Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen


Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze handleiding? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Suggesties voor groepsstudie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inleiding . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Cursusdoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3 3 4 4

1. In het begin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

5

2. Een verdeelde wereld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

13

3. De wereld zien zoals God haar ziet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

17

4. De wereld in het Woord: het Oude Testament . . . . . . . . . . . . . . . . .

23

5. De wereld in het Woord: het Nieuwe Testament . . . . . . . . . . . . . . .

36

6. De kerk in de wereld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

45

7. De wachtende wereld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

57

8. Een wereldchristen worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

68

9. Internationale voorbede . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

77

10. Het Bijbelse wereldbeeld delen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

86

11. Dan zal het einde komen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

99

Antwoorden op de zelftesten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

106

2 van 108


Hoe gebruik je deze handleiding? Indeling Elke les bestaat uit: • Doelen: Deze doelen kun je bereiken bij het bestuderen van het hoofdstuk. Lees ze voordat je aan een les begint. • Sleutelvers: Dit geeft het belangrijkste thema van het hoofdstuk. Leer het uit je hoofd. • Hoofdstuk inhoud: Bestudeer elk onderdeel. Gebruik je Bijbel om de tekstverwijzingen op te zoeken en te lezen. In deze cursus wordt gebruik gemaakt van de NBG vertaling (tenzij anders vermeld is • Zelftest: Doe deze test nadat je een hoofdstuk helemaal hebt doorgenomen. Probeer de vragen te beantwoorden zonder gebruik te maken van je Bijbel of deze handleiding. Als de test af is kun je de antwoorden controleren aan de hand van het antwoorden gedeelte achter in dit boek. • Vervolgstudie: Dit onderdeel zal je helpen om verder te studeren met behulp van je Bijbel. Je verbetert je studievaardigheden en leert toepassen wat je geleerd hebt, in je bediening en in je leven. Wat heb je verder nodig? Een Bijbel. Hoewel ik NBG gebruik, kun je ook een andere vertaling nemen. Suggesties voor groepsstudie Eerste bijeenkomst: • Opening: Open met gebed en kennismaken. Registreer de studenten • Spreek regels af: Wie leidt er, wanneer, hoe laat en waar zij de studies? • Lofprijs & aanbidding: Nodig de Heilige Geest uit in je studie • Handleidingen uitdelen: Leg uit hoe ermee gewerkt moet worden. Bespreek de eerste bladzijden uit de handleiding. • Geef de eerste opdracht: De studenten nemen het opgegeven hoofdstuk door en doen de bijbehorende zelftest voor de volgende bijeenkomst. Hoeveel materiaal je in één keer kunt behandelen hangt af van de grootte en de moeilijkheidsgraad van de hoofdstukken en van de capaciteiten van de groep. Daaropvolgende bijeenkomsten: • Opening: bid; verwelkom en registreer de nieuwe studenten en geef ze een handleiding. Hou bij wie er aanwezig is. Neem tijd voor lofprijs en aanbidding. • Samenvatting: geef een korte samenvatting over dat wat de vorige keer aan de orde kwam. • Discussieer over elk onderdeel in het hoofdstuk, waarbij je de kopje in vette hoofdletters als onderwijs raamwerk gebruikt. Vraag de studenten wat zij voor vragen hebben bij de onderdelen en wat hun commentaar is. Pas de lessen toe op het leven en de bediening van de studenten. • Controleer de zelf testen die de studenten hebben afgemaakt. (Als je niet wilt dat de studenten toegang hebben tot de antwoorden, kun je de bladzijden met antwoorden uit de handleiding verwijderen). • Vervolgstudie: Deze projecten kun je als groep doen, maar ook individueel.

3 van 108


Inleiding Deze cursus is de eerste in een groep. De anderen gaan resp. over de visie op de geestelijke oogst en een training om je toe te rusten om die visie te vervullen. Daarnaast zijn er deelcursussen die je leren hoe jij je visie kunt vergroten nadat je met anderen gedeeld hebt wat je geleerd hebt. Je leert hoe je mensen moet trainen om geestelijk te oogsten en hoe zij anderen daartoe moeten opleiden: 2Tim. 2:2:

en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten.

Deze voortdurende trainingscirkel wordt ‘vermenigvuldiging’ genoemd, omdat het de hoeveelheid geestelijke werkers vermenigvuldigt. Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen is de basis voor geestelijke vermenigvuldiging. Een Bijbelse wereldbeschouwing hebben betekent dat jij op basis van de openbaring in de Bijbel naar de wereld kijkt. Je kijkt niet naar de wereld als politici, economen of onderwijzers. Je kijkt ook niet naar de wereld vanuit een bepaalde cultuur. Je leert de wereld zien, zoals God haar ziet. Je begint haar te begrijpen vanuit Gods perspectief. ‘Ontwikkelen’ betekent: ‘iets nodig hebben’ of ‘kennis uitbreiden op een bepaald vlak’. Deze cursus zal je kennis van de wereld, waarin je leeft, vergroten met als doel: meer geestelijke werkers krijgen. Deze cursus legt uit wat de “wereldbeschouwing” is van de Bijbel, het geschreven Woord van God. Het onderwerp wordt besproken van Genesis tot en met Openbaring. Het legt het plan van God uit voor de naties van het begin tot het eind, van wat wij “tijd” noemen. Deze cursus toont de verantwoordelijkheid die de gelovigen hebben naar de natie toe door de uitdaging te geven om een “wereldchristen”te worden. Deze cursus behandelt de wereldwijde geestelijke omstandigheden, met nadruk op de noodzaak om het Evangelie te verkondigen aan onbereikte bevolkingsgroepen in de wereld. Deze lessen richten zich ook op de verantwoordelijkheid van de kerken in deze wereld en je gaat de wereld zien zoals God haar ziet. Maar zoals geloof zonder werken dood is (Jak. 2:26), is een Bijbelse wereldbeschouwing zonder betrokkenheid ook niet effectief. Daarop daagt deze cursus je uit om meer te worden dan een gewone toeschouwer met een Bijbelse wereldbeschouwing. Je zult gemotiveerd worden om een deelnemer te worden die een actieve rol gaat spelen in dat wat God tegenwoordig met de wereld doet. CURSUSDOELEN Aan het eind van deze cursus kun je: • De wereld zien zoals God haar ziet • Samenvatten wat de Bijbel zegt over de wereld • Aantonen dat je Gods plan met de naties begrijpt • Jouw rol om het Evangelie van het Koninkrijk te verspreiden in de wereld uitvoeren • Een “wereld Christen” worden • Dienen door internationale voorbede • Het Bijbelse wereldbeeld met anderen delen 4 van 108


1. In het begin Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je • • • • • • • • • • •

Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven De Schepper van de wereld en van de mensheid herkennen Twee redenen geven voor de verschillende scheppingsverhalen die in de wereld bestaan Uitleggen waarom sommigen het Bijbelse principe van schepping niet accepteren Uitleggen wat bedoeld wordt met “Bijbelse wereldbeschouwing” De scheppingshandelingen van God gedurende de zeven dagen durend schepping opnoemen Het doel en de positie van de mens in de schepping uitleggen Het verhaal van “de val van de mens”samenvatten De gevolgen van “de val van de mens”noemen De eerste Bijbelse verwijzing van Gods plan met deze wereld herkennen De twee werelden herkennen waarin alle mensen leven

Sleutelvers Gen. 1:1:

In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

Inleiding Veel mensen hebben een beperkte wereldbeschouwing. Ze maken zich alleen zorgen over hun eigen dorp, stad of land. Ze hebben niet door dat het gebied waar zij in leven slechts een klein deel is van een bijzondere planeet, die ‘aarde’ heet. Ze weten niets van het speciale plan van God dat de hele wereld omvat, alle mensen van ieder ras, cultuur en taal. Dit hoofdstuk geeft een inleiding op de wereld waarin wij leven. Het begint bij het begin der tijden om de schepping van de wereld en de mensen die daarop leven uit te leggen. Hoofdstuk twee legt uit hoe de wereld verdeeld werd in landen en talen. Scheppingsverhalen In elke cultuur zijn er verschillende overtuigingen met betrekking tot de schepping van de aarde. Mensen hebben altijd de behoefte gehad om te verklaren hoe de wereld is ontstaan en waar de mens vandaan komt. Mensen in verschillende volken en culturen hebben hun eigen verhalen, of ‘mythen’, ontwikkeld om de schepping te kunnen verklaren. Er zijn twee redenen waarom deze verschillende mythen ontstonden: 1. Omdat mensen geen toegang hadden tot de werkelijke feiten over de schepping of… 2. Omdat zij kozen niet te geloven wat het scheppingsverhaal zegt toen zij het hoorden.

5 van 108


God de Schepper Het echte verhaal van de schepping van de wereld vind je in de Bijbel. Gen. 1:1 geeft een samenvatting van het hele eerste hoofdstuk. Gen. 1:1:

In den beginne schiep God de hemel en de aarde.

De God, waarover in dit vers wordt gesproken, is de enige echte God. De Bijbel is het geschreven verslag van de daden en de woorden van de enige echte God. Wanneer we het hebben over ‘een Bijbelse wereldbeschouwing ontwikkelen’, dan betekent dit dat we ons begrip van de wereld baseren op datgene wat God geopenbaard heeft in Zijn geschreven Woord, de Bijbel. Sommige mensen hebben ervoor gekozen om niet in de feiten van de Bijbel te geloven, met betrekking tot de schepping, omdat zij daarbij ook zouden moeten erkennen dat er een God is. En dat willen ze niet. Als ze wel zouden erkennen dat er een God is, moeten ze ook erkennen dat Hij de soevereine Heerser over hen is. Ze moeten dan ook Zijn Woord geloven en iets doen aan hun slechte levensstijl. Omdat deze mensen hun levensstijl niet willen veranderen, hebben zij ervoor gekozen om de Bijbelse verklaring van de schepping en het bestaan van God te ontkennen. Sommige mensen beweren dat het verhaal van de schepping, in de Bijbel, niet overeenstemt met de moderne wetenschap, de overtuiging die wetenschappers aanhangen die de aarde bestuderen. Het is waar dat de Bijbel niet overeenstemt met theorieën van sommige wetenschappers. Maar een theorie is een soort geloof, of een gok (de kans dat iets op die manier is gebeurd). Het is geen bewezen feit. In elke uitdaging die de wetenschappers naar voren brachten, zijn de feiten die zij ontdekten tot nu toe altijd in overeenstemming geweest met de Bijbel, ook ten aanzien van het scheppingsverhaal. De schepping van de wereld In Genesis wordt ons de toestand van de wereld getoond, toen God Zijn scheppende werk begon: Gen. 1:2:

De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren.

De daarna volgende verzen vertellen ons het verhaal van Gods schepping van de wereld. Eerste dag: Licht en duisternis vers 3 - 5 Tweede dag: Het firmament (hemel), scheiding van de wateren vers 6 - 8 Derde dag: Droog land en vegetatie (planten) vers 9 - 13 Vierde dag: Vijfde dag: Zesde dag:

Hemellichamen: zon, maan, sterren Bewoners van de wateren en de vogels Landdieren en de mens

De Bijbel vat de creativiteit van God samen om te openbaren dat …

6 van 108

vers 14 - 19 vers 20 - 23 vers 24 – 25

Col. 1:16-17:

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; en Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;

De schepping van de mens Op de zesde dag schiep het grootste van alle scheppingen; Hij schiep de eerste mens naar Zijn eigen beeld. Gen. 1:26-27:

En God zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.

God schiep de eerste mens, Adam, uit het stof van de aarde en ademde de Levensadem in hem (Gen. 1:27). God schiep de eerste vrouw voor Adam. Lees over de schepping van Eva in Gen. 2:18-25. Gods doel voor de mens De koningen van de wereld bouwden lang geleden beelden van zichzelf in de provincies van hun rijk, om zichzelf te vertegenwoordigen op plaatsen waar zij zelf niet konden verschijnen. De mens werd geschapen naar het beeld van God en op de aarde geplaatst als Zijn vertegenwoordiger. Als een vertegenwoordiger van God kreeg de mens de heerschappij over de hele wereld om Gods aanspraak op de wereld af te dwingen. De mens had de heerschappij over alle planten en dieren van de wereld. De mens had ook een speciale verantwoordelijkheid. Hij moest zich vermenigvuldigen en de aarde vullen met andere mannen en vrouwen die het beeld van God zouden weerspiegelen. Gen. 1:28:

En God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.

De mens is de grootste van al Gods scheppingen. De mens werd gemaakt naar het beeld van God. Hij heeft een levende, eeuwige ziel in tegenstelling tot planten en dieren. Hij heeft een geest en een vertand wat hem in staat stelt om over God te leren en met Hem te communiceren. De Geest van God kwam daadwerkelijk naar beneden en wandelde en sprak met de mens in de mooie tuin waar deze leefde (Gen. 3:8). Vanwege zijn speciale positie in de schepping, moest de mens God reflecteren, naar wiens beeld hij geschapen is. Hij moest met God communiceren en Hem prijzen die hem gemaakt had: Jes. 43:7, 21:

ieder die naar mijn naam genoemd is, en die Ik geschapen heb tot mijn eer, die Ik geformeerd heb, die Ik ook gemaakt heb....Het volk dat Ik Mij geformeerd heb, zal mijn lof verkondigen.

7 van 108


Adam en Eva moesten nageslacht voortbrengen en de hele aarde vullen met mensen die hetzelfde waren als zij… Mensen die heilig waren, Gods beeld weerspiegelden en spraken met hun Schepper en Hem prijsden. Meer er gebeurde iets verschrikkelijks waardoor dit mooie plan in het water viel. De val van de mens Gen. 3 bevat één van de meest droevige verhalen in de Bijbel. Het gaat over “de val van de mens”. De mens was geschapen naar Gods beeld. Zoals God de vrijheid heeft om te kiezen, zo heeft de mens dat ook. Hij heeft de vrijheid om zijn eigen besluiten te nemen. In de tuin waar Adam en Eva leefden waren veel bomen, maar er waren ook twee speciale bomen. Eén van die bomen werd de boom des levens genoemd (Gen. 3:22). Wanneer Adam en Eva van deze boom zouden eten, zouden zij eeuwig leven en nooit sterven. Maar er was ook nog die andere boom in de hof. Deze boom was de boom van kennis van goed en kwaad (Gen. 2:17). God verbood Adam en Eva van deze boom te eten. Hij wilde niet dat de mens het kwaad zou ervaren met alle verschrikkelijke gevolgen van dien. Daarom waarschuwde Hij hen dat het eten van deze boom de dood tot gevolg zou hebben. Maar de mens sloeg Gods waarschuwing in de wind. God heeft een vijand, die satan genoemd wordt. Satan was ooit eens een hele mooie engel van God, maar hij had besloten dat hij even groot wilde zijn als God zelf. Daarom leidde hij een grote opstand van engelen in de hemel (Jes. 14:12-17). Satan wilde niet dat de mens God zou dienen. Satan ging eerst naar de vrouw toe en verleidde daarna de man in de hof van Eden. Hij had zich vermomd in de vorm van een slang. Hij verleidde hen door valse beloften te doen. Zij gaven zich over aan de verleiding en zondigden tegen God door te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Het gevolg van de val van de mens in zonde veranderde de hele wereld. De planten en de dieren konden niet meer zo gemakkelijk beheerd worden. De mens moest worstelen om over hen te heersen. Dieren werden wild en onstuimig en de aarde bracht onkruid en distels voort. Er kwamen verschrikkelijke veranderingen in het weer, zoals overstromingen en andere rampen. Al het kwaad in de wereld van vandaag – al de rampen, plagen, lijden en tragedies – zijn het gevolg van de eerste zondeval. Zonde kwam toen de wereld binnen, evenals lijden. De straf van de dood kwam over de mens, zoals God al gewaarschuwd had. Ieder mens, tot aan het einde der tijden, zal de lichamelijke dood ervaren (een enkele uitzondering daargelaten). Maar wat nog erger is: door de zonde werd de mens gescheiden van God. Het beeld van God dat de mens zou weerspiegelen, was beschadigd. Door de zonde verloor de mens zijn relatie met God en werd er niet meer met Hem gecommuniceerd. Een grote belofte In dit meest duistere moment van onze geschiedenis deed God een grote belofte. Hij zei tegen satan: Gen. 3:15:

En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen. 8 van 108


Dit was de eerste openbaring van het speciale plan van God. Het openbaarde dat de strijd tussen de mens en satan voort zou razen door de eeuwen heen, maar ook dat God uiteindelijk iemand zou sturen die de vijand van de mens zal vermorzelen en de juiste relatie tussen God en mens zal herstellen. Die ‘iemand’ is Jezus Christus. Je leest meer over Gods speciale plan met de mens wanneer je doorgaat met deze studie. Twee werelden Gen. 3:15 openbaart ook nog een ander belangrijk feit. Alle mensen leven in twee werelden. We leven in de natuurlijke wereld, die bestaat uit landen en continenten. De natuurlijke wereld is dat wat we kunnen zien met de ogen van ons lichaam. We leven ook in een geestelijke wereld. Die kunnen we niet zien met onze natuurlijke ogen, maar zij is net zo echt als de natuurlijke wereld waar wij in leven. Ieder mens heeft een natuurlijk lichaam dat leeft in de natuurlijke wereld, maar denk eraan dat de mens geschapen is met een eeuwige ziel en geest. Je geestelijke wezen (ziel en geest) is deel van de geestelijke wereld net zoals je lichaam deel uitmaakt van de natuurlijke wereld. In Gen. 3:15, wijst “vermorzelen”op de grote strijd die er gaande is in de geestelijke wereld. Het is een strijd om het hart, het verstand, de ziel en de geest van de mens. Het is niet mogelijk om neutraal te zijn in deze strijd. Ieder mens is verdeeld over de twee tegengestelde kampen. Jezus zei: Luk. 11:23:

Wie met Mij niet is, die is tegen Mij en wie met Mij niet bijeenbrengt, die verstrooit.

Om een Bijbelse wereldbeschouwing te ontwikkelen moeten we deze basisfeiten begrijpen: 1. Ieder mens leeft niet alleen in een natuurlijke wereld, maar ook in een geestelijke wereld. 2. Het conflict dat speelt in de geestelijke wereld heeft zijn invloed op de natuurlijke wereld. Satan is actief in de geestelijke wereld, maar wij kunnen dat ook zien in de natuurlijke wereld in de slechte daden van mensen en naties. 3. Er is geen neutrale grond in deze grote geestelijke strijd. We zijn of voor Jezus of tegen Hem. Wij geloven alles dat onderwezen wordt in het Woord van God en handelen op basis daarvan. Als wij niet geloven in Gods Woord en doorgaan met egoïstische, zondige leven zijn wij tegen God.

9 van 108


Zelftest 1. Schrijf de sleuteltekst uit je hoofd op: ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2.

Wie is de Schepper van de hele wereld en van de hele mensheid?

___________________________________________________________________________

3. Geef twee redenen voor de verschillende scheppingsverhalen die in de wereld bestaan. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Waarom weigeren sommige mensen de Bijbelse feiten over de schepping te accepteren? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 5. Wat wordt bedoeld met ‘Bijbelse wereldbeschouwing’? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 6.

Vat de creatieve handelingen van God in de scheppingsweek samen.

Dag een:

________________________________________________________

Dag twee:

________________________________________________________

Dag drie:

________________________________________________________

Dag vier:

________________________________________________________

Dag vijf:

________________________________________________________

Dag zes:

________________________________________________________

10 van 108


7.

Wat maakt de mens anders dan alle andere scheppingen van God?

___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 8.

Vat het verhaal over de zondeval van de mens samen.

___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 9.

Wat waren de gevolgen van de zondeval van de mens?

___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 10.

Geef de tekstverwijzing waar God voor het eerst Zijn plan met de wereld openbaart.

___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 11.

Noem de twee werelden waarin alle mensen leven.

___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

( antwoorden op deze zelftest vindt je achter in dit boek) 11 van 108


Vervolgstudie Leer nog meer over de wereld en God de Schepper door de volgende verzen te bestuderen: God schiep de wereld: Gen. Neh. Job Ps. Spr. Pred. Jes. Jer. Ezech. Amos Zach. Mal. Joh. Hand. Rom. Ef. Openb.

1:1-32; 2:3-4; 5:1-2 9:6 38:1-41 74:17; 89:11; 104:1-35; 115:15; 121:2; 124:8; 134:3; 136:6; 148:5 8:23-31 3:11 40:28; 42:5; 43:1, 7; 44:24; 45:8, 12, 18; 48:13; 54:16; 65:17 10:12; 27:5; 31:22; 32:17; 51:15 28:13, 15 4:13 12:1 2:10 1:3 4:24, 17:24 1:20 2:10; 3:9; 4:24 10:6

God houdt de wereld in stand door Zijn kracht: Ps. Col. Hebr. 2Petr. Openb.

75:3; 95:4 1:16-17 1:3; 6:7 3:4 4:11

12 van 108


2 Een verdeelde wereld Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Uitleggen hoe de wereld verdeeld werd in verschillende taalgroepen • Uitleggen hoe die verdeling leidde tot vorming van verschillende bevolkingsgroepen • Beschrijvingen hoe die bevolkingsgroepen naties vormden Sleutelvers Gen. 11:6-7:

en de Here zeide: Zie, het is een volk en zij allen hebben een taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn. Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan.

Inleiding In het vorige hoofdstuk heb je geleerd over de schepping van de wereld en de mensheid. Je leerde ook dat de mens in zonde viel. Toen Adam en Eva zich vermenigvuldigden werden hun kinderen geboren met een zondige natuur. Dit geldt ook voor de rest van het menselijke ras. De mens was niet meer zoals God hem geschapen had: goed. Zijn natuurlijke denkpatronen en handelingen waren slecht geworden. Een tijd lang leven de mannen en vrouwen samen als één grote uitgebreide familie. Maar uiteindelijk werd de wereld verdeeld in verschillende talen, bevolkingsgroepen en landen. Je leerde over een scheiding in de wereld: de verdeling tussen de natuurlijke en de geestelijke wereld. Maar er zijn ook nog andere verdelingen in de wereld van tegenwoordig. De wereld is verdeeld in verschillende volkeren, culturen en talen. De Bijbel legt uit hoe deze verdelingen tot stand kwamen. Het patroon van de zonde Gen. 4:1 – 6:4 beschrijft het patroon van de zonde, zoals dat zich door de wereld heen begon te verspreiden. Lees deze hoofdstukken voordat je verder gaat met deze les. In deze hoofdstukken kom je de eerste moord tegen en de eerste leugen. Ook zie je hoe het kwaad in de mens groeit tot elke gedachte en daad slecht was. Uiteindelijk was de hele wereld zo zondig dat God: Gen. 6:5-6:

Toen de Here zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwde het de Here, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in zijn hart.

Vanwege de snelle groei van de zonde besloot God de aarde te vernietigen met een vloed. Maar Hij redde één rechtvaardige man: Noach, en zijn familie. Lees het verhaal van Noach en de vloed in Gen. 6:8 – 9:17. Na de vloed vermenigvuldigde de familie van Noach zich. Bijna direct werd het patroon van de zonde weer zichtbaar.

13 van 108


De toren van Babel Tot op dit punt waren de mensen op de hele aarde als één grote familie. Gen. 11:1:

De gehele aarde nu was een van taal en een van spraak.

Er was geen verdeling in talen en culturen. Niets was onmogelijk voor deze mensen. Daarom verstoorde, of verwarde, God hun taalgebruik. Gen. 11:6-7:

en de Here zeide: Zie, het is een volk en zij allen hebben een taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn. Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan.

Dit was de oorzaak van de verschillende verdelingen van talen over de hele wereld. Omdat de mensen elkaar niet meer konden verstaan stopte de bouw van de toren van Babel. Gen. 11:8:

Zo verstrooide de Here hen vandaar over de gehele aarde, en zij staakten de bouw van de stad.

De mensen die elkaar konden verstaan vormden groepen. Deze groepen of stammen spraken elk hun eigen taal. Toen deze groepen begonnen te groeien verplaatsten zij zich naar andere delen in de wereld. Daardoor ontstond er nog een verschil tussen de groepen, dat veroorzaakt werd door geografische omstandigheden. Grote bergen en zeeën maakten scheiding tussen hen. Uiteindelijk ontwikkelden die groepen verschillende manieren om dingen te doen. Ze ontwikkelden culturen en gewoonten. Ook ontwikkelden zij verschillende religies en aanbaden verschillende goden. Door de tijd heen groeiden deze groepen in aantal. Deze grote groepen organiseerden zich in naties. Ze maakten een eigen territorium door geografische grenzen vast te stellen. Zij ontwikkelden politiek en een rechtsorde om hun inwoners te regeren. Op deze manier werd de wereld verdeeld in verschillende naties met elk hun eigen taal, cultuur en gewoonten. De wereld van vandaag De moderne wereld bestaat uit zeven landmassa’s omgeven door water. Deze gebieden worden continenten genoemd. De namen van de continenten zijn: Noord Amerika, Zuid Amerika, Afrika, Europa, Azië, Australië en Antarctica. Elk van deze continenten is verdeeld in verschillende landen die weer uit verschillende bevolkingsgroepen bestaan. Elk land heeft zijn eigen regering en rechtsorde, die controleert wat er binnen haar grenzen gebeurt. Binnen de landen zijn er ook nog weer verdelingen. Een land kan opgedeeld zijn in staten of provincies. De mensen binnen de landen horen tot verschillende stammen of bevolkingsgroepen. Veel mensen in onze moderne wereld hebben nog nooit gehoord van het Evangelie van Jezus Christus. Ze weten niets van de enige echte God. Er zijn er zelfs die niet eens Gods geschreven Woord bezitten in hun eigen taal.

14 van 108


ZELFTEST 1. Schrijf de sleuteltekst uit je hoofd op: ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Leg uit hoe de wereld verdeeld werd in verschillende taalgroepen ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Leg uit hoe de taalverdeling leidde tot het ontstaan van verschillende bevolkingsgroepen ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Leg uit hoe de verschillende bevolkingsgroepen leidden tot het ontstaan van verschillende naties. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________

( antwoorden op deze zelftest vindt je achter in dit boek)

15 van 108


VERVOLGSTUDIE Het volgende schema geeft een overzicht van dat wat je tot nu toe geleerd hebt over Bijbelse wereldbeschouwing.

God schiep de wereld  Ieder mens leeft in twee werelden: de natuurlijke en de geestelijke wereld  natuurlijke wereld ⇒ De mens ⇐ geestelijke wereld  De natuurlijke wereld en de geestelijke wereld reageren op elkaar of hebben invloed op elkaar  De natuurlijke wereld is verdeeld door taal, cultuur, nationale en politieke grenzen  De geestelijke wereld is verdeeld in 2 groepen: zij die voor Christus zijn en zij die tegen Hem zijn ______________________*_______________________ * * zij die tegen Christus zijn zij die voor Christus zijn

16 van 108


3 De wereld zien zoals God haar ziet Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • De ‘hoofdsleutel’ in de Bijbel vaststellen • Twee feiten uitleggen die gepresenteerd worden in de ‘hoofdsleutel’ in de Bijbel. • Aan de hand van Bijbelteksten aantonen wat Gods doel is met deze wereld. • Een natuurlijk voorbeeld uit de Bijbel gebruiken om tonen hoe God de wereld geestelijk ziet. Sleutelvers Luk. 24:45-47: Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen. En Hij zeide tot hen: Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden, en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem.

Inleiding Je hebt ontdekt dat gelovigen de wereld moeten zien zoals God haar ziet. Deze manier van kijken kan alleen maar ontwikkeld worden als je meer leert over dat wat God zegt over de wereld in Zijn Woord. Dit hoofdstuk geeft een ‘hoofdsleutel’ om de Bijbelse wereldbeschouwing te begrijpen. Verder worden Gods doelen met de wereld besproken. Ook geven we natuurlijke voorbeelden om aan te geven hoe Hij de wereld ziet. In hoofdstuk 4 en 5 wordt verdergegaan met de studie van de wereldbeschouwing, vanuit het Oude en het Nieuwe Testament. Een hoofdsleutel De Bijbel is samengesteld uit 66 verschillende boeken. Elk boek bevat een “sleutelvers”. We noemen het een “sleutel” vers omdat het werkt als een sleutel in de natuurlijke wereld. Zoals een natuurlijke sleutel een deur opent, zo zal een sleutelvers je begrip voor het thema en de specifieke inhoud van dat specifieke Bijbelboek openen. De Bijbel als geheel bevat een hoofdsleutel, een speciale tekst die de betekenis van het hele Woord van God voor je ontsluit. Deze hoofdsleutel maakt het voor ons mogelijk om het thema en de inhoud van de hele Bijbel te begrijpen. Het stelt ons in staat om de wereld te zien zoals God haar ziet. Dit is de hoofdsleutel voor de Bijbel: Luk. 24:45-47: Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen. En Hij zeide tot hen: Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden, en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem.

Let op de woorden: “Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen.” Dit betekent dat Jezus Zijn discipelen de hoofdsleutel gaf, of twee basisfeiten, waarmee zij de hele Schrift konden begrijpen. Dit zijn die feiten:

17 van 108


1. dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden. Dit betekent dat het voor Jezus noodzakelijk was om te lijden voor de verzoening van de zondige mens met de rechtvaardige God. Dit is een sleutelwaarheid achter de boodschap van de hele Bijbel. God zei dat het loon van de zonde geestelijk, lichamelijk en eeuwige dood is. Gen. 2:17: maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven. Rom. 6:23: Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.

Jezus Christus werd mens en kwam in deze wereld om te sterven in plaats van de zondige mensheid. Rom. 5:19: Want, gelijk door de ongehoorzaamheid van een mens zeer velen zondaren geworden zijn, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van een zeer velen rechtvaardigen worden. Joh. 3:16: Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.

Wanneer God naar de wereld kijkt, ziet Hij de zondige mensheid die sterk behoefte heeft aan een Redder. Rom. 3:23: Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods,

Door geloof in Jezus Christus en berouw over de zonden kan de mens verzoend worden met God en de gave van het eeuwige leven ontvangen (De studie over de fundamenten van het geloof gaat dieper in op berouw hebben over en kwijtschelding van zonden). 2. dat in Zijn naam moest gepredikt worden tot bekering en vergeving der zonden, aan alle volken: Het tweede deel van de hoofdsleutel in de Bijbel is berouw en kwijtschelding van zonden aan de hele wereld verteld dient te worden. Dit betekent dat de gelovigen een heel grote verantwoordelijkheid hebben. Ezech. 3:18-19: Als Ik tot de goddeloze zeg: Gij zult zeker sterven! en gij waarschuwt hem niet en spreekt niet om de goddeloze voor zijn goddeloze weg te waarschuwen ten einde hem in het leven te behouden, dan zal die goddeloze in zijn eigen ongerechtigheid sterven, maar van zijn bloed zal Ik u rekenschap vragen. Maar als gij de goddeloze waarschuwt en hij bekeert zich niet van zijn goddeloosheid en van zijn goddeloze weg, dan zal hij in zijn eigen ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw leven gered.

Dat Jezus stierf voor de hele mensheid, wil nog niet zeggen dat iedereen automatisch gered is van zijn zonden. Iedereen heeft een vrije wil en moet daarom zelf besluiten of hij wel of niet berouw zal hebben (je afkeren van zonden) en Jezus als Redder zal aanvaarden. Om te kunnen geloven in Jezus en vergeving van zonden te ontvangen, dienen mensen eerst over Hem te horen. Rom. 10:13-14: want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? 18 van 108


Het verkondigen van berouw hebben over en kwijtschelding van de zonden, wordt ook wel evangelisatie genoemd, of verspreiding van het Evangelie. Evangelisatie was een voortdurend onderwerp in de gesprekken van Jezus met Zijn volgelingen, na Zijn opstanding uit de dood (zie Joh. 20:21; 21:15-17; Math. 28:18-20; Marc. 16:15; Luk. 24:44-48) Wanneer je voor het laatst met iemand spreekt heb je de neiging om het allerbelangrijkste door te geven. De laatste woorden van Jezus, voor Zijn terugkeer naar de hemel, gingen over evangelisatie. Hand. 1:8: maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.

Hoe God de wereld ziet Uit de hoofdsleutel van de Bijbel leren wij hoe God de wereld ziet. Hij ziet de wereld niet met politieke grenzen, regeringen of culturen. Hij ziet alleen zondige mensen die verzoend moeten worden met Hem door Jezus Christus. Hij ziet een hele wereld waar het Evangelie gebracht moet worden. God kijkt naar de wereld met een Goddelijk doel in Zijn gedachten. Het is een doel en een plan dat Hij vastgesteld heeft voor het begin van de wereld. Ef. 1:9-10:

door ons het geheimenis van zijn wil te doen kennen, in overeenstemming met het welbehagen, dat Hij Zich in Hem had voorgenomen, om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder een hoofd, dat is Christus, samen te vatten,

Ef. 3:11:

naar het eeuwige voornemen, dat Hij in Christus Jezus, onze Here, heeft uitgevoerd,

Gods eeuwige plan is: alle zondige mensen naar Zich toe trekken door Jezus Christus. Door Zijn geschreven Woord heeft Hij dit doel geopenbaard, wat jarenlang een mysterie was voor de mens. Een natuurlijk beeld van hoe God deze wereld ziet In de Bijbel gebruikt God heel vaak natuurlijke beelden om geestelijke waarheden te onderwijzen. Dat wat natuurlijk is kunnen wij waarnemen met onze zintuigen. We kunnen het zien, horen, proeven, ruiken of voelen. Dat wat geestelijk is kan alleen worden waargenomen met geestelijke zintuigen. Om een geestelijke waarheid te onderwijzen, waar wij niet bekend mee zijn, gebruikt God een natuurlijke waarheid waar we wel bekend mee zijn. In de Bijbel staat een natuurlijk voorbeeld voor Gods kijk op de wereld. Jezus zei tot Zijn discipelen: Joh. 4:35:

Zegt gij niet: Nog vier maanden, dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u, slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten.

Jezus sprak niet over de natuurlijke oogst op de velden waar zij zich op het moment van de uitspraak in bevonden. Hij had het over een geestelijke oogst. Jezus gebruikte het voorbeeld van de natuurlijke oogst om Zijn volgelingen een geestelijke beeld van de wereld te geven. In een andere situatie verklaarde Jezus heel duidelijk: 19 van 108

Math. 13:38:

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen de akker is de wereld; het goede zaad, dat zijn de kinderen van het Koninkrijk; het onkruid zijn de kinderen van de boze;

Afrika, Azië, Noord- en Zuid-Amerika, Europa, de eilanden van de zee… Deze worden door God allemaal gezien als een groot oogstveld. Terwijl God naar het oogstveld van de wereld kijk, ziet Hij ook een groot gebrek: Math. 9:37:

Toen zeide Hij tot zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig.

God ziet dat de geestelijke oogst gereed staat om geoogst te worden. Maar er zijn maar weinigen aan het werk. (Je leert meer hierover in de studie over strategieën om te oogsten).

20 van 108


Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat is de tekstverwijzing voor de hoofdsleutel van de Bijbel? ___________________________________________________________________________ 3. Leg de twee basisfeiten uit die in de hoofdsleutel van de Bijbel voorkomen. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Geef de tekstverwijzing waarin Gods doel met de wereld beschreven is. ___________________________________________________________________________ 5. Wat is Gods doel met de wereld, zoals het in de tekst van vraag 4 is aangegeven? ___________________________________________________________________________



Vervolgstudie In deze les leerde je hoe Jezus het natuurlijke voorbeeld van oogsten gebruikte om een grote geestelijke waarheid te illustreren. Gebruik de volgende tekstverwijzingen om verder te gaan met je studie over dit onderwerp. Vat samen wat elk tekstdeel onderwijst over de oogst. Math. 9:37-38: ___________________________________________________________________________ Math. 13:3-39: ___________________________________________________________________________ Luk. 8:5-15: ___________________________________________________________________________ Luk. 10:2: ___________________________________________________________________________ Joh. 4:35: ___________________________________________________________________________ Joh. 12:24: ___________________________________________________________________________ 1Cor. 3:6-8: ___________________________________________________________________________ 2Cor. 9:6: ___________________________________________________________________________ Gal. 6:7-8: ___________________________________________________________________________

22 van 108


4 De wereld in het Woord: Het Oude Testament Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • De centrale boodschap in het Woord van God vaststellen • De Bijbelse wereldbeschouwing in de Oud Testamentische wet samenvatten. • De Bijbelse wereldbeschouwing in de Oud Testamentische geschiedenis samenvatten. • De Bijbelse wereldbeschouwing in de Oud Testamentische poëzie samenvatten. • De Bijbelse wereldbeschouwing in de Oud Testamentische profetie samenvatten. Sleutelvers Mal. 1:11:

Want van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, is mijn naam groot onder de volken, allerwege wordt mijn naam reukwerk gebracht en een rein spijsoffer, want groot is mijn naam onder de volken, zegt de Here der heerscharen.

Inleiding Dit hoofdstuk en hoofdstuk vijf gaan verder met de presentatie van de Bijbelse wereldbeschouwing door studie van geselecteerde teksten uit het Woord van God. We hebben al geleerd dat God de wereld gemaakt heeft, dat de mensheid in zonde gevallen is, en hoe de wereld verdeeld werd in verschillende talen en volken. In dit hoofdstuk leer je meer over wat het Oude Testament openbaart over de wereld. Het volgende hoofdstuk richt zich op het Nieuwe Testament. Veel gelovigen zijn zich niet bewust van Gods eeuwige plan met de wereld. God zei: “Veel mensen gaan ten onder door gebrek aan kennis…”(Hos. 4:6). God heeft het dan niet over de kennis die je opdoet door naar school te gaan. Hij heeft het over geestelijke kennis die ons helpt om Gods plan te begrijpen en er deel aan te hebben. Een boek met één boodschap De Bijbel is geen verzameling menselijke ideeën over God. Het is de boodschap van God waarmee Hij Zijn doelen en Zijn plan duidelijk wil maken aan de mens. De Bijbel bevat verhalen over Gods volk. Deze mensen werden apart gezet om Zijn openbaring de wereld in te dragen. De Bijbel bevat veel beloften, profetieën, bemoedigende verzen en inspirerende verzen. Maar de hele Bijbel, van het begin tot het eind, heeft slechts één centrale boodschap. Het is de boodschap van Gods zorg en plan om de zondige mens te redden. Gods doel met de mens was vanaf het begin: Ef. 1:10:

om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder een hoofd, dat is Christus, samen te vatten,

Het reddingsplan voor de zondige mens, uitgevoerd door Jezus Christus, is Gods doel geweest vanaf het begin van de wereld voor alle mensen.

23 van 108


Het Oude Testament Het Oude testament bestaat uit 39 boeken, die in 4 grote groepen verdeeld kunnen worden:

· · · ·

De Wet: De Geschiedenis: Poëzie: Profetie:

Gen. Joz. Job Jes.

t.m. t.m. t.m. t.m.

Deut. Esther Hooglied Mal.

Hierna volgt een samenvatting van datgene wat deze 4 groepen uit het Oude Testament zeggen over Gods plan met deze wereld. De boeken van de Wet Genesis tot en met Deuteronomium Genesis betekent: ‘begin’. Het eerste boek van de Bijbel geeft een verslag van het begin van de wereld, mensen, volken, zonden en Gods reddingsplan. Zoals je inmiddels weet, werd de mens geschapen naar het beeld van God. Hij leek geestelijk en moreel op God. Toen de mens zich reproduceerde moest elk nieuw individu een deel van het plan van God vervullen. Maar door de zondeval verdween de gelijkenis met God op het geestelijke en morele gebied. De eerste openbaring van Gods plan met de wereld werd daarom gegeven. Gen. 3:15:

En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.

De boodschap werd gegeven in een symbolische taal. “Het zaad van de vrouw” is Jezus. Hij zou de kop van de slang (satan) vermorzelen, die de mens tot zonde bracht. Jezus zou dit doen door te sterven voor de zonden van de mensheid , de mens met God verzoenend. Er worden zes dingen geopenbaard in dit vers: 1. God is de bron van redding 2. Satan is de vijand 3.De komende Redder heeft een unieke menselijke relatie met de mens. 4.De Redder zal lijden 5. God voorziet in de nederlaag van de vijand 6. Redding is voor de gehele mensheid, afstammelingen van iedere generatie.

“En Ik” vijandschap tussen het zaad van de vrouw en de slang Hij is de Zoon van God in vorm (“haar zaad”) “Gij zult hem de hiel vermorzelen” “Het zal u de kop vermorzelen” “al het zaad”

De verspreiding van de zonde die volgde op de val van de mens (Gen. 6), is in de vorige lessen besproken. Zelfs toen de ergste slechtheid de wereld bedekte en God ten gevolge daarvan een grote vloed stuurde, voorzag Hij nog steeds in een speciaal reddingsplan (Gen. 8-9). De ark van Noach, de boot waarin deze familie gered werd, was een type of een symbool van de redding door Jezus. Jezus was de geestelijke “ark”, waardoor mensen veiligheid konden 24 van 108


vinden tegen Gods oordeel over zonde. Het verhaal van Noach en de vloed (Gen. 6–9) openbaart dat ondanks het feit dat God dat God de wereld als zondig ziet en deze geoordeeld moet worden, Hij er ook in Zijn genade naar kijkt. Hij voorziet altijd in een ontsnappingsroute om te komen aan de straf op de zonde. Door het hele Oude Testament komen we dit patroon steeds weer tegen. De mens zondigt en God zendt Zijn oordeel tegen de zonde. Maar, in Zijn genade, voorziet God steeds weer in een weg om gered te worden. Een speciaal volk Je leerde hoe in Babel de rebellie tegen God leidde naar een verdeling in talen en uiteindelijk naar de vorming van volkeren. Vanuit die wereld, verdeeld in naties, koos God één volk: Israël, met een speciaal doel. Het hele volk is afstammeling van één man, genaamd Abraham. Je kunt over Abraham lezen, over Gods beloften aan hem en de vervulling daarvan, in Gen. 11:27-25:34. Abraham werd gekozen om de “vader” (leider) van Israël te zijn. God koos hem met een speciaal doel: Gen. 12:2-3:

Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.

Gen. 22:18:

En met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat gij naar mijn stem gehoord hebt.

Gen. 26:4:

En Ik zal uw nageslacht vermenigvuldigen als de sterren des hemels, en Ik zal uw nageslacht al die landen geven, en met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden,

Gen. 28:14:

En uw nageslacht zal zijn als het stof der aarde, en gij zult u uitbreiden naar het westen, oosten, noorden en zuiden, en met u en met uw nageslacht zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden.

Uit Abraham zal het volk Israël ontstaan. Door Israël zouden alle volken van de aarde gezegend worden, doordat zij de enige echte God leren kennen. De “families” van de aarde zouden ook gezegend worden. Het woord “families”verwijst naar verschillende stammen en etnische bevolkingsgroepen die samen een natie vormen. Het volk Israël werd niet gekozen vanwege bijzondere voorrechten of omdat zij beter zouden zijn dan de andere volken. Ze werden met een speciale bedoeling gekozen. Het volk was een minderheid die geroepen was om de meerderheid te dienen. God koos Israël als volk waardoor Hij Zichzelf aan de wereld wilde openbaren. Uit Israël zou de Redder, Jezus Christus voortkomen (Math. 2:2; Joh. 4:22). Door dit volk sprak God Zijn geschreven Woord tot de wereld (Ps. 147:19; Rom. 3:1-2; 9:4). Israël zou ook Gods getuigenis voor de volken zijn: Jes. 43:9-12:

Alle volken zijn samen vergaderd en de natiën hebben zich verzameld. Wie onder hen kondigt dit aan en doet ons het verleden horen? Laten zij hun getuigen voorbrengen, opdat zij in het gelijk gesteld mogen worden en men het hore en zegge: Het is waarheid. Gij zijt, luidt het woord des Heren, mijn getuigen, en mijn knecht, die Ik verkoren heb, opdat gij het weet en in Mij gelooft en inziet, dat Ik dezelfde ben; voor Mij is er geen God geformeerd en na Mij zal er geen zijn Ik, Ik ben de Here, en buiten 25 van 108

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen Mij is er geen Verlosser. Ik heb verkondigd, verlost en doen horen, en ben geen vreemde onder u; gij toch zijt mijn getuigen, luidt het woord des Heren, en Ik ben God.

God zorgde voor een levende relatie met Israël, die wij verbond noemen. Dit verbond is de afspraak dat Hij hun God is en zij Zijn volk zijn. In Het Oude Testament had God dus een verbond met Israël. Ex. 6:7:

Ik zal Mij u tot een volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn, opdat gij weet, dat Ik, de Here, uw God, het ben, die u onder de dwangarbeid der Egyptenaren uitleid.

In Het Nieuwe Testament maakte God een nieuw verbond met alle gelovigen. 1Cor. 11:25:

Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zeide: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis.

Erfgenamen van Abraham Je zult later leren dat de Nieuw Testamentische gelovigen ook wel erfgenamen van Abraham genoemd worden. Een erfgenaam is iemand die alles erft wat iemand anders in het bezit heeft. Evenals Abraham, zijn wij geroepen om de wereld te zegenen. Maar de volken en stammen in de wereld worden alleen gezegend als wij naar hen toe gaan met het Evangelie. Toen God Abraham riep, zei Hij dat deze de stad Ur moest verlaten en moest gaan naar het land dat God hem wijzen zou (Hand. 7:2-3). Abraham vertrok met zijn familie uit Ur, maar toen hij in Haran aankwam vestigde hij zich daar (Gen. 11:31). Iedere gelovige wordt opgeroepen geestelijke gebieden te verlaten, plaatsen die het doel van God in je leven belemmeren. Sommige gelovigen kunnen ook geroepen worden om hun geboortegrond te verlaten om in andere landen het Evangelie te verkondigen. Iedere gelovige zal ooit eens zijn ‘Haran’ tegenkomen. Dat is een comfortabele plak waar je de keuze hebt om je voorgoed te vestigen en te genieten van de geneugten van de omgeving, of om God te gehoorzamen en verder te gaan om deel te zijn in Zijn plan. Abraham koos ervoor om vanuit Haran te vertrekken. Hij keek nooit achterom. Ontwikkeling van de natie: Wanneer we de ontwikkeling en de groei van de natie Israël verder bekijken zien we dat het verhaal van Abraham een vervolg krijgt in Genesis en in de wetboeken. God gebruikte Israël om Zijn plan met de wereld te openbaren: In Egypte liet God Jozef opstaan om de natie te redden God bracht Israël uit Egypte om te tonen dat Hij de God van de aarde is Ex. 9:29: De plagen in Egypte waren bedoeld om de macht van God te tonen Ex. 33:16: Gods aanwezigheid in Israël toont de werkelijkheid van Zijn bestaan Ex. 34:10: God was voortdurend aan het werk in Israël, alle volken waar zij mee in aanraking kwamen konden God aan het werk zien Lev. 20:23: Israël was een voorbeeld voor alle volken en mocht niet hun slechte leefwijze overnemen Lev. 19:24: Israël moest de liefde van God met andere volken delen Num. 14:21: Gods plan was de aarde te vullen met Zijn heerlijkheid Gen. 50:20: Ex. 8:22:

26 van 108


Deut. 4:27; 7:6; 14:2; 26:19: God koos Israël als Zijn getuige, maar vanwege zonde zouden ze later verstrooid worden onder de volken en lijden onder de handen van hun vijanden Deut. 18:19; 30:19: God waarschuwde Israël niet de wandelen in de wegen van andere volkeren en de juiste manier van leven te kiezen Deut. 28:9-10: Gods verlangen was dat door Israël heen alle volken van de aarde Zijn macht zouden erkennen De Historische boeken Jozua tot en met Esther Voor de wereld is Israël een onbelangrijk volk. Maar de Bijbelse kijk op Israël is heel anders. Het is het volk waardoor God heen werkt om Zijn plan aan de wereld te openbaren. De Oud Testamentische historische boeken geven hiervan verslag. Toen Israël God gehoorzaamde, werd zij bevrijd uit de handen van haar vijanden. Dit was een getuigenis van de reddende kracht van God (zie Ps. 66:1-7; Jes. 52:10). Toen Israël ongehoorzaam was aan God, zond Hij oordelen om Zijn karakter te tonen (Ps. 145:17). Of God nu in liefde handelde met Israël of haar tuchtigde, Hij bleef Zichzelf aan de volkeren van de wereld openbaren door haar heen. Hier zijn enkele tekstverwijzingen uit de historische boeken die je inzicht zullen vergroten in Gods plan met de wereld. Joz. 2:11; 3:11: Joz. 4:23-24:

God is Heer van heel de hemel en de aarde. God droogde de Jordaan op zodat de volken van de wereld Zijn hand zouden zien. Joz. 23:3,9,12,13: God waarschuwde Israël om zich gescheiden te houden van de heidense volken en als getuige onder hen te zijn. Richt. 2:21-22: God testte Israël om te zien of zij zou doen wat Hij zegt. Het boek Richteren gaat over hun voortdurende falen. Ruth 1:16: De God van de Joden zal ook God van de heidenen worden. 1Sam. 17:46: Toen David Goliath ontmoette, claimde hij overwinning zodat de hele aarde zou weten dat er een God in Israël is. 2Sam. 22:50-51: God werd geprezen door David opdat alle volkeren Hen zouden eren. 1Kon. 8:23,43: Nadat het koninkrijk van Israël gevestigd was, vroeg koning Salomo dat “alle volken van de wereld Uw naam mogen kennen, en U zo vrezen, als Uw volk Israël doet”. 1Kon. 8:43,53,60: Deze verzen weerspiegelen Gods voortdurende verlangen dat de aarde Zijn plan zal kennen. 2Kon. 19:15-19: Bevrijding werd gezocht opdat de hele aarde de echte God zal kennen. 1Kron. 16:23-24,31: Gods glorie werd geproclameerd aan de naties. 1Kron. 16:35: Bevrijding van de heiden werd gezocht opdat God verhoogd zal worden. 2Kron. 6:32-33: Alle volken van de aarde moeten de kans hebben God te kennen. 2Kron. 6:14; 20:6; 32:13: God is verhoogd als de enige echte God van de wereld. 2Kron. 16:9: God bekijkt de wereld met een speciaal verlangen in Zijn hart. 27 van 108


Ezra 1:2; 5:11: Neh. 6:16:

Neh. 9:6-7: Esther 4:14:

Cyrus zal een tempel in Jeruzalem bouwen om God te eren voor de ogen van de hele aarde. Het doel van het project van Nehemia was veel groter dan alleen maar een muur bouwen. Het was een demonstratie van de werkelijkheid van Gods macht en de zekerheid van Zijn plan. God wordt geproclameerd als Heer van heel de aarde. Esther werd verhoogd met het speciale doel het volk Israël te behouden, waarvan satan het plan had deze te vernietigen.

De dichterlijke boeken Job tot en met Hooglied De boeken Job, Psalmen, Spreuken, Prediker en Hooglied, worden dichterlijke boeken genoemd vanwege de poëtische schrijfwijze die gebruikt is. De wereld is een belangrijk onderwerp in deze boeken. Alleen in het boek Psalmen komen we meer dan 200 verwijzingen naar naties en volken tegen. Uitdrukkingen als “heel de aarde”, “alle volken”, “alle vlees”, “alles wat adem heeft”, “alle einden van de aarde”, “al de volken van de aarde”, “de ogen van allen”, “heiden” verschijnen herhaaldelijk in dit boek. De Psalmen zeggen dat de aarde God toebehoort en dat alles onder Zijn controle is (Ps. 24:1). Het boek verhoogt God als de Allerhoogste op heel de aarde (Ps. 38:10; 97:9). Ook is Hij de Rechter van de aarde (Ps. 149:7), terwijl Hij toch voorziet in redding door genade (Ps. 119:64). De zondige toestand van de aarde vindt je in Ps. 2. In Ps. 67 wordt de hoop op redding uitgebreid naar alle volkeren. In de vervolgstudie bij dit hoofdstuk wordt een complete lijst gegeven van de wereld, zoals die in de Psalmen wordt besproken. Hier zijn enkele sleutelverzen uit de andere dichterlijke boeken: Job l, 2: Job 9:24; 12:23; 38:1-41: Spr. 2:22; 10:30; 11:31: Spr. 14:34: Spr. 3:19; 8:23-31: Pred. 1:4; 3:11: Pred. 7:20; 8:14; 10:7: Pred. 12:7: Pred. 3:14:

Beschrijven het lopende conflict om het hart, verstand en de ziel van de mens. Hoewel de omstandigheden op de aarde momenteel slecht zijn, heeft God Zijn controle over het universum niet verloren. Beschrijft de huidige slechte omstandigheden op de aarde. Rechtvaardige en zondige volkeren vormen een contrast met elkaar. Verhoogt God als Schepper van hemel en aarde. Presenteert de Heer als Schepper en God van de aarde. Richt zich op de huidige toestand van de mens en de wereld. Openbaart het eeuwige karakter van de menselijke geest. Benadrukt de zekerheid van Gods plan.

Deze teksten zijn alleen maar voorbeelden van Gods plan voor de wereld zoals dat geopenbaard is in deze boeken. Bekijk de vervolgstudie om nog meer verzen uit de dichterlijke boeken te vinden die gaan over de wereld.

28 van 108


De profetische boeken Jesaja tot en met Maleachi De boeken van Jesaja tot en met Maleachi worden profetische boeken genoemd. Er staan profetieën in die God gaf door gezalfde mensen uit Israël. Deze profetieën legden toekomstige gebeurtenissen uit in Gods plan met de wereld. Dwars door al deze boeken heen wordt het wereldwijde aspect van het werk van de Redder benadrukt. Jezus zou niet alleen voor de mensen uit Israël komen, maar voor het hele menselijke ras. Bedieningen over de culturen heen Twee profeten, Daniël en Jona dienden in andere culturen. Daniël was een getuige van God, terwijl hij als raadsman en ambtenaar werkzaam was in Babylon. Daniël werd door God van de dood gered om Zichzelf te openbaren als de God van de aarde (Dan. 6:27). Het boek Daniël bevat veel openbaringen van God die gaan over de toekomst van deze wereld. Het boek staat in verband met het Nieuw Testamentische boek Openbaring, dat voorziet in extra informatie over Gods plan voor de volken. Het doel van Gods plan wordt samengevat in: Dan. 7:14:

en Hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden Hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en Zijn Koningschap is een, dat onverderfelijk is.

Jona was een Joodse zendeling die geroepen werd om redding te prediken in de slechte heidense stad Nineve. Hij vervulde deze opdracht met tegenzin. Het boek Jona is belangrijk omdat het Gods plan, om redding te brengen aan alle volkeren, openbaart. Israël had een hekel aan de bevolking van Nineve. In eerste instantie weigerde Jona om tot hen te spreken. Maar nadat God gehandeld had, ging hij om berouw te preken; hoewel hij niet aangaf hoe men tot berouw moest komen. Ze moesten zelf maar zien wat ze moesten doen, en dat blijkt dan ook uit het decreet van de koning (Jon. 3:8-9). In plaats van blij te zijn over hun berouw, klaagde Jona en redetwistte hij met God (Jon. 4:2). De laatste woorden van Jona, die in de Bijbel zijn vastgelegd, zijn: “Terecht ben ik vertoornd, ten dode toe.” (Jon. 4:9). Het boek Jona heeft geen einde. Op de laatste vragen (Jon. 4:9-11) worden geen antwoorden gegeven. We laten Jona wachten tot hij kan denken zoals God denkt. God wacht nog steeds op massa’s mensen die net als Jona zijn. Ze zitten rustig in hun comfortabele huizen, zoals Jona op zijn schaduwrijke plek zat. Ze kunnen Gods plan voor de wereld niet begrijpen en weigeren er aan deel te nemen. Het boek Jesaja: Dit boek is een uitstekend voorbeeld van de nadruk op Gods plan met de wereld, zoals dat geopenbaard is in de profetische boeken. Jes. 17:12-13; 24:5-6: Jes. 40:12; 42:5; 44:24; 45:8,12,18; 48:13: Jes. 14:12: Jes. 37:20, 64:4: Jes. 65:17; 66:22:

Beschrijft de toestand van de wereld voor God. Verhoogt God als Schepper van hemel en aarde. Openbaart satan als de vijand van de volkeren. Benadrukt het doel en de grootheid van Gods plan met de wereld. Openbaart Gods toekomstige plan voor de wereld. 29 van 108


Jes. 40:15: Jes. 45:22; 51:6: Jes. 43:8-12: Jes. 52:13-15:

Jes. 54:1-5:

Jes. 42:1-10:

Jes. 49:6-12:

Jes. 56:7: Jes. 59:16 - 60:5:

Gods kijk op de volkeren. De oproep om bij God redding te zoeken, gaat naar alle volkeren. Israël was Gods getuige onder de volkeren. De genoemde dienaar is Jezus. Hij zal lijden voor de redding van de wereld. De heidense koningen en de ongelovige volken zullen verbaasd staan wanneer zij het Evangelie horen. Zijn Evangelie moet bekend gemaakt worden in alle uithoeken van de aarde. Het "zaad" betekent hier het geestelijk zaad van Israël, inclusief de heidense gelovigen de gered zijn door Jezus. De oproep om je verblijfplaats te vergroten betekent: breidt uit om de kinderen van God uit de heidenen te kunnen ontvangen. God wilde genadig handelen met de volkeren. Hij zal niet opgeven, ongeacht het aantal pogingen en hoe lang het duurt voor zij zullen reageren. Veel van de “kustlanden”waar Jesaja naar verwijst, wachten nog steeds op Zijn Wet. Vers 6 spreekt over een Redder die de geredden uit alle volken zal samenbinden. Het herstel van Israël was een klein ding vergeleken met Gods doel in de wereld. Zijn doel is dat de hele wereld Hem zal kennen en Hem aanbidden in geest en in waarheid. Gods huis moest een huis van gebed worden voor alle volken. Deze passage openbaart dat Jezus op zal staan in licht en genezing, ondanks de geestelijke duisternis die er in de wereld is vanwege de zonde. Dat heilige licht wordt gezien in de hele wereld. De heidenen uit de verste uithoeken van de wereld zullen tot dit licht komen.

Jes. 2:4,19,21; 5:26; 11:4; 13:11,13; 24:1,19,21; 25:7; 26:21; 34:2; 64:2: Al deze verzen kondigen Gods oordeel over de volkeren aan. Jes. 2:2; 6:3; 11:9; 52:10; 55:5; 60:2; 61:11; 66:1,18: Alle verzen spreken over een tijd dat de kennis van de Heer de aarde zal vullen. De andere profeten: Hier zijn enkele sleutelverzen uit de andere profetische boeken: Jer. 1:5: Jer. 9:24: Jer. 23:5: Jer. 18:7-10: Jer. 27:5; 32:17; 51:15: Jer. 31:7: Jer. 4:2; 33:9:

Jeremia werd geroepen om profeet voor de volken te zijn. God toont Zijn liefhebbende welwillendheid, oordeel en rechtvaardigheid op de aarde. Aankondiging van het oordeel en de rechtvaardigheid die door Jezus op de aarde in praktijk wordt gebracht. Voorziet in een duidelijke keuze voor de volkeren. Verhoogt God als Schepper van de aarde. God moet bekend gemaakt worden aan de volkeren en door hen aanbeden worden. De volkeren zullen zich in God beroemen. 30 van 108


Jer. 5:9; 6:19; 7:28; 9:9; 10:10,11,25; 12:17; 23:5; 25:14,31; 51:25: Alle verzen spreken over Gods oordeel over slechte naties in de wereld. Jer. 16:19-21: Gods doel voor de volkeren wordt bereikt door Israël heen. Jer. 33:9: Alle volkeren van de aarde zullen van God horen. Klaagl. 3:37-39: God zal de mens straffen vanwege de zonde. Klaagl. 4:20: Hoewel wij onder de heidenen leven zijn wij onder de schaduw van God. Ezech. 20:41; 36:23; 38:23; 39:7,21: Al deze verzen tonen Gods verlangen om Zijn naam bekend te maken onder alle volkeren op aarde. Hos. 1:10; 2:23: Op plaatsen waar men God niet kent, zal Hij geopenbaard worden. Joël 1:15: Joël waarschuwt voor de “dag des Heren”, wat het tijdstip is van Zijn oordeel over de volkeren. Hij roept op tot algeheel berouw. Joël 2:28-32; 3:9-12: Hoewel alle volkeren Gods oordeel zullen ondergaan, zullen ze ook Zijn gave van de Heilige Geest ervaren en de vrede die daarop zal volgen. Joël 3:14: Beschrijft de massa’s in de wereld die nog niet bereikt zijn voor God. Amos 4:13: Amos verklaart God als Heer van de hele aarde. Amos 9:11-12: God zal alle volkeren oprichten waarover Zijn naam is uitgeroepen. Obad. 1:1: God heeft Zijn boodschappers naar de volkeren gestuurd. Obad. 1:15: De dag van oordeel zal over de heidenen komen. Mich. 4:1-3; 5:15; 7:16: God zal alle volkeren oordelen. Nah. 1:5: De hele aarde zal onder Gods controle komen. Hab. 15; 3:12: God zal grote wonderen doen om Zichzelf aan de heidenen te openbaren. Hab. 2:4: Geeft de principes van rechtvaardiging door geloof. Hab. 2:14; 3:3: Kondigt een tijd aan waarin de aarde gevuld zal zijn met de glorie van de Heer. Zef. 3:6,8: God zal de slechte naties op aarde oordelen. Hag. 2:7,21,22: God de volkeren schudden en naar Zichzelf toetrekken. Zach. 12:1: God is de Schepper van de menselijke geest. Zach. 4:10: Gods aandacht is gericht op de wereld. Zach. 12:10; 13:1,6,7: Voorspelt de dood van Jezus voor de zonden van de wereld. Zach. 14:8-9: God zal Koning worden over heel de aarde. Mal. 1:11: Gods naam zal geprezen worden onder de volkeren. Je begrijp uit het bovenstaande wel dat het onmogelijk is om alles te noemen wat de profeten leren over Gods plan met de wereld. De ruimte is hiervoor te beperkt in deze studie. In de vervolgstudie vind je alle verwijzingen over de wereld die in de profeten voorkomen, zodat je zelf verder kunt studeren. Overgang van het Oude naar het Nieuwe Testament Het Oude Testament eindigt met het boek Maleachi en het Nieuwe Testament begint met Mattheüs. In het volgende hoofdstuk zullen we de Bijbelse wereldbeschouwing van het Nieuwe Testament bestuderen. 31 van 108


In het Oude Testament was het Gods plan om Israël te gebruiken om alle volkeren naar Zich toe te trekken. Door te leven in de aanwezigheid van God en in ontzag voor Hem, moesten zij de andere volkeren als een magneet naar de Heer, en naar Jeruzalem, toe trekken. In het Nieuwe Testament, nadat Israël Jezus had verworpen, werd er een nieuwe groep mensen opgericht. Deze groep wordt ‘Kerk’ genoemd en bestaat uit allemaal wedergeboren gelovigen. Door de Kerk heen werkt God om Zich te openbaren aan iedereen in de wereld. Maar de manier is anders. In het Oude Testament moesten de volkeren naar Jeruzalem komen om van God te horen. In het Nieuwe Testament wordt de Kerk vanuit Jeruzalem naar de volken gestuurd.

32 van 108


Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat is de centrale boodschap van het Woord van God? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Vat de Bijbelse wereldbeschouwing samen op basis van de Oud Testamentische wetboeken. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Vat de Bijbelse wereldbeschouwing samen op basis van de historische boeken uit het Oude Testament. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 5. Vat de Bijbelse wereldbeschouwing samen op basis van de Oud Testamentische dichterlijke boeken. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 6. Vat de Bijbelse wereldbeschouwing samen op basis van de Oud Testamentische profetische boeken. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________



Vervolgstudie Gebruik de volgende teksten Om de Bijbelse wereldbeschouwing volgend het Oude Testament verder uit te diepen. Deze teksten bevatten verwijzingen naar de wereld, heidenen, naties, en andere volken dan Israël. Gen.: Ex.: Lev.: Num.: Deut.: Joz.: Richt.: 1Sam.: 2Sam.: 1Kon.: 2Kon.: 1Kron: 2Kron.: Neh.: Job: Ps.:

Spr.: Pred.: Jes.:

Jer.:

Klaagl.: Ezech.: Dan.: Hos.: Joël: Amos: Obad.: Micha: Nah.:

6:5-7,11-13,17; 8:17,22; 9:1-2,11-17; 10:32; 11:1,8,9; 12:2,3; 13:16; 14:19,22; 17:4-6,16,20; 18:18; 21:13,18; 22:18; 26:4; 28:14; 46:3 8:22; 9:14,16,29; 19:5,6; 32:10; 33:16; 34:10 20:23 14:21 3:24; 4:27,39; 7:6; 9:4; 10:14; 14:2; 15:6; 18:9; 26:19; 28:1,10; 30:19 2:11; 3:11; 4:24; 23:3,9,12,23 2:21-23 8:5 7:23; 22:50 8:23,43,53,60; 11:2 5:15; 17:11,15; 19:15,19 16:14,23,24,30,31,35; 17:21; 29:11 6:14,33; 16:9; 20:6; 32:13 1:8; 5:9; 6:16; 9:6 9:24; 12:23; 19:25; 37:6,12; 38:4 2:1,2,8; 8:1,9; 9:5,8,15,17,19,20; 10:16,18; 18:7,43,49; 19:4; 22:27-29; 24:1; 25:13; 33:5,8,10,12,14; 34:16; 37:9,11,22; 44:2,11,14; 46:2,6,8-10; 47:2,3,7-9; 48:2,10; 49:1; 50:1,4,12; 57:5,9,11; 58:11; 59:5,8,13; 65:5,9; 66:4,7; 67:2,4,6,7; 68:8,32; 69:34; 72:8,11,17,19; 73:12,25; 74:12,17,20; 75:3,8; 76:8,9,12; 77:18; 78:55,69; 79:6,10; 80:8; 82:8; 83:4,18; 86:9; 89:11; 90:2; 93:1; 94:10; 95:4; 96:1; 99:1; 102:15,19,25; 104:5,9,13,14,24,30,32,35; 105:7; 106:27,34,35,41,47; 108:3,5; 110:6; 111:6; 112:2; 113:4; 114:7; 115:2,15,16; 117:1; 119:64,90,119; 121:2; 124:8; 126:2; 134:3; 135:6,7,10,15; 136:6; 138:4; 146:6; 147:8,15; 148:11,13; 149:7 2:22; 3:19; 8:23,26,29,31; 10:30; 11:31; 14:34 1:4; 3:11; 5:2,9; 7:20; 8:14,16; 10:7; 11:2; 12:7 2:2,4,19,21; 5:26; 6:3; 11:4,9,12; 12:5; 13:11,13; 14:12,26; 17:12,13; 23:9; 24:1,4-6,19-21; 25:7,8; 26:2,9,21; 34:2; 37:16,20; 40:12,15,17,21,28; 41:9; 42:4,5,10; 44:24; 45:8,12,18,22; 48:13; 49:6; 51:6,13,16; 52:10; 54:5; 55:5,9; 60:2; 61:11; 64:2,4; 65:1,17; 66:1,18,22 1:5; 4:2; 5:9; 6:19; 7:28; 9:9,24; 10:2,10-12,25; 12:17; 16:19; 18:7-9; 22:29; 23:5,24; 25:14,15,17,31,32; 27:5; 29:14; 31:7,10; 32:17; 33:9; 36:2; 46:28; 49:14; 51:15,20,25 4:20 5:5-8; 16:14; 20:41; 36:24; 38:23; 39:7,21; 43:2 4:35; 6:27 2:23; 6:3; 9:17 2:17,19,30; 3:2,11,12 4:13; 9:8,9,12 1:1,15 1:2,3; 4:2,3,7; 5:4,15; 6:2; 7:16 1:5 34 van 108


Hab.: Zef: Hag.: Zach.: Mal.:

1:5; 2:14,20; 3:3,6,12 2:3,11; 3:6,8,20 2:7,14,21,22 1:10,11,15; 2:8,11; 4:10; 12:1,3,9; 14:2,3,9,16 1:11

35 van 108


5. DE WERELD IN HET WOORD: HET NIEUWE TESTAMENT DOELEN: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven. • Uitleggen hoe Gods plan met de wereld geopenbaard werd in de aankondigingen van de geboorte van Jezus. • De wereldbeschouwing van Jezus samenvatten, zoals die blijkt uit Zijn handelen. • Samenvatten wat Jezus leerde over de wereld en wat Zijn opdracht ten aanzien van de wereld was. • Het belang van het kruis van Jezus in Gods plan met de wereld uitleggen. SLEUTELVERS Joh. 17:4:

Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt.

INLEIDING Dit hoofdstuk gaat verder met de studie van de wereld, zoals die gegeven wordt in het Woord van God. De Bijbelse wereldbeschouwing, zoals die in het Nieuwe Testament naar voren komt, wordt hier uitgelegd. Vanaf de aankondigingen van de geboorte van Jezus, door Zijn leven, dood en opstanding legt het Nieuwe Testament nadruk op de wereld. Dezelfde nadruk blijft bestaan na de hemelvaart van Jezus, vanaf het moment dat de Kerk begint met het verspreiden van het Evangelie naar alle volken. In het volgende hoofdstuk gaan we kijken naar de kerk in de wereld. Aankondigingen van de geboorte van Jezus De eerste aankondiging van de geboorte van Jezus, in het Nieuwe Testament, werd gedaan door een engel. Hij gaf de boodschap door aan Maria die maagd was. Lees hierover in Luk. 1. De komst van Jezus naar de wereld was een deel van Gods plan, zoals dat in het oude Testament geopenbaard is. Maria zei dat Jezus zou komen… Luk. 1:55:

gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen voor Abraham en zijn nageslacht in eeuwigheid.

Lees de aankondiging van de geboorte van Jezus door de engelen in Luk. 2:10-14. Let vooral op de uitspraken in vers 10: “ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen” en in vers 14: “Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens”. Met ‘heel het volk’ en ‘mensen’ worden alle mensen in de wereld bedoeld. Deze aankondiging van de geboorte van Jezus toont aan dat Hij kwam voor alle mensen in de wereld. Als er geen andere verklaringen in het Nieuwe Testament zouden zijn die zeggen dat Jezus voor alle mensen in de wereld kwam, dan zou deze verklaring voldoende zijn.

36 van 108


Het opdragen van Jezus Toen Jezus naar de tempel gebracht werd om Hem op te dragen aan God, zoals het Joodse gebruik was, Herkende Simeon Hem als de beloofde Redder van de wereld. Lees hierover in Luk. 2:25-32. Simeon verklaarde dat Jezus was gekomen om God met de mensen te verzoenen. Hij zei: Luk. 2:30-32:

want mijn ogen hebben uw heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël.

Een andere profetie uit het Nieuwe Testament over de missie van Jezus zou later gegeven worden door Kajafas, de hogepriester van het Joodse geloof. Hij zei: Joh. 11:50-52: Gij weet niets, en gij beseft niet, dat het in uw belang is, dat een mens sterft voor het volk en niet het gehele volk verloren gaat. Doch dit zeide hij niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij, dat Jezus zou sterven voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar om ook de verstrooide kinderen Gods bijeen te vergaderen.

Johannes de Doper Johannes de Doper was de man die door God gekozen werd om de mensen voor te bereiden op de komst van Jezus. Lees over zijn geboorte en Gods plan met zijn leven in Luk. 1. Toen Johannes Jezus introduceerde bij de mensen, zei hij: “iedereen zal de redding van God zien”. Jezus kwam om redding te brengen voor de hele mensheid (Luk. 3:3-6). Johannes verwees ook naar Jezus als ‘het Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt”. Joh. 1:29:

De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.

In het Oude Testament werden lammeren gebruikt om als offer te dienen voor de zonden. Jezus was Gods offer voor de zonden. Hij is het volmaakte en laatste offer. Het was niet nodig om de praktijk van het offeren van dierenbloed, zoals die in de Oud Testamentische tijd voorkwam, voort te zetten om vergeving van zonden te krijgen.. Johannes noemde Jezus ‘het Licht van de wereld’. Joh. 1:9-10:

Het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, was komende in de wereld. Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend.

Het handelen van Jezus Jezus openbaarde Zijn grote liefde voor de wereld door Zijn handelen tijdens Zijn aardse bediening. Lees bijvoorbeeld over het voeden van de 5000 in Math. 14:13-21. De discipelen vonden de massa lastig. Maar Jezus zag hun als een kans om Gods liefde te tonen. Lees over Jezus en de Samaritaanse vrouw in Joh. 4:1-42. In dit voorbeeld leerde Jezus dat er geen verschil is tussen de rassen/culturen en Gods voorzienigheid met betrekking tot redding. De mensen uit Samaria zeiden: Joh. 4:42:

Wij geloven niet meer om wat gij zegt, want wij zelf hebben Hem gehoord en weten, dat deze waarlijk de Heiland der wereld is. 37 van 108


Omstreeks deze tijd deelde Jezus het grote visioen van de wereldwijde geestelijke oogst mee aan Zijn discipelen. Hij zei: Joh. 4:35:

Zegt gij niet: Nog vier maanden, dan komt de oogst? Zie, Ik zeg u, slaat uw ogen op en beschouwt de velden, dat zij wit zijn om te oogsten.

Hij vertelde Zijn discipelen: Math. 9:37-38: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst.

Lees in Mark. 14:1-9 hoe Maria Jezus zalfde. Sommigen bekritiseerden haar vanwege de kostbare olie die zij over het hoofd van Jezus uitgoot. Maar Jezus zei: Mark. 14:9:

Voorwaar, Ik zeg u, overal waar het evangelie verkondigd zal worden, over de gehele wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van wat zij gedaan heeft.

Door deze uitspraak openbaarde Jezus dat het Zijn plan is dat het Evangelie de hele wereld zal overgaan. Lees over de reiniging van de tempel in Mark. 11:15-17. Jezus legde weer nadruk op de wereld toen Hij zei: Mark. 11:17:

Staat er niet geschreven, dat mijn huis een bedehuis zal heten voor alle volken?

Tegenwoordig zijn veel plaatsen van aanbidding afgeweken van Gods doel. We hebben opnieuw de reiniging door Jezus nodig opdat wij Zijn plan kunnen vervullen. Jes. 56:7:

hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken.

Het onderwijs van Jezus Je benadrukte Gods plan met de wereld in Zijn handelen en in Zijn onderwijs. Bestudeer de volgende teksten uit de Bijbel: Math. 5:13-16: Math. 6:10: Math. 6:19; 16:26; Mark. 8:36; Luk. 12:22-32; Joh. 12:25: Math. 9:6; Mark. 2:10; Luk. 5:24: Math. 13:35:

De volgelingen van Jezus zijn het zout en het licht van de aarde. God heeft een wil en een plan dat voltooid moet worden op aarde.

We moeten ons geen zorgen maken over het tijdelijke in de wereld, maar gericht zijn op het eeuwige.

Jezus heeft de macht om zonden te vergeven. Jezus openbaarde dingen over Gods plan met de wereld, die een geheim waren vanaf de grondlegging van de wereld.

38 van 108


Math. 21:43: Luk 4:18-19: Luk. 12:49-51; Joh. 9:39; 12:31: Luk. 13:28-29:

Jezus voorspelt de verspreiding van het Evangelie naar de heidense volken. Zie de zorg van Jezus voor de noden van de mensen op aarde. Jezus kwam om ‘vuur’ (oordeel) te brengen en verdeling tussen de rechtvaardigheid en de zonde. Jezus onderwees over de verzameling van alle volkeren aan het einde van de tijden.

Joh. 3:16-18; 12:47; 17:6; 18:37: Deze verzen tonen het doel van Zijn komst naar de wereld. Joh. 6:33-51: Jezus zei dat Hij het ‘Brood des Levens’ voor ieder mens is en dat Hij Zijn leven zou geven voor het leven ‘van de wereld’. Joh. 7:7: Jezus sprak over de zondige toestand van de wereld. Joh. 8:12: Jezus presenteert Zichzelf als het Licht van de wereld (zie ook 9:5 en 12:46). Joh. 8:23, 26: Jezus zei dat Hij niet van de wereld is, maar dat Hij gezonden is naar de wereld om Gods boodschap door te geven. Joh. 12:47: Jezus zei dat Hij de wereld kwam redden. Joh. 10:1-16: Dit vers voorspelt dat het Evangelie verkondigd zal worden aan de heidenen, ‘schapen’ die niet tot de kudde van Israël horen. De scheidingslijnen zullen verdwijnen wanneer allen schapen worden van één kudde. Joh. 12:20-36: Jezus zei dat Hij alle mensen naar Zich toe zal trekken door te sterven voor de zonden van de wereld. Joh. 15:18-19; 16:33; 17:14-16: Net zoals Jezus verworpen werd, zullen Zijn volgelingen ook verwerping door de wereld ervaren. Joh. 16:8: Wanneer de Heilige Geest komt, zal deze de wereld overtuigen van zonde. De gelijkenissen van Jezus Jezus vertelde veel gelijkenissen tijdens Zijn aardse bediening. Gelijkenissen zijn natuurlijke voorbeelden om geestelijke waarheden toe te lichten. Ze worden ook wel genoemd: ‘wereldse verhalen met een hemelse betekenis’. In de gelijkenissen openbaarde Jezus meer over Gods plan met de wereld: De barmhartige Samaritaan (Luk. 10) De mensen uit Israël hadden geen goede relatie met Samaritanen. De vraag: “Wie is uw naaste?” werd al heel lang bediscussieerd door de geestelijke leiders. Het verhaal toont de juiste houding naar hen die van een andere cultuur zijn. De verloren zoon (Luk. 15) De houding van de oudere broer, in dit verhaal, is dezelfde als die van de geestelijke leiders van Israël in de tijd van Jezus. Ze wilden niet dat de liefde van God zich uitbreidde naar andere volken. Ze hadden een afkeer van het feit dat andere volken Jezus zouden leren kennen.

39 van 108


Wanneer wij kritiek hebben op Israël moeten wij eraan denken dat velen in de moderne kerk zo’n zelfde houding hebben. De meesten van ons rusten in de zegeningen van God en maken zich nauwelijks zorgen over hen die nog steeds in de heidense duisternis verblijven, zonder Jezus. Het grote feest (Luk. 14:16-24) Dit verhaal toont dat Israël de eerste kans had om het Koninkrijk binnen te gaan, maar zij verwierpen de uitnodiging. De oproep gaat nu uit naar de heggen en steggen van de wereld. De onrechtvaardige pachters (Math. 21:33-43) Jezus openbaarde dat het de bedoeling was Israël Gods wijngaard zou beheren. Zij faalden echter in deze verantwoordelijkheid. Het onkruid en de akker (Math. 13:36-43) De akker in deze gelijkenis staat voor de wereld. Het Woord van God moet verspreid worden over de hele wereld. Wanneer de wereld ten einde loopt zal God de geestelijke oogst binnenhalen. De Zaaier (Mark. 4) Het zaad, wat het Woord van God is, zal verspreid worden over de velden van de wereld. Het zal op verschillende typen geestelijke grond vallen en verschillende resultaten opleveren. Verbreiding van het Koninkrijk (Math. 13) Jezus gebruikte verschillende gelijkenissen om te laten zien hoe het Evangelie van het Koninkrijk verspreid zal worden door de wereld. Lees de verhalen over het mosterdzaad, het zuurdeeg, de kandelaar, het net, de verborgen schat en de parel van grote waarde in Math. 13. De verwerping van Jezus Omdat Israël de boodschap van Jezus niet accepteerde, gebruikte de Heer veel voorbeelden om de ernst van deze verwerping te tonen. De tien melaatsen (Luk. 17:12-19): In deze gelijkenis keer één Samaritaanse lepralijder terug om te danken voor de genezing, de andere negen deden dat niet. Jezus vestigde de aandacht op het feit dat de Samaritaan de God van Israël wel dankbaar was, terwijl de Israël de gunst van God vanzelfsprekend vond. Dit geeft het verschil weer in de reactie op het Evangelie, in Israël en in de heidense volkeren. De Kananese vrouw (Math. 15:21-28) De eerste reactie van Jezus lijkt heel hard, maar Hij had een speciaal doel. Jezus wilde dat haar grote geloof zichtbaar zou worden en als een voorbeeld en terechtwijzing voor Israël zou zijn. Dat Hij haar verzoek inwilligt wijst erop dat de genade van God niet beperkt is door internationale grenzen. De knecht van de centurion (Math. 8:5-12) Deze man was een Romeinse soldaat. Toch ging de genade van God naar hem uit door de genezing van zijn knecht. Jezus zei over hem: 40 van 108

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen Voorwaar, zeg Ik u, bij niemand in Israël heb Ik een zo groot geloof gevonden!

Math. 8:10:

De uitspraak van Jezus in vers 11 openbaart dat het Evangelie van het Koninkrijk voor alle mensen is. Math. 8:11:

Ik zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Izaäk en Jakob in het Koninkrijk der hemelen;

Het kruis en de wereld De kruisdood van Jezus was een deel van Gods plan met de wereld. Zijn dood is de basis voor de redding van de wereld. Het is de centrale boodschap in de hele Bijbel. Jezus vestigde heel vaak de aandacht op de wereldwijde impact van het kruis. Math. 20:28:

gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.

Math. 26:28:

En terwijl zij aten, nam Jezus een brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn discipelen en zeide: Neemt, eet, dit is mijn lichaam.

Joh. 3:14-17:

En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.

Joh. 6:51:

Ik ben het levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is. Indien iemand van dit brood eet, hij zal in eeuwigheid leven; en het brood, dat Ik geven zal, is mijn vlees, voor het leven der wereld.

Joh. 12:32:

en als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken.

Het kruis is het belangrijkste thema in de geschriften van Paulus. Hij openbaart meer over de wereldwijde doelen van het kruis. Rom. 5:12-21:

2Cor. 5:14-19: Gal. 1:4: Ef. 3:6-11: Col. 1:20: 1Tim. 1:15: 1Tim. 2:5-6: Hebr. 9:11-12: 1Joh. 4:9,14:

Door de zonde van Adam kwam het oordeel over de mensheid. Door de dood van Jezus aan het kruis kwam rechtvaardiging ter beschikking van de hele mensheid. Jezus stierf ‘voor allen’ en God verzoende de wereld met Zichzelf door Jezus. Jezus gaf Zichzelf voor onze zonden, naar Gods wil. De heidense volkeren zullen de voordelen ontvangen van de boetedoening door Jezus. Vrede en verzoening met God door de dood van Jezus aan het kruis. Jezus kwam om zondaren te redden. Er is slechts één middelaar: Jezus Christus, door wie mensen van iedere stam en elke natie toegang krijgt tot de enige echte God. Jezus leed voor eens en voor altijd voor de zonden van de mens. Johannes vestigt de aandacht op de wereldwijde impact van het kruis: Jezus werd naar de wereld gezonden als Redder van de wereld. 41 van 108


Het afgemaakte werk Toen Jezus de dood in de ogen zag, aan het kruis, zei Hij: Joh. 18:37:

Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dus toch een koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid zou getuigen; een ieder, die uit de waarheid is, hoort naar mijn stem.

Door Zijn dood aan het kruis proclameerde Jezus dat plan van God voor verzoening van de wereld af was. Hij zei: Joh. 17:4:

Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt.

De opdracht van Jezus Drie dagen na Zijn sterven stond Jezus op uit de dood (Math. 28). Hij verscheen verscheidene malen aan Zijn volgelingen, na Zijn opstanding en voor Zijn hemelvaart. Elke keer wanneer Hij hen ontmoette, sprak Hij over het bereiken van de wereld met het Evangelie. Hij daagde hen uit met wat wij tegenwoordig ‘de grote opdracht’ noemen. In het volgende hoofdstuk zul je zien hoe de discipelen deze opdracht uitvoerden.

42 van 108


Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Leg uit hoe Gods plan met de wereld geopenbaard wordt in de aankondigingen van de geboorte van Jezus. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Leg uit hoe de Bijbelse wereldbeschouwing gedemonstreerd werd in het handelen van Jezus. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Vat samen wat Jezus leerde over de wereld en wat Zijn taak was ten aanzien van haar. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 5. Leg uit wat het belang is van het kruis van Jezus in het plan van God met de wereld. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 6. Wat bedoelde Jezus toe Hij zei dat Hij Gods werk had afgemaakt? ___________________________________________________________________________



Vervolgstudie Leer nog meer over de wereld door de volgende teksten te bestuderen. Het zijn allemaal verwijzingen naar de “wereld” en naar woorden die daaraan gerelateerd zijn, in de Evangeliën: Math.:

5:5,13,14; 6:19; 9:6; 10:34; 13:35,38-40,49; 16:19,26; 18:18,19; 21:43; 24:3,7,9,14,30,35; 25:32,34; 28:18-20

Mark.:

2:10; 4:5,19; 8:36; 10:30; 11:17; 13:8,10,27,31; 14:9; 16:15

Luk.:

1:70; 5:24; 11:50; 12:30,49,51; 18:30; 21:10,25,26,33,35; 24:47

Joh.:

1:9,10,29; 3:16,17,19,31; 4:42; 6:33,51; 7:7; 8:12,23,26; 9:5,39; 11:51-52; 12:19,25,31,32,46,47; 14:17,19,31; 15:18,19; 16:11,21, 28,33; 17:4,6,11, 14-16,18,21,23; 18:20,36,37; 21:25

44 van 108


6 DE KERK IN DE WERELD DOELEN: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven. • ‘De grote opdracht’ beschrijven • Tekstverwijzingen geven voor ‘de grote opdracht’ • Het woord ‘kerk’ definiëren • Uitleggen hoe de kerk begon • De geestelijke kracht achter de kerk vaststellen • Gods organisatieplan voor de kerk samenvatten • Het doel van de kerk formuleren • De basiselementen van het ‘Evangelie van het Koninkrijk’ uitleggen SLEUTELVERS Hand. 1:8:

maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.

INLEIDING In het Oude Testament koos God het volk Israël als volk waardoor Hij Zijn plan voor de wereld kon openbaren. Nadat Israël Jezus had verworpen, koos God een nieuwe groep mensen waardoor Hij actief in de wereld zou werken. Deze groep staat bekend als de ‘Kerk’. De Kerk heeft een speciale positie en een speciaal doel in Gods plan met de wereld. Deze les verklaart de rol van de kerk in de wereld. De grote opdracht Nadat Jezus uit de dood was opgestaan verscheen Hij verschillende malen aan Zijn volgelingen. Elke keer gaf Hij ze een grote uitdaging. Deze uitdaging is de grote verantwoordelijkheid om de hele wereld te bereiken met het Evangelie. De opdracht die Jezus aan de gelovigen gaf wordt ‘grote opdracht’ genoemd. Het is de grootste opdracht of taak die ooit aan de mens is gegeven. Het is de verantwoordelijkheid om iedere mens te bereiken met het Evangelie. De volgende teksten geven een weergave van de grote opdracht, zoals Jezus die gaf aan Zijn volgelingen: Joh. 20:21-23: Jezus zei tegen Zijn volgelingen: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik jullie.” De grote opdracht begon met God. Door de jaren stuurde God regelmatig Zijn boodschappers, de profeten, om zondige mensen naar Zich toe te trekken. Deze boodschappers werden vaak verworpen. Uiteindelijk zond God Zijn Zoon, Jezus. God vroeg alles van Jezus toen Deze als boodschapper werd gestuurd. Hij vraagt ook alles van ons omdat wij gezonden worden “gelijk Mij de Vader zond”. Wat werd er gevraagd van Jezus? 45 van 108


• • • • • •

Hij kwam naar de wereld met een Goddelijke opdracht Hij liet alles achter om te kunnen komen Hij was bereid om Zich te identificeren met de gevallen mensheid Hij was bereid om te lijden en te sterven om Zijn opdracht te vervullen Hij vervulde Zijn opdracht door middel van bekendmaking en demonstratie Hij heeft het werk afgemaakt wat Hij van God moest doen

Luk. 24:45-59 In het vorige hoofdstuk hebben we deze tekst al bestudeerd als de sleuteltekst voor de Bijbel. Het openbaart Gods plan met betrekking tot de dood en de opstanding van Jezus. Het roept op om de boodschap van redding te delen met al de volken van de wereld. Het is niet genoeg dat Jezus stierf voor de zonden van de mens. Verloren mensen worden niet automatisch gered. We moeten het Evangelie met hen delen en ze bij God brengen. De straf voor de zonde is dood (Rom. 6:23). Vanwege de zonde gaat elke mens naar de hel. Alleen zij die Jezus als Heer aanvaarden en vergeving van zonden ontvangen zullen gered worden. God wil niet dat er iemand verloren gaat. 2Petr. 3:9:

De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.

Er bestaat geen twijfel, God wil dat iedereen op deze wereld gered wordt. Rom. 10:13:

want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden.

Maar… Rom. 10:14:

Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker?

God wil dat iedereen gered wordt, maar iemand moet het Goede Nieuws vertellen. Mark. 16:14-16 De opdracht is “ga”. De bestemming is “de hele wereld”. Het Evangelie moet aan ieder mens gebracht worden. Jezus beloofde met degenen te werken die gaan door grote tekenen en wonderen. Sommige mensen zoeken tekenen in hun bediening terwijl zij niet voldoen aan de opdracht om te gaan en dan vragen zij zich af waarom zij geen macht hebben. Joh. 15:16 Jezus heeft ons uitgekozen en ons de opdracht gegeven om te gaan en geestelijke vrucht voort te brengen. Lees dit hele hoofdstuk. Het gaat over het dragen van geestelijke vrucht. Je leert dat Jezus de wijnstok is en dat wij de ranken zijn. Het is de levensstroom van Jezus binnen in ons die de geestelijke oogst brengt. Math. 28:16-20 Jezus zei dat ‘alle macht’ door God aan Hem gegeven was. Daarom heeft Jezus de autoriteit om de opdracht te geven om over de wereld te gaan en het Evangelie te brengen. Merk op in deze tekst: 46 van 108


• •

• • • • • •

De mensen die door Jezus tot deze taak geroepen zijn. Alle gelovigen zijn boodschappers. De macht: ‘alle macht’. De macht van God is de motivatie dat de boodschappers in staat stelt om door te gaan. Het is de macht van de Heilige Geest van God, niet de macht van mensen en van zijn methoden. De prioriteit: ‘ga’ is het mandaat dat in de grote opdracht gegeven wordt. Het moet de prioriteit van ons leven zijn, niet een optie. Het plan: Onderwijzen en preken zijn de methoden die gebruikt worden. Het doel: Het doel is: discipelen maken in alle volken. Dit is de vermenigvuldiging van het Evangelie. De mensen: De mensen die bereikt moeten worden zijn: ‘al de volken’. Dit is de omvang en gerichtheid van de opdracht. Het omvat de hele wereld. De aanwezigheid: Jezus gaat met ons mee. Hij is de Leider van het programma. Hij zal ons leiden en ons richting geven door de Heilige Geest wanneer wij de grote opdracht uitvoeren. Het richtsnoer: Het richtsnoer dat onderwezen dient te worden is de boodschap. De boodschap om het Evangelie van het Koninkrijk naar de hele wereld te brengen. Het personeel:

Math. 24:14:

En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn.

Het Evangelie wordt ook het Evangelie van God genoemd (1Thess. 2:9), het Evangelie van Christus (1Thess. 3:2) en het Evangelie van Paulus (Rom. 2:16). Er is geen sprake van tegenstellingen. God is de initiatiefnemer van het Evangelie. Jezus vervulde Gods plan. Mensen als Paulus zijn boodschappers en ontvangers van het Evangelie. Het Evangelie wordt ontvangen door openbaring van God. Het is geen leer die door mensen is bedacht. Gal. 1:11-12:

Want ik maak u bekend, broeders, dat het evangelie, hetwelk door mij verkondigd is, niet is naar de mens. Want ik heb het ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus.

In 1Cor. 14:1-11 worden de eenvoudige waarheden van het Evangelie opgesomd. De basisboodschap is Jezus, Zijn bediening, dood voor de zonde, opstanding en Zijn verheerlijking. Het Evangelie is gebaseerd op genade en geloof. In de engste zin is het Evangelie een eenvoudig reddingsplan zoals je dat vindt in Joh. 3:16; Joh. 14:1; Math. 11:28 en Rom. 10:9. In de breedste zin omvat het ook het onderwijs van Jezus over het Koninkrijk. Het Evangelie is de waarheid van God. Col. 1:5:

om de hoop, die voor u is weggelegd in de hemelen. Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking der waarheid, het evangelie,

47 van 108


Het Evangelie is ook de kracht van God die resulteert in redding. Rom. 1:16:

Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek.

De kerk De uitdaging van de grote opdracht werd door Jezus aan de kerk gegeven. Het is een samengestelde groep waardoor God Zichzelf aan alle volken van de wereld openbaart. Het is belangrijk om te weten wat wij bedoelen wanneer we over ‘kerk’ spreken. De kerk die in Gods Woord bedoeld wordt is geen stenen gebouw. Het is ook geen denominatie (religieuze stroming) of een religie. De kerk wordt op twee manieren in het Woord van God gedefinieerd. •

Wereldwijd: De kerk bestaat uit alle mensen die geloven in Jezus Christus. Het is een gemeenschap van gelovigen die opnieuw geboren zijn en leven in gehoorzaamheid aan God. Er zijns twee woorden die vanuit de grondtekst vaak worden vertaald met ´Kerk´. Het eerste woord ‘ekklesia’ (©6680F\") betekent: ‘volksvergadering; weg roeping, bijeenroeping’. We moeten bij dit woord vooral denken aan burgers uit de wereld, die bijeengeroepen zijn om deel uit te maken van het Koninkrijk van God. De kerk bestaat uit mensen die geroepen zijn uit het rijk van satan om deel te worden van het Koninkrijk van God. Dit omvat mensen uit ieder ras, stam, cultuur en taal. Zij hebben allemaal Jezus Christus als Redder geaccepteerd. Het woord ‘kuriake’ (Latijnse afleiding) komt van ‘kurios’, wat ‘Heer’ betekent. Letterlijk vertaald betekent het: ‘van de Heer’. Hier is het moderne woord ‘kerk’ afgeleid, en men bedoeld daar tegenwoordig het gebouw mee. Voor deze studie is ekklesia belangrijker. De kerk wordt ook ‘Lichaam van Christus’ genoemd, of ‘Christenen’ of ‘Gelovigen’. Deze worden gelden soms heel breed, maar in hun oorspronkelijke betekenis omvatten zij allen hen die wedergeboren zijn door Jezus Christus en die leven in gehoorzaamheid aan God.

•

Plaatselijk:

Gelovigen komen samen en zijn georganiseerd in plaatselijke gemeenschappen, op basis van visie, organisatie en gemeenschap. Het patroon van het starten van kerken op lokaal niveau werd al toegepast in de tijd van het Nieuwe Testament.

Het karakter van de kerk De Bijbel gebruikt verschillende symbolen die het karakter, de functie, de relatie en de positie van de kerk verduidelijken. In de volgende verzen wordt de kerk genoemd: • Een nieuwe mens: Ef. 2:14-15 • Het Lichaam van Christus: Ef. 1:22-23; 5:30; 1Cor. 12:27 • De tempel van God: Ef. 2:21-22; 1Cor. 3:9,16; 1Tim. 3:15; 1Petr. 2:5 • Een Koninklijke priesterschap: 1Petr. 2:5,9; Openb. 1:6; 5:10 • De Bruid van Christus: 2Cor. 11:2 48 van 108


• •

Het huishouden van God: De kudde van God:

•

De Kerk van God:

• • • •

De kerk van de levende God: De kerk van Christus: De kerk van eerstgeborenen: De kerk van de heiligen:

Ef. 2:19 Joh. 10:1-29; 1Petr. 5:3-4; Hebr. 13:20; Hand. 20:28 Hand. 20:28; 1Cor. 1:2; 10:32; 11:22; 15:9; 1Tim. 3:5; 1Thess. 2:14 1Tim. 3:15 Rom. 16:16 Hebr. 12:23 1Cor. 14:33

Het doel van de kerk De kerk heeft verschillende belangrijke functies, waaronder aanbidding, gemeenschap en voorziening in menselijke nood. Maar ook een belangrijke reden voor haar bestaan is de verspreiding van het Evangelie. Eenvoudigweg gezegd is een belangrijke taak van de kerk het uitvoeren van de grote opdracht. Satan viel de zending van de vroege kerk op veel manieren aan. Hij probeerde de verbreiding van het Evangelie tegen te gaan door vervolgingen, leerstellige fouten en zonde. Dit zijn nog steeds zijn tactieken voor vandaag. Maar er was nog een andere bedreiging voor de belangrijkste taak van de kerk: de zorg van haar leiders over goede en belangrijke werken veranderde bijna het centrale doel dat Jezus voor ogen had. Bestudeer Hand. 4. Er moesten veel noodzakelijke goede werken gedaan worden, maar de leiders voerden deze uit en verwaarloosden Gods Woord en gebed. De menselijke nood is heel groot. Jezus zei dat er altijd behoeftigen zullen zijn. De kerk kan proberen te voorzien in de menselijke behoeften en het hoort een levende zorgzame gemeenschap te zijn, zoals zij was in de tijd van het Nieuwe Testament. Maar het doel van de kerk ligt niet in het voorzien in noden op fysiek, materieel of sociaal gebied. Haar prioriteit is de verspreiding van het Evangelie en alles wat daarbij hoort. De kerk kan ook voorzien in die andere noden, maar dat dient altijd gepaard te gaan met een krachtige presentatie van de boodschap van het Evangelie. Een goed voorbeeld vinden wij in Rom. 9 en 10. De apostel Paulus was zich bewust van de economische probleem van het Joodse volk. Hij was zich ook bewust van de politieke tirannie van Rome over de mensen, maar toch is het duidelijk dat de belangrijkste zorg voor de mens geestelijk is. Zijn grootste zorg voor Israël was dat zij gered zouden worden (Rom. 10:1). De taak van de kerk is het Evangelie bekendmaken zodat iedereen God getrouw gaat dienen. Een zendingsgenootschap Gods methode is dat Hij mensen erop uit stuurt. Uit liefde voor ons zond Hij Zijn Zoon. Joh. 3:16-17:

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.

Jezus gaf ons de opdracht om verder te gaan met het Evangelie. Iedere plaatselijke kerk zou een kerk moeten zijn die mensen uitzendt, die uitgaat in liefde voor een verloren wereld. God heeft de kerk niet alleen tot stand gebracht als een speciaal voorwerp waar Hij goedgunstig over is. De kerk is geroepen tot een doel, niet tot een voorrecht. We brengen 49 van 108


verzoening. We moeten daarbij het patroon volgen dat ingesteld is door God en Jezus. We moeten verder gaan met het Evangelie. Iedere kerk wordt omringd door massa’s mensen zonder god en zonder hoop. Dit is onze eerste en grootste uitdaging, zoals Paulus tegen de kerk in Filippi zegt (Fil. 2:12-16). Gelijkwaardige dingen werden gezegd tegen de gemeente in Corinthe, Efeze, Thessalonica en Colosse. Dezelfde boodschap geldt ook voor vandaag. In de brief aan Efeze vat Paulus het doel van de kerk samen. Ef. 3:9-11:

en in het licht te stellen (wat) de bediening van het geheimenis (inhoudt) dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de Schepper van alle dingen, opdat thans door middel van de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden, naar het eeuwige voornemen, dat Hij in Christus Jezus, onze Here, heeft uitgevoerd,

Een kerk geboren in kracht Jezus liet Zijn volgelingen achter met een grote taak. Ze moesten de hele wereld bereiken met het Evangelie. Maar Hij gaf hun niet alleen de verantwoordelijkheid, Hij gaf hun ook de autoriteit. Hij beloofde hun speciale kracht om de taak te kunnen volbrengen. Jezus zei dat de gelovigen deze kracht zouden ontvangen bij de komst van de heilige Geest. Hand. 1:8:


Aan elf mensen werd een onmogelijke opdracht gegeven. Ze vormden geen commissie om te bepalen wie waar naar toe zou gaan. Ze zamelden geen geld in om daarna na te gaan hoever ze zouden kunnen reizen. Ze gingen niet stemmen en volgden ook niet het besluit van de meerderheid. Deze mannen gingen naar een bovenzaal en gingen eensgezind bidden. Daar werd de kerk geboren die grote kracht vertoonde. Handelingen 2 beschrijft de komst van de Heilige Geest. De kracht van de Heilige Geest was gerichte kracht die gegeven was voor een speciaal doel. Het doel was het bereiken van de volken met het Evangelie (Hand. 1:8). Hand. 2 geeft ook een verslag van de geboorte van de eerste kerk. Toen de Heilige Geest uitgestort werd met een nieuwe openbaring van kracht, namen 3000 het Evangelie aan door een toespraak van Petrus. Het verslag van hun vermenigvuldiging en zending vinden we in de rest van Handelingen. De organisatie van de kerk Om de opdracht van de kerk af te kunnen maken, heeft God een aantal basisprincipes voor organisatie gegeven. Leden van een gemeente hebben een geestelijke band met elkaar en worden daarom ‘broeders’ en zusters’ genoemd. Ze heten samen ‘het Lichaam van Christus’ waarvan Jezus het hoofd is. De kerk moet in eenheid samenwerken, net zoals het menselijke lichaam dat doet. Ze horen te functioneren onder de leiding van onze Heer Jezus Christus. God plaatst speciale leiders in de kerk: de bedieningen. Dit zijn: apostelen, profeten, leraars, herders en evangelisten. God geeft ook Geest vervulde gelovigen die een gave (of gaven) van de Geest hebben voor het geestelijke werk van de kerk. Hoe de bedieningen en het daarbij behorende leiderschap functioneren wordt besproken in de studie die gaat over de bediening van de heilige Geest. 50 van 108


Het getuigenis van de vroege kerk Het boek Handelingen, in het Nieuwe Testament is een verslag over hoe de kerk de grote opdracht van de verkondiging van het Evangelie aan de hele wereld begon uit te voeren. In een paar weken na de gebeurtenissen van Hand. 2 werden er duizenden gered. Naarmate de tijd verder ging nam het aantal gelovigen in Jeruzalem opzienbarend toe. God liet vervolgingen toe om de gelovigen uit Jeruzalem te krijgen. Ze werden verstrooid over Judea en Samaria. Hand. 8:1,4:

En Saulus stemde in met zijn terechtstelling. En er ontstond te dien dage een zware vervolging tegen de gemeente te Jeruzalem; en allen werden verstrooid over de streken van Judea en Samaria, met uitzondering van de apostelen... Zij dan, die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende.

Eén van de gelovigen die in Samaria ging preken was Filippus. Dit was de eerste interculturele zendingsreis (Hand. 8). God riep Paulus om de apostel te worden van de heidenen, een zendeling naar veel landen in de wereld. In Hand. 10 lezen wij over de bekering van Cornelius. God gaf Petrus een visioen om hem bereid te maken om naar de heidenen te gaan. Hand. 11 toont de rol van de Heilige Geest in het geven van richting bij de zendingsopdracht van de kerk in deze wereld. In Hand. 13 begint echt het verbreiden van het Evangelie naar de “uithoeken van de wereld”. Paulus en Barnabas worden geroepen om het Evangelie in andere culturen, dan die van Israël, te brengen. Hand. 13:48-49:

Toen nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en verheerlijkten het woord des Heren; en allen, die bestemd waren ten eeuwige leven, kwamen tot geloof; en het woord des Heren verbreidde zich door het gehele land.

Je kunt lezen over de eerste zendingsconferentie die plaatsvond in de thuisgemeente te Antiochië (Hand. 14:26-27), en over hun eerste verslag dat uitgebracht werd in het hoofdkwartier te Jeruzalem (Hand. 15:2-4). Paulus, zeker over het doel van God met de volken in deze wereld, bracht het Evangelie vrijmoedig in steden, dorpen, provincies en landen aan ontwikkelde en niet ontwikkelde mensen, aan vrijen en slaven. Hand. 13:47:

Want zo heeft ons de Here geboden: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen, opdat gij tot heil zoudt zijn tot aan het uiterste der aarde.

De vroege kerk vervulde de opdracht met zo’n ijver dat er gezegd werd dat zij de wereld op haar kop zetten voor God (Hand. 17:6). Het doel van God is bereikt wanneer mensen van alle volken één zijn gemaakt door het bloed van Christus. Hand. 10:35:

maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig,

Het resterende verslag in het Nieuwe Testament Tot nu toe hebben we ons gericht op de kerk in deze wereld in de tijd van Handelingen. De resterende boeken in het Nieuwe Testament werden geschreven aan en door leden van de eerste kerk onder de Goddelijke inspiratie van de Heilige Geest. Ze bevatten veel teksten die gaan over Gods plan met de wereld. 51 van 108


De vervolgstudie, bij dit hoofdstuk, geeft je de mogelijkheid om alle tekstverwijzingen in het Nieuwe Testament te bekijken die over de wereld gaan. Neem ze goed door, want dan heb je een volledige studie over de wereld gedaan en het zal je Bijbelse wereldbeschouwing verder ontwikkelen. Een belangrijk punt dat genoemd dient te worden, voor je de vervolgstudie gaat doen, heeft te maken met het Oude Testament. In Rom. 4 verwijst Paulus naar de beloften die aan Abraham zijn gegeven. Hierbij hoort ook de belofte dat hij een zegen zal zijn voor alle volken van de wereld. In het Nieuwe Testament worden gelovigen ‘kinderen van Abraham’ genoemd (Gal. 3). Dit betekent dat wij alles geërfd hebben wat God aan Abraham beloofd heeft. Dit omvat ook de roeping om een zegen te zijn voor alle volken op de aarde. De kerk in de wereld Vanuit een studie van het Nieuwe Testament kan de taak van de kerk ten opzichte van de wereld als volgt worden samengevat: 1. De Kerk moet Christus bij ieder mens, en dus de hele wereld, brengen als Redder, soeverein Heer van het universum en de komende Rechter van de mensheid. 2. De Kerk moet de mens leiden naar een oprechte relatie met Jezus Christus zodat zij vergeving voor hun zonden zullen ontvangen, en nieuw leven in Hem. 3. Door de doop in water, onderwijs en verkondiging moet de Kerk de gelovigen vestigen in de leer, principes en praktijk van de Christelijke levenswijze. De Kerk moet hen leren ‘alle dingen, die Hij bevolen heeft’ te onderhouden, zoals de Bijbel zegt. 4. De Kerk moet de gelovigen verzamelen in een plaatselijke functionerende geloofsgemeenschap die in staat is hun missie in deze wereld te vervullen. 5. Elke nieuwe geloofsgemeenschap hoort de kracht van de Heilige Geest te ontvangen om deze cyclus (punt 1 t.m. 5) te herhalen. Door dit proces zullen er nieuwe gelovigen gewonnen worden en zal er voortgang vinden in het opzetten van nieuwe geloofsgemeenschappen. De Kerk zal naar ‘de hele wereld’ gaan met het Evangelie. Het volgende hoofdstuk beschrijft de ‘wachtende wereld’ waar de kerk naar toe hoort te gaan.

52 van 108


Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ 2. Leg uit wat er bedoeld wordt met ‘de grote opdracht’. ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ 3. Geef drie tekstverwijzingen voor ‘de grote opdracht’ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ 4. Geef de Bijbelse definitie van het woord ‘kerk’. ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ 5. Hoe begon de kerk? ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ 6. Wat is de geestelijke macht achter de kerk, die haar in staat stelt haar opdracht in de wereld te vervullen? ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ 53 van 108


7. Vat het organisatieplan van God voor de Kerk samen. ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ 8. Vat het doel van de Kerk in Gods plan samen ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ 9. Wat zijn de basiselementen van het Evangelie? ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________

( antwoorden op deze zelftest vindt je achter in dit boek)

54 van 108


Vervolgstudie 1.

Wanneer je geïnteresseerd bent om te weten hoe het Evangelie zich door de wereld verspreidde, nadat Gods geschreven Woord eindigde kun je daarvoor verschillende boeken lezen. Enkele voorbeelden: In het Nederlands: Dowley, Tim, Dr. (red.), Handboek van de geschiedenis van het Christendom (Den Haag: J.N. Voorhoeve, 1979) 656 pp, ISBN 90 297 0568 x Green, Michael, Evangelieverkondiging in de eerste eeuwen (Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 1979) 1979, ISBN 90 6064 351 8 Jong, de, Otto J., Dr, Geschiedenis der kerk (Nijkerk: Callenbach, 1987) 411 pp, ISBN 90 266 0131 x Ouweneel, Willem J., Het ontstaan van het Christendom, de geschiedenis van het Nieuwe Testament (Hilversum: Evangelische Omroep, 1986) 187 pp, ISBN 90-70100-51-7

In het Engels: Tucker, Ruth, From Jerusalem to Iryian Jaya, (Grand Rapids, Michigan: Zondervan Publishing House)

Volgens het Engelse boek zou je het getuigenis naar de volken zou je kunnen verdelen in drie tijdperken in de recente geschiedenis: Het eerste tijdperk:

De verspreiding van het Evangelie naar de kustgebieden van de wereld. Dit werd ondermeer gedaan door William Carey.

Het tweede tijdperk: De verspreiding van het Evangelie naar de binnenlanden van de wereld. Dit werd ondermeer gedaan door J. Hudson Taylor. Het derde tijdperk:

2.

De poging om de resterende bevolkingsgroepen te bereiken met het Evangelie. W. Cameron Townsend begon hiermee en het gaat nog steeds door.

In het vorige hoofdstuk bestudeerde je alle verwijzingen naar de wereld in de Evangeliën bekeken. Bekijk nu de teksten van Handelingen tot en met Judas. Hand.: 1:8; 2:5; 3:25; 4:24,26; 10:28,35; 13:47; 14:15,16; 15:18; 17:6,24,26,31 Rom.: 1:5,8,20; 3:19; 4:13,17,18; 5:12,13; 9:17,28; 10:18; 11:12,15; 12:2; 16:25,26 1Cor.: 1:20,21,27,28; 2:6-8,12; 3:18,19; 8:4,5; 10:11,26,28; 11:32; 15:47-49 2Cor.: 4:4; 5:19; 7:10 Gal.: 1:4,16; 2:9; 3:8; 4:3 Ef.: 1:4,10,21; 2:2,12; 3:9,21; 6:12 Fil.: 2:10,15; 3:19 Col.: 1:16,20; 2:8,20; 3:2,5 1Tim.: 1:15; 3:16; 6:7,17 2Tim.: 1:9; 4:10 Tit.: 1:2; 2:12 Hebr.: 6:7; 9:26; 11:7; 12:25,26 Jak.: 2:5 55 van 108


1Petr.: 1:20 2Petr.: 2:5; 3:6,7 1Joh.: 2:2,15-17; 3:1; 4:3,4,9,14,17; 5:4,5,19 2Joh.: 1:7

56 van 108


7. De wachtende wereld Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Samenvatten wat de huidige situatie is van de verspreiding van het Evangelie in de hele wereld • ‘Bevolkingsgroep’ definiëren • ‘Onbereikte bevolkingsgroep’ definiëren • ‘Bereikte bevolkingsgroep’ definiëren • De vijf grote onbereikte bevolkingsgroepen opnoemen • Uitleggen wat er bedoeld wordt met een ‘gesloten land’ Sleuteltekst Math. 9:37:


Inleiding In dit hoofdstuk leer je over de actuele geestelijke toestand van de wereld die wacht op het Evangelie van het Koninkrijk. Denk aan het natuurlijke voorbeeld van het oogstveld, wat Jezus gebruikte om de geestelijke nood in de wereld weer te geven. Aan het eind van dit hoofdstuk zul je begrijpen wat Jezus zei: Math. 9:37:


De hele wereld Math. 28:19:

Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.

Mark. 16:15:

En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.

Luk. 24:47:

en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem.

Hand. 1:8:


Wat betekent dat: naar de hele wereld? Zendelingen zijn naar alle landen gegaan en er een zekere mate van Christelijk getuigenis in bijna ieder land op de aarde. Maar zijn wij naar de HELE wereld gegaan en hebben we IEDER schepsel bereikt?

57 van 108


Geografisch: Er zijn miljoenen dorpen in de wereld die nog niet de druk van de voetstap van een zendeling hebben gezien. Er leven mensen in die gebieden die nog nooit de kans hebben gehad om het Evangelie van Redding te horen. Ze zijn wel een onderdeel van deze wereld. We hebben de hele wereld, geografisch gezien, nog niet bereikt met het Evangelie. Taalkundig: De taalkundige verspreiding van het Evangelie verwijst naar geschreven vertalingen van haar boodschap in verschillende talen. De Bijbel is de boodschap van God voor de hele mensheid. De meest effectieve manier van communicatie in elke cultuur is de moedertaal, die het meest gesproken wordt. Er zijn momenteel 5.445 talen die in de wereld gesproken worden. Van dit totaal moeten ongeveer 3.000 talen nog een Bijbel krijgen in hun eigen taal. Deze mensen hebben nog nooit de kans gehad om Gods boodschap te lezen in Zijn geschreven Woord. We hebben de hele wereld, taalkundig gezien, nog niet bereikt. Bevolking: Niet alleen hebben we de wereld geografisch en taalkundig nog niet bereikt, we hebben ook de hele bevolking van de wereld nog niet bereikt. Toen onze Heer nog op aarde rondliep werd de bevolking van de wereld geschat op 250 miljoen mensen. Dit aantal had zich verdubbeld rond het jaar 1600. Er wordt geschat dat vanaf de tijd van Adam tot 1500 jaar na de geboorte van Jezus de bevolking is toegenomen tot 500 miljoen. Van 1500 tot 1850 nam de bevolking van de wereld toe tot 1 miljard. Rond 1850 had de bevolking zich dus weer verdubbeld. Tegenwoordig zijn er miljarden mensen die rondlopen op deze aarde. Zelfs in grote steden, waar veel kerken zijn, zijn er veel mensen die nog niet over Jezus hebben gehoord. We hebben nog niet de hele wereldbevolking bereikt, want er zijn miljoenen mensen die nog nooit de Evangelieboodschap hebben gehoord. Bevolkingsgroepen: Wanneer we naar de wereld kijken als een verzameling volken, dan kunnen we zeggen dat we de wereld bereikt hebben. Dit omdat er onder elk volk wel een zekere mate van Christelijk getuigenis aanwezig is. Er zijn gelovigen en kerken in elk land van de wereld. Maar dat is niet hetzelfde als “elke stam en taal en volk en natie”, zoals gezegd wordt in Openbaring 5:9. Toen Jezus sprak over alle volken had Hij het niet alleen over landen. Hij gebruikte de term §2<@H (ethnos (Gr.)). Dit betekent: ‘ras, stam of etnische bevolkingsgroep’. Jezus beschouwde de hele wereld als ‘alle volken’ ofwel ‘alle etnische groeperingen’. Het is gemakkelijker om de actuele stand van de verspreiding van het Evangelie te begrijpen, wanneer wij gebruik maken van hetzelfde begrip. Een etnische bevolkingsgroep is... ‘een behoorlijk grote groep van personen, die een gezamenlijke band met elkaar hebben. Zo’n band kan taal, cultuur, gewoonten en geografische positie omvatten.” Een etnische groepering is de grootst mogelijke groep waarbinnen het Evangelie zich kan verspreiden zonder problemen tegen te komen op het gebied van begrip en acceptatie. Omdat zo’n groep een algemene taal heeft en een algemene cultuur zullen de taal- en cultuurbarrières, die de verspreiding van het Evangelie bemoeilijken, uitgesloten worden. Er zijn meer dan 19.000 verschillende etnische groepen in de wereld, die bekend zijn. Sommigen bestaan slechts uit 3.000 mensen, terwijl er anderen zijn die wel 30 miljoen mensen omvatten. Elk werelddeel is verdeeld in verschillende landen, maar ook nog eens in verschillende etnische groepen. Een voorbeeld: Afrika kent duizend talen en honderden etnische groepen. 58 van 108


Elk land is verdeeld in verschillende etnische groeperingen. Nigeria alleen al bestaat uit 500 verschillende stammen. We beginnen te ontdekken dat de onderlinge verschillen vaak veel groter zijn dan we zien bij de verdeling in landen. Een voorbeeld van een individuele etnische groep zijn de Somaliërs in Kenia, Afrika. Zij hebben een gezamenlijke taal, geschiedenis, cultuur en tradities. Het zijn nomaden met en sterke islamitische overtuiging, die in de verre noordelijke provincies leven. En dit is slechts eentje van de honderden etnische groeperingen in Kenia. Er zijn twee andere termen die je moet kennen: Een onbereikte etnische groep: Dit is een etnische groep waarbinnen er geen inheemse groep van gelovigen aanwezig is in voldoende aantal en met voldoende middelen om de groep te bereiken met het Evangelie, zonder hulp van buiten af. Een bereikte etnische groep: Dit is een groep met voldoende inheemse gelovigen en de middelen om de hele groep te bereiken met het Evangelie, zonder hulp van buitenaf. Categorieën van onbereikte mensen Hier zijn enkele van de 17.000 etnische groeperingen die het momenteel zonder een levende getuigende Evangelische kerk moeten doen. Binnen deze etnische groeperingen bevinden zich miljoenen mensen. Deze onbereikte groepen kunnen we in vijf hoofdgroepen verdelen: Stammen: Stammen bestaan uit duizenden personen met variaties in cultuur- en taalverschillen. De meesten worden ‘animisten’ genoemd, omdat zij verschillende geesten aanbidden, behalve de enige echte God. Deze geesten zijn demonen en afgoden die vaak afgebeeld worden in een stuk hout, metaal of ander materiaal. Moslims: Deze volgen de Islamitische godsdienst en de leer van de Koran. De Moslims bevinden zich vooral in centraal Azië, Afrika en het Midden Oosten. Er bevinden zich miljoenen mensen in de verschillende etnische bevolkingsgroepen die tot de islamitische wereld behoren. Hindoes: Deze bevinden zich vooral in India, maar zijn ook verspreid over verschillende landen in de hele wereld. Met haar tempels, ceremonies, afgoderij en vele valse goden houdt het hindoeïsme miljoenen mensen geestelijk gebonden. Chinezen: Deze staan voor een grote groep onbereikte mensen. Veel Chinese groepen hebben zich over de hele wereld verspreid. Daarnaast zijn er die miljoenen die nog niet bereikt zijn in China zelf.

59 van 108


Boeddhisten: Dit is de vijfde grote onbereikte groep. Onderling zijn er grote verschillen tussen de boeddhistische groeperingen, die door heel oost Azië verspreid zijn. Maar de grote overeenkomst is afgoderij, het aanbidden van geesten en demonie. Waar zijn de werkers? Waarom zijn deze mensen nog niet bereikt met het Evangelie? Waar zijn de werkers? Veel Christenwerkers willen in grote kerken werken waar ze veel materiële voordelen hebben en voldoende financiële ondersteuning. Sommigen willen hun huis en familie niet verlaten om te gaan werken in moeilijke omstandigheden in andere culturen. Anderen hebben nooit echt een Bijbels wereldbeeld ontwikkeld. Wanneer God naar de wereld kijkt, ziet Hij een grote kloof. Het is de kloof tussen de zondige mens en de rechtvaardige God. Het is de kloof in de oogstvelden van de wereld. De oogst staat klaar, maar er zijn te weinig arbeiders. Miljoenen mensen staan in die kloof. Ze zijn gereed om voor God geoogst te worden met de boodschap van het Evangelie. God zegt: Ezech. 22:30: Ik heb onder hen gezocht naar iemand, die een muur zou kunnen optrekken en voor mijn aangezicht op de bres zou kunnen staan ten behoeve van het land, zodat Ik het niet zou verwoesten, maar Ik heb hem niet gevonden.

Wanneer de Bijbelse wereldbeschouwing volledig begrijpt, zul jij je realiseren dat je bent geroepen om in deze kloof te staan. Het is de roeping voor alle echte gelovigen. Gesloten landen Een van de factoren die de verspreiding van het Evangelie verhinderen, is dat in de afgelopen jaren 60% van de landen hun grenzen hebben gesloten voor de traditionele manier van verspreiden van het Evangelie. Wanneer een land gesloten wordt, betekent dat zij niet langer zendelingen binnenlaat uit andere landen en, in veel gevallen, ze wetten heeft uitgevaardigd die de religie van het volk regelen. In sommige landen overtreedt je de wet wanneer je mensen bekeert tot het Christendom. Waarom sluiten landen hun deuren voor het Evangelie? Omdat satan ervoor zorgt dat de leiders van zo’n land... • •

•

een atheïstische filosofie accepteren, die het bestaan van God ontkent. Leiders uit zulke landen willen niet dat hun volk onderwezen wordt over de enige echte levende God. een sterke nationale religie vestigt. Regeringsleiders van zulke landen willen niet dat hun volk Christen wordt. Ze willen dat het volk de nationale religie aanhangt. Daarom maken ze wetten die de verspreiding van het Evangelie verbiedt of tegengaat. Ook laten ze geen buitenlandse zendelingen meer toe in hun land. een politieke filosofie aannemen die hen afzondert van andere landen die zendelingen uitzenden en ze sluiten hun grenzen voor het Evangelie. Satan inspireert zo’n politieke isolatie en disharmonie tussen de landen, om de verspreiding van het Evangelie tegen te gaan.

60 van 108


Open deuren Hoewel 60% van de landen als gesloten beschouwd worden voor de traditionele manier van evangelisatie, zijn er in werkelijkheid geen gesloten deuren. Jezus wist dat er tegenstand zou zijn tegen het Evangelie. Hij zei: “Wanneer men u vervolgt in deze stad, vlucht naar de andere...” (Math. 10:23). Het idee van de gesloten deur geeft bij veel gelovigen de gedachte dat zij gefaald hebben. Maar Jezus gaf aan dat, wanneer een deur gesloten wordt voor het Evangelie, een andere deur wordt geopend. Soms worden gesloten deuren gebruikt door God om ons door te verwijzen naar een meer vruchtbare geestelijke oogst. Dit gebeurde bij Paulus en zijn evangelisatieteam. Hand. 16:6-8: En zij gingen door het Frygisch-Galatische land, maar werden door de Heilige Geest verhinderd het woord in Asia te spreken; en bij Mysië gekomen, poogden zij naar Bitynië te reizen, maar de Geest van Jezus liet het hun niet toe; en toen zij Mysië voorbij waren, kwamen zij te Troas.

In Troas kreeg Paulus de opdracht om naar Macedonië te gaan, een veld dat gereed was om te oogsten voor God. Later kreeg Paulus de toestemming om naar Asia te gaan. Soms worden deuren gesloten omdat de oogst nog niet rijp is. We moeten in die gevallen gevoelig zijn voor de leiding van de Heilige Geest. Maar wat te doen met de landen die gesloten zijn door atheïstische, religieuze of politieke filosofieën? De kerk wordt te snel verslagen door zulke gesloten deuren. We moeten ons realiseren dat wanneer traditionele methoden om een land binnen te komen als evangelist of zendeling niet mogelijk is, God andere manieren zal geven om zo’n land te doordrenken met het Evangelie. In landen waar men geen toegang kan krijgen als zendeling of evangelist, kunnen gelovigen wel vaak binnenkomen als leraar, bestuurder en werker. Ze kunnen onder de mensen wonen en zichzelf voorzien van middelen door hun eigen baan. Ze kunnen dan inlanders trainen om het Evangelie te brengen. Het belangrijkste doel blijft immers: de verspreiding van het Evangelie. De Bijbel geeft verschillende voorbeelden van dit principe. Paulus maakte tenten om in veel landen het werk van het Evangelie te ondersteunen. Jozef en Daniël waren leken die in een hoge seculiere positie stonden, waar ze gebruikt werden om een heel volk te onderwijzen over God. Zelfs als er helemaal geen manier gevonden kan worden om een bepaald land binnen te komen, is het nog steeds niet gesloten voor het Evangelie. Geen enkel land is gesloten voor de kracht van de Heilige Geest door gebed. Gebed en de kracht van de Heilige Geest kunnen elk volk doordringen, ongeacht de gesloten grenzen en wetten die de verspreiding van het Evangelie verbieden.

61 van 108


Hoe wordt de taak afgemaakt? Wanneer we kijken naar de wereld die wacht op het Evangelie, worden we overdonderd door de enorme taak die wij moeten uitvoeren: • • •

Miljoenen mensen zonder Christus Honderden talen zonder Gods Woord Honderden etnische groepen zonder een Christelijk getuigenis

Het is overdonderend wanneer we menigten zien als de zandkorrels aan de zee. Mensen in Tokio, Sao Paulo, Calcutta en Hong Kong. Ontelbare duizenden, en ieder individu zou het moeten horen en begrijpen en de kans moeten hebben om te reageren op de boodschap van het Evangelie. Wanneer we kijken naar de massa’s mensen in de wereld die nog niet bereikt zijn met het Evangelie, zou ons verlangen moeten zijn: Rom. 15:20-21: Ik stelde er mijn eer in het te verkondigen, doch zo, dat ik niet (optrad) waar de naam van Christus reeds genoemd was, om niet op eens anders fundament te bouwen, maar (om te handelen) naar hetgeen geschreven staat: Zij, aan wie niets van Hem is verkondigd, zullen Hem zien en wie het niet gehoord hebben, zullen het verstaan.

Deze uitdaging kunnen we alleen aan wanneer we wereldchristenen worden. Je hoort hier meer over in het volgende hoofdstuk.

62 van 108


Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Vat samen: de huidige stand van de verspreiding van het Evangelie in de wereld. Geografisch, taalkundig gezien en in de zin van alle volken bereiken. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Definieer "bevolkingsgroep." ___________________________________________________________________________ 4. Definieer "onbereikte bevolkingsgroep." ___________________________________________________________________________ 5. Definieer "bereikte bevolkingsgroep." ___________________________________________________________________________ 6. Noem de vijf belangrijkste onbereikte bevolkingsgroepen. _________________________ _________________________ ________________________ _________________________ _________________________ 7. Leg uit wat er wordt bedoeld met ‘gesloten land’. ___________________________________________________________________________ 8. Goed of fout? In werkelijkheid zijn er geen gesloten landen. ________________________



Vervolgstudie 1.

Vraag een kaart aan met daarop aangegeven de onbereikte bevolkingsgroepen. Je kunt daarvoor bijvoorbeeld raadplegen: - U.S. Center for World Mission, 1605 Elizabeth Street, Pasadena, California, 91104, U.S.A. - Wycliffe Bijbelvertalers, Hoofdstraat 55, Postbus 150, 3970 AD Driebergen - Operatie Mobilisatie Nederland, Assemblageweg 9, 8304 BB Emmeloord - Evangelische Zendings Alliantie, Eendrachtstraat 29a, 3784 KA Terschuur

2.

Voor complete informatie over de huidige situatie van de verspreiding van het Evangelie over de hele wereld, kun je ook bij bovenstaande adressen informeren.

3.

Voor complete en actuele informatie over de onbereikte mensen in de wereld kun je het beste http://strategyleader.org/upglinks.html bezoeken. Helaas is de site in het Engels.

4.

Een andere site over onbereikte bevolkingsgroepen is http://www.joshuaproject.net/ .

5.

Kaarten van de gebieden van onbereikte groepen zijn ook via bovengenoemde sites te vinden, evenals gebedsonderwerpen voor die groepen. Kijk voor de aardigheid ook eens naar de gegevens voor Nederland op Joshuaproject. Je zult zien dat er heel veel Christelijk is, maar dat er slechts 4,5% Evangelisch getuigenis is. Sommige provincies hebben helemaal geen Evangelisch getuigenis. Bovendien zijn er onbereikte bevolkingsgroepen in Nederland. Daar moet wat aan gedaan worden!

6.

Het volgende overzicht toont de wereldwijde trends op het moment van het schrijven van deze studie: Afrika: (52 landen) In Afrika toont de kerk vitaliteit en groei te midden van een continent met grote verscheidenheid en veranderingen. De groei vindt je vooral in de landen ten zuiden van de Sahara woestijn. In het noordelijke derde deel van het continent heeft de Islam een sterke aanhang. Het Christendom heeft er enkele bekeerlingen en de kerken zijn er klein. Ten zuiden van de Sahara groeit het aantal Christenen heel snel. Men verwacht dat er na 2000 meer Christenen in Afrika zijn dan in de rest van de wereld. Het nieuwe geestelijke leven in de Afrikaanse kerk zie je terug in de uitgebreide programma’s voor evangelisatie van de laatste jaren. De Afrikaanse kerk wordt volwassen. Zij zendt nu zelf zendelingen uit. Kerken en zendingsgenootschappen in Afrika komen veel problemen, maar ook heel veel kansen tegen. Kerkelijke groeperingen en buitenlandse zendingsgenootschappen hebben in sommige landen beperkingen opgelegd gekregen. In verschillende landen zijn individuele zendelingen en kerkmensen het land uitgezet. De redenen daarvoor variëren, maar hebben vaak te maken met de politieke controle die wordt uitgeoefend door de betrokken regeringen.

64 van 108


Azië: (28 landen) In dit grootste meest bevolkte werelddeel zijn de Christenen een kleine minderheid. Ze vertegenwoordigen 2 - 3 % van de totale bevolking. In sommige Aziatische landen hebben Christenen wat meer invloed, omdat zij een hogere opleiding hebben en een goede sociale positie. Sommige gebieden binnen de landen hebben een hoger percentage Christenen dan dat wat voor het hele land geldt. Voorbeelden hiervan zijn de staten Kerala, Meghalaya, Manipur, Mizoram, Nagal en in India, en in de provincie Sabah in Maleisië. Hoewel het totaal aan Christenen laag is, is er een dramatische reactie op het Evangelie in sommige delen van Azië. Stammen en vluchtelingen zijn heel erg open voor het Evangelie in India, Taiwan, Indonesië en Birma. In Korea neemt het aantal Christenen vier keer zo snel toe dan de toename van de bevolking. Zuid Korea is dan ook één van de snelst groeiende Christelijke populaties in de wereld. In Indonesië kwamen duizenden mensen in de jaren 60 van de vorige eeuw tot geloof. Cambodja was vroeger volledig boeddhistisch. Vanaf 1971 tot 1975, toen de communisten aan de macht kwamen, toonden duizenden interesse in het Christelijke geloof. Nu leven er nog slechts enkele christenen in dit land. Evangelische kerken rapporteren groei in Thailand, Singapore en Birma, ondanks de sociale, culturele en politieke hindernissen. Militante moslims werken hard om evangelisatie onder de Maleisiërs en de Soedanezen te voorkomen. Boeddhisten en Hindoes beperken vaak de bewegingsvrijheid en de aanwezigheid van Christenen. Er is ook sprake van actieve vervolgingen. Officiële regeringsmaatregelen in sommige landen sluiten zendelingen uit en beperken of verbieden kerkelijke activiteiten. Europa en de voormalige Sovjet Unie: (27 landen en 1 land met 15 republieken) Secularisatie, humanisme, Communisme en onverschilligheid ten aanzien van religieus geloof zijn bepalend in vele Europese landen. Evangelisatieprogramma’s in Europa zijn meestal alleen plaatselijk, hoewel er soms wat regionale pogingen worden gedaan. Europese congressen over evangelisatie hebben de interesse in evangelisatie vergroot. Men heeft op nationaal gebied verschillende pogingen gedaan. Er zijn verschillende Christelijke radiostations die men door heel Europa kan beluisteren. In de voormalige communistische Oost Europese landen zijn er velen die interesse tonen in het Christendom. Gevestigde kerken krijgen in de meeste landen de ruimte om te functioneren. Het kerkbezoek in Polen, Roemenië, Bulgarije en de voormalige Sovjet Unie neemt toe. Kleine Bijbelstudiegroepen en huiskerken ontstaan in veel steden en dorpen waar jonge mensen het communisme verwerpen, evenals andere atheïstische filosofieën.

65 van 108


Latijns Amerika: (36 landen) Evangelische kerken groeien snel in veel landen van Latijns Amerika en in veel landen is er sprake van opwekking. In Brazilië bijvoorbeeld, het grootste land in dat gebied, groeit het aantal protestanten drie keer zo snel dan de bevolkingsaanwas. De Braziliaanse protestanten vormen twee derde van het totaal aantal protestanten in Latijns Amerika. Andere landen worden geleidelijk aan beïnvloed door atheïstische en Marxistische filosofieën en zijn dan ook een grotere uitdaging voor de verspreiding van het Evangelie. Midden Oosten: (17 landen) In het Midden Oosten is er slechts sprake van een beperkte groei voor de Kerk. Te midden van de Islamitische en Zionistische opwekkingen wordt de Christelijke kerk beschouwd als een buitenlands element. Bekering wordt beschouwd als afvalligheid van religie en staat. De kerken zijn over het algemeen klein, conservatief en sterk gebonden aan tradities. Christenen uit alle achtergronden vormen minder dan 3% van de hele bevolking. De meest effectieve manier van Evangelisatie is op scholen en in ziekenhuizen mensen persoonlijk benaderen. Ook verspreiding van literatuur en uitzendingen via radio en TV werken. Hulp- en ontwikkelingsprojecten in verscheurde landen, zoals Libanon, geven nieuwe mogelijkheden voor Evangelisatie onder de slachtoffers van geweld en terrorisme. In Turkije, het meest bevolkte land in het Midden Oosten, zijn Christelijke bedieningen sterk beperkt. In Egypte, het op twee na meest bevolkte land, neemt het aantal Christenen af en neemt de vervolging toe. Zending onder de moslims in het Midden Oosten is één van de grootste uitdagingen voor de Kerk van vandaag. In Saudi Arabië bijvoorbeeld, is het verboden om een moslim te bekeren tot het Christendom. Toegewijde Christenen ervaren een nieuwe dynamische groei bij huisbijbelstudiegroepen en evangelisatieacties in Libanon, Pakistan en Jordanië, ondanks de moeilijke omstandigheden. Noord Amerika: (2 landen) Religieuze research organisaties beweren op basis van vragen over het belang van hun religie in hun leven, geloof in eeuwig leven en geloof in God, dat de Noord Amerikanen de meest religieuze mensen van de hele wereld zijn. Maar de meeste mensen zijn alleen naamchristenen. De moderne politieke en culturele trends wijzen er lang niet altijd op dat we te maken hebben met een ‘Christelijk’ volk. De laatste jaren is er sprake van nieuwe trends en bewegingen in het Noord Amerikaanse Christendom. Zowel binnen als buiten de traditionele kerkstructuren is er sprake van vernieuwing. Sommige denominaties hebben gereorganiseerd, anderen zijn gesplitst en vormden nieuwe bewegingen.

66 van 108


Oceanië: (8 landen) Oceanië bevat, inclusief Nieuw Zeeland en Australië, miljoenen mensen in diverse culturen, die verspreid zijn over de Grote Oceaan. De mensen op de vele eilandengroepen zijn grotendeels Christen, die bereikt zijn in de 19e en 20e eeuw. De groei van het Christendom op de eilanden was de laatste jaren geweldig. Uitdagingen voor de Kerk in Oceanië zijn: het trainen van voldoende leiders, tegenstand van stammenreligies en het bereiken van onbereikte stammen in diep in de jungle. Papoea Nieuw-Guinea is een voorbeeld van een land met veel onbereikte stammen. Hier blijft het aantal belijdende Christenen doorgroeien. Wanneer men zich zo blijft inspannen zullen deze stammen bereikt worden in onze generatie. Andere grote groepen die nog niet bereikt zijn, zijn de Chinezen en Indiase mensen die op de vele eilanden wonen. Australië en Nieuw Zeeland, waarvan de kerken een Engelse achtergrond weerspiegelen, doen veel zendingswerk in Oceanië. Het meest effectief zijn de inlandse zendelingen die van eiland naar eiland trekken. Het Christendom in Nieuw Zeeland straalt ook de Engelse achtergrond uit, met de kerk van Engeland en de presbyteriaanse kerk. Deze twee omvatten tweederde van alle protestanten in Nieuw Zeeland. De Rooms Katholieke kerk is de grootste alleenstaande kerk.

67 van 108


8. Een wereldchristen worden Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • De term ‘wereldchristen’ definiëren • Een ‘wereldchristen’ worden • De strategie van de vroege kerk om de wereld te bereiken met het Evangelie, uitleggen Sleutelvers Joh. 15:16:

Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in mijn naam.

Inleiding In het vorige hoofdstuk hoorde je over de verantwoordelijkheid die de kerk heeft om de hele wereld te bereiken met het Evangelie van Jezus Christus. Als individuele gelovige ben JIJ een onderdeel van het Lichaam van Christus, de kerk. Wanneer de kerk de opdracht heeft om haar taak in de wereld te volbrengen, dan moet ieder lid weten wat zijn/haar taak is in Gods plan. JIJ hebt persoonlijk de verantwoordelijkheid voor de wereld. Die verantwoordelijkheid gaat wel iets verder dan wat geld in de zendingscollecte te stoppen. Dit hoofdstuk gaat over je persoonlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de wereld. Je leert hoe je een wereldchristen kunt worden. In plaats van een toeschouwer te zijn wordt je een deelnemer in het plan van God voor de volkeren. Iedereen moet evangeliseren Toen Jezus zei: “Ga de wereld in en verkondig het Evangelie” en “JIJ zult Mijn getuige zijn”, sprak Hij tot Zijn volgelingen. Hij sprak niet alleen tot hen als groep, maar ook tot ieder individu in die groep. Ieder lid van die groep moest deze uitdaging persoonlijk aannemen. Wanneer er leden uit de groep de uitdaging niet aannemen, heeft de hele groep gefaald. De uitdaging om het Evangelie aan de hele wereld te verkondigen, wordt nu uitgevoerd door de kerk. Maar de kerk bestaat uit personen en zij zal alleen effectief zijn ten aanzien van deze uitdaging, wanneer ieder persoon persoonlijk regeert op de grote opdracht. Iedereen onderwijst er één In de vroege kerk nam iedereen zijn verantwoordelijkheid in de verspreiding van het Evangelie. Evangelisatie in andere culturen werd door leken gedaan en niet door fulltime kerkleiders. Sommige van de grootste Evangelisatiecampagnes werden georganiseerd door leken. Hand. 6 en 7 tonen het verhaal van Filippus en Stefanus. Zij waren beiden leken die machtig door God gebruikt werden in de verspreiding van het Evangelie. Toen er vervolging in Jeruzalem kwam, werden de gelovigen verspreid over Judea en Samaria. De Bijbel zegt: Hand. 8:4:

Zij dan, die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende. 68 van 108


Iedere gelovige aanvaardde de verantwoordelijkheid om betrouwbare mensen te onderwijzen, zodat zij weer anderen konden onderwijzen. 2Tim. 2:2:


Deze gesloten cirkel van geestelijke reproductie zorgde voor een voortdurende toenamen van het aantal gelovigen. Elk huis een centrum van reproductie Het idee van het huis als het centrum van geestelijke ontwikkeling is niet nieuw. Vanaf de tijd dat God Zijn wet gaf is het huis al bedoeld als trainingscentrum. Deut. 6:6-7, 9: Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, Gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat... En gij zult ze schrijven op de deurposten van uw huis en aan uw poorten.

In de vroege kerk was ieder huis een evangelisatiecentrum. Gelovigen onderwezen het Evangelie niet alleen in de tempel, maar dagelijks thuis. Hand. 5:42:

en zonder ophouden, iedere dag, leerden zij in de tempel en aan huis, en verkondigden het evangelie, dat de Christus Jezus is.

De effectiviteit van deze huisgroepen was blijkbaar zo succesvol, dat Saulus (die de kerk wilde vernietigen) aanvoelde dat dit niet bereikbaar was wanneer hij zich alleen op de tempel zou richten. Hij ging ook ieder huis binnen om de verspreiding van het Evangelie te stoppen. Hand. 8:3:

En Saulus verwoestte de gemeente, en hij ging het ene huis na het andere binnen en sleurde mannen en vrouwen mede, en hij leverde hen over in de gevangenis.

De visie van Gods plan om het Evangelie ook aan andere culturen te brengen werd in een huis aan Petrus gegeven toen hij op het dak in gebed was (Hand. 10). De eerste boodschap aan de heidenen werd in het huis van Cornelius gebracht (Hand. 10). Paulus, die zelf ook naar andere culturen ging, werd in een huis begeleid door Ananias (Hand. 9). Paulus gaf in het openbaar onderwijs, maar ook in huizen. Hand. 20:20:

hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis

De laatste dagen van de bediening van Paulus vonden plaats in een gehuurd huis waar hij iedereen, die kwam, ontving en hen onderwees. Hand. 28:30-31: hoe ik niets nagelaten heb van hetgeen nuttig was om u te verkondigen en te leren in het openbaar en binnenshuis,

Jezus verklaarde dat Zijn huis een huis van gebed genoemd moest worden, voor alle volken. Mark. 11:17:

en Hij leerde en sprak tot hen: Staat er niet geschreven, dat mijn huis een bedehuis zal heten voor alle volken? 69 van 108


Het Griekse woord voor ‘huis’: @ÇP@H (oikos), betekent hier: ‘verblijfplaats’ (soms betekent het ook: ‘familie, thuis, huishouden of tempel’). Dit kan een privéhuis zijn of een openbare tempel. De vroege kerk gebuikte als strategie om de wereld te bereiken: iedere gelovige reproduceert en ieder huis dient als een centrum voor evangelisatie. De resultaten Wat waren de resultaten van ‘iedere persoon’ en ‘elk huis’ in de vroege kerk? Ze bereikten hun wereld met het Evangelie. De vijanden van de kerk verklaarden zelfs: Hand. 17:6:

Maar toen zij hen niet vonden, sleurden zij Jason en enige broeders voor de stadsbestuurders, en schreeuwden: Dezen, die de wereld in opschudding gebracht hebben, zijn ook hier gekomen,

Wat zou het resultaat zijn als iedere gelovige van nu hetzelfde patroon volgt? Bestudeer het schema wat hierna komt. Dit schema gaat uit van de gemiddelde periode die nodig is om iemand voor het geloof te winnen en te trainen tot een reproductieve gelovige. In werkelijkheid zou deze tijd langer of korter kunnen zijn, afhankelijk van de mensen die betrokken zijn. Maar wanneer we een jaar als gemiddelde nemen en ervan uit gaan dat elke gelovige één persoon per jaar bereikt, deze tot discipel maakt en die dan ook per jaar 1 discipel laat maken, dan zou de wereld gemakkelijk bereikt kunnen worden met het Evangelie. In het schema zie je dat het eerste jaar de gelovige 1 discipel maakt en traint. Aan het eind van het jaar zijn er twee betrouwbare mensen (de gelovige en de discipel). Het tweede jaar maken zij beiden 1 persoon tot discipel. Aan het eind van het tweede jaar zijn er vier gelovigen. Deze zullen vier mensen winnen in het derde jaar, enz.. Veel mensen in de wereld zijn nog niet bereikt met het Evangelie. Maar God heeft voorzien in een strategie, waarin iedere gelovige actief het Evangelie kan verkondigen en waarin, bij gehoorzaamheid, binnen de kortste keren de hele wereld bereikt wordt met het Evangelie. Jaar: 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

Gelovige(n): 65.536 32.768 16.348 8.192 4.096 2.048 1.024 512 256 128 64 32 16 8 4 2 1

Discipel(en): 65.536 32.768 16.348 8.192 4.096 2.048 1.024 512 256 128 64 32 16 8 4 2 1 70 van 108

Totaal: 131.072 65.536 32.768 15.348 8.192 4.096 2.048 1.024 512 256 128 64 32 16 8 4 2


Gods Goddelijke strategie van vermenigvuldiging en mobilisatie van wereldchristenen Er groeit een nieuwe beweging in de wereld van vandaag. Het is geen beweging van een denominatie of een organisatie. Het is een groep gelovigen die hun persoonlijke verantwoordelijkheid ontdekt en genomen hebben op het gebied van de verspreiding van het Evangelie naar alle volken in de wereld. Deze groep bestaat uit mensen uit verschillende rassen, culturen, talen, religies en kerken. Het enige wat zij gemeen hebben is hun persoonlijke toewijding om een wereldchristen te worden. Een wereldchristen is iemand die: • • • • •

De God van de Bijbel als enige echte levende God erkent Erkent dat de Bijbel Gods geschreven Woord is Persoonlijk Gods reddingsplan heeft geaccepteerd door Jezus Christus De Bijbelse wereldbeschouwing heeft overgenomen Persoonlijk de uitdaging heeft aangenomen om het Evangelie naar de volken in de wereld te brengen

Dit wil niet zeggen dat een wereldchristen zijn thuisland zal verlaten om naar een andere cultuur te gaan, hoewel ze vaak wel bereid zijn om dit te doen wanneer God hen daartoe leidt. Het betekent dat zij het Evangelie willen verspreiden op de plaats waar zij zijn, in hun eigen stad of dorp. Ze zijn ook bereid om anderen naar onbereikte mensen in de wereld te sturen. Of iemand een fulltime bediening heeft of een seculiere baan, voor een wereldchristen heeft de verspreiding van het Evangelie heel hoge prioriteit. De toewijding van een wereldchristen De mensen die deze uitdaging persoonlijk aanvaard hebben, hebben een gelofte aan God gedaan. Dit is de gelofte: “Door de genade van God en voor Zijn glorie, wijd ik mijn hele leven toe aan vervulling van de opdracht van Math. 28:18-20, waar God mij ook naar toe leidt en hoe dan ook. Ik geef prioriteit aan de mensen die momenteel buiten het bereik van het Evangelie zijn (Rom. 15:20-21). Ik zal ook pogingen doen om deze visie met anderen te delen.”

Een onderdeel van de zelftest van dit hoofdstuk is dat je de kans krijgt om deze gelofte te ondertekenen. Ontwikkelen als een wereldchristen In de vervolgstudie van dit hoofdstuk worden een aantal suggesties gegeven om materiaal te krijgen om jezelf verder te ontwikkelen als een wereldchristen. Hier zijn nog enkele andere suggesties om je te helpen een wereldchristen te worden naar het plan van God: Bereid je voor op de roeping van God: 1. Presenteer jezelf als een levend, heilig en Gode welgevallig offer (Rom. 12:-2) 2. Zorg ervoor dat geen enkele zonde je geestelijke gehoor of gezicht kan verhinderen (Ef. 1:18; Col. 1:9) 3. Sluit vooringenomen persoonlijke plannen en verlangens uit (Ps. 25:9) 4. Beoefen dagelijks gebed en Bijbelstudie (Joz. 1:8; Ps. 77:12; 119:15,25,45) 71 van 108


5.

6.

Wacht geduldig op de Heer en verwacht van Hem dat Hij jou leidt in iedere stap die jij doet en al je activiteiten. Hij zal Zijn wil en roeping duidelijk maken (Spr. 3:6; Ps.23:3; 32:8; 37:5,7). Denk eraan dat er geen tijd verloren gaat wanneer jij wacht tot Gods plan aan jou geopenbaard wordt. Jozef wachtte twee jaar in de cel, maar stond op om een heel volk te redden. Mozes wachtte veertig jaren in de woestijn, maar stond op om een volk uit slavernij naar vrijheid te leiden. Neem de cursus “Gods stem kennen” door, om te ontdekken wat God van je wil.

Begin waar je bent: 1. Gehoorzaam God steeds in de kleine dingen van het dagelijkse leven (Luk. 19:17; 1Sam. 15:22). Wanneer je niet betrouwbaar bent in de kleine dingen van het leven, die God je wil laten doen op de plek waar jij bent, zal Hij jou zeker geen grotere bediening geven (Math. 25:14-30). Kijk naar je dorp of stad met geestelijke ogen en vraag God om je degenen aan te wijzen die in geestelijke nood zijn en het Evangelie hard nodig hebben. Eventueel kun je een omgevingsanalyse doen om je daarbij te helpen. Breng het Evangelie aan allen die in je omgeving zijn. Ook hiervoor zijn hulpmiddelen in de vorm van studies te vinden, zoals zuurdesemevangelisatie en vermenigvuldigingsmethodes. 2. Wees bereid om je door God te laten gebruiken, op welke plaats dan ook (Joh. 7:17). Dit zou kunnen betekenen dat jij je eigen veilige omgeving moet verlaten om naar een andere cultuur te gaan en daar het Evangelie te verspreiden. Maar het kan ook betekenen dat je een straatje om moet om iemand te helpen, met het Evangelie, die het op dat moment heel moeilijk heeft. 3. Blijf voortdurend de geestelijke noden in je omgeving bestuderen om je geestelijke visie verder te ontwikkelen (Joh. 4:35). Lees boeken die hierover gaan en maak korte uitstapjes naar mensen van andere culturen. Bezoek zendingsconferenties die in jouw omgeving plaatsvinden. 4. Neem tijd om voor alle volkeren te bidden en voor de werkers in de oogstvelden (Math. 9:37-38). Hoofdstuk 9 van deze cursus voorziet in een gestructureerd plan om dit te doen. 5. Gebruik de gaven van de Geest die jij hebt ontvangen (zie eventueel de studie over de Heilige Geest). 6. Sluit je aan bij de evangelisatiecommissie van je gemeente. Wanneer deze er niet is, begin je er eentje. De vervolgstudie bij hoofdstuk 10 zal je daarbij kunnen helpen. 7. Maak contact met hen die het Evangelie verspreiden onder andere volkeren. Schrijf naar zendelingen in het veld. Nodig hen uit om bij je te logeren wanneer zij in het land zijn. Leer van hun ervaringen. Je zult voordeel ondervinden van deze contacten wanneer zij hun last met je delen, hun noden en hun overwinningen. 8. Zoek nog meer training om jezelf voor te bereiden op het bereiken van de wereld. Volg meer cursussen die hier over gaan. 9. Deel dat wat je geleerd hebt met anderen. Sluit je aan of vorm een kleine groep van wereldchristenen om meer van de wereld te leren en op basis van deze kennis te handelen. Hoofdstuk 10 zal je daarbij helpen. 10. Begin een georganiseerd programma van systematisch geven van je eigen financiën aan de verspreiding van het Evangelie. Welke aanpassingen kun jij doen om meer geld vrij te maken voor het werk van de Heer? 72 van 108


11.

Zorg ervoor dat je een paspoort hebt! God kan je naar een ander volk sturen om het Evangelie te brengen.

Herken de roeping van God: Iedere gelovige is geroepen om het Evangelie te delen met anderen op de plek waar zij zijn. Maar sommigen zullen een speciale roeping ontvangen van God om naar een ander cultuur te gaan en een fulltime bediening te hebben als herder, evangelist, zendeling o.i.d.. Er zijn bepaalde principes waardoor jij zeker kunt zijn van de roeping die God je geeft en van het gebied waar Hij je naartoe stuurt. Vraag jezelf het volgende af: 1. Komt datgene wat jij verlangt overeen met Gods algemene plan in Zijn Woord?Is het Bijbels, draagt het bij aan het doel om de wereld te bereiken met het Evangelie? 2. Zijn de omstandigheden van jouw leven in overeenstemming met de leiding van God? Wordt niet alleen geleid door de omstandigheden, maar toets deze in overeenstemming mat datgene dat jij denkt dat Gods roeping voor jou is. 3. Zegt de Heilige Geest voortdurend tegen je, in jouw geest, dat dit de wil van God voor jou is? Een gebrek aan rust en vrede in je geest is vaak een waarschuwingsteken dat je de verkeerde beslissing maakt. 4. Ben je nog steeds ‘geroepen’, wanneer er geen uitdagend avontuur te wachten staat, of wanneer er geen sprake is van romantiek en ‘glans’? Wanneer je geroepen bent voor een onbelangrijke taak of een onbelangrijk zendingsveld, ben je dan bereid om te gaan? 5. Ben jij bereid om elke prijs te betalen om de roeping te vervullen die God jou heeft gegeven? De prijs kan variëren tussen meer onderwijs krijgen en sterven als een martelaar voor het Evangelie. Het kan betekenen dat jij je familie, vrienden en vrienden moet verlaten. Wil jij dat? Hij heeft jou aangesteld Jezus heeft JOU uitgekozen om deel uit te maken van Zijn plan om alle volken van de wereld te bereiken. Hij heeft je de opdracht gegeven om geestelijke vrucht voort te brengen op het oogstveld. Hij heeft beloofd je in alles te voorzien wat jij nodig hebt om die taak te vervullen. Joh. 15:16:

Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in mijn naam.

73 van 108


Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat is een wereldchristen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Vat de strategie van de vroege kerk samen, die hen in staat stelde de wereld te bereiken met het Evangelie. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. De belangrijkste test van dit hoofdstuk is jouw besluit om een wereldchristen te worden. Lees de wereldchristen toewijdingstekst hieronder. Wanneer je deze belofte begrijpt en bereid bent om er naar je beste kunnen aan te voldoen, dan zet jij je naam op de plek die daarvoor bestemd is. “Door de genade van God en ter wille van Zijn glorie, wijd ik mijn hele leven toe aan de opdracht van Math. 28:18-20, waar en hoe God mij ook leidt, ik geef prioriteit aan die mensen die zich momenteel buiten het bereik van het Evangelie bevinden (Rom. 5:20-21). Ik zal ook pogingen doen om mijn visie met anderen te delen.”

Naam: _______________________________

Datum: _____________________________



Vervolgstudie 1.

Schrijf naar: World Christian, Inc., P.O. Box 40345, Pasadena, California 91104, U.S.A. Vraag om een lijst met bronnen om je Christelijke wereldbeschouwing uit te bouwen.

2.

Schrijf naar: MARC, bij World Vision International, 919 W. Huntington Drive, Monrovia, California 91016, U.S.A. Vraag de Marc nieuwsbrief aan en bekijk het materiaal dat zij bieden om je Christelijke wereldvisie te versterken.

3.

Kies een zendingsproject dat jij wil ondersteunen.

4.

Doe een poging om allochtone mensen in jouw omgeving te voorzien van een Bijbel in hun eigen taal.

5.

De allereerste wereldchristen was Abraham (Gen. 11-25). Abraham was de eerste mens die van God de belofte ontving om de hele wereld te bereiken. Hij was een leek die met zijn veehandel van de ene plek naar de andere trok, om Gods doelen te bereiken. Abraham had enkele belangrijke geestelijke kenmerken die hem in staat stelden zijn roeping te vervullen ten aanzien van de volken van de wereld. Als wereldchristenen moeten wij deze kenmerken in onze levens opnemen: Abraham herkende zijn roeping: hij wist dat hij een persoonlijke verantwoordelijkheid had ten aanzien van de volken van de wereld (Gen. 22:18). Als zijn geestelijke erfgenamen hebben wij dezelfde verantwoordelijkheid (Gal. 3:10). Hij was volledig overtuigd van zijn doel: Rom. 4:21. Hij was mobiel voor God: hij leefde een eenvoudig leven waardoor hij volledig mobiel was voor God. Hij kon snel handelen op Gods bevel (Gen. 12). Hij keek nooit terug: hij verlangde niet terug naar het oude leven dat hij had achtergelaten, maar keek uit naar de nieuwe dingen die God zou doen (Hebr. 11:6). Hij wandelde in openbaringskennis: Gen. 18:17. Hij keek niet naar zijn natuurlijke bekwaamheden: Gods beloften van een talrijk nageslacht (‘vele volkeren’) die uit een ‘verstorvene’ komen (Hebr. 11:12). Hij zocht God: In Gen. 12 bouwt Abraham een altaar en roept de naam des Heren aan. Hij nam verantwoordelijkheid voor anderen: Lees het verhaal van Abraham en Lot (Gen. 14). Hij gaf: hij betaalde de tienden van alles wat hij had (Gen. 14:20). Hij was gehoorzaam: hij volgde Gods instructies op, ook al wist hij het eindresultaat niet (Hebr. 11:8; Gen. 22:18). Hij was bereid om in een vreemd land te wonen (Hebr. 11:9). Hij respecteerde de cultuur van anderen: hij boog voor de mensen in het land omdat het daar gebruikelijk was (Gen. 23:12). Zijn waarden waren gebaseerd op het eeuwige in plaats van het tijdelijke: Hand. 7:5. Hij was bereid om alleen te staan: Jes. 51:2. 75 van 108


Hij was een man met geestelijke visie: Hebr. 11:10. Hij kende God persoonlijk; hij wordt ‘vriend van God’ genoemd (Jak. 2:23). Hij was een man van hoop: Rom. 4:18. Hij was sterk in zijn geloof: Rom. 4:20. Hij was rechtvaardig: Rom. 4:22. Hij was nederig: Rom. 4:20. Hij was een man van vrede: Gen. 13. Hij was alert op Gods wil; ook wanneer het moeilijk was reageerde hij direct op de wil van God (Gen. 22). Hij gaf God de eer: Gen. 14:21-24. Hij reproduceerde mensen met dezelfde toewijding: kijk naar het leven van zijn knecht (Gen. 24). Hij werd in alle dingen gezegend: Gen. 24:1.

76 van 108


9. Internationale voorbede Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Uitleggen wat het betekent een ‘internationale voorbidder’ te zijn • De voordelen van internationale voorbede opnoemen • Een plan voor georganiseerd gebed voor de volkeren in de wereld uitvoeren • Een internationale voorbidder worden • Een persoonlijk gebedschema maken voor internationale voorbede • Anderen trainen om internationale voorbidders te worden. Sleutelvers Jes. 56:7:

Hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken.

Inleiding In het vorige hoofdstuk heb je een aantal suggesties gekregen om actief deelnemer te worden in Gods plan met de wereld. Eén van de beste manieren om in Gods plan deel te nemen om de wereld te bereiken is voorbede. Dit hoofdstuk vertelt je hoe je dit aan kunt pakken. Je leert hoe je een internationale voorbidder kunt worden. De Goddelijke voorbidder Een voorbidder is een pleiter, een middelaar. Hij doet verzoeken in het belang van anderen. Een voorbeeld: een advocaat in een rechtbank is een middelaar. Hij staat tussen degene die beschuldigd is van een misdaad en de rechter. Hij bemiddelt in het belang van de beschuldigde. Eens, keek God op de aarde om een voorbidder te vinden die tussen Hem en de zondige mens kon staan. Hij kon niemand vinden en daarom stuurde Hij Jezus om op deze plaats te dienen. Jes. 59:16:

Hij zag, dat er niemand was, en Hij ontzette Zich, omdat niemand tussenbeide trad. Toen bracht zijn arm Hem hulp en zijn gerechtigheid ondersteunde Hem;

Jezus is het Goddelijke patroon voor de internationale voorbidder. Hij is de Middelaar die tussen God en mens staat. Door Zijn dood aan het kruis overbrugde Hij de kloof die ontstond door de zonde. Jezus doet voortdurend voorbede voor ons. Hebr. 7:25:

Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.

Rom. 8:34:

wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit.

Jezus bemiddelt tussen God en de mens. De Heilige Geest doet ook voorbede. 77 van 108

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen Rom. 8:26-27: En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit.

Internationale voorbede God heeft de gelovigen de taak gegeven om voorbede te doen voor de volkeren van de wereld. Wanneer wij voorbede doen, zoeken we God in het belang van anderen. We dienen verzoeken bij Hem in, in het belang van de volkeren van de wereld. Het woord ‘internationaal’ betekent tussen of onder andere volkeren. Als een internationale voorbidder bid je voor meer dan alleen je persoonlijke behoeften en die van je familie en vrienden. In het gebed beweeg jij je tussen de volkeren van de wereld. Voordelen van internationale voorbede De belangrijkste strategie om de volkeren van de wereld te bereiken is internationale voorbede. Er zijn drie belangrijke voordelen aan deze bediening: • Voorbede is Bijbels: Het Oude Testament bevat veel voorbeelden waarbij de loop van een heel volk veranderd werd ten gevolge van voorbede. De voorbede van Nehemia is hiervan een uitstekend voorbeeld. Verschillende Bijbelse richtlijnen roepen ons op om dit te doen. 1Tim. 2:1-2:

Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen, voor koningen en alle hooggeplaatsten, opdat wij een stil en rustig leven mogen leiden in alle godsvrucht en waardigheid.

Math. 9:37-38: Toen zeide Hij tot zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst. Jes. 56:7:

Hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken.

• Gebed is een activiteit waarop alle anderen steunen: Gebed is de grootste bron van geestelijke macht die bekend is bij de mensheid. Gebed heeft opwekking tot gevolg en opwekking motiveert om te evangeliseren. Evangelisatie heeft de verspreiding van het Evangelie van Koninkrijk tot gevolg. Plannen en programma’s voor Evangelisatie zijn belangrijk, maar gebed is noodzakelijk om succes te hebben. Het is de voortdurende ondersteuning van bedieningen en de basis van het handelen. • Er zijn geen grenzen aan internationale voorbede: Er zijn geen gesloten landen, geen gesloten grenzen waar gebed niet doorheen kan. Gebed kan tot het einde van de aarde gaan. Het kan zijn dat jij je eigen huis nooit verlaat, maar dat je door gebed geestelijk over de hele wereld reist naar iemand in nood. Gebed zorgt voor zending zonder grenzen. Afstand, sociale klasse en taal zijn geen hindernissen voor gebed. 78 van 108


Gebed is de enige ‘wereldzending’ die beschikbaar is voor alle gelovigen. Het voorziet in de mogelijkheid om betrokken te raken bij wereldevangelisatie zonder enige vertraging. Je bent nooit te jong of te oud voor deze bediening. Je bent nooit te ziek of te onbekwaam. Het is een actieve deelname aan Gods wereldwijde zaak en er zijn geen beperkingen. Een gebedsplan Het volgende gebedsplan voor internationale voorbede kan persoonlijk of in een groep gebruikt worden. Het zorgt voor specifiek gericht gebed. Laat jezelf niet inperken door de geadviseerde tijden, wanneer God je een last geeft om door te gaan met het gebed. Denk er aan: Bid altijd in de naam van Jezus, zoals Hij onderwezen heeft. Dit verbindt je gebed met Zijn zaak en zorg. Voor je begint stel je de specifieke gebedsnoden vast: Stel vast welke specifieke noden het onderwerp van je gebed worden. Zorg ervoor dat ze te maken hebben met Gods doel met de hele wereld. Internationale voorbede is geen algemene gebedssessie met verschillende gebedsverzoeken. Het is voorbede die zich specifiek richt op de volkeren van de wereld. Prijs God: (10 min.) We komen in Gods aanwezigheid door lofprijzing en aanbidding. Ps. 100:4:

Gaat met een loflied zijn poorten binnen, zijn voorhoven met lofgezang, looft Hem, prijst zijn naam;

Lofprijzing brengt je in de aanwezigheid van God, zodat Hij kan horen wat je verzoeken zijn. Prijs God voor wie Hij is en wat Hij gedaan heeft. Erken Zijn grote plan voor de wereld in je lofprijzing en dank Hem dat jij er deel van uit maakt. David zegt ons dat wij zingend voor Zijn aangezicht moeten komen. Je kunt je lofprijzing ook brengen in een lied. Misschien ken je liederen die Hem prijzen en verband houden met Zijn plan voor de alle volkeren in de hele wereld. Voorbede voor de wereld in het algemeen: (10 min.) Hier zijn enkele specifieke dingen waar je voor kunt bidden. Bid voor... • Een nieuwe geestelijke honger in heel de wereld • De oprichting van een wereldwijd leger van Internationale voorbidders door God • De groei en de ontwikkeling van de Kerk over de hele wereld • Meer arbeiders in de oogst - herders, profeten, evangelisten, leraren, apostelen en andere leiders (leken) - om de Grote Opdracht te vervullen (Math. 9:38; Luk. 10:2). • Eenheid en samenwerking tussen de bestaande kerken en zendingsorganisaties • Een opwekking van het verlangen en meeleven om de verlorenen te winnen • Wijs gebruik van materiële bronnen, door de gelovigen, om het Evangelie te verspreiden. Vraag God te voorzien in de noodzakelijke gelden en om mensen die sponsor kunnen en willen zijn.

79 van 108


• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Het juiste woord te spreken om het Evangelie te delen (Ef. 6:19) Dat gesloten landen geopend worden voor het Evangelie (2Thess. 3:1) Ontvankelijkheid bij hen die het Evangelie horen (Rom. 15:30-31) Belangrijke zaken in de wereld, die invloed hebben op de verspreiding van het Evangelie. Regeringsleiders en politieke leiders, dat hun harten ontvankelijk worden voor het werk van de zending en de evangelisatie Werkers die nieuwe kerken en zendingsgenootschappen stichten Gelovigen die, door hun toewijding aan Christus of door hun bediening, lijden of gevangen zitten Het werk van de Bijbelvertalers door de hele wereld Christelijke correspondentiecursussen, trainingsinstituten en Bijbelscholen in de hele wereld Inheemse Christelijke werkers De menigte zendelingen die in andere culturen werken Een beweging van God onder de jonge mensen. Zij zijn de toekomstige kerkleiders. Openbaring van de juiste strategie om ieder land en ieder dorp in de wereld te bereiken. Vraag God of Hij het openbaart aan de werkers in het veld. Bid voor organisaties die zendingsresearch doen en strategieën ontwikkelen Bescherming van werkers tegen de aanvallen van satan. Bind de activiteiten van de demonen tegen volkeren en gelovigen. Bid om bevrijding voor hen die tegenstanders zijn van het Evangelie (Rom. 15:30-31; 2Thess. 3:2) De verspreiding van de Bijbelse wereldbeschouwing onder de gelovigen. Bidt dat zijn daders van het Woord worden, in plaats van toeschouwers Zij die werken in een seculier beroep in verschillende landen met het doel het Evangelie te verspreiden Gelovigen in het leger, gestationeerd in verschillende landen in de wereld. Ze kunnen een effectieve kracht zijn in de verspreiding van het Evangelie Het werk van de religieuze media, zoals Gospelmuziek en opnamen daarvan, films, Christelijke radio en televisie, uitgevers van boeken e.d. Het werk van de medische en sociale zending. Dit omvat ook hulp bij rampen, ontwikkelingshulp en andere hulporganisaties. Er zijn instanties die medische en materiële hulp combineren met de verspreiding van het Evangelie Zending-vliegorganisaties (MAF). Toegewijde piloten die zendelingen en voorraden naar verschillende gebieden in de wereld brengen Het werk onder de immigranten en vluchtelingen in de wereld De binding van satan en zijn geestelijke machten die invloed hebben op volkeren en gebieden. Dat zulke machten bestaan wordt getoond door de prins die macht had over Perzië in de tijd van Daniël. Deze machten zijn een verklaring voor het feit dat sommige landen meer ontvankelijk voor het Evangelie zijn dan andere. Bepaalde geesten zijn actief in verschillende gebieden. Deze gebieden zijn niet open voor het Evangelie tot gelovigen er voorbede voor doen.

80 van 108


Voorbede voor één gebied in de wereld: (10 min.) Richt je gebed op een specifiek continent of land. Er zijn verschillende instanties die je specifieke informatie kunnen geven over bepaalde gebieden, bevolkingsgroepen en zendingsgenootschappen die er actief zijn. Je kunt dan meer gericht bidden. Kijk ook even in de vervolgstudie na dit hoofdstuk. Hier zijn enkele specifieke dingen die je voor elk land kunt bidden: •

Actuele gebeurtenissen. Blijf concreet bidden door het nieuws uit het land bij te houden en door contact te houden met de Christenwerkers die er actief zijn. • De kerken in dat land • Zij die in de geestelijke velden van het land werken. Hier horen kerkstichters bij, inheemse werkers, trainingsinstituten, zendelingen, Bijbelvertalers, e.d. o Alle gelovigen in dat land o De onbereikte mensen in dat land o Bind de machten van satan die actief zijn in dat land. Machten die tegen de verspreiding van het Evangelie in dat land zijn of het land ontoegankelijk willen maken voor het Evangelie o In elke samenleving zijn er over het algemeen zeven gebieden die het denken van het individu en de bestemming van een volk bepalen. Dit zijn: thuis, familie, de kerk, onderwijs, kunst en amusement, media, regering en zaken. Bid voor de leiders en voor de geestelijke toestand op deze gebieden. Voorbede voor een specifieke zendeling of instantie (10 min.) Door contact te houden met zendelingen en zendingsgenootschappen, zul je bekend worden met hun persoonlijke specifieke behoeften en verlangens. Je kunt daar dan gericht voor bidden. Zorg ervoor dat je de nieuwsbrief ontvangt, of hun gebedslijst. Bid voor de onbereikte bevolkingsgroepen: (10 min.) De vijf belangrijkste onbereikte bevolkingsgroepen zijn: boeddhisten, hindoes, stammen, moslims en Chinezen. • • • •

Bid voor hun geestelijke honger Bid voor werkers die met hun het Evangelie delen Bid voor openbaring van de juiste strategie om iedere groep te bereiken Bid voor hen die al bezig zijn om deze groepen te bereiken

Persoonlijke gebedsnoden: (10 min.) Bekijk je eigen persoonlijke noden in relatie tot de wereld. Hoe staan je persoonlijke noden in verband met Gods wereldwijde doel en jouw deelname daaraan? Zelfs je meest persoonlijke zorgen moeten op de een of andere manier verbonden zijn met Gods plan voor de volkeren. Blijf God voortdurend zoeken voor manieren om jouw deel van de opdracht, om de volken in de wereld te bereiken met het Evangelie van het Koninkrijk, te bereiken. Hoe kun jij jezelf beter uitrusten daarvoor? Hoe kun jij op dit moment beginnen? Hoe kun jij meer persoonlijke tijd en geld vrijmaken voor de zaak van de wereldzending?

81 van 108


Het uur van gebed Hier is en samenvatting van de indeling van het uur van internationale voorbede: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Prijs God Voorbede voor de wereld in het algemeen Voorbede voor één gebied van de wereld Voorbede voor specifieke zendelingen en/of instanties Gebed voor onbereikte mensen/groepen Specifieke persoonlijke gebedsnoden

(10 min.) (10 min.) (10 min.) (10 min.) (10 min.) (10 min)

Maak een gebedshandleiding Een persoonlijke gebedshandleiding kan je helpen in je internationale voorbede. Hier zijn enkele instructies om zo’n gebedshandleiding te maken. 1. Het gebedsplan: Verwijder het “gebedsplan” voor internationale voorbede, dat in dit hoofdstuk gegeven wordt. Maak je eigen gebedsplan om te dienen als richtlijn tijdens je gebed. 2. De wereld in het algemeen: Verwijder de suggesties die gegeven zijn voor gebed voor de wereld in het algemeen en zet je eigen ideeën er voor in de plaats. Dat kunnen dus andere gebedsnoden zijn die God je op je hart legt. Verwijder de kaart van de wereld uit de vervolgstudie na dit hoofdstuk. Voeg het toe aan deel twee van je gebedshandleiding. Leg je handen op deze kaart en gebruik haar als contactpunt wanneer je voor de wereld bidt. 3. Specifieke gebieden: Verzamel kaarten en informatie van verschillende landen en gebieden in de wereld en voeg dit deel aan je gebedshandleiding toe. Voeg ook artikelen uit het nieuws toe die het werk van het Evangelie in die gebieden beïnvloeden. Bid over deze zaken. Vergeet niet voor je eigen land te bidden en je eigen stad of dorp. Zorg voor een kaart van je eigen land en voeg deze ook aan dit deel toe. Doe dit ook met een kaart van je stad of dorp. Zorg dat je een telefoongids van je stad of dorp te pakken krijgt en ga bidden voor ieder individu die erin genoemd wordt. Zoek uit wie je land regeert en wie er leiding heeft in je gemeente en bidt voor hen. 4. Specifieke zendelingen en instanties: Zet in dit deel de namen van specifieke zendelingen voor wie je wilt bidden. Vraag hun nieuwsbrief aan en voeg die aan dit deel toe. Bid voor specifieke gebedsnoden. Wanneer je kerk zelf zendelingen heeft, voeg dan een lijst met hun namen en adressen toe aan dit deel en bidt voor hen en begin een correspondentie met verschillende van hen. Vraag informatie aan van specifieke zendingsgenootschappen en voeg dat ook toe. Bid voor hun specifieke noden. Zorg voor een lijst van kerken, Christelijke trainingsorganisaties en zendingsgenootschappen in jouw gebied. Bid specifiek voor hen.

82 van 108


5. Onbereikte bevolkingsgroepen: Schrijf de namen van de vijf grootste onbereikte bevolkingsgroepen in dit deel: boeddhisten, hindoes, Chinezen, moslims en stammen. Begin met het verzamelen van gegevens over deze groepen en voeg dat toe aan dit deel. 6. Persoonlijke gebedsnoden: Maak op een stuk papier 4 kolommen met de volgende kopjes: Datum:

persoonlijke nood:

datum van antwoord:

Hoe beantwoord:.

Een geschreven verslag hiervan bijhouden, helpt je om gericht te bidden en sneller te herkennen dat God antwoordt. Ook heb je meer om voor te danken. Train anderen om internationale voorbidders te worden Je kunt anderen trainen internationale voorbidders te worden. Hier is het plan: 1.

Deel de Bijbelse wereldbeschouwing met hen. Men kan geen effectieve internationale voorbidder zijn als men niet begrijpt wat Gods plan met de wereld is en ook niet weet dat men er een rol in speelt. Hoofdstuk 10 geeft richtlijnen voor het overdragen van de Bijbelse wereldbeschouwing aan anderen.

2.

Gebruik dit hoofdstuk om anderen te trainen voor internationale voorbede. Bestudeer dit hoofdstuk met hen. Begin met voorbede volgens het gebedsplan dat gegeven wordt in dit hoofdstuk. Help ze om een gebedshandleiding samen te stellen op basis van de instructies in dit hoofdstuk.

3.

Vorm een gebedsgroep voor internationale voorbede Groepsondersteuning draagt bij aan een voortdurende toewijding aan internationale voorbede. Stel een vaste tijd en plaats vast waar je bij elkaar komt. De groep kan in een huis samenkomen of in een kerk. Gebruik het gebedsplan dat in dit hoofdstuk gegeven is en de gebedshandleiding die je gemaakt hebt om gericht te kunnen bidden. Gebruik ook extra gebedshulpmiddelen die vermeld staan in de vervolgstudie, aan het eind van dit hoofdstuk. Deze zullen je helpen om de anderen te trainen in internationale voorbede.

83 van 108


Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat betekent het een ‘internationale voorbidder’ te zijn? ___________________________________________________________________________ 3. Hoe kun je anderen trainen om internationale voorbidders te worden? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Heb jij het besluit genomen om een internationale voorbidder te worden? ___________________________________________________________________________ 5. Heb jij een persoonlijke voorbede handleiding gemaakt? ___________________________________________________________________________ 6. Wat zijn de drie voordelen van internationale voorbede, genoemd in dit hoofdstuk? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 7. Beschrijf het plan om een georganiseerde gebedsbijeenkomst in te stellen voor internationale voorbede. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________



Vervolgstudie De volgende materialen zijn verkrijgbaar via diverse instanties, die gericht zijn op wereldchristenen en die je kunnen helpen in internationale voorbede. 1.

2.

Johnson, Patrick, Operatie world (ISBN 0310400317). Dit boek geeft een schat aan informatie over ieder land van de wereld en geeft een lijst van specifieke gebedsonderwerpen voor elk land. De Engelstalige versie kun je krijgen bij STL Books, Box 28, Waynesboro, Georgia, 30830, U.S.A. De Nederlandstalige versie is te verkrijgen bij: Operatie Mobilisatie Nederland, Assemblageweg 9, 8304 BB Emmeloord. Natuurlijk kun je deze ook bestellen bij een goede Christelijke boekhandel. International Intercessors: Een groep die voorziet in een maandelijkse nieuwsbrief met informatie uit verschillende landen (in het Engels) en specifieke gebedsonderwerpen voor iedere dag van de maand. Je kunt je schriftelijk opgeven bij: Box O, Pasadena, California, 91108, U.S.A.

3. 4.

5.

Begin een gebedgroep die zich specifiek bezig houdt met de onbereikte bevolkingsgroepen in de wereld. Informatie hierover is te krijgen bij: U.S. Center for World Mission, 1605 Elizabeth Street, Pasadena, California, 91104, U.S.A. Een gebedslandkaart kun je krijgen bij Operatie Mobilisatie Nederland, Assemblageweg 9, 8304 BB Emmeloord. Er zijn ook andere zendingsinstanties die gebedskaarten en mappen

uitgeven. Het handigste is dat je navraag doet bij zendingsgenootschappen die in het gebied werken waar jij specifiek voor wilt bidden. Vraag de training “Concerts Of Prayer” (concerten van gebed) aan bij Inter-Varsity Christian Fellowship, 233 Langdon, Madison, WI, 53703, U.S.A.

6.

7.

Het Lausanne Committee for World Evangelization geeft maandelijks een informatie bulletin uit met een gebeds en dankkalender voor de volkeren in de wereld. Vraag deze aan bij LCWE, P.O. Box 1100, Wheaton, IL., 60189, U.S.A. Schrijf gebedskaarten voor de volkeren van de wereld. Om gebed te stimuleren voor 70 volkeren in nood bevat elke gebedskaart belangrijke informatie over het land zodat je meer effectief kunt bidden. Schrijf naar: Inter-Varsity Christian Fellowship, 233 Langdon St., Madison, WI 53703, U.S.A.

8.

Sluit je aan bij een gespecialiseerde gebedsgroep. Hier zijn drie van die groepen: - Stichting op de bres - Fellowship of Faith for Muslims, 205 Yonge St., Toronto, Ontario, Canada M5BIN2 - Pray for China Fellowship, 1423 Grant St., Berkeley, Ca. U.S.A.

85 van 108


10. De Bijbelse wereldbeschouwing delen Doelen: Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • Vier stappen noemen, om de Bijbelse wereldbeschouwing te delen • De Bijbelse wereldbeschouwing delen met betrouwbare mensen • Een Evangelisatiecommissie instellen • Wereldchristen Bijbelstudies maken Sleutelvers 2Tim. 2:2:


Inleiding Je hebt inmiddels ontdekt dat miljoenen Christenen in de wereld geen Bijbelse wereldbeschouwing hebben. Hun zorgen gaan vooral uit naar hun eigen familie, woonplaats en kerk. Omdat zij Gods plan voor de wereld niet begrijpen, voeren zij hun deel van dat plan niet uit. Dit hoofdstuk legt je uit hoe jij de Bijbelse wereldbeschouwing kunt delen met zulke mensen. Hoe jij ze kunt motiveren om wereldchristenen te worden. Vertrouwde mensen Een sleutel voor de effectieve communicatie van de Bijbelse wereldbeschouwing is de selectie van betrouwbare mensen voor de training. 2Tim. 2:2:


Het woord ‘vertrouwde’ betekent: ‘actief, betrouwbaar en getrouw’. Niet iedereen zal ontvankelijk zijn voor de Bijbelse wereldbeschouwing. Niet iedereen zal hierin betrouwbaar zijn. Bij het delen van de visie moet je mensen uitzoeken die actief, betrouwbaar en getrouw zijn ten aanzien van God. Zij die deze Bijbelse wereldbeschouwing onderwezen krijgen moeten ook bereid zijn deze door te geven aan anderen. Dit is de enige manier waarop het principe van reproductie en vermenigvuldiging voortgang kan vinden. Bijbels, niet cultureel Wanneer jij datgene wat je geleerd hebt met anderen deelt, denk er dan aan dat je niet geroepen bent om je eigen culturele kijk op de wereld te delen. Je deelt de Bijbelse wereldbeschouwing. Cultuur is het vereiste patroon van hoe dingen worden gedaan in een bepaalde omgeving. Hierbij horen gewoonten, tradities, talen... eigenlijk alles wat bij levensstijl en gedrag hoort. Daarom zijn er zulke grote verschillen tussen de mensen uit Afrika en die uit India. Je wordt sterk beïnvloed door de cultuur waar jij in leeft. Je gaat denken dat jouw manier van doen het beste is. Maar je moet beseffen dat geen enkele cultuur meer waard is dan de andere. 86 van 108


Je roeping is niet: de cultuur veranderen of je eigen manier van doen delen (dat wat jij het beste vindt). Je enige zorg ten aanzien van cultuur zijn de praktijken, die je tegen kunt komen, die rechtstreeks in overtreding zijn ten aanzien van Gods geschreven Woord. Dan moet je confronteren en met deze praktijken omgaan zoals je met iedere zonde doet. Je bent niet geroepen om beschaving bij de heidenen te brengen. Je doel is niet de maatschappij te redden, maar verloren zielen. Het doel van vissers is niet de zee veranderen, maar de vissen te vangen die erin zitten. Richt je op de belangrijke taak die komt: het onderwijs aan betrouwbare mannen en vrouwen. Het plan Hier zijn vier stappen die je moet nemen om de Bijbelse wereldbeschouwing te delen: 1. 2. 3. 4.

Wordt een model van de visie Deel de visie met anderen Houdt de visie als een centraal punt om je leven naar te richten Gehoorzaam de visie

Laten we elke stap nader bekijken. 1. Wordt een model van de visie Je moet zelf eerst de Bijbelse wereldbeschouwing omarmen. Dat is het doel van deze studie. Wanneer je weet wat jouw verantwoordelijkheid is ten aanzien van de grote opdracht en je hart geraakt is met zorg voor volkeren in de wereld, kun je een model worden van de wereldvisie. Als model wordt je een levend voorbeeld voor je vrienden en je kerk. Laat hen je enige zorg voor de zaak van Christus zien en voel bewogenheid in je hart voor de volkeren van de wereld. Laat hen zien dat jij actief betrokken bent bij het bereiken van anderen met het Evangelie. Het belangrijkste onderwijs wordt niet gedaan met woorden, maar door een voorbeeld te zijn. We zien dat in het leven en de bediening van Jezus. 2. Deel de visie met anderen: Hier zijn enkele suggesties over de manieren waarop je de visie met anderen kunt delen: 1. Deel de visie op individuele basis mat gelovigen uit je naaste omgeving. Deel deze cursus met hen. Deel de grote geestelijke nood die er nu in de wereld is en leg uit wat hun persoonlijke rol in het geheeld is. Bid samen voor de volkeren in de wereld en gebruik daarbij de strategieën uit hoofdstuk 9. 2. Vraag je voorganger een vaste tijd in de dienst in te plannen om aandacht te geven aan het ‘wereldchristen zijn’. Dit kan enkele minuten in beslag nemen en je kunt daarin de geestelijke toestand van de wereld of een onbereikte bevolkingsgroep vermelden. Bovendien kun je de mensen uitdagen tot actie. 3. Wanneer je kerk een eigen blad uitgeeft, kun je artikelen plaatsen die de Bijbelse wereldbeschouwing bevorderen. 4. Richt een bronnencentrum in, in de kerk of bij je thuis. Verzamel daartoe boeken en materialen over onbereikte volkeren en brieven van zendelingen. Maak informatieborden die zich richten op verschillende volkeren in de wereld, gebedskaarten etc. (Voeg deze cursus ook toe aan het bronnencentrum). 87 van 108


5. Vraag zendelingen en Christelijke leiders uit andere landen om korte bandopnames (ca. 5 min.) te sturen waarin zij verslag geven van de actuele situatie. Deel de verslagen met je groep. Vraag ze ook om foto’s, dia’s of video’s waarop hun werk in die landen wordt toegelicht. 6. Wanneer er immigranten of internationale studenten in je omgeving zijn, kun je ze vragen iets over de cultuur en de noden in hun land te vertellen. 7. Beïnvloed het gebedsleven van je kerk. Wanneer je een verzoek kunt indienen voor een groepsgebed, vestig dan de aandacht op het belang van Christus ten aanzien van de hele wereld. 8. Vorm een wereldchristen-comité of een evangelisatiecommissie in je eigen kerk, wanneer deze er nog niet is. De vervolgstudie geeft aan hoe dat moet. 9. Houd bijeenkomsten, in de kerk of thuis, waarin men meer wereldbewust wordt. Je zou het zelfs groter kunnen doen, door er een conferentie van te maken. Nodig verschillende sprekers uit die betrokken zijn in zending en evangelisatie. Zet een boekentafel op die gericht is op ‘wereldchristenen’, met materialen die van belang zijn bij dit onderwerp (Ook deze cursus mag je op de boekentafel aanbieden voor… niks). 10. Laat je voorganger de cursus ‘Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen’ aanbieden aan de hele gemeente en aan andere kerken in de omgeving. Geef deze cursus op zoveel mogelijk plekken in je omgeving. 3.Laat de visie een hoofdpunt in je leven zijn: Zorg ervoor dat deze visie een centraal hoofdpunt in je leven blijft, en in het leven van betrouwbare mensen die jij traint. Hier zijn enkele adviezen om dat te bewerken: 1. Blijf boeken lezen die nadruk leggen op zending en Bijbelse wereldbeschouwing. 2. Bezoek zendingsconferenties in jouw omgeving. 3. Houd de huidige wereldgebeurtenissen in de gaten, die invloed hebben op de verspreiding van het Evangelie. Blijf bidden voor de volkerken in de wereld. 4. Houdt rechtstreeks contact met de werkers in de velden van de wereld. Hun verslagen zullen jouw wereldbeschouwing blijven inspireren. 5. Maak Bijbelstudies voor wereldchristenen, voor jezelf en voor anderen. Zo’n studie richt zich op het thema ‘wereld’ in de Bijbel. De vervolgstudie kan je hierbij helpen. 4. Volg de visie: Het is niet voldoende wanneer jij een eigen Bijbelse wereldbeschouwing ontwikkelt en deze met anderen deelt. Je moet dat wat je geleerd hebt ook praktisch toepassen: 2Tim. 3:16-17: Elk van God ingegeven Schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.

Elk Bijbels principe, wat we leren, zou ons moeten toerusten om goede werken te doen. In deze cursus zijn vel principes aan de orde gekomen, maar kennis zonder actie is als geloof zonder werken. Wanneer je alleen maar een principe leert en niets doet met de kennis die je opgedaan hebt, dan loopt dat op niets uit. Visie ontvangen is niet genoeg. Ook het delen met anderen is niet genoeg. Jij, en zij die door jou getraind worden, moeten de visie volgen, gehoorzamen.

88 van 108


De cursus over onderwijstechnieken en vermenigvuldigingsmethodes maken het mogelijk voor je om dit te bereiken. Maar je doet er goed aan om nu al de visie te volgen. Dit doe je door: • • • • •

Het Evangelie te delen met anderen in je omgeving, dorp of stad. Meewerken aan evangelisatiecampagnes van je kerk, in je omgeving, streek of land en in het buitenland. Bid voor de volkeren in de wereld. Geef aan zendingsorganisaties, via je eigen kerk of andere instanties. Leg daarbij nadruk op hen die werken onder mensen die nog nooit iets over God gehoord hebben. Wordt lid van een team dat buiten jouw gebied het Evangelie brengt. Stel een evangelisatieteam samen om een andere buurt, een andere cultuur of volk te bereiken

De ononderbroken cirkel Hier is de cirkel van voortdurende reproductie van de Bijbelse wereldbeschouwing.

Wordt eerst een model van de wereldbeschouwing die je ontvangen hebt; wordt de persoon met de juiste visie. Deel die visie met anderen door je onderwijs en door je voorbeeld. Zorg ervoor dat de Bijbelse wereldbeschouwing een centraal hoofdpunt in je eigen leven en in het leven van anderen is en blijft. Volg je visie, samen met hen die door jou getraind zijn. Wees er gehoorzaam aan. Je zult dan samen met degenen die door jou getraind zijn een model worden voor de Bijbelse wereldbeschouwing. Gezamenlijk zullen jullie de visie delen met anderen etc.

89 van 108


Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Op welke mensen moeten we ons richten wanneer we de Bijbelse wereldbeschouwing delen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Welke vier stappen zijn er nodig om de Bijbelse wereldbeschouwing te delen? ______________________________________ _____________________________________ ______________________________________ _____________________________________ 4.Welke specifieke acties onderneem jij om de volkeren in de wereld te bereiken met het Evangelie? Met wie deel jij jouw visie? Wat ga je in je kerk doen? Wat ga je in je leefomgeving doen? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________



Vervolgstudie Een evangelisatiecommissie vormen In deze les werd je het advies gegeven een evangelisatiecommissie te vormen voor de groep ‘wereldchristenen’ in je kerk. Evangelisatie is niet slechts een ander onderdeel of weer een andere commissie van de kerk. Het moet een speerpunt zijn in je gemeente. De reden om zo’n commissie te vormen kun je vinden in de doelen die vermeld zijn in hoofdstuk 6. Je bent een kerk in de wereld. Je kunt zo’n commissie op de volgende manier beginnen: Begin met de voorganger: Bespreek je verlangen om de commissie op te starten in de eerste plaats met je voorganger. Deel je visie met hem en deel ook wat je geleerd hebt in deze cursus. Misschien zal hij je aanstellen als hoofdverantwoordelijke voor zo’n commissie of iemand aanwijzen die je kan helpen om de zaak op te starten. Het is belangrijk dat de voorganger je toestemming geeft en ook dat hij instemming geeft voor je betrokkenheid op het moment dat de commissie succesvol functioneert. Analyseer het actuele programma: Hoe staat het er momenteel voor in je kerk ten aanzien van evangelisatie en zending? Denk hierbij aan het volgende: Beleid: Heeft de kerk een geschreven beleid ten aanzien van evangelisatie en/of zending? Zo ja, werkt het en komt het overeen met dat wat de kerk in werkelijkheid doet? Gebed: Hoe vaak bidt de kerk in zijn geheel voor evangelisatie en zending? Zijn het concrete gebeden? Bidt de kerk om meer arbeiders in de oogst (Math. 8:39)? Conferenties: Is er het laatste jaar door jouw kerk een evangelisatie- en/of zendingsconferentie georganiseerd? Training: Geeft je kerk instructies over Bijbelse wereldbeschouwing, die gericht is op evangelisatie en de huidige toestand in de verspreiding van het Evangelie? Is er een zendingsprogramma voor elke leeftijdsgroep en elke afdeling in je kerk. Betrokkenheid: Aan welke evangelisatie- en zendingsprogramma’s heeft je kerk in het verleden meegedaan? Wat heb je gedaan op plaatselijk, nationaal en internationaal gebied? Welke programma’s waren succesvol? Waarom? Welke waren er niet succesvol? Waarom? Ga dit ook na voor de programma’s waar de kerk op dit moment aan meedoet. Hoe zijn de verschillende afdelingen en groepen binnen je kerk betrokken ij evangelisatie en zending? Hoe zijn de families betrokken bij evangelisatie en zending?

91 van 108


Ondersteuning: Welke zendelingen en evangelisten worden op dit moment door je kerk ondersteund? Waar werken zij? Welk soort ondersteuning krijgen zij? Budget: Bepaal welk percentage van het huidige kerkbudget (inkomsten via collectes, giften e.d.) naar zending en evangelisatie gaat. Vul daartoe het volgende in: Totale inkomsten van de kerk in het jaar: _____:

€ __________ (A)

We gaven aan evangelisatie en zending:

€ __________ (B)

Van het kerkbudget werd in het jaar _____ aan evangelisatie en zending gegeven: € __________ (B) ------------------------- x 100% = ______________ % € __________ (A) Middelen: Middelen omvatten mensen, financiën, uitrusting en faciliteiten. Hoe worden de middelen van je kerk momenteel gebruikt in het belang van zending en evangelisatie? Een gemeenschap onderwijzen: Geef de cursus ‘Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen’ en gebruik daarbij deze cursus als handleiding. Deel tijdens het onderwijs de huidige situatie in de wereld ten aanzien van evangelisatie en zending. Kies uit de mensen, die de cursus werkelijk begrijpen, een aantal sleutelfiguren. Betrek deze actief bij evangelisatie en zending. Start een bijeenkomst om de commissie te organiseren: Beleg een speciale bijeenkomst om de evangelisatiecommissie te organiseren. Verantwoordelijkheden: Hier zijn enkele verantwoordelijkheden waarmee zo’n commissie belast kan zijn: • • • • • • • •

Zij dient een voorbeeld voor de kerk te zijn door persoonlijke betrokkenheid bij zending en evangelisatie, door geven en door gebed. Zij coördineert het gebed van de gemeente ten aanzien van evangelisatie en zending Zij stelt plaatselijke, nationale en internationale doelen ten aanzien van evangelisatie en zending. Zij bepaalt hoe de beschikbare middelen gebruikt kunnen worden ten aanzien van evangelisatie en zending. Zij beheert een jaarlijks budget voorzending en evangelisatie. Het moet duidelijk zijn wat de inkomsten zijn en waaraan deze besteed worden. Zij plant jaarlijks activiteiten in de kerk die te maken hebben met evangelisatie en zending. Zij plant, promoot en geeft voortdurend training over evangelisatie en zending. Zij organiseert jaarlijks Zendings- en evangelisatieconferenties 92 van 108


• • • • • •

Zij coördineert het evangelisatie- en zendingsprogramma voor alle afdelingen en groepen binnen de kerk. Zij moedigt ondersteuning van zendelingen en evangelisten aan door gebed, geven, persoonlijke betrokkenheid en projecten. De commissie hoort zelf ideeën te ontwikkelen op dit gebied. Zij houdt de ontwikkelingen in de wereld bij op het gebeid van zending en evangelisatie. Zij toets evangelisatie- en zendingsprojecten en geeft hierover een aanbeveling wanneer zij geschikt geacht worden om ondersteund te worden door de kerk. Zij toets evangelisten en zendelingen en geeft hierover een aanbeveling wanneer zij geschikt geacht worden om ondersteund te worden door de kerk. Zij onderhoudt een regelmatig contact met iedere evangelist, zendeling, zendingsgenootschap en organisatie die ondersteund worden door de kerk.

Organisatie: Hier zijn enkele suggesties met betrekking tot de organisatie van de commissie: heeft de autoriteit om te leiden. Hij is immers het hoofd van de kerk. leidt de bijeenkomsten en organiseert activiteiten onder leiding van de voorganger. Secretaris: houdt notulen bij van vergaderingen, de geplande activiteiten en doet de correspondentie. Hij houdt ook een bestand bij over elke evangelist of zendeling of project waar de kerk bij betrokken is. Leider fondswerving: leidt fondswerving ten aanzien van zending en evangelisatie. Penningmeester: Bepaalt budget voor zending en evangelisatie en houdt alles bij. Hij voorziet zendelingen en evangelisten van de giften en doet dit ook voor de goedgekeurde projecten. Gebedsleider: houdt zich op de hoogte ten aanzien van de gebedsnoden die te maken hebben met zending en evangelisatie. Brengt hiervan de commissie en de kerkleden op de hoogte en activeert ze tot gebed. P.R. leider: zorgt voor publiciteit voor zending en evangelisatie-evenementen. Hij maakt daarvoor gebruik van kranten, radio, televisie, posters, folders, kerkbladen en de informatieborden die hiervoor bedoeld zijn. Trainingsleider:ontwikkelt programma’s voor voortdurende training zodat de kerkgemeenschap op de hoogte blijft ten aanzien van zending en evangelisatie. Er moet een programma ontwikkeld worden voor elke leeftijdsgroep en afdeling in de kerk. Hij zorgt voor literatuur, boekjes, traktaten en ander materiaal met betrekking tot zending en evangelisatie, voor zover de middelen het toelaten. Ook zorgt hij ervoor dat er gebruik gemaakt ka worden van de kerkbibliotheek en de audiovisuele middelen. Conferentieleider: plant, promoot en leidt de jaarlijkse Zendings- en evangelisatieconferentie Leider plaatselijke evangelisatie: coördineert plaatselijke acties, zoals: evangelisatie in gevangenissen, ziekenhuizen, in de open lucht, deur aan deur, op scholen. Ook draagt hij verantwoordelijkheid voor de nazorg van nieuwe bekeerlingen en kerkbezoekers. Speciale bedieningen voor drugsverslaafden, ongehuwde moeders, alcoholisten e.d., vallen onder Voorganger: Voorzitter:

93 van 108


zijn verantwoordelijkheid. Hij onderzoekt projecten en geeft er aanbevelingen over. Leider nationale acties: coördineert nationale acties. Hij onderzoekt projecten en beveelt personen en projecten aan voor ondersteuning. Zendingsleider: coördineert internationale acties. Hij onderzoekt projecten en beveelt personen en projecten aan voor ondersteuning. Wervingsleider: werft vrijwilligers en leidt deze bij evangelisatie- en zendingsacties. Vertegenwoordigers uit kerkelijke afdelingen: bijvoorbeeld van de zondagsschool, vrouwenclub, mannenvereniging e.d. Vergaderingen van de commissie: De evangelisatiecommissie moet regelmatig bijeenkomen om nieuwe plannen te maken voor evangelisatie en zending. Stel nieuwe doelen voor de verspreiding van het Evangelie van het Koninkrijk op basis van je gebed en onderling overleg. Doelen stellen helpt je om je doelen te bereiken op het lokale, nationale en internationale vlak (Kijk hiervoor eventueel naar de studie: ‘doelgericht management). Stel nieuwe doelen voor: Het beleid: Heeft de kerk een geschreven beleid ten aanzien van evangelisatie en/of zending? Zo ja, werkt het en komt het overeen met dat wat de kerk in werkelijkheid doet? Wanneer er geen schriftelijk beleid aanwezig is, of het voldoet niet, schrijf dan een verantwoord beleid voor evangelisatie en zending. Er moeten in ieder geval de doelen van je programma in vermeld staan. ‘Doelgericht management’ kan je hierbij helpen. Gebed: Begin als commissie gezamenlijk te bidden voor evangelisatie en zending. Bied gebedsverzoeken aan de gemeente aan, zodat zij gezamenlijk concreet kunnen bidden voor evangelisatie en zending. Conferenties: Plan een evangelisatie- en zendingsconferentie. Plaats een informatiepunt in je kerk waar gegevens verstrekt worden over verschillende landen en zendingsgenootschappen. Op de conferentie kun je sprekers inzetten die een onderwerp over evangelisatie en zending behandelen. Ook kun je zendelingen laten komen die ondersteund worden door de kerk, of films draaien die met het onderwerp te maken hebben. Maak reclame voor de conferentie. Maak daarbij gebruik van de plaatselijke krant, radio en/of televisie, voor zover het in het budget past. Gebruik banieren, vlaggen en posters. Kondig de conferentie aan in de kerk (bijvoorbeeld tijdens ‘de mededelingen’) en in het kerkblaadje. Training: Geef Bijbelstudies of cursussen die bijdragen aan de ontwikkeling van een Bijbels wereldbeeld. Richt deze bijeenkomsten op de behoefte aan evangelisatie en op de huidige toestand van de verspreiding van het Evangelie in de wereld. Gebruik deze cursus als studiegids. Leg een jaar lang nadruk op evangelisatie en zending. Misschien kun je elke maand de aandacht richten op een andere zendeling, zendingsgenootschap of op een ander land. 94 van 108


Begin een bibliotheek met boeken, tijdschriften en audiovisuele materialen die de kerk meer kennis zullen geven over zending en evangelisatie. Betrokkenheid: Kijk nog eens naar wat je waarnam over de betrokkenheid van je gemeente bij de verspreiding van het Evangelie, in het verleden en tegenwoordig. Begin met bidden en plan wat je in de toekomst plaatselijk, nationaal en internationaal wilt doen. Welke programma’s waren in het verleden succesvol? Je kunt je geleid voelen om deze opnieuw te gebruiken. Welke programma’s zijn er op dit moment succesvol? Welke nieuwe programma’s voor evangelisatie en zending moeten opgezet worden? Waar heb je gefaald in het verleden en hoe kun je dit in de toekomst voorkomen? Betrek elke afdeling en iedere leeftijdsgroep bij zending en evangelisatie. Een manier om dat te doen is: van elke groep in je kerk een vertegenwoordiger plaatsen in de evangelisatie en zendingscommissie. Deze vertegenwoordiger kan de visie en de plannen van de commissie dan weer doorgeven aan zijn groep. Vergroot de betrokkenheid van elk gezin in je kerk door: • Elk gezin in hun huis een kaart te laten ophangen waarop aangegeven is waar de zendelingen zitten die gesteund worden door de kerk. • Laat gezinnen gastgezinnen worden voor zendelingen op verlof, internationale studenten en buitenlandse gasten. Je kunt ook denken aan voorzieningen in vervoer. • Verzorg kinderen van zendelingen wanneer dat nodig blijkt te zijn. • Laat elk gezin in hun huis een prikbord maken waarop allerlei gegevens geplaatst worden die met zending en evangelisatie te maken hebben. • Ontwikkel een bibliotheek met boeken en bladen over zending en evangelisatie. • Zet in elk huis een potje waarin men dagelijks een financiële bijdrage kan doen voor zending en evangelisatie. • Geef aan elke familie een adressenlijst van zendelingen en evangelisten en moedig hen aan een briefwisseling te beginnen met hen. • Een uitstapje naar het zendingsveld, dat op verantwoorde wijze georganiseerd is kan het werk op het veld tijdelijk verlichten. • Ouders kunnen hun kinderen stimuleren om betrokken te raken bij evangelisatie en zending. • Tijdens de kerkdienst kan er een moment ingelast worden om aandacht te besteden aan evangelisatie en zending. Ondersteuning: Laat het aantal zendelingen toenemen dat ondersteund wordt door je gemeente en/of laat de hoeveelheid ondersteuning per zendeling toenemen. Overweeg om kortverband teams uit te zenden naar de velden waar het werk ondersteund wordt door de gemeente. Budget: Mak plannen om het percentage van het kerkelijk budget, dat naar zending en evangelisatie toegaat, te vergroten. Een voorbeeld: gebruik het hierna volgende schema om de kerkleden uit te dagen: Wanneer ieder kerklid _____ € per dag aan zending en evangelisatie zou geven, dan zou de gemeente per jaar: het aantal leden x 365 x _____ € = _________ € geven.

95 van 108

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen Onderzoek je huidige budget. Waar kun je nog bezuinigen om het vrijgekomen geld aan zending en evangelisatie te geven?

Bronnen: Reorganiseer de bronnen van je kerk zodat de nadruk op evangelisatie en zending komt te liggen. Bronnen zijn: mensen, gelden, uitrusting en faciliteiten. Bepaal hoe je de bronnen het beste kunt gebruiken voor je evangelisatieplannen Beleg regelmatig vergaderingen van de evangelisatiecommissie: Dit is een voorbeeldagenda die je kunt gebruiken voor regelmatige bijeenkomsten van de evangelisatiecommissie: 1. 2. 3. 4.

5.

6. 7. 8.

Openingsgebed en Bijbellezing Het doornemen van de notulen van de vorige bijeenkomst (door de secretaris) Financieel verslag Presentatie van de regionale verslagen: - Verslag van de plaatselijke activiteiten - Verslag van de nationale activiteiten - Verslag van de buitenlandse activiteiten Speciale verslagen: - Fondsenwerving - Jaarlijkse zendingsconferentie - Training Wat verder ter tafel komt: alles wat niet bij het voorgaande besproken werd Afsluitende opmerkingen van de voorganger Tijd van gebed en voorbede voor zending en evangelisatie door de gebedsleider

Communicatie naar kerk en leefomgeving: Maak je visie, doelen, plannen en activiteiten bekend aan de kerk en de omgeving door: • • • • • • • • • • •

De media: radio, televisie, kranten en aankondigingen in plaatselijke huis aan huis bladen. Posters: zowel binnen als buiten de kerk (in de omgeving) Vlaggen en banieren van verschillende landen Boeken en audiovisueel materiaal in de kerkbibliotheek Literatuur om uit te delen: folders, traktaten, brochures, posters en boekjes Een nieuwsitem over evangelisatie en zending in het kerkblad Nieuwsbrieven en speciale brieven voor kerkleden Prikborden met informatie over evangelisatie en zending Mededelingen tijdens de kerkdienst Een zendingsspecial gewijd aan een zendingsfamilie en hun activiteiten Kaarten waarop de zendelingen vermeld zijn die ondersteunde worden door de kerk.

96 van 108


Bijbelstudies voor wereld-Christenen Bijbelstudies voor ‘wereld-Christenen’ helpen je de Bijbelse wereldbeschouwing centraal te houden in je leven en bediening. Ze helpen je ook deze visie met anderen te delen. Hier zijn enkele suggesties om zulke studies te maken: Versstudies: Gebruik hoofdstuk 4, 5 en 6 van deze cursus voor specifieke tekstverwijzingen voor een Bijbelse wereldbeschouwing en voor ‘wereld’ in het Woord. Zoek in je eigen Bijbelstudie naar sleutelverzen in teksten die Gods doel met de wereld bespreken. Let daarbij op woorden als: ‘volkeren’, ‘heidenen’, ‘mensen’, ‘wereld’, ‘landen’, ‘(uit)einden der aarde’ Wanneer je een Bijbelstekst bestudeert, stel jezelf dan de volgende vragen: • Wat openbaart de tekst over Gods zorg voor de volkeren van de wereld? • Wat openbaart de tekst over Gods handelen met de mensen van elk volk? • Wat openbaart Gods boodschap aan de wereld in deze tekst? • Wat openbaart de tekst over Gods doel met de wereld, Israël, de kerk of de individuele gelovige? • Wat zijn de sleutelwoorden in deze tekst ten aanzien van de wereld? Een voorbeeld: ‘wereld’ in Joh. 3:16 is een sleutelwoord. Gods liefde geldt namelijk voor de hele wereld. Daarom kwam Jezus om te sterven voor de zonden van de hele mensheid. • Vraagt de tekst om een specifieke reactie van de gelovige om de wereld te bereiken met het Evangelie? Welke reactie wordt er van ons verwacht? Karakterstudies (Biografieën): Bestudeer belangrijke sleutelfiguren uit de Bijbel vanuit de hoek van Gods plan met de wereld. Stel jezelf de volgende vragen bij het bestuderen van Bijbelse personen: • Welke specifieke taken heeft God aan deze persoon opgedragen? • Hoe dragen deze taken bij aan Gods doel met de wereld? • Wat waren persoonlijke kenmerken die bijdroegen aan de rol een boodschapper van God te zijn en welke kenmerken verhinderden dat juist? (De studie over Abraham in de vervolgstudie van hoofdstuk 8 geeft een voorbeeld van de bestudering van persoonlijke kenmerken). • Hoe volbracht de persoon de taken die God hem opdroeg? • Wat was de oorzaak van zijn succes? • Waarin faalde hij? Wat was de oorzaak van zijn falen? Hoe had dit falen voorkomen kunnen worden? • Wat kun je leren uit deze ervaringen die jou helpen om jouw rol in Gods plan te vervullen? Boekstudies: Bestudeer een heel boek uit de Bijbel met de Bijbelse wereldbeschouwing in je gedachten. Zoals je al zag in deze cursus, geeft elk boek waarheden over Gods plan voor de volkeren in de wereld. Wanneer je een bepaald boek bestudeert, stel jezelf dan de volgende vragen:

97 van 108


• • • •

Wat is het doel van dit boek in het licht van Gods plan met de wereld? Op welke manier hebben de gebeurtenissen in dit boek te maken met Zijn plannen en doelen? Wie zijn de belangrijkste personen in het boek? Maak een karakterstudie van elk van de personen en let daarbij vooral op hun plaats in Gods plan (Gebruik daarbij de adviezen die hiervoor onder Karakterstudies genoemd werden). Welke verzen spreken specifiek over de wereld en Gods plannen en doelen? (Gebruik de instructies die hiervoor onder Versstudies genoemd zijn.) Welke uitdagingen geeft dit boek aan jou persoonlijk met betrekking tot Gods wereldwijde doel? Hoe reageer jij actief op dat wat je leerde in dit boek?

98 van 108


11. Dan zal het einde komen Doelen Aan het eind van dit hoofdstuk kun je: • Het sleutelvers uit je hoofd opschrijven • De sleutelgebeurtenis, voorafgaand aan het einde van de wereld, uitleggen • Tekstverwijzingen geven die het einde van de wereld beschrijven • Gebeurtenissen opnoemen die leiden naar het einde van de wereld en naar de climax van Gods plan voor alle volkeren Sleutelvers Math. 24:14:


Inleiding Het eerste hoofdstuk van deze handleiding behandelde het begin van de wereld. Vanaf dat punt heb je de ontwikkeling van Gods plan door de geschiedenis heen bekeken. Maar wat zegt de Bijbel over de toekomst van de wereld? Jezus sprak over het einde van de wereld. Wat betekent dat? Dit hoofdstuk geeft antwoord op die vragen want het gaat over het einde van de wereld en de climax van het plan van God voor de hele mensheid. Een sleutelgebeurtenis Jezus beloofde Zijn volgelingen: Joh. 14:2-3:

In het huis mijns Vaders zijn vele woningen - anders zou Ik het u gezegd hebben want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben.

Jezus zei dat Hij terug zou komen naar de aarde om de wedergeboren gelovigen op te halen en ze te brengen naar een plaats die voor hen bereid is. Wanneer zal dit gebeuren? Niemand weet dat, behalve God de Vader: Math. 24:36:

Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen.

We weten niet precies wanneer het plaatsvindt, maar Jezus had het over een sleutelgebeurtenis, waaraan de gelovigen zouden zien dat de tijd nabij is: Math. 24:14:


Deze sleutelgebeurtenis gaat vooraf aan het einde van de wereld en de climax van God plan voor alle volkeren ten aanzien van de verspreiding van het Evangelie van het Koninkrijk. We hebben een grote verantwoordelijkheid in het vervullen van het plan van God! 99 van 108


In deze cursus leerde je dat het de taak van de kerk is en dat het ook je persoonlijke verantwoordelijkheid is om deze uitdaging te volbrengen. Je leerde ook dat de boodschap die gedeeld dient te worden ‘het Evangelie van het Koninkrijk’ is. Maar wat is nu ‘het einde’ waar Jezus over sprak? Het einde is de climax van de wereld en de tijd zoals wij die kennen. Het is het laatste deel van Gods plan met de wereld. Het profetische verslag God heeft niet elk detail geopenbaard over het einde van de wereld, maar Hij gaf ons een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen door middel van profetie. Het woord ‘profeteren’ betekent: ‘voorspellen, voorzeggen, boodschap van God brengen’. Er zijn drie soorten van voorspellen of voorzeggen: 1. Een boodschap onder rechtstreekse inspiratie van God 2. Voorspelling van toekomstige gebeurtenissen in Gods eeuwige plan 3. Een uitleg van het handelen van God voor de mens1. De belangrijkste profetieën over de toekomst van de wereld kun je vinden in de boeken Daniël en Openbaring. Een aantal teksten, zoals bijvoorbeeld Math. 24 en 1Thess. 4:13-18, geven nog wat extra informatie. Wanneer we deze teksten bestuderen, komen we te weten wat God geopenbaard heeft over het einde van de wereld. Dat wat geopenbaard is Hier is een korte opsomming van datgene wat God in Zijn Woord geopenbaard heeft over het einde van de wereld: De prediking van het Evangelie van het Koninkrijk: Math. 24:14:


De opname: Nadat het Evangelie van het Koninkrijk verkondigd is aan alle volkeren, zal Jezus terugkomen voor de gelovigen. 1Thess. 4:13-18 geeft de meeste details over deze wederkomst, die ‘de opname’ wordt genoemd. Het woord ‘opname’ wordt niet genoemd in de Bijbel. Maar ‘weggevoerd worden’ heeft wel deze betekenis. Uit dit tekstdeel leren we dat: • • • •

1

Jezus Zelf terugkomt (vers 16) De gestorven gelovigen zullen opstaan (vers 16) Er zal een opname zijn. Dit betekent dat mensen van de ene naar de andere plaats gebracht zullen worden. Levende gelovigen zullen Jezus ontmoeten in de lucht (vers 17) Er zal een hereniging zijn van gestorven en levende gelovigen met de Heer Jezus Christus

Hoofdstuk 20 van Creatieve Bijbelstudiemethoden geeft uitgebreide richtlijnen voor de bestudering van Bijbelse profetie. 100 van 108


Sommige mensen geloven dat de opname plaats zal vinden voor de grote verdrukking en dat de gelovigen daarom niets van deze verschrikkelijke tijd op aarde mee hoeven te maken. Anderen geloven dat de opname precies in het midden van de grote verdrukking plaatsvindt en weer anderen denken dat het aan het eind van de grote verdrukking gebeurt. Het meest algemeen voorkomend is de gedachte dat de opname voor de verdrukking plaatsvindt. De verschillen van mening over dit onderwerp zijn te wijten aan de manier van Schriftverklaring die gehanteerd wordt. Eigenlijk weet niemand wanneer dit precies zal gebeuren, behalve God de Vader (Math. 24:36). Het belangrijkste is dat jij weet datje echt gelooft en dat je klaar bent om opgenomen te worden en verenigd te worden met Jezus wanneer het eenmaal zover is. De verdrukking: Sommige mensen zullen niet blij zijn wanneer Jezus terugkomt: Openb. 1:7:

Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken; en alle stammen der aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen.

De reden hiervoor is dat zij niet voor Jezus gekozen hebben. Zij verwierpen Hem en leefden hun eigen zondige leven. Nu staan zij vlak voor een periode van intensief lijden in de wereld. De Bijbel spreekt over deze verschrikkelijke tijd en noemt het ‘verdrukking’. Volgens velen zal deze verdrukking plaatsvinden, nadat de gelovigen opgenomen zijn om bij Jezus te zijn. • •

De verdrukking zal 42 maanden of 1260 dagen duren (Dan. 9:24-27) Het zal een hele zware, moeilijke tijd zijn. Er zijn al moeilijke tijden in de wereld geweest, maar deze zal elke andere moeilijke periode overtreffen in: o Grootte: het is wereldwijd, niet lokaal (Openb. 3:10) o Besef: mensen weten dat het einde van de wereld nabij is (Openb. 6:16) o Intensiteit: de ernst van de problemen is veel groter dan tot nu toe (Math. 24:4-14)

Er komt een aantal oordelen van God over de aarde tijdens de verdrukking. Deze worden beschreven in Openb. 6, 8, 9, 16 en Math. 24:4-14. De oordelen treffen alle mensen die Jezus Christus verworpen hebben. Het millennium(1000 jarige rijk): DE Bijbel heeft het over een periode van 1000 jaar, na de grote verdrukking, waarin Jezus de aarde rechtvaardig zal regeren (Zach. 14:9; Dan. 7:14). Jeruzalem zal de regeringszetel hebben (Jes. 2:3). Deze periode zal tot een einde komen bij de laatste opstand van satan tegen God (Openb. 20:7-9). God zal vuur van de hemel zenden en alle tegenstand beëindigen. Satan zal voor eeuwig in de poel van vuur worden geworpen (Openb. 20:10). Oordeel: Zij, die als ongelovigen stierven, zullen opstaan uit de dood om geoordeeld te worden. Omdat zij zich niet bekeerden van hun zonden en Jezus niet als Redder aannamen, zullen zij voor eeuwig veroordeeld worden tot een verblijf in de hel (Openb. 20:12-15). Echte gelovigen hebben zich bekeerd van hun zonden en Jezus als Redder aangenomen. Zij zullen voor eeuwig in de hemel in de aanwezigheid van God zijn (Openb. 21).

101 van 108


De wereld vernietigd: De Bijbel zegt dat de wereld vernietigd zal worden, met vuur: 2Petr. 3:10:

Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden.

Tijd, zoals wij die kennen, zal niet meer bestaan. We gaan de eeuwigheid binnen, die geen begin of einde heeft: Openb. 10:5-6: En de engel, die ik zag staan op de zee en op de aarde, hief zijn rechterhand op naar de hemel, en zwoer bij Hem, die leeft tot in alle eeuwigheden, die de hemel geschapen heeft en hetgeen daarin is en de aarde en hetgeen daarop is en de zee en hetgeen daarin is: er zal geen uitstel meer zijn,

Gods doel bereikt: Herinner jij nog het speciale doel van God wat je al eerder bestudeerde? Ef. 1:9-10:

door ons het geheimenis van zijn wil te doen kennen, in overeenstemming met het welbehagen, dat Hij Zich in Hem had voorgenomen, om, ter voorbereiding van de volheid der tijden, al wat in de hemelen en op de aarde is onder een hoofd, dat is Christus, samen te vatten,

Uiteindelijk zal Gods speciale plan vervuld zijn: Openb. 11:15: En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden. Openb. 5:13:

En alle schepsel in de hemel en op de aarde en onder de aarde en op de zee en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden.

Voor de Troon God zal een nieuwe hemel en aarde maken. De beschrijving hiervan wordt gegeven in Openb. 21 en 22. Gelovigen uit alle landen zullen voor de enige echte God verzameld worden: Openb. 7:9-12: Daarna zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen stonden voor de troon en voor het Lam, bekleed met witte gewaden en met palmtakken in hun handen. En zij riepen met luider stem en zeiden: De zaligheid is van onze God, die op de troon gezeten is, en van het Lam! En al de engelen stonden rondom de troon en de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich op hun aangezicht voor de troon en aanbaden God, zeggende: Amen, de lof en de heerlijkheid, en de wijsheid en de dankzegging, en de eer en de macht en de sterkte zij onze God tot in alle eeuwigheden! Amen.

Mensen uit alle volkeren van de aarde – elke taal, elke bevolkingsgroep – zullen voor de Troon staan. Maar terwijl kijken naar dit glorieuze moment in de hemel, moeten we de uitdaging niet uit het oog verliezen van hen, die…. Rom. 10:13:

…al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden.

102 van 108


MAAR… Rom. 10:14-15: Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben? Hoe horen zonder prediker? En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen.

Je hebt de Bijbelse wereldbeschouwing bekeken. Je hebt de wereld bekeken door de ogen van God. We vragen je: wat is JOUW verantwoordelijkheid ten aanzien van deze grote uitdaging?

103 van 108


Zelftest 1. Schrijf het sleutelvers uit je hoofd op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Wat is de sleutelgebeurtenis die voor het einde van de wereld plaatsvindt? ___________________________________________________________________________ 3. Welke twee Bijbelboeken geven informatie over het einde van de wereld en de climax van Gods plan voor de volkeren? ____________________________________ en ____________________________________ 4. Waar wordt de meest gedetailleerde informatie gegeven over de ‘opname’. ___________________________________________________________________________ 5. Waar wordt de meeste informatie gegeven over de nieuwe hemel en aarde? ___________________________________________________________________________ 6. Welke verzen beschrijven hoe de hemel en de aarde vernietigd worden? ___________________________________________________________________________ 7. Noem de gebeurtenissen die leiden naar het einde van de wereld en de climax van Gods plan voor de volkeren ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________



Vervolgstudie 1. Bestudeer wat God geopenbaard heeft over het einde van de wereld: • • •

Bestudeer Daniël en Openbaring Bestudeer Math. 24 Bestudeer 1Thess. 4:13-18 en 2Petr. 3:10

2. Het boek Openbaring gaat over het einde van de wereld en de climax van Gods plan met de volkeren. In vorige lessen ben je bezig geweest met ‘wereld in het Woord’ door de hele Bijbel heen, met uitzondering van het boek Openbaring. Het boek Openbaring bevat de laatste verwijzingen naar dit onderwerp. De volgende teksten zijn de laatste specifieke verwijzingen in de Bijbel naar de volkeren van de wereld: • • • • • •

Jezus is de overste der koningen der aarde: 1:5 De komst van Jezus naar de aarde: 1:7 Beloften voor gelovigen uit alle volkeren: 2:26; 3:10 De laatste verkondiging en de oogst in de volkeren der wereld:14:6-7, 15-19 Het einde van de wereld: 10:5-6; 11:15; 13:8; 17:8 Beschrijving van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, En de daarbij behorende gebeurtenissen 5:9-10,13; 7:9-11; 21; 22 (specifieke verwijzingen naar volkeren in: 21:24,26; 22:2)

105 van 108

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen Antwoorden op zelftesten Hoofdstuk 1: 1. Gen. 1:1: In den beginne schiep God de hemel en de aarde. 2. De enige echte God die geopenbaard is in Zijn Woord, de Bijbel. 3. Twee redenen voor de verschillende scheppingsverhalen: a. Mensen hadden geen toegang tot de werkelijke feiten omtrent de schepping b. De mensen geloofden het echte verhaal over de schepping niet toen zij het hoorden 4. Sommigen accepteren de echte feiten over de schepping niet omdat zij dan ook erkennen moeten dat er een God is. Wanneer zij het feit aanvaarden dat God er is moeten zij ook Zijn soevereine heerschappij over hen erkennen. Ze moeten dan geloven in Zijn Woord en iets aan hun verkeerde levensstijl doen. Omdat sommigen hun levensstijl niet willen veranderen ontkennen ze het Bijbelse verslag van de schepping en het bestaan van God. 5. Wanneer we het hebben over de ontwikkeling van een Bijbels wereldbeeld, betekent dat wij ons wereldbeeld willen baseren op dat wat God in Zijn Woord, de Bijbel, geopenbaard heeft. 6. Voor een opsomming van Gods creatieve daden kun je de lijst uit hoofdstuk 1 bekijken. 7. De mens verschilt van elk ander schepsel dat God maakte omdat hij geschapen is naar Gods beeld en een eeuwige ziel en geest heeft. Hij heeft de mogelijkheid om met God te communiceren en een relatie met Hem te hebben. 8. Zie de samenvatting over de ‘val van de mens’ in hoofdstuk 1. 9. Zie de resultaten van de ‘val van de mens’ in hoofdstuk 1. 10. Gen. 3:15. 11. De natuurlijke wereld en de geestelijke wereld. Hoofdstuk 2: 1. Gen. 11:6-7: en de Here zeide: Zie, het is een volk en zij allen hebben een taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn. Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan. 2. De wereld werd verdeeld in verschillende taalgroepen bij de torenbouw van Babel. 3. Mensen kwamen samen met hen die dezelfde taal spraken. Ze organiseerden zich in groepen of stammen met dezelfde onderlinge taal. Hierdoor ontstonden verschillende bevolkingsgroepen. 4. Toen de bevolkingsgroepen steeds groter werden, gingen ze naar verschillende gebieden in de wereld. Na verloop van tijd werden deze groepen zo groot dat zij een volk vormden. Ze bakenden hun gebied af met geografische grenzen en maakten politieke en wettelijke systemen om de inwoners van het gebied te regeren. Hoofdstuk 3: 1. Luk. 24:45-47: Toen opende Hij hun verstand, zodat zij de Schriften begrepen. En Hij zeide tot hen: Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden, en dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem. 2. De hoofdsleutel van de Bijbel staat in Luk. 24:45-47. 3. De twee basisfeiten die gegeven worden in de ‘hoofdsleutel’ van de Bijbel zijn: a. dat de Christus moest lijden en ten derden dage opstaan uit de doden b. dat in zijn naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden 4. De teksten die Gods doel met de wereld beschrijven zijn: Ef. 1:9-10 en 3:11. 5. Gods eeuwige doel is: alle zondige mensen naar Zich toe te trekken door Jezus Christus. 6. Het oogstveld Hoofdstuk 4: 1. Mal. 1:11:

Want van waar de zon opkomt tot waar zij ondergaat, is mijn naam groot onder de volken, allerwege wordt mijn naam reukwerk gebracht en een rein spijsoffer, want groot is mijn naam onder de volken, zegt de Here der heerscharen. 2. Decentrale boodschap is die van Gods zorg en plan voor de redding van de zondige mens 3. Vergelijk je samenvatting met die uit hoofdstuk 4. 4. Vergelijk je samenvatting met die uit hoofdstuk 4. 5. Vergelijk je samenvatting met die uit hoofdstuk 4. 6. Vergelijk je samenvatting met die uit hoofdstuk 4. 106 van 108

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen Hoofdstuk 5: 1. Joh. 17:4:

Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij Mij te doen gegeven hebt. 2. Gods reddingsplan voor de wereld werd geopenbaard door de uitspraken van de engelen, Maria, Simeon en anderen. Bij elke uitspraak was er een verwijzing naar Zijn doel: de mensen verzoenen met God. 3. Vergelijk je samenvatting met de discussie uit hoofdstuk 5. 4. Vergelijk je samenvatting met de discussie uit hoofdstuk 5. 5. Door de dood van Jezus aan het kruis wordt de zondige mens verzoend met een rechtvaardige God. 6. Hij heeft het doel bereikt waarvoor Hij naar de wereld gestuurd was, namelijk de verzoening van de zondige mens met de rechtvaardige God. Het reddingsplan van God is af. Hoofdstuk 6: 1. Hand. 1:8:

maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde. 2. De grote opdracht is het bevel van Jezus dat de gelovigen het Evangelie naar alle volken in de wereld moesten brengen. 3. De volgende teksten zijn bruikbaar: Joh. 20:21-23; Hand. 1:8; Joh. 15:16; Luk. 24:45-49; Mark.16:14-16; Math. 28:16-20. 4. De kerk wordt gedefinieerd op twee niveaus: 1. Wereldwijd: De Kerk is samengesteld uit allen die geloven in Jezus Christus, Het is een gemeenschap van wedergeboren gelovigen die in gehoorzaamheid aan God leven. Het woord ‘kerk’ betekent: ‘eruit geroepen’ of ‘zij die geroepen zijn’. De Kerk is samengesteld uit mensen die uit het rijk van satan geroepen zijn en in het Koninkrijk van God geplaatst zijn. De mensen zijn afkomstig uit ieder ras, stam, cultuur en taal. Ze hebben allen Jezus als hun persoonlijke Redder aangenomen. 2. Plaatselijk: Een groep gelovigen die gezamenlijk een plaatselijke gemeenschap vormen. 5. Het begin van de kerk op de Pinksterdag staat in Hand. 2. God liet de kerk geboren worden onder een grote demonstratie van Zijn kracht. 6. De kracht van de Heilige Geest. 7. Gelovigen moeten met elkaar omgaan als broers en zussen in een gezin. Ze moeten functioneren als een Lichaam dat samenwerkt, met Christus als hoofd. God heeft speciale leiders aangesteld en gaven gegeven die het mogelijk maken dat de kerk haar taak kan uitvoeren. 8. De kerk heeft verschillende functies, waaronder: aanbidding, gemeenschap, hulp bij menselijke nood. Maar het belangrijkste doel voor haar bestaan is de verspreiding van het Evangelie van het Koninkrijk. Ofwel: de opdracht van de kerk is het uitvoeren van de grote opdracht die Jezus heeft gegeven 9. 1Cor. 15:1-11 noemt de basiselementen van het Evangelie. Haar basisboodschap is Jezus, Zijn bediening, dood voor de zonden, opstanding en verschijningen. In de meest enge zin van het woord betekent ‘Evangelie’: Joh. 3:16; 14:1, Math. 11:28 en Rom. 10:9. In de meest brede zin omvat het alles wat Jezus onderwezen heeft over het Koninkrijk van God. Hoofdstuk 7: 1. Math. 9:37: Toen zeide Hij tot zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. 2. Vergelijk je samenvatting met die uit hoofdstuk 7. 3. Een bevolkingsgroep is een behoorlijk grote groep individuen, die een gezamenlijke band hebben, zoals taal, cultuur, gebruiken en geografische vestiging. 4. Een onbereikte bevolkingsgroep is een bevolkingsgroep waarbinnen geen inheemse geloofsgemeenschap aanwezig is, die groot genoeg is en over voldoende middelen bezit om hun bevolkingsgroep te bereiken met het Evangelie, zonder hulp van buitenaf. 5. Een bereikte bevolkingsgroep is een groep die wel voldoende gelovigen en middelen heeft om de eigen groep te bereiken met het Evangelie, zonder hulp van buitenaf. 6. De vijf belangrijkste onbereikte groepen zijn: stammen, moslims, hindoes, Chinezen en boeddhisten. 7. Een gesloten land is een land dat niet langer zendelingen toelaat uit andere landen en, in veel gevallen, wetten heeft uitgevaardigd die de religie van het volk bepalen. In sommige landen overtreedt je de wet wanneer je iemand bekeert tot het Christendom. 8. De stelling is waar.

107 van 108

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen Hoofdstuk 8: 1. Joh. 15:16:

Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in mijn naam. 2. Wereldchristenen zijn een groep Christenen uit verschillende rassen, culturen, talen en kerkelijke denominaties. Het enige wat ze gemeenschappelijk hebben is hun persoonlijke toewijding om wereldchristen te zijn. 3. De vroege kerk bereikte de wereld door het proces van vermenigvuldiging uit 2Tim. 2:2. Elke gelovige was reproductief en ieder huis was een evangelisatiecentrum. 4. Deze belofte wordt bekrachtigd door je handtekening te zetten. Hoofdstuk 9: 1. Jes. 56:7:

Hen zal Ik brengen naar mijn heilige berg en Ik zal hun vreugde bereiden in mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen welgevallig zijn op mijn altaar, want mijn huis zal een bedehuis heten voor alle volken. 2. Een voorbidder is iemand die bemiddelt voor een ander. Wij doen dit voor volkeren, vandaar internationale voorbede. Bij voorbede naderen we tot God in het belang van anderen. We dienen verzoeken bij Hem in, in het belang van de volkeren in de wereld. 3. Stappen om anderen te trainen tot internationale voorbidder zijn: 1. Leg de Bijbelse wereldbeschouwing uit 2. Bestudeer dit hoofdstuk gezamenlijk en maak, op basis hiervan, een gebedshandleiding 3. Organiseer een internationale voorbedegroep. Dit zorgt dat het werk standhoudt. 4. Wanneer je antwoord ‘ja’ is, heb je het doel van dit hoofdstuk bereikt. 5. Wanneer je antwoord ‘ja’ is, heb je het doel van dit hoofdstuk bereikt. 6. - Voorbede is Bijbels - Gebed is een activiteit waarop al het andere steunt - Er zijn geen grenzen aan internationale voorbede 7. Het gebedsplan omvat: - God prijzen (10 min.) - Voorbede voor de wereld in het algemeen (10 min) - Voorbede voor een bepaald gebied in de wereld (10 min) - Voorbede voor een bepaalde zendeling of zendingsorganisatie (10 min) - Voorbede voor een onbereikte bevolkingsgroep (10 min) - Voorbede voor specifieke persoonlijke noden (10 min) Hoofdstuk 10: 1. 2Tim. 2:2:

en wat gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan vertrouwde mensen, die bekwaam zullen zijn om ook anderen te onderrichten. 2. Vertrouwde mensen 3. 1. Wordt een model van de visie 2. Deel de visie met anderen 3. Houdt de visie centraal in je leven 4. Gehoorzaam de visie 4. Jij alleen kunt dit beantwoorden. De echte toets van deze cursus is: Ben je bereid actie te ondernemen in Gods plan met de wereld. Hoofdstuk 11: 1. Math. 24:14:

En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn. 2. De verkondiging van het Evangelie van het Koninkrijk aan alle volkeren in de wereld. 3. De boeken Openbaring en Daniël. 4. 1Thess. 4:13-18 5. Openb. 21 en 22 6. 2Petr. 3:10 7. Vergelijk je samenvatting met de discussie in hoofdstuk 11.

108 van 108

Een Bijbels wereldbeeld ontwikkelen

Recommend Documents