Elfde jaargang / nummer 1 / September 2009
Jaarthema De Noachitische geboden / Kanttekeningen bij wijsheidsliteratuur / Israëlzondag over ‘Bij elkaar komen’
Inhoud
3 4 6 7 8 9 10 12 13 14 15 16 17 18 18 19 20
Colofon
De Twaalf Punten van Berlijn Interview met Mechthild Meijer-Langenberg Ga en leer! Aangeboden: de Tora Introductie op het jaarthema De zeven Noachitische geboden Waarom pakte de kerk 'de zeven' niet op? Dostojewski’s ‘Schuld en Boete’ Een echo uit de synagoge Onderwijs voor het leven - kanttekeningen bij Israëls wijsheidsliteratuur Israëlzondag in Haarlem Thema Israëlzondag 2009: Bij elkaar komen Te doen onderweg Post uit de vergetelheid Column Boekbesprekingen Lernen met LEV Varia
Een nieuwe hoofdredacteur, eindredacteur en redactiesecretaris Dit is mijn laatste nummer als hoofdredacteur van Kerk & Israël Onderweg. Sinds 1 juli werk ik als project- en beleidsmedewerker van het programma Kerk in Ontwikkeling. Een stuk van het Kerk en Israël-werk blijf ik doen, zoals het lidmaatschap van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël en het onderhouden van externe contacten. Taken die ik niet meer kan doen worden overgenomen door goedingevoerde collega’s. Zo vervult gemeenteadviseur Floor Barnhoorn onder andere het hoofdredacteurschap van Kerk & Israël Onderweg. Hij krijgt hiervoor meer uren, zodat uiteindelijk hetzelfde aantal uren aan het totwale werk voor Kerk en Israël besteed wordt. Het geheel is dus geen bezuinigingsoperatie! Ook hebben we afscheid genomen van Max Mesman als eindredacteur. Anja de Zeeuw, die al eerder eindredacteur van het blad was, neemt deze positie nu weer in. De redactie is verder uitgebreid met een secretaris: Rijk Roelofse, en een nieuw lid: Kees Schakel. Ook hen heet ik van harte welkom. Sinds 1 juni is Marieke den Hartog niet meer in dienst van de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Op 6 september wordt zij bevestigd als predikant van de protestantse gemeente Sint-Michiels-gestel/Schijndel. We wensen haar veel heil en zegen toe! Marieke den Braber
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
Kerk & Israël Onderweg is een uitgave van de Protestantse Kerk in Nederland en verschijnt vier maal per jaar. Vanuit de onopgeefbare verbondenheid van de christelijke gemeente met het Joodse volk wil dit blad een bron van informatie zijn voor allen die geïnteresseerd zijn in of zich verantwoordelijk weten voor de verhouding van Kerk en Israël. Uitgever: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a 3533 AE Utrecht Postbus 8504 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 18 80 e-mailadres
[email protected] website www.pkn.nl/Kerk&Israel Hoofdredacteur: Marieke den Braber/ Floor Barnhoorn Redactie: René van den Beld, Reinier Gosker, Greetje van der Harst-de Leeuwe, Co Kooman, Rijk Roelofse, Kees Schakel, Bart Seelemeijer, Adri van der Wal Redactieraad: Jan Finnema, Anne-Wil Meeuwissen, Jacobi Vlaming Eindredacteur: Anja de Zeeuw Vormgeving en druk: Opmaak: Interface Communicatie B.V., Ede Druk: Koninklijke BDU, Barneveld Abonnementsprijzen: Particulier abonnement 7 8,50 per jaar (vier nummers) Pakketabonnement 7 3,55 per jaar (vier nummers, vanaf 10 exemplaren) Kerk & Israël Onderweg is voor (visueel) gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op cd-rom (voor de Daisyspeler). Nadere informatie hierover is te krijgen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) te Ermelo, telefoon (0341) 56 54 99 Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden in andere uitgaven. De redactie ontvangt graag een exemplaar van deze uitgaven. Wilt u eigen kopij inzenden? Neemt u dan eerst contact op met de redactie van Kerk & Israël Onderweg:
[email protected]. De redactie kan plaatsing niet garanderen. ISSN 1566-9033 Bij de cover: 'Landschaft mit dem Dankopfer Noahs', schilderij van Joseph Anton Koch (1803). Foto: U. Edelmann - Städel Museum, Artothek
2
ICCJ roept op tot nieuwe toewijding aan de dialoog De Twaalf Punten van Berlijn gepresenteerd Wereldwijd zijn christelijke en Joodse gemeenschappen uitgenodigd om een nieuwe basis te geven aan hun dialoog. Het document met deze oproep is in juli te Berlijn gepresenteerd. Het heet: ‘De Twaalf Punten van Berlijn’. Pieter Goedendorp, predikant te Soest en lid van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël, en Michael Mulder, adviseur van de Raad, waren erbij.
Van 5 tot en met 8 juli vond in Berlijn de jaarlijkse conferentie van de Internationale Raad van Christenen en Joden (International Council of Christians and Jews – ICCJ) plaats. Het thema was: ‘A Time for Recommitment – Jewish Christian Dialogue 70 Years after War and Shoah’. Zo’n 120 deelnemers van over de hele wereld bespraken dimensies van de dialoog tussen Joden en christenen.
Angela Merkel Het thema nodigde ertoe uit de balans op te maken en vooruit te zien. Wat hebben de afgelopen decennia opgeleverd? Welke uit dagingen dienden zich aan? Hoe kunnen Joden en christenen samen de lessen die ze leerden vruchtbaar maken voor de ontmoeting met andersgelovigen? Het werd een conferentie vol hoogtepunten: veelzeggende voordrachten, mooie ontmoetingen en een toespraak van bondskanselier Angela Merkel. De openingszitting mondde uit in de feestelijke ondertekening van een document dat de ruggengraat vormde van het programma voor deze dagen. De ICCJ presenteerde ‘De Twaalf Punten van Berlijn’ als een uitnodiging aan
ICCJ-voorzitter Deborah Weissmann ondertekent de Twaalf Punten van Berlijn.
zowel de Joodse als de christelijke gemeenschappen om aan hun dialoog een nieuwe basis te geven. Een nieuwe basis op een fundament dat vlak na de Tweede Wereldoorlog werd gelegd in het Zwitserse Seelisberg. Daar formuleerden leden van christelijke en Joodse organisaties tien stellingen aan het adres van de kerk die de start markeerden van de ICCJ en tientallen nationale dialoogorganisaties wereldwijd.
nieuwe verhouding tussen Jodendom en christendom. Eén van de verworvenheden van het gesprek is dat de Joods-christelijke betrekkingen niet zozeer worden gezien als een ‘probleem dat op te lossen is’ als wel als een voortgaand leerproces. Een ander resultaat is de vaardigheid om in vertrouwen naar elkaar te blijven luisteren en elkaar te blijven bevragen. Dit is niet alleen een belangrijke opbrengst vàn maar ook opgave vóór de dialoog.
Pieter Goedendorp De Twaalf Punten van Berlijn zijn te raadplegen op www.iccj.org Daar wordt elk van de twaalf oproepen programmatisch uitgewerkt.
22 Nationale dialoogorganisaties waren in Berlijn vertegenwoordigd.
Voortgaand leerproces In haar terugblik op de resultaten van zestig jaar interreligieuze dialoog stelde ICCJvoorzitter Deborah Weissmann vast dat de kerken het appèl van destijds hebben verstaan. De weg werd vrijgemaakt voor een
De Twaalf Punten van Berlijn Een oproep aan christelijke en Joodse gemeenschappen wereldwijd - Een oproep aan christenen en christelijke gemeenschappen 1. om religieuze, raciale en alle andere vormen van antisemitisme te bestrijden 2. om de interreligieuze dialoog met Joden te bevorderen 3. om een theologische beeldvorming van het Jodendom te ontwikkelen die de onderscheidenheid en integriteit ervan bevestigt 4. om te bidden voor de vrede van Jeruzalem.
- Een oproep aan Joden en Joodse gemeenschappen 5. om de inspanningen te erkennen van vele christelijke gemeenschappen aan het eind van de 20ste eeuw om hun houding jegens Joden te hervormen 6. om Joodse teksten en liturgie in het licht van deze hervormingen opnieuw te toetsen 7. om te onderscheiden tussen oprechte kritiek op Israël en antisemitisme 8. om de staat Israël te bemoedigen wanneer hij zich ervoor inzet de idealen uit zijn stichtingsdocumenten te vervullen, een taak die Israël deelt met vele volkeren ter wereld.
- Een oproep aan christelijke en Joodse gemeenschappen en anderen 9. om interreligieuze en interculturele educatie te versterken 10. om interreligieuze vriendschap en samenwerking evenals sociale gerechtigheid in de wereldsamenleving te bevorderen 11. om de dialoog met politieke en economische instellingen te versterken 12. om samen te werken met allen wier werk een antwoord is op de eisen van zorg voor het milieu.
Aan al deze uitdagingen en verantwoordelijkheden verbinden wij, de Internationale Raad van Christenen en Joden ICCJ en zijn lidorganisaties, onszelf. Berlijn, juli 2009
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
3
Interview met Mechthild Meijer-Langenberg Een leven lang leren Mechthild Langenberg werd geboren in Duitsland. Na de oorlog volgde ze er een opleiding tot catecheet. Daar werd ze getroffen door wat ze leerde over het Jodendom. Ze kwam naar Nederland toen ze trouwde met Hans Meijer. Een Joods-christelijk huwelijk. Mechthild en Hans zijn 52 jaar getrouwd. Een interview met deze bijzondere vrijwilligster.
Hoe kwam je in Nederland met Kerk & Israël in aanraking?
Mechthild Meijer-Langenberg, 52 jaar partner in een Joods-christelijk huwelijk.
Door de cursus Theologische Vorming voor Gemeenteleden en mijn eigen bijdrage daaraan. Vanwege mijn afwijkende theologische visie vroeg iemand mij of ik iets kon organiseren met Joodse docenten. Dat was in 1982. Ik heb telefoontjes gepleegd met rabbijnen en Joodse medewerkers en toen is er in Utrecht een cursus gekomen. Daar kwamen mensen naartoe van overal vandaan. Daarna is mij gevraagd om in Driebergen aan de werkgroep Kerk & Israël mee te werken. We waren een werkgroep van zes vrouwen en één dominee, Adriaan van den Berg. Daar hebben we jarenlang met elkaar nagedacht en gediscussieerd. In die tijd heb ik ook veel gelezen en we zijn bij (toen nog) dominee Süss in Amsterdam geweest. Hij heeft met ons gesproken over het Johannesevangelie. Daar moet je je goed in verdiepen om te begrijpen dat Jezus het waarschijnlijk heel anders bedoeld heeft dan later altijd is uitgelegd. Waardoor was jouw visie anders dan die van andere cursisten? Door mijn huwelijk met Hans was ik al langer met het Jodendom bezig. Hij is halfjoods en we gingen samen naar de kerk, maar ook naar de Liberaal-Joodse synagoge in Den Haag. We voelden ons daar ook thuis. Tot mijn spijt hebben we nooit Hebreeuws geleerd. Ik vind dat toch ontzettend belangrijk. In dezelfde tijd zat ik ook in een internationale oecumenische beweging, in een council in Brussel met vertegenwoordigers uit allerlei Europese landen. Op een Nederlandse conferentie heeft professor Piet van Boxel toen gesproken over alle stromingen in Israël in de tijd van Jezus. Dat was voor de meeste mensen iets nieuws. Ik heb op deze conferentie een dia-avond gehouden over Chagall. Ik had me vooral verdiept in de schilderijen waar Jezus met een Joodse gebedsdoek aan het kruis hangt.
waren Joods-christelijke bijeenkomsten. Er kwamen Joodse geleerden van overal vandaan: uit Zwitserland, Zweden en vele uit Amerika. Er waren ook altijd enige Joodse
‘We moeten het visioen en de hoop vasthouden’
Mijn man en ik bezochten samen regelmatig in Aken de bisschoppelijke academie. Daar
deelnemers uit België, Maastricht en Den Haag. Elk jaar was er één themaweek ‘Joden en christenen lezen samen de Bijbel’. Dat waren altijd bijzondere weken. In Aken waren we ook bezig met de passie-
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
spelen in Oberammergau. We zijn ernaartoe gegaan en hebben zelfs gelogeerd bij een regisseur. Bepaalde teksten wilden we veranderen, omdat ze anti-Joods waren. Die veranderingen zijn daarna gedeeltelijk doorgevoerd. Ik was ook bij de ‘geboorte’ van het OJEC (Overlegorgaan Joden en christenen - gvdh). Ik belde Marion Kunstenaar, de latere OJECvoorzitter, op om haar te vragen als spreker voor onze cursus, want zij kon de noodzaak van de Joods-christelijke dialoog heel begrijpelijk overbrengen op beginnende cursisten.
4
De vrouw heeft een groot aandeel op de sjabbatavond. Foto: iStock
‘Wat praten jullie toch over Jezus de Jood?’ Dat had hij nog nooit gehoord of bedacht. Maar Jezus is een Jood, of we het willen of niet. En de boodschap die Jezus gebracht heeft is toch anders dan de boodschap zoals we die eeuwenlang hebben doorgegeven. Die is vervormd door het Griekse denken, dat begon al met Philo. Veel dingen zijn verkeerd vertaald. En als het niet van bovenaf verandert, moet het vanaf beneden: via godsdienstlessen, kinderdiensten en jeugdgroepen. Het is wel zo dat Joodse mensen minder geïnteresseerd zijn in het christendom dan andersom. Er is teveel gebeurd vanaf de christelijke kant. In Nes Ammim in Israël proberen ze ontmoetingen tussen Joodse en Palestijnse Israëli’s te organiseren. Dat zijn vaak jongeren die in één land wonen en elkaar nog nooit gesproken hebben. Daar gebeurt toch iets. Ook moslims komen daar bij. Ik denk dat het gesprek in onze tijd niet meer zonder de islam kan.
Meteen vertelde ze over de plannen om het OJEC op te richten. Een grote groep cursisten heeft ook deelgenomen aan het Leerhuis in Heemstede. Daar zijn Hans en ik ook jarenlang samen naartoe gegaan. Het bijzondere was dat er steeds nieuwe mensen kwamen. En dat het zowel voor nieuwe als gevorderde cursisten interessant was. Het is toch: je leven lang leren. Er bestaan geen domme vragen, alleen domme antwoorden. Jullie hebben altijd met één been in de kerk en met één been in de synagoge gestaan. Hoe heb je dat ervaren? Het zorgde natuurlijk voor veel gesprekken tussen ons als echtelieden, maar het was denk ik het moeilijkst voor onze kinderen. Omdat je niet vanuit het diepst van je hart iets kon overdragen. Ik ervoer het toch als een gespletenheid. Als je uit een Joods gezin komt, hoort dat bij je van kinds af aan. De vrouw heeft een groot aandeel op sjabbatavond en de kinderen worden erbij betrokken, ook op Seideravond. Maar ik kom niet uit een Joods gezin, dus kon ik dat niet doen en dat wilde ik ook niet. Ik heb wel in ons gezin geprobeerd Kerstmis en Pasen anders te vieren dan alleen maar met een kerstboom of met eitjes, maar ik vond het vrij moeilijk om er iets diepers in te brengen. Zijn jullie vaak in Israël geweest? Ja, drie keer. De eerste keer maakten we een rondreis in een bus met een dominee. Het was overweldigend, de plaatsen met alle geschiedenis, het landschap, Massada. De dochter van die dominee woonde in Israël met haar Joodse man en kinderen. Daar zijn we uitgenodigd, dat was een hoogtepunt. De tweede keer was een reis met de werk-
September 2009
groep uit Driebergen. Die reis had als thema de Noachitische geboden. Die werden toegelicht door Joodse docenten. Hebben jullie nog contact met mensen in Israël? Ja, onze vroegere buurjongen is rabbijn in Jeruzalem en ook hoogleraar in de filosofie. Af en toe komt hij voor een lezing naar Nederland. We kennen zijn hele familie. Zijn je ideeën over Israël veranderd in de loop der tijd? Mijn man en ik zijn zo verbonden met Israël dat het ons pijn doet wat daar tussen Joden en Palestijnen gebeurt. We zijn er heel verdrietig over. Maar ik laat de hoop niet los dat er toch een oplossing komt. Vrienden met wie iets ergs is, dat doet pijn. Vind je dat de kerk de onopgeefbare verbondenheid kan volhouden?
'Als het niet van bovenaf verandert, moet het vanaf beneden: via godsdienstlessen, kinderdiensten en jeugdgroepen.' We woonden vroeger ook een conferentie bij van de International Council of Christians and Jews; die is nu een trialoog geworden, dus van Joden, christenen en moslims. We krijgen nog elk jaar een uitnodiging. Daar is ook altijd een aparte ontmoeting voor jongere mensen. Dat geeft mij moed. Want ik weet: daar komen mensen uit allerlei landen naartoe, jonge en oudere mensen, en ze nemen er iets van mee naar huis. Ik denk: we moeten het visioen vasthouden. De hoop ook. Dat is het allerbelangrijkste. Greetje van der Harst
Eerst dacht ik dat er toch wel iets gebeurd is binnen de kerken, een verandering in de visie bij het doorgeven van het christelijk geloof. Maar het hangt wel erg af van de predikanten of medewerkers. Ik denk dat het bij de visie moet horen van de mensen die predikanten opleiden aan de universiteiten en de predikanten in de kerken dat ze het christendom op een andere manier doorgeven. En niet dat ze er alleen op Israëlzondag apart aandacht aan schenken. Wat is de essentie van die visie voor jou? Dat wij door de eeuwen heen het christendom te eenzijdig hebben doorgegeven. Ik vergeet nooit de opmerking van een academicus in een gewone gesprekskring:
Kerk & Israël Onderweg
5
Ga en leer! Aangeboden: de Tora Hoe aan al de volkeren der wereld de Tora werd aangeboden. Niet één wilde eraan. Zijn zelfs de zeven Noachitische geboden de volken nog te veel? Redactielid Kees Schakel voert een verkenning uit in de midrasjim.
Voor de wetgeving Voordat de Heilige, geloofd zij Hij, de Wet aan het volk Israël gaf, vroeg Hij al de volkeren der wereld of zij de Wet wilden aanvaarden. Hij vroeg de zonen van Esau: ‘Willen jullie de Wet aanvaarden?’ De zonen van Esau vroegen: ‘Wat staat erin geschreven?’ Hij antwoordde hun: ‘Pleeg geen moord!’ De zonen van Esau zeiden: ‘Nee en nog eens nee! We willen de Wet niet! Wij kunnen haar niet nakomen want wij zijn immers gewend altijd mensen te doden.’ Hij vroeg de zonen van Ismaël: ‘Willen jullie de Wet aanvaarden?’ De Ismaëlieten vroegen: ‘Wat staat erin geschreven?’ Hij antwoordde hun: ‘Steel niet!’ De Ismaëlieten zeiden: ‘Nee en nog eens nee! We willen de Wet niet! Wij kunnen haar niet nakomen want wij zijn immers gewend altijd van anderen te stelen.’ Zo vroeg de Heilige, geloofd zij Hij, al de volken, en ook niet één wilde de Wet aanvaarden, want ze wilden doorgaan met hun slechte levenswijze waaraan ze gewend waren. Maar toen Hij naar de Joden kwam, antwoordden zij allen meteen eenstemmig: ‘We zullen doen en horen!’ [Sifree* op Deuteronomium 343 (ingekort)] Nederlanders leven van de handel, ze kunnen niet al te krap kijken.
Lachen om een legende Toen ik ooit in een leerhuis Eli Whitlau deze midrasj hoorde vertellen, was ik diep getroffen. Whitlau, docent en auteur over Joodse tradities, actualiseerde vrijmoedig. Hij noemde drie volken die de kans om de Tora te ontvangen voorbij lieten gaan. Hij noemde niet de Edomieten (Genesis 27:40), de Ammonieten/Moabieten (Genesis 19:36) en de Ismaëlieten (Genesis 16:12), maar de Duitsers, Fransen en Nederlanders. De Duitsers kregen de kans de Tora te ontvangen maar zagen ervan af. Niet moorden! Dat gaat tegen hun wezen in. De Fransen zagen niets in de Tora, want geen echtbreuk plegen is niets voor hen. De Nederlanders verwelkomden de Tora ook niet: we leven van de handel en dan kun je niet al te krap kijken. In het leerhuis ontstond een lacherige sfeer. We lachten om anderen en onszelf.
De achtergrond Het is opmerkelijk dat de legende uit Sifree op Deuteronomium niet is ontleend aan een tekst uit het verhaal van de Wet-geving op de Sinai (Exodus 19-20), maar aan een tekst uit de zegen van Mozes (Deuteronomium 33:2). Daarin worden naast Sinai nog Seïr en Paran genoemd. ‘De HEER verscheen vanaf de Sinai, zijn licht bescheen hen van de Seïr, met luister kwam hij van de bergen van Paran.’ Het voorzetsel ‘vanaf’ / ‘van’ is de kapstok waaraan de midrasj wordt opgehangen. God kwam vanaf de Sinai Israël tegemoet, nadat Hij zich eerst tot de Edomieten (Seïr) en de Ismaëlieten (Paran) had gewend. God bood de Tora aan de volken aan, maar zij maken God duidelijk dat geboden als ‘niet moorden’ en ‘niet stelen’ hen tegen de borst stuiten. Dan komt God bij Israël. Israël zegt: ‘We zullen doen en horen’ (Exodus 24:7).
Torarol. Foto: www.tora-voorleesboek.nl
Sifree koppelt aan de midrasj een kritische toespitsing. Iemand liet zijn ezel en zijn hond naar de dorsvloer gaan en belaadde de ezel met een letek graan en de hond met drie sea graan (eenvijfde deel). De ezel ging rustig voort, maar de hond begon te hijgen, en de man wierp een sea van de hond af en legde die op de ezel. Zo ging het ook met de tweede en de derde sea. Zo aanvaardde Israël de Tora met haar commentaren en details en daarmee ook de zeven Noachitische ge boden. De volken zagen niets in de Tora, en wierpen ook het juk af van de zeven geboden die de zonen van Noach hadden aanvaard. Toen God dat zag, gaf Hij ook die aan Israël. Kees Schakel
Een kritische toespitsing Een legende ontstaat niet in een blanco situatie. Sifree probeert Israël een hart onder de riem te steken in de tijd na de vervolging door de Romeinse keizer Hadrianus. Israël heeft een roeping. Niets kan de toewijding aan de Tora ongedaan maken. Het ligt voor de hand in ‘de zonen van Esau’ de Romeinen te zien.
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
*
Sifree = Aramese term voor ‘boeken’, aanduiding van een midrasjverzameling op Numeri en Deuteronomium, waarschijnlijk uit de vierde eeuw.
6
Toelichting van de redactie Jaarthema: De Noachitische geboden In dit nummer en de komende drie nummers van Kerk & Israël Onderweg worden de zeven Noachitische geboden aan de orde gesteld. Ter inleiding lichten we dit jaarthema graag toe. We gaan in op de geschiedenis en op de uitwerking in deze jaargang.
De Noachitische geboden vinden vanzelfsprekend hun oorsprong in het Eerste Testament. In Genesis 2:16 klinkt al een gebod voor alle mensen op aarde. Ook in de geschiedenis van Noach (Genesis 9:4) worden alle mensen aangesproken op hun gedrag. In Handelingen 15 zijn het de leerlingen van Jezus die zich afvragen, vooral op verzoek van Paulus, hoe de bekeerde niet-Joden hun leven het beste kunnen inrichten.
Daarnaast geven we zo veel mogelijk interessante en belangwekkende informatie door die een bijdrage wil zijn om het onderwegzijn van Kerk en Israël op de goede koers te houden. Dat is nodig in een wereld waar nog altijd, of opnieuw, de meest bizarre misverstanden opdoemen over Israël, maar óók over de Kerk. Uw reacties op (en verspreiding van) ons blad stellen we op prijs! René van den Beld
De Noachitische geboden op zich zijn een rabbijnse constructie uit de eerste en de tweede eeuw n.Chr. om niet-Joden onder Joods bestuur deel te doen hebben aan de toekomende wereld.
De Tien Woorden lijken een natuurwet.
In de kerkelijke traditie en daarbuiten gaat het vaak over de Tien Woorden als ware het een natuurwet. Wie kent niet de interviews over de Tien Geboden in dagblad Trouw? Gelovigen en ongelovigen doen er hun dikwijls interessante zegje over, vaak niet gehinderd door enige kennis van de Bijbel. Natuurwet?
Wereldliteratuur Het gesprek met Israël aangaande de betekenis van het Koninkrijk van God zou gediend zijn met bezinning op de Noachitische geboden en pogingen daar praktisch mee om te gaan. Zo vindt u in dit nummer en de komende nummers telkens een bijdrage van een Joodse en van een christelijke auteur. U vindt er óók een poging om via wereldliteratuur, een kunstuiting of een rechtsfilosofische benadering het gesprek te voeren aan de hand van vijf van de zeven geboden.
Vijf geboden In dit nummer gaat het over moorden en stelen. In de volgende drie nummers komen afgoderij, levend dier en het recht aan de orde. Rabbijn Raph Evers en dr. Henk Vreekamp, onder meer oud-medewerker van Kerk en Israël, vormen het duo dat de inhoudelijke toelichting verzorgt. Ondergetekende levert een bijdrage vanuit de wereldliteratuur, namelijk over Dostojewski’s boek ‘Schuld en Boete’.
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
7
Jaarthema De Noachitische geboden Wat zijn de zeven Noachitische geboden? In de Tora worden de zeven Noachitische regels niet systematisch behandeld. In het boek Genesis staan - volgens de Talmoedische traditie - de meeste Noachitische verboden wel aangeduid. Soms - zoals in het verbod op moord - worden ze zelfs expliciet beschreven. De verboden op afgoderij en G-dslastering vinden we niet letterlijk terug in Genesis. Maar die zijn bijna vanzelfsprekend in een religieus systeem. De Tora bevat ook een wet voor niet-Joden, de zeven Noachitische regels. De Tora is niet eenkennig. De Noachitische opdrachten zijn weinig bekend. Om de gedachten te bepalen som ik reeds nu deze zeven voorschriften summier op. Zij luiden: 1. het verbod van afgodendienst 2. het verbod van G-dslastering 3. het verbod van moord 4. het verbod van bloedschande 5. het verbod van diefstal 6. het verbod een lidmaat van een levend dier af te snijden 7. het gebod van rechtspraak. Het verbod van moorden vond ingang bij vrijwel alle volken.
Archeologische ‘bewijzen’ De zeven Noachitische voorschriften zijn gegeven aan Noach na de zondvloed. Deze geboden gelden voor de hele mensheid, omdat alle mensen afstammen van Noach. Wie zich daaraan houdt, komt in het hiernamaals. Er zijn vrijwel geen archeologische bewijzen voor het bestaan van deze wetten van de zonen van Noach in de tijd van Noach zelf, die naar de traditionele Joodse berekening ongeveer 4.000 jaar geleden leefde. Archeologen vonden echter geen afgodenbeelden in de aardlagen van na de zondvloed. Dit zou kunnen wijzen op de grote invloed van de Noachitische voorschriften, die afgoderij verbieden. Maar deze ‘bewijzen’ kunnen nauwelijks tot een sluitende conclusie leiden. Het blijft onduidelijk of dit een gevolg was van het naleven van de Noachitische geboden. Uit oude Joodse bronnen is bekend dat de wetten van Noach eerder overtreden dan in acht genomen werden.
September 2009
Zes wetten waren eerder al aan Adam ge geven. Deze werden herhaald en aangevuld met een zevende gebod toen G-d het verbond van de regenboog met Noach sloot. Dit zevende gebod is het verbod op dierenmishandeling. Voor de zondvloed was het verboden vlees te eten. Maar toen toegestaan werd dieren te doden voor consumptie, was het nodig extra maatregelen tegen dierenmishandeling te nemen.
Rationele gronden De Wijzen van de Talmoed stelden het Noachitische systeem voor als een religie voor de hele mensheid. Het Noachitische G-dsbegrip wijkt niet af van het monotheïsme van Mosje en de Joodse profeten. Het enige verschil tussen het Joods-religieuze systeem en het Noachitische stelsel is van praktische aard. De Talmoed verwacht slechts van de Noachitische bekeerling dat hij of zij de wetten van Noach aanvaardt als resultaat van een G-ddelijke openbaring. Veel Noachitische voorschriften vonden ingang bij vrijwel alle volkeren, zoals het verbod van stelen en moorden, maar zij hebben die niet aanvaard als G-ddelijke wetten. Zij achtten het raadzaam zich aan deze wetten te houden op rationele gronden, omdat een maatschappij daarzonder ondenkbaar is.
bewoning’, wilde daarmee aangeven dat iedereen gehouden is mee te werken aan en menswaardige en behoorlijke bewoning van de wereld. De Noachitische wetten staan in dienst van een menswaardig bestaan, naast hun religieuze waarde. Liefdadigheid - tsedaka - of sociale solidariteit geldt voor de zonen van Noach niet als apart gebod. Maar toen het gebrek aan tsedaka zulke extreme vormen aannam dat de rechters van Sedom - volgens een midrasj op Genesis 18:20-21 - zich geroepen voelden de doodstraf uit te spreken over een meisje dat een arme man een korst brood gaf, handelden deze zonen van Noach in flagrante strijd met het idee van een menswaardig bestaan, het basisbeginsel van vrijwel alle voorschriften van Noach. Juristen zouden hier spreken van ‘strijd met het systeem van de wet’. Omdat de rechters van Sedom dit op gruwelijke wijze deden, werden ze ook streng gestraft. Raph Evers Raphael Evers (Amsterdam, 1954) is rabbijn en verbonden aan het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. Tevens is hij rector van het Nederlands Israëlitisch Seminarium, het opleidingsinstituut voor Joodse leraren en leraressen en rabbijnen.
Het verbod van afgoderij is het meest essentiële van deze zeven verboden. Dit is een fundamenteel geloofspunt, waarzonder alle andere opdrachten niet overeind kunnen blijven. We moeten de zeven wetten niet enkel als zeven regeltjes zien. Het zijn eerder zeven categorieën waaruit vele andere regels voortkomen. Veel van de uitwerkingen van de Noachitische voorschriften komen overeen met de Joodse.
Menswaardig bestaan Evenals in het Jodendom staat in het Noachitisch geloof de eenheid van G-d centraal. G-d bestond voor de aarde bestond en zal blijven bestaan als de aarde niet meer bestaat. Hij is de Schepper van het universum, is onlichamelijk en ondeelbaar: G-d is één. De profeet Jesaja, die in hoofdstuk 45:18 verklaart dat de wereld geschapen is ‘ter
Kerk & Israël Onderweg
8
Jaarthema De Noachitische geboden Waarom pakte de kerk ‘de zeven’ niet op? Onlangs was ik in Antiochië, de stad waar de volgelingen van Jezus voor het eerst ‘christenen’ werden genoemd (Handelingen 11:26). Op het moment dat die nieuwe naam klinkt, zijn we al een eind op weg in het boek Handelingen. Pinksteren is al lang geweest. En nog steeds geen christenen? Nee, nog steeds niet. In deze grot kwamen de eerste christenen te Antiochië samen.
Volgens Handelingen 2 gaat Pinksteren over de viering van Sjavoeot, het Wekenfeest van Israël. Op dit pelgrimsfeest in Jeruzalem zijn aanwezig Joden èn proselieten, heidenen die tot het Jodendom zijn overgegaan. De Geest wordt uitgestort op Israël. ‘In het laatste van de dagen’, zoals de profeten, Joël met name, hadden voorzegd. Na Pinksteren gaan de discipelen ‘gewoon’ weer naar de tempel. En dan duurt het nog een hele tijd voordat Petrus van de verbazing moet bekomen dat de Geest (nota bene!) ook op de heidenen wordt uitgestort (Handelingen10:45). De volgelingen van Jezus zullen een gemeenschap vormen van Joden en heidenen samen, zo is de bedoeling van de Geest.
Minimum-ethiek Daarbij dient zich een praktische vraag aan. Kunnen Jood en heiden binnen die ene gemeente aan eenzelfde tafel zitten en met elkaar eten? Moeten de heidenen niet via de Joodse route de gemeente worden binnengevoerd? Joodse leerlingen van Jezus kunnen het zich niet anders voorstellen. Maar iemand als Paulus vindt van niet. Van heidenen vragen de sjabbat te vieren en zich te houden aan alle andere Joodse voorschriften ten leven? Geen beginnen aan. Vraag aan hen zich te houden aan een minimum aan leefregels.
Over deze kwestie vergaderen ze in Jeruzalem. Jacobus is van mening dat men hen die zich uit de heidenen tot God bekeren niet verder moet lastigvallen, maar dat men hen zal aanschrijven dat zij zich hebben te onthouden van vier dingen: wat door de af goden bezoedeld is, van hoererij, van het verstikte en van bloed. Vier randvoorwaarden van gedrag voor de gelovigen uit de heidenen, dat moet genoeg zijn. Wanneer Jacobus tot ieders instemming deze minimum-ethiek voor niet-Joodse gelovigen heeft geformuleerd, vervolgt hij: ‘Immers Mozes heeft van oudsher in iedere stad, die hem prediken, daar hij elke sabbat in de synagoge wordt voorgelezen’ (Handelingen 15:21). De vijf boeken van Mozes worden wekelijks gelezen in de synagoge en daarom leeft Israël aan de hand van de daaruit afgelezen 613 geboden en ver boden. En daarom kan van de kinderen van Noach, de niet-Joden, worden gevraagd zich volgens diezelfde boeken van Mozes (Genesis 9:1-7) te houden aan een minimum, van vier of - in latere uitgebreide vorm - van zeven voorschriften. Met andere woorden: de plaats en het leven van de gelovigen uit de volken is verbonden met de blijvende voorlezing van Mozes in de synagoge.
Een weg terug? De vraag is: waarom heeft de kerk zich niet aan dat minimum gehouden tot op de
Antiochië heet nu Antakya. Foto: Henk Vreekamp
dag van vandaag? Een antwoord is: omdat de kerk uit de volken haar plaats niet meer kende op den duur. Zij verbrak in de loop van de vierde eeuw definitief de band met de synagoge. Zij beschouwde de Tien Geboden als kern van de voorschriften door God gegeven. Daarmee nestelde de kerk zich op de plaats van Israël en werkte zij zichzelf in de nesten, omdat bijvoorbeeld een gebod als dat van de sjabbat door haar nooit in acht werd genomen. De zondag had toen al voorgoed de plaats van de zevende dag ingenomen.
De zeven geboden van Noach gaan over de ‘vreze Gods’ Is er een weg terug van de Tien naar de Zeven? In elk geval zou de kerk op die zoektocht de kans lopen de plaats beter te leren kennen die haar gegeven is: haar oorspronkelijke plaats van ‘de Godvrezende heiden’ rondom de synagoge. De zeven van Noach gaan nu juist over die ‘vreze Gods’, over het minimum van de eerbied die deze aarde bewoonbaar en leefbaar wil houden. Je zou bij deze eerbiedige grondhouding, uitgedrukt in de Noachitische geboden, kunnen denken aan de nieuwe inzet van onze kerkorde. Het ‘delen in de aan Israël geschonken verwachting’ bij het uitzien naar Gods koninkrijk kun je heel goed invullen als een gaan op de weg van de Noachitische voorschriften. Henk Vreekamp Henk Vreekamp is onder meer oud-medewerker van Kerk en Israël.
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
9
Jaarthema De Noachitische geboden 'De motvlinder vliegt ooit tegen de lamp' De wereldliteratuur bevat algemeen menselijke thema’s als componenten van menselijke beschaving. Of juist ontsporing daarvan. We zouden kunnen spreken van wereldliteratuur als midrasj bij de Noachitische geboden. Welke rollen vervullen Raskolnikov en Sonja Marmeladow?
In ‘Schuld en Boete’ van de Russische schrijver F.M. Dostojewski is de rechtenstudent Raskolnikov een moordenaar. In een beschouwend gesprek over misdaad met politiecommissaris Porfiri zegt de laatste: ‘De motvlinder vliegt ooit tegen de lamp.’ Raskolnikov betrekt het op zijn eigen situatie na de moord, zonder het te laten merken. Of toch? Hoe functioneert het geweten en door welke ideeën wordt het gevoed? En hoe wordt het schuldige geweten ontlast? Twee van de zeven Noachitische geboden zijn: niet moorden en stelen. Wat voor de volkeren geldt, betreft zeker de Kerk die met Israël zoekt naar de betekenis van het Koninkrijk van God. Dostojewski wil in deze eerste grote roman (1861) de complexiteit van de menselijke geest aantonen. Armoede, dood en schuld zijn daarbij terugkerende thema’s. Er zijn schachten in de menselijke ziel waarin motieven voor menselijk gedrag schuilgaan waar een mens geen weet van heeft. In een oprecht gesprek zullen mensen elkaar daarin kunnen herkennen én vergeven. Waar vindt zo’n gesprek plaats? Meestal niet in de rechtszaal! In elk geval is dat (te) laat.
moord. Horen we de echo van de terrorist die de Twintowers omver vliegt…? Het milieu van de armoede creëert de moordenaar. Voor Raskolnikov ligt daar zijn rechtvaardiging voor moord op de woekeraarster. Dat bijgeval haar dochter Lisaweta toevallig in de ruimte aanwezig is, is collateral damage - bijkomende schade. In zijn vele koortsdromen rakelt Raskolnikov nog eens op: ‘Gewicht, maat, rekenkunde alles moest kloppen! En zo koos ik dan van alle luizen de meest nutteloze uit en ik nam me voor als ik haar dood had geslagen, slechts zoveel af te nemen als ik voor mijn eerste stap nodig zou hebben... …O wat kan ik me goed in de
‘Profeet’ verplaatsen, die met de sabel in de vuist in het zadel zit: Allah heeft het bevolen, dus gehoorzaam, sidderend creatuur.’ Zijn koortsdromen zijn de plaats voor de bizarre gedachten die rijkelijk in het menselijke onderbewustzijn aanwezig zijn en louter door beschaving worden getemd. De Noachitische geboden! De Tora!
Verhaal van Lazarus Het thema is dus: wat is schuld? Ook al klaagt de wet aan, daarmee is het aanvaarden van de strafmaat nog geen teken van boete of berouw. Uiteindelijk bekent Raskolnikov de moord. In de epiloog blijkt
F.M. Dostojewski
Koortsdromen De arme Raskolnikov doodt een woekeraarster en haar dochter Lisaweta met een bijl. Ideeën die hem zelf als redelijk voorkomen, brengen hem tot deze daad. In het gesprek met Porfiri komt een artikel ter sprake dat Raskolnikov geschreven heeft. Het artikel gaat over het Napoleonmotief: ‘Ik heb er heel gewoon op gewezen dat een ‘buitengewoon’ mens het recht heeft… ik bedoel natuurlijk niet dat hij een wettelijk gesanctioneerd recht zou moeten hebben, maar dat hij in zichzelf het recht heeft zijn geweten het overschrijden van bepaalde beperking te veroorloven, echter alleen als doorvoeren van een hem beheersende idee dit vereist - het kan hier immers een idee betreffen dat zegenrijk is voor de gehele mensheid.’ Grote geesten staan soms boven de wet. Hier ligt de kern van het recht om te moorden voor Raskolnikov. Van dat idee komt hij niet af, al blijft voor Raskolnikov moord wél
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
10
Sonja werpt bij Raskolnikov een nieuw licht op boete doen.
dat hij, inmiddels in Siberië, nog altijd niet overtuigd is van de onjuistheid van zijn motief. Er valt wél een ander licht op. Hoofdpersoon in het boek is óók Sonja Marmeladow, dochter van een drankzuchtige welbespraakte ambtenaar. Sonja biedt mannen haar fragiele lichaam aan om met het verdiende geld het ouderlijke gezin te onderhouden. Sonja is zeer godsdienstig. ‘Wat geeft God je voor je rechtschapenheid?’ vraagt Raskolnikov tijdens een bezoek aan haar, niet als prostituant maar als iemand die groot respect voor haar heeft. In dat gesprek vraagt Raskolnikov om hem het evangelie van de opstanding van Lazarus voor te lezen. ‘Waarom eigenlijk? U gelooft er toch niet aan? Fluisterde ze moeilijk ademhalend.’Lees! Ik wil het’ hield hij vol. ‘Je hebt het Lisaweta ook voorgelezen.’ Na lang aarzelen leest ze trillend: ‘Er lag een man ziek, genaamd Lazarus’. Het hele verhaal volgt, inclusief de passage waarin de Joden opmerken dat
Jezus Lazarus, zijn vriend, zeer liefhad. In een ander gesprek komt Raskolnikov tot de erkenning dat hij gemoord heeft vanuit zijn eigen motieven. Hij heeft zichzelf ook vermoord, belijdt Raskolnikov. Wat nu nog te doen om te leven? Het aangrijpende advies van Sonja is: ‘Ga ogenblikkelijk naar een kruispunt, buig en kus eerst de aarde die je bezoedeld hebt; buig dan voor de hele wereld, naar alle vier windstreken en zeg daarbij hardop zodat iedereen het kan horen: “Ik heb gemoord!” Dan zal God je weer leven schenken Doe je dat? Doe je het?’, vroeg ze over haar hele lichaam sidderend.
Een nieuw leven Sonja raadt Raskolnikov aan zich aan te geven en biedt aan om mee te gaan naar Siberië. Zo geschiedt het, na nog vele gebeurtenissen. In Siberië is ze bij hem en bezoekt hem in de barak. Raskolnikov kreeg vermindering van dwang-
arbeid omdat hij alles wat hem ten laste is gelegd niet heeft ontkend. Onder zijn hoofdkussen ligt het Nieuwe Testament. Zijn gedachten richten zich nu niet meer op zijn gelijk, maar hij vraagt zich af met Sonja zo dichtbij: ‘Moet mijn gevoelsleven niet tenminste de richting van het hare zoeken?’ Met dit geschenk begint een nieuw leven, maar dat zou een volgende vertelling behoeven. Zo eindigt Dostojewski zijn boek. De wereldliteratuur als midrasj bij de Noachitische geboden? Zijn de Sonja’s van deze wereld, de rechtvaardigen (tsaddikim) te zien? Ze leggen de betekenis van schuld open, zelf zijn ze onschuldig slachtoffer. Ze werpen een nieuw licht op boete doen. Zou het boek daarom in het Duits ‘Schuld und Sühne’ heten? René van den Beld
Studiereis januari 2010 Bestemming: Israël en de Palestijnse gebieden Data: 7-17 januari 2010 Thema: Dialoog in het ‘Heilige Land’ Aandachtspunten: ontmoeting, religie, politiek en spiritualiteit. Excursies maken deel uit van het programma. Verblijf in Nes Ammim (zie foto’s) en in Jeruzalem. Reisleiders: drs. Douwe van der Sluis en prof.dr. Simon Schoon Doelgroep: religieus en politiek geïnteresseerden
September 2009
Prijs: € 1.360 Zie voor het volledige programma: www.simonschoon.web-log.nl Info en aanmelding via e-mail:
[email protected] vóór 1 november
Kerk & Israël Onderweg
11
Synagogen in Nederland Middelburg In deze rubriek komen aspecten van Joodse synagogen in Nederland aan bod.
Een echo uit de synagoge op elke zondagmorgen Schriftlezingen op Sjabbat en feest- en treurdagen in de synagoge
September 2009 5 september Ki Tavo - Als je komt. Deuteronomium 26:1-29:8; Jesaja 60:1-22. 12 september Nitsavíem - Aangetreden. Deuteronomium 29:9-31:30. Wajelech - En hij ging. Jessja 61:10-63:9. 19 september Rosj Hasjana eerste dag. Genesis 21:1-34; Numeri 29:1-6. Nieuwjaar 5770 - 1 Samuël 1:1-2:10. 20 september Rosj Hasjana tweede dag. Genesis 22:1-24; Numeri 29:1-6; Jeremia 31:2-20. 26 september Haäzínoe - Neig het oor. Deuteronomium 32:1-52. Sjabbat Sjoeva - de sjabbat van inkeer Hosea 14:2-10; Joël 2:15-27. 28 september Jom Kippoer - Grote Verzoendag. Leviticus 16:1-34; Numeri 29:7-11, Jesaja 57:14 - 58:14 (ochtend); Leviticus 18:1-30 (middag); Jona; Micha 7:18-20.
Foto: Micha de Vries
Verscholen achter een poortje ligt tussen de stadstuinen in Middelburg een onverwacht monument. Het opschrift in Hebreeuwse letters boven de deur laat zien wat zich erachter bevindt, een beth ha knesset, huis van samenkomst, het oudste in de mediene. Sinds 1705 komt hier de Joodse gemeenschap samen. Het gebouw bleef gespaard bij de grote brand die in mei 1940 het hart van Middelburg verwoestte, maar werd tijdens de bevrijding van Walcheren in 1944 getroffen door een Engelse granaat. Bij de wederopbouw van de stad werd de synagoge min of meer ‘vergeten’. De in 1987 opgerichte stichting Synagoge Middelburg kon met financiële hulp van overheden, fondsen en donateurs in 1994 de herbouwde synagoge inwijden, het mikwe (het rituele bad in de grond) werd tot gedenkplaats. Sindsdien is dit monument springlevend! De Joodse Gemeente Zeeland houdt hier de wekelijkse diensten, de stichting Synagoge geeft rondleidingen en houdt ‘s zomers open huis op donderdagmiddag. Een bezoek waard! Heleen Pasma Meer informatie op www.synagogemiddelburg.nl en www.joodszeeland.nl.
December 2009 5 december Wajisjlach - En hij zond. Genesis 32:4-36:43; Obadja 1:1-21 12 december Wajeesjev - En hij zette zich. Genesis 37:1-40:23; Zacharia 2:14-4:7 Chanoeka - Inwijdingsfeest eerste dag - Numeri 7:1-17 19 december Mikeets - Aan het einde. Genesis 41:1-44:17; 1 Koningen 7:40-50 Chanoeka - Inwijdingsfeest achtste dag - Numeri 7:54-8:4 26 december Wajigasj - En hij naderde. Genesis 44:18-47:27; Ezechiël 37:15-28
Oktober 2009 3 oktober Soekot - Loofhuttenfeest. Leviticus 22:26-23:44; Numeri 29:12-16. eerste dag Zacharia 14:1-21. 4 oktober Soekot - Loofhuttenfeest. Leviticus 22:26-23:44; Numeri 29:12-16. tweede dag 1 Koningen 8:2-21. 10 oktober Slotfeest. Deuteronomium 14:22-16:17; Sjemini Atseret - achtste dag - Numeri 29:35-30:1; 1 Koningen 8:54-66. 11 oktober Simchat Tora - Vreugde der Wet. Deuteronomium 33:1-34:12; Genesis 1:1-2:3; Numeri 29:35-30:1; Jozua 1:1-18. 17 oktober Beresjiet - In het begin. Genesis 1:1-6:8; 1 Samuël 20:18-42 24 oktober Noach - Noach. Genesis 6:9-11:32; Jesaja 54:1-55:5. 31 oktober Lech Lecha - Ga jij. Genesis 12:1-17:27; Jesaja 40:27-41:16. November 2009 7 november Wajera - En Hij verscheen. Genesis 18:1-22:24; 2 Koningen 4:1-37. 14 november Chajee Sara - De leeftijd van Sara. Genesis 23:1-25:18; 1 Koningen 1:1-31. 21 november Toledot Jitschak - De geslachten van Jitschak. Genesis 25:19-28:9; Maleachi 1:1-2:7. 28 november Wajetsee - En hij vertrok. Genesis 28:10-32:3; Hosea 11:7-13:5. *Vervolg linkerkolom
Kees Schakel
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
12
Kanttekeningen bij Israëls wijsheidsliteratuur (1) Onderwijs voor het leven Zo gemakkelijk is het menselijk leven niet. Het vergt karaktervorm ing en stuurmanskunst om de weg te vinden in het leven. Israëls wijzen wilden daar hun steentje aan bijdragen. In Israëls wijsheids-literatuur (Job, Spreuken, Prediker, Jezus Sirach, de ‘Spreuken der Vaderen’ enzovoorts) ligt hun onderwijs voor het leven opgeslagen. We besteden in alle nummers van deze jaargang aandacht aan een aspect van deze wijze literatuur. Wijs is in dit bijbelse genre wie zich door Gods wijsheid laat leiden. Daarom ligt het begin (Spreuken 1:7; Jezus Sirach 1:14) en de voltooiing en bekroning (Jezus Sirach 1:1618) van de wijsheid in het ontzag voor God. Israëls wijzen hadden hun evenknieën in landen om Israël heen. Zo kennen we bijvoorbeeld het oud-Egyptisch geschrift ‘Onderwijzing voor het Leven’ van de rijksambtenaar Amen-em-Ope, mogelijk geschreven rond 1100 v.Chr. Amen-em-Ope legde aan het einde van zijn leven zijn inzichten vast op een papyrusrol, met als bedoeling om zijn zoon en wie het verder wilde lezen wegwijs te maken in het leven1.
Wijsheid is een erfenis Wijs is wie ter zake kundig is, inzicht heeft, in staat is om de juiste middelen te vinden en te gebruiken. Dat wordt uitgedrukt met het Hebreeuwse bijvoeglijk naamwoord chakam. Dat is in onze taal verbasterd tot ‘goochem’. De ‘Dikke van Dale’ levert daarbij de omschrijving: ‘slim, geslepen, gewiekst’. Bepaald niet hetzelfde! Israëls wijsheidsliteratuur komt voort uit een didactische setting. De vraag was: hoe verwerf je wijsheid? Antwoord: door (be)oefening en zoek een leraar, een ‘vader’. De wijsheid is een erfenis van generatie op generatie. Er is in terug te vinden dat Israël in allerlei culturen heeft geleefd. Waarbij de wijzen zeiden: als je wijsheid deelt, wordt zij niet minder maar meer. Zodat het zich laat vergelijken met wat Jezus deed bij de wonderbare broodvermenigvuldiging.
Wijsheid wordt meer als je haar deelt. Dit gebeurde ook bij de wonderbare broodvermenigvuldiging.
Elf leefregels Het gaat in de wijsheid om de kern der dingen. Israëls wijzen hebben die geprobeerd in verhalen en puntige formuleringen neer te leggen. Zij constateren hoe in de Tora door de Eeuwige 613 leefregels zijn gegeven, 365 verboden (overeenkomstig het aantal dagen van het jaar) en 248 geboden (overeenkomstig het aantal lichaamsdelen van een mens). Maar volgens rabbi Simlai, zo wordt gesteld in het tractaat Makkot 23b– 24a (deel van de Talmoed), reduceerde koning David deze tot elf, zoals geschreven staat in Psalm 15: HEER, wie mag gast zijn in uw tent, wie mag wonen op uw heilige berg? 2 Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is, wie oprecht de waarheid spreekt. 3 Hij doet aan lasterpraat niet mee, hij benadeelt een ander niet en drijft niet de spot met zijn naaste. 4 Hij veracht wie geen achting waard is, maar eert wie ontzag heeft voor de HEER. Zijn eed breekt hij niet, al brengt het hem nadeel, 5 voor een lening vraagt hij geen rente, hij verraadt geen onschuldigen voor geld. Wie zo doet, komt nooit ten val. Daarna reduceerde Jesaja deze tot zes, zoals geschreven staat in Jesaja 33:15-16: 15 Wie rechtvaardig leeft en de waarheid spreekt,
wie woekerwinst door afpersing weigert, wie aangeboden steekpenningen afwijst, wie niet wil toehoren als een moord wordt beraamd, wie niet kan aanzien hoe het kwaad geschiedt – 16 hij zal hoog hierboven wonen, veilig in de onneembare rotsburcht; in zijn brood wordt voorzien, aan water is nooit gebrek. Na hem reduceerde Micha ze tot drie, getuige Micha 6:8: 8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. Jesaja geeft een samenvatting in twee geboden, in Jesaja 56:1: ‘Handel rechtvaardig, handhaaf het recht.’ Amos kan van één gebod spreken: ‘Zoek de HEER’ (Amos 5:4). Habakuk vatte ze eveneens samen in één woord: ‘De rechtvaardige zal door zijn geloof leven.’ (Habakuk 2:4). In die lijn is Jezus evenzeer een wijsheidsleraar, als Hij Tora en profeten samenvat in de ene ‘gulden’ regel in Matteüs 7:12 / Lucas 6:31: ‘Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen.’ Adri van der Wal 1
Hildo van Es, ‘De kunst van het sturen. Spreuken uit Egypte en Israël’, Delft (Meinema) 1985.
Kerk & Israël Onderweg krijgt andere verpakking Met ingang van het volgende nummer ontvangt u Kerk & Israël Onderweg in milieuvriendelijk 'maisfolie'. Dat ziet er iets grauwer uit, maar het is composteerbaar, in tegenstelling tot het heldere folie. U kunt het dus gewoon in bij het groene afval doen! Met ingang van het volgende nummer ver andert er nog iets: in het colofon komt dan het FSC-keurmerk. FSC is de afkorting van
Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer). Deze internationale organisatie stimuleert verantwoord bosbeheer en heeft daarvoor wereldwijd standaarden opgesteld. Houden boseigenaren zich daaraan, dan kan hun bos worden gecertificeerd. Het papier voor Kerk & Israël Onderweg komt dus uit dergelijke, duurzaam beheerde bossen. Dat was overigens al enkele jaren zo, maar
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
pas nu mag het FSC-keur geplaatst worden omdat de drukker sinds kort ook aan de FSCrichtlijnen voldoet. De Protestantse Kerk geeft onder andere hiermee uitvoering aan haar beleid op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
13
Dissertatie dr. A.H. Drost Gods barmhartigheid als basis voor het denken over Israël ‘Ondanks alles blijft Gods barmhartigheid jegens Israël.’ Tot deze visie komt dr. A.H. Drost op pagina 371 van het proefschrift waarop hij aan de Vrije Universiteit te Amsterdam promoveerde. Hij bedoelt daarin het concrete, bestaande Israël, en niet Israël als theologische notie. Drost is voorzitter van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël.
Drost is in zijn dissertatie op zoek naar een theologie die recht doet aan dat concrete Israël. Hij gaat uitvoerig in gesprek met drie Nederlandse protestantse theologen uit de twintigste eeuw die van grote betekenis zijn geweest voor de bezinning op Israël: K.H. Miskotte, A.A. van Ruler en H. Berkhof. Het grootste deel van zijn boek is gewijd aan een weergave en evaluatie van wat zij hebben gezegd over de verhouding tussen Israël en de kerk. Drost geeft dat met grote precisie weer, ook in hun ontwikkelingsgang. Hij constateert dat bij alle drie Israël tot model voor de mens wordt, waardoor de zelfstandige relatie van God met Israël in haar concrete hoedanigheid naar de achtergrond verdwijnt (pagina 370). Israël wordt daardoor een begrip uit het verleden.
Het draait om Israël Miskotte, Van Ruler en Berkhof zien elk op eigen wijze vanwege de afwijzing van Jezus als Messias door Israël een discontinuïteit in de relatie God-Israël; na de komst van Christus is Israëls bijzondere positie voorbij. Drost waardeert alle drie om vele goede inzetten, maar hij
laat sterke kritiek horen op hun christologische inzet. Zij schrijven namelijk de verwerping van Jezus als Messias toe aan het volk Israël als geheel, maar, zegt Drost, Jezus was in de diaspora niet bij allen bekend. Jezus is door een deel van Israël verworpen. Volgens Drost biedt de Godsleer een oplossing. In die context is de komst van Christus geen nieuwe inzet. Christus’ komst ligt juist in lijn met de relatie van God met Israël (historische en theologische continuïteit). God is dus niet veranderd. Via zijn relatie met Israël wil God de andere volken bereiken. In zijn barmhartigheid (een kernwoord bij Drost) handhaaft God onverkort zijn woord aan Israël tot op vandaag. De voortzetting van de relatie van God met Israël is niet afhankelijk van Israëls handelen als verbondspartner, maar ligt in God zelf. Drost benadrukt tevens een eschatologisch perspectief, juist door zijn concreetheid. In dat eschatologisch perspectief met zijn universele strekking is er hoop voor de wereld. Het draait volgens Drost echter steeds om Israël. De kerk heeft zijns inziens geen recht op zending onder Israël. De kerk heeft door de geschiedenis haar recht van spreken verloren.
Haarlem-Centrum: Een bijzondere Israëlzondag
Meer horen Drost schreef een gedegen studie over de drie genoemde theologen. De eigen stelling komt in slechts elf bladzijden ter tafel (pagina’s 370-380). Dat is veel te mager. Ik had daar graag meer gehoord. Drost noemt daar een reeks Bijbelse teksten zonder ze te exegetiseren. Zo lijken zij zijn standpunt te versterken (onder andere Jeremia 31 en Romeinen 11). Daar heb ik mijn vragen bij. Ik wil zeker meer van hem horen over de passage Romeinen 15:8-13. Adri van der Wal A.H. Drost, ‘Is God veranderd? Een onderzoek naar de relatie God-Israël in de theologie van K.H. Miskotte, A.A. van Ruler en H. Berkhof’, Zoetermeer (Boekencentrum) 2007. 408 blz. ISBN 978 90 239 2218 6. Prijs € 29,90.
In het volgende nummer van Kerk & Israël Onderweg verschijnt een interview met onder andere dr. A.H. Drost.
De Haarlemse Bavokerk. Foto: Hans Vissers
Hoe vestigt de protestantse gemeente Haarlem-Centrum de aandacht van gemeenteleden op het werk van Kerk en Israël? De activiteiten worden gekoppeld aan de Israëlzondag in oktober. Een groepje mensen bereidt samen met de predikant de kerkdienst voor. Half augustus beginnen we daarmee, met behulp van de spullen die aangereikt worden in de folder. In die dienst proberen we wat extra’s te doen: Hebreeuwse liederen gezongen door de cantorij, speciale muziek, een verhaal, dansers, of iets maken. We proberen ook met de kinderen wat te doen. We hebben een keer het verhaal van Gideon uitgebeeld. Toen mochten de kinderen in de kerk kruiken kapot slaan op de vloer en (in plaats van fakkels) zaklantaarns meenemen,
daar schenen ze de mensen mee in de ogen. Ergens rond die tijd is er nog een speciale activiteit: een bezoek aan de synagoge, een tentoonstelling van tekeningen van Chagall of een praatje over de Dode Zeerollen. Vorig jaar bezochten we de Joodse begraafplaats.
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
Joodse feesten Vroeger besteedden we eens per jaar aandacht aan de Joodse feesten. Voor het thema Poerim mochten de kinderen verkleed komen, voor Grote Verzoendag hebben we een sjofar (ramshoorn) geleend, voor Chanoeka een kandelaar. Zo beeldden we het uit. Volgend
jaar willen we de tentoonstelling van Ruud Bartlema over het Hebreeuwse alfabet in huis halen. De gemeente reageert heel enthousiast. De dienst op de Israëlzondag is bijzonder, met aparte muziek, altijd heel mooi. We proberen het zichtbaar te maken. Kerk en Israël Haarlem
14
Israëlzondag 2009 Thema: ‘Bij elkaar komen’ De eerste zondag van de maand oktober is voor de Protestantse Kerk in Nederland ‘Israëlzondag’. Op deze ene zondag in het jaar geven we, meer dan anders, uiting aan onze onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Deze zondag valt op 4 oktober.
Voor de lezers van Kerk & Israël Onderweg – en alle mensen die ook maar iets met Kerk en Israël hebben – is de Israëlzondag en dus ook die verbondenheid met het volk Israël min of meer vanzelfsprekend. Natuurlijk geef je daar – al of niet met behulp van het materiaal dat jaarlijks in een handreiking verschijnt – aandacht aan! Maar hoe bereik je al die anderen? Hoe overwin je de aarzeling, weerzin soms, die ook in onze kerken leeft rond alles wat met Israël te maken heeft?
Juist nu
de verschillende standpunten rondom Israël en de Palestijnen leren kennen. ‘Jezelf verplaatsen in het standpunt van een ander, zonder dat je de standpunten van de ander onherroepelijk overneemt.’ Dat is ook voor volwassenen zeer wenselijk, over de zin van Israëlzondag gesproken! Onlangs (4 tot 10 juni 2009) is er ook wereldwijd de Week voor Vrede in Palestina en Israël gehouden. Kerk in Actie gaf in dit kader – samen met andere organisaties – een bundel verhalen en gedichten uit: ‘Kom vanavond met verhalen’.
Uiteraard klinkt de naam ‘Israël’ wekelijks in onze kerken, als volk van God, als volk van het Oude Testament en hopelijk ook als bakermat van Christus. Maar de actualiteit – de gebeurtenissen in Israël en de Palestijnse gebieden – maken ons huiverig om die onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël centraal te stellen. En moeten wij dan in onze gemeente een Israëlzondag houden? Ja, juist nu moeten we volop ‘gaan’ voor zo’n Israëlzondag. Juist omdat het zo’n gevoelig en moeilijk onderwerp is!
Leren om het leven De Israëlzondag valt dit jaar samen met het Loofhuttenfeest (Soekot). Vandaar dat de handreiking hier – in combinatie met het thema – nader op in gaat. Tijdens dit feest komt men 7 dagen lang bij elkaar om de tocht door de woestijn te herdenken. De tijd van het leren om te leven. Dat is een belangrijke bezigheid: vertellen, samen gesprekken voeren. In dialoog leer je, en leer je de ander kennen. Tijd voor bezinning! De preekschets ‘Vreugde is een bijbelse opdracht!’ sluit aan bij de synagogelezing, Leviticus 22:26-23:44, het schema van de feesten. Het liturgisch materiaal helpt om de liturgie en de gebeden vorm te geven. De Joodse bijdrage gaat in op de betekenis van ´bij elkaar komen´ in de Joodse traditie. Er is ook een bijpassend kinderverhaal met suggesties voor de verwerking. Voor voorgangers is het een uitdaging om onze verbondenheid zó te verwoorden dat we niet wegkijken van het fysieke Israël, maar juist in de ‘spanning van de tijd’ theologisch lef en karakter tonen. De handreiking – maar zeer zeker ook de talloze goede artikelen in Kerk & Israël Onderweg – bieden volop materiaal.
Het thema van dit jaar ‘Bij elkaar komen’ is geïnspireerd door verschillende Bijbelteksten en door de kern van het werk van Kerk en Israël: we willen mensen in de kerk bij de Joodse wortels van hun geloof brengen. Onopgeefbare verbondenheid betekent ook dat je elkaar wilt ontmoeten. Dialoog is heel belangrijk. En dat niet alleen in Nederland, tussen kerk en synagoge, maar ook in Israël.
Floor Barnhoorn Floor Barnhoorn is gemeenteadviseur van de Protestantse Kerk.
De handreiking verwijst hierbij direct naar de website www.holyswitch.nl. Op die website kunnen jongeren ‘alles voor hun werkstuk over het MiddenOosten’ vinden, maar dat is natuurlijk niet het belangrijkste doel. Op die website kunnen we
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
15
Te doen onderweg Aankondigingen van activiteiten, waaraan lezers dit kwartaal kunnen deelnemen.
Uitgebreide info op onze web rmatie vindt u in de age nda site, www.p kn.nl/kerk& israel.
In de provincie Friesland Beetsterzwaag. De Olterterper Kring organiseert in de Buorskip, Vlaslaan 26, op 28-09 een optreden van Kees Posthumus met de voorstelling ‘Calvijn op bezoek’. Cursus ‘De kredietcrisis van het Credo’ is op 26-10, 23-11, 14-12, 18-01, 15-02 en 15-03. De cursus ‘Bijbelse figuren in het licht van de ontmoeting met Jodendom en islam’ op 12-10, 09-11, 07-12, 04-01, 01-02 en 01-03. Inlichtingen: (0512) 51 51 28. Sneek. In de Zuiderkerk, Rienck Bockemakade 7 worden door de commissie Kerk en Israël op 15-9, 13-10, 10-11, 12-01, 09-02 en 08-03 avonden gehouden over verschillende onderwerpen. Sprekers zijn respectievelijk B. Gijsbertsen, mw. J. Bazuin, H. Vreekamp, H. Hein-van der Hoek, H.J. Hamoen en G. Cohen Stuart. Inlichtingen: (0515) 41 71 22.
In de provincie Drenthe Emmen. Centrale Bibliotheek, Noorderplein. Kerk en Israël Emmen. 28-10 prof.dr. C.J. den Heyer over ‘De betekenis van de profeten in Israël’. Inlichtingen: (0591) 61 07 94. Hoogeveen. Classis Hoogeveen Kerk en Israël. De Haven, Van Echtenstraat 37. 22-09 prof.dr. H. Jansen: ‘Jeruzalem een stad van Joden, christenen en moslims’. Ned. Herv. Kerk te Noordscheschut. 05-11 Dr.ir. J. van der Graaf: ‘Het gesprek met Israël’ onderscheiden dus van: ‘Zending onder Israël’.
In de provincie Overijssel Dalfsen. Werkgroep Kerk en Israël. De Overkant, Kerkplein 22. Thema: Synagoge en ecclesia - kerk en synagoge. 29-09 dr. E. Ottenheijm, 13-10 prof.dr. C.J. den Heyer, 17-11 drs. D. van der Sluis en 08-12 dr. M. van Loopik. Inlichtingen: (0529) 43 40 75.
September 2009
Enschede. St. Het Twentse Leerhuis in Opstandingskerk, Zonstraat 9. 16-09, 30-09, 21-10, 04-11 en 18-11. Thema: ‘Sara’. 27-01, 10-02, 24-02, 10-03 en 24-03. Thema: ’Geweld niet gewild - Vragen rondom Bijbel en geweld’ Inlichtingen: (053) 476 15 49.
In de provincie Gelderland Ermelo. Zendingskerk, Harderwijkerweg 10. Op 06-10 spreekt ds. S. van der Zee over Elie Wiesel en op 13-10 over het Onze Vader in relatie tot het Joods gebed. Inlichtingen: (0341) 35 48 60. Harderwijk. Veldkampkerk, Veldkamp 1. Werkgroep Bijbels Hebreeuws. 07-09 P. Oussoren. Een gesprek over dilemma’s van de Hebreeuwse grondtekst. Maandagen van de oneven weken. Leesgroep o.l.v. Lucas de Groote. Start september: Lesgroep Bijbels Hebreeuws voor beginners o.l.v. Margreet en Gerard Minnaard-Reijneveld. Inlichtingen: (0320) 24 54 84. Oosterbeek. Leerhuis Oosterbeek houdt in de Vredebergkerk, Van Toulon van der Koogweg 3, avonden over Jeruzalem. Op 13-10, 27-10, 10-11, 24-11 en 08-12, 12-01, 26-01, 09-02, 23-02 en 09-03 spreken resp. T. Sip, L. Mock, P.C. Beentjes, M. van Loopik, C.J. den Heyer, mw. rabbijn M.L. van Praag, A.C. van Heusden, imam A. van Bommel, T. Sip en mw. H.A. Pool. Inlichtingen: (026) 334 06 41.
In de provincie Utrecht Doorn. Kerk & Israël Doorn in de Koningshof, Kerkplein 1. 06-10 prof.dr. S. Schoon: Israël en Palestina, een eeuwig en onoplosbaar conflict? 10-02 dr. M. van Loopik: Abraham, Vader van vele generaties. Inlichtingen: (0343) 41 44 53 Driebergen. Tenachon Leerhuis Maranatha/ Morgensterkerk, Melvill van Carnbeeklaan 34.
Kerk & Israël Onderweg
12-10, 19-10, 26-10 en 02-11. Thema: ‘Toepassing en gebruik van Tenachteksten in het Nieuwe Testament’ door dr. M. van Loopik. Inlichtingen: (0343) 53 13 92.
In de provincie Noord-Holland Hoofddorp. Classicale werkgroep Kerk en Israël, Marktpleinkerk. 15-10 prof.dr. A. van der Heide: Jodendom en christendom als zusterreligies. 19-11 S. Bouman: Israël en het Midden-Oosten. 21-01 A. van der Wal: Paulus, een leven in dienst van geloven. 18-02 prof.dr. C.J. den Heyer: Joodse achtergrond van de brief aan de Galaten. 18-03 ds. R. van den Beld: Paulus opnieuw beluisterd. Inlichtingen: (023) 564 23 23. Amsterdam. De gasthuisgemeente organiseert in het Gasthuis, Arie Biemondstraat 103, 3 cursussen Hebreeuws onder leiding van ds. C. Schakel. Inlichtingen: (020) 644 88 11. Sidra-avond: elke woensdag lezen en studeren uit de 5 boeken van Mozes. Leerdienst 1e zondag van de maand t/m 06-12. Nagesprek.
In de provincie Zuid-Holland Alphen aan den Rijn. Maranathakerk, hoek Raadhuisstraat/Jongkindt Coninckstraat. Leerhuis van de classicale Werkgroep. 26-10 en 09-11 prof.dr. M. den Dulk: ‘De Bergrede’, gezien vanuit christelijke visie. 15-02 en 22-02 dr. M. van Loopik Inlichtingen: (0172) 21 24 86. Barendrecht. Werkgroep Kerk en Israël. Dorpskerk 25-10 rabbijn dr. Tzvi Marx: ‘Een muzikale reis door de Joodse liturgie’ Informatie: (0180) 61 84 56. Volgende uitgave: 4 december 2009. Activiteiten voor 1 oktober opgeven bij de redactie. E-mail:
[email protected]. Vermeld tevens datum, plaats en tele foonnummer. Postadres: Postbus 8504, 3503 RM Utrecht.
16
Post uit de vergetelheid De expositie ‘Post uit de vergetelheid’ is in september te zien in de synagoge van Enschede. Authentieke brieven, kaarten en postzegels illustreren alledaagse gebeurtenissen in de Joodse getto’s. Ze tonen de nazi-propaganda en geven in vogelvlucht de geschiedenis van de concentratie- en vernietigingskampen weer. Reinier Gosker was bij de opening van de expositie in Kamp Westerbork.
Naar aanleiding van de Holocaust Memorial Day vond op 29 januari een bijeenkomst plaats in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Daarbij werd de expositie ‘Post uit de vergetelheid’ officieel geopend. Het materiaal is afkomstig uit de privé-collectie van Bennie Vlaskamp, bestuurslid van de stichting Sobibor. Begin jaren ’90 kocht hij op een vlooienmarkt in Warschau twee originele postkaarten uit Dachau. De aankoop vormt inmiddels de kern van een hele collectie die hij in de loop der jaren heeft aangelegd. De expositie was te zien in Westerbork, maar gaat als ‘reizende tentoonstelling’ door Nederland. Ze bestaat uit achttien panelen met kopieën van briefjes en kaarten uit meer dan twintig verschillende concentratie- en vernietigingskampen. In twee vitrinekasten zijn de originele postkaarten te zien.
Opmerkelijke postkaart Als op 30 januari 1933 rijkspresident Von Hindenburg de macht aan Adolf Hitler overdraagt, komt de nazi-propaganda gelijk op gang. Met ansichtkaarten en voorbedrukte enveloppen dringen de nazi’s door tot in alle huisgezinnen in Duitsland. De latere Rijkspostminister Wilhelm Ohnesorge, een fanatiek volgeling van Hitler, stelt de hele bedrijfstak ter beschikking van de nazipropaganda tot meerdere eer van Hitler. De expositie toont een opmerkelijke postkaart met de beeltenissen van Frederik de Grote, Otto von Bismarck, Paul von Hindenburg en Adolf Hitler, met als bijschrift: ‘Wat de koning veroverde, de vorst vormde, de veldmaarschalk verdedigde, redde en verenigde de soldaat.’
tratiekamp was vrij om de regels aan te scherpen of af te zwakken, en dat gebeurde ook.
Wisselgeld De expositie vraagt aandacht voor de wijze waarop de nazi’s het thuisfront van de gedeporteerde Joden misleidden. Standaardzinnen als ‘Wij bevinden ons in een werkkamp en het gaat ons goed’ waren het wisselgeld voor de rest van het bericht. Aandoenlijk is het korte briefje, bestaande uit precies dertig getelde woorden, dat de moeder van Evaatje Leiss vanuit een verzamelkamp in Praag stuurde aan haar dochtertje in Pilsen: ‘Lief Evaatje! Denk aan jou, heb geen nieuws, schrijf wat je doet, ben je gezond? Ik ben gezond, heb je al dingen uit Praag? Schrijf meteen een kaart. Veel groeten en kussen, Moeder’. En al even indringend is het briefje waarmee de expositie opent: ‘Mijn lieveling! Het gaat goed met mij. Maak me echter zorgen om jou. Kerstavond zal ik alleen doorbrengen, opdat niemand mij in mijn gedachten aan jou en Eva stoort. Met heel mijn wezen bij jou, Talka’.
Aanvankelijk lieten de nazi’s niet toe dat er post vanuit de concentratiekampen verzonden werd. Maar het uitblijven van ieder levensteken veroorzaakte onrust bij het thuisfront van de gedeporteerden. In Dachau, het eerste Duitse concentratiekamp, werden regels opgesteld voor het postverkeer: Duits als verplichte schrijftaal, melding van geboortedatum en gevangenennummer, beperkt aantal woorden, controle en handtekening van de Blockführer, maximaal twee berichten per maand. Ieder werk- of concen-
Bij de opening van de tentoonstelling werden brieven voorgelezen, die tijdens de oorlog in kamp Westerbork geschreven waren, of bij deportatie uit de trein gegooid: ‘Liefste allen, eindelijk is het dan zover. Wat wij zoo lang vreesden. Juist komen ze ons waarschuwen dat we op de lijst staan, en er niet af kunnen. Dus moeten wij ons in het onvermijdelijke schikken. Wij hoopten nog steeds ondanks alles dat we elkaar spoedig weer zouden zien, maar helaas dit is voorlopig niet
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
mogelijk. God geve dat alles nog terecht komt, maar het is nu zoveel moeilijker geworden. Voor jullie hoop ik dat God jullie moge zegenen en behoeden. Wij zullen flink zijn hoor! Voor allen een dikke afscheidszoen. Moe’. De tentoonstelling is vanaf 31 oktober tot half december 2009 te zien in de Ontmoetingskerk te Zuidwolde. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bennie Vlaskamp, mailadres:
[email protected] Reinier Gosker Meer informatie op www.stichtingsobibor.nl, www.synagoge-enschede.nl en www.deontmoetingskerk.nl
17
Boekbesprekingen Een verborgen leven ‘Hoelang kun je de holocaust als schuldige blijven aanvoeren? Is dat wel eerlijk om te zeggen, of ben ik nu te hard voor mijzelf? Natuurlijk zal het me altijd bijblijven. Maar zijn we niet allemaal ergens het slacht offer van? Jij van dit, ik van dat. Ik zal voor mezelf spreken; het is al lang geleden afgelopen. Ik moet ophouden me te verstoppen achter ‘mijn oorlog’.’ Deze gedachte schiet de schrijfster door het hoofd terwijl ze luistert naar een toespraak tijdens de crematie van haar man, die enkele dagen eerder zelfmoord pleegde. Waarom deed hij dat?
Jonge denker over Jodendom In de serie ‘Jonge denkers over grote religies’ schreef Hella van den Elshout een prachtig essay over het religieuze Jodendom in Nederland. Ze laat zien wat onze Joodse buren beweegt om praktiserend Jood te zijn, orthodox of progressief. Bij alles wat aan de orde komt wordt gevraagd naar de reden ervan. Wie is Jood? Wat is Tora? Hoezo koosjer? Waarom sjabbat? Wat te denken van homoseksualiteit, zionisme en de staat Israël? Telkens blijkt het antwoord niet gevonden te worden in het een óf het ander, maar in het verbinden van het een mét het ander. Vanuit het veelvoudige leven zoekt de religieuze mens verbinding met wat één en eeuwig is. De telkens verschillende antwoorden van Elisa Klapheck, Leo Mock, Mieneke
Joods Amsterdam ‘Als geen andere stad in Nederland heeft Amsterdam een joodse geschiedenis.’ Zo openen J. Stoutenbeek en P. Vigeveno de inleiding op hun gids ‘Joods Amsterdam’ die in 2008 in vijfde (herziene) uitgave verscheen. Stoutenbeek en Vigeveno beschrijven vierhonderd jaar Joods Amsterdam. Op talrijke plaatsen in de stad is de Joodse aanwezigheid tastbaar en op alle terreinen van het leven. Er blijkt een rijk geestelijk en maatschappelijk leven. In de gids wordt aandacht besteed aan synagogen, bedrijven, huizen, monumenten, et cetera. Buurt voor buurt worden ze behandeld. De beschrijvingen volgen op een plattegrond van de buurt.
September 2009
De schrijfster is Johanna Reiss. Ooit onderduikkind in Ussulo, bij Enschede. Over die periode schreef ze haar boek ‘De Schuilplaats’ op aanraden van haar Amerikaanse echtgenoot, met wie zij in augustus 1969 langs de plekken van weleer reist. Terwijl zij met de kinderen nog enkele dagen bij familie logeert, keert hij alvast terug naar Amerika. Daar maakt hij een einde aan zijn leven. In ‘Het verborgen leven’ gaat de schrijfster op zoek naar een antwoord op de vraag waarom. Een zorgvuldig geschreven boek vol associaties en herinneringen. Reinier Gosker Johanna Reiss, ‘Een verborgen leven. Herinneringen aan augustus 1969’. Em. Querido’s Uitgeverij BV, Amsterdam 2008. 217 blz. ISBN 978 90 214 34 353. Prijs € 19,95. Johanna Reiss. ‘De schuilplaats’. Em. Querido’s Uitgeverij BV, Amsterdam 1972, 9e druk 2005. 160 blz. ISBN 90 451 0189 0. Prijs € 19.95.
Milgram-Weinreb en Yarden Roos illustreren de veelkleurigheid van het boekje. Terwijl het één en eeuwig zijn van God er als een rode draad doorheen geweven is. Wie iets wil begrijpen van het religieuze Jodendom in Nederland leze dit boekje aandachtig! Reinier Gosker
Column Dag van Respect
Ik had de Dag van Respect horen luiden, maar wist niet waar de klepel hing. Op de site www.dagvanrespect.nl zag ik wie de klok aan het beieren had gebracht: rabbijn Awraham Soetendorp. Het idee ontstond na de moord op Theo van Gogh en de brand op een islamitische basisschool in Uden in november 2004. ‘Uit een gesprek met de vier toenmalige ministers van Economische Zaken, Vreemdelingenzaken, Justitie en Financiën is de Dag van Respect geboren. Het idee is om kinderen uit te leggen wat respect inhoudt.’ Het initiatief groeide uit tot een project waaraan in 2007 1.000 basisscholen meededen. Ministers, Kamerleden, burgemeesters en wethouders, cabaretiers, topsporters en andere BN’ers gaven gastlessen in groep 7 en 8. Dag van Respect. Kinderen uitleggen wat respect inhoudt. Dit jaar wordt de dag gehouden op 12 november. Blijven er nog 364 dagen over om het aan de grote mensen uit te leggen.
Hella van den Elshout, ‘Jodendom’. Ten Have, Kampen 2008, 126 blz. ISBN 978 90 259 5818 3. Prijs € 15,-.
Een aparte paragraaf is besteed aan Joodse begraafplaatsen. Ook bevat de gids een adressenlijst. Het adres van het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) op pagina 248 is inmiddels gewijzigd. Deze gids met zijn beschrijvingen, zijn citaten en zijn vele illustraties is een must voor ieder die (Joods) Amsterdam wil verkennen. Een kleinigheid: de naamgever van de synagoge op het Jacob Obrechtplein heette niet Dron Schuster, maar Aron Schuster (pagina 209).
Het woord respect komt uit het Latijn. Respicere. Omkijken. Om je heen kijken! Dat deden de rijke Romeinen bij het wandelen in vreemde steden om niet beroofd te worden door tasjesdieven. Zij hadden ‘respect’, zeg maar: bodyguards! Ik ben geen latinist, maar waarom kan re-spicere niet ook vertaald worden met het betekenisvollere ‘omzien’? Niet naar wie sterker is dan wij en die ons bedreigt, maar naar wie zwakker is dan wij en die dáárom ons ‘respect’ verdient. Reinier Gosker
Adri van der Wal J. Stoutenbeek/P. Vigeveno, ‘Joods Amsterdam’, KM Publishers, Zutphen 2008, 256 blz. ISBN 978 90 75979 05 3. Prijs € 17,50.
Kerk & Israël Onderweg
18
Lernen met LEV Mirjam In deze rubriek bespreken medewerkers van de Stichting LEV (Leren en Vernieuwen) gedeelten uit de Tora. Stichting LEV ontwikkelt o.a. studiemateriaal voor leerhuizen en ‘lerngroepen’. In de 39e Sidra (afdeling van de week) Choekat (Numeri 19:1-20:29) staan we stil bij Numeri 20:1, de dood van Mirjam.
Opdracht: Lees Numeri 20:1. Probeert u eens zicht te krijgen op de vraag: Op welk moment sterft Mirjam? Van welke eerste maand is hier sprake?
Wandelend geheugen Haast terloops lezen we over de dood van Mirjam. In een bijzinnetje wordt verteld: ‘Mirjam stierf daar en werd daar begraven’. Als je heel snel leest, lees je er zomaar overheen. Maar er is alle aanleiding om hierbij stil te staan. We staan op een keerpunt in het verhaal van de Uittocht en de Intocht in het land Israël. In het eerste deel van het boek Numeri staat de generatie van de Uittocht centraal. Na bijna 40 jaar is deze eerste generatie na de Uittocht uit Egypte (bijna) uitgestorven (Numeri 14:30-35). We krijgen nauwelijks iets over de gebeurtenissen in die afgelopen 40 jaar te lezen. Enkele dieptepunten komen aan de orde (zie de vorige bijdrage over Korach in het juninummer 2009) en pas in Numeri 33 krijgen we in vogelvlucht een opsomming over deze periode. De Tora lijkt deze jaren zwijgend te passeren. Tot we aankomen bij hoofdstuk 20:1: ‘Toen kwamen de kinderen Israëls, heel de gemeente, in de eerste maand in de woestijn Tsin, en het volk woonde in Kadesj…’ Welke eerste maand is dat? Rasji (Rabbi Sjlomo Jitschaki, 1040-1105, Frankrijk) leest dit vers als volgt: ‘De gehele gemeente, […], want zij die moesten sterven in de woestijn, waren gestorven en deze waren bestemd tot leven.’ (Rasji op Num. 20:1)
De taak van Mirjam hier op aarde is voltooid. Zij – en met haar de laatste moeders en grootmoeders net voor haar – was het wandelend geheugen. Zij wist van de situatie in Egypte, zij had er een persoonlijke herinnering aan, en natuurlijk ook aan de uittocht. Al deze ervaringen, de daden van God, heeft zij overgedragen aan de nieuwe generatie. (Hirsch, The Pentateuch, Numbers, p. 364, geparafraseerd) Het is goed om in herinnering te brengen dat Mirjam vele jaren ouder was dan Mozes. En dat Mirjam in tegenstelling tot Mozes, tot de uittocht haar hele leven lang onder het juk van Egypte heeft geleefd. Zij geeft haar herinneringen door aan de nieuwe generatie. Het is nu aan die nieuwe generatie om verder te gaan.
Rechtvaardige Dit is niet alles wat we hierover kunnen zeggen. Als we de plaats van onze tekst in Numeri 20:1 nader beschouwen, dan zien we dat deze tekst ingeklemd is tussen twee tekstgedeelten. Het eerste tekstgedeelte – vóór de dood van Mirjam – bevat de voorschriften over de Rode Koe (Numeri 19). Deze rode koe wordt geofferd en verbrand en de as wordt gebruikt ‘ter bereiding van het water der reiniging en is een middel tot ontzondiging’ (Numeri 19:9). Het tweede tekstgedeelte – ná de dood van Mirjam – gaat over een tekort aan water, dat tot twist leidt en uiteindelijk tot de ‘zonde’ van Mozes en Aäron (Numeri 20:2-13).
En op dit moment sterft Mirjam. Waarom sterft zij juist hier en nu? Hirsch (S.R. Hirsch 1808-1888, Duitsland) zegt in zijn commentaar op Numeri daarover:
Rasji zegt hierover: ‘Daar stierf Mirjam’ (Numeri 20:1). Waarom volgt het gedeelte over de dood van Mirjam op het gedeelte van de rode koe? Om je te zeggen: zoals offers verzoenen, zo verzoent de dood van rechtvaardigen. […] ‘En er was geen water voor de gemeenschap’ (Numeri 20:2). Hieruit [kunnen we afleiden] dat zij [het volk] al de veertig jaar de bron hadden vanwege de verdienste van Mirjam.’ (Rasji op Numeri 20:1-2)
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
De eerste generatie is gestorven. Dat betekent dat deze eerste maand de eerste maand van het veertigste jaar is (Numeri 33:38). Hier begint dus een nieuw hoofdstuk met een nieuw begin.
Mirjam, geschilderd door de Oostenrijker Anselm Friedrich Feuerbach (1862).
Rasji rekent Mirjam een vooraanstaande positie toe op grond van de plaats in het verhaal. Dankzij Mirjam heeft het volk steeds genoeg water in de woestijn. En nu zij overleden is, ontstaat er een gebrek. Een gebrek dat nogal consequenties heeft voor het vervolg: de zonde van Mozes en Aäron! Rasji legt ook een verband met de voorafgaande tekst. Zoals in het voorgaande sprake is van verzoening door offers, zo is ook hier sprake van verzoening, door de dood van de rechtvaardige Mirjam. De traditie ziet Mirjam niet alleen als het wandelend geheugen, maar ook als een rechtvaardige! Niek de Wilde Voor meer informatie: www.stichtinglev.nl. Telefoon: 06 40 22 89 23.
19
Varia
Studiemiddag 60 jaar ICI Op maandag 5 oktober wordt een studiemiddag gehouden over zestig jaar geschiedenis van het Interkerkelijk Contact Israël (ICI). Na de catastrofe van de Tweede Wereldoorlog en de vernietiging van het grootste deel van de Joodse gemeenschap in Nederland werd het ICI in 1946 opgericht als kerkelijk overlegorgaan voor bezinning op de relatie met het Jodendom. In het ICI participeerden hervormden, gereformeerden, christelijk-gereformeerden, doopsgezinden, baptisten, remonstranten, vrije evangelischen én de vereniging van messiasbelijdende Joden Hadderech. Er werd een sterke solidariteit met de staat Israël opgebouwd.
messiasbelijdende Joden in de kerk, en de toenemende roep om gerechtigheid voor de Palestijnen. Sprekers op de studiedag zijn Marieke den Braber (protestantse perspectieven), Marcel Poorthuis (rooms-katholieke perspectieven), PThU-hoogleraar Dineke Houtman, een van de sprekers
Iets leuks beleefd? En een geslaagde activiteit voor Kerk & Israël? Laat het ons weten. Voor een nieuwe rubriek zijn we op zoek naar leuke initiatieven en inspirerende dingen op het gebied van Kerk en Israël. U kunt mailen naar kerk.
[email protected] Wie weet neemt de redactie dan contact met u op!
Thea Ornstein (over de visie van Hadderech) en Dineke Houtman (over de beoefening van de judaïca). Er zal ruime gelegenheid zijn voor discussie. Aan het eind wordt een studie over de geschiedenis van het ICI aangeboden, geschreven door de kerkhistoricus Gert van Klinken. De leiding van de dag is in handen van ds. Hedde Biesma en deken Frans Zwarts.
Het ICI heeft de opkomst van het leerhuis en de bestudering van de judaïca door christenen bevorderd. Het orgaan heeft vastgehouden aan zijn uitgangspunten: bestrijding van het antisemitisme, bevordering van het gesprek van Kerk en Israël en serieuze studie van de judaïca. Een belangrijke versterking vond plaats in 1974, toen de Katholieke Raad voor Israël (KRI) toetrad. Uitdagingen voor het ICI in de jaren tachtig en negentig vormden de discussies rond de plaats van de
Datum: 5 oktober, 13.00 - 17.00 uur. Locatie: Protestants Landelijk Dienstencentrum, Joseph Haydnlaan 2a, 3533 AE Utrecht. Doelgroep: iedereen met belangstelling voor de recente geschiedenis van Kerk en Israël in Nederland. Aanmelden:
[email protected]
Mini-symposium ‘Wees heilig!’ Op woensdag 30 september houdt het Centrum voor Israëlstudies (CIS) in samenwerking met uitgeverij Boeken centrum een mini-symposium naar aanleiding van het verschijnen van ‘Wees heilig! Joden en christenen luisteren naar Leviticus 19', de vierde publicatie van het CIS. In dit symposium wordt het gesprek over de uitleg van dit bijbelgedeelte voortgezet. Twee sprekers zullen op de artikelen in deze bundel reageren: dr. M. van Loopik, Joods publicist, en dr. A.J. Plaisier, scriba van de Protes tantse Kerk in Nederland. Zij gaan ook in op het belang van deze gezamenlijke luisteroefening.
Datum: 30 september, 13.30 - 16.00 uur. Locatie: Christelijke Hogeschool Ede, Oude Kerkweg 100, 6717 JS Ede Toegang is vrij. Aanmelden:
[email protected]
In het komende nummer • Een interview met de voorzitter en secretaris van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël, dr. A. Drost respectievelijk de heer J. Wesseling. • Meer over de Noachitische geboden.
September 2009
Kerk & Israël Onderweg
20