Bezinningsbijeenkomst H.A.: 25 juni 2015. We zingen: Ps. 25 : 2 en 4; Ps. 51:6 We lezen: Ps. 51 en vr. en antw. 78 HC Beste mensen, hier en thuis: Wat besteedt de Heidelberger een aandacht aan het Heilig Avondmaal! Nog wel: drie lijvige zondagsafdelingen! Dat is niet zonder reden. Dat heeft allereerst te maken met de tijd, waarin dit leerboek is geschreven: de tijd van de Reformatie! Die tijd kenmerkte zich door een voortdurende bezinning op Doop en Avondmaal! Rome had en heeft een andere sacramentsopvatting dan de aanhangers van de Reformatie. Volgens de Roomse leer zijn de sacramenten de kanalen, waardoor de genade van God het hart van de mens binnenstroomt. Wie het sacrament maar gebruikt, krijgt de genade automatisch in zich!
Een ander discussiepunt was de tegenwoordigheid van Christus in het Avondmaal! De gemeenschap met Hem! In de Heidelberger worden die verschillen breed uitgemeten. Naar Rome toe, maar ook naar Luther toe. Het is jammer, maar waar: Luther dacht anders over het Avondmaal dan Calvijn en Calvijn weer anders dan Zwingli! Ongetwijfeld heeft dit schade berokkend aan de Reformatie. Denk nu niet, dat we vanavond blijven steken bij een les geschiedenis over het H.A! Dat is geenszins het geval. Veelmeer wordt ons stof aangereikt, dat ons tot een persoonlijke bezinning noopt! In vraag en antwoord 78 gaat het met name wat ons in het H.A. geleerd wordt. Wordt dan uit brood en wijn het wezenlijk lichaam en bloed van Christus!
Deze vraag legt de vinger bij de belijdenis van de Roomse Kerk, dat Christus lichamelijk tegenwoordig is in brood en wijn! Men gaat er van uit, dat zodra de priester de sacramentele woorden uitspreekt van: dit is Mijn Lichaam en dit is Mijn Bloed, brood en wijn terstond veranderen in het Lichaam en het Bloed van de Heere! Niet naar de vorm, naar het gezicht, de reuk en de smaak! Het blijft brood en wijn, maar naar de aard en de betekenis verandert het! We noemen dit de transsubstantiatieleer! Als je dus naar Rooms-katholieke begrippen aan het Avondmaal deelneemt, en bij de eucharistie vaak alleen de ouwel ontvangt – de priester drinkt vaak alleen de wijn – dan heb je bijna automatisch deel aan Christus’ volbrachte werk. Luther dacht weer anders over de tegenwoordigheid van Christus bij het H.A.! Volgens deze reformator trad er geen wezensverandering op.
Hij leerde dat in, met en onder de gestalten van brood en wijn, Christus’ Lichaam en Bloed aanwezig is! We noemen dat de consubstantiatieleer. Luthers leer wordt wel duidelijk gemaakt met een spons met water of met een ijzer, dat in het vuur gehouden wordt. Christus is in de tekenen van brood en wijn lichamelijk aanwezig, zoals water in een spons zit! Zoals het vuur het ijzer doorgloeit, zo doortrekt Christus de tekenen van brood en wijn! Calvijn, en in zijn voetspoor de Heidelberger, leert dat Christus tegenwoordig is, in en door de Heilige Geest! We begrijpen nu, waarom de Heidelberger, op vraag 78 met een krachtig: ‘nee’ antwoordt! Geen wezensverandering:op geen enkele wijze Net zo min het water van de Doop in het bloed van Christus verandert. Zo wordt ook het brood niet het Lichaam van Christus Zelf! Water, brood en wijn, duiden op de afwassing en vergeving van de zonden.
Merkt u het verschil op? Het is niet louter een verschil in de leer! Want als je beweert, dat brood en wijn wezenlijk veranderen in het Lichaam en in het Bloed van Christus, dan heeft dat nogal gevolgen. Een daarvan is, dat als je niet aan het Avondmaal deelneemt, je ook geen deel aan Christus hebt. Waarvan acte! Maar zo is het gelukkig niet! Is dat wel zo zeker? Heeft de Roomse leer het toch niet bij het rechte eind, want de Heere heeft toch Zelf gezegd: Dit is mijn Lichaam en dit is Mijn Bloed?! Dit is! Daar kunnen we toch niet omheen? Maar de Heere heeft op een andere plaats ook gezegd: Ik ben de Deur! En: Ik ben het Levende Water, de ware Wijnstok! De Heere maakt in deze zegswijzen een vergelijking. De Heere geeft daarmee een Zelf openbaring. Zo maakt Jezus ook een vergelijking, als Hij zegt: Dit is Mijn Lichaam en dit is Mijn Bloed!
Prof. Verboom heeft in zijn uitleg een vergelijking gemaakt met een foto. Stel je voor: u laat een foto van uw man of vrouw zien. Dan zegt u: kijk, dit is mijn man of vrouw! Dat bedoelt u dat niet letterlijk. Maar er is wel een directe relatie. Zo is er ook een directe relatie tussen brood en wijn en het Lichaam en het Bloed van de Heere! Als je in het geloof het brood ontvangt, dan ontvang je daarmee ook Zijn Lichaam: Hij voor mij gebroken! Datzelfde geldt ook voor de wijn: als je daarvan in het geloof mag drinken, dan ontvang je daarmee ook het Bloed van Christus: Hij voor mij vergoten! Maar, dat is toch hetzelfde als Rome leert? Nee, de Heere is niet lichamelijk, automatisch aanwezig, maar door de Heilige Geest. Door de Heilige Geest is Christus tegenwoordig! Door de Heilige Geest hebben wij eerst Deel aan Zijn volbrachte werk! Het is niet de mond, die Hem ontvangt, maar het geloof van het hart, dat Hem opneemt!
Waar de Heilige Geest ontbreekt, ontvang je niets dan een karig stukje brood en een slokje wijn. Maar waar de Geest aanwezig is, waar Christus onder de tekenen van brood en wijn door Zijn Geest in het hart van de mens indaalt, dan ervaart het moegestreden hart de nauwe band met Christus en ontvangen we nieuwe krachten en vertroosting! Met de dichter van Psalm 51 bidden wij: Verwerp mij niet van Uw Aangezicht, en neem Uw Heilige Geest niet van mij…! Geef mij weder de vreugde van Uw heil. En de vrijmoedige geest ondersteune mij! Ik heb gezegd.
Discussievragen: 1. Wie het sacrament maar gebruikt, krijgt de genade automatisch in zich, zo luidt de R.K. Avondmaalsleer. Is deze gedachte ons geheel vreemd? Maken wij daarbij soms nog een verschil tussen de H. Doop en het Heilig Avondmaal? 2. Hoe beleeft u de tegenwoordigheid van Christus aan het H.A.? Bij wie voelt u zich het meest ‘thuis’? Of beter gezegd: welke leer hangt u/jij aan, die van RKK, Zwingli, Luther of Calvijn? 3. Waar de Heilige Geest ontbreekt, ontvang je niets dan een karig stukje brood en een slokje wijn, zo is de leer van Calvijn. Maar waar de Geest aanwezig is, en waar Christus, onder de tekenen van brood en wijn, door Zijn Geest in het hart van de mens indaalt, dan ervaart het moegestreden hart de nauwe band met Christus en ontvangen we nieuwe krachten en vertroosting, zo eindigde de inleiding van vanavond! Dat leidt tot de vraag: Wat maakt eerst het H.A. tot een onvergetelijke en zegenrijke Dis? Discussievragen: 1. Wie het sacrament maar gebruikt, krijgt de genade automatisch in zich, zo luidt de R.K. Avondmaalsleer. Is deze gedachte ons geheel vreemd? Maken wij daarbij soms nog een verschil tussen de H. Doop en het Heilig Avondmaal? 2. Hoe beleeft u de tegenwoordigheid van Christus aan het H.A.? Bij wie voelt u zich het meest ‘thuis’? Of beter gezegd: welke leer hangt u/jij aan, die van RKK, Zwingli, Luther of Calvijn? 3. Waar de Heilige Geest ontbreekt, ontvang je niets dan een karig stukje brood en een slokje wijn, zo is de leer van Calvijn. Maar waar de Geest aanwezig is, en waar Christus, onder de tekenen van brood en wijn, door Zijn Geest in het hart van de mens indaalt, dan ervaart het moegestreden hart de nauwe band met Christus en ontvangen we nieuwe krachten en vertroosting, zo eindigde de inleiding van vanavond! Dat leidt tot de vraag: Wat maakt eerst het H.A. tot een onvergetelijke en zegenrijke Dis? (zie ook Ps. 51)