierbij kunnen de toetsingskaders van het milieuspoor gehanteerd worden (hoofdstuk 4 Handreiking voor vergunningsplichtige inrichtingen of het Activiteitenbesluit voor inrichtingen die daaronder vallen). Maar omdat in redelijkheid uitgegaan moet worden van de akoestische mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt zullen alle geluidsbronnen van dat perceel in de afweging worden meegenomen. (bron: InfoMil, Handreiking Ruimtelijke ordening en milieu) Het bedrijf valt onder de werkingssfeer van het “Besluit Landbouw Milieubeheer”, verder te noemen het Besluit Landbouw. In dit besluit zijn regels opgenomen om geluidhinder te voorkomen. In bijlage 6 van deze rapportage zijn de regels bijgevoegd. Kort samengevat mag de geluidbelasting niet meer bedragen dan 45 dB(A) etmaalwaarde bij een gevoelig gebouw van derden. Piekgeluiden mogen niet meer bedragen dan 70 dB(A) etmaalwaarde. Door de milieudienst is aangegeven dat piekgeluiden 5 dB strenger beoordeeld dienen te worden. In lijn met de Handreiking Industrielawaai en Milieubeheer (tabel 4) wordt aangesloten bij de richtwaarden voor een “rustige woonwijk”. Tevens wijkt de etmaalindeling in het besluit Landbouw af van de gebruikelijke indeling. Samengevat mag de geluidbelasting ter plaatse van de nieuw te realiseren woningen niet meer bedragen dan: Langtijdduurgemiddeld (Equivalent geluidniveau): 45 dB(A) tussen 06.00 en 19.00 uur, 40 dB(A) tussen 19.00 en 22.00 uur en 35 dB(A) tussen 22.00 en 06.00 uur. Maximaal A-gewogen geluidniveaus (Piekgeluiden) 65 dB(A) tussen 06.00 en 19.00 uur, 60 dB(A) tussen 19.00 en 22.00 uur en 55 dB(A) tussen 22.00 en 06.00 uur. Bij toetsing van de optredende piekgeluiden aan de normstelling wordt in het Besluit Landbouw de piekgeluiden tijdens het komen en gaan van voertuigen uitgezonderd van toetsing. Het betreft hier echter de aanpassing van een bestemming. In lijn met de Handreiking Ruimtelijke Ordening en Milieu dienen om deze reden alle optredende piekgeluiden te voldoen aan de normstelling. In het onderzoek zijn 12 rekenpunten gekozen waar de geluidbelasting wordt getoetst. In figuur 1-2 zijn deze rekenpunten opgenomen. De punten genummerd met B1 tot en met B4 zijn gelegen ter plaatse van bestaande woningen. De punten genummerd met N1 tot en met N8 zijn gelegen ter plaatse van de nieuwbouw.
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
5
Bij de berekeningen is de indeling van de etmaalwaarde gevolg zoals is aangegeven in het Besluit Landbouw. In de onderstaande tabel is de bedoelde indeling weergegeven.
3.2
GELUID BUITEN DE GRENS VAN DE INRICHTING Sinds 29 februari 1996 is een circulaire van kracht die is opgesteld door het ministerie van VROM over hoe om te gaan met geluidhinder die wordt veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting met daarbij een beoordelingsmethodiek in het kader van de Wet milieubeheer. De voorgestelde beoordelingswijze houdt in dat aan de geluidbelasting, veroorzaakt door aan de inrichting toe te rekenen verkeersbewegingen buiten de inrichting, uitsluitend een maximum wordt gesteld in de vorm van een gemiddelde geluidbelasting in een etmaal, en niet meer tevens een maximum aan de geluidbelasting op een bepaald moment (piekniveau). Indirecte hinder wordt voornamelijk veroorzaakt door het komen en gaan van materieel en personenwagens. Omdat de circulaire alleen spreekt over het verkeer van en naar de inrichting moet, zodra een voertuig over de grens van de inrichting is, het geluid worden getoetst aan de grenswaarden zoals deze in de vergunning worden opgenomen. Het verkeer buiten de inrichting moet worden getoetst totdat de vrachtwagens zijn opgenomen in het heersende verkeersbeeld. In de directe omgeving van het rijtraject zijn geen nieuw te realiseren woningen gelegen. De personenwagens en tractor rijden eerst langs reeds aanwezige woningen. Het aspect indirecte hinder is om deze reden geen beletsel voor aanpassing van de bestemming en is om deze reden niet verder in het onderzoek beschouwd.
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
6
4
Aanpak van het onderzoek Voor het bepalen van de geluidbelasting wordt gebruik gemaakt van een rekenmodel conform de “Handreiking Meten en rekenen Industrielawaai”. Gebruik is gemaakt van software van DGMR versie Geomilieu 1.81. De toekomstige situatie is in dit rekenmodel gemodelleerd. In figuur 3-1 is een weergave van dit rekenmodel opgenomen in de ondergrond van het toekomstige plan. In figuur 3-2 is het rekenmodel zonder ondergrond weergegeven. Naast de geometrische gegevens moet tevens bekend zijn welke geluidbronnen gedurende welke tijd waar in bedrijf zijn. Daarnaast is de bronsterkte van deze geluidbronnen van belang. In opdracht van het bedrijf is door adviesbureau Peutz een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Deze rapportage heeft als nummer F15855-5 en datum 30 juni 2006. De geluidbronnen en bedrijfstijden zijn voor het opstellen voor het gebruikte rekenmodel overgenomen uit deze rapportage. In bijlage 8 is de bedrijfssituatie nader beschreven. In bijlage 1 zijn de invoergegevens opgenomen. Op deze wijze ontstaat een rekenmodel waarbij met de aangevraagde bedrijfssituatie de geluidbelasting inzichtelijk kan worden gemaakt bij de nog te realiseren woningen, rekening houdend met de nieuwe schuur van het bedrijf. De aangevraagde bedrijfssituatie zoals deze in de rapportage van Peutz is beschreven is niet geheel vergund. In een nadere eis op het Besluit Landbouw met nummer 02291.07 is opgenomen dat in de avond- en nachtperiode geen bewegingen met de tractor mogen plaatsvinden. Daarnaast zijn grenswaarden opgenomen ter plaatse van de bestaande woningen die hoger zijn dan de waarden genoemd in het Besluit Landbouw. Door van de aangevraagde situatie uit te gaan wordt voldoende rekening gehouden met de mogelijkheden van het bedrijf. In het navolgende wordt inzicht gegeven in de geluidbelasting bij de bestaande en nieuwe woningen in drie situaties: 1- De geluidbelasting zonder maatregelen en zonder nadere eis; 2- De geluidbelasting zonder maatregelen en met nadere eis; 3- De geluidbelasting met maatregel en met nadere eis. Variant drie is met name van belang voor de woningen gelegen boven de supermarkt. Het blijkt dat de geluidbelasting (piekgeluiden) bij deze woningen hoger zijn dan wenselijk. De maatregel omvat het plaatsen van een scherm op de dakrand aan de zijde van Van der Spek. In hoofdstuk 6 wordt hierop nader ingegaan.
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
7
5
Resultaten
5.1
GELUIDBELASTING ZONDER MAATWERKVOORSCHRIFT In bijlage 2-1 zijn de resultaten opgenomen van de geluidbelasting die optreedt zonder maatwerkvoorschriften. In de avond- en nachtperiode is deze geluidbelasting te hoog. De geluidbelasting bij de bestaande woningen is echter hoger dan de geluidbelasting bij de nog te realiseren woningen. De nieuwe woningen zijn derhalve niet beperkend voor het bedrijf. Wordt bij de reeds aanwezige woningen voldaan aan de normstelling dan zal dit zeker het geval zijn bij de nieuwe woningen. De ligging van de rekenpunten is in figuur 3-2 en 3-3 gedetailleerd weergegeven.
5.2
LANGTIJDGEMIDDELD BEOORDELINGSNIVEAU TIJDENS RBS (LAR,LT) In bijlage 3-1 is de geluidbelasting opgenomen waarbij rekening is gehouden met het verbod op het rijden met de tractor buiten de dagperiode (tussen 22.00 en 06.00 uur). Het verbod is opgenomen in voorschift 1.2 van het besluit tot de nadere eis (bijlage 7-8). In tabel 6.1 zijn de rekenresultaten voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voor de RBS opgenomen. De waarden zijn berekend op een hoogte van 2 meter bij de laagbouw van de woningen en op een hoogte van 5 meter bij de meerlaagse woningen en de woningen boven de supermarkt. Buiten de ingevoerde harde bodemobjecten is gerekend met een tussengebied met bodemfactor 0.5. Tabel 5.1 rekenresultaten LAr,LT voor de RBS
Rekenpunt B1: Punt bestaande woning B2: Punt bestaande woning B3: Punt bestaande woning B4: Punt bestaande woning N1: Punt bij Nieuwbouw N2: Punt bij Nieuwbouw N3: Punt bij Nieuwbouw N4: Punt bij Nieuwbouw N5: Punt bij Nieuwbouw N6: Punt woning boven supermarkt N7: Punt woning boven supermarkt N8: Punt woning boven supermarkt
dag (dB(A)) 33 32 46 44 36 37 31 29 26 44 42 40
avond (dB(A)) 32 31 41 40 36 37 32 29 25 38 36 34
nacht (dB(A)) 28 25 35 34 33 35 26 17 15 33 30 27
De resultaten op alle punten zijn opgenomen in bijlage 3-1. In bijlage 3-2 is de geluidbelasting per bron weergegeven. Uit de berekeningen blijkt dat op alle waarneempunten kan worden voldaan aan een etmaalwaarde van 45 dB(A). Bij de nieuwe woningen is een luchtinlaat van de huidige stalling en het gebruik van de heftruck bepalend voor de geluidbelasting.
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
8
5.3
MAXIMAAL A-GEWOGEN GELUIDNIVEAUS TIJDENS RBS (LAMAX) In tabel 5.2 zijn de rekenresultaten voor de maximale A-gewogen geluidniveaus opgenomen. Tabel 5.2 rekenresultaten LAmax voor de RBS
Rekenpunt B1: Punt bestaande woning B2: Punt bestaande woning B3: Punt bestaande woning B4: Punt bestaande woning N1: Punt bij Nieuwbouw N2: Punt bij Nieuwbouw N3: Punt bij Nieuwbouw N4: Punt bij Nieuwbouw N5: Punt bij Nieuwbouw N6: Punt woning boven supermarkt N7: Punt woning boven supermarkt N8: Punt woning boven supermarkt
dag (dB(A)) 58 53 74 70 60 56 53 53 53 70 68 67
avond (dB(A)) 38 37 41 40 40 41 39 37 32 38 37 35
nacht (dB(A)) 26 24 33 32 33 35 25 16 14 31 29 26
De resultaten op alle punten zijn opgenomen in bijlage 4-1. De piekgeluiden worden in de dagperiode bepaald door het rijden met de tractor. De optredende piekgeluiden bij de bestaande woningen zijn hoger dan de optredende piekgeluiden bij de nieuwbouw woningen. Bij toetsing aan het Besluit Landbouw worden de piekgeluiden in de dagperiode vanwege de tractor uitgesloten van toetsing. Bij de nieuw te realiseren woningen moeten deze echter worden betrokken in de beoordeling. De piekgeluiden bij de nieuw te bouwen woningen voldoen wel aan de normstelling genoemd in het Besluit Landbouw. De waarden overschrijden echter de normstelling van 65 dB(A) voor de dagperiode zoals deze door de milieudienst worden genoemd en die in lijn zijn met de Handreiking Industrielawaai en vergunningverlening. Om deze piekgeluiden terug te dringen zijn maatregelen mogelijk.
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
9
6
Mogelijke maatregelen binnenplans Om de maximale A0-gewogen geluidniveaus bij de woningen boven de supermarkt terug te dringen kan op het dak van de supermarkt, zijnde het terras van de woningen, een scherm worden geplaatst met een hoogte van 2 meter. Dit scherm komt op de positie waar in de tekeningen ‘hekwerk’ is aangegeven. In figuur 4 is een 3D weergave opgenomen van het rekenmodel met geluidscherm. De voorwaarde voor dit scherm is dat het dient te bestaan uit een gesloten materiaal met een gewicht van minimaal 10 kg/m2. Hierbij kan worden gedacht aan een glazen scherm of een gesloten houten afscheiding. Een andere mogelijkheid is om het schuine dak tussen de woningen en de opbouw van de supermarkt aan de achterzijde door te trekken. Hierdoor ontstaat een meer functionele afscherming In bijlage 5-2 zijn de berekeningen opgenomen waarbij het effect van het scherm is meegenomen. De maximale A-gewogen geluidniveaus bedragen dan maximaal 60 dB(A) in de dagperiode bij de nieuw te realiseren woningen. Na een relatief eenvoudige maatregel binnen het plan zelf kan dan ruim aan de normstelling worden voldaan.
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
10
7
Bespreking en conclusies In opdracht van de gemeente Zuidplas is een akoestisch onderzoek uitgevoerd om de geluidbelasting als gevolg van de activiteiten van het bedrijf van Maatschap Van der SpekPalsgraaf vast te stellen ter plaatse van nieuw te realiseren woningen in de directe omgeving van dit bedrijf. Uit het onderzoek blijkt dat het bedrijf wordt beperkt door reeds aanwezige woningen. Bij het onderzoek is om deze reden de vergunde bedrijfssituatie gevolgd. Uit de berekeningen blijkt dat de piekgeluiden bij de woningen boven de supermarkt hoger zijn dan gewenst. Dit wordt veroorzaakt door het rijden met de tractor over het terrein. Door het plaatsen van een scherm op het dakterras van deze woningen aan de zijde van het bedrijf van Maatschap Van der Spek-Palsgraaf wordt de geluidbelasting teruggedrongen tot aan een waarde waarmee ruim aan de normstelling kan worden voldaan. Onder deze voorwaarde is sprake van een goede ruimtelijke ordening bij een aanpassing van de bestemming van dit perceel.
Akoestisch onderzoek – Schapenweide Moerkapelle 11.073.01 ref 2
11
Figuur 1-1
Figuur 2-1
Figuur 2-2
Figuur 2-3
Figuur 2-4
Model Lar,LT tijdens RBS
Akoestisch Buro Tideman
7 apr 2011, 11:03
Figuur 3-2 Bodemgebied Gebouw Puntbron Toetspunt
0m
40 m schaal = 1 : 1000
451100
B2 B1
451000
N5 N4
N1 N2 N3
8 P2 P7
P10 P11 P5
P6
P4 P9
P3 P8
2 1 10P1 9
B3 B4
3 5 4 7 6
N6 N7 N8
450900
99200 Industrielawaai - IL, [Versie 1, April 2011 - Model Lar,LT tijdens RBS] , Geomilieu V1.81
99300
N4
P5
N3
P10
N2
P11
7
P6
6
8
5
4
3
2 110
9
P1
P7
99300
P2
P8P3
N8
N7
N6
B3
B4
P4P9
0m schaal = 1 : 383
10 m
7 apr 2011, 11:03
Industrielawaai - IL, [Versie 1, April 2011 - Model Lar,LT tijdens RBS] , Geomilieu V1.81
451000
N5
N1
B1
B2
Bodemgebied Gebouw Puntbron Toetspunt
Model Lar,LT tijdens RBS Akoestisch Buro Tideman Figuur 3-3
Figuur 4
Bijlage 1-1 Rapport: Model:
Lijst van model eigenschappen Model Lar,LT tijdens RBS
Model eigenschap Omschrijving Verantwoordelijke Rekenmethode Modelgrenzen Aangemaakt door Laatst ingezien door Model aangemaakt met Origineel project
Model Lar,LT tijdens RBS RobertH IL (99141.78, 450907.49) - (99441.65, 451063.34) RobertH op 6-4-2011 RobertH op 26-8-2011 Geomilieu V1.71 Niet van toepassing
Originele omschrijving Geïmporteerd door Definitief Definitief verklaard door
Niet Niet Niet Niet
Standaard maaiveldhoogte Rekenhoogte contouren Detailniveau toetspunt resultaten Detailniveau resultaten grids
0 4 Bronresultaten Totaalresultaten
Meteorologische correctie Standaard bodemfactor Absorptie standaarden Clusteren gebouwen Verwijderen binnenwanden
Toepassen standaard, 5.0 0.5 HMRI-II.8 Ja Nee
Luchtdemping [dB/km] Aandachtsgebied Dynamische foutmarge [dB]
0.02 0.07 0.25 0.76 1.63 2.86 6.23 19.00 67.40 ---
Geomilieu V1.81
van van van van
toepassing toepassing toepassing toepassing
26-8-2011 15:55:01
Bijlage 3-1 Commentaar Bij de definitie van de dag, avond en nachtperiode is de etmaalindeling gebruik zoals genoemd in het Besluit Landbouw
Geomilieu V1.81
26-8-2011 15:55:01
Bijlage 1-1 Model: Groep:
Naam B1 B2
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Omschr. Hard gebied Hard gebied
Geomilieu V1.81
Bf 0.00 0.00
7-4-2011 11:10:07
Bijlage 1-1 Model: Groep:
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam Nb1 Nb2 Nb3 Nb4 Nb5
Omschr. Nieuwbouw Nieuwbouw Nieuwbouw Nieuwbouw Nieuwbouw
3 3 3 3 3
bouwlagen bouwlagen bouwlagen bouwlagen bouwlagen
Hoogte 7.00 7.00 7.00 7.00 7.00
Maaiveld 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Refl. 31 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 63 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 125 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 250 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Nb6 Nb7 Nb8 Nb9 Nb10
Nieuwbouw Nieuwbouw Nieuwbouw Nieuwbouw Nieuwbouw
3 bouwlagen 3 bouwlagen 3 bouwlagen 3 bouwlagen laag deel
7.00 7.00 7.00 7.00 3.50
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Nb11 Vdsp1 Vdsp2 Vdsp3 Vdsp4
Nieuwbouw laag deel Nieuwe schuur Nieuwe schuur bestaande opstallen bestaande opstallen
3.50 4.50 6.00 4.00 4.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Vdsp5 Vdsp6 Vdsp7 Vdsp8 Vdsp9
bestaande opstallen bestaande opstallen bestaande opstallen bestaande opstallen Supermarkt
7.00 7.00 7.00 7.00 2.50
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Vdsp10 Vdsp11 Sm1 Sm2 Sm3
Supermarkt Object achter Woningen op supermarkt Supermerkt achter Verhoogd deel supermarkt
3.50 10.00 7.60 4.50 7.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:10:07
Bijlage 1-1 Model: Groep:
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam Nb1 Nb2 Nb3 Nb4 Nb5
Refl. 500 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 1k 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 2k 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 4k 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 8k 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Nb6 Nb7 Nb8 Nb9 Nb10
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Nb11 Vdsp1 Vdsp2 Vdsp3 Vdsp4
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Vdsp5 Vdsp6 Vdsp7 Vdsp8 Vdsp9
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Vdsp10 Vdsp11 Sm1 Sm2 Sm3
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:10:07
Bijlage 1-1 Model: Groep:
Naam Scherm
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Omschr. Scherm op balkon +2m
Geomilieu V1.81
ISO H 5.50
ISO M 0.00
HDef. Relatief
Cp 0 dB
Refl.L 31 0.80
Refl.L 63 0.80
Refl.L 125 0.80
Refl.L 250 0.80
7-4-2011 11:10:07
Bijlage 1-1 Model: Groep:
Naam Scherm
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Refl.L 500 0.80
Geomilieu V1.81
Refl.L 1k 0.80
Refl.L 2k 0.80
Refl.L 4k 0.80
Refl.L 8k 0.80
Refl.R 31 0.80
Refl.R 63 0.80
Refl.R 125 0.80
Refl.R 250 0.80
7-4-2011 11:10:07
Bijlage 1-1 Model: Groep:
Naam Scherm
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Schermen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL Refl.R 500 0.80
Geomilieu V1.81
Refl.R 1k 0.80
Refl.R 2k 0.80
Refl.R 4k 0.80
Refl.R 8k 0.80
7-4-2011 11:10:07
Bijlage 1-1 Model: Groep:
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam B1 B2 B3 B4 N1
Omschr. Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Dorpsstraat 10 Bestaand punt uit vergunning Punten bij nieuwbouw
Maaiveld 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Hoogte A 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00
Hoogte B ------
Hoogte C ------
Hoogte D ------
N2 N3 N4 N5 N6
Punten Punten Punten Punten Punten
nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw supermarkt zijde vd Spek
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
2.00 2.00 2.00 5.00 5.00
------
------
------
N7 N8
Punten bij supermarkt zijde vd Spek Punten bij supermarkt zijde vd Spek
0.00 0.00
Relatief Relatief
5.00 5.00
---
---
---
bij bij bij bij bij
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:10:07
Bijlage 1-1 Model: Groep:
Naam B1 B2 B3 B4 N1
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Hoogte E ------
Hoogte F ------
Gevel Ja Ja Ja Ja Ja
N2 N3 N4 N5 N6
------
------
Ja Ja Ja Ja Ja
N7 N8
---
---
Ja Ja
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:10:07
Bijlage 1-2 Model: Groep:
Model Lar,LT tijdens RBS Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam P1 P2 P3 P4 P5
Omschr. Personenwagens Personenwagens Personenwagens Personenwagens Tractor
Hoogte 1.00 1.00 1.00 1.00 1.50
Maaiveld 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
Type puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Richt. 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Hoek 360.00 360.00 360.00 360.00 360.00
Cb(D) 22.52 22.52 22.52 22.52 33.98
Cb(N) ----40.00
GeenRefl. Nee Nee Nee Nee Nee
P6 P7 P8 P9 P10
Tractor Tractor Tractor Tractor Tractor stationair
1.50 1.50 1.50 1.50 1.50
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
360.00 360.00 360.00 360.00 360.00
33.98 33.98 33.98 33.98 20.13
40.00 40.00 -40.00 26.78
Nee Nee Nee Nee Nee
P11 1 2 3 4
Laden heftruck Deur sort Deur excl sort Ventilator 1 Ventilator 1
1.50 2.70 2.70 2.70 2.70
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
360.00 360.00 360.00 360.00 360.00
11.14 6.02 -0.00 0.00
--0.00 0.00 0.00
Nee Ja Ja Ja Ja
5 6 7 8 9
Ventilator 1 Ventilator 1 Ventilator 1 Luchtinlaat ventilator
2.70 2.70 2.70 1.70 6.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
360.00 360.00 360.00 360.00 360.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 --
Ja Ja Ja Ja Ja
10
Deur sort
2.70
0.00
Relatief
Normale puntbron
0.00
360.00
1.25
--
Ja
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:11:03
Bijlage 1-2 Model: Groep:
Naam P1 P2 P3 P4 P5
Model Lar,LT tijdens RBS Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
GeenDemping Nee Nee Nee Nee Nee
GeenProces Nee Nee Nee Nee Nee
Lw. 31 ------
Lw. 63 58.80 58.80 58.80 58.80 87.00
Lw. 125 74.90 74.90 74.90 74.90 88.10
Lw. 250 77.40 77.40 77.40 77.40 90.60
Lw. 500 79.80 79.80 79.80 79.80 97.00
Lw. 1k 82.00 82.00 82.00 82.00 101.20
Lw. 2k 81.20 81.20 81.20 81.20 100.30
Lw. 4k 74.00 74.00 74.00 74.00 96.20
Lw. 8k 65.90 65.90 65.90 65.90 88.10
D 31 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
P6 P7 P8 P9 P10
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
------
87.00 87.00 87.00 87.00 77.00
88.10 88.10 88.10 88.10 78.10
90.60 90.60 90.60 90.60 80.60
97.00 97.00 97.00 97.00 87.00
101.20 101.20 101.20 101.20 91.20
100.30 100.30 100.30 100.30 90.30
96.20 96.20 96.20 96.20 86.20
88.10 88.10 88.10 88.10 78.10
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
P11 1 2 3 4
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
------
35.10 48.60 44.10 23.30 23.30
60.70 63.70 56.20 48.40 48.40
74.20 73.90 65.30 46.70 46.70
82.10 75.60 60.80 53.60 53.60
87.70 75.20 60.20 56.10 56.10
87.50 73.50 53.90 55.70 55.70
81.20 71.00 48.90 46.50 46.50
67.00 61.50 37.70 37.20 37.20
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
5 6 7 8 9
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
------
23.30 23.30 23.30 38.50 45.30
48.40 48.40 48.40 53.90 52.80
46.70 46.70 46.70 56.40 48.20
53.60 53.60 53.60 63.30 53.40
56.10 56.10 56.10 63.10 56.30
55.70 55.70 55.70 58.00 58.40
46.50 46.50 46.50 52.90 57.30
37.20 37.20 37.20 43.30 43.80
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
10
Nee
Nee
--
42.60
57.70
67.90
69.60
69.20
67.50
65.00
55.50
0.00
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:11:03
Bijlage 1-2 Model: Groep:
Model Lar,LT tijdens RBS Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam P1 P2 P3 P4 P5
D 63 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 125 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 250 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 500 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 1k 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 2k 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 4k 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 8k 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Lw. Totaal 87.00 87.00 87.00 87.00 105.57
Lwr Totaal 87.00 87.00 87.00 87.00 105.57
P6 P7 P8 P9 P10
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
105.57 105.57 105.57 105.57 95.57
105.57 105.57 105.57 105.57 95.57
P11 1 2 3 4
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
91.70 81.23 68.07 60.70 60.70
91.70 81.23 68.07 60.70 60.70
5 6 7 8 9
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
60.70 60.70 60.70 67.57 63.40
60.70 60.70 60.70 67.57 63.40
10
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
75.23
75.23
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:11:03
Bijlage 1-3 Model: Groep:
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam P1 P2 P3 P4 P5
Omschr. Personenwagens Personenwagens Personenwagens Personenwagens Tractor
Hoogte 1.00 1.00 1.00 1.00 1.50
Maaiveld 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
Type puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
Richt. 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Hoek 360.00 360.00 360.00 360.00 360.00
Cb(D) 22.52 22.52 22.52 22.52 33.98
Cb(N) ------
GeenRefl. Nee Nee Nee Nee Nee
P6 P7 P8 P9 P10
Tractor Tractor Tractor Tractor Tractor stationair
1.50 1.50 1.50 1.50 1.50
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
360.00 360.00 360.00 360.00 360.00
33.98 33.98 33.98 33.98 20.13
------
Nee Nee Nee Nee Nee
P11 1 2 3 4
Laden heftruck Deur sort Deur excl sort Ventilator 1 Ventilator 1
1.50 2.70 2.70 2.70 2.70
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
360.00 360.00 360.00 360.00 360.00
11.14 6.02 -0.00 0.00
--0.00 0.00 0.00
Nee Ja Ja Ja Ja
5 6 7 8 9
Ventilator 1 Ventilator 1 Ventilator 1 Luchtinlaat ventilator
2.70 2.70 2.70 1.70 6.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Normale Normale Normale Normale Normale
puntbron puntbron puntbron puntbron puntbron
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
360.00 360.00 360.00 360.00 360.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 --
Ja Ja Ja Ja Ja
10
Deur sort
2.70
0.00
Relatief
Normale puntbron
0.00
360.00
1.25
--
Ja
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:11:22
Bijlage 1-3 Model: Groep:
Naam P1 P2 P3 P4 P5
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
GeenDemping Nee Nee Nee Nee Nee
GeenProces Nee Nee Nee Nee Nee
Lw. 31 ------
Lw. 63 58.80 58.80 58.80 58.80 87.00
Lw. 125 74.90 74.90 74.90 74.90 88.10
Lw. 250 77.40 77.40 77.40 77.40 90.60
Lw. 500 79.80 79.80 79.80 79.80 97.00
Lw. 1k 82.00 82.00 82.00 82.00 101.20
Lw. 2k 81.20 81.20 81.20 81.20 100.30
Lw. 4k 74.00 74.00 74.00 74.00 96.20
Lw. 8k 65.90 65.90 65.90 65.90 88.10
D 31 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
P6 P7 P8 P9 P10
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
------
87.00 87.00 87.00 87.00 77.00
88.10 88.10 88.10 88.10 78.10
90.60 90.60 90.60 90.60 80.60
97.00 97.00 97.00 97.00 87.00
101.20 101.20 101.20 101.20 91.20
100.30 100.30 100.30 100.30 90.30
96.20 96.20 96.20 96.20 86.20
88.10 88.10 88.10 88.10 78.10
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
P11 1 2 3 4
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
------
35.10 48.60 44.10 23.30 23.30
60.70 63.70 56.20 48.40 48.40
74.20 73.90 65.30 46.70 46.70
82.10 75.60 60.80 53.60 53.60
87.70 75.20 60.20 56.10 56.10
87.50 73.50 53.90 55.70 55.70
81.20 71.00 48.90 46.50 46.50
67.00 61.50 37.70 37.20 37.20
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
5 6 7 8 9
Nee Nee Nee Nee Nee
Nee Nee Nee Nee Nee
------
23.30 23.30 23.30 38.50 45.30
48.40 48.40 48.40 53.90 52.80
46.70 46.70 46.70 56.40 48.20
53.60 53.60 53.60 63.30 53.40
56.10 56.10 56.10 63.10 56.30
55.70 55.70 55.70 58.00 58.40
46.50 46.50 46.50 52.90 57.30
37.20 37.20 37.20 43.30 43.80
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
10
Nee
Nee
--
42.60
57.70
67.90
69.60
69.20
67.50
65.00
55.50
0.00
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:11:22
Bijlage 1-3 Model: Groep:
Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm Versie 1, April 2011 - Dorpsstraat 6 Moerkapelle (hoofdgroep) Lijst van Puntbronnen, voor rekenmethode Industrielawaai - IL
Naam P1 P2 P3 P4 P5
D 63 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 125 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 250 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 500 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 1k 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 2k 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 4k 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
D 8k 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Lw. Totaal 87.00 87.00 87.00 87.00 105.57
Lwr Totaal 87.00 87.00 87.00 87.00 105.57
P6 P7 P8 P9 P10
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
105.57 105.57 105.57 105.57 95.57
105.57 105.57 105.57 105.57 95.57
P11 1 2 3 4
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
91.70 81.23 68.07 60.70 60.70
91.70 81.23 68.07 60.70 60.70
5 6 7 8 9
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
60.70 60.70 60.70 67.57 63.40
60.70 60.70 60.70 67.57 63.40
10
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
0.00
75.23
75.23
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:11:22
Bijlage 2-1 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Naam Toetspunt B1_A B2_A B3_A B4_A N1_A
Omschrijving Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Dorpsstraat 10 Bestaand punt uit vergunning Punten bij nieuwbouw
N2_A N3_A N4_A N5_A N6_A
Punten Punten Punten Punten Punten
N7_A N8_A
Hoogte 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00
Dag 32.7 31.5 46.1 44.2 36.0
Avond 33.4 32.1 42.7 41.4 36.6
Nacht 28.8 25.9 36.6 35.6 33.6
Etmaal 38.8 37.1 47.7 46.4 43.6
Li 61.0 59.2 76.1 72.5 61.7
nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw supermarkt zijde vd Spek
2.00 2.00 2.00 5.00 5.00
36.8 30.7 28.6 25.8 43.7
37.6 32.7 30.4 27.1 40.3
35.4 26.1 20.7 19.1 34.7
45.4 37.7 35.4 32.1 45.3
59.9 56.8 56.1 55.3 73.1
Punten bij supermarkt zijde vd Spek Punten bij supermarkt zijde vd Spek
5.00 5.00
41.9 39.9
38.5 36.7
32.1 30.1
43.5 41.7
71.5 69.2
bij bij bij bij bij
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:11:44
Bijlage 3-1 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Naam Toetspunt B1_A B2_A B3_A B4_A N1_A
Omschrijving Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Dorpsstraat 10 Bestaand punt uit vergunning Punten bij nieuwbouw
N2_A N3_A N4_A N5_A N6_A
Punten Punten Punten Punten Punten
N7_A N8_A
Hoogte 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00
Dag 32.7 31.5 46.1 44.2 36.0
Avond 32.2 31.2 40.7 39.5 35.9
Nacht 27.9 24.9 34.7 33.8 33.4
Etmaal 37.9 36.2 46.1 44.5 43.4
Li 61.0 59.2 76.1 72.5 61.7
nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw supermarkt zijde vd Spek
2.00 2.00 2.00 5.00 5.00
36.8 30.7 28.6 25.8 43.7
37.3 32.2 29.3 25.0 38.3
35.3 25.6 16.9 15.0 32.9
45.3 37.2 34.3 30.0 43.7
59.9 56.8 56.1 55.3 73.1
Punten bij supermarkt zijde vd Spek Punten bij supermarkt zijde vd Spek
5.00 5.00
41.9 39.9
36.3 34.4
29.7 27.2
41.9 39.9
71.5 69.2
bij bij bij bij bij
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:06
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften B1_A - Bestaand punt uit vergunning (hoofdgroep) Nee
Naam Bron/Groep B1_A P11 8 P6 1 P7
Omschrijving Bestaand punt uit vergunning Laden heftruck Luchtinlaat Tractor Deur sort Tractor
P10 10 P8 P9 P1
Hoogte 5.00 1.50 1.70 1.50 2.70 1.50
Dag 32.7 26.9 26.5 23.9 21.9 20.1
Avond 32.2 30.2 26.5 ----
Nacht 27.9 -26.5 ----
Etmaal 37.9 35.2 36.5 23.9 21.9 20.1
Li 61.0 38.0 26.5 57.8 27.9 54.1
Tractor stationair Deur sort Tractor Tractor Personenwagens
1.50 2.70 1.50 1.50 1.00
19.9 19.3 17.5 16.8 16.6
-19.3 ----
------
19.9 24.3 17.5 16.8 16.6
40.1 20.5 51.4 50.7 39.1
P5 P2 9 P3 P4
Tractor Personenwagens ventilator Personenwagens Personenwagens
1.50 1.00 6.00 1.00 1.00
15.6 12.9 11.6 10.4 9.3
--10.4 ---
------
15.6 12.9 15.4 10.4 9.3
49.6 35.4 11.6 33.0 31.8
3 4 5 6 7
Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator
2.70 2.70 2.70 2.70 2.70
2.3 1.6 0.3 0.1 0.0
2.3 1.6 0.3 0.1 0.0
2.3 1.6 0.3 0.1 0.0
12.3 11.6 10.3 10.1 10.0
2.3 1.6 0.3 0.1 0.0
2
Deur excl sort
2.70
--
16.1
22.1
32.1
22.1
1 1 1 1 1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften B2_A - Bestaand punt uit vergunning (hoofdgroep) Nee
Naam Bron/Groep B2_A P11 8 1 10 P9
Omschrijving Bestaand punt uit vergunning Laden heftruck Luchtinlaat Deur sort Deur sort Tractor
P10 P8 P7 P5 P6
Hoogte 5.00 1.50 1.70 2.70 2.70 1.50
Dag 31.5 26.3 24.0 22.0 20.1 19.4
Avond 31.2 29.7 24.0 -20.1 --
Nacht 24.9 -24.0 ----
Etmaal 36.2 34.7 34.0 22.0 25.1 19.4
Li 59.2 37.4 24.0 28.0 21.4 53.4
Tractor stationair Tractor Tractor Tractor Tractor
1.50 1.50 1.50 1.50 1.50
19.4 18.5 17.6 17.3 17.1
------
------
19.4 18.5 17.6 17.3 17.1
39.5 52.5 51.6 51.3 51.1
P2 P4 P3 P1 9
Personenwagens Personenwagens Personenwagens Personenwagens ventilator
1.00 1.00 1.00 1.00 6.00
12.4 12.3 12.0 11.0 10.6
----9.4
------
12.4 12.3 12.0 11.0 14.4
34.9 34.8 34.5 33.5 10.6
3 4 5 6 7
Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator
2.70 2.70 2.70 2.70 2.70
4.6 1.5 -0.6 -1.2 -1.6
4.6 1.5 -0.6 -1.2 -1.6
4.6 1.5 -0.6 -1.2 -1.6
14.6 11.5 9.4 8.8 8.4
4.6 1.5 -0.6 -1.2 -1.6
2
Deur excl sort
2.70
--
11.4
17.5
27.5
17.5
1 1 1 1 1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften B3_A - Bestaand punt uit vergunning Dorpsstraat 10 (hoofdgroep) Nee
Naam Bron/Groep B3_A 1 P8 10 P7 P3
Omschrijving Bestaand punt uit vergunning Dorpsstraat 10 Deur sort Tractor Deur sort Tractor Personenwagens
P1 P2 P11 P6 9
Hoogte 5.00 2.70 1.50 2.70 1.50 1.00
Dag 46.1 40.1 39.7 38.9 37.0 32.4
Avond 40.7 --38.9 ---
Nacht 34.7 ------
Etmaal 46.1 40.1 39.7 43.9 37.0 32.4
Li 76.1 46.1 73.7 40.1 70.9 54.9
Personenwagens Personenwagens Laden heftruck Tractor ventilator
1.00 1.00 1.50 1.50 6.00
31.6 30.0 30.0 29.7 28.3
--33.4 -27.1
------
31.6 30.0 38.4 29.7 32.1
54.1 52.5 41.2 63.7 28.3
P9 3 4 5 P10
Tractor Ventilator 1 Ventilator 1 Ventilator 1 Tractor stationair
1.50 2.70 2.70 2.70 1.50
27.4 24.7 23.5 22.3 21.5
-24.7 23.5 22.3 --
-24.7 23.5 22.3 --
27.4 34.7 33.5 32.3 21.5
61.4 24.7 23.5 22.3 41.7
6 P4 7 P5 8
Ventilator 1 Personenwagens Ventilator 1 Tractor Luchtinlaat
2.70 1.00 2.70 1.50 1.70
20.9 20.4 20.0 17.4 15.2
20.9 -20.0 -15.2
20.9 -20.0 -15.2
30.9 20.4 30.0 17.4 25.2
20.9 43.0 20.0 51.4 15.2
2
Deur excl sort
2.70
--
27.0
33.0
43.0
33.0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften B4_A - Bestaand punt uit vergunning (hoofdgroep) Nee
Naam Bron/Groep B4_A 1 10 P7 P8 P1
Omschrijving Bestaand punt uit vergunning Deur sort Deur sort Tractor Tractor Personenwagens
P6 9 P2 P11 P3
Hoogte 5.00 2.70 2.70 1.50 1.50 1.00
Dag 44.2 39.5 38.3 36.0 33.3 29.7
Avond 39.5 -38.3 ----
Nacht 33.8 ------
Etmaal 44.5 39.5 43.3 36.0 33.3 29.7
Li 72.5 45.5 39.5 70.0 67.3 52.2
Tractor ventilator Personenwagens Laden heftruck Personenwagens
1.50 6.00 1.00 1.50 1.00
28.1 27.6 27.6 25.0 23.7
-26.4 -28.4 --
------
28.1 31.4 27.6 33.4 23.7
62.1 27.6 50.1 36.2 46.2
5 3 6 4 P9
Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator Tractor
2.70 2.70 2.70 2.70 1.50
22.3 22.2 21.4 21.2 20.7
22.3 22.2 21.4 21.2 --
22.3 22.2 21.4 21.2 --
32.3 32.2 31.4 31.2 20.7
22.3 22.2 21.4 21.2 54.7
7 P4 P10 P5 8
Ventilator 1 Personenwagens Tractor stationair Tractor Luchtinlaat
2.70 1.00 1.50 1.50 1.70
20.6 19.5 18.6 16.2 15.4
20.6 ---15.4
20.6 ---15.4
30.6 19.5 18.6 16.2 25.4
20.6 42.1 38.7 50.1 15.4
2
Deur excl sort
2.70
--
26.2
32.2
42.2
32.2
1 1 1 1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep N1_A 8 P11 P6 1 10
Omschrijving Punten bij nieuwbouw Luchtinlaat Laden heftruck Tractor Deur sort Deur sort
P7 P10 P1 P8 P9
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften N1_A - Punten bij nieuwbouw (hoofdgroep) Nee
Hoogte 5.00 1.70 1.50 1.50 2.70 2.70
Dag 36.0 33.0 29.0 26.1 24.5 22.1
Avond 35.9 33.0 32.3 --22.1
Nacht 33.4 33.0 -----
Etmaal 43.4 43.0 37.3 26.1 24.5 27.1
Li 61.7 33.0 40.1 60.1 30.5 23.3
Tractor Tractor stationair Personenwagens Tractor Tractor
1.50 1.50 1.00 1.50 1.50
19.0 17.3 15.6 15.2 15.2
------
------
19.0 17.3 15.6 15.2 15.2
53.0 37.4 38.1 49.2 49.2
P5 P2 P4 9 P3
Tractor Personenwagens Personenwagens ventilator Personenwagens
1.50 1.00 1.00 6.00 1.00
13.0 10.6 8.1 7.9 7.5
---6.7 --
------
13.0 10.6 8.1 11.7 7.5
47.0 33.1 30.6 7.9 30.0
7 6 4 3 5
Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator
2.70 2.70 2.70 2.70 2.70
4.0 3.0 2.6 2.5 1.7
4.0 3.0 2.6 2.5 1.7
4.0 3.0 2.6 2.5 1.7
14.0 13.0 12.6 12.5 11.7
4.0 3.0 2.6 2.5 1.7
2
Deur excl sort
2.70
--
15.7
21.7
31.7
21.7
1 1 1 1 1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep N2_A 8 P11 P6 P10 P5
Omschrijving Punten bij nieuwbouw Luchtinlaat Laden heftruck Tractor Tractor stationair Tractor
P7 1 P8 10 P9
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften N2_A - Punten bij nieuwbouw (hoofdgroep) Nee
Hoogte 2.00 1.70 1.50 1.50 1.50 1.50
Dag 36.8 35.3 29.6 22.4 19.6 18.3
Avond 37.3 35.3 33.0 ----
Nacht 35.3 35.3 -----
Etmaal 45.3 45.3 38.0 22.4 19.6 18.3
Li 59.9 35.3 40.8 56.4 39.7 52.3
Tractor Deur sort Tractor Deur sort Tractor
1.50 2.70 1.50 2.70 1.50
17.6 17.0 15.0 14.5 13.7
---14.5 --
------
17.6 17.0 15.0 19.5 13.7
51.6 23.0 50.0 15.7 49.6
P1 P2 P4 P3 9
Personenwagens Personenwagens Personenwagens Personenwagens ventilator
1.00 1.00 1.00 1.00 6.00
10.2 8.6 6.3 5.4 2.8
----1.6
------
10.2 8.6 6.3 5.4 6.6
33.8 31.9 31.1 29.6 2.8
7 3 4 5 6
Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator
2.70 2.70 2.70 2.70 2.70
-2.8 -4.5 -4.9 -5.2 -7.6
-2.8 -4.5 -4.9 -5.2 -7.6
-2.8 -4.5 -4.9 -5.2 -7.6
7.2 5.5 5.1 4.8 2.4
-2.8 -4.5 -4.9 -5.2 -7.6
2
Deur excl sort
2.70
--
9.7
15.7
25.7
15.7
1 1 1 1 1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep N3_A P11 8 P6 P5 P7
Omschrijving Punten bij nieuwbouw Laden heftruck Luchtinlaat Tractor Tractor Tractor
P10 P9 P8 1 P1
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften N3_A - Punten bij nieuwbouw (hoofdgroep) Nee
Hoogte 2.00 1.50 1.70 1.50 1.50 1.50
Dag 30.7 27.8 25.5 19.0 17.1 15.1
Avond 32.2 31.1 25.5 ----
Nacht 25.6 -25.5 ----
Etmaal 37.2 36.1 35.5 19.0 17.1 15.1
Li 56.8 38.9 25.5 53.0 51.1 49.3
Tractor stationair Tractor Tractor Deur sort Personenwagens
1.50 1.50 1.50 2.70 1.00
11.9 9.0 8.5 7.7 5.7
------
------
11.9 9.0 8.5 7.7 5.7
32.0 45.0 43.7 13.7 29.3
10 P2 P3 P4 9
Deur sort Personenwagens Personenwagens Personenwagens ventilator
2.70 1.00 1.00 1.00 6.00
5.4 5.0 0.4 -2.7 -3.6
5.4 ----4.8
------
10.4 5.0 0.4 -2.7 0.2
6.6 28.5 24.7 22.2 -3.6
7 6 5 4 3
Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator
2.70 2.70 2.70 2.70 2.70
-4.9 -10.5 -11.5 -11.8 -11.9
-4.9 -10.5 -11.5 -11.8 -11.9
-4.9 -10.5 -11.5 -11.8 -11.9
5.1 -0.5 -1.5 -1.8 -1.9
-4.9 -10.5 -11.5 -11.8 -11.9
2
Deur excl sort
2.70
--
1.1
7.1
17.1
7.1
1 1 1 1 1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep N4_A P11 P10 P5 P6 8
Omschrijving Punten bij nieuwbouw Laden heftruck Tractor stationair Tractor Tractor Luchtinlaat
P7 1 10 P8 P9
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften N4_A - Punten bij nieuwbouw (hoofdgroep) Nee
Hoogte 2.00 1.50 1.50 1.50 1.50 1.70
Dag 28.6 25.6 21.5 19.1 16.5 16.0
Avond 29.3 29.0 ---16.0
Nacht 16.9 ----16.0
Etmaal 34.3 34.0 21.5 19.1 16.5 26.0
Li 56.1 36.8 41.6 53.1 50.5 16.0
Tractor Deur sort Deur sort Tractor Tractor
1.50 2.70 2.70 1.50 1.50
11.8 9.9 7.7 5.7 4.9
--7.7 ---
------
11.8 9.9 12.7 5.7 4.9
46.4 16.0 8.9 41.2 41.1
P1 P2 9 P3 7
Personenwagens Personenwagens ventilator Personenwagens Ventilator 1
1.00 1.00 6.00 1.00 2.70
4.4 1.8 0.0 -2.7 -2.8
---1.2 --2.8
-----2.8
4.4 1.8 3.8 -2.7 7.2
28.4 25.7 0.0 21.9 -2.8
P4 6 5 4 3
Personenwagens Ventilator 1 Ventilator 1 Ventilator 1 Ventilator 1
1.00 2.70 2.70 2.70 2.70
-3.4 -8.4 -9.8 -10.5 -10.9
--8.4 -9.8 -10.5 -10.9
--8.4 -9.8 -10.5 -10.9
-3.4 1.6 0.2 -0.5 -0.9
21.7 -8.4 -9.8 -10.5 -10.7
2
Deur excl sort
2.70
--
3.1
9.2
19.2
9.2
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie: Naam Bron/Groep N5_A P11 P5 P10 P6 8
Omschrijving Punten bij nieuwbouw Laden heftruck Tractor Tractor stationair Tractor Luchtinlaat
P7 1 P9 P8 10
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften N5_A - Punten bij nieuwbouw (hoofdgroep) Nee
Hoogte 5.00 1.50 1.50 1.50 1.50 1.70
Dag 25.8 21.1 19.2 19.0 14.7 14.0
Avond 25.0 24.5 ---14.0
Nacht 15.0 ----14.0
Etmaal 30.0 29.5 19.2 19.0 14.7 24.0
Li 55.3 32.3 53.2 39.1 48.7 14.0
Tractor Deur sort Tractor Tractor Deur sort
1.50 2.70 1.50 1.50 2.70
10.6 6.8 6.5 5.7 4.6
----4.6
------
10.6 6.8 6.5 5.7 9.6
44.6 12.8 40.5 39.7 5.8
7 P1 P4 P3 P2
Ventilator 1 Personenwagens Personenwagens Personenwagens Personenwagens
2.70 1.00 1.00 1.00 1.00
2.3 1.6 -1.9 -3.3 -3.9
2.3 -----
2.3 -----
12.3 1.6 -1.9 -3.3 -3.9
2.3 24.1 21.0 19.2 18.6
9 6 4 3 5
ventilator Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator
6.00 2.70 2.70 2.70 2.70
-4.2 -6.6 -7.2 -7.7 -9.2
-5.4 -6.6 -7.2 -7.7 -9.2
--6.6 -7.2 -7.7 -9.2
-0.4 3.4 2.8 2.3 0.8
-4.2 -6.6 -7.2 -7.7 -9.2
2
Deur excl sort
2.70
--
-0.1
5.9
15.9
5.9
1 1 1 1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften N6_A - Punten bij supermarkt zijde vd Spek (hoofdgroep) Nee
Naam Bron/Groep N6_A 1 10 P8 P7 P1
Omschrijving Punten bij supermarkt zijde vd Spek Deur sort Deur sort Tractor Tractor Personenwagens
P3 P2 9 3 4
Hoogte 5.00 2.70 2.70 1.50 1.50 1.00
Dag 43.7 38.2 37.0 36.0 35.8 29.4
Avond 38.3 -37.0 ----
Nacht 32.9 ------
Etmaal 43.7 38.2 42.0 36.0 35.8 29.4
Li 73.1 44.2 38.3 70.0 69.8 52.0
Personenwagens Personenwagens ventilator Ventilator 1 Ventilator 1
1.00 1.00 6.00 2.70 2.70
28.8 28.5 26.7 24.4 23.0
--25.4 24.4 23.0
---24.4 23.0
28.8 28.5 30.4 34.4 33.0
51.4 51.0 26.7 24.4 23.0
P11 5 6 P6 P10
Laden heftruck Ventilator 1 Ventilator 1 Tractor Tractor stationair
1.50 2.70 2.70 1.50 1.50
21.6 19.2 17.9 17.8 17.3
24.9 19.2 17.9 ---
-19.2 17.9 ---
29.9 29.2 27.9 17.8 17.3
32.7 19.2 17.9 51.8 37.4
P9 8 7 P5 P4
Tractor Luchtinlaat Ventilator 1 Tractor Personenwagens
1.50 1.70 2.70 1.50 1.00
17.1 16.9 16.7 14.4 11.6
-16.9 16.7 ---
-16.9 16.7 ---
17.1 26.9 26.7 14.4 11.6
51.1 16.9 16.7 48.4 34.2
2
Deur excl sort
2.70
--
25.0
31.0
41.0
31.0
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften N7_A - Punten bij supermarkt zijde vd Spek (hoofdgroep) Nee
Naam Bron/Groep N7_A 1 10 P7 P8 P1
Omschrijving Punten bij supermarkt zijde vd Spek Deur sort Deur sort Tractor Tractor Personenwagens
P3 P2 9 8 P11
Hoogte 5.00 2.70 2.70 1.50 1.50 1.00
Dag 41.9 36.7 35.5 34.3 34.3 26.8
Avond 36.3 -35.5 ----
Nacht 29.7 ------
Etmaal 41.9 36.7 40.5 34.3 34.3 26.8
Li 71.5 42.7 36.7 68.3 68.3 49.4
Personenwagens Personenwagens ventilator Luchtinlaat Laden heftruck
1.00 1.00 6.00 1.70 1.50
26.7 26.6 25.2 17.9 17.0
--23.9 17.9 20.3
---17.9 --
26.7 26.6 28.9 27.9 25.3
49.2 49.2 25.2 17.9 28.1
P10 P6 3 P5 4
Tractor stationair Tractor Ventilator 1 Tractor Ventilator 1
1.50 1.50 2.70 1.50 2.70
16.8 15.6 15.0 14.1 13.5
--15.0 -13.5
--15.0 -13.5
16.8 15.6 25.0 14.1 23.5
36.9 49.6 15.0 48.1 13.5
5 P9 6 7 P4
Ventilator 1 Tractor Ventilator 1 Ventilator 1 Personenwagens
2.70 1.50 2.70 2.70 1.00
12.0 11.2 11.0 10.0 3.6
12.0 -11.0 10.0 --
12.0 -11.0 10.0 --
22.0 11.2 21.0 20.0 3.6
12.0 45.2 11.0 10.0 26.1
2
Deur excl sort
2.70
--
22.9
28.9
38.9
28.9
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 3-2 Rapport: Model: LAeq bij Bron/Groep voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften N8_A - Punten bij supermarkt zijde vd Spek (hoofdgroep) Nee
Naam Bron/Groep N8_A 1 10 P7 P8 P1
Omschrijving Punten bij supermarkt zijde vd Spek Deur sort Deur sort Tractor Tractor Personenwagens
P2 P3 9 P10 P11
Hoogte 5.00 2.70 2.70 1.50 1.50 1.00
Dag 39.9 34.8 33.6 32.7 31.4 24.4
Avond 34.4 -33.6 ----
Nacht 27.2 ------
Etmaal 39.9 34.8 38.6 32.7 31.4 24.4
Li 69.2 40.8 34.8 66.6 65.4 46.9
Personenwagens Personenwagens ventilator Tractor stationair Laden heftruck
1.00 1.00 6.00 1.50 1.50
24.4 23.5 23.5 16.6 16.3
--22.3 -19.7
------
24.4 23.5 27.3 16.6 24.7
46.9 46.0 23.5 36.7 27.5
8 P5 P6 3 4
Luchtinlaat Tractor Tractor Ventilator 1 Ventilator 1
1.70 1.50 1.50 2.70 2.70
16.1 14.2 13.9 11.2 10.2
16.1 --11.2 10.2
16.1 --11.2 10.2
26.1 14.2 13.9 21.2 20.2
16.1 48.2 47.9 11.2 10.2
P9 5 6 7 P4
Tractor Ventilator 1 Ventilator 1 Ventilator 1 Personenwagens
1.50 2.70 2.70 2.70 1.00
9.3 8.1 6.0 4.5 1.4
-8.1 6.0 4.5 --
-8.1 6.0 4.5 --
9.3 18.1 16.0 14.5 1.4
43.3 8.1 6.0 4.5 23.9
2
Deur excl sort
2.70
--
20.5
26.5
36.5
26.5
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:25
Bijlage 4-1 Rapport: Model: Groep:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften LAmax totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep)
Naam Toetspunt B1_A B2_A B3_A B4_A N1_A
Omschrijving Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Dorpsstraat 10 Bestaand punt uit vergunning Punten bij nieuwbouw
N2_A N3_A N4_A N5_A N6_A
Punten Punten Punten Punten Punten
N7_A N8_A
Hoogte 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00
Dag 57.8 53.4 73.7 70.0 60.1
Avond 38.0 37.4 41.2 39.5 40.1
Nacht 26.5 24.0 33.0 32.2 33.0
nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw supermarkt zijde vd Spek
2.00 2.00 2.00 5.00 5.00
56.4 53.0 53.1 53.2 70.0
40.8 38.9 36.8 32.3 38.3
35.3 25.5 16.0 14.0 31.0
Punten bij supermarkt zijde vd Spek Punten bij supermarkt zijde vd Spek
5.00 5.00
68.3 66.6
36.7 34.8
28.9 26.5
bij bij bij bij bij
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:12:56
Bijlage 5-1 Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Naam Toetspunt B1_A B2_A B3_A B4_A N1_A
Omschrijving Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Dorpsstraat 10 Bestaand punt uit vergunning Punten bij nieuwbouw
N2_A N3_A N4_A N5_A N6_A
Punten Punten Punten Punten Punten
N7_A N8_A
Hoogte 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00
Dag 32.7 31.8 46.6 44.2 36.0
Avond 32.2 31.3 41.3 39.7 35.9
Nacht 27.9 25.1 35.1 34.2 33.4
Etmaal 37.9 36.3 46.6 44.7 43.4
Li 61.0 59.4 76.3 72.5 61.7
nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw supermarkt zijde vd Spek
2.00 2.00 2.00 5.00 5.00
36.8 30.7 28.6 25.8 34.4
37.3 32.2 29.3 25.0 30.3
35.3 25.6 16.9 15.0 26.3
45.3 37.2 34.3 30.0 36.3
59.9 56.8 56.1 55.3 62.9
Punten bij supermarkt zijde vd Spek Punten bij supermarkt zijde vd Spek
5.00 5.00
33.9 32.5
29.7 28.6
24.5 22.9
34.7 33.6
62.3 60.1
bij bij bij bij bij
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:13:45
Bijlage 5-2 Rapport: Model: Groep:
Resultatentabel Model Lar,LT tijdens RBS met maatwerkvoorschriften en scherm LAmax totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep)
Naam Toetspunt B1_A B2_A B3_A B4_A N1_A
Omschrijving Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Bestaand punt uit vergunning Dorpsstraat 10 Bestaand punt uit vergunning Punten bij nieuwbouw
N2_A N3_A N4_A N5_A N6_A
Punten Punten Punten Punten Punten
N7_A N8_A
Hoogte 5.00 5.00 5.00 5.00 5.00
Dag 57.8 53.4 73.7 70.0 60.1
Avond 38.0 37.4 41.2 39.5 40.1
Nacht 26.5 24.0 33.6 32.2 33.0
nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw nieuwbouw supermarkt zijde vd Spek
2.00 2.00 2.00 5.00 5.00
56.4 53.0 53.1 53.2 59.8
40.8 38.9 36.8 32.3 29.1
35.3 25.5 16.0 14.0 23.6
Punten bij supermarkt zijde vd Spek Punten bij supermarkt zijde vd Spek
5.00 5.00
59.2 56.7
28.2 27.5
22.5 21.6
bij bij bij bij bij
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.81
7-4-2011 11:14:00
Bijlage 6-1
Bijlage 6-2
Bijlage 7-1
WET MILIEUBEHEER besluit NADERE EISEN BESLUIT LANDBOUW MILIEUBEHEER
Nummer besluit
:
02291.07
Gegevens inrichting Naam inrichting Adres Postcode en plaats Aard van de inrichting
: : : :
Maatschap Van der Spek-Palsgraaf Dorpsstraat 6 2751 AZ Moerkapelle Akkerbouwbedrijf
Bijlage 7-2
INLEIDING Op 27 mei 2004 is een aanvraag om een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer ingekomen van Maatschap Van der Spek-Palsgraaf voor het oprichten en in werking hebben van een akkerbouwbedrijf aan de Dorpsstraat 6 te Moerkapelle, kadastraal bekend gemeente Moerkapelle, sectie B, nummers 1469 en 1470. Bij de aanvraag is een akoestisch rapport van Peutz b.v. (kenmerk F 15855) gevoegd. De inrichting valt onder Bijlage 1, categorie 8, lid 1, sub a en categorie 9, lid 1, sub f van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Op 10 mei 2005 is een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer verleend. Bij uitspraak op 28 december 2005 is door de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de vergunning vernietigd. Uit de uitspraak bleek dat het akoestisch rapport op een aantal punten te weinig informatie verschafte. Een aanvullend akoestisch rapport van Peutz b.v. (kenmerk F 15855-5) is op 30 juni 2006 ingediend. Op 6 december 2006 is het Besluit landbouw milieubeheer (hierna: het Besluit) in werking getreden. De inrichting valt onder de werkingssfeer van dit Besluit. Dit betekent dat de inrichting niet meer vergunningplichtig is in het kader van de Wet milieubeheer. Op grond van artikel 9 van het Besluit is de vergunningaanvraag met het akoestisch rapport en de aanvulling hierop behandeld als een melding. Op basis van het akoestisch rapport worden voor de inrichting nadere eisen conform artikel 6 en voorschrift 4.1.1 van het Besluit gesteld. PROCEDURE Voor de voorbereiding van het besluit is de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Het ontwerpbesluit heeft, gelet op artikel 3:11 lid 1 en 4 van de Algemene wet bestuursrecht, van 18 oktober tot en met 29 november 2007 ter inzage gelegen. OVERWEGINGEN De inrichting is gelegen aan de Dorpsstraat 6 te Moerkapelle, midden in het dorp, in de omgeving van woningen en winkels. De inrichting verkoopt eieren, uien, aardappelen en andere landbouwproducten aan particulieren. Daarnaast worden er uien en aardappelen gedroogd en opgeslagen. Tevens worden er kippen en schapen gehouden. De maatschap is een reeds lang bestaande inrichting. Bij de melding zijn de volgende twee rapporten ingediend: het akoestisch rapport “Geluid in de omgeving van de boerderij van de familie Van der Spek te Moerkapelle” met rapportnummer F 15855 d.d. 24 mei 2004 van Peutz b.v.; het aanvullend akoestisch rapport met kenmerk F 15855-5 d.d. 30 juni 2006 van Peutz b.v. De bedrijfsactiviteiten van de inrichting worden beschreven in beide rapporten. Bedrijfssituatie Het akoestisch rapport met rapportnummer F 15855 d.d. 24 mei 2004 geeft een omschrijving van de representatieve bedrijfssituatie (RBS). Er wordt van uitgegaan dat de sorteermachine en de ventilatoren gedurende de RBS in gebruik zijn. Het aangevulde akoestisch rapport met kenmerk F 15855-5 d.d. 30 juni 2006 geeft een omschrijving van de inzet van de tractor tijdens de akkerbewerking. De akkerbewerking vindt gedurende drie maanden verdeeld over het hele jaar plaats. Uit de omschrijving blijkt dat onderscheid gemaakt kan worden tussen: de representatieve bedrijfssituatie (RBS); de incidentele bedrijfssituatie (IBS).
Nadere eisen: Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, 2008
pagina 1
Bijlage 7-3
Tijdens de representatieve bedrijfssituatie zijn er gedurende de dag-, avond- en nachtperiode respectievelijk 7, 2 en 1 tractorbewegingen. De incidentele bedrijfssituatie vindt maximaal drie etmalen per jaar plaats. Tijdens deze bedrijfssituatie wordt de totale oogst van respectievelijk bieten, uien en aardappelen binnen gebracht. Het aantal tractorbewegingen bedraagt in deze situatie maximaal 71 bewegingen in de dagperiode, 47 bewegingen in de avondperiode en 12 bewegingen in de nachtperiode. Ventilatoren Uit het aanvullende akoestisch rapport blijkt dat de inrichting voorzieningen treft aan de vijf ventilatoren ter plaatse van de zuidgevel van de aardappelbewaarloods en de ventilator ter plaatse van de oostgevel. De bronvermogens van de ventilatoren worden gereduceerd met 10 tot 12 dB. Uit de akoestische rapporten blijkt dat de grenswaarde van 45 dB(A) etmaalwaarde (45 dB(A) gedurende de dagperiode, 40 dB(A) gedurende de avondperiode en 35 dB(A) gedurende de nachtperiode) uit het Besluit met maximaal 2 dB overschreden wordt. De overschrijdingen treden op ter plaatse van de woning aan de Dorpsstraat 10 en de woningen aan de Kerkstraat 6a t/m 6e. Ter plaatse van de Dorpsstraat 10 wordt de grenswaarde overschreden met maximaal 1 dB gedurende de dagperiode, 2 dB gedurende de avondperiode en 1 dB gedurende de nachtperiode. Ter plaatse van de woningen aan de Kerkstraat 6a t/m 6e wordt de grenswaarde gedurende de avondperiode overschreden met 1 dB. De overschrijdingen worden met name veroorzaakt door de (gedeeltelijke) geopende deur van de aardappelbewaarloods. Vanwege het drogen van de aardappelen, is het niet mogelijk deze deur gesloten te houden. Wel wordt de deur niet verder geopend dan strikt noodzakelijk. Gezien de geringe overschrijding en het feit dat de inrichting reeds diverse voorzieningen heeft getroffen, worden de eerdergenoemde overschrijdingen tijdens de dag-, avond- en nachtperiode toelaatbaar geacht. Daarom is besloten om op grond van artikel 6, lid 1, sub a van het Besluit landbouw milieubeheer nadere eisen op te leggen waarin de bovengenoemde overschrijdingen worden toegestaan. Tractoren Ten gevolge van het rijden van tractoren treden ter plaatse van de gevel van woningen van derden gedurende de dag-, avond- en nachtperiode maximale geluidsniveaus (LAmax) op van ten hoogste 75 dB(A). Conform voorschrift 1.1.3.b. van het Besluit zijn de grenswaarden voor de piekniveaus tussen 06.00 uur en 19.00 uur niet van toepassing op het laden en lossen, alsmede op het in- en uitrijden van landbouwtractoren of motorrijtuigen met een beperkte snelheid. De grenswaarde voor de avond- en nachtperiode uit voorschrift 1.1.3 van het Besluit worden met respectievelijk 10 dB en 15 dB overschreden. Uit het aanvullende akoestisch rapport blijkt dat geen reële voorzieningen mogelijk zijn om de maximale geluidsniveaus ten gevolge van het rijden met de tractor te reduceren. Conform het Besluit is het mogelijk om hogere of lagere waarden vast te stellen dan de waarden uit voorschrift 1.1.3. De inrichtinghouder heeft aangegeven dat door de weersomstandigheden het gewasonderhoud (spuiten met gewasbeschermingsmiddelen) hoofdzakelijk op het eind van de middag en in de avondperiode plaats moet vinden. De nachtelijke bewegingen uit Tabel 1 van het akoestisch rapport, welke geen betrekking hebben op het oogsten, vinden plaats na 06.00 uur. Besloten is om voor de incidentele bedrijfssituatie (maximaal drie etmalen per jaar) het aan- en afrijden van tractoren gedurende de avond- en nachtperiode toe te staan. Deze drie etmalen komen overeen met Tabel 1 van het akoestisch rapport F 15855-5. Reden hiervoor is dat deze bedrijfssituatie noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van de inrichting, het aantal dagen dat deze bedrijfssituatie plaatsvindt beperkt is en dat geen reële voorzieningen mogelijk zijn om het geluidniveau te reduceren. Met betrekking tot het aantal opgegeven bewegingen (uit Tabel 1 van het akoestisch rapport) in de avondperiode (tussen 19.00 uur en 22.00 uur) is besloten om slechts 27 van de 67 etmalen per jaar deze bewegingen toe te staan. Redenen om niet alle bewegingen toe te staan zijn: het akoestisch rapport toont niet aan dat ten aanzien van de piekniveau’s binnen de woning van derden voldaan kan worden aan het binnenniveau van 50 dB(A) gedurende de avondperiode en 45 dB(A) gedurende de nachtperiode; de overschrijdingen van de grenswaarden zijn te fors.
Nadere eisen: Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, 2008
pagina 2
Bijlage 7-4
Daarnaast wordt opgemerkt dat de bovengenoemde overschrijdingen eveneens conform de systematiek van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening niet zijn toe te staan. De Raad van State heeft na vernietiging van de vergunning in zijn uitspraak gesteld dat onvoldoende is onderbouwd, waarom is afgeweken van de Handreiking met betrekking tot de maximale geluidsniveaus in de avond- en nachtperiode. De gegeven motivaties zijn onvoldoende om alle opgegeven bewegingen toe te staan. ZIENSWIJZEN Naar aanleiding van het ontwerp van de beschikking zijn op 27 november 2007 zienswijzen ingebracht door J. van de Nadort, Kerkstraat 8, 2751 EC Moerkapelle. De zienswijzen zijn binnen de daarvoor bestemde termijn ingediend. De zienswijzen worden hieronder weergegeven met daarbij – in cursief onze reactie. Op 28 maart 2007 is een eerste ontwerpbesluit ter inzage gelegd. Wegens een procedurefout is een tweede ontwerpbesluit ter inzage gelegd op 17 oktober 2007. Van de Nadort merkt op dat het ontwerpbesluit van 17 oktober 2007 afwijkt van het ontwerpbesluit van 28 maart 2007 en wel in de vorm van het opleggen van veel gunstiger nadere eisen aan de heer Van der Spek. De wijziging van de nadere eis is ongunstiger voor de geluidsbelasting van de omgeving. Dit is merkwaardig aangezien de gemeente op basis van dezelfde akoestische rapporten en dezelfde uitspraak van de Raad van State in twee ontwerpbesluiten tot verschillende nadere eisen komt. Van de Nadort is van mening dat hij er van uit mocht gaan dat bij het tweede ontwerpbesluit alleen de procedurefout hersteld zou worden en niet een ander besluit genomen zou worden. Bij het opleggen van een nadere eis wordt de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Deze procedure bestaat uit het bekendmaken van een ontwerpbeschikking. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking kunnen zienswijzen worden ingediend, waarna de definitieve beschikking wordt genomen. De functie van een ontwerpbeschikking is om iedereen de mogelijkheid te geven om opmerkingen te maken over de ontwerpbeschikking en om eventuele fouten te herstellen. Naar aanleiding van opmerkingen van derden en mogelijk nieuwe inzichten bij het bevoegd gezag wordt een heroverweging gemaakt. Bij de nadere eis voor Van der Spek was inderdaad sprake van een procedurele fout. Daarnaast is bij heroverweging gebleken dat de eerste versie van de nadere eis te streng bleek voor het bedrijf. In de ontwerpbeschikking die nu aan de orde is (de versie van 17 oktober) worden nog steeds eisen aan het bedrijf gesteld om met name de piekniveaus in de avond- en nachtperiode in te perken. Voor de bedrijfsvoering is het noodzakelijk dat toch af en toe in de avond- en nachtperiode wordt gereden. Wij hebben besloten dit toe te staan, echter wel in beperkte mate. Aangezien de beschikking na heroverweging anders luidt dan de eerste versie van de ontwerpbeschikking, hebben wij besloten om nogmaals een ontwerpbeschikking te publiceren. Hierdoor heeft iedereen nogmaals de mogelijkheid om te reageren op de ontwerpbeschikking. Wij onderschrijven de stelling dat, na een ontwerpbeschikking alleen procedurefouten mogen worden hersteld, niet. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking kan een volledige herover-weging plaatsvinden. In dit geval heeft dit geleid tot een aanpassing van de eerste ontwerpbe-schikking, waardoor Van der Spek iets meer mogelijkheden krijgt om zijn (reeds lang bestaan-de) bedrijf voort te kunnen zetten. In beide ontwerpbesluiten wordt de woning van Van de Nadort niet genoemd wanneer het gaat over overschrijdingen van de maximale geluidniveaus. De woningen aan de Kerkstraat 6a t/m 6e worden wel genoemd. De woningen 6a en 6b liggen aan de voorkant van het gebouw (aan de Kerkstraat) en kunnen nooit meer last hebben van het geluid dan (de woning van) de heer Van de Nadort. In voorschrift 1.1 van de nadere eis zijn ruimere normen opgenomen ten aanzien van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau bij de woningen Dorpsstraat 10 en Kerkstraat 6a t/m 6e dan in het Besluit landbouw milieubeheer zijn opgenomen. De reden dat deze woningen zijn genomen, is dat dit de meest maatgevende woningen zijn. Bij de andere woningen, waaronder de woning van Van de Nadort gelden de normen uit het Besluit landbouwbouw milieubeheer en deze zijn dus strenger dan in de normen in de nadere eis voor de woningen Dorpsstraat 10 en Kerkstraat 6a t/m 6e. In de nadere eis is verder opgenomen dat de piekniveaus veroorzaakt door de tractor de normen uit het Besluit landbouw milieubeheer overschrijden. Deze overschrijding geldt bij alle woningen, vandaar dat voor dit onderdeel geen nadere specificatie van woningen is opgenomen.
Nadere eisen: Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, 2008
pagina 3
Bijlage 7-5
CONCLUSIE De ingediende zienswijzen hebben niet geleid tot aanpassing van de beschikking. Wel hebben wij ten opzichte van de ontwerpbeschikking een wijziging doorgevoerd in voorschrift 1.1. De normen zoals opgenomen in tabel 1 gelden voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties.
BESLUIT Het college van burgemeester en wethouders van Zevenhuizen-Moerkapelle concludeert dat de nadelige gevolgen voor het milieu, als bedoeld in artikel 8.8 van de Wet milieubeheer, kunnen worden voorkomen c.q. in voldoende mate beperkt door het stellen van het bij dit besluit behorende nadere eisen en onder de condities zoals vermeld in dit besluit. Op grond hiervan besluit het college van burgemeester en wethouders van Zevenhuizen-Moerkapelle, gelet op de Wet milieubeheer, het Besluit landbouw milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht: aan Maatschap Van der Spek-Palsgraaf nadere eisen op te leggen; de voorschriften op te leggen, zoals vermeld in de bijlage. Gouda, 4 februari 2008 Burgemeester en wethouders van Zevenhuizen-Moerkapelle, bij mandaatbesluit van oktober 2007, namens dezen, de directeur van de Milieudienst Midden-Holland,
mevr. drs. A.D. Ruwhof
Verzonden op: Een exemplaar van dit besluit is gezonden aan: a.
Maatschap Van der Spek-Palsgraaf Dorpsstraat 6 2751 AZ Moerkapelle
b.
J. van de Nadort Kerkstraat 8 2751 EC Moerkapelle
Nadere eisen: Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, 2008
pagina 4
Bijlage 7-6
WET MILIEUBEHEER VOORSCHRIFTEN NADERE EISEN BESLUIT LANDBOUW MILIEUBEHEER
Nummer Besluit
:
02291.07
Gegevens inrichting Naam inrichting Adres Postcode en plaats Aard van de inrichting
: : : :
Maatschap Van der Spek-Palsgraaf Dorpsstraat 6 2751 AZ Moerkapelle Akkerbouwbedrijf
Nadere eisen: Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, 2008
Bijlage 7-7
BEGRIPPENLIJST BESLUIT Het Besluit landbouw milieubeheer van 13 juli 2006. GELUIDSNIVEAU IN dB(A) Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de NEN 10651 en de door de Internationale Electrotechnische Commissie (IEC) ter zake opgestelde regels, zoals neergelegd in de IEC-publicatie no. 651, uitgave 1979. LANGTIJDGEMIDDELD BEOORDELINGSNIVEAU (LAr,LT) Het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de afzonderlijke geluidsbijdragen tijdens de verschillende bedrijfstoestanden van de inrichting, alsmede het karakter van het geluid (impulsachtig, tonaal, muziek) en variaties van het immissieniveau als gevolg van verschillende weersomstandigheden (meteocorrectie), vastgesteld overeenkomstig de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai, 1999". MAXIMAAL GELUIDSNIVEAU (LAmax) Maximaal geluidsniveau, gemeten in de meterstand "F" of "fast". MILIEUDIENST MIDDEN-HOLLAND Postbus 45 2800 AA Gouda Telefax: 0182 - 545748 Telefoon wachtdienst: 0182 - 545747 WONING Een gebouw of deel van een gebouw dat voor bewoning gebruikt wordt of daartoe is bestemd.
Nadere eisen: Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, 2008
pagina 1
Bijlage 7-8
VOORSCHRIFTEN 1.
GELUID
1.1.
Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, mag ter plaatse van het in de onderstaande tabel genoemde beoordelingsposities niet meer bedragen dan: Omschrijving Woning Dorpsstraat 10 Woning Kerkstraat 6a t/m 6e
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT) in dB(A) 06.00 –19.00 19.00-22.00 22.00-06.00 46 42 36 45 41 35
1.2.
Tussen 22.00 uur en 06.00 uur is het rijden van een tractor op het terrein van de inrichting niet toegestaan.
1.3.
Het gestelde met betrekking tot het maximale geluidsniveau uit voorschrift 1.1.3 van het Besluit is niet van toepassing op het rijden van tractoren tijdens de incidentele bedrijfssituatie. Tijdens de incidentele bedrijfssituatie is tevens voorschrift 1.1. niet van toepassing.
1.4.
De in voorschrift 1.3. genoemde incidentele bedrijfssituatie betreft: het binnen brengen van de oogst van bieten, uien en aardappelen (maximaal drie etmalen per jaar); de avondperiode (van 19.00 uur tot 22.00 uur) van maximaal 27 etmalen per jaar.
1.5.
De vergunninghouder is verplicht in een logboek datum en tijdstip te registreren van de optredende incidentele bedrijfssituaties.
1.6.
De vergunninghouder is verplicht om van te voren te melden aan het bevoegd gezag wanneer (datum en tijdstip) de incidentele bedrijfssituatie (zie voorschrift 1.4.) zal optreden. De melding dient te worden gedaan per fax naar faxnummer 0182 - 545748 van de Milieudienst MiddenHolland of naar de wachtdienstmedewerker (telefoon: 0182 - 545747)
Nadere eisen: Maatschap Van der Spek-Palsgraaf, 2008
pagina 2
Bijlage 8-1
Bijlage 8-2
95
Bijlage 4 Besluit hogere waarden Moerkapelse Zijde hoek Dorpsstraat
Wgh,
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 226.14261.00 Rotterdam / Middelburg
96
Bijlage 5 Nota van beantwoording en wijziging inspraakreacties en vooroverlegreacties
_______________________________________________________________________________________________________________ 226.14261.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
1
Bijlage 4 NOTA VAN BEANTWOORDING EN WIJZIGING INSPRAAKREACTIES EN VOOROVERLEGREACTIES
2
NOTA VAN BEANTWOORDING EN WIJZIGING MOERKAPELLE DORP
INSPRAAKREACTIES EN VOOROVERLEGREACTIES OP VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN MOERKAPELLE DORP GEMEENTE ZUIDPLAS
Zuidplas, 14 april 2011
3
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Overzicht vooroverlegreacties 1.2 Overzicht insprekers 2. NOTA VAN BEANTWOORDING 2.1 Vooroverlegreacties 2.2 Inspraakreacties 3. NOTA VAN WIJZIGING
4
1. INLEIDING In deze Nota van Beantwoording en Wijziging zijn de samenvattingen van de op het voorontwerp bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” ingediende vooroverlegreacties en inspraakreacties opgenomen. Het voorontwerp bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” heeft vanaf 29 oktober 2009 gedurende zes weken ter inzage gelegen voor inspraak. Op maandag 9 november 2009 is een inloopavond gehouden. In deze periode en op deze avond zijn betrokkenen en belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om te reageren op de inhoud van het voorontwerp bestemmingsplan. In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp bestemmingsplan tevens digitaal aan diverse instanties ter kennis gebracht met het verzoek om binnen voornoemde termijn op de inhoud van het voorontwerp te reageren. In de Nota van Beantwoording zijn de overzichten van de ingekomen inspraakreacties opgenomen. Iedere inspreker heeft een nummer gekregen om de reacties te kunnen onderscheiden. In paragraaf 1.1 en 1.2 wordt per reactie verwezen naar het toegekende nummer. In het overzicht is de inhoud van de inspraak- en overlegreactie en de reactie van gemeentewege opgenomen. Per inspreker zijn opgenomen: naam en adres van de inspreker datum van indiening reactie en datum van ontvangst een samenvatting van de reactie (om de reacties te kunnen onderscheiden heeft elke (deel)reactie een letter gekregen) per reactie is de reactie van gemeentewege hierop opgenomen in de conclusie is per reactie aangegeven of de reactie en/of de reactie van gemeentewege leidt tot wijziging van of aanvulling op het bestemmingsplan. Alle vooroverlegreacties alsmede inspraakreacties zijn ontvankelijk verklaard. Hierbij wordt de opmerking gemaakt dat die onderdelen van de ingediende inspraakreacties, die niet expliciet worden genoemd, wel bij de beoordeling zijn betrokken. De inspraakreacties zijn dus in hun geheel beoordeeld. Daar waar de reacties hebben geleid tot wijziging zijn deze ook opgenomen in het laatste deel van deze nota: de Nota van Wijziging. Dit laatste deel is gesplitst in de onderdelen: plantoelichting, planregels en plankaart.
5 1.1 Overzicht vooroverlegreacties NAAM VROM – inspectie Zuid – Holland Provincie Zuid – Holland, Directie Ruimte en Mobiliteit Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Gemeente Lansingerland, afdeling Strategische Ontwikkeling
NR. R1 R2 R3 R4
BLZ. 6 6 7 8
1.2 Overzicht insprekers NAAM A.D. Bac
NAMENS
C. Bukman BRS Moerkapelle B.V. A.L. de Bruin P. Cammeraat P. den Dekker De Haij en Van der Wende Advocaten J.W. Klumper en M.P. Klumper-Garretsen Vakgarage Van der Knijff V.O.F. R.C. van der Knijff A.J. Oudijk F.A. Pieters H. Schouten P. de Vrij Moerkapelle BV Zuidplas Advies
J.R. van den Berg en LeBerg Vastgoed B.V.
ADRES Leuvenemseveld 39, Ermelo Schieland 23, Moerkapelle Rottedijk 6, Moerkapelle Oranjestraat 37, Moerkapelle Emmastraat 16, Moerkapelle Willem Alexander Plantsoen 5, Moerkapelle Barbizonlaan 82, Capelle a/d IJssel
NR. R5
BLZ. 9
R6 R7 R8
9 9 10
R9
10
Raadhuisstraat 69, Moerkapelle Bredeweg 31, Moerkapelle
R12 12
Zuidplasstraat 2a, Moerkapelle Oranjestraat 79, Moerkapelle Oranjestraat 41, Moerkapelle Julianastraat 21, Moerkapelle Ambachtstraat 9, Moerkapelle 1ste Tochtweg 28a, Nieuwerkerk a/d IJssel
R14 13
R10 11 R11 11
R13 12
R15 14 R16 15 R17 15 R18 16 R19 17
6 2.
NOTA VAN BEANTWOORDING
2.1 Vooroverlegreacties Nr. R1
Nr. Naam Gem. I09.000 VROM677 inspectie
Adres
Nr. Naam Gem. I09.000 Provincie 685 ZuidHolland
Adres
Datum Indiening 7 december 2009
Datum binnenkomst gem. 9 december 2009
Postbus 29036 3001 GA Rotterdam VERKORTE WEERGAVE REACTIE Aangegeven wordt dat er kennis is genomen van het voorontwerp bestemmingsplan en dat er geen opmerkingen zijn over dit voorontwerp. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE Wordt voor kennisgeving aangenomen. CONCLUSIE Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr. R2
Datum Indiening 7 december 2009
Datum binnenkomst gem. 9 december 2009
Postbus 90602 2509 LP Den Haag VERKORTE WEERGAVE REACTIE Aangegeven wordt dat er kennis is genomen van het voorontwerp bestemmingsplan en dat het plan aanleiding geeft tot de volgende reactie. 1. Externe veiligheid Opgemerkt wordt dat nabij het plangebied zich een aardgasleiding bevindt. Gelet op de voorgenomen ontwikkelingen dient een verantwoording groepsrisico te worden opgesteld volgens de CHAMP-methodiek. 2. Water Opgemerkt wordt dat het plan aangaande de nieuwe ontwikkelingen rekening dient te houden met de 10% brutocompensatieregel aan wateroppervlak. Nog onvoldoende blijkt dat de wijzigingsgebieden hier – na toepassing – aan moeten voldoen. 3. Overgangsrecht toepassing artikel 19, lid 2 WRO Opgemerkt wordt dat, gelet op het overgangsrecht, verzoeken om vrijstelling ex artikel 19 WRO die bij de gemeente zijn ingediend voor 1 juli 2008, nog gebruik kunnen maken van de mogelijkheden voor toepassing van artikel 19, lid 2 WRO zoals GS die bij hun besluit van 9 oktober 2007 daartoe hebben aangeboden. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. Externe veiligheid De gemeente heeft de regionale Brandweer verzocht een verantwoording Groepsrisico op te stellen. Bij brief van 17 maart 2010 merkt de Regionale Brandweer Hollands-Midden hierover het volgende op. Voor het bestemmingsplan is de invloed van een hoge druk aardgasleiding van belang. Dienaangaande heeft de Gasunie in 2007 een risicoberekening gemaakt. Ten aanzien van het “Plaatsgebonden risico” wordt opgemerkt dat voor de hoge druk aardgasleiding een plaatsgebonden risicocontour geldt van 0 meter. Ten aanzien van het “Groepsrisico” wordt opgemerkt dat uit de berekening van de Gasunie blijkt dat het groepsrisico ver onder de 0,1 x de oriëntatiewaarde ligt. Een gedeelte van de bestaande bebouwing valt binnen het invloedsgebied van de gasleiding. De locaties waar nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden liggen buiten het invloedsgebied van de gasleiding. Ten aanzien van bluswatervoorzieningen wordt opgemerkt dat in de bestaande situatie de bereikbaarheid van bluswatervoorzieningen voldoende is en dat voor de nieuwe
7 ontwikkelingen overleg zal plaatsvinden tussen de brandweer en de gemeente. 2. Water Opgemerkt wordt dat aanvankelijk in het voorontwerp bestemmingsplan zoals het ter inzage heeft gelegen drie wijzigingsbevoegdheden waren opgenomen, die in het ontwerp bestemmingsplan niet meer zullen zijn opgenomen. De wijzigingslocaties voor de Keijzerschool, de Rehobothschool en “Op Moer” zijn uit het plan gehaald en zullen conserverend worden bestemd, zonder wijzigingsbevoegdheid. Ten aanzien van de overige wijzigingsbevoegdheden zal bij eventuele gebruikmaking hiervan gewezen worden op de brutocompensatieregel voor wateroppervlakte. In de toelichting als in de regels zal hier naar verwezen worden. 3. Overgangsrecht toepassing artikel 19, lid 2 WRO De gemeente neemt de reactie voor kennisgeving aan. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr.
Nr. Naam Adres Datum Datum Gem. indiening binnenkomst gem. R3 I09.000 Hoogheemraadschap Postbus 4059, 8 december 9 december 2009 687 van Schieland en de 3006 AB 2009 Krimpenerwaard Rotterdam VERKORTE WEERGAVE REACTIE 1. Opgemerkt wordt dat de bestemming “Waterstaat-Waterkering” niet de juiste afmeting heeft. De beschermingszone van de kering van de Ringvaart reikt verder dan op de plankaart is weergegeven. De zone moet worden aangepast. 2. Opgemerkt wordt dat een deel van het hoofdwatersysteem niet bestemd is als water. Om de belangen van het watersysteem goed te kunnen waarborgen, wordt er naar gestreefd om de hoofdwatergangen te bestemmen als “Water”. De bestemming dienaangaande aanpassen. 3. Opgemerkt wordt dat de persleiding van rioolgemaal Moerkapelle naar Bleiswijk niet bestemd is. Verzocht wordt om de persleiding met een eigen (dubbel)bestemming op de plankaart weer te geven. 4. Opgemerkt wordt dat bestemmingsplanregel 21 “Waterstaat-Waterkering” te vrijblijvend is beschreven. De bestemming “Waterkering” dient de primaire bestemming te zijn. Andere functies kunnen worden toegestaan, mits ze de waterkerende functie niet schaden. Daarnaast wordt verzocht toe te voegen dat vooraf schriftelijk advies gevraagd moet worden aan de waterkeringbeheerder voor bouwactiviteiten die binnen de bestemming “WaterstaatWaterkering” vallen. 5. Opgemerkt wordt dat bestemmingsplanregel 25 moet worden aangevuld met een voorwaarde omtrent het realiseren van extra waterberging indien sprake is van verhardingstoename. 6. Opgemerkt wordt dat in artikel 14 “Water” voorwaarden zijn gesteld voor bouwwerken zoals steigers en vlonders. Aangegeven wordt dat voor dergelijke bouwwerken tevens een keurvergunning dient te worden aangevraagd. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. De op de verbeelding opgenomen bestemming “Waterstaat-Waterkering” zal worden aangepast conform het digitale bestand van het Hoogheemraadschap, d.d. 26 januari 2010. 2. De bestemming “Water” zal op de verbeelding worden aangepast conform het digitale bestand van het Hoogheemraadschap, d.d. 26 januari 2010. 3. De persleiding zal worden bestemd met een eigen (dubbel)bestemming op de verbeelding.
8 4. In de bestemmingsplanregel zal een voorwaarde worden opgenomen waarin verwoord zal worden dat voor activiteiten die worden uitgevoerd binnen de bestemming “Waterstaat-Waterkering” vooraf een schriftelijk advies van de waterkeringbeheerder vereist is. 5. In de toelichting en in de regels zal worden opgenomen dat indien sprake is van verhardingstoename deze verharding gecompenseerd moet worden. 6. In de bestemmingsplanregel zal dusdanig worden aangepast. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 4. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 6. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr.
Nr. Naam Adres Datum Datum binnenkomst Gem. Indiening gem. R4 I09.000 Gemeente Postbus 1, 16 november 19 november 2009 491 Lansingerland 2650 AA Berkel 2009 en Rodenrijs VERKORTE WEERGAVE REACTIE Aangegeven is dat kennis is genomen van het voorontwerp bestemmingsplan en dat er naar aanleiding hiervan geen opmerkingen zijn. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE De gemeente neemt de reactie voor kennisgeving aan. CONCLUSIE Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
9 2.2 Inspraakreacties Nr. R5
Nr. Naam Gem. I09.000 A.D. 390 Bac
Adres
Nr. Naam Gem. C. Bukman
Adres
Datum Indiening 8 november 2009
Datum binnenkomst gem. 8 november 2009
Datum Indiening 9 november 2009
Datum binnenkomst gem. 9 november 2009
Leuvenumseveld 39, 3852 DE Ermelo VERKORTE WEERGAVE REACTIE Aangegeven wordt dat voor het perceel Julianastraat 24 en 24a een lagere milieucategorie is opgenomen. Verzocht wordt om deze milieucategorie aan te passen conform het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle”. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE Overeenkomstig het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” is voor het perceel Julianastraat 24 en 24a milieucategorie 2 opgenomen. Voor de toentertijd aanvullende aanduiding “gr = groothandel” bestaat echter geen noodzaak meer omdat het bedrijf, waarvoor de specifieke aanduiding was opgenomen, reeds geruime tijd niet meer op het perceel gevestigd is. Om deze reden bestaat niet meer de noodzaak om de specifieke subbestemming (gr) op het perceel te handhaven. Het bedrijf dat nu op dit perceel gevestigd is (autoreparatiebedrijf) past binnen de milieucategorie zoals op de verbeelding is opgenomen. Ook om deze reden bestaat er geen noodzaak om voor het perceel voornoemde specifieke bestemming op te nemen. CONCLUSIE Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr. R6
Schieland 23, 2751 DZ Moerkapelle VERKORTE WEERGAVE REACTIE De parkeerdruk rond het Schieland en omgeving is dermate hoog dat de gemeente verzocht is hier meer parkeerplaatsen te realiseren. Dienaangaande is nog geen actie ondernomen en deze parkeerplaatsen zijn ook niet terug te vinden op de verbeelding. Gevraagd wordt wanneer deze parkeerplaatsen er gaan komen en of deze wijziging dan kan worden verwerkt op de verbeelding. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE Ter hoogte van het Westland/Hollevoeterlaan worden extra parkeerplaatsen gerealiseerd. Deze parkeerplaatsen zullen verwerkt worden op de verbeelding door de bestemming “Groen” te wijzigen naar de bestemming “Verkeer – Verblijfsgebied”. CONCLUSIE Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr. R7
Nr. Naam Gem. I09.000 BRS 715 Moerkapelle BV
Adres
Datum indiening 7 december 2009
Datum binnenkomst gem. 9 december 2009
Rottedijk 6, 2751 DJ Moerkapelle VERKORTE WEERGAVE REACTIE Gevraagd wordt om de bestemming van het perceel Industriestraat 11 te Moerkapelle te wijzigen. Op de kaart is de bestemming “Verkeer – Verblijfsgebied” opgenomen, terwijl in het verleden door de gemeente de toezegging is gedaan dat dit perceel de bestemming “Bedrijf” krijgt bij het actualiseren van het bestemmingsplan.
10
REACTIE VAN GEMEENTEWEGE Per brief van 19 juni 2008 is aan de initiatiefnemer medegedeeld dat de gemeente er positief tegenover staat (medewerking zal verlenen) wanneer de bestemming van het perceel Industriestraat 11 te Moerkapelle wijzigt van de bestemming “Verkeer – Verblijfsgebied” naar “Bedrijf”. Per abuis is deze wijziging niet doorgevoerd in het voorontwerp bestemmingsplan. Dit zal in het ontwerp worden hersteld. Qua bebouwingspercentage en bouwhoogte wordt aansluiting gezocht bij de omliggende percelen. CONCLUSIE Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr. R8
Nr. Naam Gem. I09.000 A.L. de 673 Bruin
Adres
Datum indiening 7 december 2009
Datum binnenkomst gem. 8 december 2009
Oranjestraat 37, 2751 BJ Moerkapelle VERKORTE WEERGAVE REACTIE In het voorontwerp bestemmingsplan is een verkeersbestemming gelegd op een strook grond, die loopt van de Oranjestraat naar de sportvelden. Deze bestemming ligt op het perceel Oranjestraat 37 te Moerkapelle. Het was de bedoeling dat op deze strook een voetpad zou worden gerealiseerd om zo een doorgang te maken naar de sportvelden. Inmiddels is deze strook grond deels verkocht aan de eigenaar van het perceel Oranjestraat 37 en deels aan het perceel Oranjestraat 39 te Moerkapelle. Verzocht wordt om de bestemming dienovereenkomstig te wijzigen. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE Kadaster is geraadpleegd omtrent de eigendomssituatie van het perceel, zodat duidelijk is welk deel van de strook bij het perceel Oranjestraat 37 hoort en welk deel bij het perceel Oranjestraat 39. Overeenkomstig deze situatie is de bestemming gewijzigd in de bestemming “Tuin” danwel de bestemming “Wonen”. Met betrekking tot het bestemmen van beide bestemmingen is aansluiting gezocht bij de wijze van bestemmen zoals dit op de verbeelding van het voorontwerp bestemmingsplan is opgenomen. CONCLUSIE Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr. R9
Nr. Naam Gem. I09.000 P. 669 Cammeraat
Adres
Datum Indiening 5 december 2009
Datum binnenkomst gem. 8 december 2009
Emmastraat 16, 2751 BN Moerkapelle VERKORTE WEERGAVE REACTIE Op grond van het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” is het niet toegestaan om op de perceelsgrens te bouwen. De afstand tot deze grens dient in genoemd plan minimaal 3 m te bedragen. Verzocht wordt om aan de zijde van het water toch tot op de perceelsgrens te mogen bouwen. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE In het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” is bepaald dat de afstand van gebouwen tot de zijerfgrens ten minste 3 m dient te bedragen. Vanwege brandveiligheidseisen blijft deze afstand gehandhaafd. CONCLUSIE Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
11 Nr. R10
Nr. Naam Gem. I09.000 P. den 407 Dekker
Adres
Datum indiening 12 november 2009
Datum binnenkomst gem. 13 november 2009
Willem Alexander Plantsoen 5, 2751 BP Moerkapelle VERKORTE WEERGAVE REACTIE 1. Van de inspreker is de vraag gekomen of het mogelijk is om een twee-onder-een-kap ook anders te situeren dan met de voorgevel aan de Oranjestraat. 2. Wat zijn de uitgangspunten voor het realiseren van woningen op genoemde locatie. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. In het bestemmingsplan wordt de mogelijkheid geboden om op de locatie met de bestemming “Wonen-1” vrijstaande woningen te realiseren. De mogelijkheid om op deze locatie twee-ondereen kapwoningen te mogen realiseren zal worden opgenomen. Ten aanzien van de ligging van de voorgevel is een rooilijn opgenomen op de verbeelding. Om redenen van stedenbouwkundige aard is het niet mogelijk om hiervan af te wijken. 2. De uitgangspunten voor het realiseren van woningen aan de Oranjestraat, zijn opgenomen in bestemmingsplanregel 16 (“Wonen-1”). Hier is bijv. in opgenomen dat binnen deze bestemming uitsluitend vrijstaande woningen alsmede twee-onder-een-kap zijn toegestaan, waarvan de voorgevel gelegen moet zijn in de lijn zoals deze op de verbeelding is opgenomen. De diepte van de woning mag ten hoogste 12 m bedragen. Deze uitgangspunten zijn overgenomen uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Wijzigingsplan locatie Oranjestraat”. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr. R11
Nr. Gem.
Naam
Adres
Datum Indiening
Datum binnenkomst gem. 8 december 2009
I09.000 De Haij & van Postbus 84233, 3009 8 december 682 der Wende CE Rotterdam 2009 advocaten VERKORTE WEERGAVE REACTIE 1. Aangegeven wordt dat een deel van het perceel dat in eigendom is van cliënten de bestemming “Bedrijf” heeft. Cliënten kunnen zich met deze bestemming niet verenigen en vragen deze bestemming te wijzigen in “Wonen, met de aanduiding kantoor” of “Wonen (met bebouwingsmogelijkheden)”. 2. Het perceel moet toegankelijk worden gemaakt. Gevraagd wordt de mogelijkheid op te nemen om hier een ontsluiting mogelijk te maken. Deze ontsluiting is eenvoudig te realiseren door beide percelen middels een uitweg te ontsluiten via het parkeerterrein gelegen aan de Julianastraat. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. Het perceel is door initiatiefnemer gekocht met de bedoeling hier een bijgebouw te mogen realiseren. Het realiseren van een bijgebouw op dit deel van het perceel heeft geen gevolgen voor het naastgelegen bedrijf. De afstanden die gehanteerd worden voor het opnemen van een milieuzonering wordt namelijk getrokken vanaf het bouwvlak van de woning tot aan de bestemming bedrijf. Op het moment dat de bestemming gewijzigd wordt van “Bedrijf” naar “Wonen” met een strook “Tuin” zal dit geen negatieve gevolgen hebben voor het aangrenzende perceel. 2. Op 13 november 2009 is een bouwvergunning verleend voor het plaatsen van een hekwerk op het perceel Julianastraat 72 te Moerkapelle. Met het verlenen van deze bouwvergunning is toestemming gegeven om dit hekwerk te realiseren. Het bestemmingsplan is echter niet het instrument om een ontsluiting op deze locatie te regelen. Voorts zou de ontsluiting plaats
12 moeten vinden over gronden die niet in eigendom zijn van cliënten. Voor het realiseren van een ontsluiting voor dit perceel dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr. R12
Nr. Gem.
Naam
Adres
Datum Indiening
Datum binnenkomst gem. 30 november 2009
I09.000 J.W. Klumper Raadhuisstraat 69, 26 591 en 2751 AW Moerkapelle november M.P. 2009 KlumperGarretsen VERKORTE WEERGAVE REACTIE 1. In het voorontwerp bestemmingsplan is ter plaatse van de locaties Rehobothschool, Keijzerschool en Dorpshuis Op Moer een wijzigingsbevoegdheid opgenomen met als doel om bij het dorpshuis één nieuwe brede school te realiseren en op de huidige vrijkomende schoollocaties woningen te bouwen. Afgevraagd wordt of de locatiekeuze voor de brede school zo verstandig is. 2. Afgevraagd wordt of deze locatie eventueel nog een mogelijkheid biedt om in de toekomst uit te breiden wanneer Moerkapelle Oost gerealiseerd wordt. 3. Ten aanzien van de op de verbeelding opgenomen wijzigingsbevoegdheid worden nog een aantal vragen gesteld, betrekking hebbende op de onderbouwing van de bevoegdheid, de verkeerssituatie, positionering van de bebouwing, het aantasten van het open en groene karakter van de omgeving e.d. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. De wijzigingsbevoegdheden voor de locaties Rehobothschool, Keijzerschool en Dorpshuis Op Moer zijn nog onvoldoende uitgekristalliseerd. Dit heeft tot gevolg dat in het ontwerp bestemmingsplan deze drie wijzigingsbevoegdheden niet worden overgenomen. Op het moment dat dit voornemen om de brede school op genoemde locatie te realiseren wel voldoende uitgekristalliseerd is, zal dit worden kortgesloten met de omwonenden. Verwacht wordt echter dat dit niet zal zijn tijdens deze bestemmingsplanprocedure. 2. Vanwege het feit dat voornoemde wijzigingsbevoegdheden niet in het bestemmingsplan worden opgenomen, wordt op dit moment niet nader ingegaan op deze reactie. 3. Op de overige reacties wordt niet nader ingegaan omdat deze wijzigingsbevoegdheid in zijn geheel uit het plan is gehaald. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr.
Nr. Naam Adres Datum Datum binnenkomst Gem. Indiening gem. R13 I09.000 Vakgarage Bredeweg 31, 7 december 10 december 2009 697 Van 2751 GH 2009 der Knijff Moerkapelle V.O.F. VERKORTE WEERGAVE REACTIE 1. Het bedrijf is ingedeeld in een te lage milieucategorie. Graag aanpassen aan de huidige omstandigheden. 2. Bij verbouw/nieuwbouw mogen wij maar 10% groter bouwen dan bestaand. Bij het huidige
13 bestemmingsplan (Dorpsgebied Moerkapelle) geldt op het te bebouwen terrein een oppervlakte van 80%. Graag dit bebouwingspercentage terug opnemen op de verbeelding. 3. De weegbrug is gewijzigd in de bestemming “Verkeer”. Verzocht wordt om de bestemming dienovereenkomstig te bestemmen en niet met de bestemming “Verkeer”. 4. Het mogelijke verlies van de toegankelijkheid van het bedrijf door wijziging van perceel Bredeweg 29b naar bestemming “Verkeer”. De kans is groot dat de in- en uitrit aan de Zuidplasstraat komt te vervallen. Dit is onacceptabel. Gevraagd wordt deze wijziging ongedaan te maken. Goede toegankelijkheid van het bedrijf is van groot belang. 5. Bij een ontwikkeling van de Zuidplasstraat naar een gedeeltelijk woonvriendelijke omgeving, wordt gevreesd dat inspreker gehinderd zal gaan worden in zijn bedrijfsvoering door eventuele omwonenden (hinder t.a.v. de bedrijvigheid, geluidsoverlast en dergelijke). REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. In het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” heeft onderhavig perceel de bestemming “Bedrijfsdoeleinden” met de nadere aanduiding “bs” (benzineservicestation). Deze bestemming zal in dit bestemmingsplan worden overgenomen en aangepast. 2. De bebouwingsrechten zoals deze zijn opgenomen in het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” worden overgenomen in dit bestemmingsplan. Ten aanzien van de bebouwing heeft dit tot gevolg dat voor het perceel eveneens een bebouwingspercentage is opgenomen van 80%, overeenkomstig het geldende bestemmingsplan. Daarnaast wordt in dit bestemmingsplan de mogelijkheid geboden om met een afwijking nog eens 15% meer te mogen bouwen. 3. De weegbrug heeft in het geldende bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” de bestemming “Bedrijf”. De bestemming zal dienovereenkomstig worden aangepast. 4. Niet geheel duidelijk is waar deze reactie op doelt. Indien deze reactie betrekking heeft op hetgeen wordt genoemd onder 3, dan kan worden opgemerkt dat de bestemming van de weegbrug zal worden aangepast. 5. De bedrijven die aan de zijde van de Zuidplasstraat gevestigd zijn, vallen binnen de milieucategorie 2. Bedrijven die daar nu gevestigd zijn en waarvoor geldt dat deze nu in een hogere milieucategorie vallen zullen een specifieke aanduiding krijgen. De woningen met kleinschalige bedrijfsactiviteiten tot een maximale milieucategorie 2 zullen zich mogen vestigen achter de bedrijven gelegen aan de Zuidplasstraat. Hoe dichter een bedrijf gevestigd is bij een woning, hoe lager de milieucategorie. In uw situatie zal er echter niets wijzigen. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 4. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr.
Nr. Naam Adres Datum Datum Gem. Indiening binnenkomst gem. R14 I09.000 R.C. van Zuidplasstraat 2a, 7 december 10 december 2009 698 der 2751 GN 2009 Knijff Moerkapelle KORTE WEERGAVE REACTIE 1. Het huis van inspreker alsmede de naastgelegen woning staan op de verbeelding vermeldt met een goothoogte van 4 m. Dit terwijl de omliggende bebouwing een goothoogte heeft van 8 m en de overige omliggende woningen een goothoogte van 6 m. Graag dienaangaande aanpassen. 2. De afstand van de woning van inspreker tot de straat is te klein ingetekend. Graag aanpassen. 3. Bezwaar wordt gemaakt tegen de wijziging van de bestemming van de weegbrug. Graag
14 aanpassen overeenkomstig de huidige situatie. 4. Gevreesd wordt dat de in- en uitritten aan de Zuidplasstraat komen te vervallen. Dit is voor de inspreker onacceptabel. 5. Bij een ontwikkeling van de Zuidplasstraat naar een gedeeltelijke omgeving wordt gevreesd dat inspreker gehinderd zal gaan worden in zijn bedrijfsvoering door eventuele omwonenden, dit met betrekking tot bedrijvigheid, geluidsoverlast en dergelijke. Gevraagd wordt om de afstand van de nieuw te bouwen woningen tot de bedrijven te vergroten. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. Het is juist dat de omliggende bedrijfsbebouwing hoger is dan de goothoogte van 4 m van de woning van inspreker. In het huidige bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” is deze goothoogte ook hoger dan de goothoogte van de omliggende woningen. Deze systematiek zal in dit bestemmingsplan ook gehanteerd worden. Dit betekent dat de goothoogte van de woning van inspreker verhoogd zal worden naar 6 m, overeenkomstig het huidige bestemmingsplan en overeenkomstig de bebouwing van de omliggende woningen op het bedrijventerrein. 2. Het bouwvlak van de woning is overeenkomstig de werkelijke situatie. 3. De weegbrug heeft in het geldende bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” de bestemming “Bedrijf”. De bestemming zal dienovereenkomstig worden aangepast. 4. Niet geheel duidelijk is waar deze reactie op doelt. Indien deze reactie betrekking heeft op hetgeen wordt genoemd onder 3, dan kan worden opgemerkt dat de bestemming van de weegbrug zal worden aangepast. 5. De bedrijven die aan de zijde van de Zuidplasstraat gevestigd zijn, vallen binnen de milieucategorie 2. Bedrijven die daar nu gevestigd zijn en waarvoor geldt dat deze nu in een hogere milieucategorie vallen zullen een specifieke aanduiding krijgen. De woningen met kleinschalige bedrijfsactiviteiten tot een maximale milieucategorie 2 zullen zich mogen vestigen achter de bedrijven gelegen aan de Zuidplasstraat. Hoe dichter een bedrijf gevestigd is bij een woning, hoe lager de milieucategorie. In uw situatie zal er echter niets wijzigen. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 4. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr. R15
Nr. Naam Gem. I09.000 A.J. 708 Oudijk
Adres
Datum Indiening 7 december 2009
Datum binnenkomst gem. 10 december 2009
Oranjestraat 79, 2751 BJ Moerkapelle KORTE WEERGAVE REACTIE 1. Verzocht wordt om de grondruil tussen de gemeente en de indiener van de reactie mee te nemen in het bestemmingsplan. 2. Verzocht wordt om de bestemming van de geruilde grond te wijzigen in “Wonen”. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. De grondruil zoals deze met de indiener van de reactie is afgesproken, zal ook zo verwerkt worden in het bestemmingsplan. 2. De grondruil heeft tot gevolg dat de achterliggende gronden, die nu in eigendom zijn van de indiener van de reactie, de bestemming “Wonen 1” zullen krijgen. De gronden die nu in eigendom zijn van de gemeente zullen de bestemming “Groen” krijgen. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
15
Nr. R16
Nr. Naam Gem. I09.000 Familie 622 F.A. PietersCals
Adres
Nr. Naam Gem. I09.000 H. 416 Schouten
Adres
Datum Indiening 2 december 2009
Datum binnenkomst gem. 3 december 2009
Datum indiening 12 november 2009
Datum binnenkomst gem. 13 november 2009
Oranjestraat 41, 2751 BJ Moerkapelle KORTE WEERGAVE REACTIE Verzocht wordt om aanpassing van het bestemmingsplan van het perceel gelegen naast Oranjestraat 41 te Moerkapelle. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE In het bestemmingsplan zal de juiste bestemming worden opgenomen. Gevolg is dat het voorste deel de bestemming “Tuin” zal krijgen en het achterste deel de bestemming “Wonen”. Tevens is over het gedeelte met de bestemming “Wonen” een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het in de toekomst mogelijk te maken om hier een woning te realiseren. Dat is nu niet mogelijk omdat op grond van het bestemmingsplan slechts hoofdgebouwen gerealiseerd mogen worden binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak. CONCLUSIE Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr. R17
Julianastraat 21, 2751 GB Moerkapelle KORTE WEERGAVE REACTIE 1. In het bestemmingsplan Dorpsgebied Moerkapelle is nu de mogelijkheid opgenomen om eventueel een tweede woning te realiseren. Door het opnemen van bouwvlakken en de bepaling dat per perceel slechts één woning mogelijk is, wordt deze mogelijkheid weggenomen. Het verzoek is om deze mogelijkheid, het realiseren van een tweede woning, voor het perceel van inspreker op te nemen. 2. Inspreker maakt zich zorgen over de “driehoek” tegenover het perceel Julianastraat 21. In het bestemmingsplan is deze “driehoek” bestemd als “Verkeer-Verblijfsgebied”. De bouwregels die bij deze bestemming zijn opgenomen zouden volgens de inspreker kunnen leiden tot de vreemdste taferelen. Inspreker verzoekt om deze “driehoek” te bestemmen overeenkomstig het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle”. 3. Inspreker vindt de milieuzonering zeer vreemd op de kaart opgenomen. Daarnaast vindt hij dat er rekening moet worden gehouden met de aangrenzende woonbebouwing. Bewoners van deze woningen ondervinden hinder van de bedrijven en een hogere milieucategorie wordt als ongewenst ervaren. 4. Aangrenzend aan de percelen Julianastraat 72 en 74 is een strook grond opgenomen met de bestemming “Bedrijf”. Inspreker vreest voor ongewenste ontwikkelingen en verzoekt deze strook grond te bestemmen overeenkomstig het geldende bestemmingsplan. 5. Inspreker vreest dat de percelen Julianastraat 72 en 74 de „driehoek‟ zullen gaan gebruiken als toegang naar hun perceel. Het toegangshek naar het perceel is reeds gerealiseerd. Inspreker is tevens van mening dat een hoogte van een dergelijk hek dat volgens de regels maximaal 3 m hoog mag worden, onacceptabel. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. Op grond van het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” is het nooit de bedoeling geweest om op een perceel twee woningen mogelijk te maken, tenzij sprake is van bestaande rechten waarbij op een perceel reeds twee woningen aanwezig zijn. Daarvan is in onderhavige situatie geen sprake. Vervolgens is in overweging genomen of het mogelijk is om aan het verzoek tegemoet te komen door in het bestemmingsplan deze mogelijkheid op te nemen. Uitgangspunt hierbij is dat de breedte van het bouwperceel minimaal 15,5 meter breed moet
16 zijn. Deze breedtemaat is afkomstig uit het beleid dat is opgesteld omtrent het bouwen van woningen aan de Oranjestraat. In casu heeft het betreffende perceel deze breedte niet, waardoor ook in dit bestemmingsplan geen directe bouwmogelijkheid kan worden opgenomen om op genoemd perceel een tweede woning mogelijk te maken. 2. In het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” heeft bedoelde „driehoek‟ de bestemming „Verkeersdoeleinden‟. Onderhavig bestemmingsplan sluit bij deze bestemming aan door voor deze „driehoek‟ de bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied” op te nemen. Vreemde taferelen verwacht de gemeente niet, omdat betreffende grond in eigendom van de gemeente is. 3. De milieuzonering zoals deze op de verbeelding is opgenomen, is conform de huidige wetgeving. Dit wil echter niet zeggen dat gevestigde bedrijven op deze manier hun bedrijfsactiviteiten niet meer naar behoren kunnen uitvoeren. Voor de huidige bedrijven heeft deze milieuzonering geen gevolgen. Dit zou anders kunnen worden wanneer een nieuw bedrijf zich op een perceel zou willen vestigen waar een lagere milieucategorie voor is opgenomen. 4. De aangrenzende strook grond zal in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming “Wonen” zonder bouwvlak krijgen. Op deze manier zal het voor de eigenaar mogelijk worden om hier een bijgebouw te mogen realiseren. Voor het aangrenzende bedrijf zal deze bestemmingswijziging geen nadelige gevolgen hebben omdat de afstand van het bedrijf tot de woning wordt gemeten vanaf de bestemmingsgrens tot aan de gevel van de hoofdbebouwing/woning. 5. De „driehoek‟ is in eigendom van de gemeente. Er hoeft dus niet gevreesd te worden voor bouwhekken geplaatst door derden, waarvan eerder sprake is geweest. Deze bouwhekken stonden immers op gronden van de gemeente. Indien een dergelijke situatie zich nogmaals voor zou mogen doen, zal de gemeente hiertegen handhavend optreden. Het hek waar naar gerefereerd wordt is overigens met een bouwvergunning gerealiseerd. Verwacht wordt dat eigenaar de „driehoek‟ niet zal gebruiken voor oprijlaan naar het perceel, omdat het perceel elders reeds ontsloten wordt. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 4. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 5. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr.
Nr. Gem.
Naam
R18
I09.000 P. de Vrij 588 Moerkapelle B.V.
Adres
Datum Indiening
Datum binnenkomst gem. 30 november 2009
Ambachtstraat 9, 25 november 2750 AA 2009 Moerkapelle KORTE WEERGAVE REACTIE 1. De percelen Zuidplasstraat 10-12 en Bredeweg 33 achter zijn in eigendom van De Vrij Moerkapelle Vastgoed B.V. Op de verbeelding is voor een gedeelte van deze percelen de bedrijfscategorie verlaagd. Daar is de inspreker/eigenaar het niet mee eens omdat hij in de toekomst niet wil worden belemmerd in zijn bedrijfsvoering. 2. Verzocht wordt om het perceel tussen Bredeweg 35 en Ambachtstraat 9 van bedrijfscategorie 2 naar categorie 3 te veranderen. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. Bij het opleggen van de milieucategorie is uitgegaan van de wettelijke vereisten zoals deze nu gelden voor het categoriseren van bedrijven op een bedrijventerrein, alwaar woningen gevestigd zijn. Dit wil echter niet zeggen dat de bedrijven die op deze locatie gevestigd zijn in hun bedrijfsvoering mogen worden belemmerd. Dit betekent concreet dat het bedrijf zo kan blijven functioneren zoals het dat altijd al gedaan heeft. Er verandert dus niets. Op de
17 verbeelding heeft het bedrijf een specifieke aanduiding gekregen zodat dit geen nadelige gevolgen zal hebben voor de huidige en toekomstige bedrijfsvoering van de huidige eigenaar. Wanneer het voornemen bestaat om het perceel te verkopen zal een toekomstige koper, dat dezelfde bedrijfsactiviteiten uitvoert zoals nu ter plaatse uitgevoerd worden, geen hinder ondervinden van de opgelegde milieucategorieën. Op het moment dat er een nieuw bedrijf met afwijkende bedrijfsactiviteiten dan het huidige zich wil vestigen op het perceel, zal deze wel aan de aangegeven milieucategorieën moeten voldoen, tenzij bij een hogere milieucategorie aangetoond kan worden dat met het treffen van voldoende maatregelen, geen nadelige gevolgen voor de omliggende percelen optreden en er dus voldaan wordt aan de eisen die gesteld worden voor die lagere milieucategorie. 2. Op grond van de uitleg zoals dit gegeven is onder 1. van deze reactie is het niet mogelijk om de milieucategorie te verhogen. Wel kan overleg met de milieudienst gekeken worden of het bedrijf voldoende maatregelen kan treffen om een bedrijf ter plaatse te vestigen dat voldoet aan alle eisen om een hogere milieucategorie mogelijk te maken. Het bestemmingsplan biedt dan een mogelijkheid om met een afwijking van het bestemmingsplan, hieraan eventueel medewerking te verlenen. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nr.
Nr. Naam Gem. I09.000 Zuidplas 696 advies
Adres
Datum indiening 9 december 2009
Datum binnenkomst gem. 10 december 2009
1e Tochtweg 28a, 2913 LP Nieuwerkerk aan den IJssel KORTE WEERGAVE REACTIE 1. Triforium Beleggingen B.V. is eigenaar van de kadastrale percelen Moerkapelle B 1279, B 672 en B 841 aan de Oranjestraat 38 te Moerkapelle. In het voorontwerpbestemmingsplan is de bestemming van dit perceel gewijzigd ten opzichte van de situatie zoals deze is opgenomen in het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle. Eigenaar verzoekt de bestemming en de wijzigingsbevoegdheid, zoals deze in het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” waren opgenomen ook weer op te nemen in het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp”. 2. Een ander punt dat opviel in het voorontwerpbestemmingsplan is de aangegeven goothoogte. Ook in het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” was voor dit perceel een goothoogte opgenomen van 6 m. De werkelijke situatie is echter anders. Verzocht wordt om de goothoogte op te nemen van de situatie zoals deze nu is. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. In het voorontwerpbestemmingsplan is per abuis de wijzigingsbevoegdheid niet opgenomen op de kaart. Het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” zal de bestemming alsmede de wijzigingsbevoegdheid zoals deze was opgenomen in het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” overnemen. 2. Bij de hoogte van de goot is aangesloten bij de omliggende bebouwing. Het is mogelijk om met een afwijking deze goot met 15% te verhogen. CONCLUSIE 1. Deze reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. R19
18 3.
NOTA VAN WIJZIGING
Opeenvolgend de uit de Nota van Beantwoording voorkomende wijzigingen in het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp”. De wijzigingen zijn geordend naar wijziging op de toelichting, de regels en de verbeelding en ambtshalve wijziging. 3.1 Plantoelichting 3.1.1. Naar aanleiding van reacties R2 De reactie van de brandweer betreffende de verantwoording van het groepsrisico zal worden verwerkt in de milieuparagraaf (toelichting). R2 In hoofdstuk 4 zal een aanvulling worden gemaakt omtrent de brutocompensatieregel voor wateroppervlakte. R3 In het hoofdstuk Water zal een stukje tekst worden opgenomen omtrent het realiseren van extra waterberging indien sprake is van verhardingstoename. R12 In het kopje “nieuwe ontwikkelingen” zullen de wijzigingsbevoegdheden voor de locaties Keijzerschool, Rehobothschool en locatie Op Moer weggehaald worden omdat deze uit het plan zullen worden gehaald. 3.1.2. Ambtshalve wijzigingen Er zullen tekstuele wijzigingen worden aangebracht om de leesbaarheid te verbeteren. In paragraaf 2.3 zal een aanvulling/wijziging worden aangebracht omtrent de nieuwe ontwikkelingen die binnen het plangebied zullen worden opgenomen. Hoofdstuk 5 zal een uitgebreidere samenvatting bevatten omtrent de aanvullende milieuonderzoeken die zijn uitgevoerd voor het bestemmingsplan én voor de onderzoeken die zijn uitgevoerd voor de in het bestemmingsplan opgenomen nieuwe ontwikkelingen. In paragraaf 6.3 zal een aanvulling worden opgenomen omtrent de aan het plan toegevoegde bestemmingen (Wonen-2 en Wonen-3). Als bijlage bij paragraaf 7.2 zal de nota van inspraak en wijziging worden opgenomen. Bij het plan zullen alle onderzoeken, en overige van belang zijnde stukken worden toegevoegd.
3.2 Planregels 3.2.1. Naar aanleiding van reacties R3 In de regel zal de formulering van de bestemming “Waterstaat-Waterkering” aangepast worden. R3 In de regel “Water” zal een voorwaarde worden opgenomen omtrent het consulteren van het HHSK inzake een keurvergunning. R10 In de regel zal een mogelijkheid worden opgenomen om op de locatie op tweeonder-een kap te mogen realiseren. R12 In regel … zijn wijzigingsbevoegdheid … er uit gehaald. 3.2.2. Ambtshalve wijzigingen Algemeen. De terminologie is in overeenstemming gebracht met de Wabo. De bepalingen in de regels zijn qua volgorde gewijzigd om de leesbaarheid te verbeteren. Nummering van de artikelen zal worden gewijzigd omdat er bestemmingen aan het plan zullen worden toegevoegd.
19
Per artikel zijn de volgende ambtshalve wijzigingen aangebracht. Artikel 1 (Begrippen) In dit artikel zullen een aantal begrippen worden toegevoegd om de leesbaarheid van de regels te verbeteren (de begrippen “afhankelijke woonruimte”, “agrarisch bedrijf”, “bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen”, “NEN”, “nevenfunctie” en “Wgh-inrichtingen” zullen worden toegevoegd). De nummering zal waar nodig worden aangepast en doorgenummerd. Artikel 2 (Wijze van meten) In dit artikel zal lid 2.6 verplaatst worden naar artikel 1. Artikel 3 (Agrarisch) In dit artikel zal de bestemmingsomschrijving worden gewijzigd en onderverdeeld worden in 5 activiteiten die zijn toegestaan. In de bouwregels van dit artikel zullen regels worden opgenomen omtrent het realiseren van overkappingen (oppervlakte- en hoogtematen). De regel dat binnen het bouwvlak slechts één bedrijfswoning mag worden gerealiseerd zal uit de regels worden gehaald en op de verbeelding met een aanduiding worden opgenomen. De regel dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gerealiseerd zal uit de regels worden gehaald. De hoogte van erfafscheidingen zal worden teruggebracht naar 1,5 m en het onderscheid tussen voor en achter de voorgevelroolijn zal komen te vervallen. Artikel 4 (Bedrijf) In dit artikel zullen de regels omtrent de specifieke vorm van bedrijf worden aangepast naar maximaal 5 vormen. In de bestemmingsomschrijving zal de regel met bestaande bedrijfswoningen er uit gehaald worden. Tevens zullen in dit artikel regels worden toegevoegd omtrent het realiseren van overkappingen (oppervlakte- en hoogtematen). De regel dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gerealiseerd zal uit de regels worden gehaald. In het artikel zal een regel worden opgenomen omtrent het stellen van nadere eisen betreffende de brandveiligheid van te realiseren bebouwing. De wijzigingsbevoegdheid die in dit artikel is opgenomen, zal er uit gehaald worden omdat deze geen toegevoegde waarde heeft. Artikel 5 (Centrum) De in de bouwregels opgenomen situering van de voorgevel alsmede de regel omtrent de verdiepingslaag zullen uit de regels worden gehaald omdat deze onduidelijk geformuleerd zijn en niets toevoegen. Artikel 6 (Groen) In de regels zal een bepaling worden opgenomen ten aanzien van de bouwhoogte van speelvoorzieningen. De gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen bebouwen zijnde, zal uit de bepaling worden gehaald. Artikel 7 (Kantoor) In de regel zal een bepaling worden opgenomen om wonen op de verdieping mogelijk te maken. Tevens zal een bepaling worden opgenomen voor overkappingen (bebouwings-
20 en hoogtematen). Deze bepaling zal onder het kopje “Bouwwerken geen gebouwen zijnde” wordt weggehaald. Het onderscheid tussen erfafscheidingen voor en achter de voorgevelrooilijn zal uit de bepaling worden gehaald, waardoor de maximale hoogte 2 m zal komen te bedragen. Er zal nog een bepaling worden toegevoegd betrekking hebbende op aan-huis-gebonden beroepen alsmede een afwijkingsregel van gebruiksregels. Artikel 8 (Maatschappelijk) In de bestemmingsomschrijving zullen twee regels worden toegevoegd om een sporthal en ondergeschikte horeca binnen deze bestemming mogelijk te maken. De bepaling omtrent het realiseren van overkappingen zal uit het kopje bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gehaald, en verplaatst worden naar het kopje gebouwen en overkappingen. In de regels wordt een toevoeging gemaakt dat onder strijdig gebruik tevens wordt verstaan zelfstandige horeca. Artikel 9 (Recreatie) Binnen deze bestemming zal het kopje bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gewijzigd hetgeen tot gevolg zal hebben dat uitsluitend regels zullen worden opgenomen omtrent de hoogte van speelvoorzieningen en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde. De hoogte voor erfafscheidingen en overkappingen zal uit de bepaling worden gehaald. Artikel 10 (Sport) In deze bepaling zal een mogelijkheid worden toegevoegd omtrent ondergeschikte horeca. In de bouwregels zullen de bepalingen omtrent de overkapping verplaatst worden naar het kopje gebouwen en overkappingen en verwijderd worden onder het kopje bouwwerken geen gebouwen zijnde. In de specifieke gebruiksregels zal aanvullend worden opgenomen dat zelfstandige horeca niet is toegestaan. Artikel 11 (Tuin) In de bestemmingsplanomschrijving zal de mogelijkheid worden opgenomen om hier erkers en serres te mogen realiseren. In de bouwregels zal een bepaling worden opgenomen om erfscheidingen binnen deze bestemming te mogen realiseren met een maximaal hoogte van 1 m. Tevens zal een mogelijkheid worden opgenomen om te mogen afwijken van de bouwregels t.a.v. het realiseren van aan-/uitbouwen voor de voorgevel. Artikel 14 (Water) In de bouwregels zal een algemene omschrijving worden opgenomen omtrent de hoogte van de te realiseren bouwwerken geen gebouwen zijnde. De specifieke onderdelen zullen uit de regels gehaald worden. In de bouwregels zal een aanvullende bepaling worden opgenomen dat de waterbeheerder geraadpleegd moet worden bij bouwactiviteiten. Artikel 15 (Wonen) In de bestemmingsomschrijving zal de mogelijkheid voor het realiseren van bergplaatsen worden weggehaald omdat deze verplaatst is naar de bestemming “Tuin”. In de bouwregels zal een bebouwingsbepaling worden opgenomen voor die locaties waar de specifieke aanduiding kantoor is opgenomen. De bepaling omtrent de overkappingen en bijgebouwen zal worden samengevoegd met de bepalingen omtrent aan- en uitbouwen.
21 Artikel 16 (Wonen-1) Op de verbeelding is een voorgevelrooilijn opgenomen waardoor de bepalingen dienaangaande in de regels zullen komen te vervallen. De mogelijkheid tot het realiseren van dakkapellen zal uit deze bepaling worden gehaald omdat er vergunningsvrij voldoende mogelijkheden zijn. Het onderdeel bijgebouwen en overkappingen zal bij de bepaling voor aan-, uit- en bijgebouwen worden geplaatst. De ontheffingsmogelijkheid voor het realiseren van dakopbouwen binnen deze regels zal eruit worden gehaald. Dit zal ook gelden voor het realiseren van aan/uitbouwen aan de voorzijde en voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. In de regels zullen de bepalingen “Wonen-2” en “Wonen-3” worden opgenomen ten behoeve van de nieuwbouwlocaties die in het plan zijn opgenomen, omdat deze niet aansluiten op de bepalingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan ten behoeve van “Wonen” en “Wonen-1”. Voor de aanvullende bepalingen is aansluiting gezocht bij de bestaande “Wonen” en “Wonen-1” bestemming. Het meest in het oog springende verschil betreft de vormen van bebouwing voor de hoofdgebouwen. In de regels zullen twee verschillende bepalingen omtrent de Archeologische Waarden in het gebied worden opgenomen die in overeenstemming zullen zijn met het gemeentelijke archeologie beleid. In het gebied komt namelijk een hoge en een zeer hoge archeologische verwachtingswaarden voor hetgeen gevolgen heeft voor het verlenen van een omgevingsvergunning. Artikel 21 (Waterstaat-Waterkering) In deze bepaling zal een regel worden toegevoegd dat de waterbeheerder zal worden geraadpleegd bij activiteiten die plaatsvinden binnen deze bestemming. In het plan zal een aanvullende regel worden opgenomen omtrent de uitsluiting van de aanvullende werking van de bouwverordening onder bepaalde gevallen (bijv. ruimte tussen bouwwerken, parkeergelegenheid, bereikbaarheid van gebouwen). Artikel 25 (Algemene wijzigingsregels) Vanwege het feit dat enkele wijzigingen uit het plan zijn gehaald (locaties Op Moer, Rehobothschool en Keijzerschool) en een paar anderen zijn toegevoegd (Moerkapelse Zijde achter 40 (5), hoek Akkerweg/Herenweg (1), Julianastraat (4) en de Oranjestraat (3) zullen de regels omtrent de wijziging aan deze locaties worden aangepast en zullen de uit het plan gehaalde wijzigingen eveneens uit de regels worden gehaald. Artikel 26 (Algemene procedureregels) Uit het plan zullen de algemene procedureregels worden gehaald omdat er een wetswijziging heeft plaatsgevonden waardoor deze artikelen niet meer van toepassing zijn (Wabo).
3.3 Verbeelding 3.3.1. Naar aanleiding van reacties R3 De bestemming “Waterstaat-Waterkering” zal worden aangepast. R3 De bestemming “Water” zal worden aangepast, zodat ten minste alle hoofdwatergangen bestemd zijn. R3 De persleiding zal worden bestemd met een eigen (dubbel)bestemming. R6 Ter hoogte van de Hollevoeterlaan zal een deel van de bestemming “Groen” worden gewijzigd in de bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied”.
22 R7 De bestemming van het perceel Industriestraat 9 - 11 zal worden gewijzigd van de bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied” naar “Bedrijf”. Tevens zal een milieucategorie en bouwhoogte worden opgenomen. R8 De strook grond tussen de percelen Oranjestraat 37 en 39 zal worden gewijzigd van de bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied” naar de bestemmingen “Tuin” en “Wonen”. R11 De strook grond gelegen achter de percelen Julianastraat 72 en 74 zal worden gewijzigd van de bestemming “Bedrijf” naar de bestemming “Wonen”. R12 De wijzigingsbevoegdheden voor de percelen van de Keijzerschool, de Rehobothschool en de locatie Op Moer, zullen uit het plan worden gehaald. R13 en R14 De nadere aanduiding zal worden verwerkt. R13 en R14 De weegbrug zal worden gewijzigd van de bestemming “VerkeerVerblijfsgebied” naar de bestemming “Bedrijf”. R14 De goothoogte zal worden aangepast van 4 naar 6 m. R15 De bestemmingsgrenzen zullen worden aangepast conform de gemaakte afspraken. R16 Op het perceel zal de bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied” gewijzigd worden naar de bestemmingen “Wonen” en “Tuin”. Tevens zal een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen. R19 De wijzigingsbevoegdheid zal op het perceel worden opgenomen. 3.2.2. Ambtshalve wijzigingen Voor de percelen 16 t/m 24 aan de Moerkapelse Zijde zal een voorgevelrooilijn worden opgenomen. Het bebouwingspercentage voor de nutsvoorziening aan de Westland zal vervallen. Door het hele plangebied heen zullen aanpassingen plaatsvinden op de bouwvlakken waarbij als uitgangspunt geldt dat aangesloten zal worden bij de geldende regels van het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle”. Voor de locatie NAM (Akkerweg) zullen gewijzigde bouwvlakken worden opgenomen en zal deels de goothoogte verlaagd worden naar 6 m. De goothoogte binnen de bouwvlakken bij de begraafplaats aan de Akkerweg zullen worden gewijzigd van 4 m naar een bouwhoogte van maximaal 6 m en op het perceel zijn bouwvlakken opgenomen in plaats van maatvoeringsvlakken. Voor een deel van de gronden van het perceel Reigershof 1 zal de bestemming “Wonen” gewijzigd worden naar “Tuin”. Het betreft de gronden die gelijk gelegen zijn aan de zijde van de Akkerweg. De bestemming “Groen” aan de Akkerweg zal gewijzigd worden en voor een klein deel de bestemming “Verkeer-Verblijf” krijgen. Het bestemmingsvlak met de bestemming “Maatschappelijk” gelegen aan de Akkerweg (behorende bij de locatie Beth San) zal vergroot worden. Voor de locatie Beth San (Hollevoeterlaan) zal een aangepast bouwvlak worden opgenomen evenals een bebouwingspercentage. Daarnaast zal voor deze locatie een aparte bestemming “Wonen” worden opgenomen. Voor het perceel Moerkapelse Zijde achter 40, zal een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen om de bouw van twee woningen mogelijk te maken. De sporthal (tennishal) gelegen achter het perceel Moerkapelse Zijde 34 zal een specifieke aanduiding voor horeca krijgen daarnaast is de goothoogte gewijzigd naar een bouwhoogte van 6 m. Voor de percelen Herenweg 15 t/m 29 zullen gewijzigde bouwvlakken worden opgenomen conform de situatie ter plaatse. Voor het perceel hoek Akkerweg/Herenweg zal conform het geldende bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen. Voor de woningen die gerealiseerd zullen worden aan de Schapenweide zal een gewijzigd bouwvlak worden opgenomen. Het bouwvlak van het perceel Dorpsstraat 6 t/m 10 zal een gewijzigd bouwvlak worden opgenomen. Tevens zal binnen het bouwvlak een aanduiding worden opgenomen voor
23 de bedrijfswoning, alsmede het winkeltje waar streekeigen producten mogen worden verkocht. De bestemming “Verkeer-Verblijfsgebied” (parkeerplaats bij de kerk aan de Kerkstraat) zal beperkt gewijzigd worden. Voor het perceel hoek Noordeinde/Moerkapelse Zijde zal het bestemmingsvlak “Centrum” beperkt gewijzigd worden. De bestemming “Wonen” bij de percelen Noordeinde 18 t/m 24 zal aan de voorzijde deels gewijzigd worden naar de bestemming “Tuin”. Alle goothoogtes die binnen de bestemming “Centrum” zijn opgenomen zullen worden verhoogd van 6 naar 7 m. De voorgevelrooilijnen zullen voor het plangebied worden aangepast conform de werkelijke situatie/te realiseren situatie. Voor de bebouwing achter de Dorpsstraat zal een bouwvlak en een bebouwingspercentage worden opgenomen. Voor sommige percelen aan de Dorpsstraat is specifiek de bestemming “Horeca” opgenomen. De archeologische bestemming zal worden opgenomen conform het gemeentelijke vastgestelde Archeologie Beleid. Om die reden zullen op de kaart twee verschillende archeologische waarden worden opgenomen. Het bouwvlak hoek Moerkapelse Zijde/Dorpsstraat zal worden aangepast conform het gewijzigde bouwplan. Het bouwvlak en de bestemming van het perceel hoek Moerdijkstraat/Dorpsstraat zal worden aangepast conform het gewijzigde bouwplan. Voor de BAC locatie zal het bouwvlak worden aangepast. De bestemming van het perceel Raadhuisstraat 7 zal worden gewijzigd van de bestemming “Maatschappelijk” naar de bestemmingen “Wonen” en “Tuin”. Het bebouwingspercentage voor het bestemmingsvlak voor de nutsvoorziening aan de Raadhuisstraat zal worden verwijderd en het bouwvlak zal worden verkleind. De omgeving rondom de begraafplaats aan de Herenweg zal worden aangepast conform de huidige situatie (bestemming “Groen zal worden aangepast en het speeltuintje zal op de verbeelding worden opgenomen met de bestemming “Recreatie” en een specifieke aanduiding). De bestemming “Tuin” aan de Van Swaenswijckstraat zal aan de voorzijde van de percelen worden aangepast. De bestemming “Wonen” voor het perceel Van Swaenswijckstraat 23a zal aan de zijkant gewijzigd worden naar de bestemming “Tuin” en aan de voorzijde van de bestemming “Tuin” naar de bestemming “Wonen”. De bestemming “Tuin” aan de Beatrixstraat zal worden aangepast. De bestemming “Wonen” aan de Frederik Hendrikstraat zal worden aangepast. Het bebouwingspercentage van het perceel Van Hogendorpstraat 9 zal weggehaald worden. De bestemmingsvlakken “Tuin” gelegen achter de percelen Jonkheer Van der Welstraat 42 t/m 48 zullen gewijzigd worden naar de bestemming “Wonen”. De bestemming voor Op Moer zal worden gewijzigd van “Sport” naar “Maatschappelijk”. Ter hoogte van de Oranjestraat zal een voorgevelrooilijn worden opgenomen. Voor het perceel Oranjestraat 65 zal een bouwvlak worden opgenomen met daarin een goothoogte. De woning gesitueerd aan de Industriestraat 7 zal aan de voorzijde de bestemming “Tuin” krijgen in plaats van “Wonen”. Op het bedrijventerrein zal de milieugrens beperkt worden aangepast. Een strook grond van de woningen gelegen aan de Julianastraat 17 t/m 45a zullen aan de voorzijde de bestemming “Groen” in plaats van “Wonen” krijgen.
97
Bijlage 6 Nota van beantwoording en wijziging zienswijzen en overlegreacties
_______________________________________________________________________________________________________________ Adviesbureau RBOI 226.14261.00 Rotterdam / Middelburg
1
NOTA VAN BEANTWOORDING EN WIJZIGING ZIENSWIJZEN EN OVERLEGREACTIES
2
NOTA VAN BEANTWOORDING EN WIJZIGING MOERKAPELLE DORP
ZIENSWIJZEN EN OVERLEGREACTIES OP HET ONTWERP BESTEMMINGSPLAN MOERKAPELLE DORP GEMEENTE ZUIDPLAS
Zuidplas, 21 september 2011
3
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING 1.1 Overzicht overlegreacties 1.2 Overzicht indieners zienswijzen 2. NOTA VAN BEANTWOORDING 2.1 Overlegreacties 2.2 Reacties ingediende zienswijzen 3. NOTA VAN WIJZIGING 3.1 Plantoelichting 3.1.1 3.1.2
3.2
Planregels 3.2.1 3.2.2
3.3
Naar aanleiding van zienswijzen Ambtshalve wijzigingen Naar aanleiding van zienswijzen Ambtshalve wijzigingen
Verbeelding 3.3.1 3.3.2
Naar aanleiding van zienswijzen Ambtshalve wijzigingen
4 1.
INLEIDING
In deze Nota van Beantwoording en Wijziging zijn de samenvattingen van de op het ontwerp bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” ingediende zienswijzen en overlegreacties opgenomen. Het ontwerp bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” heeft vanaf 1 juni 2011 tot en met 13 juli 2011 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is een ieder de gelegenheid geboden om mondeling danwel schriftelijk zienswijzen in te dienen. Het plan is in genoemde termijn zowel digitaal als in papieren versie te raadplegen geweest. In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening is het ontwerp bestemmingsplan tevens digitaal aan diverse instanties ter kennis gesteld met het verzoek om binnen voornoemde termijn op de inhoud van het ontwerp bestemmingsplan te reageren. In de Nota van Beantwoording zijn de overzichten van de ingekomen zienswijzen opgenomen. Iedere reclamant heeft een nummer gekregen om de zienswijzen te kunnen onderscheiden. In paragraaf 1.1 en 1.2 wordt per zienswijze verwezen naar het toegekende nummer. In het overzicht is de inhoud van de zienswijze en de reactie van gemeentewege hierop opgenomen. Per reclamant zijn opgenomen: • nummer zienswijze van de reclamant • datum van indiening en datum van ontvangst • een samenvatting van de zienswijze (om de zienswijzen te kunnen onderscheiden heeft elke (deel)reactie een cijfer gekregen) • per zienswijze is de reactie van gemeentewege hierop opgenomen • in de conclusie is per zienswijze aangegeven of de reactie en/of de reactie van gemeentewege leidt tot wijziging van of aanvulling op het bestemmingsplan. Ten aanzien van de ingediende zienswijzen wordt in artikel 3:16 lid 3 Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald welke zienswijzen tijdig zijn ingediend. Dit heeft tot gevolg dat zienswijzen R8 en R9 (die zowel te laat zijn verzonden evenals te laat zijn ontvangen) niet-ontvankelijk zijn. Vanwege deze constatering heeft een gesprek plaatsgevonden met de indieners van deze zienswijzen. Tijdens het gesprek zijn de indieners in de gelegenheid gesteld om hun zienswijzen nader toe te lichten. Zienswijzen R3 en R7 zijn weliswaar te laat ontvangen echter wel tijdig ter post aangeboden waardoor deze zienswijzen (conform artikel 6:9 lid 2 Awb – verzendtheorie) ontvankelijk zijn. De overige zienswijzen zijn ontvankelijk. Ten aanzien van de ingediende zienswijzen wordt nog opgemerkt dat met uitzondering van een indiener, met alle andere indieners van de zienswijzen overleg is geweest. Deze indieners zijn in de gelegenheid gesteld om tijdens een gesprek hun zienswijzen nader toe te lichten. De zienswijzen die gericht waren aan het college zijn op grond van de Awb doorgezonden aan de gemeenteraad. Met betrekking tot de ingediende zienswijzen wordt de opmerking gemaakt dat die onderdelen van de ingediende zienswijzen, die niet expliciet worden genoemd, wel bij de beoordeling zijn betrokken. De zienswijzen zijn dus in hun geheel beoordeeld.
5 Daar waar de zienswijzen hebben geleid tot wijzigingen zijn deze ook opgenomen in het laatste deel van deze nota: de Nota van Wijziging. Dit laatste deel is gesplitst in de onderdelen: plantoelichting, planregels en verbeelding. Tot slot wordt ter verduidelijking aanvullend opgemerkt dat in de reactie op de zienswijzen verwezen wordt naar de bestemmingsplannen “Moerkapelle Dorp” en “Dorpsgebied Moerkapelle”. Het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” betreft onderhavig plan dat voor vaststelling wordt aangeboden en het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” betreft het huidige bestemmingsplan, dat nadat het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” is vastgesteld en onherroepelijk is, komt te vervallen. Aanvullend wordt als laatste nog opgemerkt dat tijdens de behandeling van dit bestemmingsplan in de raadsvergadering van 3 november 2011 door de fractie van D66 en Gemeente Belangen Zuidplas een amendement is ingediend betreffende zienswijze 11 (Julianastraat 21 te Moerkapelle). Het amendement geeft aan om het besluit voor het vaststellen van het bestemmingsplan als volgt aan te passen: • voor het perceel Julianastraat 21 wordt de bestemming “Wonen” gewijzigd in “Wonen – 1” (artikel 16), hetgeen betekent dat de bebouwingsmogelijkheden voor voornoemd perceel overeenkomstig het bestemmingsplan Dorpsgebied Moerkapelle zijn; • op de verbeelding wordt de bestemming “Wonen” gewijzigd in “Wonen – 1” en wordt het bouwvlak verwijderd; • de tekst bij de conclusie op de punten 2 en 3 bij zienswijzen R11, te wijzigen in: “Deze reactie geeft aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan”; • de overige bijlagen overeenkomstig aan te passen. Dit besluit is unaniem door de gemeenteraad overgenomen en in deze nota verwerkt.
6
1.1 Overzicht overlegreacties NAAM N.V. Nederlandse Gasunie Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
NUMMER R1 R2
BLZ. 7 8
NUMMER R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 R10 R11
BLZ. 8 8 9 10 12 12 13 13 16
1.2 Overzicht indieners zienswijzen NAAM Indiener A Indiener B Indiener C Indiener D Indiener E Indiener F Indiener G Indiener H Indiener I
7 2.
NOTA VAN BEANTWOORDING
2.1 Overlegreacties Nummer Nummer Gemeente R1 I11.005945
Datum indiening
Datum binnenkomst gemeente 8 juli 2011 11 juli 2011 VERKORTE WEERGAVE REACTIE 1. Verzocht wordt om de verbeelding aan te passen, omdat de gastransportleidingen, twee afsluiterschema’s en een gasontvangstation niet juist zijn weergeven. 2. Binnen de bestemming “Leiding-Gas” liggen diverse afsluiterschema’s. Ter waarborging van een veilig en bedrijfszeker gastransport en ter beperking van gevaar voor personen en goederen in de directe omgeving dient de belemmeringstrook ter hoogte van de afsluiterschema’s 5 m aan weerzijde van het schema te zijn. 3. Voorgesteld wordt om de planregels zo aan te passen dat de regels 20 en 21 in één bestemmingsplanregel worden samengevat. 4. Verzocht wordt om in de regels op te nemen dat bij het bouwen van bouwwerken binnen de belemmeringstrook vooraf schriftelijk advies dient te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder. 5. Ter informatie wordt opgemerkt dat in paragraaf 6.3 “Bestemmingsregels” genoemde ontwerpdruk van 66 niet juist is. De ontwerpdruk van de gasleidingen is 66,2 bar. Daarnaast komt de diameter van 4 inch die wordt genoemd niet overeen met de diameter die in regel 21 “Leiding-Gas-2” wordt genoemd. Verzocht wordt om dit te wijzigen. 6. In het milieukundig advies wordt de externe veiligheid verantwoord. Vanwege de inwerkingtreding van het Bevb wordt verzocht de verantwoording van de externe veiligheid aan deze wetswijziging aan te passen. 7. Enkele gegevens die verwerkt zijn in tabel VIII (Hogedruk aardgasleiding) zijn niet juist. Verzocht wordt deze aan te passen. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. De verbeelding is aangepast conform de reactie van reclamant. 2. De belemmeringstrook ter hoogte van de afsluiterschema’s is aangepast conform de reactie van reclamant. 3. De regels 20 en 21 zijn aangepast en samengevoegd tot één (nieuwe) bestemmingsplanregel (“Leiding – Gas”). 4. In de regels is een bepaling opgenomen dat vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder alvorens een vergunning wordt verleend. 5. De betreffende bestemmingsplanregel “Leiding – Gas” zoals verwoord in paragraaf 6.3 van de toelichting, is aangepast conform de formulering van reclamant. Tevens is rekening gehouden met deze formulering zoals beschreven in het tekstvoorstel van reclamant betreffende de nieuwe regel “Leiding – Gas” . 6. Het milieukundig advies is geactualiseerd. Hierbij is dus ook rekening gehouden met de inwerkingtreding van het Bevb betreffende de verantwoording van de externe veiligheid. 7. De gegevens in tabel VIII (Hogedruk aardgasleiding) van de milieuparagraaf – hoofdstuk 4, zijn aangepast conform het voorstel van reclamant. CONCLUSIE 1. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (verbeelding). 2. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (verbeelding). 3. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (regels). 4. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (regels). 5. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (toelichting en regels). 6. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (toelichting). 7. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (toelichting).
8
Nummer Nummer gemeente R2 Mail
Datum indiening
Datum binnenkomst gemeente 11 juli 2011 11 juli 2011 VERKORTE WEERGAVE REACTIE Op de verbeelding van het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” is de dubbelbestemming “Waterstaat-Waterkering” niet geheel correct weergegeven. Verzocht wordt om deze dubbelbestemming overeenkomstig de verbeelding van het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” op te nemen. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE De dubbelbestemming “Waterstaat-Waterkering” is op de verbeelding van het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” aangepast, overeenkomstig de (dubbel)bestemming zoals opgenomen op de verbeelding van het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle”. CONCLUSIE Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (verbeelding).
2.2 Reacties ingediende zienswijzen Nummer Nummer gemeente R3 I11.006004
Datum indiening
Datum binnenkomst gemeente 12 juli 2011 14 juli 2011 VERKORTE WEERGAVE REACTIE Voor het parkeerterrein gelegen aan de Julianastraat geldt een Algemene maatregel van Bestuur waarin beperkingen worden gesteld aan het parkeren en het gebruik van dit parkeerterrein. Gevraagd wordt om deze AMvB op te nemen in het bestemmingsplan, althans regels op te nemen die waarborgen dat het gebruik geen hinder toebrengt aan de aangrenzende woningen. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE Bij het parkeerterrein gelegen aan de Julianastraat is een verkeersbord geplaatst dat aangeeft dat het op deze parkeerplaats verboden is om vrachtwagens te parkeren. Tevens is er onder het verbodsbord nog een bord geplaatst dat aangeeft dat het verboden is om op deze parkeerplaats grote voertuigen te parkeren. Voor het voorkomen van hinder op deze parkeerplaats biedt de APV en de Wegenverkeerswet voldoende handvatten om te waarborgen dat het gebruik geen hinder tot gevolg heeft voor de omliggende/aangrenzende woningen. Het is niet mogelijk om dit zo specifiek te regelen via het bestemmingsplan. CONCLUSIE Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nummer Nummer gemeente R4 I11.005983
Datum indiening
Datum binnenkomst gemeente 11 juli 2011 12 juli 2011 VERKORTE WEERGAVE REACTIE Verzocht wordt om de bestemming van het perceel Moerkapelse Zijde 38 te wijzigen en hier een hogere milieucategorie toe te staan, conform het bestemmingsplan “Dorpgebied Moerkapelle”. In dit bestemmingsplan heeft genoemd perceel namelijk de bestemming “BIIma”. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE In het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” was voor genoemd perceel,
9 Moerkapelse Zijde 38 te Moerkapelle, een maatbestemming opgenomen, zijnde de bestemming “BIIma” (Bedrijf, categorie 1 en 2 van de Staat van Inrichtingen, met de specifieke aanduiding “machinebedrijf”). Deze maatbestemming is opgenomen omdat ten tijde van het vaststellen van genoemd bestemmingsplan (Dorpsgebied Moerkapelle) op het achterste deel van deze locatie een machinebedrijf gevestigd was die een hogere milieucategorie had dan dat op dat deel van het perceel was toegestaan. Om er zorg voor te dragen dat dit bedrijf op deze locatie mocht blijven zitten is het bedrijf via een specifieke maatbestemming bestemd. Zou het bedrijf op de locatie vertrekken, dan zou een zelfde bedrijf (machinebedrijf) zich op deze locatie mogen vestigen. Voor alle andere bedrijven die zich nieuw op deze locatie wilden (en willen) vestigen gold (en geldt nu nog steeds) de maximale milieucategorie 1 en 2 volgens de Staat van Inrichting zoals opgenomen achter de bestemmingsplanregels. Dit geldt voor onderhavige situatie. De vorige eigenaar van het pand heeft het pand gebruikt voor het vestigen van verschillende kleinere bedrijven en het voorste deel van het pand werd gebruikt door een accountantskantoor. Het pand staat sinds 2009 leeg. Daarna is het pand gekocht door de indiener van de zienswijze. De reden waarom de indiener van deze zienswijze het perceel gekocht heeft, heeft naar zijn zeggen te maken met het feit dat dit perceel een buffer vormt voor het perceel Moerkapelse Zijde 32 alwaar zijn machinebedrijf gevestigd is. Het perceel Moerkapelse Zijde 38 wordt nu deels gebruikt als bedrijfsverzamelgebouw. Verschillende kleinere bedrijven zijn in dit pand gevestigd. Het achterste deel van het pand wordt door de indiener van de zienswijzen uitsluitend gebruikt voor opslag. Er vindt geen productie plaats op dit perceel, omdat de procedure gevestigd is op het perceel Moerkapelse Zijde 32. Aan uw raad wordt voorgesteld/verzocht om de maatbestemming overeenkomstig het ’oude’ bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” in het ‘nieuwe’ bestemmingsplan over te nemen. Dit betekent dat de maatbestemming machinebedrijf uitsluitend wordt opgenomen voor het achterste deel van het pand alwaar de opstal gevestigd is. Het voorste deel blijft de bestemming “Bedrijf” met de maximale milieucategorie 2 houden, zonder maatbestemming. Op deze wijze wordt, na overleg met de milieudienst en het stedenbouwkundig bureau, tegemoet gekomen aan het verzoek van de indiener van de zienswijzen. CONCLUSIE Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (regels en verbeelding).
Nummer Nummer gemeente R5 I11.006008
Datum indiening
Datum binnenkomst gemeente
12 juli 2011 13 juli 2011 KORTE WEERGAVE REACTIE 1. In de milieubijlage zijn op pagina 8 twee verwijzingen opgenomen die niet in de tekst of in een aanvullende bijlage zijn terug te vinden. Het betreft de verwijzing naar “in onderstaande tabel” waarin de resultaten van de inventarisatie zouden zijn weergegeven en de verwijzing naar een toelichting op gehanteerde nummering in de opgenomen figuur 6. 2. Het perceel van reclamant ligt in het wro-zone wijzigingsgebied 2 en heeft de functieaanduiding b≤2 en sb-1 gekregen. In artikel 4.1 onder e staat vermeld dat aan de sb-1 aanduiding SBI-code 42 1 en een milieucategorie 3.1 is gekoppeld. Dit is onjuist. Het bedrijf dient vermeld te staan onder SBI-code 251-1 met de daarbij behorende milieucategorie 3.2. Verzocht wordt dit aan te passen. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. Het klopt dat de verwijzingen zoals opgenomen op pagina 8 van de milieuparagraaf niet in de tekst of in een aanvullende bijlage zijn terug te vinden. De tabel en de figuur zijn wel
10 terug te vinden in het milieurapport. De milieuparagraaf is aangepast op deze omissie. Tevens is het gehele milieurapport als bijlage bij de toelichting gevoegd. 2. Op grond van recente gegevens van de milieudienst betreffende het genoemde bedrijf, is gebleken dat aan het betreffende bedrijf de onjuiste SBI-code is gekoppeld. In bestemmingsplanregel 4.1 lid e is voor dit bedrijf een maatbestemming opgenomen zijnde specifieke vorm van bedrijf – 1 waaraan SBI code 42.1 is gekoppeld. Dit moet echter SBIcode 251 zijn. Deze SBI-code (251) omschrijft namelijk de werkzaamheden die ter plaatse worden uitgevoerd. Aan deze SBI-code 251 is milieucategorie 3.2 gekoppeld. De juiste SBI-code alsmede de juiste milieucategorie zijn in regel 4.1 sub e onder specifieke vorm van bedrijf – 1 aangepast. CONCLUSIE 1. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (toelichting). 2. Deze reactie geeft aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (regels).
Nummer Nummer gemeente R6 I11.005903
Datum indiening
Datum binnenkomst gemeente
5 juli 2011 8 juli 2011 KORTE WEERGAVE REACTIE Zienswijze m.b.t. Ambachtstraat 2 1. Het bedrijfsperceel Ambachtsstraat 2 wordt in het ontwerp bestemmingsplan verdeeld in 3 milieucategorieën (≤2, ≤ 3.1 en ≤3.2). Via het benoemen van een “specifieke vorm van bedrijf” krijgt de activiteit van het ter plaatse gevestigde bedrijf als maximaal toelaatbare categorie 3.2. Verzocht wordt deze maatbestemming rechtstreeks op de kaart op te nemen. 2. Door het opnemen van deze milieucategorieën wordt gevreesd voor planschade. 3. Verwacht wordt dat de lagere milieucategorieën te maken hebben met de aangrenzende woning. Gevraagd wordt of het wijzigen van de bestemming van de woning gevolgen heeft voor de milieuzonering. 4. Verzocht wordt om de hoogte van overkappingen te verhogen naar minimaal 8 m en de maximale bouwhoogte van niet – gebouwen vast te stellen op 13 m. Zienswijze m.b.t. Industriestraat 22 – 24 5. Voor dit perceel geldt een maximale bedrijfscategorie van ≤ 3.1. Voor het voorterrein geldt zelfs maximaal categorie ≤ 2. Gevraagd wordt om de op het perceel opgenomen maatbestemming, rechtstreeks te bestemmen. 6. Verzocht wordt om de bouwregels te verruimen. De hoogte van overkappingen te verhogen naar 8 m en de hoogte van “niet-gebouwen”’te verhogen tot maximaal 13 m. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE Reactie zienswijze Ambachtstraat 2 1. Op de verbeelding is een milieuzonering opgenomen. Deze zonering houdt rekening met de in de directe omgeving gelegen bebouwing. Wanneer er aangrenzend aan een bedrijf een woning gesitueerd is (of een ander milieugevoelig object) heeft dit gevolgen voor de hoogte van de milieucategorie van een (te vestigen) bedrijf. Voor het bedrijf van reclamant is een maatbestemming opgenomen. Deze maatbestemming houdt in dat het bedrijf van reclamant op genoemd perceel zijn bedrijfsactiviteiten mag uitoefenen ondanks het feit dat op de verbeelding een lagere milieucategorie staat aangegeven. Wanneer reclamant zijn bedrijf wil verkopen, kan een zelfde bedrijf met dezelfde bedrijfsactiviteiten als het huidige bedrijf (bedrijfsactiviteiten) van reclamant, zich vestigen op deze locatie omdat voor dit nieuwe bedrijf ook de ter plaatse opgenomen maatbestemming van toepassing is. Er kan een probleem ontstaan wanneer een nieuw bedrijf met andere bedrijfsactiviteiten met een hogere milieucategorie, dan ter plaatse is toegestaan, zich op deze locatie wil vestigen. Met klem wordt aangegeven dat er een probleem kan ontstaan. Wanneer het nieuw te vestigen bedrijf, dat niet past binnen de opgenomen maatbestemming evenals de milieucategorieën zoals deze op de verbeelding zijn
11 opgenomen, maatregelen treft (bijv. indeling van het bedrijf – een kantoor in de buurt van een milieugevoelig object, geluidsbronnen anders installeert) kan via een afwijking van het bestemmingsplan, één hogere milieucategorie worden toegestaan dan op de verbeelding is aangegeven (artikel 4.5.1 lid a van het bestemmingsplan – afwijkingsregel). Gebruikmaking van deze ontheffingsregel gaat in overleg met de milieudienst. 2. Bij schade door maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening kan het zijn dat reclamant in aanmerking komt voor een vergoeding van zogenaamde planschade. Een verzoek tot planschade dient separaat van deze bestemmingsplanprocedure te worden ingediend. Er wordt dan een gemotiveerd verzoek ingediend om een tegemoetkoming van de door reclamant vermeende schade. De indieningtermijn voor een planschadeverzoek betreft vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de oorzaak van de schade onherroepelijk is geworden. Het planschadeverzoek bevat een motivering van het verzoek, de hoogte van de tegemoetkoming die gevraagd wordt, en een uitleg hoe reclamant tot genoemd bedrag is gekomen. Voor het in behandeling nemen van dit verzoek is een bedrag van € 300,- verschuldigd. Voor nadere informatie omtrent de planschaderegeling zoals deze bij de gemeente wordt gehanteerd wordt reclamant verwezen naar de gemeentelijke website. 3. Indien de woning grenzend aan het bedrijf van reclamant qua bestemming wordt gewijzigd van de bestemming “Wonen” naar de bestemming “Bedrijf” met de nadere aanduiding ‘kantoor’, heeft dit geen gevolgen voor de milieuzonering zoals deze is opgenomen voor het bedrijf van reclamant. De reden hiervoor is dat in de directe nabijheid van het bedrijf een andere woning gesitueerd is die van invloed is op de milieuzonering van het bedrijf van reclamant. 4. De stedenbouwkundige uitstraling van het bedrijventerrein wordt aangetast wanneer de mogelijkheid wordt geboden om overkappingen te mogen oprichten tot een maximale hoogte van 8 m. Daarnaast zal deze hogere hoogte niet alleen nadelige gevolgen hebben voor de ruimtelijke uitstraling van het terrein, maar ook voor de brandveiligheid van de naaste bebouwing. Wanneer in de toekomst zou blijken dat het bedrijf van reclamant op onoverkomelijke problemen stuit vanwege de in het bestemmingsplan opgenomen maximale hoogte van overkappingen van 3 m, bestaat de mogelijkheid om via een buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan een bouwwerk geen gebouw zijnde (bijv. een overkapping) te realiseren met een maximale hoogte van 10 m en een oppervlakte van maximaal 50 m² (artikel 2.12 lid 1 onder a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) jo artikel 4 bijlage 2 Besluit omgevingsrecht (Bor)). Ten aanzien van de hoogte van silo’s is een extra bepaling opgenomen onder artikel 4.2.2 van het bestemmingsplan (Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde) waarin het mogelijk is gemaakt om silo’s ten behoeve van de opslag van veevoeder op te richten met een maximale hoogte van 13 m. Zienswijze t.a.v. Industriestraat 22 – 24 5. Zie voor de beantwoording op deze reactie nummer 1 van deze reactie op de zienswijzen. Aanvullend wordt opgemerkt dat het perceel een specifieke aanduiding (maatbestemming) heeft waarbij milieucategorie 3.2 van toepassing is voor het gebruik van het perceel. 6. Ten aanzien van het wijzigen van de hoogte van overkappingen van 3 m naar 8 m wordt het volgende opgemerkt. De stedenbouwkundige uitstraling van het bedrijventerrein wordt aangetast wanneer de mogelijkheid wordt geboden om overkappingen te mogen oprichten tot een maximale hoogte van 8 m. Daarnaast zal deze hogere hoogte niet alleen nadelige gevolgen hebben voor de ruimtelijke uitstraling van het terrein, maar ook voor de brandveiligheid van het betreffende terrein alsmede van de naaste bebouwing. Wanneer in de toekomst zou blijken dat het bedrijf van reclamant op onoverkomelijke problemen stuit vanwege de in het bestemmingsplan opgenomen maximale hoogte van overkappingen van 3 m, bestaat de mogelijkheid om via een buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan een bouwwerk geen gebouw zijnde (bijv. een overkapping) te
12 realiseren met een maximale hoogte van 10 m en een oppervlakte van maximaal 50 m² (artikel 2.12 lid 1 onder a Wabo jo artikel 4 bijlage 2 Bor). Ten aanzien van het verzoek tot wijzigen van de hoogte van niet-gebouwen naar 13 m wordt opgemerkt dat dit zowel ruimtelijk als stedenbouwkundig als onaanvaardbaar wordt geacht. Het perceel van reclamant is gelegen aan de “entree” van het bedrijventerrein. Vanwege de directe nabijheid van woningen is het ongewenst om op het in het oog springende voorterrein bedrijfsactiviteiten te ontplooien. Tevens zal het leefklimaat van de directe omgeving onaanvaardbaar worden aangetast. Daarnaast komt de verkeersveiligheid in het gedrang wanneer op het voorterrein opslag van containers gaat plaatsvinden met een hoogte van ongeveer 8,5 á 9 m. CONCLUSIE 1. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 4. Deze reactie geeft deels (voor wat betreft de hoogte van silo’s) aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan (regels). 5. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 6. Deze reactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Nummer Nummer gemeente R7 I11.006059
Datum indiening
Datum binnenkomst gemeente
12 juli 2011 14 juli 2011 KORTE WEERGAVE REACTIE 1. Verzocht wordt om de wijzigingsbevoegdheid die het nu mogelijk maakt om op de locatie Oranjestraat 38-40 te Moerkapelle 7 grondgebonden woningen te realiseren, te wijzigen in het realiseren van 8 appartementen. Dit omdat reclamant van mening is dat dit typewoningbouw meer aansluit bij de hedendaagse vraag. 2. Indien blijkt dat woningbouw niet mogelijk is wordt verzocht om de huidige bestemming “Bedrijf” te behouden. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. In het bestemmingsplan (Wro-zone – wijzigingsgebied – 4, artikel 29.5 van het bestemmingsplan) is voor het perceel Oranjestraat 38-40 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Indien ter plaatse sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging is het mogelijk om invulling te geven aan de wijzigingsbevoegdheid. De regels die aan deze wijzigingsbevoegdheid gekoppeld zijn maken het mogelijk om op genoemd perceel 7 grondgebonden woningen op te richten, met een goothoogte van maximaal 6 m en een bouwhoogte van maximaal 9 m. Reclamant verzoekt nu de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid zoals deze zijn opgenomen in het bestemmingsplan aan te passen waardoor het mogelijk wordt om in plaats van 7 woningen, 8 appartementen ter plaatse te mogen realiseren. De opgenomen goothoogte van 6 m wordt aangepast naar een bouwhoogte van 6 m. Het verzoek van reclamant wordt geacht minder volumineus te zijn. Daarnaast maakt dit plan het mogelijk om voldoende parkeergelegenheid op het eigen terrein te realiseren. Het nieuwe plan zal in overleg met de stedenbouwkundige nader worden ingevuld. 2. Indien geen gebruik wordt gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid, blijft de bestemming “Bedrijf” gehandhaafd met een maximale milieucategorie 1 en 2 conform de Staat van Bedrijfsactiviteiten ‘bedrijventerrein’. CONCLUSIE 1. Deze reactie geeft aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan (regels en verbeelding). 2. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan.
13 Nummer Nummer Datum indiening Datum binnenkomst gemeente gemeente R8 I11.006112 14 juli 2011 18 juli 2011 Deze zienswijze is niet nader uitgewerkt, omdat de zienswijze na afloop van de ter inzage termijn is ingediend. In artikel 3:16 Awb is bepaald binnen welke termijn zienswijzen kunnen worden ingediend, wanneer deze termijn aanvangt en dat op het indienen van zienswijzen tevens de artikelen 6:9 en 6:10 Awb van toepassing zijn. Bij ontvangst van de zienswijzen is op grond van de datumstempel gebleken dat de zienswijze pas op 14 juli 2011 ter post is aangeboden, terwijl op grond van artikel 6:9 lid 2 Awb indiening per post dient plaats te vinden uiterlijk op de laatste dag van de ter inzage legging. Het feit dat de zienswijzen in eerste instantie naar het onjuiste bestuursorgaan zijn verzonden (nl. de gemeenteraad van de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle) doet hier niets aan af. Het is namelijk de verantwoordelijkheid van de indiener van de zienswijze om zijn/haar zienswijze tijdig bij het juiste bestuursorgaan kenbaar te maken. Nummer Nummer Datum indiening Datum binnenkomst gemeente gemeente R9 I11.006111 14 juli 2011 18 juli 2011 Deze zienswijze is niet nader uitgewerkt omdat de zienswijze na afloop van de ter inzage termijn is ontvangen. In artikel 3:16 Awb is bepaald binnen welke termijn zienswijzen kunnen worden ingediend, wanneer deze termijn aanvangt en dat op het indienen van zienswijzen tevens de artikelen 6:9 en 6:10 Awb van toepassing zijn. Bij ontvangst van de zienswijzen is op grond van de datumstempel op de aangetekende brief gebleken dat de zienswijze pas op 14 juli 2011 ter post is aangeboden, terwijl op grond van artikel 6:9 lid 2 Awb indiening per post dient plaats te vinden uiterlijk op de laatste dag van de ter inzage legging (zijnde 13 juli 2011). Het feit dat de zienswijzen in eerste instantie naar het onjuiste bestuursorgaan zijn verzonden (nl. de gemeenteraad van de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle) doet hier niets aan af. Het is namelijk de verantwoordelijkheid van de indiener van de zienswijze om zijn/haar zienswijze tijdig bij het juiste bestuursorgaan kenbaar te maken. Nummer Nummer gemeente R10 I11.006066 en I11.006065
Datum indiening
Datum binnenkomst gemeente
12 juli 2011
14 juli 2011
KORTE WEERGAVE REACTIE Zienswijze ten aanzien van de Bac-locatie 1. Door de bouw van de Bac-locatie ontstaat kans op verzakking voor, tijdens en na de bouw aan de woning van reclamant. 2. Gevreesd wordt voor schade door de te verrichten sloop- en heiwerkzaamheden. 3. Het bouwplan van de Bac-locatie heeft tot gevolg dat de mogelijkheid bestaat op zicht in de aangrenzende tuinen. 4. Het bouwplan draagt er toe bij dat het zonlicht in de aangrenzende tuinen vermindert. 5. Door de nieuwbouw vermindert mogelijk de waarde van de woning van reclamant (planschade). 6. Het bouwplan is te kolossaal en te uitbundig. 7. Toename van de overlast betrekking hebbende op de verkeersbewegingen. 8. Verzoek wordt gedaan om de Dorpsstraat tweerichting verkeer te maken. Zienswijze ten aanzien van het verenigingsgebouw 9. Het gebouw wordt te kolossaal en te uitbundig. 10. Het in- en uitrijden van de garage is vrijwel onmogelijk. 11. Door het realiseren van het plan zal het groen rond de kerk deels verdwijnen.
14 12. Gevreesd wordt voor de toename van overlast tussen het perceel van reclamant en het nieuw te bouwen verenigingsgebouw. 13. Door de afmetingen van de nieuwbouw wordt gevreesd dat een aantal parkeerplaatsen zullen verdwijnen. Dit zal tot gevolg hebben dat er voor de huidige woningen alsmede de nieuw te bouwen woningen weinig parkeergelegenheid aanwezig is. 14. Door de geplande hoogbouw wordt gevreesd voor waardevermindering van de woning. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE Reactie n.a.v. de zienswijzen op de Bac-locatie 1. Deze zienswijze ziet niet op planologische aspecten en is in het kader van deze bestemmingsplanprocedure dan ook niet relevant. In het kader van de bouwplanprocedure zal de projectontwikkelaar gelet op het voorgaande wel op voorhand op de hoogte worden gesteld van deze zienswijze en zal hij verzocht worden in overleg te treden met reclamant. 2. Deze zienswijze ziet niet op planologische aspecten en is in het kader van deze bestemmingsplanprocedure dan ook niet relevant. In het kader van de bouwplanprocedure zal de projectontwikkelaar gelet op het voorgaande wel op voorhand op de hoogte worden gesteld van deze zienswijze en zal hij verzocht worden in overleg te treden met reclamant. 3. Deze zienswijze ziet niet op planologische aspecten en is in het kader van deze bestemmingsplanprocedure niet relevant. Wel wordt er op gewezen dat de mogelijkheid op zicht in de tuinen van de aangrenzende percelen ook nu reeds wordt mogelijk gemaakt op grond van hetgeen wordt toegestaan in het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle”. Dit bestemmingsplan biedt namelijk de mogelijkheid om tot op de perceelgrens van reclamant bebouwing op te richten die uitzicht zou kunnen bieden op zowel het perceel van reclamant als op de aangrenzende percelen. Ook in de bestaande situatie is het reeds zo dat de wederzijdse buren zicht hebben op en in de tuin van reclamant en anders om. 4. Deze zienswijze ziet niet op planologische aspecten en is in het kader van deze bestemmingsplanprocedure dan ook niet relevant. Wel wordt er op gewezen dat in het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” de mogelijkheid bestaat om bebouwing op te richten tot op de perceelsgrens van reclamant, met aan de achterzijde een maximale goothoogte van 4 m en een nok die niet gemaximeerd is. Op de Baclocatie (zijde Dorpsstraat) mag op grond van genoemd bestemmingsplan bebouwing worden opgericht tot op de perceelsgrens van de aangrenzende percelen, met een goothoogte van 6 m en een bouwhoogte die ook niet gemaximeerd is. Gevolg zou dus kunnen zijn dat tijdens het vroege voorjaar en het late najaar minder zonlicht in de aangrenzende tuinen aanwezig is vanwege bestaande bebouwingsrechten. Daarnaast is er reeds bebouwing aanwezig die ook schaduwwerking tot gevolg heeft. 5. Deze zienswijze ziet op een aparte procedure die los van deze bestemmingsplanprocedure staat. Ten aanzien van eventuele te verwachten planschade het volgende. Bij schade door maatregelen op het gebied van de ruimtelijke ordening kan het zijn dat reclamant in aanmerking komt voor een vergoeding van zogenaamde planschade. Een verzoek tot planschade dient separaat van deze bestemmingsplanprocedure te worden ingediend. Er wordt dan een gemotiveerd verzoek ingediend om een tegemoetkoming van de door reclamant vermeende schade. De indieningtermijn voor een planschadeverzoek betreft vijf jaar, gerekend vanaf het moment dat de oorzaak van de schade onherroepelijk is geworden. Het planschadeverzoek bevat een motivering van het verzoek, de hoogte van de tegemoetkoming die gevraagd wordt, en een uitleg hoe reclamant tot genoemd bedrag is gekomen. Voor het in behandeling nemen van dit verzoek is een bedrag van € 300,- verschuldigd. Voor nadere informatie omtrent de planschaderegeling zoals deze
15 bij de gemeente wordt gehanteerd wordt reclamant verwezen naar de gemeentelijke website. 6. De op de Baclocatie nieuw te realiseren bebouwing is, naar aanleiding van overleggen met omwonenden, met een bouwlaag verlaagd. Aanvankelijk zou het gebouw uit drie lagen bestaan met een goothoogte gelegen tussen de 11 m en de 12 m (plat afgedekt). Nu is de bebouwing dusdanig verlaagd waardoor de goothoogte van de nieuw te realiseren bebouwing gelegen zal zijn tussen de 7 m en de 8 m (met uitzondering van twee kleine voorzetgevels zal het dak plat worden afgedekt). De hoogte van de huidige bebouwing bedraagt 6,26 m. De nieuw op te richten bebouwing is dus ongeveer 2 m hoger dan de huidige bebouwing. Het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” (artikel 12) biedt de mogelijkheid om bebouwing te realiseren binnen het bouwvlak, met een goothoogte van 6 m en een bouwhoogte die niet gemaximeerd is. Wanneer deze bebouwingsregels worden vergeleken met de bouwregels zoals deze zijn opgenomen in artikel 5 van het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” waarin zowel een goothoogte van 7 m respectievelijk 8 m is opgenomen en een bouwhoogte van maximaal 5 m hoger, kan gesteld worden dat op grond van het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” een hogere bouwhoogte kan worden gerealiseerd dan dat op grond van het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” is toegestaan. 7. Het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” biedt de mogelijkheid om op straatniveau (begane grond) detailhandel te vestigen. Op grond van dit bestemmingsplan is het dus al mogelijk dat het gebruik van het pand een verkeersaantrekkende werking tot gevolg heeft. Van belang in deze is om te kijken wat er op grond van het bestemmingsplan maximaal is toegestaan en niet hoe de huidige situatie ter plaatse is. 8. Het is niet mogelijk om in een bestemmingsplan verkeersmaatregelen te regelen, omdat de Wegenverkeerswet hierop van toepassing is. Reactie n.a.v. zienswijzen op het verenigingsgebouw 9. Het huidige verenigingsgebouw voldoet niet meer aan de hedendaagse eisen alsmede het feit dat het gebouw qua oppervlakte veel te klein is voor de activiteiten die nu in het gebouw plaatsvinden. Om die reden is verzocht een verenigingsgebouw te mogen realiseren van twee lagen met een kap (een bouwhoogte gelegen tussen de 7 m en de 8 m). Dit gebouw biedt de mogelijkheid om meer activiteiten te houden in het gebouw en is gericht op de toekomst. Het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” biedt de mogelijkheid om het bouwvlak te bebouwen tot aan de perceelsgrens van reclamant, met een goothoogte van 4 m en een bouwhoogte die niet gemaximeerd is (artikel 13). Het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” biedt de mogelijkheid om het bouwvlak geheel te bebouwen, echter tot op een afstand van ongeveer 4 m vanaf de perceelsgrens van reclamant tot aan het bouwvlak van de nieuw te realiseren bebouwing. Op de verbeelding van dit bestemmingsplan is aangegeven dat de goothoogte maximaal 7 m mag bedragen. Aanvullend is in de regels opgenomen dat de maximale bouwhoogte 5 m hoger gelegen mag zijn dan de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte. Wanneer de twee bestemmingsplannen en hun bebouwingsmogelijkheden met elkaar worden vergeleken blijkt dat het onderhavige bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” zorgt voor een ruime afstand tussen de eigendomsgrens (perceelsgrens) van reclamant en het bouwvlak en dat de bouwhoogte gemaximeerd is. Kortom minder ruime bebouwingsmogelijkheden dan in het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” geboden worden. 10. Onderzocht is of de afstand van minimaal 6 m tussen de op te richten bebouwing en de garage voldoende is. Er is een vergelijking gemaakt tussen de afstand van parkeervakken die tegenover elkaar gelegen zijn op een parkeerterrein. Daaruit blijkt dat in het algemeen deze afstand kleiner is (iets meer dan 5,5 m) dan de nu aangegeven 6 m. Kortom de afstand van 6 m is geen ongebruikelijke afstand en moet voldoende ruimte bieden om een auto in te parkeren.
16 Aanvullend wordt opgemerkt dat met de projectontwikkelaar contactueel is vastgelegd dat de afstand tussen de garage en de nieuw op te richten bebouwing minimaal 6 m moet bedragen. 11. In het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” heeft de betreffende strook de bestemming “Verkeerdoeleinden” met de nadere aanduiding ‘verblijfsgebied’. Specifieke mogelijkheid tot het aanplanten van groen is in deze nadere aanduiding niet opgenomen. In het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” heeft de betreffende strook de bestemming “Verkeer – Verkeersverblijfsgebied”. Binnen deze bestemming is het toegestaan groen te planten. Bij de revitalisering van de dorpskern van Moerkapelle is een afweging gemaakt tussen groen en nieuw te realiseren bebouwing. De nadruk heeft gelegen op het laatste, namelijk de nieuw te realiseren bebouwing om het aanzicht van de kern te verbeteren en de levendigheid in het dorp te herstellen. Gezocht is echter ook naar een mogelijkheid om het groen dat hiervoor moet wijken, zo gering mogelijk te laten zijn. Voor het realiseren van het project worden twee bomen gekapt (waarvoor geen kapvergunning vereist is) en eventueel laag groen. In overleg met de projectontwikkelaar zal een nieuw inrichtingsplan voor de omgeving worden opgesteld. Omwonenden zullen hierbij worden betrokken. Daarbij zal overwogen worden of het groen deels gecompenseerd zou kunnen worden op onderhavige locatie of elders in het openbaar gebied. Ook het nu nog ontoegankelijke gebied achter de kerk zal bij deze herinrichting worden betrokken. 12. Deze zienswijze ziet niet op planologische aspecten en is in het kader van deze bestemmingsplanprocedure dan ook niet relevant. Wel wordt verwacht dat de overlast tussen het perceel van reclamant en het nieuw te bouwen verenigingsgebouw beperkt zal zijn. 13. Bij de revitalisering van de kern van Moerkapelle is een afweging gemaakt tussen het handhaven van de huidige situatie (hetgeen als niet wenselijk wordt gezien) en het revitaliseren van de kern. Hierbij is een afweging gemaakt tussen nieuwbouw en eventueel te verdwijnen parkeergelegenheden. Het verdwijnen van de parkeergelegenheid wordt elders gecompenseerd. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de Dorpsstraat. Daarnaast vindt nog een uitbreiding van de parkeercapaciteit plaats achter de nieuw te realiseren supermarkt aan de Dorpsstraat. Het is dus juist dat een aantal parkeerplaatsen zal komen te vervallen wanneer het verenigingsgebouw gerealiseerd zal worden. Gezocht zal worden naar alternatieven in het openbaar gebied om deze parkeerplaatsen te compenseren. Aandachtspunt hierbij is dat rekening moet worden gehouden met het feit dat de parkeernorm voor het realiseren van parkeerplaatsen bij nieuwbouw in een dorpskern vele malen lager is dan dat dit het geval is bij nieuwbouw gelegen buiten de kern. De reden hiervoor is dat het heel moeilijk is om binnen een kern nieuwbouw te realiseren en het aantal parkeerplaatsen tegelijkertijd te laten toenemen. 14. Ten aanzien van het planschade verzoek wordt voor een nadere beantwoording verwezen naar de reactie zoals deze verwoord is onder nummer 5 van de beantwoording van deze zienswijzen van reclamant. CONCLUSIE 1. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 3. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 4. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 5. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 6. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 7. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 8. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 9. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 10. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan.
17 11. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 12. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan.
Nummer Nummer gemeente R11 I11.005550
Datum indiening
Datum binnenkomst gemeente
28 juni 2011 28 juni 2011 KORTE WEERGAVE REACTIE 1. Voor het perceel Julianastraat 2 is de rooilijn teruggelegd. 2. Op grond van het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” is het mogelijk om een tweede woning op het perceel te bouwen. Als voorbeelden worden aangehaald de woningen aan de Oranjestraat 19a, 19b, 25a, 29, 31a, 33, 33a en 37. 3. Reclamant is van mening dat verwijzen naar de beleidsregels van de Oranjestraat ten aanzien van het bouwen van vrijstaande woning niet opgaat voor het perceel Julianastraat 21. 4. Gevreesd wordt dat de “driehoek” tegenover het perceel Julianastraat 21 voor andere doeleinden gebruikt wordt dan dat is toegestaan, zoals bijv. laden en lossen van vrachtwagens. REACTIE VAN GEMEENTEWEGE 1. Op de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan is de kadastrale ondergrond zichtbaar, maar deze is niet maatgevend voor een bepaalde bestemming. In de bebouwingsmogelijkheden die voor het perceel Julianastraat 2 gelden zijn geen wijziging aangebracht. 2. In het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” zijn geen bouwvlakken opgenomen. Het is dus mogelijk om op het perceel een tweede woning te bouwen, mits dit perceel groot genoeg is. Voorwaarden voor het realiseren van deze tweede woning zijn opgenomen in artikel 11 lid 3 onder e van dit bestemmingsplan. Deze bestemmingsplanbepaling bepaalt: ‘In het geval van nieuwbouw of vernieuwbouw van woningen dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen: - de voorgevel van het hoofdgebouw dient evenwijdig aan en binnen een afstand van ten hoogste 3 m uit de bestaande voorgevelrooilijn te worden geplaatst; - de diepte van het hoofdgebouw mag voor vrijstaande woningen, gemeten vanuit de bestemmingsgrens, ten hoogste 12 m bedragen; - de afstand van woningen tot de zijerfgrens moet voor vrijstaande woningen ten minste 3 m bedragen’. Voor het perceel Julianastraat 21 te Moerkapelle is de bestemming “Wonen” opgenomen. Op grond van deze bestemming is het slechts mogelijk om een woning te realiseren die gesitueerd is binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak. Reclamant verzoekt de bestemming van zijn perceel te wijzigen in de bestemming “Wonen – 1” omdat naar mening van reclamant deze bestemming beter invulling geeft aan de bebouwingsmogelijkheden die hij op grond van het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” had. Ingestemd wordt met deze bestemmingswijziging. Ten aanzien van de aangegeven nummers wordt opgemerkt dat voor de percelen Julianastraat 25, 25a, 33a, 37 en 37a een vergunning is afgegeven met als toetsingskader het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle”. Deze situaties zijn niet een op een te vergelijken met onderhavig verzoek omdat sprake is van ofwel de realisatie van een twee-onder-een kap en/of een breder/groter perceel dan in onderhavige situatie. Voor de overige percelen kan worden opgemerkt dat voor deze percelen vergunningen zijn afgegeven die onder een ander planologisch regiem zijn afgegeven (niet ten tijde van het van kracht zijn van het bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle”). 3. De uitgangspunten zoals deze zijn opgenomen in de bestemming “Wonen – 1” (artikel 16) van het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp” zijn afkomstig van het
18 bestemmingsplan “Dorpsgebied Moerkapelle” (artikel 11 lid 3) en nader aangevuld met de beleidsuitgangspunten voor het project “Oranjestraat” te Moerkapelle. Deze beleidsuitgangspunten zijn vastgelegd in het wijzigingsplan “locatie Oranjestraat” dat door het college van de voormalige gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle is vastgesteld op 8 september 1998 en bij recht zijn opgenomen in artikel 16 (Wonen – 1) van onderhavig bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp”. 4. Bij het parkeerterrein gelegen aan de Julianastraat is een verkeersbord geplaatst dat aangeeft dat het op deze parkeerplaats verboden is om vrachtwagens te parkeren. Tevens is er onder het verbodsbord nog een bord geplaatst dat aangeeft dat het verboden is om op deze parkeerplaats grote voertuigen te parkeren. Voor het voorkomen van hinder op deze parkeerplaats biedt de APV en de Wegenverkeerswet voldoende handvatten. Het is niet mogelijk om dit zo specifiek te regelen via het bestemmingsplan. CONCLUSIE 1. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 2. Deze reactie geeft aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 3. Deze reactie geeft aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan. 4. Deze reactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het bestemmingsplan.
19
3.
NOTA VAN WIJZIGING
Opeenvolgend de uit de Nota van Beantwoording voorkomende wijzigingen in het bestemmingsplan “Moerkapelle Dorp”. De wijzigingen zijn geordend naar wijziging op de toelichting, de regels en de verbeelding en ambtshalve wijzigingen.
3.1 Plantoelichting 3.1.1
Naar aanleiding van zienswijzen R1: In het milieukundig advies is het hoofdstuk over de externe veiligheid geactualiseerd evenals tabel VIII. R1: De omschrijvingen van de bestemmingsplanregels zoals opgenomen in hoofdstuk 6 zijn aangepast. De regels 20 en 21 zijn samengevoegd tot één nieuwe regel zijnde de dubbelbestemming “Gas-Leiding” en de bestemming “BedrijfGasontvangstation” is toegevoegd. Deze bestemmingsplanregels zijn aangepast aan de hand van een tekstvoorstel van de Gasunie. R5: Zowel de milieuparagraaf als het milieuadvies zijn aangepast en ontbrekende tabellen zijn alsnog opgenomen.
3.1.2
Ambtshalve wijzigingen Bij nadere bestudering van de toelichting is wenselijk en noodzakelijk gebleken dat de toelichting op enkele punten wijziging danwel aanvulling behoeft. Voor de locatie van de supermarkt is reeds een vergunning/vrijstelling verleend. Om deze reden wordt het plan niet meer aangemerkt als een nieuwe ontwikkeling die in dit bestemmingsplan planologisch mogelijk wordt gemaakt en is deze ontwikkeling als dusdanig uit de toelichting (van het bestemmingsplan alsmede de milieuparagraaf) gehaald. De milieuparagraaf is geactualiseerd en aangepast waarbij rekening is gehouden met tussentijdse wijzigingen in de milieuwetgeving danwel in de ontwikkelingen zoals deze in het plan verwerkt zijn. Als bijlage bij de milieuparagraaf is tevens het besluit hogere waarden Wet geluidshinder, Moerkapelse Zijde hoek Dorpsstraat te Moerkapelle gevoegd. Tot slot zijn nog enkele tekstuele verbeteringen doorgevoerd om de leesbaarheid van het document te verbeteren.
3.2 Planregels 3.2.1 Naar aanleiding van zienswijzen R1: De regels 20 en 21 zijn samengevoegd en aangepast aan de formulering van de Gasunie. R1: Er is een bepaling aan de regels toegevoegd waarin is opgenomen dat bij het bouwen van bouwwerken binnen de belemmeringstrook vooraf schriftelijk advies dient te worden ingewonnen bij de leidingbeheerder. R1: Er is een regel toegevoegd omtrent het gasontvangstation (bestemming “BedrijfGasontvangstation). R4: In de regels is een maatbestemming opgenomen voor het achterste deel van het perceel Moerkapelse Zijde 38 zijnde de maatbestemming betrekking hebbende op een machinebedrijf. R5: De SBI-code alsmede de milieucategorie zijn aangepast. R6: Er is een extra bepaling opgenomen voor silo’s ten behoeve van de opstal van
20 veevoeder, met een maximale bouwhoogte van 13 m R7: In de regels is de wijzigingsbevoegdheid van 7 grondgebonden woningen, veranderd naar 8 gestapelde woningen en is een maximale bouwhoogte opgenomen. 3.2.2 Ambtshalve wijzigingen Bij nadere bestudering van de regels is wenselijk en noodzakelijk gebleken dat de regels op enkele punten wijziging danwel aanvulling behoeven. Algemeen Er zijn regels toegevoegd aan de bestaande reeks van regels hetgeen gevolgen heeft voor de nummering en verwijzingen van de regels. De milieuzonering van de bedrijven gevestigd op het bedrijventerrein is in overeenstemming gebracht met de milieuzonering zoals opgenomen in figuur 5 en 6 van het milieurapport (artikel 5). In de volgende artikelen zijn ambtshalve wijzigingen aangebracht. Artikel 1 (Begrippen) Achter het begrip “bestemmingsvlak” (1.21) is het begrip ‘bevoegd gezag’ toegevoegd, om de leesbaarheid te verbeteren. Dit heeft tot gevolg dat de navolgende nummers vanaf het begrip ‘bijgebouw’ vernummerd zijn. Het begrip ‘overkapping’ (1.53 - een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak) is gewijzigd in de definitie “een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met een open constructie met maximaal één gesloten wand al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander bouwwerk’. Deze definitie sluit beter aan bij de situaties ter plaatse. Artikel 3 (Agrarisch) In artikel 3.3 lid a is de verwijzing gewijzigd in ‘j’ in plaats van hetgeen stond aangegeven, ‘i’ – onjuiste verwijzing. In artikel 3.3 lid b is de verwijzing gewijzigd in ‘k’ in plaats van hetgeen stond aangegeven, ‘j’ – onjuiste verwijzing. Artikel 4 (Bedrijf) Na artikel 4.1 lid h is nog een lid toegevoegd waarin vermeld wordt dat: ‘ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor’: uitsluitend een kantoor is toegestaan’. Dit lid is toegevoegd vanwege een wijziging op de verbeelding en in de bestemming. Ruimtelijk leidt deze functiewijziging niet tot problemen voor de directe omgeving (bedrijven en woningen). Er is een nieuw artikelonderdeel toegevoegd zijnde een afwijkingsregel die bepaalt dat ‘de afstand van gebouwen en overkappingen tot de perceelsgrens ten minste 1 m mag bedragen’. Dit is gedaan omdat in de huidige situatie verschillende bedrijven op een kleinere afstand van de perceelsgrens gevestigd zijn dan de in de bestemmingsplanbepaling opgenomen 3 m (artikel 4.2.1 lid g). De overige leden van dit artikel zijn, voor zover vereist, vernummerd. Artikel 5 (Centrum) Artikel 5.1 lid b is weggehaald omdat slechts horeca is toegestaan op die percelen waar dit op de verbeelding is aangegeven. De hiernavolgende leden vanaf lid c zijn vernummerd. In artikel 5.1 lid c wordt verwezen naar horeca tot en met horecacategorie 1a; ‘1a’ is gewijzigd in horecacategorie ‘1’, omdat horecacategorie 1a niet voorkomt en de Staat van Horeca-activiteiten. In artikel 5.1 lid c zijn tussen de woorden ‘categorie1(a)’ en ‘op de begane grond’ de woorden ‘van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan’ gevoegd.
21 In artikel 5.1 lid d zijn tussen de woorden ‘tot en met categorie 2’ en ‘op de begane grond’ de woorden ‘van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan’ gevoegd. In artikel 5.1 lid h is de term ‘waterhuishoudkundige voorzieningen’ toegevoegd. Deze term is per abuis niet onder lid h vermeld. In artikel 5.2 is de aanhef ‘op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels’ gewijzigd in ‘op deze gronden mag gebouwd worden met inachtneming van artikel 6 en gelden de volgende regels’. Deze bepaling is gewijzigd omdat voor de ontwikkeling Moerkapelse Zijde hoek Dorpsstraat een hogere waarde procedure is gevolgd en deze procedure is in de regels verankerd. In artikel 5.2.2 lid g is de term ‘voorgevel’ gewijzigd in ‘zij- en achtergevel’, vanwege de toetsbaarheid van de regels. In artikel 5.3 lid d is achter het woord ‘of’ het woord ‘losstaande’ toegevoegd om te voorkomen dat geen enkele reclame-uiting zou zijn toegestaan binnen deze bestemming. Nieuw artikel tussengevoegd Er is een nieuw artikel tussengevoegd waardoor het oorspronkelijke artikel 6 (Groen) en de volgende artikelen vernummerd zijn. In het nieuwe artikel 6 is de bestemming “Geluid” opgenomen waarin het volgende is bepaald: ‘Een omgevingsvergunning bouwen als bedoeld in de Wabo, voor het bouwen van een geluidsgevoelige bestemming, wordt slechts verleend indien vaststaat dat op de gevel(s) van dit gebouw (project hoek Moerkapelse Zijde – Dorpsstraat) de geluidsbelasting op de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde) ingevolge het besluit Hogere waarde, met inachtneming van de in dit besluit Hogere waarde gestelde voorwaarde(n) (kenmerk 201110190 – bijlage bij deze nota), niet overschrijdt. Deze bestemming is opgenomen om het besluit hogere waarde dat voor het project Moerkapelse Zijde – Dorpsstraat gevoerd is, te verankeren in het bestemmingsplan. Artikel 6 (Groen) In artikel 6.2 lid c is de term ‘straatverlichting’ gewijzigd in de term ‘verlichting’ om de verscheidenheid van de diverse termen (betrekking hebbende op verlichting) te uniformeren. Artikel 7 (Kantoor) In artikel 7.2.2 zijn de leden ‘g tot en met h’ vernummerd naar de leden ‘a tot en met h’. In artikel 7.2.2 lid m is de term ‘voorgevel’ gewijzigd in de term ‘zij- en achtergevel’ vanwege de toetsbaarheid van de regels. Artikel 8 (Maatschappelijk) In artikel 8.1 lid e is de verwijzing ‘horecacategorie 1a’ gewijzigd in ‘horecacategorie 1’, omdat horecacategorie 1a niet voor komt in de Staat van HorecaActiviteiten. Artikel 9 (Recreatie) In artikel 9.2 lid c is de bepaling toegevoegd ‘de bouwhoogte van verlichting bedraagt ten hoogste 6 m’ om verlichting hoger dan 3 m mogelijk te maken. Artikel 10 (Sport) In artikel 10.1 lid b is de verwijzing ‘horecacategorie 1a’ gewijzigd in ‘horecacategorie 1’, vanwege het feit dat horecacategorie 1a niet voorkomt in de
22 Staat van Horeca-activiteiten. Artikel 11 (Tuin) In artikel 11.1 sub b zijn de woorden ‘erkers en serres’ vervangen door de woorden ‘aan-/uitbouwen’. Erkers en serres zijn namelijk niet in de bouwregels van deze bepaling opgenomen. In artikel 11.4 de aanhef is lid b toegevoegd. De aanhef luidt nu: Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 onder a en b ten aanzien van het realiseren ……. Artikel 13 (Verkeer – Verblijfsgebied) In artikel 13.2 is tussen de leden a en b een nieuw lid gevoegd met de woorden: ‘de bouwhoogte van verlichting bedraagt ten hoogste 6 m’, om verlichting hoger dan 3 m mogelijk te maken. In artikel 13.2 lid b is het woord “overige” tussen de woorden ‘bouwhoogte van’ en ‘bouwwerken, geen gebouwen’ gevoegd. Artikel 15 (Wonen) In artikel 15.2.1 lid e onder 2 is het percentage van de breedte van de dakkapel aangepast naar 80% in plaats van 85%. Deze aanpassing is doorgevoerd om aan te sluiten bij de uitgangspunten zoals deze zijn opgenomen in de welstandsnota (welstandsnota Zevenhuizen – Moerkapelle) ten aanzien van dakkapellen. In artikel 15.2.2 onder f is het woord ‘bouwhoogte’ gewijzigd in het woord ‘goothoogte’, de bepaling luidt: ‘de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m’. Op deze manier wordt aangesloten bij de andere bestemmingsplanregels betrekking hebbende op (de diverse vormen van) wonen. Na artikel 15.2.2 lid f is een lid toegevoegd dat luidt: ‘de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4 m’. Op deze manier wordt aangesloten bij de andere bestemmingsplanregels betrekking hebbende op (de diverse vormen van) wonen. De leden na artikel 15.2.2 lid f worden vernummerd. In artikel 15.2.2 onder h is het woord ‘voorgevel’ gewijzigd in de woorden ‘zij- en achtergevel’ vanwege de toetsbaarheid van de regels. Artikel 16 (Wonen – 1) Artikel 16.2.1 lid b is gewijzigd in de woorden: ‘de voorgevels van hoofdgebouwen worden ten hoogste 3 m uit de aanduiding ‘gevellijn’ gebouwd’. Deze wijziging is aangebracht om aan te sluiten bij de stedenbouwkundige uitgangspunten behorende bij deze vorm van bebouwing (vrijstaand of twee-onder-een-kap) die bij recht zijn vastgelegd in het wijzigingsplan Oranjestraat. Artikel 16.2.1 lid f is aangepast. De woorden ‘ten hoogste’ zijn vervangen door de woorden ‘ten minste’. Deze wijziging is aangebracht om aan te sluiten bij de voornoemde stedenbouwkundige uitgangspunten behorende bij deze vorm van bebouwing (vrijstaand of twee-onder-een-kap). Artikel 16.2.1 lid d is aangevuld met de woorden “tenzij anders vermeld op de verbeelding”, omdat niet alle percelen met deze bestemming deze goothoogte hebben. In artikel 16.2.1 is een nieuw lid opgenomen waarin het volgende is bepaald: ‘De goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien: 1. de dakkapel wordt geplaatst in het dakvlak; 2. de breedte van dakkapellen aan de voor-, zij- en achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 80 % van het dakvlak bedraagt’. Deze bepaling is toegevoegd om dakkapellen (die niet vergunningsvrij zijn) in de diverse dakvlakken mogelijk te maken.
23 De leden d tot en met f van artikel 16.2.1 zijn vernummerd vanwege een tussengevoegd lid. In artikel 16.2.2 lid c is tussen de woorden ‘de goothoogte’ en ‘aan- en uitbouwen bedraagt’ het woord ‘van’ gevoegd. In artikel 16.2.2 onder g is het woord ‘gevel’ gewijzigd in ‘zij- en achtergevel’, vanwege de toetsbaarheid van de regels. Artikel 17 (Wonen – 2) In artikel 17.2.2 lid f is het woord ‘bouwhoogte’ gewijzigd in ‘goothoogte’. Deze wijziging is aangebracht vanwege de uniformiteit van de bepalingen betrekking hebbende op diverse vormen van wonen. In artikel 17.2.2 is na lid f een lid toegevoegd dat luidt: ‘de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4 m’. Deze toevoeging is aangebracht vanwege de uniformiteit van de bepalingen betrekking hebbende op (de diverse vormen van) wonen. In artikel 17.2.2 is lid g verwijderd, omdat deze niet van toepassing is binnen de bestemming “Wonen – 2”. In artikel 17.2.2 lid h is het woord ‘voorgevel’ gewijzigd in de woorden ‘zij- en achtergevel’ vanwege de toetsbaarheid van de regels. In artikel 18.2.2 lid g is het woord ‘gevel’ gewijzigd in de woorden ‘zij- en achtergevel’ vanwege de toetsbaarheid van de regels. Artikel 18 (Wonen – 3) Na artikel 18.2.1 lid f is een lid toegevoegd dat luidt: ‘De goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien: 1. de dakkapel wordt geplaatst in het dakvlak; 2. de breedte van dakkapellen aan de voor-, zij- en achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 80 % van het dakvlak bedraagt’. Deze bepaling is toegevoegd om dakkapellen (die niet vergunningsvrij zijn) in de diverse dakvlakken mogelijk te maken. Artikel 29 (Algemene wijzigingsregels) Artikel 29.2 zijn de woorden ‘bestemmingen Tuinen en’ en de woorden ‘artikelen 11’ toegevoegd, waardoor de bepaling komt te luiden: ‘Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding ‘Wrozone – wijzigingsgebied – 1’ te wijzigen in de bestemmingen Tuinen en Wonen zoals genoemd in de artikelen 11 en 15, het inachtneming van de volgende regels:…….’ In artikel 29.5 is een extra voorwaarde opgenomen die luidt: ‘sprake is van algehele bedrijfsbeëindiging ter plaatse’. Deze bepaling is extra opgenomen om te voorkomen dat het bedrijf ter plaatse wordt voortgezet terwijl gebruik wordt gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid. Artikel 29.6 Wro-zone – wijzigingsbevoegdheid – 5 is uit de planregels gehaald, omdat deze wijzigingsbevoegdheid rechtstreeks op de kaart is opgenomen. Artikel 31 (Slotregel) In dit artikel is de volgende zinsnede toegevoegd: ‘Vastgesteld door de gemeenteraad van Zuidplas op 3 november 2011. De griffier P. van Vugt, de voorzitter K.G.J. Kats’. Bijlagen bij de regels De Staat van Inrichtingen is gewijzigd ten aanzien van de milieucategorieën.
24 3.3 Verbeelding 3.3.1 Naar aanleiding van zienswijzen R1: Op de verbeelding is de gastransportleiding, de afsluiterschema’s en het gasontvangstation aangepast. R1: Op de verbeelding is de belemmeringzone langs de gastransportleidingen, afsluiterschema’s en het gasontvangstation aangepast. R1: Op de verbeelding is de bestemming “Bedrijf-Gasontvangstation” toegevoegd. R2: Op de verbeelding is de dubbelbestemming “Waterstaat-Waterkering” aangepast. R4: Op de verbeelding is voor het achterste deel van het perceel Moerkapelse Zijde 38 een maatbestemming opgenomen betrekking hebbende op een machinebedrijf. R7: Op de verbeelding is het aantal te realiseren woningen gewijzigd van 7 naar 8. R11: Op de verbeelding is de bestemming “Wonen” gewijzigd in de bestemming “Wonen – 1” en is het bouwvlak van het perceel Julianastraat 21 gehaald. 3.3.2 Ambtshalve wijzigingen Bij nadere bestudering van de verbeelding is wenselijk en noodzakelijk gebleken dat de verbeelding op enkele punten wijziging danwel aanvulling behoeft. Voor het perceel Westland 22 is voor de gehele voorgevel een voorgevelrooilijn opgenomen. Deze voorgevelrooilijn is opgenomen vanwege de toetsbaarheid van de regels. Voor het bouwplan Eersteling (Hollevoeterlaan) is voor drie bouwvlakken de bestemming gewijzigd naar ‘Wonen – 2’ in plaats van ‘Wonen’. Deze wijziging is aangebracht omdat de bebouwingsregels beter aansluiten bij de ter plaatse gerealiseerde bebouwing. Voor het bouwplan Beth San (Hollevoeterlaan) is voor het gedeelte van het plan dat gelegen is tegenover de “Schapenweide” de bestemming gewijzigd naar ‘Wonen – 2’ in plaats van ‘Wonen’. Deze wijziging is aangebracht omdat de bestemming “Wonen – 2” beter aansluit bij de bebouwingsmogelijkheden voor dit perceel. De tuin behorende bij woning Kerklaan 12 is qua bestemming gewijzigd van ‘Maatschappelijk’ naar ‘Wonen’. Deze bestemming is gewijzigd omdat de woning (pastorie) verkocht wordt met bijbehorende tuin. Onder de bestemming “Maatschappelijk” is het niet mogelijk om in de tuin bebouwing (bijv. een schuurtje) op te richten omdat dit alleen maar mogelijk is indien deze bebouwing ten dienste van de bestemming “Maatschappelijk” wordt opgericht, hetgeen dus niet het geval is. Voor het perceel Moerkapelse Zijde 40 is de op de verbeelding opgenomen ‘wijzigingsbevoegdheid 5’ gewijzigd in twee bouwvlakken. Deze wijziging is aangebracht omdat woonbebouwing rechtstreeks is bestemd. Perceel Bredeweg 53 is gewijzigd van de bestemmingen “Wonen” en “Tuin” naar de bestemming “Bedrijf” met de nadere aanduiding “kantoor” voor de op het perceel aanwezige bebouwing. Deze wijziging is aangebracht naar aanleiding van een door de initiatiefnemer ingediend principeverzoek (nummer …...) In de legenda en op de verbeelding zijn de bedrijven (Dorpsstraat 26, Raadhuisstraat 40, Kerkstraat achter het bedrijf van Ottevanger (Moerkapelse Zijde 32)) die op de verbeelding staan aangeduid als ‘horecacategorie 1a’ gewijzigd naar ‘horecacategorie 1’ vanwege het ontbreken van categorie 1a in de Staat van Horecaactiviteiten. De bedrijven gevestigd op het bedrijventerrein zijn qua milieuzonering op dezelfde wijze op de verbeelding weergegeven als hetgeen aangegeven in figuur 5 en 6 van het algemene deel van het milieurapport.
98
_______________________________________________________________________________________________________________ 226.14261.00 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg