Beweeginterventie
Mild en Matige COPD (GOLD 1 en 2)
Tot stand gekomen door de werkgroep COPD in opdracht van FYNE FYNE mild en matig COPD 2010
FYNE 2010 Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Omschrijving fysiotherapie bij mild COPD (Gold 1 en 2). Overzicht van de beweeginterventie. Toelichting op de beweeginterventie. Testformulier. Gesprekstechnieken. Toelichting op testen Lijst ambivalentie. Logboek. Evaluatieformulier. Eisen met betrekking tot de begeleidende fysiotherapeut.
FYNE mild en matig COPD 2010
Bldz 3. Bldz 5. Bldz 6. Bldz 8. Bldz 10. Bldz 11. Bldz 13. Bldz 14. Bldz 17. Bldz 19.
1. Omschrijving fysiotherapie bij mild COPD (Gold I-II) Volgens de multidisciplinaire ketenrichtlijn COPD is fysiotherapie een belangrijk onderdeel van de ketenzorg bij COPD-patiënten. Er is voldoende bewijs dat fysieke training het inspanningsvermogen en de kwaliteit van leven van patiënten met matig ernstig of ernstig COPD gunstig beïnvloedt. Regelmatige lichamelijke activiteit verhoogt de zelfredzaamheid en verlaagt de medische afhankelijkheid. Daarom wordt aanbevolen dagelijks een half uur matig intensief te wandelen, fietsen of fitnessen. Helaas is het realiseren van dit bewegingsgedrag voor patiënten met een chronische aandoening als COPD problematisch. Er zijn verschillende belemmerende factoren die er toe leiden dat COPD patiënten er onvoldoende in slagen aangepast bewegingsgedrag te vertonen. Te denken valt aan factoren als ontbrekende kennis omtrent de aandoening, geen inzicht in trainingsprincipes, onvoldoende motivatie of onvoldoende zelfvertrouwen. Het gevolg is een achteruitgang van de belastbaarheid, lagere kwaliteit van leven en meer afhankelijkheid van medicijnen en medische hulp dan noodzakelijk. De fysiotherapeutische standaard beweeginterventie is gericht op het opheffen van deze belemmerende factoren zodat de COPD patiënt er wel in slaagt het gewenste activiteiten niveau te realiseren. Indicatiegebieden fysiotherapie 1. Inventarisatie beweeggedrag en inspanningsvermogen o 0-meting bij gediagnosticeerde COPD o Beweegadvies en eventueel tijdgebonden reactievatietraject (beweegprogramma) o Screenen na exacerbaties 2. Beweegprogramma o Inhoudelijk: ontwikkelen en onderhouden van een actieve leefstijl leren kennen van eigen fysieke grenzen en leren omgaan met fysieke beperkingen optimaliseren van het inspanningsvermogen overwinnen van angst voor inspanning bestrijden van beïnvloedbare risicofactoren en het bewerkstelligen van gedragsverandering inzichtelijk maken van de ziekte COPD en de mogelijkheden om door training de belastbaarheid te vergroten. o Dit kan bereikt worden door: vergroten van het maximale aerobe uithoudingsvermogen trainen van lokale (perifere spierkracht) spierkracht en spieruithoudingsvermogen optimaliseren van de mobiliteit van de wervelkolom, de ribben en gewrichten van de extremiteiten indien geïndiceerd verbeteren van coördinatie tijdens bewegen. functioneel trainen voor cliënten met COPD verlagen van risicofactoren voor andere morbiditeit gedragsverandering o Tijdgebonden, niet-chronisch traject o Het uiteindelijke doel is uitstroom naar het reguliere bewegen sportaanbod, dat wil zeggen zelfstandig bewegen zonder supervisie van de fysiotherapeut FYNE mild en matig COPD 2010
3.
Reactief handelen (m.n. tijdens- en na exacerbatie) o Ademregulatie o Verbeteren van mucusklaring
Bronnen: 1. KNGF Richtlijn COPD (2008) 2. KNGF Standaard beweeginterventie chronische obstructieve longziekten (COPD) (2009) 3. LESA COPD (2007); landelijke eerstelijns afspraken, afgeleid van de NHG standaard 4. KNGF Standaard beweeginterventie chronische obstructieve longziekten (COPD) (2009) 5. LESA COPD (2007); landelijke eerstelijns afspraken, afgeleid van de NHG standaard
FYNE mild en matig COPD 2010
2. Overzicht van de beweeginterventie COPD Gold 1 en 2: 1. Intakesessie * Motivatie van patiënt inzichtelijk maken. Eventueel met behulp van het invullen van de vragenlijst Ambivalentie. * Bespreken hoofddoel en subdoelen. * Anamnese. * invullen vragenlijsten PSK, CCQ, MRC, IPQ-K. * Uitleg geven hoe de patiënt het logboek moet gaan invullen. 2. testsessie * BMI. * Bloeddruk. * Huidplooimeting. * Baseline MicroFet2 kracht m. Quadriceps. Baseline MicroFet2 kracht m. Biceps. Baseline MicroFet2 kracht Deltoideus. * Buikomvang. * 6 MWT. * Astrand submaximaaltest (als dit mogelijk is) 3. Individuele begeleiding: 2 weken trainen, 2 sessies per week in de praktijk en 1 sessie thuis. Naast cardiovasculairetraining en periferespierkrachttraining komen de volgende zaken aan bod: * ziekte inzicht. * informatie mbt training in de praktijk. * informatie mbt training thuis. * ademhalingstechnieken (zonodig). * sputumklaringstechnieken (zonodig). 4. Groepstraining: * 12 weken trainen, 2 sessies per week in de praktijk en 1 sessie thuis. 5. Evaluatie- en testsessie: 1e Evaluatie na 12 weken. 2e testsessie na 12 weken. 6. Evaluatie/ en testsessie: 2e evaluatie na 24 weken. 3e testsessie na 24 weken.
FYNE mild en matig COPD 2010
3. Toelichting op de beweeginterventie 1. Intakesessie: Bespreken van hoofddoel: Het doel van dit programma is het stimuleren en het verbeteren van het beweeggedrag (dat uiteindelijk moet voldoen aan de NNGB) en het bijbrengen van adequaat coping gedrag van de patiënt zodat deze in staat is adequaat om te gaan met zijn/haar ziekte. Daarnaast is het doel het verbeteren van de fysieke belastbaarheid om op die manier de kwaliteit van leven te doen toenemen en de patiënt in staat stellen deze leefstijl te handhaven zonder verdere supervisie van de fysiotherapeut of ondersteuning van het programma. Bespreken van subdoelen: 1. Verbeteren leefstijl a. het verbeteren van de kwaliteit van leven (activiteiten ADL). b. actieve leefstijl ontwikkelen waarbij minimaal de Nederlandse norm gezond bewegen behaald wordt.. 2. Vergroten kennis en inzicht patiënt mbt COPD 3 Toename algemeen uithoudingsvermogen irt baseline meting. 4. Toename perifere spierkracht irt baseline meting. 5. Het optimaliseren van de ademhalingstechniek Bespreken motivatie van de patiënt om deel te nemen aan de beweeginterventie: Als de patiënt ambivalent is met betrekking tot een verandering van zijn of haar beweeggedrag kan het zinvol zijn de vragenlijst Ambivalentie in te vullen. Aan de hand van de voor- en nadelen kan de patiënt beter bepalen welke keuze voor hem of haar belangrijker is. Anamnese: Tijdens de anamnese wordt besproken welke bewegingsactiviteiten binnen de mogelijkheden van de patiënt het best gedaan kunnen worden. Persoonlijke en omgevingsfactoren spelen bij deze keuze een belangrijke rol. Tevens zal tijdens de anamnese gevraagd worden naar bewegingsactiviteiten van de patiënt in de afgelopen 2 maanden. Deze activiteiten worden genoteerd in een bewegingslogboek. Dit bewegingslogboek moet door de patiënt dagelijks worden bijgehouden en zal dus door de patiënt mee naar huis worden genomen. Dit logboek zal tijdens de 1e en 2e evaluatiesessie besproken worden. Een stappenteller kan een waardevolle aanvulling zijn om het beweeggedrag in kaart te brengen.
FYNE mild en matig COPD 2010
2. Testsessie De volgende testgegevens dienen vastgelegd te worden. Dit schema is onderdeel van een groter schema waar, naast deze testgegevens, ook uitslagen van spirometrie en de vragenlijsten genoteerd kunnen worden. Dit schema is opgenomen in de bijlage. Klinimetrie mild en matige COPD Gold 1 en 2 Eenheid Aanvulling op test
Datum
ORM/Microfet2
Kg/N
Knie extensie
.
1e evaluatie .
ORM/Microfet2
Kg/N
Elleboog flexie
.
.
.
ORM/Microfet2
Kg/N
Schouder abductie
.
.
.
Bloeddruk
mmHg
.
.
.
Lengte
Cm
.
.
.
Gewicht
Kg
.
.
.
Baseline
BMI
2e evaluatie .
.
.
.
Buikomvang
Cm
.
.
.
Som 4 huidpl.
Mm
.
.
.
Perc.vet
%
.
.
.
Vo2max
L/min-1
.
.
.
6 min wandeltest
Meter
5. Evaluatie en testsessie. Tijdens de 1e evaluatie worden de testresultaten van de 2e testsessie besproken en vergeleken met de baselinetestserie. Daarnaast wordt gevraagd hoe de patiënt de trainingen in de praktijk en thuis heeft ervaren. Tevens zal het beweeglogboek besproken worden. De patiënt zal ook gevraagd worden het evaluatieformulier in te vullen. Tijdens de 2e testsessie worden dezelfde testen gedaan als tijdens de baselinemeting.
6. Evaluatie en testsessie. Tijdens de 2e evaluatie worden de testresultaten van de 3e testsessie besproken en vergeleken met de baselinetestserie en de 2e testserie. Tevens zal het beweeglogboek nogmaals besproken worden. Tijdens de 3e testsessie worden dezelfde testen gedaan als tijdens de baselinemeting en de 2e testsessie. Ook zal besproken worden of patiënt het hoofddoel en de subdoelen behaald heeft.
FYNE mild en matig COPD 2010
4. Testformulier
COPD GOLD 1 en 2 testformulier Naam
Geboortedatum
==============================================================================
Trainingszone met de formule van Karvonen: Maximale Hartfrequentie Hartfreq.rust = hartfreq. Gemeten in rust. Hartfrequentie reserve = (1.Max.Hf) – (2.Hfrust)
1. Max.Hf 2. Hartfreq.rust 3. Hartfreq.reserve 4. 80% Hfreserve 5. 60% Hfreserve
= = = = =
…. . ...... ...... ...... ……….
80% Hfreserve(bovengrens) + Hfrust = ................................. Hf trainingsbovengrens 60% Hfreserve(ondergrens) + Hfrust = ................................. Hf trainingsondergrens Beginners trainen dicht bij de ondergrens.
Trainingszone Ilmarinen (220-(0,9 x leeftijd) = schatting Hfmax = ………. 80% Hfreserve(bovengrens) + Hfrust = ................................. Hf trainingsbovengrens 60% Hfreserve(ondergrens) + Hfrust = ................................. Hf trainingsondergrens Beginners trainen dicht bij de ondergrens.
Gebruikt patiënt B-blokkers:
Ja / Nee
Spirometrie FVC FEV1 FEV1/VC Diagnose huisarts/longarts: Obstructief longlijden van het type acute luchtwegobstructie. Chronisch obstructief longlijden van het type emfyseem.
Persoonlijk streefdoel: Datum baseline Datum test 2 Datum test 3
. . .
FYNE mild en matig COPD 2010
Klinimetrie COPD GOLD 1 en 2 Eenheid
Datum Aanvulling op test
Leeftijd
Jaar
.
1e evaluatie .
ORM/Microfet2
Kg/N
Knie extensie
.
.
.
ORM/Microfet2
Kg/N
Elleboog flexie
.
.
.
ORM/Microfet2
Kg/N
Schouder abductie
.
.
.
Bloeddruk
mmHg
.
.
.
Lengte
Cm
.
.
.
Gewicht
Kg
.
.
.
.
.
.
Baseline
BMI
2e evaluatie .
Buikomvang
Cm
.
.
.
Som 4 huidpl.
Mm
.
.
.
Perc.vet
%
.
.
.
Vo2max
L/min-1
.
.
.
6 min wandeltest
Meter
Vragenlijst MRC Vragenlijst IPQ/K Vragenlijst CCQ Vragenlijst PSK
FYNE mild en matig COPD 2010
5. Gesprekstechnieken Om het doel van de beweeginterventie COPD Gold 1 en 2 te bereiken is het van belang dat de fysiotherapeut gesprekstechnieken kan hanteren die de patiënt kan motiveren om zijn of haar beweeggedrag te optimaliseren (tot minimaal de NNGB). Uiteindelijk moet deze gedragsverandering worden geborgd in zijn of haar Activiteiten Dagelijkse Leven. Het volgende model geeft een overzicht van de fase van gedragsverandering.
fig. stage of change en acties van de L.A. Een persoon die zich ambivalent voelt kan mogelijk van de contemplationfase doorschuiven naar de preparationfase na het invullen van de volgende vragenlijst. Na het invullen kunnen de voordelen en nadelen makkelijker tegen elkaar worden afgewogen.
Ambivalentie Ik moet eigenlijk veranderen
Nee
Voordelen ……………….. ……………….. ……………….. ………………..
Wil ik veranderen
Nadelen ………………….. ………………….. ………………….. …………………..
FYNE mild en matig COPD 2010
Ja
Voordelen ………………. ………………. ………………. ……………….
Nadelen ………………. ………………. ………………. ……………….
6. Toelichting op de testen Buikomvang. Bij abdominale vetverdeling en-of clienten vanaf 70 jaar gebruikt u de middelomtrek Mannen Vrouwen < 94 cm < 80 cm Gezond gewicht 94-102 cm 80-88 cm Overgewicht 102-hoger 88-hoger Obesitas
Astrandtest Fiets instellen:
Zadelhoogte, als trapper rechts naar beneden staat moet rechter knie nog licht gebogen zijn.
Inschatten aanvangswaarde: Weerstand mannen 100-125 125-175 150-200
Weinig beweging Af en toe beweging Sportief
Zadelhoogte:
Weerstand vrouwen 50-75 75-100 100-150
Voorafgaand aan test neemt de proefpersoon neemt 5 min rust in acht in zittende houding Starten met 30 sec op 50% geschatte Wattage, daarna geschatte weerstand instellen. Gewenst toerental = 50 omwentelingen per minuut.
Baseline
Test 2
Test 3
Hf 1 min
.
.
.
Is de Hf na 1 minuut lager dan 110 sl/min dan 25-50 watt opvoeren. Is de Hf hoger dan 150 sl/min dan test afbreken
Hf 2 min Hf 3 min Hf 4 min Hf 5 min Hf 6 min
. . . . .
. . . . .
. . . . .
Test is geslaagd als tijdens 5e en 6e minuut de Hf niet meer dab 5 sl/min is toegenomen. De steady state is bereikt.
Watt →
Gemiddelde Hf van 5e en 6e minuut: Voorsp. VO2max (L.min-1) Idem met lft. Correctie Correctiefactor voor leeftijd leeftijd 35 40 45 50 55 60 65
Intake 1 . . .
Test 2 . . .
Test 3 . . .
Tab. 1 bld 88 Tab. III bld 90
Correctie factor 0,87 0,83 0,78 0,75 0,71 0,68 0,65 Tabel gemod. Overgenomen uit ergometrie en trainingsbegeleiding Dr.Jan Vos
FYNE mild en matig COPD 2010
Huidplooimeting Linker m. biceps brachii, halverwege de spierbuik Intake meting 2e meting 3e meting
Meting 1 . . .
Meting 2 . . .
Gemiddelde . . .
Linker m. triceps brachii, halverwege de spierbuik Intake meting 2e meting 3e meting
Meting 1 . . .
Meting 2 . . .
Gemiddelde . . .
Linker subscapula, ter hoogte van angulus inferior Intake meting 2e meting 3e meting
Meting 1 . . .
Meting 2 . . .
Gemiddelde . . .
Linkerzijde, suprailiacaal, lateraal op de crista iliaca rand Intake meting 2e meting 3e meting
Intake meting 2e meting 3e meting
Meting 1 . . .
Totaal opgeteld, . . .
FYNE mild en matig COPD 2010
Meting 2 . . .
Gemiddelde . . .
7. Lijst Ambivalantie
Ambivalentie Ik moet eigenlijk veranderen
Nee
Voordelen ……………….. ……………….. ……………….. ………………..
Wil ik veranderen
Nadelen ………………….. ………………….. ………………….. …………………..
FYNE mild en matig COPD 2010
Ja
Voordelen ………………. ………………. ………………. ……………….
Nadelen ………………. ………………. ………………. ……………….
8. Logboek Logboek Beschrijving van bewegingsactiviteiten afgelopen 4 weken:
Borgschaal Score 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 12
Week Maandag
Inspanningsgevoel Heel erg licht (rust)
Erg licht, bijvoorbeeld rustig lopen. Betrekkelijk licht Matig zwaar, constant tempo Zwaar Erg zwaar Heel erg zwaar Uitputting
Bewegingsactiviteit
Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
FYNE mild en matig COPD 2010
Tijdsduur activiteit
Borgscore
Week Maandag
Bewegingsactiviteit
Tijdsduur activiteit
Borgscore
Bewegingsactiviteit
Tijdsduur activiteit
Borgscore
Bewegingsactiviteit
Tijdsduur activiteit
Borgscore
Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Week Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Week Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
FYNE mild en matig COPD 2010
Week Maandag
Bewegingsactiviteit
Tijdsduur activiteit
Borgscore
Bewegingsactiviteit
Tijdsduur activiteit
Borgscore
Bewegingsactiviteit
Tijdsduur activiteit
Borgscore
Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Week Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Week Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
FYNE mild en matig COPD 2010
9. Evaluatieformulier Evaluatie formulier COPD GOLD 1 en 2 1. Voldeed de cursus aan bij uw verwachting?
0 zeer goed 0 goed 0 redelijk goed 0 matig 0 slecht 0 zeer slecht
2. In hoeverre heeft u nieuwe dingen geleerd?
0 zeer goed 0 goed 0 redelijk goed 0 matig 0 slecht 0 zeer slecht
3. Is er tijdens de cursus voldoende ingegaan op uw specifieke situatie?
0 zeer goed 0 goed 0 redelijk goed 0 matig 0 slecht 0 zeer slecht
4. Ervaart u een verbetering van uw belastbaarheid sinds u met de cursus begonnen bent? 0 zeer goed 0 goed 0 redelijk goed 0 matig 0 slecht 0 zeer slecht
5. Zijn bewegings- en of sportmogelijkheden in uw nabije omgeving voldoende met u besproken. 0 zeer goed 0 goed 0 redelijk goed 0 matig 0 slecht 0 zeer slecht
6. Voldoet u inmiddels aan de Nederlandse Norm van Gezond Bewegen? 0 Ja 0 Nee FYNE mild en matig COPD 2010
7. Welke vorm van bewegen of sport heeft u gekozen om te kunnen voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen? …………………………
8. In hoeverre kwamen de uitkomsten van de testmomenten overeen met uw eigen gevoel? 0 zeer goed 0 goed 0 redelijk goed 0 matig 0 slecht 0 zeer slecht
FYNE mild en matig COPD 2010
10. Eisen met betrekking tot de begeleidende fysiotherapeut * * * * *
* * * * * *
De begeleidende fysiotherapeut dient te werken in een praktijk die lid is van FYNE. CKR-registratie en minstens 3 jaar werkervaring. Specifieke COPD scholing gevolgd (afgeronde cursus beweegprogramma COPD van het KNGF en/of NPI-cursus COPD, COPD cursus Hogeschool Leiden. Diploma reanimatie/Basic Life Support. Ervaring in het afnemen van: - conditietesten (6mwt/shuttle walk test/fietsergometer). - gezondheidstest (BMI en huidplooimeting) Krachttests (manueel, of hand-held dynamometer) Ervaring met interpretatie van testresultaten (longfunctie, inspanningsonderzoek en bloedgaswaarden). Ervaring met het opstellen van trainingsschema’s voor COPD patiënten. Bekendheid met de principes van bewegingsstimulering en fasen van gedragsverandering. Ervaring in het geven van individuele beweegadviezen. Affiniteit met patiënten populatie.
Eisen met betrekking tot de inrichting van de oefenruimte * Oefenzaal met voldoende ruimte (minimaal 50 m² bij 4 personen). * Ruimte voor warming-up en functionele oefeningen. * Ruimte voor apparatuur. * Afzonderlijke behandelruimte. De ruimtes moeten stof- en rookvrij zijn. Bij uitvoering van de 6mwt moet de oefenruimte of gang tenminste 10 meter lang zijn, en 1,25 meter breed zijn. De ruimte moet beschikken over een geschikte vloer (licht verend, geen hoogpolig tapijt, niet te glad om uitglijden te voorkomen). Apparaat/materiaal 1. Fitnessapparatuur (bij voorkeur een geijkte fietsergometer) 2. Multifunctionele krachtapparatuur (voor training onderste en bovenste extremiteiten romp) 3. Weegschaal 4. Lengte meter 5. Huidplooimeter 6. Bloeddrukmeter 7. Hartslagmeter 8. Saturatiemeter 9. Handheld dynamometer 10. Borg-schalen (oorspronkelijke of gemodificeerde versie) voor dyspnoe en subjectieve belasting. 11. Oefenmaterialen voor functionele training en mobiliteitstraining. 12. Voor de 6mwt: stopwatch, 2 pionnen, meetlint, stoel.
FYNE mild en matig COPD 2010
Eisen met betrekking tot de uitvoering *
* * * * * * * * *
Mogelijkheid om een maximale inspanningstest uit te laten voeren in de nabije omgeving, door bijvoorbeeld een longarts, cardioloog, sportarts of inspanningsfysioloog op verwijzing van de huisarts. Aanwezigheid van ten minste 1 bedrijfshulpverlener tijdens de groepsbehandeling van COPD- patiënten. De gebruikte testapparatuur en oefenmaterialen moeten goed geijkt en onderhouden zijn. Goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van de praktijk voor chronisch zieken. Beschikken over een operationeel calamiteitenplan. Beschikken over een goede EHBO-kist. Goede bereikbaarheid voor hulpdiensten (ambulance) Goede informatieverschaffing aan de patiënten. Goede controle tijdens en na testen en het uitvoeren van beweegactiviteiten. Aansprakelijkheidsverzekering die genoemde activiteiten afdekt.
Aanvullende eisen * * *
Een maal per jaar deelname en participatie aan monodisciplinair overleg. Bereid zijn tot samenwerking met andere disciplines in de ketenzorg. Cursus motiverende gespreksvoering bij mensen met een chronische aandoening.
Bronnen: 6.
KNGF Richtlijn COPD (2008)
Met dank aan de werkgroep leden : Court Comans Dimitri Eimers Loid Schellekens Remy Siroen
FYNE mild en matig COPD 2010