Hoofdstuk 1
Bij elkaar gedreven, gespoeld en gewaaid In dit hoofdstuk: 䊳 De geologische ondergrond 䊳 De rol van de rivieren 䊳 De rol van de zee 䊳 De rol van de ijstijden
G
eologisch gezien is Nederland een allegaartje. De ondergrond komt aandrijven vanuit de Zuidpool. Daarop komen via de rivieren steeds nieuwe lagen afval van onze buurlanden. Af en toe is er hier een zee, en die laat ook veel rommel achter. Daarna komen de ijstijden waarbij het ijs als een enorme bulldozer zand komt aanschuiven. Ten slotte gaan wind en zee aan de gang.
Waar wij op bouwen Als je van geschiedenis houdt moet je af en toe gewoon op straat gaan lopen. Dan kan het gebeuren dat je, net zoals ik, in het voorjaar van 2012 langs de Amsterdamse Prinsengracht loopt, waar ze juist op dat moment de kademuren vervangen. Mensen die daar aan het werk zijn weten te vertellen dat die kademuren staan op houten palen (volgens hen ca. 19 meter diep) met daarop planken die de gemetselde muur ondersteunen. Dat maakt je nieuwsgierig naar de Amsterdamse bodem. Je gaat erover lezen en dan blijkt de Amsterdamse bodem heel veel veen te bevatten, maar ook uit vier zandlagen te bestaan. De oudste zit op ongeveer 53 meter diepte, en is ongeveer 200.000 jaar geleden aangeleverd door gletsjers tijdens het Saalien, een periode uit het Pleistoceen. Dan hebben we de 8 à 9 meter dikke Formatie van Kreftenheye of Tweede Zandlaag, die ongeveer 20 meter beneden NAP zit en uit grof zand bestaat. Leverancier is hier de Eemzee, die tussen de 128.000 en 116.000 jaar geleden, tussen de ijstijden in, te vinden is waar nu Amsterdam ligt. Dan hebben we de ‘Eerste Zandlaag’, een laag van 2,5 meter van wat fijner zand op ongeveer 12 meter onder NAP. Deze zandlaag is tijdens het Weichselien, van 116.000 tot 11.500 jaar geleden, afgezet door de wind. Weer minder diep
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 13
01-10-13 11:08
14
DEEL I: Vanaf het allereerste begin tot de Bourgondiërs ______________
Het verdrag van Malta Het verdrag van Malta wil proberen archeologisch waardevolle sporen in de bodem daar te behouden. Het wordt in 1992 ondertekend door alle lidstaten van de Europese Gemeenschap. In Nederland is de wetgeving op het gebied van bodembescherming aangepast aan dit verdrag in de Wet op de archeologische monumentenzorg van 1 september 2007. De belangrijkste punten van het verdrag zijn:
⻬ De beste manier om archeologische resten te conserveren is ze gewoon in de bodem laten zitten. ⻬ Als je gaat bouwen moet je er dus op tijd rekening mee houden dat er archeologisch belangrijke dingen in de grond kunnen zitten. Zo kun je altijd nog een alternatief vinden. ⻬ Degene die het bodemarchief aantast betaalt voor het doen van opgravingen en het beschrijven van archeologisch belangrijke zaken die je ter plaatse niet kunt behouden.
ligt het ‘Boerenzandje’, dat bestaat uit zandige zeeklei en minder stevig is dan de andere lagen. Die kademuren rusten dus op de tweede zandlaag. En die is belangrijk omdat Amsterdam voor een groot deel daarop is gefundeerd, net als veel andere steden in het westen van Nederland. Een nuttig middagje, want het geeft maar even aan dat de grond waarop wij lopen zijn eigen geschiedenis heeft. Archeologen noemen dit heel mooi ons ‘bodemarchief’, en het loont altijd de moeite om dat archief goed te bekijken en op te slaan als je het gaat verstoren door er op of er in te bouwen. Sterker nog, het is verplicht sinds 1992, sinds het Verdrag van Malta dat alle EU-landen bindt.
Hoe onze bodem in elkaar zit Maar die bodem is er niet altijd geweest. Ze is het resultaat van een aantal invloeden die op elkaar inwerken. Hieronder gaan we kijken welke invloeden dat zijn, en hoe ze elkaar wederzijds kunnen versterken En nog steeds versterken, want het product Nederland is bepaald nog niet kant-en-klaar. Die invloeden gaan gewoon door, terwijl jij en ik onze koffie zitten te drinken. Het gaat alleen heel langzaam. Soms zijn er miljoenen jaren nodig, soms duizenden jaren. Dingen gaan pas ‘snel’ als de mens zich ermee gaat bemoeien.
De geologie Zo hebben we bijvoorbeeld de geologische processen. De geologie, de wetenschap die zich bezighoudt met de aarde en hoe die zich ontwikkeld
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 14
01-10-13 11:08
_______________Hoofdstuk 1: Bij elkaar gedreven, gespoeld en gewaaid
15
NG
RIJK
WIS T
B EL
A
heeft, bestudeert die. Geologie is geen wetenschap voor ongeduldige mensen. De aarde is ongeveer 4,56 miljard jaar oud en neemt er graag de tijd voor om te veranderen. Gelukkig maar. Geologische ontwikkelingen nemen dus soms wel miljoenen jaren in beslag, en de invloed van de mens daarop is zachtjes gezegd nogal beperkt.
DAT? JE
Moderne geologen gaan uit van de theorie van de ‘plate tectonics’. Die zegt dat de aardkorst bestaat uit een aantal schollen die in de loop van miljoenen jaren her en der heen en weer drijven op de vloeibare binnenkant van de aarde. In deze theorie maakt Nederland deel uit van een schol waar ook Engeland en delen van Duitsland op rusten en die zich ooit heeft bevonden op de plaats waar nu de Zuidpool ligt. Die tektonische plaat wordt rond 1 miljoen jaar geleden ‘vastgeplakt’ aan de rest van Europa. Het is verleidelijk om het vulkanisme in het Duitse Eifelgebergte te koppelen aan het idee van een Nederlands-Engelse plaat die daar aansluiting zoekt. Maar naar het schijnt gaat het in de Eifel om een zogenaamde hotspot, een plaats waar altijd wel gerommel is, ook al zit daar dan een ‘tektonische plaat’ overheen. Geologen wijzen erop dat de Duitse stad Aken, vlakbij de Nederlandse grens, in feite in een vulkaankrater ligt. Toch is dit gebied relatief rustig, al vind je ook in zuidelijk Nederland en in België sporen van vulkanisme, in de vorm van warmwaterbronnen en aardbevingen. Er zijn aanwijzingen dat vooral in België, ook in historische tijden, zware aardbevingen plaatsvinden, zij het met lange tussenpozen. Ook zijn er onheilsprofeten die erop wijzen dat de Eifel 10.000 jaar geleden nog vulkanisch actief is. Verder hebben we in Nederland nog een rustende vulkaan tussen Harlingen en Vlieland, de Zuidwalvulkaan. Hij bevindt zich op 2 kilometer diepte. Olieboringen in 1970 brengen zijn bestaan aan het licht. Hij is actief tijdens het late Jura, dat is ongeveer 160 – 145 miljoen jaar geleden. De theorie is dat hij is ontstaan door schokgolven, veroorzaakt door botsingen die ontstaan als de dan bestaande microplaten Turkije en Iran noordwaarts bewegen en in botsing komen met het Euraziatische continent. Kortom, de geologie heeft er de tijd voor genomen, maar levert ons dan ook een aardig solide basis, ook al zal die vast wel weer een keer veranderen. En dan beginnen externe invloeden aan Nederland te boetseren.
De aardbeving van Verviers (1692) ‘De stenen vloer waarop ik stond werd enigszins opgetild, en zakte weer in, en dat enige malen gedurende ongeveer tien of twaalf seconden.’ Aldus Christiaan Huygens, uitvinder, wis- en natuurkundige en ook nog eens sterrenkundige op 18 september 1692. Hij beschrijft de effecten van de aardbeving van Verviers
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 15
op zijn buiten Hofwijck in Voorburg. Het is de zwaarste aardbeving die ooit in België is waargenomen, en ook een van zwaarst bekende aardbevingen in WestEuropa. Hij richt schade aan in Frankrijk, Duitsland en Engeland. Men schat de sterkte op 6,3 op de schaal van Richter.
01-10-13 11:08
16
DEEL I: Vanaf het allereerste begin tot de Bourgondiërs ______________
De rivieren Geologische krachten zijn zo vriendelijk om te zorgen dat het Noordzeebekken en Nederland steeds aan het dalen zijn. Gevolg voor Nederland is dat het zo een natuurlijk afvalputje wordt voor de rest van Europa. Dus komen rivieren uit Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, met alles wat ze daar aan zand los slijpen naar Nederland toe, waar ze alles weer afzetten. Dat gaat in vergelijking met de geologie eigenlijk best snel. Het duurt maar een paar miljoen jaren voordat de rivieren Nederland bij elkaar hebben geslibd. Een dikke laag sediment, heet dat in vaktermen.
De ijstijden Een grote materiaalleverancier is ook het ijs dat tijdens ten minste twee ijstijden Nederland voor een groot deel bedekt. Vooral de voorlaatste ijstijd, het ijs reikt tot aan de lijn Nijmegen – Amsterdam, heeft heel veel materiaal opgestuwd. En dat is te vinden in de Utrechtse heuvelrug, de Veluwe, en de ruggen in Salland en Twente. Tegelijkertijd ontstaan zo ook laagten in een brede lijn die loopt van Noord-Holland via Utrecht en het IJsselmeer en Flevoland tot de IJsselvallei. Zo zijn ook grote zwerfstenen in Nederland, bijvoorbeeld de beroemde Kei van Amersfoort, meestal door het ijs aangevoerd. Het is net alsof hier een gigantisch grondverzetbedrijf is bezig geweest. En we zien de sporen nog elke dag.
Figuur 1.1: De Amersfoortse kei
De zee en de wind De laatste ijstijd laat Nederland relatief ongemoeid. Er is weinig ijs, maar vooral in de extreem koude periode van 21.000 tot 18.000 jaar geleden is
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 16
01-10-13 11:08
_______________Hoofdstuk 1: Bij elkaar gedreven, gespoeld en gewaaid
17
Nederland een poolwoestijn waar de wind zijn gang kan gaan. Uit die tijd zijn er veel windafzettingen te vinden van een paar meter dik. Maar de zee en de wind samen zijn vooral de laatste 5000 jaar belangrijk geweest in de vorming van ons land. Door het vele smeltwater aan het eind van de ijstijden stijgt de zeespiegel over de hele wereld met zo’n 100 meter. Daardoor schuift de kustlijn in ons land steeds verder op naar het oosten. Dat proces stopt zo’n 5000 jaar geleden en zee en wind beginnen strandwallen af te zetten. Langzamerhand sluiten die strandwallen zich zodat zeegaten worden afgesloten. Daardoor zien we langs de Noordzeekust een aantal evenwijdig lopende wallen, waarvan de oudste loopt op de lijn Rijswijk, Leidschendam, Voorburg en Voorschoten. Hierdoor schuift de kust steeds meer naar het westen op. Maar van de oude strandwallen blijf je plezier houden: ze zijn een mooie plaats om toevlucht te zoeken als het water hoog staat, later om je te vestigen, en in de middeleeuwen vormen ze een prima fundament voor kastelen en later voor steden als Haarlem, Alkmaar, Voorburg en Leiden. In Den Haag spreken ze nog steeds van mensen die wonen op het zand en die wonen op het veen. Maar is er daar midden in het ‘veen’ weer een straat, de Oude Kustlijn, vernoemd naar zo’n zandrug. We hebben gezien hoe Nederland bij elkaar is gedreven, gespoeld en gewaaid, als een cadeautje van de rest van de wereld. Dat proces gaat nog steeds door want Nederland is nog niet af, als het al ooit voltooid zal worden. Voor mensen die van geologie houden even een kort overzicht van de geologische tijdvakken in Nederland. ⻬ Holoceen: van nu – 11.800 jaar geleden. Nederland ziet er al een beetje uit zoals we het nu kennen. In het begin natuurlijk nog zonder menselijk ingrijpen, dus de rivieren gaan hun gang en achter de duinen is het in het westen een groot moeraslandschap. ⻬ Pleistoceen: 11.800 – 1,8 miljoen jaar geleden. Het kan vriezen en het kan dooien. Dit tijdperk begint warm en tropisch maar al snel komt er een koude periode en dat gaat zo door met dit tijdperk van de ijstijden. Omdat veel water opgeslagen ligt op beide polen is er een enorme variatie in zeespiegelniveaus. De verschillen kunnen soms oplopen tot 200 meter. Daardoor verdwijnen soorten dieren en planten maar komen er ook weer nieuwe. De mens ontstaat en is sterk in opkomst. De rivieren werken hard aan Nederland. ⻬ Plioceen: 1,8 – 5,3 miljoen jaar geleden. Nederland ligt voor een groot deel onder zeewater maar de rivieren beginnen al te sleutelen aan ons land. Zuid-Limburg ligt al boven water. We hebben een gematigd klimaat. ⻬ Mioceen: 5,3 – 23 miljoen jaar geleden. We zijn afwisselend zee en land. Het klimaat is iets warmer dan nu. Zuid-Limburg ligt ook nu al droog. ⻬ Oligoceen: 23 – 33,9 miljoen jaar geleden. Nederland ligt onder zee, en we hebben al een iets warmer klimaat.
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 17
01-10-13 11:08
18
DEEL I: Vanaf het allereerste begin tot de Bourgondiërs ______________ ⻬ Eoceen: 33,9 – 55,8 miljoen jaar geleden. Nederland ligt grotendeels onder zee. We hebben een tropisch klimaat, en Zuid-Nederland is een groot mangrovewoud. ⻬ Paleoceen: 55,8 – 65,5 miljoen jaar geleden. Nederland is een nu subtropische zee die zich ook over Zuid-Limburg uitstrekt. Ook in Nederland sterven in deze periode veel reptielensoorten uit door de beroemde meteorietinslag bij Mexico, die een eind maakt aan de overheersende positie van de dinosaurussen. ⻬ Krijt: 65,5 – 145,5 miljoen jaar geleden. Nederland is geologisch erg in beweging. In deze tijd ontstaat ook de Atlantische Oceaan. ⻬ Jura: 145,5 – 199,6 miljoen jaar geleden. Nederland is geologisch nog steeds ernstig in beweging. De Zuidwalvulkaan, nu 2 kilometer onder de oppervlakte bij Harlingen, is actief. Er heerst een tropisch klimaat. ⻬ Trias: 199,6 – 251 miljoen jaar geleden. ‘Nederland’ ontwikkelt zich van een meren- en rivierengebied naar een tropisch woestijngebied. We zijn ook even een zee. ⻬ Perm 251 – 299 miljoen jaar geleden: Dan zijn we weer een grote zoutwoestijn, met het bijbehorende klimaat. Zout uit die periode wordt nu gewonnen en staat in de supermarkt. ⻬ Carboon 299 – 359,2 miljoen jaar geleden. Nederland is eerst een zee, naderhand komen laagland moerassen. Er heerst een tropisch klimaat. In deze periode worden onze voorraden steenkolen en aardgas gevormd. ⻬ Daarvoor zien we een langzame ontwikkeling van de aarde zelf en het leven daarop. Het is de vraag of we dan al van Nederland kunnen spreken of van een gebied dat daar op lijkt. Achtereenvolgende tijdvakken heten het Devoon, 359,2 – 416 miljoen jaar geleden, het Siluur 416 – 443,7 miljoen jaar geleden, het Ordovicium 443,7 – 488,3 miljoen jaar geleden, het Cambrium 488,3 – 542 miljoen jaar geleden en het Precambrium 542 miljoen – 4,6 miljard jaar.
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 18
01-10-13 11:08
Hoofdstuk 2
De eerste dierlijke en menselijke sporen In dit hoofdstuk: 䊳 Dierenleven 䊳 De eerste mensen: jagers 䊳 En dan de boeren
W
e rekenen in dit hoofdstuk niet meer met miljoenen maar met duizenden jaren. Maar we zien nog steeds heel verschillende klimaten. En de mens komt, heel aarzelend, om de hoek kijken. Nederland is dan immers niet altijd even attractief, maar het begint al wel wat te lijken op ons land van nu. Je moet alleen even al die sporen van menselijk ingrijpen wegdenken. Ons land is rond 10.000 v.C. aantrekkelijk genoeg voor jagers. Rond 5000 v.C. zien we de eerste landbouwers en veetelers. Dat gaat allemaal heel geleidelijk, want dingen als gebruik van zaaigoed, ploegen, vee – voor ons heel vanzelfsprekend – zijn stuk voor stuk grote technologische doorbraken. Soms lukt het niet zo met het boeren, en dan word je gewoon weer een tijdje jager. Maar als je op sommige archeologische vindplaatsen gaat kijken blijkt het leven hier best mee te vallen. Paradijselijk, hoor je wetenschappers zelfs een enkele keer zeggen.
Mammoeten, neushoorns en hyenakeutels De tweede Maasvlakte bij Rotterdam is nog steeds een paradijs, maar nu voor paleontologen, mensen die zich bezighouden met fossiele resten en zo een historisch ecosysteem reconstrueren. Ga bij een zandzuiger staan en je maakt goede kans de resten naar boven te zien komen van de mammoeten, hyena’s en vele andere diersoorten die de huidige Noordzeebodem 30.000 jaar geleden bevolken. Een blik op de oogst: tanden, kiezen, wervels, botten en zelfs een hyenakeutel. Onsmakelijk? Ach, hij is versteend, maar toch kun je er nog een hoop uit op maken. Lyrische paleontologen vergelijken de Maasvlakte dan ook wel met het nu om zijn gevarieerde wildpopulatie beroemde Serengeti-bekken in Tanzania en Kenia. De Maasvlakte geeft zo een beeld van een tropisch Nederland, maar we zien hier natuurlijk wel een momentopname. Er zijn ook tijden
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 19
01-10-13 11:08
20
DEEL I: Vanaf het allereerste begin tot de Bourgondiërs ______________ dat Nederland overdekt is met toendra’s en er hier ijzige temperaturen heersen. De Maasvlakte is dan ook maar een van de vele plaatsen in Nederland waar je fossielen kunt vinden. De Pietersberg bij Maastricht is ook een dergelijke plek. Zo’n 70 tot 65,5 miljoen jaar geleden ligt hier een ondiepe tropische zee. En die zit vol verschillende planten en dieren: koralen, zee-egels, zeegrassen, ammonieten (inktvissen) en – ze zijn het meest bekend – de mosasaurussen, zwemmende roofreptielen in verschillende soorten en maten. Sommigen kunnen de 18 meter halen.
Figuur 2.1: Het skelet van de Mosasaurus hoffmanni
B EL
A
Wie van fossielen van neushoorns, olifanten en hyena’s houdt moet vooral ook naar de Oosterschelde gaan. Daar vind je weer fossielen uit het Tiglien, het begin van het Pleistoceen, zo’n 2 miljoen jaar geleden. Dan is Nederland behoorlijk warm en lijkt het hier op een Afrikaanse savanne. In Winterswijk vind je weer resten van een moddervlakte waar algen de grond aaneen laten klonteren, aan de rand van een soort Waddenzee, 225 miljoen jaar geleden. Je vindt er veel pootafdrukken, en ook sporen van de Nothosaurus, een reptiel dat daar leeft en 2 meter lang kan worden. En zo zijn er meer vindplaatsen van fossielen in Nederland. NG
RIJK
De wetenschap die zich met zulke fossielen bezighoudt noemen we de paleontologie. Ze kijkt naar de aard en ontwikkeling van levende organismen. Ze plaatst die in een leefomgeving of ecosysteem (paleo-ecologie). En ze houdt zich bezig met de ontwikkeling van het leven tijdens de geschiedenis van de aarde. Aan het eind van het vorige hoofdstuk gaven we een kort chronologisch overzicht van de diverse tijdvakken op het gebied van geologie en paleontologie. Maar geschiedenis gaat over mensen, dus we zullen de paleontologie verder hooguit te hulp roepen in een historisch kader.
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 20
01-10-13 11:08
________________Hoofdstuk 2: De eerste dierlijke en menselijke sporen
21
WIS T
SLEUTE
Jagers, vanaf 10.000 v.C. OMENT LM
DAT? JE
Hoe zit het met de mens in dit alles? De eerste menselijke sporen vinden we ongeveer 250.000 jaar geleden. Er is een vondst gedaan, ook in de Maasvlakte, van een bot van Neanderthaler, een mensensoort die ongeveer 10.000 jaar geleden uitsterft. Maar het gaat hier vooral om de ‘moderne mens’. We vinden in vroegere tijden uitsluitend jagers, en die leiden in het algemeen een zwervend bestaan. Neem daarnaast de enorme variatie in klimaat die Nederland te zien geeft en je zult begrijpen dat ze zich soms wel twee keer bedenken voor ze zich hier permanent vestigen. Maar dat verandert in ongeveer 10.000 v.C. Dan verbetert het klimaat ingrijpend, zodat de mensen nu steeds vaker hier hun kamp gaan opslaan. Jagers nog steeds, dat wel. Mensen dus die leven van wat ze aan vis en wild weten te vangen, en daarnaast van wat ze in de vrije natuur tegenkomen aan zaden, noten, vruchten, eieren, honing en dergelijke. Maar denk niet te min over die jagers. Het lijkt op het eerste gezicht alsof ze van dag tot dag leven. Wetenschappers van een generatie geleden kijken dan ook een beetje neer op de jagers. Ze denken misschien wel aan de oude fabel van de krekel en de mier. De krekel zingt zomers en legt geen voorraden aan, en de mieren lachen hem ‘s winters hard uit. Maar misschien is de fabel zelf ook wel gekleurd. Misschien is hij wel afkomstig van een maatschappij die aan het overgaan is van jacht naar landbouw. Hij komt van de Griekse dichter Aesopos van wie de Griekse filosoof Aristoteles zegt dat hij een Thracische slaaf is. Misschien heeft Aesopos wel volksverhalen uit zijn geboorteland verwerkt. Moderne wetenschappers wijzen er in elk geval op dat er ook voor het jagersbestaan echt wel planning nodig is. Hoeveel buit heb je nodig? Waar sla je je kamp op? Hoe organiseer je de jacht? En daarbij moet je natuurlijk ook denken aan zaken als drinkwater, brandstof, kleding en ga zo maar door. Van organisatie is er dus zeker al sprake.
SLEUTE
Bovendien is een maatschappij, bestaande uit jagers, niet per definitie statisch. Er zijn ontwikkelingen, bijvoorbeeld in jachttechnieken. Je kunt denken aan het maken van een open plek in het bos die herten aantrekt, of in een andere interpretatie aan hazelaars, met hun zeer voedzame hazelnoten. Daarnaast kun je inspelen op veranderingen in het milieu die kunnen zorgen voor een meer gevarieerde vegetatie en wildpopulatie. Wetenschappers zien tegenwoordig dit soort technieken als een glijdende overgang tussen jagersculturen en landbouwculturen. OMENT LM
De eerste landbouwers zien we rond 5300 v.C. in Nederland. Ze zijn te vinden in Zuid-Limburg en leven eeuwenlang in nauw contact met de omringende jagersvolken. Archeologen maken dit op uit de uitwisseling van diverse ‘artefacten’ – handwerkproducten - die ze ter plaatse vinden. Of een landbouwcultuur ‘superieur’ is aan die van de jagers? Wetenschappers vinden dat een wat achterhaalde vraagstelling. Ze voelen weinig behoefte om waardeoordelen te geven. Zij zien vernieuwingen als de landbouwcultuur als een antwoord op gerezen problemen. En als je zulke problemen niet hebt waarom zou je dan niet gewoon blijven jagen? Daar-
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 21
01-10-13 11:08
22
DEEL I: Vanaf het allereerste begin tot de Bourgondiërs ______________
Hunebedden Tot de meest spectaculaire archeologische overblijfselen in Nederland behoren de hunebedden. Dat zijn stenen grafkelders, vroeger overdekt met grond. Ze komen niet van de Hunnen, zoals de naam lijkt te zeggen, maar van het zogenaamde Trechterbekervolk, genoemd naar de bekers die bij zo’n hunebed worden gevonden. Ze zijn gemaakt van zwerf-
keien die hier tijdens een van de ijstijden terecht zijn gekomen. Hunebedden zijn 5400 jaar oud en zijn in Nederland voornamelijk in Drenthe te vinden. Ze heten naar Huynen of reuzen, aan wie ze in de 17e eeuw worden toegeschreven. Je ziet hunebedden ook wel in Duitsland, Polen, Zweden en Denemarken. Waarschijnlijk zijn het groepsgraven.
bij is het nog maar de vraag of de opbrengsten van het landbouwbedrijf in het begin wel zo florissant zijn. Voor een succesvolle overgang naar de landbouw zijn er drie ontwikkelingen nodig: ⻬ Je moet je ergens vast vestigen zodat er huizen komen in plaats van hutten. ⻬ De productie van stenen handwerktuigen als bijlen en hamers, nodig voor het kappen van bos en het aanleggen van akkers en woonplaatsen.
N
B EL
A
B EL
A
⻬ Het gebruik van aardewerk. G RIJK
NG
Ongeveer 9000 jaar geleden zien we de eerste sporen van landbouw, in het Nabije Oosten. Een belangrijke ontwikkeling is dat men zaden gaat opslaan in plaats van alles wat geoogst wordt meteen op te eten. Belangrijk is ook dat daar dieren als schapen en geiten worden gedomesticeerd, getemd voor gebruik door de mens. Gewassen als tarwe en gerst zorgen ervoor dat de landbouw steeds betrouwbaarder wordt. En deze gewassen komen rond 5300 v.C. vanuit Midden-Europa naar Zuid-Limburg. Voeg daarbij de domesticatie van varken, rund en hond en we zien iets dat al aardig op een boerderij begint te lijken zoals wij die nu kennen. Die boerderij is aangepast aan deze streken. Zo moet je hier bossen ontginnen voordat je aan akkers kunt denken, en kun je hier beter houten boerderijen neerzetten, want die kunnen beter tegen regen dan de lemen huizen uit Zuid-Europa. Ook kun je hier beter runderen en varkens houden, want die zijn geschikter voor bossen dan schapen en geiten.
RIJK
Archeologen geloven dat de boeren en verzamelaars lang naast elkaar zijn blijven bestaan. Toch wint de landbouw, door allerlei vernieuwingen. Op de eerste plaats begint men paarden en runderen te gebruiken als trek- en lastdier, runderen te melken en schapenwol te gebruiken. Bovendien gaat men de ploeg gebruiken. Daarnaast zijn er sporen te vinden van het maken van kaas. Al met al begint het interessant te worden om een gebied te bebouwen, omdat het meer opbrengt dan wanneer je het
00-GeschiedenisNederlandVrDum-boek.indb 22
01-10-13 11:08