gemeente Eindhoven
Concernstaf Bestuurssecretariaat
Retouradres Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven
Voorzitter en leden van de commissie
voor maatschappelijke ontwikkelingen
Behandeld door dhr M. Honing Telefoon (040) 238 24 88
Uw brief vsn Uw kenmerk Ons kenmerk CS/BS
7juni 2000
Betreft Actieprogramma Cultuurbereik 2001-2004, onderdeel actieplan
Geachte commissieleden, Hierbij ontvangt u het Plan van Aanpak dat betrekking heeft op bovenvermeld onderwerp. De bijlagen, behorende bij het Plan van Aanpak, liggen voor u ter inzage in het dossier in de leeskamer.
Dit onderwerp zal worden behandeld in de vergadering van de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling op dinsdag 20 juni 2000. Voor nadere technisch/inhoudelijke informatie kunt u zich wenden tot de heer C. Mooij van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Het telefoonnummer is: (040) 238 27 93.
Met vriendelijke groeten,
M. Honing
Bijlage(n) : 1
jve/EE00012993
Bezoekadres Stadhuisplein 1 Eindhoven Openingstijden
Postadres Postbus 90150 5600 RB Eindhoven
ma t/m vr 9.00-16.00 uur
Telefonisch bereikbaar
Bereikbaar per openbaar vervoer
Plan van Aanpak Stedelijk Prog ramma Cultuurbe reik
Gemeente Eindhoven
Naam gemeente: Eindhoven. Adres: Stadhuisplein 6 Postcode/Plaats: 5600 CJ/Eindhoven Postadres: Postbus 2358 Postcode/Plaats: 5600 CJ Eindhoven Website: WWW. Eindhoven.NL
Bestuurlijk contactpersoon: Wethouder N. van der Spek Telefoonnummer: 040-2382134 Faxnummer: 040-2462709 E-mail:N.v.d.Spek.@ eindhoven.nt
Ambtelijk contactpersoon: S. Mooij, dienst MO, afd. KC, postbus 2358, 5600 CJ, Eindhoven Telefoonnummer: 040-2382793 Faxnummer: 040-2382888 E-mail:KC.MO@ eindhoven.nl
Aantal inwoners: 201.726 Verwacht aantal inwoners 1 januari 2005: 208.000 Aantal jongeren (o t/m 18) 39.773 (zie bijlage 1) Aantal allochtonen: 17.594 Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen (zie bijlage 1); 9.565 Vluchtelingen (zie bijlage 1).
se A. Cultuurbeleid. De beleidsnota Kunst en Cultuur Eindhoven 1993 vormt de basis van het kunst en cultuurbeleid in Eindhoven. Daarbij werden in de periode 1993-2000 nadere accenten gelegd, met name naar kunstproductie, kunstparticipatie de relatie naar de verschijningsvorm en beleving van de stad en de relatie met andere beleidsvelden. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: -handhaving van het voorzieningennivo en aanpassing aan de eisen van een goede bedrijfsvoering; -streven naar rnedefinanciering van voorzieningen door andere overheden; -meer aandacht voor de produktie van kunst; -meer aandacht voor kunstparticipatie in aktieve en passieve zin, met als speerpunten een extra accent op de wijken, de multiculturele samenleving en de jongeren; -kunst en cultuurbeleid wordt gericht ingezet inzake de verschijningsvorm en de beleving van.de stad; -onderhouden van relaties naar andere beleidsvelden.
De hierna volgende bijlagen gaan op deze accenten in en respecteren de door het ministerie van OCW gegeven leidraad voor invulling van het Aktieplan.
Op inhoudelijk terrein zijn de volgende beleidsnotities relevant: -Cultuur: Beleidsnota kunst en cultuur 1993 (bijlage 2); Cultureel profiel gemeente Eindhoven 1999 (bijlage 3); Voorjaarsnota 2000 sector Kunst en Cultuur 2000 ( bijlage 4); Beleid Kunst en cultuur voor de periode 1998-2001 (bijlage 4a) -Cultuur en School: Sectie cultuurhistorie en cultuur en school 2000 bijlage 5); -Beeldende Kunst: Geldstroom lagere overheden voor beeldende kunst en vormgeving 2000 (bijlage 6). -Relatie Cultuurbeleid-wijken: Project Kunst in de wijken 1999 (bijlage 7); -Relatie Cultuurbeleid ÃćâĆňâĂİ Allochtonen: Notitie kunst, cultuur en Allochtonen 2000
(bijlage 8); -Relatie Cuttuurbeleid ÃćâĆňâĂİ Brede School: Kunst en cultuurprogramma brede school
Fellenoord (bijlage 9);
-Relatie beleidsgebied Kunst en Cultuur en welzijn, Onderwijs en Sport (bijlage 10); -Relaties Kunst en Cultuur met andere beleidsvelden (bijlage 11); -Sterkte-zwakte analyse cultuursector (bijlage 12);
-Bezinning op toekomstig kunst en cultuurbeleid (bijlage 13).
S. Bcfge Qp financieel terrein zijn de volgende overzichten relevant: -Cultuurbeleid, uitgesplitst naar sector (bijlage 14); -Budget kleinschalige podiumkunsten (bijlage 15); -Overzicht uitgaven die ten goede komen aan culturele diversiteit (bijlage 16); -Budget cultuur en school (bijlage 17); -Budget beeldende kunst bijlage 18); -Overzicht incidentele fonsen en Financiele prognose cultuurbudget (bijlage 19).
e te en e
vanhet stedeli’k ro ramm .
ve c’
e er e
I. Cul urbe eik,
De basis voor de gemeentelijke inspanningen in termen van cultuurbereik, cultuur en school en beeldende kunst is terug te vinden in de beleidsnota Kunst en Cultuur Eindhoven 1993 (bijlage 1). Voorts zijn richtinggevend: het collegiale programma van samenwerking en de stadsvisie 2010. Onder punt 1 (Feiten en Analyse) zijn voorts de uitgangspunten aangegeven die in de periode 1993-2000 tot accentverschuivingen hebben geleid. Tenslotte kenmerkt het beleid zich door een bepaalde methode van aanpak, die in hoofdpunten is weergegeven in bijlage 20.
Op het terrein van cultuurbereik spitsen de speerpunten in het kunst- en cultuurbeleid zich toe op het bereik van
a) wijkbewoners; b) allochtonen; c) jongeren. Op deze terreinen worden de hieronder beschreven huidige inspanningen in de toekomst voortgezet en uitgebouwd. Ad a) Wijkbewoners. Er bestaat een regeling cultuurspreiding met een jaarlijkse storting van F 30.000.- ten behoeve van het organiseren van professionele aktiviteiten op het receptieve vlak in de wijken van Eindhoven. Een bijzonder project, dat gericht is op de ontmoeting van wijkbewoners met kunst is het project Beeldende Kunst in de lmpulswijken waar de nadruk ligt op de toepassing van beeldende kunst (in de ruimste zijn van het woord) in wijken en buurten, gekoppeld aan het betrekken van Eindhovense kunstenaars bij de stad. Het programma wordt in nauw overleg met buurt-en wijkorganisaties, met wijkprojectleiders van de Dienst Stadsontwikkeiing en de Stichting Ontwikkeling en Ondersteuning gerealiseerd en bevat in de aanloopfase ook educatieve elementen zoals museumbezoek, rondleidingen, lezingen, e.d. Bij de uiteindelijke oplevering van de kunstwerken zijn kleinschalige culturele manifestaties voorzien. Voor een volledige beschrijving van het project wordt verwezen naar bijlage 7: Project Beeldende kunst in de Impulswijken. Overige aktiviteiten, gericht op de relatie kunst-wijkbewoners zijn: -het subsidieren van de verenigingen voor amteurkunst en het fonds amateurkunst voor bijzondere projecten
-het aansturen van instellingen als het Centrum voor de Kunsten en de Openbare bibliotheek met haar 6 filialen in de wijken; -het aansluiten bij ontwikkelingen als Brede School en Civic Centers;
-het:aansluiten bij plannen voor wijkeconomie, door te pleiten voor kleinschalige culturele bedrijven en ateliers voor kunstenaars op wijknivo. Ad b) Allochtonen. Binnen de ambtelijke bezetting op de beleidsafdeling kunst en cultuur is medio 1999 voor maatregelen op het terrein van kunstcultuur en allochtonen ambtelijke capaciteit vrijgemaakt. Dit heeft geleid tot een intensivering van bestaande maatregelen en tot nieuwe initiatieven die reeds hun vruchten afwerpen.
Bijinte s’ ’ v bes a d i ” ’ en e ’I
c t orde n e o sCut rele
verhogen). De adviescommissie die over subsidieaanvragen in het kader van dit fonds adviseert bestaat uit vertegenwoordigers van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst. Om het interculturele karakter van het fonds (ontmoeting van culturen) te benadrukken is een autochtone vertegenwoordiger aan de commissie toegevoegd. Daarbij zal de commissie zich in de toekomst niet alleen beperken tot adviezen over subsidieverzoeken maar ook beleidsinhoudelijke adviezen over kunst, cultuur en allochtonen aan het hoofd van de afdeling Kunst en Cultuur uitbrengen. Met een PR-offensief (presentatiemiddag naar allochtone zelforganisaties, een nieuwe-deels vertaalde-brochure en hulpmiddelen als ÃćâĆňâĂİ deels vertaalde ÃćâĆňâĂİ invulformulieren) wordt de
bekendheid van het fonds onder allochtonen vergroot.
Bij nie ’ ’ ’ tiev kan gewezen worden op de volgende maatregelen sinds medio 1999, welke in de toekomst verder worden uitgebreid: -dialoogbijeenkomsten. Dit zijn ontmoetingen tussen culturele instellingen en de allochtone platforms waarin de allochtone zelforganisaties vertegenwoordigd zijn. In 2000 zijn en worden ontmoetingen gepland met de sektoren theater, cultuureducatie, beeldende kunst en bibliotheek/letteren. Na de bijeenkomsten worden per sektor klankbordcommissies gevormd waarin vertegenwoordigers van de sektor en allochtonen ervaringen uitwisselen; -discussiebijeenkomsten/studierniddagen over de relatie kunst en allochtonen in het algemeen (17-11-1999) of over specifieke onderwerpen als de wenselijkheid in Eindhoven van een multicultureel podium/expertisecentrum (26 juni 2000). -orientaties op cultuureducatie voor allochtone jongeren, op het bestaan van allochtone kunstenaars en deze uit hun isolement halen en op kleinschalige interculturele festivals met deelname van culturele instellingen en allochtone organisaties en tenslotte op het bevorderen van het gebruik van culturele fondsen door allochtone organisaties; -het onderhouden van kontakten met het OVAA (Overleg voor allochtonen en autochtonen) over deze maatregelen. Voor een uitgebreidere toelichting wordt gewezen op de Notitie Kunst, cultuur en allochtonen in bijlage 8. Tenslotte moet gewezen worden op de deelname door de gemeente Eindhoven van het Pilotproject Culturele Diversiteit waarvoor door het rijk en de gemeente Eindhoven via een convenant een bedrag van F 500.000.- is vrijgemaakt. De culturele instellingen hebben hierop enthousiast gereageerd met projecten die thans door een divers samengestelde adviescommissie gewogen worden. Bij deze projecten is sprake van nieuwe publieksgroepen, uitvoering in de wijken en training in netwerkvorming tussen prograrnmeursvan de culturele instellingen en allochtone sleutelpersonen en potentieel allochtoon kader.
Ad c) Jongeren.
Door een (recent opgevulde) vacature van de functie kunst en jongeren is de beleidsmatige inbreng op dit terrein tijdelijk wat achtergebleven. Jongeren zijn betrokken bij de eerder beschreven projecten Beeldende Kunst in de Impulswijken (bijlage 7) en Brede School Hemelrijken (bijlage 9). Voorts wordt verwezen naar de betrokkenheid van jongeren bij de hieronder beschreven maatregelen op het terrein van Cultuur en School en Beeldende Kunst, Tenslotte wordt de aandacht gevestigd op een grote organisatie als Het Centrum van de Kunsten (doelstelling cultuureducatie) die, veelal in samenwerking met andere culturele organisaties, een aanbod verzorgt voor autochtone en allochtone jongeren. Allochtone jongeren profiteren voorts reeds van de, onder allochtonen vermelde, initiatieven.
I 5 c e u ’sto’ee cul
c oo
Cultuurhistorie In de afgelopen jaren heeft de gemeente een aanzet gegeven tot vernieuwing van het cultuurhistorisch beleid met versterkte aandacht voor het cultureel erfgoed. In 1999 is een structurele voorziening getroffen voor archeologisch onderzoek, op basis waarvan binnenkort een opgravingsbevoegdheid via de ROB is te verwachten. Binnen de ruimtelijke ordening is ter bevordering van ruimtelijke kwaliteit een werkgroep cultuurhistorie ingesteld die zich bezighoudt met de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke aspecten (culturele planologie) met als aandachtsvelden monumenten, archeologie en historische geografie. Onder andere worden voorstellen ontwikkeld tot het opstellen van een cultuurhistorische waardenkaart voor Eindhoven. Voor de Genneper Parken wordt een nieuw concept ontwikkeld gericht op een kruisbestuiving tussen cultuur, cultuurhistorie, natuur, sport, toerisme en recreatie. Dragers binnen dit gebied zijn het Prehistorisch Openluchtmuseum uitgebreid met een middeleeuwse afdeling, het Milieu Educatiecentrum met een ecoboerderij, een archeologische werkplaats en een werkplaats kunst en landschap. Onlangs is een nieuwe accommodatie voor het streekarchief in gebruik genomen. Deze instelling gaat sterker de nadruk leggen op de publieksfuncties. Gedachten worden ontwikkeld om het beleid van Museum Kempenland meer te richten op de specifieke stadsgeschiedenis: de middeleeuwse ontstaansgeschiedenis en het verleden van de technologie, De diverse ontwikkelingen worden vertaald in een nota cultuurhistorie, die thans in voorbereiding is en die beoogt een samenhangend beleid tot stand te brengen, met bijzondere aandacht voor participatie, cultuurbereik o.a. door samenwerking tussen de diverse instellingen op cultuurhistorisch gebied (musea, archeologie, archieven, volkscultuur, geschiedbeoefening) en sectoren als ruimtelijke ordening, welzijn, onderwijs, toerisme en economie. Thans wordt o.m. een proefproject ontwikkeld, met als beoogd resultaat het tot stand brengen van een structureel samenwerkingsverband. Gedacht wordt aan het thema ’ de barbier van Eindhoven’ (knippen en scheren) waarbij naast de cultuurhistorische instellingen participanten in beeld komen als: educatie/onderwijs (o.a. VMBO/kappersopleidingen; Milieu Educatiecentrum) en bedrijfsleven (Philips/Philishave). Hiermee zou een brede participatie en betrokkenheid moeten worden bereikt.(zie bijlage 20).
Cultuur en school. Binnen het Centrum voor de Kunsten Eindhoven is al veel ervaring opgedaan met een aanbod op het gebied van kunstzinnige vorming voor het onderwijs. De komende periode zal o.a. gericht zijn op intensievere samenwerking met het onderwijs in het kader van ckv, gericht op bestendiging en vernieuwing. Educatieve activiteiten binnen de sector cultuureducatie / cultureel erfgoed dragen tot nu toe incidenteel karakter. Een proefproject als ’De barbier van Eindhoven’ (zie hier voor) beoogt een samenwerking tot stand te brengen tussen cultuurhistorische instellingen en onderwijs / educatie, uitmondend in een jaarlijks educatief programma specifiek voor het onderwijs.
One kenmerk KC 99V006386 en KC99V007208
L .EEELDKADEMM H
C T R NDNRJ - N E TB Meer dan voorheen zal de geldstroom beeldende kunst aangewend worden ter vergroting van het cultuurbereik en ter stimulering van cultureel ondernemerschap. Daarnaast is dit geld ook bedoeld voor de exploitatie van (infrastructurele) instellingen, zoals de kunstuitleen, centra voor beeldende kunst en voor presentaties, ateliers, werkplaatsen, alsmede voor ad hoc subsidies ten behoeve van kunstenaars en manifestaties. Aan deze rijksdoelstellingen moet in het toekomstige programma aandacht worden gegeven maar lokaal zijn accenten gelegd zoals in bijgevoegde ’evaluatie 1997-2000 onderdeel 5. beleidsvoornemens’ zijn uitgewerkt (zie bijlage). Binnen dit lokale programma wordt op onderdelen al een relatie gelegd met de rijksdoelstellingen. Met name bij de navolgende
beleidsvoornemens
3. meer aandacht voor de productie van kunst 4. meer aandacht voor kunstparticipatie in actieve en passieve zin, met als speerpunten een extra accent op de jeugd en de wijken 5. kunst en cultuurbeleid in zetten inzake de verschijningsvorm en de beleving van de stad Punten 3 en 5 hebben vooral betrekking op cultureel ondernemerschap en punt 4 op cultuurbereik.
De rijksmiddelen voor beeldende kunst zijn tot op heden ingezet via een fonds. Doelstelling van dit fonds is het verruimen van de productiemogelijkheden voor beeldende kunstenaars en vormgevers en het verbeteren van hun inkomenspositie. Doelgroep zijn Nederlandse beeldende kunstenaars en vormgevers, die bij voorkeur een relatie hebben met de regio Eindhoven/Kempenland, doordat ze er wonen of werken. Zij kunnen een bijdrage krijgen ter stimulering van hun verdere artistieke ontplooiing: bijvoorbeeld reis en /of studiebeurzen, aanschaf van materialen, bijzonder projecten, publicaties, maar ook ondersteuning voor het volgen van een cursus bedrijfsvoering.
Ons kenmerk KC 99V006386 en KC99V00720B
Tevens kan de gemeente werk aankopen of opdrachten verstrekken aan kunstenaars en vormgevers ter verfraaiing van het Eindhovense 5tadbeeld.
Tenslotte kan een instelling op tijdelijke basis een bijdrage worden toegekend indien de bijdrage wordt aangewend voor de verruiming van de productiemiddelen voor kunstenaars en vormgevers.
We willen de lokale beleidsvoornemens geclusterd met de bestaande doelstellingen van het fonds uitbreiden met de twee rijksdoelstellingen. A. Cultuurbereik (versterking programmering, culturele planologie, nieuwe pub lieksgroepen) B. Cultureel ondernemerschap (aankopen, opdrachten bijv. kunst in de openbare ruimte)
A. Cultuurbereik Aanbodjongeren -individuele kunstenaars -instellingen Bij het toekennen van individuele subsidies zal aandacht worden gegeven aan het verstrekken van subsidie aan jonge kunstenaars. Instellingen die uit het GLO-budget worden bediend, zoals beeldhouwerswerkplaats Beeidenstorm, Grafisch Atelier Daglicht en Vormgeversoverleg Eindhoven zullen subsidie krijgen voor projecten waarbij jong talent de kans krijgt zich verder te ontwikkelen. De functie van broedplaats voor jong talent wordt hiermee versterkt. We denken hierbij aan projecten met academiestudenten of mensen die zojuist de academie hebben verlaten.
Ook andere beeldend kunst instellingen zoals kunstwerkplaats De Fabriek, presentatieruimte Mu en kunstuitleen De Krabbedans kunnen voor projecten met jongeren subsidie aanvragen uit het GLO-budget.
Afnamejongeren Er wordt een excursieplan opgezet om scholen bij beeldend kunstinstellingen een kijkje in de keuken te laten nemen. Grafisch Atelier Daglicht laat scholen zien hoe een zeefdruk tot stand komt. Bij
Qne kenmerk KC 99V006386 en KC99V007208
Beeldenstorm geldt hetzelfde voor de totstandkoming van een sculptuur. Er bestaan al relaties tussen beeldende kunst instellingen en onderwijsinstellingen op buurtnivo. Zo heeft bijvoorbeeld de Fabriek een relatie opgebouwd met de naburig gelegen kindercreche. Kinderen van dit kinderdagverblijf komen regelmatig kijken naar kunstprojecten. Zo was het vliegtuig van Joost Conijn voor de peuters een ware sensatie. Aanbod Allochtonen -individuele kunstenaars
-instellingen Bij het toekennen van individuele subsidies zal aandacht worden gegeven aan het verstrekken van subsidie aan allochtonen kunstenaars. Arctic Foundation, een instelling die subsidie ontvangt voor projecten uit de GLO-gelden, houdt zich bezig met kunst in culturele transmissie. Deze instelling zal op meer structurele basis middelen ontvangen.
Afname allochtonen Voor het najaar van 2000 is een multicultureel cafe gepland (dialoogbijeenkomst) waar de beeldende kunst instellingen van de stad de diverse minderhedenplatforms van Eindhoven zullen ontmoeten,
B. Cultureel Ondernemerschap -aanvragen van individuele kunstenaars die een relatie hebben met cultureel ondernemerschap krijgt extra aandacht (voorbeeld cursussen in vaardigheden rondom bedrijfsvoering, presentatietechnieken of opdrachten betreffende de openbare ruimte) -instellingen die een relatie leggen met cultureel ondernemerschap krijgen voorrang
C. Projecten Enkele voorbeelden/ideeen: -Beeldende kunst in de buurt (in uitvoering; zie bijlage) -Beeldende kunst in de Catharinakerk (in voorbereiding; kunstopdracht om een kroonluchter te vervaardigen voor te renoveren centrumkerk E in dh oven)
Ons kenmerk KC 99V006386 en KC99V007209
-Brabants Modevormgevingsproject (in voorbereiding; betrekken
jonge modeontwerpers; modevormgeving bereikt nieuwe doelgroepen, nieuwe samenlevingsgroepen zoals allochtonen vragen om een andere kleding van de overheid; toga voor minderheden). -Overdracht gemeentelijk kunstbezit naar kunstuitleen De Krabbedans (in
uitvoering; zichtbaar maken cultureel vermogen, kunstuitleen bereikt nieuwe doelgroepen)
re
"t s
A. Or anisatie- et. Een adviescommissie actieprogramma cultuurbereik zal adviseren over de ingediende aanvragen. Het ligt in de rede dat deze commissie uit dezelfde personen zal bestaan als de huidige adviescommissie Pilotproject Culturele Diversiteit, In deze commissie hebben zitting vertegenwoordigers uit de adviescommissies voor culturele fondsen, het fondsculturele uitingen etnische minderheden,en twee externe vertegenwoordigers die goed thuis zijn op de werkvelden jongeren en cultuureducatie. Binnen de afdeling Kunst en Cultuur van de gemeente Eindhoven is personele capaciteit vrijgemaakt voor zowel de relatie kunst-wijken, als kunst-allochtonen en kunst-jongeren. De verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van het programma ligt bij Dhr, Mr, C. Mooij (telefoon 040-2382793).
Bij de totstandkoming van het programma zal overleg gevoerd worden met wijkoverleggen, het Overleg Allochtonen en Autochtonen Eindhoven (OVAA) en jongeren platforms.
B. Or anisatie-kosten.
De secretariaatskosten worden opgevangen binnen de begroting van de dienst Maatschappelijke Ontwikkelingen. Van het totaal beschikbare bedrag voor het programma, te weten F 727.200.- zal F 50.000.- gereserveerd worden extra advies- en o n d e rste uning s koste n.
ee
V
A. Ge ee ten instellin en or anisaties. Bij de opzet van het stedelijk programma cultuurbereik worden de grote en middelgrote en kleinere culturele instellingen en de platforms voor de wijken, het stedelijk Overleg Allochtonen en autochtonen Eindhoven en allochtonen platforms alsmede jongerenplatforms betrokken. Hierbij wordt tevens gebruik gemaakt van het periodiek overleg dat de wethouder van Maatschapelijke Ontwikkeligen onderhoudt met de grote en middelgrote en kleinere instellingen. Voorts is de stuurgroep Culturele Diversiteit, die binnen de dienst Maatschappelijke Ontwikkelingen opereert van belang voor het draagvlak van het stedelijk programma. Ofschoon al sprake is van netwerkvorming zullen aanvragen voor projecten die de nadruk leggen op samenwerkingsverbanden de voorrang krijgen.
Bovengenoemde samenwerkingsverbanden zullen waar mogelijk aansluiten op de verschillende onderdelen van het aktieplan.
De hierboven genoemde organisatieopzet en te raadplegen samenwerkingsverbanden op het nivo van wijken, allochtonen en jongeren waarborgen dat het programma draagvlak krijgt onder de bevolking. Normaliter peilt de gemeente de culturele behoefte van de bevolking incidenteel dmv enguetering binnen de reguliere inwonersenquete. Daarbij worden van de 1000 geenqueteerden ongeveer 100 allochtonen bereikt maar deze vertegenwoordigen vermoedelijk wel een bovenlaag. Het specifieke bereik van allochtonen is een probleem omdat niet altijd iedereen aanspreekbaar is binnen de verschillende culturen. Het gemeentelijke onderzoekburo zal over dit probleem overleg voeren met het Overleg Allochtonen en Autochtonen Eindhoven, Met betrekking tot jongeren ontwikkelen de 4 sektoren kunst en cultuur, sport, onderwijs en welzijn een jeugdmonitor met periodieke enquetes, waarbij maatwerk het uitgangspunt zal zijn.
Tegen bovengenoemde achtergrond zijn cijfermatige gegevens van het bereik van culturele aktiviteiten naar moeilijk bereikbare groepen nog niet beschikbaar. Wel worden bij de recent opgezette dialoogbijeenkomsten tussen de culturele instellingen en de allochtone platforms uitvoerig gegevens uitgewisseld over deze problematiek. Voor de specifieke aktiviteiten op dit punt wordt verwezen naar punt 2 van dit programma,
onderdeel cultuurbereik. Dezelfde verwijzing geldt voor participatie-gremia van jongeren en allochtonen.