Verslag Datum vergadering: 04 juni 2013
Betreft: Kennisplatform Openbare Verlichting (deel 2)
Verslaggevers: Kris Desmet/kristof Verhoest
Bijlagen: 3 presentaties Kennisplatform
Telefoon 050 40 34 89 Aanwezig :
Fax 050 40 34 03 Joost Cuvelier (Infrax), Jo Deconinck (stad Gent), Brigitte Vandenberghe (Eandis), f Peter Joos (Eandis), Catherine Lootens (Groen Licht Vlaanderen),Kristof Verhoest (Provinciebestuur), Kris De Smet (Provinciebestuur), Niek De Roo (WVI), Jeroen Verbeke (WVI), Margo Swerts (WVI), Dominiek Vandewiele (Intercommunale e-mail: Leiedal), Johan Vulsteke (VLM), Friedel Pas (Preventie Lichthinder vzw), Geert Peelaers (Eandis), Gilke Pee ( Vlaams Gewest), Johan T’jonck (Infrax), Bart Vanweehaeghe (Avelgem), Lieven Vantieghem (Avelgem), Yves De Bosscher (Harelbeke), Fien Adriaen (Hooglede), Rik Vanwildemeersch (Hooglede), Ivan Verbouw (Knokke-Heist), Stijn Tant (Wevelgem), Ilse Vanwijnsberghe (Wervik), Ann Degroote (Wervik), Patrick Goussaert (Roeselare), Jeroen Vandermarliere (Poperinge), Claudia Carrissemoux (Kortrijk), Veerle Vandenbroucke (Kortrijk), Annelies Mulier (Kortemark), Marino De Jonckheere (Izegem) Nathalie Verbeke (Izegem)
Verontschuldigd: Peter Norro (Provinciebestuur), Wim Dewever (Kuurne), Johan Vandamme (Menen), Johan Klokočka (Waregem), Francis Fraeyman (Ingemunster), Nico Germonprez (Blankenberge), Martin Deruytter (Diksmuide), Karel Bauters (Harelbeke), Sarie Buffel (Provinciebestuur), Dirk Van Kerckhoven (Infrax), Koen Putteman (Eandis), Martine De Roo (Beernem), Rita Van Hollebeke (Beernem), Philippe Peeters (Bredene), Thierry Toussant (Brugge), Frank Van Hevel (Brugge), Chris Matton (Deerlijk), Willy Delancker (Diksmuide), Heidi Vollon (Koksijde), Elvire Vanysacker (Lendelede), Marleen Messely (Lendelede), Dave Mommerency (Oostende), Katrien Vandaele (Oostende), Lies Van Lierde (Oostende), Marleen Sierens (Pittem), Peter Clauwaert (POM), Martin Deman (Provinciebestuur), Tineke Vanduffel (Roeselare), Bert Vanhuyse (Roeselare), Kris Deman (Wevelgem), Alex Kerckaert (Wingene), Francis Claeys (Zonnebeke), Dirk Cardoen (Zonnebeke). AGENDA -
Goedkeuren verslag vorige vergadering (23 oktober 2012);
-
Terugblik rondrit 28 februari 2013;
Provinciehuis Boeverbos ● Koning Leopold III-laan 41 ● B-8200 Sint-Andries ● Telefoon 050 40 31 11 ● Fax 050 40 31 00
-
-
Bespreking hoofdthema ‘verbruik openbare verlichting” o
Praktijkvoorbeeld gemeente Hooglede (mevrouw Fien Adriaen);
o
Toelichting bouwstenen afrekening openbare verlichting en duiding berekening afrekening door:
§ Infrax (dhr. Joost Cuvelier);
§ Eandis (dhr. Peter Joos);
o
Discussiemoment en inbreng ervaring / vragen overige gemeenten;
o
Toelichting van Project “Rational Use of Energy” door stad Gent (i.s.m. Eandis);
Varia: -
Toelichting aanpak energiebesparing openbare verlichting Wevelgem;
-
Thema’s volgende samenkomsten kennisplatform;
-
Datum volgend kennisplatform.
GOEDKEURING EN OPVOL GING VERSLAG 23 OKTO BER 2012 Het verslag van de vergadering van 23 oktober 2012 wordt goedgekeurd. Er dient nog uitgeklaard te worden wat het verschil is in investeringskosten tussen een gewone standaardarmatuur en een LED-armatuur bij het project Duinenwater te Knokke-Heist. INLEIDING EN TERUGBLIK RONDRIT 28 FEBRUARI 2013 Niek De Roo verwelkomt de aanwezigen en licht kort de samenstelling en de werking van het Kennisplatform Openbare Verlichting toe. De lichtvisie voor het West-Vlaamse platteland is beschikbaar via de websites van de partners van het Kennisplatform. In het verleden is er een basisopleiding gegeven, is er vorming georganiseerd rond een aantal thema’s, zijn ervaringen m.b.t. openbare verlichting uitgewisseld en werd inkijk gegeven in nieuwe ontwikkelingen m.b.t. normering en technische zaken. Jaarlijks wordt een terreinbezoek georganiseerd. De laatste rondrit werd doorkruist door een activiteit van TD West waardoor de opkomst eerder beperkt was. Door nieuwe bestuurders werd de rondrit als een boeiende en leerzame ervaring bevonden. VERBRUIK OPENBARE VE RLICHTING Praktijkvoorbeeld gemeente Hooglede Bijlage: Presentatie: Openbare verlichting Hooglede. Toelichting door Fien Adriaan. De financiële dienst van Hooglede stelde in 2011 vast dat in 10 jaar tijd de kosten voor openbare verlichting verdrievoudigd waren. In vergelijking met vergelijkbare gemeenten Houthulst, Ichtegem
2
en Staden werden op basis van cijfers over de jaarrekening van de intercommunale wvi de kosten hoog bevonden. Bij nader onderzoek werden grote schommelingen doorheen de jaren teruggevonden. De tabel met gegevens van Infrax wordt moeilijk interpreteerbaar en bruikbaar bevonden. Er zijn straten te kort, soms is er slechts één opname per straat, soms zijn er twee opnames per punt, indien tijdens wegenwerken geen verlichting aanwezig was, blijkt dit niet uit de gegevens. Er zijn ook forfaitaire lichtpunten aan 4.000 lichturen per jaar opgenomen, etc. Daarnaast zijn er de factuurgegevens: de facturen zijn per opnameperiode onderverdeeld als Infrax opgenomen heeft. Soms is er een groter dagverbruik in de zomer waarvoor geen verklaring kan gegeven worden. Vanuit de milieudienst werd geprobeerd om LED-verlichting te introduceren maar tijdens gesprekken met het bestuur werd dit door Infrax ontraden ondanks het feit dat LED-verlichting in de nieuwe aanbestedingsmogelijkheden zit. Samengevat kan gesteld worden dat er veel onduidelijkheden in de verbruiksgegevens zijn. Niek De Roo deelt mee dat meerdere gemeenten een analoge problematiek signaleren. Om een degelijk beleid te kunnen voeren, moet het duidelijk zijn waar de kosten zich situeren en wat de impact van investeringen kan zijn. Toelichting van bouwstenen in de afrekening voor openbare verlichting en duiding bij de berekening
Infrax
Toelichting door Joost Cuvelier. Voor de 15 West-Vlaamse Infraxgemeenten beloopt het gemiddeld jaarlijks verbruik voor openbare verlichting langs gemeentewegen omgerekend per inwoner zowat 100 kWh. Kustgemeenten wijken hiervan af maar daarnaast is er weinig verschil tussen landelijke en meer verstedelijkte gemeenten. Op die manier komt Joost op een gemiddelde kostprijs voor OV van 15€/inwoner/jaar. Er zijn nog veel openbare verlichtingspunten aangesloten op het laagspanningsnet zonder teller. Door de volledige scheiding tussen netbeheer en verkoop van elektriciteit is de opbouw van het net nu helemaal anders aan het ontwikkelen. Dit heeft ook zijn invloed op de prijsvorming. Momenteel wordt een deel van het verbruik gemeten en een deel forfaitair aangerekend. Er wordt gewerkt aan een programma waarbij meer en meer gemeten wordt. De reden waarom straten niet vermeld zijn, is dat een cabine vernoemd kan worden naar één straat terwijl deze een ganse wijk bedient. Gedimde of gedoofde systemen worden normaal gemeten. Als er wijzigingen aan het regime gebeuren wordt dit verrekend (ook als niet gemeten wordt). Ook sfeerverlichting wordt normaliter achter een teller geplaatst en gemeten (kerstverlichting, monumenten,…). Voor nieuwe verkavelingen dient de koppeling met een EAN-nummer gelegd te worden waardoor deze mogelijk niet meteen vermeld zijn in de overzichten. Dag- en nachtverbruiken worden normaal doorgegeven aan leveranciers. Doordat er maar één teller is met twee tarieven dienen bij problemen de leveranciers gecontacteerd te worden. Er wordt best
3
gecontroleerd of er bij de aanbesteding door de gemeente dag en nachttarief bedongen is waardoor ze kunnen profiteren van de lagere kostprijs voor elektriciteit tijdens de daluren. Friedel Pas merkt op dat in Nederland er een gemiddeld verbruik per persoon is van ca 47 kWh met het verbruik langs niet-gemeentewegen inbegrepen. Wij zitten aan een gemiddeld verbruik van 100 kWh enkel voor gemeentewegen. Er is dus veel ruimte om te besparen.
Eandis
Presentatie: Openbare verlichting Verbruik. Toelichting door de Heer Peter Joos. De marktspelers Eandis registreert en berekent de verbruiken en verstuurt deze naar INDEXIS. INDEXIS verstuurt vervolgens de verbruiken naar de juiste leverancier. De leverancier verstuurt de totaalfactuur naar de gemeenten. De gemeenten betalen de leverancier die de inkomsten verdeelt naar alle betrokken partijen. De verbruiksgegevens Er zijn twee soorten van registratie: gemeten verbruik (ca 1%) en berekend verbruik (ca 99%). Bij dat berekend verbruik wordt 80% ingeschreven als verbruik in daluren, 20% in piekuren. Indien er een fysieke teller met een apart EANnummer is, worden er jaarlijks opnames gedaan. Indien er geen fysieke teller is, wordt gewerkt met een virtueel EANnummer per gemeente en wordt een maandelijkse berekening doorgevoerd. Het verbruik (kWh) wordt bepaald door het vermogen en het aantal branduren. Per gemeente wordt in een databank per lamp het brandprogramma bijgehouden. Ook het lamptype, het lampvermogen en het vermogen van de voorschakelapparatuur wordt bijgehouden. De voorschakelapparatuur kan conventioneel, elektronisch of elektronisch dimbaar zijn. De dimstatus wordt ook bijgehouden. Tot op vandaag wordt zeer veel berekend. Door het meer en meer dynamisch verlichten wordt het aantal branduren beïnvloed en zal er meer en meer naar tellers moeten overgegaan worden. Als er slimme meters komen voor openbare verlichting is een juist verbruik over korte perioden mogelijk met automatische aflezing. De factuur voor elektriciteitslevering Op de facturen wordt een overzicht gegeven van de verbruiksgegevens: het EAN nr, het aantal kWh in de dalperiode, het aantal kWh in de piekperiode, het contractueel vermogen en het jaarverbruik. TOC staat voor ‘type of connection’: T13: openbare verlichting achter een teller, T14: openbare verlichting zonder teller. Sinds 1 april 2011 is er een stijging met ca 50 % in distributiekosten veroorzaakt door groene stroomcertificering en het toekennen van REG-premies. De impact op de gemiddelde kWHprijs is ca + 20%.
4
Geïnteresseerde gemeenten zouden moeten kunnen beschikken over de gegevens die door de netbeheerders aan INDEXIS aangeleverd worden in functie van hun beleid en beheer. Verder worden nog volgende zaken aangehaald: Niet alleen verbruik is belangrijk. Ook algemene onderhoudskosten aan de lampen/armaturen bepalen mee de kostprijs van OV. Als er (bij forfetaire metingen) lichten defect zijn worden dit (indien het gaat over een korte periode) niet in rekening gebracht. Anderzijds worden soms ook de lampen overdag opgezet om te controleren. Ook dat wordt niet in rekening gebracht. Er zijn limieten aan het berekend verbruik. Dit is nu echter de regel omwille van structurele en praktische redenen. Meer en meer echter zal er gemeten worden en gaan we ook voor OV naar slimme meters. Toelichting van het Project ‘Rational Use of Energy’, Stad Gent (i.s.m. Eandis) Bijlage: Presentatie: Openbare verlichting verkeerssignalisatie en lichtplan Stad Gent. Toelichting door Jo De Coninck. Sinds 1998 wordt gewerkt met een lichtplan en worden energieverbruiken gemonitord. Er zijn verschillende verbintenissen en beleidsplannen die hiervoor het kader vormden. Inmiddels zijn verschillende rationele energieverbruiksplannen opgemaakt. Het besparingspotentieel is zeer specifiek en afhankelijk van de toestand waarvan uitgegaan wordt. Globaal kan vastgesteld worden dat het energieverbruik gedaald is terwijl het aantal lichtpunten en de energiekost gestegen zijn. Zo is de prijs per kWh tijdens de opvolgperiode verviervoudigd van ca 0,04 € naar 0,16 € per kWh. Sinds 2009 zijn nieuwe projecten voorzien op LED-technologie. Vandaag staan we dichter bij concrete uitvoeringsmogelijkheden met LED’s. Alhoewel LEDverlichting en hoogtechnologische sensoren bijdragen aan CO2-reductie en rationeel energieverbruik kan ook veel bereikt worden met weldoordachte vervangingen en investeringen. Zo voorzag het REG-actieplan 2010 voor het ganse grondgebied in de vervanging van 20.000 lampen en voorschakelapparatuur met de mogelijkheid te dimmen. Ook kwikdamplampen e.d. werden vervangen. De geschatte terugverdientijd bedroeg slechts 5,9 jaar (zonder de toename van de energiekost in rekening te brengen). In de praktijk zijn ook een aantal volledige armaturen vervangen en extra verbeteringen aangebracht. De terugverdientijd bedroeg minder dan een legislatuur. Andere verbeteringen waren de introductie van LED-verkeerssignalisatie. Er is een energiebesparing van 80% met veel minder uitval en onderhoud. De data van Eandis worden tweemaandelijks aangeleverd: het totaal opgesteld vermogen, de branduren , de stille uren, een opsplitsing voor monumentverlichting, etc. uit de brongegevens van Eandis is makkelijk af te leiden hoe het opgesteld vermogen, het verbruik, de branduren, de kost, de cumulatieve besparing, etc. evolueren. Eandis en Infrax delen mee dat de aanlevering van informatie zoals naar de Stad Gent op eenvoudig verzoek kan gebeuren. Het ‘lezen’ van de gegevens vraagt echter wel wat inzicht en werk (zie ook aanpak Gent) vandaar dat, vanuit het kennisplatform gekeken zal worden hoe hierop verder kan gewerkt worden. Friedel Pas merkt op dat per lichtpunt nog uitgegaan wordt van een minimum vermogen van 50 W i.p.v. te werken verlichtingsniveaus. Jo De Coninck stelt dat lagere vermogens een andere
5
opstelling betekenen. Er is gescreend naar locaties waar verlichting kan weggenomen worden. Naar de toekomst zal waar investeringen gepland zijn een lichtplan opgemaakt worden met een nieuwe opstelling, lagere vermogens en LED-technologie. Voor monumenten heeft de Stad Gent twee regimes: monumentverlichting vanaf de verlichting aangaat tot middernacht en vervolgens functionele verlichting. Waar mogelijk is sfeerverlichting afgekoppeld van functionele verlichting. Dit is evenwel nog niet overal mogelijk. VARIA Toelichting aanpak energiebesparing openbare verlichting Wevelgem Maarten Tavernier stelde voor de ervaringen van Wevelgem m.b.t. nachtregime aan bod te laten komen op een kennisplatform. Dit wordt evenwel gekoppeld aan een latere sessie of de opleiding waarbij het thema dimmen en doven opnieuw geagendeerd wordt. Thema’s volgende samenkomsten kennisplatform Eerder werden als mogelijke thema’s voor volgende bijeenkomsten van het Kennisplatform volgende zaken voorgesteld: verlichting van sportvelden, verkeersveiligheid, de situatie en aanpak in Nederland, verlichting door landbouwbedrijven, verlichting op industrieterreinen, fietspadverlichting, verlichting in schoolomgevingen en nabij (bus)stations. Datum volgend kennisplatform De volgende vergadering wordt ingepland op 15 oktober vanaf 10.00 uur. Er wordt voorgesteld een nieuwe basisopleiding te organiseren in het najaar van 2013 met een drietal praktische sessies gericht op (nieuwe) mandatarissen. Op 17 oktober is er een studiedag van het Belgisch Instituut voor Verlichtingskunde. Openbare verlichting en nieuwe technologieën staan op de agenda.
6