woningbouwcomplex
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
33
individuele woning
16
bijbehorende bouwwerken
dakkapellen
Relatief veiligheidsrisico
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
Hoofdstuk 2: Veiligheid De risico’s bij de categorie veiligheid zijn het grootst aangezien persoonlijke ongevallen kunnen ontstaan. Ze vragen een grote zorgvuldigheid bij toetsing en uitvoering en leveren een onaanvaardbaar gevolg bij overtreding. Relatief veiligheidsrisico: 89-100 Onderwerp van toetsing ALGEMENE STERKTE VAN EEN BOUWCONSTRUCTIE
afd. 2.1
a
b
b
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
b
b
c
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft een bouwconstructie die gedurende een genormeerde referentieperiode (NEN 6700) bestand is tegen de daarop werkende krachten. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c De eindverantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van een bouwconstructie ligt bij de constructeur van de opdrachtgever. De gemeente heeft een controlerende taak. Het volledig toetsen van de constructietekeningen en -berekeningen zal in deze rol normaal gesproken niet nodig zijn. Met een verantwoorde capaciteitsinzet wordt met deze werkwijze, de kans op overtredingen van de regelgeving zoveel mogelijk beperkt. Dat moet ook, want de gevolgen bij een overtreding zijn groot (bijvoorbeeld instorting of onbruikbaar worden van een bouwwerk). Afwijkende categorieën Dakkapellen - Aan de achterzijde van woningen mogen op basis van landelijke regels omgevingvergunningsvrij grote dakkapellen geplaatst worden. Aan de voorzijde van de woningen is dit om reden van welstand niet het geval. De rijksoverheid legt het zwaartepunt bij de beoordeling van dakkapellen dus bij welstandcriteria en niet bij constructieve eisen. Het is logisch deze lijn te volgen, ook omdat sterkteberekeningen vaak complex zijn terwijl een dakkapel vaak standaardwerk is en de kans op fouten in de regel nihil is. Het gevolg van fouten is hoogstens dat een deel van het dak zal verzakken met lekkage of lokale instorting tot gevolg. Nadere toetsing (door het eisen en toetsen van sterkteberekeningen) zal dan ook alleen gedaan worden indien er afwijkende dakconstructies zijn of gerede twijfels over het constructieprincipe. Individuele woningen, verbouwingen, bijbehorende bouwwerken, reclames en bouwwerken, geen gebouw zijnde - Deze type bouwwerken hebben meestal eenvoudige constructieprincipes en mogelijke fouten zijn snel te herkennen. Het is niet nodig om bij werk dat vrij standaard is (zoals prefab dakkappelen op een gordingenkap) als aanvangsniveau een grondige toetsing te verrichten. Onderwerp van toetsing STERKTE BIJ BRAND
afd. 2.2
x
b
b
c
c
c
c
b
c
c
c
c
c
c
x
x
c
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft een bouwconstructie die zodanig is dat het bouwwerk in geval van brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht zonder dat er gevaar is voor instorting. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c De risico’s bij grotere bouwwerken of bouwwerken waar veel mensen aanwezig zijn, zijn groot vanwege de kans op persoonlijke ongevallen of grote materiele schade. Vandaar dat bij deze bouwwerken ook grondig aan de regelgeving worden getoetst. Afwijkende categorieën Lichte industrie - Bij een industriefunctie is de bezetting van een gebouw vaak laag en bij lichte industrie wordt er niet gewerkt met gevaarlijke stoffen. Deze combinatie lijdt tot een lage kans op ongevallen, vandaar dat de behandelingsinsteek op niveau b ligt. Bijbehorende bouwwerken, individuele woningen - Bij individuele woningen is geen sprake van een hoofddraagconstructie die bij instorting leidt tot voortschrijdende instorting. Blijkt echter uit de beoordeling dat de woning een uitzonderlijke constructie heeft, bijvoorbeeld een staalconstructie, dan zal het behandelingsniveau verhoogd worden. Onderwerp van toetsing
afd.
VLOERAFSCHEIDING
2.3
x
x
b
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
x
c
OVERBRUGGING VAN HOOGTEVERSCHILLEN
2.4
x
x
b
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
x
c
c
TRAP
2.5
x
x
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
x
b
b
HELLINGBAAN
2.6
x
x
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
x
b
b
c
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk bevat voorzieningen waardoor het van een vloer vallen voldoende wordt voorkomen en hoogteverschillen veilig kunnen worden overbrugd. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c Overtredingen van deze regelgeving zijn eenvoudig op de tekening te herkennen en een globale beoordeling van de tekeningen is dan ook voldoende. Bij vloerafscheidingen is het nuttig om deze na te meten en kritischer te bekijken, aangezien de regelgeving niet overal goed bekend is en er diverse hekwerken in de handel zijn die niet voldoen. Het opklimmen van hekwerken en van de vloer vallen zijn de risico's bij overtreding van deze regelgeving. Afwijkende categorieën individuele woning - Vloerafscheidingen en trappen zijn bij een particuliere individuele woning moeilijk controleerbaar. Als mensen hun trapleuning weghalen, dan mag dat niet, maar het is niet zichtbaar. Deze catergorie veiligheidsvoorzieningen zien we bij individuele woningen als een eigen verantwoordelijkheid, waarbij mensen gemakkelijk zelf hun risico's kunnen inschatten en ze hun eigen huis goed kennen. Echter in nieuwbouwsituaties wordt er wel naar gekeken.
Onderwerp van toetsing
afd.
BEWEEGBARE CONSTRUCTIE-ONDERDELEN
2.7
x
x
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
x
b
b
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige beweegbare constructie-onderdelen dat veilig kan worden gevlucht en dat veilig gebruik kan worden gemaakt van de aan het perceel grenzende openbare ruimte. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Op in de ingediende tekeningen staat aangegeven welke kant een deur of raam open draait. Bij het bekijken van de tekening blijkt al of hier strijdigheden aanwezig zijn. Een diepgaande controle is niet nodig om deze criteria te kunnen toetsen. Onderwerp van toetsing
afd.
BEPERKING VAN HET ONTSTAAN VAN EEN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE
2.8
x
x
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie voldoende wordt beperkt, door het toepassen van veilige materialen Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Over het algemeen zijn de toegepaste materialen in stookruimtes, rookafvoeren en daken materialen waarvan de eigenschappen bekend zijn. Indien dit niet zo is, valt dit af te leiden uit de tekeningen. Bij gebruik van onbekende materialen, dus bij afwijkende gevallen, zullen certificaten van de toegepaste materialen opgevraagd worden en wordt er dus op een hoger niveau getoetst.
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
33
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
Onderwerp van toetsing
afd.
BEPERKING VAN ONTWIKKELING VAN BRAND & ROOK
2.9
x
x
b
b
c
c
c
b
b
b
c
c
c
c
x
x
c
c
bijbehorende bouwwerken
woningbouwcomplex
Relatief veiligheidsrisico
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
16
dakkapellen
individuele woning
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk is zodanig, dat brand zich niet snel kan ontwikkelen (brandklasse materialen) Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c Uitgangspunten worden gecontroleerd. Het risico bij afwijking is dat de brand zich dermate snel ontwikkelt dat deze niet te beheersen is tot het niveau dat de wet voorziet. Er gaat dan een groter deel van een gebouw verloren dan nodig. Als de maatschappelijke impact bij het (gedeeltelijke) verlies van een bouwwerken groot is, wordt op deze regelgeving kritisch gecontroleerd. Afwijkende categorieën Individuele woning, woningbouwcomplex, (lichte) industrie en kantoren - In deze categorieen bouwwerken wordt veelal materialen toegepast waarvan de eigenschappen bekend zijn, dit blijkt uit de tekeningen. Daarnaast brengt de ontwikkeling van brand minder grote persoonlijke risico's met zich mee, door de lage bezettingsgraden van de gebouwen. Vandaar dat niet standaard naar certificaten wordt gevraagd. Het risico is dat in de uitvoering toch een materiaal toegepast wordt die twijfels oproept of hij aan de eisen voldoet. In dat geval zal tijdens het buitentoezicht alsnog certificaten opgevraagd worden. Bij de toepassing van bijzondere materialen zal ten allen tijden een certificaat opgevraagd worden. Onderwerp van toetsing
afd.
BEPERKING VAN UITBREIDING VAN BRAND
2.10
VERDERE BEPERKINGEN VAN UITBREIDING VAN BRAND en beperking van verspreiding van rook VLUCHTROUTES
2.11 2.12
HULPVERLENING BIJ BRAND
2.13
x
x
b
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
x
x
x
x
b
c
c
c
c
x
x
x
c
x
x
x
b
d
d
d
d
d
d
d
d
d
x
x
x
x
x
d
d
x
x
d
x
x
x
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
x
x
c
d
d
x
x
x
x
x
x
x
x
d
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat de kans op een snelle uitbreiding van de brand beperkt is, dat tijdig kan worden gevlucht naar een veilig plaats, en dat hulpverlening binnen redelijke tijd personen kan redden en brand kan bestrijden. Uitgangspunt bouwplantoetsing: c (d) Het betreft hier bij regelgeving die direct betrekking heeft op de veiligheid van mensen, elk risico is onaanvaardbaar. Problemen worden gesignaleerd door kritisch naar de tekeningen te kijken. De aard van de eisen maakt dat bij bepaalde regels een c niveau al voldoende relevante informatie oplevert. Bij vluchtroutes is daarentegen meestal een volledige toetsing noodzakelijk om conclusies te kunnen trekken. Als een beroep wordt gedaan op de gelijkwaardigheidsbepaling (artikel 1.3) wordt altijd niveau d gehanteerd. Afwijkende categorieën Individuele woning - In deze categorie is uit plattegronden doorgaans eenvoudig op te maken of de woning voldoet. De bezetting is laag en de regels zijn eenvoduiger toetsbaar. Onderwerp van toetsing
afd.
HOGE EN ONDERGRONDSE GEBOUWEN, NIEUWBOUW
2.14
x
x
x
d
d
d
d
d
d
d
d
d
d
d
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk waarin een vloer van een verblijfsgebied hoger dan 70 meter boven of lager dan 8 meter onder het meetniveau ligt, is zodanig ingericht dat het bouwwerk brandveilig is. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: d Bouwprojecten waarbij deze regelgeving van toepassing is, worden zelden gebouwd en vragen altijd maatwerk. Het is van belang om deze volledig te bekijken. Op basis van ervaring het plan beoordelen is hier niet van toepassing, deze ervaring is er niet. Onderwerp van toetsing
afd.
INBRAAKWERENDHEID, NIEUWBOUW
2.15
x
x
a
a
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk biedt weerstand tegen inbraak. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: a De aanvrager verklaart bij de aanvraag doorgaans aan dat hang- en sluitwerk zal voldoen en maakt pas in de uitvoeringsfase specifieke keuzes. Certificaten opvragen is veel administratief werk, terwijl bij de oplevering van de woning(en) deze regelgeving eenvoudig door de toezichthouders te controleren.
Onderwerp van toetsing
afd.
VEILIGHEIDSZ. EN PLASBRANDAANDACHTSG. NIEUWBOUW
2.16
x
x
d
d
d
d
d
d
d
d
d
d
d
d
Doel van de wetgeving: Bij een calamiteit in een veiligheidszone of plasbrandaandachtsgebied gebied (vervoer gevaarlijke stoffen), moet een bouwwerk zodanig beschermd zijn dat veilig uit het bouwwerk kan worden gevlucht. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: d De eisen gelden voor alle gebruiksfuncties binnen dergelijke zones.
Onderwerp van toetsing
afd.
AANVULLENDE REGELS TUNNELVEILIGHEID
2.17
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m is zodanig dat de veiligheid voor het wegverkeer is gewaarborgd. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: d Er is geen ervaring met dergelijke bouwwerken in Nieuwegein. Mocht dit ooit aan de orde komen, dan zullen specialisten geraadpleegd moeten worden.
x
woningbouwcomplex
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
33
individuele woning
16
bijbehorende bouwwerken
dakkapellen
Relatief veiligheidsrisico
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
Hoofdstuk 3: Gezondheid Regelgeving met betrekking tot de gezondheid van gebruikers van bouwwerken. De risico’s bij overtreding van deze regelgeving leiden mogelijk tot gezondheidsklachten, niet direct tot persoonlijke ongevallen. Er wordt zorgvuldig met de regelgeving omgegaan aangezien gezondheid een belang rijk goed is. Een volledige toetsing zal echter niet vaak nodig zijn.
Onderwerp van toetsing BESCHERMING TEGEN GELUID VAN BUITEN, NIEUWBOUW
afd. 3.1
x
x
b
b
x
x
b
x
x
b
x
b
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk biedt in een verblijfsgebied bescherming tegen geluid van buiten (uitwendige geluidswering NEN 5077 (verkeer, industrie, trein en luchtvaart)). Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b In eerste instantie wordt er gekeken of het bouwwerk in een geluidsgevoelige omgeving ligt (zoals langs een drukke weg), daarvoor is het voldoende om globaal naar de bouwaanvraag te kijken. Indien het inderdaad in een geluidgevoelig gebied ligt is het noodzakelijk om kritisch naar de aangebrachte voorzieningen te kijken. Onderwerp van toetsing BESCHERMING TEGEN GELUID VAN INSTALLATIES, NIEUWBOUW
afd. 3.2
x
x
b
b
b
b
c
b
b
b
b
c
b
b
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk biedt bescherming tegen geluid van technische installaties (ventilatie, water, verwarming, lift) maximale hoogte van geluidsniveau van installaties in gebouwen en aangrenzende percelen). Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Door globaal te kijken naar de positionering van installaties kan al worddn ingeschat of het aannemelijk is dat aan de eisen zal worden voldaan. Eventuele overtredingen kunnen bij klachten in een later stadium opgelost worden. Er is geen direct persoonlijk gevaar. Afwijkende categorieën gezondheidszorg en onderwijs - Bij scholen en in de gezondheidszorg weordt meer kritisch gekeken. Het geluid van installaties kan bij deze gebouwen zo hinderlijk zijn dat ze storend zijn voor het leerproces of het herstelproces. Een mogelijk gevolg is dat bijvoorbeeld ventilatievoorzieningen uitgezet worden. Door de nadelige gevolgen voor de gezondheid moet dit worden voorkomen. Onderwerp van toetsing
afd.
BEPERKING VAN GALM, NIEUWBOUW
3.3
x
x
x
b
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft in een verblijfsruimte of een gemeenschappelijke verkeersruimte een zodanige geluidsabsorptie, dat geluidhinder door galm wordt beperkt. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b In eerste instantie wordt bekeken of een besloten verkeersrumte grenst aan een woning. Indien dit het geval is worden materiaaleigenschappen opgevraagd. Uitgangstoetsing is een globale beoordeling of verdere controle nodig is. Onderwerp van toetsing GELUIDWERING TUSSEN RUIMTEN VAN VERSCHILLENDE GEBRUIKSFUNCTIES, NIEUWBOUW
afd. 3.4
x
x
x
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk biedt bescherming tegen onderlinge geluidsoverlast tussen gebruiksfuncties (andere percelen of andere gebruiksfuncties op hetzelfde perceel). Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b De opbouw en de aansluitdetails van scheidingsconstructies worden vergeleken met de standaardoplossingen (details). Indien er afwijkingen of twijfels zijn, dan worden certificaten of testresultaten opgevraagd. Onderwerp van toetsing WERING VAN VOCHT
afd. 3.5
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige scheidingsconstructies, dat het binnendringen van vocht in verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten en de vorming van allergenen voldoende wordt beperkt. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c Wering van vocht van buiten en koudebruggen zijn nodig om schimmelvorming, lekkage en koude stromen te voorkomen. Het naderhand oplossen van strijdigheden met deze regelgeving is vaak lastig en kan voorkomen worden door zorgvuldig detailtekeningen van bijzondere aansluitingen en mogelijke koudebruggen zorgvuldig te bestuderen. Uit de detail tekeningen en berekeningen blijkt of afwijkende details aanwezig zijn. Een uitzondering betreft de hoogte van tegels aan de wand van een toilet. Indien dit niet op tekening staat wordt hier geen navraag naar gedaan, omdat indien dit na de bouw niet blijkt te kloppen kan het altijd nog opgelost worden en risico's nihil zijn. Onderwerp van toetsing LUCHTVERVERSING
afd. 3.6
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft een zodanige voorziening voor luchtverversing dat het ontstaan van een voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht wordt voorkomen. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c Deze regelgeving heeft bij overtreding directe gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers en is daarnaast niet in één oogopslag te controleren. Mede door de uitkomsten uit recente onderzoeken naar gevolgen van slechte ventilatie wordt kritisch naar deze regelgeving gekeken.
Onderwerp van toetsing
afd.
SPUIVOORZIENING
3.7
x
x
woningbouwcomplex
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
33
individuele woning
16
bijbehorende bouwwerken
dakkapellen
Relatief veiligheidsrisico
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
b
x
b
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft een voorziening voor het zo nodig snel kunnen afvoeren van sterk verontreinigde binnenlucht. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Het is eenvoudig uit tekeningen af te leiden of wordt voldaan aan de eisen. Een globale toetsing als uitgangspunt volstaat. Onderwerp van toetsing
afd.
TOEVOER VAN VERBRANDINGSLUCHT EN AFVOER VAN ROOKGAS
3.8
x
x
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk waarin zich een opstelplaats voor een verbrandingstoestel bevindt, heeft een zodanige voorziening voor de toevoer van verbrandingslucht dat het door onvolledige verbranding ontstaan van een voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht wordt voorkomen en voor de afvoer van rook dat geen voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht ontstaat. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c Certificaten dienen opgevraagd te worden indien de regelgeving van toepassing is, want het betreft een direct risico voor de gezondheid als aan deze regelgeving niet wordt voldaan. Bij een open verwarmingssysteem dient er met name kritisch te worden gekeken naar de toevoer route. Bij gesloten systemen volstaat het opvragen van certificaten. Onderwerp van toetsing BEPERKING VAN DE AANWEZIGHEID VAN SCHADELIJKE STOFFEN EN IONISERENDE STRALING
afd. 3.9
x
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat de aanwezigheid van voor de gezondheid schadelijke stoffen, en van ioniserende stralen beperkt is. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: a De toepassing van schadelijke materialen is alleen achteraf te beoordelen. De vergunde materialen worden vaak omschreven met gekoppelde termen als “gelijkwaardige materialen” en de uitwerking van de regelgeving staat in de ministriele regeling. Tijdens de uitvoering van de bouwerkzaamheden zal dit aandachtspunt meegenomen worden. Onderwerp van toetsing BESCHERMING TEGEN RATTEN EN MUIZEN
afd. 3.10
x
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat het binnendringen van ratten en muizen wordt tegengegaan. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Openingen in uitwendige scheidingsconstructies mogen niet te groot zijn, dit wordt gecontroleerd op de ingediende detailtekeningen. Echter in de uitvoering kunnen ook openingen ontstaan. Daardoor is het van belang dat tijdens het buitentoezicht hier visueel op gecontroleerd wordt. Onderwerp van toetsing DAGLICHT
afd. 3.11
b
b
b
b
b
b
b
x
x
b
x
b
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat daglicht in voldoende mate kan toetreden. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Indien deze regelgeving overschreden wordt is dit eenvoudig af te leiden uit de tekening. Berekeningen opvragen is zelden noodzakelijk. De directe gezondheidsrisico's zijn beperkt.
x
woningbouwcomplex
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
33
individuele woning
16
bijbehorende bouwwerken
dakkapellen
Relatief veiligheidsrisico
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
Hoofdstuk 4: Bruikbaarheid Indien een bouwwerk of een gedeelte daarvan niet aan de bruikbaarheideisen voldoet geeft dit mogelijk ongemak. De eisen zijn veelal vanzelfsprekend en het effect van afwijkingen is doorgaans klein. De toets is vaak eenvoudig. Onderwerp van toetsing
afd.
VERBLIJFSGEBIED EN VERBLIJFSRUIMTE
x
4.1
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft een of meer verblijfsgebieden en -ruimten waar de voor de betrokken gebruiksfunctie kenmerkende activiteiten kunnen plaatsvinden. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b De aanwezigheid, bereikbaarheid, integrale toegankelijkheid, bezetting en afmetingen zijn van de tekening af te lezen zonder een grondige bestudering. Bij twijfel kunnen gebieden nagemeten worden. Echter de risico's en dus de gevolgen bij overtreding zijn gering. Onderwerp van toetsing
afd.
TOILETRUIMTE
4.2
x
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
x
x
x
BADRUIMTE, NIEUWBOUW
4.3
x
b
b
b
x
b
b
x
x
x
b
x
b
x
x
x
x
b
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft voldoende toiletruimten en badruimten. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Toiletruimtes en badruimtes dienen in voldoende mate aanwezig te zijn en indien noodzakelijk integraal toegankelijk. De afmetingen zijn eenvoudig van tekening af te leiden, een globale toetsing zal in de meeste gevallen voldoende zijn. Onderwerp van toetsing BEREIKBAARHEID EN TOEGANKELIJKHEID, NIEUWBOUW
afd. x
4.4
x
x
b
b
b
b
b
x
b
b
b
b
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft voldoende bereikbare en toegankelijke ruimten. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b (c voor integrale toegankelijkheid) De minimale vrije doorgang van deuren/ruimten is doorgaans op orde en is aanvoudig uit de tekening af te leiden. Indien er eisen gelden voor integrale toegankelijkheid (voor minder validen) verhogen we het toetsniveau naar c. Dat is bij meerdere gebruiksfuncties het geval, afhankelijk van de grote van die functie. Onderwerp van toetsing BUITENBERGING, NIEUWBOUW
afd. x
4.5
x
b
b
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen woonfunctie heeft een bergruimte om fietsen beschermd tegen weer en wind te kunnen opbergen. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b De aanwezigheid is eenvoudig uit de tekeningen af te leiden.
Onderwerp van toetsing
afd.
BUITENRUIMTE, NIEUWBOUW
4.6
x
x
b
b
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen woonfunctie heeft een rechtstreeks bereikbare buitenruimte. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b De aanwezigheid is eenvoudig uit de tekeningen af te leiden.
Onderwerp van toetsing
afd.
OPSTELPLAATSEN
4.7
x
x
b
b
b
b
b
x
x
b
b
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk heeft opstelplaatsen voor een aanrecht, een kooktoestel, een verwarmingstoestel en een warmwatertoestel. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: a De aanwezigheid is eenvoudig uit de tekeningen af te leiden.
b
b
b
x
x
x
woningbouwcomplex
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
33
individuele woning
16
bijbehorende bouwwerken
dakkapellen
Relatief veiligheidsrisico
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
Hoofdstuk 5: Energiezuinigheid Regelgeving op de energiezuinigheid heeft vanuit milieu overwegingen veel aandacht. Onderwerp van toetsing ENERGIEZUINIGHEID, NIEUWBOUW
afd. b
5.1
b
c
c
c
c
c
b
b
c
c
c
c
c
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk is energiezuinig. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Bij nieuwbouw is (m.u.v. de industriefunctie) een berekening van de energieprestatiecoefficient (EPC) vereist. Deze berekeningen lopen we grondig door (niveau c). Daarnaast gelden er eisen aan de thermische isolatiewaarde van de uitwendige scheidingsconstructies. We beoordelen op basis van de detailtekeningen en de daarbij aangegeven materialen of de genoemde waarden reeel zijn. Veelal worden standaardoplossingen toegepast die geen nadere bestudering vragen. De uitvoeringskwaliteit is zeer bepalend voor het uiteindelijke resultaat. Aanpassingen in installaties kunnen grote gevolgen hebben voor de EPC waarde, terwijl deze omgevingvergunningsvrij door te voeren zijn. De toetsing heeft dus vooral een preventief effect van bewustwording. Ook bij latere uitbreiding en dakkapellen zijn de nieuwbouweisen van toepassing die scherp zijn. Dikke isolatiepakketten kunnen problemen geven bij aansluitingen op bestaande constructies.
Onderwerp van toetsing MILIEU, NIEUWBOUW
afd. 5.2
x
x
b
b
x
x
x
x
x
b
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat de belasting van het milieu door de in het bouwwerk toe te passen materialen wordt beperkt. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Van de samenstelling van constructieonderdelen van een nieuwbouw woonfunctie of een kantoorfunctie wordt de uitstoot van broeikasgassen en de uitputting van grondstoffen gekwantificeerd volgens de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken. Er is nog geen waarde die aan de uitkomst van een dergelijke bepaling wordt gesteld.
x
x
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
33
woningbouwcomplex
16
individuele woning
bijbehorende bouwwerken
dakkapellen
Relatief veiligheidsrisico
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
Hoofdstuk 6: Installaties Installaties voor gas, water, licht en vuilwater, worden doorgaans gerealiseerd door erkende installateurs. De gemeente heeft geen kennis en capaciteit voor het grondig nalopen van details. Bij installaties voor brandveiligheid is de toetsing grondig. Onderwerp van toetsing VERLICHTING, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.1
x
x
x
x
b
b
b
x
b
b
b
b
b
b
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een bouwwerk heeft een zodanige verlichtingsinstallatie dat het bouwwerk veilig kan worden gebruikt en verlaten. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b De eisen aan de algemene aanwezigheid van voldoende verlichting worden niet nagelopen omdat de kans op overtredingen te verwaarlozen is. In geval noodverlichting is vereist t.b.v. het veilig verlaten van een pand, dan controleren we de vermelding hiervan op tekening in de vereiste ruimten. Bij de uitvoering kan bij twijfel de lichtsterkte gecontroleerd worden. Onderwerp van toetsing VOORZIENING VOOR HET AFNEMEN EN GEBRUIKEN VAN ENERGIE, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.2
x
x
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
Doel van de wetgeving: Een bouwwerk heeft een veilige voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie (aansluiting op gas, water en elektriciteit). Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b De tekeningen worden bekeken op aanwezigheid en plaats van een meterkast maar de kans op overtredingen is te verwaarlozen. De deugdelijke uitvoering wordt gecontroleerd in een later stadium. Onderwerp van toetsing WATERVOORZIENING, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.3
x
x
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
x
x
x
b
b
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een voorziening voor drinkwater of warmwater is zodanig dat deze de gezondheid niet nadelig beinvloedt. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b In de toetsfase wordt niet naar dit punt gekeken. Deze installatiegegevens worden pas in de voorbereiding op de uitvoeringsfase vervaardigd. Onderwerp van toetsing AFVOER VAN HUISHOUDELIJK AFVALWATER EN HEMELWATER, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.4
x
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
b
Doel van de wetgeving: Een bouwwerk heet een zodanige voorziening voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater of hemelwater dat het water nadelige gevolgen voor de gezondheid kan worden afgevoerd. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b In de toetsfase wordt globale informatie op tekening gevraagd en getoetst waaruit is af te leiden of het principe overeenkomt met de uitgangspunten in Nieuwegein (is er een gescheiden systeem voor afvoer, wordt er geloosd op oppervlaktewater e.d.). De uitgewerkte installatiegegevens worden pas in de voorbereiding op de uitvoeringsfase vervaardigd. Onderwerp van toetsing TIJDIG VASTSTELLEN VAN BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.5
x
x
b
c
d
d
d
x
c
c
d
d
d
c
Doel van de wetgeving: Een bouwwerk heeft zodanige voorzieningen dat brand tijdig kan worden ontdekt zodat veilig kan worden gevlucht. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c (d) Bij woonfuncties betreft het eisen omtrent rookmelders, bij andere functies betreft het een brandmeldinstallatie. Het gaat om vroegtijdige detectie van rook/brand. De eisen worden strenger naar gelang de aard van een gebouw. Vroegtijdige detectie is extra van belang bij drukbezette gebouwen en gebouwen met nachtverblijf. Brandveiligheid is een prioriteit en vraagt om grondige toetsing. Toetsing vindt bij grotere bouwplannen o.a. plaats op basis van PvE's en/of UPD's (Programma van Eisen en Uitgangspunten Documenten). Als een beroep wordt gedaan op de gelijkwaardigheidsbepaling (artikel 1.3) wordt altijd niveau d gehanteerd. Onderwerp van toetsing VLUCHTEN BIJ BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.6
x
x
b
c
d
d
d
b
c
c
d
d
d
c
x
Doel van de wetgeving: Een bouwwerk heeft zodanige voorzieningen dat het ontvluchten goed kan verlopen. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c (d) Het betreft regels over de aanwezigheid van een ontruimingsalarminstallatie, vluchtwegaanduiding (armaturen), deuren in draaien in de vluchtrichting en zelfsluitende deuren in rook- en brandscheidingen. Brandveiligheid is een prioriteit en vraagt om grondige toetsing. Toetsing vindt bij grotere bouwplannen o.a. plaats op basis van PvE's en/of UPD's (Programma van Eisen en Uitgangspunten Documenten). Als een beroep wordt gedaan op de gelijkwaardigheidsbepaling (artikel 1.3) wordt altijd niveau d gehanteerd. Onderwerp van toetsing BESTRIJDEN VAN BRAND, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.7
x
x
b
c
d
d
d
b
c
c
d
d
d
c
x
Doel van de wetgeving: Een bouwwerk heeft zodanige voorzieningen voor de bestrijding van brand, dat brand binnen redelijke tijd kan worden bestreden. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: c (d) Het betreft regels over de aanwezigheid van bluswater(voorzieningen), blustoestellen en blusmiddelen. Brandveiligheid is een prioriteit en vraagt om grondige toetsing. Als gekozen wordt voor sprinklersystemen of rookbeheersingssystemen, dan vindt toetsing plaats op basis van PvE's en/of UPD's (Programma van Eisen en Uitgangspunten Documenten). Als een beroep wordt gedaan op de gelijkwaardigheidsbepaling (artikel 1.3) wordt altijd niveau d gehanteerd.
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
bijbehorende bouwwerken
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
33
woningbouwcomplex
16
individuele woning
Relatief veiligheidsrisico
dakkapellen
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
x
x
x
b
b
b
c
b
b
b
c
c
c
b
x
x
x
bijbehorende bouwwerken
33
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
woningbouwcomplex
BEREIKBAARHEID VOOR HULPVERLENINGSDIENSTEN, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
16
dakkapellen
Relatief veiligheidsrisico Onderwerp van toetsing
individuele woning
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
afd. 6.8
Doel van de wetgeving: Een bouwwerk is zodanig bereikbaar voor hulpverleningsdiensten dat tijdig bluswerkzaamheden en hulpverlening kan worden uitgevoerd. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Het betreft regels over de bereikbaarheid door brandweer en andere hulpdiensten (toegang perceel, opstelplaats, ingangen, brandweerliften in hoge gebouwen). Brandveiligheid is een prioriteit en vraagt in beginsel om grondige toetsing. Deze voorzieningen zijn echter veelal eenvodig van tekening af te lezen en worden bij niveau b toetsing al inzichtelijk.
Onderwerp van toetsing AANVULLENDE REGELS TUNNELVEILIGHEID, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.9
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
d
b
x
x
x
x
x
x
x
b
x
x
b
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een wegtunnel met een tunnellengte vsn meer dan 250 m heeft zodanige voorzieningen dat de veiligheid voor het wegverkeer is gewaarborgd. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Er is geen ervaring met dergelijke bouwwerken in Nieuwegein. Mocht dit ooit aan de orde komen, dan zullen specialisten geraadpleegd moeten worden.
Onderwerp van toetsing BEREIKBAARHEID VAN GEBOUWEN VOOR GEHANDICAPTEN, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.10
x
x
x
b
b
b
b
b
x
b
b
b
b
Doel van de wetgeving: Een bouwwerk met een toegankelijkheidssector is vanaf de openbare weg toegankelijk voor personen met een functiebeperking. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Deze regels zijn een aanvulling op de eisen die gelden voor integrale toegankelijkheid (voor minder validen) voor het gebouw zelf. Als sprake is van een toegankelijkheidssector verhogen we het toetsniveau naar c. Dat is bij meerdere gebruiksfuncties het geval, afhankelijk van de grote van die functie.
Onderwerp van toetsing TEGENGAAN VAN VEEL VOORKOMENDE CRIMINALITEIT, NIEUWBOUW EN BESTAANDE BOUW
afd. 6.11
x
x
x
b
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Doel van de wetgeving: Een woongebouw heeft zodanige voorzieningen dat veel voorkomende criminaliteit wordt voorkomen. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Het betreft voorzieningen bij de gemeenschappelijke toegang van een woongebouw (zelfsluiting, spreekinstallatie). De aanwezigheid is eenvoudig te constateren en vraagt geen grondige toetsing.
Onderwerp van toetsing VEILIG ONDERHOUD GEBOUWEN, NIEUWBOUW
afd. 6.12
x
x
x
b
b
b
b
a
a
b
b
b
b
Doel van de wetgeving: Een te bouwen gebouw is zodanig dat onderhoud aan het gebouw veilig kan worden uitgevoerd. Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: b Het betreft gebouwgebonden voorzieningen (bijvoorbeeld glazenwasserslift) wanneer deze noodzakelijk zijn voor het veilig onderhouden van een pand. De eisen gelden voornamelijk bij meerlaagse en/of complexe bouw. De aanwezigheid hiervan is eenvoudig op tekening te constateren en vraagt geen grondige toetsing. Onderwerp van toetsing TECHNISCHE BOUWSYSTEMEN
afd. 6.13
x
x
a
a
a
a
a
a
x
a
a
a
a
a
Doel van de wetgeving: Technische bouwsystemen voldoen na verbouw aan de eisen van optimaal energieverbruik Uitgangspunt bij bouwplantoetsing: a Systemen voor verwarming (ook niet lokale systemen zoals stadsverwarming), warmtapwater, koeling en ventilatie dienen een bepaald minimaal systeemrendement te hebben en te houden bij ingrijpende aanpassing. Voor de bepalingsmethode is rekentool ontwikkeld. Omdat aanpassingen in deze systemen vergunningsvrij zijn, komen dergelijke wijzigingen doorgaans niet in een toetsfase bij een gemeente. Dit valt dus vrijwel altijd onder de directe verantwoordelijkheid van de opdrachtgever/installateur.
Bijeenkomst functie
Celfunctie
Gezondheidsfunctie
lichte industrie
Industrie
Kantoorfunctie
Logiesfunctie
Onderwijsfunctie
Sportfunctie
Winkelfunctie
reclame
Bouwwerk geen gebouw zijnde
civiele bouwwerken
bijbehorende bouwwerken
(bijgebouwen, aan- en uitbouwen)
33
woningbouwcomplex
16
individuele woning
Relatief veiligheidsrisico
dakkapellen
Uitgangspunt bij bouwplantoetsing a = Geen toetsing b = Beperkte toetsing: De tekening of berekening wordt niet op detailniveau of onderdelen bestudeerd. Beoordeeld wordt of de uitgangspunten correct zijn en de uitkomsten plausibel. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “c”. c = Grondige toetsing: Specifieke onderdelen of kritische details worden grondig bestudeerd. Onderdelen worden op tekeningen nagemeten en gedeeltes van berekeningen nauwkeurig gecontroleerd. Bij regelgeving betreffende materiaaleigenschappen worden certificaten opgevraagd. Komen hierbij bijzonderheden of afwijkingen aan het licht dan wordt het niveau van toetsing verhoogd naar “d”. d = Volledige toetsing: Tekeningen worden op de te toetsen regelgeving volledig nagemeten en berekeningen volledig doorgenomen. x = Er is geen wettelijke toetsingsgrond.
55
92
97
93
93
38
77
97
93
100
100
78
2
7
7
Hoofdstuk 7: Gebruik Regelgeving tijdens de gebruiksfase vormt geen onderdeel van de plantoetsing in de ontwerp- en vergunningsfase. Aanvragers worden wel in de toetsfase gewezen op bepaalde essentiele eisen in de bouw- en gebruiksfase. Het kan bijvoorbeeld zijn dat in de vergunning gebruiksbeperkingen worden opgelegd, zoals de maximale vuurlast van bepaalde opslag. Daar is het gebouw en de installaties namelijk op ontworpen. De brandweer Vru ziet in de gebruiksfase dan periodiek toe op de naleving.
Hoofdstuk 8: Bouw- en sloopwerkzaamheden Regelgeving tijdens de bouw- en sloopfase vormt geen onderdeel van de plantoetsing in de ontwerp- en vergunningsfase. Aanvragers worden wel in de toetsfase gewezen op bepaalde essentiele eisen in de bouw- en gebruiksfase. Het kan bijvoorbeeld zijn dat we een sloopveiligheidsplan verlangen als een bouwproject dusdanig is dat hinder qua geluid, trilling, stof, onttrekking grondwater, bouwverkeer, laaden loszones te verwachten is. Het bouwtoezicht ziet in de bouw en sloopfase dan toe op de naleving.
Hoofdstuk 9: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Overgangsbepalingen e.d. zijn indirect relevant voor de plantoetsing.