2009 Bijbels Mensbeeld
J Maliepaard en Chr. Steyn
Mei 2009
Pagina 2 van 34
Inhoudsopgave Inleiding:
Pagina 3, 4
Deel A. Schepping
Pagina 5- 12
Deel B. Zondeval
Pagina 13-20
Deel C. Verlossing
Pagina 21-29
Deel D. Verheerlijking
Pagina 30-34
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 3 van 34
Bijbels Mensbeeld INLEIDING We vinden verschillende mensbeelden in de Bijbel. De mens wordt soms als een twee-eenheid gezien, vooral in het O.T.: hart/ziel en lichaam,(Zie ook Deut. 6:5). Hart is de aanduiding van de wortel van zijn menszijn, ziel ziet op de totaliteit daarvan en kracht geeft aan de openbaring van zijn menszijn in alle acties soms als levende ziel
maar ook als een drie-eenheid (N.T.): ziel, geest en lichaam. (Zie 1 Thess.5:24).
Luther gebruikt het tabernakel model om deze drie-eenheid weer te geven. Na de zondeval is deze drie-eenheid verbroken en kan slechts hersteld worden door de Drie-enige God. 1. Ziel: is de plaats waar over het algemeen het verstand, de wil en emoties, (gevoelens) gesitueerd wordt. 2. Lichaam: is de plaats van de vijf zintuigen en tempel van de Heilige Geest. 1 Kor 6: 19. 3. Geest: is de plaats waar het geweten geplaatst wordt, waar de Heilige Geest woont. De geest stelt mensen in staat om in contact te komen met zijn Schepper. Rom. 8:14-16. Zie ook Gen 2:7, Pred. 12:7, Joh 4:24 en 1 Kor 6: 17. Deze driedeling heeft het voordeel dat alles inzichtelijker is geworden. Het grote nadeel is dat het de mens opdeelt in hokjes i.p.v. het als een eenheid (heelheid) te beschouwen. We beseffen dat de Bijbel zelf deze onderscheiding maakt en dat daarom deze driedeling door velen in de praktijk van het leven wordt gehanteerd. Daar is op zich niets op tegen als dit schema wordt gebruikt om zaken te onderscheiden, maar niet te scheiden. Toch blijf je wel zitten met de vraag of bijv het verstand nu alleen gesitueerd is in de ziel, of ook bij de geest geplaatst moet/mag worden. Etc. Kortom, er is een gevaar dat ziel en lichaam en geest van elkaar worden gescheiden. Deze onderscheiding zal bruikbaar zijn als ze niet naast elkaar maar als eenheid, als concentrische cirkels gebruikt worden. Wij willen in deze studie dit concept uitbreiden en zoeken naar een nog werkbarder constructie die aan het holistische mensbeeld recht doet.
We doen dit vanuit een Bijbels-Joods denken. Juist die woorden die door God in zijn woord aan het mensbeeld zijn verbonden, als beeld en gelijkenis zullen we nader bekijken en uitwerken. Dat vraagt van de geïnteresseerde lezer iets meer concentratie, maar volgens ons loont dat de moeite. Wij willen onze gedachten onderbouwen vanuit juist die bijbelse noties.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 4 van 34
Wij willen nagaan in deze studie wat het bijbels mensbeeld achtereenvolgens betekent voor de schepping van de mens, de zondeval, zijn verlossing en verheerlijking. Om daaruit lijnen te trekken die voor de dagelijkse praktijk van belang zijn. We hebben voor deze benadering gekozen, omdat ook in de gezondheidszorg wordt gewerkt met een mensbeeld, dat door het Griekse denken ons is aangereikt en waarbij ons inziens zaken als geloof nauwelijks aan de orde komt.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 5 van 34
DEEL A: SCHEPPING Alle levende wezens behalve de mens schiep God naar hun aard. Gen. 1:21, 24,25. Echter van de mens Adam ( van Adamah = rode aarde) wordt gezegd dat God hen schiep naar Zijn beeld: ”Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis.” Gen 1:25,27. De aard van de mens ligt dus verankerd in Gods beeld en gelijkenis. Uit het Nieuwe Testament leren we dat God door de Zoon de gehele schepping inclusief de mens tot stand gebracht heeft. Alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen. Zijn bestaan met het oog op Hem, de Zoon. (Kol 1:15-17) Bij de uitwerking van het mensbeeld zal dat meegenomen moeten worden. De mens is geschapen naar het beeld en de gelijkenis van de drie-enige God. Vader Zoon en Geest. Zijn bestaan is daarom slechts een waar leven als zijn aard, zijn essentie, zijn roeping wordt door en gericht is op God de Vader, en Heilige Geest. God de Vader en onze schepping en zondeval, God de Zoon en onze verlossing, God de Heilige Geest en onze vernieuwing.
De aanduiding naar zijn beeld en gelijkenis onderscheidt de mens dus van alle andere schepselen Gods. Dat wordt duidelijk o In de vooraankondiging van Gods scheppingsdaad God zegt tegen zichzelf:
Laat ons mensen maken, naar ons beeld, als onze gelijkenis, (Gen 1:26) Dat lezen we bij geen enkele andere scheppingsdaad. God gaat dus iets bijzonders doen. Zie 1.1. o In het hebben van een eigen persoonlijkheid en eigen identiteit. Wel zijn we allen naar datzelfde beeld geschapen, maar geen replica van elkaar. Seth was geen replica van Adam (etc) Dat geeft de grootheid van God weer. o In de vertrouwelijke relatie waartoe hij gesteld is met God en met elkaar. Hij is geschapen om voor Gods aangezicht te leven. Voorts geeft de uitdrukking naar zijn beeld en gelijkenis een onderscheid aan tussen a. de mens aan de ene kant en God; de mens is dus niet God (Zie Ps 8:6: Gij hebt
hem bijna goddelijk gemaakt) b. maar ook tussen de mensen en alle andere schepselen. De mens is daardoor ook geen dier. ( Gen 1:26ev) Deze gedachte is wezenlijk als straks de zondeval ter sprake komt. God is volmaakt en Hij heeft ook de mens volmaakt geschapen. Niet als God, maar als mens. Want er kan gedacht worden dat de mens niet volmaakt was bij zijn schepping. En de mens dus moet werken aan zijn volmaaktheid. Dit zou dan een bewijs zijn tegen de scheppingsleer en voor de evolutieleer.
Het in het Hebreeuws gebruikte woord voor Beeld is: ‘Zelem’. Gen 1:26ev. Het uniek zijn van de mens, waarnaar dit woord verwijst komt tot uiting in de volgende gebieden: 1. DE AARD VAN DE MENS 1.1.
Dienaar.
De genoemde vooraankondiging van de schepping van de mens onderscheidt hem dus van alle andere schepselen. De mens is ’t laatst geschapen als kroon op de Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 6 van 34
schepping en om te heersen namens God over de schepping. Als heer van de schepping krijgt hij hierbij een extra zegen, zie ook 1:22. Het is vermeldenswaardig dat ook de vrouw hierbij genoemd is. Als rentmeester van Gods goede schepping is de mens geroepen om als koning zich dienend op te stellen om juist hoopvolle dingen te doen. Hoop te geven. Rechtvaardige dingen te doen; wat God rechtvaardig vindt. Dat betekent tevens te strijden tegen alles wat verkeerd is, de hoop wegneemt en wat doet twijfelen aan de toekomst. 1.2. Wegwijzer. God schiep alles en telkens lezen we: En zie, het was goed. Na de schepping van de mens lezen we dit niet direct. Pas aan het eind van het scheppingsverhaal lezen we dat het zeer goed was. Dat wil niet zeggen dat God de mens niet volmaakt als mens geschapen heeft. Want juist in het volmaakte ligt de mogelijkheid om tegen God te kiezen. De mens is immers geen robot, om rücksichtslos te gehoorzamen, maar om in liefde voor Zijn Schepper te leven. Een Joodse verklaring voor het ontbreken van de woorden, en zie het was goed is, dat de mens met een vrije wil geschapen is, om te kiezen tussen goed en kwaad. Gen 2:17. Uit Gen 6:5 blijkt dat de mens in alle delen verkeerd gekozen heeft. Hij is niet trouw gebleven aan God en aan Zijn Woord en heeft de kennis die God hem had gegeven door de leugen laten overwinnen. De overleggingen van zijn hart zijn sinds de zondeval te allen tijde boos. God riep de mens om te kiezen voor het goede. Deut. 30:15 (Dat was zijn verantwoordelijkheid ) Hij wordt geroepen om gelovend kennis van het goede te krijgen, de goede weg te wijzen, te kiezen en die ook trouw te gaan. Hij mag gids zijn, wegwijzer voor anderen en voor de wereld in welke God hem geplaatst heeft. Kol 3:10b
1.3. Relatiebouwer. God wilde dat de mens de kennis van goed en kwaad aan Hem zou overlaten. Kennis is dan het eten en genieten van de vrucht der kennis van goed en kwaad en daarmee het inzicht krijgen in de kennis van goed en kwaad. De mens heeft echter in alles de kennis van zowel goed en kwaad, aan den lijve ondervonden, door het eten van de vrucht. Hij leeft erin, geniet ervan (het is een lust voor de ogen). Maar deze kennis betekende wel de dood. Eten van deze boom was en is de dood en betekende tegelijk ’t niet (meer mogen) eten van de boom des levens: Als de mens toe niet van de boom van goed en kwaad had gegeten, zou dus leven betekenen. In beginsel was de mens geschapen om als relatiebouwer in deze wereld te staan en is daartoe nog steeds geroepen. In relatie met God, met zichzelf en met de ander. Hij is geroepen om in liefde daar vorm aan te geven. Heilige liefde omdat zijn liefde wordt bepaald door agape-liefde (basisliefde) en niet door zelfzuchtige, de mens vernietigende liefde. De mens werd dus geschapen om
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 7 van 34
1.3.1. in afhankelijkheid van God te leven, om in relatie met Hem God te volgen, te gehoorzamen en Hem te laten bepalen wat goed en kwaad is voor zijn leven. Hij mag nederig wandelen met zijn God. 1.3.2. niet in onafhankelijkheid zelf zijn weg gaan en in ongehoorzaamheid zelf het alles te onderzoeken en uitvinden.
2. DE ESSENTIE VAN DE MENS 2.1 De mens als beeld van God. Zie ook Luk 11:13, 2 Kor. 3:16 In het N.T. Grieks wordt het woord Zelem vertaald met ‘eikoon, (beeld), zie ook Kol. 1:15, 2 Kor 4:4, waar het van Christus Jezus gezegd wordt. Hij is het beeld van God. Dit zelfde woord wordt in de Hebreeuwse vertaling van het N.T gebruikt voor het woord ‘afdruk’ (van zijn wezen) in Hebr. 1:3. In Hebr. 1:3 wordt Christus aangeduid met de woorden: afstraling van zijn heerlijkheid (sjechina) en afdruk van zijn wezen.
In het Grieks staat er dan: ‘charakter tes hupostaseoos.’ In het Hebreeuws: Zohar kaboodo – afstraling van zijn heerlijkheid (sjechina) weZelem Panaaw: en Beeld van Zijn Aangezicht/Innerlijk. 2.1.1 Heerlijkheid: Het woord heerlijkheid duidt Gods inwoning of tegenwoordigheid aan temidden van Zijn volk (Ex. 34:5 Een andere aanduiding voor heerlijkheid is de afstraling of glans van God (ziv?) De mens is als beelddrager Gods een levende ziel. Hij mag Gods heerlijkheid laten zien. Zoals in de Aaronitische zegen er gesproken wordt over Gods aangezicht, zo mogen we ook zeggen dat de mens Gods Aangezicht weerspiegelt in genade, vrede en liefde. Daarom is de mens als beelddrager Gods naast uniek ook beschermwaardig. Wie een mens doodt, wie het bloed van een mens vergiet, die schendt daarmee niet alleen een ander mens, maar hij schendt ook Gods beeld in die ander. Gen 9:6. Dat roept om een rechtvaardige vergelding.
2.1.2 Afdruk: Hiermee wordt aangeduid het recht dat God op ons heeft. Hij is eigenaar, bezitter van ons als mensen. Het woord afdruk wordt gebruikt voor iets dat afgedrukt wordt door een model, zoals een munt. Dat geeft aan wie eigendom is van die munt (Bij de vraag naar het betalen van belasting door Jezus: vis met een muntstuk in zijn bek. Op het muntstuk het beeldenaar van de keizer. Wie is eigenaar? Jezus: Geeft des keizers wat des keizers is)
Hier gaat het om twee zaken: eigendom en heerschappij over. God wil Zijn karakter in ons zien. Wij zijn een afdruk van Hem.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 8 van 34
2.1.3 Identiteit: Volgens de apostel Petrus ontleent de mens zijn identiteit aan 5 dingen. 1 Petrus 2:9,10 Van wie is hij Wie is hij Waar komt hij vandaan Waar gaat hij naar toe Wat is nu zijn status · · ·
· ·
God schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis. Hij schiep hem om als vrij mens te leven voor Gods aangezicht. De mens is naar Gods beeld en gelijkenis geschapen. Bijna goddelijk Ps 8. Hij is als mens de kroon op Gods schepping. De mens komt bij God vandaan. God sprak en het was er, Hij gebood en het stond er Ps 33:6,9. God vormde de mens van het stof der aarde, maar blies de levensadem in zijn neus (Gen 2:7) Zijn lichaam is uit de aarde, zijn leven is uit God De mens kreeg een opdracht om de aarde te bewerken en bewaren, om deze te onderwerpen en om vruchtbaar en talrijk te zijn. Zijn status voor God was heilig, koninklijk en priesterlijk, uitverkoren als kroon van de schepping en Gods eigendom. God is vader, Creator van al het leven
2.2. De mens als Gods gelijkenis God schiep de mens naar Zijn gelijkenis. Het woord ‘gelijkenis’ vinden we in twee talen terug in de bijbel: · Hebreeuws: Damooth. Dit woord geeft de afkomst van de mens aan. Het betekent: kopie, afbeelding, gelijkenis, zie 2 Kon 16:10, 2 Kron. 4:3, ook gestalte: Ez. 1:10,28. Rasji (een bekende Joodse wetgeleerde) ziet dit woord waarmee uitgedrukt wordt het Beeld Gods als een tussenvorm tussen God en mens. Dit houdt verband met het feit dat de Joden geloven dat God het ontoegankelijke licht bewoont en dat als God naar buiten treedt, Hij dat doet d.m.v. 5 geschapen wezens (Hypostasenleer). Deze tussenvorm zou daarmee verband houden. Het woord Damooth komt van de stam Damah = gelijk zijn. God wilde de mens maken naar de gestalte van Hem, die Hij vertoont als Hij zich laat zien. · Grieks: homoiousin. De mens is dus naar een kopie, een afbeelding van God geschapen. Dat komt overeen met Joh 1:3ev en Kol. 1:16ev. Door de Zoon, die de afdruk(beeld) van Gods Wezen is, is de mens geschapen. Dat de mens geschapen is naar Zijn gelijkenis betekent dus re-presentatie en manifestatie. De mens is als het ware een stempel van God. Zie 1 Kor 11:7. God heeft Zichzelf uit/ afgedrukt in de rode aarde / het stof der aarde. De Eeuwige heeft Zichzelf uit/afgedrukt in de tijd. Hij heeft daarin zijn wezen laten zien, zijn innerlijk. De mens als gelijkenis van God heeft hier twee betekenissen:
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 9 van 34
2.2.1 Re-presentatie: Vertegenwoordiging, afbeelding, kopie. De nadruk valt hierbij op de mens. Dit ziet het beeld Gods vanuit de zijde van de mens. Zoals een ambassadeur een land vertegenwoordigd, zo vertegenwoordigen wij de HERE 2.2.2 Manifestatie: In de mens Jezus openbaart Gods Zichzelf. Hierbij valt de nadruk op God. God manifesteert zich in en door de door Hem geschapen mens. Zoals de mens zich voordoet en zoals hij van binnen is, is een eenheid. 2.2.3. Zingeving: De HERE God schiep de mens, met wijsheid, inzicht en kennis. Spr. 3:19. De HERE had niet nodig dat Hij de dingen van anderen leerde. Hij Zelf is de wijsheid en draagt kennis van alle dingen. Zijn begrip van het scheppingswerk was volkomen. Hij verwerkelijkte door Zijn Geest wat in zijn raad besloten was. Rom. 11:34,35, Jes. 40:13,14, Ef. 1:11, Hebr. 6:17. De mens is dus uit en tot Hem geschapen. De zin van zijn leven ligt in Zijn verheerlijking . 2.3. Implicaties De expressie van de mens in manifestatie en representatie vraagt aanvaarding en empathie . Hij wordt geroepen zichzelf maar ook de ander te aanvaarden als schepsel Gods. Zie Rom. 15. Dat brengt bij vragen als heeft de mens zichzelf aanvaard, voelt hij zich aanvaard door God en de ander. In zijn mens-zijn. Aanvaarding in het licht van Gods Woord, doel etc. Wil ik de ander naar mijn beeld en gelijkenis vormen of mag die ander zijn wie hij is. 3. DE ROEPING VAN DE MENS God heeft hem met unieke talenten en vaardigheden geschapen. In zijn ontwikkeling mag hij daar zicht op krijgen. Gods roeping stelt de mens in de ruimte van Zijn liefde en trouw. De mens is geroepen om juist daarin zijn of haar plaats in te nemen. Zijn plaats met betrekking tot God en met betrekking tot de ander. God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk. Hij schiep hem om niet alleen te zijn. Het is niet goed dat de mens alleen zij. Gen 2:18. De mens is dus een relationeel wezen. Let wel: Niet de mens vond het niet goed maar God vond het niet goed. De mens is dus geschapen om in relatie met God en met de ander te leven. God schiep man en vrouw. Hiermee wordt voornamelijk het geslachtelijke aangegeven. In Gen. 2:18 wordt het morele aangegeven.
3.1. De mens, ingebed in de Scheppingswerkelijkheid De terreinen van de totale werkelijkheid waarin de mens zich bevindt als relationeel wezen. Naar aanleiding van de reformatorische wijsbegeerte (Dr. Dooyeweerd) onderscheid dr. Chr. Steyn de volgende 12 terreinen: De mens als onderdeel van de geschapen werkelijkheid heeft een aantal aspecten:
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 10 van 34
1.
Aspect Spiritueel
Kernbegrip Geloof
2. 3.
Sociaal Wetenschappelijk
4. 5. 6. 7. 8. 9.
Linguïstisch Psychisch Esthetisch Juridisch Ethisch Lichamelijk/somatisch
10. Financieel
Sociale omgang Denken: logisch, analytisch Symbolische betekenis Gevoelsleven Harmonie Beoordeling Zorg Leven, energie, beweging, ruimte, aantal Spaarzaam
11. Technisch, Opvoedkundig 12. Milieu
Cultuurontwikkeling, vormgevende macht Benutten
Voorbeeld Wie of wat vertrouw ik voor mijn genezing Behandel ik de patiënt als persoon Gedegen onderzoek Witte jas Aanvaarding en empathie In welke entourage vindt het plaats Wat zeggen de wetten Wat is mijn motivatie om hulp te bieden Orgaanstelsels
Kwaliteitsmanagement: beter, sneller, goedkoper Gezondheidsvoorlichting over hygiëne Afvalverwerking
3.2. De mens ingebed in relatienetwerken. De relationele mens heeft een aantal netwerken (families) waarop relaties kunnen worden aangegaan. Hieraan ontleend hij voor een gedeelte zijn identiteit. In al deze relatienetwerken kan de mens zich verschillend opstellen: · Als ouder – kind · Als kind – ouder · Als volwassene - volwassene Netwerk
Beslissend element
Voorbeeld
Stam
Genetisch
Maria Verhoeven
Volk
Cultuur
Canadees
Huwelijk
Liefdescontract
Ongehuwd
Kerk
Geloofscontract
Hervormde Kerk
Natie
Burgerschap
NL
Werk
Beroep
Receptioniste
Maatschappelijk
Lidmaatschap
Sportclub
De mens is geroepen om binnen de ruimte van deze netwerken zijn plaats in te nemen. 3.3. Basisliefde De mens is geschapen om in agape-liefde uit en met God, met zichzelf en de ander te leven. De liefde tot God en de naaste is zowel gave als opgave. Het is met zijn mens-zijn gegeven en als opdracht te aanvaarden. Het kwam bij de mens in het paradijs er op aan, om in de liefde van God te blijven. Die liefde blijkt uit gehoorzaamheid in de keuzes die zij maakten. Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 11 van 34
De mens was geroepen om God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf. Matth. 22:36ev. 1 Kor 13. God had de mens bestemd om vanuit de grondhouding der liefde als gave en opgave te leven. Leven vanuit die grondhouding betekent de gezindheid van Christus te hebben (Fil 2:5ev) Naast iemand staan en zijn leven te delen (solidariteit) 3.4. Basisvertrouwen De mens is geschapen om God in alles te vertrouwen. Dat basisvertrouwen komt o.a. tot uiting door God te laten uitmaken wat goed en kwaad is in zijn leven en dat van de ander.(Gen 2:15ev) Dat basisvertrouwen ligt ten grondslag aan de basisliefde. Als dat vertrouwen zou weggenomen worden valt ook deze liefde uiteen. (Zie Gal 5:6) 3.5 Basisgerichtheid Het grondmotief van de mens is volgens Rietkerk het verlangens van de mens. Waar is zijn begeerte op gericht? Op God en zijn woord, waarheid en leven, of maakt hij andere keuzes. De mens is geschapen om in alles op God gericht te zijn en blijven. Daar put hij zijn hoop uit.
SAMENVATTING DEEL A: SCHEPPING God schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis. Hij is beelddrager van God · · ·
om dienend hoopvolle daden te doen om gelovend een trouwe wegwijzer naar God te zijn en om in heilige liefde een ootmoedige relatiebouwer te zijn
Dat openbaart zich in het feit, dat de mens God vertegenwoordigt in alle dingen. God manifesteert Zich door hem Daarbij is een relatie tot God en de naaste onontbeerlijk Deze roeping en essentie van het menszijn geldt voor alle terreinen waarop hij zijn menszijn beleefd. (ethisch, kennis/onderwijs, financieel etc) In de relationele sfeer werkt dat door in de relationele sociale terreinen van zijn leven (de kring van familieleden, vrienden, beroep, maatschappij) Hij doet dat vanuit de allesomvattende grondhouding: de basisliefde, het basisvertrouwen, en basisgerichtheid tot God en de naaste. God Zelf is de zin van zijn bestaan. De mens is geroepen om als vrij mens voor Gods aangezicht te leven
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 12 van 34 a) In het boek Helen door te delen van drs. C.G. Geluk en drs. R. Schoonhoven, Boekencentrum, Zoetermeer, 1999, pag. 30-32, wordt er ook gebruik gemaakt van bovengenoemd mensbeeld, ziel geest en lichaam, Het geeft een goede samenvatting van de bovenvermelde stof. De volgende terreinen uitwerking wordt gegeven: · Gemeenschap: De eerste mensen leefden in volmaakte relatie met God en met elkaar · Gerechtigheid en heiligheid: Zij waren volkomen gericht op Hem, in het kennen, liefhebben, gehoorzamen, loven en prijzen van Hem (H.C) · Rationaliteit: De mens kreeg een ratio (verstand) de gave van het nadenken, redeneren, plannen maken, dingen afwegen, beslissingen nemen. Hij is verantwoordelijk voor zijn doen en laten. · Emotionaliteit: Hij ontving ook de gave van een bewust gevoelsleven, de gave om lief te hebben en om liefde te ontvangen, het vermogen om ervaringen op te doen en gevoelens te ontwikkelen. · Creativiteit: Hij werd ook versierd met de gave om vormend bezig te zijn en creatief om te gaan met wat in de schepping gegeven is. Hij kreeg het vermogen om cultuur te genereren. · Heerschappij: Als onderkoning kreeg hij de taak om te heersen over het werk van Gods handen en om heerschappij te voeren over de dieren. · Heerlijkheid: Hij werd bekleed met de glans van God. B) In vele protestantse kerken wordt de schepping van de mens in termen weergegeven als : naar het beeld van God geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid, opdat Hij zijn Schepper op de rechte wijze zou kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige zaligheid zou leven, om Hem te loven en prijzen. Ef. 4:24, Kol 3:10, 2 Kor 3:18.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 13 van 34
DEEL B: ZONDEVAL De mens is door de zonde niet staande gebleven in zijn ware mens-zijn. Het beeld van God en het geschapen zijn naar zijn gelijkenis is verdonkerd. Alleen een zwakke afschaduwing is er nog. Er is nog enig besef van God, maar de mens schept een god naar zijn eigen (denk)beelden. Zijn god moet zijn zoals de mens hem uitdenkt. Dat heeft tot gevolg dat op alle gebieden er grote veranderingen zijn opgetreden. Na de zondeval is de mens van nature geneigd zo te leven en te handelen. 1. DE AARD VAN DE MENS. 1.1 Dienaar. De mens is geroepen om dienend te heersen. Deze heerschappij over de schepping wordt door de mens verkeerd ingezet en gebruikt. Tot in de onderlinge verhoudingen van man en vrouw, broer en zus etc is de breuk doorgegaan. Kain wilde zijn broeders hoeder niet zijn maar sloeg hem dood (Gen 4). De breuk is nu ook zichtbaar in: overheersing van de ander, hoogmoed, misbruiken van de schepping louter voor eigen genot i.p.v een goed rentmeester te zijn. Hij dient niet meer de ander, maar zichzelf. Met als gevolg een wereldwijd probleem rond de milieuvervuiling. De mens gaat een hopeloze en uitzichtloze weg, hoewel optimisten denken dat ook die problemen zullen worden overwonnen. De zondeval raakt alle terreinen van het leven. 1. 2 Wegwijzer. De mens ontloopt zijn verantwoordelijkheden om een mens naar Gods beeld te zijn en in gehoorzaamheid Gods wil te doen. Hij zoekt zichzelf en eigen eer. En leeft alsof hij volledig autonoom is; aan niemand enige verantwoording schuldig (Ps. 24:1). Niet Gods woorden en wetten worden gezien als normerend voor het dagelijks leven, maar naar eigen beleving en goedvinden wordt het leven ingericht. Het ongehuwd gaan samenwonen, de gelijke behandeling van elk mens dat zich als grondrecht boven de vrijheid van godsdienst, dus boven Gods woord, stelt, zijn hiervan duidelijke voorbeelden. Gods Woord geeft duidelijke richtlijnen m.b.t huwelijk en samenwonen en noemt seksuele omgang van mensen met hetzelfde geslacht een gruwel. Maar de mens kiest andere wegen en is daardoor een onbetrouwbare wegwijzer geworden Ook zoekt de mens in toenemende mate hulp en steun in een geestelijke wereld, waar niet Gods Geest werkzaam is om mensen in de waarheid te leiden, maar waar de geest van satan (= de leugen) heerst. Voorbeelden daarvan zijn het raadplegen van waarzeggende geesten of met doden Hun levensloop wordt in de sterren gezocht. Er wordt naar wichelaars geluisterd etc. Voor God is dit een gruwel( Deut. 18:9ev). Wie zijn levenskennis zoekt bij de afgoden i.p.v. bij de ware God zal blijken een zeer onbetrouwbare wegwijzer te zijn. 1.3 Relatiebouwer. De mens koos niet voor het leven, maar voor de onafhankelijkheid, dat is de dood. Zie Gen 3:22, Rom. 6:23a. Zijn opstelling in gedachten, woorden en daden is nu onafhankelijk van wie dan ook. In plaats van een relatiebouwer te zijn en daarin met Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 14 van 34
God en de ander in liefde te leven is hij nu als een eenzaam mens op een onbewoond eiland. Hij kent God niet meer, twijfelt aan Zijn bestaan, ja God wordt soms keihard genegeerd en bespot. Met als gevolg dat de relatie naar anderen ook verbroken is. Het “ben ik mijn broeders hoeder’ van Kain, die zijn broer Abel doodsloeg (Gen 4) gaat nog steeds op.(Zie ook 2.1.1) Hij kent God, maar ook de ander en zichzelf niet meer. Niet meer zodanig zoals Hij door God bedoeld is. Gods heilige liefde had de mens bedoeld om in nederigheid voor Hem en voor de ander te leven. Waarin zaken als laster, vuile taal, leugen en bedrog, dronkenschap etc geen plaats zouden hebben. Immers dat verbreekt de relatie met God en de ander.
2. DE ESSENTIE VAN DE MENS 2.1 De mens als beelddrager Gods. Door de zondeval laat de mens wat anders zien dan een afdruk te zijn van God in liefde, kennis gerechtigheid en heiligheid. Gods Geest wijkt van hem en hij is door de zonden dood. ( Ef 2:1ev) Op al deze terreinen werkt de zonden door. De wil van de mens is gebonden door de zonden (Rom 7:13ev), zijn verstand verduisterd (Ef 2:13), en hij maakt verkeerde keuzes. (Ps 25:4,5, O.V, 3e bede). 2.1.1 Heerlijkheid. Volgens de apostel Paulus derven we (missen we) de heerlijkheid van God. Door de zonde is Gods inwoning of directe tegenwoordigheid van ons geweken. De mens laat niet meer zien dat God in hem woont. Hij weerspiegelt Gods aangezicht niet meer.
De zondeval heeft als resultaat, dat de ene beelddrager Gods zich aan de andere beelddrager vergrijpt. Al snel na de zondeval vergiet de ene mens, Kaïn het bloed van de ander, Abel; nota bene zijn eigen broer! Daarin raakt hij niet alleen de andere mens, maar raakt hij ook God in die ander. Trouwens in zowel Kaïn als beelddrager Gods en als in Abel als beelddrager Gods wordt God Zelf geraakt. Het bloed van Abel en van alle andere geboren en ongeboren mensen die door anderen onwettig is vergoten roept van de aardbodem tot God. Opvallend is dat de HERE Kaïn een teken geeft als bescherming tegenover een ieder die hem dan weer wil doden. Uiteindelijk zal God Zelf oordelen. Toch draagt deze notie nog iets anders met zich. Naast rechtvaardigheid draagt het ook de norm van barmhartigheid in zich. Hoe diep de mens ook gevallen is, waardoor er niets is dat de mens Gods gunst kan verwerven, toch ziet de HERE Zijn gave in hen aan, waardoor Hij tot liefde en zorg voor hen wordt uitgelokt (aldus Calvijn, Verklaring van de Bijbel, Genesis, blz. 222) God is naast rechtvaardig ook barmhartig, ziende op zijn eigen werk. 2.1.2. Afdruk. Elk geldstuk is geslagen aan de hand van een moedervorm. Zo is ook de mens geschapen naar Gods beeld. Na de zondeval lezen we dat de mens naar het beeld en de gelijkenis van Adam verwekt wordt. Adam verwekt een zoon naar zijn gelijkenis (Damooth) als zijn beeld (Zelem) (Gen 5: 3). Hij is nu bestempeld met het beeld en gelijkenis van de gevallen mens. In zonden ontvangen Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 15 van 34
en geboren, zegt David. Ps 51:6,7. Van een onreine kan geen reine komen. (Job 14:14). God is nog steeds eigenaar en bezitter, maar de mens heeft zich tot slaaf van een ander gemaakt. Joh 8:44/ Ef 2:2. God neemt dit niet en zet vijandschap tussen de mens en de boze. Gen 3:15 2.1.3 Identiteit De zondeval heeft ook grote gevolgen voor de menselijke identiteit. · Van wie is hij? De mens is door de zondeval een slaaf van de zonde. De boze voert nu heerschappij over hem. Joh 8:34,35, 1 Joh 3:8. Hij kan zichzelf daaruit en daarvan niet bevrijden. (Ps 130:3) Hij is een verloren mens. · Wie is hij? De mens blijft na de zondeval Gods schepsel. Weliswaar ziet de mens dat zelf niet meer zo (De dwaas zegt in zijn hart er is geen God) Toch blijft hij een voorwerp van Gods zorg en voorzienigheid. Hand 17:27,28 · Waar komt hij vandaan? Na de zondeval heeft de mens in onwetendheid de duisternis verkozen. Door de boosheid verkeert hij liever in de duisternis, dan in het licht. Gen 6:5, 8:21, Joh 3:17ev, 1 Petr. 2:9, Ef 2:1-3 · Waar gaat hij naar toe? De opdracht om de aarde te bewerken en bewaren is ook aangetast door de zonden. Hoe gaat de mens sindsdien met het milieu om. Met de dieren etc. Ook met de geboorteregeling · Wat is nu zijn status De status van de mens is onheiligheid, Hij is niet meer lid van het volk van God (zie 1 Petr. 2:10a) Hij is zonder God en zonder hoop in deze wereld, levend naar zijn eigen begeerte en hartstochten.
2. 2. De mens als Gods gelijkenis. De zondeval heeft ook het mens-zijn als Zijn gelijkenis aangetast. Hij representeert God niet meer en God kan Zich door hem niet meer manifesteren. 2.2.1 Re-presentatie : De mens representeert God niet meer in deze wereld. Hij vertegenwoordigt eerder de boze. Ambassadeur van het kwaad wordt hij. Zie het oordeel van God vlak voor de zondvloed. Te allen tijde boos. Gen 6:5 Hij is sinds de zondeval niet meer in staat om iets goeds te doen en geneigd tot alle kwaad. Jes 53:6a, Joh 3:6a, Rom 5:12,18,19. 2.2.2. Manifestatie: God kan zichzelf niet meer manifesteren door de mens. De mens ziet God eerder als een strenge Heerser, van wie niets mag, wiens Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 16 van 34
woord niet waar is en die hem (de mens) ziet als concurrent. (Gen 3:4). Door de zonde is ook het Ware Godsbeeld vertroebeld. De mens doet zich naar buiten vaak anders voor dan dat hij van binnen is. Hij heeft vaak een slecht zelfbeeld, voelt zich minderwaardig, of soms meerwaardig, maar hij ziet zichzelf niet meer als beelddrager Gods. In vele opzichten stelt hij zichzelf aan andere schepselen gelijk; de mens is bijvoorbeeld volgens de evolutieleer niet meer dan een veredelde aap. Op het gebied van de seksualiteit zien we de gevolgen van de zondeval. Seks met dieren en is daar een gruwelijk voorbeeld van. 2.2.3 zingeving: Door de zondeval werd de mens verduisterd in zijn verstand, onwetend over de werkelijke zin van het bestaan en van zijn eigen leven. Ef 2:1-3. Vragen als ‘waarom leef ik, wat is de zin van dit aardse tranendal?’, hebben de mens steeds bezig gehouden. Met name in de theologie en filosofie wordt gezocht naar zingevingvragen. De mens doorziet de loop der dingen niet meer. Door zijn onafhankelijk leven ten opzichte van Zijn Schepper komt hij tot andere dingen. Zo is uit verzet tegen de scheppingsgedachte de evolutiegedachte ontstaan. Er is geen intelligentie die achter het geheel zit. Nee, het is in de loop van miljoenenjaren vanzelf ontstaan. De mens denkt wijs te zijn door op te komen voor het eigen beschikkingsrecht van de vrouw m.b.t abortus en zelfbeschikkingsrecht ten opzichte van het beëindigen van eigen leven.
2.3 implicaties De mens heeft moeite om zichzelf en de ander te aanvaarden. Hij ziet de ander eerder vanuit de hoogte dan die ander uitnemender te achten dan zichzelf (Fil. 2:5ev). Bovendien kan hij de ander (niet meer) zien als schepsel Gods, als iemand voor wie Gods liefde er is in Christus. In zijn spreken en doen getuigt hij niet meer van God en de waarheid in woord en daad. (Jes 43:10)
3. DE ROEPING VAN DE MENS. Hoe worden de gaven/talenten en vaardigheden van de mens ingezet? Ten dienste van God en de ander of alleen maar ten dienste van zichzelf? Wat God gegeven heeft aan bezit, gaven etc wordt nu na de zondeval aangewend voor eigen genot en welzijn, ten koste van de ander.b De mens koos ervoor de ruimte die God geeft en de plaats daarin naar eigen inzicht in te vullen, zonder zich van Hem en van de ander iets aan te trekken. De relatie met God en de ander werd verminkt. De relaties tussen hen is verbroken. Daardoor is de mens op zichzelf teruggeworpen. Eenzaamheid, angst voor die ander, (Gen 3:8) haat i.p.v liefde, onttrouw i.p.v. trouw, geen echt houvast meer hebben in leven en sterven, etc zijn het gevolg. De mens is in zijn relaties tot de ander oppervlakkig. Echte intimiteit is ver te zoeken. Daar is gebrek aan( Rietkerk, Kon ik maar geloven). Begrippen als liefde en trouw worden naar eigen weten ingevuld. Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 17 van 34
3.1 De mens, ingebed in de Scheppingswerkelijkheid.b Op alle terreinen van de totale werkelijkheid is deze breuk voelbaar. Op alle genoemde 12 terreinen (zie A.3.2). 1
Aspect Spiritueel
Kernbegrip Geloof
Voorbeeld In vele gevallen wordt er gezocht naar alternatieve genezing. Niet God maar een bepaalde “goddelijke kracht wordt vaak blindelings vertrouwd voor genezing (Reiki, Magnetisme, Homeopathie etc) Behandel ik de patiënt als persoon of als nummer. Gedegen onderzoek, ja maar wel vanuit een bepaalde visie(evolutie i.p.v. schepping)
2
Sociaal
Sociale omgang
3
Wetenschappelijk
Denken: logisch, analytisch
4
Linguïstisch
Symbolische betekenis
Witte jas of …..?
5
Psychisch
Gevoelsleven
Verwerping en opstand ??
6
Esthetisch
Harmonie
7
Juridisch
Beoordeling
8
Ethisch
Zorg
9
Lichamelijk/somatisch
10
Financieel
Leven, energie, beweging, ruimte, aantal Spaarzaam
In welke entourage vindt het plaats. De rijken geldt dit. De armen hebben geen keuze Wetten worden gemaakt die het eigen ik tot norm verheffen. Eigenliefde of zucht naar macht, geld of aanzien kan de motivatie worden om hulp te bieden. De barmhartigheden der goddelozen zijn wreed. Zie vele argumenten voor abortus en euthanasie Orgaanstelsels …………..?
11
Technisch, Opvoedkundig
Cultuurontwikkeling, vormgevende macht
12
Milieu
Verspilling
Kwaliteitsmanagement: beter, sneller, goedkoper. Verdeling van rijk en arm. Gezondheidsvoorlichting over hygiëne en seksualiteit. Bijv: Gebruik van condoom i.p.v. onthouding Dumpen van afval in de zee of in derde wereldland.Menselijk afval in de container
3.2. De mens ingebed in relatienetwerken. Op de gebieden waar mensen relaties aangaan heeft het zijn verwoestende uitwerking. In gezin, (Kaïn en Abel, Jozef en zijn 11 broers)/ man/vrouw , ouders /kindmens medemens werkt het door. Het Vaderbeeld van God is verwrongen. Gods schepping is dus misvormd in velerlei opzicht. Hoe stelt de mens zich op t.o.v de ander? Netwerk ‘Stam’ ‘Volk’
Bepalende element Genetisch Cultuur
Voorbeeld Uber- of untermensch Antisemitisme/ Nationalisme, eigen volk eerst
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 18 van 34
‘Huwelijk ‘Kerk’
Verbroken liefdescontract Verbroken geloofscontract t
Natie’
Burgerschap
‘Werk’
Beroep
Maatschappelijk Lidmaatschap van
gescheiden Kerk/gelovige ziet zich los van andere kerken/gelovigen en van Israël, los van God?zijn Woord Opgaan in groter geheel, verlies van eigen identiteit. De torenbouw van Babel Geen werk of juist niet willen werken. Werk doen boven of onder je niveau Eigen clubje stichten
3.3 Basisliefde. Agapèliefde wordt vervangen door erosliefde. Agapèliefde staat voor de liefde die de ander zoekt en zichzelf wil geven. Erosliefde staat voor de liefde die zichzelf zoekt en uiteindelijk een zichzelf vernietigende liefde is. De zonden betekent een breuk in de liefdesrelatie tussen God en de mens en de mensen onderling. De mens verborgen zich voor God na de zondeval. Het mens, waar ben je en Ben ik mijn broeders hoeder (Gen 4) is typerend sindsdien. De keuze van zijn hart is zelfhandhaving ten koste van die ander. 3.4 Basisvertrouwen. De mens werd door de satan verleidt om te twijfelen aan o Gods liefde. Zijn liefde wordt geminimaliseerd en zijn strengheid gemaximaliseerd. God wordt voorgesteld als HIJ van wie je niets mag en alles moet. God had gezegd dat zij van alle bomen in de hof vrijelijk mochten eten. o Gods Woord. God had tegen Adam en Eva gezegd dat zij niet mochten eten van die ene boom want anders zouden ze voorzeker sterven. God doelt daarbij niet alleen op de gevolgen maar ook op de straf op de overtreding. Eva laat in haar antwoord op de vraag van satan dat ‘voorzeker ‘sterven weg Ze minimaliseert hier al de volle omvang van Gods straf. Heeft Eva gedacht dat het misschien wel meeviel. o Gods oordeel over de dingen (sterven of niet) De boze zegt dat ze niet zullen sterven maar als God zullen zijn. Hierdoor wordt twijfel gezaaid aan Gods rechtvaardig oordeel. o God zelf. Als God zullen zijn, kennende goed en kwaad. De mens wordt verleid om God te zien als concurrent: Hij kan het zeker niet hebben dat je Hem gelijk zou willen worden. God zou zijn eigen positie veilig willen stellen. De mens leert goed en kwaad kennen, maar niet als God. God heeft geen deel aan het kwaad, de mens wel 3.4.1 Implicaties:
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 19 van 34
Gods Liefde, Woord, oordeel en het wezen van Zijn Persoon worden in twijfel getrokken. De boze neemt de angst voor de zonden en overtredingen weg. Eva had eerst angst om de boom zelfs aan te raken. Het gevolg was dat o Het basisvertrouwen van de mens is geschonden door de zonde. Angst voor God en voor de stem van God. Angst voor straf o Hij heeft grote moeite om God te vertrouwen. o Hij loopt weg voor zijn verantwoordelijkheden en verbergt zich voor God. 3.5 De basisgerichtheid. De satan, Gods tegenstander, heeft het verlangen van de mens op een ander doel gericht, (Gen 3:6) waardoor zijn basisvertrouwen en liefde stukging. Dit doel kon alleen maar teleurstelling brengen omdat de verwachting van de mens gericht werd op iets dat leugen bleek te zijn. De boze is een mensenmoordenaar van den beginnen en een aartsleugenaar. Dus de zondeval betekent het verlies van geloof, liefde en hoop.
SAMENVATTING DEEL B: ZONDEVAL In de zondeval is met name het basisvertrouwen en de basisliefde geschonden en werkt de destructie door op alle bovengenoemde terreinen. Tot in zijn wezen en roeping is de mens afgevallen van zijn hoge bestemming. Hij mist op alle fronten zijn doel. De zonde werkt door op alle terreinen van de werkelijkheid. de gemeenschap met God is verbroken, en dat heeft ingrijpende gevolgen voor de onderlinge verhoudingen de gerichtheid op God is veranderd in gerichtheid op onszelf; ons verstand is verduisterd ons gevoelsleven is vatbaar voor beschadigingen wij gebruiken onze creativiteit vaak ten kwade wij heersen in zoveel opzichten op onze eigen manier en naar onze eigen opvattingen. wij missen de heerlijkheid Gods. De zin van het bestaan wordt niet meer bepaald door de relatie met God en zijn wijsheid. Maar door eigen inzicht en begrip van de dingen Hij is zijn eigen identiteit kwijtgeraakt. Pag 23 ev Schoonhoven. Hoe werkt de zondeval door op het gebied van het gevoelsleven. De mens heeft een I.Q en een E,Q. Vooral op het laatste gebied kunnen traumatische ervaringen en affectieve verwaarlozing voor stoornissen in de ontwikkeling van het gevoelsleven geven.We kunnen onderscheid maken tussen potentiële en actuele stand van zaken. Door bovengenoemde zaken kunnen stoornissen optreden die leiden tot moeite en ziekte. b) Opvallend zijn hier en daar de overeenkomsten tussen bovengenoemde levensterreinen en de verdeling in acht groepen, die het televisieprogramma Netwerk naar aanleiding van een Mentalityonderzoek van onderzoeksbureau Motivaction onlangs (voorjaar 2005) publiceerde. Het was een verdeling van de burgerij in een maatschappelijk onderzoek, gebaseerd op een onderverdeling naar levensinstelling en materiele bezittingen. De volgende onderverdeling werd gemaakt:
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 20 van 34 1. Traditionele burgerij (18 %): De moralistische, plichtsgetrouwe en op status-quo gerichte burgerij, die vasthoudt aan tradities en materiele bezittingen. 2. Moderne burgerij (22%): De conformistische, statusgevoelige burgerij die het evenwicht zoekt tussen traditie en moderne waarden als consumeren en genieten. 3. Gemaksgeoriënteerden(9%): De impulsieve en passieve consument die in de eerste plaats streeft naar een onbezorgd en comfortabel leven. 4. Nieuwe Conservatieven (8%: De liberaal-conservatieve maatschappelijke bovenlaag, die alle ruimte wil geven aan technologische ontwikkeling, maar zich verzet tegen sociale en culturele vernieuwing 5. Kosmopolieten(10%): De open en kritische wereldburgers, die postmoderne waarden als ontplooien en beleven integreren met moderne waarden als maatschappelijk succes, materialisme en genieten. 6. Opwaarts mobielen (13%): De carrièregerichte individualisten met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning 7. Postmaterialisten( 10%): De maatschappijkritische idealisten die zichzelf willen ontplooien, stelling nemen tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu. 8. Postmoderne hedonisten(10%): De pioniers van de belevingscultuur, waarin experiment en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn geworden.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 21 van 34
DEEL C: VERLOSSING De HERE God schiep de mens op de 6e dag van de Schepping. Als kroon op Zijn werk. Met name Psalm 8 verwijst hierna. De mens kon echter niet staande blijven in zijn staat als goed mens1. De 1e Adam werd zoals we gezien hebben de poort waardoor de zonden de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood. Zo is de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben (Rom 5:12ev). De val van de 1e Adam en in hem de val van de gehele mensheid riep om een 2e Adam. Christus Jezus. Hij is die 2e Adam. Hij is de poort tot het leven. (Matth 7:13,14, Rom 5:12 ev). Uit Liefde schenkt God in genade deze 2e Adam door wie velen gerechtvaardigd worden.2 De tweede Adam, Jezus Christus is gekomen om het Beeld van God te herstellen. Door in zichzelf een nieuwe mens te scheppen (Ef 2:14ev). Een mens die door Genade is gered en wedergeboren door de opstanding van Christus tot een levende Hoop (1 Petr. 1:3ev0. Deze nieuwe mens is door Christus komst, zijn kruis en opstanding verlost en bevrijd. Hij krijgt vergeving van zonden en een eeuwig leven . o God de Vader neemt de gevallen mens in liefde aan tot Zijn kind en erfgenaam,( Ef 1:4-6). Dat doet Hij om die verbroken relatie weer te herstellen. Gen 3:15. Hij zoekt Zijn schepsel op, laat hem niet over aan de macht der duisternis, maar is ten opzichte van hem barmhartig en genadig, lankmoedig en reik aan goedertierenheid en trouw. Toch laat God het schuldige zeker niet ongestraft. dat blijkt ook uit de redding van de mens dat God in alle delen rechtvaardig is. (Rom. 3:21-26) o God de Zoon opent deze weg voor ons, ja Hij is deze weg tot het kindschap van God, (Ef 1:5, Gal 4:6, Joh 1:12, 14:6). Door Hem is die relatie tussen God en mens hersteld. Rom. 5:8. Wij ontvangen zijn gerechtigheid en heiligheid. Hij is ons alles (Rom. 14:8) o God de Heilige Geest vernieuwt ons naar Zijn Beeld (Rom. 8:14-16, 29ev, Gal 4:4-70 en doet ons Abba Vader zeggen. Leert ons die herstelde relatie te beleven.
God vernieuwt in Christus het unieke van de mens: 1. DE AARD VAN DE MENS 1.1. Dienaar Christus Jezus verlost de mens van zonden en schuld. Door zijn bloed wordt het geweten van de mens gereinigd van boze en verkeerde werken. (Hebr. 10:22, 9:14) De mens wordt geroepen om vanuit Christus met Hem te heersen en te strijden tegen de zonden en de duivel. (Rom. 6:12,13, 1 Petrus 2:11,Gal 5:16,17) Dat vraagt volharding (2 Tim 2:12). Hierbij is van belang om te weten: 1
Goed als bedoeld in Hen.1:31, zie deel A Schepping De brief aan de Hebreeën trekt de lijn van Psalm 8 door naar de Here Jezus. ( Psalm 8:5-7 – Hebr. 2:6ev.) Christus is mens geworden, heeft zich beneden de engelen gesteld, hoewel Hij de Zoon van God is. Om de mens te heiligen, tot volmaaktheid te brengen. Dit geschiedt door lijden heen. Hij heeft in zijn menswording zich ontfermt over het nageslacht van Abraham om hen van de angst en slavernij van de dood te verlossen. 2
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 22 van 34
1.1.2 Gods Woord spreekt over een oude en nieuwe mens. · De oude mens is de in de zonde gevallen mens. Hij is onder de heerschappij van de zonden gekomen en slaaf van de zonde. De Bijbel zegt zelfs: ‘Hij is zonde’ (Gen 2:17, Gen 3, Ps 32 en 51. Kol 3:5ev.; Rom. 6: 6 ev; 6:23; Rom. 7. Rom. 5:12ev, 1 Kor 15:45; Gen 2:7). De mens is sterfelijk, vlees en bloed, dood door de zonden, onder de macht van de boze, kind van de toorn. (Ef. 2:1-3) stof, aan het eeuwig oordeel onderworpen. ·
De nieuwe mens is naar het Beeld van God geschapen in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.( Ef. 4:24) De nieuwe mens is de wedergeboren mens, door water en Geest (Joh 3:3,5,6) en wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper vernieuwd. (Kol 3:10)
1.2 Wegwijzer. De mens wordt geroepen om een keuze voor God in Christus te maken en Hem te belijden als Heer en Koning (Joh 20:28) Dat gaat niet buiten zijn hart om. God zegt altijd maar weer: Mijn kind, geef Mij je hart! Hierdoor wordt hij een mens die wegwijzer is voor anderen naar God. Betrouwbaar. Hij heeft daarbij verantwoordelijkheid om vanuit Gods Woord die weg zelf te ontdekken en te wijzen. Jezus zegt Ik ben de weg, de waarheid en het leven (Joh 14:6). Als profeet mag Hij Christus belijden (Rom. 10:10) Wie Hij is en wat Hij gedaan heeft. Ware en valse profeten staan hierbij tegen over elkaar. Elke geest die belijdt dat Jezus in het vlees gekomen is, is uit God. Elke geest die dat niet belijdt is uit de boze (1 Joh 4 en 2 Joh 7-11) een en ander vraagt kennis, wijsheid en inzicht (Spr. 1:7, Ps.111:10, Ps. 119:97ev, 1 Kor. 1:30) 1.3 Relatiebouwer. Afhankelijkheid begint met zekerheid en overgave (Rom. 12:1,2) De mens wordt door de Geest van God gehoorzaam en is bereid vanuit zijn hart om zich te laten gebruiken door Christus. In plaats van zich te laten misbruiken door de boze. Als nieuwe mens heeft hij een zalving van Gods heilige Geest. Hij deelt in de zalving van Christus. Hij leert de weg van verlossing kennen en geeft zich ook helmaal daaraan. Gods Woord en gebed zijn hem hierbij als hulpmiddelen gegeven. Het gaat om Zijn eer. Als gezalfde is hij ook geroepen om relatie/bruggenbouwer te zijn. Naar God en de ander. Daarbij zal basisvertrouwen en basisliefde noodzakelijk zijn (Zie grondhouding van de mens) 2.
DE ESSENTIE VAN DE MENS.
Het wezenlijke van het mens-zijn is, zoals we gezien hebben, dat hij geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis. Met het oog op de verlossing van de mens kijken we in dit alles naar Christus . 2.1. De mens als beelddrager Gods. Christus is het beeld van de onzichtbare God. Hij verandert de gelovige mens naar zijn beeld. Zodat die aan Hem gelijk zal zijn. 2 Kor. 3:16 Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 23 van 34
2.1.1. Heerlijkheid: Als nieuwe mens wordt hij bewoond door Gods heerlijkheid3. Door het volbrachte werk van Jezus4 is hij immers een tempel van de Heilige Geest. Dat de mens Gods beelddrager is, raakt de wortel van zijn bestaan, omvat de totaliteit van zijn wezen en bepaalt zijn handel en wandel (Deut.6:5, Matth.22:37). Wie Christus gezien heeft, heeft de Vader gezien.
2.1.2. Afdruk: Als nieuwe mens is hij Gods eigendom. Christus heeft hem met zijn bloed gekocht en betaald. Hij is losgekocht van de macht en slavernij van de boze5. In leven en sterven is hij nu van de HERE God (Rom. 14:8, 1 Pt 1:18,19). De mens is verlost van de heerschappij van de boze, geroepen om Hem te vertegenwoordigen, zodat Christus zich door hem kan manifesteren. De verlossing betekent vergeving van zonden en schuld en vernieuwing van heel zijn wezen. Zo mag hij voor God leven. Hij is door Christus verlossend werk geen slaaf van zonden dood en duivel meer. Kol 1:13,14, 2:15. 2.2.3. Identiteit Gods bevrijding door Jezus Christus herstelt de identiteit van de mens. Het is geen renovatie maar nieuwbouw. Wat houdt de identiteit van de mens in:
·
Hij weet van wie hij is. Jezus Christus. Hij is Heer van zijn leven
6
3
Zie Hebr. 1:3. Christus wordt daar aangeduid met de woorden: afstraling van zijn heerlijkheid, ( in het Hebreeuws Sjechina) en afdruk van zijn wezen
4
Christus zelf is gekomen om Gods rechtvaardig oordeel over alle schendingen van het beeld Gods weg te doen. Hij heeft dat op zich genomen. Vanuit Gods barmhartigheid herstelt Hij het beeld Gods in de mens. D.w.z. Hij maakt een nieuwe mens. Toch roept het bloed van Abel en allen die omgekomen zijn door anderen van de aardbodem tot God (Matth. 23:35) Wie Gods barmhartigheid in de wind slaat die rest alleen Gods rechtvaardig oordeel. 5. Zoals het volk Israel door de HERE uit het land Egypte, uit de slavernij is bevrijd door het bloed van het Paaslam, Ex 12±12,13, zo zijn ook wij verlost door het Paaslam.1 Kor 5:6/8 6. Jezus is gekomen om als Zoon van God de mens vrij te kopen van de heerschappij van de duivel en de macht der zonden. Jezus maakt waarlijk vrij. Hij is Heer van hun leven. Hij kocht hen met zijn dierbaar bloed 1 Petrus 1:18,19. 1 Tim 2:6. 7 De mens is door Gods genade een nieuw mens geworden. Jezus heeft niet alleen de mens met elkaar verzoend (De Jood en de niet Jood in zijn lichaam tot een nieuwe mens (Ef 2:14ev, Kol 3:9,10) Maar Hij heeft hen ook met God verzoend. Die nieuwe mens in Christus heeft eeuwigheidswaarde. Jezus zegt immers wie gelooft, heeft eeuwige leven. De mens is iemand omdat hij van iemand is. IK BEN VAN IEMAND, DAAROM BEN IK IEMAND (Zd 1 HC)
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 24 van 34
· ·
Hij weet wie hij is. Een nieuw mens door Jezus Christus7, Hij weet vanwaar hij komt. Hij behoort niet meer bij de duisternis van de zonden, maar leeft in het licht van Gods genade8
·
Hij weet waar hij naar toe gaat. Daar getuigt hij ook van.
·
9
Hij weet hoe hij staat voor God. In Christus is hij geheiligd en en groepen om heilig te leven10
2.2. De mens als Gods gelijkenis. De mens is naar Gods beeld en gelijkenis geschapen. Dat zijn niet twee andere woorden die precies hetzelfde uitdrukken. het vult elkaar aan. 2.2.1 Re-presentatie dat de mens geschapen naar Go0ds gelijkenis betekent re-presentatie, vertegenwoordiging . Maar hij kan slechts God weer re-presenteren als hij ook van binnen nieuw gemaakt is. Gods Geest moet hem doen wedergeboren worden (Joh 3:3,5,6 en 1 Pt 1:3ev) Door Christus kruis is de mens van zonden en schuld verlost. Door Zijn opstanding krijgt Hij nieuw leven. Dat is zijn hoop en verwachting. Nu al de eerste gave van het kindschap Gods: vervuld te zijn met zijn Geest. Straks zal hij ten volle in alles God representeren. Met het doel dat God zij alles in allen. (Rom. 11:36) Op alle gebieden is de mens Gods geroepen Hem te vertegenwoordigen. Zie Roeping van de mens en de 7 sleutelgebieden. 2.2.2 Manifestatie Dat de mens naar Gods gelijkenis geschapen is betekent ook manifestatie. Hij kan slechts God manifesteren door Jezus, Gods eigen Zoon. want en door de mens Jezus, manifesteert God Zichzelf . Door de relatie met Hem laat God ook in het leven van de gelovende mens zien dat Hij er is. (Matth. 5:16. Gal 5:6, Jak 2:24ev) 2.2.3. Re-presentatie en manifestatie.
8
Jezus verlost mensen niet alleen uit de duisternis, maar brengt hen ook in het Licht van Zijn genade. Hij roept hen tot dat wonderbare licht. Joh 3:3,5,6 en 1 Ptr. 2:9 Hij roept hen om in gemeenschap met elkaar en met God te leven. Om de zonden af te leggen en als nieuw mensen te leven 9
De apostel roept hen die in het licht leven ook van de grote daden van God te verkondigen. Hij mag getuigen van het heerlijk licht in woord en daad. Ook mag hij opkomen voor milieu etc. Met de restrictie van Rom. 8:18ev 10
Hij wordt door Christus geheiligd en is geroepen om heilig te leven. Hij is vrij in Hem en afgezonderd van de zonden en macht der duisternis. God heeft hem in Christus uitverkoren om voor zijn aangezicht te leven. Om goede werken te doen die God tevoren bereid heeft. Hij mag zijn een koning, priester en profeet. Niet meer LoAmmi, maar Ammi, Mijn volk. 1 Petr. 2:10, Rom 9
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 25 van 34
Gods woord spreekt zowel over de uiterlijke en innerlijke mens. De innerlijke mens telt een 7 tal terreinen (Dr Mike Sheldon) o Wil o Verstand o Begrip o Emoties o Verlangens/begeerten o Geweten o Geloof. De uiterlijke mens manifesteert zich in: Expressie van zijn wil, verstand etc zijn unieke uiterlijke verschijning/voorkomen 2.2.4. Zingeving: Dat de mens geschapen is naar Gods gelijkenis houdt ook in dat het zin aan zijn leven geeft. Wie heeft de zin van de HERE gekend? Wie weet de ware betekenis van het leven? Rom. 11:36 en Jes. 40:13,14 vertellen ons dat de zin van het mensenleven ligt in Christus. Uit Hem zijn we ontstaan maar we mogen leven tot Hem. Alleen door de verlossing in Christus mogen we daar iets van verstaan. Gods Geest moet ons verstand en hart verlichten met kennis, wijsheid en inzicht (1 Kor 2:12 en 16). Het is opvallend dat de HERE Zijn heiligdom liet bouwen door mensen, Bezale’el en Aholi’ab. Zij werden door de Geest van God met wijsheid, kennis en inzicht begiftigd om hun werk te doen. Alleen door wat de HERE ons laat zien en openbaart krijgen wij het juiste zicht op zingevingvragen. (Zie bijv Ps 73 en Deut. 29:29). Hij doet ons bijvoorbeeld zien, dat we zonder Jezus niets vermogen (Joh 15:5). En dat alles wat je doet met woord of werk in zijn naam mag gebeuren (Kol 3:17). We leven tot zijn eer. Voorbeelden van een zinvol leven vinden we in 1 Kor 12:14ev en Ps. 139.
2.3 Implicaties Het wezenlijk van het mens-zijn is dat hij zichzelf mag zien in het licht van Gods genade en aanvaarding. Door Christus ben je door God gewild en geliefd (Ef. 1:4,5.) Hij mag ook de ander in datzelfde licht zien. Als schepsel Gods naar wie Gods liefde in Christus uitgaat. Aanvaard elkander zoals ook Christus u aanvaard heeft. (Rom. 15:8) Hij mag ook de ander uitnemender te achten (Fil. 2:5ev). en hem of haar de voeten te wassen. dat wordt door Christus werkelijkheid. deze dingen vraagt van hem afhankelijkheid van God maar ook het nemen van verantwoordelijkheid t.o.v. die ander. In zijn spreken en doen getuigt hij door Christus van God en de waarheid in woord en daad. (Jes. 43:10)
3. DE ROEPING VAN DE MENS. De mens heeft een door God gegeven roeping die hij mag vervullen. Daartoe heeft hij ‘gereedschappen’, gaven en talenten nodig om dat ook waar te kunnen maken. God zelf geeft hem die gereedschappen. Door de Geest van God krijgt de mens deze genade gaven. Hij deelt aan een ieder uit alles wat Christus verworven heeft. Wij als Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 26 van 34
gelovigen delen in al zijn schatten en gaven (1 Joh 1:3, Rom 8:32, 1 Kor 12:12,13, 1 Kor 6:17). Deze mogen we inzetten ten dienste van die ander(Matth. 25: 31ev, 1 Kor 12:21, Rom 12:3ev) God handhaaft de mens in zijn relatie met Hem en geeft hem door Christus ene herstelde relatie met de ander. Hij stelt hem in de ruimte van Zijn liefde in Christus. Samen met de anderen kan de mens ontdekken, hoe breed en lang, hoop en diep die ruimte is (Ef 3:17,18). Waar de straf der zonden is weggenomen en de macht der zonde door Gods Geest is verbroken, daar bloeien nieuwe relaties op. Belangrijk hierbij is nederigheid, vergeving vragen en geven, basisliefde en vertrouwen. De tien geboden mogen als richtsnoer genomen worden in onze verhouding tot God en de naaste. 3.1. De mens ingebed in de Her-scheppingswerkelijkheid. De mens is geen wezen dat alleen op een onbewoond eiland leeft, waar hij slechts rekening moet houden met zichzelf. Nee, hij maakt een wezenlijk onderdeel uit van de totale geschapen werklelijkheid met al zijn facetten en terreinen. Als relationeel wezen staat hij op al die terreinen onder Christus verlossende heerschappij: Dat betekent dan
1
Aspect Spiritueel
Kernbegrip Geloof
2
Sociaal
Sociale omgang
3
Wetenschappelijk
4
Linguïstisch
Denken: logisch, analytisch Symbolische betekenis
5
Psychisch
Gevoelsleven
6
Esthetisch
Harmonie
7
Juridisch
Beoordeling
Gods wetten bestrijken de totale werkelijkheid. Zie Ps 119:97ev
8
Ethisch
Zorg
9
Lichamelijk/somatisch
10
Financieel
Leven, energie, beweging, ruimte, aantal Spaarzaam
Gods agapeliefde in Christus is de motivatie om hulp te bieden. Zie 1 Kor 13 en Matth. 9:35ev Orgaanstelsels
11
Technisch, Opvoedkundig Milieu
Cultuurontwikkeling, vormgevende macht Benutten
12
Voorbeeld God is onze geneesheer. Van Hem mogen we alles verwachten. Wij zijn gekocht en betaald. Hij heeft zorg voor zowel lichaam als ziel. Behandel ik de patiënt als schepsel en vanuit Christus liefde Gedegen onderzoek vanuit de Bijbelse visie Witte jas ook als teken van innerlijke reinheid en betrouwbaarheid Aanvaarding, heling troost en bemoediging De entourage waarin het plaats vindt wordt bepaald door Christus Geest
Kwaliteitsmanagement: beter, sneller, goedkoper. Als goede rentmeesters Gezondheidsvoorlichting over hygiëne. Vraagt kennis
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 27 van 34
3.2. De mens ingebed in relatienetwerken Op de gebieden waar mensen relaties aangaan brengt God de herschepping door Jezus Christus tot stand. Gods Geest vernieuwd de mens in zijn denken en doen. In zijn handel en wandel. Jezus heeft het leven van ons als mensen totaal geleefd, vanaf de conceptie tot aan het sterven als een heel mens. Hij, Gods Zoon werd mens en heeft zijn leven niet alleen aan ons leven verbonden, maar werkt alles wat Hij gedaan heeft in ons leven uit. Zijn leven is mijn leven. Juist ook in onderstaande relatienetwerken. Want hoe stelt de mens zich op ten opzichte van de ander? Hoe deed Jezus het? Zijn concrete voorbeelden wijzen ons de weg in ons dagelijks leven.
Netwerk ‘Stam’
‘Natie’
Voorbeeld In Christus is noch blank noch zwart. Cultuur Jafet mag wonen in de tenten van Sem. Verbondliefde en trouw Verhouding Christus –gemeente als voorbeeld man- vrouw Spiritualiteit Wij zijn onderdeel van de wereldwijde Kerk van Christus Kerk als onderdeel van Israël Burgerschap Elk lid is waardevol.
‘Werk’
Beroep
‘Volk’ Huwelijk ‘Kerk’
Bepalende element Genetisch
Maatcshappleijk’ Lidmaatschap
Met vreugde het werk doen ter ere van Hem. Werk doen op je niveau Wat kan ik van jou leren.
3.3. Basisliefde God heeft ons in Christus aanvaard. Hij schenkt geborgenheid, vertroosting en ware liefde. Jezus zegt: als je van Mij houdt doe je ook wat ik zeg. Dat is niet gebiedend, maar vloeit uit de liefde bijna automatisch voort. Ware liefde gaat altijd samen met gehoorzaamheid. Gods leefregels willen daarbij helpen. Gods wet heeft een veroordelend functie. Wet doet zonde kennen. Daaraan ontdekken we dat we zondige mensen zijn. Maar wie in Christus verlost is van zonden en schuld, die mag leven uit datgene wat God in ons hart legt. Zijn leefregels in Christus. Dat geeft vrijheid. Het volk Israël was bevrijd van de slavernij en God bracht hen naar de berg Sinaï om zijn leefregels in ontvangst te nemen. Leefregels die niet knevelen, onvrij maken, maar juist het levenspad wijzen. Door Christus zijn we bevrijd van de veroordelende functie van de wet en leren we door Gods Geest de leidinggevend en wegwijzende functie van de wet kennen. Voor alle sectoren van ons leven ( Ps. 119, Rom. 13:8ev)
3.4 basisvertrouwen Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 28 van 34
Waar de diepste begeerte van de mens door de boze op verkeerde zaken gericht zijn ontstaat er slechts teleurstelling. Verwachtingen worden niet waargemaakt , hetzij door de mens zelf of door de ander. God leert ons onze verlangens bij te stellen, onze teleurstellingen onder ogen te zien en te verwerken. Dat vraagt om de pijn niet weg te stoppen maar onder ogen te zien en te verwerken. Ook vraagt het om je eigen zondig gedrag onder ogen te zien, te belijden en te veranderen door Zijn Geest. God wil ons helpen om juiste diepe relatie aan te gaan met Hem en de ander, om echte intimiteit te leren kennen en Hij wil het diepste verlangen naar geborgenheid en aanvaarding vervullen.
3.5 De basisgerichtheid (het verlangen) God richt het diepste verlangen van de mens weer op Hem. Hij roept ons op om eerst het koninkrijk van Hem te zoeken en zijn gerechtigheid. In deze maatschappij wil de mens alles direct hebben. Gods werk is juist om de mens te helpen om zijn verlangen alles van Hem te verwachten, ook al duurt het wel eens langer dan ons lief is. Aan het eind van zijn leven heeft Jakob dat geleerd: Op uw heil wacht ik, O Here. (Gen 49:18; Hebr.11:13-16) De mens krijgt door Christus hoop op een nieuwe toekomst.
SAMENVATTING DEEL C: VERLOSSING
In Christus wordt het mens-zijn verlost en wordt hij door Gods Geest veranderd naar het beeld Gods = Christus tot eer van God de Vader Hierdoor zijn er in zijn wezen twee principes die elkaar vijandig zijn: de oude en de nieuwe mens. De nieuwe mens leeft vanuit Christus, vanuit de wet van Christus in zijn hart door de Geest, terwijl de oude mens door de wet der zonde wordt beheerst. Deze oude mens is onverbeterlijk. Hij is overwonnen op Golgotha in Christus en mag ook worden afgelegd en weggedaan, als een oud kledingstuk. Toch heeft een christen veel last van die oude mens doordat de macht van de zonden en de aantrekkingskracht nog zo groot is dat hij het uit zichzelf hiervan verliest. Alleen door Christus kracht is er overwinning (Rom. 7:25) Door wie laat een christen zich leiden? Belangrijk is daarbij zijn spiritualiteit:als voorbeelden zijn geloofszekerheid, toe-eigening van het heil en geloofsgroei te noemen. Alleen door Christus komt er een volledig herstel. Vanuit de herstelde gemeenschap met God in Christus werkt dat ook door in de onderlinge verhoudingen; Hij leert ons weer op God gericht te zijn, in kennis, liefde, gehoorzaamheid en lofprijzing; Hij verlicht ons verstand, opdat wij verstand-ig en ver-antwoord-elijk leven; Hij werkt in ons gevoelsleven, om ons Gods liefde te doen ervaren, om beschadigingen te helen; Hij maakt ons creatief en leert ons deze creativiteit ten goede aan te wenden; Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 29 van 34
Hij leert ons als een goede onderkoning om te gaan met wat in de schepping voorhanden is; Hij geeft ons deel aan de heerlijkheid van Christus. Door Jezus krijgt ons leven zin en doel en betekenis. In Hem ontvangen we door de Geest wijsheid en inzicht hoe ons leven vorm te geven en welke weg te kiezen Christus is de identiteit van de nieuwe mens geworden.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 30 van 34
DEEL D: DE HEERLIJKHEID VAN DE MENS Tot nu toe hebben we gekeken naar de mens hier op aarde. Maar als christen geloven we dat we een eeuwig loeven hebben. Dat leven houdt niet op bij ons sterven, maar gaat verder aan de andere kant van de doodsjordaan. Immers, naast geloof en liefde leeft de mens uit de hoop van het eeuwige leven. Hij leeft in de spanning van het is nu reeds in Christus aangebroken, maar straks zal het ten volle zijn. Nu wordt hij nog aan alle kanten aangevochten en zijn geloof en liefde zijn vaak beneden de maat. Hij zucht bij zichzelf in de verwachting van het zoonschap, de verlossing van zijn lichaam (Rom. 8:18ev). Hij verwacht naar Gods belofte een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont 2 Pt 3.:18. Hij staat nog in alle delen van zijn leven midden in de strijd en wordt geroepen om de goede strijd te strijden. Maar dat doet hij wel vanuit het besef van Gods basisliefde Rom. 8:38,39, Joh 10:27,28, vanuit het basisvertrouwen, dat hij gekocht en betaald is en dat niemand hem uit Christus hand rooft (Joh 10: 27,28) en vanuit de basisgerichtheid: de zekerheid van de anker der ziel waardoor zijn levensscheepje onlosmakelijk vast zit door Christus bij de Vader (Hebr. 6:19,20). Daar mag zijn verlangen telkens op gericht zijn en worden. Bovendien leeft hij in de wetenschap dat Christus zelf koning, profeet en priester is en ons als goede herder aan het eindpunt brengt. Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb het geloof behouden; voor mij ligt de krans der rechtvaardigheid welke te dien dage de HERE , de rechtvaardige rechter mij zal geven, doch niet alleen mij , maar ook allen die zijn verschijning hebben liefgehad.”2 Tim 4:7 (zie ook 1 Petr. 5:10.) De Schrift vertelt ons dat Hij velen tot heerlijkheid zal brengen. Hij is door lijden heen volmaakt en heeft allen die in Hem geloven eens en voor altijd geheiligd door het offer van zijn lichaam. En hen die Hij geheiligd heeft, heeft Hij door dat offer volmaakt. In Christus zijn we volmaakt en geheiligd. Doordat Hij het alles volbracht heeft is dat de zekerheid van onze heerlijkheid in en door Hem. Hij heeft ons er doorheen geloofd en gebracht in het Vaderhuis.
We zullen net als Christus een nieuwe schepping zijn. Aan Hem gelijk. Voor zover dat mogelijk is wordt dat nu hieronder puntsgewijs nog uitgewerkt. wat dat voor de beroepspraktijk betekent zal bij de desbetreffende punten of in ene vervolg studie worden uitgewerkt.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 31 van 34
1. AARD VAN DE MENS. Wat heeft het eeuwige leven te maken met de aard van de mens? Als dienaar mag hij weten straks met Christus als koning te heersen, als Wegwijzer mag hij in zijn doen en laten zich daardoor laten bepalen, dat hij onderweg is en dat het hier en nu niet alles is. Dat geeft hem hoop om juist het leven aan te kunnen. Als relatiebouwer ziet hij dat relaties eeuwigheidswaarde hebben. 1.1. Dienaar. Christus is de koning der Joden. Hij zal als koning heersen totdat alle vijanden gelegd zijn als een voetbank voor zijn voeten (1 Kor 15:25ev./Openb. 11:15). Jezus, het Lam van God heeft de zijnen gekocht met zijn bloed en zij zullen als koningen heersen op aarde. Dat wordt eveneens van de zielen die onthoofd zijn ter wille van zijn naam en weer levend gemaakt zijn gezegd (Openb. 20:4,6). Uiteindelijk zullen allen die in Hem geloven en volharden tot het einde met Hem als koningen heersen (Openb. 22:5/2 Tim 2:12). 1.2 Wegwijzer. Wij weten uit onszelf de weg niet. Maar God laat door de Geest en het Woord zien wat de goede weg is. dat is de Geest der profetie. Of wel de Geest van Jezus Nu zullen alle Profetieën op Gods tijd in vervulling gaan. Als alles is gekomen zoals God het heeft bedoeld, een nieuwe hemel en aarde en mensen die in Jezus geloven zijn daarin binnengegaan, dan is de wegwijzing niet meer nodig. (1 Kor 13:8). De Schrift zal ten volle vervuld zijn in en door het WOORD (2 Kor 1:20). Dat WOORD is Jezus. Daarom mogen mensen vandaag leven in de vaste overtuiging dat Gods woord betrouwbaar is. Voor alle terreinen van het leven. Wi8e zich door dat Woord en Gods Geest laat leiden zal aan het eind van de rit niet bedrogen uitkomen. 1.3 Relatiebouwer. De Here heeft allen die in Hem geloven gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters. Was het in het O.T alleen voorbehouden aan de nakomelingen van Aäron uit de stam Levi om priester te zijn. God belooft ook aan het volk Israël dat zij een koninkrijk van priesters zullen zijn en God heilig. Door dat ene offer van Christus zijn allen die in Hem geloven heilig en tot een koninklijk priesterschap geworden (1 Petrus 2:9). Dat blijft voor eeuwig de realiteit voor God (Openb. 20:6).
2.
DE ESSENTIE VAN DE MENS.
Het wezenlijke van het mens-zijn zal in het eeuwige leven niet verloren gaan. Ons nieuwe mens-zijn blijft tot in eeuwigheid. Hoe dat zal zijn, daar is nog veel voor ons verborgen. 2.1.
De mens als beeld van God herschapen.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 32 van 34
In de heerlijkheid van God zullen wij als mensen met een nieuw en geestelijk lichaam leven tot in eeuwigheid.11 2.1.1. Heerlijkheid. In Jezus is Gods heerlijkheid zichtbaar. (Hebr.2:9,10) God zal wonen bij de mensen en zij zullen zijn volken zijn. God is hun Licht. En het Lam. Openb. 21. Het beeld Gods zal volkomen hersteld zijn. Gods liefde heeft getriomfeerd.12
2.1.2. Afdruk. God heeft het beeld van Zijn Zoon in ons uitgedrukt. Wij zullen Hem gelijk zijn. 2.1.3 Identiteit ·
Van wie is hij? Omdat God zijn naam op ons legt, die nieuwe naam zijn we voor eeuwig zijn eigendom. Jezus is Heer tot in alle eeuwigheid. De duivel en de zonden en dood zullen er niet meer zijn. De mens is dan werkelijk vrij
·
Wie is hij? Gods bevrijding door Jezus Christus herstelt niet alleen de identiteit van de mens. Maar voor eeuwig zullen hij leven, met een nieuwe naam Openb. 2:17. Een nieuwe naam betekent ook een nieuwe identiteit. Dat heeft alles te maken met de overwinning die in Christus ontvangen wordt. De goede strijd van het geloof loopt ergens op uit. Hij ontvangt de naam van God en de naam van de stad van God, het nieuwe Jeruzalem en Christus nieuwe naam. Openb 3:12, Jes 62:2, Jes 65:15 Wie niet gered is zal het teken van het beest ontvangen op zijn voorhoofd en rechterhand. Wie bevrijd is van zonden en schuld ontvangt een ip daarvan Gods naam, en van Christus. Hij mag het nieuwe Jeruzalem binnengaan. Burgers van een rijk in de hemel waren ze al. Nu burgers van het Nieuwe Jeruzalem Het is geen renovatie maar nieuwbouw.
·
Waar komt hij vandaan De nieuwe mens komt vanuit de aarde waar er strijd moeite, pijn en verdriet heerst. Velen zullen zelfs uit de grote verdrukking komen. Toch zegt Jezus dat niemand hen uit zijn hand kan rukken. Jezus is de goede herder die dwars door dit aardse tranendal de mens voer naar zijn eeuwige bestemming.
11
De apostel Paulus geeft ons een geweldig vergezicht als het gaat over Gods heerlijkheid in Christus. Hij schrijft “En wij allen, die met een aangezicht, waarop gene bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, ver anderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid immers door de Here die Geest is.( 2 Kor 3:18) 12
Het Onze Vader, het gebed dat Jezus ons geleerd heeft, sluit af met een lofverheffing en aanbidding. Want uwer is het koninkrijk, de kracht en heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen. Daar loopt het allemaal op uit. God heeft de kracht en de wil om juist Zijn heerlijkheid in Christus te openbaren, te manifesteren en door Hem te representeren. Zie ook 2.2.1.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 33 van 34
2.2.
·
Waar gaat hij naar toe? Hij is op weg naar het nieuwe Jeruzalem. Daar zal Hij God zien en eeuwig mogen leven. Hij zal op Gods tijd met een nieuw lichaam worden opgewekt. Zoals Jezus op de opstandingsdag. Wie echter niet gered en bevrijd is op aarde, zal op de grote oordeelsdag voor eeuwig veroordeeld worden. Wie niet geschreven staat in het boek des levens zal in de poel van vuur geworpen worden, de tweede dood. Of de mens is voor eeuwig gered of voor eeuwig verdorven. 2 Thess. 1:6-10. Het gaat dus in het leven om God kennen, het evangelie van onze Here Jezus gehoorzamen.
·
Wat is dan zijn status De mens zal als koning heersen en voor eeuwig bij Christus zijn. De mensen zullen zijn volken zijn. Hij zal hun God zijn. Voor eeuwig heilig en toegewijd aan God. Uitverkoren tot het eeuwige leven.
De mens als gelijkenis van God. 2.2.1 Re-presentatie en manifestatie De nieuwe mens zal in alles God re-presenteren en manifesteren. God zal in alles door hen heen zich manifesteren. Zelfs op de bellen van de paarden zal staan ‘den HERE heilig’. 2.2.2 Zingeving: Als de mens door God herschapen is en wordt, opdat God alles in allen zal zijn, dat zal hij leven in alles tot Hem en tot zijn eer.
3.
DE ROEPING VAN DE MENS.
De mens is geroepen om de aarde te bewerken en bewaren. Of dat ook voor de nieuwe hemel en nieuwe aarde geldt staat niet met zoveel woorden genoemd. Toch ligt het in de weg van de verwachting te zeggen dat wat de HERE ons nu heeft gegeven in Christus later goed van pas zal komen. 3.1. De mens ingebed in de eeuwigheid. Voor eeuwig zal de gelovige mens in de ruimte van Gods oneindige liefde en heerschappij verkeren. God zal bij hen wonen. Ze hebben aan de HERE en aan het Lam genoeg (Openb 22) 3.2. De mens ingebed in relatie-netwerken. Hoe de relatienetwerken in de eeuwigheid er zullen uitzien is nog onbekend. Wel dat er geen rouw en geen geklaag meer zal zijn. Dat mensen niet meer huwen en niet meer ten huwelijk genomen worden. Ze zullen zijn als de engelen in de hemel. Er zal geen onreinheid meer zijn. De bladeren van de bomen zullen tot genezing der volkeren zijn. Dus geen ziekte en geen dood meer. Openb. 22:1ev 3.3 Basisliefde. basisvertrouwen en basisgerichtheid. Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009
Pagina 34 van 34
Geloof, hoop en liefde zullen nimmermeer vergaan. Als we in de eeuwigheid leven zullen deze drie basiszaken voor eeuwig onze basis zijn. Gods liefde in Christus, Vertrouwen in Hem. We zullen Hem dan zien zoals Hij is, van aangezicht tot aangezicht. Dan is vertrouwen volledig overgegaan in zekerheid, die nooit meer aangevochten zal worden. Onze hoop en gerichtheid zal voor eeuwig de Vader zijn door het Lam. Conclusie en samenvatting: De mens is door God geschapen om eeuwig met Hem te leven. Door de zondeval is de mens aan de eeuwige dood onderworpen. Hij is op de wereld gezet maar weet ook zeker dat hij gezet is te sterven. De mens kan zichzelf van de macht van het dodenrijk niet loskopen. Het losgeld is daarvoor te hoog. Geen goud of zilver is toereikend. Alleen God kan dat. Alleen Hij kan de (af)koopsom betalen, die toereikend is. Jezus heeft zijn leven gegeven als losprijs voor velen (Mk. 10:45). Hij heeft hen gekocht en betaald met zijn dierbaar bloed (1 Pt. 1:18,19). Hierdoor is de mens losgekocht van de macht van de dood. God zal hem dus als hij sterft bevrijden uit de macht van en opnemen in zijn heerlijkheid (Ps 49:16). Wie losgekocht is van de macht van het dodenrijk leeft voor God, eeuwig (Joh 17:3, Ps 73:24, Matth. 22:29). Wie leeft voor God heeft in Hem onsterfelijkheid. Zie ook Matth. 16:26, 20:28, Ex 21:30. Niemand leeft dus voor zichzelf en sterft voor zichzelf. Hetzij wij leven, hetzij wij streven, wij zijn des Heren. (Rom 14:80. Daar zal Hij alles in Christus ontvangen en hebben.
Studie Bijbels Mensbeeld J. Maliepaard en Chr. Steyn. 2009