Bij het emeritaat van prof. dr. Toni Rietveld
Bij het emeritaat van prof. dr. Toni Rietveld Prof. dr. Toni Rietveld (*1949) studeerde fonetiek, de wetenschap die onderzoekt hoe mensen spraakklanken produceren en waarnemen.
‘Wees een loodgieter’
Hij is sinds 1974 verbonden aan de Radboud (toen nog Katholieke) Universiteit Nijmegen, waar hij in 1984 promoveerde op een onderzoek naar de automatische detectie van beklemtoonde lettergrepen in het Nederlands. Sinds 2004 is hij hoogleraar met de leeropdracht ‘methodologie van onderzoek op het terrein van de taal- en spraakpathologie’, en één dag per week als methodoloog actief in de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Op 1 januari 2014 gaat hij met emeritaat.
24 januari 2014
‘Wees een loodgieter’ Toni Rietveld, foneticus van opleiding en methodoloog van nature, gaat met emeritaat. Al blijft hij professioneel actief, als boegbeeld van de Nijmeegse taal- en spraakpathologie zit zijn taak erop. Aan de vooravond van die verandering spreken we over zijn loopbaan en zijn leven: over intonatie en insuline, e-health en echtscheiding, en de blijvende waarde van parate kennis. En, natuurlijk, over de zee.
De aanloop
op uitzien. Maar al werkt hij hier al bijna veertig jaar, de kiem van
zijn loopbaan werd elders gelegd:
‘Ik moest er niet aan denken de rest van mijn leven mooie romans te moeten lezen’
in Friesland, waar in 1970 dat gesprekje tijdens een zeilkamp plaatsvond. Op dat moment was hij een weife-
“Als zeilinstructeur hoorde ik van
lende student Frans. “Ik moest er
een meisje dat er in Amsterdam
niet aan denken de rest van mijn
sinds kort een opleiding fonetiek
leven mooie romans te moeten
was. Dat leek me wel interes-
lezen”, zegt hij nu. “Als je er een
sant.” We zitten op de achtste
aantal tot je hebt genomen, dan
verdieping van de Letterenfacul-
zijn de belangrijkste levensthe-
teit in Nijmegen, een van Riet-
ma’s wel behandeld. Dankzij de
velds werkplekken; de andere,
Franse literatuur had ik kennis
de Sint Maartenskliniek, ligt
gemaakt met de Verlichtingsfilo-
verscholen in de heuvels waar we
sofen, die ons bevrijd hebben uit
4
5
Achterste rij, derde van rechts: schipper op een zeilschool, eind jaren 70
Promotie, 1984
De beginjaren
schappen had gehaald, kon hij
onze ketenen. Dat vond ik wel vol-
En waarom juist fonetiek?
doende. Bovendien, ik heb altijd
“Omdat dat exact is. Kijk, ik was
nuttig willen zijn, zoals een lood-
te dom om echt wiskunde te
gieter. Als de loodgieter het laat
studéren, maar ik was er wel re-
afweten, voel je je erg ongelukkig.
delijk handig in. En wat me zeer
Maar als de kenner van Franse
interesseerde, was taalkunde.
taal en letteren niet komt opda-
Als ik liefdesverdriet had, zat ik
Op de net gestarte fonetiekoplei-
daar bezig met psychoakoestiek,
gen, is dat zelden bezwaarlijk.
’s avonds taalkundeboeken te le-
ding haalde Rietveld tienen voor
een vakgebied dat relaties legt
Daarnaast zag ik al aankomen dat
zen. Voor mijn geestesoog zag ik
statistiek. “Ik heb later ontdekt
tussen de objectieve eigenschap-
het Frans als taal zijn relevantie
dan mijn vriendin op een prach-
dat ik het toen nog niet echt had
pen en onze subjectieve waarne-
zou kwijtraken. De meeste van
tig feest met leuke jongens, maar
begrepen, maar ik had wel het
ming van geluid. Mijn handigheid
mijn voorspellingen komen niet
ík zou in ieder geval slimmer
trucje door.” Nadat hij, als eer-
met statistische dataverwerking
zo goed uit, maar dit had ik goed
worden.”
ste in Nederland, zijn doctoraal
werd daar gewaardeerd, waardoor
examen in de fonetische weten-
ik er weer meer over ging lezen.
gezien.”
6
met een genereuze Duitse beurs
onderzoek doen aan het Institut
‘Een toneelspeler die applaus krijgt, gaat steeds beter spelen’
für Kommunikationsforschung und Phonetik, “aan de Adenauerallee 98a in Bonn. Ik hield me
7
‘Nieuwe onderwerpen krijgt hij in een mum van tijd onder de knie’ Prof. dr. Carlos Gussenhoven Emeritus hoogleraar algemene en experimentele fonologie, Radboud Universiteit Nijmegen
Zo werkt dat nu eenmaal: een to-
instituut voor fonetiek van de
neelspeler die applaus krijgt, gaat
toenmalige Katholieke Univer-
ook steeds beter spelen.”
siteit Nijmegen. “Mijn leven is
In Bonn (1972-1973) leerde Riet-
grotendeels wie am Schnürchen
veld niet alleen zijn latere echtge-
verlopen”, vindt hij – van een
Gussenhoven en Rietveld delen een
en lost die openliggende vragen dan
note kennen, maar ook raakte de
leien dakje dus. Het dreigde even
geschiedenis: beiden bezochten
razendsnel op. De samenwerking was
voormalige student Frans vooral
mis te gaan toen begin jaren
het Fonetisch Instituut van de UvA,
heel vruchtbaar. In korte tijd hebben we
vertrouwd met de Duitse taal en
tachtig fonetiek in Nijmegen
beiden promoveerden in 1984 in
negen artikelen gepubliceerd.
cultuur. “Naar de Franse cultuur
werd opgeheven omdat het vak in
Nijmegen en beiden werden daar
Ik ben me in mijn verdere loopbaan
kijk ik als naar een rommelig
Utrecht werd geconcentreerd. “De
uiteindelijk ook hoogleraar.
blijven bezighouden met intonatie, hij
aquarium vol onbegrijpelijke
bekende foneticus Iman Slis en
is verder gegaan in de taalpathologie.
visjes. Dat de Fransen die rare
ik hebben toen het plan bedacht
“We hebben vooral in de jaren negen-
Maar we zijn elkaar wel blijven zien. We
gewoonten van hun machtheb-
om een opleiding taal- en spraak-
tig veel met elkaar samengewerkt. We
nemen dan, zoals hij dat zegt, ‘de pro-
bers maar blijven accepteren! De
pathologie te starten. We hadden
hebben toen een nieuwe theorie over
blemen van de wereld door’, en als er
Duitse cultuur is gestructureerd,
hier het UMC Sint Radboud, en
de Nederlandse intonatie ontwikkeld.
reden voor is, roddelen we over de toe-
geordend. Dat begrijp ik beter.
ook de Nijmeegse psychologen
Dat verliep heel soepel en efficiënt.
stand op de universiteit. Ik hou van zijn
En ook dat dat verkeerde kanten
hielden zich bezig met taal- en
We vergaderden nauwelijks en hadden
onderkoelde humor. Zo stonden we een
heeft.”
spraakstoornissen, dus er was
een heldere werkverdeling: Ik deed de
keer met z’n tweeën op een gebouw in
fonologie, hij de fonetiek en de metho-
Chicago van ruim honderd verdiepingen.
dologie. Vooral voor de methodologie
We wilden weer naar beneden, maar de
leunde ik sterk op hem, want hij is
lift bleek alleen vanaf de begane grond
daar heel goed in.
toegankelijk. Wij
Het is een wonder hoe Toni in een
met de trap. Toen
mum van tijd een nieuw onderwerp
we ons daar man-
onder de knie krijgt. Daarbij gaat hij
moedig doorheen
heel systematisch te werk. Hij vraagt
hadden geslagen,
Een week nadat zijn werk in
rare fouten blijven maken als je
zich eerst af wat hij wel weet, con-
zei hij: ‘Best on-
Duitsland was opgehouden,
je bezig houdt met de pathologie.
centreert zich dan op wat hij niet weet
handig.’”
kon Rietveld aan de slag bij het
“De opleiding heeft nu een geves-
8
veel relevante deskundigheid.
De nieuwe opleiding
Vanaf dag één, in december 1983,
is ons uitgangspunt geweest: om
‘Zonder kennis van normale spraak blijf je fouten maken in de pathologie’
te begrijpen, moet je veel weten
taal- en spraakpathologie goed over de normale taal en spraak, de normale communicatie. Heb je die kennis niet, dan zul je altijd
9
tigde naam. Als je me vraagt op
kunnen meewerken aan allerlei
welke prestatie ik het meest trots
grote nationale projecten: over
ben, dan is het misschien wel dat
automatische spraakherkenning,
ik die opleiding mede heb neerge-
bijvoorbeeld, sprekerherkenning
zet. We hebben in die 30 jaar zo’n
en spraaksynthese. Dat laatste
325 taal- en spraakpathologen
project was voor mij als foneticus
opgeleid. Ik hoop dat die geleerd
leuk om aan mee te doen. Als je
hebben om cijfertjes en andere
genoeg weet over spraak, moet
gegevens op een verstandige,
het ook lukken om een computer
kritische manier te gebruiken en
goed te leren praten, leek me.
te interpreteren. Dat is voor mij
Uiteindelijk was de computer in-
een belangrijke boodschap. Ik
derdaad verstaanbaar, maar dat
ben nooit zo’n mediaprofessor ge-
hij echt goed sprak, nee, dat zou
weest, want ik geloof niet dat een
ik niet durven beweren. Kennelijk
interview in pakweg De Telegraaf
wist ik toch niet voldoende van
echt helpt om kennis te versprei-
spraak.”
den, maar ik hoop wel dat mijn
Publicaties
studenten goede verspreiders zijn van die boodschap. “De opleiding heeft gelukkig altijd een vrij exacte benadering van het vak gehad, met veel aandacht voor de spraakkant. Wat daarbij
bijzondere tevredenheid terug.
kaar zit; een goed overzicht over
Dat geldt vooral voor twee hand-
wat men op dit ogenblik denkt
boeken: Algemene fonetiek, ge-
te weten over het proces van
‘Voor je dingen goed kunt opzoeken, moet je parate kennis hebben’
schreven met de Leidse foneticus
productie, perceptie en transmis-
Vincent van Heuven, en Statistical
sie van spraak. Voor volgend jaar
techniques for the study of language
moeten we de vierde druk gaan
and language behaviour, met naaste
gereedmaken, en er komt een En-
hielp, was dat de mensen van taal- en spraaktechnologie op de-
Een lange loopbaan levert een
collega Roeland van Hout.
gelse versie; daar heb ik na 1 ja-
zelfde etage zaten. Dus die kon-
lange lijst van academische
“Ik ken nogal wat fonetiekboeken,
nuari eindelijk wat meer tijd voor.
den, en kunnen, mooi meeden-
publicaties op, met meer dan
ook buitenlandse. Ik denk dat dit
Het andere boek, over statistiek,
ken over technische kwesties. Wij
driehonderd titels in totaal. Op
toch wel een erg mooi, volledig
is een erg handig overzichts-
van onze kant hebben daardoor
een aantal daarvan kijkt hij met
werk is dat didactisch goed in el-
werk, dat ik ook zelf af en toe nog
10
11
opsla. Ik heb samen met Roeland
treerd welke lampjes schepen
zo nieuw. Het spraakproductie-
“Ook heb ik samen met Carlos
van Hout nóg een statistiekboek
’s nachts moeten voeren. Soms
apparaat is de laatste eeuw niet
Gussenhoven het Nederlandse
geschreven, maar daar staan me
tuur ik over de donkere zee en
veranderd, en er worden ook geen
denken over intonatie veranderd
iets te veel drukfouten in.”
denk ik: hé, dat lampje ken ik
nieuwe botjes en spiertjes meer
– hij voorop, ik als zijn trouwe
Toch zijn enkele niet-academi-
niet. Dan zoek ik het op. En dan
gevonden.”
secondant.” Voorheen, zo legt
sche publicaties Rietveld het
denk ik: o ja, natuurlijk - een
meest aan het hart gebakken:
sleepboot kleiner dan 50 meter
zijn werken over navigatie op zee.
met een sleep groter dan 200 me-
“Ik heb dat navigeren in de prak-
ter. Dat soort loodgieterskennis,
tijk en door zelfstudie geleerd en
daar kick ik wel op.
er vervolgens over geschreven:
“Ik vind het daarom wel eens erg
over radar, satellietnavigatie,
als studenten zeggen: ‘Ja, for-
gewoon navigeren, astronomi-
manten (een fonetisch kernbegrip,
sche navigatie. Die eerste twee
red.), daar was iets mee.’ Ik hou
zijn in het Duits vertaald. Ook hét
niet van dat halvige. Een huis-
Het opzetten van een opleiding,
stemming met die typologie. In
Nederlandse handboek voor het
arts kan ook niet zeggen: ‘Ja, de
het schrijven van handboeken – is
de aanpak van Gussenhoven en
theoretisch examen kustnaviga-
blinde darm, zat die nou rechts
Rietveld misschien een weten-
Rietveld, die op een Amerikaanse
tie is van mij, samen met mijn
of links?’ Zo is het in de taal- en
schapper die het overdragen van
benadering is gebaseerd, staan
vriend Adelbert van Groeningen.”
spraakpathologie ook. Natuurlijk
kennis het allerbelangrijkst vindt?
‘contouren’ centraal, met dalin-
Sinds kort woont Rietveld aan de
weet je nooit alles, maar voor je
“O nee”, protesteert hij, “onder
gen en stijgingen van toonhoogte,
Waddenzee, in het Friese stadje
goed dingen kunt opzoeken, moet
mijn publicaties zijn er ook heel
maar zonder exacte toonfrequen-
Harlingen. Vanuit zijn huiskamer
je veel parate kennis hebben. Dat
veel gebaseerd op eigen onder-
ties. “De een spreekt wat vlakker
heeft hij uitzicht op de zeilsche-
is een strijd die ik steeds voer.
zoek. En nog iets anders dat ik
dan de ander, maar de contouren
pen in de haven. “Ik heb, zoals je
Zeker op hogescholen heeft men
toch wel als een prestatie be-
kunnen bij iedereen hetzelfde
wel meer bij oudere mensen ziet,
een tijdlang gedacht dat parate
schouw, is dat collega Lilian Beijer
zijn. Mensen met de ziekte van
een verrekijkertje in de ven-
kennis niet meer hoefde, want
en ik de e-healthtoepassingen voor
Parkinson maken geen vrolijke
sterbank liggen. Daarnaast ligt
die zou maar verouderen. Nou,
de spraak- en taalpathologie op de
grote stembewegingen; toch zie
Kustnavigatie, want daar staat erg
de meeste kennis die ik hier
kaart hebben gezet.” (Zie interview
je ook bij hen dezelfde contouren
helder in beschreven en geïllus-
dagelijks gebruik, is heus niet
met Beijer op pag. 22.)
van hoog en laag terug als bij
12
Bijdragen aan de wetenschap
‘Onze benadering van intonatie is nu toonaangevend, durf ik wel te zeggen’
hij uit, was de typologie van het Instituut voor Perceptieonderzoek (IPO) in zwang, gebaseerd op exacte toonhoogteveranderingen en tijdsduren. Een bepaald type ‘stembeweging’ kon bijvoorbeeld zijn: een toonstijging van 40 hertz in 100 milliseconden. Maar niet iedereen praat in overeen-
13
‘Als ik in Harlingen de sluis uit vaar, dan ligt de wereld open, want de zee verbindt alles’ 14
15
‘We werkten avonden door, met wijn aan het eind’
gezonde mensen, alleen in afge-
natuurlijk niet professioneel op
Prof. dr. Roeland van Hout
vlakte vorm. Die benadering, de
dat terrein, maar ons idee klopte:
autosegmentele beschrijving van
ontvoerder Ferdi E. bleek zijn
intonatie, is nu toonaangevend,
slachtoffer al op de eerste dag te
Hoogleraar toegepaste taalwetenschap en variatielinguïstiek, Radboud Universiteit Nijmegen
Roeland van Hout is, net als Toni Riet-
wijn op tafel en deelden we uiteraard
durf ik wel te zeggen.
hebben doodgeschoten. Na die af-
veld, hoogleraar binnen de afdeling
ook ervaringen van meer persoonlijke
“Waar ik óók wel lol aan heb ge-
faire heeft het toenmalig Gerech-
Taalwetenschap. Hun wetenschap-
aard. Daardoor is een sterke vriend-
had is dat ik in een pril stadium
telijk Laboratorium een speciale
pelijke gemene deler is de statistiek.
schappelijke band ontstaan.
de wetenschappelijke basis heb
afdeling voor forensisch spraak-
Ze werken al samen sinds 1986, toen
Toni is iemand die graag zijn verhaal
helpen leggen voor de forensische
en audio-onderzoek opgezet.”
Van Hout nog aan de Universiteit van
doet en niet bang is om zijn mening
fonetiek in Nederland. Dat is be-
Ook op statistisch gebied heeft
Tilburg verbonden was.
te geven, ook al krijgt hij stevige, zelfs
gonnen met de zaak-Heijn. Voor
Rietveld origineel onderzoek
boze reacties. Hij schrijft met overtui-
de jongeren onder ons: in 1987 is
verricht. Zo heeft hij, samen met
‘’Onze samenwerking was altijd heel
ging ingezonden brieven naar kranten.
Gerrit-Jan Heijn gekidnapt, een
Roeland van Hout, een simulatie-
vanzelfsprekend. We hechten allebei
Misschien is er sprake van een erfelijke
topman van Ahold. De ontvoer-
studie verricht waarmee ze zich
sterk aan zorgvuldigheid in redene-
belasting, want zijn vader, nu ver in de
der eiste telefonisch een flink
mengden in een discussie over
ringen. Hoe kun je zo precies mogelijk
negentig, doet dat ook.
bedrag aan losgeld en liet opna-
variantieanalyse met repeated
formuleren en anderen leren begrijpen
Ik voorzie dat Toni zich na zijn pensioen
mes van Heijn horen. Aan ons,
measure designs. Eenvoudig gezegd
waar statistiek over gaat? Dat heeft
met de wetenschap blijft bezighouden,
de toenmalige Nijmeegse hoog-
beoogden ze hiermee het risico
geresulteerd in twee degelijke leerboe-
liefst samen met anderen. In het verre
leraar fonetiek Felix Vieregge en
weg te nemen dat er in een ver-
ken statistiek. Daarnaast hebben we
Harlingen heeft hij speciaal voor zijn
mij, werd gevraagd of de stem
gelijking tussen onderzoekspo-
enkele artikelen samen geschreven.
gasten een grote logeer- en studeerka-
van de man die belde wel steeds
pulaties significante verschillen
Ons project moet nog worden afgerond
mer ingericht, met een eigen badkamer.
dezelfde was. Ook vroeg men zich
zouden opduiken die er in feite
in de vorm van een diepgravend artikel
En we hebben het
af of de opnames van Heijn niet
niet zijn, of omgekeerd. Dat heeft
over de meest gebruikte statistische
plan om na mijn
in feite allemaal al eerder waren
in 2007 aanleiding gegeven tot
test, de t-test, met de t van Toni.
pensioen samen
gemaakt. We dachten al vrij snel
een publicatie in Behavior research
We hebben vele discussies gevoerd,
een statistisch
van wel, want de achtergrondruis
methods – “een keurig weten-
maar die eindigden nooit in onenigheid.
adviesbureau te
was steeds dezelfde. We waren
schappelijk tijdschrift”.2
We konden echt avonden doorgaan, tot
starten.”
we eruit waren. Aan het eind kwam de
1
1 Zie hoofdstuk 13 van Algemene fonetiek van Rietveld en Van Heuven, 2013. 2 Behavior research methods, jaargang 39 (2007), nummer 4, bladzijden 735 -747. http://tinyurl.com/RietHout.
16
17
Een dieptepunt?
pilletjes slikken. Je kunt nooit spontaan dingen ondernemen,
moet altijd nadenken: heb ik dit
‘Zonder diabetes zou ik redelijk onuitstaanbaar zijn geworden’
bij me en dat bij me? Dat heeft toch wel vrij veel impact. Ik ben geloof ik redelijk stabiel, maar ik
Zijn leven is “grotendeels wie am
kan me voorstellen dat als je dat
Schnürchen verlopen”, zei Rietveld
wat minder bent, dat je daardoor
al vroeg in het gesprek. Groten-
overbelast kunt raken. Ik vind
deels – zijn er dan ook dieptepun-
in het algemeen dat mensen wat
ten te melden? Na een stilte ant-
gauw zaniken en vervallen in
woordt hij bedachtzaam: “Wel als
psychopraat van ‘o, mijn jeugd...’
het over mijn niet-universitaire
en ‘o, wat vreselijk’. Dankzij
leven gaat. Mijn echtscheiding,
mijn gezondheidsproblemen heb
dat vind ik toch wel een diepte-
ik vermoedelijk toch wat meer
punt. En mijn ex is nu behoorlijk
inlevingsvermogen ontwikkeld.
ziek. Dat vind ik ook erg droevig.”
Niet dat ik dat voorzag toen die
Dat antwoord is mede opmer-
diabetes zich openbaarde, zo’n
kelijk door wat erin ontbreekt.
25 jaar geleden; toen schrok ik
Rietveld lijdt al zo’n 25 jaar aan
alleen maar. Diabetes type 1
diabetes type 1 en sinds enkele
manifesteert zich razendsnel: in
jaren aan ernstige hartritme-
drie dagen is het bekeken. Ik zat
stoornissen. “Dat vind ik geen
met mijn vrouw in de auto en
dieptepunten. Ik denk dat ik
ik kon de wegwijzers niet meer
redelijk onuitstaanbaar zou zijn
lezen – slecht zien is een van de
geworden als ik altijd gezond was
symptomen. Toen ik de diagnose
geweest. Ik moet vier maal daags
hoorde, dacht ik: o god, insuline
bloedwaarden meten en spuiten,
spuiten! Dat vond ik zo erg. Ik
en tegenwoordig ook nog allerlei
herinner me nog mijn gedachte
18
19
toen ik dat voor het eerst deed:
wat meer achter de belangrijke
dat niet vervelend. Eerder koddig.
een geval van zelfoverschatting.
‘Harakiri.’ Maar je went eraan. En
mensen was aangelopen. Dat zit
En de verminderde werklast was
Dan neem je het vak te weinig
gelukkig houdt mijn partner, Dike
niet zo in me. Ik zou bijvoorbeeld
wel aangenaam.”
au sérieux. Het rapport dat die
Ottoy, een Belgische juriste, me
ook geen decaan moeten zijn. Dat
Pas tegen het eind van het ge-
commissie heeft afgescheiden,
goed bij de les.”
als eerste naar buiten treden, dat
sprek komt expliciet misnoegen
heb ik pas na veel aandringen via
ligt me minder. Tweede man zijn
aan het licht. Toen de letterenfa-
via gekregen, veel te laat. Daar
lukt me beter: er waren weinig
culteit, in samenspraak met an-
was ik wat boos over. En vervol-
mensen ontevreden met mijn rol
dere universiteiten, enkele jaren
gens dacht ik: laat maar. Ik ga
als vice-decaan.”
geleden het aantal masters heeft
me niet zitten ergeren. Ik lees het
‘Sommige dingen wil ik gewoon even niet weten’
Geen professionele dieptepunten
teruggebracht tot minder dan
niet, of nauwelijks. Ik kan er toch
dus. Wel heeft zich twee jaar
tien, is taal- en spraakpathologie
niets aan doen. Het ligt in een
geleden in zijn doceerpraktijk een
gereduceerd tot een ‘programma’
van de stapels op mijn bureau. De
Een ruim veertigjarige acade-
“hilarisch feit” voorgedaan. “Ik
binnen taalwetenschap. De oplei-
opleiding wordt niet opgeheven,
mische carrière zonder diepte-
vond college geven leuk, hoewel
ding is weliswaar inhoudelijk niet
maar of er een opvolger komt op
punten, dat is bijna niet voor te
ook vermoeiend. De resultaten
veranderd, “maar onze studenten
mijn leerstoel weet ik niet. Ik zou
stellen. Maar doorvragen levert
en de studentenbeoordelingen
willen taal- en spraakpathologen
het wel verstandig vinden. Geen
niets op: Rietveld is tevreden. “Ik
waren altijd positief. Maar twee
zijn, geen taalwetenschappers.
kloon van mij, helemaal niet.
kan me alleen maar gelukkig prij-
jaar geleden werd me opeens te
Het is een belangrijk vak, en met
Maar ik geloof dat men nu denkt
zen. Ik heb op de afdeling altijd in
verstaan gegeven dat de studen-
zo’n beroepsaanduiding op je bul
aan een onderzoekscoördinator.
een prettige atmosfeer gewerkt,
ten mij in de colleges statistiek
weet de samenleving wat ze van
Tja. Ik laat dat over aan de boven
met collega’s die bijna niet van
intimiderend vonden. Als ze bij
je kan verwachten. Maar mogelijk
mij gestelden. Ik ben al druk
vrienden te onderscheiden zijn.
statistiek 3 vroegen: ‘Wat is va-
ben ik een zeurpiet.
genoeg. Echt, ik kan me rede-
Ik kom fluitend binnen. Ik heb
riance?’, dan antwoordde ik: ‘De
“En nu heeft er onlangs een
lijk afsluiten voor zulke zaken.
bereikt wat ik wilde bereiken.
uitspraak is niet ve-RAI-ens, maar
commissie nagedacht over
Sommige dingen wil ik gewoon
Ik heb erkenning gekregen. Nou
VE-ri-ens, en ik ga dat begrip bij
de toekomst van het vak. Een
even niet weten. Dat geldt voor de
goed, misschien had ik er nog
statistiek 3 niet meer uitleggen;
commissie zonder ook maar één
walvisjacht, daar wil ik de erger-
meer uit kunnen halen als ik een
zoek dat thuis maar op.’ Na dat
echte taal- en spraakpatholoog,
lijke details niet van weten. En
ietsje fanatiekere netwerker was
jaar heb ik geen statistiekcolleges
hoewel er voldoende deskundig-
dat geldt hier ook voor.”
geweest, als ik op congressen
meer hoeven geven. Nee, ik vond
heid beschikbaar is. Dat lijkt me
De werkomgeving
20
21
‘Hij laat zich door niets en niemand afleiden’
De toekomst
Dr. Lilian Beijer
Taal- en spraakpatholoog en onderzoeker, Sint Maartenskliniek Research in Nijmegen
‘De zee is er en je hebt je daar maar aan te onderwerpen’
komsten van je behandeling en naar je uitkomstmaten. Je bent hulpverlener, maar ook een soort ingenieur, met, als het goed is,
Lilian Beijer promoveerde eind 2012
Toni kan ontzettend goed focussen. Hij
bij Toni Rietveld op een onderzoek
laat zich door niets of niemand aflei-
naar e-health. Ze onderzocht in
den. De keerzijde daarvan is, dat hij
Rapport of geen rapport, de uni-
het vak. De nieuwe druk en de
hoeverre neurologische patiënten
zich minder met politiek en strategie
versitaire taal- en spraakpatholo-
Engelse bewerking van Algemene
met de computer thuis hun uitspraak
heeft bezig gehouden. Ik denk dat zijn
gie in Nederland lijkt veilig: naast
fonetiek, waar hij samen met
kunnen verbeteren.
kwaliteiten nog beter tot hun recht
Nijmegen kent ook Groningen
Vincent van Heuven aan zal wer-
waren gekomen als hij dat iets meer
een opleiding, en de Utrechtse
ken, werden al genoemd. Ook zal
“Toni stond aan de wieg van e-health
had gedaan. Maar daar ligt zijn hart
medische faculteit heeft nu een
hij de komende jaren promovendi
in de taal- en spraakpathologie. Bij
niet; hij is echt een wetenschapper
opleiding logopediewetenschap.
begeleiden en twee dagen in de
mijn promotieonderzoek heeft hij me
pur sang.
Er zullen dus nieuwe beoefe-
week met Helmer Strik van de
ondersteund bij de methodologie en
Hij heeft mij altijd als een bevriende
naars van het vak op academisch
afdeling en met Lilian Beijer van
de statistiek. Die rol heeft hij eigen-
collega bejegend. Ik heb genoten van
niveau worden opgeleid. Welke
de Sint Maartenskliniek aan een
lijk bij alle onderzoeksprojecten van
de overlegmomenten met hem. De
goede raad zou de scheidende
groot project gaan werken over
het OSTT (Ontwikkelcentrum Spraak-
meeste collega’s waren voor hem als
hoogleraar hun willen meegeven?
serious gaming voor spraakthera-
en Taaltechnologie, red.). Hij helpt
familie. Ik denk dat iedereen die met
“Richt je niet alleen op de pret-
pie. En verder is er – natuurlijk –
anderen bij de opzet en analyse van
hem te maken
tige omgang met patiënten, hoe
het zeilen.
het onderzoek. De parate kennis die
heeft gehad,
belangrijk ook, maar beschouw
“De zee heeft een onweerstaan-
hij daarover heeft en zijn vermogen
op zijn of haar
jezelf ook als een soort loodgie-
bare aantrekkingskracht op mij.
om iets tot op de bodem uit te zoeken
eigen ma-
ter. Je mag best logopedist wor-
Ik heb oceaanreizen gemaakt
vormen zijn kracht. Zonder zijn aan-
nier van hem
den omdat je graag met mensen
van vier weken zonder iets te
wezigheid zouden veel mensen niet of
houdt.”
omgaat, als je maar openstaat
zien. Geen land, geen schip, geen
voor de inhoudelijke ontwikkelin-
vogel, geen walvis. Te mooi voor
gen in het vak. Het is niet genoeg
woorden. En het aardige is: als ik
dat een patiënt een prettig uurtje
in Harlingen de sluis uit vaar, dan
heeft. Kijk kritisch naar de uit-
ligt de wereld open, want de zee
minder goed zijn gepromoveerd.
22
veel parate vakkennis.” Ook zelf is hij nog niet klaar met
23
verbindt alles. Het is ook wel een
onverwachte storm van wind-
beetje vluchten, hoor. Kijk, ik heb
kracht negen. Ook in de fonetiek
de neiging om me voortdurend
heb je soms onverwachte versto-
een mening te vormen, en daar
ringen, want het zijn nu eenmaal
word ik behoorlijk moe van.’’
mensen die praten, geen appara-
Rietveld vreet het nieuws: luis-
ten. Dan legt zo’n spreker bijvoor-
tert naar Radio 1, leest Der Spiegel,
beeld onverwacht een zinsaccent
de Groene, Vrij Nederland, NRC en
precies daar waar je iets anders
Trouw. Ook schrijft hij zeer regel-
wilt meten. In het ene geval moet
matig ingezonden brieven aan
je de ‘storm uitrijden’, zoals dat
diverse media. “Op zee laat ik dat
heet, in het andere geval moet
allemaal achter me. Daar moet je
je om dat hinderlijke zinsaccent
navigeren, dingen repareren, iets
heen zien te werken.”
warms op tafel zien te krijgen.
Er bestaat nog een heel ander
Die dingen maken je hoofd leeg.
soort verband tussen fonetiek en
Zeezeilen heeft wel iets medita-
zeilen, schiet hem even later te
tiefs.”
binnen: “Dezelfde wetten die het
Zijn werk heeft dat niet. “Daar
openen en sluiten van de stem-
wil ik dingen juist tot in detail
banden verklaren, verklaren ook
uitpluizen. Ik zie wel een andere
het voortstuwende effect van de
overeenkomst tussen zeezeilen
zeilen. Ze gehoorzamen allebei
en mijn werk: je probeert met
aan de achttiende-eeuwse wet
technologie en vaste procedures
van Bernoulli, die het stromings-
greep te krijgen op een onvoor-
gedrag van gassen beschrijft.”
spelbare omgeving. Je kunt vanuit
En dat lezen van al die bladen
IJmuiden koers zetten op Dover
en het schrijven van ingezonden
bij mooi weer en met een goede
brieven, zijn dat manieren om
weersverwachting, en opeens
greep te krijgen op de onvoor-
beland je in een ‘Kanaalrat’, een
spelbare buitenwereld? Of bezon-
24
25
digen we ons nu aan psychop-
ook niet zeggen: ik wil een nog
raat? “Nee, dat verband kan ik
mooiere berg of een nog mooiere
wel beamen.”
kerk. Die zee is er en je hebt je
Zijn gezondheid maakt het on-
daar maar aan te onderwerpen.
verstandig om nog als schipper
Ik hoef niet snel; ik wil serieus en
te fungeren op grote zeereizen.
veilig varen. Dan ben ik geluk-
“Maar het passieve meevaren
kig. Als ik de haven uitvaar en
vind ik nu toch ook wel prettig.
het zeil gaat op en de motor gaat
Het aardige van de zee blijf ik
uit en je hoort alleen maar sjjj...
vinden dat je er niks méér wilt.
Mooier is er niet.”
Er valt niks te willen. Je kunt
26
Colofon Deze emeritaatsportretten worden geschreven door freelance wetenschapsjournalisten Astrid Smit (astridsmit.nl) en Gaston Dorren (gastondorren.nl). Vormgeving en fotografie: Patricia Nauta (patricianauta.nl).