RIS177442b_24-DEC-2010
“Bezint eer u begint!” Rapportage kwalitatief onderzoek naar de succes- & faalfactoren van startende ondernemers in Den Haag voor Gemeente Den Haag B11218-3, augustus 2010
Succes- & faalfactoren starters / pag. 1 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Copyright © 2010 Blauw Research bv Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Blauw Research. Dit rapport is geleverd onder de leveringsvoorwaarden van de MOA.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 2 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Voorwoord Voor u ligt de rapportage van het kwalitatieve onderzoek dat Blauw Research in opdracht van gemeente Den Haag heeft uitgevoerd. Dit onderzoek draaide om de vraag wat, volgens de ondernemers zelf, de factoren zijn die van invloed zijn op het al dan niet succesvol zijn als ondernemer. Met dit inzicht kan gemeente Den Haag haar startersbeleid verder ontwikkelen .
We hebben met veel plezier aan dit onderzoek gewerkt en wensen gemeente Den Haag veel leesplezier toe. Ook hopen we dat de resultaten, conclusies en aanbevelingen een bijdrage leveren aan het startersbeleid van de gemeente. Rotterdam, 2 september 2010
Project team: Gaby Remmers, Senior Project manager Marielle Hobbelen, Senior Project manager Tamara Vijverberg, Project manager Blauw Research Weena 125 3013 CK Rotterdam
Inhoudsopgave 1 Kort & Krachtig 1.1 Achtergrond en doelstelling 1.2 Conclusies 1.3 Aanbevelingen
Legenda 4 5 7 12
2 Resultaten 15 2.1 Succes/faal factoren 16 2.2 Type ondernemers 20 2.3 Relatie type ondernemers en factoren 22 2.4 Relatie type ondernemer en subgroepen 26 2.5 Het startproces 28 2.6 Rol van gemeente en KvK 31 Bijlagen 1. Onderzoeksverantwoording 2. Checklist
Ter verduidelijking van de onderzoeksresultaten worden in dit rapport belangrijke of opmerkelijke resultaten toegelicht aan de hand van pictogrammen. Betekenis van de pictogrammen: Positieve bevinding
Aandachtspunt
Citaat Aanvulling Blauw Research
Leeswijzer De resultaten van kwalitatief onderzoek zijn per definitie indicatief en hypothesevormend van aard. Deze resultaten kunnen daarom ook niet gekwantificeerd worden voor de gehele populatie. Dankzij het inzicht in de achtergronden van motivaties en meningen geven kwalitatieve onderzoeksresultaten bij uitstek richting aan het denken, waardoor strategische en tactische beslissingen gefundeerd kunnen worden genomen. In bijlage 1 wordt de opzet beschreven.
Tel: 010-4000900 ww.blauw.com ontactpersonen:
Succes- & faalfactoren starters / pag. 3 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Hoofdstuk I: Kort & Krachtig
Gedrevenheid, realistische verwachtingen, het hebben van financiële buffer en de juiste persoonlijkheid zijn minimale voorwaarden tot succes. Daarnaast zijn er succesverhogende factoren zoals het vooraf verkrijgen van benodigde kennis en het gebruik maken van geboden middelen. De Kamer van Koophandel en de gemeente Den Haag kunnen met hun maatregelen zich het beste focussen op die maatregelen die bijdragen aan het, op een zo’n laagdrempelige manier aanbieden en bundelen van de beschikbare middelen en informatie.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 4 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
1
Kort & Krachtig
1.1 Achtergrond & doelstelling
Achtergrond Gemeente Den Haag heeft als streven om de meest MKB vriendelijke stad te zijn. De gemeente wilt graag dat (startende) ondernemers floreren in Den Haag. De afdeling Economie van de gemeente is bezig een nieuw startersbeleid ontwikkelen. In dit beleid wil men komen tot een set van maatregelen, die daadwerkelijk bijdragen aan het succesvol kunnen ondernemen. Momenteel heeft de gemeente echter nog te weinig inzicht in deze doelgroep om te komen tot een nieuw beleid. De gemeente heeft behoefte aan inzicht in welke ondernemers succesvol zijn en welke ondernemers juist niet, in welke sectoren de meeste groei zichtbaar is en welke factoren van invloed zijn op het al dan niet succesvol zijn. De eerste twee vragen zullen beantwoord worden door de gemeente in samenspraak met de Kamer van Koophandel (KvK), de samenwerkingspartner van de gemeente Den Haag in dit onderzoek. Blauw Research heeft zich geconcentreerd op de laatste vraag.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 5 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
1
Kort & Krachtig
1.1 Achtergrond & doelstelling
Onderzoeksdoelstelling Hieruit kan de volgende onderzoeksdoelstelling worden afgeleid: • Het verkrijgen van inzicht in de succes- en faalfactoren van Haagse starters.
Deze onderzoeksdoelstelling valt uit de volgende subdoelstellingen uiteen: • Inzicht krijgen in hoe het startproces verloopt van starters. • Inzicht verkrijgen hoe de Kamer van Koophandel en de gemeente startende ondernemers het best kunnen ondersteunen om een succesvolle start te maken.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 6 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
De echte motivatie om voor zichzelf te willen beginnen moet aanwezig zijn, wil men een kans van slagen hebben als ondernemer (1).
1
Kort & Krachtig
1.2 Conclusies
Succes- & faalfactoren starters / pag. 7 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
1
Ondernemen: onderschat het niet!
Kort & Krachtig
1.2 Conclusies
• Tot slot zijn er externe factoren die lastiger te beïnvloeden zijn: zoals de economische omstandigheden en veranderende privé-omstandigheden. • Maar nogmaals de kans op succes, start bij de intrinsieke drijfveer om een eigen onderneming te hebben; bij de werkelijk behoefte om een eigen zaak te hebben. Het is echter opvallend dat veel starters beginnen, omdat de kans zich toevallig voordoet of uit een noodzaak omdat men geen ander werk heeft; zonder dat er vooraf een echte motivatie aanwezig was om voor zichzelf te beginnen. • De intrinsieke drijfveer bepaalt enerzijds de mate waarin men zich oriënteert en voorbereidt en anderzijds ook wat de verwachtingen zijn. Op basis van dit onderzoek zijn er drie type starters geïdentificeerd. • De starter die geen echte drijfveer heeft, de ‘impulsieve’ starter, begint voordat men zich beseft wat het inhoudt en wat nodig is om succesvol te zijn. De verwachtingen zijn hooggespannen wat betreft de omzet, zonder dat men zich realiseert hoeveel tijd en inspanningen het kost. Ondanks het eerste enthousiasme zal men zich al snel realiseren dat het ondernemerschap anders en lastiger is dan men had verwacht. Ze komen tot de conclusie dat het hard werken is en dat het ook niet automatisch komt aanwaaien. De “impulsieve’ starter zal snel gedesillusioneerd zijn en de kans van slagen is klein.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 8 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
1
Advies ondernemers: laat je vooraf goed informeren en adviseren!
Kort & Krachtig
1.2 Conclusies
• Daarnaast zijn er starters die echt graag een eigen zaak willen en zij hebben realistische verwachtingen. Ze beginnen vaak gewoon, zonder zich vooraf goed te laten informeren of adviseren. Dit type noemen we de ‘naïeve’ starter. De mate waarin deze starter succesvol is, is mede afhankelijk van de persoonlijkheid en het lerend vermogen gedurende het proces. • De ideale starter is de ‘gedreven’ starter. Deze heeft een sterke intrinsieke drijfveer en weet precies wat het inhoudt en gaat niet over één nacht ijs. Vooraf nemen ze zo veel mogelijk kennis, informatie, middelen en advies tot zich. De verwachtingen zijn realistisch, zo ook wat betreft de financiën. Voordat ze beginnen zorgen zij voor een financiële buffer die hun in staat stelt om de opstartfase of slappere tijden op te vangen. • Vrijwel alle stoppers en zeker alle succesvolle starters zouden anderen adviseren om zich vooraf goed te laten informeren en adviseren, om een zo realistisch mogelijk beeld te hebben voor welke uitdaging men staat. Hierdoor zullen sommigen wellicht niet starten; maar ook minder mensen zullen impulsief of naïef te werk gaan zonder enige financiële back-up.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 9 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
1
Het vinden van de aangeboden middelen is geen vanzelfsprekendheid.
Kort & Krachtig
1.2 Conclusies
Beeld en rol van de Kamer van Koophandel en gemeente • Informeren, adviseren en begeleiding is waar veel starters behoefte aan hebben. In de praktijk maken maar weinig gebruik van alle mogelijkheden; met uitzondering van de ‘gedreven’ starter. De volgende zaken liggen ten grondslag aan dit beperkt gebruik: • Onderschatting: voordat men in aanraking komt met een instantie heeft men al het besluit genomen om te starten. Men denkt het vaak allemaal al te weten, waardoor men niet open staat voor advies. • Onwetendheid: velen geven aan niet te weten wat er allemaal aangeboden wordt door verschillende instanties. Men is niet op de hoogte van bijvoorbeeld cursussen of microkredieten. Bij de inschrijving bij de Kamer van Koophandel ontvangt men, naar eigen zeggen, ook geen aanvullende informatie. • Onduidelijkheid: met name lager opgeleiden hebben het idee dat de Kamer van Koophandel meer bedoeld is voor grotere ondernemingen en niet zo zeer voor de eenmanszaken. Hierdoor voelt men zich niet tot de doelgroep behoren. Dit idee maakt ook dat men soms ook opkijkt tegen de activiteiten van de KvK en zich niet geschikt (slim) genoeg acht voor dergelijke middelen en activiteiten. • Versnippering: als men weet dat er middelen aangeboden worden is het vaak nog onduidelijk bij welke instantie men hiervoor moet zijn. Zelfs de ‘gedreven’ starter die zijn eigen weg goed kan vinden, geeft aan dat men vaak door de bomen het bos niet meer ziet. Men ervaart geen centraal punt waar een starter of stopper terecht kan voor alle vragen die te maken hebben met het ondernemerschap. Het aanbod is sterk versnipperd. Succes- & faalfactoren starters / pag. 10 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
1
De gemeente een grote onbekende voor de starters.
Kort & Krachtig
1.2 Conclusies
• Iedereen is ervan overtuigd dat de Kamer van Koophandel een grote rol kan spelen in de voorbereiding en begeleiding van een startende onderneming. Alleen zal het op een andere manier aangeboden moeten worden. • Voor de gemeente ziet men minder een rol weggelegd. Veel van de gesproken ondernemers hebben nu ook geen idee wat de gemeente doet voor de ondernemers.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 11 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
1
Bundelen van de krachten. Op basis van de gesprekken met de starters blijkt de behoefte aan ondersteuning groot te zijn. Maar de vraag is welke instantie, welke rol moet vervullen. Op basis van dit onderzoek zien wij een aantal mogelijke aanvullende rollen en taken weggelegd voor gemeente Den Haag en voor de Kamer van Koophandel. •Gemeente Den Haag Het zijn van de totaal regisseur van alle activiteiten die de verschillende instanties aan starters aanbieden. Dit houdt het volgende in: Tegengaan versnippering • Weten wat er allemaal aangeboden wordt; • Zorg dragen voor een platform waarin alle instanties participeren zodat iedereen weet wat de ander voor een starter kan betekenen (ook nadat een starter gestopt is); • Coördineren en toezien dat er binnen de gemeente Den Haag een 1-loket principe wordt gehanteerd voor ondernemers; • Goede en intensieve samenwerking met de Kamer van Koophandel waardoor men starters kan doorverwijzen naar elkaar bij veranderende omstandigheden en ook wat betreft het uitwisselen van gegevens; • Het ontwikkelen van een eenvoudige road map voor de starter, waardoor deze inzicht heeft naar welke instantie men kan en voor wat.
Kort & Krachtig
1.3 Aanbevelingen
Hierbij willen wij voor de volledigheid aangeven dat de suggesties die Blauw doet, niet zijn getoetst op hetgeen de KvK of de gemeente al reeds doen. Ook is hierbij geen rekenschap gegeven aan wat juridisch of financieel mogelijk is. Het is aan de gemeente en de KvK om de vertaalslag te maken naar beleid. De opdrachtformulering van dit onderzoek beperkte zich tot het doen van onderzoek onder de betreffende doelgroep om inzicht te krijgen in de succes- en faalfactoren. De vertaalslag naar beleid was niet opgenomen in de opdracht.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 12 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
1
Bundelen van de krachten.
Kort & Krachtig
1.3 Aanbevelingen
• Gemeente Den Haag Ondernemersvriendelijke stad uitstralen • Zo veel mogelijk gebruik maken van de eigen ondernemers uit Den Haag voor gemeentelijke activiteiten; • Creëren van een vraag & aanbod-bank voor ondernemers en bewoners; • Actief communiceren dat gemeente Den Haag een ondernemersvriendelijke stad is; • Starters meer, onder voorwaarden, laten participeren in micro-kredieten waardoor men start met een buffer; • Bieden van voldoende huisvesting voor startende ondernemers; • Zorg dragen voor een aantrekkelijke stad waar men zich welkom voelt. • Kamer van Koophandel Voor alle ondernemers is de KvK de eerste ingang tot de wereld van het ondernemersschap. Hier begint het en men vindt de KvK de meeste voor de hand liggende partij die ondernemers kan helpen. Het lijkt ons verstandig om hier zo veel mogelijk gebruik van te maken. Ondanks dat de KvK al veel voor ondernemers doet, zien we nog de volgende aanvullende maatregelen: • Bij inschrijving een gratis intakegesprek voeren om, laagdrempelig, uit te leggen waar een ondernemer mee te maken krijgt. In deze fase is het met name zaak om helder uiteen te zetten welke stappen men moet/kan zetten en hoe men daarbij ondersteunt zou kunnen worden; • Verstekken van de road map / checklist voor startende ondernemers; • Inzetten en toewijzen van branche specifieke coaches, waardoor de starter met een ervaren vak/branche-genoot kan praten.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 13 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
1
Bundelen van de krachten.
Kort & Krachtig
1.3 Aanbevelingen
• Kamer van Koophandel • Kenbaar maken dat de KvK er voor elke ondernemer is en daar ook de uitstraling op aanpassen; • Ontwikkelen van branche specifieke seminars. Probeer zo veel mogelijk in te spelen op de verschillende doelgroepen; • Herbenaderen van starters na 3 maanden. Uit het onderzoek blijkt dat velen na drie maanden zich realiseert wat het ondernemersschap inhoudt. Dit is waarschijnlijk het moment dat men open staat voor advies en begeleiding; • Herbenaderen van starters na 2 jaar. De valkuil voor veel ondernemers is, zich te veel te laten leiden door de waan van de dag. Het aanbieden van een coach om zich te heroriënteren en te anticiperen kan een ondernemer de juiste richting geven.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 14 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Hoofdstuk II:
Succes- & faalfactoren starters / pag. 15 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Zes factoren zijn van invloed op de mate van succes van een startende onderneming.
2
Resultaten
2.1 Succes- & faalfactoren
Een eigen onderneming starten is geen makkelijke opgave. Het al dan niet succesvol zijn als startende ondernemer is van veel factoren afhankelijk. Er zijn zes factoren geïdentificeerd. Echter, de mate waarin deze succes dan wel falen verklaren verschilt. Hierbij kan het volgende onderscheidt gemaakt worden: • factoren die voorafgaand aan de beslissing en aan het begin een rol spelen en sterk bepalend zijn voor de kans van slagen. Op het moment dat een ondernemer hier niet aan voldoet slaan deze factoren om in faalfactoren. • factoren die succesverhogend zijn. Deze dragen bij tot succesvol zijn maar bij het ontbreken hieraan leidt het niet automatisch tot falen. Dit betekent dat deze factoren niet automatisch beschouwd kunnen worden als faalfactoren; • extern factoren die lastig beïnvloedbaar zijn door de ondernemer of anderen. In de hiernaast weergegeven schema wordt weergegeven welke factoren van invloed zijn. Op de volgende sheets wordt dit nader toegelicht.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 16 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Wil een ondernemer enig kans van slagen hebben, dan is nodig: gedrevenheid, realistische verwachtingen, een financiële buffer en de persoon moet uit het juiste hout gesneden zijn.
2
Resultaten
2.1 Succes- & faalfactoren
Alle genoemde factoren zijn bepalend voor het al dan niet succesvol zijn van een onderneming, de impact ervan kan variëren en ook de fase waarin. We kunnen de volgende onderverdeling maken: Minimale voorwaarden: een startende ondernemer moet een intrinsieke motivatie hebben om een onderneming te starten (eerste vereiste); moet vooraf realistische verwachtingen hebben dat het hard werken is; moet zorg dragen voor een financiële buffer en zal de juist persoonlijkheid moeten hebben. Als niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, is de kans van slagen bijzonder klein en kunnen deze factoren beschouwd worden als faalfactoren. Succesverhogende factoren: dit zijn factoren die direct kunnen bijdrage aan het succes, maar het ontbreken hieraan leidt niet automatisch tot falen. Hierbij kun je denken aan de mate van doordachtheid zoals het vooraf bewust nadenken of onderzoeken wat er nodig is bij het opstarten van een bedrijf (b.v. het maken van een ondernemingsplan of het uitvoeren van een concurrentieanalyse). Maar ook de kennis die men heeft over het zijn van een ondernemer (b.v. administratie) kan positief bijdragen aan een meer succesvolle start van de organisatie. De eerst klap is immers een daalder waard. Echter, het ontbreken van de kennis gedurende de opstartfase zal niet automatisch leiden tot falen. Velen blijken in staat om zich de benodigde kennis al doende eigen te maken. Dit neemt niet weg dat men het zichzelf makkelijker kan maken als men voorafgaand de kennis eigen maakt en gebruik maakt van de middelen. Externe factoren: dit zijn de factoren zoals persoonlijke en economische omstandigheden. Door een goed ontwikkeld anticiperend vermogen, kan men in staat zijn om de koers van de organisatie tijdig te veranderen, waardoor men een crisis mogelijk overleeft.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 17 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
2
Intrinsieke drijfveer is de basis voor potentieel succes.
Resultaten
2.1 Succes- & faalfactoren
Factor
Betekenis
Gedrevenheid (intrinsieke drijfveer)
• De mate waarin men echt een eigen onderneming wil hebben. • De mate waarin het starten van een eigen bedrijf een bewuste keuze is.
Realistische verwachtingen
• De mate waarin men een realistische winst verwachting heeft • Realistische verwachtingen omtrent de hoeveelheid werk en de bijkomstige taken. • Het besef van de noodzaak van het hebben van een financiële buffer. Deze buffer is noodzakelijk, omdat in slechte tijden een ondernemer snel financieel in de problemen zit; ook privé, waardoor men genoodzaakt is om te stoppen.
Persoonlijkheid
Elke ondernemer krijgt te maken met teleurstellingen. Het moet in de aard van het beestje zitten om hiermee om te gaan. De kans is bijzonder groot als men niet de juiste persoonlijkheidskenmerken heeft, dat men bij de eerste teleurstelling de handdoek in de ring gooit uit paniek of gemak. Een ondernemer moet de volgende eigenschappen hebben: •Doorzettingsvermogen •Lef •Oplossend vermogen •Nuchter •Creatief •Slim (zakelijk): Dit wordt niet per definitie bepaalt door het opleidingsniveau. Het gaat meer over ondernemersslimheid; het zien van kansen en oplossingen. Er is een relatie tussen gedrevenheid en persoonlijkheid. Echter, gedrevenheid zegt iets over intrinsieke drijfveer terwijl de persoonlijkheid meer zegt over de wijze waarop men handelt en reageert. Succes- & faalfactoren starters / pag. 18 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Met name kennis over de bijeenkomende taken zoals administratie, wordt vaak onderschat.
2
Resultaten
2.1 Succes- & faalfactoren
Factor
Betekenis
Doordachtheid
• De mate waarin vooraf is nagedacht of onderzoek is gedaan naar de aspecten die van belang zijn bij het opstarten van een bedrijf. • De mate waarin men weet en gebruik maakt van financierings-, opleidings,- begeleidings, & netwerkmogelijkheden. Hieronder vallen: onderzoek sectorontwikkeling, concurrentieanalyse, doelgroepbepaling, acquisitie en marketingplannen, te voeren prijsstelling, omvang startkapitaal en buffer, inzicht in bijkomende administratieve taken en het uitzoeken welke geboden hulpmiddelen men gebruik kan maken.
Kennis & vaardigheden
Vrijwel iedereen start in die branche waarin men al werkzaam was of kennis over had. In principe is het hebben van vakkennis een minimale voorwaarde. Echter, verschillende gesproken starters waren nieuw in het vakgebeid en hebben het vak zich al doende eigen gemaakt. •Kennis van het vak/de branche, waarin men een onderneming start •Kennis van het ondernemersvak waaronder ook administratieve kennis valt •Anticiperend vermogen: het vermogen om tijdig de richting van de onderneming aan te passen aan de veranderende markt of het klantenbestand.
Externe factoren
Dit zijn factoren die een grote impact kunnen hebben op het succes van de onderneming. • Economische omstandigheden: b.v. de markt stort in of toename aantal concurrenten • Persoonlijke omstandigheden: denk aan verandering gezinssamenstelling waarvoor men meer tijd moet/wil hebben of om gezondheidsredenen. Het kan ook een bewuste keuze zijn om weer in loondienst te gaan, omdat men door bijvoorbeeld de geboorte van een kind meer veiligheid en stabiliteit wilt hebben; hetgeen niet gegarandeerd is als men een eigen zaak heeft.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 19 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
2
Sommige starters weten niet waaraan ze beginnen. De drijfveer van waaruit een ondernemer voor zichzelf begint, bepaalt in grote mate de wijze waarop men te werk gaat, zowel gedurende het startproces als bij het verdere verloop; de verwachtingen die men vooraf heeft en de wijze waarop men met teleurstellingen en hobbels onderweg mee omgaat. Gedurende dit onderzoek hebben we drie typen ondernemers gesproken. Deze zijn: Impulsieve starter: Deze starter heeft nooit echt de drijfveer gehad om voor zich zelf te beginnen. De aanleiding om te starten is veelal gebaseerd op toeval of uit het gevoel van noodzaak, omdat men geen vaste betrekking kan vinden. Deze starter kreeg een kans aangeboden waarop spontaan is ingegaan, zoals een glazenwasser die een specifiek gebied over kon nemen. Of een starter die maar voor zichzelf begint omdat er geen ander werk voor handen is, zoals een kapster die als mobiele kapster gaat werken. Kenmerkend voor dit type starter is dat deze nooit echt de intentie heeft gehad om iets voor zichzelf te beginnen. Men mist de drijfveer om dat te doen wat nodig is om een bedrijf succesvol te laten zijn; maar tegelijkertijd verwacht men wel om snel veel geld te verdienen op een makkelijke manier. Men denkt enkel aan de kerntaak van de onderneming en is zich beperkt bewust van de bijkomende taken zoals acquisitie en administratie. Men overschat de te behalen winst en onderschat de hoeveelheid werk en de bijkomende taken. Dit type zal waarschijnlijk binnen het jaar stoppen met het bedrijf. Ze zijn erg kwetsbaar als het financieel slechter gaat.
Resultaten
2.2 Type ondernemers Gedurende het onderzoek hebben we ook gesproken met ‘ondernemers’ die slechts tijdelijk ondernemers zijn. Dit zijn zzp-ers die niet echt bezig zijn met ondernemen maar zichzelf tijdelijk ‘verhuren’ aan een bureau. Voor een bepaalde periode werken ze voor verschillende bedrijven maar de insteek is veelal om weer in vaste loondienst te werken. Dit type laten we in de verder analyse buitenbeschouwing omdat zij niet de intentie hebben om verder te gaan als ondernemer en hiervoor ook geen activiteiten ondernemen.
Gedurende het onderzoek hebben we zowel met mannen als vrouwen gesproken. Uit dit onderzoek blijkt dat geslacht geen verschil maakt. “Ik had helemaal geen privé tijd meer over. Ik werkt zo hard en daar kwam de administratie nog bij.” “Mijn broer kwam met het idee om een kinderopvang te starten omdat ik ook altijd al op zijn kinderen oppaste. Ja, toen ben ik maar begonnen. “
Succes- & faalfactoren starters / pag. 20 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
2
De ‘gedreven starter’ gaat bewust aan de slag en wil het ook echt graag. Naïeve starter:
Deze starter heeft een intrinsieke behoefte om bedrijf voor zich zelf op te bouwen. Dit kan ingegeven zijn doordat men in loondienst bepaalde vrijheid en zelfstandigheid mist of het geloof dat als men het werk vanuit een eigen onderneming uitvoert uiteindelijk meer over houdt. Deze starter heeft er vaak al jaren over ‘gefantaseerd’ en nu is het moment aangebroken om het daadwerkelijk op te starten. Vaak is er een concrete aanleiding dat men de stap neemt, dit kan een ontslag zijn maar ook een toevallige kans. Ondanks dat het wel een bewuste keuze is, stapt men vaak blanco het startproces in. Dit type heeft de neiging om ‘gewoon’ maar te beginnen, om dan maar te zien hoe het gaat. Of de starter zich handhaaft, is van andere factoren afhankelijk. Het kan wel duidelijk twee kanten op gaan: men stopt na 1 of 2 jaren of men ontwikkelt zich en het redt het.
Gedreven starter: Deze starter heeft altijd al de drive gehad om een eigen zaak te hebben. Veelal al van kinds af aan, heeft men met het idee gespeeld. Vaak doordat men een tijdje in loondienst heeft gewerkt, is de drijfveer om voor zich zelf te beginnen nog sterker geworden. Ze hebben òf voor een specifieke tak van sport òf voor het ondernemen een passie. Ze zien het ondernemen als een vak en verwachten daarin veel (prettige) uitdaging te vinden. Deze starter gaat niet over één nacht ijs. Ze beseffen zich terdege beseffen dat het hebben van een eigen onderneming veel werk, tijd en inspanning kost en dat het even duurt voordat men er financieel voordeel bij heeft.
Resultaten
2.2 Type ondernemers
“Het verschil tussen mij en mijn man die een succesvolle zaak heeft is: hij ontbijt om 08.00 uur en gaat daarna naar boven om te werken. Ik zelf kijk naar buiten en als het mooi weer is dan ga ik daarvan genieten. Dat is het verschil tussen succesvol en niet succesvol zijn.” ‘Het is zo belangrijk dat je wat geld achter de hand hebt voor als het slechter gaat.” “Ik heb altijd al een eigen bedrijf willen hebben. Het idee speelde al jaren in mijn hoofd.” “Je moet je echt 2 x bedenken voordat je aan zo iets begint.’
Succes- & faalfactoren starters / pag. 21 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
2
De drie type starters staan anders ten opzichte van de zes factoren. (1)
Resultaten
2.3 Relatie type ondernemer en factoren
In de vorige twee paragraven is weergegeven wat de factoren zijn die al dan niet leiden tot succesvol zijn en de type starters die we op basis van dit onderzoek kunnen onderscheiden. Er is een duidelijke relatie tussen de type ondernemer en de verschillende factoren. Dit wordt hieronder weergegeven: Factoren
Impulsieve starter
Naïeve starter
Gedreven starter
Gedrevenheid
Bij toeval of spontaan gestart. Geen echte drive om ondernemer te zijn.
Intrinsieke drijfveer om ondernemer te zijn maar weet niet goed hoe. Begint gewoon en ziet dan verder.
100% gedrevenheid Zeer bewuste keuze om een bedrijf te starten en weet vooral wat het inhoudt.
Realistische verwachtingen
Geen realistisch beeld: Verwacht snel geld te verdienen op een makkelijke manier. Men denkt niet aan het creëren van een buffer. De praktijk zal veelal een desillusie zijn: het is hard werken voor weinig geld.
Besef is aanwezig dat men hard moet werken en is hier ook toe bereid. Men heeft niet de illusie om snel veel geld te verdienen. Maar doordat men veelal gewoon maar start, heeft men weinig financiële middelen om op terug te vallen als het nodig is. Men zal niet snel gedesillusioneerd zijn maar het gebrek aan een buffer kan de ‘strop’ betekenen.
De verwachtingen zijn realistisch. Men weet dat men hard moet werken en men staart zich niet blind op de opbrengsten. Men geeft zich zelf de tijd op het op te bouwen. Sommigen starten rustig naast een andere loondienstbaan om zo te kunnen bouwen. Allen hebben vooraf een buffer en houden reserves voor magere tijden. Succes- & faalfactoren starters / pag. 22 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
2
De drie type starters staan anders ten opzichte van de zes factoren. (2)
Resultaten
2.3 Relatie type ondernemer en factoren
Factoren
Impulsieve starter
Naïeve starter
Gedreven starter
Persoonlijkheid
Men start enthousiast, maar na een maand of 3 realiseert men zich wat het ondernemerschap inhoudt. Men schrikt van het harde werken en alle bijkomende taken. Daarnaast hebben vele starters niet het juiste ondernemersprofiel. Bij de eerste tegenslag raakt men snel in paniek en ervaart men in grote mate stress. Ze laten zich snel uit het veld slaan. Men weet vaak niet hoe men verder moet. Men zal snel op zoek gaan naar een vaste baan. Dit geeft zekerheid en geen zorgen.
Het is grotendeels afhankelijk van de persoonlijkheid van de ondernemer en het vermogen en de wil om te leren of men doorgaat of afhaakt. Hier kan een ‘naïeve starter’ twee kanten op. Diegene die niet de juiste karakter-eigenschappen heeft zal snel geneigd zijn om af te haken, zodra men tegen issues of veranderingen aanloopt. Anderen daarentegen hebben naast het juiste profiel ook het vermogen om het te leren. Men leert ‘on the job’. Vaak is dit niet de makkelijkste weg maar het is niet per definitie een breekpunt.
Veelal hebben ze een ondernemersprofiel. Men kan omgaan met werkdruk, stress, uitdagingen, teleurstellingen etc. Men is oplossingsgericht en aanpakkers.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 23 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
2
De drie type starters staan anders ten opzichte van de zes factoren. (3)
Resultaten
2.3 Relatie type ondernemer en factoren
Factoren
Impulsieve starter
Naïeve starter
Gedreven starter
Doordachtheid
De acties die men onderneemt gaan veelal niet verder dan de inschrijving in de KvK en het inschakelen van een boekhouder. Men informeert zich slecht, weet ook niet wat voor informatie of middelen, waar te vinden zijn. Bovendien heeft men bij aanvang ook niet het idee dat het nodig is. Men onderschat het ondernemerschap. Men is gestart zonder goed te weten wat het inhoudt en hoe men het bedrijf moet positioneren.
Buiten de inschrijving en de boekhouder, gaat deze starter wel meer op zoek naar informatie. De informatie die men zoekt is veelal gericht op branche gegevens, acquisitie mogelijkheden, benodigde spullen, prijsstellingen en dergelijke. Men heeft vaak voldoende basiskennis over de branche en het vak om te kunnen starten. Zaken die te maken hebben met het ondernemerschap leert men al doende. Men maakt weinig gebruik van de middelen. Dit type geeft aan dat men het proces onderschat heeft en raadt anderen aan om zich juist wel goed voor te bereiden.
Deze starter zorgt dat hij vooraf, tijdens en na het opstarten goed geïnformeerd is. Hij maakt van zoveel mogelijk middelen en bronnen gebruik. Acties zoals een cursus bij KvK, coach en netwerken hoort daarbij. Velen maken een ondernemingsplan ongeacht of men geld moet lenen. Hierbij kijkt men ook naar de sectorontwikkelingen en naar het concurrentieveld. Dit maakt dat men een helder beeld heeft van de markt, de concurrentie en hoe men de markt wilt benaderen.
Achteraf zeggen de falende impulsieve starters dat zij zich beter hadden moeten voorbereiden; waarschijnlijk was men dan niet eens begonnen.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 24 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
2
De drie type starters staan anders ten opzichte van de zes factoren. (4)
2.3 Relatie type ondernemer en factoren
Factoren
Impulsieve starter
Naïeve starter
Gedreven starter
Kennis & vaardigheden
Vakkennis heeft men over het algemeen voldoende maar het ontbreekt aan aanvullende kennis, zoals de bijkomende administratie. Velen schrikken enorm van de hoeveelheid administratieve handelingen die men moet doen. Daarnaast begrijpt men het niet goed waardoor men er ook onrustig van wordt. Daarnaast anticipeert men niet op veranderende omstandigheden.
Vakkennis heeft men voldoende, maar het ontbreekt aan aanvullende kennis zoals, de bijkomende administratie. Velen leren uit de lessen van de praktijk en spijkeren zich op die manier bij. Gedurende het proces zal men ook meer actief gaan zoeken en gebruik maken van middelen en informatie, als men er de tijd voor vrij maakt.
Deze starter heeft kennis van zaken en hetgeen men nog niet weet, leert men. Het gebrek aan anticiperend vermogen of de tijd om daarin te steken is voor vele ondernemers een valkuil. Velen betrappen zich na 2/3 jaar erop, dat men zich heeft laten verassen door de markt of door een verandert klantenbestand. Hierdoor moet men snel tot actie over moet gaan, voordat het te laat is.
Externe factoren Kans van slagen
Resultaten
Een goede ondernemer zal altijd in de gaten moeten houden hoe het bedrijf en de markt zich ontwikkelt: weten hoe het klantbestand eruit ziet (de verhouding kleine en grote klanten) en moet tijdig inspelen als de markt verandert (weten of men moet gaan specialiseren of juist meerdere diensten/producten moet aanbieden). Veel ondernemers leven bij de waan van de dag. Dit is voor veel ondernemers een valkuil.
Hier kan elke type ondernemer mee te maken krijgen. Maar de impact ervan is afhankelijk van de aanwezige buffer, het tegen een stootje kunnen en het anticiperend vermogen.
/☺
☺
Succes- & faalfactoren starters / pag. 25 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Koppeling type starters aan de sub-groepen zoals gedefinieerd door de gemeente en KvK is lastig.
2
Resultaten
2.4 Relatie type ondernemer en subgroepen
KvK en gemeente Den Haag hanteren vier subgroepen, te weten: prille starters, succesvolle starters, prille stoppers en late stoppers. Om te komen tot een representatieve weergave van de meningen met betrekking tot dit onderwerp, is met deze vier subgroepen gesproken. Op basis van dit kwalitatief onderzoek kunnen we geen uitspraken doen met betrekking tot de type starters gekoppeld aan de vier subgroepen. Hiervoor is een kwantitatief segmentatie-onderzoek vereist. Alle drie de typen zijn te vinden in de vier subgroepen. Echter, op basis van de bevindingen uit dit onderzoek is de verwachting dat: •Onder de subgroep snelle stopper, bevindt zich met name de ‘impulsieve starter’. Dit type zal waarschijnlijk binnen het jaar stoppen met het bedrijf. De snelle stoppers vertonen de karakterisering van de impulsieve starter. Deze gesproken starters tonen veel overeenkomsten. Ze zijn het ondernemerschap ingerold en hebben nooit echt de drijfveer gehad. Ze hadden een hoge winstverwachting en onderschatte de hoeveelheid werk. Bij tegenvallende inkomsten of te hoge werkdruk, gaven zij snel op. Temeer omdat ze geen financiële buffer hadden. •Onder de subgroepen late stoppers en succesvolle starters vallen veelal de ‘naïeve’ en ‘gedreven’ starters. Met de ‘naïeve’ starter kan het twee kanten op gaan: men stopt na 1 of 2 jaren of men ontwikkelt zich en leert kennis en vaardigheden aan en redt het. Of de ‘gedreven’ starter en de ‘doorontwikkelde naïeve starter’ zich handhaven, is voor een groot deel afhankelijk van de externe factoren. Daarnaast is het al dan niet tijdig aanpassen aan veranderende omstandigheden van grote invloed op het succes van het bedrijf. Voor veel ondernemers is het een valkuil om zich te veel te laten leiden door de waan van de dag. Hierdoor kan men de boot gaan missen. •in de subgroep prille starters kunnen alle drie de typen zich bevinden.
Impact economie De economische situatie wordt vaak genoemd als reden dat men is gestopt. Maar de vraag is of dit werkelijk zo is en of er geen andere aspecten een rol spelen die hen extra kwetsbaar hebben gemaakt. Bij het doorvragen blijkt dit ook het geval. Het
merendeel van de prille stoppers zijn gestopt doordat men een beperkte klantenkring had, niet actief en consequent acquisitie heeft gepleegd, geen buffer had en de hoeveelheid werk had onderschat. Hierdoor waren ze minder bestand tegen de veranderde economische situatie.
De
late stoppers gaven twee beëindigingsredenen aan: veranderde persoonlijke omstandigheden (eigen keuze om te stoppen) en de veranderde economie. Ondanks al het nodige dat men had ondernomen bleek hun onderneming financieel niet haalbaar. De economische crisis heeft voor sommigen de nekslag betekent, ondanks dat men gestart was met een financiële buffer. Succes- & faalfactoren starters / pag. 26 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Mate van economische afhankelijkheid en het opleidingsniveau zijn geen bepalende succes- of faalfactoren.
2
Resultaten
2.4
Relatie type ondernemer en subgroepen
In hoeverre er een directe relatie is tussen economische afhankelijkheid en opleidingsniveau en het zijn van een succesvol starter, is niet aan te geven. Er zijn naast deze twee aspecten altijd meerdere factoren die een rol spelen in het al dan niet succesvol zijn. Uit het onderzoek blijkt wel het volgende: • Economische afhankelijkheid kan van invloed zijn op de drive en inzet om een succes van het eigen bedrijf te maken. Diegenen die afhankelijk zijn, zullen wellicht eerder alles in het werk stellen om de onderneming te doen slagen; mits men aan de eerder genoemde minimale voorwaarden voldoet. • Starters die financieel afhankelijk zijn van hun onderneming zullen sneller (en soms radicaler) besluiten om de handdoek in de ring te gooien, zodra de inkomsten niet voldoende zijn. Men gaat dan liever op zoek naar financiële zekerheid door in loondienst te gaan werken. Als men niet afhankelijk is, dan bestaat de mogelijkheid dat men langer doorgaat op het moment dat men niet veel inkomsten genereert. Sommigen hebben de financiële ruimte om ‘aan te modderen’. Het kan zijn dat er dus starters zijn die nog steeds ingeschreven staan, terwijl men beperkt tot bijna niet bezig is met het ondernemen. • Opleidingsniveau is noch een voorwaarde, noch een garantie voor succes. Gedrevenheid, juiste persoonlijkheid en zakelijk slim zijn, hebben meer invloed op het al dan niet succesvol zijn. • Uit het onderzoek blijkt wel dat hoger opgeleiden vaker meer basiskennis bezitten wat betreft het ondernemerschap (denk aan administratie en een ondernemingsplan). Men realiseert zich meer het belang van dergelijke zaken en door hun al aanwezige kennis wordt de kans vergroot dat men gerichter te werk gaat. Uit het onderzoek is echter gebleken dat een hoger opleidingsniveau geen garantie is voor doordacht te werk gaan. Daarnaast zou het kunnen zijn dat ondernemers met een hogere opleiding beter in staat zijn om kennis en vaardigheden eigen te maken. Desalniettemin leidt een hoger opleidingsniveau niet automatisch tot succes of falen.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 27 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Gedurende het beslissingsproces om te starten vindt slechts in beperkte mate een oriëntatieproces en vooronderzoek plaats. (1) Oriëntatie vooraf • Velen nemen het besluit om voor zich zelf te beginnen, zonder zich te laten informeren door instanties. Gedurende het oriëntatieproces maakt slechts de ‘gedreven starter’ gebruik van alle beschikbare informatie die bij de KvK beschikbaar is. De overige starters onderschatten vaak wat ondernemerschap inhoudt. Men denkt alles al te weten en denken geen aanvullende informatie nodig te hebben. • Het is opmerkelijk dat slechts de ‘gedreven starter’ voor het moment van inschrijving actief op zoek gaan naar informatie, die hun helpt van het maken van de beslissing om te starten en hoe te starten. • De ‘impulsieve en naïeve starters’ nemen hun beslissing om te starten voornamelijk op basis van hun gevoel en de meningen en ervaringen van vrienden en familie. In beperkte mate wordt vooraf informatie ingewonnen over wat het hebben van een eigen onderneming inhoudt en waar men rekening mee kan houden. De meeste stoppers zouden op basis van hun eigen ervaringen nieuwe starters sterk adviseren, om zich wel vooraf goed te laten informeren en adviseren. Verschillende gesproken stoppers geven aan dat wanneer ze vooraf hadden geweten wat ondernemerschap inhoudt, ze niet waren begonnen. In paragraaf 2.3, met name bij de factor doordachtheid, is aangegeven hoe de verschillende typen zijn omgegaan met de marktverkenning en de eigen positionering hierin. Op de volgende sheets worden een aantal praktische aspecten ten aanzien van de voorbereiding en de inzet van middelen nader uitgewerkt.
2
Resultaten
2.5 Het startproces “Ik had mijn baan al opgezegd voordat ik mij ging inschrijven. Nu duurde de inschrijving een paar werken waardoor ik niet gelijk kon beginnen. Dat betekende dat ik mijn reserves gelijk moest inzetten voordat ik überhaupt was begonnen.” “Je krijgt € 1000,- en die kun je diensten inkopen bij het KvK. Enige wat je moet betalen is het intake gesprek. Maar goed, je bent voor jezelf begonnen dus je kunt het gelijk aftrekken als kosten.” “Mijn boekhouder vertelde mij dat het eerste jaar altijd zwaar is.” “Als je een zaak begint en moet hij wel weten waaraan hij begint. Anders heeft hij een groot probleem.’ “Ik heb vooraf een opleiding gevolgd op de Vrije Universiteit gericht op ondernemen. Dit heb ik zelf betaald.” “Nu gewoon even rust en dan zie ik wel weer wat ik ga doen. Maar nu rust.’ “Elke keer dat ik een brief van de belastingdienst zag, schoot ik al in de stress. Gelukkig kon mijn vader mij wat helpen.’ Aangezien het hier gaat om praktische details, zullen deze punten niet verwerkt worden in de conclusies. Succes- & faalfactoren starters / pag. 28 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Gedurende het beslissingsproces om te starten vindt slechts in beperkte mate een oriëntatieproces en vooronderzoek plaats. (2)
2
Resultaten
2.5 Het startproces
Ervaringen in het ondernemen • Alle respondenten hadden op het moment van starten geen ervaring als eigen ondernemer zijn. Velen geven aan dat men wel mensen kent die een eigen bedrijf hebben. Tot hen heeft men zich in eerste instantie gewend voor informatie. Het eerste advies die velen hebben gekregen is, om gelijk een boekhouder in te schakelen. Verschillende gedreven starters geven aan dat directe familieleden (vader of broer) al jaren ondernemer zijn. Zij fungeren dan vaak ook als hun voorbeeld, waardoor al vroeg een behoefte aan een eigen bedrijf is ontstaan. Deze starters hebben gezien wat het ondernemerschap inhoudt inclusief de valkuilen waardoor men realistische verwachtingen heeft. Verkrijgen financiële middelen • Het is afhankelijk van de type onderneming in hoeverre men een startkapitaal nodig heeft. Veel gesproken starters hadden lage opstartkosten en hadden geen starterfinanciering nodig. Het starten/overnemen van een restaurant vereist een startkapitaal terwijl b.v. een boekhouder vrijwel geen opstartkosten heeft. Opvallend is dat, ongeacht de hoogte van het bedrag, veel starters liever geld lenen van familie dan van een bank. De stap om naar een bank te gaan is groot. Het hebben van een lening bij familie voelt minder als een last, dan bij een bank. De gemeente ziet men niet als de organisatie waartoe men zich kan wenden voor financieringen. Velen vergeten dat men een extra buffer moet hebben voor de opstartfase en deze ook verder moet opbouwen voor slappere tijden. Omvang klantenbestand en acquisitie • Veel starters die werken voor opdrachtgevers/klanten, hebben bij aanvang een klein aantal opdrachtgevers/klanten. Een enkeling neemt de klantenkring vanuit het vorige werk mee. De gedreven starter realiseert zich het belang van een breder netwerk van opdrachtgevers, om te voorkomen dat men te kwetsbaar wordt op het moment een opdrachtgever wegvalt. Uiteraard is dit niet van toepassing voor starters van winkels of horeca gelegenheden, die niet voor specifieke klanten/opdrachtgevers werken. Zij proberen wel om het aantal bezoekers te vergroten. • Acquisitie vindt plaatst door mond-tot-mond-reclame, het flyeren in de buurt, het plaatsen van advertenties, het Succes- & faalfactoren starters / pag. 29 t.b.v. Gemeente Den Haag direct benaderen van potentiële klanten en een enkeling heeft een eigen website ontwikkelt. Blauw Research / B11218 © mei 2010
Gedurende het beslissingsproces om te starten vindt slechts in beperkte mate een oriëntatieproces en vooronderzoek plaats. (3)
2
Resultaten
2.5 Het startproces
E-scan/Starterstest • Geen enkele respondent heeft deze test gedaan voorafgaand aan de beslissing om al dan niet te starten. Slechts een enkeling heeft van de test gehoord. Velen geven aan, zeker de snelle stoppers, dat zo’n test wel erg handig is voor mensen die een eigen onderneming overwegen. Het kan wellicht mensen behoeden voor een verkeerde keuze. Netwerken • In beperkte mate hebben de gesproken respondenten zich aangesloten bij een netwerk. Het blijft veelal beperkt tot het netwerk van de branchevereniging, als deze bestaat. De meer gedreven starters sluiten zich ook aan bij ondernemersnetwerken zoal bijvoorbeeld een startersnetwerk. Bij welke specifieke netwerken men zich aansluit, is niet verder uitgevraagd. Arbeidsongeschiktheidsverzekering • Het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt zelden gedaan. Men laat zich er wel over informeren, met name door de boekhouder. Echter, men vindt de kosten van een dergelijke verzekering te hoog. De meer gedreven starter en ook de door ontwikkelde naïeve starter, bouwen in de loop der tijd een buffer op waarop men kan terugvallen in het geval men door gezondheidsproblemen tijdelijk uitvalt. De andere typen starters zorgen zelden voor een dergelijk vangnet. Belastingaangifte • Het eerste wat veel starters doen is het inschakelen van een boekhouder. Deze draagt ook zorg voor de belastingaangifte. Opvallend is dat de impulsieve starters zich ook niet verdiepen in de bijkomsten administratie en belastingen. Men heeft geen weet van hoe deze zaken lopen. Hierdoor kunnen ze snel in ‘paniek raken’ op het moment ze een brief van de belastingdienst ontvangen. Men is niet in staat om zelf te beoordelen wat de inhoud betekent. Soms wordt het ongeopend doorgestuurd naar de boekhouder. De gedreven starters hebben over het algemeen meer financieel inzicht bij aanvang of ontwikkelen dit inzicht gedurende het proces. Deze starters vinden het van belang om de benodigde financiële kennis te hebben, zodat men zelf meer vat heeft op de financiën van het bedrijf.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 30 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
2
Kamer van Koophandel is het startpunt voor starters. • Iedereen weet dat men naar de Kamer van Koophandel moet om zich in te schrijven. Dit is voor velen de eerste keer dat men zich wendt tot deze organisatie als het gaat om het opstarten. Velen schakelen vervolgens een boekhouder in die hun administratief ondersteunt en informeert over bijvoorbeeld de belastingen. Een enkeling neemt direct contact op met de belastingdienst om te horen waar men rekening mee moet houden. • Na de inschrijving weten velen niet wat de KvK nog meer voor de starters kan betekenen, naast het informatieblad van de KvK. Velen hebben het inschrijven ook als een administratieve handeling ervaren waarbij er geen aanvullende informatie of advies werd verstrekt. Wederom zijn de ‘gedreven starters’ beter op de hoogte van de mogelijkheden. Maar ook vanuit deze groep kwamen geluiden dat de inschrijving niet gepaard ging met informatievoorziening en advies. • Opvallend is dat met name lager geschoolden een drempel ervaren om zich te wenden tot de KvK en bijvoorbeeld de startersdag. Velen denken dat de KvK met name voor grotere ondernemingen is en niet voor de eenmanszaken. Ook als men op de hoogte is van bijvoorbeeld startersdagen, heeft men het idee dat het niet voor hen bedoeld is. Daarnaast speelt mee dat men het idee heeft dat de geboden informatie erg algemeen is, waardoor ze het niet kunnen toepassen in hun eigen specifieke bedrijfstak.
Resultaten
2.6 Rol KvK en gemeente
“Dat is toch niet voor mij, die KvK dagen. Daar loopt mijn soort niet rond. Ik verwacht mannen in pakken en dat ben ik niet.” “Ik maar een simpele jongen en ik voel me daar niet thuis.” “Als ik aan de KvK denk dan verwacht ik dat ik boeken enzo krijg. Ik ben helemaal geen lezer.” “Ik verdiende in het begin gelijk goed. Maar ik heb gelijk alles uitgegeven. Dat is altijd mijn manco geweest.’ “Ik ben een doener. Ik heb het in 1 dag besloten om het te gaan doen. Achteraf was het natuurlijk de verkeerde keuze’ “Van vrienden kreeg ik voornamelijk het advies om zwart te gaan werken. Maar dat wilde ik niet.’
Succes- & faalfactoren starters / pag. 31 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
2
Voor velen speelt de gemeente geen rol in het startersproces. • Velen hebben geen idee wat de gemeente voor hen zou kunnen betekenen. Men verwacht ook niet dat gemeente middelen en ondersteuning aanbiedt voor de startende ondernemers. Een enkeling vindt de gemeente ook een te formele organisatie, waardoor men een drempel ervaart om daar naar toe te gaan. • Een enkeling weet dat de gemeente starterfinancieringen aanbiedt, mits het ondernemingsplan goed is onderbouwd. Diegenen die weten van de financieringsmogelijkheden, verwachten dat een dergelijke aanvraag lang duurt, waardoor ze toch liever op zoek gaan naar andere bronnen; zeker gezien het spontane karakter waarmee starters beginnen. Ze zijn vaak al begonnen, voordat ze merken dat ze iets nodig hebben.
2.6
Resultaten
Rol KvK en gemeente
“Ik dacht echt vooraf…ik ga gewoon iets beginnen. Dat moet wel lukken.” “Erg hé; maar ik ben gewoon maar begonnen. Als ik het nu over zou moeten doen zou ik me echt beter laten informeren.” “Ik realiseer me door deze vragen pas wat ik allemaal niet heb gedaan; wat ik wel had moeten doen.’” “Al die papieren. Ik krijg al hoofdpijn als ik het zie. Als zelfstandige is dat geen goede eigenschap ;-)’”
• Sommige respondenten zijn begonnen vanuit een uitkeringssituatie. Deze mensen hebben wel meer kennis wat een gemeente voor hen kan betekenen wat betreft financiering. Maar wederom ervaart men een drempel om bij de gemeente aan te kloppen voor een financiering. Wellicht wordt het ondernemerschap met een financiering in hun ogen iets te serieus terwijl men denkt aan iets leuks en luchtigs te beginnen. Informatie over de do’s & dont’s van het ondernemerschap heeft men niet ontvangen, geeft men aan. • Men ervaart vanuit de gemeente geen enorme regeldruk waardoor het voor een ondernemer lastig gemaakt wordt. Ook diegenen die een winkel of restaurant hebben, ervaren geen druk. Regels zijn helder en duidelijk. Succes- & faalfactoren starters / pag. 32 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Als men al weet dat er informatie en middelen aangeboden worden, dan kan men vaak door de bomen het bos niet meer zien.
nwetendheid over aangeboden middelen en informatie • De gedreven ondernemer heeft de neiging om alles tot zich te nemen. Men zoekt actief bij KvK, forums, gemeente, belastingdienst etc. Men wil graag van zo veel mogelijk ondersteuning gebruik maken; van startersdagen, spreekuren, cursussen en seminars tot coaching. Met name de ervaringen met de individuele coachings-trajecten zijn positief. • De ‘gedreven starter’ vindt zijn of haar weg wel. Men beseft wat het belang is van goed geïnformeerd zijn. Vanuit hun primaire drijfveer gaan ze zelf wel op zoek. • Echter, de andere type starters zijn redelijk onwetend over de mogelijke aangeboden middelen en ondersteuning van zowel de KvK als de gemeente, terwijl de behoefte groot is. Zeker de ‘naïeve starter’ merkt na een aantal maanden dat men veel zaken nog niet weet en zou graag een centraal punt willen waar men zich tot kan wenden voor ondersteuning en advies. De ‘impulsieve starter’ loopt ook tegen problemen aan maar mist vaak de intrinsieke motivatie om ondersteuning te zoeken.
2
2.6
Resultaten
Rol KvK en gemeente
Aan de respondenten is gevraagd van welke middelen men gebruikt maakt of heeft gemaakt. De lijst vermeld in de gesprekpuntenlijst, is na spontane beantwoording niet voorgelegd.
“Subsidies, verzekeringen, cursussen etc. Geen idee. Geven ze daar advies over dan? “ “Ik werk gewoon weer voor een baas. Geen zorgen, geen stress…heerlijk.’” “Ik dacht vooraf wat kan daar nou moeilijk aan zijn. Ik heb me vergist.’” “Het voelt echt als falen. Je krijgt door het moeten stoppen echt een deuk in je zelfvertrouwen.” “Op een gegeven moment ben ik wel naar de KvK gegaan maar toen was het al te laat. Het ging al te lang te slecht.”
• Overigens geven de starters aan, die wel weten dat er informatie en middelen beschikbaar is, dat het aanbod erg versnipperd is. Het is lastig om de juiste ondersteuning te vinden. Succes- & faalfactoren starters / pag. 33 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Er is een enorme behoefte aan informatie en advies; met name aan laagdrempelige en individuele ondersteuning. • Zowel de gesproken stoppers als de prille starters geven aan dat men (achteraf) wel meer ondersteuning en informatie had willen hebben. Men geeft aan dat men niet weet of ze het dan wel hadden gered; maar het had hun wel kunnen behoeden om überhaupt te starten of fouten te maken, zoals bijvoorbeeld het niet opbouwen van een buffer. • Men denkt zelf aan de vormen van ondersteuning: • Bij inschrijving een goed gesprek over wat het ondernemerschap inhoudt. Dit geven met name de stoppers aan. Het is de vraag uiteraard, in hoeverre starters open staan voor een dergelijk gesprek op het moment van inschrijving wanneer het vertrouwen het grootste is. • Men heeft behoefte aan persoonlijk advies, specifiek gericht op de branche waarin men werkzaam is. Men wil graag praten met iemand die op een heldere manier uitlegt hoe alles werkt, waar men gebruik van kan maken, bij welke instanties men moet zijn, wat de valkuilen zijn waar men voor moet oppassen en tot slot ook tips voor de specifieke branche. • Men wilt graag informatie die begrijpbaar is, ook voor mensen met een lagere opleiding of die de Nederlandse taal minder machtig zijn. Een eenvoudig informatiepakketje met daarin de do’s & dont’s en een overzicht van middelen en de bijbehorende instanties kan al toereikend zijn. • Via de gemeente, de eerste maanden, gratis kunnen adverteren op de lokale tv zender. • Dat de gemeente haar starters ondersteunt om juist de eigen ondernemers in te huren voor de werkzaamheden voor de gemeente zelf, in plaats van de grote nationale organisaties in te huren.
2
2.6
Resultaten
Rol KvK en gemeente
“Ik zou het gesprek gratis aanbieden zodat mensen wel een keer langs komen, zodat alles in kaart gebracht kan worden en waar ze allemaal gebruik van kunnen maken.” “Ik verbaas me er over dat mensen zo makkelijk praten over de administratie. Je moet echt wel wat weten hoe het werkt. Je kunt niet alleen maar vertrouwen op de boekhouder.” “Ze moeten starters meer laten proeven wat het is; misschien zijn mensen te overmoedig in het begin.” “Je moet er echt 100% zeker van zijn dat je dit wilt. Je moet echt een plan hebben en daar achter staan.’ “Ik had een plan in mijn hoofd en dat was het; klaar om te beginnen.”
Succes- & faalfactoren starters / pag. 34 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Bijlagen
Succes- & faalfactoren starters / pag. 35 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Bijlage 1: Onderzoeksverantwoording Methode* Doelstelling van het onderzoek is: het verkrijgen van inzicht in de succes- en faalfactoren van startende ondernemers. Dit is een doelstelling die middels kwalitatief onderzoek onderzocht kan worden. Kwalitatief onderzoek geeft inzicht in de vragen hoe mensen denken over een bepaald onderwerp en waarom ze dat denken, maar geeft geen antwoord op de vraag hoeveel mensen een bepaalde mening hebben en in welke mate bepaalde factoren van invloed zijn. Kwalitatief onderzoek kenmerkt zich door het gebruik van kleine steekproeven. Representativiteit is op grond van de kleine steekproef niet mogelijk, maar wordt ook niet nagestreefd. Een zorgvuldige doelgroepbepaling en steekproefindeling vindt plaats om ervoor te zorgen dat alle mogelijk meningen en ervaringen van de doelgroep in het onderzoek aan bod kunnen komen. Representativiteit van de onderzoeksresultaten naar het onderwerp staat centraal, niet naar de onderzoekspopulatie. De resultaten van een kwalitatief onderzoek mogen dus niet gegeneraliseerd worden naar de onderzoekspopulatie. Nadat het veldwerk heeft plaatsgevonden vindt er een analyse plaatst, waarbij er gebruik wordt gemaakt van een analyseschema. In de analyse gaat het om het herkennen van patronen die voor de doelgroep kenmerkend is. De resultaten zijn dus gebaseerd op deze patronen.
Doelgroep Om te borgen dat alle mogelijke meningen van de doelgroep aan bod komen, is er gebruik gemaakt van de segmentatie van de gemeente. Deze segmentatie is gebaseerd op de lengte van het bestaan van de onderneming. De onderzoeksdoelgroep bestond uit ondernemers in Den Haag. De volgende 4 subdoelgroepen zijn gedefinieerd: 8 per subdoelgroep: • Prille starters: waarbij de onderneming ca. 2 jaar bestaat en waarbij nog moet blijken of zij succesvol zijn; • Succesvolle starters: waarvan de onderneming nog steeds bestaat en wel tussen de 2 en 5 jaar • Snelle stoppers: die binnen 2 jaar met de onderneming zijn gestopt; • Late stoppers: die tussen 2 en 5 jaar alsnog met hun onderneming gestopt zijn. Middels de gesprekken met deze subdoelgroepen, zijn de succes- en faalfactoren achterhaald. Verder zijn de volgende selectiecriteria gehanteerd: • Allen zijn hoofdverantwoordelijk (geweest) voor de onderneming; • Allen hebben voor de start van de onderneming minimaal 1 jaar geen eigen onderneming gehad; dit is al verwerkt in het bestand! • Spreiding naar startersachtergrond (gestart vanuit een school-, werk- of uitkeringssituatie); • Spreiding autochtonen en allochtonen; • Spreiding over branches. • Spreiding over geslacht en opleidingsniveau
Veldwerk • In totaal zijn 32 interviews gehouden, 8 gesprekken per subgroep. Voor kwalitatief onderzoek zijn 8 gesprekken voldoende om te komen tot uitspraken. Op het moment dat er extra gesprekken gevoerd worden, neemt de meerwaarde af. • Alle sessies duurden tussen de 45 en 60 minuten. • Het veldwerk heeft plaatsgevonden tussen 14 april en 4 mei 2010. De gesprekken zijn gevoerd thuis bij de respondent of op de werkplek. Van alle gesprekken zijn audio-opnamen gemaakt. Ook zijn er notulen gemaakt ten behoeve van de verslaglegging. Werving • De werving is uitgevoerd door een extern bureau waarmee Blauw Research ruime ervaring heeft. Dit bureau onderschrijft de richtlijnen van de MOA (MarktOnderzoek Associatie). Het selectiebureau heeft de werving telefonisch uitgevoerd en heeft hiervoor het bestand dat van de gemeente Den Haag gebruikt. Het selectiebureau is door Blauw zowel mondeling als schriftelijk gebrieft. • De respondenten hebben een vergoeding van €50,ontvangen voor deelname aan het onderzoek. Geraadpleegde bronmaterialen • Ruyter, K., de & Scholl, N. (1995). Kwalitatief marktonderzoek, theorie en praktijkcases. Utrecht: LEMMA BV. • Gordon, W. & Langmaid, R. (1988) Qualitative Market Research. Aldershot: Gower.
Succes- & faalfactoren starters / pag. 36 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Bijlage 2: Checklist
Succes- & faalfactoren starters / pag. 37 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Bijlage 2: Checklist
Succes- & faalfactoren starters / pag. 38 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Bijlage 2: Checklist
Succes- & faalfactoren starters / pag. 39 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010
Bijlage 2: Checklist
Succes- & faalfactoren starters / pag. 40 t.b.v. Gemeente Den Haag Blauw Research / B11218 © mei 2010