Bevestigingsorden ouderlingen-kerkelijk werkers Voorwoord ................................................................
pag. 02
Besluiten Generale Synode november 2012 Ordinantie 3.12.11 Liturgische toelichting ...............................................
pag. 03
Bevestiging ouderling-kerkelijk werker (met bijzondere bevoegdheid) .................................... Bevestiging diaken-kerkelijk werker (met bijzondere bevoegdheid). ................................... Formulier Formulier voor de bevestiging van een ouderling-kerkelijk werker ............................ Formulier voor de bevestiging van een ouderlingkerkelijk werker met bijzondere bevoegdheden ........ Formulier voor de bevestiging van een diaken-kerkelijk werker ...................................... Formulier voor de bevestiging van een diaken kerkelijk werker met bijzondere bevoegdheden ........
1
pag. 04 pag. 08
pag. 12 pag. 16
pag. 20 pag. 24
VOORWOORD. 1.Inleiding De achtergrond van de nu voorliggende Orden van dienst voor de Bevestiging in het ambt van ouderling of diaken van kerkelijk werkers (KW) is een vraag van een groeiend aantal ( kleinere) gemeenten in onze Protestantse Kerk. Zij vroegen aan de Generale Synode het mogelijk te maken dat de KW, aan hun gemeente vast verbonden, niet alleen als werknemer in hun dienst zou zijn, maar tevens als medeambtsdrager een plaats in kan nemen in de kerkenraad. In november 2012 heeft de Generale Synode daarmee ingestemd. Tegelijkertijd werd besloten om in een aantal situaties, ter beoordeling van de Classicale vergadering, het mogelijk te maken dat een KW, die ook de bevoegdheid bezit om voor te gaan in de Dienst des Woords – het zogenaamde preekconsent – een bijzondere bevoegdheid te verlenen, die kortweg inhoudt dat deze ook Doop en Maaltijd mag bedienen. De volledige tekst vindt men onder de volgende paragraaf. Om deze besluiten om te zetten in liturgie, kreeg de werkgroep Eredienst het verzoek van de Synode, om -in aanvulling op de Orden van dienst voor de bevestiging van Ouderlingen en Diakenen- hiervoor passende Orden van dienst te ontwerpen. In samenwerking met een tweetal kerkelijk werkers zijn deze Orden als Proeven tot stand gekomen in het voorjaar van 2013. In de loop van 2014 zal de werkgroep Eredienst deze Proeven, al dan niet gewijzigd, vaststellen, en ze aanbieden aan de Synode. Na een besluit hierover gelden ze dan als aanvulling op het Dienstboek van de Protestantse Kerk, deel II.
2
2.Besluiten Generale Synode november 2012 Ordinantie 3.12.11 Het breed moderamen van een classicale vergadering kan op verzoek van de kerkenraad van een (wijk)gemeente die in bijzondere omstandigheden verkeert, aan degene die - in die gemeente benoemd is tot kerkelijk werker - bevestigd is tot ouderling of diaken met een bepaalde opdracht en - de bevoegdheid heeft ontvangen als bedoeld in lid 10, het zgn. preekconsent, de bevoegdheid ter plaatse verlenen tot de bediening van doop en avondmaal, het afnemen van de belijdenis van het geloof, het leiden van trouwdiensten en het uitspreken van de zegen, een en ander naar regels gesteld in de generale regeling kerkelijk werkers. Ordinantie 3.12.12 De verlening van deze bevoegdheid wordt in een kerkdienst bekrachtigd onder handoplegging door een predikant van de kerk. 3.Liturgische toelichting De bevestiging vindt plaats in een eredienst na Onze hulp, groet, openingslied en eerste gebed door de bevestiger. Na zijn/haar bevestiging in het ambt vervolgt de ouderling-kerkelijk werker de dienst met de preek; of Doop of Maaltijd van de Heer bedienen in geval van bijzondere bevoegdheid. Aan het eind van dienst speekt hij/zij de zegen uit. 2.Waar de gemeente gewend is de liturgische kleuren te gebruiken, is deze rood. 3. Een ambtsdrager met bijzondere bevoegdheden zal krachtens besluit van de Synode zeker bevestigd worden met handoplegging. Een ouderling/diaken- kerkelijk werker zonder bijzondere bevoegdheden kán onder handoplegging bevestigd worden, naar gelang van de gangbare liturgische praktijk in de gemeente. 4.Keuzeteksten, waaronder de gebeden, zie Dienstboek, deel II, p. 281 – 293.
3
Bevestiging ouderling-kerkelijk werker (met bijzondere bevoegdheid). Vertegenwoordiger van de kerkenraad: bekendmaking DB 256 Gemeente, Tot tweemaal toe heeft de kerkenraad u de naam bekend gemaakt van de kerkelijk werker die bevestigd zal worden in het ambt van ouderling . Het is onze zuster/broeder N. De voorganger vraagt of de aantredende ambtsdrager zonder bezwaar bevestigd kan worden. De vertegenwoordiger van de kerkenraad antwoordt dat er geen wettige bezwaren zijn ingebracht. Voorganger: Dan stel ik vast dat er geen bezwaren zijn. N. is dus waardig om in het ambt bevestigd te worden, waartoe de kerk van Christus haar/hem geroepen heeft. Loven wij de Heer. Wij danken God. Voorganger: Gemeente, laten wij dan horen en overwegen wat de kerk aan ouderlingen heeft toevertrouwd. Samen zijn wij geroepen tot lof en aanbidding van God. In woord en daad mogen we allen getuigen zijn van Jezus Christus. In het bijzonder zijn er mensen die gevraagd worden ons voor te gaan in de dienst aan onze Heer. We roepen daartoe uit ons midden, hen die ons als ouderlingen voorgaan in het omzien naar elkaar, die ons als diakenen voorgaan in het delen, en die ons als ouderlingen-kerkrentmeester voorgaan in het beheren. 4
Ook al heeft ieder zijn en haar eigen taak, samen vormen deze ambten de kerkenraad die de gemeente met haar gaven zo goed mogelijk zal dienen. Zoals de oudsten in Israël het volk vertegenwoordigden en tegelijk opzicht hadden over de gemeente van God, zo worden in de kerk van Christus ouderlingen aangesteld om de gemeente te houden aan haar roeping: een koninkrijk van priesters en een heilig volk te zijn. Voor alle dingen zoeken wij immers Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid. Voorstellen van de ouderling-kerkelijk werker. Vandaag willen we N. bevestigen als ouderling in de ................... Hij/zij wordt geroepen om op te treden als vertrouwenspersoon en geweten van de gemeente in deze tijd en ons te bemoedigen in de navolging van Christus onze Heer. Hij/zij zal met ons meeleven in wel en wee, en ons voorgaan in geloof en leven, zoals ons dat vanuit de Schriften wordt aangereikt. Indien de ouderling-kerkelijk werker ook bevoegdheid krijgt tot het bedienen van de sacramenten: N. wordt ook geroepen om het Woord te verkondigen, de doop te bedienen, voor te gaan bij de viering van de Maaltijd van de Heer en hij/zij zal Gods zegen leggen op deze gemeente. DB 258-259 En u, die nu gereed staat dit ambtswerk te aanvaarden: Herinner u altijd met dankbaarheid dat het de gemeente van Christus is, die u wordt toevertrouwd. Hij heeft haar verworven door zijn bloed: het is zijn kerk. Aanvaard dan uw dienst met blijdschap, voed uzelf met het Woord van God, volhard in het gebed en vertrouw op de kracht van de heilige Geest.
5
Bevestiging in het ambt De te bevestigen ouderling-kerkelijk werker gaat staan. Voorganger: *Gelooft u dat u van Godswege tot deze dienst bent geroepen? DB 260 *Aanvaardt u de heilige Schrift als enige regel van het geloof en wilt u zich verzetten tegen al wat daarmee strijdig is? *Belooft u uw ambt waardig en trouw te bedienen, met liefde voor de gemeente, en voor alle mensen die de Heer op uw weg brengt, belooft u geheim te houden alles, wat u vertrouwelijk ter kennis komt? *Belooft u uw taak te vervullen overeenkomstig de orde van onze kerk? Wat is daarop uw antwoord, broeder/zuster N.? N.: Ja, daartoe helpe mij God. Indien de ouderling-kerkelijk werker bijzondere bevoegdheden in deze gemeente krijgt, zal de bevestiging zeker geschieden onder handoplegging. De ouderling-kerkelijk werker knielt. De gemeente kan hier een lied om de heilige Geest zingen. Gebed om de heilige Geest
(onder handoplegging)
Vg.: Heer, onze God, DB 263 Wij danken U, dat U N. geroepen hebt tot het ambt van ouderling. Wij vragen U eerbiedig: Zend nu uw heilige Geest op N. (legt nu de handen op) Maak hem/haar ouderling in deze gemeente om in liefde om te zien naar de mensen, en uw gemeente op te bouwen. Allen: Amen (N. staat met het gezicht naar de gemeente)
6
Vg.: Vraag aan de gemeente:
( deze gaat staan)
Gemeente, dit is uw ouderling-kerkelijk werker N. Ontvang haar/hem met liefde en respect in uw midden . Draag haar/hem in uw gebeden, en werk met haar/hem mee aan de opbouw van de kerk. Wat is daarop uw antwoord? Gemeente: Amen.
Lied om God te lofprijzen.
7
Bevestiging diaken- kerkelijk werker (met bijzondere bevoegdheid). Vertegenwoordiger van de kerkenraad: bekendmaking DB 256 Gemeente, Tot tweemaal toe heeft de kerkenraad u de naam bekend gemaakt van de kerkelijk werker die bevestigd zal worden in het ambt van diaken . Het is onze zuster/broeder N. De voorganger vraagt of de aantredende ambtsdrager zonder bezwaar bevestigd kan worden. De vertegenwoordiger van de kerkenraad antwoordt dat er geen wettige bezwaren zijn ingebracht. Voorganger: Dan stel ik vast dat er geen bezwaren zijn. N. is dus waardig om in het ambt bevestigd te worden, waartoe de kerk van Christus haar/hem geroepen heeft. Loven wij de Heer. Wij danken God. Voorganger: Gemeente, laten wij dan horen en overwegen wat de kerk aan diakenen heeft toevertrouwd. Samen zijn wij geroepen tot lof en aanbidding van God. In woord en daad mogen we getuigen zijn van Jezus Christus. In het bijzonder zijn er mensen die gevraagd worden om ons voor te gaan in de dienst aan onze Heer. We roepen daartoe uit ons midden, hen die ons als ouderlingen voorgaan in het omzien naar elkaar, die ons als diakenen voorgaan in het delen en die ons als ouderlingen-kerkrentmeester voorgaan in het beheren. Ook al heeft ieder zijn en haar eigen taak, samen vormen deze ambten de kerkenraad die de gemeente met haar gaven zo goed mogelijk zal dienen. 8
Deze dienstbaarheid in Christus’ naam krijgt een duidelijke gestalte in het ambt van de diakenen. Zij zamelen de gaven van de gemeente in om allen, die hulp nodig hebben – binnen of buiten de kerk, dichtbij of veraf – te doen delen in de liefde van Christus. Metterdaad en biddendenwijs komen zij op voor het recht van de arme, die om hulp roept. Zo zullen zij bevorderen dat armen en rijken elkaar ontmoeten, want allen zijn zij schepselen van de HEER. Voor alle dingen zoeken wij immers Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid. Voorstellen van de diaken-kerkelijk werker. Vandaag willen we N. bevestigen als diaken in de ................... Hij/zij wordt geroepen om op te treden als vertrouwenspersoon en geweten van de gemeente in deze tijd en ons te bemoedigen in de navolging van Christus onze Heer. Hij/zij zal ons voorgaan in geloof en leven, zoals ons dat vanuit de Schriften wordt aangereikt. Indien de diaken-kerkelijk werker ook bevoegdheid krijgt tot het bedienen van de sacramenten: N. wordt ook geroepen om het Woord te verkondigen, de doop te bedienen, voor te gaan bij de viering van de Maaltijd van de Heer en hij/zij zal Gods zegen leggen op deze gemeente. En u, die nu gereed staat dit ambtswerk te aanvaarden: DB 258-259 Herinner u altijd met dankbaarheid dat het Christus’ gemeente is, die u wordt toevertrouwd. Hij heeft haar verworven door zijn bloed: het is zijn kerk. Aanvaard dan uw dienst met blijdschap, voed uzelf met het Woord van God, volhard in het gebed en vertrouw op de kracht van de heilige Geest.
9
Bevestiging in het ambt De te bevestigen diaken-kerkelijk werker gaat staan. Voorganger: *Gelooft u dat u van Godswege tot deze dienst bent geroepen ? DB 260 *Aanvaardt u de heilige Schrift als enige regel van het geloof en wilt u zich verzetten tegen al wat daarmee strijdig is? *Belooft u uw ambt waardig en trouw te bedienen, met liefde voor de gemeente, en voor alle mensen die de Heer op uw weg brengt, belooft u geheim te houden alles, wat u vertrouwelijk ter kennis komt? *Belooft u uw taak te vervullen overeenkomstig de orde van onze kerk? Wat is daarop uw antwoord, broeder/zuster N.? N.: Ja, daartoe helpe mij God. Indien de diaken-kerkelijk werker bijzondere bevoegdheden in de gemeente krijgt, zal de bevestiging zeker geschieden onder handoplegging. De diaken-kerkelijk werker knielt. De gemeente kan hier een lied om de heilige Geest zingen. Gebed om de heilige Geest (onder handoplegging) Vg.: Heer, onze God, DB 261 Wij danken U, dat U N. geroepen hebt tot het ambt van diaken-kerkelijk werker. Wij vragen U eerbiedig: Zend nu uw heilige Geest op N. (legt nu de handen op) Maak hem/haar diaken in deze gemeente om in liefde om te zien naar de mensen, en uw barmhartigheid gestalte te geven. Allen: Amen (N. staat met het gezicht naar de gemeente)
10
Vg.: Vraag aan de gemeente:
( deze gaat staan)
Gemeente, Gemeente, dit is uw diaken N. Ontvang haar/hem met liefde en respect in uw midden . Draag haar/ hem in uw gebeden, en werk met haar/hem mee aan de opbouw van de kerk. Wat is daarop uw antwoord? Gemeente: Ja, van harte.
Lied om God te lofprijzen.
11
Formulier voor de bevestiging van een ouderling- kerkelijk werker. (Dienstboek, dl. II, p. 275vv) Geliefden in onze Heere Jezus Christus, u weet dat wij u verschillende keren de naam bekendgemaakt hebben van onze kerkelijk werker N., die gekozen is tot het ambt van ouderling in deze gemeente. De reden daarvan was om te vernemen of iemand iets zou inbrengen waardoor N. niet in het ambt bevestigd mag worden. Ons is gebleken dat niemand iets wettigs tegen N. ingebracht heeft. Daarom zullen wij nu in de Naam des Heeren tot zijn bevestiging overgaan. Korte uitleg van de ingestelde ambten op grond van Gods Woord: Het ambt van ouderling omvat het volgende: Ten eerste opzicht houden over de gemeente die hun is toevertrouwd; nauwgezet toezien of iedereen zich in belijdenis en levenswandel behoorlijk gedraagt; vermanen van hen die zich onstichtelijk gedragen; zoveel mogelijk voorkomen dat de sacramenten ontheiligd worden; christelijke tucht oefenen over hen die geen berouw tonen, en hen die berouw tonen weer in de schoot der kerk ontvangen. Dit blijkt onder andere uit 1 Korinthiërs 5 en 2 Korinthiërs 2. Daar lezen we dat de genoemde taken niet berusten bij één of twee, maar bij velen die daartoe de opdracht hebben. Ten tweede is ook het werk van de ouderlingen erop toe te zien dat onder christenen alles op gepaste en ordelijke wijze zal toegaan (1 Kor. 14:40) en dat niemand anders dan door wettige beroeping, volgens de vastgestelde orde, in de kerk van Christus zal dienen. Om dit te kunnen doen, rust op de ouderling-kerkelijk werker de verplichting Gods Woord ijverig te onderzoeken en zich voortdurend te oefenen in de overdenking van de verborgenheden van het geloof. Ten slotte geldt dat de ouderling naar de orde der kerk geheimhouding is opgelegd van al datgene wat bij de uitoefening van zijn ambt vertrouwelijk ter kennis is gekomen. 12
Geloften Geliefde broeder, opdat allen mogen horen dat u bereid bent uw ambt te aanvaarden, verzoek ik u te antwoorden op de volgende vragen. Ten eerste: Bent u er in uw hart van overtuigd dat u wettig door Gods gemeente en daarom door God Zelf tot deze heilige dienst geroepen bent? Ten tweede: Houdt u de boeken van het Oude en Nieuwe Testament voor het enige Woord van God en de volkomen leer der zaligheid? Verwerpt u alle leringen die daarmee in strijd zijn? Ten derde: Belooft u uw ambt getrouw uit te oefenen, in overeenstemming met deze leer, naar de u voor uw ambt geschonken gaven; en belooft u geheim te houden datgene wat bij de uitoefening van uw ambt vertrouwelijk te uwer kennis is gekomen? Belooft u zich ook godvrezend te gedragen en u te onderwerpen aan de kerkelijke tucht, wanneer u zich onwaardig gedraagt? Broeder N, wat is hierop uw antwoord? Antwoord: Ja, (met Gods hulp) Voorganger: De almachtige God en Vader geve u Zijn genade om in uw ambt getrouw en vruchtbaar te zijn. Amen. Zingen van een lied of Psalm (bijv. Ps.134:3) Hierna spreekt de predikant tot de bevestigde ouderling en de gemeente de volgende woorden: Broeder N., wees nauwgezet in wat u is toevertrouwd, namelijk het regeren van de kerk. Waak over de gemeente als het huis en de stad van God, door iedereen trouw te vermanen en te waarschuwen voor de weg die naar het verderf leidt. Heb acht op het handhaven van de zuivere leer 13
en een vrome levenswandel in de gemeente des Heeren. Wees getrouw in uw ambt, bewaar de verborgenheid van het geloof in een zuiver hart (1 Tim. 3:9), wees een goed voorbeeld voor de hele gemeente. Op deze wijze ontvangt u een goede ingang in de gemeente en veel vrijmoedigheid in het geloof in Christus Jezus en zult u na dit leven ingaan in de vreugde van uw Heere (1 Tim. 3:13). Geliefde christenen, ontvang van uw kant deze kerkelijk werker als dienaar van God. Bid voor hem. Treed hen die op goede wijze regeren, met groot respect tegemoet (1 Tim. 5:17) en aanvaard gewillig hun opzicht en leiding. Wees Christus dankbaar, die u ook door hun zorg Zijn barmhartigheid bewijst. Omdat wij hiertoe onbekwaam zijn, laten wij de almachtige God aanroepen: Heere God, hemelse Vader, wij danken U dat het U behaagd heeft tot meerdere groei van Uw kerk ons een ouderling te geven voor het regeren en voor dienstbetoon, om vrede en welzijn in Uw gemeente te bewaren. U hebt ons vandaag een ambtsdrager met een goed getuigenis gegeven, die de gave van Uw Geest heeft ontvangen. Wij bidden u aan N. in toenemende mate gaven te verlenen die hij in zijn ambtsbediening nodig heeft: wijsheid, moed, onderscheidingsvermogen en milddadigheid, opdat N. het ambt kan vervullen zoals het behoort. Schenk N. Uw genade opdat hij in zijn trouwe arbeid mag volharden ondanks moeite, verdriet of vervolging. Verleen in het bijzonder Uw Goddelijke zegen aan de gemeente waarover N. gesteld is, zodat deze zich aan de terechte vermaning onderwerpt en hem omwille van het ambt in ere houdt. Geef ons allen een mild hart voor armen en verdrukten en bewaar ons bij de dankbaarheid. Moge door dit alles Uw heilige Naam groot gemaakt worden en het rijk van Uw Zoon Christus bevorderd worden. In Zijn Naam besluiten wij ons gebed: 14
Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen.
15
Formulier voor de bevestiging van een ouderling-kerkelijk werker met bijzondere bevoegdheden (Dienstboek dl.II, p.275vv) Geliefden in onze Heere Jezus Christus, u weet dat wij u verschillende keren de naam bekendgemaakt hebben van onze kerkelijk werker N., die gekozen is tot het ambt van ouderling in deze gemeente. De reden daarvan was om te vernemen of iemand iets zou inbrengen waardoor N. niet in het ambt bevestigd mag worden. Ons is gebleken dat niemand iets wettigs tegen N. ingebracht heeft. Daarom zullen wij nu in de Naam des Heeren tot zijn bevestiging overgaan. Korte uitleg van de ingestelde ambten op grond van Gods Woord: Het ambt van ouderling omvat het volgende: *Ten eerste opzicht houden over de gemeente die hun is toevertrouwd; nauwgezet toezien of iedereen zich in belijdenis en levenswandel behoorlijk gedraagt; vermanen van hen die zich onstichtelijk gedragen; Zoveel mogelijk voorkomen dat de sacramenten ontheiligd worden; christelijke tucht oefenen over hen die geen berouw tonen, en hen die berouw tonen weer in de schoot der kerk ontvangen. Dit blijkt onder andere uit 1 Korinthiërs 5 en 2 Korinthiërs 2. Daar lezen we dat de genoemde taken niet berusten bij één of twee, maar bij velen die daartoe de opdracht hebben. *Ten tweede is ook het werk van de ouderlingen erop toe te zien dat onder christenen alles op gepaste en ordelijke wijze zal toegaan (1 Kor. 14:40) en dat niemand anders dan door wettige beroeping, volgens de vastgestelde orde, in de kerk van Christus zal dienen. Om dit te kunnen doen, rust op de ouderling de verplichting Gods Woord ijverig te onderzoeken en zich voortdurend te oefenen in de overdenking van de verborgenheden van het geloof. *Ten derde moet de ouderling met bijzondere opdracht het Woord des Heeren, dat door de geschriften van profeten en apostelen is geopenbaard grondig en getrouw aan de gemeente uitleggen. Dit zal hij doen tot heil van de hoorders door te onderwijzen, te vermanen, te vertroosten en te bestraffen, naar dat ieder nodig heeft. Hij verkondigt de bekering tot God en de verzoening met Hem door het geloof in Jezus Christus. 16
*Ten vierde: bestaat de taak van déze ouderling uit de bediening van de sacramenten, die de Heere tot zegel van Zijn genade heeft ingesteld, zoals blijkt uit het bevel dat Christus aan de apostelen gegeven heeft: “Doop hen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest” (Matt. 28:19b). Evenzo heeft Hij bij de instelling van het Heilig Avondmaal gesproken: “Doe dat (…) tot Mijn gedachtenis” (1 Kor. 11:25). Ook zal hij voortaan de zegen des Heeren op te leggen aan de gemeente. Ten slotte geldt dat N. naar de orde der kerk geheimhouding is opgelegd van al datgene wat bij de uitoefening van zijn ambt hem vertrouwelijk ter kennis is gekomen. Geliefde broeder, opdat allen mogen horen dat u bereid bent uw ambt te aanvaarden, verzoek ik u op te staan en te antwoorden op de volgende vragen. Ten eerste: Bent u er in uw hart van overtuigd dat u wettig door Gods gemeente en daarom door God Zelf tot deze heilige dienst geroepen bent? Ten tweede: Houdt u de boeken van het Oude en Nieuwe Testament voor het enige Woord van God en de volkomen leer der zaligheid? Verwerpt u alle leringen die daarmee in strijd zijn? Ten derde: Belooft u uw ambt getrouw uit te oefenen, in overeenstemming met deze leer, naar de u voor uw ambt geschonken gaven; en belooft u geheim te houden datgene wat bij de uitoefening van uw ambt vertrouwelijk te uwer kennis is gekomen? Belooft u zich ook godvrezend te gedragen en u te onderwerpen aan de kerkelijke tucht, wanneer u zich onwaardig gedraagt? Broeder N, wat is hierop uw antwoord? N.: Ja, (met Gods hulp)
17
Inzegening door de predikant met handoplegging: De almachtige God en Vader geve u Zijn genade om in uw ambt getrouw en vruchtbaar te zijn. Amen. Zingen van een lied of Psalm (bijv. Ps.134:3) Hierna spreekt de predikant tot de bevestigde kerkelijk werker en de gemeente het volgende: Wees nauwgezet in wat u is toevertrouwd, namelijk het regeren van de kerk. Waak over de gemeente als het huis en de stad van God, door iedereen trouw te vermanen en te waarschuwen voor de weg die naar het verderf leidt. Heb acht op het handhaven van de zuivere leer en een vrome levenswandel in de gemeente des Heeren. Wees getrouw in uw ambt, bewaar de verborgenheid van het geloof in een zuiver hart (1 Tim.3:9), wees een goed voorbeeld voor de hele gemeente. Op deze wijze ontvangt u een goede ingang in de gemeente en veel vrijmoedigheid in het geloof in Christus Jezus en zult u na dit leven ingaan in de vreugde van uw Heere (1 Tim.3:13). Geliefde christenen, ontvang van uw kant deze kerkelijk werker als dienaar van God. Bid voor hem. Treed de ouderlingen die op goede wijze regeren, met groot respect tegemoet (1 Tim.5:17) en aanvaard gewillig hun opzicht en leiding. Wees Christus dankbaar, die u ook door zijn zorg Zijn barmhartigheid bewijst. Omdat wij hiertoe onbekwaam zijn, laten wij de almachtige God aanroepen: Heere God, hemelse Vader, wij danken U dat het U behaagd heeft tot meerdere groei van Uw kerk ons een kerkelijk werker te geven voor het regeren en voor dienstbetoon, om vrede en welzijn in Uw gemeente te bewaren. U hebt ons vandaag een ambtsdrager met een goed getuigenis gegeven, die de gave van Uw Geest heeft ontvangen. Wij bidden u aan hem in toenemende mate gaven te verlenen die N. in zijn ambtsbediening nodig heeft: wijsheid, moed, onderscheidingsvermogen en milddadigheid, opdat ieder hij het ambt kan vervullen zoals het behoort. Schenk Uw 18
genade opdat N. in zijn trouwe arbeid mag volharden ondanks moeite, verdriet of vervolging. Verleen in het bijzonder Uw Goddelijke zegen aan de gemeente waarover N.N. gesteld is, zodat deze zich aan de terechte vermaning onderwerpt en hem omwille van het ambt in ere houdt. Geef ons allen een mild hart voor armen en verdrukten en geef een dankbaar hart. Moge door dit alles Uw heilige Naam groot gemaakt worden en het rijk van Uw Zoon Christus bevorderd worden. In Zijn Naam besluiten wij ons gebed: Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen.
19
Formulier voor de bevestiging van een diaken- kerkelijk werker (Dienstboek, dl.II, p.277vv) Geliefden in onze Heere Jezus Christus, u weet dat wij u verschillende keren de naam bekendgemaakt hebben van N., die gekozen is tot het ambt van diaken in deze gemeente. De reden daarvan was om te vernemen of iemand iets zou inbrengen waardoor N. niet in het ambt bevestigd mag worden. Ons is gebleken dat niemand iets wettigs tegen hem ingebracht heeft. Daarom zullen wij nu in de Naam des Heeren tot zijn bevestiging overgaan. Korte uitleg van de ingestelde ambten op grond van Gods Woord: Over de dienst van barmhartigheid leert de Schrift dat deze voortvloeit uit de volkomen liefde van Christus voor de gemeente, die Hij kocht met Zijn bloed. Hij kwam in de wereld om te dienen en ontfermde Zich over hen die in nood waren. Christus is het Lam dat de zonde van de wereld weg neemt (Joh.1:29), de Knecht des Heeren die onze krankheden op Zich genomen en onze smarten gedragen heeft (Jes.53:4) en die niet rusten zal, totdat bij Zijn wederkomst ook de gevolgen van de zonde een einde zullen hebben. In navolging van haar Heere zorgde de eerste christelijke gemeente ervoor dat niemand in haar midden gebrek had. De gemeente van Christus heeft bovendien een taak wereldwijd: het lenigen van lijden en nood in de hele wereld. Over de instelling van het diakenambt kunnen wij lezen in het boek Handelingen (6:1-6). Daar staat dat de apostelen aanvankelijk zelf de armenzorg hebben behartigd. De opbrengst van de verkochte goederen werd aan de voeten van de apostelen gelegd en er werd uitgedeeld naar mate ieder nodig had. Maar er ontstond ontevredenheid, omdat Grieks sprekende weduwen bij de dagelijkse uitdeling werden overgeslagen. Op aandringen van de apostelen zijn daarom mannen gekozen die de zorg voor de armen tot hun specifieke taak zouden rekenen, opdat de apostelen zelf zich des te meer zouden kunnen wijden aan het gebed en 20
de bediening van het Woord. Zo heeft het sindsdien in de kerk gefunctioneerd. Dit blijkt uit Romeinen 12:8, waar de apostel sprekende van deze dienst zegt dat tot degenen die uitdelen, dit doen zullen in alle eenvoud. En als hij elders spreekt van helpers, bedoelt hij degenen die in de gemeente gesteld zijn om de armen en ellendigen te helpen in nood. (1 Kor.12:28). Uit deze tekst blijkt duidelijk dat het ambt van diaken het volgende omvat: *Ten eerste: getrouw en zorgvuldig de giften en goederen, voor de armen gegeven, in te zamelen en te bewaren. Zij zullen zich ook met toewijding inzetten voor het vinden van voldoende middelen om de armen te helpen. *Ten tweede: het uitdelen van gaven. Hiertoe wordt niet allen vereist oplettendheid en zorgvuldigheid om de giften daar te besteden waar het nodig is, maar ook blijdschap en eenvoud om met een bewogen en welwillend hart de armen te helpen, zoals de apostel ons voorhoudt in Romeinen 12:8 en 2 Korinthiërs 9:7. Hierbij is het van groot belang dat zij de hulpbehoevenden niet alleen helpen met materiële gaven, maar ook met troostvolle woorden uit de Schrift. *Ten derde moet de diaken met bijzondere opdracht het Woord des Heeren, dat door de geschriften van profeten en apostelen is geopenbaard, grondig en getrouw aan de gemeente uitleggen. Dit zal hij doen tot heil van de hoorders door te onderwijzen, te vermanen, te vertroosten en te bestraffen, naar dat ieder nodig heeft. Hij verkondigt de bekering tot God en de verzoening met Hem door het geloof in Jezus Christus. Ten slotte geldt dat N. naar de orde der kerk geheimhouding is opgelegd van al datgene wat hem bij de uitoefening van zijn ambt vertrouwelijk ter kennis is gekomen. Geliefde broeder, opdat allen mogen horen dat u bereid bent uw ambt te aanvaarden, verzoek ik u op te staan en te antwoorden op de volgende vragen. Ten eerste: Bent u er in uw hart van overtuigd dat u wettig door Gods gemeente en daarom door God Zelf tot deze heilige dienst geroepen bent? 21
Ten tweede: Houdt u de boeken van het Oude en Nieuwe Testament voor het enige Woord van God en de volkomen leer der zaligheid? Verwerpt u alle leringen die daarmee in strijd zijn? Ten derde: Belooft u uw ambt getrouw uit te oefenen, in overeenstemming met deze leer, naar de u voor uw ambt geschonken gaven; en belooft u geheim te houden datgene wat bij de uitoefening van uw ambt vertrouwelijk te uwer kennis is gekomen? Belooft u zich ook godvrezend te gedragen en u te onderwerpen aan de kerkelijke tucht, wanneer u zich onwaardig gedraagt? Broeder N, wat is hierop uw antwoord? N.: Ja, ( met Gods hulp) Inzegening door de predikant: De almachtige God en Vader geve u Zijn genade om in uw ambt getrouw en vruchtbaar te zijn. Antwoord N. Amen. Zingen van een lied of Psalm (bijv. Ps.134:3) Hierna spreekt de predikant tot de bevestigde kerkelijk werker en de gemeente de volgende woorden: Wees nauwgezet in wat u is toevertrouwd, namelijk het regeren van de kerk. Waak over de gemeente als het huis en de stad van God, door iedereen trouw te vermanen en te waarschuwen voor de weg die naar het verderf leidt. Heb acht op het handhaven van de zuivere leer en een vrome levenswandel in de gemeente des Heeren. Wees getrouw in uw ambt, bewaar de verborgenheid van het geloof in een zuiver hart (1 Tim.3:9), wees een goed voorbeeld voor de hele gemeente. Op deze wijze ontvangt u een goede ingang in de gemeente en veel vrijmoedigheid in het geloof in Christus Jezus en zult u na dit leven ingaan in de vreugde van uw Heere (1 Tim.3:13).
22
Geliefde christenen, ontvang van uw kant deze kerkelijk werker als dienaar van God. Bid voor hem. Wees Christus dankbaar, die u ook door zijn zorg Zijn barmhartigheid bewijst. Omdat wij hiertoe onbekwaam zijn, laten wij de almachtige God aanroepen: Heere God, hemelse Vader, wij danken U dat het U behaagd heeft tot meerdere groei van Uw kerk ons een diaken te geven voor het regeren en voor dienstbetoon, om vrede en welzijn in Uw gemeente te bewaren. U hebt ons vandaag een ambtsdrager met een goed getuigenis gegeven, die de gave van Uw Geest heeft ontvangen. Wij bidden u aan hem in toenemende mate gaven te verlenen die N. in zijn ambtsbediening nodig heeft: wijsheid, moed, onderscheidingsvermogen en milddadigheid, opdat hij het ambt kan vervullen zoals het behoort. Schenk hem Uw genade opdat N. in zijn trouwe arbeid mag volharden ondanks moeite, verdriet of vervolging. Verleen in het bijzonder Uw Goddelijke zegen aan de gemeente waarover N. gesteld is, zodat deze zich aan de terechte vermaning onderwerpt en hem omwille van het ambt in ere houdt. Geef ons allen een mild hart voor armen en verdrukten en geef een dankbaar hart. Moge door dit alles Uw heilige Naam groot gemaakt worden en het rijk van Uw Zoon Christus bevorderd worden. In Zijn Naam besluiten wij ons gebed: Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen.
23
Formulier voor de bevestiging van een diaken kerkelijk werker met bijzondere bevoegdheden Dienstboek dl.II, p. 275, 277vv Geliefden in onze Heere Jezus Christus, u weet dat wij u verschillende keren de naam bekendgemaakt hebben van N., die gekozen is tot het ambt van diaken in deze gemeente. De reden daarvan was om te vernemen of iemand iets zou inbrengen waardoor hij niet in het ambt bevestigd mag worden. Ons is gebleken dat niemand iets wettigs tegen N. ingebracht heeft. Daarom zullen wij nu in de Naam des Heeren tot zijn bevestiging overgaan. Korte uitleg van de ingestelde ambten op grond van Gods Woord: Over de dienst van barmhartigheid leert de Schrift dat deze voortvloeit uit de volkomen liefde van Christus voor de gemeente, die Hij kocht met Zijn bloed. Hij kwam in de wereld om te dienen en ontfermde Zich over hen die in nood waren. Christus is het Lam dat de zonde van de wereld weg neemt (Joh.1:29), de Knecht des Heeren die onze krankheden op Zich genomen en onze smarten gedragen heeft (Jes.53:4) en die niet rusten zal, totdat bij Zijn wederkomst ook de gevolgen van de zonde een einde zullen hebben. In navolging van haar Heere zorgde de eerste christelijke gemeente ervoor dat niemand in haar midden gebrek had. De gemeente van Christus heeft bovendien een taak wereldwijd: het lenigen van lijden en nood in de hele wereld. Over de instelling van het diakenambt kunnen wij lezen in het boek Handelingen (6:1-6). Daar staat dat de apostelen aanvankelijk zelf de armenzorg hebben behartigd. De opbrengst van de verkochte goederen werd aan de voeten van de apostelen gelegd en er werd uitgedeeld naar mate ieder nodig had. Maar er ontstond ontevredenheid, omdat Grieks sprekende weduwen bij de dagelijkse uitdeling werden overgeslagen. Op aandringen van de apostelen zijn daarom mannen gekozen die de zorg voor de armen tot hun specifieke taak zouden rekenen, opdat de apostelen zelf zich des te meer zouden kunnen wijden aan het gebed en 24
de bediening van het Woord. Zo heeft het sindsdien in de kerk gefunctioneerd. Dit blijkt uit Romeinen 12:8, waar de apostel sprekende van deze dienst zegt tot degenen die uitdelen, dit doen zullen in alle eenvoud. En als hij elders spreekt van helpers, bedoelt hij degenen die in de gemeente gesteld zijn om de armen en ellendigen te helpen in nood. (1 Kor.12:28). Uit deze tekst blijkt duidelijk dat het ambt van diaken het volgende omvat: *Ten eerste: getrouw en zorgvuldig de giften en goederen, voor de armen gegeven, in te zamelen en te bewaren. Zij zullen zich ook met toewijding inzetten voor het vinden van voldoende middelen om de armen te helpen. *Ten tweede: het uitdelen van gaven. Hiertoe wordt niet alleen vereist oplettendheid en zorgvuldigheid om de giften daar te besteden waar het nodig is, maar ook blijdschap en eenvoud om met een bewogen en welwillend hart de armen te helpen, zoals de apostel ons voorhoud in Romeinen 12:8 en 2 Korinthiërs 9:7. Hierbij is het van groot belang dat zij de hulpbehoevenden niet alleen helpen met materiële gaven, maar ook met troostvolle woorden uit de Schrift. *Ten derde moet de diaken met bijzondere opdracht het Woord des Heeren, dat door de geschriften van profeten en apostelen is geopenbaard grondig en getrouw aan de gemeente uitleggen. Dit zal hij doen tot heil van de hoorders door te onderwijzen, te vermanen, te vertroosten en te bestraffen, naar dat ieder nodig heeft. Hij verkondigt de bekering tot God en de verzoening met Hem door het geloof in Jezus Christus. *Ten vierde: bestaat de taak van déze diaken uit de bediening van de sacramenten, die de Heere tot zegel van Zijn genade heeft ingesteld, zoals blijkt uit het bevel dat Christus aan de apostelen gegeven heeft: “Doop hen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest” (Mattheus 28:19b). Evenzo heeft Hij bij de instelling van het Heilig Avondmaal gesproken: “Doe dat (…) tot Mijn gedachtenis” (1 Kor.11:25). Ook heeft hij nu het voorrecht de zegen des Heeren op te leggen aan deze gemeente. Ten slotte geldt dat N. naar de orde der kerk geheimhouding is opgelegd van al datgene wat hem bij de uitoefening van zijn ambt vertrouwelijk ter kennis is gekomen.
25
Geliefde broeder, opdat allen mogen horen dat u bereid bent uw ambt te aanvaarden, verzoek ik u te antwoorden op de volgende vragen. Ten eerste: Bent u er in uw hart van overtuigd dat u wettig door Gods gemeente en daarom door God Zelf tot deze heilige dienst geroepen bent? Ten tweede: Houdt u de boeken van het Oude en Nieuwe Testament voor het enige Woord van God en de volkomen leer der zaligheid? Verwerpt u alle leringen die daarmee in strijd zijn? Ten derde: Belooft u uw ambt getrouw uit te oefenen, in overeenstemming met deze leer, naar de u voor uw ambt geschonken gaven; en belooft u geheim te houden datgene wat bij de uitoefening van uw ambt vertrouwelijk te uwer kennis is gekomen? Belooft u zich ook godvrezend te gedragen en u te onderwerpen aan de kerkelijke tucht, wanneer u zich onwaardig gedraagt? Broeder N, wat is hierop uw antwoord? N: Ja, (met Gods hulp) Inzegening door de predikant met handoplegging: De almachtige God en Vader geve u Zijn genade om in uw ambt getrouw en vruchtbaar te zijn. Amen. Zingen van een lied of Psalm (bijv. Ps.134:3) Hierna spreekt de predikant tot de bevestigde kerkelijk werker en de gemeente de volgende woorden: Wees nauwgezet in wat u is toevertrouwd, namelijk het regeren van de kerk. Waak over de gemeente als het huis en de stad van God, door iedereen trouw te vermanen en te waarschuwen voor de weg die naar het verderf leidt. Heb acht op het handhaven van de zuivere leer en een 26
vrome levenswandel in de gemeente des Heeren. Wees getrouw in uw ambt, bewaar de verborgenheid van het geloof in een zuiver hart (1 Tim. 3:9), wees een goed voorbeeld voor de hele gemeente. Op deze wijze ontvangt u een goede ingang in de gemeente en veel vrijmoedigheid in het geloof in Christus Jezus en zult u na dit leven ingaan in de vreugde van uw Heere (1 Tim.3:13). Geliefde christenen, ontvang van uw kant deze kerkelijk werker als dienaar van God. Bid voor hem. Wees Christus dankbaar, die u ook door zijn zorg Zijn barmhartigheid bewijst. Omdat wij hiertoe onbekwaam zijn, laten wij de almachtige God aanroepen: Heere God, hemelse Vader, wij danken U dat het U behaagd heeft tot meerdere groei van Uw kerk ons een diaken te geven voor het regeren en voor dienstbetoon, om vrede en welzijn in Uw gemeente te bewaren. U hebt ons vandaag een ambtsdrager met een goed getuigenis gegeven, die de gave van Uw Geest heeft ontvangen. Wij bidden u aan hem in toenemende mate gaven te verlenen die N. in zijn ambtsbediening nodig heeft: wijsheid, moed, onderscheidingsvermogen en milddadigheid, opdat hij het ambt kan vervullen zoals het behoort. Schenk N. Uw genade opdat hij in zijn trouwe arbeid mag volharden ondanks moeite, verdriet of vervolging. Verleen in het bijzonder Uw Goddelijke zegen aan de gemeente waarover hij gesteld is, zodat deze zich aan de terechte vermaning onderwerpt en N. omwille van het ambt in ere houdt. Geef ons allen een mild hart voor armen en verdrukten en geef een dankbaar hart. Moge door dit alles Uw heilige Naam groot gemaakt worden en het rijk van Uw Zoon Christus bevorderd worden. In Zijn Naam besluiten wij ons gebed:
27
Onze Vader, Die in de hemelen zijt; Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen.
28