Fanfare Aloysiana De fanfare "Aloysiana" is een van de oudste zo niet de oudste vereniging binnen Landgraaf. Het was kapelaan P. Römkens (1e kapelaan van 1844 tot 1863) die voor de opluistering van de sacramentsprocessie in 1862 het initiatief nam voor de oprichting van de fanfare. Hij kreeg daarbij de medewerking van het adelijke familie Von Schaesberg. De pastoor was in die tijd M.H.J. Bursgens. Rijksgraaf Rudolph von Schaesberg stelt op 22 oktober 1867 de volgende verklaring op: "Endes unterzeichneter erkläre hiermit, dass ich dem Kirchenvorstande zu Schaesberg eine Fahne zur Benutzung übergebe und zwar zum Gebrauche für die Musikgesellschaft Harmonie zu Schaesberg, jedoch mit der ausdrücklichen Bestimmung dass diese Fahne nur zur würdigen und Wahrhaft christlichen Zwecken benutzt werde. Sollte die Musikgesellschaft Harmonie zu Schaesberg bis auf 12 Mitglieder zusammenschmelzen, so betrachte ich dieselbe als aufgelöst und ist dann der Kirchenvorstand zu Schaesberg verpflichtet mir die Fahne zur weitere Verfügung darüber wieder zurückzestellen."
Het vaandel, dat uit 1866 is, is nog steeds in het bezit van de fanfare en had in die tijd een waarde van 2200 francs. Al in 1870 organiseerde de fanfare het eerste muziekfestival en in 1872 nam ze deel aan een groot muziekfeest in Visé. Door de economisch slechte situatie in de landbouw moesten veel dorpsgenoten ver buiten de regio werk zoeken. Veelal trok men dan op maandag te voet richting Duitsland en dan kwam men op zaterdag weer te voet terug. Er was dus geen tijd om muziek te maken.
In 1890 wordt de vereniging nieuw leven ingeblazen in het lokaal van Louis Jongen aan de Hoofdstraat. Lid werden toen de heren F. Triepels, P. Triepels, P.J. Triepels, J. Horsch, P. Aretz, H. Sporck, J. Tevis, H. Kamp, L. Jongen. Jos van Melick, Joh. van Melick, W. Wetzels, J. Frings, J. Heuten en H. Schröder. De heer Schröder was voorzitter en Jos van Melick de dirigent. In 1895 organiseerde de toenmalige harmonie weer een muziekfeest. Hieraan werd door 18 muziekverenigingen deelgenomen. In 1895 wordt de heer Quaedvlieg, burgemeester. Bij de gelegenheid van de kroning van Koningin Wilhelmina wordt in 1898 een feest gehouden in een weide van de familie Leunissen in de Streep. 1906 is een jaar waar men lange tijd liever niet over sprak. De fanfare viel uiteen in twee groepen. Een groep bleef de naam Aloysiana voeren met als dirigent M. Gerards uit Kerkrade en de andere noemde zich "Caecilia" en had Jos van Melick als dirigent. Wat in Nieuwenhagen niet gebeurde, gebeurde in Schaesberg wel. In 1912 fuseerden de beide verenigingen op aandringen van pastoor Schatten en burgemeester Quaedvlieg weer tot één muziekgezelschap. Voorzitter werd Herman Schröder, secretaris W. Wetzels en penningmeester J. Tevis. Tijdens de mobilisatie van 1914 tot 1918 ging het financieel zo slecht, dat dirigent Verstappen ontslagen moest worden. Dominicus Haas, die pistonist in de vereniging was, nam het dirigentschap gratis op zich. Ook werden leden van de vereniging in die tijd onder de wapenen geroepen zoals bijvoorbeeld Frans Joseph Horsch die in de begintijd van de mobilisatie in Kampen gelegerd was. Onder de leiding van Dominicus Haas (van de Hoofdstraat) werd menige prijs behaald en maakte de fanfare promotie. In 1923 gaf de jury in Thorn aan dat de vereniging over het algemeen over slechte instrumenten beschikte. Door de heren H. Reuters en W. Wetzels werd een geldactie opgezet. Die bracht voor die tijd het gigantische bedrag op van 365 gulden. Daar kon men toen 7 instrumenten voor kopen. In 1931 nam Willem Wetzels de voorzittershamer over van Herman Schröder, die ondertussen 50 jaar lid van de vereniging was. Op 23 februari 1934 komt Herman Joseph Alexander Schröder op 75 jarige leeftijd te overlijden en draagt de fanfare hem ten grave. In de crisistijd ontstaan weer financiële problemen. 40 leden zetten er echter extra de schouders onder om bij het 75 jarig bestaan weer nieuwe instrumenten te kunnen aanschaffen. In de oorlogsjaren is het in het openbaar maken van muziek verboden. De instrumenten worden veilig opgeborgen om te voorkomen dat ze in vreemde handen vallen. Bovendien zijn er in deze tijd andere zorgen. Direct na de bevrijding worden de repetities hervat onder leiding van J. Wetzels. Math Wouters wordt in 1946 dirigent.
Bestuursleden uit die tijd zijn de heren: Beckers (bakkerij Aroma), Jo Cruts (Pieterstraat), Math Jung, Schröder, Cilissen (schoenmaker Streep), L. Winthaegen (voorzitter), Zenden, L. Omloo (secretaris), aannemer Reinartz (Dormig), Jan Gulpers (Op de Heugden) en Frans Joseph Horsch uit de Pieterstraat (d'r Horsche Joep). Bestuur: 1e rij: Beckers, Jo Crüts, Herman Schröder, L. Winthaegen, dirigent Wouters, Zenden (vader van Frans), Omloo. 2e rij: Math Jung, Cillissen, Joep Horsch, Jan Gulpers, aannemer Reinartz Het verenigingslokaal was inmiddels al vele jaren het Streeperkruis geworden. Daar werd op zondagmorgen gerepeteerd in de grote zaal. Van 1953 tot 1956 was de heer Maassen uit Simpelveld dirigent; van 1956 tot 1958 Math Henssen uit Nuth en in 1958 komt Math Wouters weer terug. In 1956 wordt mr. J.H.J. Drijkoningen tot 1961 voorzitter. Hij woonde aan de Streeperstraat in het herenhuis dat gebouwd was door burgemeester Quaedvlieg. In 1952 werd het 90 jarig bestaan gevierd in een feesttent in een wei van de familie Cuypers aan de Hoofdstraat. Het volgende weidefeest was het 95 jarig bestaan. Nu in een wei van de familie Haas die direct aan de Markt grensde. In een weiland aan de Pastoor Schattenstraat stond in 1962 de feesttent ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan. Toen werd ook de drumband opgericht. Ondertussen was de heer G.M. Boosten voorzitter van de fanfare geworden. Hij had een fabriek aan de Baanstraat. Ook was de tijd van het alleen maar dragen van een hoofddeksel verleden tijd. De fanfare werd in blauwe uniformen gehesen met een witte pluim op de pet.
Installatie van de drumband met deken Mertens. Rechts achter hem staan de bestuursleden o.a. Beckers, Cillissen, Boosten.
Frans Joseph Horsch was een van de spelende leden die in de vorige eeuw in de wijde omgeving bekend stond. Wie kende hem in de muziekwereld niet! Toen hij in 1965 overleed was hij meer dan 60 zestig jaar lid van de fanfare geweest. In 1964 was hij hiervoor nog onderscheiden met de speld met Robijn die opgespeld werd door Joep (Jozef) Boermans tijdens een feest-avond in het Streeperkruis. In 1904 kwam hij bij de vereniging in eerste instantie speelde hij bugel. Toen hij in 1906 in dienst moest speelde hij in het muziekkorps van het bataljon in Maastricht. Op oude foto's is hij echter of te zien als vaandeldrager of de grote trom. Zijn grootste bekendheid dankt hij echter aan het slaan van de grote of dikke trom. Daarom had hij als bijnaam "d'r busche busch" in een lied over Schaesberg "d'r Schwemelebem"volgt daar nog op "doa kunt d'r Horsche Joep). Veelal liep naast hem zijn vriend Harrie Wetzels van de Markt die de deksels had.
Nadat hij meerdere keren bij het uittrekken van de vereniging met de trom gevallen was, gaf hij het instrument met pijn in het hart in 1960 over. De fanfare had nog even geprobeerd om de trom op een karretje te zetten en getrokken door een jonge jongen. Dat gebeurde maar een keer want Joep was zo kwaad dat hij zijn trom op een hardere manier speelde dan normaal en het karretje van links naar rechts ging. Dat kon men niemand aan doen. Daarna werd hij ere bestuurslid. In die zestig jaar heeft hij menige bestuursfunctie gehad waaronder die van secretaris. Hij had de zeldzame bronzen legpenning van de gemeente Schaesberg en ontving in 1965 als eerste de "Orde van Verdiensten" van de carnavalsvereniging voor zijn enorme inzet voor het verenigingsleven van Schaesberg. Hij was niet alleen lid van de fanfare maar hij was ook lid van de turnvereniging Frisch Auf, toneelvereniging St. Barbara, Werkliedenbond en noem maar op. Ook was hij koninklijk onderscheiden. Wat maar weinigen weten is, dat hij in de oorlog ook bij het verzet was evenals zijn vriend Jacob Jongen, de Schaesbergse historicus. Joep bewerkte zijn land en had ook illegaal varkens. Mensen die niets te eten hadden klopten nooit te vergeefs bij hem aan. Aad de Haas ging bijvoorbeeld op vrijdag met meer dan alleen een paar visjes van de markt naar huis. Evenals bij bijvoorbeeld de familie Jung waren ook zijn drie zonen Alex, Leo en Mai kortere of langere tijd lid van de fanfare. Mai verhuisde naar Eindhoven, Leo moest stoppen na een hartaanval en Alex was afhankelijk van zijn woonplaats afwisselend lid in Brunssum of Schaesberg. Bij zijn overlijden in november 1965 werd hij onder de klanken van "zijn" fanfare naar zijn laatste rustplaats op het kerkhof van de Petrus en Paulus parochie gebracht.
Van links naar rechts: Frans Zenden, Martha Horsch-Brassé, Frans Joseph (Joep) Horsch, burgemeester Prick, dokter Meijer, Joep Slapak.
Met de drumband voorop trekt de fanfare hier door de Streeperstraat. Op de achtergrond ligt links het voormalige postkantoor, thans notariskantoor.