Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL
© Veldwerk Optimaal B.V.
's-Hertogenbosch, september 2013
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
INHOUDSOPGAVE
Pagina
1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 1.1 Inleiding 1.2 Doelstellingen 1.3 Methode 1.4 Veldwerk 1.5 Vervolg rapport 2. SAMENVATTING BELANGRIJKSTE RESULTATEN TOTALE STEEKPROEF (n=201) 2.1. Bezuinigingen groen 2013 2.2. Realisatie taakstelling 2.3. Gevolgen voor het aanzicht 2.4. Gevolgen voor de gebruikers 2.5. Gevolgen voor de organisatie/gemeente 2.6. Verwachtingen budgetten na 2013 2.7. Eisen op het gebied van social return 2.8. Samenvatting BIJLAGEN A. VRAGENLIJST B. RECHTE TELLINGEN
1
2 2 2 3 4 4 5 5 7 9 10 11 12 12 13
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING
1.1 Inleiding VHG, de branchevereniging voor ondernemers in het groen, behartigt de belangen van haar leden. Zij ondersteunt haar lidbedrijven in haar bedrijfsvoering en in het bevorderen van een leefbare samenleving door middel van aanleg en onderhoud van het groen in de leefomgeving. De leden zijn actief in de vakgroepen hoveniers, groenvoorzieners, boomverzorgers, dak- en gevelbegroeners en interieurbeplanters. In 2011 is in opdracht van VHG door Veldwerk Optimaal in december 2010 een onderzoek onder gemeenten en diverse overheden uitgevoerd om de effecten van de bezuinigingen op openbaar groen in 2011 te meten. Met de inventarisatie van begrotingen onder overheden is een beeld verkregen van de voorgenomen budgetten en bezuinigingen op de aanleg, het onderhoud en beheer van openbaar groen. Dit onderzoek is nu, in augustus 2013, herhaald om in beeld te krijgen of de trend van bezuinigen op openbaar groen wordt voortgezet of dat het er nu heel anders uitziet. Omdat dergelijke bezuinigingen grote consequenties hebben op de werkvoorraad van groenvoorzieners, voert VHG hierover wederom een actieve lobby (september 2013). Ter ondersteuning van deze lobby zijn concrete voorbeelden nodig waaruit de omvang en het effect van deze bezuinigingen duidelijk wordt. In de periode van 5 augustus tot en met 28 augustus 2013 is het onderzoek uitgevoerd onder 201 gemeenten en overige overheden die beheer, onderhoud en/of aanleg van openbaar groen uitbesteden.
1.2 Doelstellingen o o o o o o
Het meten van de procentuele verhouding van het budget voor beheer en onderhoud van groen van 2013 ten opzichte van 2012. Het meten van de procentuele verhouding van het budget voor de aanleg van nieuw groen van 2013 ten opzichte van 2012. Het onderzoeken hoe men verwacht de taakstelling voor aanleg, beheer en onderhoud in 2013 te realiseren. Het onderzoeken wat de verwachte gevolgen zijn voor het aanzicht, de gebruikers en de doelstelling van de organisatie. Het onderzoeken wat de verwachtingen zijn voor de budgetten na 2013. Het onderzoeken of 3 jaar later, 2013 ten opzichte van 2011, een heel ander beeld is ontstaan of dat bezuinigingen verder worden doorgevoerd.
2
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
1.3 Methode De doelgroep bestaat uit overheden die opdrachtgever zijn voor beheer, onderhoud en/of aanleg van openbaar groen: alle Nederlandse gemeenten en de overige overheden (de 12 provincies, Ministerie van LNV, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer). Deze gemeenten en overige overheden vormden de basis voor het telefonische onderzoek uitgevoerd door Veldwerk Optimaal. Uiteindelijk hebben 192 gemeenten en 9 overige overheden meegewerkt aan het onderzoek. Er is gesproken met de specialisten die met groen zijn belast en/of financiële ambtenaren. Het betreft hier een zogenaamd telefonisch onderzoek. Respondenten werden door onze interviewers een gestructureerde vragenlijst voorgelegd. De vragenlijst is als bijlage aan dit rapport toegevoegd. Met de eerste vraag is gevraagd of de organisatie gaat bezuinigen op groen in 2013 en vervolgens, de tweede vraag, hoe het budget voor beheer en onderhoud van groen in 2013 zich verhoudt tot 2012 en wordt met de derde vraag gevraagd of men een procentuele inschatting kan maken van hoe het budget zich verhoudt. Bij vraag 4 in de vragenlijst is de respondent gevraagd hoe het budget voor de aanleg van nieuw groen in 2013 zich verhoudt tot 2012 en wordt met de vijfde vraag gevraagd of men een procentuele inschatting kan maken van hoe het budget zich verhoudt. Bij vraag 6 wordt gevraagd welke criteria een rol spelen bij hoe men verwacht de taakstelling voor aanleg, beheer en onderhoud in 2013 te realiseren. Vervolgens werd gevraagd met respectievelijk vraag 7, 8 en 9 wat de te verwachten gevolgen zijn van de bezuinigingen voor het aanzicht, voor de gebruikers en voor de organisatie/gemeente. Bij vraag 10 werd gevraagd wat de verwachtingen voor de budgetten met betrekking tot groen zijn na 2013. Het interview werd afgesloten met de vraag of de organisatie bij de aanbesteding van opdrachten in het openbaar groen eisen op het gebied van social return hanteert. Tot slot noteerde de interviewer nog de datum van het interview, de naam van de gemeente, de contactpersoon, de provincie waarin de gemeente zich bevindt en de grootte van de gemeente.
3
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
1.4 Veldwerk Het telefonische veldwerk is uitgevoerd in de periode van 5 augustus tot en met 28 augustus 2013. In totaal zijn 201 overheden ondervraagd. Tijdens het proces van het verwerken van de vragenlijsten, zijn er geen vragenlijsten afgekeurd. Afgenomen interviews zijn op kwaliteit gecontroleerd, gecodeerd en per computer verwerkt. De dataset van n=201 vormde de basis voor de analyses en het schrijven van dit rapport. Het veldwerk is uitgevoerd door onze eigen ervaren interviewers, in het geval van dit project tevens allen MOA-gecertificeerd. De enquêteurs zijn steekproefsgewijs gecontroleerd op het juist en correct benaderen en selecteren van respondenten. Ook is er gelet op het juist, volledig en correct invullen van de vragenformulieren. Bij de controle is gebleken dat zich geen onregelmatigheden hebben voorgedaan.
1.5 Vervolg rapport In de volgende hoofdstukken wordt stilgestaan bij de belangrijkste uitkomsten van de onderzoeken. In de bijlagen is de gebruikte vragenlijst opgenomen en zijn de zogenaamde rechte tellingen toegevoegd. Dit zijn alle antwoorden op alle vragen, uitgesplitst naar 3 variabelen: 1. grootte van gemeente; 2. regio; 3. de verschillende provincies. Verder treft men in de bijlagen de steekproefopbouw van het aantal enquêtes naar provincie aan.
4
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
2. SAMENVATTING BELANGRIJKSTE RESULTATEN TOTALE STEEKPROEF (n=201)
2.1. Bezuinigingen groen 2013 Van 5 tot en met 28 augustus 2013 zijn 201 organisaties die aanleg, beheer en onderhoud van groen uitbesteden, telefonisch geïnterviewd. Dit zijn 192 Nederlandse gemeenten en 9 provincies. Van de Nederlandse gemeenten zegt 75,0% te bezuinigen op groen in 2013 en 25,0% zegt niet te bezuinigen (in 2011 respectievelijk 60,5% en 35,1% en 4,4% wist het nog niet). Voor de overige overheden zijn deze percentages respectievelijk 11,1% en 88,9%. Gezamenlijk zijn de percentages gemiddeld respectievelijk 72,1% en 27,9%, zie onderstaande tabel met daarin ook de percentages uit 2011 weergegeven.
Bezuinigingen openbaar groen 2011 (%)
2013 (%)
Ja
63,7%
72,1%
Nee
36,3%
27,9%
Totaal
100,0%
100,0%
Kijkend naar bovenstaande gegevens, dan blijkt dat de overheden in 2013 weer gaan bezuinigen op openbaar groen, procentueel gezien zelfs meer dan in 2011. Bezuinigingen op openbaar groen worden dus voortgezet. Gemeenten in de provincies Drenthe, Groningen, Noord-Brabant, Overijssel en Utrecht zeggen het vaakst te gaan bezuinigen (meer dan 80% van de gemeenten). Hoe groter de gemeente hoe vaker men zegt te gaan bezuinigen (klein: 67,2%, middel: 75,3% en groot: 92,9%). Van de 72,1% overheden die zeggen te bezuinigen, zegt 83,4% dat het budget voor beheer en onderhoud in 2013 lager is dan in 2012, 15,9% zegt dat dit gelijk blijft en 0,7% zegt dat het hoger is dan in 2012. 38,6% Zegt dat het budget voor aanleg nieuw groen in 2013 lager is dan in 2012, 57,2% zegt dat dit gelijk blijft, 3,4% zegt dat dit hoger zal zijn en 0,7% weet het niet. Op de volgende pagina een overzicht van de procentuele verlagingen van het budget naar provincie over 2011 en 2013. Opvallend is dat van de overige overheden veel minder ondervraagden bezuinigen in 2013, dit zowel in vergelijking met 2011 als in vergelijking met de gemeenten.
5
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
Gemiddeld % budgetverlaging groen naar provincie (2011 t.o.v. 2010 en 2013 t.o.v. 2012) Onderzoek 2011 Beheer en onderhoud
Onderzoek 2013
Aanleg nieuw Beheer en groen onderhoud
Aanleg nieuw groen
1
Drenthe
16,0%
15,0%
17,0%
20,0%
2
Flevoland
n.v.t.*
n.v.t.*
9,0%
n.v.t.*
3
Friesland
6,5%
100,0%
7,3%
40,0%
4
Gelderland
9,8%
36,7%
11,5%
31,2%
5
Groningen
14,0%
50,0%
7,8%
24,0%
6
Limburg
8,1%
26,8%
11,1%
6,5%
7
Noord-Brabant
6,5%
37,3%
10,4%
13,4%
8
Noord-Holland
3,5%
5,0%
8,9%
11,3%
9
Overijssel
10,0%
5,0%
15,4%
13,3%
10
Utrecht
17,5%
0,0%
13,9%
50,0%
11
Zeeland
9,8%
50,0%
4,8%
13,8%
12
Zuid-Holland
9,0%
12,5%
16,1%
30,5%
Totaal gewogen gemiddelde
9,5%
31,7%
11,1%
20,2%
* De ondervraagde gemeente(n) in Flevoland gaan niet bezuinigen.
In Flevoland wordt in 1 gemeente juist meer budget voor de aanleg van nieuw groen gereserveerd: 10,0%. Van de overige overheden gaat alleen de provincie Zuid-Holland bezuinigen met 2,0% op beheer en onderhoud. Op de aanleg van nieuw groen gaan de provincies niet bezuinigen. De gemeenten gevestigd in de provincies Drenthe, Overijssel en Zuid-Holland hebben gemiddeld het hoogste percentage budgetverlagingen voor beheer en onderhoud van groen. Gemeenten gevestigd in Utrecht en Friesland hebben gemiddeld het hoogste percentage budgetverlagingen voor aanleg van nieuw groen.
6
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
2.2. Realisatie taakstelling Het merendeel (52,1%) van de respondenten verwacht de taakstelling voor aanleg, beheer en onderhoud in 2013 te realiseren door het kwaliteitsniveau te verlagen. Onderstaand een overzicht van gegeven antwoorden inclusief de antwoorden gegeven voor de bezuinigingen in 2011. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk, waardoor het totaal groter is dan 100%, maar het totaal aantal respondenten is wel gelijk aan 100%.
Realisatie taakstelling 2011
2013
1
Verlagen kwaliteitsniveau
62,3%
52,1%
2
Anders*
46,8%
33,1%
3
Functionele verandering van terreinen
16,7%
31,0%
4
Omvormen, saneren naar minder arbeidsintensief
-
30,3%
5
Scherper inkopen en aanbesteden
24,7%
26,1%
6
Minder nieuwe terreinen realiseren
16,7%
12,0%
7
Het laten onderhouden door de burgers
9,1%
10,6%
8
Inschakelen SW, inschakelen eigen mensen
-
6,3%
100,0%
100,0%
Totaal aantal respondenten
*Andere antwoorden die het meest zijn gegeven (zie tabel op de volgende bladzijde):
7
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
Realisatie taakstelling anders, namelijk:
1
Lagere onderhoudsnorm/beperkt, minder onderhoud
2
Ze efficiënt mogelijk werken, andere werkopvulling, werkzaamheden bundelen
3
Bezuinigen op bloembakken/geen bloembakken meer vullen
4
Saneren van bomen
5
Uitstellen van vervangingsinvesteringen
6
Bestaande middelen hergroeperen/nieuw beheergroenplan
7
Meer machinewerk/minder handwerk, personeelskosten
Voor alle gegeven antwoorden zie bijlagen voor de rechte tellingen.
8
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
2.3. Gevolgen voor het aanzicht Men verwacht, net als in 2011, voornamelijk dat er meer onkruid te zien zal zijn en dat het groen een ruiger aanzicht krijgt als gevolg van de bezuinigingen. Onderstaand een overzicht van gegeven antwoorden. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk, waardoor het totaal groter is dan 100%, maar het totaal aantal respondenten is wel gelijk aan 100%.
Gevolgen voor het aanzicht 2011
2013
1
Meer onkruid
35,1%
43,4%
2
Ruiger
31,2%
29,4%
3
Achterstallig onderhoud
16,9%
24,5%
4
Geen gevolgen voor het aanzicht
29,9%
23,1%
5
Anders*
37,7%
20,3%
6
Soberder, minder mooi/divers
-
16,8%
7
Meer afval/beschadiging
-
9,8%
100,0%
100,0%
Totaal aantal respondenten *Andere antwoorden die het meest zijn gegeven:
Gevolgen voor het aanzicht anders, namelijk:
1
Minder zomerbloeiers/minder kleurrijk groen in de binnenstad/minder bloembakken
2
Beplanting hoger/overhangend groen/hoger onkruid/meer natuurlijke ontwikkeling
3
Netheidsbeeld/minder netjes/minder verzorgd
4
Kwaliteit gaat achteruit, van A naar B/C aanzicht
Voor alle gegeven antwoorden zie bijlagen voor de rechte tellingen.
9
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
2.4. Gevolgen voor de gebruikers In 2011 verwachtten de meeste overheden (42,9%) nog dat er door de bezuinigingen geen gevolgen voor de gebruikers zouden zijn. Dat percentage is gezakt naar 35,9% in 2013. Nu verwachten de meeste overheden juist een lagere belevings-/gebruikswaarde: 50,3% tegenover 29,9% in 2011. Onderstaand een overzicht van gegeven antwoorden. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk, waardoor het totaal groter is dan 100%, maar het totaal aantal respondenten is wel gelijk aan 100%.
Gevolgen voor de gebruikers 2011
2013
1
Lagere belevings-/gebruikswaarde
29,9%
50,3%
2
Geen gevolgen voor de gebruikers
42,9%
35,9%
3
Anders*
33,8%
17,9%
4
Rommeliger/minder aantrekkelijk
-
9,0%
5
Onveiliger gevoel
2,6%
2,8%
100,0%
100,0%
Totaal aantal respondenten *Andere antwoorden die het meest zijn gegeven:
Gevolgen voor de gebruikers anders, namelijk:
1
Minder tevreden gebruikers
2
Overlast van groen: minder/geen snoeien, meer onkruid op de stoep en in het groen
3
Burgers/gebruikers zullen zelf meer moeten doen
Voor alle gegeven antwoorden zie bijlagen voor de rechte tellingen.
10
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
2.5. Gevolgen voor de organisatie/gemeente De meeste overheden verwachten, net als in 2011, door de bezuinigingen geen gevolgen voor de organisatie. Wel is dit percentage licht gedaald van 32,5% naar 28,3%. Daarnaast denkt men in 2013 vaker dat de bezuinigingen gevolgen hebben voor de tevredenheid van de burgers (beleving) en verwacht men meer klachten, meldingen en vragen van burgers. Onderstaand een overzicht van gegeven antwoorden. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk, waardoor het totaal groter is dan 100%, maar het totaal aantal respondenten is wel gelijk aan 100%.
Gevolgen voor de organisatie 2011
2013
1
Anders*
46,8%
31,0%
2
Geen gevolgen voor de organisatie
32,5%
28,3%
2
Tevredenheid burgers (beleving)
23,4%
28,3%
3
Personele gevolgen/gevolgen voor het werk
-
22,8%
4
Meer klachten, meldingen, vragen van burgers
-
14,5%
5
Minder gebieden aanleggen
11,7%
13,8%
Totaal aantal respondenten
100,0%
100,0%
*Andere antwoorden die het meest zijn gegeven:
Gevolgen voor de organisatie anders, namelijk:
1
Met minder geld toch mooi houden/creatiever omgaan met middelen/efficiënter
2
Hogere herstelkosten op langere termijn door uitstel groot onderhoud
3
Meer werk met hetzelfde/minder aantal mensen
4
Lagere bezetting/harder werken/werkdruk is erg hoog
5
Minder werkaanbod/minder arbeidsintensief door minder en makkelijker onderhoud
Voor alle gegeven antwoorden zie bijlagen voor de rechte tellingen.
11
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
2.6. Verwachtingen budgetten na 2013 Net als in het voorgaande onderzoek verwacht het merendeel van de overheden nu ook dat de budgetten voor groen lager zullen zijn, deze trend zet zich voort. Zie ook onderstaande schematische weergave.
Budgetten na 2013
1
Lager
55,2%
2
Gelijk
38,3%
3
Hoger
2,5%
4
Weet niet/geen antwoord
3,5%
Totaal
100,0%
2.7. Eisen op het gebied van social return Bijna driekwart van de organisaties hanteert, bij de aanbesteding van opdrachten in het openbare groen, eisen op het gebied van social return. Dit is dan meestal in de vorm van een verplicht percentage inzet/integratie werkvoorzieningstaf/SW/sociale werkplaats (62,8%) of door het inzetten van mensen met een uitkering/(langdurig) werklozen/re-integratie/WAJONG (12,2%).
Eisen op het gebied van social return?
1
Ja
73,6%
2
Nee
25,9%
3
Weet niet/geen antwoord
0,5%
Totaal
100,0%
12
Veldwerk Optimaal B.V.
Bezuinigingen Openbaar Groen augustus 2013
2.8. Samenvatting In 2011 ging 60,6 % van de ondervraagde overheden bezuinigen op groen. In 2013 is dit percentage gestegen tot 72,1%. Zij schatten in dat er in 2013 ten opzichte van 2012 gemiddeld 11,1% (2011 t.o.v. 2010: 9,5%) minder budget zal zijn voor beheer en onderhoud en dat er gemiddeld 20,2% (2011 t.o.v. 2010: 31,7%) minder budget zal zijn voor aanleg nieuw groen. Onder andere door middel van het verlagen van het kwaliteitsniveau (52,1%), functionele verandering van terreinen (31,0%) en omvormen, saneren naar minder arbeidsintensief (30,3%) verwacht men de taakstelling te realiseren. Het belangrijkste te verwachten gevolg voor het aanzicht zal zijn ‘meer onkruid’ (43,4%) en voor de gebruiker lagere belevings-/gebruikswaarde (50,3%). Verder verwacht men over het algemeen weinig gevolgen voor de organisatie (28,3%) of verwacht men gevolgen voor de tevredenheid (beleving) van de burgers (28,3%). De verwachting is dat de budgetten ook na 2013 verder zullen afnemen. De trend van bezuinigen op openbaar groen zet zich voort en de gevolgen worden meer zichtbaar.
13