Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Dir. Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving afd CAV Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG ,^ ^
Secretariaat: Burgemeester Elseniaan 329 2282 MZ Rijswijk (ZH) Telefoon (070) 3 160 325 Fax (070) 3 160 525 Postadres: Postbus 5210 2280 HE Rijswijk (ZH)
m s kenmerk: JO/MV/VR/21762
''..^,^Q\".]Kei? '•.^'O.trerj:
Rijswijk, 1 juni 2011 iHQ.
6
I
JÜN 2011
betreft: aaimielding e)c'-art;4-lofflwor]niiigren-^Igiemeen verbindend verklaring van de CAO voor het Techniseh-InstafiatieljechTJf^j _i—
Mijnheer de Minister^'
•f-
• Otii^ .'iatu-'n. j Oep. paraaf. j Namens de werkgeversOTgmiisatiesöi de werkneinersorganisaties betrokken bij de CAO voor het Technisch Installatiebedrijf, te weten de UNETO-VNI, de Nederlandse vereniging van ondernemingen op het gebied van de koudetechniek en luchtbehandeling (NVKL), FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie, Vakbond voor industrie en dienstverlening, delen wij u mede dat zij overeenstenruning hebben bereikt omtrent deze CAO voor de periode 1 april 2011 tot en met 30 aprü 2013. De wijzigingen in deze CAO ten opzichte van de vorige CAO treft u aan in de nota van wijzigingen. Tevens treft u aan vier exemplaren van de doorlopende tekst van de CAO, alsmede twee exemplaren met gerenvooieerde tekst; via de renvooi hebben wij aangegeven de bepalingen die u in het verleden niet algemeen verbindend heeft verklaard. In de CAO tekst treft u via markering in de marge de wijzigingen aan ten opzichte van de voorgaande CAO. Bij deze melden wij vorengenoemde CAO aan ex artikel 4 van de Wet op de loonvorming. Tevens verzoeken wij u de bepalingen van de CAO algemeen verbindend te verklaren per eerst mogelijke datum voor de duur tot en met einde looptijd CAO. Met betrekking tot de kwantificeerbare loonkosten kunnen wij u mededelen dat wij ten aanzien van de CAO-verhogingen geen inzicht hebben per bedrijfstak.
ING bank 66.72,12.:?49
-2-
Wel is het zo dat de loonsom van de vijf bedrijfstakken die tezamen Metaal en Techniek vormen ongeveer 10 miljard euro bedraagt. U treft voorts aan de representativiteitsgegevens. Deze zijn verkregen door de leden van de betreffende werkgeversorganisatie die vallen onder de werkingssfeer van genoemde CAO, te vergelijken met het totale bestand (georgaiüseerde en ongeorganiseerde werkgevers met werknemers) vallend onder de werkingssfeerbepaling van genoemde CAO bij de uitvoerder van de bedrijfstakregelingen voor de Metaal en Techniek, te weten N.V. Mn Services. De daarbij gehanteerde peildatum is 1 maart 2011. De grenzen van het domein waarvoor de gegevens zijn verzameld, zijn gerelateerd aan de werkingssfeer van de CAO. Daarbij zijn niet meegenomen de ondernemingen die integrale dispensatie hebben van de CAO vanwege een eigen rechtsgeldige CAO. Emogachtend, |n[imens CAO-partijen
J.G. Ormel Urecteur dij la gen: - 2 exemplaren van de doorlopende CAO tekst - 2 exemplaren van CAO met gerenvooieerde tekst - 2 exemplaren van de nota van wijzigingen - 1 CD-rom met CAO (met en zonder renvooi), FC-Handboek en nota van wijzigingen - representativiteitscijfers - FC-Handboek (2x)
REPRESENTATIVITEITSCIJFERS
CAO voor het Technisch Installatiebedrijf
4955
a.
Aantal werkgevers, aangesloten bij de betrokken werkgeversorganisaties
b.
CAO-werknemers in dienst van de onder sub a bedoelde werkgever
c.
Totaal aantal werkgevers in de bedrijfstak
7811
d.
Totaal aantal werknemers in de bedrijfstak
136311
102729
E y c k , P. v a n Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:
[email protected] maandag 20 juni 2011 11:23 Eyck, P. van AWTI
Geachte mevrouw Van Eyck,
Onder verwijzing naar ons telefonisch onderhoud van zo juist inzake het AW-verzoek betreffende de bepalingen van de CAO Technisch Installatiebedrijf bevestigen wij u dat de lijst met bedrijven welke bij het verzoek was ingediend, een lijst is waarvan cao-partijen verzoeken deze bedrijven uit te zonderen van het te nemen AW-besluit c.q. te dispenseren van dat besluit.
Indien er nog vragen en/of opmerkingen zijn vernemen we dat gaarne.
Met vriendelijke groet. iNC;ïKOWEN J. Ormel
SZW
10 .m ?oii
Dfltf|as Verhuurservice B V Edeas BV. FMECO fc-nerpiëWèertNV ENECO Infra Services BV N.V. ENECO Energie Zuid-Kennemerland Netwerk BV Energieservtoe orenthe:Qverijssër Gaswachl Friesland FascUittes BV ENECO EnergieConsumenten B.V. k8t>e(NqordB)/ Kabflinet Noord BV BV ifabalservice Dremne-Ovefl|sset Kabelservfce Noord BV ENECO NetteheerMfdden-Holtand BV ENECO Nétbeheer Weert NV Netbeheerder Centraal Overijssel B.V. Cogas FacffHair BV. Obfaqas EnefBV services BV QbraffBsNetNV Q ^ c A i èohledam B V ONS Netbehèer BV ÖfJ^feËÓgéB^ Essent Energie BV EsiBeni NefweHt Brabant BV ÖlfefJEftÖVBV B V Transportnet JuJa^Hofland Wésfland Enertfe inirastructour BV
I eerste regel
k^^-:*!.-.g'
m'C'
2
3
H^
?
ii^S
10
II deeltitel
im^
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
24 ondeit 1
| S ^
25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29
30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
Geldig van 1 april 2011 tot en met 30 aprii 2013
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer
1
A-deel voorwoord
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7
9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 onderl 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Met 'werkgever(s)' en 'werknemer(s)' worden in deze CAO zowel mannen als vrouwen bedoeld. Artike!(leden) die - inhoudelijk - zijn gewijzigd ten opzichte van de vorige CAO, looptijd 1 december 2009 tot en met 31 maart 2011, zijn gemarkeerd met een verticale streep in de linkerkant! ijn. Behoudens uitzondering door de wet gesteld, mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de bij deze CAO betrokken werkgever(s)-, en werknemersorganisaties en de Stichting Vakraad Metaal en Techniek niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, enigerlei elektronische wijze, hitemet, Intranet of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 B Auteurswet 1912 jo. het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Vakraad Metaal en Techniek Postbus 93235, 2509 AE Den Haag
A-deel voorwoord
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 2] 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer
VOORWOORD 1. WERKINGSSFEER De onderhavige oolleetieve-arbeidsovereenkomst bevat de regelen welke minimaal in acht moeten worden genomen bij arbeidsovereenkomsten tussen: fc—de- werkgever -bedoeld in artikel 4b,—
eo
A-decl voorwoord
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29
30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 4S
49 50 51 52 53 54 55 laatste
3. VAKBONDSKADERLEDEN Partijen zijn van mening dat, indien de v.v. overgaan tot hetoanwijzen van een werknemer als-vakbondskaderlid ten behoeve van het onderhouden van de ooataoten vooF-en namens de-v:v.j laet haar leden werkzaam ii^-dg'CTwiememing;-do v.v. de oadcmemingsleiding daarvan in kennis moeten stellen. Met deoaderaemingsleiding-moet voorafgaande overeenstemming-worden bereikt over de aard en omvangvan de in dat kader-ëeor bedoelde werknenier te veFriohtcn aktWiteiten. Partijen aehten-het een beginsel van goed beleid dat een, met inaehtnoming van het voorgaande, als vakbondskaderlid aaagewezen werknemer niet door-de workgever zal wordon cartslagen of belemmerd zal worden in zijn mogelijkheden of kansen binnen de ondememing door het enkele feit dat hij een dergelijke funotie vervult. Het \^erdient aanbeveling dal een werknemer die van meaing is dat len opzichte vaahem in strijd awt dit' beginsel is gehandeld, zioh allereerst met zija-weFknemersorganlsatie verstaat. Daama kan de kwestie in open overieg aan éc orde wordon gesteld bij de ondememingsleiding. Het verdient e\'eneens aanbeveling dot de werkge^'er b^|-een voorgenomen indi\'iduee] ontslag van een vakbondskaderlid eerst de betrokken werknenwrsorganisatle hieros^er informeert^ Tetï—aanzien—vaa—eea^—met—inachtneming—vaa—het—voergaonde,—aangewezen vakbondskaderiid verdient, naar de-epvatfing van partijen, de ontslagbesohemiing weike de Wet op de ondememingsraden geeft aan de ondememiagsraadsledcn, analoge toepassingr ^. PLAATSING \^AN KWETSBARE GROEPEN Partijen bij deze CAO vragen bijzonder-e aandacht van de werkgevers-voor het sohq^pen van (her)plaatsingsmogelij kheden ten behoeve van kwetsbare groepen-op de arbeidsmarkt alsmede voor gehandicapte werknemers Daamaast is het de bedoeling dat in de ondememing preventieve maatregelen woFden getroffen om te voorkomen dat werknemers uitvallen wegens-arbeidsongeschikthoid. Nadere informatie omtrent reïntegratie-en/of preventie kan worden verkregen bij-de werkgevers en werknemersorganisaties betrokkon bij deze CAO. 5. BUITENLi\NDSE A^^RKNEMERS Partijen vestigCTh-er de aandacht op dat de bepalingen van het nederltmdo arboidsrecht in het algemeen en-van de onderhavige-CAO in het bijzonder, volledig van toepassing zijn op buitenlandse worknemers. hidien van deze bepalingen—voor zever toegestaan—wordt afgeweken, dienl dit sohriftelijkte wwden vastgelegd, 6. MILIEU De werkgevers—en werknemersorganisaties betrokken -bij de CAO-vragen bijztmdere aandacht van de werkgevers en werknemers >^oor een zodanige struclurmag van-de werkzaamheden dat het milieu daardoer' zo min-mogelijk wordt belast.
7. VERLOF IN HET KADER VAN DE WET ARBEID EN ZORG CAO partijen-bevalen aan dat de diverse vorm») van verlof in-het kader van de -Wet Arbwd—en—Zwg—ze—flexibel—mogelijk,—rekening—houdend—met—ëe—persoonlijke omstandigheden van-de werknemer en de afwijkingsmogelijkheden die deze wet-biedt, worden geïntegreerd in de bestaande werktijden en dienstroosters.
56
57 pag cijfer 58 A-dee1 voorwoord
I eerste rege! 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 onderi 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38
39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer
A-dee] voorwoord
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deehitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35
DEEL A
36 37
38 39 40 41 42 dalum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49
50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer
A-deel
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 S 9 10
II deeltitel 12 13
14 15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
31 32 33 34 35 36 37
38 39 40
41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51
52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58 A-detl
I eersie regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
INHOUD L
Algemene -bepalingen
44
é&7
Werkgever.. Werknemer. Deeltijdwerk^
44 44 44
2bT
Inleenkrachten
4ftr
Metaal en Techniek Werkges^er in de-Metaal en Techniek. Werkgever in de bedrijfstak
Ah.
^. 9:
Medezeggenschapsorgaan Werknemersdelegatie-r.... .T Vakbondskaderleden -^edrijferaad, Vakraad Commissie aitteg CAO-.Veiligheid. Fusie, sluiting en reorganisatie.
H;
Begin en einde dienstverband
êr5ar êbr 6r-
i&r-
Uh
4«fer 30r24v-
34ar IV 2^ 3é 2^
A-decl
.•.TT^.I^.T.
;
;-.••••••—H
43 45 45 45 44 44 44 44 45 4é -45
45 47
Indeling van functies ....--rt-.Tr-; .T ••••• 1^ Bevestiging van aanstelling • —W Proeftijd — n —n Dienstbetrekking voor onbepaalde tijd. Einde dienstbetrekking •-r.---..vi ;: ;t ^ Dienstbetrekking voor bepaalde tijd .-. ;T.: 1* Diaistbelrekking met werknemers van-65 jaar of ouder of een werknemer die een pensioenuitkering van het Pensioenfonds inetaal en techniek ontvangt —19 Opzegging „... —30 ARBEIDSTIJDEN Definities Arbeidsduur. Vormen van arbeidsduurverkorting. Verrekening arbeidsduurverkortingr Arbeid op zondagen en feestdagen. -A-rbeid-in ploegCT Overwerk. -Consignatie.
-M -24 -33 -25 -04 -24 -24 •05
-06
VERPLICHTINGEN VAK DE WERKNEMER
•07
Algemeen Geheimhouding Zorg ten aanzien van bedrijfsmiddelen. Vergoeding van sohade? Arbeid voor derden. Concurrentiebeding en econemisohe crisi Vervallen. Temgkeer uit-militaire dienst
-07 •07 JIS.
-OS -0« -08 JUL
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 dalum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
IV o RUILEN
-09
m-.
Ruilen
—39
V,
SALARISSEN EN TOESLAGEN
U
51-: Salarisbetaling per maand of per vierwekenperiode :.:...:..—54 53. Salaristabellen —54 50ft:—Toepassing-salaristabellen voor jeugdgroepen .....ITT.:;'. •.•7-.-.'..rT..—54 55; Toepassing salaristabellwi-voor 25 jarigen en ouder .-T-.^...:T-.--7T7-. —52 55a;—Artikel 33a. Salarissen per maand 7. .• ..r—.^ —54 55%:—Artikel 33br^alarissen per vierwekenperiode r. —59 54 Salarisverhoging in-verband met leeftijd .:•:....—44 55; Salarisverhoging in verband met funotiejaren ,• ^...-.-, —44 54: Wijziging van functie; her om en bijscholing .TT-...-....—44 3éfc—Salarisgevolgen invoering fcharnlboek .v.-:7 r—45 57: Beloningssystemen .-TT.-. TV.-.: :T-. —4é 57fc—Basissalaris vertegenwoordigers..T. .TTT;;'; —4é 5*^ Spaarioon —4? 5^; Vakbondscontributie .• •. :T; •-• —47 4^: Ziektekostenverzekering .T :.. —47 44; Toepassing salarisverhoging .-r:...: .-. —47 44ft^—Vervallen —48 VI. BETALING VAN OVERUREN
49
40r Betaling van ovemren .• 40»;—Belaling vow^uren buiten het dagvenster 45: Betaling van verschoven uren •. 44:
Betaling van reisurear..'.
45^
Ploegentoeslag
.-TTT
.;:
-.:•... .•.;
:•
TTT.TT.
Vergoeding van reiskosten ^ Vergoedmg van verblijfk-esten Andere regelingen .TT^.
Ï...-TT;^---.T7.—S3
r;.;...-.T:::7.T'. — § ^
VIL VERGOEDING VAN REIS EN VERBLIJFKOSTEN 4e: 47T 4S;
T....:-..—49 .T^—54 —Si
.....•;:-.?; .T-.
54
r.
T:—54 —§4 —55
VHL VAKANTIE EN >^A1C\NTIEBIJSLAG
56
A^. Definitie vakantiedagr.T..' rr; .-. .T:-.-.-. .-.T.".. :•....?;—5é éOr Vakantierechten;: •; —5é 54^ Extra vakantiereohlen voor oudere werknemers —êé êOr. Inheuding vakantiedog bij tweede ziekmelding .-TT^.T —57 é^. Beperking van de vakantierechten.—-.n —58 54T Aaneengesloten vakantie ;; ;T:...:.; .-:—58 55; Vaststellen verlofdagen....-.;; •.TT.'.TT —59 éê^.—Berekening van genoten vakantiedagen .•.•: —59 5e: Doorbetaling van salaris tijdens vakantie r.—59 57: Afwikkeling van te veel ofte weinig genoten vakantiedagen^TTT .TTT. .•.;-.....r:—60 58; Verval van vakantieaanspraken ." ;;..::. .-T::.:..—éO 59: Vak'Mtiebijslag .T;;.;.... .•;—64 60; Minimum-vakantiebijslag ^rrr-. ;-..•. —64
A-deel
lii't.''
mi^ /
' M. rvhJ
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laalste 56 57 pag cijfer 58
IX. >^ERLOF
-65
^4; Kort veriof 63; Bijzonder-verlof.. •; 65; Veriof vooreigen rekening 65*—Levensloop ;: • 64; Gedwongen verzuim
T-..-7TT.....^
—65 rT-..-7T-....-;—64 ;--; —64 —65 .-.-. r....—65
:TT.-T-......-Tr. V.TT:......•..-•.
;r-;i
X. ARBEIDSONGESCHIKTHEID
67
65^ Definitie 65fc—Aanvullend invaliditeitspensioen 66;
r.:
—67 •....•:.....-7T-.-T:....—67
T:
Melding
.-T-.'.
66a;—Zwangerschaps en bevallingsverlof 67;
Aanvulling van salaris
.T...—67
—68
.TTT..
.TTT T^.TT:
T.7?7.
.'.v.-.
67a;—Reïntegratie-;TT
;•.;.—68 .J^.-TT....—69
68: Vakantiebijslag in geval van laagdurige arbeidsongeschiktheid 68a^—Ver^'allen
.--•TT
-•--.—Tê—75
XI. PENSIOEN EN OVERLIJDENSUITKERING 69:
Pensioenfonds.
;rr.....:?= ;TT..-r.:
70;
Overlijdensuitkering
:
74 .•:;-;7....rTT-.:;
.-::
77-.^..
r-rrrrr
74
;-.;T :.••:—-74
XII. ONDERWIJS
75
74; Leerpliehtige ea kwalifioatiepliohtige werknemer 73: Part time onderwijs: .r.-...TT-.; T^A-.—Verplichte seboting r.-. TOte:—Soholingsdag 75^ Evc XIII. WERKGELEGENHEID 74: Werkgelegenheid 74a;—Vervallon 74fe Vervallen 74e Vervallen
vr....
....rr:
;
T..
rrr.r.
.•
—77 —77 —77 —77
XIV. SLOTBEPALINGEN 75; Afwijkiag van deze overeenkomst 76: Duur van de overeenkomst..; Téfc—Vredesplicht
-!••-..—75 —75 —76 —76 —76 7?
7« ...rr.
T-..—78 —78 —78
1 eerste regel
m'-r-^-
3
IlS;::
6
iSi:
8
t--^-'
9
10 ! 1 deeltitel 12
13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
10
1
A-deel
I
eerste rege! 1.
I.
ALGEMENE BEPALINGEN
WERKGEVER Artikel 1
9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 2.
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 2A. 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Onder werkgever in deze overeenkomst wordl verstaan de in Nederland wonende natuuriijke persoon of de in Nederland gevestigde rechtspersoon, dan wel de maatschap, de vennootschap onder firma of de commanditaire vennootschap gevormd door twee of meer zodanige natuurlijke en/of rechtspersonen gezamenlijk, alsmede de in het Rijk in Europa gevestigde nevenvestiging van een daarbuiten wonende natuurlijke persoon en/of een daarbuiten gevestigde rechtspersoon (al dan niet geconstitueerd naar of vallend onder buitenlands rechl), waarvoor op grond van de Handelsregisterwet 2007 een verplichting tot inschrijving in het Handelsregister bestaat. WERKNEMER Artikel 2 1. Onder werknemer wordt verslaan degene die in dienst van een werkgever legen salaris arbeid verricht. 2. Deze overeenkomst is niet van toepassing op: a. directeuren en adjunct-directeuren; b. degene die in hoofdzaak werkzaamheden verricht waarvan het functieniveau uitgaat boven het niveau van functiegroep 11 (salarisgroep J); c. degene die weliswaar voorkomt op de salarislijst van de ondememing doch geen werkzaamheden verricht ten behoeve van de ondememing; d. degene die in een elektrotechnisch nettenbouwbedrijf voor grondwerk per karwei en/of voor beperkte duur in dat karwei of een reeks van karweien met een maximum van drie maanden is aangenomen, met dien verstande dat op de grondwerker in vaste dienst deze CAO wel van toepassing is. 3. Ten aanzien van a. de werknemer wiens functie onregelmatige werktijden meebrengt zijn niel van toepassing de artikelen 17, 18, 18a, 21, 33, 33a, 33b, 34, 35,42,43, 44 en 45; b. de werknemer wiens functie niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 is in te delen, zijn niet van toepassing de artikelen 31 lid 1, 33, 33a, 33b, 34, 35, 41, 42, 43 en 44. 4 - Geschillen -ever de uitlegging van dit artikel wepden beslist door de Vakraad, gehoord de bedrijfsraad. DEELTIJDWERK Artikel 2a 1. De werkgever zal een verzoek van een werknemer om in deeltijd te gaan werken, positief tegemoet treden. Hij zal serieus nagaan of er mogelijkheden zijn, dan wel op termijn kunnen zijn, om aan het verzoek van de werknemer tegemoet te komen. Indien de werkgever geen mogelijkheden ziet hel verzoek van de werknemer in te willigen dan zal hij dit beargumenteerd aan de werknemer meedelen. Een verzoek van de werknemer om in deeltijd te kimnen werken zal door de werkgever niet worden afgewezen dan nadat hij daarover met de werknemer overleg heeft gepleegd. Aanw kening: Pe werkrwiBcr ten aan deze bepoling geen recht onllenen om in doollijd W (gaan) worltcn.
11
1 eerste regel 2 3 4 5 6 2B. 7
2. Op werknemers, voor wie krachtens gemaakte afspraken een werkweek geldt van minder dan gemiddeld 38 uren per week berekend over een periode van maximaal één jaar, zijn de bepalingen van deze CAO naar evenredigheid van dit mindere aantal uren ten opzichte van de gemiddelde 38-urige werkweek van loepassing. INLEENKRACHTEN
mi
Artikel 2b 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 3. 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43daiAiXi2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
lu m
1. Op de inleenkracht die is aan te merken als een vakkracht en werkzaam is ten behoeve van de werkgever die ressorteert onder deze CAO, zijn de bepalingen ter zake de salaristabellen, vakantie- en seniorendagen, de vakantiebijsiag en de minimumvakantiebijslag van deze CAO van toepassing. Evenzo zijn ten aanzien van de werktijden de 38-urige werkweek als bedoeld in artikel 18 Hd 1 CAO en de daarbij passende toeslagen c.q. vergoedingen, genoemd in de hoofdstukken V en VI van deze CAO met uitzondering van de artikelen 36a, 38, 40, 41, van toepassing, alsmede de vergoedingen bedoeld in de artikelen 59 en 60 van deze CAO. De (inlenende) werkgever moet zich ervan verzekeren dat de uitzend werkgever op de inleenkrachten de conform dit lid van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden toepast en een verklaring vraagt dat de uitzendwerkgever de wettelijke bepalingen toepast. Deze aparte verklaring is niet vereist als de uitzendwerkgever NEN-gecertificeerd is. 2. Vakkracht is de werknemer die in hel bezit is van een voor de functie relevant VMBOdiploma of een in het buitenland voor de functie relevant verkregen diploma op gelijk of gelijkwaardig niveau. 3. Met ingang van 1 januari 2012 zullen werkgevers in de Metaal en Techniek alleen gebruik maken van uitzendbureau's met een SNA-keurmerk die als zodanig geregistreerd zijn bij de Stichting Normering Arbeid (SNA). Voor gebruikmaking van een uitzendbureau dat niet valt onder de uitzondering zoals bepaald in artikel 4c geldt het in de vorige volzin bepaalde niet. METAAL EN TECHNIEK Artikel 3 Onder de Metaal en Techniek in deze CAO worden verstaan de takken van bedrijf omschreven in de artikelen 77 van de collectieve arbeidsovereenkomsten voor: - het carrosseriebedrijf, de goud- en zilvemijverheid, - het isolatiebedrijf, - het metaalbewerkingsbedrijf of - het technisch installatiebedrijf. WERKGEVER IN DE METAAL EN TECHNIEK Artikel 4a Onder "werkgever in de Metaal en Techniek" wordl in deze CAO verstaan de werkgever bij wie hel aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij de werkzaamheden zoals uitgeoefend in de in artikel 3 genoemde takken van bedrijf, groter is dan het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden uitgeoefend in enige andere tak van bedrijf, blijvende bij de hier voren omschreven vergelijking de economische functie van elk der werkzaamheden builen beschouwing.
12
I eer4B.regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 4C. 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
WERKGEVER IN DE BEDRIJFSTAK Artikel 4b Onder "werkgever in de bedrijfstak" wordt in deze CAO verstaan de werkgever bij wie het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers, die betrokken zijn bij de werkzaamheden zoals genoemd in artikel 77, groter is dan het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij werkzaamheden uitgeoefend in enige andere tak van bedrijfin de Metaal en Techniek. In geval hel aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers in enige tak van bedrijf in de Metaal en Techniek gelijk is aan het aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers belrokken bij een andere tak van bedrijfin de Metaal en Techniek, geeft de hoogte van de loonsommen van de betrokken werknemers in de maand januari de doorslag.
Artikel 4c Deze CAO is niet van toepassing op de werkgever die voldoet aan de volgende cumulatieve vereisten: a. de bedrijfsactiviteiten van de werkgever beslaan uitsluitend uit het ter beschikking stellen van arbeidskrachten als bedoeld in artikel 7:690 BW én b. het aantal overeengekomen arbeidsuren van de bij deze werkgever in dienst zijnde werknemers die betrokken zijn bij de werkzaamheden zoals uitgeoefend in de m artikel 3 genoemde takken van beth-ijf bedraagt minder dan 75% van het totaal aantal overeengekomen arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers, dat wil zeggen dal tenminste 25% van het aantal arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers betrekking heeft op werkzaamheden uitgeoefend in enige andere tak van bedrijf dan in artikel 3 genoemd én c. de werkgever zendt voor tenminste 15% van het totale premieplichtige loon op jaarbasis uil op basis van uitzendovereenkomsten met uitzendbeding als bedoeld in artikel 7:691 lid 2 Burgerlijk Wetboek, zoals nader gedefinieerd in artikel 1, lid 1 en 2, en artikel 2 van het Besluil Indeling Uitzendbedrijven van hel LISV d.d. 6 oktober 1999, gepubliceerd in de Staatscourant nummer 49 van 9 maart 2000. De werkgever heeft aan dit criterium voldaan indien en voor zover dit door de uitvoeringsinstelling dan wel het LISV als zodanig is vastgesteld, én d. de werkgever is geen onderdeel van een concem dat rechtstreeks of door algemeen verbindend verklaring gebonden is aan de CAO van een der bedrijfstakken zoals genoemd in artikel 3 én de werkgever is geen paritair afgesproken arbeidspool én de werkgever viel op 1 december 1999 niet onder de (algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de) CAO Vervroegd Uittreden Metaal en Technische Bedrijfstakken. Voor de loepassing van de onderdelen a. en b. blijven buiten beschouwing de werknemers, c.q. het aantal arbeidsuren van werknemers, wier funclie geheel ten dienste staat aan de bedrijfsactiviteit "ter beschikking slellen" zoals administratie en bemiddeling.
13
I eerSte regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deehitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 5A. 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 5B. 33 34 35 36 37 38 39 40 41
42 datum 1 43 d^um 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
MEDEZEGGENSCHAPSORGAAN UI
Artikel 5 1. Bij de werkgever die 50 of meer werknemers in dienst heeft zal een ondememingsraad worden ingesteld krachtens de Wet op de ondememingsraden. 2. De werkgever die 10 of meer werknemers maar minder dan 50 in dienst heeft waar geen ondernemingsraad is ingesteld kan een person eels vertegenwoordi ging instellen. Op verzoek van de meerderheid van de bij de werkgever werkzame personen stelt de werkgever de personeelsvertegenwoordiging in. 3. De werkgever die minder dan 10 werknemers in dienst heeft en waarvoor geen ondememingsraad is ingesteld kan een personeels vertegenwoordiging instellen. 4. Bij de werkgever die 10 of meer werknemers maar minder dan 50 werknemers in dienst heeft waar geen ondememingsraad dan wel personeelsvertegenwoordiging is ingesteld, zal een personeelsvergadering worden ingesteld zoals omschreven in artikel 35b van de Wet op de ondememingsraden voor zover deze Wet op deze ondememingen van toepassing is. Aontokeniftg: tnlichtingen onWrcnt de inateHing ^an cen ondernemi ngsrnnd. pwaonoelsve negen woo rdiging of personeels vergadering kunnen worden ingewonnen t>ij de Bedrijfeoommsoie Morttt I. Corroapondcniie-odresi Postbus 90105,2509 LK Den Hnagi-Tclefoon 070—MWidl,
WERKNEMERSDELEGATIE Artikel Sa De werkgever die minder dan 10 werknemers in dienst heeft en waarvoor geen ondememingsraad of personwlsvertegenwoordiging is ingesteld kan in die voorkomende gevallen overleg plegen met een delegatie van werknemers afkomstig uit de in dienst zijnde werknemers. VAKBONDSKADERLEDEN Artikel 5b Het is vakbondskaderleden toegestaan informatie te verspreiden in de-«ndememing, waarin zij werkzaam zijn. Zij zullen ia verbartë-hiefmee niot dow--hun werkgever worden benadeeld. Aantekening: gie ook btj-j' von het voorwoord.
BEDRIJFSRAAD Artikel 6 Voor de in artikel 77 omschreven bedrijfstak kan een bedrijfsraad worden ingesteld.'* De bedrijfsraad regelt zijn samenstelling, laak en werkwijze bij reglement hetwelk de goedkeuring van de Vakraad behoeft. i^
CofTespondentie voor de bedrijfDrood ic rlohten aon: -Postbn9'93235. 2509AE ttenHaog
14
!U f O. M • •:"'
I eerSte regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 7A. 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 oiglert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 9 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
VAKRAAD
m
Artikel 7 Onder Vakraad wordt verstaan: Slichting Vakraad Metaal en Techniek. Aantekening:
h — I n do Vahroad werhon de weritgevers en werknemersorganisoties in de Metaal on Techniek samen tnei het doel het bevorderen van goedefiociate-vcrlmudiBgenin de Motool en Techniek. Dil dool wordt onder meer bereikt door het afsluiten van CAO's. CorrespoBdenlie:-Po3lbu5 n i i S - 3SQ9 AE Den Haag. Tctofoon: 070 3160325 Behoudens uitzondering door de wet gesteld, mag zonder voonifgoonde schfiftclijko toesteffiming von dc bij doze CAQ betrokken werkgever(s), en werknemersorgonisatias en do Stichting Vokraad Metaal en Techniek niets uit deze uitgove worden verveelvoudigd wnk>f-openbnar gemaakt door middel van druk. fotokopie, microfilm, enigerlei elektroniflohe wijze. Internet. Intranet of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerkingVoor zover het maken van ktyieën uit deze uitgave is-tocgestaan op grond varntnikcl 16 &-Auwuiswet 1912 jo. het Besluil van 20 j w i 197'!. Stb-351. zools gewijzigd bij bel Bestok van 23 ougustHS 1985, Stb. 171 en ortikel 17 Auteurswei 19tS;
COMMISSIE UITLEG CAO Artikel 7a Er is een Commissie Uitleg CAO die de Vakraad adviseert over geschillen omtrent interpretatie van onderhavige CAO-bepalingen. Deze geschillen kunnen door CAOpartijen aan genoemde Commissie worden voorgelegd. Aantekening: Het adres van de Commissie Uitleg CAO is Postbus 9323S. 2509 AE Den Haag,
VEILIGHEID Artikel 8 1. De werkgever zal die maatregelen nemen welke nodig zijn voor de veiligheid in zijn ondememing, zulks met inachtneming van de wettelijke voorschriften. 2. De werknemer kan niel worden verplicht lot het verrichten van werkzaamheden waarbij aan de wettelijke voorschriften omtrent veiligheid niet is voldaan. 3. Indien werkzaamheden het gebruik van veiligheidsmiddelen noodzakelijk maken, zal de werkgever deze aan de werknemer verstreldten. 4. De werknemer is verplicht eigen veiligheid en die van anderen in acht te nemen, door de werkgever gegeven voorschriften op le volgen, veiligheidsmiddelen te gebruiken en voorgeschreven beveiligingen toe te passen. Aantekening: Vooreenwot meer uitvoerige toelichting op^wt in dit artikel gerioemdo onderwerp wordt verwezen naar bijkige l e n 11A.
FUSIE, SLUITING EN REORGANISATIE Artikel 9 1. Hetgeen in de navolgende leden van dit artikel wordt bepaald, is van toepassing op de ondememingen, waarin in de regel ten minste 20 personen werkzaam zijn. 2. De werkgever die fusiebesprekingen voert, dan wel het voomemen heeft het bedrijf geheel of gedeeltelijk te sluiten en/of het personeelsbestand ingrijpend te reorganiseren, dan wel andere plarmen heeft die een belangrijke negatieve invloed op 15
Wê
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
3. 4. 5.
6.
de werkgelegenheid zullen hebben, stelt de w.v. en de v.v. daarvan in kennis. De werkgever zal er naar streven collectieve ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen. De kennisgeving bedoeld in lid 2 van dit artikel dient plaats le vinden zodra verwacht kan worden dat de eventuele fusie, sluiting en/of reorganisatie wellicht doorgang kan vinden. Gelijk met de eerdergenoemde kennisgeving deeh de werkgever tevens mede de redenen die hem tot zijn besluit hebben gebracht, alsmede welke (sociale) gevolgen hij verwacht, indien en voor zover die gevolgen alsdan reeds te overzien zijn. Te zamen mel de w.v. en de v.v. zal door de werkgever, zodra dit noodzakelijk wordl, aandacht worden besteed aan; - het tijdstip waarop hel medezeggenschapsorgaan dan wet de werknemersdelegatie voor het uitbrengen van advies zal worden ingelicht; - het tijdstip en de wijze waarop het gehele personeel zal worden ingelicht; - de vraag of en in hoeverre voorzieningen genomen kunnen worden opdat zoveel mogelijk de eventueel nadelige gevolgen voor de werknemers worden voorkomen, weggenomen of verminderd. Over de in de leden 2 en 4 van dit artikel genoemde mededelingen en kennisgeving zullen de w.v. en de v.v. geheimhouding betrachten, welke geheimhouding zal duren tot aan het tijdstip waarop hel personeel wordt ingelicht, althans ten minste tot aan het tijdstip waarop hel medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdeicgatie wordt ingelicht.
Aonldwningen: 4T—Partijen bevolen de QrKlwBemingen4ie niel vallen onder het gestelde in lid 1 oanomler zake van fusie, sluitingen reergonisntie-indien mogelijk het gestelde ïn de leden 2 t/m & le volgen. i:—De onderwerpen dte in het kader van de in lid 5 genoemde voorzieningen onndacht-vcrdienen. aijn' 2 von deze CAO. i:—Men dient tevens -rekening le honden met de Wet op do ondememingoroden de Fuaiegodregsregelc de Wet roeMing eolleetief ontclog-
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
16
A-decl
•-*.*i*-
i
Et-r-.
I eerste regel 2 3 10. 4 5 6 7
8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 11. 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 dalum 2 44 45 NB regel 46 47
48 12. 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
II.
BEGIN EN EINDE DIENSTVERBAND
INDELING VAN FUNCTIES Artikel 10 1. De werkgever deelt de funclie van de werknemer in. De werkgever deelt de door hem vastgestelde functie-indeling mee aan de werknemer. 2. De indeling van de functie van de werknemer vindt plaats op basis van het meest recente Handboek Functie-indeling voor de Metaal en Techniek (voorheen Handboek Functie-indeling voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken) (FC-Handboek), dat onderdeel uitmaakt van deze CAO. Aanlekoningen: - i ^ Zie artikel 36a voor de oolarisgevolgen von de invoering van hel FC Handboftle •Het FC Handbook is een afeonderlijke uitgave cn is ie bestellen bij dc Vokmad.
3. Indien de werknemer een functie uitoefent die een samenstelling is van de functies die zijn opgenomen in hel FC-Handboek, dan worden in de aanstellingsbrief de samenstellende functies vermeld. <]. Bij ver-st^il van mening over de door de werkgever vastgestelde functie indeling kan de Vakraad worden verzocht de fuaetie in te delen. De indeling van de Vakraad is bindend. Aaniekoning: Zie voor de beroepsprocedure bijlage-3.
5. Ten aanzien van de introductie van het FC-handboek is artikel 27 Wet op de ondememingsraden van loepassing. Aantekening: Dit artikel houdl in dot zieken die niel inhoudelijk-HI de CAO zijn geregeld onderwerp van overleg zijn met hel medezeggenschapsorgüaft-Zie voor de tokst van artikel 27 Wet op do oitdcmemingarDdcn bijlage 11B.
BEVESTIGING VAN AANSTELLING Artikel 11 1. De werkgever verstrekt aan de werknemer een schriftelijke bevestiging van zijn aanstelling waarin ten minste zijn opgenomen de gegevens als vermeld in bijlage UC alsmede met inachtneming van artikel 7:626 BW per betalingsperiode een salarisspecificatie. Aa me kening: 1. Zic voor een voorbeeld aanstellingsbrief bijlage 4A. 2. Zie bijlage 11L voor ickst artikel 7:626 BW
PROEFTIJD Artikel 12 I. De eerste twee maanden van de dienstbetrekking zullen over en weer als proeftijd gelden, tenzij schriftelijk is overeengekomen dat een kortere proeftijd dan wel geen proeftijd geldt. 17
A-dcel
I eerste regel 2 3 4 5 6 7
8 13. 9 10 II deeltitel 12 13 14 13A. 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 14. 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1
43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49
50 51 52 53 54 55 laatste
2. Gedurende de proeftijd kunnen zowel de werkgever als de werknemer de dienstbetrekking beëindigen tegen het einde van de werkdag. Aontekening: i-,—DH-ftftikel geldl zowel voor dienslbotrcUkinecn die zijn aangegoan voorbepaalde tijd als voor dienstbetrekkingen die zijn aongegaon ^oor onbepaolde tijd. ÏT—Zie bijloge 5 "Onlslagreoht".
DIENSTBETREKKING VOOR ONBEPAALDE TIJD Artikel 13 De dienstbetrekking wordt geacht te zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. EINDE DIENSTBETREKKING Artikel 13a 1. Naast de in de Wel genoemde mogelijkheden eindigt de dienstbetrekking voor onbepaalde tijd van rechtswege, dal wil zeggen zonder dat enigerlei opzegging is vereist, op de eersie dag waarop het ouderdomspensioen van overheidswege (AOW) ingaat. 2. De werknemer die een pensioenuitkering van het Pensioenfonds Metaal en Techniek gaat ontvangen meldt dit uiterlijk drie maanden vóór de ingangsdatum van de uitkering aan de werkgever. Aantekeningen: Zie bijloge 5 "Ontnlegrecht".
DIENSTBETREKKING VOOR BEPAALDE TIJD Artikel 14 1. In afwijking van het in artikel 13 bepaalde kan uitsluitend schriftelijk een dienstbetrekking worden aangegaan voor een bepaalde tijd. De dienstbetrekking voor bepaalde lijd kan worden aangegaan, hetzij voor een bepaalde periode, hetzij voor een overeengekomen taak. 2. De arbeidsovereenkomst voor een bepaalde periode kan worden aangegaan voor een periode van maximaal 36 maanden. De beperking tot 36 maanden geldt niel voor het verrichten van werkzaamheden in het buitenland en geldl evenmin voor het verrichten van een overeengekomen taak. 3. Is met inachlneming van het bepaalde in het voorgaande lid een dienstbetrekking aangegaan voor een nauwkeurig in de schriftelijke overeenkomst vastgestelde tijd, dan eindigt deze dienstbetrekking op het moment dat de overeengekomen tijd is verstreken. Dit geldt zonder dal voorafgaande opzegging als bedoeld in artikel 16 is vereist. Ook is dan geen toestemming van het UWV WERKbedrijf vereist. 4. Is met Inachtneming van hel bepaalde in lid 1 een dienstbetrekking aangegaan voor de duur van een overeengekomen taak, waarbij evenwel de tijdsduur nodig voor het uitvoeren van de taak tevoren niet nauwkeurig is aan te geven, dan eindigt deze dienstbetrekking op het moment dat de overeengekomen taak ten volle is uitgevoerd zonder dat toestemming van het UWV WERKbedrijf vereist is. 5. Wanneer de vervulling van de overeengekomen taak korter dan een halfjaar blijkl te duren, dient de werknemer ten minste één week voor de te verwachten einddatum van de taak op de hoogte te worden gebracht.
56
57 pag cijfer 58
18
A-d«l
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 oil^rl 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Wanneer de vervulling van de overeengekomen taak een halfjaar of langer blijkt te duren, dienl de werknemer ten minsle één maand voor de te verwachten einddatum van de taak op de hoogte te worden gebracht. 6. Indien een dienstbetrekking voor bepaalde tijd maximaal drie keer voor bepaalde tijd is voortgezet en deze dienstbetrekkingen te zamen niel langer duren dan 36 maanden, eindigt de één, twee of driemaal voortgezette dienstbetrekking van rechtswege zonder dat voorafgaande opzegging als bedoeld in artikel 16 is vereist. Ook is dan geen toeslemming van het UWV WERKbedrijf vereist. 7. Indien een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor niet meer dan drie maanden die onmiddellijk volgt op een tussen dezelfde partijen aangegane arbeidsovereenkomst voor 36 maanden of langer eindigt die voortgezette dienstbetrekking van rechtswege zonder dat voorafgaande opzegging als bedoeld in artikel 16 en zonder dal toestemming van het UWV WERKbedrijf is vereist. 8. In afwijking van het bepaalde in artikel 7:668a lid 2 BW geldt ten aanzien van de perioden waarin een medewerker, voorafgaande aan zijn indiensttreding bij de werkgever, als uitzendkracht bij werkgever heeft gewerkt, dat deze als één arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt aangemerkt, indien en voor zover die periode uitsluitend onderbroken is als gevolg van arbeidsongeschiktheid van de uitzendkracht en een daannee samenhangende beëindiging van de arbeidsovereenkomst met het uitzendbureau, met dien verstande dat de tijdstermijn van artikel 7:668a BW (zijnde driejaar) niet overschreden wordt, c.q. doortelt. Aonlekeningon: h — I n lid 6 wofdl-mei oen voortgezette dienstbotfokking bedoeld de voortgezette dienotbetrekking pl»-enisohTeven in arlikel 7!668o BW. 3-.—Zic bijlage 5 "Ontsla grec ht".
DIENSTBETREKKING MET WERKNEMERS VAN 65 JAAR OF OUDER O F EEN WERKNEMER DIE EEN PENSIOENUITKERING VAN HET PENSIOENFONDS METAAL EN TECHNIEK ONTVANGT Artikel IS 1. Met een werknemer van 65 jaar of ouder of met een werknemer die een pensioenuitkering ontvangt van het Pensioenfonds Metaal en Techniek kan een arbeidsovereenkomst worden aangegaan voor bepaalde tijd of voor onbepaalde tijd. 2. Indien een voor een bepaalde tijd aangegane dienstbetrekking voor bepaalde tijd is voortgezet, is voor haar beëindiging geen voorafgaande opzegging nodig. Evenmin is voorafgaande opzegging vereisi in geval twee of meer dienstbetrekkingen voor bepaalde tijd elkander met tussenpozen zijn opgevolgd. 3. Indien de dienstbetrekking is aangegaan voor onbepaalde tijd, of indien een voor bepaalde lijd aangegane dienstbetrekking na het verstrijken van deze lijd zonder tegenspraak wordt voortgezet, kan de dienstbetrekking worden beëindigd door opzegging, zulks met dien verstande dat artikel 16 lid 2 buiten toepassing blijft. 4. Overigens zijn op de dienstbetrekking de bepalingen van deze CAO van loepassing, lenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
19
A-dcel
I eerste rege! 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 16. 15 16 17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3
A a me ken ingen: +r—Duwr von de dienstbotreklting: «yzegging. Sr.—Het verdienl aanbeveling de arbeidsovereenkomslen ean te goon voor (telkens) oen bepaalde, korte tijd van ien minsle drie moanden en ten hoogWe-oen jaar. b;—Indien opzegging'vereist 15 dient voor de bepoling von de opzeggingstermijn (zio artikel 16 CAO on 7:672 BW) de totale duur vande dienstbetrekking in achl te worden genomen, en is ^'oons de toesiomming vaB het UWV Werkbedrijf vereist, fc—Zie bijlage 5 "Onlslagreoht". 2^—Toepasselijkheid von de CAO. t—Aongeeien artikel 33 vnn de CAO geldl voor werknemers beneden de 65'jarige leeftijd, dienl de beloning van dc werknemor die doze leeftijd heeft overschreden, uiidrukkelijkw worden overecngekomeflv Hol is de bedoeling dfll de wetioiemer voor gelijke orbekl-niet in netto inkomen aohteniit gaal. b;—Do overige CAO-bepalingen blijven van toepassing, lenzij schriftelijk anders is overeengekomen. 3:—Voor workfwmers von 65 jaar en ouder kunnen andere regels gelden len oanzion von sociale zekerheid en/of pensioen dan voor werknemers jonger dan 65 jaor-.
OPZEGGING Artikel 16 1. Opzegging van een arbeidsovereenkomst geschiedt met inachtneming van de termijnen zoals genoemd in artikel 7: 672 BW. 2. Opzegging geschiedt met inachtneming van de opzegtermijnen legen het einde van de maand bij salarisbetaling per maand en legen het einde van de vierweken-periode bij salarisbetaling per vier weken. Aantekening: Zie bijlage 11M voor tekst ortikel 7j-»72 BW on ortikel 16c CAO (oud) en artikel XXI vflB-
29
30 ondert 4 31 32 33 34
35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laalste 56 57 pag cijfer 58
20
A-deel
1^^"'^
I eerste regel 2 3 17. 4 5 6 7
10 11 deehitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
III.
ARBEIDSTIJDEN
vtÜ'-'"-^'
DEFINITIES Artikel 17 Onder "dagelijkse werktijd" wordt verstaan de tijd waarin de werknemer volgens zijn dienstroosler arbeid verricht. 2. a. Het dagvenster is een periode met een duur van 12 uur en loopt van 06.00 uur lol 18.00 uur. Indien de dagelijkse werktijd valt binnen hel dagvenster, is de loeslagenregeling volgens artikel 42a van deze CAO niet van toepassing. Indien de dagelijkse werktijd geheel of gedeeltelijk buiten het dagvenster valt, geldt de loeslagenregeling conform artikel 42a. b. De werkgever kan één keer per jaar voor de duur van één jaar het aanvangstijdstip van het dagvenster verschuiven van 06.00 uur lot 07.00 uur met dien verstande dat het dagvenster ook in deze situatie een duur heeft van 12 uur. De werkgever kan met inslemming van hel medezeggenschapsorgaan dan wel het personeel indien er geen medezeggenschapsorgaan aanwezig is, het aanvangstijdstip van het dagvenster verschuiven tot uiterlijk 08.00 uur; ook in deze situatie ligt het eindtijdstip van het dagvenster 12 um later. Aontekening: indieftsprake is van ptoege na rbe id conform artikel 20 van deze CAO, goldl dc loeatagwiregcling van ortikel 45. Zie ook Ortikel 42o. Zie-bijlnge 4C voor een schema mel voorbeelden,
3a. Onder dienstrooster wordt verstaan het schema, waarin de voor de werknemer geldende dagelijkse werktijd en de ADV-tijd zijn vastgelegd. 3b. In afwijking van het gestelde onder 3a wordt bij "flexibele werktijd" (zie artikel 18a lid 2 sub b) de ADV-tijd niet vastgelegd in het dienstrooster. 4a. Onder "ADV-tijd" wordt verstaan: de tijd waarop ten gevolge van arbeidsduurverkorting niet wordt gewerkt. 4b. Onder een roostervrije dag als genoemd in artikel 41 lid lb wordt verslaan een dag waarop de werknemer volgens zijn dienstrooster arbeid zou verrichten indien hij op die dag geen roostervrij zou hebben gehad. 5. Onder "overuren" wordt verstaan; uren waarin wordt gewerkt buiten het dienstrooster. Als overuren worden echter niel beschouwd verschoven uren als bedoeld in lid 6. Aantekening: Zie voor de betoling van overwen artikel 42.
6. Onder "verschoven uren" wordt verstaan: a. uren gedurende welke een werknemer werkt buiten zijn dienstrooster, voor zover de werknemer in dertien achtereenvolgende weken, met inbegrip van genoemde uren, niet langer werkt dan het aantal werkuren volgens zijn dienstroosler. De werkgever verstrekt, op verzoek van de werknemer, periodiek een overzicht van het tijdstip en de uren waarop buiten het dienstrooster is gewerkt, danwel het tijdstip en de uren die minder zijn gewerkt dan het aantal uren volgens zijn dienstrooster; b. uren gedurende welke, in overleg met het medezeggenschapsorgaan of bij gebreke hiervan met de werknemersdelegatie, buiten het dienstrooster wordl gewerkt, met het tevoren vaststaande doel om bepaaldelijk aangewezen uren, waarop niet wordt gewerkt of waarop niet zal worden gewerkt, in te halen; c. uren, gedurende welke een werknemer werkt buiten zijn dienstroosler, doch binnen het aantal uren waarop hij op basis van zijn dienstrooster zou hebben gewerkt, ten gevolge van het feit dat de werkzaamheden door omstandigheden in het bedrijf van 21
A-deel
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II d^titel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
de opdrachtgever van de werkgever niet binnen zijn dienstrooster kunnen worden verricht. Aantekening: Zie voor dc belaling van verschoven uren artikel 43.
7, Onder "jaar" wordl verstaan een aaneengesloten periode van 365 dagen; ingeval van een schrikkeljaar 366 dagen. 8. Onder "week" wordt verstaan een periode van 7 aaneengesloten dagen. ARBEIDSDUUR Artikel 18 1. De normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt, berekend over een periode van maximaal één jaar, gemiddeld 38 uren, met inachtneming van hetgesteide in artikel 17. * Voor de werknemer die op grond van een bestaande regeling minder dan dit gemiddelde aantal uren per week werkt geldt hel overeengekomen aantal uren. 2. Voor de berekening van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gelden ook de uren die volgens het dienstroosler zouden worden gewerkt op nieuwjaarsdag, de 2e paasdag, de Hemelvaartsdag, de 2e pinksterdag, de beide Kerstdagen, de nationale feesldag (30 april) en de dagen waarop de werlóiemer arbeidsongeschikt is, voor zover deze dagen vallen op een dag binnen het dienstrooster, evenals de uren die volgens het dienstrooster zouden worden gewerkt op de kort-verlofdagen als bedoeld in artikel 61, en op de vakantiedagen. 3. De werkgever stelt de werknemer voor een periode van minimaal drie weken in kennis van het voor de werknemer geldende dienstrooster. In afwijking van vorenstaande kan, in overleg met het medezeggenschapsorgaan of bij gebreke hiervan met de werknemersdelegatie, tussentijds het dienstrooster worden gewijzigd indien deze tussentijdse wijziging hel gevolg is van een wijziging van de vorm van arbeidsduurverkorting. Aantekening: Dil houdl 4n dat bijvoorbeeld de werknemer uiterlijk 3l-
4. De werkgever kan, in overleg met de v.v., en onder handhaving van het op het tijdstip van invoering geldende niveau van arbeidsvoorwaarden, een dienstrooster invoeren waarbij op vier dagen per week, welke dagen uitsluitend kuimen betreffen de dagen van maandag t/m vrijdag, gedurende maximaal 9,5 uren per dag arbeid wordt verrichl. 5. De werkgever stelt het dienstrooster vast. Indien de werknemer daarom verzoekt, doet de werkgever dit na overleg met betrokkene. De werkgever houdt daarbij, voorzover redelijkerwijs van hem kan worden verwacht, rekening mel de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. 6. Bij verschil van mening tussen de werkgever en de werknemer over de weging van de belangen bij het vaststellen van het dienstrooster als bedoeld in lid 5 kan aan de Vakraad advies worden gevraagd. Aantekening: Zie voor de procedure bij4oge 3Ai
7. Als regel wordt des zaterdags geen arbeid verricht.
22
A-deel
I eersie regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 18A. 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 dalum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laalste
Aantekening:
Ingeval regelmatig op zaterdag moei w<wdon ge werkt;'ploegt de werkgever-overleg met hel medezeg ge nsohapsorga an dan wel de werknemersdelegalie.
Door de werknemer wiens aanwezigheid als regel des zaterdags noodzakelijk is, zal per week een andere dag, dan wel twee halve dagen, geen arbeid worden verricht. 9. Ingeval een werknemer incidenteel een zaterdag moet werken zal hij in dezelfde of in de volgende week een hele dag of twee halve dagen desgewenst voor eigen rekening vrijaf kunnen nemen. Van 1 oktober 1984 t/m 31 deoember 1984 gold dc volgende bepalingi "De artieidsdunr is mel ingang van I oktober 1984 verminderd met 5%; Deze verkorling-ven de atbeidsduur behoeft niet te leiden lol wijziging van de bedrijfstijd."
VORMEN VAN ARBEIDSDUURVERKORTING Artikel 18a 1. De keuze van de vorm van arbeidsduurverkorting alsmede de wijziging van de keuze dient tot stand le komen in overleg met hel medezeggenschapsorgaan. Bij gebreke van een medezeggenschapsorgaan komt de arbeidsduurverkorting tot stand na overleg met de werknemersdelegatie. Daamaast bestaat er- voor de ondememingen, die voorkomeaop de door de v.v. bij de Federatie—Werkgeversorgani sati os—Metaaltechniek—ingediende—l^st?—eek—de mogelijkheid-em4e keuaete-wijzlgen in overleg met de v.v. Indien de werknemer in deeltijd -gaat werken dient in de arbeidsovereenkomst tot uitdmkking te komen of ADV in tijd dan wel in geld wordt genoten. Aantekening: Zie ook de artiTtelen 2a en 32. Voorbeeld, uitgaande von een gemiddelde arbeidsduur van IQ uur per week: Indiende werknemer 10/38 van hel op hem van to^HWsing zijnde tobelsotoris verdient, wordtde ADV geaoht in gek! lezijn genoten. Indien de werknenter 10/40 van hetophem van toctwBsing zijnde laboloalaris verdient, w o r d l ^ APV geaoht in tijd te eijn genoten,
2. Gekozen kan worden uit één of meer van de volgende mogelijkheden, waarbij ADVtijd niet kan worden ingeroosterd op zon- en feestdagen als bedoeld in artikel 19 lid 1: a. ADV-blokken - 8 uren aaneengesloten ADV-tijd per 4 weken; - 4 uren aaneengesloten ADV-tijd per 2 weken; - 2 uren aaneengesloten ADV-tijd per week. b. flexibele werktijd een week van minimaal 34 en maximaal 45 uren waarbij per dag minimaal O uur en maximaal 9 uren kan worden gewerkt. c. ADV-dagen Deze mogelijkheid staat alleen open voor de werkgever die werkzaamheden verrichl op bouwwerken. De (gedeelten van) ADV-dagen worden, lenzij in overleg met hel medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie anders wordt overeengekomen, vastgesteld op die (gedeelten van) dagen waarop het bouwwerk in verband mel ADV niet toegankelijk is. Eventuele resterende (gedeelten van) ADV-dagen dienen in overleg met hel medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdeicgatie te worden vastgesteld. d. vrije keuze In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2a t/m c kan worden gekozen voor een andere vorm van arbeidsduurverkorting. Deze keuze kan uitsluitend worden
56
57 pag cijfer 58
23
A-deel
:UI UI III:
0
I eerste regel 2 3 4 5
gemaakt in overleg met het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie, dan wel in overieg met de v.v. in de gevallen als bedoeld in lid 1 van dil artikel, voorlaatste zin, Indien hiervan gebruik wordt gemaakt dient de gekozen vorm van arbeidsduurverkorting te worden gemeld bij de Vakraad.
6
7 8 9
18B.
VERREKENING ARBEIDSDUURVERKORTING
i^-.zy.i :
Artikel 18b
10
II deeltitel 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 19. 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 20. 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
1. Indien bij het einde van de dienstbetrekking de werknemer nog recht heeft op ADVtijd dan wel te veel ADV-tijd heeft genoten wordt dit m tijd dan wel in geld verrekend. Indien een werknemer arbeidsongeschikt is tijdens ADV-tijd, behoeft dit niet te worden gecompenseerd. Bij verrekening in geld is artikel 31 lid 1, vermeerderd met een eventueel van toepassing zijnde ploegentoeslag, van toepassing. 2. hidien op ADV-tijd arbeid wordt verrichl, wordt in overleg met de werknemer vervangende ADV-tijd vastgesteld. Uiteriijk in het volgende kalenderkwartaal dient de vervangende ADV-tijd te worden genoten. ARBEID OP ZONDAGEN EN FEESTDAGEN Artikel 19 1. Op zondagen, zomede op nieuwjaarsdag, 2e paasdag, Hemelvaartsdag, 2c pinksterdag, beide kerstdagen, de nationale fe^tdag (30 april) zal als regel geen arbeid worden verricht. Indien (in enig jaar) 5 mei door CAO-partijen uitgeroepen wordt tol nationale feestdag waarop geen arbeid wordt verricht, dan zal (in dat jaar) de 24e vakantiedag collectief worden vastgesteld op 5 mei als deze valt op een dag waarop de werknemer volgens zijn dienstroosler arbeid zou verrichten. Aanlekeningen: Voor het geva^o^^on enfeeotdngenwel wordt gewerkt, zie artikel 42.3-.—Afwijking van hetgeen ten oonzien ^an de natiotwle feestdag ia Ixipaold, behoeft de goedkouFirtg von de Vakraad (zie arlikel 7). Deze goedkeuring wordl geochl te aijn verleend ton oongien van de in-bet b«itenkmd werkzaam zijnde wericnemer 4ndien aldaar niel 30 april dooh-1 mei een algemene feestdag is. +T-
2. Indien een werknemer voor of bij een desbetreffende opdracht tegenover de werkgever
of diens gemachtigde verklaart gewetensbezwaren te hebben tegen arbeid op zondagen, algemeen erkende christelijke feestdagen, r.k. feestdagen welke ter plaatse algemeen als zondagen worden gevierd, of Goede Vrijdag, kan hij tol die arbeid niel worden verplicht. ARBEID IN PLOEGEN Artikel 20 1. Onder ploegendienst wordt verslaan hel verrichten van arbeid in een systeem waarin de werktijden van twee of meer (groepen) werknemers (met een normale arbeidsduur zoals bedoeld in artikel 18 CAO) op elkaar aansluiten of uitsluitend ten behoeve van het overdragen van de werkzaamheden elkaar in geringe mate overlappen én een tijdsblok van 13 uur overtreft. Hierbij zal door de betrokken werknemer in regelmaat gedurende langere termijn van dienst worden gewisseld.
24
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 21. 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
mm
Aantekening: -4^—Onder regclmaal kan bijvoorbeeld worden verstaan wekelijks meer ooncensluiiende dagen. - i — Z i e voor de belaling van werknemers die in ploegendienst weriten artikel 4S van deze CAO.
BI III
2. De werkgever dient, vóór het instellen van ploegenarbeid, overieg te plegen met hetzij de werknemersorganisaties, hetzij het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdel egati e. Voor ondememingen met een wettelijk verplichte ondememingsraad gelden de bepalingen van artikel 27 van de Wel op de ondememingsraden. Aantekening: Zie bijlage I I B voorde tekst ven artikel 27 WOR.
3. De daartoe aangewezen werknemers dienen in ploegen arbeid te verrichlen. 4. De in lid 3 bedoelde verplichting geldt niet voor werknemers van 55 jaar en ouder. 5. De in lid 3 bedoelde verplichting geldl eveneens niel voor werknemers van wie de gezondheidstoestand zulks niet toelaat; bij verschil van mening hierover, kan de overlegging van een medische verklaring worden gevraagd. 6. ADV-tijd wordt bij voorkeur ingeroosterd aan hel begin of aan het einde van een arbeidsperiode in een ploegendienst-rooster, OVERWERK Artikel 21 1. De werknemer kan, behoudens hel geslelde in lid 2a en 2b, niet worden verplicht om langer te werken dan zijn dienstrooster bepaalt. 2. a. De werknemer kan worden verplicht langer te werken dan zijn dienstrooster bepaalt gedurende de eerste tien uren in een periode van vier weken, in de gevallen waarin zulks bij of krachtens de Arbeidstijdenwet is geoorloofd. Van de werkgever wordt daarbij verlangd dat hij rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, b. De werknemer kan worden verplicht langer te werken dan zijn dienstrooster bepaalt in geval van calamiteiten. Aantekeningen: •1;—Aanbevolen wordt het overwerk zoveel ols mogelijk is le beperken; 2:—Onder calamiteiten worden verstaan situaties zools boeleoleusules. onevenredige schade veor hot eigen bedrijf/ opdrochigevers of derden. Indiende werkgever zich beroepl op boeteclnuaulca dienl hij zioh te gedragen ols een goed werkgever. ^-—Zie bijtogo 11B voor ortikel 27 WOR.
3. Indien de werkgever opdracht geeft tot overwerk voor een of meer afdelingen in de ondememing geeft hij hiervan kennis aan het medezeggenschapsorgaan. 4. De in lid 2 sub a en b bedoelde verplichtingen gelden niet voor werknemers jonger dan 18 jaar en niel voor werknemers van 55 jaar en ouder. In afwijking van de vorige volzin geldl dat werknemers van 55 jaar en ouder wel kurmen worden verplicht om langer door te werken dan hun dienstrooster bepaalt gedurende de eerste vijf uren in een periode van vier weken, in de gevallen waarin zulks bij of krachtens de Arbeidstijdenwet is geoorloofd. 5. De in lid 2 sub a en sub b bedoelde verplichtingen gelden eveneens niet voor werknemers van wie de gezondheidstoestand zulks niet toelaat; bij verschil van mening hierover kan de overlegging van een medische verklaring worden gevraagd. 6. Indien overwerk, anders dan op grond van consignatie, aanvangt vóór ofop dan wel na middemacht en die dag dan wel de vorige dag de dagelijkse werktijd is gewerkt of een zon- of feestdag is, behoeft het werk niet eerder dan 11 uur na het beëindigen van het overwerk te worden hervat. Voor zover deze uren vallen binnen de dagelijkse werktijd 25
I'S i.iu -
P
1 eerste regel 2 3 4 5 6 2 IA. 7 9
10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35
wordt daarover het salaris doorbetaald. Eenmaal per 7 etmalen mag de onafgebroken msttijd worden beperkt tot 8 uur. 7. In het kader van de werkgelegenheid dient regelmatig overwerk tot het uiterste te worden beperkt. CONSIGNATIE Artikel 21a De werkgever stelt geen consignatiedienst in dan nadat hij hiervoor in overieg met het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie een consignatieregeling heeft getroffen. 2. De in lid 1 bedoelde consignatieregeling dient te bevatten afspraken omtrent de vergoeding van de reiskosten en telefoonkosten en over een toe te kennen consignatievergoeding. 3. Op de consignatie zijn de rust- en werktijden van toepassing zoals die bij de Arbeidstijdenwet zijn geregeld. Aantekening: I orbeid voortvloeiend uit oonsignotie artikel 42 lid 6 von deze CAO.
4. De werkgever die een consignatiedienst heeft ingesteld zonder daarvoor een consignatieregeling te hebben getroffen als hier bedoeld, dient vóór 1 januari 2002 in overieg met het medezeggenschapsorgaan dan wel de werkncmersdelegatie een regeling te treffen confonn dit artikel. 5. Dit artikel is niet van toepassing op de werkgever die per 1 maart 2001 een consignalieregeling heeft, die in overleg met het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie dan wel de v.v. is overeengekomen en waarin de in lid 2 genoemde elementen zijn opgenomen, zolang die consignatieregeling niet wijzigt. Aontekening:
Indien oonsignotie leidt tol overwerk, geldt het b^aolde in artikel 21 lid 4 von deze CAO.
36 37 38
39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
26
A-deel
I eerste regel 2 3 22. 4 5 6 7
8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 23. 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 24. 33 34 35 36 37 38 39 40 41
42 datum I 43 dalum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste
IV.
VERPLICHTINGEN VAN DE WERKNEMER
ALGEMEEN Artikel 22 1. De werknemer is gehouden de werktijden stipt in acht te nemen en op tijd met de hem opgedragen werkzaamheden te beginnen. 2. De werknemer is verplicht hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden welke zich in diens onderneming voordoen, of werkzaamheden welke met deze ondememing verband houden, naar beste krachten te verrichten; hij zal de werkgever of diens vertegenwoordiger terstond kennis geven van enige fout in een hem verstrekte opdracht of van andere feiten en omstandigheden waarvan een goed werknemer kan veronderstellen dat de wetenschap voor de werkgever van belang is. 3. Indien in de ondememing tijdelijk geen aanbod van werk waarvoor de werknemer is aangenomen aanwezig is, dan is de werknemer gehouden andere hem opgedragen vervangende bedrij fswerkzaamheden te verrichten. 4. De werkgever kan de werknemer verplichten werkstaten bij te houden en deze in le leveren op een door de werkgever te bepalen tijdstip. GEHEIMHOUDING Artikel 23 Het is de werknemer verboden aan derden bijzonderheden betreffende het bedrijf van de werkgever mede te delen waarvan hij weel of redelijkerwijze kan vermoeden dat hij deze geheim behoort te houden. Aantekening: Overtreding van de geheimhoudingsplicht kan een strofrochtelijk feit opleveren,
ZORG TEN AANZIEN VAN BEDRIJFSMIDDELEN Artikel 24 1. Van de door de werkgever verstrekte bedrijfsmiddelen wordt een lijst opgemaakt, die door de werknemer moet worden ondertekend. Onder bedrijfsmiddelen worden onder meer verstaan: machines, computerbestanden, gereedschappen, materialen, voertuigen en geld. 2. De werknemer zal de hem toevertrouwde bedrijfsmiddelen oordeelkundig en overeenkomstig de bestemming daarvan gebmiken en behandelen en in het algemeen daarvoor de zorg hebben van een goed werknemer. 3. Hij is verplicht aan de werkgever of diens vertegenwoordiger terstond kennis le geven van een gebrek aan of veriies van enig bedrijfsmiddel waarvan een goed werknemer kan veronderstellen dat de wetenschap voor de werkgever van belang is. Aantekening: De door de werkgever-te-besohildting ge sleldo^iedf ij fs middelen dienen in deugdelijke staal te verkeren.
56
57 pag cijfer 58
27
A-deel
I eerSS: regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 2é-. 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 27. 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 d ^ m 2 44 45 NBPregel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
VERGOEDING VAN SCHADE Artikel 25 1. Indien de werknemer ingevolge artikel 7:661 BW aansprakelijk is voor door hem veroorzaakte schade, zal deze schade worden vergoed in termijnen van ten hoogste 1/5 deel van het .salaris als bedoeld in artikel 31 lid 1 per periode. Aantekening: Bij boèirKliging van bei dienstverband io de schade in haar geheel opeisbaar. Voor hetgeen onder bedrijfsmiddelen wordt verstaan, wordt verwezen noar artikel 24.
2. De werkgever kan van zijn recht op schadevergoeding slechts gebruik maken indien hij uiterlijk binnen één maand nadat de aansprakelijkheid van de werknemer voor het verlies of de beschadiging is vastgesteld de werknemer schriftelijk mededeling heeft gedaan van zijn voomemen tot verhaal van de daardoor te lijden schade. Aantekening: Zie voor de tekst ven artikel 7:661 BW bijlage IID.
ARBEID VOOR DERDEN Artikel 26 1. Het is de werknemer niet toegestaoa-anders dan met schriftelijke toestemming van zijn ww^kgever voor, dan wel ten behoeve von doFden arbeid te verrichten;- welke concurrerend is te achten voor de bedrijfstak omschreven in artikel 77. 2. Ook is het de werknemer niet toegestaan dat soort-ea^beid-te verriohtai waarvan de werkgever atm de werknemer schriftelijk en gemotiveerd te kennen heeft gegeven dat het bedrijfsbelang zioh daartegen verzet. Artikel 27 CONCURRENTIEBEDING EN ECONOMISCHE CRISIS ln geval er sprake is van een overeengekomen concurrentiebeding/relatiebeding en er is sprake van ontslag door de werkgever wegens bedrijfseconomische redenen ten gevolge van de crisis, mag de werknemer zich wel vrijelijk bewegen in de arbeidsmarkt waarbij de oude werkgever niet emstig mag worden benadeeld. Artikel 28 Vervallen. TERUGKEER UIT MILITAIRE DIENST Artikel 29 Voor hel verlaten van de militaire dienst dient de werknemer zich - zo mogelijk een maand van te voren - aan le melden bij de werkgever waar hij in dienst is, opdat de laatste kan vaststellen wanneer de werknemer zijn werkzaamheden zal hervatten.
28
I eersie regel 2 3 30. 4 5 6 7
8 9 10
II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
IV-A RUILEN RUILEN Artikel 30 1. De werknemer kan, volgens de regels als beschreven in dit artikel, bronnen (ADVuren, vakantie-uren, toeslagen of andere financieringsbronnen) milen tegen doelen (geld, dan wel fiscaal gefaciliteerde regelingen). 2. De volgende bronnen kunnen ten behoeve van de daarbij vermelde doelen worden gemild: a. ADV-uren en/of vakantie-uren kunnen volgens de wettelijke mogelijkheden worden gemild voor geld, dan wel fiscaal gefaciliteerde regelingen. b. de in deze CAO genoemde toeslagen en overige financieringsbronnen kunnen worden gemild voor geld (uitbetaling ineens), of worden aangewend voor het kopen van vrije lu^en als hiema bedoeld in lid 3. 3. De werknemer die een arbeidsduiu- heeft als bedoeld in artikel 18 lid 1 eerste volzin kan per kalenderjaar maximaal 64 uur vrije tijd kopen. Voor de werknemer die een kortere arbeidsduur heeft geldt het gestelde in artikel 2a lid 2 CAO. 4. Hel milen van de bronnen in doelen geschiedt in overleg tussen de werknemer en de werkgever, met uitzondering van het besluit tol de aankoop van (maximaal 64 uur) vrije tijd. Hiertoe kan de werknemer zelf besluiten. De afspraak tussen werkgever en werknemer over bronnen die zullen worden aangewend en de doelen die daarmee worden verworven en/of het besluit van de werknemer tot aankoop van (maximaal 64 uur) vrije tijd is de milafspraak. 5. De ruilafspraak moet bij werkgever en werknemer bekend zijn voor 1 januari van het jaar waarin de ruilafspraak van loepassing Is en geldl gedurende één kalenderjaar. Voor elk nieuw kalenderjaar kan telkens opnieuw een milafspraak lot stand komen als bedoeld in lid 4. 6. Wanneer bij het milen een omzetting plaatsvindt van tijd in geld of andersom, geldt als milvoet 0,607% van het maandsalaris per uur zoals genoemd in artikel 31 CAO (0,658% per uur van het vierwekensalaris). Aantekening: h—Een werknemer wil 8 uur vrije tijd kopen en heeft een maandsalaris van € 1500, Deze 8 uur vrije tijd kost dan 8 K 0,607% x € 1500;—£ 72,84. i-.—Ecn werknoHtof-wil een vakantiedag van 8 uur ruilen togen geld en hoeft-een maandsalaris van€ 1500.. E>eze 8 uur heeft dan een waarde ven 8 n 0,607% x g 1500,- - € 72,81.
38
39 40 41 42 dalum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
7, Voor hel verrekenen kan de werknemer kiezen uit de volgende mogelijkheden: a. De kosten van de koop van vrije tijd in gevolge lid 3, berekend op basis van de milvoet uil lid 6, worden ingehouden op aan de werknemer uit te betalen toeslagen zoals, en voorzover van toepassing overwerktoeslag, ploegentoeslag, vakantiebijslag, dagvenstertoeslag, een en ander voorzover de toeslag niet is inbegrepen in het salaris als bedoeld in artikel 31 CAO. Indien het bedrag van de toeslag(en) ontoereikend is voor de bekostiging van de vrije tijd, vindt inhouding piaats op hel salaris in de periode(s) waarin de vrije lijd wordt genoten. Ingeval er sprake Is van belaling voor de verkoop van vrije lijd, geschiedt de uitbetaling in de periode(s) waarin op deze dagen wordt gewerkt. De door verkoop van vrije tijd verkregen gelden kunnen ook worden aangewend voor fiscaal gefaciliteerde regelingen. b. De kosten of baten, berekend op basis van de milvoet uit lid 6, die voor de werknemer verbonden zijn aan de mil, worden gedurende het kalenderjaar in gelijke delen bij de betaling van het maandsalaris dan wel het vier-weken-salaris ingehouden op de salarisbetaling of in gelijke delen uitbetaald. 29
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
c. In overleg tussen werkgever en werknemer kan voor een andere verrekeningswijze worden gekozen. 8. 1. De ruilafspraak moet in het kalenderjaar worden geëffectueerd. 2. Indien blijkt dat aan het eind van een kalenderkwartaal een (deel van de) ruilafspraak door arbeidsongeschiktheid van de werknemer niet of niet volledig geëffectueerd kan worden, vindt aan hel eind van dat kalenderkwartaal verrekening plaats. Ingehouden bedragen waar geen verlof voor kon worden opgenomen in dat kwartaal worden alsdan alsnog uitbetaald bij de salarisbetaling; extra uitbetaalde bedragen waarvoor geen extra werk in dal kwartaal kon worden verrichl, worden dan alsnog ingehouden c.q. niet uitbetaald. In overleg kunnen werkgever en werknemer hierover andere afspraken maken. 9. 1. Een gemaakte milafspraak heeft geen effect op het salaris als bedoeld in artikel 31 voor de berekening van bij CAO geregelde inkomensgerelateerde bestanddelen zoals de overwerktoeslag en de dagvenstertoeslag, met uilzondering van de vakantiebijslag als bedoeld in artikel 59. 2. Een gemaakte milafspraak heeft geen effect op het salaris als bedoeld in artikel 31 voor de berekening van niet bij CAO geregelde inkomensgerelateerde bestanddelen zoals een dertiende maand of een winstdelingsregeling, tenzij daarover in overleg tussen de werkgever en OR/PVT, de werknemersdelegatie dan wel bij gebreke daarvan de v.v. andere afspraken worden gemaakt. Aonlekeningi
Voorbeelden van berekeningen, ook von de gevolgen van reilen voor ondere arbeidsvoorwaarden ols pensioen en vakontieloeslag. gijn als bijloge AD opgenomen.
10. Bij beëindiging dienstverband vindt verrekening van de ruil dan wel de gekochte extra vrije dagen plaats conform anikel 57 lid 3,4, 5 en 7. 11. In afwijking van het hiervoor geslelde in lid 6 geldt voor de werknemer als bedoeld in artikel 2 lid 3 sub a CAO het volgende: wanneer bij het milen een omzetting plaatsvindt van tijd in geld of andersom, geldt als ruilvoet hel volgende: ((12/260)/(het aantal overeengekomen arbeidsuren per week/5)) maal 100. Het aldus verkregen percentage geldt dan als milvoet van het maandsalaris per uur (bij een vierwekensalaris dient in de genoemde formule het getal 12 te worden vervangen door 13). Aan de beloningselementen genoemd in dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend als deze ingevolge de CAO expliciet niet van loepassing zijn.
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer 58
30
A-deel
"i'^-K'i^'.y
eerste regel 31.
V.
SALARISSEN EN TOESLAGEN
3i
SALARISBETALING PER MAAND OF PER VIERWEKENPERIODE Artikel 31
9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35
Ondei- vergelijkbare voste salarisbeslanddclcn dienen te worden gerekend die toeslagen die tol doel hebben oon salaris garantie te geven.
2. De uitbetaling van het salaris alsmede eventuele ploegentoeslag geschiedt uiterlijk op de laatste werkdag van de maand dan wel vierwekenperiode waarover dit salaris verschuldigd is. 3. De uitbetaling van eventuele toeslagen, bijslagen, onkostenvergoedingen en dergelijke en van te verrekenen voorschotten geschiedt uiterlijk op de laatste werkdag van de volgende maand dan wel vierwekenperiode als bedoeld in lid 2, tenzij in deze CAO anders is bepaald. 4. Ter zake van reis-, verblijf- en andere kosien zullen, Indien de werknemer zulks verzoekt, voorschotten worden verstrekt. 5. Niet door de werknemer behoorlijk verantwoorde werkuren, reis-, verblijf- en andere kosten, worden niet uitbetaald. 6. De werkgever verstrekt op verzoek een schriftelijke berekening van de betalingen bedoeld in lid 3. 7. De werkgever verstrekt binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar dan wel bij beëindiging van het dienstverband, aan de werknemer ecn schriftelijke opgave van hetgeen deze in dat jaar uit de dienstbetrekking heeft genoten en van de inhoudingen daarop.
36 32. 37
SALARISTABELLEN
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
Artikel 32
46 47
48 49 50 32A. 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
o:
1. De salarisbetaling vindt uitsluitend plaats hetzij per maand hetzij per vierwekenperiode. Onder salaris wordt verstaan de overeengekomen vaste vergoeding, waaronder mede begrepen de persoonlijke toeslag als bedoeld in artikel 36a en daarmee vergelijkbare vaste salarisbestanddelen (exclusief eventuele toeslagen, bijslagen, onkostenvergoedingen en dergelijke) die per maand of per vierwekenperiode is verschuldigd door de werkgever.
De tabellen die zijn opgenomen in de artikelen 33a en 33b zijn van loepassing bij een dienstrooster op basis van een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38 uren berekend over een periode van maximaal één jaar, voor werknemers die de leeftijd van 65 jaar nog niet hebben bereikt. Bij een dienstrooster op basis van een kortere gemiddelde wekelijkse arbeidsduur heeft de werknemer recht op salaris naar evenredigheid. Aentckcniftg^
TOEPASSING SALARISTABELLEN VOOR JEUGDGROEPEN Artikel 32a 1. De werkgever betaalt aan de werknemer tot 23 jaar die niel in hel bezit is van de hieraa in lid 2 bedoelde diploma's tenminste het salaris als vermeld onder "Jeugdgroepen 31
A-deel
rï-._: /x-i'
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 33. 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38
39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
WML" dal correspondeert met de leeftijd van de werknemer waarbij levens het bepaalde in de artikel 41 in acht dient te worden genomen. 2. De werkgever betaalt aan een werknemer tot 23 jaar die in het bezit is van: - ten minste een diploma VBO/MAVO/VMBO ten minste hel salaris zoals vermeld onder "Jeugdgroepen VBO/MAVO/VMBO" dat correspondeert met de leeftijd van de werknemer dan wel ten minste een vakdiploma, behaald via de beroepsbegeleidende leerweg (voorheen leerlingwezen) als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, ten minste het salaris zoals vermeld onder "Jeugdgroepen vakdiploma" dat correspondeert met de leeftijd van de werknemer, indien en voorzover die werknemer een functie uitoefent waarvoor het vakdiploma relevant is dan wel indien en voorzover een werknemer een functie uitoefent waarvoor het voortgezette vakdiploma relevant is en die werknemer die ten minste het eersie jaar van de Wet educatie en beroepsonderwijs op het niveau van voorheen voortgezet leerlingwezen met goed gevolg heeft afgerond ten minste het salaris zoals vermeld onder "Jeugdgroepen voortgezet vE^dipIoma" dat correspondeert met de leeftijd van de werknemer. De in dit lid bedoelde vakdiploma's zijn de door de CAO-partijen, betrokken bij de in artikel 3 genoemde collectieve arbeidsovereenkomsten, erkende vakdiploma's. Aowekcning! Deitc vakdiplomo's zijn vermeld op een lijsl van vakdiplomo's dio is le verkrijgen-bij de Vnltraad.
TOEPASSING SALARISTABELLEN VOOR 23 JARIGEN EN OUDER Artikel 33 1. De werknemer van 23 jaar of ouder wordt, op grond van de door hem uitgeoefende functie, ingedeeld in één van de salarisgroepen. 2. Onder functiejaren wordt verstaan dejaren gedurende welke de werknemer zijn functie (vanaf 23 jaar) in het bedrijf van de werkgever uitoefent. Onder functiejaren wordt mede begrepen de fictieve ftmctiejaren welke de werkgever aan de werknemer heeft toegekend. 3. De werkgever belaah aan de werknemer die is ingedeeld in één van de salarisgroepen A tot en met J, ten minste het salaris dal, in aanmerking nemende het aantal aan de werknemer toegekende functiejaren, in zijn salarisgroep is vastgesteld. Ten aanzien van de werknemer die is ingedeeld in salarisgroep A geldt tevens het bepaalde in artikel 41. 4. Wericnemers die bij indiensttreding ten minsle 1 jaar werkloos zijn geweest en 23 jaar of ouder zijn en die niet in staat zijn een funclie op hel functieniveau van salarisgroep A te vervullen, ontvangen gedurende een inloopperiode van maximaal één jaar het wettelijk minimumloon voor 23 jaar en ouder. Aantekening: -Hei minimumloon voor werknemers van 23 jaar en ouder bedraagt perl januari 2011 € 1.121,40 per-mnand, respectievelijk €1.314.80 per vierwekenperiode r Indien deze welt el ijke bedragen-wijzi gen i-gelden de nieuwe wettelijke bedragen.
5. Indien in de ondememing een met de v.v., OR of PVT overeengekomen loontabel wordt gehanteerd is de wijziging voor de salarisschalen B t/m F niet van toepassing.
32
1 eerste regel 2
^
-i
^Ulfe^
5
.111 f i - ^
Ul-
6 7
8 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48
49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer 58
33
I
A-dee1
— o I^ — _ \ 0 (N oo •--. oo 00 — M
U-)
U-J
•57^
•C t~- OC
rN — (N (N T l I A Ov ^ ^ n-l V i (--
Ü f-t
O
Vi
m (N fN
— a o <-"! t N iTi (N (N
ao 1^ n-l fN
(N
fN
T r^f^ *(-i C" Xi O2 — '^ 1S^
r-^
£ P £ 2 [^ 2 ^
>« ^— ^ ao (N
o —
fd ^ H:
^
tN »N
v-i f^ r-l Ov X S Er — Q
— fO "
^
"^
VC S
3o SJ • - "
v::
Cv — e>Q
Oi tii
o iTi o o o t r \ o — 00 o " ^ i ^
CL.
ov "-o ^ •* SS =
ztii
n-l n-l oo
^ J3 '='
CA
t» •—I
< < CA
fN
n-l
-^
V)
34
Zelf invullen via kop-voetregd
<
^ -—
f l 00
Ov •O Vl Ov V) tm OC CTv O
o
O OO —
r^ Ov — n-l
Ov 00 ao Vi — r ^ tN f l f l n-l f l f l
Ov Tf r^ CTv tN oo 0-. O Vl --, VI VC oo CTv CTv _ tN fN fN tN fN
o
^^ soO
Bp D.
1^
O
— n-l
\C
[^
X rN
•S o I ë ^
Tl- O
tN Vi Vi
o VI
O O VC tN
O 00 Vl Ov vC ^ tN CN
i^lll — 7: S O u
1 S
e
•=. J^
i l 2 -5 ^ ao VI ^ vO
ÏN
1^ O tN Vi o. VI f l V ] O fN tN f l tN IN (N (N
, U c > _e
g-S g $ . m
=1^5 * ï E-i Vl fN OO r--
.ü
1^
T-
oo 00 CTv
t—
s tN
_^ C e •• e
"
to' _j o ap-S ' ^
-
-w o oo ^ g ::^
fN — fN 'T ~" S vC t-- oo CJv ~ 2
T^ _
>C VI ^ O
VI Ov vo O Tl- oo O O tN (N tN tN fN
in vo
VC f l Ov O Ov oo O tN n-l t> O, ao 00 CTv tJv CTv CTv Ov
o2
u2S
C ^
VI c O VC — co
O O
Ov
V£J - f
(^
—' (N oe o ' '•ó Tf
Vl
•*
E-Ï^-ÏÏ ^'C
3
t-tN — O
^.. f l
Ov fN Ov 00 rr, i r , vO oo O Cö 00 oo 00 00 OO
VC t-- 0 0
«N •^, OC 00 O
fc. o _
00
• ^
Vl
\0 !>
35
Zelf invullen via kop-voetregel
—1 p ^ ao ^ fN
O
Ov (N Ov (N
3
Q.?? ï
tN !-• 00 tN t^
1-^
X tN
Tf tN
^D Ov f l tN tN
•^
,
Lb
t
r^
"i";
— (N ec I--' ^' S 2
(N
O
f l
<^.
'^
O
f l OC (N (N
O 0 0 n-l n-l T f tN t N
r^
VI
t^
I-n-l f l tN
OV CN t^ fN
00 [^ t N Tf Vi fN fN
vC
O V i Ov vo
— . 'S ^-
s
CTi
fN
Ov S
n-l f N OV t N OV O tN
fN t^ 00
Vi V, 00 OO O ,
Tf f l fN Tf Ov Ov
o
n-l Vl t^ OC oc
g oe
o
VC
t-
VI Tf Ov
• f t CTv V I - ^ (N
<=• O O tN
1
w •0
00 VI 00
00
ttN OC
ffl —
O
\o tN
l_r
M.I
i f l r-~ V I OO f l
e^ i~--! V l
00
n-l V I vO CN f N
C l> O fN
§
O
Tf Vl
O n-l O tN
U22
oo o
O-
n-l
r- f N 00 T f t ^ c^ 0 0 OC CTv oe^ t N
vO
rco
1"^
QÏÏ
Tf vD —
vC Ov (N f l
£^
r^ m o\ -H
o Vi o o o fc^ r^
Tf f l (N n-l
I^
rJ t^ t N 00
V.O ( ^ t N ^ CN
Vl ir^ rvi^ .:
f l
V I 00
^_ . rfl
h-
_j
—
Ov
U M
v-N ^ v i.*v 00 fN Ov Ov
.—1
r^
VI
^
^Ai
T—.
o Ov Vl vO fN (N
ac o
'S f^ s^ 2 ^ ;i -
Ov O rN n-l
M
"S
ÏÏ-'-S t ^ ^ S = 2 ^ ! 2
ao T oo V l
s
o
f l
Tf O (N fN
ö^
Ov vo •* -a- t - g r : •q- n-i ^
(^ oo =
*J
<M
O 'T
5^ b
r^ o r^
^m
OC
tN
Ef t^
r-
•—•
— —'
k, b. u
Z
u a
< S f-
u z a fc.
o
"~
(N
f l
Tf
Vl
36
Zeif ifi vii/ief] via top-vTJClregc/
^^^ g ' -^ ^tN •^
r^ (N Ov C-- [^ \ D fN oc Tt o 1-^ Ov O c tN tN fN ''1 n-l n-l n-l f^
Tf f i f i f i
(.|||*-,v. ! • • * ' ' . ;
-Ul o o
. S- oc O^ g 2 ov •5 >^ 00 2 ~ Cl
fTl g ^ vC VC «^^fN fN
vo VI Tt O SO r(N (N
Ss tN .K^ O TT tN
vO VI f (N
O O Vl tN
ac Vl
fN CTi O n-l f l IN (N
X
a
I iHMU
^-s —
^
;S
O VD f l f i 00 f l tN 0-. fN fN f l fn fN fN fN fN (N rv| (N fN
Ov C
u Vl VC fN vc Vl
o —_ oo Tf \o
o 00, C-' Tf r^
f.
ffl
(-
^
s
Vl f*i f^ oo Tf SO fS V C^ tN Ov Ov O o O tN tN tN tN fN
«ftOO OC fioo
"W
o Tf —' cr Tt
^
Vl
ve Ov
OCCTV~
s
OO 00 rO VI O Vi Tf VI Vi fj tN CN tN
vo 1 fc. s ^ r~ 1^
U
vo r -
—
00 Vl VI vO vO l^ r-. fN fN fN fN (N
s
VC ^ fN tN 0^.-.. fN tN
3
fN Vl Tf rVC t-* (N OC Ov Ov c (N (N tN f l
r^
s
t^
tN
O Vl r- Tf VO Vl n-l "C 00 Tf Ov CTv O- O c fN (N <
*
•
CT-
o >£ O- Tf Vi vO r- Ov oo oo oo oe
t^ t~~ VC VI O fN Tf vO CTv CTv Ov
r~ fN r-^ fOCl
f l tN IN [^ Ofn OC 00 CTvOv
SO Tf
CT-
^
s
oo oo
^
g E fN
fOO ^, Tf Vi Tf fN ^ t^ r- r< fN ;^— ^^^^
z fcj « <
Ï
2 p u
z su. o
Vi C — c -us J.^
"" tN
n-l
^
Vl VO
r^
37
Zeif invullen via kop-voclreyel
C~" " f n Ov V I ^ CTv (3v O P-S fN
Vl ri — n-l
Tf vC f \ OV •V • * rn f l
f l 'T 00 ^ — tN fl fl
u' c c
• s li "i TS ^ <M
fn > oo r- V i ov c^ oo oo f N (N f N
XI
E gi
Ov -^ C3v (-J
i'ê^ ^
s i ^ ïï
Ov tN Vl fN
60-3 r- ö- ; ; iJ ^
r^ — — fN
5 5v
- I ^^ Ti.i'l £•?'"-£ foS -o £
•c " S c
I S?3
IC f l Ol f l en f i Tf t N t N tN
VO 00 •* fN
O ^c m oc Vl V fN f N
E c 00 >
M > ' ^ s, ra re C S
^ -^ tJ £ ^ 2 rio r-
- ^ ' ^ o t vp
S e^ Cr "^ "^ ^ eo oJ 2 ^ 2; ^
r^
Ov t^
r— .—•
VI VC
.—1
o ^fc< r-i _. r-l
ve -••^
fc]
fN
fN
(N
~
-O Tf
tic O !3V O fN
t^ t -
o o f N
vo
o
tN O
Vl fN IN
Vl fn tN
f l
r-l
oo
• *
tN
0\ Vi 00 V l —H ( N tN fN
fN VI
l^-l
^ ^-
fN
^
tN
IN
fn
^
O E tN .S, ift
vo t~ oc Ov z; r^
O
^^ Öv Q
T»
r-
.^^oo W
Ov f N t ^ f N V l VD O v Ov Ov
O O. Ol
C^ oo 00
C3V CTV QO o o vC 0 0 tN V tJv CTV O , ov
VO
o
CTi
OV CTv vO en O O (N fN
t^
5f N
CT^
rn
7=
O
tCl ^
T. (N ^, 00
<^
^
f - VC j ; : ; c ov JS ^ T f r- p r; Tf tf-i vo r~ oo 2 '^
f) • ^ ^
s tN
t. e t RJ P9 « ta rt «
t t : <- 1O! C9 C3 (B tc M nj rf
t^ fn CTv V l oo
Cv vo ao
•tr Tf (N Tf
vC C^
t^ Tt
t N vO V I OC Ov o o o o Ov
Tf Tf ni Vi Ov t3v
— .
—!» r^ -^ r^ _ < — ^ ^"^ zfcl tt ^ p ü zD ~ m t^
c»o
•—^
• <
lb
O
tN
Tf
V l
vC t ^
38
Zelf invuUen via kop-voeiregci
^ "• • ' —
^ o
1^ oc f n Tt
Vi iN
vO fvl
S vO
Ov Tf
fN
»N
r~
Vl VI O OC 0 0 tN tN
^-
Ov fN
oo vo OfN
g g ^ Nre
re gao C
C
Tt
Tf
^T f n-l f n T (N IN f N -*^ nf N CT"
Tf VI (N
3: Vi fN
vC
3 fN
Vl OV VC tN
S •= oo VO c ; Q j j . Ê - O v Ov CN o t ^ - o VD r^ C3V
fN Tf
vo
X
r^
ao f N
^
U
tOv
(N
TT
o
VI tN fN f-^
vO
r-
Tf (N
tN tN
en
VO f n Vi O fN tN
Tt Tf
o
fN
n
i^ vC n-l IN
r-
OC
f l
^TT tN
t^ Vi Tf fN
vo V l
fN
^— tf NN
tN
t~tN tN
e
re > '5 % e)
c
< g 3 2 ^
S ÏJ .c c
? o
cc
c
u
S
E .£ o •o
1 e
s S = 2 5 S § ^ ïï r- OC 5 - :2 12
r-
fN fN
fc-OC
3 OC
Tf
VI
SS
Vi
Vi
Ov
O n-l
fN
tN
tN
00 vo ov (N C
g 00
2 •g
"ö
Si
J=
JJ S
« •o
ve T f m rfcl
r- O vo o t^
00 tN OC OO
f l vO
oo
Tf t3v 00
^
VO f N 00 CTv tyv
^
c a
>
u
S
re
soo
u
u
g > u
•o . « j
tn
» 2 c 2;
ao t ^
00
O
Ov
. — p
vo vo r~
m
t--
V I
r-
s r--
m Ot^
o
tN 00
i o • --'
o
IZI
a Vl » CTf t 00
Ml
re u
s; c
o c
nI
üi
_u
C I ^
-3 u
[^
•o
c 2
g 00
E J 'S c S Xi
> "•5 TT
o
r~
v^i
r n vO ao T t vÖ I ^ 0 0 Ov vC VC v O vo r-
tN
CTv
en T t t - t-^
o
S§
o
o
o <=)
tN tN vo^ tN
tN "C 'H
rn Ov ee o' oc* rn ^ VI ~ CTv CT- O VI Tf Vv VI vO 00 Ov
~ _
f i
ffl
«N 00 VI
O
Vi
m
3
VC
vo oe V l t N Ov vo 0 0 O vO vo r~-
Vl vO
.-^ (^
..^ < en fll td
CQ fls ra re
• ^
-^ ^
u -ir
^ g:3 •D
3
-1•%'-E •5 ^Ml U
1 2 •s 4>
g | 00
s
"3
E
"S •aS ' S^
£i £
re
IN
en T f
Vl
>o 1 ^
«J
u •o
G
ta
5 5 39
1*1
^
5 -d
g^SJ •a
t(J
Zelf invullen via kop-vocn-egel
W
i II c
z u Qï <
z s O fc. ~
N
•4-'
g .!•£ 2 c 1
«> ot N g
Vi VC Vi
V l
, — 1
•—
^ n
t3v
Vi
'^ i
goo
1u lit-
o » N oo r•.J-' f i
s^ •o
tN
o
^ vO " fN • ^
en l~vo VC t^ tN CN
vO Ov m O 00 CTV tN X OC OC Ol Ov (N tN tN fN IN
t^ —..t^
^
g
"-3^ C
CO
o ^
'•uil
e
00 ^ 3 ^ tN fN --^ en
i
ao fN O m tN vC t— r-j r~ fN Tf Vi Vi vo vC t^ fN fN tN IN fN tN
r3
•o « 'S
_
Pï y 5 •— re g N re u >
re
ÜE N
Ov
O "'l Tf Ov
C
tN Tt vC
I5
1
t^ OG Ov O Tf t?v fN fN rN tN
Z rJ fN
trTt fn OC en fn Tf fN tN tN tN
^ "*
ö^.^'t-ê ü^ïï Ei -D u F E CL u c £
SC tN f^ vO t Vl Ov H^ Ov m r- e-J VC O >w (N o o> c tN tN fN fN fN
^
O
O OO Tf ov rv| ev) fN tN
r^-
vO 00 Tf fN IJ 12 (St _ (M Vl ~ „ VC [-• oo O- ~ tn
?
n-l • V Vi VI 00 tN vO O O- Ov (N
OO 00 fc.
« U
o
^|g.i5 oooo
VI CTv. Tt 00 VI O O fN fv» fv| . — •
fN •V 00 vC (N fn VI VI 00 00 Bri Tf r- r~ DO oe 00 Ov Ov
—
E ^
S R"^"! g c
C = ^
•UIK.
Ö
• ^
^
^ i r S £"3
o tN
üOg e gx)
m oc
2
~ r-- ••t (^ Vl Vi Vi vo t-~
« ^^Z
Tt
m
vo Ü vo
O O Tt oo Vl -H Ov ^ Vi Vl «
F tf
O
C
O
VI Tf 00 CTven OO f l Tt vO oo rn f^ r-- r~ DO OO
ov
g
m VI 00 f l tO VC vO e- r^ t-~
fTl OC vO
o 00 en ^ O' O Vl " VD oo Ov
^
'O t- t-~ fiCT-
Vi 3 ffl
, — h
CTv • ^
<
^
f,
c
t-vD
(^ C^
ü?^|g
Vl tN OC vD f i VO r~~ 00 O m vo vO vo r~ r-- t^
^^
O »N OO tN o VI vC OC Vi VI VI
.,..^2
" ' S « ~.a ^ ^
^
llllft
m
z ec < üi
Q ° te S^ E
S
n fl3 Q ?ï] CQ n 03 fi fi ra ra n
n n
H
w<2
U
z a O ~" fN fc.
g-a-Si
•^ w x c 1 — «•a re e " "^ en Tt VI
vo
(^
51.1^11 40
Zelf invullen via kop-voetregel
_ o •* OC Ov CTvTf O ^^ tvo VO r^ oo ^--. •^ tN fN IN
W
rN
vO Tf vO f^ K> Öv Ov CN tN fN
tN f i
O n-l
VO t^ O CN O Tt f l O Vl o Vl Öv Tf Ov VI Vi vo vo r- t^ m tN tN fN tN tN rN tN tN
^ ^>^^ ^
•
^
te "ü 00 o ^ _ w 5 te 5 ooa ^
IU
'S!
2 ;'%'
y COC
-* .^ '^ •o » S s «•=
^
0^ Tf fn Tf vC CTv Vl O OC n-l t^ fN r^ •vO • - q H.. fN en tn Tf Tf Vl X tN fN tN tN
^
—^
oc •q- r^
^ U
r-
Ov O VI V VI ?y. Tf Ov n-l [-O O tN IN fN tN IN IN tN rN fN
!^
oo VD VD O OO tN OC tTv ov OV O tN •
^
•
vO 1> 00CTv~ 2
_
*
fc.
VI fN en tN
OV m vo vD . — 1 rC tN IN tN
—. _
^ s= E ,5
"u ? 'S •2 S-T3« teÉ u = c •T)re.— - > u
en vai ragen gend
o vC 'JS r-- ov n-l 9p-S-t- 00 * == tN Tf "O g M
S?"ïï E 5 X-S C UX) •^"^^^
•ëls §^2^
re c 3 c:=i ü O N M
«
fN Vi Ov I^
O m vo -- 00 00 00 r^ U (
en
Vl 00 t^ fN en O ov
1
^
men oor func ejar Zie oor
u e w T|-= >
i^g
IT. t^ 1 ^ . ^
.—1
• ^
m
Ifl 00 Ov Tf fn O VI VD 00 CS f i VO f^ t- 00 00 OC
t^ e (^ r-
Tt (N t- Ov CN Tf fN OV r^ 00 o o rN en Vl vD OC vo VC t- t- t^ l^ l> r^
O o O O O O
S
'*.''•, 'H 'H "*, '^, •
•— Ë
f-0--<x/dat)fi^ VI—.ovovovi"": ^ViVivcoOOv"
•vC 00 ov O tN n-l VI ,—.vo •O vo vD (^ r- t^ l> ffl
1 februari 20 van de tabel 1 wijzig en gel rijksov-erhcid
^ ü
"SJ^
s^sc^ u
bedragen zij inimumloon nieuwe wett listen es/szw.
00 - t rn tN 3 ; ;£ ; r r~ v i VC oo g " = Vl VC r^ 00 ^^ ^
tand g L) en bedra
u < Sb
«N
llll
ft
^ <
vD VI O
tN Tt
CTvVD
tN OC DO lïv Vi Vl Vl
co o Tf' 1^
IIS 5
m
~" ^ ^ "^
.0 -"a te
z fc]
fQfc, 1-11' -te
fï!
<
iH U
4>'2(N g
z3
.«•are53
(c O
"
tN f l
Tf Vi VO [^
O £.5,(3 41
Zelf invullen via kop-voetregel
a
,— t^ vc fN
Vl fN (^ tN
O oo tfN
— Ov Tf dv V l O OC oo ov c fN tN tN m
O •^ •-
O—, Tf fN
Tf rTf fN
vD O f N — fN ao en oc V I V i vo vo i N fN f N f N
V. m rCN
vo r-J Ov vo tN r- f l IN c; fn f l m f l
(^ ^- —
Tf oo r-IN
.— Tf ao rN
Ov 00 00 iN
:2
s
^
>
ooc
06
siC'---
y
ndte ennen sdie elden per 1 et Mi isterie van
— "" ^ -^
ë
ra-fflX " ö r-
OfNn-i —
T- XS
OvCTvOv ^ . O VJ - . tN tN X tN fN
"^""""^ICi — —f
o .^ o re
O nn O VI fl fl f N f N IN f N
E Sg ^c^j^ a^.-g
n Ov C~— (^ tCTv rn eo IA
?5
T VI f N )N
—^ ^
ev»
3-s i •O
oe t-- O T f T f V i ^ m 00 f N C- — ^m — tN
wSS
.—1 V£) fN tN
— O m tN
MH
5,c
e bedragen van 1 de bedragen v, L-bedragen de
N
tN V. n-l CN
•BÉ2 a '-3
•— V I m ^ r r W DO TT n-l T f r~ 2^ ^t, S^ vO ( ^ oo O- " „ !1J
z Lü
f-- en ( ^ OO o - ^ 00 t N ^Ci — O-, a — tN
fc. ^ H;
§1^
— n-l t ^ —' V l ov en O O O — tN tN fN fN fN
TS t i '^
§ ca ?'N s
O
41 '^
t/i
<;
•e ^ o "-C •*
vC en V I ^ - 00 VO t ^ •~, Ov fN vo ao t N V I 5 V I 00 00 Ov ov ov C i - - fN
i S--
ld C: 2
geko AOI Igen.
5 (ZJ
m — ïï u-l — —
T» — ' Ü oo — Tf CN O 00 ^ O — f N ^ V l t ^ Sv o t ^ 1— ir- i > t ^ 00
u^^
S?
tN IN nS Ov otï c ' V i -H Ov O• ^ V I V i VD
VO oo' G QC
t N ~V fn _ VI ^ ov __
D •* -o
f^ VI VI C ^ en OC
fN
ffl S ^ r- i-^
=« 00 - H
A/ 1314, 158
M
tN r-
oo ( ^ ^ Vl t^ r - C^ (—
t^
SS
Z
tf
< re re re re re re nj re re re
H U Z U3
fc. O
O
- tN
m t
V I vo l > 00 Ov
c
Dit is de CAO label i He ingaat per t au gustus20I2. met de factor 0,9197 . De bedragen van dc tabel We januari 2011. Indien deze bedragen wijzigcn geldcr Zaken en Werkgeleg enheid: www.rijks:overheid.nl/
Tf CN — f N U 00 l > t ^ Ov 3 V l vo ( ^ 00 2
edragen zijn lol sta imumloion (WML) euwe w ettelijke be teries/sz:w.
•o P E c ö-o m ( ^ Tf V I Ov Ov I t f — — en V l C-- 00 C tN V l 00 Q : ^ : ^ e - r^ 00 oo ao oe
42
Zelf invullen via kop-voetregel
2702 2756
J/n
oe m f , IN 00 V i IN OC VI -o- ov O — — rN fN tN en m r n f l
1/10 2447 2502
Tf t-00 tN
Vl Ov tN fN VI o vO — vO — VI vü vo r^ r^ oo IN fN fN fN fN IN
H/9 2235 2285
re
— — OO tN
vO O ov Vi tN 00 fN r~ f l f l Tt Tf tN fv) fN fN
tN oo rv| vc Vi Vi e-J (N
O JC O ra
>>
V I vo t ^ o -
S
i
n-lCTvOC O 00 n i " V l — o v O v O V . "~ ^ v i V i v c o o O v . •_.
G/8 2061 2104
tN O 00 c n-l Tt 00 — •g- oe •— t-O OC Ov 0-. Ov. O tN fN
Ifi vC ^ Vl CTV V tN o rn Tf Vl r~ ov t^ oe oo DO 00
oo fN Tf en o 00 i— tN ^ vO r~ Ov txi oo
O V ov C^ — m •^ "O t^ Ov
A/2 314,80 1607
.— f-
F/7 1904 1949
.2
— Tf Vl [^ — vo CTv f l r-- — vC tN Ov O o — — fN — fN fN fN fN tN
C/4 1721 1736
£
B/3 1653 1704
vo i~- 00 CT ;::;; ^
t^ Ov OC gv •* dv ^ oo e-i rfN fN en m fN fN fN fN IN tN
E/6 • 1813 1847
Ji S C
o Vl fN fn vo vO
FUNCTIEJAREN 0 1
^^
r-4 fn Tf VI VC r-
43
Zelf invuUeti via kop-voetregel
1 eerste rege] 2 34.
UI SALARISVERHOGING IN VERBAND M E T LEEFTIJD Artikel 34
9
10 11 deeltitel 12 13 14 15
35.
16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 oiidcrt 2 j'j
Jo.
28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
De verhogingen welke verband houden met de leeftijd worden verleend met ingang van de betalingsperiode waarin de verjaardag van de betrokken werknemer valt. Het vorenstaande geldt niet indien voor alle werknemers eenzelfde afwijkende regeling van kracht was, dan wel in overleg met hel medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie wordt vastgesteld. SALARISVERHOGING IN VERBAND M E T FUNCTIEJAREN Artikel 35 Verhogingen op grond van functiejaren worden eenmaal per jaar toegekend, doch uiterlijk in de betalingsperiode waarin een nieuw functiejaar begint, een en ander totdat het maximum aantal functiejaren in de betreffende salarisgroep is bereikt. Indien voor alle werknemers eenzelfde afwijkende regeling van kracht was, dan wel in overleg met het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie wordt vastgesteld, kan een funcliejarenverhoging worden toegekend in een periode van uiterlijk 6 maanden na, en met terugwerkende kracht tot, de betalingsperiode waarin een nieuw functiejaar begint. WIJZIGING VAN FUNCTIE; HER- OM- EN BIJSCHOLING Artikel 36 1. De werknemer die een functie gaat vervullen welke in een hogere salarisgroep is ingedeeld zal in salaris ten minste gelijk blijven. 2. Het in lid 1 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de werknemer die een andere functie gaat vervullen die in dezelfde salarisgroep is ingedeeld. 3. De werknemer die een functie gaat vervullen, welke in een lagere salarisgroep is ingedeeld, zal ten minste drie betalingsperioden nog het salaris blijven ontvangen dat hij in de vorige functie verdiende. Vervolgens kan hij al dan niet getemporiseerd in de nieuwe salarisgroep worden ingedeeld. 4. In afwijking van het bepaalde in lid 3 za! bij indeling van een werknemer van 55 jaar en ouder in een lagere salarisgroep het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris in de vorm van een toeslag worden uitgekeerd. Salarisverhogingen zullen uitsluitend worden berekend over het nieuwe salaris. De toeslag zal hierbij ongewijzigd blijven. Aa nieten ing: Hot verdient oanbeveling em het oude salaris le handhaven.
5. Voor de werknemer die bij indiensttreding in herscholing wordt genomen geldt gedurende de eerste drie betalingsperioden geen salarisschaal. Onder herscholing wordt verstaan een opleiding ter herkrijging van de geheel of gedeeltelijk verloren gegane bekwaamheid in het uitoefenen van een bepaalde functie die de op te leiden werknemer uitoefende. 6. Voor de werknemer die bij indiensttreding in omscholing wordt genomen geldt gedurende de eerste zes betalingsperioden geen salarisschaal, met dien verstande dat deze termijn van zes tot twaalf betalingsperioden wordt verlengd ingeval omscholing plaatsvindt tot een ftinctie die is ingedeeld in een van de salarisgroepen hoger dan D. 44
A.deel vanaf labellen
] eerste regel 2 3 4 5 6 7 9
10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24oi»foU.l 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
7. Voor de werknemer, die bij indiensttreding zal worden bijgeschoold ter verkrijging van meerdere vakkennis, resp. vaardigheid voor het uitoefenen van zijn functie, zal gedurende de eerste drie betalingsperioden geen salarisschaal gelden, indien de bijscholing plaatsvindt tijdens de dagelijkse werktijd. 8. De reeds in dienst zijnde werknemer, die tijdens de dagelijkse werktijd, op verzoek van de werkgever, een cursus volgt voor her-, om- of bijscholing, zoals genoemd in de leden 5 t/m 7, zal gedurende de duur van de cursus niet in salaris achteruit gaan. 9. De werkgever kan.met een werknemer die in her-, om- of bijscholing wordt opgenomen, overeenkomen, dat de dienstbetrekking door geen van de partijen zai worden beëindigd binnen één jaar, nadat de scholing al dan niet met goed gevolg is beëindigd. Een overeenkomst, als bedoeld in de vorige zin, dient schriftelijk te worden aangegaan. In een dergelijke overeenkomst kan tevens worden bepaald dat de werkgever de werknemer zal plaatsen in de functie waarvoor deze is her-, om- of bijgeschoold, respectievelijk dat de werknemer de bedoelde functie zal aanvaarden. 10. De werknemer die de dienstbetrekking beëindigt voor het in lid 9 bedoelde tijdstip, is schadeplichtig. De schadeloosstelling blijft beperkt tot het salaris, vermeerderd met de kosten welke de werkgever eventueel ten behoeve van de werknemer heeft gemaakt in verband met diens deelneming aan de cursus, zoals boeken reisgeld, e.d. A a nl ekening: Het vortüent oanbcvcling de bepoting vaw hd40 te herhalen in óe aohriflelijke overeenkomst bedoeld in lid 9.
SALARISGEVOLGEN INVOERING FC-HANDBOEK Artikel 36a Werknemers die de vakvolwassen leeftijd nog niet hebben bereikt: la. Indien een werknemer, die de vakvolwassen leeftijd nog niet heeft bereikt, wordt ingedeeld in een hogere functiegroep wordt hij ingedeeld in de salarisgroep die bij zijn indeling en leeftijd past. Hierbij dient zijn nieuwe salaris minimaal gelijk te zijn aan zijn huidige salaris. lb. Indien een werknemer die de vakvolwassen leeftijd nog niet heeft bereikt wordt ingedeeld in een lagere functiegroep wordt hij ingedeeld in de salarisgroep die bij zijn indeling en leeftijd past. Het verschil tussen het huidige salaris en het tabelsalaris behorend bij zijn leeftijd en nieuwe salarisgroep wordt toegekend in de vorm van een persoonlijke toeslag. Voor het geval dat er geen corresponderende leeftijd is wordt de werknemer ingeschaald met fictieve functiejaren zodanig dat het tabelsalaris gelijk is aan het huidige salaris. Indien hel huidige salaris blijkt te liggen tussen de tabelsalarissen corresponderend met twee opeenvolgende functiejaren dan wordt het salaris toegekend corresponderend met het tabelsalaris van het lagere functiejaar. Het verschil tussen het huidige salaris en het bij zijn indeling behorende tabelsalaris wordt toegekend in de vorm van een persoonlijke toeslag. Over de persoonlijke toeslag zullen collectieve salarisverhogingen worden toegekend. Individuele salarisverhogingen zullen met de persoonlijke toeslag worden verrekend. Werknemers die de vakvolwassen leeftijd hebben bereikt: 2a. Indien een werknemer, die de vakvolwassen leeftijd heeft bereikt, wordt ingedeeld in een hogere functiegroep, wordt hij ingedeeld in de salarisgroep die bij zijn indeling past, zodanig dat hij een fictief aantal functiejaren ontvangt waardoor zijn nieuwe salaris minimaal gelijk is aan zijn huidige salaris. 45
A-deel vanaf tabellen
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14
15 16 17 18 19 37. 20 21 22 23 24 ondert 1
25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29
30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
Indien de werknemer een salaris heeft dat lager is dan het tabelsalaris bij O functiejaren dan zal het salaris worden verhoogd zodanig dat het gelijk is aan het tabelsalaris behorend bij O functiejaren. Indien de werknemer een salaris heeft dat gelegen is tussen de tabeisalarissen van twee opeenvolgende functiejaren van zijn nieuwe salarisgroep, dan zal het salaris worden verhoogd zodanig dat het gelijk is aan het tabelsalaris behorend bij het eerstvolgende hogere functiejaar. 2b. Indien een werknemer, die de vakvoiwassenleeftijd heeft bereikt, wordt ingedeeld in een lagere functiegroep, wordt hij ingedeeld in de salarisgroep die bij zijn indeling past, zodanig dat zijn nieuwe salaris gelijk is aan zijn huidige salaris. Indien het huidige salaris van de werknemer valt tussen de tabelsalarissen van twee opeenvolgende functiejaren dan wordt het salaris toegekend corresponderend met het tabelsalaris van het lagere functiejaar. Het verschil tussen het (lagere) tabelsalaris en het huidige salaris zal worden toegekend in de vorm van cen persoonlijke toeslag. Over de persoonlijke toeslag zullen de collectieve salarisverhogingen worden toegekend. Individuele salarisverhogingen zullen met de persoonlijke toeslag worden verrekend. BELONINGSSYSTEMEN Artikel 37 1. De werkgever die voomemens is over te gaan tot de invoering, wijziging of afschaffing van een beloningssysteem (tarief, merit-rating enz.) in (een onderdeel van) de ondememing, pleegt hierover overleg met hel medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie. 2. Op verzoek van de werkgever of van één of meer werknemers dan wel het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie, zullen, ter verkrijging van advies inzake het in het vorige lid bedoelde onderwerp de w.v. en de v.v. tot het bijwonen van het overleg worden uitgenodigd. 3. Leidt het overleg tussen de werkgever en het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie niet tot overeenstemming, doch wenst de werkgever niettemin tot een besluit als bedoeld in lid 1 te komen, dan wendt hij zich voor advies tot de bedrijfsraad, ïn welk geval de werkgever en het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie in overeenstemming met het door de bedrijfsraad gegeven advies dienen te handelen.
38 39 40 41
Aantekening: MetbetooiitgssylemiMi zijn betloeld systemen, waarbij de wijgc van tool(verviilling (individuMl. groepsgewijs o f t^lteclieO wordt VQStgcfltold volgens êén o f meer kwantifloeertwre factoren, o f volgens een samensiel vanfactoren-waafvande meeste, resp. de bolongrijkste-kwantifioocrbnor zij»;
42dmA.\
BASISSALARIS VERTEGENWOORDIGERS
43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
Artikel 37a 1. Voor vertegenwoordigers en/of verkopers bedraagt het basissalaris per salarisbetalingsperiode minimaal het minimumloon dat is vastgesteld bij of krachtens de Wet op het Minimumloon. 2. Voor vertegenwoordigers en/of verkopers zullen algemene procentuele salarisverhogingen, alsmede éénmalige uitkeringen, worden berekend over minimaal het basissalaris per salarisbetalingsperiode.
57 pag cijfer
46
58 A-deel vanaf tabellen
I eer3& regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 39. II deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 0 4 1 ^ 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 41. 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
SPAARLOON Artikel 38 Indien een werknemer de werkgever daartoe het verzoek doet, is deze gehouden zijn medewerking te verlenen aan, en voorzieningen te treffen om, zijn werknemers in de gelegenheid te stellen gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheden ten aanzien van de spaarioonregeling als bedoeld in de Wet op de Loonbelasting 1964. VAKBONDSCONTRIBUTIE Artikel 39 De werknemer kan bij de werkgever een verzoek zoals nader bepaald in het Reglement Aanvulling arbeidsovereenkomst in verband met vergoeding van de lidmaatschapskosten van een werknemersorganisatie indienen tot veriaging van het bruto loon in de maand december van de jaren 2011 en 2012 ter hoogte van de door hem in het betreffende kalenderjaar betaalde kosten voor het lidmaatschap van een werknemersorganisatie. De werkgever zal dit verzoek inwilligen, in ruil voor een kostenvergoeding gelijk aan de voormelde betaalde lidmaatschapskosten. Aoniefcening: Zie bijkige 10 voor het Reglement vergoeding von de lidmantsohopskoslen von ecn worlcnemersofgawisfliie en bijbehorend dtfolora tieform ^^ie^.
ZIEKTEKOSTENVERZEKERING Artikel 40 Dit artikel komt per 1 januari 2006 te vervallen. Aontekening: ^.v. en w.v. hebbcnafgesprokendat w.v. de v,v,jooft>)ks zulten Htformeren omtrent dc inhoud en premie van de door de WvV. af te sluiten aiektekostenverac keringen opdot dc v.v. dc werknemers zogoed moeclijit kunnen odviseren inJwn keuze vgn ziektekoGtenverackerear.
TOEPASSING SALARISVERHOGING Artikel 41 la. Het voor de werknemer geldende salaris wordt per 1 oktober 2011 met 1%, per 1 februari 2012 met 1,15%, per 1 augustus 2012 met 1,15% en per 1 februari 2013 met 1,15% verhoogd. De werkgever betaalt aan de werknemer tot 23 jaar die niet in het bezit is van een diploma als bedoeld in artikel 32a lid 2, alsmede aan de werknemer die is ingedeeld in salarisgroep A, met ingang van de datum waarop deze werknemer recht krijgt op salarisverhoging in verband met de leeftijd, ten minste het per die datum voor hem geldende salaris, verhoogd met het verschil tussen het tabelsalaris dat behoort bij zijn leeftijd en het tabelsalaris dat behoort bij zijn nieuwe leeftijd.
47
A-deel vanaf labellen
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 41A. 47
Aantekening: Rekenvoortwcldinzakedelweede voli;ift met WML-bedragen van 1 januari 2G11: Werknemer is 16 jaar en ingedeeld in Jeugdgroep (zonder vokdiptomn) en-verdiewt € SOO: het voor hem gekiende minimumloon bedraagt € IJ^l.^O. Op het moment dot de werknemer 17 jaar wordt dienl dc weritgever het geldend salaris van 6 5Q0 te verhogen met hel verschil lussen het op dal moment gekiend wciteüjk minimumloon voor oen 17 jarige cn oon 16 jarige: € 562.65 (17 joar WML) l e49t;40f 16 jaar WML) - €;i.2S-godflt hel nieuwe salaris op l7janrbcdniaEte500-^€71.25-eS71.2S
lb. De werkgever die te maken heeft mel zogeheten "teegloop" kan de Vakraad verzoeken om hem toestemming te verlenen om de verhoging per 1 oktober 2011 uit te stellen tot 1 februari 2012. De betreffende werknemers hebben in dat geval met ingang van 1 oktober 2011 recht op twee roostervrije dagen (welke worden ingeroosterd door de werkgever na overleg met de werknemer). Het verzoek dient vergezeld te gaan van een onderbouwing inhoudende dat aangetoond wordt dat er op dat moment sprake is van langdurig (omzet-)verlies en van het niet kunnen benutten van de productiecapaciteit ("leegloop"). Uit het verzoek aan de Vakraad dient te blijken dat dit verzoek door een meerderheid van de werknemers is goedgekeurd- Tevens dient uit het verzoek te blijken of er al dan niet overeenstemming is bereikt met werknemersorganisaties over het uitstel. De Vakraad zal schriftelijk laten weten of de toestemming wel of niet wordt verleend. Indien de Vakraad de hier bedoelde toestemming heeft verleend dient de werkgever op I februari 2012 het voor de werknemer geldende salaris eerst te verhogen met 1% en vervolgens met 1,15%. 2. De werknemer van 50 jaar of ouder kan de salarisverhoging na overleg met de werkgever geheel ofgedeeltelijk omzetten in ten hoogste 22 dagen (176 uren) vrije tijd. Indien de werknemer door omzetting van de salarisverhoging(en) meer dan 22 dagen (176 uren) vrije tijd op jaarbasis wil verkrijgen, kan dit uitsluitend in overleg met de werkgever. De berekening van de hoeveelheid vrije tijd die bij salarisverhoging maximaal kan worden verkregen, geschiedt volgens de volgende drie stappen: 1. Salaris + Salarisverhoging(en) = Nieuw Salaris 2. 100 -/- (( Salaris / Nieuw Salaris) x 100) = Maximaal omzettingspercentage 3. Maximaal omzettingspercentage x 19,76 uur = Maximale hoeveelheid vrije tijd. Indien van de vorenbedoelde omzetting gebruik wordt gemaakt, wordt het voor de werknemer geldend salaris inclusief de in lid 1 bedoelde salarisverhoging(en) gekort met een bruto-korting die overeenkomt met het deel van de salarisverhoging dat in vrije tijd wordt omgezet. 4. Per jaar moet een herberekening worden gemaakt. Aantekeningen 1. Voorbecldberekeningenvanheiomzene»-ven5akiri5verhogi«g in vrije tijd on toepossing van de bnrto-korting eijn ^•genomen alc bijloge IB. 2. Ingeval do werknemer van S5 jonr of ouder de salarisverhogingen nieKerdor omzet in vrije tijd don een meBwd'BO de (telkens) in arlikel 'Il lid 1 eerste volain bedoelde tijdslippcn is welliohl voor de hoogte van dagloon in het kodervon w w of do WAO de WijeigiBg-dagkwurcgels d.d, 2g mei 1999 van toepossing hetgeen betekent dal voor de hoogte van bet dagloon bepalend is het salaris inclusief die sakirisvertioging:
VERVALLEN
48
49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
48
A-deel vanaf tabellen
iü
I eerste regel 2 3 42. 4 5 6 7
8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34
35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
VI. BETALING VAN OVERUREN
ï5.rï'-^-n 17,.
BETALING VAN OVERUREN
pZ'-^ ]i liu>
Artikel 42
^111''' iK
'•'%
Vt
1. Het bepaalde in dit anikel is niet van toepassing indien de onderhavige vergoedingen zijn begrepen in de beloning, hetgeen moet blijken uit een door de werkgever afgegeven schriftelijke verklaring. 2. De werkgever betaalt aan de werknemer de volgende vergoedingen: a. indien buiten het dienstrooster wordt gewerkt op een dag die niet is een zaterdag, een zondag of een feestdag: - een vergoeding van 0,78% van het maandsalaris (0,84% van het salaris per vierwekenperiode) per uur voor de eerste twee overuren direkt voorafgaande aan of direkt aansluitend op het dienstrooster, waarbij onder "direkt voorafgaand aan" of "direkt aansluitend op" mede worden verstaan die overuren welke van het dienstsrooster zijn gescheiden door een wettelijk verplichte of door de plaatselijke omstandigheden geboden rusttijd; een vergoeding van 0,89% van het maandsalaris (0,97% van het salaris per vierwekenperiode) per uur voor de overuren die volgen op de in de vorige zin genoemde uren; b. indien buiten het dienstrooster wordt gewerkt op een zaterdag die niet is een feestdag: een vergoeding van 0,89% van het maandsalaris (0,97% van het salaris per vierwekenperiode) per uur; c. indien wordt gewerkt op een zondag die niet is een feestdag, geldt een vergoeding van 1,12% van het maandsalaris (1,21% van het salaris per vierwekenperiode) per uur; d. indien wordt gewerkt op een feestdag geldt een vergoeding van 1,12% van het maandsalaris (1,21% van het salaris per vierwekenperiode) per uur. Deze vergoeding bedraagt evenwel 0,607% van het maandsalaris (0,658% van het salaris per vierwekenperiode) wanneer op een andere dag in dezelfde of de daaropvolgende week vrijaf wordt gegeven, zulks ter vervanging van de uren waarop die vergoeding betrekking heeft. 3. Geen vergoeding is verschuldigd voor overwerk dal wordt verricht aansluitend aan de dagelijkse werktijd, warmeer dit overwerk dient tot afsluiting van de normale dagtaak, zich slechts incidenteel voordoet en niet langer duurt dan een half uur. Is dit overwerk van langere duur, dan is de vergoeding over de gehele duur ervan verschuldigd. 4. Indien de overuren niet direkt aansluiten op het dienstrooster, doch eerst op een later tijdstip aanvangen, terwijl bovendien op de betreffende dag de dagelijkse werktijd is gewerkt, betaalt de werkgever aan de werknemer een vergoeding van 0,89% van het maandsalaris (0,97% van het salaris per vierwekenperiode) per uur voor alle alsdan in het kader van het overwerk gewerkte uren. Genoemde vergoeding blijft ook van toepassing indien de in de vorige zin bedoelde uren, zonder onderbreking van ten minste drie aaneensluitende uren, vallen in de volgende dagelijkse werktijd. 5a. Naar keuze van de werknemer worden overuren en de toeslagen daarop vergoed op één van de onderstaande manieren: 1. overuren en toeslagen worden vergoed in geld 2. overuren en toeslagen worden omgezet in pensioenbeleggen 3. overuren worden vergoed in betaalde vrije tijd, toeslagen in geld of door storting naar pensioenbeleggen. Per kalenderjaar kunnen op de wijze als hiervoor bedoeld onder sub 3 tien dagen in vrijetijdsrechten worden vergoed alsdan kunnen de overige overuren alleen in overleg met de werkgever in tijd worden vergoed. 49
A-deel vanaf labellen
IS4 R!<'t^l). i '•
fcV:4-(i. '.i
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
42 datum 1 43 dattim 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Indien er sprake is van overwerk dienl de werknemer de hier bedoelde keuze telkens schriftelijk vooraf bij ingang van het kwartaal voor het in dat kwartaal plaats hebbend overwerk te bepalen. 5b. In afwijking van artikel 42 lid 5a sub 3 kan in overieg tussen werkgever en werknemer ook de toeslag worden vergoed in betaalde vrije tijd. 5c. Ingeval de werknemer kiest voor de mogelijkheid als genoemd onder artikel 42 lid 5a sub 3 gelden de volgende bepalingen; De door overwerk verkregen betaalde vrijetijdsrechten worden opgenomen in overleg tussen werkgever en werknemer. Indien aan het eind van het kalenderjaar de door overwerk verworven vrijetijdsrechten niet zijn genoten, kunnen die op verzoek van de werknemer worden uitbetaald, besteed worden aan pensioenbeleggen of worden overgeheveld naar het volgende kalenderjaar. In dat laatste geval is de werkgever gehouden de werknemer in het eerste kwartaal in de gelegenheid te stellen zijn saldo van het voorgaande kalenderjaar alsnog te genieten in betaalde vrije tijd. De toeslag wordt berekend door de beloningen genoemd in artikel 42 lid 2 of de eventuele hogere in het bedrijf geldende beloningen te verminderen met 0,658% per uur van het vierwekensalaris of met 0.607% per uur van het maandsalaris. Aantekening: Voor pensioenbeleggen zie het penaioonFcglemenl van de Slwhting Pensioenfonds Metoal en Techniek.
6. Voor vergoeding van de in het kader van.consignatie daadwerkelijk verrichte arbeid geldt de regeling van dit artikel. 7. Voor de werknemer, voor wie krachtens gemaakte afspraken een werkweek geldt van minder dan gemiddeld 38 uren per week berekend over een periode van maximaal één jaar, dient het salaris te worden herberekend naar een periodesalaris (maandsalaris, dan wel salaris over 4 weken) dat van toepassing zou zijn bij een gemiddeld 38-urige werkweek, alvorens de vergoeding wordt berekend. Aantekening:
Hierbij dionl de volgende formule to worden gebruikt: %^ n periode salarir. »belreffende percentage gedoold door het aantal overeengekomen uren per week. dat wordt gewefkt: 1. Een voorbeeld van zo eeit4>eFekening: werknemer X weritt 19 uur per week en verdienl ISQO.OO euro por maond. I lij hooft oen overuur en de vergoeding hiervoor wordt als volgt berekend: 38maa^4$00,00 maal 0,78% (oangezien bet hierom het eerste ovemur gaat) is "114.60 euro. Gedeekl doer 19 (uren por week werk) geeft oon uilbotaling vana3.40 euro. 2. Zelfde weritnemer. nlleen nu drie opeenvolgende overuren: 38 maol ISOO.OO maol 0.78% is 11'1,60 euro. Gedeekldoor l&.geeft een uitbetaling van 23.40. Aangezien er sprake is van twoe overuren duo 16,8Q euro. Daarnaast nog 38 maal 15Q0,OQ maal 0,8»% is 507^30 euro. GedeeM door 19 geeft een uilbetaling van 26.70. 4n loiaal krijgt de worknemer dus-voor zijn drie opeonvolgonde overaren uitbetaald lé.-fiO pha 26.70 maakt 73.50
Aantekening: Tef zake van de bepoling van de hoogte van het salaris els bedoeld in dit artikel is • tenzij in de ondememing een andere roggling bestnal het salarisbegrip ate-omschreven in artikel 31 lid 1 van toopossing.
50
A-deei vanaf tabellen
I eer4^tegel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 43. 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
BETALING VOOR UREN BUITEN HET DAGVENSTER Artikel 42a 1. In geval van een dagvenster als bedoeld in artikel 17 lid 2a (dat wil zeggen het dagvenster van 06.00 uur tot 18.00 uur) geldt voor de uren waarop wordt gewerkt tussen 18.00 uur en 21.00 uur een toeslag van 0,09% van hel maandsalaris (0,10% van het salaris per 4 wekenperiode) per uur. 2. In geval sprake is van een verschoven dagvenster conform artikel 17 lid 2b dan wel lid 2c geldt voor de uren waarop wordt gewerkt tussen 06.00 uur en het aanvangstijdstip van het dagvenster alsmede voor de uren waarop wordt gewerkt tussen het eindtijdstip van het dagvenster en 21.00 uur een toeslag van 0,09% van het maandsalaris (0,10% van het salaris per 4 wekenperiode) per uur. 3. Voor uren waarop wordt gewerkt tussen 21.00 uur en 24.00 uur geldt ongeacht het gekozen dagvenster een toeslag van 0,18% van het maandsalaris (0,20% van het salaris per 4 wekenperiode) per uur. 4. Voor de uren waarop wordt gewerkt tussen 00.00 uur en 06.00 uur geldt ongeacht het gekozen dagvenster een toeslag van 0,30% van het maandsalaris (0,33% van het salaris per 4 wekenperiode) per uur. 5. De toeslagen als bedoeld in lid 1 tot en met 4 gelden niet indien er een samenloop is met de ploegentoeslag of de vergoeding voor overwerkuren. 6. De toeslagen als bedoeld in lid 1 tot en met 4 gelden, indien er een samenloop is met de toeslagen van artikel 43 lid 2, in plaats van de in artikel 43 lid 2 genoemde toeslagen. 7. De toeslagen als bedoeld in lid 1 tot en met 4 gelden niet indien er een samenloop is met reisuren als bedoeld in artikel 44. 8. Dit artikel is in werking getreden op 1 juli 2001. De werkgever die op 2 april 2001 een gelijkwaardige regeling had, kan deze blijven hanteren. Aantekening: gie-bijlage 4C voor een sohoma met voorbeelden.
BETALING VAN VERSCHOVEN UREN Artikel 43 1. De verschoven uren, genoemd in artikel 17 lid 6 sub a en b, komen niet voor een toeslag in aanmerking. 2. Voor de verschoven uren, genoemd in artikel 17 lid 6 sub c bedraagt de toeslag 0,12% van het maandsalaris (0,13% van het salaris per vierwekenperiode) per uur, indien dat uur vah binnen het dagvenster als bedoeld in artikel 17 lid 2. 3. Voor de verschoven uren genoemd in artikel 17 lid 6 sub c, dient met betrekking tot de werknemer, voor wie krachtens gemaakte afspraken een werkweek geldt van minder dan gemiddeld 38 uren per week, berekend over een periode van maximaal één jaar, het salaris te worden herberekend naar een periodesalaris (maandsalaris, dan wel salaris over vier weken) dat van toepassing zou zijn bij een gemiddeld 38-urige werkweek, alvorens de toeslag over het salaris wordt berekend.
51
A-deel vanaf tabellen
eerste regel
Sp-i^Ji'.i::
Aantekening: Hierbij dient do volgende formule te worden gebruikt: 38 K periode sntoris X betreffende percenioee gedeeld door hel aontat overeengekomen uren per week. dat wordl gewerkt. 1. Een voortweld van zo een berekening: werknemer X werki 19 uur per week en verdient lSQ0,Q&europermaand7 Hij heeft twee verschoven uren als bedoeld in tid-3- (het bijbelwrend percentage-is 0.12%) en dc loeclog wordt als volgt berekend: 38 maal ISQO.OI) maal 0.12% is 68.10 euro. Gedeeld door 19 (uren per week wefkj-gocft een toeslag van 3.60 euro.
10
11 deeltitel 12 13 44. 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Aantekening; Voor het begrip nalaris: zic artikel-^-lid 1.
BETALING VAN REISUREN Artikel 44 1. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing indien de onderhavige vergoedingen zijn inbegrepen in het salaris. Dit moet blijken uit een schriftelijke verklaring van de werkgever die dient te worden verstrekt vóórdat de vergoeding in de beloning wordt inbegrepen. 2. Indien de werknemer voor het verrichten van karweiwerkzaamheden moet reizen, zal de werkgever hem de reistijd als volgt vergoeden: a. bij gebruikmaking van openbare middelen van vervoer: de noodzakelijke reistijd berekend volgens dc dienstregeling van het openbaar vervoer; b. bij gebruikmaking van een eigen of van een door de werkgever ter beschikking gesteld vervoermiddel; de reistijd berekend in redelijke verhouding tot de reistijd volgens het openbaar vervoer over een vergelijkbare afstand. 3. De in lid 2 sub a en b genoemde reistijd komt alleen voor vergoeding in aarmierking voor zover de werknemer langer heeft moeten reizen dan hij normaal nodig heeft naar de plaats waarvoor de dienstbetrekking is aangegaan. 4. De reistijdenvergoeding wordt als volgt berekend: a. uren buiten het dienstrooster: 0,607% van het maandsalaris (0,658% van het salaris per vierwekenperiode) per volledig uur; b. uren op zondag en uren binnen en/of buiten het dienstrooster op een in artikel 19 lid 1 genoemde feestdag; 1,12% van het maandsalaris(l,21% vanhet salaris per vierwekenperiode) per volledig uur; Aantekening; Bij gedeelten van uren geldl de-regeling pro-roiOj
5. Voor de werknemer, voor wie krachtens gemaakte afspraken een werkweek geldt van minder dan gemiddeld 38 uren per week, berekend over een periode van maximaal één jaar, dient het salaris te worden herberekend naar een periodesalaris (maandsalaris, dan wel salaris over 4 weken) dat van toepassing zou zijn bij een gemiddeld 38-urige werkweek, alvorens de vergoeding wordt berekend. ——Aantekening: Hicibij dienl dc volgende fonnule te wor 38 X periode soloris x betreffende pergentagy gedeeld tloor hot aantal overeengekomen uren per week, dol wordl gewerkt. 1. Een voorbeeld ^'on zo een berekening: werknemer X werkt 19 uur per week en verdient 1 SOQ,OQ euro per maand. Hij heefl een uur reistijd buiten het dienstrooster en de vergoeding hiervoor wordt als ^'olgl berekend (hel percenlage uit de formule is in dit geval 0,607% aangegien het hier gaal om een uur als bodoeld in lid 4 sub e>: 38 maal 1500,00 maal 0.6Q7%-i i 3115,99 euro. Gedeeld doof49 (uren perweek werk) geeft een uitbetaling van 18,21 euro.
52
A.deel vanaf ta.bellen
UI
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 orffert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
3. Zelfde werknemer alleen nu drie uren ab bedoeld in lid 1 sub b (dus hel percenlage is nu 1.12%): 38 mooi 1500.00 maal 1.12% is 63 8.40-euro. Gedeeld door 19 geeft een uilbetaling von J3.6Q per uut. Aongeziener sprake is van drie uren is de totale vergoeding 100.80 euro. Aantekening;
Voor-het begrip salaris: zie artikel 31 lid I.
6. Indien bij het verrichten van karweiwerkzaamheden de werktijd inclusief de overeengekomen pauzes en de reistijd (alleen het deel van de reistijd dat de werknemer langer heeft moeten reizen dan hij normaal nodig heeft naar de plaats waarvoor de dienstbetrekking is aangegaan) meer is dan 10,5 uur op een dag, heeft de werknemer het recht om de tijd meer dan 10,5 uur in vrije tijd te compenseren. Het maximum van de in vrije tijd te compenseren reistijd in verband met karweiwerk bedraagt 6 dagen per jaar. Het maximum van de in vrije tijd te compenseren reistijd in verband met karweiwerk en overwerk samen bedraagt 12 dagen per jaar. De overige uren kunnen alleen in overleg met de werkgever in tijd worden vergoed. Het opnemen vindt overeenkomstig artikel 42 lid 5a van deze CAO plaats. Aantekening: Zie ook artikel 12 lid 5o CAO.
7. Wanneer werknemers gezamenlijk naar een karwei reizen, en een deel van de werknemers geen overwerk wil verrichten, is de werkgever niet gehouden voor die werknemers voor vervangend vervoer zorg te dragen.
PLOEGENTOESLAG Artikel 45 De werkgever betaalt aan de werknemers die in ploegendienst werken een toeslag van 14% van het maandsalaris dan wel het salaris per vierwekenperiode. Aaatekening: Voor hel begrip solans: zie artikeJ-^t lid 1. Voer omschrijving van "plocgcndiensi"zie ortikel 30 lid 1.
53
A-detl vanaf tabellen
^W:ü(
I eerste regel 2 3 46. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 47. 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
VII. VERGOEDING VAN REIS- EN VERBLIJFKOSTEN VERGOEDING VAN REISKOSTEN
ftiUx-'^'t
Artikel 46
hmï
1. Indien de werknemer voor het verrichten van werkzaamheden waarvoor de dienstbetrekking is aangegaan moet reizen, zal de werkgever hem, met inachtneming van hetgeen is bepaald in lid 2 van dit artikel, ter zake van reiskosten de volgende vergoeding geven: a. bij gebruikmaking van openbare middelen van vervoer: de werkelijk gemaakte kosten in de laagste klasse; b. bij gebruikmaking van vervoer waarin door de werkgever wordt voorzien: geen vergoeding; c. bij gebruikmaking van een eigen vervoermiddel van de werknemer, mits dit gebeurt in opdracht en/of met toestemming van de werkgever: een redelijke vergoeding. Van de werkgever wordl verwacht dat hij zich ervan overtuigt dat het vervoermiddel in deugdelijke staat verkeert en verzekerd is volgens de nonnen van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. 2. Van de onder lid 1 sub a en c bedoelde reiskosten komen alleen voor vergoeding in aanmerking de meerdere kosten die de werknemer heeft moeten maken boven de kosten die hij normaal maakl om te komen op de plaats waarvoor de dienstbetrekking is aangegaan. 3. Werknemers, dJe langer dan een week buiten hun vaste woonplaats moeten overnachten, zullen elke week in de gelegenheid worden gesteld om na afloop van de voor het beu-effende werk vastgestelde wekelijkse werktijd naar huis te reizen. Indien echter de werkzaamheden zulks vorderen, dan wel de reisverbinding daartoe aanleiding geeft kan de werkgever na overleg met de werknemer hiervan afwijken. De afreis naar het karwei zal des maandags per eerste gelegenheid geschieden, doch behoeft, behoudens bijzondere omstandigheden, niet eerder aan te vangen dan omstreeks zes uur des morgens. Aantekening: Onder bijyxmdere omstondigheden ia indit verbond te verstaan: een abnormaal grote afstond en/of moeilijke reisgelegenheid.
4. Onverminderd het bepaalde in lid 3 heeft de in dal lid bedoelde werknemer ter zake van een feestdag als genoemd in artikel 19 lid 1 recht op een betaalde reis naar huis. VERGOEDING VAN VERBLIJFKOSTEN Artikel 47 1. Indien de werknemer werkzaamheden moet verrichten buiten de plaats waarvoor de dienstbetrekking is aangegaan zal de werkgever hem vergoeden: a. pensionkosten, indien de noodzakelijke reistijd en/of moeilijke reisgelegenheid noodzakelijk maken dat de werknemer overnacht in een door de werkgever goed te keuren pension; b. verblijfkosten, in redelijke omvang naar gelang van de omstandigheden. 2. Lid 1 sub b is eveneens van toepassing wanneer de werknemer als gevolg van hem plotseling opgedragen overwerk des avonds twee uur of langer na het einde van de dagelijkse werktijd het werk verlaat, tenzij door de werkgever voor een maaltijd wordt gezorgd. 54
A-deel vanaf labellen
Mr.
1 eerste regel 2 48. 3 4 5 6 7 8 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
ANDERE REGELINGEN Artikel 48 Bestaande ondernemingsgewijze regelingen die ten minste gelijkwaardig zijn aan het bepaalde in artikel 44 alsmede aan het bepaalde in de artikelen van dil hoofdstuk, kunnen met een beroep op deze artikelen niet dan in overleg met de werknemer worden gewijzigd.
55
I
A-deet vanaf labellen
I eerste regel 2 3 49. 4 5 6 7 8 9 10 II d
28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 51. 33 34 35 36 37 38
39 40 41 42 daUim 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48
49 50 51 52 53 54 55 laatste
VIll. VAKANTIE EN VAKANTIEBIJSLAG DEFINITIE VAKANTIEDAG Artikel 49 Onder een vakantiedag wordt in de volgende artikelen verstaan een dag waarop de werknemer volgens zijn dienstrooster arbeid zou verrichten indien hij op die dag geen vakantie zou hebben. VAKANTIERECHTEN Artikel 50 1. De werknemer voor wie een dienstrooster van vijf dagen per week geldt op basis van een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 38 uren berekend over een periode van maximaal één jaar, ontvangt 192 vakantie-uren per jaar (in de regel 24 vakantiedagen). Aantekening: Tot 1 januari 2006 ontving de werknemer als hiervoor bedoeld 200 vakantie-uren per jaar (in de regel 25 vakantiedagen).
2. Bestaande afspraken op bedrijfs- of individueel niveau gemaakt voor 1 maart 2001 die leiden tot vakantieaanspraken die het aantal in deze CAO aangegeven aantal vakantie-uren te boven gaan worden door de in deze CAO gewijzigde beschrijving van vakantieaanspraken in uren niet aangetast. 3. Bij een voor de werknemer geldend dienstrooster op basis van een kortere gemiddelde wekelijkse arbeidsduur heeft de werknemer recht op vakantie naar evenredigheid. 4. Bij een dienstverband gedurende een gedeehe van het kalenderjaar heeft de werknemer recht op vakantie naar evenredigheid. EXTRA VAKANTIERECHTEN VOOR OUDERE WERKNEMERS Artikel 51 1. De werknemer die op 30 jimi respectievelijk op 31 december van het lopende jaar ten minste zes maanden onafgebroken in dienst van de werkgever is, verwerft boven de vakantie genoemd in artikel 50 mede telkenmale op voormelde tijdstippen: a 12 vakantie-uren (in de regel anderhalve vakantiedag) indien hij alsdan 50 jaar of ouder is; b 16 vakantie-uren (in de regel twee vakantiedagen) indien hij alsdan 55 jaar of ouder is; c 28 vakantie-uren (in de regel drie en een halve vakantiedag) indien hij alsdan 57 1/2 jaar is; d 40 vakantie-uren (in de regel vijf vakantiedagen) indien hij alsdan 58 jaar of ouder is; e 48 vakantie-uren (in de regel zes vakantiedagen) indien hij alsdan 60 jaar is; f 52 vakantie-uren (in de regel zes en een halve vakantiedag) indien hij alsdan 61 jaar is; g 56 vakantie-uren (in de regel zeven vakantiedagen) indien hij alsdan 62 jaar is; h 60 vakantie-uren (in de regel zeven en een halve vakantiedag) indien hij alsdan 63 jaar is; i 64 vakantie-uren (in de regel acht vakantiedagen) indien hij alsdan 64 jaar is.
56
57 pag cijfer 58
56
A-deel vanaf labellen
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 !5
Voorbeelden; 1. De werknemer isjarig in de periode 1 januari t/m 30 juni. Wordt hij in die periode 60 jaar, dan heeft hij in dat jaar recht op extra uren/dagen vakantie nl.: per 30 juni 48 vakantie-uren (in de regel 6 dagen) per 31 december 48 vakantie-uren (in de regel 6 dagen) in totaal 96 vakantie-uren (in de regel 12 dagen) 2. De werknemer is jarig in de periode van 1 juli t/m 31 december. Wordt hij in die periode 60 jaar, dan heeft hij in dat jaar recht op extra uren/dagen vakantie nl.: per 30 juni (hij is dan nog 59 jaar) 40 vakantie-uren (in de regel 5 dagen) per 31 december 48 vakantie-uren (in de regel 6 dagen) in totaal 88 vakantie-uren (in de regel 11 dagen)
16
17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 52. 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
In beide voorbeelden is aangenomen dat de werknemer op 30 juni en 31 december ten minste zes maanden in dienst is. 2. Voor de werknemer die na I juli 2012 61 jaar wordt geldt het gestelde in lid 1 onder a tot en met f 3. In afwijking van het gestelde in lid 1 geldt voor de werknemer, die op I juli 2012 61 jaar of ouder is en ten minste zes maanden onafgebroken in dienst van de werkgever is, dat hij boven de vakantie genoemd in artikel 50 telkens op 30 juni en 31 december van het lopende jaar niet meer vakantie-uren verwerft dan het aantal vakantie-uren waarop hij per 30 juni 2012 recht had op grond van het in lid 1 bepaalde. Indien deze werknemer na 30 juni 2012 in dienst treedt van een andere werkgever in de Metaal en Techniek behoudt hij boven de vakantie genoemd in artikel 50 telkens op 30 juni en 31 december van het lopende jaar hetzelfde aantal vakantie-uren als het aantal vakantie-uren waarop hij per 30 juni 2012 recht had op grond van het in lid 1 bepaalde. Voorbeeld; De werknemer is in de periode van 1 januari t/m 30 juni 2012 62 jaar en wordt op 1 oktober 2012 63 jaar: per 30 juni 2012 56 vakantie-uren per 31 december 2012 56 vakantie-uren in totaal 112 vakantie-uren De werknemer ontvangt per 31 december dus niet het aantal uren behorende bij een 63-jarige maar blijft hel aantal uren behouden waar hij op 30 juni 2012 recht had. In dit geval dus 56 vakantie-uren in plaats van 60 vakantie-uren. INHOUDING VAKANTIEDAG BIJ TWEEDE ZIEKMELDING Artikel 52 Ten aanzien van de werknemer die zich gedurende een kalenderjaar voor de tweede keer arbeidsongeschikt meldt anders dan ten gevolge van zwangerschap en/of bevalling, zal de werkgever één dag waarop niet wordt gewerkt vanwege arbeidsongeschiktheid aanmerken als een door de werknemer opgenomen verlofdag. 57
A-dcel vanaf tabellen
''lll'VV..
UI'.'
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 53, 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 54. 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Het aantal van het vakantietegoed van de werknemer af te schrijven uren is gelijk aan het aantal uren dat de werknemer op de eerste dag van arbeidsongeschiktheid volgens dienstrooster had moeten werken met een maximum van 8 uren. Aatilekening: Zie ook artikel 65,
BEPERKING VAN DE VAKANTIERECHTEN Artikel 53 1. De werknemer verdient geen vakantie over de tijd, gedurende welke hij wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen aanspraak heeft op zijn salaris. 2. In afwijking van het in lid 1 bepaalde verdient de werknemer toch vakantie over de tijd gedurende welke hij geen recht op salaris heeft: a. in de gevallen als genoemd in de artikelen 62 lid 1 sub b en 63, b. in het geval de werknemer die op 1 mei van het kalenderjaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, de bedongen arbeid niet verricht wegens het volgen van onderricht waartoe hij door de werkgever in de gelegenheid is gesteld. De vrouwelijke werknemer verdient vakantie over de tijd waarin zij niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten ten gevolge van zwangerschap en bevalling. Aantekening: Voor de wettelijke uitzonderingen op de hoofdregel wordt verwezen naar bijlage 11 F.
3. De in lid 2 bedoelde vakantieaanspraken vervallen indien de dienstbetrekking door de werknemer wordt beëindigd voordat de werkzaamheden zijn hervat, tenzij beëindiging van de dienstbetrekking plaatsvindt op grond van een daartoe strekkend schriftelijk medisch advies, AANEENGESLOTEN VAKANTIE Artikel 54 1. De aaneengesloten vakantie wordt als regel genoten tussen 30 april en 1 oktober en omvat, tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet, 21 of meer kalenderdagen. Indien het bedrijfsbelang zich verzet tegen een aaneengesloten vakantie van 21 of meer kalenderdagen, omval de aaneengesloten vakantie ten minste 14 of meer kalenderdagen. De vaststelling van de aaneengesloten vakantie geschiedt door de werkgever in overleg met de betrokken werknemer, mits de werlóiemer deze tijdig aanvraagt en zijn aanspraken toereikend zijn. -
Aantekening: • Hel verdientnanbevelingdat do wcrkgeverelk jaar in do moand januari aan de werknemer opgave doet ven het aantal valmnliodagen dat de werknemer nog toekomt por 1 januari vnn dol jaar.
2. Voor 1 januari kan de werkgever, na overleg met het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie, vaststellen wanneer een aaneengesloten vakantie collectief zal worden gehouden. In individuele gevallen kan hiervan in overleg tussen de werkgever en de betrokken werknemer worden afgeweken. Voor ondememingen met een wettelijk verplichte ondememingsraad geldt dat voor het vaststellen van een collectieve aaneengesloten vakantie de instemming van de ondememingsraad vereist is. 58
A-deel vanaf tabellen
I eer5& regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30otSfc«.4
31 32 33 34 35 36 37
38 56. 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
VASTSTELLEN VERLOFDAGEN Artikel 55 1. De vaststelling van de individuele verlofdagen geschiedt door de werkgever in overleg met de werknemer, mits de werknemer deze ten minste twee werkdagen van te voren aanvraagt en zijn aanspraken toereikend zïjn. Religieuze feestdagen voor Nederlandse en buitenlandse werknemers, 1 mei en andere feestdagen, buiten die genoemd in artikel 19 lid 1, waarop vrijaf wordt genomen, gelden als individuele verlofdagen. Aantekening: Het verdienl aanbcvriing dat de werkgci'or elk jaar in-ée moand jonuari aan de wer vakantiedagen dat de swwk«emer nog toekomt per I januari van det jaar,-
dool van het aantal
2. Behoudens het bepaalde in lid 3 is de werkgever bevoegd om na overleg met het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdeicgatie ten hoogste drie collectieve veriofdagen vast te stellen. De vaststelling van collectieve verlofdagen geschiedt zo tijdig mogelijk. Aantekening: Zie ook anikol 5.
3. De werkgever, die werkzaamheden verricht op een bouwwerk, is bevoegd, na overleg met het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdeicgatie, vast te stellen dat meer dan drie verlofdagen collectief worden genoten. Aontekcnii^: Zie ook ertikel S.
BEREKENING VAN GENOTEN VAKANTIEDAGEN Artikel 55a Indien de werknemer vakantie geniet op een dag die hij volgens zijn dienstrooster zou werken, wordt zijn vakantietegoed verminderd met het aantal uren dat hij volgens zijn dienstrooster zou werken. DOORBETALING VAN SALARIS TIJDENS VAKANTIE Artikel 56 1. De werknemer behoudt geditrende het genot van de hem toekomende vakantie aanspraak op doorbetaling van hel salaris, vermeerderd met een eventueel van toepassing zijnde ploegentoeslag. Aontekening: Zie voor het Vokontiefonds VOM de Metaalnijverheid-het B gedeelte van d e ^ CAO.
2. Indien in cen onderneming een collectieve vakantie geldt, behoudt de werknemer, wiens aanspraak op deze vakantie niet toereikend is en die niet kan worden tewerkgesteld, aanspraak op doorbetaling van salaris, vermeerderd met een eventueel van toepassing zijnde ploegentoeslag. Hetzelfde geldt voor collectieve verlofdagen.
59
A-deel vanaf tabellen
I eerSth regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 dalum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 58. 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
AFWIKKELING VAN TE VEEL OF TE WEINIG GENOTEN VAKANTIEDAGEN
lui'
Artikel 57
f'"
Tijdens de dienstbetrekking kan de werkgever de door de werknemer te veel genoten (gedeelten van) vakantiedagen/uren doen inhalen of in mindering brengen op te verdienen vakantie. 2. Nog niet genoten (gedeelten van) vakantiedagen/uren kunnen tijdens de dienstbetrekking niel worden vervangen door een uitkering in geld. Aantekening: Het geslelde in lid 2 conflicteert niet met anikel 30.
3. Bij het einde van de dienstbetrekking kan de werkgever de door de werknemer te veel
genoten (gedeelten van) vakantiedagen/uren verrekenen met hetgeen hij aan deze werknemer verschuldigd is, indien de beëindiging van het dienstverband geschiedt op verzoek van de werknemer. 4. Bij beëindiging van de dienstbetrekking heeft de werknemer aanspraak op vergoeding wegens door hem te weinig genoten (gedeelten van) vakantiedagen/uren. Ter zake van de hoogte van de vergoeding is artikel 31 lid 1, vermeerderd met een eventueel van toepassing zijnde ploegentoeslag, van overeenkomstige toepassing. -Anntekoning: Weritgever-en werknemer kunnen ovcrcenltomen dat door de worlmemcr te weinig genoten (gedeelten van) vaksnliedogen/ufen tijdens de opzeggingstermijn wordon opgenonten.
5. Bij beëindiging van het dienstverband wegens een dringende reden of tijdens de proeftijd, zullen de door de werknemer te veel ofte weinig genoten (gedeelten van) vakantiedagen/uren in geld worden verrekend. 6. Ten aanzien van vertegenwoordigers en/of verkopers wordt bij de berekening van de vergoeding wegens te veel of te weinig genoten (gedeelten van) vakantiedagen/uren uitgegaan van het basissalaris, vermeerderd met de verdiende provisie, ongeacht de datum van uitbetaling van deze provisie. De provisie wordt echter uitsluitend in de berekening betrokken indien over de vakantiedagen/uren waarvoor vergoeding plaatsvindt, recht op provisie bestaat. Als verdiende provisie geldt de provisie welke is verdiend gedurende de laatste 12 kalendermaanden direct voorafgaande aan de datum van het einde van de dienstbetrekking, herleid naar het aantal vakantiedagen/uren waarover de vergoeding dient te worden berekend. In geval van arbeidsongeschiktheid gedurende de laatste 12 kalendermaanden direct voorafgaande aan de datum van het einde van de dienstbetrekking, zullen als de laatste 12 kalendermaanden gelden de laatste 12 kalendermaanden gedurende welke de functie bij arbeidsgeschiktheid feitelijk is uitgeoefend. 7. Bij het einde van de dienstbetrekking verstrekt de werkgever aan de werknemer een schriftelijke verklaring waaruit blijkt hoeveel vakantiedagen/uren de werknemer niet heeft opgenomen doch wel heeft uitbetaald gekregen. VERVAL VAN VAKANTIEAANSPRAKEN Artikel 58 1. De werknemer die bij de aanvang van de voor hem vastgestelde aaneengesloten vakantie of van één of meer van de door hem vastgestelde verlofdagen/uren arbeidsongeschikt is, ontvangt de vakantiedagen/uren waarvan hij geen gebmik heeft 60
A-deel vanaf tabellen
^
j,'-;j
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 59. II deeltitel 12 13 14
15 16 17
18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 damm 2 44 45 NB regel
kunnen maken op een andere tijd, doch uiterlijk vijfjaren na de laatste dag van hel kalenderjaar waarin de aanspraak op vakantie is ontstaan. 2. Indien werkgever en werknemer van mening verschillen over de vraag of dan wel in hoeverre de werknemer van vakantiedagen/uren gebmik heeft kunnen maken, zal de meest gerede partij het geschil ter beslissing kunnen voorleggen aan de Vakraad. Kx:^
Aantekening: ZJebijlage 1 IG voor hel verjaren vun vakantie-on nap raken.
VAKANTIEBIJSLAG Artikel 59 1. De werknemer heeft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 60, aanspraak op vakantiebijslag van 8% over hetgeen hij sinds de laatst verschenen eerste juli heeft verdiend. Bij de in de vorige volzin bedoelde verdienste blijven - tenzij in de ondememing een andere regeling bestaat - buiten beschouwing; overwerk, tijdelijke werktijdverkorting, reisuren vallende buiten de dagelijkse arbeidstijd, onkostenvergoedingen, de dertiende maand, de dagvenstertoeslag indien deze minder dan 30 dagen per jaar is uitgekeerd, winstdelingsregelingen e.d. en éénmalige uitkering(en). Vergoedingen in verband met beloningssystemen ais bedoeld in artikel 37 behoren wel tot de in de eersie volzin van dit lid bedoelde verdienste. AontekeniBg: Voorbeeld: ols de dogvenstenocslag 31 dagen over een kalendeijaar is toegekend, geldt de gehek; toeslag over die 31
2. De vakantiebijslag is opeisbaar op 30 juni, dan wel op de datum van beëindiging van
de dienstbetrekking. 3. De vakantiebijslag wordt verminderd met een evenredig deel van het in lid 1 bepaalde;
a. voor de tijd die de werknemer voor eigen rekening vrijaf neemt; b. voor de tijd die de werknemer sinds de laatstverschenra eerste juli zijn werkzaamheden niet heeft verricht anders dan ten gevolge van arbeidsongeschiktheid of werktijdverkorting, waarbij de eerste maand buiten beschouwing blijft. 4. Ten aanzien van vertegenwoordigers moet onder salaris als bedoeld in lid 1 worden verstaan: hel basissalaris over de periode 1 juli/30 juni + de in die periode uitbetaalde provisie. De voor vertegenwoordigers verschuldigde vakantiebijslag is niet hoger dan 8% van driemaal het wettelijk minimumloon per jaar. Aantekeningen: 4T—Aonbevo len wordl dat de^werkgever melde werknemer die in dienst van de-werk gever (crogkecri na verblijf in militaire dienst, een regeling treft ta.v. de toe te kennen vakontiebijslag. 2,—Zie voor hel Vekentiefonds voor de Metoolnijverhoid hel B gedeelte van deze CAO:
46 60. 47
MINIMUM-VAKANTIEBIJSLAG
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Artikel 60 1. De werknemer die op 1 april 2011 in dienst is of nadien in dienst treedt cn die op 30 juni 2011 de leeftijd van 23 jaar doch niet die van 65 jaar heeft bereikt, ontvangt een vakantiebijslag van tenminste € 147,27 per maand (€ 135,44 per vierwekenperiode) in de periode vanaf I april 2011 tot 1 oktober 2011. 2. De werknemer die op 1 oktober 2011 in dienst is of nadien in dienst treedt en die op 30 juni 2012 de leeftijd van 23 jaar doch niet die van 65 jaar heeft bereikt, ontvangt een 61
A-deel vanaf labellen
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15
vakantiebijslag van tenminste € 148,74 per maand (€ 136,79 per vierwekenperiode) in de periode vanaf 1 oktober 2011 tot 1 februari 2012, 3. De werknemer die op 1 februari 2012 in dienst is of nadien in dienst treedt en die op 30 juni 2012 de leeftijd van 23 jaar doch niet die van 65 jaar heeft bereikt, ontvangt een vakantiebijslag van tenminste € 150,45 per maand (€ 138,36 per vierwekenperiode) in de periode vanaf 1 febmari 2012 tot 1 augustus 2012. 4. De werknemer die op 1 augustus 2012 in dienst is of nadien in dienst treedt en die op 30 juni 2013 de leeftijd van 23 jaar doch niel die van 65 jaar heeft bereikt, ontvangt een vakantiebijslag van tenminste € 152,18 per maand (€ 139,95 per vierwekenperiode) in de periode vanaf 1 augustus 2012 tot 1 febmari 2013. 5. De werknemer die op 1 febmari 2013 in dienst is of nadien in dienst treedt en die op 30 juni 2013 de leeftijd van 23 jaar doch niet die van 65 jaar heeft bereikt, ontvangt een vakantiebijslag van tenminste € 153,93 per maand (€ 141,56 per vierwekenperiode) in de periode vanaf 1 febmari 2013.
16
Aontekening: Ete minimum vokantiebijskigper moOHd die gold vanaf 1 februari 2011 wewll verhoogd met 1,0% per 1 oktober 20tl. De minimum valiantiebijslog per maand die geldt vanaf 1 oktober 2011 wordl verhoogd met 1.15% per 1 fcbrvari2Q12. De minimum vakantiebijslag per moond die gekftvaiw^l februari 2012 wordl verhoogd mel 1.15% per 1 ougustus3012. Pe-minimum vakantiebijslag per maand die gekit vanaf t-augustus 3012 wordl verhoogd mel 1,15% per 1 fcbr\inri2013.
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34
35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
62
A-deel vanaf tabellen
I eerste regel 2 3 61. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
IX. V E R L O F
s
KORT VERLOF
)••••'.:
Artikel 61
.UI ,
Met uitsluiting van het bepaalde in het derde en vierde lid van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek wordt bij verzuim, voor zover dil binnen de dagelijkse werktijd noodzakelijk is, met doorbetaling van salaris in de hiema te noemen gevallen en over de daarbij vermelde duur vrijaf gegeven; a. over vier dagen aaneengesloten bij: - overiijden van de levenspartner, een inwonend kind of pleegkind; b- over twee dagen aaneengesloten bij: - huwelijk of geregistreerd partnerschap van de werknemer; c. overeen dag bij: - bevalling van de levenspartner; adoptie door de werknemer; - huwelijk van een ouder, ouder van de levenspartner, kind, kleinkind, broer, zuster, broer en/of zuster van de levenspartner; - overlijden van een ouder, levenspartner van de ouder, ouder van de levenspartner, niet-inwonend kind of pleegkind, broer of zuster; - bijwoning van de begrafenis of crematie van een ouder, levenspartner van de ouder, ouder van de levenspartner, niet-inwonend kind of pleegkind, broer of zuster; - overlijden of bijwoning van de begrafenis of crematie van een grootouder van de werknemer of van diens levenspartner, kleinkind, schoonzoon, schoondochter, broer en/of zuster van de levenspartner, alsmede de levenspartner van (laatstgenoemde) broer of zuster; 25-jarig en 40-jarig huwelijksfeest van de werknemer; - keuring voor verplichte militaire dienst, waarbij doorbetaling van salaris slechts behoeft plaats te vinden wanneer de werknemer geen tegemoetkoming van het Ministerie van Defensie ontvangt; - professie van een kind, broer of zuster of priesterwijding van een kind of broer; - 25-, 40-, 50-, en 60 jarig huwelijksfeest van de ouders, dan wel van de ouders van de levenspartner; d. - over de tijd nodig voor het doen van een examen waaronder begrepen maximaal één herexamen voor een diploma of getuigschrift krachtens de Wet educatie en beroepsonderwijs; over de tijd nodig voor het doen van een vakexamen voor een ander erkend diploma - mits dit in het belang van het bedrijf is - indien een verzuim van niet langer dan twee dagen nodig is; over een door de werkgever naar redelijkheid te bepalen langere tijd indien een examen als bedoeld in de vorige zin een verzuim van meer dan twee dagen nodig maakt; e. over een door de werkgever naar redelijkheid te bepalen tijd tot ten hoogste één dag bij: vervulling van een bij wettelijk voorschrift of door de overheid zonder geldelijke vergoeding opgelegde verplichting, voor zover deze verplichting persoonlijk moet worden nagekomen; f. over ten hoogste twee uren bij: - uitoefening van de kiesbevoegdheid. Onder levenspartner als in het voorafgaande bedoeld onder a en c wordt verstaan de echtgenoot dan wel echtgenote van de werkneemster dan wel werknemer, dan wel degene, geen ouder, broer of zuster van de werkneemster dan wel werknemer zijnde, met wie de werkneemster dan wel werknemer duurzaam een gezamenlijke huishouding voert en 63
A-deel vanaf tabellen
vim,
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14
waarvan de naam door de werkneemster dan wel werknemer vooraf aan de werkgever bekend is gemaakt. Onder levenspartner van de ouder als bedoeld in het voorafgaande bij het derde en vierde gedachtestreepje onder c, wordt verstaan de echtgenoot dan wel echtgenote van de ouder dan wel degene, geen ouder, broer of zuster van de ouder zijnde, met wie de ouder duurzaam een gezamenlijke huishouding voert.
15 62.
BIJZONDER VERLOF
16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 63.
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Aonlekeningen: 4-;—2ie bijlage 7A voor verlof in verband mot doktersbezoek. 2^—De werkgever-wordt Aanbevolen de jeugdige werknemeT-die ccn avondschool beaockt. daartoe tijdig vrijaf lesgeven. ^.—Het kon verlof mag geenszins als een cMira vakantie wordon boschouwd. Indien b.v, ccn van de gebeurtenissen die oanleidingkunncnzijntotkortvertof inde vakantie-ofop eon vrije dag valt, heeft dewwtotenter na afloop vande vakanlieofde vrije dag geen recht meer op de kort verkjfdogen tenzij verlof4en gevolge van die gebeurtenis alsnog
Artikel 62 1. Aan de werknemer die lid is van een werknemersorganisatie zal, mits het verzoek daartoe tijdig door de v.v, aan de werkgever kenbaar is gemaakt, vrijaf worden gegeven: a. met doorbetaling van salaris over de tijd nodig voor het bijwonen als officieel afgevaardigde van een bijeenkomst van één van de volgende colleges van zijn organisatie: - congres, bondsraad, bedrijfsgroepsafdeling en landelijke bedrijfsgroepsraad Metaal en Techniek (FNV Bondgenoten); - congres, bondsraad, vakgroepbestuur, CAO-commissie, en districtskadergroep (CNV BedrijvenBond); - congres, bestuursraad, bedrijfsgroepsbestuur en landelijke bedrijfsgroepsvergadering (De Unie); b. voor eigen rekening over de tijd nodig voor het deelnemen aan cursussen en/of scholingsactiviteiten van zijn organisatie. Het vorenbedoelde verzoek kan alleen worden geweigerd indien aannemelijk wordt gemaakt dat inwilliging van het verzoek de bedrijfsbelangen emstig schaadt dan wel de normale uitoefening van defimctievan de werlóiemer ernstig in gevaar brengt. —
Aantekening: Zic ton aanzien van va kbondsltodc rieden ook punt-3 von het voorwoord van-dezeGAO.
2. De werknemer die lid is van de Deelnemersraad van de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek zal vrijaf worden gegeven mel doorbetaling van salaris over de tijd die nodig is voor het bijwonen van vergaderingen van de Deelnemersraad. Aantekening: Artikel 62 lid 2 ireedl in werking zodra het Bestuur PMT besloten heeft de werkgever de loonkosten te vergoeden.
VERLOF VOOR EIGEN REKENING Artikel 63 1. Dc werknemer, die in het bezit is van een verklaring waamit blijkt hoeveel vakantiedagen hij nog te goed had bij een vorige werkgever, heeft aanspraak op verlof voor eigen rekening over dat aantal dagen.
64
A-dee1 vanaf tabellen
1 eerste regel 2 3 4 5 63A. 6 7 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 64. 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
2. De werkgever is niet verplicht de werknemer deze verlofdagen te verlenen indien de werknemer niel voor het aangaan van de dienstbetrekking hiervan mededeling heeft gedaan.
i'S
LEVENSLOOP
• UI
Artikel 63 a Ingeval de werknemer gebmik maakt van zijn gespaarde tegoed in het kader van de Levensloopregeling geldt het volgende: 1. Het verlof kan zowel in vol- als in deeltijd worden opgenomen; 2. De werknemer dient een verzoek van minder dan 3 maanden verlof tenminste 3 maanden voor het beoogde tijdstip van ingang schriftelijk in bij de werkgever. Een aanvraag voor verlof van 3 maanden of langer moet ten minste 6 maanden voor dat tijdstip schriftelijk worden ingediend. 3. De werkgever neemt een beslissing op het verzoek na overleg met de werknemer binnen een maand na ontvangst van het verzoek. 4. De werkgever willigt hel verzoek in, indien de werknemer met verlof wil gaan voor een periode van niet langer dan 2 jaar direct voorafgaand aan het moment waarop hij met pensioen gaal. Aontekening Zie bijlage IQa voor do lovcnslet^tregeling in de Motaol en Techniek..
GEDWONGEN VERZUIM Artikel 64 1. Bij gedwongen verzuim als bedoeld in artikel 7:628 van het Burgeriijk Wetboek, wordt de doorbetaling van het dientengevolge verschuldigde salaris, vermeerderd met een eventueel van toepassing zijnde ploegentoeslag, beperkt tot vijf dagen, tenzij hel verzuim aan de schuld van de werkgever te wijten is. Indien twee of meer periodes van gedwongen verzuim elkaar opvolgen met een onderbreking van niet meer dan 3 dagen, gedurende welke de werknemer in opdracht van de werkgever betaalde arbeid heeft verricht, worden deze periodes van gedwongen verzuim voor de loepassing van de in de vorige volzin bedoelde 5 dagen als één verzuimperiode beschouwd. 2. In afwijking van het eerste lid is de werkgever, indien niet kan worden gewerkt wegens gedwongen verzuim ten gevolge van vorst, harde wind, hoge waterstand, overstroming(en), ijsgang of de situatie van sneeuw op de werkplek, gladheid op de werkplek en/of dooi op de werkplek, niet verplicht tol enige betaling van salaris, vermeerderd met een eventueel van toepassing zijnde ploegentoeslag behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel. 3. Over elke (volle) dag, dat ten gevolg van de in het vorige lid bedoelde oorzaken niet gewerkt kan worden, verstrekt de werkgever op de aan de werknemer verstrekte uitkering krachtens de Werkloosheidswet een aanvulling tot 100% van het voor de werknemer geldende individueel overeengekomen salaris, vermeerderd met een eventueel van toepassing zijnde ploegentoeslag. Bij elke periode van vorst of hoge waterstand moet ten hoogste twee weken de hiervoor genoemde aanvulling worden betaald. In een eenmaal begonnen vorstperiode of periode van hoge waterstand wordt de periode van twee weken geacht te zijn onderbroken indien er minimaal op drie aaneengesloten dagen arbeid is verricht. Na deze drie dagen begint een nieuwe periode van ten hoogste twee weken aanvulling voor de werkgever te lopen, indien en voor zover er nog sprake is van een gedwongen verzuim ten gevolge van vorst of hoge waterstand. 65
A-deel vanaf labellen
IU
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
ln geval de werknemer op grond van de zogeheten referte-eis geen uitkering krachtens de Werkloosheidswet krijgt, behoudt de werknemer recht op een aanvulling van hel salaris door de werkgever tot 100%. 4. Bij invoering door de werkgever van een door de bevoegde instantie goedgekeurde tijdelijke werktijdverkorting (verkorting tot een O-uren week daaronder begrepen) betaalt de werkgever geen salaris over de tijd waarin geen arbeid is verricht. 5. Wanneer de werknemer ten opzichte van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) waarbij de werkgever is aangesloten aanspraak heeft op uitkering krachtens de werkloosheidswet omdat de werkgever ingevolge het bepaalde in hel voorgaande lid niet verplicht is tot betaling van salaris, vermeerderd met een eventueel van toepassing zijnde ploegentoeslag, wordt deze uitkering door de werkgever aangevuld tot het gederfde salaris. 6. Indien een persoon minder dan 15 uur per week werkzaam is en de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verrichl niet zijn vastgelegd, dan wel indien de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig is vastgelegd is, in ^wijking van de leden 1 tot en met 5, artike! 7:628 BW niet van toepassing gedurende de eerste 12 maanden van de overeenkomst. Aantekening: Door gedwongen verauim wordt hel dienat^'erfeand niot vetferoken.
66
A-deel vanaf labellen
•tl
m
i.vi^'U
I eerste regel 2 3
65.
4 5 6 7 8 9 10 I I deeltitel 12 13 14
15 16 17
18 65A. 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 66. 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
X. A R B E I D S O N G E S C H I K T H E I D
ftX'-pS.;
DEFINITIE Artikel 65 1. Onder arbeidsongeschiktheid in dit hoofdstuk wordt verstaan het ongeschikt zijn tot werken ten gevolge van ziekte, ongeval, gebrek, zwangerschap en/of bevalling, een en ander zoals omschreven in de Ziektewet (ZW), de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). 2. Als eerste dag van de arbeidsongeschiktheid wordt beschouwd de dag, waarop niet is gewerkt ofhet werken tijdens de werktijd is gestaakt. 3. Als dag van arbeidsongeschiktheid wordt ook beschouwd de dag vallend binnen het dienstrooster waarop ten gevolge van arbeidsduurverkorting niet wordt gewerkt. 4. Als dag van arbeidsongeschiktheid wordt voorts beschouwd de dag waarop niet wordt gewerkt ingevolge een dienstrooster als bedoeld in artikel 18 lid 4. AANVULLEND INVALIDITEITSPENSIOEN Artikel 65a
1 .—Er is oon N-V. "N.V. Schadeverzekering Melftal en Teohnisohe BedrijfstakkgR2. E)e >i.'V.-heeft ten doel om, op de voet en (mder-de voorwaarden als in do •betreffende reglementen nader •• is bepoald, onder meer het aanbieden—en \^orzorgen—V«Ï schadeverzekeringen—tw—dekking—van—Fmancieel—risiee—als—gevolg—van arbeidsongeschiktheid. — O e N.V. stelt zioh mede ton doel hel innen on beheren van gelden ter financiering van vorengenoemde doeleinden. 3:—De uitvoering van dc in lid 2 omschfevg*-doeleinden werdt nader gerogeld in de doortoc nevens deze CAO overeengekorwen CAO Aanvullend Invaliditeitspensioen Metaal en-Toohnisohe Bedrijfstakken. 4. De werkgever kan van de gedifferentieerde premie voor de WGA, verminderd met de rentehobbeltoeslag, maximaal 50% verhalen op de werknemer. MELDING Artikel 66
1. Ingeval van arbeidsongeschiktheid is de werknemer verplicht hiervan ten spoedigste kennis te geven of te doen geven aan de werkgever. Indien de werknemer op de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken niet op het werk verschijnt, dient de in de vorige zin bedoelde kennisgeving uiterlijk om 09.00 uur des voormiddags te geschieden. anteken ing: - ^ i e voor gedragsregels bij arfaeidsongeschikiheid bijlage .?7
Ter voorkoming van misbmik is de werkgever bevoegd om, ingeval hij aannemelijk maakt dat de werknemer zich ten onrechte arbeidsongeschikt heeft gemeld, hetzij de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid aan te merken als een door de werknemer opgenomen verlofdag, hetzij over die dag de doorbetaling van het salaris achterwege te laten.
57 pag cijfer 58
67
A-deel vanaf tabellen
I eeréftAegel 2 3 4 5
ZWANGERSCHAPS- EN BEVALLINGSVERLOF Artikel 66a Zie bijlage 1 Ik voor de tekst van artikel 3:1 en 3:3 Wet arbeid en zorg.
6
7 67. 8 9 10
AANVULLING VAN SALARIS
I I deeltitel 12
1 a. De werkgever is bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer gedurende een lijdvak van maximaal 24 maanden gehouden het salaris aan de werknemer door te betalen dat de werknemer bij arbeidsgeschiktheid zou hebben verdiend, waarbij geldt dat gedurende de eerste zes maanden 100% van dal salaris wordl doorbetaald en gedurende de volgende 18 maanden 90% van dat salaris wordt doorbetaald, b. In afwijking van het in lid 1 sub a gestelde wordt aan de werknemer die het werk gedeeltelijk dan wel op arbeidstherapeutische basis hervat gedurende de in lid 1 sub a bedoelde periode van maximaal 24 maanden tijdens die periode van werkhervatting 100% van het salaris door de werkgever doorbetaald dat de werknemer bij arbeidsgeschiktheid zou hebben verdiend.
13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum I 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Artikel 67
Aantekening:
ondor een periode van arbeids therapie wordt verstaon het tijdvok dat do weritnemer op basis van een gestructureerd pion-van de arbo oits o.q. bedrijfonrts in het kader van herstel, werkzoomheden gaat verrichten togen geen of verminderde toonweenie.
c. In afwijking van het in lid 1 sub a gestelde wordt aan de werknemer waarvan is vastgesteld dat die geen kans op herstel heeft en niet beschikt over een resterende verdiraicapaciteilgedurende de in lid 1 sub a bedoelde periode van maximaal 24 maanden 100% van het salaris door de werkgever doorbetaald dat de werknemer bij arbeidsgeschiktheid zou hebben verdiend. Indien werkgever en werknemer twijfelen over dc toepasselijkheid van de vorige volzin kan de werknemer eerder dan na twee jaar een aanvraag voor een IVAuitkering indienen bij het uitvoeringsorgaan. Deze aanvraag moet vergezeld gaan van een verklaring van de bedrijfsarts dat er naar zijn mening sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid en geen kans op herstel. De verklaring van de bedrijfsarts moei mede gebaseerd zijn op een verklaring van de behandelende medisch specialist. 2. De in lid 1 bedoelde salarisdoorbetaling wordt verminderd met; a. het bedrag van enige - ongekorte - geldelijke uitkering die de werknemer toekomt dan wel zou kimnen toekomen krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering. Het bedrag waarmee deze uitkering eventueel verlaagd is als gevolg van een sanctie van de uitkeringsinstantie vanwege een aan de werknemer verwijtbare omstandigheid, dient daarbij gerekend te worden als de geldelijke uitkering als bedoeld in de vorige volzin; b. het bedrag waar de werknemer recht op heeft dan wel recht op had kunnen hebben indien hij zich heeft dan wel had verzekerd voor een aanvullend invaliditeitspensioen bij de N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, tenzij het niet verzekerd zijn het gevolg is van handelen of nalaten van de werkgever; c. het bedrag dat in verband met premievrij stelling door het pensioenfonds niet bij de werknemer wordt ingehouden, voor zover het werknemersdeel van de premie conform het reglement door de werkgever voor de intreding van de 68
A-deel vanaf tabellen
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 67A. 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44
45 NB regel 46 47
48 49
50 51 52 53 54 55 laatste
arbeidsongeschiktheid werd ingehouden, dit geldl niet voor de werknemer die op 1 april 2003 één jaar of langer arbeidsongeschikt is. 3. Onder salaris wordt in dit artikel verstaan het salaris als bedoeld in artikel 31 lid 1 vermeerderd met een eventueel van toepassing zijnde ploegentoeslag en/of prestatietoeslag. 4a. In afwijking van het gestelde in lid 1 heeft de werkgever geen verplichting tot salarisbetaling van meer dan 70% indien die arbeidsongeschiktheid voortvloeit uit werkzaamheden verricht in strijd met het gestelde van artikel 26 van deze CAO. In de gevallen als genoemd in artikel 7:629 lid 3 BW heeft de werkgever geen verplichting tot salarisdoorbetaling als bedoeld in artikel 67 lid 1 van deze CAO. 4b, b afwijking van het gestelde in lid 1 heeft de werkgever geen verplichting tot salarisbetaling indien de werknemer uitsluitend recht heeft op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet. Aontokenittgt
indien in geval van artikel 67 tid la eerste voizin. de tiDbri5>>elaliDg minder bedraagt dan bel wetle^jk miniimimloon dient bel wettelijk minimumloon te worden uitbetoald.
5. Voor de toepassing van het in het eerste lid bepaalde worden perioden waarin de werknemer ten gevolge van dezelfde arbeidsongeschiktheidsoorzaak verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan zes maanden opvolgen. Voor de toepassing van het in het eerste lid bepaalde worden perioden waarin de werknemer ten gevolge van verschillende arbeidsongeschiktheidsoorzaken verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. 6. De werknemer dient zich te houden aan de gedragsregels als genoemd in bijlage 7. De werkgever kan de in deze bijlage genoemde sancties toepassen. Aantekening^ Zie bijlage UJ voorde tekat van artikel 7i620 BW.
REÏNTEGRATIE Artikel 67a 1. Onder een arbeidsgehandicapte werknemer wordt in dit artikel verstaan een werknemer in de Metaal en Techniek die beperkingen heeft in de zin van de wel WIA. 2. a. De werknemer die in het kader van de WIA een verminderde verdiencapaciteit heeft van minder dan 35% en werkzaamheden verricht overeenkomstig zijn resterende verdiencapaciteit ontvangt een salaris dat gelijk is aan het oude salaris, verminderd met het percentage van zijn gewijzigde verdiencapaciteitT jndien de werknemer eea-verzekering tegen deze verminderde verdienoapaoiteit heeft gesloten bij de N.V. Sohadeverzekenng Metaal en teobflisehc Bedrijfstakken en werkzaam is bij een werkgever in de -Metaal en Techniek, ontvangt de werknemer een toeslag op zijn salaris conform de geldende polisvoorwaarden. Ëen werknemer die oen toeslag ontvangt als bedoeld in de verige-volzJn on die een iiieuw diwistverband aangaat bij een ondere werkgever in-de Metaal cn Techniek, is gehouden aan dc nieuwe werkgever voordal hij het nieuwe dienstverband aangoat le melden dat hij de toeslag ontvangt. b. De arbeidsgehandicapte werknemer die in het kader van WIA een venninderde verdiencapaciteit van 35%-80% heeft en die in het kader van zijn reïntegratie passende arbeid bij de eigen werkgever accepteeri en daardoor een functie gaat vervullen met een lager salaris, ontvangt met inachtneming van het hiema in sub c bepaalde, vanaf het moment dat hij de nieuwe functie gaal vervullen gedurende een
56
69
57 pag cijfer 58 A-deel vanaC'abellen
•Ol
m
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50
51 52 53 54 55 laatste
tijdvak van maximaal 24 maanden een persoonlijke toeslag op het salaris. De periode van loondoorbetaling ais bedoeld in artikel 67 lid 1 CAO voorafgaand aan het vervullen van de functie als hier bedoeld, en het tijdvak waarin de persoonlijke toeslag als bedoeld in de vorige volzin wordt betaald, kunnen tezamen niet langer zijn dan 42 maanden. Indien die periode wel langer is vervalt na die 42 maanden de persoonlijke toeslag. Het bedrag van deze toeslag is gelijk aan het verschil tussen het salaris van de oude functie en het nieuwe lagere salaris. Na het verstrijken van het genoemde tijdvak geldt voor de werknemer het bepaalde in artikel 36 CAO. c. Bij het berekenen van de hiervoor in sub b bedoelde toeslag wordt het salaris dat de werknemer verdiende ten tijde van de arbeidsongeschiktheid pro rata berekend over de arbeidsduur waarin de werknemer in de nieuwe passende functie werkzaam is. d. Bij het berekenen van het sub a bedoelde verschil wordt bij het nieuwe salaris opgeteld hel bedrag waarmede een eventuele WIA-uitkering dan wel de uitkering als bedoeld in artikel 67 lid 2 sub c CAO wordt verhoogd na het aanvaarden van de passende arbeid, dan wel het bedrag van enige andere, dan de WIA, - ongekorte geldelijke uitkering die de werknemer toekomt dan wel zou kunnen toekomen krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering. Aontekeningeft 4T—Aftikel ^?B lid 2 regelt dot de werknemer , jonger dan 55 joor no hel aanvaarden van posoende orbeid gedurende een periode van moKimaal 37 maonden (namelijk 24 maanden en 3 maanden ei> ortikel H CAQ) heaclfde salaris blijft vgrdione'n als hij hod veer het oanvoorden van die passende orbeid, i-.—Dij hot toerekenen van de toeslag woidt ingevolge sub e rekening gehouden met de ortteidsduur van de nieuwe passende fimctie. tevens wordt rekening gehouden mot hel nieuwo-sn la ris-wo lus ie f uitkeringen ols bedoekl-in-sub d: VoorfeccMenr 4 Wericnemer is 38 uur per ^eek werkzaom en heoft een salaris van € 2QO0.—per maond. Hij raakt arboidsongeschikl en dctfierVgevcrheefl een nntteie pasttende funotio voor 38 uur per week met «en salaris von € IWX),—per mnnnit. Het veriohil tussen het salons voor-arfaeidsongeschiktheid en na reïntegratie bedraagt 6 200. per maond. Derhalve entvengt^ werkrtemer gedurende een periode von 2? maanden een toeshtg van fe-200,—pw maand. 2 Werknenwr is 38 uur per week-werkzaom en heeft een salaris van € 200ft.—per maand. Hij raakl orboidsongoschikl en de-weritgever heefl een ondero passende fiinotie-voor 19 uur per week mel een salaris van €800.—per moand. De W A O uitkering wordt na het aanvoerden von tie passende oitekl mei £ 100.—verhoogd. liet soloris '•oof-ttfbeidsongesc hikt heid dient-te wordM omgeeet naar de orbeidriuur von-de nieuwe possende ftinctie^ S0% (von 38 uur noor 19 uur) vanfi 2000. •zijnde € IQOOr^'Dc toeslag zou deneiJB^-JOOfe- fde 50% van het soteris ten tijde van dc orbeidoon ge schiktheid) minus g 800,—0iet sateris van de nieuwe possendo functie) zijttde g aOO. • Aangezien de WAO uitkering nn hel oonvaarden van de passende arbeid werd verhoogd mot € 100.—meel dit bodrag bij hel.ftieuwe-saloris werden opgeteld zodot het uiteindelijke verschil ^ 1 OQ.—is, zijnde de toeslag die gedurende 37 moonden moet worden betoold.
3. Indien de werknemer na aanvang van de passende arbeid bij de eigen werkgever ook voor die passende arbeid arbeidsongeschikt wordt, geldt het volgende; a. hidien de werknemer binnen zes maanden na aanvang van de passende arbeid bij de eigen werkgever opnieuw arbeidsongeschiktheid wordt, is de werkgever gedurende het resterende deel van het tijdvak van 24 maanden ex artikel 67 lid 1 gehouden de werknemer het salaris door te betalen dat de werknemer verdiende voor aanvaarding van de passende arbeid. Het in de vorige volzin bedoelde resterende deel is het maximale tijdvak van 24 maanden minus de periode die ligt tussen de aanvang gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en de aanvaarding van de passende arbeid. Het bepaalde in artikel 67a lid 2 sub b tot en met sub d is in dit geval niet meer van toepassing. b. Indien de werknemer na zes maanden na aanvang van de passende arbeid bij de eigen werkgever opnieuw arbeidsongeschiktheid wordt, is de werkgever ex artikel 67 gedurende een tijdvak van maximaal 24 maanden gehouden het salaris door te betalen dat de werknemer bij arbeidsgeschiktheid zou hebben verdiend, namelijk het salaris dat hoort bij de passende arbeid die de werknemer is gaan verrichten. Daamaast blijft het bepaalde in artikel 67a lid 2 sub b tot en met sub d van
56
57 pag cijfer 58
70
A-deel vanaf tabellen
.III
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
toepassing voor de resterende periode van het in artikei 67a lid 2 sub b genoemde tijdvak. Aantekening: Dc werknemor dic binnon zes moanden no oon'-'ong van dc possende ortwid bij do eigen werkgever opnieuw arbeidsongesohikt uitvalt, zoals bosohreven in lid 3sub a. behoudt de rechten die hij had ob-wore hij niet oan de slag gegaan in passende ariteid: de worlting van artikel 67 is gedurende de periode dal hij poS9ci>de orfeciil verriohlie opgosehorl. De werknemer die-na zes maanden no aanvang-von de posseitdc arbeid bij de eigen werkgever opnieuw arbeidsongesohikt uitvalt, behoudihelbijaonvang-vandepassendearbeid verkregen recht opde peroeonlijko^oeslag voor de resterende duur en voorts de rechten conform artikel 67. waarbij het nieuwe salaris als uitgangspunt geldt voor dc salorisdoorbelnl ings verpl ic hti ng.
4. De arbeidsgehandicapte werknemer die in het kader van zijn reïntegratie wordt gedetacheerd of bij wijze van proefplaatsing gaat werken bij een andere werkgever, behoudt tijdens die periode de arbeidsvoorwaarden van zijn werkgever waar vanuit de detachering/proefplaatsing plaatsvindt. 5 a. In geval de arbeidsgehandicapte werknemer in het kader van zijn reïntegratie passende arbeid gaat verrichten bij een nieuwe werkgever geldt, indien bij de reïntegratie voldaan is aan de volgende criteria, - de reïntegratie bij de nieuwe werkgever is tol stand gekomen met behulp van een erkend reïntegratiebedrijf conform de wet; - de reïntegratie vindt plaats binnen de termijn van maximaal 24 maanden als bedoeld in artikel 67 lid 1; het bepaalde in lid 6 sub a., sub b. en sub c. 5 b. Indien door de arbodienst, danwel het UWV is vastgesteld dat de werknemer niet kan terugkeren in het eigen bedrijf kan een reïntegratiebedrijf worden ingeschakeld. Als werkgever en werknemer dan besluiten om een reïntegratiebedrijf (welke beschikt over het Blik op Werk Keurmerk) in te schakelen bij het reïntegreren van de arbeidsongeschikte werknemer, dan krijgt de werkgever een tegemoetkoming in de kosten van het reïntegratiebedrijf. Deze tegemoetkoming bedraagt 50% van de kosten tot een maximum van € 2.500. 6 a. De werkgever bij wie de werknemer als bedoeld in lid 5 uit dienst treedt en daardoor een lager salaris gaat verdienen, betaalt de werknemer bij einde dienstverband een bedrag ineens, waarvan de hoogte als volgt wordl bepaald: Het verschil tussen het salaris dat de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid verdiende en het salaris dat de werknemer na zijn reïntegratie gaat verdienen, vermeerderd met eventuele uitkeringen als bedoeld in artikel 67 lid 2 sub b en sub c, over de resterende periode van de maximaal 24 maanden als bedoeld in artikel 67 l i d l . Bij het berekenen van de hiervoor bedoelde uitkering wordt het salaris dat de werknemer verdiende ten tijde van de arbeidsongeschiktheid pro rata berekend over de arbeidsduur waarin de werknemer na zijn reïntegratie werkzaam is. Bij de bepaling van de hoogte van dit bedrag geldt voorts het volgende; Het bedrag ineens is maximaal 30% van het salaris dat de werknemer gedurende de resterende periode van de maximaal 24 maanden als bedoeld in artikel 67 lid 1 zou hebben verdiend in de functie waarin hij werkzaam was toen hij arbeidsongeschikt werd.
71
A-deel vanaf labellen
'^lU,
'm UI
o
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7
10 11 deeltitel 12
13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49
Aantekening: Voorbeelden van-de berekening van hel hier bedoelde bedrag ineens: i-.—Werknemer heeft een salaris van € 3000.—en raakl orbeidsoftgesohikti No zes maanden rcïnicgrcert de werknemer bij een andere werkgever roei een soloris vanC-l SOO, . t>e resterende periode van ortikel 67CAO bedraagt 24 minus 6 mon ndon. zijnde 18 maanden. Hel verschil insolorisJs^SOOO.—minus € 1500.—zijnde € 500. . Berekend over 18 moonden geeftdit een bedrag van € OQOO,—. 30% van*-200Q,- over l^S^naanden is € 10,800, . Hol berekende bedrog valt binnen de "J0% regel"; derhalve is hol to belolen bedrag ineens € 9000, . 3:—Zelfde situotie ain onder 1 alleen nu bedraagt hot salaris na reïntegratie fe 1000. •. Het versehit4n salaris is dan € 1000. . Berekend over een periode van 18 maanden geeft ditecn bedrag van € 18.000, r-Ëchter het te betalen bedrag ineens is Eomaximeerd op €40,800:—(de 30% regel); derha4ve is hel te belolen bodrag ineens in dit geval C 10.800.-, ?r.—Werknemep-heeft een salaris-van 6 2000.—en rookl arbeidsongeschikt, No 14 moanden rcmlogreert de ^vefknomer bij een andere vverkgevér roei een sokiris van€ 1000. •• Daomaast ontvangt dc werknemerals gevolg van die arbcidsongeschiklheid een WAO uitkoring van € 400; , De resterende periode van anikol 67 CAO bedraagt 24 minus 14 zijnde 10 maanden Het versahil in salaris is € 2QQQ.—minus € 1000,—plus € 400.—WAO uitkering, zijnde € 600. , Berekend over 10 maandcn-geeftditee» bedrag van £6000.—. 30S^B van € 2000.—ever 10 maanden is 6 6000. • • Het berekende bedrag voll binnon dc "30S<> regel"; derhalve is hol le betolon bedrag ineens € 6000, .
b. De werkgever bij wie de werknemer als bedoeld in lid 5 uit dienst treedt, ontvangt van de Vakraad een bedrag van maximaal € 2500,-- indien het reïntegratiebedrijf beschikt over het Blik op Werk Keurmerk. c. De werkgever die een bedrag van de Vakraad ontvangt als bedoeld in sub b, betaalt een bedrag van € 1000,— aan de werknemer als bedoeld in lid 5 tenzij door de Vakraad een ander bedrag wordt vastgesteld. Dit bedrag komt bovenop de eventuele betaling ex sub a. Aontekening; Voor dc voorwaarden waaronder het onder sub b bedocldo bedrag kan .worden uilgokoerd Imn oonioot wotden opgenomen met de Valtrond (zie artikel 7 CAO).
7. Indien de arbeidsgehandicapte werknemer hem in het kader van reïntegratie aangeboden passende arbeid bij de eigen of een nieuwe werkgever niet accepteert, geldt het volgende: a. De loondoorbetaling kan worden beëindigd. Dit geldt niet wanneer de werknemer voor de eerste keer sinds zijn arbeidsongeschiktheid is aangevangen gebmik maakt van zijn recht op het aanvragen van een seeond opinion bij hel UWV conform artikel 7:629a BW. In dat geval is de werkgever gehouden gedurende ten hoogste vier weken na de aanvraag van de seeond opinion 70% te betalen van het bedrag dat hij ex artikel 67 CAO aan de werknemer moet doorbetalen. Tevens zal de werkgever de kosten van de seeond opinion dienen te betalen. b. Aileen indien de werknemer na de seeond opinion als bedoeld in sub a in het gelijk wordt gesteld, is de werkgever gehouden de resterende 30% van de salarisdoorbetalingsverplichting als bedoeld in artikel 67 CAO alsnog te voldoen over de periode van ten hoogste vier weken als bedoeld in sub a. c. Indien de arbeidsgehandicapte werknemer in dezelfde periode van arbeidsongeschiktheid ook een tweede aanbod van passende arbeid afwijst, kan de loondoorbetaling opnieuw worden beëindigd. In geval de werknemer een seeond opinion bij UWV aanvraagt, vindt het gestelde in sub a en b toepassing als zijnde een voorschot met dien verstande dat wanneer de werknemer bij deze seeond opinion in het ongelijk wordt gesteld, de werkgever het over die periode van ten hoogste vier weken betaalde voorschot mag verrekenen dan wel terugvorderen.
50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
72
A-deel vanaf tabellen
u;; ^Ul' •'0. feii.'.".' -:
I eeréft regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12
VAKANTIEBIJSLAG IN GEVAL VAN LANGDURIGE ARBEIDSONGESCHIKTHEID 'Hl,
Artikel 68 De werknemer die onafgebroken arbeidsongeschikt is, behoudt gedurende maximaal 24 maanden zijn aanspraak op vakantiebijslag, zulks onder aftrek van de vakantie-uitkering welke hem toekomt krachtens enige wettelijk voorgeschreven verzekering. Voor de werknemers van 65 jaar of ouder geldt deze aanspraak niet. Aenlekening: Zie voor vskfl wie rechten bij-ten gd urige arbeidaongosohiktheid artikel 7:635 BW lid 3 in bijlage 11 F.
13
14 15 16 68a. 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35
Artikel 68a Vervallen.
36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer 58
73
A-deel vanaf tabellen
I
I eerste regel 2 3 69. 4 5 6 7
8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 70. 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
XI. PENSIOEN- EN OVERLIJDENSUITKERING iU|.:
PENSIOENFONDS
UI
Artikel 69 ln dit artikel wordt verstaan onder; "pensioenfonds": de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek, gevestigd le ^•Gravenhage; ^ensioenreglement": het pensioenreglement van het-pensioenfonds,-zoals dat door de Minisla^van Sociale Zaleen en Werkgelegenheid is goedgekeurd; *) Werknemer": dc persoon bodoeld in artikel 2, die deelnemer is inde zin van het pensioenreglemenlT 2. Behoudais-öe ift-bet-pensioenreglemenl genoemde gevallen is do werkgever ^'oor elke werknemer de-kra^tens genoemde reglement vastgestelde-premie-^eFschuldigd.-De werkgever heeft voor-de helft van de door-hem vefsehuldigde ^
+r—Voor de gevallen waarin dc werkgever van premiebetaling is vrijgesteld, don wel voor de werknemer geen premie vortohuldigd is. «f-verwegen naor hel ponsioenreglemenl. 2r.— VH3Qr de niet georganiseerde werkgever. Dlsmodo \oot de bij hem in diensl zijnde werknemere. goldl, op grond vort de desbetreffendebeschikkingvondcMinister von Sooiato Zaken en Werkgelegenheid eveneens de verplichting tot deelneming in hel pensioenfonds, behoudens de in de beschikking gemaakte uitzonderingen. i-.—Van hel overiijden van eon werknemer doet de werkgever mededeling ean de Stichting Pensioenfonds Metaal en Teehniek ter verkrijging van een eventueel weduwe-eiWof wezenpensioen. ^—Dit reglemenl is verkrijgbaar bij de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek. Postbus 30020. aéOO GA-Ben Haag
OVERLIJDENSUITKERING Artikel 70 Bij overlijden van de werknemer is de werkgever verplicht aan de nagelaten betrekkingen als bedoeld in artikel 7:674 BW een uitkering te verlenen ten bedrage van het loon dat de werknemer toekwam direct voorafgaande aan diens overlijden. Deze uitkering heeft betrekking op de periode vanaf de dag na overiijden tot en met de laatste dag van de tweede maand na die waarin het overlijden plaatsvond. Aonlekwiing: Zie bijlage-llH voof de relevante toltsl van artikel 7;674 BW.
42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
74
A-deel vanaf tabellen
e
XII. ONDERVHJS
eerste regel 71.
LEERPLICHTIGE EN KWALIFICATIEPLICHTIGE WERKNEMER Artikel 71
9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 72. 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste
Tussen de werkgever en de jeugdige werknemer die, ingevolge de Leerplichtwet kwalificatieplichtig is, geldt een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur als bedoeld in artikel 18, zulks onder aftrek van het aantal dagen per week waarop de werknemer verplicht is onderwijs te volgen, tenzij werkgever en werknemer anders overeenkomen. Aantekening; leerlingen met een kwalificattep licht zijn verplicht een volledig onderwijsprogramma ie volgen. Dil betekent niet dat ze per se 5 dagen per week naar school moeten. Hel is ook mogelijk met een combinatie van leren en werken aan de kwalificatieplicht le voldoen. Opleidingen die jongeren kunnen volgen zijn: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo); beroepsopleidende leerweg (bol) in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo); beroepsbegeleidende leerweg (bbl) in het mbo: havo; vwo. Jongeren mogen niel volledig werken zolang ze kwalifrcatieplïchlig zijn. Ook niel als ze bijvoorbeeid tussen 2 opleidingen in zitten.
PART-TIME-ONDERWIJS Artikel 72 1. De werkgever kan met een werknemer die kwalificatieplichtig is en die een opleiding volgt via de beroepsbegeleidende leerweg (voorheen leerlingwezen) in het kader van de Wet educatie en beroepsonderwijs een arbeidsovereenkomst sluiten met een normale gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, zoals bedoeld in artikel 18, dan wel met een kortere wekelijkse arbeidsduur. Voor de regeling van de arbeidsvoorwaarden wordt verwezen naar bijlagen 8a en 8b. 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid geldt ten aanzien van de werknemer van 17 jaar en ouder met wie de werkgever een leerarbeidsovereenkomst heeft gesloten voor het volgen van een Opleiding Niveau II als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (voorheen primair leerlingwezen), dat de wekelijkse scholingsdag volledig wordt doorbetaald indien een werkweek van gemiddeld 32 arbeidsuren (4 dagen feitelijke arbeid verrichten, 1 dag school) is overeengekomen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de werknemer op de tijden waarop het betreffende onderwijs niet wordt gevolgd, en waarop wel salaris wordt betaald, werkzaam is bij de werkgever. Indien met de werknemer, als bedoeld in dit lid, een kortere werkweek dan 32 arbeidsuren wordt overeengekomen, dan dient de scholingsdag naar evenredigheid te worden doorbetaald, onder de voorwaarde als bepaald in de vorige volzin. Aantokeningen: 4T—tohot algemeen gal de werkgever^ de ondertekening van dc leer(arbeido)overeenkoingt welen of er voorde leerling al-dan niet gelegenheid beslaat tot bol volgen van dagonderwijs. Ongeoorloofd sehoolverzuim komt voor rekening van de leerling. i:—Dc berekeningswijze waarop do soholingsdog-Haor-evenredighcid dienl te worden doorbetaald bij ecn kortere (aantol (gemiddelde) arfaeidswen per week ; 33) K 100% Voorfaicldcn: Bij-eon gemiddeld oontal arfeeid&wcn per week van 24 (3 dogen feitelijk werken) dient 75% van de wekelijks scholingsdog te wordon doorbeiaoM. B^-gomiddeld 16 artieidsuren per-week dient 50% van de wekelijkse soholingsdog to worden doorbetaald; Bij gemiddeld 8 arbeidsuren por week dienl-55^ van de wekelijkse scholingsdag-te worden doorbetaald;
56
57 pag cijfer 58
75
A-deel vanaf talwllen
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 72 A. 18 19 20 21 22 23 24orï(föt 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 73. 37 38 39 40 41
42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
3. De werkgever kan bedingen, dat de werknemer tijdens diens opleiding de dienstbetrekking niet za! mogen beëindigen of dat de werknemer na zijn examen nog een bepaalde tijd in dienst zal moeten blijven, met dien verstande dat het verbod tol opzegging niet langer kan geiden dan tot uiterlijk één jaar na het - al dan niet met goed gevolg - afleggen van het examen in het kader van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Een overeenkomst als bedoeld in de vorige zin dient schriftelijk te worden aangegaan en wel voor de feitelijke deelneming van de leerling aan de opleiding. 4. De werknemer die de dienstbetrekking beëindigt voor het in lid 3 bedoelde tijdstip, is schadeplichtig. De schadeloosstelling blijft beperkt tot het uit hoofde van de leden 1 en 2 doorbetaalde salaris (als bedoeld in artikel 31 CAO), vermeerderd met de kosten welke de werkgever eventueel ten behoeve van de werknemer heeft gemaakt in verband met diens deelneming aan de opleiding, zoals boeken, reisgeld e.d. Aantekening: Hel verdient oaBbevoling de bepaling ^'an lid 4 te herhalen in de eehriftelijke overeenkomst, bedoeld in lid 3.
VERPLICHTE SCHOLING Artikel 72a Indien de werkgever de werknemer verplicht scholing le volgen builen zijn dienstrooster, ontvangt de werknemer een compensatie. SCHOLINGSDAG Artikel 72b 1 Een werknemer heeft recht op één doorbetaalde scholingsdag per jaar. Dit geldt niet voor de werknemer die in een regulier scholingstraject, in het kader van een door het Rijk mede gefinancierde opleiding, zit. 2 De in lid 1 bedoelde scholingsdag kan in overleg met de werkgever worden ingevuld, passend binnen het in de bedrijfstak gebruikelijke scholingsbeleid. 3 De in lid 1 bedoelde scholingsdag mag gedurende driejaar worden opgespaard tot een maximum van drie dagen. EVC Artikel 73 Een werknemer die vijfjaar bij dezelfde werkgever in dienst is mag eenmaal in de vijfjaar een door de bedrijfstak goedgekeurde EVC-toets ondergaan. De werknemer krijgt het salaris voor die betreffende dag doorbetaald. Aantekening: Kosten van de EVC-toets worden op dc wijze als thans is c.q, wordl afgesproken, gedragen door het betreffende O&O fonds.
46 47
48 49 50 51
52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
76
A-deel vanaf tabellen
S^u-r . « • - ,1
IU
KIluL-r.'
(^^-<^m
•:
h O ' :•
I eerste regel 2 3 74. 4 5 6 7
8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30oiiasrt4 31 32 33 34 74b 35 36 37 38 74c 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
XIIL WERKGELEGENHEID WERKGELEGENHEID Artikel 74 Indien er door natuurlijk verloop vacatures ontstaan zai de werkgever er naar streven deze te doen vervullen, zulks in het kader van handhaving van de werkgelegenheid. 2. De werkgever zal bij het ontstaan van vacatures in zijn bedrijf de bij hem in dienst zijnde werknemers in de gelegenheid slellen daarnaar te solliciteren. 3. Indien in de vacatures op de wijze als aangegeven in lid 2 niet kan worden voorzien, zal de werkgever deze terstond aanmelden bij het voor hem in aanmerking komende UWV WERKbedrijf; hierbij dienen de vacante fimcties en de aan de werknemers te stellen eisen voorde vervulling daarvan duidelijk te worden omschreven. Het in lid 3 gestelde geldt ook voor part-time-functies. Zodra in een vacature is voorzien, meldt de werkgever deze af bij het betreffende UWV WERKbedrijf. Het is de werkgever niet toegestaan tegen beloning arbeid te doen verrichlen door een niet tot zijn personeel behorende werlmemer, tenzij deze schriftelijk toestemming van zijn werkgever heeft verkregen. 7. De werkgever, die ter voorziening in een tijdelijk tekort aan arbeidskrachten gebruik wil maken van de diensten van een uitzendbureau, zal hiervan mededeling doen aan het medezeggenschapsorgaan dan wel de werknemersdelegatie. Aantekening: aie voorts bijlage 9.
Artikel 74a Vervallen. Artikel 74b Vervallen. Artikel 74c Vervallen.
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
77
A-decl vanaf tabellen
I eerste regel 2 3 75. 4 5 6 7 8
9 10 II deeltitel 12 13 Té-.
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 TéA, 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
XIV. SLOTBEPALINGEN AFWIJKING VAN DEZE OVEREENKOMST
iiu;.-,^
Artikel 75
M
Aanvragen om vergunning tot afwijking van deze overeenkomst worden ingediend bij de Vakraad. De-w.v.-en de v-.Vv die zijn betrokken-bij deze CAO hebben een-proeedure-afspfaak gemaakt in verband met de behandeling van deze aanvragen waarbij met de hieromtrent gemaakte afepraken Jn de Stichting van de Arbeid rekening wordl gehouden. DUUR V.\N DE 0>^EREENKOMST Artikel 76 1. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van 1 april 2011. 2. Deze overeenkomst eindigt op 30 april 2013 zaader-dat enigerlei-opzegging vereist zal Zljll.
3;—Bij haar beëindiging blijft het in artikel 6 genoemde orgaan belast met de afdoening VM de aanhangige zaken. VREDESPLICHT Arttkel 76a
1. De werknemorsergonisaties betrokken bij deze GAO verpliehten-zioh-em bjdens de duur van deze overeenkomst in elk geval -geen werkslakingwi, tot doel hebbende wijziging te brengen in het bij deze overeenkomst bepaalde, toe te passen, noch doarvan de-tecpassing door haar leden te gedogen. dr—Indien bij een of meer-v:v. het voomemen bestaat tot-workstaking of andere aoties, niet vallend onder lid 4-, die het normaal fimctioneren -van de ondememing zullen belemmeren,-goofi-(geven) die v.v. daarvan kennis aan de Stichting Vakraad-en de desbetreffende werkgever. Na deze k«*nisgevmg zal tussen de partijen bij deze evereenkomsl zo spoedig mogelijk ovorieg plaatshebben over het-voomemen tot, de mogelijke gevolgw^vaH-, en de mogelijkheden tel het s'ormijden van de werkstaking en andere acties. Het-veomemen tot werkstaking of andere -aoties zaK-na de kennisgeving aan de Stichtmg V-akraad, niel binnen vier weken wordon uitgeN^oerd. 3. De w.v-.-en hun leden passen tijdons de duur van deze overeenkomst-geen uitsluiting op de leden der v.v. toe zolang de v.v. of de leden der v.v. geen werkstaking of andere aoties bij één of moor werkgevers toepassen. 4. Het bepaalde in lid 1 vindt geen toepassing met- betrekking tot kwesties voortvloeiende uit de discussies en uitkomslen rond het Pensioenakkoord van de Stichting van de Arbeid van 4 juni 2Q10.
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer 58
78
A-deel vanaf labellen
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
79
I
A-deel vanafjabellen
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
80
I
A-deel vanaf tabellen
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 dalum 2 44 45 NB regel
DEEL B
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer 58 B-2
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 • 10 II deehitel 12 13 14 15
16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
MM
82
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
INHOUD ??^ Werkingssfeer .-. ; —84 ?8T Stichting Sooiaal Fonds Metaal-en Techniek ;;TT7 .Ti.-r--—8é 19-. Vakaniiefonds —U 80: Afwt}kende bepalingen bij toepassing van het vakantiefonds —8? %^. PFoeedurebij geseh-illen .7. ••.•^...rrrr. —88 %3r. Gereedschapsvergoeding —88 ^^. Opleidkigs en OntwikkelingsfondG Technisch Installatiebedrijf —88 %4-. Arbeidsvoorwaarden leerlingen ;.T-.-..: —89 84a—Arbeidsovereenkomst voor HBO dan wel WO Studenten ; TI: ;,;—89 &5T W e r k i n g artikel 3 5 CAO-(Salarisvorhoging in verband met functiejaren) —89 BIJLAGEN —W4r Veihgheid —Wi Fusie, sluiting en reorganisatie .-. .-.-:-. --Tr. — 9 3 ^T Beroepsprocedure bij indelingsgesohil.' —93 3A; Procedure bij geschil over dienstrooster .T:L....; —94 4A. Voorbeeld van een aanstellingsbrief. ; :-:-. —9^ Toelichting bij-de-voorbeeld aanstellingsbrief i : .:.•..•.! — 9 é 4BT Voorbeelden inzake omzetten -salarisverhogingen-ex artikel 41 in vr-tje tijd.:-...—9^ 4G: Hoe wordl een gewerkt uur vcrgood? ;•. — 1 ^ 4©j Voorbeelden met betrekking tot milffl-ex artikel 30 jrr.v.rrrr —104 &-. Ontslagrecht 106 ^.
Vakantiefonds
.-.•.-T
..-T
—H-l-
6A: ^. 1-f^. 8A:
Statuten vakantiefonds •-r.-....T.-:: ;: —H4 Gedragsregels bij arbeidsongesohiktheid —149 Doktersbozoek 123 Voorlichting betreffende de orbeids^'oorwaarden van werknemers die onderwijs volgen..: vr;:;.7T7^ V3A SB: Arbeidsovereenkomst leerlingen-..^-T •!-•.;::;-. —tó5 8G^ i\rboidsovoroonkomst HBO dan wel WO Studenten 127 9^ Werkgelegonheid 128 •W: Reglemmt Aanvulling arbeidsovoroenkomsl in verband met vergoeding van de iidmaatsohapskosten van een w«-knemer6organis^ier.-TT-.T. —140 4Ö7A—Regeling met betrekking tet levonsteop in de Metaal en Techniek —143 Wetsartikelen 138 44A.—Wetsartikelen Arbowet 138 ++&:—Artikel 27 Wet op de ondernemingsraden (instemmingsrecht OR) —149 44G:—Te verstrekken schriftelijke gogovono door de werkgever —14444©:—Vergoedmg van schade
.-.T-....TT7
••
^TT:. .-.•.T7JV.-..T7-.
—143^
44Er Minimuminkomen TTT....... • —144 44F:—Geen opbouw vakairtiedogen indien geen rechtop loon 8-uilzonderingen —145 44^:—Verjaren van vakantieaanspraken.....7. •••-••: —t4é 44H:—Overlijdensuitkering T.-. —14? 44i Vervallen 118 4WT—Loon bij ziekte, zwaagersohap en bevalling ; • —149 \^r¥c.—Wetsartikelen wet arbeid en€org —1-H 444=:—Opgave-door werkgever van (minimum-)loon ( bedrag) IT-. —153 IIM. Opzegtermijn TTV.; .-.-r^.T.T-.. -. — 1 ^ 41R—vervallen ; .• ;,-.r. —\ê$
83
1 eerste regel 2 11.
XV.
BIJZONDERE BEPALINGEN
WERKINGSSFEER Artikel 77
10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38
39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
1. Deze overeenkomst geldl voor werkgevers in de bedrijfstak en werknemers in de tak van het Technisch Installatiebedrijf waaronder wordt verstaan: a. het ontwerpen 1*), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfs vaardig opleveren van elektrotechnische zwak- en sterkstroominstallaties (elektrotechnisch installatiebedrijf); b. hel ontwefpen 1*), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische- en elektronische installaties ten behoeve van signalering van en/of beveiliging tegen onbevoegde toegang, kwaadwillig gedrag en persoonlijke en/of materiële schade (elektrotechnisch beveiligingsinstallatiebedrijf); c. het ontwerpen 1*), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrij fsvaardig opleveren van installaties op het gebied van aarding en kathodische bescherming (aardingsbedrijf); d. het ontwerpen 1*), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrij fsvaardig opleveren van toestellen en installaties voor ontvangst, opslag, registratie, en/of distributie van signalen, en/of impulsen welke geschikt zijn en/of worden gebruikt voor de overdracht van geluid en/of beeld(en), elektronische geluidsversterkerinslallaties, alsmede bijbehorende huJptoestellen of onderdelen (radio- en televisie installatie- en reparatiebedrijf); e. het ontwerpen 1*), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrij fsvaardig opleveren van installaties ten behoeve van ontvangst, bewerking, opslag en/of distributie van signalen, alsmede van overdracht van informatie (installatiebedrijf voor - collectieve - antennes, kabeltelevisie, telematica en overige (tele)commimicatie); f. hel ontwerpen 1*), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, vervaardigen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van lichtinstallaties met gasontladingsbuizen van hoge spanning, waaronder begrepen het monteren en demonteren van deze buizen, alsmede algemene red ameverlichtingsin stall aties voor zover deze niet binnen een pand functioneren (lichtreclamebedrij f); g. het ontwelden 1*), aanleggen, herstellen, wijzigen, demonteren, vervaardigen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektriciteits-distributienetten, straat- en terreinveriichting, elektrotechnische bewegwijzeringsinstallalies, elektrotechnische verkeersregel-, verkeersmeting- en verkeerscontrole-installaties en elektrotechnische parkeerregelinstallaties (elektrotechnisch nettenbouw- en buiteninstallatiebedrijf); h. het ontwerpen 1*), aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische- en elektronische installaties, of onderdelen daarvan ten behoeve van ontvangst, distributie, zichtbare en/of hoorbare overtiracht van informatie, alsmede informatieverwerking en regeling van industriële produktieprocessen of andere mechanische bedrijfs voorzieningen (communicatie- en industriële automatiseringsinstallatiebedrijf); i. het ontwerpen, aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische installaties ten behoeve van exposities, beurzen, evenementen of feestverlichting (tentoonstellingsinstallatiebedrijf); j . hel mel het oog op het gebruik van huishoudelijke elektrotechnische verbruikstoestcllen bedrijfsmatig aanleggen, wijzigen, herstellen, onderhouden. 84
B-2
V:: UI
iiu..':
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 I I deeltitel 12 13 14 15 16 17 18
k,
I.
m.
n.
19 20
o.
21 22 23
P-
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27
28 ondert 3 29 30 ondert 4
31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50
51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer 58
q-
r.
en/of bedrijfsvaardig opleveren van een aansluitpunt op een bestaande eindgroep van een sterkstroominstailatie (elektro-aansluitbedrijf); het ontwerpen, aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, beheren, onderhouden, en/of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische en elektronische installaties en/of onderdelen daarvan aan boord van zich op zee bevindende objecten welke niet over een eigen voortstuwing beschikken (elektrotechnisch off-shore installatiebedrijf). het ontwerpen 1*), aanleggen, veranderen, herstellen, onderhouden, ontstoppen en/of bedrijfsvaardig opleveren van binnenriolering tot 0,5 meter buiten de gevel alsmede hierbij opgedragen werkzaamheden aan de buitenriolering tot de perceelgrens; het ontwerpen 1*), vervaardigen, aanbrengen, herstellen of onderhouden van uit aluminium, zink, lood of koper bestaande dakbedekkingen of onderdelen daarvan, bekledingen aan of op bouwwerken, afvoerpijpen voor regenwater of onderdelai daarvan; het ontwerpen 1*), aanleggen, veranderen, herstellen onderhouden en/of bedrijfsvaardig opleveren van installaties voor gas- of watervoorziening of gedeelten daarvan; het ontwerpen 1*), aanleggen, veranderen, herstellen onderhouden en/of bedrijfsvaardig opleveren van brandleidingen of sprinklerinstallaties; het ontwerpen 1*), aanleggen, veranderen, herstellen onderhouden en/of bedrijfsvaardig opleveren van of sanitaire installaties of gedeelten daarvan; het ontwerpen 1 *), monteren, repareren onderhouden en/of bedrijfsvaardig opleveren van installaties of onderdelen daarvan voor centrale verwarming, warmwatervoorziening, luchtbehandeling, ventilatie en koeling; het ontwerpen 1*), plaatsen en monteren of repareren en/of bedrijfsvaardig (opleveren van koel- en vriesinstallaties en installaties voor luchtbehandeling en ventilatie (deze laatste in koeltechnische zin).
1 •) Onder ontwerpen wordl verstaan, uitgaande van een programma van eisen, het omzetten van dit programma in een technische specificatie, waaronder mede wordt verstaan schets of blauwdruk, inclusiefde daarbij behorende software (bijv, besturingssystemen). Ontwcipen wordt alleen dan tol de werkingssfeer van werkgever geacht te behoren indien dil plaatsvindt ten behoeve van door werkgever zelf aan te leggen, te wijzigen, te demonteren, le herstellen, te onderhouden, of bedrijfsvaardig op te leveren installaties.
2. Deze bepaling geldl mede voor werkgevers en werknemers in ondememingen waarin, ongeacht haar economische functie, uilsluitend of in hoofdzaak het bedrijf wordt uitgeoefend van: a. het wikkelen of herstellen van elektrotechnische machines en gebruiks- en verbmikstoeslellen voor sterk- en zwakstroominstallaties (elektrotechnisch wikkel bedrij f); b. het monteren en bedraden van elektrotechnische- en elektronische apparatuur van bedienings-, schakel- en signaleringspanelen (elektrotechnisch paneelbouwbedrijf); c. het demonteren, repareren, monteren, vervangen, wijzigen, onderhouden, en gebruiksgereed opleveren van apparaten, installaties, toestellen, voorwerpen e.d. die elektrische energie afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken (elektrotechnisch reparatiebedrijf). 3. Tot de in lid 2 sub a t/m c vermelde takken van bedrijf behoren alleen ondememingen waarin, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel gedurende minder dan 1.200 uren per week door bij die ondememing in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht. 4. Ëen ondememing die in verband met het aantal arbeidsuren van haar werknemers behoort lot de in lid 2 sub a t/m c vermelde takken van bedrijf, behoort, indien het bedoelde aantal arbeidsuren per week in die ondememing, rekening houdende met 85
|lU:-'^
I eersie regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15
5. 6.
16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 78, 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51
52 53 54 55 laatste 56
7.
9.
het in de bedrijfstak geldende normale aanlal arbeidsuren, gedurende een ononderbroken periode van onderscheidenlijk 3, 2 of 1 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van enig jaar, ten minste heeft bedragen onderscheidenlijk 1.200, 2.000 of 3.000, na afloop van die periode met inachtneming van het hiema in lid 5 bepaalde, tot de metaalindustrie. De in lid 4 bedoelde ondememing behoort tot de metaalindustrie met ingang van de eerste dag van het eerstvolgende kalenderjaar aanvangende na afloop van de in lid 4 genoemde perioden. Ondememingen waarin de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in hoofdzaak behoort tot de in lid 2 sub a l/m c vermelde takken van bedrijf waarop het tol l januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die zijn ingeschreven bij de Sector Metaal en Technische Bedrijfstakken (voorheen Bedrijfsvereniging voor de Metaalnijverheid) doch waarbij op of voor genoemde datum gelet op dat criterium aansluiting bij de Sector Metaalindustrie of Sector Elektrotechnische Industrie (voorheen le zamen Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie) had moeten plaatsvinden, blijven behoren tot de Metaal en Technische Bedrijfstakken. In geval van rechtsopvolging van een ondememing als hiervoor in de leden 4 en 6 bedoeld, wordt voor de loepassing van het in de leden 4 en 6 bepaalde, aangenomen dal sprake is van eenzelfde aansluiting. Indien een ondememing als bedoeld in lid 6, in hel kader van het bepaalde bij of krachtens de Organisatiewet Sociale Verzekering overgaat naar de Sector Metaalindustrie of Sector Elektrotechnische Industrie (voorheen te zamen Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie), behoort die ondememing met ingang van dezelfde datum tot de metaalindustrie. De Commissie Werkingssfeer*) ziel toe op de toepassing van de met betrekking tol de indeling en overgang van ondememingen in de leden 3 t/m 8 gestelde regelen.
s)—De Commissie Werkingssfeer is somengesiold door de Stichting Raad van Overleg in de Metaalindustrie en de Stiohling Vakroad Metaal en Techniek. 44et secretariaat von de Commissie Werkingssfoer is gevestigd: Postbus 9323S. 2509 AE Eten Haag. telefoon ft7Q3W)?25. In dc Co mm is sie-hebben tevens zitting, het Bedrijfspensioenfonds voordo M etc o I indue the en de Stichting Ponsiijenfonds Metaal en Teohnielfe
STICHTING SOCIAAL FONDS METAAL EN TECHNIEK Artikel 78 1. Er is een Stichting Sociaal Fonds Metaal en Techniek (SFM). 2. Do stichting heeft ten doel het-fmancieren en subsidiëren van activiteiten die gericht ajn -Qp het in sooiaol opzicht optimaal functioneren van de Metaal en Techniek. Activileiten zijn het bevorderen van: %:—het' ontwikkelen en/of implementeren van -beleid spoeifiek ten behoeve van het tiitvoeren-van projecten die gericht zijn op optimale werkgelegenheid in de Metaal en Techniek; hr het adviseren, geven van voorlichting en informatie ovor voorschriften, die uit de eao Metaal-en Techniek voortvloeien en/of andere voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden/ verhoudingen en/ef do vaktechnische ontwikkeling ligge»? O;—het-eeördineren, voorbereiden en ondersteunen van hel geformaliseerde overleg, met uitzondering van het cao overleg, tussen soctale partners-te»-behoeve van de werkgevers en werknemers in de Metaal en Teohniek d. hel bevorderen van een goede toepassing van de wet- en regelgeving op sociaal economisch terrein in de Metaal en Techniek; fe—epleidings , scholings—en vomiingsactiviteiten in het kader van de arbeid ten behoeve van de werknemers en de werkgevers in de Metaal-en Techniek;
57 pag cijfer 58
86
B-2
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13
f-.—het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de bevordering van goede arbeidsomstandigheden en medezeggenschap in de Metaal en Techniek; g. hel (doen) verriohlen van en informefen over-enderzoek-op de hierboven onder--a t/m e geneemde terreinen met het oog op het ontwikkelen van beleid; h. hot (doen) vertichten-van en informeren over onderzoeken-en projecten in hel kader van de bevordering van de professionaliteit op het-terrein van de arbeid van de Metaal-en Techniek; h—en voorts de werkaaamheden van de stichting in het kader-van de uitvoering van de in de statuten, reglementen en CAQ genoemde activiteiten. 3- De uitvoering van de in lid 2 omscJtreven doeleinden wordt nader geregeld in de daartoe nevens deze CAQ overeengekomen CAO Werkgeversbijdrage Sociaal Fonds Motaal en Techniek.
14 19, 15 16
VAKANTIEFONDS
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27
28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1
43 datum 2 44 45 NHhegel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Artikel 79 4. De doorbetaling van- het salaris over 15 vakantiedagen en- de betaling van de vakantiebijslag als bedoold in artikoi 56 lid 1 respectievelijk artikel 59 geschiedt in geld dan wel op de wijze als aangegeven in het regtement van hel ^''akanliefonds voor de Metaalnijverheid. 3. Het in-lid I bedoelde reglement, dal als bijlage 6-bij deze CAO is gevoegd, wordt vastgesteld deer de Vakraad. -—Wijzigingen behoeven de goedkeuring von d&A^kraad. 3^. Het is-de-wefkgever en de werknemer niet toegestaan arbeid te (doen) verriohtwt gedurende de 15 vakantiedagen als bedoeld-in lid-t; 4. Kiest de werkgever na-1 mei 1999 voor uitbetaling via het Vokantiefonds dan is artikel 3 van het reglement van4iet Vokantiefonds van-toepassing. Daarin is bepaald dat dc ^'orkge^'er en de deelnemende werknemers slechts tot het Vakantiefonds kunnen t€>elreden, nadat zij een verklaring hebben overlegd, waaruit blijkt dot zij feitelijk akkoerd gaan met de 100% waardering voor-de-4oonhoffing van-de opgebouwde vakantiereohlen. Vow-eever er sprake is van een voor deze regeling nieuwe werkgever (dit is een werkgever die voor !• mei 1999 -niel rechtens bestond) kon de werkgever en de deelnemende werknemers lot het vakantiefonds toetreden, woorbij, indien zij niet binnon een redelijke termijn (dat wil zeggen binnen een holf jaar na het moment van ontstaan) hun keuze om deel te nemen in het Vakaniiefonds hebben gemaakt, toetreding slechts mogelijleis, nada^zij een verklaring hebben overlegd, waamit blijkt dat zij feitelijk akkoord gaan met de 100% waiM'dering-veor tJe-loonheffing-van de opgebouwde vakantiereohlen. Indien voornoemde pafi^jen binnen genoemde redelijke termijn hun keuze tot deelnome kenbaar hebben-gemaakt, vindt de overgangswaarderingsregeling (1909^ 77,5S(i) toepassing AFWIJKENDE BEPALINGEN BIJ TOEPASSING XAN BET ^^\IC\NTIEFONDS Artikel 80 4-. -Het b^aalde in de leden 4 en 5 van -artikel-4? geldt niet voor -ondernemingen die gebmik-maken van de regeling van het Vakaniiefonds voor de Metaalnijverheid, voor zover betrekking-hebbende-^'te weinig genoten (gedeelten van)-vakantiedagen die deel uitmaken van de 15 vakantiedagen waarvoor bij dit fonds vakantiegeld-ts gereserveerd. 87
B-2
'Hl
I eerste regel 2 3 4 5 »L6 7
9 10 11 deeltitel
3^ In-het geval dat de minimum vakantiebijslag, bedoeld in artikel-6Q-niet'geheel gedekt is door de uitkering van het Vak«tfiefonds,-dient het verschil door de werkgever in contanten te worden uitbetaald. PROCEDURE BIJ GESCHILLEN Artikel 81 ln geval van-geschil over de uitlegging of nakoming van deze evereenkomsl, wordt geen staking'of uilsluiting toegepast, doch wordt 4iet geschil voorgelegd aan de burgerlijke f=echter.
12
13 14 15 16 17 82. 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25
Aantekening:
26 oafcrt 2 27
OPLEIDINGS- EN ONTWIKKELINGSFONDS TECHNISCH INSTALLATIEBEDRIJF
28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
iiï geval van een geschil tussen Vi'erlcgcver on worknemer-begcktoig hebbende op hun '.erhouding bij de arbeid, is het gewenst dal do partij die een rechts vordering wenst in le stellen, alvorens •hiertoe over te gaan. de oonirooterende organisatie waarvan de wederpartij lid is \an het geschil in kennis stelt.
GEREEDSCHAPSVERGOEDING Artikel 82 De werkgever verstrekt de werknemer een redelijke vergoeding voor het door de werknemer zelf aangeschafte en naar de richtlijnen van de ondememing benodigde gereedschap, behoudens in die gevallen waarin de werkgever het gereedschap ter beschikking stelt.
Artikel 83 1, Er is een stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf. 3:—j?e stichting heeft len doel: ^.—het (doen) verrichten-' van scholingsactiviteiten, ontwikkelen van lesmateriaal, vormings en ontwikkelingswerk, en het-mformeren hierover, ten behoeve van Werkgevers en Werknemers, teneinde een goede werking "i^an de arbeidsmarkt in de bedrijfstak te bewerkstelligen en de inzetbaarheid van de Werknemers le verbeteren; b. het (doon) bevorderen en stimuleren von-de opleiding von jeugdigen en anderen in bet (befQeps)onderwijs ten behoeve van de bedrijfstak, alsmede het voorlichten hiertaver-; &-.—het (dowi) waarborgen, bevorderen, ontwikkelen en verzorgen van bij-, her-, na- en opscholing van-werkgevers en werknemers die in de bedrijfstak werkzaam zijn, alsmede hel' voorliohten hierover, om op deze wijzo de vakbekwaamheid von werkgevers en werknemers in de bedrijfstak le-bcworkstelligen respectievelijk te verhogen-en het (doen) verbeterat-van de arbeidsmarktpositie van de-Werknemers; d. het (doen) verzorgen van werkgelegenheidstrajectcm voor arbeidsgehandioaptai, mensen zonder werk of met werkleesheid bedreigde werknemers door middel van het aanbieden van - een (vak-)opleiding ter vervulliftg-van vacatures in de bedrijfstak; ?-.—hel doen van onderzoek naar en vertalen van het belang voor de bedrijfstak van (nieuwe) technologische ontwikkelingen op hot^akgebied; g. het (doen) verrichten van en informeren ever onderzoek verband houdend met de hierboven genoemde terreinen met-als doel het ontwikkelen van beleid op-bedrijfsen sectomiveau in de bedrijfstak;
B.2
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8
9 84. 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 84A. 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 85. 34 35
h. zonodig de inzet van-deskundigheid, die het bestuur ondersleunt-bij zijn activiteiten en die levens-voorlichting en informatie-mot name opbel gebied-van scholing,—vorming,—arbeidsomstandi gheden—en—arbeidsmarktbeleid—aan ondememingen in de bedrijfstak kan verstrekken. 3. De uitvoering van voormelde doel omschrijving wordt nader geregeldin de daartoe nevens deze CAO's overoengekomen-GAO Opledings en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch histallatiebedrijf (OTIB). ARBEIDSVOORWAARDEN LEERLINGEN
7-1:;-^
Artikel 84 In afwijking van de artikelen 13, 14, 18 en 71, kan onder gebmikmaking van de model overeenkomst, zoals opgenomen in bijlage 8B, een dienstbetrekking worden aangegaan voor hetzij onbepaalde tijd, hetzij voor de duur van de opleiding via de beroepsbegeleidende leerweg als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs. Indien er sprake is van een deeltijd-arbeidsovereenkomst dient een minimale werktijd van 30,4 uur per twee weken te zijn opgenomen. De werknemer heeft aanspraken op arbeidsvoorwaarden die in overeenkomstige verhouding staan tot de aanspraken die kunnen worden gemaakt bij een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur zoals bedoeld in artikel 18 lid 1. ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HBO- DAN WEL WO-STUDENTEN Artikel 84a In afwijking van de artikelen 13, 14 en 71 kan onder gebmikmaking van de modelovereenkomst, zoals opgenomen in bijlage 8C, een dienstbetrekking worden aangegaan voor de duur dat werknemer in het kader van zijn/haar afstuderen aan een instelling voor Hoger beroeps- dan wel wetenschappelijk onderwijs werkzaamheden verricht ten behoeve van werkgever. WERKING ARTIKEL 35 CAO (SALARISVERHOGING IN VERBAND MET FUNCTIEJAREN)
36 37
Artikel 85
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Het gestelde in artikel 35 CAO geldt niet indien de werknemer aantoonbaar slecht heeft gefunctioneerd.
89
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
Aldus overeengekomen te Rijswijk (ZH) en aldus getekend: aan de ene zijde, de werkgeversorganisatie, werkgeversvereniging of w.v. UNETO-VNI, Zoetermeer
gevestigd
w.g. ir M. Engels (voorzitter) w.g. P.F.G. Tersmette (vice-voorzitter) w.g. E.A. van Nieuwenhuijsen (petiningmeester)
aan de andere zijde, de werknemersorganisaties, werknemersverenigingen of v.v. te FNV Bondgenoten, gevestigd te Utrecht w.g. J. Berghuis (Landelijk bestuurder Metaal & Techniek)
UI •O:..
fel CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht
w.g. J. Jongejan (voorzitter) W.g.
M.H, Hietkamp de Nederlandse vereniging van (landelijk onderhandelaar) ondernemingen op het gebied van de koudetechniek en luchtbehandeling NVKL, gevestigd te Zoetermeer De Unie, Vakbond voor industrie en dienstverlening; gevestigd te Culemboi^ w.g. w.g. mrHJ.J. Kmiper J.G. Kruithof directeur (bedrijfsgroepvoortilter Metaal en Techniek) w.g. R.H. Algra (voorzitter)
48
49 50 51 52 53 54 55 laalste 56 57 pag cijfer 58
90
1 eerste regel 2 BIJLAGEN 3 4 5 6 1. 7 8 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
BIJLAGE 1 VEILIGHEID Zie artikel 8 CAO 1. De veiligheid in de ondememing is een zeer belangrijke zaak, waartoe zowel op de werkgever als op de werknemer verplichtingen msten. Veel van deze verplichtingen vloeien voort uit wettelijke voorschriften, terwijl andere verplichtingen worden ingegeven door de zorgvuldigheid die een ieder in acht heeft te nemen t.o.v. het leven en goed van een ander. 2. De werkgever heeft de verplichting de lokaliteiten waarin wordt gewerkt alsmede het gereedschap en de machinerieën waarmee wordt gewerkt zodanig te doen zijn dan er redelijkerwijs, in verband met de aard van het werk, een voldoende bescherming bestaat voor de werknemer tegen ongevallen en gezondheidsschade. Het is in dat verband dan ook noodzakelijk dat t.a.v. situaties waarin gevaar te duchten zou zijn, aanwijzingen en instmcties inzake de veiligheid door de werkgever worden gegeven. In de bedrijven waarin asbest of asbesthoudende produkten worden bewerkt of verwerkt, zullen de bepalingen van de Asbestbesluiten worden nageleefd. Indien in een bedrijf met gevaarlijke chemische stoffen wordl gewerkt, zullen de vereiste maatregelen worden getroffen ter voorkoming van gezondheidsschade. Bij een geschil over de vraag of een chemische stof al dan niet gevaar kan opleveren voor de gezondheid, is de mening van de Arbeidsinspectie beslissend. 3. Anderzijds heeft de werknemer de verplichting van de aanwijzingen en instmcties van de werkgever keimis te nemen en deze op te volgen en de door de werkgever ter beschikking gestelde beschuttingsmiddelen te gebmiken. Voorts wordt van de werknemer verwacht dat, indien naar zijn oordeel sprake is van situaties die de veiligheid en/of gezondheid'in gevaar kunnen brengen, hij de werkgever hiervan op de hoogte brengt. 4. Duidelijk verschillen de omstandigheden van bedrijf tot bedrijf. Vandaar dat hier een taak ligt zowel voor de werkgever als voor de werknemer om, uitgaande van de aard van de ondememing, de daarin verrichte arbeid en van hetgeen in samenhang daarmee redelijkerwijs kan worden gevergd hetzij in de personeelsvertegenwoordiging hetzij in de ondememingsraad de veiligheid en daarmede verband houdende zaken met elkander te bespreken. Zo kunnen zich in een ondememing werkzaamheden voordoen met een uitzonderlijk hoog ongevallenrisico, waartegen niet altijd afdoende veiligheidsmaatregelen te treffen zijn, in welk geval alsdan gedacht zou kunnen worden aan het afsluiten van een extra ongevallenverzekering ten behoeve van de werknemer en/of personen voor wie hij kostwinner is.
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer
91
eo
aijlage algemeen insiall
I eerste regel 2 3 2. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48
49 50 51 52 53 54 55 laatste
BIJLAGE 2 FUSIE, SLUITING EN REORGANISATIE De grondgedachte van artikel 9 is deze dat, ingeval de werkgever voomemens is een fusie aan te gaan met een ander bedrijf, dan wel indien hij het voomemen heeft het bedrijf geheel of gedeeltelijk te sluiten of wel het personeelsbestand ingrijpend le reorganiseren, hij de werkgeversorganisatie waarbij hij is aangesloten, alsmede de vakverenigingen van dat plan tijdig in kennis stelt. De bedoeling van deze regeling is de mogelijkheid te scheppen voordat de eventuele fusie, sluiting en/of reorganisatie een feit is, de gevolgen daarvan voor de ïn het bedrijf werkzame personen in de besluitvorming te betrekken. Dit betekent dat de informatie aan de werkgevers- en werknemersorganisaties op een zodanig tijdstip dient te geschieden dal enerzijds te verwachten vah dat de plannen doorgang zullen vinden doch dat het anderzijds nog mogelijk is voor de w.v. en v.v. een reële inbreng te leveren, opdat eventuele nadelige gevolgen voor de werknemers zoveel mogelijk worden tegengegaan of verminderd. Het zal duidelijk zijn dat elke fusie, sluiting en/of reorganisatie zijn eigen achtergronden heefl, die in zeer grote mate worden bepaald door de financiële positie en draagkracht van de daarbij betrokken bedrijven. Dit heeft ook zijn weerslag op het al dan niel kurmen realiseren van voorzieningen voor het personeel. Vandaar dat de eventueel te treffen voorzieningen van geval tot geval verschillend zullen zijn en niet voor elke fusie, sluiting en/of reorganisatie dezelfde zullen of kunnen zijn. Wanneer dan ook onderstaand cen aantal van mogelijke voorzieningen wordt genoemd, heeft een en ander alleen betekenis als voorbeeld en niet als een opsomming van hoe dan ook en te allen tijde te treffen maatregelen. Binnen de ruimte die de financiële middelen van het bedrijf daarioe laten zal nagegaan moeten worden of, en zo ja welke, voorzieningen getroffen zullen kunnen worden. In dit verband wordt speciale aandacht gevraagd voor de werknemers van 55 jaar en ouder, indien de te nemen besluiten voor hen ontslag met zich zouden brengen. Gebleken is namelijk dat deze werknemers somtijds, op grond van hun leeftijd, moeilijk te bemiddelen zijn in ecn op het ontslag aansluitende passende werkkring, zodat de fusie e.d, voor hen extra hard kan aankomen. Als voorbeelden voor onderwerpen waaraan in het kader van een fusie e.d. met betrekking tot de positie van het personeel aandacht zou kunnen worden besteed worden genoemd: a. ingeval herplaatsing binnen de ondememing ofhet concem mogelijk is o.a,: her-, om- en bijscholing verhuizing overgang van pensioenverzekering en ziektekostenverzekering afwikkeling van verleende voorschotten en leningen studiekostenregelingen huurwoningen gratificatie- en winstdelingsregelingen loon- en salarisafbouwregelingen b. ingeval beëindiging van het dienstverband onvermijdelijk is o.a.: verzuim voor sollicitatie reiskosten voor sollicitatie bemiddeling bij andere werkgevers inschakeling van het Regionale Bestuur voor de Arbeidsvoorziening verhuizing pensioenverzekering en ziektekostenverzekering afwikkeling van verleende voorschotten en leningen studiekostenregelingen huurwoningen gratificatie- en winstdelingsregelingen concurrentiebeding.
56
57 pag cijfer 58
92
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 3. 4 5 6 7
8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35
BIJLAGE 3 BEROEPSPROCEDURE BIJ INDELINGSGESCHIL 1. Indien de werknemer van mening is dat de door de werkgever vastgestelde functieindeling niet juist is, kan hij schriftelijk bezwaar indienen bij de werkgever. De werknemer kan daarbij zijn v.v. inschakelen 2. De werkgever bevestigt de ontvangst van het bezwaarschrift en neemt het in behandeling. 3. De werkgever deelt zijn standpunt schriftelijk en gemotiveerd mee aan de werknemer. 4. Indien dit standpunt niel leidt tot overeenstemming of wanneer de werkgever niet binnen 2 maanden na het indienen van het bezwaarschrift zijn standpunt schriftelijk heeft kenbaar gemaakt vullen werkgever en werknemer, in overleg, het vragenformulier in dat door de w.v. en v.v. is vastgesteld ten behoeve van het onderzoek naar de functie-inhoud van functies in de Metaal en Techniek. De werknemer kan ook hierbij zijn v.v. inschakelen. Zowel de werkgever als de werknemer dienen dit formulier te ondertekenen. Indien dit formulier uitsluitend door de werknemer is ondertekend zal de Vakraad de werkgever verzoeken mee te werken aan de procedure. De werkgever is gehouden aan dit verzoek van de Vakraad le voldoen. Dit vragenformulier is verkrijgbaar bij de Vakraad. 5. Het ingevulde en ondertekende vragenformulier dient gezonden te worden naar de Vakraad. Op basis van de bevindingen van de indelingscommissie doet de Vakraad schriftelijk een bindende uitspraak met betrekking tol de functie-indeling. 6. Indien de uitspraak van de Vakraad leidt tot een hogere indeling dan werkl dit temg tol de datum waarop de werknemer zijn bezwaar schriftelijk bij de werkgever heeft ingediend.
36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer 58
93
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 3A. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35
BIJLAGE 3A PROCEDURE BIJ GESCHIL OVER DIENSTROOSTER 1. De werknemer die van mening is dal bij het vaststellen van het dienstrooster onvoldoende rekening is gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, dient eventueel bijgestaan door zijn v.v. - schriftelijk bezwaar in bij de werkgever. 2. De werkgever bevestigt de ontvangst van het bezwaarschrift en deelt - daarbij eventueel bijgestaan door zijn w.v. - binnen twee weken zijn standpunt schriftelijk mee aan de werknemer. 3. Indien deze uitwisseling van standpunten niet tot overeenstemming leidt of wanneer de werkgever zijn standpunt niet binnen twee weken schriftelijk aan de werknemer kenbaar maakt, kan het geschil worden voorgelegd aan de Commissie Dienstroosters van Vakraad. Daarvoor moeten werknemer en werkgever in gezamenlijk overleg zorgen voor een door beide partijen ondertekende schriftelijke weergave van het geschil. Werkgever en werknemer kunnen hierbij (opnieuw) hun w.v. respectievelijk v.v. inschakelen. 4. Indien de werkgever de schriftelijke weergave niet heeft ondertekend, zal Vakraad de werkgever verzoeken om mee te werken aan de procedure. De werkgever is gehouden aan dit verzoek te voldoen. 5. De door beide partijen ondertekende beschrijving van het geschil dient gezonden te worden aan de Vakraad. Op basis van de bevindingen van de commissie die de dienstroosterzaken behandelt, wordt door de Vakraad schriftelijk advies uitgebracht over de wijze waarop in de ondememing met de verschillende belangen zou kunnen worden omgegaan. Dil advies wordt aan beide partijen toegezonden.
36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48
49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
94
Bijlage algenieen install
I eerste regel 2 3 4A. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
BIJLAGE 4A VOORBEELD VAN EEN AANSTELLINGSBRIEF De werkgever gevestigd te
, 1)
bevestigt hiermede dat de werknemer naam geboortedatum wonende te is aangesteld in de functie van
1) 2)
zulks onder de volgende voorwaarden: a- voor zover in deze aanstellingsbrief niet uitdrukkelijk van het tegendeel blijkt, is op de arbeidsverhouding van bovengenoemde partijen van toepassing de CAO voor. aanvang van het dienstverband overeengekomen proeftijd het dienstverband is aangegaan voor aantal toegekende functiejaren de functie is ingedeeld in salarisgroep het overeengekomen salaris bedraagt € per zijn arbeidsduur is per dag/week/4 weken/jaar gemiddeld...uren hij heeft recht op ... werkuren/dagen betaalde vakantie per jaar de pensioenregeling geldt van plaats/plaatsen waarde arbeid wordt verricht Enz
3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14)
Aldus gedaan en afgegeven te (firmastempel) de 20 (handtekening werkgever)
voor akkoord getekend (handtekening werknemer)
Zie voor de noten 1 t/m 14 de toelichting.
95
Biilage algeiT«en Tra\M
rMI
m
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
TOELICHTING BIJ DE VOORBEELD-AANSTELLINGSBRIEF 1. Hier volledig adres invullen. 2. Het verdient aanbeveling om naast het noemen van de functie een omschrijving, waar mogelijk, te geven van de werkzaamheden. 3. Hier de naam invullen van de CAO zoals vermeld op de omslag van dit boekje. 4. De datum van indiensttreding. 5. Alleen op te nemen wanneer men wil afwijken van de hoofdregel van artikel 12 lid l. 6. Invullen: onbepaalde tijd (artikel 13) of: bepaalde tijd van .... tot.... (artikel 14) of: de duur van .... (een overeengekomen taak; artikel 14). 7. Invullen van het aantal funcliejaren dat bij indiensttreding wordt toegekend. 8. Alleen in te vullen bij werknemers van 23 jaar of ouder. Zie ook de artikelen 10 en 33. 9. Hier in te vullen hel bedrag en de periode waarover -nl. per maand of per vierwekenperiode- en, indien van toepassing, tevens onder toekenning van het aantal functiejaren. In voorkomende gevallen dient het gebmikte begrip salaris te worden onderscheiden in een overeengekomen vast salaris over een maand (of een vierwekenperiode) en overige salarisbestanddelen (b.v. ploegen- en andere toeslagen). 10. In te vullen het gemiddelde aantal uren per dag of per week of per 4 weken of per jaar en hel aantal dagen per week. Bij wisselende werktijden verwijzen naar het dienstrooster. Zie ook artikel 18a lid 1. 11. Zie hoofdstuk VIII, artikel 49 en volgende van de CAO. 12. Hier invullen de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek of een andere regeling. 13. Indien er sprake is van karweiwerkzaamheden dient de regio waarbirmen dc werkzaamheden doorgaans plaatsvinden te worden vermeld. 14. Onder de punten 1. en volgende kunnen andere arbeidsvoorwaarden worden vermeld, zoals reisvergoeding, overwerk, buitengewoon verlof, werkkleding, gereedschapsvergoeding en studieverlof.
31 32 33 34
35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
96
Bijlage nlgemeen install
I eersie regel 2 3 4B. 4 5 6 7
8 9 10 II deeltitel 12 13
BIJLAGE 4B VOORBEELDEN INZAKE OMZETTEN SALARISVERHOGINGEN EX ARTIKEL 41 IN VRIJE TIJD De beginsituatie is dat de werknemer op 1 april 2011 € 2000,-- bruto per maand verdient. De algemene rekenformule "omzettingspercentage x 19,76 uur" geeft het aantal te verkrijgen uren. Het omzettingspercentage wordl berekend door: 100 - ((salari.s/salaris na cao-verhoging) * 100) A. Situatie per 1 oktober 2011 fLO%) 1, Werknemer x die zijn salarisverhoging in geld laat uitkeren.
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35
B. Situatie per 1 februari 2012 fl.15%)
36 37
1. Werknemer x die ook deze verhoging in geld laat uitkeren.
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48
49 50 51 52 53 54 55 laatste
€ 2000,-- + 1,0% (= € 20,-): 2020,- bruto per maand. Voor afdracht pensioenpremie, SFM-premie enz. alsook loonbelasting en Sociale Verzekeringpremies is het bedrag ad € 2020,- bepalend. 2. Werknemer y die zijn hele salarisverhoging na overleg mel de werkgever in vrije tijd omzet. €2000,-+ 1,0% (=€20,-): Brutokorting
€ 2020,— bmto per maand e 20,/. € 2000,-
Aantal uren dat wordt verkregen: 100 - ((2000/2020) * 100) = 0,99%, vermenigvuldigd met 19,76 uur geeft dan 19,56 uur. Voor afdracht pensioenpremie, SFM-premie enz. is nog steeds de € 2020,- bepalend; echter voor loonbelasting en sociale verzekeringpremies is het bedrag ad € 2000,— bepalend.
€ 2020,- + 1,15% (= € 23,23):
€ 2043,23 bmto per maand.
Voor afdracht pensioenpremie, SFM-premie enz. alsook loonbelasting en Sociale Verzekeringpremies is het bedrag ad € 2043,23 bepalend. 2. Werknemer y die ook deze verhoging na overleg met de werkgever in vrije tijd omzet. €2020,— (immers salarisverhoging per l oktober 2011 is toegekend) + 1,15% (= € 23,23): Brutokorting Hij had de salarisverhoging van 1 oktober 2011 ook omgezet in vrije tijd derhalve die bmtokorting ook weer meenemen(zie A 2)
€2043,23 bmto per maand e 23,23 €
20,-
€ 2000,-
56
57 pag cijfer 58
97
Bijlage algemeen install
.•I .'
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Voor afdracht pensioenpremie, SFM-premie enz. is de €2043,23 bepalend; echter voor loonbelasting en sociale verzekeringpremies is het bedrag ad € 2000,— bepalend. Aantal uren dat wordt verkregen: 100 - ((2000/2043,23) * 100) = 2,12%, vermenigvuldigd met 19,76 uur geeft dan 41,89 uur. C. Ook is het mogelijk dat de werknemer zijn salarisverhoging na overieg met de werkgever gedeeltelijk in geld laat uitbetalen en gedeeltelijk in vrije tijd omzet. De bmtokorting wordt dan rechtevenredig toegepast. Stel de werknemer zet zijn salarisverhoging per 1 oktober 2011 voor de helft om in vrije tijd en laat de rest uitbetalen: € 2 0 0 0 , - + 1,0% ( = € 2 0 , - ) : Bmtokorting voor de helft (immers de werknemer zet de salarisverhoging voor de helft om in vrije tijd)
€ 2020,- bmto per maand e
10,-/-
]tai>:
€2010 Voor afdracht pensioenpremie, SFM-premie en dergelijke blijft de € 2020,- bepalend; voor loonbelasting en sociale verzekeringspremies is nu het bedrag ad € 2 0 1 0 , bepalend. Aantal uren dat wordt verkregen: 100 - ((2010/2020) vermenigvuldigd met 19,76 uur geeft dan 9,88 uur.
*
100) =
0,50%,
D. Ook is het mogelijk dat de werknemer zijn salarisverhoging per 1 oktober 2011 na overleg mel de werkgever in vrije tijd omzet en de salarisverhoging per 1 febmari 2012 in geld laat uitkeren. 1 oktober 2011 € 2 0 0 0 , - + 1,0% ( = € 2 0 , - ) : Brutokorting (immers hele salarisverhoging omgezet in vrije tijd)
€ 2020,- bmlo per maand €
20,-/-
€2000 Voor afdracht pensioenpremie, SFM-premie enz. is de € 2020,— bepalend; echter voor loonbelasting en sociale verzekeringspremies is het bedrag ad € 2000,- bepalend. Aantal uren dal wordt verkregen: 100 - ((2000/2020) vermenigvuldigd met 19,76 uur geeft dan 19,56 uur.
*
100) =
0,99%,
1 februari 2012 € 2020,- + 1,15% (= € 23,23): Géén bmto-korting voor deze verhoging immers werknemer liet deze salarisverhoging in geld uitbetalen, wel bmto-korting uit 2011)
e 2043,23 bmto per maand €
20,./-
e 2023,23
98
Bij lage algemeen install
Sm
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 damm I 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Voor afdracht pensioenpremie, SFM-premie enz. is de € 2043,23 bepalend; voor loonbelasting en sociale verzekeringspremies is nu het bedrag ad € 2023,23 bepalend. Aanlal uren dat wordt verkregen: 100 - ((2023,23/2043,23) * 100) = 0,98%, vermenigvuldigd met 19,76 uur geeft dan 19,36 uur. N.B.: dit zijn geen limitatieve voorbeelden. Onderstaande reeks geeft aan hoeveel vrije tijd kan worden verkregen indien een werknemer met ingang van mei 2001 conform vorenstaande systematiek zou hebben besloten de salarisverhogingen van de CAO vanaf mei 2001om te zetten in vrije tijd. Het salaris dat de werknemer verdiende in april 2001 wordt in deze reeks gesteld op "100". vanaf mei 2001: 1. 100 + 4,0%= 104,0 2. 100-/-((100/104,0) X 100) = 3,85 3. 3,85 X 19,76 uur = 76,08 uur (extra uren verhoging mei 2001: 76,08) vanaf maart 2002: 1. (100+4,0%)+ 3,5%= 107.64 2. 100-/'((100/107,64) x 1Ó0) = 7,10 3. 7,10 X 19,76 uur = 140,30 uur (extra uren verhoging maart 2002: 64,22) vanaf januari 2003: 1. (100+4,0%+3,5%) + 0,5%= 108,18 2. 100-/-((IOO/108,18) X 100) = 7,56 3. 7,56 X 19,76 uur = 149,39 uur (extra uren verhoging januari 2003: 9,09) vanaf februari 2004: 1. (]00+4,0%+3,5%+0,5%) + 2,5% = 110,88 2. 100-/-((100/n0,88)x 100) = 9,82 3. 9,82 X 19,76 uur = 194,04 uur (extra uren verhoging febmari 2004:44,66) vanaf februari 2005: 1. (100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5%)+2,2%=n3,32 2. 100-/-((100/113,32)x 100)= 11,75 3. 11,75 X 19,76 uur = 232,18 uur (extra uren verhoging febmari 2005; 38,14) vanaf 1 januari 2006 1. (100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5% + 2,2%)+ 1% 2. 100-/-((IOO/114,46)X 100)= 12,63 3. 12,63 X 19,76 uur = 249,5? uur
114,46
vanaf 1 januari 2007 1. (100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5% + 2,2% + 1%) + 1,25% = 115,89 2. IOO -/- ((100 /115,89) X 100) = 13,71 3. 13,71 X 19,76 uur =270,90 uur 99
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert \ 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
v a n a f l januari 2008 1. (100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5% + 2,2% + 1% + 1,25% ) + 1% = 117,04 2. 1 0 0 - / - ( ( 1 0 0 / n 7 , 0 4 ) x 100)^14,56 3. 14,56 X 19,76 uur = 287,70 uur vanaf 1 april 2008 1. (100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5%+ 2,2%+ 1%+ 1,25% + 1%)+ 3,5%= 121,14 2. IOO-/-((IOO/121,14)X 100)= 17,45 3. 17,45 X 19,76 uur = 344,81 uur vanaf 1 februari 2009 1. (iOO+4,0%+3,5%+0,5%+2,5% + 2,2%+ 1%+ 1,25%+ 1%+3,5%)+3,0%= 124,77 2. 100-/-((IOO/124,77) X 100)= 19,85 3. 19,85 X 19,76 uur = 392,24 uur v a n a f l februari 2011 1. (100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5% + 2 , 2 % + l % + 1,25% + 1% + 3,5%+3,0%)+ 1,5% = 126,64 2. 100-/-((100/126,64) X 100) = 21,04 3. 21,04 X 19,76 uur =415,75 uur V a n a f l oktober 2011 1. (100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5%+2,2%+l%+l,25%+l%+3,5%+3%+l,5%) 127,91 2. 100-/-((100/127,91)x 100)= 21,82 3. 21,82xl9,76uur = 431,]6
•i •••:
+
1% =
Vanaf 1 februari 2012 1. 100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5%+2,2%+l%+l,25%+l%+3,5%+3%+l,5%+l%) + 1,15% = 129,38 2. 100-/-((100/129,38) X 100)= 22,71 3.22,71 X 19,76 uur = 448,75 V a n a f l augustus2012 1. (100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5%+2,2%+l%+l,25%+l%+3,5%+3%+l,5%+l%+l,I5%) + 1,15%= 130,87 2. 100 -/- ((100/130,87) X 100) = 23,59 3. 23,59x19,76 uur =466,14 Vanaf 1 februari 2013 1. (100+4,0%+3,5%+0,5%+2,5%+2,2%+l%+l,25%+l%+3,5%+3%+l,5%+l%+l,15%+ 1,15%)+1,15% =132,38 2. 100-/-((100/132,38) X 100) =24,46 3. 24,46x19,76 uur = 483,33 totaal aantal verkregen uren vrije tijd:
483,33
100
Bijl3g£ algemeen install
isi
I eerste regel 2 3 4C. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 onderi 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 damm 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
BIJLAGE 4C HOE WORDT EEN GEWERKT UUR VERGOED? Onderstaand vragenschema biedt een handreiking bij het vaststellen welke van de extrabetalingsregelingen c.q. toeslagregelingen die te maken hebben met werktijden, van toepassing zijn. In het schema wordt verwezen naar de CAO-artikelen waarin de regelingen zijn opgenomen. In die artikelen staat wanneer en onder welke voorwaarden de extrabetalingsregeling of toeslagregeling wel of niel van toepassing is. Een verwijzing naar een betalingsbepaling of toeslagregeling in onderstaand schema wil dus niet automatisch zeggen dat deze ook inderdaad van toepassing is. Maar als er een toeslag of extra betaling vanwege werktijden geldl, dan is het wel die waamaar in het vragenschema verwezen wordt. iUI '
Vragenschema:
e' -
1. Valt het gewerkte uur binnen een ploegendienst volgens artikel 20? Nee: Door naar vraag 2 Ja: Ploegentoeslagregeling volgens artikel 45 en geen dagvenstertoeslag
=
•
'
mÊM
2. Valt het gewerkte uur, met inachtneming van artikel 18, binnen het dienstrooster volgens artikel 17 lid 3? Nee; Door naar vraag 3 Ja: Door naar vraag 5a 3. Is het gewerkte uur te beschouwen als een verschoven uur volgens artikel 17 Ud 6? Nee: Door naar vraag 4 Ja; Door naar vraag 5b 4. Is het gewerkte uur een reisuur volgens artikel 44? Nee: Overwerktoeslag volgens artikel 42 en geen dagvenstertoeslag. Ja: Betaling volgens artikel 44 en geen dagvenstertoeslag. Sa. Valt het gewerkte uur binnen het dagvenster (zie artikel 17 lid 2)? Nee: Dagvenstertoeslagregeling volgens artikel 42a. Ja: Geen dagvenstertoeslag. 5b. Valt het gewerkte uur binnen het dagvenster (zie artikel 17 lid 2)? Nee; Dagvenstertoeslagregeling volgens artikel 42a. Ja: Betaling volgens artikel 43 en geen dagvenstertoeslag.
Hiema slaan enkele voorbeelden met belrekking tot de toepassing van verschillende artikelen waarin extra betalingen c.q. toeslagen vanwege werktijden geregeld zijn.
101
Bijlage algemeen install
•
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Voorbeeld 1: dienstrooster (waarin pauzes) en overwerk extra betaling van het uur uur situatie ni-nn o?-nn n.-ï:on 04:00 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16.00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00
gnts: • dagvenster •
'm^^msmmm^Mm^-m^p
toeslag artikel 42 toeslafi artikel 42
ï^;,;!>r^r^^^£?:r^FS^r:>!^ * : ! ^ & AlïaanvanB jAi>;H:?^:2-. i^:-e:^2ii '^CDStiooBtBr'4*T:'\'%^i ^rs;^^^:i^m^iïïï:^s^:t::^^i msm^Ejm^^^^^smmm^^ tf:m^-^^m^^mmim^ :ümM.mim^m^^m'%4:iF.mm^mmm^msiK^mm^ r^jimr^^iftm^'mm-is^^^' l-.'.Hm^ëDSiröOBUxiW'l^t:^. ;^'ïS^^5öveairak^?>*i^^ overwerk
??-oo 7 vnn 24:00
Voorbeeld -ï: dienstrooster (waarin pauzes) buiten dagvenster uur extra betaling van het uur situatie 01 00 07-00 0.1:00 04-00 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00
gnis: • dagvenster • 3?'.iSr;^ï;^^.4^Tïi^'ê-'>^K^t
mmM^!i^^.^mmmMms-^m Mw^^Mfs^tmmimmMm iif^^:>^mM^'^&^wM,È.'^sm ••mmmm^-mm^mnB^^. ^^^?mi:i^^mm^^^^i^i ^^^-^Mtüaxmaa^É^^i^!^ BW.m'^aistnxötiBrMfM^^. M^m^^W^f^r'ii^^fPAn
toeslag artikel 42a toeslag artikel 42a toeslag artikel 42a
^mi^mim:<mmismms^s: w^^^:m^^mmm^m^'^> m^MMm^M'~m^t^Brmë. einde • dienstrooster •
22:00 23:00 24:00 102
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Voorbeeld 3: ploegendienst (waarin pauzes) 3uiten dagvenster uur extra betaling van het uur situatie 01-00 07-00 03 00 0400 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 I6:O0 17:00 18:00 19:00 20.00 21:00
gnis: • dagvenster • w^:-^!Bm':i:^i^d m M i m ^ i ; ^ . ^^^IEcïï^l:i&S!:v^£^f^':^ir: :^.^t:;tm'Aj-T''.x^2^40t'-)''Ti^}:i nS-^J-^"0.iLU.l<--y-^"i^ï'^X''^:^~C.(< ^My^^r^.:>^j^A^im^ iK^^r^
m^immM^m^^'m¥^^'''m loeslag artikel toeslag artikel toeslag artikel toeslag artikel toeslag artikel toeslag artikei toeslag artikel toeslag artikel toeslag artikel
45 45 45 45 45 45 45 45 45
T::)^.(^ifM^aüxvaxaï}!M^t^ :.^ g-^^: i^,iöIocecndiMi5t-"\;/Ji^"-? •MfiïliA^'?%?iS"ï^KSi---w~t'J4«É '^jiCê^!m%M^i^fmMr^^^'f-!^^
w:^'^m^n?3wm}'i'^:mri^^ ^'.^i^w^Hm^m}'m^sff^::i-i einde • ploegendienst T
22:00 23:00 24:00
Voorbeeld 4: dienstrooster (waarin pauzes) met overwerk en reisuren extra betaling van het uur situatie 01:00 Q2.00 03:00 04:00 05:00 06:00 07:00 08:00 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 19:00 20:00 21:00 22:00 23:00 24:00
gms: • dagvenster T toeslag artikel 44
ïmSk fA^aaaviang.'A'
l^^ïi^SSfiöSte^^^ tmm^^^&$B;i"m^mi^i^'^^d f^^^m^^itsm^^wMM 'amMïmm^w^'M^M^^^i m:^^^mmm:mm^m^ 15:ms^mÊéinéBïïmMmm LTidiëDstroo8fa'4T4 toeslag artikel 42 toeslag artikel 44
I
r^iciiiiireisuur
I
103
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4D. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 damm 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
BIJLAGE 4D VOORBEELDEN MET BETREKKING TOT RUILEN EX ARTIKEL 30 A. Uren kopen Werknemer A heeft een voltijds dienstverband, een maandsalaris van € 1.600,00 en besluit het maximale aantal van 64 uren te kopen. Deze uien kosten hem 64 X 0,607% van € 1.600,00 = € 621,56. Indien de werknemer er voor kiest om de verrekening via zijn vakantiegeld te laten plaatsvinden, wordt in de maand waarin het vakantiegeld wordt uitbetaald € 621,56 in mindering gebracht op hel vakantiegeld. Indien de werknemer kiest voor verrekening per maand, wordt in het jaar waarin de milafspraak geldt elke maand € 51,79 (€621,56/12) ingehouden op zijn salaris. De vakantiebijslag wordt berekend over het salaris wat hij heeft verdiend (zie artikel 59 CAO) en dat is in deze situatie 12 maal €1548,21 (dat is €1600,- minus € 51,79). B. Uren verkopen Werknemer B heeft een voltijds dienstverband, werkt in ploegendienst en heeft een maandsalaris van € 1.400. Hij spreekt met zijn werkgever af dat hij in een kalenderjaar 32 uren extra zal werken. Daarvoor ontvangt hij 32 * 0,607% van € 1.400,00 = € 271,94 Indien de werknemer er voor kiest de verrekening direct te laten plaatsvinden, ontvangt hij bij zijn salarisbetaling voor elk uur dat hij in een maand in het kader van de milafspraak extra heeft gewerkt € 8,50 (0,607% van € 1400,00). Indien de werknemer kiest voor een periodieke verrekening van de milafspraak, ontvangt hij 12 maanden lang€22,66 (€271,94/12)extra bij de salarisbetaling. De ploegentoeslag die deze werknemer ontvangt, bedraagt maandelijks 14% van € 1.400,00 = € 196,00. Dit bedrag van deze toeslag blijft ongeacht de milafspraak hetzelfde, namelijk € 196,00. C. Uren kopen Werknemer C en D hebben beiden een dienstverband voor gemiddeld 19 uur per week en ontvangen daarvoor allebei een salaris van € 650,00. Het periode- c.q .maand-salaris bij een fulltime dienstverband zou voor hen € 1.300,00 bedragen. Werknemer C besluit om het voor hem maximale aantal van 32 uren te kopen. Deze uren kosten hem 38 x € 650,00 gedeeld door 19 maal 0,607% maal 32 uren = € 252,48. De werknemer kiest voor een periodieke verrekening en maandelijks wordt bij de salarisbetaling € 21,04 ingehouden. Werknemer D besluit in overleg met zijn werkgever juist om 32 uren vrije tijd te verkopen. Voor deze uren ontvangt werknemer D 38 x € 650,00 gedeeld door 19 maal 0,607% maal 32 uren = € 252,48. In een van de maanden in het jaar waarop de milafspraak van toepassing is, werken werknemer C en D allebei 5 dagen 2 uur over, aansluitend op hun dienstrooster. 104
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
De overwerktoeslag die deze werknemers ontvangen bedraagt 38 x € 650,00 gedeeld door 19 maal 0,78% maal 10= €101,40. De overwerktoeslag (en andere inkomensgerelateerde toeslagen en salarisbestanddelen, met uitzondering van de vakantiebijslag) wordt in alle gevallen (kopen dan wel verkopen van uren) berekend over het (fulltime) salaris als bedoeld in artikel 31 van deze CAO, in dit voorbeeld 38 x € 650,00 gedeeld door 19 maal het percentage maal het aantal uren, conform de systematiek van artikel 42 lid 7 CAO. Bovenstaande voorbeelden zijn niel limitatief. In alle voorbeelden geldt dat de milafspraak geen effect heeft op het salaris dat als grondslag wordt gehanteerd voor de afdracht van pensioenpremie, O&O-premie e.d.
l^f,.'..',-'-.{.
^Ulfli
e
31 32 33 34
35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laalste 56 57 pag cijfer 58
105
Bijlage algemefn install
I eerste regel 2 3 5. 4 5 6 7
8 9
BIJLAGE 5 ONTSLAGRECHT Gelet op het ingrijpende karakter van het ontslagrecht dienl zeer zorgvuldig gehandeld te worden. Ten sterkste wordt geadviseerd om VOORAF uw organisatie te raadplegen. Een arbeidsovereenkomst is de overeenkomsl tussen een werkgever en een werlóiemer, waarbij de laalste zich verbindt tegen verkrijging van een bepaald salaris werkzaamheden naar beste kunnen voor de werkgever te zullen verrichlen.
10
II deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20
21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51
52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Aan een dienstbetrekking voor onbepaalde tijd kan wettelijk op verschillende manieren een einde komen, n.l.: - tijdens de proeftijd; - na de proeftijd door opzegging met inachtneming van de opzegtermijnen zoals bepaald in artikel 16 CAO en artikel 7:672 BW.; - met wederzijds goedvinden; - bij ontslag wegens een dringende reden (zgn. ontslag op staande voet); - door het overlijden van de werknemer; - door ontbinding door de kantonrechter. Onderstaand wordt een toelichting gegeven. In paragraaf 6 wordl aandacht besteed aan de afloop van de dienstbetrekking voor bepaalde tijd. Ter toelichting geldt het volgende: A. WEDERZIJDS GOEDVINDEN Wanneer een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden beëindigd wordt betekent dit, dat beide partijen met de beëindiging van de dienstbetrekking op een bepaalde datum instemmen- Een opzegtermijn behoeft in dit geval niet in acht te worden genomen. Evenmin is een ontslagvergunning van het UWV WERKbedrijf vereist. Dat een werknemer met beëindiging van de dienstbetrekking instemt, moet echter niet te snel worden aangenomen. Daar deze instemming uitdmkkelijk moet blijken en ter voorkoming van eventuele latere moeilijkheden of onduidelijkheden omlrent het "wederzijds goedvinden" verdient het daarom aanbeveling een door beide partijen ondertekende verklaring op te stellen, waamit een en ander ondubbelzinnig blijkt. Zoals tenslotte vanzelf spreekt dient bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een eindafrekening tegen z.g, finale kwijting plaats te vinden, hetg^n impliceert, dat partijen niets meer van elkaar te vorderen hebben. Zie ook de informatie van het UWV (www.uwv.ni) over de mogelijkheden van het aanvragen van een WW-uitkering in het geval van beëindiging van een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden.
B. ONTSLAG OP STAANDE VOET Er wordt gesproken over ontslag op staande voet warmeer er tussen werkgever en werknemer een zodanig emstige gebeurtenis heeft plaats gevonden, dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer geëist kan worden, en de arbeidsovereenkomst derhalve onmiddellijk moet eindigen. Het ontslag op staande voet kan zowel gegeven (door de werkgever) als genomen worden (door de werknemer). - Gronden waarop het ontslag moet berusten staan opgesomd in het Burgerlijk Wetboek en dienen bij toepassing onmiddellijk en bij voorkeur schriftelijk aan de tegenpartij te worden medegedeeld. 106
Bijlage algemeen install
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7
9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34
35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54
-
Gronden tot het geven van ontslag op staande voet voor de werkgever zijn b.v.: hardnekkige weigering aan een redelijk bevel te voldoen, dronkenschap, diefstal. Gronden voor de werknemer om ontslag op staande voet te nemen zijn b.v.: niet tijdige betating van het loon en onjuiste behandeling door de werkgever. Er zijn meer dan de hierboven genoemde gronden, terwijl de hantering van een grond eigenlijk van geval tot geval bekeken moet worden. Zeker in gevallen van een ontslag op staande voet dient men te allen tijde voor het geven of nemen van zo'n ontslag contact op te nemen met de organisatie waarbij men is aangesloten. Tenslotte nog dit: Bij de hier besproken vorm van ontslag is het in principe niel vereist, dat men toestemming vraagt aan het UWV WERKbedrijf, hetgeen bij een normale hieraa te bespreken beëindiging van een arbeidsovereenkomst wel moet. Omdat er echter achteraf vaak procedures ontstaan over de vraag of een ontslag op staande voet wel terecht is gegeven, is het verstandig om, indien men ontslag op staande voet wil geven of nemen bij het UWV WERKbedrijf een "ontslagvergunning", voorzover rechtens vereist, te vragen. Men kan daarmee bereiken, dat als de Kantom"echter bij een in procedure over een op staande voet gegeven/genomen ontslag oordeelt, dat het ten onrechte is gegeven of genomen, de schadeplichtigheid niet groter is dan de som van het salaris, dat men bij normale beëindiging had moeten betalen; dus het salaris gedurende de normale opzeggingstermijn. C. BEËINDIGING OP ANDERE WIJZE Bij het geven van een toelichting omtrent de beëindiging van een arbeidsovereenkomst op andere wijze dan hiervoor vermeid, dient een aantal zaken te worden onderscheiden: I. Goedkeuring van het UWV WERKbedrijf; 2, Proeftijd; 3, Opzeggingstermijnen; 4. Arbeidsongeschiktheid; 5. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd; 6. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. 1, Goedkeuring van het UWV WERKbedrijf uitzonderingen daargelaten mag een arbeidsovereenkomst niet zonder vergunning (dus goedkeuring van het UWV WERKbedrijf) worden beëindigd. Deze uitzonderingen zijn de hiervoor onder A en B genoemde gevallen, alsmede bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd en bij het automatische aflopen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, waarover hieronder meer. Nadat de ene partij bij de arbeidsovereenkomst de andere op de hoogte heeft gebracht van zijn wens, dat hij de arbeidsovereenkomst wil beëindigen, en deze daartegen bezwaar maakt, dient degene, die wenst te beëindigen een verzoek te richten aan het UWV WERKbedrijf om vergunning te verlenen de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Men dient daarbij de redenen voor het verzoek op te geven. Men wacht dan de uitspraak van het UWV WERKbedrijf op het verzoek af. Na verkregen vergunning dient uiteraard door partijen de juiste opzeggingstermijn in acht te worden genomen. Per 1 januari 1999 geldt de verplichting tol het vragen van de ontslagvergunning niet meer voor de werknemer. 2. Proeftijd De proeftijd is een periode die geldt als een soort wederzijdse kennismakingsperiode. De proeftijd kan nimmer langer zijn dan 2 maanden. Indien werkgever en werknemer niets overeenkomen bij de indiensttreding geldt op grond van artikel 12 van de CAO
55 laatste 56
57 pag cijfer 58
107
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
automatisch een proeftijd van 2 maanden. Uitsluitend schriftelijk kan een proeftijd van korter dan 2 maanden of geen proeftijd worden overeengekomen. Tijdens de proeftijd kan ieder der partijen, zonder enige formaliteit in acht te hoeven nemen de dienstbetrekking beëindigen tegen het einde van de werkdag. Er is dus geen opzeggingstermijn en ook hoeft men geen toestemming aan het UWV WERKbedrijf le vragen. In sommige gevallen kan het voorkomen, dat de kenningsmakingsperiode van twee maanden, die de proeftijd mogelijk maakt, le kort is. In dat geval kan tussen partijen een langere kennismakingsperiode worden overeengekomen door de vaststelling van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, waarover hieronder meer. Deze kennismakingsperiode is dus geen proeftijd. 3. Opzeggingstermijnen Dil zijn de termijnen, die zowel de werknemer als de werkgever in acht moeten nemen bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst, tenzij er sprake is van de situaties onder A of B of bij beëindiging tijdens de proeftijd. De opzeggingstermijnen staan vermeld in artikel 16 van de CAO en artikel 7:672 BW (zie bijlage IIM). 4. Arbeidsongeschiktheid Onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan ziekte, ongeval, gebrek, zwangerschap en bevalling. Hel is de werkgever in het algemeen niet toegestaan om een arbeidsovereenkomst tijdens ziekte of ongeval op le zeggen, tenzij de ziekte langer dan twee jaar heeft geduurd. Na het verstrijken van de twee jaar dient overigens nog wel toestemming aan het UWV WERKbedrijf te worden gevraagd, indien de werknemer bezwaar maakt tegen het ontslag. Met ingang van 1 januari 1991 gelden nieuwe regels ten aanzien van de ontslagbescherming van (gedeehelijk) arbeidsongeschikte werknemers. Werkgevers moeten aarmemelijk maken dat zij geen ander werk hebben voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers. Kan een werkgever dat niet, dan krijgt hij geen ontslagvergunning. Tot 1 januari 1991 moesten de betreffende werknemers aantonen dat er nog een geschikte functie voor hen in het bedrijf was weggelegd. Het UWV WERKbedrijf moet eerst advies vragen aan hel UWV over de mogelijkheden die de werkgever heeft om de (gedeeltelijke) arbeidsongeschikte werknemer een passende functie aan te bieden. Pas daama kan het UWV WERKbedrijf een besluit nemen. Deze verplichting van het UWV WERKbedrijf om advies in te winnen bij de UWV geldt ook voor ontslagaanvragen voor werknemers in de zin van de Wel Rea. Geadviseerd wordt het een en ander schriftelijk vast te leggen. Arbeidsongeschiktheid is geen beletsel voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd, bij wederzijds goedvinden en ontslag op staande voet (zie A en B). Ondanks ziekte of ongeval kan de arbeidsovereenkomst wel worden beëindigd, indien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is ïangegaan en wel tegen de overeengekomen afloopdatum (zie punt 6). Wanneer de arbeidsongeschiktheid tijdens de opzeggingstermijn is ontstaan, eindigt het dienstverband toch na afloop van de opzeggingstermijn. De werkgever kan niet opzeggen wanneer de werknemer arbeidsongeschikt is tenzij de arbeidsongeschiktheid is ontstaan nadat het UWV WERKbedrijf het verzoek om toestemming de arbeidsverhouding te beëindigen van de werkgever heeft ontvangen. 5. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd Artike! 7:667 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt, dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan worden beëindigd door opzegging. Het gaat hier om een arbeidsovereenkomst waarvoor tussen partijen geen looptijd of afloopdatum is afgesproken. Is dit wel geschied, dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. 108
Bijlage algemeen insiall
I eer.ste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3
29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51
52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Nadat de ene bij de arbeidsovereenkomst betrokken partij de andere op de hoogte heeft gesteld van zijn wens de arbeidsovereenkomst te willen beëindigen en deze daartegen bezwaar maakt, dient degene die beëindiging wenst een verzoek te richten tot bet UWV WERKbedrijf om hem een vergunning te verlenen tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Deze verplichting geldt met ingang van de inwerkingtreding van de wet Flexibiliteit en Zekerheid niet meer voor de werknemer. Men dient daarbij de motieven voor het verzoek duidelijk te omschrijven. Na verkregen vergunning dient het dienstverband opgezegd te worden met inachtneming van dejuiste opzeggingstermijn. Een ontslagvergunning is niet vereisi bij: - beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden; - beëindiging van het dienstverband tijdens de proeftijd (duur proeftijd maximaal twee maanden); ontslag op staande voet wegens een dringende reden; - het automatisch aflopen van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd; - het bereiken van de eerste dag waarop het ouderdomspensioen van overheidswege (AOW) ingaat; - aan het einde van een voortgezet dienstverband voor bepaalde tijd waarvan de totale diensttijd niet langer is geweest dan 36 maanden (zie hieronder punt 6). Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gelden, op grond van artikel 12 van de CAO, de eerste twee maanden over en weer als proeftijd. Uitsluitend schriftelijk kan een kortere of geen proeftijd worden overeengekomen. 6. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Dit is de arbeidsovereenkomst die wordt aangegaan voor een bepaalde periode van ten hoogste 36 maanden of voor de duur van een overeengekomen taak. Na afloop van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan deze weer voor een bepaalde tijd worden voortgezet. Dit kan eenzelfde of een andere periode zijn. Ook is hel mogelijk om na afloop van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd deze voort te zetten voor onbepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die voor de eerste keer tot stand kwam (er heeft dus nog geen verlenging voor bepaalde tijd plaatsgevonden) eindigt automatisch op de afgesproken datum. Een dienstbetrekking voor bepaalde tijd kan slechts tussentijds worden opgezegd indien dat recht voor ieder der partijen schriftelijk is overeengekomen. Wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een eerste, tweede of derde keer voor bepaalde tijd wordt voortgezet en de arbeidsovereenkomsten te zamen niet langer duren dan 36 maanden eindigt ook de eerste, tweede en derde voortgezette arbeidsovereenkomst automatisch op de afgesproken datum. Wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd na afloop een eerste, tweede of derde keer voor bepaalde tijd wordt voortgezet en dc overeenkomsten te zamen langer duren dan 36 maanden, èn, de overeenkomsten elkander, al dan niet telkens, met een periode van niet meer dan drie maanden zijn opgevolgd, dient bij de beëindiging van de laatstelijk voortgezette arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wel vergunning le worden gevraagd aan het UWV WERKbedrijf indien de wederpartij hiertegen bezwaar aantekent, terwijl ook de opzeggingstermijn in acht moet worden genomen, corresponderende met de totale periode (dus inclusiefde voortzettingen) dat de overeenkomst heeft geduurd. Is die periode méér dan 3 maanden dan kan beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd volgend op die periode, zonder formaliteiten plaatsvinden. In dat geval namelijk, wordt de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd steeds als een aparte overeenkomst beschouwd die zonder enig verband met de voorgaande is, hoewel er in feite toch sprake van een voortzetting (zij het na 3 maanden) is. Ten aanzien van een overeenkomst van niet meer dan drie maanden die onmiddellijk volgt op een tussen dezelfde partijen aangegane arbeidsovereenkomst voor 36 maanden of langer kan ook beëindiging zonder formaliteit plaatsvinden.
109
Bijlage algemeen install
UI
O
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15
De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die is aangegaan met een 65-jarige of ouder is tegen de afgesproken afloopdatum altijd te beëindigen zonder dat enige formaliteiten in acht genomen moeten worden. Dit geldt ook indien het een voortgezette arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft. Overigens, voor dit hoofdstuk geldt ook het gestelde in hoofdstuk C5 (arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd). Daar waar in deze bijlage wordt gesproken over beëindiging c.q. beëindigen wordt bedoeld de juridische term "opzegging" respectievelijk "opzeggen". RAADPLEEG BU ONTSLAGKWESTIES TIJDIG UW ORGANISATIE!
16
17
m m
19
-UI'
l\ ^^
^SB-'*':'^'
T'I
JBl'^-ï:','!
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
È^.i^'J'
31 32 33 34
35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer 58
llO
I
Bijlage algemeen insiall
l
I eerste regel 2
BIJLAGE 6
3 4 5 6 7 8
VAKANTIEFONDS
6.
9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24 ondert I 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 damm 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laalste 56 57 pag cijfer 58
Artikei 1 In dit reglemenl wordt verstaan onder: a. de stichiing: de stichting Vakantiefonds voor de Metaalnijverheid, statutair gevestigd te 's-Gravenhage. Tel.: 070-3160160. Corr.adres: Postbus 30426, 2500 GK Den Haag. b. het vakantiegeld: het gederfde salaris over 15 vakantiedagen, plus de vakantiebijslag. c. het overeengekomen vaste salaris: het salaris per maand, resp. per vierwekenperiode, voordat daar enige inhouding op is toegepast. Artikel 2 1. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 79 van de CAO' s, welke in de Metaalnijverheid van toepassing zijn, heft de stichting van de werkgever vakantiegeld per maand, cq. per vierwekenperiode. 2. De Stichiing verstrekt daartoe eenmaal per maand, c.q. per vierwekenperiode een opgaveformulier aan de werkgever voor het per werknemer verschuldigde vakantiegeld. 3. Temgzenden van het opgaveformulier dient te geschieden binnen 14 dagen na afloop van de salarisperiode. Indien een werkgever niet voldoet aan deze informatieverplichting zal aan hem ambtshalve een aanslag worden opgelegd. Uitbetaling aan de werknemers is bij een ambtshalve aanslag niet mogelijk. 4. Voor werkgevers in wier ondememing uitsluitend of in hoofdzaak de in artikel 77 van de CAO vermelde werkzaamheden worden verricht en niet verplicht deelnemen aan het Vakantiefonds en die zich aanmelden bij het Vakantiefonds na 1 mei 1999 geldt het volgende: De werkgever en de deelnemende werknemers dienen het aanvraagformulier voorzien van datum en handtekening van de belastingeenheid, waaronder de werkgever valt, voor deelname bij het Vakantiefonds in te leveren. Nieuwe werkgevers, d.w.z. werkgevers die op 1 mei 1999 nog niet bestonden, die niet verplicht deelnemen aan de regeling van het Vakantiefonds kunnen tot 6 maanden na hun oprichting/ontstaan deelnemen aan het Vakantiefonds zonder dat zij verplicht zïjn het aanvraagformulier te doen ondertekenen. Artikel 3 1. De Stichting kan, ter dekking van haar administratiekosten, een bijdrage heffen in procenten van het vakantiegeld, als bedoeld in artikel 2.1. 2. Deze bijdrage moet door de werkgever tegelijkertijd met de betaling van het vakantiegeld worden voldaan en mag op generlei wijze op de werknemer worden verhaald. 3. Indien de bijdrage, bedoeld in het Iste tid van dit artikei verschuldigd is, zal de stichting dal tijdig en onder vermelding van het percentage bekend maken. Artikel 4 1. De werkgever is per volle maand, c.q. vierwekenperiode dienstverband van de werknemer vakantiegeld verschuldigd ter groofte van 13,7% van het overeengekomen vaste salaris (bruto) per maand, resp. per vierwekenperiode. 2. Bij een dienstverband van minder dan één maand, c.q. één vierwekenperiode, is het vakantiegeld 13,7% van het in die maand, resp. die vierwekenperiode verdiende vaste salaris (bmto)Hl
Bijlage algemeen install
miB
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1
25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41
42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laalsle 56 57 pag cijfer 58
3. Voor de werknemer die arbeidsongeschikt is en deswege aanspraak kan maken op een uitkering krachtens de Ziektewet, dan wel op betaling van salaris, is vakantiegeld verschuldigd als aangegeven in lid 1 van dit artikel, met dien verstande dat deze verplichting eindigt zes maanden na aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Over de resterende zes maanden van het eerste ziektejaar moet 8% vakantiebijslag worden afgedragen. 4. De werkgever is verplicht het vakantiegeld over de maand juni voor de 10de van die maand aan de stichting te hebben afgedragen. 5. Indien op 30 juni blijkt, dat de werkgever het vakantiegeld, bedoeld in het 4e lid van dit artikel niel verschuldigd was, heeft hij het recht het teveel betaalde met de werknemer te verrekenen. 6. Vakantiegeld is niet verschuldigd voor de dagen dat de werknemer voor herhalingsoefeningen in werkelijke militaire dienst verblijft, dan wel in werkelijke dienst is als noodwachter of poHtiereservist.*) *) de verplichting wordt dan overgenomen door het Ministerie van Defensie, resp. het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Artikel 5 1. De Stichting is verplicht het voor de werknemer gestorte vakantiegeld te betalen: a. aan de werknemer, voor zover hij daar recht op heeft; b. aan de erfgenaam of rechtverkrijgenden van de overleden werknemer, voor zover deze daar op het tijdstip van zijn overlijden recht op had. 2. De uitbetaling van het vakantiegeld geschiedt als regel éénmaal per jaar in de maand juni. Tussentijdse uitbetaling vindt plaats in de navolgende gevallen: a. bij overlijden van de werknemer; b. bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de werknemer, dan wel bij hel gebmik van de VUT-regeling door de werknemer; c. bij emigratie van de werknemer; d. bij opkomst in militaire dienst voor eerste oefening van de werknemer. 3. Voortijdige uitbetaling van het lol dan gereserveerde vakantiegeld kan slechts éénmaal per jaar plaatsvinden als de werknemer, in overleg met de werkgever, eerder dan de vastgestelde vakantie met vakantie gaat. Artikel 6 Het voor de werknemer gestorte en voor hem geregistreerde vakantiegeld wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.1, ter beschikking van de werknemer gesteld door overschrijving op een door hem opgegeven bank- of postgirorekening. Artikel 7 1. De werkgever dient het totaalbedrag van het opgaveformulier, als bedoeld in artikel 2, lid 2, te voldoen binnen één maand na afloop van de betreffende salarisperiode. 2. Bij niet tijdige betaling van het verschuldigde bedrag is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in gebreke. De Stichting is dan bevoegd te vorderen: - rente over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn en vergoeding van de buitengerechtelijke invorderingskosten, vast te stellen op 15% van de vordering met een minimum van ƒ 75,- onverminderd de overige kosien van vervolging, verschuldigd volgens de Wet. De rente wordt berekend naar het percentage van de wettelijke rente, bedoeld in de artikelen 6:119 en 6:120 van hel BW, dat geldt voor de periode waarover de rente door de Slichting wordl gevorderd. 112
Bijlage algemeen install
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Artikel 8 De Stichting kan te allen tijde nadere voorschriften uitvaardigen met betrekking tot incassering, registralie en uitbetaling van het vakantiegeld.
22 23
„
24 ondert 1
&Ml
25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
42 damm 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
113
I
Bijlage algemeen install
.
I eerste regel 2 3 6A. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13
BIJLAGE 6A
14
De stichting is een voortzetting van de op drie en twintig juni negentienhonderd zesendertig in het leven geroepen stichting: Fonds tot regeling der ontvangst en uitbetaling van gelden voor loonderving tijdens feestdagen en vakantie.
15 16 17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34
STATUTEN VAKANTIEFONDS NAAM EN ZETEL Artikel 1.1 De stichting draagt de naam: "Stichting Vakantiefonds voor de Metaalnijverheid", en is gevestigd te 's-Gravenhage, hiema te noemen: "de stichting". Artikel 1.2
Artikel 1.3 De stichting werd opgericht door afzondering van een kapitaal van éénhonderd gulden (ft 100,-) door: a. de Bond van Loodgieters- en Fitlerspatroons in Nederland en de Rooms Katholieke Bond van Loodgieters- en Koperslagerspatroons, enerzijds en b. de Algemene Nederlandse Metaalbewerkersbond, de Rooms Katholieke Metaalbewerkersbond en de Christelijke Metaalbewerkersbond in Nederland, anderzijds. DOEL Artikel 2.1
35
De stichting heeft ten doel de ontvangst en uitbetaling te regelen van gelden voor salarisderving over vakantiedagen en van gelden voor vakantiebijslag (verder te noemen •het vakantiegeld') in die bedrijfstakken in de Metaalnijverheid, in welker CAO de uitvoering ervan dwingend aan de stichting is opgedragen.
36 37
Artikel 2.2
38 39 40
41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Hel in het vorige lid omschreven doel kan ook van loepassing worden gebracht voor die bedrijfstakken in de Metaalnijverheid, in welker CAO de uitvoering ervan op basis van vrijwilligheid aan de stichting wordt opgedragen. BESTUUR Artikel 3.1 Het bestuur van de stichting wordt gevormd door de personen die door de aan de stichting, overeenkomstig artikel 2, lid 1 van deze statuten, deelnemende organisaties van werkgevers en werknemers worden aangewezen. Artikel 3.2 ledere organisatie, als bedoeld in artikel 2, lid 1, wijst één bestuurslid aan, behoudens de "Vereniging van Nederlandse Installatiebedrijven", welke laatste organisatie drie bestuursleden aanwijst. 114
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laalste
Artikel 3.3 Uit de bedrijfstakken, bedoeld in artikel 2, lid 2, kunnen door deze bedrijfstakken tezamen twee bestuursleden worden aangewezen. Artikel 3.4 De bestuursleden worden voor onbepaalde tijd benoemd. De besturen van de organisaties, welke een bestuurslid hebben aangewezen, hebben te allen tijde het rechl hun vertegenwoordiger in het bestuur van de stichiing te ontslaan, te schorsen of door een ander te doen vervangen. Het betrokken bestuur voorziet zo spoedig mogelijk in de vacature van de stichting en kan bij langdurige afwezigheid van het door haar aangewezen bestuurslid een plaatsvervanger aanwijzen. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Artikel 4.1 Het bestuur van de stichting kiest uit zijn midden een voorzitter en een secretaris, met dien verstande dat deze functies niet mogen worden vervuld door uitsluitend door de werkgeversorganisaties of uitsluitend door de werknemersorganisaties aangewezen bestuursleden. De functie van voorzitter en secretaris worden om de twee jaren wisselend vervuld. Artikel 4.2 Het bestuur is bevoegd lol vertegenwoordiging van de stichting in en buiten rechte. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris. Artikel 4 J Het bestuur van de stichting kan een Dagelijks Bestuur aanwijzen, beslaande uit de voorzitter en de secretaris, welke laatste tevens plaatsvervangend voorzitter is. Bij verhindering van één van de leden van hel Dagelijks Bestuur kan een plaatsvervanger worden aangewezen. Deze plaatsvervanger dient aflcomstig te zijn uit dezelfde groep bestuursleden als waamit het afwezige bestuurslid afkomstig was. VERGADERINGEN Artikel 5.1 Het bestuur van de stichting vergadert zo dikwijls de voorzitter zulks nodig acht, doch tenminste tweemaal per kalenderjaar. Artikel 5.2 De voorzitter is verplicht binnen twee weken een vergadering bijeen te roepen, indien tenminste drie bestuursleden hem schriftelijk, met redenen omkleed, het verzoek daartoe doen.
56
57 pag cijfer 58
115
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laalsle 56 57 pag cijfer 58
Artikel 5.3 Bij stemming in bestuursvergaderingen brengen de aanwezige bestuursleden-werknemers tezamen evenveel stemmen uit als de aanwezige bestuursleden-werkgevers. Een door een bestuurslid-werknemers uitgebrachte stem heeft de waarde van éérv'derde van het aantal door de bestuursleden-werkgevers tezamen uitgebrachte stemmen. Artikel 5.4 Het bestuur van de stichting kan geen besluiten nemen, indien niet tenminste drie/vierde van het aantal bestuursleden aanwezig is. Indien aan dit vereiste niet wordt voldaan, kan niettemin over hetzelfde onderwerp rechtsgeldig worden besloten in de eerstvolgende bestuursvergadering mits hiervan bij de oproeping schriftelijk melding wordt gemaakt en mits voldaan wordt aan het hiema in de artikelen 5.5 en 5.6 bepaalde, doch ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden. Artikel 5.5 m-'-.'-'ii¥j
Besluiten in de bestuursvergadering worden genomen bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Besluiten tot wijziging van de statuten, c.q. tot ontbinding van de stichting, behoeven een meerderheid van drie/vierde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. Artikel 5.6 Bij slaken van stemmen over een voorstel wordt datzelfde voorstel in de eerstvolgende bestuursvergadering opnieuw in stemming gebracht. Staken de stemmen wederom, dan wordt het voorstel geacht verworpen te zijn, HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 6.1 Hel bestuur van de stichting steh een Huishoudelijk Reglement vast, waarin geen bepalingen kuimen worden gesteld, welke in strijd met de statuten zijn. Artikel 6.2 Wijzigingen in het Huishoudelijk Reglement behoeven de goedkeuring van twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. DIRECTEUR Artikel 7.1 Het bestuur van de stichting benoemt een directeur, die belast wordt met het financieel beheer van de stichiing en de administratie van de stichting voert. Artikel 7.2 De directeur is voor zijn daden rechtstreeks verantwoordelijk ten opzichte van het bestuur van de stichting. 116
Bijlage algemeen install
UI
I eerste regel 2 3 4 5
De aanstelling van andere personeelsleden ten kantore van de stichting geschiedt door de directeur na verkregen goedkeuring van en op voorwaarden te stellen door en onder leiding van het bestuur der stichting.
6 7
GELDMIDDELEN
9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27
28 ondert 3 29
30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum I 43 dalum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Artikel 7.3
Artikel 8 De geldmiddelen van de stichting bestaan uit: a. het vermogen dat blijkens de boeken der stichting aanwezig is en vóór heden stond ten name van de stichting Vakantiezegelfonds voor het Loodgieters- en Fittersbedrijf; b. hetgeen werkgevers aan de stichting betalen voor verschuldigd vakantiegeld en administratiekosten; c. renten en andere opbrengsten van bezittingen van de stichting; d. onvoorziene baten, Artikel 9.1 Kasgelden kunnen worden gestort op een rekening bij de Postcheque- en girodienst en/of op een rekening bij een of meerdere door hel bestuur der slichting aan te wijzen bankinstellingen. Artikei 9.2 De voor belegging beschikbare gelden mogen niet anders worden belegd dan in waarden die een solide enrisicomijdendkarakter hebben. De nadere uitwerking, welke beleggingen hel kunnen betreffen, wordt geregeld in het Huishoudelijk reglement van de stichting. Artikel 93 Het bestuur van de stichting is bevoegd tol het aanschaffen en vervreemden van een registergoed, dienende als eigen kantoormimte der stichting. Artikel 9.4 Het bestuur van de stichting is bevoegd uit het vermogen van de stichiing gelden beschikbaar le stellen aan de deelnemende werkgevers en werknemersorganisaties, voor zover door deze organisaties de besteding daarvan wordt aangewend ten behoeve van een ideëel doel en/of scholing en vorming van haar leden. BOEKJAAR Artikel 10.1 Het boekjaar van de stichting loopt van één oktober tot en met dertig september. Artikel 10.2 De boekhouding van de stichting wordt gesteld onder het regelmatig toezicht van een exteme registeraccountant, aan te wijzen door het bestuur der stichting. 117
Bijlage algemeen install
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7
Artikel 10.3 De directeur is verplicht jaariijks voor een en dertig december aan het bestuur van de stichting schriftelijk verslag uit te brengen over het afgelopen boekjaar, welk verslag voorzien moet zijn van een verklaring van een exteme registeraccountant. STATUTEN WIJZIGINGEN
9 10 11 deeltitel 12 13 14 15
Artikel 11.1
16 17
Is met inachtneming van het bepaalde tn het eerste lid van dit artikel tot wijziging van de statuten besloten, dan zorgt het bestuur der stichting dal hiervan een notariële akte wordt opgemaakt.
18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29
30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
Wijzigingen in de statuten der stichting kunnen door hel bestuur van de stichting, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.5, worden aangebracht. Artikel 11.2
Artikel 12.1 Besluiten tot ontbinding van de stichting kunnen door het bestuur op een uitsluitend voor dat doel bijeengeroepen bestuursvergadering worden genomen. Een dergelijk besluit behoeft de goedkeuring van drie/vierde van het aantal geldige door de bestuursleden uitgebrachte stemmen. Artikel 12.2 Bij ontbinding van de stichting geschiedt de afwikkeling door het bestuur der stichiing of door een of meerdere door het bestuur aan te wijzen personen. Artikel 123 Bij ontbinding van de stichting beslist het besluur der stichting bij meerderheid van drie/vierde van bel aantal geldig uitgebrachte stemmen na vooraf gepleegd overieg en verkregen goedkeuring van de besturen van de in artikel 3.1 bedoelde organisaties, over de bestemming van het eventueel batig saldo. SLOTBEPALING Artikel 13 In alle gevaUen, waarin de statuten niet voorzien, beslist het bestuur der stichting.
46 47
48 49 50 51
52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
118
Bijlage algemecD install
I eerste regel 2 3 7. 4 5 6 7
8 9
10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1
25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38
39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
BIJLAGE 7 GEDRAGSREGELS BIJ ARBEIDSONGESCHIKTHEID Ingevolge de Wet Uitbreiding Loondoorbetaiingsverplichting bij ziekte (WULBZ) en de Wet verienging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte (VLZ) behoudt de werknemer voor een lijdvak van honderd en vier (104) weken recht op 70% van het naar tijdmimte vastgestelde loon, maar ten minste op het voor hem geldende wettelijke minimum, indien die werknemer de bedongen arbeid niet heeft verrichl omdat hij daartoe door ziekte of door zwangerschap of bevalling was verhinderd. In deze CAO is afgesproken dat de werkgever het salaris doorbetaalt met inachtneming van het in artikel 67 van deze CAO bepaalde. TIJDIGE ZIEKMELDING Op grond van artikel 66 van de CAO dient de werknemer indien hij arbeidsongeschikt is of wordt, daarvan de werkgever zo spoedig mogeUjk en, indien de werknemer niet verschijnt op het werk uiterlijk 09.00 uur 's-ochtends, op de hoogte te stellen op een door de werkgever voorgeschreven wijze. Sancties Bij niel tijdige melding is de werkgever bevoegd, hetzij de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid aan te merken als een door de werknemer opgenomen veriofdag, hetzij over die dag de doorbetaling van het salaris achterwege te laten. Indien de werknemer zich meer dan een dag te laat meldt, kan de werkgever in aanvulling op de eerder genoemde sanctie het salaris van de werknemer beperken tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon, tot de dag en tijdstip van correcte melding. THUISBLIJVEN De werknemer dient thuis te blijven tot de eerste controle heeft plaatsgehad. Na hel eerste bezoek mag de werknemer - als daartegen geen medische bezwaren bestaan buitenshuis gaan maar dient de eerste drie weken wel thuis te zijn: - 's morgens tot 10.00 uur; - 's middags van 12.00 uur tot 14.30 uur. Tot het eerste bezoek en tijdens bovengenoemde uren mag de werknemer alleen van huis gaan voor een bezoek aan de behandelend arts of aan de bedrijfsarts"" of om het werk te hervatten. Indien de arbeidsongeschiktheid onverhoopt langer dan 3 weken zou duren, vervalt de plicht om tijdens de hierboven genoemde uren thuis te zijn, tenzij door de bedrijfsarts anders mocht worden bepaald. Wanneer de werknemer meent dat daartoe aanleiding is, kan de werknemer de bedrijfsarts vrijstelling vragen van de verplichting gedurende bepaalde uren thuis te zijn. Sancties Bij niel naleving van deze voorschriften krijgt de werknemer de eerste maal een waarschuwing. Bij een tweede keer binnen 1 jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris gedurende 3 dagen beperkt worden tot 70%, maar ten minste hel wettelijk minimumloon. Bij een derde en volgende keer binnen I jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris van de werknemer beperkt worden tot 70%, maar ten minste il9
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 damm I 43 datum 2 44 45 NB regel
het wettelijk minimumloon, totdat controle mogelijk is. De beperking tot 70% van hel salaris van de werknemer zat in dit laatste geval minimaal 5 werkdagen bedragen. BEZOEK MOET MOGELUK ZIJN De werknemer dient bereikbaar te zijn voor controle door of namens de werkgever. Daartoe is het nodig dat de werknemer de werkgever of een door deze aangewezen persoon in de gelegenheid stelt om de werknemer in zijn woning of op hel verpleegadres te bezoeken. Is er - terwijl de werknemer thuis is - iets bijzonders aan de hand (bijvoorbeeld de bel is defect of er is niemand thuis die de deur kan opendoen) dan dient de werknemer maatregelen te treffen, waardoor zij toch toegang tot de woning kunnen krijgen. De werknemer dient er voor le zorgen, dat als de bedrijfsarts of de medewerker van de Arbodienst hem/haar niet thuis treft, hij op het adres van de werknemer kan vememen waar de werknemer is. Sancties Bij niet naleving van deze voorschriften krijgt de werknemer de eerste maal een waarschuwing. Bij een tweede keer binnen I jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris gedurende 3 dagen beperkt worden tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon. Bij een derde en volgende keer binnen 1 jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris van de werknemer beperkt worden tot 70%, maar ten minsle het wettelijk minimumloon, totdat controle mogelijk is. De beperking tot 70% van het salaris van dc werknemer zal in dit laatste geval minimaal 5 werkdagen bedragen. HET JUISTE ADRES Indien de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid verhuist of tijdelijk elders verblijft of van verpleegadres verandert (bijvoorbeeld opname in of ontslag uit een ziekenhuis, een sanatorium of een andere inrichting) behoort de werknemer dit binnen 24 uur aan zijn werkgever op te geven. Sancties Bij niet naleving van deze voorschriften krijgt de werknemer de eerste maal een waarschuwing. Bij een tweede keer birmen 1 jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris gedurende 3 dagen beperkl worden tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon. Bij een derde en volgende keer birmen I jaar na datum eerste waarschuwing kan het salaris van de werknemer beperkt worden tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon, totdat controle mogelijk is. De beperking tot 70% van het salaris van de werknemer zal in dit laalste geval minimaal 5 werkdagen bedragen.
46 47
OP HET SPREEKUUR KOMEN
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
De werknemer dient aan een oproep om te verschijnen op het spreekuur van de bedrijfsarts of een door de bedrijfsarts aangewezen specialist voor een onderzoek gehoor te geven- Dit geldt ook indien de werknemer van plan is de dag na het onderzoek of een latere dag het werk le hervatten. Als de werknemer een geldige reden tot verhindering heeft (bijvoorbeeld bedlegerigheid), dan behoort de werknemer dil terstond mee te delen. (Op de oproepkaart is vermeld hoe de werknemer dit kan doen). Vanzelfsprekend dient de werknemer dan, behalve voor bezoek 120
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15
aan de behandelend arts, of in geval van werkhervatting, zijn woning tot het eerstvolgende bezoek van de bedrijfsarts niet te veriaten, teneinde aan laatstgenoemde de gelegenheid te geven de werknemer thuis aan te treffen, wanneer hij de werknemer komt bezoeken. De werknemer behoeft niel op het spreekuur te verschijnen indien hij inmiddels zijn werkzaamheden heeft hervat. Sancties Bij niet naleving van dit voorschrift kan de werkgever de eerste keer het salaris van de werknemer beperken gedurende 3 dagen tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon. Bij een tweede en volgende keer binnen 1 jaar na de eersie overtreding van dit voorschrift kan het salaris van de werknemer worden beperkt tot 70% totdat de werknemer op het spreekuur verschijnt. De beperking tot 70% van het salaris zal in dit laatste geval minimaal 5 werkdagen bedragen.
16
GENEZING NIET BELEMMEREN
17 18 19 20
De werknemer dient zich tijdens zijn arbeidsongeschiktheid zodanig te gedragen, dat zijn genezing niet wordt belemmerd (bijvoorbeeld tijdig onder behandeling slellen van een huisarts).
21 22 23 24 ondert 1
25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 dalum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Sanctie Indien de bedrijfsarts vaststelt dal de werknemer zich in zodanige mate gedraagt of heeft gedragen dat de genezing in emstige mate wordl belemmerd kan het salaris worden beperkt tot 70%, maar ten minste hel wettelijk minimumloon. HET VERRICHTEN VAN WERKZAAMHEDEN De werknemer dient tijdens zijn arbeidsongeschiktheid geen arbeid te verrichten behalve voor zover het werkzaamheden betreft, welke de werJmemer voor het herstel van zijn gezondheid zijn voorgeschreven, dan wel waarvoor de wericnemer toestemming heeft ontvangen van de bedrijfsarts. Sanctie Indien de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid zonder toestemming van de bedrijfsarts werkzaamheden voor een derde gaat verrichten, waarbij onder werkzaamheden wordl verstaan werkzaamheden met een beroepsmatig karakter, dan kan de werkgever het salaris beperken tot 70%, maar ten minste het wettelijk minimumloon, onder aftrek van hetgeen de werknemer met deze werkzaamheden heeft verdiend. HERVATTEN BIJ HERSTEL Zodra de werknemer weer in staat is aan het werk te gaan, dient de werknemer de werkzaamheden zo spoedig mogelijk weer aan te vangen en zijn werkgever te informeren op een door de werkgever voorgeschreven wijze. INFORMATIE Met inachtneming van de Arbowet dient een werkgever een gecertificeerde Arbodienst in te schakelen voor onder andere individuele ziekteverzuimbegeleiding en een arbeidsgezondheidsdeskundig spreekuur. Deze Arbodienst zal onder andere een bedrijfsarts of verzekeringsdeskundige in dienst hebben die de werkgever onder meer zal bijstaan met een werkhervattingsadvies en advisering omtrent verdere reïntegratiemogel ijkheden. 121
Bijlage algemeen ïnsiall
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17
De werknemer stelt, desgevraagd door de arts van de Arbodienst, die arts op de hoogte van de aard van de ziekte en verstrekt hem desgevraagd verdere informatie die noodzakelijk is voor het werkhervattingsadvies en de individuele ziekteverzuimbegeleiding- De Arbodienst mag niet zonder uitdmkkelijke toestemming van de werknemer gegevens van medische aard betreffende die werknemer, aan de werkgever verstrekken. De werknemer is voorts niet verplicht gegevens betreffende de aard van zijn ziekte aan de werkgever te verstrekken, tenzij er sprake is van zwangerschap. De werkgever is verplicht een reïntegratieplan te maken. De werknemer is verplicht die infonnatie le verstrekken die de werkgever nodig heeft om het reïntegratieplan op te stellen. *
Onder bedrijfsarts wordt verstaan de geneeskundige die door de werkgever wordt aangewezen om de arbeidsongeschiktheid vast te stellen en te controleren.
19 20 21 22 23
Rlll|;-i-'^ ï;S-ï?i
:^M
24 ondert 1
W^'^i
25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
122
I
Bijlage algemeen install
i
I eerste regel 2 3 7A. 4 5 6 7
8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
BIJLAGE 7A DOKTERSBEZOEK Onder doktersbezoek wordt verstaan een bezoek aan de huisarts, de tandarts, een specialist of een therapeut waamaar is verwezen. De werknemer zal trachten doktersbezoek buiten werktijd te laten plaatsvinden. Als dat niet mogelijk blijkt te zijn zal de werknemer na overleg met de werkgever zoveel mogelijk het doktersbezoek aan het begin of aan het einde van de werkdag plannen. Werkgever zal het salaris doorbetalen over de tijd die voor het doktersbezoek, binnen de dagelijkse werktijd, nodig is tot een maximum van twee uur. Voor een bezoek aan een specialist geldt een maximum van vier uur. Voor of na het doktersbezoek dient de medewerker de overige uren te werken. Op verzoek van de werkgever zal de werknemer schriftelijk moeten kunnen aantonen dat het doktersbezoek etc. daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Het maximale aantal te vergoeden uren zal niet meer dan acht bedragen op jaarbasis. In bijzondere gevallen kan in overleg met de werkgever hiervan worden afgeweken. Vóór 1 april 2Ö03 beslaande regelingen blijven gehandhaafd.
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laalste 56 57 pag cijfer 58
123
Bijlage algemeen install
BIJLAGE 8A
1 eersie regel 2 8A.
VOORLICHTING BETREFFENDE DE ARBEIDSVOORWAARDEN VAN WERKNEMERS DIE ONDERWIJS VOLGEN { j
9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
i .'
[ !
£ !
1. De CAO (artikel 71 en 72) maakt onderscheid tussen - de werknemer die, op grond van de leerplichtwet, verplicht is onderwijs te volgen; dit is de kwalificatieplichtige werknemer. de werknemer die vrijwillig onderwijs volgt. 2. De kwalificatieplichtige werknemer voldoet aan zijn verplichting door onderwijs te volgen op een Regionaal OpleidingsCentmm (ROC) een avondschool. (Wanneer des avonds school wordt gegaan, dient overdag vervangend vrijaf te worden gegeven gelijk aan het aantal gevolgde schooluren tot ten hoogste twee dagen per week.) Indien de jeugdige werknemer kwalificatieplichtig is, omvat de werkweek het aantal dagen ten aanzien waarvan geen verplichting tot onderwijs geldt. 3. De werknemer die vrijwillig onderwijs wenst te ontvangen, heeft de keuze gedurende één dag per week de primaire en/of voortgezette vakopleiding te volgen; - een opleiding die van belang is voor zijn (te vervullen) functie dan wel een vormingscursus te volgen, zolang hij de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. Indien de werknemer vrijwillig onderwijs gaat volgen, dient in overieg tussen de werkgever en de werknemer vooraf bepaald en in de aanstellingsbrief vastgesteld te worden hoeveei uren per week de werknemer gemiddeld werkt. Werkgever en werknemer kunnen derhalve een vijfdaagse of een kortere werkweek overeenkomen. 4. Indien tussen werkgever en werknemer een werkweek van gemiddeld 38 uren is overeengekomen dan geldt: - dat de werknemer ten minste moet ontvangen het salaris dat hem op grond van artikel 31 lid 1 in samenhang met artikel 33a dan wel 33b toekomt (derhalve doorbetaling van salaris over de dagen waarop onderwijs wordt gevolgd); - dat de werknemer op de dagen waarop geen onderwijs wordt gegeven (schoolvakantiedagen) werkzaam dient te zijn in de ondememing; dat de werknemer aanspraak heeft op vakantiedagen overeenkomstig het bepaalde in artikel 49 e.v. 5. Indien tussen werkgever en werknemer een kortere gemiddelde werkweek dan 38 uren is overeengekomen (vrijwillig onderwijs) dan wel van loepassing is (verplicht onderwijs), dan geldt; dat de werknemer ten minste moet ontvangen een evenredig deel van het deel salaris dat hem op grond van artikel 33a dan wel 33b toekomt; dat de werknemer niel verplicht is in de ondememing werkzaam te zijn gedxu-ende schoolvakantiedagen; dat de werknemer aanspraak heeft op vakantie waarvan de duur bedraagt een evenredig deel van de rechten genoemd in artikel 49 e.v. 6, Uit het vorenstaande volgt dat voor werknemers kwalificatieplichtig zijn kan worden gekozen tussen een werkweek van gemiddeld 38 uren en een kortere werkweek dan gemiddeld 38 uren. Bij een werkweek van gemiddeld 38 uren moet de werknemer tijdens de schoolvakantie volgens zijn dienstrooster WCTken; bij een werkweek van gemiddeld minder dan 38 uren per week heeft de werknemer tijdens de schoolvakantie vrij op de dagen waarop hij anders les zou hebben gehad.
124
Bijlage algemeen install
e
1 eerste regel 2 3 8B. 4 5 6 7 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1
25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 damm 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste
BIJLAGE 8B ARBEIDSOVEREENKOMST LEERLINGEN Werkgever Gevestigd te en De heer/mevrouw Geboortedatum Wonende te verklaren de volgende arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan: Artikel 1 1. De arbeidsovereenkomst, waarvan de eerste twee maanden als proeftijd zullen gelden, vangt aan op , en wordl aangegaan voor de duur van de tegelijkertijd dan wet voor l oktober*) van dit jaar afgesloten (voortgezette) beroepspraktijkvormingsovereenkomst in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg zoals bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs. De arbeidsovereenkomst eindigt in ieder geval van rechtswege op 1 oktober"*) van dil jaar, indien geen (voortgezette) beroepspraktijkvormingsovereenkomst is afgesloten, danwel tegen het einde van de dag waarop de (voortgezette) beroepspraktijkvormingsovereenkomst rechtmatig is beëindigd. 2. Ongeacht andere mogelijkheden van tussentijdse beëindiging kan deze overeenkomst tussentijds na verkregen toestemming van het UWV WERKbedrijf worden opgezegd en beëindigd. 3. De arbeidsovereenkomst wordt niet geacht te zijn beëindigd indien de werknemer in overleg met de werkgever een aansluitende beroepspraktijkvormingsoveieenkomst heeft afgesloten. *)
Voor deze datum kan, afliankelijk van de praktische situatie, ecn andere datum worden ingevuld.
Artikel 2 Partijen zullen naar beste vermogen alle verplichtingen nakomen, welke voor hen voortvloeien uit deze overeenkomsl. Daamaast zal de werknemer naar beste vermogen de verplichtingen uit de leerovereenkomst nakomen en redelijkerwijs alles doen om de opleiding met goed gevolg te kunnen afsluiten. Artike] 3 De werktijd bedraagt gemiddeld
uren per 2 weken.
Artikel 4 Het overeengekomen salaris voor de in artikel 3 genoemde werktijd bedraagt bmto e per 4 weken/maand. Artikel 5 Voor zover niet uitdmkkelijk van het tegendeel blijkt, is op deze arbeidsovereenkomst de collectieve arbeidsovereenkomst voor de in artikel 77 bedoelde bedrijfstak van toepassing. Aldus gedaan en afgegeven te (firmastempel) ver)
dd
Voor akkoord getekend (handtekening werknemer)
Voor akkoord getekend (ouder/voogd)
20..
(handtekening
werkge-
56
57 pag cijfer 58
125
Bijlage algemeen install
ai
m
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Bovenstaand voorbeeld is een basistekst. Informeer voor meer specifieke voorbeelden bij uw organisatie.
126
I
Bijlage algeneen install
I eerste regel 2 3 4 8C. 5 6 7 8 9 10 II deehitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
BIJLAGE 8C ARBEIDSOVEREENKOMST HBO- DAN WEL WO-STUDENTEN Werkgever gevestigd te en De heer/mevrouw wonende te
—
Geboortedatum-
verklaren de volgende arbeidsovereenkomst te zijn aangegaan: Artikel 1 1. De arbeidsovereenkomst, waarvan de eerste twee maanden als proeftijd zullen gelden, vangt aan op , en wordt aangegaan voor de resterende duur van de opleiding aan , en eindigt van rechtswege op de dag waarop werkgever en werknemer kennis hebben kunnen nemen van de positieve afronding van de opleiding. Indien de bovengenoemde opleiding niet positief wordt afgerond dan wel de afronding langer duurt dan jaar eindigt de overeenkomst van rechtswege op 2. Ongeacht andere mogelijkheden van tussentijdse beëindiging kan deze overeenkomsl tussentijds na verkregen toestemming van het UWV WERKbedrijf worden opgezegd en beëindigd. Artikel 2 Partijen zullen naar beste vermogen alle verplichtingen nakomen, welke voor hen voortvloeien uit deze overeenkomst. Daamaast zal de werknemer naar beste vermogen en redelijkerwijs alles doen om de opleiding zo snel mogelijk en met goed gevolg te kunnen afsluiten. Werkgever zal werknemer zodanige werkzaamheden laten verrichten dal hiermede een bijdrage wordt geleverd aan de afronding van de opleiding van werknemer. Artikel 3 De werktijd bedraagt gemiddeld
uren per week.
Artikel 4 Hel overeengekomen salaris voor de in artikel 3 genoemde werktijd bedraagt bmto € per 4 weken/maand. Artikel 5 Voor zover uit deze arbeidsovereenkomst niet het tegendeel blijkt, is de CAO voor het Technisch Installatiebedrijf van toepassing. Aldus vastgesteld en afgegeven te (firmastempel) werkgever) Voor akkoord getekend (handtekening werknemer)
d.d. 20 (handtekening
Voor akkoord getekend (ouder/voogd) 127
Bijlage algemeen install
I eersie regel 2 3 9. 4 5 6 7
8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41
42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste
BIJLAGE 9 WERKGELEGENHEID 1. Partijen zijn van mening, dat handhaving en -zo mogelijk- uitbreiding van de werkgelegenheid in de Metaal en Techniek een belangrijke zaak is. 2. Handhaving en uitbreiding van de werkgeiegenheid moet niet alleen in kwantitatieve zin worden opgevat, maar ook in kwalitatieve zin. 3. Onder werkgelegenheid in kwalitatieve zin wordt mede verstaan werkgelegenheid voor gehandicapten en andere kwetsbare groepen, zoals daar zijn: jeugdigen, vrouwen, oudere werknemers, langdurig werklozen, enz. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de arbeidsplaatsen en de werkomgeving. Bezwarende omstandigheden zullen zoveel mogelijk voorkomen moeten worden. Aandacht zal worden besteed aan gezondheid, veiligheid, gevaar, lawaai, zwaarte van de arbeid, enz. 4. Van even grote waarde achten partijen het, dat de bestaande en toekomstige arbeidsplaatsen op passende wijze worden bezet door daarvoor geschikte werknemers. Hel is daarom, dat de partijen een groot belang hechten aan het bestaan van een goede vakopleiding, her-, om- en bijscholing, een voor alle partijen bevredigende opvang van de gevolgen van het natuurlijk verloop, enz. 5. Om aan het in de punten 1 tot en met 4 gestelde meer concrete vorm te kunnen geven, zullen partijen tweemaal per jaar bijeenkomen, teneinde de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de Metaal en Techniek in relatie tot de algemene economische ontwikkeling, waaronder investeringen, welke gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, te bespreken. 6. De in punt 5 bedoelde bijeenkomsten zullen zijn vergaderingen van het Algemeen Bestuur van de Vakraad. Deze bijeenkomsten zullen mede tot doel hebben een beter inzicht te verkrijgen in te verwachten ontwikkelingen, opdat tijdig de nodige maatregelen genomen kunnen worden. Daartoe zullöi geconstateerde ontwikkelingen en verwachtingen onderwerp van bespreking moeten zijn. 7. In het kader van en ter ondersteuning van hel overleg in de Vakraad dienen de Bedrijfsraden zich ondenneer te richten op: a. het verkrijgen van meer inzichten in de economische en werkgelegenheidsontwikkeling in de eigen branche; b. hel verschaffen van inzicht aan de Vakraad omtrent produktiviteit, produktiviteitsontwikkeling, werkgelegenheid, opleiding, waaronder scholing en her-, om- en bijscholing, veiligheid en veiligheidsverbetering, het scheppen van werkgelegenheid voor jeugdige werknemers en voor kwetsbare groepen, de ontwikkeling van de branche; c. het opstellen van een prognose over de te verwachten ontwikkeling in de branche, met name voor wat betreft de behoefte aan arbeidskrachten, aanwezige én gevraagde functieniveaus, onderlinge vervangbaarheid (ook ten opzichte van andere branches). 8. De voor het overleg benodigde gegevens zullen door de Vakraad of door de bedrijfsraden, daartoe gemachtigd door de Vakraad, worden opgevraagd bij bestaande instituten. Hierbij denken partijen zowel aan instituten, zoals opleidingsorganen, fondsen en uitvoeringsorganen, als aan instituten met een mimer bereik, zo^s het UWV WERKBEDRIJF, het Economisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf, hel Centraal Bureau voor de Statistiek en het Centraal Planbureau. Zonodig zuilen in gezamenlijk overleg aanvullende gegevens via andere wegen worden verzameld. 9. In het periodiek overleg in de Vakraad kunnen de hiema volgende punten aan de orde komen, waarbij partijen prioriteit zullen geven aan de punten a, b en f. a. de vakopleidingen in al hun facetten
56
57 pag cijfer 58
128
Bijlage algemeen install
h'-it^
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14
b. c. d. e. f. g. h. i. j.
her-, om- en bijscholing het mobiliteitsvraagstuk vacature-melding bij UWV WERKBEDRUF gevolgen van het natuurlijk verloop passende arbeid verbetering arbeidsomstandigheden beperking ziekteverzuim bestrijding van beunhazerij problemen rond de ontslagveriening.
15
16 17
18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34
35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
129
Bijlage algemeen insiall
I eerste regel 2 3 4
10.
5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13
BIJLAGE 10 REGLEMENT AANVULLING ARBEIDSOVEREENKOMST IN VERBAND MET VERGOEDING VAN DE LIDMAATSCHAPSKOSTEN VAN EEN WERKNEMERSORGANISATIE Artikel 1 De werknemer kan bij de werkgever een verzoek indienen tot veriaging van het bmto loon in de maand december van de jaren 2011 en 2012 ter hoogte van de door hem in het betreffende kalenderjaar betaalde kosten voor het lidmaatschap van een werknemersorganisatie. De werkgever zal dit verzoek inwilligen in mil voor een kostenvergoeding gelijk aan de voormelde betaalde lidmaatschapskosten, zoals nader bepaalt in dit reglement.
14
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27
28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste
Artikel 2 1. De werknemer dient schriftelijk kenbaar te maken dat hij van de in artikel 1 bedoelde milmogelijkheid gebruik wil maken. Daartoe dient de werknemer uiterlijk op 15 november van het betreffende kalenderjaar het formulier "Aanvulling arbeidsovereenkomst" volledig in te vullen, te ondertekenen en aan de werkgever te ovCTleggen. 2. De werknemer dient via het in lid I bedoelde formulier schriftelijk opgave te doen van de werkelijke kosten van het lidmaatschap in het betreffende kalenderjaar. Tevens dient de werknemer bij het in lid 1 bedoelde formulier de originele verklaring van de werknemersorganisatie bij te voegen. Overschrijding van de in lid 1 genoemde datum leidt tot uitsluiting van deelname. 3. De in artikel 1 bedoelde kostenvergoeding wordt vastgesteld op basis van de door de werknemer op het declaratieformulier vermelde gegevens en op basis van de toepasselijke fiscale en premierechtelijke wet- en regelgeving in combinatie met de originele verklaring van de werknemersorganisatie. 4. Indien door de werknemer is voldaan aan de in lid 1 en lid 2 gestelde voorwaarden wordt de in artikel 1 bedoelde kostenvergoeding door de werkgever aan de werknemer betaald tezamen met de salarisbetaling in de maand december van het betreffende kalenderjaar of de laatste vierwekenbetaling van dal kalenderjaar. Artikel 3 Bij beëindiging van het dienstverband, ongeacht de reden hiertoe, eindigt het recht op vergoeding als bedoeld in artikel l. Artike] 4 Indien bij controle door de belastingdienst of de uitvoeringsinstantie voor de werknemersverzekeringen blijkt dat de belasting en premievrije vergoeding ten onrechte of tot een te hoog bedrag is uitbetaald en dientengevolge naheffing bij de werkgever plaatsvindt, dan komt deze naheffing (inclusief eventuele rente en boete) voor rekening van de werknemer indien de oorzaak van de naheffing aan de werknemer kan worden verweten.
56
57 pag cijfer 58
130
Bijlage algemeen install
'S*:
13 ' i 3-:
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3
29 30 ondert 4 31 32 33 34
35 36 37
38 39 40 41 42 dattjm 1 43 damm 2 44 45 NB regel
AANVULLING ARBEIDSOVEREENKOMST, VERGOEDING VAN DE LIDMAATSCHAPS-KOSTEN VAN EEN WERKNEMERSORGANISATIE
Door de werknemer uiterlijk 15 november van het betreffende kalenderjaar in te leveren bij de werkgever.
Ondergetekende, Burgerservice(Sofi)-n ummer:
(naam werknemer)
a. geeft door invulling, ondertekening en overlegging van dit formulier te kennen dat hij/zij gebmik maakt van de in artikel 39 van de CAO opgenomen mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst aan te vullen. Deze aanvulling betreft het milen van een deel van het bmtoloon voor een kostenvergoeding van de lidmaatschapskoslen van een werknemersorganisali e; b. heeft een arbeidsovereenkomst met (naam werkgever); c. is lid van (naam werknemersorganisatie) en betaalt in dït verband kosten voor het lidmaatschap; d. verklaart kennis le hebben genomen van en akkoord te gaan met het gestelde in het Reglement Aanvulling arbeidsovereenkomst in verband met vergoeding van de lidmaatschapskosten van een werknemersorganisatie; e. verklaart met overlegging van een originele verklaring van zijn/haar werknemersorganisatie dat de lidmaatschapskosten voor het jaar (2011 of 2012) die krachtens dit reglement voor vergoeding in aanmerking komen ais volgt bedragen: € ; f. verklaart akkoord te gaan met een verlaging van zijn/haar brutoloon in december van het hierboven onder e) genoemde jaar ter grootte van het hierboven onder e) aangegeven bedrag; g. verklaart zich bewust te zijn van het feit dat voor vergoeding van de kosten een tijdige declaratie bij zijn/haar werkgever nodig is (uiterlijk 15 november van het onder e) genoemde jaar; h. verklaart zich ervan bewust te zijn dat aan de onder f) bedoelde verlaging gevolgen (kurmen) zijn verbonden voor onder meer het recht op sociale zekerheidsuitkeringen - het vakantiegeld - inkomensgerelateerde subsidies - de pensioenopbouw etc. in die betekenis dat het (lagere) bmtoloon van december lot nieuwe berekeningsgrondslagen leidt; i. overlegt als bijlage bij dil formulier belalingsbewijzen als bedoeld in artikel 2, lid 2 van het onder d) bedoelde Reglement.
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Datum: Handtekening:
131
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 lO.A 4 5
BIJLAGE lOA
6 7
1. Definities
8 9
Bedrijfstak: De bedrijfstakken behorende tot de Metaal en Techniek, zoals omschreven in artikel 3 en de artikelen 77 van de CAO('s) voor: - het carrosseriebedrijf; - de goud- en zilvemijverheid; het isolatiebedrijf; - het metaalbewerkingsbedrijf; - hel technisch installatiebedrijf;
10
II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20
21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 S3
54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
REGELING MET BETREKKING TOT LEVENSLOOP IN DE METAAL EN TECHNIEK
CAO; De Collectieve Arbeidsovereenkomsten in de bedrijfstak; Deelnameformulier; Het door de Uitvoerder (eventueel elektronisch) beschikbaar gestelde formulier dat een Deelnemer gebruikt om een Levensiooprekening aan te vragen en om de periodieke inleg van de Deelnemer aan de Uitvoerder door te geven; Deelnemer: Degene (werknemer of voormalig werknemer) die door middel van een Levenslooprekening een vorderingsrecht luidende in een economische gerechtigdheid tot participaties en/of in geld op de Uitvoerder heeft; Inhoudingsplichtige; Inhoudingsplichtige ïn de zin van artikel 6 lid 1, letters a en c van de Wet op de loonbelasting 1964, dan wel de Inhoudingsplichtige als bedoeld in artikel 61c lid 5 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001; Laatstgenoten loon; Het loon in geld zoals bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964; Levensloopinstelling: Mn Services Levensloop Fonds, een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel I van de Wet toezicht beleggingsinstellingen in de vorm van een fonds voor gemene rekening waarvan de participaties zijn onderverdeeld in series; Levensloopregeling: De regeling als bedoeld in Hoofdstuk IIC van de Wet op de loonbelasting 1964 en Hoofdstuk 5A van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001, waarmee een Deelnemer een voorziening in geld kan treffen uitsluitend ten behoeve van het opnemen van een periode van extra verlof; Levensloopregeling Metaal en Techniek (MT Levensloop): De binnen de Bedrijfstak met ingang van 1 januari 2006 geldende Levensloopregeling; Levenslooprekening: Een geblokkeerde rekening als bedoeld in artikel 19g lid 3 van de Wet op de loonbelasting 1964 bij de Uitvoerder door middel waarvan een Deelnemer kan beleggen in Participaties van de Levensloopinstelling en (i) die de vordering van die Deelnemer op de Uitvoerder in 132
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15
een economische gerechtigdheid tot Participaties en/of in geld weergeeft en (ii) waar voormelde vorderingen voor iedere Deelnemer afzonderiijk worden geadministreerd;
16
Pensioen ingangsdatum: De eerste dag waarop de pensioenuitkering op grond van hel pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek ingaat;
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34
35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Leven slooptegoed: De in geld uitgedrukte waarde die hel geheel van Participaties van een Deelnemer vertegenwoordigt, welke de Deelnemer kan opeisen bij de Uitvoerder; Opdrachlformulieren: De door de Uitvoerder (eventueel elektronisch) beschikbaar gestelde formulieren die een Deelnemer gebmikt om opdrachten tot aankoop, verkoop of omwisseling van Participaties alsmede om andere opdrachten aan de Uitvoerder te geven; Participaties: De aanspraken op de Levensioopinstelling;
Rekening van de Uitvoerder: De door de Uitvoerder aangewezen bank- of girorekening (in euro) op naam van de Uitvoerder waarop de door de Inhoudingsplichtige ingehouden lonen gestort dioien te worden; Tegenrekening: Een lopende bank- of giro(betaal)rekening (in euro) op naam van, de Inhoudingsplichtige waarover hij vrij kan beschikken bij een in Nederland gevestigde kredietinstelling met een vergunning als bedoeid in artikel 6 van de Wel toezicht kredietwezen 1992; Uitvoerder: Mn Services Fondsenbeheer B.V. dan wel de Stichting Mn Services Levensloop, beide entiteiten vallende onder Mn Services N.V.; Werkgever: Een werkgever in de Metaal en Techniek als gedefinieerd in artikel 4a van de CAO van de bedrijfstak; Werknemer: Een ieder die in diensl van een Werkgever tegen salaris werkzaam is, waaronder begrepen (statutaire) directeuren van een Werkgever. Artikel 2. Algemene bepalingen 1. Het doel van de MT Levensloop is het treffen van een voorziening in geld uitsluitend ten behoeve van hel opnemen van een periode van extra verlof. 2. De aanspraken van Deelnemers als gevolg van de MT Levensloop kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, behoudens voorzover hiema uitdmkkelijk anders aangegeven, en kunnen formeel noch feitelijk voorwerp van zekerheid worden. 3. De MT Levensloop wordl uitgevoerd door de Uitvoerder van de Levensloopinstelling, die de Werknemers in de gelegenheid stelt een Levenslooprekening te openen, waarop de door de Deelnemers opgebouwde Levenslooptegoeden, inclusief de daarop gekweekte inkomsten en de daarmee behaalde rendementen, afzonderlijk worden geadministreerd. 4. Indien op enig tijdstip ten aanzien van de MT Levensloop zich één van de in de Wel op de loonbelasting 1964 genoemde gronden voor beëindiging van de 133
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 dalum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
levensloopregeling voordoet, wordt op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip de aanspraak als gevolg van de MT Levensloop aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking van de Deelnemer dan wel, indien deze is overleden, van de nabestaande(n). 5. De Levensloopregeling in de Metaal en Techniek geeft de deelnemer de keuze uit een rekening met gegarandeerd rendement (bij een korte inleghorizon) of beleggingsrekening (bij een lange inleghorizon, bijvoorbeeld voor (vroeg)pensioen: Bij de beleggingsrekening heeft de deelnemer toegang tot een leeftijclsaftiankelijke mix tussen een viertal fondsen, of een keuze op maat in deze fondsen. De beleggingsfondsen kenmerken zich door een aflopend rendement en risico door middel van een aflopend belang in aandelen en obligaties en een oplopend belang in het geldmarklfonds. Standaard wordt de werknemer een leeftijdsaftiankelijke mix aangeboden. In totaal kan de deelnemer kiezen uit vier beleggingsfondsen. Als standaard wordt een leeftijdsafhankelijke mix aangeboden: Fonds
Leeftijd
Platina Metaal & Techniek Goud Metaal & Techniek Zilver Metaal & Techniek Brons Metaal & Techniek
Tot 40 jaar
% geldmarktfonds 0%
% obligatiefonds Europa
% aandelenfonds Europa
40%
60%
40-55 jaar
15%
45%
40%
55-61 jaar
30%
60%
10%
61 jaar-OP
60%
40%
0%
S
In afwijking hiervan kan de deelnemer ook zelf een individuele mix op maat samen stellen uit de volgende drie Beleggingsfondsen van Mn Services Vermogensbeheer B.V.: Mn Services Beleggingsfonds Aandelen Europa II Mn Services Beleggingsfonds Obligaties Europa II Mn Services Levensloop Garanliefonds Artikel 3. Opbouwen van levensiooplegoed 1. Het opbouwen van een voorziening als gevolg van de MT Levensloop vindt plaats door inhouding met inachtneming van de regels van de Wet op de loonbelasting 1964 door de Werkgever bij de Werknemer van het op het Deelnameformulier c.q. Opdrachtformulier vermelde vast bedrag of percentage van het loon ten behoeve van het overboeken van hel ingehouden loon naar de Rekening van de Uitvoerder, wat zal worden aangewend ter storting op de Levenslooprekening van de Werknemer. 2. Ten behoeve van de uilvoering van de CAO levensloopregeling doet de Werkgever aan de Uitvoerder opgave van de bij hem in dienst zijnde Deelnemers, waaronder de bij die Deelnemers behorende jaarsalarissoi en naam, adres, woonplaats en geboortedatum. 3. Hel ingehouden loon wordl door de Uitvoerder aangewend voor de aankoop van Participaties ten behoeve van de Werknemer (Deelnemer). De Deelnemer verkrijgt hierdoor een aanspraak op het daamit resulterende Levenslooptegoed ten behoeve van de betaling van loon gedurende de veriofperiode. 4.. Een deelnemer kan een mutatie in het bedrag of percentage van zijn loon dat hij wil inleggen in de levensloopregeling doorgeven aan de Uitvoerder door middel van hel Opdrachtformulier. Deze mutatie zal twee maanden na ontvangst van het Opdrachtformulier door de Uitvoerder zijn verwerkt. 134
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
5.. De Uitvoerder zal achteraf ten onrechte of teveel geïncasseerde bedragen terstond terugstorten naar de Tegenrekening van de Werkgever (Inhoudingsplichtge), die dit als loon aan de Werknemer zal uitbetaald. 6.. De Deelnemer verklaart jaariijks uiterlijk op 1 maart schriftelijk aan de Werkgever dat hij geen aanspraken als gevolg van een Levensloopregeling heeft bij een of meer gewezen Inhoudingsplichtigen of, zo hij deze wel heeft, wat de omvang daarvan is op 1 januari van het kalendeijaar van de ondertekening van de verklaring; 7.. De Deelnemer verklaart jaarlijks uiterlijk op 31 december schriftelijk aan de Werkgever dat hij geen voorziening als gevolg van een Levensloopregeling zal opbouwen in het komende kalenderjaar waarin hij bij een Inhoudingsplichtige loon zal sparen als gevolg van een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wel op de loonbelasting 1964. Voor het jaar 2006 moet de Deelnemer uiterlijk op 30 juni 2006 deze verklaring hebben afgegeven. Artikel 4. Levenslooprekening 1. De Werkgever vraagt ten behoeve van de Werknemer een Levenslooprekening aan bij de Uitvoerder door het indienen van het Deelnameformulier en geeft daarbij namens de Werknemer opdracht tot het inleggen van een bedrag gelijk aan een vast bedrag of een percentage van het loon. De Uitvoerder opent na ontvangst van het Deelnameformulier een Levenslooprekening op naam van de Werknemer (Deelnemer) en doet opgave aan de Werkgever en de Deelnemer van het nummer van de Levenslooprekening. 2. De Uitvoerder ontvangt periodiek een bedrag gelijk aan het op het Deelnameformulier vermelde bedrag of percentage van het loon van de Tegenrekening van de Werkgever. De Uitvoerder wendt de aldus ontvangen bedragen aan voor de aankoop van Participaties en behoeve van de Deelnemer. De Uitvoerder administreert het daamit voor de Deelnemer resulterende Levenslooptegoed op de Levenslooprekening. 3. Op overeenkomstige wijze ontvangt de Uitvoerder eeimialig een bedrag gelijk aan het percentage van het loon vermeld op een van de Deelnemer door tussenkomst van de Werkgever te ontvangen Opdrachtformulier voor een eenmalige extra storting en wendt dit aan voor de aankoop van Participaties ten behoeve van de Deelnemer. 4. De door een Deelnemer op enig moment opgebouwde aanspraak op Levenslooploon is gelijk aan de tegenwaarde in geld van zijn Levenslooptegoed op dat tijdstip, waarbij het aantal Participaties van de Deelnemer wordl vermenigvuldigd met de intrinsieke waarde van die Participatie. 5. De Uitvoerder maakt het Levenslooptegoed over naar de Werkgever ter betaling van het loon van de Werknemer gedurende de periode van extra verlof voorzover de Werkgever en de Werknemer samen daarvoor toeslemming hebben verleend. In afwijking hiervan maakt de Uitvoerder het Levenslooptegoed op verzoek van de Werknemer over naar de Werknemer indien geen Inhoudingsplichtige kan worden aangewezen; in dit geval wordt de Uitvoerder als Inhoudingsplichtige aangemerkt.
Artiket 5. Beschikken over het Levenslooptegoed 1. Over de als gevolg van de MT Levensloop opgebouwde voorziening mag worden beschikt ten behoeve van loon tijdens een veriofperiode dat, samen met het daamaast van de Inhoudingsplichtige genoten loon, niet uitgaat boven het Laatstgenoten loon. 2. In geval van overlijden van de Deelnemer zal de tegenwaarde van de aanspraak als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van de Werknemer ter beschikking van de erfgenamen van de Werknemer worden gesteld. 3. Bij aanvaarding van een nieuwe dienstbetrekking zullen de aanspraken als gevolg van de MT Levensloop op verzoek van de Deelnemer worden ingebracht in een 135
Bijlage algemeen install
8 :
I eerste fegel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15
4.
5.
6.
16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
7. 8.
Levensloopregeling van de Inhoudingsplichtige bij wie de Deelnemer in dienstbetrekking treedt. Indien de Deelnemer uitkeringen ontvangt in overeenstemming met de Levensloopregeling, worden deze als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking in aanmerking genomen. In afwijking van de eerste volzin wordt in geval van afkoop bij beëindiging van de dienstbetrekking de uitkering aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. Indien in strijd met de Levensloopregeling geheel of gedeeltelijk over het Levensiooplegoed wordt beschikt, wordt de gehele aanspraak als gevolg van de Levensloopregeling aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking van de Deelnemer. Voorzover een aanspraak als gevolg van de MT Levensloop uiterlijk twee dagen voordat de Pensioen ingangsdatum is bereikt, wordt deze aanspraak omgezet in een aanspraak als gevolg van een pensioenregeling die na de omzetting nog blijft binnen de in of krachtens hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964 gestelde begrenzingen. Behalve in de situaties beschreven in lid 5 en lid 6 van dit artikel wordt de als gevolg van de MT Levensloop opgebouwde voorziening op de dag voorafgaande aan de Pensioeningangsdatum aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. Het opnemen van het Levensiooplegoed ten behoeve van verlof kan alleen geschieden conform het bepaalde in artikel 63a CAO.
Artikel 6. Maximale opbouw in eenjaar 1. De maximale inhouding per kalenderjaar als gevolg van de MT Levensloop bedraagt: a. indien aan het begin van het kalenderjaar het Levensiooplegoed minder bedraagt dan 2,1 maal hel loon op jaarbasis gerelateerd aan het in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon; ten hoogste 12% van hel loon in het kalenderjaar; b. indien aan het begin van het kalenderjaar het Levenslooptegoed gelijk is aan of meer bedraagt dan 2,1 maal het loon op jaarbasis gerelateerd aan hel in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon; nihil. 2. Voor zover het als gevolg van de MT Levensloop ingehouden bedrag uitgaat boven wat als gevolg van lid 1 is toegestaan en deze inhouding in hetzelfde kalenderjaar door de Uitvoerder wordt temggestort naar de Inhoudingsplichtige en deze de lemgstorting als loon uitkeert aan de Werknemer, wordt aangenomen dat is gebleven binnen de begrenzingen van lid 1. 3. Voor de toepassing van lid 1 mag een loonsverlaging buiten beschouwing blijven, voorzover deze het gevolg is van het aanvaarden van een deeltijdfunctie dan wel het terugtreden naar een lager gekwalificeerde fimctie, in de periode die aanvangt 10 jaar direct voorafgaande aan de in de pensioenregeling vastgestelde ingangsdatum. De eerste volzin is bij een loonsverlaging die het gevolg is van het aanvaarden van een deeltijdftinctie uitsluitend van toepassing, voor zover de omvang van het dienstverband na het aanvaarden van de deeltijdfunctie niet lager is dan 50% van de omvang van het dienstverband aan het eind van de periode direct voorafgaande aan de aanvang van de in de eersie volzin bedoelde periode. 4. Indien de aanspraken als gevolg van een Levensloopregeling die door de Deelnemer zijn opgebouwd bij een gewezen Inhoudingsplichtige niet zijn ingebracht in de MT Levensloop van de Werkgever bij wie de Deelnemer in dienstbetrekking is, worden die aanspraken voor de toepassing van de in dit artikel gestelde grenzen mede in aanmerking genomen. 5. De Uitvoerder mag bij de bepaling van het in de vorige artikelleden bedoelde plafond afgaan op de haar daaromtrent door de Werkgever verstrekte informatie. 6. De Uitvoerder zal zowel de Werknemer als de Werkgever op de hoogte stellen van hel bijna bereiken van de in lid 1 vermelde maximale inleg. 136
Bijlage algemeen install
lT'^5'M-'.<-
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13
Artikel 7. Toegestane aangroei boven de maximale inleg Ook indien bij het begin van het kalenderjaar de in artikel 6 bedoelde begrenzing op basis waarvan wordt beoordeeld of in het kalenderjaar nog aanspraken als gevolg van de MT Levensloop kunnen worden opgebouwd is bereikt, leiden nadien op het Levenslooptegoed gekweekte inkomsten en daarmee behaalde rendementen niet tot de constatering dat de regeling niet meer voldoet aan de eisen die worden gesteld aan een Levensloopregeling. Artikel 8. Verhoging maximale levensloopregeling
opbouw
aanspraken
als
gevolg
van
een
14
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 , 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
1. In afwijking van artikel 6 kan voor de Deehiemer die op 31 december 2005 de leeftijd van 51 jaar maar niet de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt, in het kalenderjaar meer aanspraken ontstaan dan overeenkomt met 12 procent van het loon van het jaar, voor zover de totale aanspraken aan het einde van het kalenderjaar door de in het kalenderjaar opgebouwde aanspraken, een periode van extra verlof van 2,1 jaar niet te boven gaan. 2, In afwijking van artikel 6 kan voor de Deelnemer die met toepassing van artikel 32, vierde lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet prepensioenaanspraken aflcopen en deze afkoop aanwenden voor het opbouwen van een voorziening als gevolg van een levensloopregeling, in het kalenderjaar meer aanspraken ontstaan dan overeenkomt met 12 procent van het loon van het jaar, voor zover de totale aanspraken aan het einde van het kalenderjaar door de in het kalenderjaar opgebouwde aanspraken, een periode van extra verlof van 2,1 jaar niet te boven gaan. Artikel 9. Overgangsregeling verlofsparen Aanspraken die voor 1 januari 2006 zijn opgebouwd als gevolg van een tussen Werkgever en Werknemer geldende verlofspaarregeling worden aangemerkt als aanspraken opgebouwd als gevolg van de MT Levensloop. De Werkgever maakt daartoe de tegenwaarde in geld van het saldo van de verlofspaarregeling over naar de Uitvoerder, die dit bedrag zal aanwenden voor de aankoop van Participaties en het daamit resulterende Levenslooptegoed zal bijschrijven op de Levenslooprekening van de Deelnemer. Voor nadere details over de Levensloopregeling wordt verwezen naar de documentatie opgesteld door de Uitvoerder. Deze documentatie kunt u bij Mn Services telefonisch opvragen op nummer 070 3 160 160 of via www.mtlevensloop.nl.
137
Bijlage algemeen install
t2
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 IIA. 9 10
II deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
BIJLAGE 11 WETSARTIKELEN IIA WETSARTIKELEN ARBOWET Onderstaand zijn enige bepalingen uit de Arbeidsomstandighedenwet opgenomen. De werknemer is verplicht om in zijn doen en laten op de arbeidsplaats, overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever gegeven instmcties, naar vermogen zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere betrokken personen. Met name is hij verplicht om: a. arbeidsmiddelen en gevaarlijke stoffen op dejuiste wijze te gebmiken; b. de hem ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op dejuiste wijze te gebmiken en na gebmik op de daartoe bestemde plaats op te bergen, een en ander voor zover niel krachtens deze wet is bepaald dat werknemers niel verplicht zijn beschermingsmiddelen als vorenbedoeld te gebmiken; c. de op arbeidsmiddelen of anderszins aangebrachte beveiligingen niet te veranderen of buiten noodzaak weg te halen en deze op dejuiste wijze te gebmiken; d. mede te werken aan hel voor hem georganiseerde onderricht bedoeld in artikel 8; e. de door hem opgemerkte gevaren voor de veiligheid of de gezondheid terstond ter kennis te brengen aan de werkgever of degene die namens deze ter plaatse met de leiding is belast; f. de werkgever en de de werknemers en de andere deskundige personen, bedoeld in artikel 13, eerste tot en met derde lid, de personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, en de arbodienst, indien nodig bij te staan bij de uitvoering van hun verplichtingen en taken op grond van deze wet. Artikel 29 Werkonderbreking 1. Een werknemer is bevoegd het werk te onderbreken en de onderbreking voort te zetten, indien en zolang naar zijn redelijk oordeel emstig gevaar voor personen als bedoeld in artikel 28 aanwezig is en naar zijn redelijk oordeel het gevaar zo onmiddellijk dreigt dat een toezichthouder niet tijdig kan optreden. Voor de duur van de onderbreking behoudt de werknemer zijn aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon. De werknemer mag als gevolg van de werkonderbreking niet worden benadeeld in zijn positie in het bedrijf of in de inrichting. 2. Degene die stelt dat de werknemer de aanwezigheid van onmiddellijk dreigend gevaar als bedoeld in het eerste lid op grond van de feiten waarop hij zich beroept, niel naar zijn redelijk oordeel mocht aaimemen, moet dit bewijzen. 3. Indien de onderbreking van het werk geschiedt buiten weten van de werkgever onderscheidenlijk de bij de arbeid betrokken leidinggevende persoon, moet de werknemer de onderbreking terstond bij deze melden. 4. De onderbreking van het werk wordt zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van de daartoe aangewezen toezichthouder, die een bevel geeft krachtens artikel 28, eerste lid, of verklaart, zo nodig onder het stellen van een eis als bedoeld in artikel 27, dat de arbeid kan worden verricht. Door de beschikking van de daartoe aangewezen toezichthouder eindigt de bevoegdheid van de werknemer de werkonderbreking voort te zetten.
138
Bijlage algemeen install
EffT
1 eerste regel 2 3 IIB. 4 5 6 7 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laalsle 56 57 pag cijfer 58
IIB ARTIKEL 27 WET OP DE ONDERNEMINGSRADEN (INSTEMMINGSRECHT OR) ZIE ARTIKEL 10 lid 5 CAO Artikel 27 1. De ondememer behoeft de instemming van de ondememingsraad voor elk door hem voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van: a. een regeling met betrekking tot een pensioenverzekering, een winstdelingsregeling of een spaarregeling; b. een arbeids- en msttijdenregeling of een vakantieregeling; c. een belonings- of een functiewaarderingssysteem; d. een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim ofhet reintegratiebeleid; e. een regeling op het gebied van het aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid; f. een regeling op het gebied van de personeelsopleiding; g. een regeling op hel gebied van de personeelsbeoordeling; h. een regeling op het gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk; i. een regeling op het gebied van het werkoverleg; j . een regeling op het gebied van de behandeling van klachten; k. een regeling omtrent het verwerken van alsmede de bescherming van de persoonsgegevens van de in de ondememing werkzame personen; 1. een regeling inzake voorzieningen die gericht zijn op of geschikt zijn voor waameming van of controle op aanwezigheid, gedrag of prestaties van de in de ondememing werkzame personen; een en ander voor zover betrekking hebbende op alle of een groep van de in de ond«neming werkzame personen. 2. De ondememer legjt het te nemen besluit schriftelijk aan de ondememingsraad voor. Hij verstrekt daarbij een overzicht van de beweegredenen voor het besluit, alsmede van de gevolgen die het besluil naar le verwachten valt voor de in de ondememing werkzame personen zal hebben. De ondememingsraad beslist niet dan nadat over de betrokken aangelegenheid ten minste éénmaal overleg is gepleegd in een overlegvergadering. Na het overleg deelt de ondememingsraad zo spoedig mogeiijk schriftelijk en met redenen omkleed zijn beslissing aan de ondememer mee. Na de beslissing van de ondememingsraad deelt de ondememer zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de ondememingsraad mee welk besluit hij heeft genomen en met ingang van welke datum hij dat besluit zal uitvoeren. 3. De in het eerste lid bedoelde instemming is niet vereist, voor zover de betrokken aangelegenheid voor de ondememing reeds inhoudelijk is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst of een regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan. 4. Heeft de ondememer voor het voorgenomen besluil geen instemming van de ondememingsraad verkregen, dan kan hij de kantonrechter toestemming vragen om het besluit te nemen. De kantonrechter geeft slechts toestemming, indien de beslissing van de ondememingsraad om geen instemming te geven onredelijk is, ofhet voorgenomen besluit van de ondememer gevergd wordl door zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen. 5. Een besluit als bedoeld in het eerste lid, genomen zonder de instemming van de ondememingsraad of de toestemming van de kantonrechter, is nietig, indien de ondememingsraad tegenover de ondememer schriftelijk een beroep op de nietigheid heeft gedaan. De ondememingsraad kan slechts een beroep op de nietigheid doen 139
Bijlage algemeen install
U ''S'-,.?*
m .
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14
binnen een maand nadat hetzij de ondememer hem zijn besluit overeenkomstig de laatste volzin van het tweede lid heeft meegedeeld, hetzij - bij gebreke van deze mededeling - de ondememingsraad is gebleken dat de ondememer uitvoering of toepassing geeft aan zijn besluil. 6. De ondememingsraad kan de kantonrechter verzoeken de ondememer te verplichten zich te onthouden van handelingen die strekken tot uitvoering of toepassing van een nietig besluit als bedoeld in hel vijfde lid. De ondememer kan de kantonrechter verzoeken te verklaren dat de ondememingsraad ten onrechte een beroep heeft gedaan op nietigheid als bedoeld in het vijfde lid.
15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 damm I 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laalste 56
57 pag cijfer 58
140
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 UC. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 damm 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
nc TE VERSTREKKEN SCHRIFTELIJKE GEGEVENS DOOR DE WERKGEVER ZIE ARTIKEL 11 CAO Artikel 7:655 BW 1. De werkgever is verplicht aan de werknemer een schriftelijke of elektronische opgave te verstrekken met ten minste de volgende gegevens; a. naam en woonplaats van partijen; b. de plaats of plaatsen waar de arbeid wordt verricht; c. de functie van de werknemer of de aard van zijn arbeid; d. het tijdstip van indiensttreding; e. indien de overeenkomst voor bepaalde tijd is gesloten, de duur van de overeenkomst; f. de aanspraak op vakantie of de wijze van berekening van de aanspraak; g. de duur van de door partijen in acht te nemen opzegtermijnen of de wijze van berekening van deze termijnen; h. het loon en de termijn van uitbetaling alsmede, indien het loon afhankelijk is van de uitkomsten van de te verrichten arbeid, de per dag of per week aan te bieden hoeveelheid arbeid, de prijs per stuk en de lijd die redelijkerwijs met de uilvoering is gemoeid; i. de gebmikelijke arbeidsduur per dag of per week; j , of de werknemer gaat deelnemen aan een pensioenregeling; k. indien de werknemer voor een langere termijn dan een maand werkzaam zal zijn buiten Nederiand, mede de duur van die werkzaamheid, de huisvesting, de toepasselijkheid van de Nederlandse sociale verzekeringswetgeving dan wel opgave van de voor de uitvoering van die wetgeving verantwoordelijke organen, de geldsoort waarin betaling zal plaatsvinden, de vergoedingen waarop de werknemer recht heeft en de wijze waarop de temgkeer geregeld is; 1. de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens ecn daartoe bevoegd bestuursorgaan; m. of de arbeidsovereenkomst een üitzendóvereenkomst is als bedoeld in artikel 690. 2. Voor zover de gegevens, bedoeld in lid 1, onderdelen a tot en mely, zijn vermeld in een schriftelijk aangegane arbeidsovereenkomst of in de opgave, bedoeld in artikel 626, kan vermelding achterwege blijven. Voor zover de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen ƒ tot en met /, zijn vermeld in een toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, kan worden volstaan met een verwijzing naar deze overeenkomst of regeling, 3. De werkgever verstrekt de opgave binnen een maand na de aanvang van de werkzaamheden of zo veel eerder als de overeenkomst eindigt. De gegevens, bedoeld in lid 1, onderdeel k, worden verstrekt voor het vertrek. De opgave wordt door de werkgever ondertekend. Indien de opgave elektronisch wordt verstrekt, is deze voorzien van een elektronische handtekening die voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 15a lid 2 van Boek 3. Wijziging in de gegevens wordt binnen een maand nadat de wijziging van kracht is geworden, aan de werknemer schriftelijk of elektronisch medegedeeld, tenzij deze voortvloeit uit wijziging van een wettelijk voorschrift, coliectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. 4. Indien de overeenkomst betreft het doorgaans op minder dan vier dagen per week uitsluitend of nagenoeg uitsluitend verrichten van huishoudelijke of persoonlijke diensten ten behoeve van een natuurlijk persoon, behoeft de werkgever slechts op verlangen van de werknemer de gegevens te versttekken. 141
Bijlage algemeen install
5
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
5. De werkgever die weigert de opgave te verstrekken of daarin onjuiste mededelingen opneemt, is jegens de wericnemer aansprakelijk voor de daardoor veroorzaakte schade. 6- De leden 1 tot en met 5 zijn van overeenkomstige toepassing op een overeenkomst die de voorwaarden regelt van een of meer arbeidsovereenkomsten die partijen zullen sluiten indien na oproep arbeid wordt verricht, en op het aangaan van een andere overeenkomsl dan een arbeidsovereenkomst, al dan niet gevolgd door andere soortgelijke overeenkomsten, waarbij de ene partij, natuuriijk persoon, zich verbindt voor de andere partij legen beloning arbeid te verrichten, tenzij deze overeenkomst wordt aangegaan in beroep of bedrijf. Op de in dit lid bedoelde overeenkomsten is artikel 654 van overeenkomstige toepassing. 7. Indien lid 6 van toepassing is, wordt in de opgave, bedoeld in lid 1, tevens vermeld welke overeenkomsl is aangegaan. 8. De werkgever verstrekt de elektronische opgave op zodanige wijze dat deze door de werknemer kan worden opgeslagen en voor hem toegankelijk is ten behoeve van latere kennisneming. 9. Voor het verstrekken van een elektronische opgave is uitdmkkelijke instemming van de werknemer vereisi. 10. Een beding in strijd met dit artikel is nietig.
41
42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laalste 56 57 pag cijfer 58
142
Bijlage algemeen install
1 eerste regel IID.
IID VERGOEDING VAN SCHADE Zie artikel 25 CAO Artikel 7:661 BW
9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3
1. De werknemer die bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tol vergoeding van die schade is gehouden, is te dier zake niet jegens de werkgever aansprakelijk, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval kan, mede gelet op de aard van de overeenkomst, anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald. 2. Afwijking van lid 1 en van artikel 170 lid 3 van Boek 6 ten nadele van de werknemer is slechts mogelijk bij schriftelijke overeenkomst en slechts voor zover de werknemer le dier zake verzekerd is.
29
30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 dalum I 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste
56 57 pag cijfer 58
143
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 IIE. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel
IIE MINIMUMINKOMEN Artikel 6 Wel Minimumloon en Minimumvakantiebijslag 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden onder loon verslaan de geldelijke inkomsten uit hoofde van de dienstbetrekking, met uitzondering van: a. verdiensten uit overwerk; b. vakantiebijslagen; c. winstuitkeringen; d. uilkeringen bij bijzondere gelegenheden; e. uitkeringen ingevolge aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde één of meer uitkeringen le ontvangen; f. vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van noodzakelijke kosten, die de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking heeft te maken; g. bijzondere vergoedingen voor kostwinners en gezinshoofden; h. uitkeringen ingevolge een spaarioonregeling als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964. i. eindejaarsuitkeringen; j . een vergoeding als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet of een werkgeversbijdrage in de premie voor de ziektekostenverzekering van een persoon, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere uitzonderingen dan de in het eerste lid genoemde worden gesleld. 3. Onze Minister kan regelen stellen naar welke wordt beoordeeld welke inkomsten moeten worden aangemerkt als uitkeringen of vergoedingen als bedoeld in het eerste lid, onder c-i. Aantekening: Het miDimumloon voor werkJietneTS van 23 jaar en ouder bedraagt per I januari 2011 € 1.424,40 permaand, respectievelijke 1.314.80 per vierwekenperiode. Indien deze wettelijke bedragen wijzigen, gelden de nieuwe wettelijke bedragen.
46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
144
Bijlage algemeen install
hwn 'IU ..[3. l 2 "•'
I eerste regel 2 3 UF. 4 5 6 7 8
9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 2! 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48
49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
IIF GEEN OPBOUW VAKANTIEDAGEN INDIEN GEEN RECHT OP LOON 8 UITZONDERINGEN Zie artikel 53 CAO Artikel 7:635 BW 1. In afwijking van artikel 634 verwerft de werknemer aanspraak op vakantie over hel tijdvak, gedurende hetwelk hij geen recht heeft op in geld vastgesteld loon, omdat: a. hij, anders dan voor oefening en opleiding, als dienstplichtige is opgeroepen ler vervulling van zijn militaire dienst of vervangende dienst; b. hij vakantie als bedoeld in artikel 641 lid 3 geniet; c. hij, met toestemming van de werkgever, deelneemt aan een bijeenkomst die wordt georganiseerd door een vakvereniging waarvan hij lid is; d. hij, anders dan ten gevolge van de arbeidsongeschiktheid, bedoeld in de leden 2 lot en met 4, tegen zijn wil niet in staat is om de overeengekomen arbeid te verrichten; e. hij verlof als bedoeld in artikel 643 geniet; f. hij veriof als bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg geniet. 2. In afwijking van artikel 634 verwerft de vrouwelijke werknemer die wegens zwangerschap of bevalling niet gedurende een geheel jaar aanspraak op loon verwerft, over de volledige overeengekomen arbeidsduur aanspraak op vakantie over het tijdvak dat zij rechl heeft op een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg. 3. In afwijking van artikel 634 verwerft de werknemer die wegens adoptieverlof of verlof voor hel opnemen van een pleegkind niet gedurende een gehee! jaar aanspraak op loon verwerft, over de volledige overeengekomen arbeidsduur aanspraak op vakantie over het tijdvak dat hij recht heeft op een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg. 4. In afwijking van artikel 634 verwerft de werknemer die de bedongen arbeid niet verrichl wegens ziekte, ongeacht of hij aanspraak heeft op loon, aanspraak op vakantie over het tijdvak van de laatste zes maanden waarin de arbeid niet werd verricht, met dien verstande dal tijdvakken worden samengeteld als zij elkaar met een onderbreking van minder dan een maand opvolgen. De werknemer die de bedongen arbeid slechts voor een gedeelte van de overeengekomen arbeidsduur niet verricht wegens ziekte, verwerft slechts aanspraak op vakantie die een evenredig gedeelte bedraagt van datgene waarop hij recht zou hebben gehad als hij gedurende de volledige arbeidsduur arbeid zou hebben verricht. Indien de ziekte door opzet van de werknemer is ontstaan ofhet gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring opzettelijk valse inlichtingen heeft gegeven, verwerft de werknemer evenmin aanspraak öp vakantie. De werknemer heeft evenmin aanspraak op vakantie voor de tijd gedurende welke hij door zijn toedoen zijn genezing belemmert of vertraagt , hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid als bedoeld in artikel 6583 lid 4 voor de werkgever of voor een door de werkgever met toestemming van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid steh, niet verricht dan wel hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan door de werkgever of door een door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften en getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid le verrichten. 5. De jeugdige werknemer verwerft aanspraak op vakantie over de tijd die hij besteedt aan het volgen van hel onderricht waartoe hij krachtens de wet door de werkgever in de gelegenheid moet worden gesteld. 6. Indien een aanspraak op vakantie is verworven die het in artikel 634 bedoelde minimum te boven gaat, kan voorzover die aanspraak dal minimum le boven gaat, bij schriftelijke overeenkomst van de leden 1 tot en met 4 worden afgeweken ten nadele van de werknemer, 145
Bijlage algemeen mstall
I eerste regel 2 3 ItG. 4 5 6 7
tlG VERJAREN VAN VAKANTIEAANSPRAKEN Zie artikel 58 CAO Artikel 7:642 BW
8
9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert I 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
Een rechtsvordering tot toekenning van vakantie verjaart door verloop van vijfjaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.
146
I
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 IIH. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 dalum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
IIH OVERLIJDENSUITKERING Anikel 7:674 BW
(...) 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder nagelaten betrekkingen verstaan de langstlevende der echtgenoten dan wel geregistreerde partners van wie de werknemer niet duurzaam gescheiden leefde dan wel degene met wie de werknemer ongehuwd samenleefde, bij ontstentenis van deze de minderjarige kinderen tot wie de overledene in familierechtelijke bettekking stond en bij ontstentenis van dezen degene met wie de werknemer in gezinsverband leefde en in wiens kosien van bestaan hij grotendeels voorzag. Van ongehuwd samenleven als bedoeld in de eersie zin is sprake indien twee ongehuwde personen een gezamenlijke huishouding voeren, met uitzondering van bloedverwanten in de eerste graad. Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in de tweede zin is sprake indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel op andere wijze in eikaars verzorging voorzien. 4. De overlijdensuitkering, bedoeld in lid 2, kan worden verminderd met het bedrag van de uitkering dat aan de nagelaten betrekkingen ter zake van hel overlijden van de werknemer toekomt krachtens een wettelijk voorgeschreven ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering en krachtens de Toeslagenwet. 5. Lid 2 geldt niet indien de werknemer onmiddellijk voorafgaande aan het overlijden door toepassing van artikel 629 lid 3, geen aanspraak had op loon als bedoeld in artikel 629 lid 1 of indien ten gevolge van hel toedoen van de werknemer geen aanspraak bestaat op een uitkering &achiens een wettelijk voorgeschreven ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering. 6. Van dit artikel kan niel ten nadele van de nagelaten belrekkingen worden afgeweken. Aantekening: De werkgever meldt het overlijden van de werknemer bij de Uitvoeringsinstelling waarbij hij is aangesloten.
147
Bijlage algemeen insiall
^ïïl?!'?
I eerste regel 2 3 4 111 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19
UI VERVALLEN
ÏÏ^Sm IU:.'^p
20 21 22
fcS
• •' a . . i.^v-^i
fa
23
'mM
24 ondert 1 25
|^^^^
26 ondert 2 27
28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41
42 datum 1 43 damm 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
148
I
Bijlage a1geme«n install
i
I eersie regel 2 3 IIJ. 4 5 6 7 8
9 10 II deeltitel 12 13
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laalste 56 57 pag cijfer 58
UJ LOON BIJ ZIEKTE, ZWANGERSCHAP EN BEVALLING Anikel 7:629 BW 1. Voor zover het loon niet meer bedraagt dan het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wetfinancieringsociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag, behoudt de werknemer voor een tijdvak van 104 weken recht op 70% van het naar tijdruimte vastgestelde loon, maar de eerste 52 weken ten minste op het voor hem geldende wettelijke minimumloon, indien hij de bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling daartoe verhinderd was. 2. Het in lid 1 bedoelde recht geldt voor een tijdvak van zes weken voor de werknemer die doorgaans op minder dan vier dagen per week uitsluitend of nagenoeg uitsluitend diensten verticht ten behoeve van het huishouden van de natuuriijke persoon tot wie hij in dienstbettekking staal. 3. De werknemer heeft het in lid 1 bedoelde recht niet: a. indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of hel gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informatie heeft versttekt en daardoor de toetsing aan de voor de functie opgestelde belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd; b. voor de lijd, gedurende welke door zijn toedoen zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd; c. voor de tijd, gedurende welke hij, hoewel hij daartoe in staal is, zonder deugdelijke grond passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 voor de werkgever of voor een door de werkgever aangewezen derde, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niel verricht; d. voor de tijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan door de werkgever of door een door hem aangewezen deskundige gegeven röielijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn om de werknemer in staal te stellen passende arbeid als bedoeld in artike! 658a Hd 4 te verrichten; e. voor de lijd, gedurende welke hij zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 658a lid 3; f. voor de tijd gedurende welke hij zonder deugdelijke grond zijn aanvraag om een uitkering als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen later indient dan in dat artikel is voorgeschreven. 4. In afwijking van lid 1 heeft de vrouwelijke werknemer het in dat lid bedoelde recht niet gedurende de periode dat zij zwangerschaps- of bevallingsverlof geniet overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg. 5. Hel loon wordt verminderd met het bedrag van enige geldelijke uitkering die dc werknemer toekomt krachtens enige wettelijke voorgeschreven verzekering of krachtens enige verzekering of uit enig fonds waarin de werknemer niet deelneemt, voorzover deze uitkering bettekking heeft op de bedongen arbeid waamit het loon wordt genoten. Het loon wordt voorts verminderd met het bedrag van de inkomsten, door de werknemer in of buiten dienstbetrekking genoten voor werkzaamheden die hij heeft verricht gedurende de tijd dat hij, zo hij daartoe niet verhinderd was geweest, de bedongen arbeid had kunnen verrichten. 6. De werkgever is bevoegd de belaling van het in het lid 1 bedoelde loon op te schorten voor de tijd, gedurende welke de werknemer zich niet houdt aan door de werkgever schriftelijk gegeven redelijke voorschriften omtrent het verstrekken van de inlichtingen die de werkgever behoeft om het recht op loon vast te stellen. 149
Bijlage algemeen insiall
3 Ï5L •i
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35
7. De werkgever kan geen beroep meer doen op enige grond het loon geheel of gedeeltelijk niet te betalen of de betaling daarvan op te schorten, indien hij de werknemer daarvan geen kennis heeft gegeven onverwijld nadat bij hem hel vermoeden van het bestaan daarvan is gerezen of redelijkerwijs had behoren te rijzen. 8. Artikel 628 lid 3 is van overeenkomstige toepassing. 9. Van dit artikel kan ten nadele van de werknemer slechts in zoverre worden afgeweken dat bedongen kan worden dat de werknemer voor de eerste twee dagen van het in lid 1 of lid 2 bedoelde tijdvak geen recht op loon heeft. 10. Voor de toepassing van de leden 1, 2 en 9 worden perioden, waarin de wericnemer in verband met ongeschiktheid ten gevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichlen, samengeteld indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen, of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten als bedoeld in artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak. 11. Het tijdvak van 104 weken, bedoeld in lid 1, wordt verlengd: a. met de duur van de vertraging indien de aanvraag, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvemiogen later wordl gedaan dan in of op grond van dat artikel is voorgeschreven; b. met de duur van het verlengde tijdvak dal het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 24, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen heeft vastgesteld en met de duur van het tijdvak, bedoeld in artikel 25, negende lid, eerste zin, van die wet; c. met de duur van de verlenging van de wachttijd, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Wel op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, indien die wachttijd op grond van het zevende Hd van dat artikel wordt verlengd; en d. met de duur van het tijdvak dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 71a, negende lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft vastgesteld. 12. Indien de werknemer passende arbeid als bedoeld in artikel 658a lid 4 verricht, blijft de arbeidsovereenkomst onverkort in stand. 13. Voor de toepassing van lid 2 wordt onder het verrichten van diensten ten behoeve van een huishouden mede verstaan het verlenen van zorg aan de leden van dat huishouden.
36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48
49 50 51 52 53 54 55 laatste 56
57 pag cijfer 58
150
Bijlage algemeen install
1 eerste regel 2 3 HK. 4 5
WETSARTIKELEN WET ARBEID EN ZORG
6
ZIE ARTIKEL 66a CAO
IIK
Onderstaand zijn enige artikelen uit de Wet arbeid en zorg opgenomen 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3
29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
Artikel 3:1 Zwangerschaps- en bevallingsveriof 1. De vrouwelijke werknemer heeft in verband met haar bevalling recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. 2. Het rechl op zwangerschapsverlof beslaat vanaf zes weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling, zoals aangegeven in een aan de werkgever overgelegde schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige, tot en met de dag van de bevalling. Het zwangerschapsveriof gaat in uiterlijk vier weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling. 3. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling en bedraagt lien aaneengesloten weken vermeerderd met het aanlal dagen dat het zwangerschapsverlof tot en met de vermoedelijke datum van bevalling, dan wel, indien eerder gelegen, tot en met de werkelijke datum van bevalling, minder dan zes weken heeft bedragen. 4. Voor de toepassing van het derde lid worden dagen waarover de vrouwelijke werknemer op grond van artikel 29a, tweede lid, van de Ziektewet ziekengeld heeft genoten in de periode dat zij recht heeft op zwangerschapsverlof, maar dat verlof nog niet is ingegaan, aangemerkt als dagen waarover zij zwangerschapsverlof heeft genoten. Artikel 3:3 Meldingsverplichting 1. De vrouwelijke werknemer meldt aan de werkgever; a. de dag met ingang waarvan zij het zwangerschapsverlof opneemt uiterlijk drie weken voor die dag; b. haar bevalling uiterlijk op de tweede dag volgend op die van de bevalling. 2. De werknemer meldt aan de werkgever het opnemen van het verlof in verband met adoptie zo mogelijk uiteriijk drie weken voor de dag van ingang van het veriof onder opgave van de omvang van het verlof. Bij de melding worden documenten gevoegd waamit blijkt dat een kind ter adoptie is of zal worden opgenomen.
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
151
Bijlage algemeen in»a1l
m^'
UMi. .
O
-
I eerste regel 2 3 IIL. 4 5 6 7 8 9 10
II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35
IIL OPGAVE DOOR WERKGEVER VAN (MINIMUM-)LOON (-BEDRAG) Artikel 7:626 BW 1. De werkgever is verplicht bij elke voldoening van het in geld vastgestelde loon de werknemer een schriftelijke of elektronische opgave le verstrekken van het loonbedrag, van de bedragen waamil dit is samengesteld, van de bedragen die op het loonbedrag zijn ingehouden, alsmede van het bedrag van het loon waarop een persoon van de leeftijd van de werknemer over de termijn waarover het loon is berekend ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag aanspraak heeft, tenzij zich ten opzichte van de vorige voldoening in geen van deze bedragen een wijziging heeft voorgedaan. 2. De opgave vermeldt voorts de naam van de werkgever en van de werknemer, de termijn waarover het loon is berekend, alsmede de overeengekomen arbeidsduur. 3. De werkgever verstrekt de elektronische opgave op zodanige wijze dat deze door de werknemer kan worden opgeslagen en voor hem toegankelijk is ten behoeve van latere kennisneming. 4. Voor het versttekken van een elektronische opgave is uitdmkkelijke instemming van de werknemer vereist. 5. Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.
36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
152
Bijlage algemeen install
IU '
2 3
1 eerste regel 2 3 IIM. 4 5 6 9 10 11 deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 damm 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48
49 50 51
52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
UM OPZEGTERMIJN 7:672BW 1. Opzegging geschiedt tegen het einde van de maand, tenzij bij schriftelijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. 2. De door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging: a. korter dan vijfjaar heeft geduurd: één maand; b. vijfjaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd: twee maanden; c. tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd; drie maanden; d. vijftien jaar of langer heeft geduurd: vier maanden. 3. De door de werknemer in acht te nemen termijn van opzegging bedraagl één maand. 4. Indien de toestemming bedoeld in artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 is verleend, wordt de door de werkgever in acht te nemen termijn van opzegging verkort met één maand, met dien verstande dat de resterende termijn van opzegging ten minste één maand bedraagt. 5. De termijn, bedoeld in lid 2, kan slechts worden verkort bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan. De termijn kan schriftelijk worden verlengd. 6. Van de termijn, bedoeld in lid 3, kan schriftelijk worden afgeweken. De termijn van opzegging voor de werknemer mag bij verlenging niet langer zijn dan zes maanden en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. 7. Van lid 4 kan, voor zover het betteft de resterende termijn van opzegging van tón maand, slechts bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan worden afgeweken ten nadele van de werknemer. 8. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, mag de termijn van opzegging, bedoeld in lid 6, tweede volzin, voor de werkgever worden verkort, mits de termijn niet korter is dan die voor de werknemer. 9. Voor de toepassing van lid 2 worden arbeidsovereenkomsten geacht eenzelfde, niet onderbroken arbeidsovereenkomst te vormen in geval van herstel van de arbeidsovereenkomst ingevolge artikel 682. ARTIKEL XXI FLEXWET Voor de werknemer die op het tijdstip van het in werking treden van deze wet 45 jaar of ouder was en voor wie op dat tijdstip een langere tennijn voor opzegging gold dan volgens deze wet, blijft de oude termijn gelden zo lang hij bij dezelfde werkgever in dienst blijft. ARTIKEL 16 C CAO ZOALS DIT ARTIKEL OP 1 JANUARI 1999 GOLD. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van de wet Flexibiliteit en Zekerheid, vervallen de artikelen 16a en 16b en gelden de volgende opzeggingstermijnen; I. De werknemer dient een opzeggingstermijn in acht te nemen van één maand. 2. De werkgever dient de volgende opzeggingstermijnen in acht te nemen: a. één maand, indien de dienstbetrekking korter dan vijfjaar heeft geduurd; b. twee maanden, indien de dienstbetreÖcing vijfjaar of langer, maar korter dan tien jaar heeft geduurd; 153
Bijlage a^emtMi install
1 eerste regel 2 3 4 5 6 7 9 10 11 deeltitel 12
13 14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37
38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
c. drie maanden, indien de dienstbetrekking tien jaar of langer, maar korter dan vijftien jaar heeft geduurd; d. vier maanden, indien de dienstbetrekking vijftien jaar of langer heeft geduurd. (... 4. Met inachmeming van het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 geschiedt de opzegging
zodanig dat het dienstverband afloopt op het einde van de betalingsperiode als bedoeld in artikel 31 lid 1. Aantekeningen:
i. 2.
Ingevolge het Buitengewoon Besluil Arbeidsverhoudiivgei\ is opzegging dooi de werkgever eerst toegestaan na verkregen vergunning van de Regionale Directeur voor de Arbeidsvoorziening. Deze verplichting geldt niet voor de werknemer. Voor de dienstbetrekking aangegaan voor een bepaalde tijd of voor de duur van een overeengekomen taak, wordt verwezen naar arlikel 14.
(
)
4.
Voorde werknemer die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder was en voor wie op 1 januari 1999 een langere opzegtermijn volgens artikel 16a of 16b gold dan volgens artikel 16c. blijft de oude tennijn gelden zolang hij bij dezelfde weikgevei in dienst blijft.
5. De werkgever mag niet opzeggen gedurende de tijd dat de werknemer arbeidsongeschikt is, tenzij de ongeschiklheid ten minste twee jaren onafgebroken heeft geduurd. Aantekeningen: 1. Lid 5 is niel van toepassing in geval van beëindiging van de diensibetiekking binnen de piroeftijd. 2. Bij opzegging van de dienstbetrekking met een werknemer die 2 jaar of langer arbeidsongeschikt is. gelden de aanwijzingen op grond van het Besluit vande Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter uitvoering vanartikel 6. derde en vierde lid, BBA 1945, van 14 januari 1993, Stcrt 1993. 11.
6. De werkgever mag niet opzeggen gedurende de lijd dat een meerderjarige werknemer
verhinderd is de bedongen arbeid te verrichten omdat hij - zonder het oogmerk om de krijgsdienst of andere overheidsdienst bij wijze van beroep te verrichten - een verplichting nakomt, hem opgelegd door de wet, of voortvloeiende uit een verbintenis door hem jegens de overheid aangegaan, ten aanzien van de landsverdediging of ler bescherming van de openbare orde. Aantekenin^n: 1. Hel begrip "meerderjarigheid" is gebruikt in de betekenis van het Burgerlijk Wetboek. Derhalve wordt als meetdetjarig beschouwd; a.de werknemer die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt; h, de werknemer die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en gehuwd is (geweest). 2. Zie ook de aantekeningen onder lid 4.
7. Het in het vorige lid gestelde geldt ten aanzien van de minderjarige werknemer indien het dienstverband op het moment waarop de verhindering aanvangt, ten minste een jaar heeft geduurd. Aantekening; Het opze gg ings verbod als bedoeld in lid 6 en lid 7 geldt gedurende de lijd dat de Nederlandse of buitenlandse werknemer de militaire dienstplicht vervult.
8. In afwijking van het in de leden 2 en 3 gestelde, kan met vertegenwoordigers schriftelijk een opzeggingstermijn worden overeengekomen van ten minste één maand en ten hoogste zes maanden.
154
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 UN. 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12
UN VERVALLEN
13
14 15 16
17 18 19 20 21 22 23 24 ondert 1 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4
31 32 33 34 35 36 37 38
39 40 41 42 datum 1 43 damm 2 44 45 NB regel 46 47
48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
,55
I
Bijlage algemeen install
I eerste regel 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II deeltitel 12 13 14 15 16 17 18 19 20 2! 22 23 24 ondert I 25 26 ondert 2 27 28 ondert 3 29 30 ondert 4 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 datum 1 43 datum 2 44 45 NB regel 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 laatste 56 57 pag cijfer 58
156
I
Bijlage algemeen insiall
HANDBOEK FUNCTIE-INDELING VOOR DE METAAL EN TECHNIEK
VIERDE EDITIE 2010
<0
2. INHOUDSOPGAVE Paginanummer
1
UITKLAPBLAD "Wegwijzer Functiefamilies"
2.
INHOUDSOPGAVE
3.
INLEIDING EN WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN DE DERDE EDITIE
3.1. 3.2.
Inleiding Wijzigingen ten opzichte van de derde editie
4.
TOELICHTING
4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
Uitgangspunten en CAO-bepaling De totstandkoming van het Handboek Begrippenkader Gebruik van het Handboek
5.
HANDLEIDING BIJ HET INDELEN VAN FUNCTIES
5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.7.1. 5.7.2. 5.7.2.1. 5.7.2.2. 5.7.2.3. 5.7.2.4.
Vereiste informatie en aandachtspunten Werkwijze bij het indelen van een ftinctie Spelregels bij het indelen Voorbeeld bepaling functiefamilie Model CATS® functieprofiel Woordenlijst bij de niveaubepaling Opleiding, wettelijke eisen, normdisering, certificering en overige bijzondere eisen Vooropleiding en aanvullende studie Wettelijke eisen, normalisering, certificering en andere bijzondere eisen Stek-eisen EuroVISA Veiligheidscertificaat aannemers (VCA*, VCA**, VCA Petrochemie) Kwalificatiestructuur lassen
6.
INDELINGSINSTRUMENT
6.1. 6.2. 6.3. 6.4.
Wegwijzer functiefamilies Overzicht reikwijdte functiefamilies Voor- en niveaubiaden per functiefamilie Index van de functies
7.
UITKLAPBLAD Schema's "Werkwijze" en "Spelregels"
3. INLEIDING EN WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN DE DERDE EDITIE. 3.1. INLEIDING Dit handboek vormt de vierde, herziene druk van het HANDBOEK FUNCTIE-INDELING VOOR DE METAAL EN TECHNIEK. Per 1 juli 1997 is de CAO-bepaling van kracht, waarin staat dat de functies in alle bedrijven die onder de werkingssfeer van de CAO voor de Metaal en Techniek vallen, moeten zijn ingedeeld met behulp van het Handboek Functie-indeling. Deze CAO's zijn: • CAO voor het Carrosseriebedrijf • CAO voor het Goud- en Zilverbedrijf • CAO voor het Isolatiebedrijf • CAO voor het Metaalbewerkingsbedrijf • CAO voor het Technisch Installatiebedrijf Het Handboek Functie-indeling is gebaseerd op een integraal systeem van functiewaardering, de CATS® - methode, ontwikkeld door en in beheer van De Leeuw Consult B.V., HRMadviseurs te Leerdam. CATS® is de afkorting van Commercieel, Administratief, Technisch en Sociaal. Het Handboek Functie-indeling gaat uit van functiefamilies met daarbij behorende functiekarakteristieken. Functies die voldoende gemeenschappelijke kenmerken hebben, behoren tot dezelfde functiefamilie. Vrijwel alle in de Metaal en Techniek voorkomende functies kunnen op die wijze bij een functiefamilie worden ondergebracht. Vervolgens kan met behulp van de niveaukarakteristieken bepaald worden op welk niveau - lees: in welke functiegroep - de functie thuis hoort. Beslissend voor de indeling is de feitelijke inhoud van de functie. De uiteindelijke vaststelling van de van toepassing zijnde functiegroep dient plaats te vinden met behulp van de niveaukarakteristieken, verwoord op de niveaubiaden. De indeling naar niveau vindt plaats aan de hand van karakteristieken die aan de CATS methode ontleend zijn: • complexiteit • zelfstandigheid • afbreukrisico • fysieke aspecten. Een nadere beschrijving van deze karakteristieken wordt gegeven in hoofdstuk 4, met name in paragraaf 4.3. Begrippenkader. Het Handboek bevat een Index van veel in de Metaal en Techniek voorkomende functiebenamingen, met vermelding van de toepasselijke functiefamilie(s). Aan de hand van deze index kan een eerste oriëntatie worden verkregen. De functiebenamingen in de Index sluiten zo goed mogelijk aan bij de namen die in de bedrijfstak worden gehanteerd. Enige voorzichtigheid blijft daarbij geboden omdat men in de
praktijk niet altijd consequent is geweest. Functies met dezelfde naam kunnen in de praktijk een verschillende inhoud hebben. En omgekeerd kunnen functies met dezelfde inhoud een verschillende benaming hebben.
3.2.
WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN DE DERDE EDITIE
De voomaamste verschillen tussen de derde en vierde editie van het Handboek Functieindeling voor de Metaal en Techniek zijn in een drietal categorieën samen te vatten: De eerste categorie heeft betrekking op twee algemene aanpassingen die over de volle breedte van het Handboek zijn doorgevoerd. De eerste algemene aanpassing betreft de omschrijving van de kennisvereisten in alle niveaubeschrijvingen. In verband met de snelle ontwikkelingen in onderwijsland is er voor gekozen om deze kennisvereisten algemener en abstracter weer te geven en volledig in overeenstemming te brengen met het huidige Nederlandse onderwijssysteem. Deze keuze gaat soms ten koste van de herkenbaarheid maar wordt tegelijk ook ondervangen, want niet alleen is in paragraaf 5.7.1. een nadere uitleg hieromtrent opgenomen maar ook de zogenaamde voorbladen maken thans deel uit van het nieuwe Handboek. De voorbladen zijn de tweede algemene aanpassing over het gehele Handboek en zij beogen bij te dragen aan het gebruiksgemak en de herkenbaarheid van het Handboek. Elke ftinctiefamilie wordt in deze editie voorafgegaan door een voorblad waarop de familie wordt omschreven, de voomaamste taken en functieverschijningsvormen nader worden aangegeven en ook verwezen wordt naar andere onderdelen van het Handboek en/of naar exteme informatiebronnen. De tweede categorie heeft betrekking op functiefamilies die ook al in de derde editie waren opgenomen, maar die in meer of mindere mate zijn gewijzigd. Die wijzigingen zijn vrij divers en variëren van aanpassen in de zin van actualiseren en ingrijpend herschrijven tot aanpassen in de zin van splitsen en/of verbreden van flinctiefamilies. Een en ander brengt met zich mee dat soms een lager en soms een hoger niveau aan een bestaande functiefamilie wordt toegevoegd. Het betreft: • Functiefamilie 1 Commerciële Binnendienst (gesplitst in 3 subfamilies) • Functiefamilie 2 Administratie/Boekhouding (gesplitst in 4 subfamilies en bestaande niveaus geactualiseerd) • Functiefamilie 3 Informatica (gesplitst in 2 subfamilies en bestaande niveaus volledig herschreven) • Functiefamilie 6 Tekenkamer (gesplitst in 2 subfamilies en bestaande niveaus herschreven) • Functiefamilie 7 Ontwerp Automatisering (volledig vervangen en daarvoor in de plaats 3 actuele subfamilies opgesteld) • Functiefamihe 17 Schadeherstel Carrosserie (gesplitst in 2 subfamilies en bestaande niveaus herschreven en uitgebreid) • Functiefamilie 33 Productie/Montage/Service Elektronica (gesplitst in 2 subfamilies en bestaande niveaus volledig herschreven) De derde categorie heeft betrekking op geheel nieuwe ftinctiefamilies die in eerdere edities niet voor kwamen maar waaraan branchegenoten inmiddels wel behoefte blijken te hebben. Het betreft: • Functiefamilie IB
Commerciële Calculatie
• • • • • • • • • • •
FunctiefamiUe IC Functiefamilie 2C FunctiefamiUe 2D Functiefamilie 6B FunctiefamiUe ITB Functiefamilie 47 Functiefamilie 48C Functiefamilie 60 Functiefamilie 61 Functiefamilie 62 Functiefamilie 63
Marketing Staf (Financieel/Economisch) Salaris- en Personeelsadministratie Tekenkamer- Research & Development Automitschadeherstel Bedrijfsleiding Advies Zonwering/Rolluiken Lasadvies Export Projectleiding Intem Metaalbewerking CKC Rijswijk, 2010
4,
TOELICHTING
4.1.
UITGANGSPUNTEN EN CAO-BEPALING
Het doel van functiewaardering is een zo objectief mogelijke vaststelling van de zwaarte van een ftinctie, mede in vergelijking met andere ftincties. Het HANDBOEK FUNCTIE-INDELING bevat de uitgangspunten en normen voor de functie-indeling van de functies in de Metaal en Techniek. Artikel 10 van de Collectieve Arbeidsovereenkomsten in de Metaal en Techniek bepaalt dat de werkgever de fimctie van elke werknemer van 23 jaar of ouder dient in te delen met behulp van het Handboek Functie-indeling. Daarmee maakt dit Handboek deel uit van de CAO's in de Metaal en Techniek. De functiegroepen van het Handboek corresponderen met de salarisgroepen in de CAO's: functiegroep 2 = salarisgroep A functiegroep 3 = salarisgroep B functiegroep 4 = salarisgroep C fimctiegroep 5 = salarisgroep D functiegroep 6 = salarisgroep E fimctiegroep 7 = salarisgroep F functiegroep 8 = salarisgroep G functiegroep 9 = salarisgroep H functiegroep 10 = salarisgroep! fimctiegroep 1 1 = salarisgroep J
4.2.
DE TOTSTANDKOMING VAN HET HANDBOEK
Voor het tot stand brengen van het Handboek Functie-indeling werden representatieve ftincties gekozen die in concrete bedrijfssituaties zijn onderzocht. Het fiinctie-onderzoek hield in dat de fimcties zo nauwgezet mogelijk werden beschreven in functieprofielen en dat de fiinctiekenm erken - vanuit de gezichtspunten van de methode CATS - werden onderzocht. Nadat accordering door de betrokkenen had plaatsgevonden, werden de fimcties gegradeerd, dat wil zeggen van een puntenwaarde voorzien. Vervolgens zijn de niveau-grenzen in punten CATS uitgedmkt, zijn handzame functiekarakteristieken ontwikkeld vanuit de gezichtspunten van de methode en is de structuur van de fimctiefamilies nader gedefinieerd. Uiteindelijk zijn per fimctiefamilie en per niveau genormeerde teksten opgesteld, die in rechtstreekse verbinding staan met het uitgebreide studiemateriaal èn met de gehanteerde CATS®-methode. Deze genormeerde teksten vormen de grondslag van de niveaubiaden voor elke fimctiefamilie. De fimctiegroepen (niveaus) zijn op elk niveaublad onderscheiden met behulp van de niveaukenmerken: complexiteit, zelfstandigheid, afbreukrisico en fysieke aspecten.
4.3.
BEGRIPPENKADER
Functiebeschrijving (of functieprofiel) Het op methodische wijze vastleggen van activiteiten, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen elke functie. Functieanalyse Het beschrijven van alle zwaartebepalende factoren van een fimctie, gerangschikt in een samenhangend geheel van gezichtspunten of karakteristieken. Functiewaardering Het toekennen van punten aan de onderscheiden gezichtspunten volgens een genormeerd stelsel van waardeschalen en het plaatsen van meerdere functies in een rangorde. Functie-indeling (of functieclassiHcatie) Het rangordenen van de ftmcties in klassen/fimctiegroepen.
De methode CATS® is een methodisch instrument ter bepaling van de wezenlijke kenmerken en de relatieve waarde van ftincties in punten. De methode is ontwikkeld door en in beheer van De Leeuw Consult te Leerdam. De methode is universeel toepasbaar, dat wil zeggen in allerlei typen organisaties en voor lage en hoge ftmcties, van welke aard dan ook. Er is sprake van éénduidige en strakke formulering van de gezichtspunten/karakteristieken. Ook voldoet de methode aan een aantal voorwaarden van psychologische aard: herkenbaar, evenwichtig en redelijk aansluitend op het doorvoelde onderscheid tussen functies. Een fimctie wordt geanalyseerd op een aantal gezichtspunten, dat wil zeggen dat wordt bekeken welke eisen de functie op elk van deze gezichtspunten stelt (denk aan kennis). Vervolgens wordt per gezichtspunt een score toegekend, afhankelijk van de gestelde fimctie-eisen. Tot slot geeft een sommatie van deze scores de totale waardering van de fimctie in CATS -punten aan.
De karakteristieken zijn logische samenvoegingen van de gezichtspunten van de methode van ftinctiewaardering (CATS®). Complexiteit is de samenvoeging van 2 gezichtspunten: • Heterogeniteit: de aard en indringendheid van de omschakelingen die stmctureel eigen zijn aan de functie en • Kennis: de voor de functieuitoefening vereiste kennis van schoolse en cursorische aard. Zelfstandigheid is de samenvoeging van 3 gezichtspunten: • Zelfstandigheid: de vrijheid in handelen, mede bepaald door het niveau van de vereiste probleemoplossing en de vereiste ervaring, • Contacten intern: de aard en de diepgang van de te leggen en te onderhouden contacten binnen de eigen bedrijfsorganisatie, • Gezag; stmctureel vereist formeel leiding geven, zowel direct als indirect via anderen.
Afbreukrisico is de samenvoeging van 3 gezichtspunten: • Afbreukrisico: het risico dat er iets misloopt in de functieuitoefening en het bedrijf daardoor schade oploopt, • Contacten extern: het risico dat haperingen komen in de te leggen en te onderhouden contacten met relaties van het bedrijf en met andere derden, • Speciale eisen: de in acht te nemen discretie en andere bijzondere voorwaarden. Fysieke aspecten heeft betrekking op: • Bezwaren aan de arbeid verbonden: omgevingsfactoren, inspanning, persoonlijk risico en extra bewegingsprecisie.
Van het indelingsinstrument maken deel uit: • Functiefamilies, die zich van elkaar onderscheiden naar aard van de werkzaamheden. • Wegwijzer functiefamilies, die een overzicht bevat van Commerciële, Administratieve, Technische en Sociale functiefamilies. • Voorbladen, die een beknopte omschrijving geven van de aard van de werkzaamheden in de diverse fimctiefamilies. Verder bevat elk voorblad de doelstelling van de betreffende fimctiefamilie alsmede een aantal voorbeelden van taken en van in de praktijk voorkomende functies. • Niveaubiaden, die niveaubeschrijvingen van alle functiegroepen (= niveaus) bevatten waarin fiancties in die famihe voorkomen. Deze niveaubeschrijvingen concentreren zich in een viertal karakteristieken. • Karakteristieken, die dienen voor een eenduidige beschrijving van het niveau van de verschillende functiegroepen. Zoals eerder is toegelicht betreft het: • complexiteit • zelfstandigheid • afbreukrisico • fysieke aspecten. • Overzicht reikwijdte functiefamilies (paragraaf 6.2.), dat in de vorm van een blokkenschema een duidelijk inzicht geeft in de spreiding in functiefamilies en de reikwijdte van de niveaus binnen elke functiefamilie. • Index (paragraaf 6.4.), die veel voorkomende fimctiebenamingen bevat met verwijzing naar de meest in aanmerking komende functiefamilies. Deze index is bedoeld om het zoeken naar dejuiste functiefamilie te vergemakkelijken. De functiegroepen, genoemd op de niveaubiaden, corresponderen met de salarisschalen in de CAO's (zie paragraaf 4.1.).
4.4.
GEBRUIK VAN HET HANDBOEK FUNCTIE-INDELING
Dit indelingsinstmment is zodanig ingericht dat de verschillende gebmikers de functies in hun bedrijf eenduidig kunnen indelen. Het verdient aanbeveling om grondig kennis te nemen van de Handleiding (hoofdstuk 5.). Daarin wordt aandacht besteed aan het belang van juiste infonnatie over een fimctie
(paragraaf 5.1.). Het verdient aanbeveling om deze informatie vast te leggen in een functieprofiel (zie bijgevoegd model, paragraaf 5.5.). Ook de Werkwijze bij het indelen wordt uitvoerig besproken (paragraaf 5.2.). Voor continue raadpleging is deze werkwijze eveneens weergegeven op de schema's Werkwijze en Spelregels, zie uitklapblad achterin. Op dat uitklapblad staan eveneens de in acht te nemen Spelregels summier weergegeven. Een uitvoerige uiteenzettmg van deze spelregels (paragraaf 5.3.) maakt eveneens deel uit van de Handleiding. Indien het bepalen van de ftmctiefamihe problemen op mocht leveren, kan nog kennis worden genomen van een uitgewerkt Voorbeeld (paragraaf 5.4.). Bij het hanteren van de niveaubiaden kan men stuiten op verschillen tussen niveaus die zijn aangegeven in kwantitatieve of kwalitatieve termen. Een aantal van deze termen is gedefinieerd en/of toegelicht in de Woordenlijst (paragraaf 5.6.).
5.
HANDLEIDING BIJ HET INDELEN VAN FUNCTIES
5.1.
VEREISTE INFORMATIE EN AANDACHTSPUNTEN
Verzamel voldoende informatie over de ftinctie zelf. Als hulpmiddel hierbij kunt u gebmik maken van het hierbij gevoegde model van een CATS®-functieprofiel (paragraaf 5.5.). Op dit model is de vereiste informatie globaal aangegeven (of reeds concreet ingeleid). Het kan belangrijk zijn, niet alleen over de betrokken fimctie, maar ook over de ^belendende' functies informatie te verzamelen, waarbij met name gelet moet worden op de onderlinge verdeling van taken en verantwoordelijkheden.
Kijk naar de fimctie zoals deze feitelijk in de ondememing voor komt, los van de persoonlijke beoordeling van degene die de ftinctie vervult. Ga bij de indeling niet af op de persoonlijke functiebenaming of niveau-aanduiding, maar op de werkelijke inhoud van de fimctie, de constateerbare werkzaamheden en verantwoordelijkheden. Het salarisniveau, de capaciteit of de persoonlijke mogelijkheden van de ftinctievervuller(s), of andere soortgelijke aspecten dienen geen rol te spelen bij het proces van fimctie-indeling.
•
De tekst van de karakteristieken van een bepaald niveau is niet een fimctiebeschrijving in het kort, maar een typerende weergave van de zwaartebepalende factoren. Bij het opstellen van de niveaubiaden is uitgegaan van de verschillen die gemeten zijn over het complete samenstel van de niveaukarakteristieken. Dat wil zeggen dat kleine verschillen in de uitgeoefende taken niet automatisch leiden tot een ander functieniveau. Een trefzekere indeling is mogelijk door goed te letten op de verschillen met de beide omringende niveaus.
rutu^fbeg de wpowéenlifst •
De tekst van de karakteristieken bevat een aantal termen van kwalitatieve en kwantitatieve aard. Teneinde subjectieve interpretatie te vermijden is het raadzaam om in de woordenlijst (paragraaf 5.6.) na te gaan welke term in een concrete situatie van toepassing is.
Het verdient aanbeveling om zowel functiefamilie als fimctieniveau zorgvuldig vast te stellen. Het kan daarbij raadzaam zijn om meerdere niveaubeschrijvingen (en eventueel ook meerdere niveaubiaden) door te nemen.
Er gelden meerdere criteria binnen een karakteristiek. Er moet van al deze criteria kennis worden genomen om deze te overwegen ofte vergelijken met de in te delen functie.
5.2.
WERKWIJZE BIJ HET INDELEN VAN EEN FUNCTIE
In alle gevallen is het raadzaam om het volledige Indelingsinstmment te hanteren. Dit voorkomt latere discussies of onenigheid over de procesgang en/of over de indelingsresultaten. Het verdient aanbeveling om alle min of meer samenhangende ftmcties in de organisatie in één indelingsproces te behandelen. Ondememingen met een complexe organisatie of met een aantal specifieke ftmcties kunnen het Handboek eveneens hanteren. Indien een bedrijf behoefte heeft aan een gehele of gedeeltelijk "bedrijfseigen functielijst" kan daartoe via de bedrijfstakorganisatie contact worden opgenomen met de systeemhouder van het CATS®-systeem (De Leeuw Consult te Leerdam). Bij het indelingsproces kan gebmik worden gemaakt van het hieraa volgende Stappenplan en/of van het schema dat hieromtrent is opgesteld en als uitklapblad achterin is toegevoegd. Het op datzelfde uitklapblad afgedmkte schema van de Spelregels (paragraaf 5.3.) kan dan eveneens geraadpleegd worden.
STAPPENPLAN BIJ HET INDELEN VAN FUNCTIES zei bi/hei Udden de vofgende nii^pe» STAP 1: Verzamel informatie over de ftinctie. STAP 2: Stel een fimctieprofiel op (zie model paragraaf 5.5.). STAP 3: Bepaal de van toepassing zijnde fimctiefamilie via de Wegwijzer Functiefamilies (uitklapblad voorin) of via de Index. STAP 4: Lees het betreffende voorblad en stel vast of deze ftinctiefamilie inderdaad van toepassing is. STAP 5: Lees het desbetreffende niveaublad. STAP 6: Bepaal het niveau dat het meest overeenkomt met de in te delen ftinctie. STAP 7: Stel vast dat de niveaukarakteristieken van het naast-lagere niveau inderdaad lager zijn en van het naast-hogere niveau inderdaad hoger. STAP 8: Neem de indelingsbesHssing.
10
TOELICHTING BIJ HET LEZEN VAN TWEE OPEENVOLGENDE NIVEAUS Binnen de meeste families en functiegroepen is er overwegend sprake van graduele (niet al te grote) verschillen tussen twee opeenvolgende niveautyperingen. De aan het Handboek ten grondslag liggende fiinctiewaarderingsmethode CATS kent 9 gezichtspunten. Stel dat men op die aspecten steeds 1 puntje meer in termen van het CATS-systeem scoort dan is men al gauw 1 fimctiegroep verder. In de werkelijkheid is er natuurlijk niet een dergelijk mathematische verdeling aan de orde: zo kunnen bijvoorbeeld de contactenpatronen, kennisvereisten ofhet leidinggeven identiek zijn tussen twee opeenvolgende functieniveaus. Voorbeeld:
dit algemene gegeven wordt hier aan de hand van de verschiUen tussen de functiegroepen 7 en 8 van functiefamilie 11 verder uitgewerkt.
Functiefamilie 11 Functiegroep 7
MAGAZIJN / LOGISTIEK FuMCti^roep 8
De functie is gericht op de coördinatie van de magazijnwerkzaamheden en 6e optimalisatie van registratie, uitgifte cn inkoop van alle materialen, grondstoffoi, onderdelen, toeleveringai e.d. De uiteenlopende weriaaamheden, commerciële elementen en de veelvuldige verstoringen veroorzaken voortdurend omschakelen. Er treedt tijddwang op. Registraties e.d. vereisen accuratesse. De kennis dient naar inhoud en niveau geUjkwaaidig te zijn aan VMBO-GL / VMBO-KB, aangevuld met cursussen en/of trainingen met een gemiddelde studielast tot 2'/: jaar.
De functie is gericht op coördinatie, organisatie en uitvoering van bedrijfeeigai transport, opslag en/of fysieke distributie me» leidinggevende en bedrijfseconomische aspecten. Schakelt regehnatig om, wordt vaak onderbroken. Bepaalde aspecten vereisen extra accuratesse. Regehnatig is sprake van tijddwang. De kennis dient naar inhoud en niveau gelijkwaardig te zijn aan MBO4 / v w o / HAVO, aangevuld met cursussen en/of trainingen met een gemiddelde studielast tot 2'/^ jaar.
Is vrij om de werkzaamhedoi zelf in te delen en te regelen aan de hand van algemeen gestelde prioriteiten en vast voorgeschreven tijdstippen. Werkt volgens vaste procedures (bestellingen e.d.}, maar moet regelmatig improviseren en organiseren rond de concrete goederenstroom. Direct toezicht ontbreekt. Mede daardoor kunnen problemen uitstijgen boven het opleidingsniveau en zeer ruime ervaring in hel bedrijfseigene vereisen. De regebnatige tot voortdurende contacten met functionarissen van andere technische en niet-technische afdelingen betreffen alle aspecten van de doorstroming. Geeft leiding aan 1-3 medewerkers. Gedeeltelijk (geografisch) verspreid werkend.
Is veelal vrij om eigen tijd in te delen, rond dwingoide zaken. Is voor de aanpak gdwnden aan richtlijnen en procedures. Kan daamaast in de praktische uilvoering de eigen benaderingswijze vaststellen. Terugkoppeling naar de chef kan snel plaatsvinden. Er is sprake van indirect toezicht (overleg). De vooricomende problemen vereisen inzicht in de organisatie en enige ervaring. De contacten met diverse afdelingen en medewerkers op alle niveaus zijn gericht op een goede afslerraning van werkzaamheden teneinde de logistieke processen vlot en efficiënt te laten verlopen. Geeft leiding aan 3-6 medewerkers. Gedeeltelijk (geografisch) verspreid werkend.
Fouten of onachtzaamheden verstoren de voortgang in het Magazijn en veroorzaken duidelijke productiestagnatie elders. Er kunnen moeilijkheden ontstaan door fouten in de gegevensverstrekking, waardoor ook de relatie met derden negatief beïnvloed kan worden. De regelmatige contacten met klanten zijn gericht op een goede dienstverlening, die van beiang is voor het imago van het bedrijf. Eventueel moet weerstand geboden worden tegen pogingen tot verleiding in verband met inkoop.
Fouten of onachtzaamheden in coördinatie, organisatie, afspraken, planning en calculatie kunnen leiden lot slagnatie in logistieke programma's of processen op de eigen afdeling en eventueel ook daarbuiten, inteme sn externe irritaties en/of fmanciële schade. De kans op tijdig ontdekken is redelijk groot en berust op zelfcontrole en alertheid van anderen. De regelmatige contacten met dCTden zijn gericht op vlotte voortgang van logistieke processen e.d. Enige discretie inzake bedrijfsgegevens is vereist.
Werkt in divCTse ruimtes met wisselende omstandigheden als Grotendeels kantooromstandigheden. Komt incidenteel op logistieke temperatuur e.d. Er is sprake van regelmatig tillen e.d. Kans op lokaties. Veel zitten, soms lopen en staan. Werkl dagelijks enkele kleine verwondingen. uren aan de PC.
Wanneer men de tekst van deze willekeurig gekozen fimctieniveaus 7 en 8 van familie 11 leest dan wordt de algemene stelling bevestigd: ook tussen deze twee opeenvolgende groepen zijn er geen heel grote verschillen. De karakteristiek Complexiteit is een samenvoeging van de gezichtspunten heterogeniteit en kennis. Voor wat betreft het eerste gezichtspunt is vooral de aard van de heterogeniteit (en ook de accuratesse) de ingang die de grootste verschillen bevat. Bij fimctiegroep 8 gaat het niet alleen om coördinatie, maar ook om de organisatie en uitvoering van de werkzaamheden waarbij leidinggevende en bedrijfseconomische aspecten aan de orde zijn. Functiegroep 7 is smaller want daar draait het vooral om coördinatie en het optimaliseren van diverse
11
uitvoeringsaange-legenheden met enkele commerciële aspecten. De overige elementen van heterogeniteit (als omschakelfi-equentie en tijddwang) verschillen onderling niet zoveel. Voor wat betreft het tweede gezichtspimt is het verschil in vooropleiding evident (ftmctiegroep 7 VMBO-GL / VMBO-KB tegen fimctiegroep 8 MBO-4 / VWO / HAVO). De karakteristiek Zelfstandigheid is een samenvoeging van de gezichtspunten zelfstandigheid, contacten intem en gezag (leidinggeven). Het gezichtspunt zelfstandigheid kijkt naar zaken als vrijheid van tijdsindeling, de mimte om zelf de aanpak en vormgeving van de werkzaamheden te bepalen, het ondervonden toezicht, de problemen die men gebmikmakend van kennis en ervaring dient op te lossen. Op al deze zaken scoort ftmctiegroep 8 net steeds ietsjes meer dan fimctieniveau 7. TijdsindeHng: ftmctiegroep 7 is meer gebonden aan door anderen gestelde prioriteiten en vast voorgeschreven tijdstippen; functiegroep 8 is vrijer. Ook de vrijheidsgraden in aanpak/vormgeving (en de mate van toezicht) verschillen. Bij functiegroep 7 is sprake van vaste procedures (en improviseren) en bij 8 van richtlijnen en procedures, waarbinnen de eigen benaderingswijze kan worden vastgesteld. Het niveau van de problemen en in het bijzonder de benodigde ervaring Hjkt bij 7 zwaarder dan bij 8. Dit wordt mede veroorzaakt door het relatief grote verschil in kennisvereisten tussen beide niveaus. Het gezichtspunt contacten intem verschilt nauwelijks (bij ftmctiegroep 8 zijn de aard van de contacten ietsjes breder: ..."alle niveaus"...). Het verschil in "span of control" bij het gezichtspunt gezag spreekt voor zich. Overigens is het feit dat er aan meer mensen leiding wordt gegeven, ook weer een indicatie dat het accent in fimctiegroep 8 iets minder op de uitvoering komt te liggen (het is altijd verstandig om de samenhang met de andere karakteristieken in de gaten te houden). De karakteristiek Afbreukrisico is een samenvoeging van de gezichtspunten afbreukrisico, contacten extern en speciale eisen. De aard en omvang van mogelijke (im)materiële schade is bij ftmctiegroep 8 iets groter. De verschillen in de contacten extem zijn eigenlijk te verwaarlozen. De verschillen bij het gezichtspunt speciale eisen nemen bij ftmctiegroep 7 de vorm aan van "morele integriteit" en bij functiegroep 8 de vorm van "discretie/geheimhouding". Per saldo ontiopen beide groepen elkaar ook niet veel op dit aspect. De karakteristiek Fysieke Aspecten valt samen met de werkingssfeer van het gezichtspunt bezwaren aan de arbeid verbonden. Uit het verschil in teksten komt wederom naar voren dat ftmctiegroep 7 meer op uitvoering is gericht dan fimctiegroep 8. Omdat er in fysiek opzicht minder gevraagd wordt van fimctiegroep 8 vergeleken met ftmctiegroep 7, scoort ftmctiegroep 8 ook minder dan functiegroep 7 op deze karakteristiek. In bovenstaande vergelijking blijken de "grootste" verschillen (ook kijkend naar de onderiiggende graderingen uitgedndct in CATS®-punten) in dit geval vooral in de gezichtspunten heterogeniteit, kennis, zelfstandigheid en de fysieke aspecten tot uitdmkking te komen.
5.3.
SPELREGELS BIJ HET INDELEN
^ ^ i e i ZHWirsi iSf moet het zwaarst weffen •
Indien bij het verifiëren van de niveaukarakteristieken twee van de eerste drie niveaukarakteristieken (te weten Complexiteit, Zelfstandigheid en Afbreukrisico) naar één niveau verwijzen, dan is dat doorslaggevend, ook al tendeert de derde van deze drie karakteristieken naar een ander niveau.
12
• Het belang dat gehecht is aan de fysieke factoren, zorgt er in een aantal twijfelsituaties voor dat de vierde niveaukarakteristiek (Fysieke Aspecten) doorslaggevend is.
Bij de niveaukarakteristiek Complexiteit is het kennisniveau tot uitdmkking gebracht dat voor de uitoefening van de fijnctie vereist is. In het algemeen is bij het indelen niet relevant hoe de functievervuller zich de kennis eigen heeft gemaakt en ook niet de feitelijke duur van de kennisverwerving.
Een wettelijk vereiste bevoegdheid is in feite een selectie-eis die als zodanig niet in een ftmctie-indelingsmethode thuishoort, maar afzonderlijk moet worden toegepast. De eventueel vereiste kennis telt wel mee.
Vervangen van de directe chef vormt soms een integraal onderdeel van de functie, maar betreft dan tijdelijk vervangen (enkele uren, dagen, weken) en beperkt vervangen (niet alle bevoegdheden). De invloed op de ftinctie valt in die situaties te verwaarlozen. Indien vervanging van de chef meeromvattend is, dient deze op zijn inhoudelijke merites te worden beoordeeld en zijn consequenties voor de fimctie-indeling niet uitgesloten. Langdurige vervanging vereist een aparte regeling, eventueel buiten de fimctie-indeling. In feite verricht de vervanger dan gedurende de vervangingstijd een andere functie dan zijn eigen ftinctie.
Bij stmcturele meng- of combinatieftmcties kan de functie elementen bevatten die volgens afzonderlijke niveaubiaden worden ingedeeld. In dat geval is de hoogste van die indelingen van kracht, mits dat zwaarste element van de fimctie - over langere tijd gemiddeld gedurende 25% of meer van de normale arbeidsduur wordt uitgeoefend.
• De aantallen medewerkers die bij leidinggeven zijn aangegeven zijn indicatief van aard en niet karakteristiek. (Kleine) afwijkingen naar boven of beneden hoeven niet meteen tot een andere groepsindeling te leiden. De rest van de tekst dient grote aandacht te krijgen. niet a i ^ d zün de zwaarstefysieke factoren maa^sevend • Is er in het werk stmctureel sprake van twee verschillende niveaus in de fysieke aspecten (gelet op onaangenaam, fysiek zwaar, inspannend, risicovol e.d.) en zou dit leiden tot een niveauverschil, dan geldt de hoogste van die twee indelingen indien de zwaardere fysieke factoren gelden gedurende 25% of meer van de normale arbeidsduur. Met name kan dit het geval zijn bij ftmcties *bitmen' en 'buiten' die voor het overige gelijksoortig zijn (bijvoorbeeld Service Monteurs in een werkplaats, respectievelijk op locatie).
13
• In het algemeen dient men voor de niveaubepaling binnen één functiefamilie te blijven. Lukt dit niet en geeft een andere fimctiefamilie wel uitsluitsel voor de indeling, dan mag deze gehanteerd worden, mits alle niveaukarakteristieken overeenstemmen.
& g ^ ^ e i M e n óptiiewv ü ^ m a ^ wuwmnen •
5.4.
Indien de indeling niet eenduidig kan plaatsvinden, dient eventueel opnieuw informatie over de fimctie te worden verzameld. In ieder geval dient de relevante fimctie-inhoud expliciet te worden vastgesteld, gericht op de factoren die niveauverschillen vertonen.
VOORBEELD BEPALING FUNCTIEFAMILIE
Stel dat de fimctiefamilie moet worden bepaald van een Medewerker Afwerkerij/Lakkerij, Het betreft een fimctie met een aantal eenvoudige bewerkingen aan producten die van een lopendebandsysteem gehaald moeten worden en na bewerking weer opgehangen moeten worden. Voor de fimctie is geen vaktechnische opleiding vereist. BepaUng Junctiefamilie: Het uitklapblad 'Wegwijzer fimctiefamilies' verschaft een overzicht van alle fimctiefamilies. Van links naar rechts en van boven naar beneden lezend, kan via de wegwijzers (de grijs gearceerde blokken) telkens de ingang worden gekozen die van toepassing is. • Het betreft - van links naar rechts kijkend - uiteraard de kolom 'Technisch'. • Direct onder de wegwijzer 'Techniek" kan geen passende fimctiefamilie worden gevonden. o Uit de vier eronder liggende wegwijzers kiest men - van links naar rechts lezend - de wegwijzer 'Werkplaats'. • Het werk betreft geen 'Leidinggeven' • Bij de vier eronder liggende wegwijzers treft men de wegwijzer 'Diverse bewerkingen' aan. • Van de daaronder gerangschikte functiefamilies komen er enkele zeker niet in aanmerking; een snelle raadpleging van de voorbladen van de resterende ftinctiefamilies doet vermoeden dat de onderhavige functie thuishoort in ftinctiefamilie 31 'Productiemedewerking'. • Na het lezen van het voorblad van deze ftinctiefamilie wordt duidelijk dat deze ftinctiefamilie inderdaad van toepassing is.
14
5.5.
MODEL CATS® FUNCTIEPROFIEL
Opdrachtgever / Bedrijf
Afdeling / Groep
Naam van de fimctie
Datum:
Stams: CONCEFT/DEFE^JITIEF
Code:
Positie van de functie in de organisatie • Werkt onder leiding van... • Geeft leiding aan Doel van de functie Welke bijdrage wordt verwacht, welk doel wordt gediend. Typering van de activiteiten A. Algemeen • Het werk betreft • Ontvangt opdracht... B. • • • •
Werkzaamheden (Verricht....). (Maakt/Stelt op/Beoordeelt/Geeft/Zorgt...), (Beoordeelt/Onderzoekt/Controleert...). (Registreert/Houdt bij.,..).
C. Overig • (Is tevens verantwoordelijk voor/Zorgt ook voor.,.,). • Is gehouden aan (en/of ziet toe op) de naleving van voorschriften/procedures op het gebied van kwaliteit, Arbo, miHeu en veiligheid. CATS® Functieprofiel Bovenstaande beschrijving is slechts een typeiing van de werkzaamheden en niet een uitputtende opsomming. De vervuiler van deze functie is dan ook gehouden alle voorkomende en in redelijkheid opgedragen werkzaamheden uit te voeren.
Beschrijving per karakteristiek Complexiteit Typeer de breedte en gemêleerdheid (diversiteit, variatie) van het werkterrein. Vermeld de werkaard, de product(ie)-soort(en), de soorten bemoeienis e.d. Geef een indicatie van defi-equentiewaannee zaken zich afwisselen (of verstoord worden). Vermeld eventueel onvermijdbare bezwarende accuratesse en/of tijddwang. Noteer de voor een goede ftmctie-uitoefening noodzakelijke opleiding(en), van schoolse en/of cursorische aard. 15
Zelfstandigheid Typeer de vrijheid in tijdsindeling. Typeer de vrijheid in aanpak en vormgeving; noteer gebondenheid door voorschriften, regels, procedures e.d.; vermeld de te maken keuzen, te nemen beslissingen e.d. Typeer de invloed die van het toezicht uitgaat, tracht de relatie weer te geven tussen het probleemniveau, de opleiding en de vereiste ervaring. Geef aan welke contacten binnen de organisatie noodzakelijk zijn voor het functioneren. Geef een typering van het eventueel opgedragen geven van leiding: aantal, tijdsbeslag, e.d. Afbreukrisico Typeer de schade die het gevolg kan zijn van menselijke fouten in de fimctie (eventueel meerdere soorten), het effect van controle(s), de mogelijkheden voor zelfcontrole etc. geef aan welke contacten met derden noodzakelijk zijn voor het functioneren (ook fi-equentie, te realiseren zaken, te overwinnen weerstand e.d.). Typeer de eventueel opgedragen geheimhouding. Vemfield de eventueel aanwezige kans dat in de fimctie weerstand moet worden geboden tegen dmk van buiten. Fysieke Aspecten Noteer (belangrijke) hinderlijke factoren in de werkomgeving. Vermeld lichamelijk zware elementen in het werk. Typeer de kans op gevaar voor lijf en leden. Omschrijf de eventueel noodzakelijke bewegingsprecisie (vereiste fijne motoriek).
5.6.
WOORDENLIJST BIJ DE NIVEAUBEPALING
Ad Complexiteit -
Omschakelfrequentie "matig" of "af en toe" "regelmatig" of "vrij frequent" "voortdurend" of "hoog" of "fi-equent"
gemiddeld elk uur van onderwerp veranderen gemiddeld elke 20 tot 40 minuten gemiddeld elke 5 tot 15 minuten
- Opleiding "schoolsoort" -l- "niveau"
"bedrijfsopleiding"
ervanng
diploma-eisen staan niet vermeld, die zouden slechts dienen als indicatie; niet de vooropleiding als zodanig staat centraal maar de (op welke wijze dan ook verworven) kennis en vaardigheden staan centraal een gestmctureerde, geprogrammeerde en begeleide opleidingsperiode in de specifieke eigenheden van het bedrijf, processen, procedures, bewerkingen, e.d. wordt beschouwd als een aspect dat mede de zelfstandigheid bepaalt (zie aldaar)
16
Ad Zelfstandigheid - Niveau van de problemen
-
-
"normaal"
vereist een denkniveau dat equivalent is aan VMBO
"aanmerkelijk"
vereist een denkniveau dat equivalent is aan een flink MBO- tot HBO-niveau
"moeilijk en vergaand"
vereist een denkniveau dat equivalent is aan mim HBOtot semi-academisch niveau
"Betekenis van contacten" "normaal"
men moet uit kunnen gaan van een ongehaperd lopen van de stroom van goederen of informatie, in tijd, kwaliteit en kwantiteit
"belangrijk"
de samenwerking is gericht op het tijdig tot stand brengen van juiste beslissingen van de hoogste leiding met betrekking tot forse delen van de capaciteit
Gezag "leidinggeven"
over het vermelde aantal ondergeschikten (direct en indirect via lagere leidinggevenden) wordt fimctioneel, operationeel en disciplinair gezag uitgeoefend
"functioneel leidinggeven"
bindende aanwijzingen geven over het werk aan niethiërarchisch ondergeschikten
Ad Afbreukrisico - Kans op tijdig ontdekken en herstellen "groot"
bij toepassing van de normale procedures en uitoefening van de vereiste verantwoordelijkheid wordt de fout vrijwel zeker tijdig (=niet naar buiten het bedrijf tredend) ontdekt
"redelijk tot matig"
bij goede zelfcontrole kan de fout tijdig ontdekt worden, hiertoe zijn de omstandigheden normaal gesproken aanwezig, maar er moet wel extra inspanning voor geleverd worden
Ad Fysieke Aspecten "normale kantooromstandigheden"
mstig kantoor, samen met enkele collega's, de gebruikelijke kantoorgeluiden
"normaal schoon fabriekswerk"
goed geklimatiseerde onaangename factoren
omstandigheden,
incidenteel
17
5.7.
OPLEIDING, WETTELIJKE EISEN, NORMALISERING, CERTIFICERING EN ANDERE BIJZONDERE EISEN
5.7.1. VOOROPLEIDING EN AANVULLENDE STUDIE Het gezichtspunt kennis omschrijft het door studie verkregen kennisniveau dat voor de uitoefening van een functie vereist is. Het betreft dus kennis die via scholen en opleidingsinstituten wordt verworven en niet kennis opgedaan door werk- of levenservaring. In het Handboek Functie-indeling Metaal en Techniek (kortweg: Handboek) vormt het gezichtspunt kennis samen met het gezichtspunt heterogeniteit de eerste karakteristiek Complexiteit. In de functiewaarderingsmethode CATS® kent het gezichtspunt kennis twee hoofdingangen en één toeslagmogelijkheid (bijblijven). De eerste hoofdingang omschrijft de vooropleiding, die men zich via het reguliere onderwijsaanbod eigen kan maken. De tweede hoofdingang omschrijft de aanvullende studie, die nodig is bovenop het kennisniveau van de vooropleiding om een specifieke functie uit te kunnen oefenen. Voor sommige ftmcties geldt ten slotte nog de noodzaak om systematisch kennis bij te houden om de functie blijvend te kunnen vervullen. Voor deze vierde editie van het Handboek is getracht om de kennisvereisten zo goed mogelijk in overeenstemming te brengen met het huidige Nederlandse onderwijssysteem, inclusief de nieuwe kwalificatiestmctuur en gangbare terminologie daaromheen. Dit betekent dat allerlei opleidingsvormen die door wet- en regelgeving formeel niet meer bestaan, ook niet meer genoemd worden. Bovendien is ervoor gekozen om alle kennisaanduidingen in het Handboek algemeen te houden om een snelle veroudering van dit instrument tegen te gaan. Immers, de veranderingen in de wereld van het onderwijs en het concrete aanbod aan trainingen en cursussen lijken elkaar steeds sneller op te volgen. Door deze keuze ten gunste van de actualiteit en de langere houdbaarheid van het indeelinstmment kan de herkenbaarheid voor menig gebruiker wellicht iets zijn afgenomen. Daarom is op de zogenoemde voorbladen ook steeds een verwijzing opgenomen naar de site van minstens één van de kenniscentra die samenwerken in Colo. Een bezoek aan de op de voorbladen genoemde sites, aan colo.nl en de site van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen zal zeer herkenbare en actuele informatie opleveren. Onderstaand zijn twee schema's en enkele toelichtingen opgenomen die kunnen helpen om de beschrijving van de kennisniveaus op de niveaubiaden beter te kunnen duiden. Eerst worden de voomaamste vooropleidingen genoemd en vervolgens de benodigde aanvullende studie. Het bepalen van de noodzakelijk geachte vooropleiding is fiindamenteler dan het bepalen van de aanvullende studie. De vooropleiding biedt een indicatie voor het benodigde werk- en denkniveau; de aanvullende studie geeft vervolgens aan welke toegespitste kennis nodig is om de specifieke ftinctie te vervullen.
Vooropleiding Uiteraard geldt dat men de wetgeving dient te volgen: d.w.z. vervullen leerplicht en zoveel mogelijk verkrijgen van een startkwatificatie voor de arbeidsmarkt Basisonderwijs (BO) Iets meer dan alleen BO Basisonderwijs en enkele jaren Voortgezet Onderwijs zonder diploma VMBO-BG Basisberoepsgerichte Leerweg VMBO-KB Kaderberoepsgerichte Leerweg VMBO-GL Gemengde Leerweg VMBO-TL Theoretische Leerweg HAVO HAVO met pakketeisen VWO VWO met pakketeisen AD Associate Degree AD HBO ((deelcertificaten) HBO met diploma WO (bachelor) Post-HÖO (aantal jaroi)
MBO-1 niveau
MBO-2 niveau MBO-3 niveau MBO-4 niveau MBO-5 niveau
WO (master)
Zwaarder komt niet voor in dit Handboek Functie-indeling Metaal en Techniek
AANVULLENDE STUDIE SBU 40 80 120 160 200 240 280 320 400 480 560 640 720 800 880 960
MAANDEN 3 6 9 12 15 18 21 24 30 36 42 48 54 60 66 72
JAREN 0,50 1 1,5 2 3 4 5 6
19
De tweede ingang van dit gezichtspunt kennis heeft onder de verzamelnaam "aanvullende studie" betrekking op onder meer trainingen, cursussen, bijscholing en overige studieinspanningen die noodzakelijk zijn om de ftinctie goed uit te kunnen oefenen. Een maatstaf voor die inspanning wordt in enkele tijdseenheden weergegeven. Het aantal SBU's (studiebelastingsuren) is altijd een veelvoud van 40 uur. Eén studiebelastingsuur bestaat uit 60 minuten en omvat alles wat nodig is om zich de specifieke kennis eigen te maken, zodat opgeteld kunnen worden; de contacturen, maken van huiswerk, uitvoeren van praktische opdrachten, lezen van literatuur, deelname aan excursies en dergelijke (dus eigenlijk alles minus het reizen). De beide ingangen van dit gezichtspunt vertonen ook een bepaalde samenhang. In de praktijk komt het regelmatig voor dat een fimctie zodanig is ingericht qua taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, dat een werving op twee verschillende vooropleidingsniveaus goed voorstelbaar en verdedigbaar is. Voorbeeld: stel dat men -gegeven het takenpakket- kan kiezen tussen (een persoon met) een vooropleiding op MBO- of op HBO-niveau, dan zal in het eerste geval de "aanvullende studie" hoger liggen dan in het tweede geval. Want iemand met een HBO-werk- en denkniveau mag worden geacht zich de aanvullende studie sneller eigen te maken. N.B. Of de persoon van wie de functie is ingedeeld zelf al dan niet beschikt over de kennisvereisten van het desbetreffende niveau doet hier niet ter zake. In dit Handboek worden zo goed mogelijk de kennisvereisten omschreven die bij een bepaald niveau van een ftinctie(soort) horen en van belang zijn voor ftmctie-indeling. Vaststellen of concrete personen voldoende gekwalificeerd zijn of overgekwalificeerd zijn om een functie uit te oefenen, is van een geheel andere orde (namelijk een aspect van beoordeling en fimctietoewijzing).
5.7.2.
WETTELIJKE EISEN, NORMALISERING, CERTIFICERING EN ANDERE BIJZONDERE EISEN
Voor een aantal sectoren gelden extem bepaalde eisen, regels of afspraken die van invloed (kunnen) zijn op de zwaarte van fimcties, tot uiting komend in de onderscheiden karakteristieken van de indelingsmethode van dit Handboek. Het betreft een reeks van wettelijke eisen, normaliseringsafspraken, erkenningsregelingen, bevoegdheidsafspraken, certificeringseisen en andere gevolgen van convenanten tussen overheid en bedrijfsleven, e.d. Binnen het kader van de zo noodzakelijke juiste beeldvorming inzake concrete fimcties, kan het van belang zijn kennis te nemen van de belangrijkste gegevenheden op dit gebied. Let wel: de regelingen op zich geven geen uitsluitsel over de functie-indeling. De consequenties van de regelingen zijn bij de opzet van het Handboek verwerkt in het eigenlijke indelingsinstrument: de niveaubiaden.
5.7.2,1. STEK-EISEN Achtergrond Door de Minister van VROM en het bedrijfsleven is overeengekomen om het gebmik van stoffen die de ozonlaag aantasten (CFK's, HCFK's en HFK's) aan banden te leggen. Dit is aan de orde bij bedrijven waar gewerkt wordt aan koelinstallaties met een koudemiddel.
20
Koeltechnische Installatiebedrijven kunnen in aanmerking komen voor een erkenningsregeling, die door een stichting (STEK) wordt beheerd. Alleen ^STEK-erkende ondernemingen' mogen monteurs handelingen laten verrichten aan installaties op het gebied van CFK's, HCFK's en HFK's. Voor garagebedrijven e.d. waar gewerkt wordt aan airconditioning in personenauto's (dus koelinstallaties met een koudemiddetinhoud van minder dan drie kilogram) geldt een aparte regeling. Ook voor deze bedrijven geldt de eis van een STEK-erkenning. Functies Concreet gelden voor een Koeltechnisch Monteur die werkt aan installaties op het gebied van CFK's, HCFK's en HFK's (inbedrijfstelling, reparatie, preventieve controle, periodiek onderhoud en het verwijderen van koudemiddel) de volgende eisen: 1. in het bezit zijn van een CFK-diploma; 2. op de hoogte zijn van het CFK-beleid van de ondememing; 3. aantoonbaar kunnen beschikken over en werken conform werkvoorschriften; 4. handelingen aan een koelinstallatie registreren; 5. beschikken over een passende en in goede staat verkerende technische uitrusting. Voor de Autotechnicus Personenwagens die bij een STEK-erkend bedrijf CFK-handelingen verricht aan installaties voor comfortkoeling in personenauto's met een koudemiddeUnhoud van minder dan drie kilogram, geldt de eis dat men in het bezit is van een CFK-certificaat, verkregen na het met goed gevolg afgelegd hebben van een Auto-airco examen. Functie-indeling • In de fimctiebeschrijvingen van Koeltechnische Monteurs (c.q. Autotechnicus Personenwagens) die bij een STEK-erkende ondememing werken dient aandacht te worden besteed aan bovengenoemde eisen. • Bij de opzet en weging van de Karakteristieken van de fimctiefamilie 54 en 16B is bij de relevante niveaus (niveau 5 en hoger) rekening gehouden met deze eisen.
5.7.2.2. EUROVISA Achtergrond Teneinde te voldoen aan de behoefte aan specialistische kennis van gastoestellen en gastechnische basiskennis, gericht op het veilig functioneren en gebmik van gastoestellen in de utiliteitssector en/of een industriële omgeving, heeft GASTEC te Apeldoom een opleidingstraject van onderhoud- en inspectiecursussen ontwikkeld. Dit traject kent een modulaire opbouw waarvan EuroVISA de laatste stap is. De opleiding voldoet aan de eindtermen die gelden voor de EuroVISA-inspecteur (EBI), zoals genoemd in de certificeringsregeling voor het uitvoeren van onderhoud en inspecties. Certificering op basis van deze regeling leidt tot een certificaat volgens NEN-EN-ISO 9002. Functies De opleiding is bestemd voor inspecteurs en servicetechnici die het inspectiebeleid bepalen bij energiebedrijven, installatie- en onderhoudsbedrijven en fabrieken. De inhoud van de opleiding richt zich op het beoordelen van elektrische werkingsschema's en elektronicatoepassingen, beveiligingsfilosofie, inspectie en op het verkrijgen van inzicht.
21
Functie-indeling • In de functiebeschrijvingen van functies op dit vlak, met name leidinggevenden op buitenprojecten dient aandacht te worden besteed aan bovengenoemde eisen. • Bij de opzet en weging van de Karakteristieken van ftinctiefamilie 13 is bij de relevante niveaus (niveau 10 en 11) rekening gehouden met deze eisen.
5,7.2.3.
VEILIGHEIDSCERTIFICAAT AANNEMERS (VCA*, VCA** EN VCA PETROCHEMIE)
Achtergrond VCA is een formeel certificeerbaar veiligheidsbeheerssysteem dat veiHgheid, gezondheid en milieu (VGM) zo goed mogelijk moet waarborgen. VCA is gewenst of vereist voor bedrijven (aaimemers) die werkzaamheden verrichten op bedrijfsterreinen van hun opdrachtgevers. Het VCA*, VCA** en VCA Petrochemie certificaat wordt op ondememingsniveau afgegeven en is drie jaar geldig (bij een jaarlijkse controle) en er dient een ongevallenstatistiek aantoonbaar te zijn over de afgelopen driejaar. Functies VCA* is primair bedoeld voor de onderaannemers en VCA** voor hoofdaaimemers. VCA Petrochemie is bedoeld voor bedrijven of organisatorische onderdelen daarvan die werkzaamheden verrichten aan (petro-)chemische installaties. Voor VCA* en voor VCA** dient de operationeel leidinggevende op de bouwplaats een opleiding Veiligheid Operationeel Leidinggevenden (VOL-VCA) te hebben gevolgd. Het bijbehorende certificaat is persoonsgebonden en tien jaar geldig. Voor meer informatie over de VCA wordt verwezen naar de volgende website: www.vca.nl Functie-indeling • In de fimctiebeschrijvingen van fimcties op dit vlak, met name van VGM-fiinctionarissen en leidinggevenden op buitenprojecten dient aandacht te worden besteed aan bovengenoemde eisen. • Bij de opzet en weging van de Karakteristieken van ftmctiefamihe 13 (Leiding op Buitenprojecten) is bij de relevante niveaus (niveau 6 en hoger) en bij fimctiefamilie 46 (Zorgsystemen) bij alle niveaus rekening gehouden met deze eisen.
5.7.2.4. KWALIFICATIESTRUCTUUR LASSEN Opleiding, certificering en functiewaardering Vakbekwaamheid De vereiste mate van bekwaamheid en handvaardigheid bij het lassen wordt bepaald door: • de vorm van de te lassen delen (plaat en/of pijp) • de toe te passen lastechniek(en)/lasproces(sen) • de te lassen materialen (gerangschikt in materiaalgroepen) « de lasstand, afhankelijk van plaat- en pijpposities • de wijze van kwalitatief onderzoek.
22
De in de praktijk voorkomende combinaties van deze factoren resulteren in • een praktijkniveau dat, voor zover het gekwalificeerd is, uitmondt in • een erkend Europees EN-287 certificaat. Eventueel kan sprake zijn van een beperkte geldigheidsduur en is opfrissing vereist. Opleidingen Lassers die zich willen kwalificeren kunnen dat op verschillende manieren doen. In ons land is het NIL (Nederlands Instituut voor Lastechniek) de centrale en officiële instantie op het gebied van lassen. Dit NIL kent vakopleidingen in vier processen op vier niveaus. Personen die deze vakopleidingen met goed gevolg hebben doorlopen, ontvangen een erkend diploma. In sommige gevallen kan het examenwerkstuk ook worden gebmikt als lasserskwalificatieproef, zodat een certificaat aan het diploma gekoppeld kan worden. Diploma's en certificaten vallen dus zeker niet automatisch samen. Een diploma is een bewijs dat men ooit over de vereiste kennis en vaardigheden heeft beschikt om een opleiding in een bepaald proces op een bepaald niveau succesvol te hebben afgerond; een diploma is levenslang geldig. Een certificaat daarentegen is een bewijs van actuele kennis en vaardigheden, waarbij op regelmatige basis dient te worden aangetoond dat men nog steeds over die kennis en vaardigheden beschikt. De formele geldigheidsduur van een certificaat is zes maanden. Als in die zes maanden binnen het nauwkeurig omschreven geldigheidsgebied van het certificaat aantoonbaar/ naspeurbaar is gelast, wordt het opnieuw verlengd met zes maanden. Lascertificaten Er bestaan diverse vakopleidingen voor het lassen en lascertificaten van onder andere de navolgende lastechnieken/lasprocessen: • OP (automaat-/machinelassen) . STT-lassen (speciale vorm van MIG/MAG-lassen) • Autogeen Lassen Pijp . Autogeen Lassen Plaat • Elektrisch Lassen Pijp en . Elektrisch Lassen Plaat • MIG-lassen Pijp . MIG-lassen Plaat • MAG-lassen Pijp , MAG-lassen Plaat • TIG-(Argon)-lassen Pijp en . TIG-(Argon)-lassen Plaat Niveaus van vakbekwaamheid Voor deze lastechnieken/lasprocessen bestaan er verschillende opleidingen waarin op vier verschillende niveaus examen kan worden gedaan. Als de kandidaat slaagt voor het theorieen praktijkexamen dan ontvangt deze een diploma Autogene metaalbewerking, Booglassen met beklede elektroden, MAG-lassen of TIG-lassen van het niveau waarop examen is gedaan. Voor proefstukken die tijdens het praktijkexamen voor de niveaus 2, 3 en 4 worden gelast in het kader van één van deze lastechnieken/lasprocessen bestaat de mogelijkheid om een lassers-kwalificatiecertificaat volgens NEN-EN-287 te ontvangen. De niveaus van vakbekwaamheid verschillen naar: • lasstand (positie van de las), in combinatie met positie van plaat (of pijp) en specifieke pijppositie o soorten naad (buitennaad, binnennaad, I-naad en V-naad) • wijze van onderzoek (visueel, niet-destmctief of destmctief). Materiaalgroepen Uiteraard bestaat er een nauwe relatie tussen lastechniek/lasproces en materiaalsoort (bijvoorbeeld MIG voor roestvrij staal en MAG voor koolstofhoudend staal). Elke materiaalsoort 23
omvat een groot aantal specifieke materialen. De materialen zijn ondergebracht in materiaalgroepen, die zijn genormeerd volgens de standaard CR ISO 15608:2000. Relatie tussen kwalificaties en functiezwaarte Met betrekking tot de relatie tussen bovengenoemde kwalificaties en de functiezwaarte (en dus de groepsindeling) van die ftmcties waarbij lassen duidelijk onderdeel uitmaakt van de ftmctie-uitoefening zijn enkele opmerkingen te maken. 1. Wanneer bij een fimctie wordt geconstateerd dat er sprake is van werken onder begeleiding, impliceert dat een groepsindeling die niet hoger is dan groep 4. 2. Indien vermeld moet worden repeterend werk verrichten, houdt dat in dat de indeling niet uit zal komen boven groep 5. 3. Voor de functiezwaarte is de toegepaste lastechniek nauwelijks van invloed. Nagenoeg elke techniek kan uitgeoefend worden op het niveau van zowel ftmctiegroep 3 als van fimctiegroep 7. 4. Wel moet gelet worden op bepaalde eigenheden van een techniek in relatie tot de vereiste kwaliteit. Een mooie, zichtbare, niet bij te werken las leggen met de MIG-techniek, in weerbarstig en taai RVS, vereist (mede in verband met de voorspanning) meer gevoel voor de materiaaleigenschappen, terwijl autogeen lassen, met de brander in de hand, meer zelfstandig en inventief werken vereist. En zo zal toepassing van de TIG-techniek (voor het meer fijne werk in veelal korter materiaal) hoge eisen stellen aan het gevoel voor nauwkeurigheid. 5. De aard van het werk heeft een grotere invloed dan de lastechniek op zich. In de mate dat inzicht en technisch gevoel noodzakelijk zijn, zal sprake zijn van een 'zwaardere fimctie' dus een hogere groepsindeling. 6. Onder moeilijke omstandigheden moeten kunnen werken verzwaart de fimctie. 7. Ook zullen zaken als tekening lezen en materiaalkennis, beheersen van verschijnselen van krimp en trek en alle kneepjes van het vak kunnen toepassen, indicaties vormen voor een hogere groepsindeling. 8. Een aparte invloed gaat uit van de houding die ingenomen moet worden bij het lassen, in relatie tot depositie van plaat en/of pijp. 9. Een zeer specifieke en belangrijke invloed gaat uit van de snelheid van werken in combinatie met de mate waarin een beroep wordt gedaan op verrijken van inzicht in de techniek. De ontwikkehng van de functie 'leeriing' tot de fimctie 'allround' is duidelijk zichtbaar in de ontwikkeling van deze beide factoren. De groepsindeling van deze (en tussenliggende) fimcties zal zich parallel aan deze ontwikkeling moeten manifesteren. Functie-indeling met de methode CATSf^ Met CATS®, de methode voor functiewaardering die ten grondslag ligt aan dit Handboek Functie-indeling voor de Metaal en Techniek, wordt aan alle bovengenoemde invalshoeken recht gedaan. Bij de aspecten Complexiteit, Zelfstandigheid, Afbreukrisico en Fysieke Aspecten wordt rekening gehouden met bovengenoemde zwaartebepalende factoren.
24
6. INDELINGSINSTRUMENT 6.1. WEGWIJZER FUNCTIEFAMILIES
6.2. OVERZICHT REIKWIJDTE FUNCTIEFAMILIES
6.3. VOOR- EN NIVEAUBLADEN PER FUNCTIEFAMILIE
6.4. INDEX VAN DE FUNCTIES
25
6.1 WEGWIJZER FUNCTIEFAMILIES
26
~ ^"
s ia s s
•—
•
4-^^^^H
ail a.
——
^RE
•
• —•
1
-
—
•.H.
•
_
~
••• 111 111 ^H ^H ^H
_
^•1
^H ^B
_
•
• ——
111
1 •~ • • 1 111
————
——
11 1•
—— — — —— — — — —
— —
^H
^H
^-
•1
—
-• l l• 1 • 1 •
—
—
M
IM^^^KK
"^^^^HÊÊ
^v
^ H
• _ 11 1 1• 1 1 11 1 1 1 11 1 m 1 1 1 1 1 IHI• • 11 1 1• • •1• 11 H • • • • • • H^^H • •^ • • • H • • • • ^ ^ ^^^^_ 1 _ _ m 1 1 • 1 1 • 1 1 — —_• H 1 — 1 1 • • • H1 • •H •H H H ^^H • ^^^^^^1H • H 1_ 1 1 |JB 1_ _ m
* «
a.
^ H
-
1
OD
I^
'4
"'
— — — — — — — —— — —
• — -: 'ïf
———— ——— ——
—
'
o-
— —_ —
• —
•0
%
e-
u
•o B
? o
£ s
.Si -f
«
*—
:ë
3
e 1 c Is n
1s
J
eo e IS ' s
B
1 B .S. V •a 3
n o •.c a a. O
te.
V at a
BI
i1 s
'-S
'S s e X
1
3 u
1
•<
e" n
1 CL.
<
1 ?
oo 3
"5 a
B 19
3 ë E
< Ï g e
B
•s
3
B
1 ec
? '>
B
e B
Sc
3
_2 a o
m• «
a
aii
m
1 s
• ^ .
c o
Q
• *
m
1*^
s
>. •q-
• H
-IH
—
Jl
B Jt
•ff
•q
.c
>
•5
'S
1 e
S
^ e u B S l b
is
11
«
E o U
E o U
il
• <
a
u
1
•£ s e
'Ü c a e
O
<
a
U
> 5
'S Ë
B
1..
B
1
'S
£ e
B
B
O
e
H U
Cr
aa
V
E d E
a£
4..
•«(
a B
o
•g ei.
• g |
a
Jt
1 Si%
.e
B
"E •g
91
JS
•o
-a
< u
1
H _C
1
oa
1 f
1S
c
s U
1 fl Jt E
T
..3
H U
.e k
•
1 u E n
fl
B
2 1 ac c
3
3
H
<
01
<
e 12
BL C BC
Jt V •a Jt
1
>•
L.
1
i
"a. .a •o E H
y
&
1
E
•s
9
Jc
E
y
H
1
1
fO
9 3 W
B
E
ö
E
11 E
H
H
B
i
..f
ij
•nl
n
B
"c •5
i
•u .a
1
'5
E
u
_ffi|
• *
JA
_*J
• *
—1^ s
—
— _ — — __ — — — — — — —
————
H
^ H
^1
•• •• •••
•• •• •• •• HH ^•• HH 1111 1 1111• 1 1
^^ •
• H ^m
•
IH
H
^
H
1
^^•j
•1
L^^B ^^^^^1
•
M
^H
^H
^H
I^^^^H—^ë ^^^^^^^^^1
9 1 1
H
1— H
H
H
_—_^^
" "
" " "
ï
P
4d
Vi
• E
E
»
e
fl
1
u 1^
1
e C
1
3
a B
Ü 5
1 'T
11
§
È
1 e E w o
1
n o,
•o E
j< b
X
2
E
"E ei n
«
u e
BI E
- < s o
. M
„
f l
*i
1
B U
E
E
E
L.
a
<
ea
aa E
_e (i
1 E
i n
V
a 9
•Ë V •a
' '
B
Jt
E s
"
—_
—
r.
• 1 1 H: • • • • •1 • • • • • Pl • ^ 1 1111 111 1
H H H H ^ H ^H
_
•a O u
U
H B
IS
—1
•Q s e
«
U z u
is ' Mfl
t o a
%
>
•5 • *
B
1 e
H
y y >- y >y
1
A
Q
1
B
H
a
—
< < "c 'S
Jt E
'5
^
1
—
E
a
P
£
X.
t
E c
je
.=
a
^1
H
£
a
tn
S E e
<
1 B£
£ 0 Q»
3
'ï
Bt
B
•
L.
1ï 3
b.
B
11 B O L.
E
-s
H
"n
a
w
:c
fl ?
l i
9
a
e
~ *"— ' ~——^
•a
J>
£
t O
a
W
M
e 'C E
3
£
tg
Jt
L.
a
H
D
1
>
'5 's
"
A.
'S
Bt
"
I
B
1
Jt
« - ™
M
.2
•£ O
a
'S •3 ei
• •• — 1• • 1 —1— ^ • —
Q
'•5 c
s
Jt
•••• •
o,
'Ë e e o a
a
• *
È
e
&
1 -ff 1 ^ 1
——
"
'B "o ce
— —. —- — — ——— ——
———
~
tl
s
a:
£ e E E n
ï
ü
Jt N
e
—
——™
m
—
B
B Jt
e
1 •• •
tl
1
—
I t
!
u
B
—^1 H ^^1^ ^H B —
e
_
« E
i
lb el e Z
:£
H —^1 H ^1BH H
M
^
3
c
VI
1 F11
~' ^^^ll HH -^P ^— u.
B
VI j-i
t*i
1—1
1 i s
5 S a o,
e
BC M
Jt U
1-
1 1
»
S
B
e
a
«
•x:
P
o
"v S
'5
3
1 IS
e O
E
w X
f
?
_
L.
•c r
1*
a.
V
n
B H
n a B c i.
l£ a L
a •o
BJ
e'
f
fl •o
! fl i
b.
E
K
fl
1
•u
w
•e w
•e
O
EX
B
•D B
0
O
« 3
•V E
aa u
B
fl
«
E
B 1.
B
V
.e "5 e a -f
E k.
X -g
s E
.S
EL.
Ji
ls
X
1
X
B •B
V.
i
1 ». 3
09
e. tn
.;<
O.
c >
fl a l c > > E
1
B O
o
B
Jt
a
s
ia . > c L.
~ .=
E C
U
E
1. 3
B
bl E
'S E
z u
_ < U6e= r.1
E .a
e E
•B
fl
«
E tn
E tn
oa r4
O "5
•^
• *
5 a a e.
£ ü ï 9
e B
l a
o fl> fl s fl 0. JEt E
"v E
V BC E E
i
Jt
m
^e
r-
E
n E w
00
6.3. VOOR- EN NIVEAUBLADEN PER FUNCTIEFAMILIE
28
S •o
>> !
ti 01) T 3
S
lA
co
a o. o
s s
u •-C w d .S
e
60
a>
0 .••
1
'S
o ü
'C ti
1) XI (U .£3 O tn
i
• M
'3 V
1 D« O
u
u !Ö3 ' >-i u u
^ "5 y
u Ë (=
pa
e
OJ
o c
_« ^ !^ ^o o ü« > i£
,u V)
.sË s -T3 ctl
JS OD
a
cd tn
u 'M
.iri M U
'-O!-• c:
^ _rt OJ <ü
>
au
c:
Q
t:
OJ
g
B
S.
i'c=
'% e > .ü
1 Vi
' ^ 1
c •o Xi
e T3 •-•
JJ d •ij c
B> u O
c
>
(U
u o G x Xu;i
> C
u
•f-t j=:
o cd
a
e U
<*i
"O JE?
Vi
G ta
o t G ti
UI
o
> '3 4-»
ti Ji£
;p "ü ÖO ti • ' " '
C N
S £
tn ti "O
<> ! OJ c£3 > O
a3 J3
H 'x> X I
Cu T- Tv3
& £
c u u Ofi u
•'—1
X)
ti •ö
.sa
^ "9 ^ ^
x : •3 co c
> G
Ss O s
Ë
ti
i2 EX eö i/i n .. o (Q (BH 2 OJ £i< Vi
g .=
es
tn
' Ït Ji
ë
a
l l l l
a. a o k,
•-fl
s 3
o
H Z
euD
XS w O
lit. Eid
n
I bi
O
u aa> o H
u SI •J3
u
B S b
^ ^6 & ^ - «
^a I
£
no
a V
o
d
a
9 Eb
u
EC
bd
H
u
•>3
t D
u
tti •3 d
«
<
to
•a
S2
H EA
Z
o IM
a> *C ti
C d
Zi to E4 Z
Ex]
u Eid
£3
II
O
U & ti o H (Ml •fl u H a to
o •—
ra
g2
a o •o
co OD o •—
euD
fl
9
to fl o; .:« v
a
•c
BC
•13
1t
I
o U
B ed
S O
ti
S5
e
it
jOi 'tÜ E3H
P3 rH
Ci
•-B
1-H r-l
"3 ti
E
«
r-
ü
ë Ci
^
Ci
' • &
u
C S tb
_^ ïv ••ri u Iri u
a e
U
S3
'S
s
jü
o
+5
c: u ti •o
a Ci o
fl
9£ Ci
^ te S
ti TS
o
a>
1Ci
B •ïï
o s
TS
e Cl.
IS •fl
w B u -ö 9 o
,:«
o. X3
X tn ii
o o
> a
ed
>
a
II
1 3
ü
o
Ë g « 2
O
'Zi u ^
t>i u
>
s T3
T:
co
1
>
a >
"« o •5 -^ ti S ïï §
o
u
'S
CJ
I •F
& £ ;2 S
1 1e "03^ có' ti
V
P
t: • s > Éë .3 ^ o § n G > § fTS
lil K x: «
X ) CS bjQ G B ^ " • M l »
fl S-rp -^ ^
U
S S c tn •« a> ^ - ^ fl
,1^
o « a>
Z ^ °^ .fl o 'D N. +Oi X!
u •c u e» u
•3 V3
ii
B
2 flu 73 x: E fl o
N
co ii
1
O •O XI
TS
1
H c' o .IJ
G
1 o ffi 2 X3
X
B u
g > Jl< •a" cd z:
l i I'S > -o
-ë £i S.S
D 'u
;é ë 5 G r- O g _2 > o o O 1-1 u U U
s-s
>
ÜJ
a V
o
kl ^ •a
a 9 to
aV o
•-C
u
B 9 E£<
U
to
Ed O
u H
I 9
pa to
r.(
tf Ed
a £ ua> •fl
c .
a
a^
9 EK<
I
.fl en CU
B ea
SI
ta, s
e
•5?
tt
9 u
«i
D.
s o
.£f '•B a «
s
e
to
u
T—1
ci • ml
B Ci Ci
0
0 b
e£
fl '-fi Ci JA
u ff
s
rH rH
s
:& rCi
a o
OS) Ci
e .•ri
)r Ci
CQ
ti
"o. S o
9
s
e< 11
^
•i to
V JS
Sf 'S O.
9 ee
S o
^
s
t
e <
Ci
È-
< ü rM
1 Ci
w 0 S
u « es Efl ••r
^fl g •0 ^
rH w^
B
'is M
»«
flV
O. V
o
tri OC Ci
- V a a a «Tri ^• • r i Ci
u
Ci
n
:£ S S S
B
c5 B
ll o g
S !?
p
CQ g
^
=1
es Z > 'S « c » '
o fl -5 ö s +^
-Sl I 1 J X) & tö « o
^ 4 H
,iu
&D
O tn > XI
o o
>
S
^ "g u £ 5 E
« S| Ö o
"
•= c p
tfi
ai t e
Oi
-a
£ •fl w a 9
to
to
Vi NT
3 o tri
tt ti ti
4-1
a 9
to
« tf c Ed
ei
z Ed B
."5 a
JS
.Sf "3
"a
B
a
S
to
o
U
t^
<
.Si 'tn >> to
Islll.i a a H V JS
kt
V
Sf
t o
B eo
9
«
£
«i
'SS
>. to
ati
O
lm
M
fl
iS
at i o Iri . u^
•a w «
s « i -^ -^
I? fl
1.2 9
,1
V
•r»
I 0 , 9
to
"a E o (J
u
•a 'S fl es 9i
Si
V
9 V u
a
il 'BB
pa fs
Ml
fl
Ci
••ri
•B S
d ,i4
«^ u
fl fl
b
3 O
Ci O
03
00
Fï
D
^
TT
,, flCi O. Ci
o kl
&II Ci
•e fl
ti Si
I > c
i i
••ri Ci IN
•-fl
B
£ -o 9 Ct
B o
u o o
>•
flea
> s « -o o o
>
Si
Q
* * * •o
u
ë
~ F
X
Ik.
«t
1 •fl
B
•o d S
fl
I
ed B ed
> B
a> •O
ax
c
£•
CN
u
•55
G
>fl
3
t«.
S
i*;
1 1
ffi
o u fil
v
'fl u
n s to
V)
a o a> •fl u fl 9
to
&i a> '•C ti
B 9
to
e w
fl V
JM
'C ti
fl 9
to
« tfl .£5 'u a>
^ 'S
Ji«
B.
ed
^
«il
E
r* V
j=
.£f 'S fl
a
ed
.5S
•ïï 'te
%
>^ to
JS u
O fl o Ci
Ci Ci • •ri
a fl « fl CQ
fl Ci
fr o IN
&£ O)
••c u B
a
• * - >
C/3
ë3 t/i
CJ
l*.
.s
"
I i= ^
:2 :c "S :£•
^ ti •fl
B
a ^
s B B fl
-^ a.
>
(O
' ^
II 1
e
J
.s o
ed B ed
'ë
g 'O O O
=
-E
g i fe
g
If 1
:s
to
I
a ja Ci
t
O
U
bJD
''S s es
s
t
£
ti
Q M
Ü
V
00
La
'is « .,
'•0 es
jfl
CA
'E fl
'S
4^
-ö
ii O
fl b
CS tfl
'S V fl o
tCi e^ fl Ci U9
••M kl
B T3
l-i
i ^
fl
Ci 4> fr
TS 2
fl v u ö c S2 >
£
Ci 0J3
fl ^«*•
.2'S
.^
£ V 03
CS
i^
es
t/l
o TS
sis ati tle ill -b •« .2 'S ca
•ë S' c c ^
ï ï§ê üü fl w U 4J ü
.3
"5 S -Si K Xi
«
tfl
'S
s>
.E
1=
.** B
9
>
B
00 M ' C
«g
§^l ^is'.i
at •O
fl
•c
I
Ci
Ci
a
S o U
Sf 'S B ed
9
<: ig
Iri
^
£
to
<
DO
ü
e T^
1
:^
^ a •G u fl S
fl O H
to
Ci
B
' • ^
rH
s
Ï3 t-
o
B
fr V o Ci
rH
u
flS tS
.-4^S kl Ci
tf
^ ^
O X
atl
o u
\-Bw a
a
tt
e
'di 1 ^
, 9
to
loe
& u
•fl
d
. =• to
ai
o
fl
i5 flt i
d QJ W
ti
3P*r e
.Sf
ST
r-c to u B 9 to
I a S o
'•3 B ea
o
v
a s
£
'3 to
fl
fl
at
hu I
•c ti
fl s to
o. E o
Sf •-3 fl ed
ES3
a
s £
.:«
.'tn ** to
o
m ••ri ••ri
s o •V u fl S to
rH
>fl Ci
B
s
'Ï3 l/ï
i fr a > o kl OD V
'-B u fl 9
c^
.>r
Ci tri
V
CQ
i3
Ë
2 fö
o 'o S" > S 'S
5 B ii 'S
If Ofi J 3
G X
5 >
1
•o U V E
1^
Rë
ï
ii
S-«
H 1 Sb
s
fl OJ Ci ti
ja
o 'R g^5ï a>
9
"a S o U
a
t5
£
iê to
fl V *^ ti
ct JS
1 a E
o U
'-Sf S fl
9
^
£ <
ti
Ci k
a Ci
'S
to
< Tt
cï
CS
es
*C
.•ri
B
tri
Ci
Ci («
^
••ö
u
fl
u
*« fl fr Ci
O tri ISA
•V w fl .fl Ci
^
a
1
•o cd tl •O
w B
a o Ö
'G^ N
£ ë 'S ^ g ^
^
'53
•c c öfl
*"
<-.
CA
g I
tn
ed
".^
G u
^
a «d >
ti
B ti
fl
d
!E *k
S
OJ
tl
,^
•l'k
_ü •a
ti
B
*
fe
-S
ë •*i
W)
s
S
•«
« = g 00
xt "ti
tn tn
A u 'S il en x>
ct
§
ES 0 K E^
BJi
^
w
~,
oxê
.a k o o >
g
X
X
Ï3
ïï
fl •t-l
ti ct
Ci
a
JS OjD V
a E o
•B B
^
9
i^ct
£
>^ to
V k
t- s u E g
•o S
a. ct o k
et Ci
'C Ki
B 9
to
00
a a o
k tS£
'-G ti B 9
to
a
ct o k ct *J
ti
fl 9
to
g o
k DI u
B 9
to
J= Xi
fl •M
u V
JS
a
Sf
to
"E. E o
9
V k ti
ct ct tn
>-. to
B
a
-,'^
ct
g^-S
*^ ti
ja bl) H
it O.
E
fl4d -r>
JS
Ci
9
Ct k
a
o '»)
CQ ^
fl o
in
4^
Ci
Ï5
.•ri
"cï
•^
H
S
Ci
fr
B t2 Ci fl S
to
'O fr 4j
s
Ci O tri OJD Ci
Q^
fl
tri 4)
GQ
ct
•fl V fl
£
•o fl
E k
c o ti ti TS
ctl fl 0) JZ
o ~Ë
^ i u XI
fl CQ
> c
ti op
OJ
J3
•o
s CO
>
s
£ 2i
Ofi
C5 K
o o > a >
f 'f H^
g
iS •o — V .fl k
o o
>
Ie- e-I 1 S
üi
DS h-
I
V JS UD
'S a
a E c
'S
B ed
^
9 ct k
I
ti
Ci
fr 'ci
Ci Ci u
g 'O
1
Qd
fl
Ci
u
fr
•c
CA
fl 3
to
*fl
Ci
£DA «
ja
'•C
H
fl
u
a 09 &
o»
'fl fl
£
V
•o a
i
. K -g •2
k
o
I I I e•o
TJ
>
^
CJ
.3 o. o o u > tn o o
«
•£
'S
2
o o
fl ta s
$ 't '1 3 o >
o: Q£ •
•
x:
flcd
> 4>
Cd
s o. o D
fl OA BJ
x:
o
E I •2 1
'fl 1
I ll •o
•O B fl .2
•s
.s B
i
ö
ed
I
a
ed
X!
s>a
ti
i
o
s oo
O ffi
"ci ct
.a
k O
o
>
6 «I
-o
<
ffl
E
act o k
Ci •fl ti
a 9
to
ait Ê •o
u
fe
9
Q fe 'S
u
I o k ct
•fl 9
to to
a E
o U
•S fl Cd
^
9
I
a
IU
'I to
fe
O
*n ,. a
• m*
:fl
s
s
CS Ci
9 pfi
;Ï2 fl
Ci
fl s to
'S
Ci
CQ
Ci
Of
EX
.^
fr o tri
DA
u fl .fl
I
tfl Ci
CQ
•S § - ^
Ci
'fl fl
£
fl E
o
k O O
^
>•
a ed
g
i3
2 x> o o
>
hi
^
V
•u
'fl ti
fl 1 £ •o I
I
«
2i
CU
tt
•a b
.ëi2
fl ^
&
!U
fl v
eo
I ^ fl fl ed
M 5
-o
fl a
> flt i
>
&
XI
" S S ja k O O
'C^
§
ra
2 3 o. .a U g
2
i
tn w
>
=
u
"Ê
I
111 I ïï E •£•«£
00
a
V k
o
ë d
to
ai l o u 01 «
•G 9
to
g o k
01 it
'fl ti
B 9
to
in
a Ci
o k
01
ft) 'C B 9
to
s a
OA
•a
t
o
'•B
fl es
9
£
it "28 ?^
to
u
B i g.ë'S
^1.
U _
"
•S •I
S fe-N ÜDS.E
'5
c -S 4*
>-S 6 "2
^" i fela ^
C
e •
lic 5
.ïï ••=
2
j ;
^
!3 ? S IS ig -s *. ;=•
6§
act o
k OC Ci '*J
•5 d o ^ IB >
SJ-c'
"O ".3
ti
d , 9
E-Ï
to
?«•§£;
D X 00 o
iï^o g o 'e w 'S -'S
il
.— 3
1 B
fi
C
.2 "5 s ^ .2 E
3 't
5 .y
-?ëii"ll^
a ct
o
bO >
Iri Oü
w
.c
&
o « u 'c iS <= .SP •— 5 " -—
'C S-3
g' s S d «
d
o U
cs
st
I S 5
:SS
«'5
, > >>
Ö o a g c
^ .^ I 5g 2
S 5 I == c "2 wiJi w "
a o
,^ I'flw a
i5 fl
B
ct .r> Ci
ct
OJ-^
^ S l •a
l1i
a
k
o U
E
•S
fled
k
a
9
J:<
J£ k
it
'tn
< fr V
0» .••
fl
ttr
nt i flfl to
OC
flk l V
Ci
flDA
I
• mt
fl to
k< Ci
B f**
B •M
H
fl
«J
fr Ci
etri
DC Ci
•O u fl
.s
Ci tri
QQ
_w
a,
ta M
> o-
^
fl
Uil B -h- P "^
oi o
.1 a d to
O Ed Ed
I •
tf
Ed
g Ed H H
to H Ed
tt
Sr
tf o Ed fl s
to
fl
B
V
to
Ed
HH
H U
It
>
u fl , S to
O
u
•fl
Sf 'S fl
a
ed
9
ot S]
£ <
iÈ .2 'öB
to
I»
g
o
k 01
fl
iS
o Ed Ed
i tf Ed
Ed 00
H H to
g £ it
ct •fl u
B 9
to
<
g
tf o k OJD to Ct ti
B 9
—
•T3
•li
e _o
u a 1 <Ë o
S '3 -o
to B u
it
a<
EK.
Ed
X
ti
to
a E
o U
"S B es
'S
g
I
to
o g'^
Ed
1C
z Ed I
tf to
^ e ^.:? ë Ed H H
to
- S .E -o « fe
a
° s.| « 8 a
£ bl 'S u
•- <'' h '" "2 o
i||«|g
fl
•O
ait
tf to
£
'3 CL 9] g tS
01 d> •fl
B 9
to
S^
flV
aj
I
V e k
Ci
01
X Ci
ti U d 9
'S. E c U
to
•a .Ëf •S a e«
S3
9 Ct
I
to
QQ
fl
**
Ci
Ci
rH rH
B fr
1
>
fl fr
Ï3
s a
o 'S
fl
«<j
Ci O
S
Ji u tfl
tri DO Ci
to
Ci
a Ci Cfl
po
•a u fl
.•• tri Ci
2
B A
CQ
^ flV ^ a> H
o
0)
S 53 fl -^ g <4-i Js o
A
& ° s e
2 c
q 42 9 S3
(u v
tf
OJ .^
^
fl
S
fe.
Q ^ -f J^ . a c ü
^ S x: -s
.^ ö ^ •ïï Ö fl fl
öp ffl ;S =:
'S ^ :ip ca
a
> § e ^
I ft) u
ffl
11
fl
11 3 § Io -Ew .9 ö c o •d « c3 C o oa > a
^ w ü •.::
£
P ffi c ' j :
ISS B
•o fl
s
eo W
rt
tt
'Ti Vi
1
g I ffl . | _ ê- o
k
? fl
ed
> fl 2
S3 o ^ M u oo— .3 ffl -o
Ci Cl
.§ 3^1 I'S „fl 'flS .>, I fl ^ 5
1 o% u9
u
k O
11^ g Ö I I J ^^
o
>
£ I Q g 3S o ^
C "Tï
fl
S. "ö te •*
" " £ ^ ïï
S C
w c •"" "^ <ü
E ^ o tg 00 eni
^-
*—'
l«•si l„ g l?l I &- ^ o 53
B
fl
ffl j = tl
£
•o B u
^ 1 H *=• £ c:i •fl u &! a> •* u -.g
•g g « I g I Ë Si e ^ S 5 <s2u h01n,
B
fl
CH
& g - fl^
fl
c
Ct
G .~i
ed
-*ri d ed
§£
a
^fe
Ci
^ « i 'S ia " T^ S
2
d> L.
O O
o S
li m< 2 ^o
I ïï g |3|g
91 I I (JH
2^6
6|S
H Z td
O to
fi pa Ed
I
tf (d
Ed
H H
to
H to tt
o
'fl u
z
B 9
Ed
s
e
V
to to
ct
rn H U
oq V
'fl u B
d to to
Ci JS CB
•w
OJD
ct
t
o U
fl
s
£ £
»-. to
• • Ci ••fl
Ci
&
rH
e 0
I*3 '-
KA
fr 4)
4>
Ci
fl
5
-O DA
fl
.•• tfl 4^
CA
••a CS
ae
•4H
fl •< V
XW
o o.
s fl Ci
•B c ï5
O tfl DA Ci
u
fl
a .•ri 4} tfl Ci
CQ Vl
00
« fl
M
•a ;a u 4>
H
00
OO-w e tn
OJ N V
3è
Q d uu Cfl
U
u
fl ffl >
e
il TS ha
O
2E i « O p
•o K ffl o
•o o. .fl M a
ïï
•^
u
ffl
S 3
u
s ^ oo o* ^ * «3
'S -
C5 ffi .S
sto
^
H
0\
Z ^ O 9Ci
k 01 Ed i i
VI
HH
>
•fl
U
1
B 9
to
ü o 00
Ed
.a I S I
w Nri H
^
a JJ
<:
S o H U
.E
<
s-ö o :
to
g Ë « £P 'S '>
n u co
u ca u •D =5 .o g 13 C
NH
Z
'C c e E
a u 00 b^ H
«a
H
to H Ed
£ ta S
Bi
ü
u o
s ^
ii
•fl B
1 5
ll
9
tt to
Eif
:i
g-2
•F3
•5'
£ g-a j , -o
> _«
il 2 >
g^ .U ,2 «
S 2 < rr- a V tf o
;=
:fe -f = -^
Si-:: 6 g 5 b 'F^
bd k
jE
EI
L.
rd ' —
•fl
ti
§ .E -^
a Z
o -o
9 to
J:
1st
•a
Ed NM
d
s
d
fl
i£
'S
Ci to a 'fl
o
k Ci
•g
'S
U e ea "5. k ^ u9 Cd E ^ s to to i^ o U
I. Tï B
2
sCi k
Ci J£ Ci 'm
>. to
Ed
Z O to
\o\ to NH
H
o < Ed
a u z n u
NH
to
H o H o k to
Of
«ri B 9
to
g £
Ed
Of ti
,S to
ll to: o Ed:
Pi UI
I e 9
to to
•o
'S
ot
J3
1 'o. E o
a
Sf d ed .kri
9
£ £
ct Ci 'a8
to
CQ 4;
M • •ri
a a a éDC 'O
a
es a
w fl s
fl Ci
fl
fr
cs
•& fl
•c 4» •a
a o fl 4> J3
4> O tri DA Ci
aa k. 4J
09
Cfl .•ri
fl Ci
H
£ g fZ "§) 3] 0 S W ;= q
N 5 2.'S'I
|ri|g| 1 g S f -B " 2 i2 w Q
>>
u
o ö ta w - _ _ m SÉ g
OÓ i j ^
r
:s?Tj f; — 1» 3 a
.«|>e I .|I|g-^.r-ï'|-sg # I "--^
,a
Ifil
f Ifil
5.K, g S i l = B S B 5 Ji gp „„ -f oi, w ö i'Si -o c S.2 -S So
i-Sl-lfffll
p fi y
e
. ' .,^.g - | | | ? | | * | g ^ M I
,
^
t ^ -f .-go
.i ,g "H
ï;-s§B|.f|6#l-|"j
- > c x i ' * ' o S ^
s
i|l||jlFi|?l||||||ï|.|.|| ..»g.||«iii:i||! ^«si.fll-fi:lil :?ltn|a"i| l.Il:lllll!l=|8 " ief Mc
.'i^ a - ° ^ « 3 2 . ^
_ ra S3
I I Iff
..:
'= e c E _
§ ^ . S f .E ü - = ; S ^ - g w-G «'S R
•S S * p g ü C fi
I ^^ ^^
f § -^ g- ë -f Êë "
"«. to 'ï!
ë g Ö i5 g
•g .1 " ^ 5 -p B S g M.M ."=sfiJ "--'e t: " P m u o e
S »ü- ' « S o._|-
'^SÊj^gJj.gg's^
" s ^ 2 S -2
•i s § § > P
" '^ a -1 ^ _
J4 Si e f^
JT •^
t-ijji:igi ^g 5
cl=«-S«>
Ë .^ £ &• •o
•si ê^l
ë f jï ff.-! ö
i"'- f 'f
MT-, J :
o •£ E ' ï JEoa.o gc Peff S n S- -s« -^
9 'P e
c£ï
i
•O B es
3 ë-
o
•I
I u
Ci
3
N
. ^ - e
II Jli-= jj>
£
I
•«
' f ^ R'f g
3 a ¥ -^ "O s 'j
c
J2 ** oa
lil •^ H § S
i? '5
i^i^^i ^ 1 S -.tf 1 s j s
S ö •--'•5 ^ t ^ 'S.
-lil ? ^ t ^
^.iir^rA^uïlw •^ e .* 1 Q Ê s,,«"
^ ? c > aI
\%:s. f ^
^1^ 1-1^ltl ^ t i i
• s t^ j - "a ö
S S . f'P^ • - -'•
sft!.^-Hifi,,'.
'S g
Ast V.%ls|llft'Pl ai^^ \^\
6^^
Uö ï*i
1I
1 Is %
•I
I
u t-
.^ a ^ (U M
«
u B S b
ir i.
rH
• •ri
Ci iZl
*3 'O * 4
•0
fl O
JS kl Ci
•Xi
fl
O W ' DJD
fl •••
tri Ci
(fl tn m
so
'4r
fl <
Ci
.fl 4> M
.••
fl
J3 u 4J
H
fl fr Ci o tri
D£ 4^
••e ii
fl j< ••ri 4> tri 4)
CQ
Ed U NH
Ed
& O k
01
Ci 'fl U
9 9
to
a
a o k
on
u
•fl
u a s to
« a a> O
k Of
Ci •fl ti
d 9
to
g
•ri
a o
1
k Ofl^
a> 'fl u
to fls to
1 ed
!
ti Ci
JS
a 9
£ £
Ci •fiS
to
Egigg
to
u ^
B; to WJ •
—
g o to
a z o
.•wf
rH
0
k i01 t ti
B 9
Ü to
to « •ri H
<
s0 H
P < to ffl (J
CO Nri
Z
m u
c» Ed r M H a « , 4> H to to ^
e
•fl
H
BJ
to S tt to
u
OK
r- a.
CÜ to
37
£ 'fl
0 S UJ a s zto to NH
d 15 ^
to to NH
H
u
d
e ^
1•fl 1 01
a 2 S ed
^5 M
u B S
to to ^
g
•a x: op
.4-1
•3
ct
o
'•fl B «
V ct
a 9 Ct
'tn
N
to
4)
'C u 3
•O
2 CM t4» V
.fl Ci
s rr, fl 4>
so tri Df) 4>
es
u fl
Q
ffl B
tri Ci
ti
d
.9
• ^
.il!
s
.c
£
'f'M
tfl u d
£ . ct
g
g I fl ïï
iS I
.S
d §
I
5 i -ë
S I ^ I,a I I k
o o
>
° Ëi _ •52
> [3
Ci
o k
04
*ri w s d to
m
ai t
H % fi
i
a 'fl ti
a d to
to to EC
to tt H NH
Ei>i]
H
HH
r]
:< H ek to
a>
•fl V fl d
to
a O k
04
a&B
a
fl it
fl •fl OJD
Ci -
to to cP "
H £ .St: U _ «
TS
NH
t
o to i^ Ü
fl
«ri
u
a
Cd
ii 'sB
iS
to NH
H O O
i
to to to ffl lid
tt CA
H
a o La
OJD
fl (^l.g£
V JS DO
g^-Sil
,1
-3 fl ed
w
fl
o
a 9
£ SJ
ti
'ES
to
0\
aa
a ••c a S
fl
M Ci Ci
fl e (fl tri
OH
• •
fl a
fr a o tri
DA
4) •n W
fl
aa tri
4J
QQ
"3 .. J2 > c U
§ Sg
s i ts B N o b 5
.2 g'B i S P fS e:
8-^ > [3
I g § .0 Ë
Ë "3 w. H. -p
g'
_ g 'S Ü
lull E rn S 2 O w
10^
ati o
0»
fl 9 to
Z to
Vl
to
z o (/}
to
b ee % H ek to
Of 4>
•fl a
d to
a to £ •fl
u
a
. SI
to
fl
d
aJ
3r •fl
u B 9 to
u
.fl
•a s o
u
a
00
fled
9
£ £ <
to
g
I 'S. E o U
*ri
it JS
.Sf 'S a ed
>ï
ti ii
a. d it k
£ <
iê •5
rH
CA
v
••m
s s aCi
P
fl
)r ••r
es
*ri
Ï5
is
fl s
CS
rH
a
:£i fS
*« Ci fl
so
tb
so
a>
•V
g a 4> DA 5
a
X3
t<
4>
Ci
fl
CQ
o 2
j_r
ucn
aoü
00
fl
fl 'Si Ti OJ r\
a
è
ai
E? o
S
ti JS
<1>
oo ti TS
'Ë il >ti ti
ti
a
£ g
D
E
k O O
t •t3 3
M tn
I
a ffl > ait
2 Jl lB -Ê o o
b E
ü -2
>
Ib
op "S <
CQ
l l
I
I
s s s s
>
B
u
ja c
J -H :0 O O
CiH
O
i -ïï
I •Ë u S
£ TS
•n
'S
o
"4->
U O •o
I
j= N i! >
3 H 12 5 o b &> ^ "2 «
5e g Eb
- I'S ë 3 j< .S *=
E
V 00 ü
g •* '3 '5
ffl
I=
u u A ra u 13 t^ ^
^s s E'S Ê
uu
a e
Cl
I'S
fl
H a w Ci Z to £ Of di •fl
fl d
to
to to
z
Ed
Ü
H o k to: Ot H
to tt
Ir»
£
Of ct
te u B 3
= I :§ -^ g Ë e «
8 i « ^ 1 1 -i
to
fli i
flct O. « ii
to o , hr Ci H &_ U ' tf il S- Si i "o. E 9
^
to ^ o
«ri e^ ii
Ci
•a
a
OjG
•3
B ed
s
=3
f
£ to
t; :ï,'2 's "
gal _
u oil
«-^ r*
m
_u b J'S
b '-s ^c"
gE ^ BiÈ o s 3 E=-E 'S .ï>
" g|
sL I .«ïï^ g 00
3i l - 5 ^ 1 w« ac ^(u
aa>
op— ïi
o
Q. S "- ^
k OC Ci
c b 'S
l li^Miii, lll
•fl
ti
B 9
ïï ^ ^ ^ i2 ^ £2 il
H to VI
«Èii
ii
„ S>b ö Jï ra >
g g g 's •-
Z
B i l f "^ u to to Z to \ Ü Of ti
H to tt
a
£ et
'fl
B 9
to
fl
fl
ej
4J
aJ a> o k 04 w
'fl ti
fl to s to
a
OjD
•a a E o Ü
•3 fl
9 k
£ <
to
fl ti ii <3.
JS
*a Ci
"a. £ o U
f
fl ea «ri
9
£ £ <
iêi t 'S
>i
to
^^ rH
4>
^
4; CA
DA
a «CS M
Ci
te u e 3 E£4
0
rJ • — .
fl
rH rH
Fl
*3 M
flCi
fr 4>
es
0
es
DA 4>
DA
s
tB
w fl
a .:^ •ir
Ci tH 4>
CQ
G
£
•o
a> o 00
^
&
al
i
:s
S S S S S S f = ?
JÏÏ "ffl
e •f fl ti
ê i 'S
'-B c 'o
iB
fl -l
o o > G tl
£? o N
I I
tl TS
tl QO
d .c O.
X!
.^ '-^ ' S
s
tl 00
o H
fi ffl
.S ti
I i1 d I •*• I
g M k
e o >
I
= tr
w JS it
'S.
E o U
'•B
fl
ed
ï^
9
£ £
iê .s 'ce
>, to
.^•ë.S g g OOK *
"< P
i4
Pd •H
H
CC NH
Ü
O rJ
H o to kOf it
H Ed (Si
Ci O
I ti
i Ö T E'S
d 9
to
' a 2P
to
a
d ÖT o
,1
*a
'to
fl
w d , 9
I
w
4> X3 OA •O
a
a g k £ <
ii
rH
-SI
ci
CS
^
^
tci
ia in ..
••ri
sCS Ci
rH
«
^
a
s
DA
fl i fl it
fl
•• •ri ^ ••• 4;
h-)
tri DA
% u TS
tö w fl
I
a 'l
I
Ci
QQ
•o
u
SS
I & u TS
flu
o. o G ffl > "fl aOfi il.
fl £ Ci
fl
i k
e o
> fled > fl V
S .1
I ^b
ë I
S E 3 ^ S
_o
b
>
aV
o k
OJD Ci •fl
a
9 to
ait
o
-fl u d 9
to
4
& 9 k 01 Ct 'C
a 9
to
aV o
k OX
.Si w d 9 to
a
d
a CM
Ci ti Ci
a
ct
o
L. Ot Ci
-fl d
s to to
X
ti
"a E o
•3 d es
9 V k
tS
£ <
it at
to
OJ
1^
3 .D ;S
'S
u
E
it
'3 ct to
1o U
'•Sf flB 2
a s
£ £
it
't to
Ci
•O es
r^
X
a
fr o DC fl
so
••H
•O
•s
s I i
^ e
«« fl 4>
fr
2 DA V
tö u
x:
B 9
•D
•o Ci tri 4)
CQ
•fl
flu9
f -g
^
•o
I •f
tl
o •o
•i I
.
•«•^
e-
•a
u 3
o tl
1
iI
•f. 'S) IA
O
i -
u
•-
>
CD
g E 00 ,g C
u
cn
Offl-S
t33
Q ffliJ
(^ '5
•> i •o >
< o
•ë-q| g
ait o ct d
s to
oe a Cl o OD
ii
fl
9 to
a oit k
UD
.£ w d 9 to
a
it
I fl 9
to fl «ri
V JS
"a.
a ffl
o
tï
Ci
cd k
ffl
ej ct
op '•B
a 9 k
B
to
<
• «
rH
.•ri
Ci •*r
•Hl
e a tö Ci flu 3 (£•
es
s
fl4» -O
•^
s
fl S k>
S «A
CQ
r-
a fn
s 4> fr Ci O tri
DA Ci
tö u
B
fl
(M
^ '33 tri
4^
BQ
00
_c .n ^J
!ïï "Ö
oo
^
.sOJ) l-T OJ
BB
V
'fl u e ,s it
•a B
i ïï -a
k 9 o >•
e
ffl >B
so
« •a
fl
Xï k O
T3
CQ
u
1 1.3 CJ
U
•e
I
U
i~
o *
XI
I O c^
u
00
s
•o
OD
c
^ s
I 1I &
a
00
.S -2?
§ 'I
J3
flU
oo
Q ffl
III?
b
i til
ti
- §
O CA
ii
S g
II
•o
3
f i
CQ
"Mo.
j<
3 .SM
ffi
>
UJ
Vi
•o
'S
t
a E
fl «ri £
o U
s
ii k
£ <
iê
.Si 'B to
to to to
fi
z
fl
aj V o k^ _ 'S oil S «
'S, E o U
a
OjD
'•B a
es
«ri
9 k
£ <
iêi t 'cn
S:
CQ
fl
rH
es
.o o
E
M
Vi
>
ï
gO tri DA V
CA
Ci
oa
I Oü
1a "c
o u •o c
ffl ffl
tö fl .3 Ci La 4;
Ofi
e TS
G ti ti
I fl
u •o
fl flt l
•S
fl
ë fl u
c 9>
.ë
I •o
u
.S
2 .s
ati
o
Q 'S g
k OX
•Ë
'
S
_ « -S^ - 5
9
3 - ^ a S 00 3 C o Q c A ? X -J o
fl to
VI
a a
O k 0J( it •fl
ti
fl
9
to
fl
fl 2t i
a .d
ct Cl
o
E
.Sf •3 B ea «ri
o
t£
Of ed k ed
to
00
ti
"a
it
9
Ct k
.Si •«o
Ei^
»fi
4^ • •ri
a a a 'Ö u
fl fl
ts
a
tn
.a fl
fl Ci
fr Ci o
tri DA U
tö u
fl .fl Ci tri 4J
'Bt i
I
1
ffl
O
o
>
I S '
fl V La
O O
>
i3
fl
i
•3 u JS
I ct
o
•fl
•ë
£
•
^
w
fl Cl
g
o •T3
d •5 a
«
b
a
0 3
iê
II
b
> O
1 I
!S
d
ffl >
tn
fl a>
s 4*
00
a u
fi ffl
d
'S
4) ja k
b •Ü
S * T: > 71
o S o
>
b O
> •
1
a: <
OD •S
CQ
ir»
ait
o Cl «.I
ti
d 9
to
g o
k Ot a> *C ti
a d to
Z
2
H to to
01 it
to tt
Vl r4
to
a a o
.S2
k OJD
'^
ët i
-'
•?? ' "
ÏÏ g S .2
d 9
to to
X ti
ffl "a k a
to
E o
a ed
CÏ
9 Ci k
£
•^ •33
to
z o •H
H
<
H
2
VI
& o k
ot
d 9
to fl **. aj
% 'fl w fl9
to to
I
4> .B
"a S o
fl 2
Ci
9
ej k
£ <
a iê "35
>. to
< '«C *-H
4>
£ V "3 .N4
4>
B
a
H
Ci
'Ö
tö u s bfl
4^
t-~
a :&
r*%
'i & o
CS
Ci
CS
tö u
fr
sr Qf! •o 3
o .fl
tri V TS
B
a •IW
CQ
fl
0
5
O
8 ^E è '^
C LZ
O IS
4>
a
E £it -fl
fl £ Ci
•a d « d
fl flct i i i < _« 2 flffl > fl dl 1 2 b "ct Ci
te >c
"ë b -ts
1 Eg
§1 R-
£
8 J S
g
^g
(S s
> < <
1
1 ^
•I-'
° g-S p |
s
&
ë
•g -^
^-'
bi
« a d> O L.
ot
.2 -w W
d 9
to
VI
CIS
to NJ
V)
a
to Vo k OC Ci
H •fl u d Ed NH 9 H to Qri
to
OS •
—
B 0
to fi
n a V H o k
z o« «
to
OJD
Ct ti
to a d n to
;S
1—1
0ïl
to
S
f*%
a
a> O Iri 00
•H 5 'ft - -2
flu 9
z
Sills
to
? Ig
to •H
d
B
I
B ^ t<^ ^ a> J)6 a •Ë to ct o vt
to
NH
k 01 it
H «ri u Z s
1 •aa M
a « E o
•3 a
ffl
es k
^ 9 to to 1^
U
iS
ti it
9
V k
£ <
iê
.Si • «
to
o! to rJ
to to H to rH
H
to
H to
rH
a u
D
La
to 01 .Si «ri W B 9
.to
gj
3r •fl w a 9
to
"a E o
9
d>
I
Ci
(A
flCi DA es fl a fl o
a a
I fl a>
DA Ci
fl
tri
es fr
fl .fl
u
4»
3 O Jd tri 4)
-o fl
o
c
ti XI X)
•o
!
Xï
fr a> e
tö
A tri
^
CQ
=53 'C
ffl >
CA
z
to <
z o to CU
to
to fi
z o
H to H to tt
= 111
tt t -
act £
Of
'fitl fl 9 to
•o
'5
to to WH
H U
ea k ffl
"a £ o U
-fl s ed
N
9
Cl La
£
iê .Si 'M
to
u rr
Cfl
Ci
es
•.
1 a
fl Ci DA
S
• •ri tri •O
4>
Ci
tö ti
3 S Es.
tö es tri es Ci fr
r-~
a -3
f«^
fl Ci
&
o
tri DJO Ci
•Ö
u
fl
a ••ri
tri
•Ü 3
o
Ci
CQ
tri
o» •o fl
o
ii
'fl
1
oo
-E ÏJ E
SP g
Ë M ^ . = ••ti
•5
E tJ I O ffl .5
s
1
g
^ I
g
I o
VI
Z to Ü
t
CA
1 fi to tt to
to fi
z o H to to H to tt
ra g > e
B1||||'I
^
a
I O
u B 9 to
flCi to to
Ci
a V
NH
o
H
ot
JS M
a
d ffl «ri
iA il m
•3
k
a k ffl E i4 o ffl
Ci
>.
to
<
Ci Ci
.. Ci .N*
a a Ci
tö u
fl
S
«e O tri tri CS
U ^^ U9
tri 4>
•O JS
u
fi.^
I *• fl Ci
fr Ci o
tri DA Ci 'Ö
w fl
a Ci L.
QQ
•fl w fl
£w
Ta a
1
o .u
ii >
k
o
fl §
ü
fl
_
3
i oI 2
3
K
.S
.5
ï -E, a a £
i
S
5 f I so 5o
I ^^u
3
u
u
K 00
'i3
Si «
§ m UI
3
u o
3
u
b
11 1 'inS •g 'S E o o
> dl 4->
o
ffl
u
U ffl V
offl-as
3
p . 3
«>< < 55
to
at
JS
it
"a. E o U
a
.Sf "3 d
ffl k"
d it k
£ <
Ci 'en
è:
QQ
t 4)
X
a a tö u
fl fl
a
Ci Ci
JS ti
tfi
«H .•ri
fl u B fl <
•• fl 4> fr Ci
2 DA 4»
tö ii
fl
5 2 Ci
CQ
d> •fl
ti
fl
£d> •O
g E o
|J3.^
ii
k O O
>
•1.
'.a «<-
b
ti
fl
£
B
•o fl
aa .S
Cl
fl fl
Iffl «ri fl ffl > i>
M > ^
E
2 1 I k
fl c
S, .£, g
•E a -^ g c T;
_ g | ^3^ c c.Ë 2 ^ ë « t) o, -^ Tl Ja •= ra u o e c 3 .n •n « g 5^13 . - , S
I § I g :§ B
1 ^ Il I :^ ? o 5 o J3 2 TC d 5
S'E.ËP-^
£i 00 j : -b "{T .a
I I .1 E -'S £ ö ^ J2 J2 C C Oü ï e M u .M
'S | . è § g D 2 -^ " o •o O f i f f
S i3 c o l |
g -q" .2^ S 00 b
u
P. . j
ÖO
s
.S'y"! ^ b
o
00
u
JS
'Eb • o o •o
sra!^
.E
1
_u ïï
OJ
> E 'S 00
c ö o •e b 'sa S ïï
i
00 T^
ci •JH
sCQ
«M
Ci
tö
fl
3
tlH
fl
»o
ëO
^
t
'M
cn "^^
fl
a
fS
, fl
4J
s-
Ci
o
V
tri DA Ci
CQ
tö U
fl
a
1 CQ
.2 w
E £ it
tfl u
fl
£
Ci 00
•O
g fl
"^
.f ïï
B B
iê
•
S g
ea
o
fi
^
5 I
«ri fl S
»
ts
ed
*
S3
1S i 'S E
g g g I (O 3 co 2 s > s V k
5o
CQ
d
B ti
il JS 00
I "a E o U
it p<
'•B a ffl
9
it
£ <
to
it k
flCi tri
a
•o rs
JS ii CA
fl
fl
fr
Si
o
•••
fl fr
Ci Ci tri
OA Ci ii
tö
fl .fl
Ci tri 4>
0Q
00 G
'> u
00
-ë
1 o oo
•fl
fl
u d
tl
£ Ci •o d it
Jk
O
o
B ffl
u
'S
s
.ïï
•ö b
s 1 i I .^ fe
—a
_w
o
O
Cu
'S
t/n
5. iï
t/i
t/i
^'^. i l'-
"« •o
•Ö
E «n OJ
fl
1 La
4»
ja
ti tn Ci
.fl •^ a it
O
k 0£ 0»
•a ti fl 9 to B ti k
a>
•O
a
^ "B 4> iA
U Ct
a
ffl a v
•V
o k
OJ ii r i
W
z
fl9 to
to fi
d m (j VI
—. Z to H
s
o. H,, to
{ »
H
fO
a
OJ
e
1 d
to 9 tt to
ff\ rH
to
S
M
a
i
at
9
zto to Nri
d
^H C
9
Ct
a u
flV iA ii
^ to «ri .2 to NH £ X et «ri i t H a i:i u •fld ffl "a. E k 9 « o to to ï>^ U La
fl
2
Si ti
JS
Ci
.Sf •3
flffl
«.I
a 9
£ £
it 'm
Ir
U na m
If g
0\
I I
Ci
JS
X Ci
to
te
U
Sf -o d ffl
d ct k
e
I
o
M
,, Ci
;S
•^ fl
aCi •ö o fl fl
Ea^
fl4> fl es fr V) u Ci
>
a •n
fl Ci
fl0
S2 DA
fl
tö u
•43 Ci
'Ö Ci
o
fl
£ o x>
ë
Ci
fl
.3
OQ
e-
:E^I ct
o
fi
ait o
, c* B
I
,1 ti
fl 9
'toS.
to
>
N^l
to to
z
2 H Z
z o
aa o k
Of Ci •fl
u B 9
to
lf^
«si
a
to
£VOf
ll-^ïï
. d' •fl
St b •3 "^ilt-e g
w fl9
1-1
to
fl **. a4 o Sr •fl
u d 9
to
JS 00
•a
t O
U
a
'•B B
ffl
(5
9
a
iê
k
"53
£
>> to
z to
NJ
to
Ed
z H z
to >
z o H
to to a! H to tt
^
i3 to c
I Of
ti
«ri ti
fl 9
to
fl
s ft) aJ
a «3 M u ffl k fl ffl to 9 to
"a E o U
-Sf •3 fl ffl «ri
& 9 ft) k
£ <
>* Ci •Nri
a Ci
tö ii
fl s
fl Ci fl CS fr CA
tri Ci
>
u
a 9 «
flCi §• O tH DA
«> tö e^ fl .3
2 CQ
o TS
e-e Sï P o u
J:^ Xï
it ^ O IU
fi ffl
P " - H « b "~- u cs g
^ ^-O « g
ait
Oofs
£ s 9 to 'S" B. ^ 'S 'E, b o ' 5 J= 'S^
"il ia -s B.E
ïï s
4111
"il-p^s _^ f fc t« 1
V)
aa £
b ts i >
OC V
-fl fl9u
to
S z
< to to >
u z u
& o k
Of it
•fl w 9 S
to
ait o 'fl u
il
S 9
to
to H U
00 E oo
fl V
I'
«ri
iA
to
fc" ' - f « i * Q
fl« oi it
•fl w fl9
llgil
es
"a E o U
.Sf •3 fl ffl 41
SJ
ti at
9
4> k
£
a iê ft)
pi
•20
> g s
. 3 M
ÏS ? " I g"
^b.Sgl
si
3S
ÏÏ "O
S2
ai i
o fl IES
g
fl
«ri
iê 571 — ' 4>
\iA
es
k ea
ti Ct
•fl OJD
o
"a E
o U
1 ffl «ri
a a
£ £ <
d> ii •QS
>-. to
•• 4»
fl3 •NK
a a tc fl fl
(£(
^
r^
tri 4)
a
fr •™s
«3
&
«3 es
es
^ fl
4»
fr
Ci O tri DA V
r« CLI -^..
tö w
Atri
^Va ^ ••H
fl a
Ci
% :A fl CQ 4^
tö ii
3 tri CA
fl O
U
C
^i
S
IH
4»
QQ
^ë QJ
tJ
•ÏH
ÏÏ X3
&
-fi
U
00 _
uCfl JS; Ë
« "ffl 52 'C > 'S
^e
il
*i ^ uG . O
"aH u
'3 c > M
•P
5
%H
fl
I/i
.^
w fl ffl t l
2 3 <-< fl O -p
J'S ::? * Hi
• ^
n
.ÏÏ
ÏÏ ffl
00
u
S.ÏÏ ka
fl
-fl a
£
•a ifl t
E .S k
T3
o fl
1 t-l
O
o fl
XI
•«3 •a I»
fl ** 4i -—.
^, V9
1
IU
modifice ten, zette
<
§ I
O
^
ffl a 4>
2'S J9 k O O
>=
<:
b
5
b C g
•c
'fl
.ÏÏ
3
S
"
C o
3 o
C o
e sCJ sCJ CJ
I 3 b N
-ir
a
:3> O.
.3
o C/3
>
fl O ti
1
£ fl £
: ? D,
a •O
fl b g d 41 00 ^ b fl 111 .3
11
I
ffl «ri fl ffl > fl V
.5 5
fiffl
"SJ
k O
>o
a .2
w 5 .« "3
I I ë ë1 I c
Q.
g
>•
E
11
••ëla
« a 41 e k
Of
a> tJ «ri fld to
l-s^g Ö c S B -o Si'-S 5 = g
e;
NH
to
& g
'^
^ •/> a ^^^ o Z k0£
sJ
d> •fl w
to
c 9
^ to ^
5
.15^
tt --. to rri H
y
D OÖ H «ï Z
•S S -5
O •^
u
a
H
k 01
B^
to H
g s on ' S
d> O
.g
il
«ri B
to 9 tt to
iê
5 3 = •» O b O -a
__
f^
ói to
S
a Ci o k
•s
00
.2 'S
OU
. ra , 5 "3
t> —
is •S
E
.ïï|^S
z to
e d
s Hr
to to NH
a 41 a 41 O
fl01 i i
_08 'k 41
£ H u 'flaa Mffl a E d k o ^ to to U •«ri
a 01
•fl
a
OjD
'•B
g k
tï
i
OQ t
Is ï •S a
IS
e -o e R
41
ai t
'm
>, to
<
S3
^
tt to ^^ H
I
H CA Z O
u
H to
a01 o
to
k Ot 01 •fl
CJ
B 9
to B
d
41
aj 41 O k Ofl 41
•fl W B 9
to
Siti
41 JS X it
I o
.Sf fl ffl 41
SJ
ii
g k
i
I iê
.** 'oo
>. to
fl
r-
en
ïï «
Ci
es hJ ^ 4
CC
es
'3 Ci fr cc
a «a
flCi fr V o Ir
DA Ci
tö u fl 3 «ta ;:« ••• V tri Ci
QQ
41 •fl ti fl
o o • fi O CL *-" ~ O.
.9
3 C CA
I in 00 N J 41
Ji
ffl
^
•""
>
ü
z: w N
> ;=
g
E
Crt
-3
:=
>
£ •fl
w d
£ 41 -O
? .ïï *S
CL
fl fl .sfl 2 fl m
+^
J9 01
00 O
aj
..
.3
ea >
il. 00X3
il a u u fiffl.S fl
u)
g g 3
1 t SS
I
fl 41 2
t^
41
Q. T3
•e e
a- a
>o
8 "ra
s-ë
b
^t
1
" 5 Jn s « «1 w "^ u, 13 J < > [3
,
,
g b-s£ 1
•g g o B ^ BS6
gi|.«
Pil
~ 'S -S 1 5 '5 !Ö :2, CA
< NJ
u to to
CA
H' to
a41 O k OX 41
•fl ti a 9 to
n & o to
k Ot 41
'fl S
to
to to NH
H
u
s
fl
41 tfl
01
41 4-1 41
'C
'•3 fl ffl
op
41
iS
ffl k ffl
•&
E o
tï
9 41 k
£ <
a •S _41
'S to
flCi
r-
ei
:Ö
S
TT
fr
flCi fr Ci o tri ^ to a fl
Ji
"ct
s M 1
flCi
4-t
a3ka (fl a
a
» •
.^
1Ci
CQ
41 U C U ^ C fc 00
-B -a 'c
t-
a ft) o k Of 01
z
«ri ti fl9 to
<
S NJ to to
S to H "^1
CA
Z to « H a Z 01 o
s
k OO Ci
«ri
H
B
« to
S •-Z to to PH <
ta u CA fi to ^ in Oa a a 01 H o to kOO H 61 to 9d tt to
(D «S
oi to
• *
a 01 o
00 k 41
'fl U fl
z
d d 5?
9 to
a ft) aat a to' 01 'fl to o ' m k '
j
•
^
NH
B 0»
k OO
M 41
H «ri it i£ a 01 u fl ffl S 9 k ffl to to iC
a Ü ti a
01
o
.fl •Sf •3 s
ffl
^
a
s
£ £ <
iê 01
'm
>^ to
Tf
r^ 4> .••
*1 es «ri Ci
tö ii
fl
4> k 4) CS >
0 "«
es
•
fl
U
S
fr
Ci
r-
a
:Ö
tn
a Ci
fr Ci o tri
DA 4>
tö u fl 3
«ö ^
*5 tri V
CQ
oo fl
iL
k Ë ü
JS
-R^
1^
« ÏÏ 'C
E — .S E u ffl
Offl e
a 41 O k 01
fl .3 B .g B .B U •=
9- ^ m
[T]
u
- I Bg
• ^
>
^
> S VS •ïi g IS 'S H
gi2
ga-i '* 5 *™ c o *-
ell
bO
S.ÏÏ 5
41 O k Of . 01
1= « 00
b-S "5
'fl 01 fl
3
C „ c a «
g
op S MS E3) u f f i ^
lii.sl
Oüf/i
> ' ÏÏ s
a41
U
EA U (£=
^'s g s.^
O k Of
Eè " S S3 £
§ 3 f.'J S
.*• «ri
g
ti
d
oo c b* c
5 b 'S •=• s U. > ?3 CQ £
fl **.
O
fl
, 9 to
d 01
41
gJ k,
»>-^
• is V T3 -
'a £ a
S o U
•fl .Sf
•3 a ffl «w
«ri 01 k
a
9
iê
01
'B to
it
fl Ci
e fl ••H
a r*%
tri 3
S 8"
CS tri CS
O tri DA Ci
fr
tö ii
fl fl es > Ci DA CS *ii
a Ci tri Ci
QQ
fl
0>
'fl 01
fl £
41 •O
fl
•S f
fl ffl > fl
1 n
<
41
I II
2
41
« k O
u
o
ra
o
5
s s s
f
£
ët i a £
g I
41 •O
s
g -E
41
B B
I
I Ii =i ^ g* I "^ I
ffl B ffl >
E e
ï •£ k
o
fiffl
4>
q
IB
11
g 't!
41 4->
m e
>
e- I •§
t^
o >
a
51.
< <
^SS
a
41 O k Of ftl
fl s to
= Eg
8:. Ö
' -3
.s-s
_
5 V- a -ïï "3
1-3 l i s Z to Z
P e n
3 « o -^
fcÏÏi
a " ! ÏÏ
gaf.lE
a
01
o
•u E
k Ot
•— "P
fl
9 to
211(^11 rffi'.si I " ^ "2 .2 CD
M c
a
o. B
ii
00
41
^ • n
£ 00 Ci
S !3 -S ' -
ë
•fl
a
9 to
B l
g-
TJ a
op:
"3 TM
il'l
I
IP
a01 o
k Of 01
.cii
s
^"g I ?
9 to
d 01
41 JS
aJ 01
eLa
'53
01 ftl
01
ffl k ffl
a. S a U
a
.£f •3 d ffl
901
a iê
£
'm
k
^
<
01
to
z
to
z
1 liBl
§ • 6 : 3 .SP _. ta a 'S
g o
'fl Cl fl9
IIIIE »
ra 3 G C u fc -3
E op c .^ ^
*2 3 J g -
o ö S 2 JS È • ; S3 i £ S i S
to
n oo ? oou
g
I
•fl
w a 9
to
1 a E
a U
41 JS OJD
fl ea
01
a 9
£ ^
Ci •fiS
to
^c .**
1 CS
«M
Ci
tö 0
fl b
4>
s s3
O .Q
9. Ci
«s fl Ci fr 4J O
k. DA 4>
fl
tö OJ
s
.3
CS &H
CA
fl
Ci
es
CQ
01 •fl
01
fl £
01
•o s
I o k o o > d ffl
I
I1 E I ?
B
h
o
6 o JS
n i.£
g Op
c
g g
i IU
t
c c V) t i 'ffl
« ïï
£ S g
E M
01
oo .p
cn
E üM -^01 -* Offl"
1
u
. i : 00 01 « j
fio fflu
-1
-^
c
ra
(U V
E
'S .E tï
B-
g
fl •g ïï -Ec S xï
ë
e>o
.s
00
-E
3
il o •o
fig's
00
.E
:? J
Ê-
*2 ;? (S S
'B
1 I *
g
ai t
o
k Oi
I? fl
•g
•S
u
-o
g
CA 0:; o ÏÏ
Q
1-
Ü
2 tu -o
00 c
[^
§••
H
a01
o 00 00 tl
' Ic ÏÏ
o
NJ
.2
to
(S O tt
isg-
[L. ra .M
ÏÏ -^
Ö g g
zto
•g -2 . K I a
U U n t^
liii I.l&l tJg.ss
Ed
i'Si i-E *
g i
zto
'ipN a3 su C p _c 5 C Wo E b > .^
H CA H
to
Ss
a
41 O k
31
et
S
':S
IS is
to B g.S
•a
^
c: •—
OO 4>
So e
"O 3
V 'S T-T bb Ë c g 5 c b o S b :fl >
IM
••A o .
•3 § S . §
g - ^ s g» .ÏÏ **
••s s
II
Ipll
IS I
a 01 to £ Of
-£&^
1
11 E £
oo b J= e
'^11 Syif 2
01
'fl
fi S — T3 'S g 8 g> g
•R"
•* " - 3 W
ti d
> S
9
JS 00 Q . - 3
Sl^
I'M
to d
d
aJ
to o to k I.. H,
a A k
to
Si u
41 JS X 41
t
ffl O '1^ U
Sf d ffl
Ci
a 9 41 k
£ <
iê .Si 'BO
d
£ 'H £ a E o U
41
01
xs .Sf •3 a £ £
a
it
g k
,01 •R
tM
Jü ÏS
£ es
tö Ci
tö
fl tri
B o S flCi Ci
u
M
ib
X
fl fl
?
r-
a
^ m
flCi fr 4? O tri DA
tö u fl
a • ^ ••H
V tri Ci
QQ
01
n ftl
fl9
I M
41
•O d
41
E
JJ tA
k
Qi
B ffl
1i x:
D J<
o O > u > d
01
•o •öJ
S
.a k
•S
01
I I I 3
o
> •
•
fll 41 ._, fl OJ
fiffl
> . .
sï ftl
41
JS 00
•a Cl
"a. E o U
a
a ffl
i 9
ct
^
£ <
to
'•B
41 k
00
r< •* Ci
.NH
aes
OM
Ci '•C ii
fl3 b
fl
0\
B
Ï3 TT
•43 •0 0
S Ci
4> X
s
a fr
Ci 0 tri DA 4^
tl
'o
a
I ffl E
tö ii
fl
a Ji
•53
tri Ci
CQ
tl iA
oo u
u
a Si ti
01
41
•3 B
a to
E
o U
ffl 01
NJ
9 41 k
£
a iê 'm
•^ g g ï ï
01
JS
Sf
X
'•B
"a.
ffl
9
iê
^
£
to
it
E
o U
B
01 k
<
'I
•M
es u rmt
fl
a Ci
4>1
fl
• Ci •ri
.fl ES
fl 9
b
,, s fr
Ci 'Ö ti
fl •ö es kl Ci
x: o
4>
CA
DA
u u
JS
m
Ci
PH
O
a
s Ci ii O k.
"4-.
'sD
2 DA
eti
fl
i
fü
fl
_C 01 01
a X .BI Ci im Ci
•4-. O
c
CQ
fr
01 00 ti 42
O
«
J=
tn
c« 01
01
-E
01 •fl B
Ic o
ffl
£
e
01
>
•o d
ë c
o iA
41
E
5
k O
X)
o >fl ffl g >
ïï x: c
es
fl
>
•01 a
_&, 3 £01
01 01
J3
k O O
x>
B
>
00
•fl 01 fl s C
•o c
=
O
b ïï
I ra
üJ C3
g 5
S 2 <&
g o
< s
s s
b
"D 'Ü
u 3
1
ftt
1 :^ JD
01
•ts
01
o
u 'C
u 00
^ .ïï
.fl .^ c
.JD
ïï
Cfl
o ö
•D
O
V
•o
CA
.ïï "o. fl > ffl ü fl £ '3
.!<ü . ÏeÏ •fl^
D.
GQ
E
«e >0 0 0)
Xi u
ti TS
'i fl o
u
ai§ Offl s E
C
.E
ö
e
It ; 3 ,
1
iA
I I
ffl
fl ffl
11
k JS
s 01 e la
4H
G
C^
g^ Ë V
ti .'^
Doel: Hetg chem
0\
fl41 2 'S 41 A
k O
o
>
^
5
r-
(A 3
•§
3 CJ
ë •u3
g
c^ CQ E 3 B Q o
>
S fc I B S ê 1 ^ <
i2 o
3
g cA
1g
S C
> UJ
<& , ,
«
g
U
>
tj
o--= P b p
41 O 41 •fl
Oi
fl , 9
to
l
H &
VI
o k
to 0010 ffl 01 fl9 < to CA
to
u o to
to
Pri
O a 41
H Ok to 0 0 to Ci Si i'fl H ti
to , fl9 tt to
a 01
o
k 00 . 01
'fl 01 fl 9
•ll-gë
i t o
fl ^, a^ o
,1
•a
u
fl
a E
o U
9
to
d 01 «ri
01 JS
01
Sf -3 a ffl
c^
w
01 a.
9 01 k
%
iê _41
'S
>, to
o *n ci ••ri
1 03
«M
Ci ••ri • * ^
u
fl S to
fl
Ci •*ri
a "5 •o
U fl « Xk
4)
r-
a Ï3
n
fl U fr O ka DA
a> •ö s
03 DA
tö
^
CS
k-
a
QQ
'O flCS
ffi
4J
C cd >•
G u ü
£••-
a c X^ JJ
a -o xa ü +j
x:
ïï B ^
Ö
t £ IU
fl'^ u .=? S3 tt
1^ c:^
fl p
ai tJi V
> o G ^
01 •O 01
g w •^ s iS ab ffl x:
fl ffl > 00
S^
c
fl c
OJ
lU o>
-3 op u ffl
OJ
Si OJ
•S ^ S c 2 o>
^ffl
op
60
F'
1
? c Cfl
JS
OJ
OJ TS
.g-S
G
00 01
cn _01
'fl u fl
£
41 •O
s
41
E o
iA k O
> d ffl d > 01 2 "öï 01
ffl > . .a k
01
'C "^
>
"ÖJ 13 TS
s BO
'Ê
fl"
e o
b
g
-o (A
"O 3 O Ü
4;
> o
1 3
•—1
u
3 % o.
OD
>
11
O
o
TS
G U
•c
fl s ffl £ >
:U •c
ffl >
g 301
J" ü
& u
1 — .
01
O
o
> tn iA
o
E
O TS G
X) 0> öfl
"i
•o ^ 01 G B c5
tn
> i At i SP 01 'c
1a* fl c
^ 5 > u 00 '^ffl co E ë
X& )
•1 ï
l
'iH
£ I
•g •a
d
11 01
£ 01 •o d 01 d B
-tef
ta 2 "S
e- fl£ £§ o
X!
' cu: tl
oo Cfl
.ïï o
^1 E-C fë
E ^ O ffl
(A
E ^
01 B •fl
-^ OJ »5
5
01
d 01 JB
2
o g
e-
•d
S
s s s ^
fl § ÏÏ fl
B
5 s
•b g
$
4
41
•9
fl- S 41 O
.^ OJ
fi ffl
5 N
e >
•
M
e
N
N
5 TJ b N
\o & 41 O k 01 ti
«ri 01 d 9
to
z
to NJ •
<
H Vai to 41
e S hJ
41 to 'C fi to fl
z
to
9 to
to
tt ü NH H <
S fi
5^
ffl a 01 H o k to 00 B .
01
H 'fl a to 9 tt to
E "
3
e- 6 -=• ;=>
o m f^ a ^_ 01 BK o 00 to ^01 La
S
•=2 = 5
•"
S Tï fc E ^ «
%i
d 9
z
^N
^ to to •H
_ "3 U T3 00 3
T3 -a
" 5 £ g
to
< ' a ra ;§ O S .S .-3 3 -a
n c Q ' S00 E
Q 4= P. >
to NH
d
as
•S,l^3-H •- O e
B
e ^ 01 iA
a 01 £ 00 01
«n 'k ii
w
41 JS 41
«ri H u •fl(Jd iAn "H. E 9 k« o ;Ï^ to to U
.00 •o
fl ffl
«i»
41
a k J<
9
41 k
it
'm
z to H to
S to fi to
z to to tt Ü •H
H •< fi ffl H to
ë H to tt . s fc
to
£ Of 41
•fl 01 fl
J.( t 3 Ja! j ^ '
41
? ." b q
"
lllll
3
>
DQ CN
to
flV ,
aj
to Sr to ok j 1. 'H NH H ï £ ft* U "fla
01 ja OjD
'•B B es
E
e
^
01
a 01
DA
'ci
a a
•ö u S
fl to
fl
a
;s
c
cd
ka 4J 4»
fl
a
Sr
4^
tö 0>
3 •O O k. OH
-d
Ci O k. DA 4J
tö u
> 00 •o
fl o
flOJ> OJ
fl
fl
a Ci
k<
QQ
OJ N OJ T3 C OJ
-spg-e •a 00 5
a 01
ü
I 'fl 01 fl9 to
to fi to S
d H
Ü
fi
§
& to o k H eo to «
'flu B 9
to
1 OJD 01
•fl CJ
B 9
to
to
fl01
I |J£I
«ri
d •a H Ij'S £ U a tj
fl
k
E e
OJ 01
fl £ ^
9
01 k
%
a 41
f^
^
^
.2^
i^
a
a
a tö u
fl fl to
OJ cd
>
OJ
jci
•Hl
a
c
Ci
fl
s
u
OJ
Jd 4>
fr
"33
Ci
o:
DA Ci
DA Ci
fl 4»
2
ca OJ
D OJ
tö u
s .fl OJ
tri
CQ
e "tï
'S flffl > •o 3
I OJ
§ JS >=!
« ëe Ofi-O
I
i c^
tl
I
«: S
.5., w "fl
£
S
fl
I I g
OJ
3 S
•|
.3 >§
00
CA
.3
OJ
o -o £: c 3 OJ
ffl >
'C
OJ
-^
.êi
B
o CQ
fl Vl 4> — '
ïï 1*
E ''S OJ
_s
w B
O ffl 1 fi fflU .s Ifl
?.
to
to H
z to to
a01 o
k Ot
ë
- . e*-=
lllli
01
ll^-^
fl s to
CU
OQ
es a n 01 o k to 00 .Si
*^ 01
e
d 1^
4>,
01 J3
ai ÖT «1
B 9
to to
.WD
X at
'S.
E o U
'S fl A
9
«ri **ri
iê
£ £ <
•Si 'tn
<
es
,, Ci
*5 o
*Ti fO
•>ri
a aa 'Ö
u
fl s to
'u M XCi
M Ci
D(
CS
3 a 4^ CA M
^ fl 4J Ci
c*-
00
o
a ë 4J
fr
Ci O tri DA Ci
OJ 1) 13
tö w
fl .B IS >
4J k. QJ
OJ ^ G ' . G '
CQ
'Ö 3 •O O
iA
•o
% tn
fl OJ
kri
PH
_00
"o
fl-
&S.
B
£
01
c
41
•a
fl
ë
01
o
E
Io
k
o •§
cS 'S
B
ffl > fl
fl OJ
I
.B 1 1 I ^ E
01
01
•o 01 "Öl
I
OJ
o
ii k O O
x; p
^ M
11
e o >
S
S
S
£ S
>
-S ^
.-S-ÏÏ
G
1
C
;ÏÏ fl *- >
OJ
ffl «
5 ë
o "S u UJ CJ
fl TS O
3
e
fti
•s
01
u
J3
•fl
fl £
i
I e
-S
a n.
fl °
OJ TS
•s
5 g
ra
__
01 -g
•a I
«I 0£) 3
OJ OJ
ffl
ÏÏ E E o
g
iA 01
s- • &. ffl
cn OJ
Q
ffl
ffl «ri S
ffl
fiffl 3
o
ïï 's -
ë e g >
CL
T3
ë
3
'ü
g
F
CQ
.S
lil
t/i
d 01
CÜ
m
g
g
>•
•o
^It
3 .. .a .3 Oi
Xi k
o o >
Ë
H .-2, c ?
.S g
o S
S
b >
I
g
£ m
B 3
|fc
ara u ra B DO
« a 01 o k
11 g |
00 41
-Ef
•fl U d
fc g"
fl to
& Ë
3 2
•o
k 01
'EM
M ft) < ffl
ffc
•fl
'11
E d o
NH
z0
c 5
s 3ffl
o to
sto a
Is
00
1/)
^
01 o
<
OJ 9
3
to k01 to .Si O «ri
fc
Ö.E - 3 JC
d
fc g* S E
tt to
S
HI If
to CA CA
< Z
to
Of]
to NH
ffl E 'S d
fi ffl O ffl OJ I A CH a 41 H £ k 4 «
to
•2 ^ B 'S
ïïil P
00 01
•fl ti 9 to fl
H
tt to
<:
•
OD E
oo
*
Cl
m a 41 BS £
to
s^
z
d d
•1
o 4J
a 9
to
•s u z => fl GJ
01
•«•
iA
ffl k
«ri
OJ 41
01
41
I
ffl to to ^^ o 9
oo
d 41
41 41 i A Ci it k 01) 41
fc-g
OC E
fl ^ fl ^ a EÈ> •fl to o ' mk ^H
.fi fc 2 JÉ
Ife
01
f'•B d
ffl «ri
a< 9
£ £ <
•S 01
to
| l
<
z
s to NJ to to ü < NJ tt to CA CA
<
z to to fi
§
a
Ik 01 H o
to to ffl it H to fl 9 tt to
a 01 to o k 01 _ft»
01
fl to
. 9
fl
fl iJ< a^.S k
J
01
'S
41
* J
ti 01
.s
£
Sf '•flB ffl
a
41
X
ffl k ffl E o 1^ U
SI
9
41 k
£
a ti
'm
to
CQ f) ••• MH
a
4J
'Ö es
:t3
c
fl
CS
Ci 4J O ka NC DJ
^ fr
4>
ii
tö ii
fl
*fl o tri
to
Ci
*2
a
X
S
s
Ci
ii ••H
t c» Ci
^
fr tö ii
fl 3
C
J£ ••ri
4J tri V
QQ
fl -fl wE ^3
1!
^i (11
*-. '3 ^ ït
c o g s o
-S £
-rt " 'S "^ C fl
ffl '""• CÓ ' ^ 1
^1 ^ ^
CA
fl
_Ofi OJ
"o
>
1 _o a o c01
E OJ Cfl Ct-<
O Vi
-ïï ffl
(A
ö ^
P.
-^
^
.S
CQ
S
[^
•^
,Si
.a
^.g
ü
"S;
"SS
'^
'S
u
o
£ I
41 'fl OJ
B OJ
TS
£ 01
•o
B 01
OJ
fl a a
41
" .ïï
&
J<
3
«ri B
•i I
fl
ïï =* g § fc
01 2 'S
s i
ffl ffl >
41 .a k
o o
>
^
g
2 > tu
a
41 O k Ot
ft) to •fl NH
OJ
H d9 to O M3
to O <
u z
NH
O
to to to
u
NH
> to CA
H to
a 41 O k Of ti
fl 9
to
tt m
• =" I , 00 g — u G ' 3 on Bl
a 01
•iÈ "i B .E I
k
ot
^-^gj^
fl
t: So e- B JÏ
o to
ftl
9
to fl Si
fl ft»
aj 41 o
.a
a
OjD
La
Ot 41
01 0)
01
X
it
it
"a n k
ea
£ o
C
ffl *^ c£
8 01 k
fi
ftl
iA it
'm
to
to Nri<
H O NJ
to O < U NH
z Q
to hj
to to O
I NH
to
CA
to H to tt
tt
f*i
PS to
a01 o
k Of 01
'fl ft» fl 9 to
«
«
o .s >
S£
b a E o
xi o
01
to to
ü^'S j<
to
ffl k ffl 1^
X
£
.fl Sf •3 fl ffl
01 k
"a S o U
o it 'm 'C iA 9
^
£ <
I iê ft»
'I to
QJ
3 O £i
a
fl
QJ
Ci
to ii fl 3 to
Ci
fl QJ
fr
Ci O k. DA 4J
tö
e
a QJ
tQJ
QQ
g 00 .s •Ü 3
i 'S. t
•o 3
i2 3 u
•a
B ? 3
f B i3 5
i'^^i
I OJ OJ
0» JS 00
to
£ a E o U
'•flB
ffl
£
(2S
a 9
01 k
£
<
iê _01 'B8
to
l/l
r) 4J
^^
s
Q> DA
••ri
fl ;Ö
a cö
3
a
es 4J
tö u
fl
to
r-
a
f^
flCB
fl QJ fr QJ
<.
ka
te
Ci
DA es • * ^
O
DA QJ
•ö
fl o
ii
a
a
4J
QQ
o tri «ri JA
fl ••wl
4J k. QJ
&.2i^
Eid
OJ
..-. _rt
Cl!) _01
tn
OJ
« J
1 .3 c
ë > "ÖJ OJ
•a b. OJ T3
fl o
V3
ffl
fl OJ
e ?>
..
'fl B
£
01
•a
fl ft» E
J k O 9
> fl
ffl
>
I
oo 'o
a
41 L>
•P 2 3 ÏÏ
2 ïï
'S 'S •£ I
tn
O .a O
G OJ
>
> i
^ '1 B I
B 01 •O
B
OJ
OJ ea •O «
o 3 •a o u o. OJ
M
O
01
i
fl01
•o 3 O •fi OJ
•o fl o
B OJ
s OJ
JS
• J O U
fl £ ft»
li I
•o
I
o
s
o
TS
•^ g
iA tl
a x: CJ Efl
c OJ OJ
EQJ
4» 00 e OJ
fi ffl
fl .E •fl
.ïï
a
'cd
1111 1 s 1 I
ffl .JS *- b
B
*
s g 01
>
11
II ©
e
g
S 6
I -^ i i
01
OJ
JD
•=
"u
00 .2
tt
I I
g I
-S Ö :ïï>
»-n
't:
O
•-*
^3
8
b
g g
I I
X
oi
z to ü
CA
z
I to
< H Z O ;^ to NJ
to H to to CïS
H to tt
•l - '^. ° K ï g gs C
ïï
M
aJ ÖT
,E o. «
D O»
:2 "v 'S 4£ ^
B
fl
•o 'S
01 •
01
a E o U
'•B B ffl
a01
9 01
it
£
'm
k
^
^
ti 01
00
it
è:
z
to O H
5 CA
z
I to H Z O
S H ;^ to NJ
to H to to to
It-
a 0»
a
O0J= « u
3
00 N ra u
fl 41
JS 00 X
iA
41
ffl 'S. k
to
ffl E e
U
-3 flffl ft» SJ
9
4» k
£ <
iê 41
>^ to
"«
QJ
ON
fr»
to
4J
•^
acs
^
« J
f*!
fl
fl
•PN
a a tc a OJ
ss to
HH
a 4>
QJ DA
fr Ci
fl
O k. DA OJ
«•4
3
DA
••ri
s JA
tQJ
^
tö u fl J• r Hi
4J k4J
CQ .•ri
t
Ci C/3 4) DA
es fl
01
-fl ft»
-4^
O
00
d
£ 01 •O
fl
E
41
s
CO
>
o
iS
1 -i
o
'ob
° I d n
2 3
b 5b
> 'S fl
'C
3
ÏÏ U
U
3
ÏÏ
I ^'
JS
^
II u
."
U
.y
S
41 2 'S 4»
£i k O O
>
aI»
£
«J
b
fi
•^
3
E
-p.
•S
'S
£^-^
ft»
a
E £ 01 •fl OJ
S K
fl
£
01
•9
'si B
fl ra ffl > ffl g fc ••
^1
£i3
00
•9
.a 41 .M
a v fi ffl
k
o a
&S:|
^
I 'f S JS o.
Si
11 b
II
d 01
«ri
01 JS
X
£ Ba
E
e U
Sf '•B a ffl «É*
£
(2S
ti Cl
9
01 k
a ct 'm
to
-<
QJ
'ö es QJ ••ril •riH
S B
a 'O QJ
ti
fl3
to
O
fr o ^
>—.^ Ci
r-
a • ^
o-a 01 .£
a > •'T!
• 5 00
flOJ fr QJ
fl
DA
tl
QJ
a •••
ev CS
es
SÜ i
tö u B
I
a Ji
01
• •ri
QJ tri
"fl OJ
4J
OJ
QQ
to u 3
>
it
ka
^M
B O
00
;j
x:
flc d
>
I
"O O
O TS
•fl OJ
fl £ ft» •a
fl
i O o
> fl ffl >
B
I
I-. ^ ï
o
jtf k
b
u
j-
j ^
.¥
a
b
01
b
'S
ê ë ë
d o»
2
b
'S
b
•<
CJ u
b
-j^ .j^
b
S
CQ
b
11 CA
CJ o
JS
S
3 :3>
;=>
J2
.i=
ü
A
k
a o
fl o o
>
fl ffl >
I flo XI
c OJ
c
£ OJ
^ ^ £-
ti
<
2
(fl •3 o E c"
•a
a
£
s 00
1 ! x: .fl
o •o
I
X]
u
op
cfl
fl
e ..
OJ
00 41 17 a tj
JH
fiffl
£
00
.E
B ii
b
J 1
g
I§
«
b
I
.E .o
C 5
^
B
= «
Ë s
B
E
SI 1 1
6 I
a
s o
ïï P
J:i i?
o» JS
1 o.
E
o U
.Sf •3 fl ffl 01
d
01 k
£ <
41
'33
to
CQ
QJ
'Ö CS
QJ
O
a
fr
Ci
flCi
F *
C*H
tO u
fl 3
to
« •Hl
es ets
•rm
ii
OC
1 ^O
B 4J
fr
.s &
QJ O k. DA QJ
to a 3 S **m
00
QJ
fr 1/5
•n4
Qj
CQ
ft» 'fl OJ
fl £
01
•o E
JU
1 i
01
§ 00
k
b
o o
^ ïï 2
.3
•O
01
o
CQ
01
— < <:
CQ
3
2% ft» o o
>
.s s« .> J ^
os N
OJ
ï^
.fl fl CL OJ
d
£
4» •Ö
fl01 fl d
XI
fl
iê ffl ^
I fl
«.. d
ffl fl 01
2 ft» La
e o
-3
Q
J I
ö
U
JO k
i £ fl
,^ •a b
> e ffl >
fl i3
CA
S b
h
Cfl
l/J
< Ji S o CL,
Ï3
Ö
o 2 E s (A
h
CÜ
b
CA CA
2 o
[00
a ft» o k
^
I? fl
iS.
a01 o
. 01
!•€ d
I'S ? ° ê & ë :3, g i
& a k
00 . 01
•S ê .a I
'fl
CO
CJ
B
" ^ 5
g
. g OD O.
ra 88| Ö b
>• ^ - . . c CQ >
;3 .a . 3
a it
fl 0»,
oT o ft»
I d 9
to to
ft» 01
a
E o U
«ri
41 JS
a
OJ
41
a
d 01 k
£
41 it Ci
'm
>
00 f^
ci .ari
aes cö QJ
'O OJ c 3 to
/•^
fl
QJ •fl
e3 k.
a\
B
+5
-^
s
fl4J fr Ci
CS k.
O k.
• ^
es
fr
QJ U
••ri
>
tri 4» t/l
QJ
DC QJ
tö fl 3 oö J i ••H 4J kl Ci
QQ
DA
es
-4lri
B O
'ë OJ
fl £ 01
•o
fl ft» E
b
^k
^I I MM
o o
i'fl
ffl fl
01 2 "S
S
01
11
oo
11
Xi k
>
'5
C
3
Cl '>
3 'C
b
S
ïï
S o
E
g
^
.5
TS
S I 6 1 3 ^
til '•3
»
J
31
:§ ë I I J
^ x-
>
fiffl-c
03
> <
I
a
1o og CPO
t%
TS S 'WJS :rr
"^ £>O
a0) o
.it
O
•n "u 'K
k OO
ra ra•C3 K3gp ë?2 o B
'Ë it s s to
11
sa a
01
o
I 01
B 9
to
V)
& e k OJD 01
•fl 01
B 9
to
a 01
£ ot
.Si •fl OJ d 9
f? -
1^1
to
d
d
•o
aj
JS 00
O ,
d 9
to to
ft» «ri
'S
41
41
•fl CJ
-
it a k
£
"a E a U
ftl 41
••B
fl
£
9 ft» k
£ <
a iê 01
zto H ^m
e H
to to U NH
to
Ü •<
H Z O H o to k00 ft»
H to tt
00
a 01
e
k bt 01 •O OJ
a 9 to
fl
e
V,
S^
iê
01 JS
01
tfl %, m tp ffl OJ k B 9 . n to to 1^
JI H Ci
O
U
01
a
.Sf -3 B
ffl SJ
9
iê
I
.Si
01 k
'm
to
fl
SO
QJ
fr
a
fl
fl
QJ kl QJ
S" 2OA
O
-^ fl
e
a
4J
Ci
tö
OJ
fl
.3
Ci
Q
Ci tri 4J
PQ
'ÖJ
•a OJ
fl
i
TS
il 00
13
fl £ 41
n
g
o o
OJ
X)
fl
« b S « b 2 £ S- s aJ b
b
•R
ïï
b ^ -?
i£=i
1
"S fl OJ
•t;
fl
•g
4» •O 01
X!
I
u
o
•O j<:
1
'M
5
g
U B
E I Op
C
x; o
i
OJ Oi 00 e OJ
Q ffl
11 5 S
Ê
CQ
U
Cfl
2
>° é
gJ J> y> «
>S ,
va
a01 o k
Of 41 •{OJ
a Z to to O Vi
to H
Z O
S
to fi
•A
H to
01
a o ft» •fl OJ
fl 9
to
0\
& Óf e to kDt
01 'fl OJ
a
Z tod to
o A >
fl
d
o»
ft)
e
'S OJ
to
fl 9
to
00
01
t o U
1ffl «ri
01
«ri OJ
o»
a Ci
'S
o -^
'é a CS
• •ri
oö Ci tö u
fl3 to
flOJ •*i
QJ
a n 'O
to fl4> ka
s ^4J fl4J tri Ci
00
a is « flQJ fr QJ
e tri
DA Ci
to ii
fl 3
OM
^
>>
kN *5 4J
OA
QQ
es «e
to
01 •fl 01
d
£ 01
•o d
01
g OJ
s "ÖJ
TS OJ
E
I o e
> d ffl
g
aE. o
1
I ^ :§ © W O OJ
> OJ
g OJ
> .ïï
.1 2Cfl
ffl >
OJ
•o
> "ÖJ
•F3
o
T3 OJ
^1 ^
££ SS •» ï E tj-g O ffl
a
'N
1 j : . ; 00 41 4.. o OJ
fiffl
ft» .Sf JS
•S d
a
to
E a U
iê
n 01
N
i
.Si >, to
2 k. Ci
to fl o
Z
fl 4J
IS O
a
fl
OJ 00
c ffl
'C
fl
O.
Ci
fr 4>
2 DA QJ
'Ö
CJ
fl
a Ci
CQ
OJ
a01 o
La
01 01
to
to to Z O
z u H
to
I '•fl
01
d 9
to
s e
k Of 41
|ïï§ B . M -ïï, s a>
•fl
OJ
d 9
« 3 .ff o .5
to 8
01 JS
to J<
-ffl
to
£OJ
1 -a E e U
01
a
Sf d 01
I
iê ftl
M • ^
,.
•22
a
^ v« 4J tö ii
flfl to
fl
u Ji
u Ci Ci
.0 -k» 3 0
X
a fl QJ fr
4J O ka DA 4J
tö ii
fl
.3
Si QJ
c
CQ
OJ
00
OJ
> OJ
fl B
m il
•fl OJ
TS
e
1 0) O I "ÖJ OJ
-o E o c OJ
OJ
TS
o
•a OJ OJ
>•
a. 3 X! OJ
S)
I g
X3
fl
p.
II OJ
XJ OJ
•fl u c
£ OJ
OJ
o
T3
OJ O.
a
B 01 E OJ
00
fiffl
d
£ 01 •o ait
E k
a o > a ffl
"g b B -^
>•
g •o JS k'
« S 3 :
•g I S
1I 1
^ I Is
a ( j .s a >
'K
fc
ïï
s
u ra u Q E ï
llióg d
'<-'41 01
41
.fl 00 'H
'•B
41
fl 2
"a E e
41 Ba
d
ft»
I
41
iA ii 'm
to
QJ
at ö
QQ ""'"flC i
fl 3 to
Ji
QJ CJ
TS OJ
ka QJ
XJ OJ
fl
00
^.
4>
OJ
S" O
>
k. DA QJ
O CA • * »
CA
fl3 •i^
•3
flOJ
tö
^ ffl
•o
fl .fl
£ OJ
OJ
> 3G
ffl ffl
Sx • * *
00
EX O
ii
QJ
flOJ
J=
4J ka 4J
OJ ü 3 T3 O
'Sg
QQ
C
*S CtH
X3 OJ
o1
ffl
IJ
"O
^ > OJ
E
oo
o c
E o i2
J^
.ïï 'H x:
ffl ffl
o OJ
fe 5i Ifl ^ g
J2
-B o.
g i
flu B '3
«13
_G C OJ tt fl OJ
fl ti w Cfl
a
3 x:
CQ
u
ï
CQ
-J
o ü
S
E
1 OJ£
12
^ ïï ^
cfl Cfl
.1 fl
S g"
i*
OJ •c
1T J X§I
o o tn
Ö. O
OJ
ffl 'S ^ x: flJ y O
cfl ka
u
•3 fl
.3 UI jo s U V3 > tfl 01
l l
b
OJ
2 fl
•^
C<J
tj
£•
OJ XI
Jt
_ fl
i ^ I I
g P
Btn Gu
1 ^
t b
• o
felem aanpa
fl
a
QJ
fl
«1 j<^ I-l
fl
R
E fl ! S OJ
OJ
X!
_cfl
ë E
(fl OJ
e-l 'S fl ZOJ £o
O
o :fl>
fl
£
.2 X)
OJ
-o
g
00
> 'S
:s S .ïï w g ffl
o
TS
iA
k JS CB
i3 4J
o -^ Cfl
E ^ §
^I
'S
OJ op
"fl .E ïï iZ
fbewer
QJ •••
flQJ ^ka
•eft fuT
'^
ijving:
r^
1
JS
fl OJ OJ
E OJ
Jftli
00 <_•
o g "^ E
S ^
pp
o U
fi > C c
0 ffl
^ïï|5
II, ,
• ^
•* ,, 4J ••ri 3
fl
tS 4J
tö u fl 3
to
fl4J ^
es
a
a
iA il O
t3
OJ
>
«u
flQJ
as k. Vi
fl NH JS
ii
Cfl • •ri
•fl 4J fr e Ji
•w k.
fl fr Ci
o kl DA QJ
tö u fl .3
E
OJ 00
flffl ffl fl
OJ
4J kQJ
QQ
O
-f i s I
g c 1 'S
i II -p > s j;
ïï
2 ^.^-8
° gS 1
ilil "'S O < o ^
^1 , .
«llt'l
'S 2 •'^ "^ E
a ft» o
8 g B5 s ^"^ X ^
k
^
r
OJ
fl9
«o ït „ fll -5 > 00 . s Q
to ^
V -j al
c
B|g^SB
H
pill
zto - '=
QS H
SJ
u 's
•S d
CA
ffl
u
u.
CA
«
NH
fi to O ffl
a41
a k eo
o to
M^"b
41
P
OD ' C
B g
00 —
^ *. E ra _
H 'fl 9 to tt to
t ; ra T^ ra
> 3
cn
o
S m giJ K
|g
l111= l ^ I
-I-H
§5
00-g S c
'5 .5 = "5
3 ^
b^ 3 2
•R" g
ïï I
aOJ oi k0o0 to
_01
«ri
o
«J
'N
B 9
to
g
«ri
ft»
to to NH H U ftld 9
toto
OJ 01
JS 00 41
t O
'•B
a
fl ffl
i2s
41
£
01 k
<
iê ,41
'S to
Vï
DA
^ ci
fl '9
••ri ••ri
• •ri
a aa tö a flfl to
4J
fr
^H 1-H
a Ïr-3
fl
*« 4J fl fr 4J e ka
CS
DA Ci
O ' " ' - •
DA
fl
••ri '•m ta
to
CJ
fl
a
o o
TS J=i
fl OJ
o B
I OJ
E B
OJ
o
TJ
OJ J= O Cfl
'oi) B is OJ
TS
'S ka QJ
QQ
e
£
41 •O
e
41
J k
g
fl ffl
'5
a o •s >
2 S ^ g
XI
e u
•e
.g
E -H £ft) ti
•Ö-T^
B
£ 41
•9 B 41
B oo B .E B T3 41
JC
ffl «ri fl ffl g Ë >
s
2 "S ct .^ -.ZS o OJ ffl
fiffl £
41 k
a e >
i'N g-s
§i l s
g ti 41
ft) JS 01
t to
a
Sf a ffl «ri
a 9
iê
£
'5 to
41 k
eto NJ
to O Ü
z
s
Illlll ^•^
& a k
Ij3^«
_ .. s §•
Oi
ft» fl 9 to
^g§,|
fl ft» aJ ft» e
.' S2
01
'fl fl d to
g-s ^ ' " -
OjD
'Sft» 'S. E »
•3 d ffl «ri
kri
.Si to
•^ ^ ci
s<
1-H »H
a
fl QJ 4J
•ö OJ
flfl
to
a
'fl 4J fr QJ
CA
O ka DA 4J
4J
«J CA
DA
k. O
s;
tö ii
fl
a • •ri
Ci
u
Ci
QQ
_ffl
ia o
ffl
o 01
a o
I o N
01
B
£ 01
•o B
ft»
JEk
a
? ËP o
fl OJ
00
'S
la fl -E
£ '-o S 2
o
^I o
g fl
5
-
•I
M
^
^ S i
to
fl £ 'B £ "a S o U
ft» JS .Sf •3 fl ffl
>s
41
«ri
01 01
a 9
£
41
it
it 'm
>>
to
z to to H CA
>
VI
Pi
O
S]
H to to H
to tt u e o "S C -O
a 00
'fl OJ
B
a
fl **.
ft)
aj o
'3
s
'S. £ e
I
01 «ri OJ 01
a
JS 41
Sf
T3 S
8
Ifl
£ <
ffl «ri
'S S]
41 k
ii
'm
to
r• ^
DA
B
TM »«H
4J
• •ri 13
••ri
4J
e
cïï
00
ï?
* •
Ci
T3
•—4
cs oö tö
fl s to
a 'S
v
B
QQ
QJ
4J
fr
9 u DA QJ
tö U S
a Ci
CQ
ai fl 01
01
«ri
J3
ftl 41
.Sf •a B
o
to
ffl *^
9
a
41 k
it
<
to
it
<
00 TT
.•
QJ .••
aCS
«*H
QJ
fl QJ
*3
1 • - - ^
DA
fl
tö ii B
k* .•ri
to
B O
3
QJ
*n B B QJ
fr
Ci O tri DA 4J
S
tö
S]
a
4J
tC ii 3 •O O kl PH
ii B
Ji
•3 tri
4J
CQ
o
Ë I
.Ë
•£
i'f3 g
'S
§ I
- i.ïï ü -Jg "Si 'S '3 -3
S 1 I =' .^ ••^
> s
b s
b o
55
>
<
PQ
l2 e 4£
00.2 e"BcQ
\Vi a ft» e k ot
ë OJ
d s to
Z O SI to
P fi
i
&
to ek
Of 41
'O OJ
fl9
to
< 00
oi to
Z
& a
,1
1 'S « - 5
01
I'S s i
a
*• ïï •= -5
II 01
to to
SlgË
o» JS
•Sf
a E
o U
•3 d
ffl
3
I CJ 01
a
iê to
QQ
00
flQJ
•^
J. • rii
QJ
JZ •5
B
"ö CC
a
""'DA ^ ^fl 'u
QJ
tö
fl
Ci
«
iA
*= '^
•g
a B
QJ
c
tri
TJ
O
DA
OJ
QJ
3
tö
to
N
,3
QJ DA
O
fr QJ
? B O
OO
OJ
fl
ffl
ia La
a
Ci ka Ci
B O
CQ
u u
•o flffl > c £ OJ
o
>
fl
I OJ
JS
ffl JS
01
fl
£
41 •O
fl
I OJ
JS
fl 3
e
01
E a
I 1 a E
« ïï
fl
1-
OJ N OJ
2 S
I OJ
'C OJ
& flo o o
> flt i 'S -H 'S o c
? £ fl
1 fl OJ
G OJ
a Ifl
a
OJ
a ^
j=
o
tn
G OJ
u
E
OJ
j i : 00 01 .,_. o OJ
fi ffl
u
41 01
.a k
a a
>
ö
_ra
ll^'gË.^'
a 01
£
•1 OJ
fl a
to
< H Z O
S
& H a k to OC 01
'fl ft» a 9
to
tt
00 TT
a01
to
k Of
o
'ë
'B K ï
d 9
.SS S M 1 Sb
ti
fc
to
fl ^. aj oT o
I SS
01
JS
'S
'fl i t 01 a OJ ,2 E to
• =
D
u
=1 d eo
«ri tS
d
O) k
I I 41 JC
ft»
u
00
.. OJ ^m
a
.« «tH
QJ
tö ii
fl fl to
fl
0\
Ji
B
4J
s
••H
9
^
~--.
DA ^B
t-
e
? B
ka DA Ci
O
«n QJ
••ri
><
-O
.§
4J
*C 4J S]
.^
flCi fr
tö OJ
fl
c OJ
'«-I
I
CO
il
OJ
X!
,3 4>
IB
ka 4J
CQ
'o
fl
g'i
OJ N
1E tJ
c" OJ 00
c 'C
OJ
flo N
c
I ffl ffl 'S ffl
01
•fl OJ B d
ka 01
•O
d
g ft» 00 E g 3 ^ io t k 1 3 a '3 a .g h
1
b > fl 3 g 'S ffl > '> -3 ? < •<3 "S 01 x: E j _
"Q 41 41
a
>
u
J3 CJ
o.
1 1 1
H
H
>
•
*
•
B
•^ E :^
M
£ e 41 •.fl OJ
-^ O) =
o»
u
•O I d 'S 41
o
B I I I
:2 fl ïï
•E
fi
êë•a
.1
ca
ffl «ri d ffl :»•
s 01 b "3 •o e <
^ -g if
^ ! >
Ji
ü
0\ Tt
fl
Ci
QJ DA
B
ka QJ
a Ci
•o ii
fl s to
O
>
Ci
te es
fr
es •O
<
Ci
43 u Vi ."H
fl .fl
00
a c QJ fr
Ci O ka DA 4J
u fl ffl
•B
to CJ fl .s
x:
u-l
o oo
fl OJ a :S •G O fl £
4J ka 4J
QQ
OJ
ii 4J 4iri
•O 4J
a> ka
QQ
E ^
•8 Ofi
t
o p >
c
OJ 00
OJ
o > E ^ eOJ 00 .3
ê-
§ OJ
i 3 c«.<
I OJ
fl •£ OJ
•o
fl o c" OJ
fl o 'S
OJ
a
§•
JS u tn
g OJ
E «
OJ
oo
01 w
o OJ
fi ffl
tï ti B 9 Ct
•o B
i
o iA k
ee >
B
ffl •2 B > 41
1
•O
% ft) k
e e >
E
cx Cd
3
< s
3
oe
a 01 o k 00 41
«ri OJ fl9 to
z
to
ü NH
D H tf to O t> a to ft) NH
H <
ko 00
ft» •fl e % 9
§ to to ffl
u zffl
Vi
NH
Ü
to H
ctoa « tt a41 H O to 'fl H OJ B to 9 tt to *a
Ol. TT
V)
a 01
è èo to
La 01 41
•fl
01
fl 9
Z to to NH
d 1^
^ OJ to a 'fl 01 H £ ^
u
B ft) «ri
d
fl01 iA ^
•fl OJ
fl
0»
a
ffl
ftl O)
41 JS
op
01
I
9 k o to to ^es U
-3 fl £ £
a 9
4) k
£ <
•I to
o
fl
r-
IT)
Jui
Ï3
V ••• • •ri
a
a
QJ 'ö O fl fl to
QJ
a
a
a<
VO
a a •-a
fr
3 TJ
.£
ka
fl HH
fl
QJ
4J
O ka DA
to ii
3 ts ö
^ % ka
QJ
CQ
ft) d
£ ÏÏ «
01
x: o
•a
s
41
E £
s o
o
iA
it
OJ
ta 'S
01 Da 3 •O
I g OJ
c
a
1 OJ
XI
Ifl B 'S
-ê Q
oo
ffl o x:
flffl >
J OJ
•a JS OJ
XI 'N
I OJ
o •a ti Da
'S cn
s 01
JJ oo 01 w a 01
fiffl
s u
a
fc b .*
?
fl ffl > fl *
t;
2 B 01
.£
01
Tï
•a 9 k 5 a <
I^
11
«
3
"^ 11
a y 'S » IO u
a 01
o
k
et
.Si 'fl 01
fl
9
to
a01 o k
00
g b Ë
«ri
. 3 tfi
CJOT)
^01 ftl
fl9
S gg5J a
d 41
aj 41
41 'fl U
d
9
to
_
3 u '5 ' ^ -ë b .SP ^ 3 K
to
e
O
X 41
1 O
ft)
01
JS
BH
.Sf •3 a ffl
(3
o»
9 ft) k
£ <
iê .** 'w
to
VI
4J
a o2 a to CJ
fl 3
to
fl a ka 4J Ci
CQ .fl a Vi
C es k.
O
V)
^a
XI
f*^
fl
fl a fr a o k. DA QJ
to OJ
s
a Ji
••ri QJ kl QJ
ce
•
ÏÏ
tfl 'tfl tn
ffl v^
ffl O N
fl
ë OJ X)
c
OJ Tl OJ
I I ë OJ OJ
TS
fl OJ c o
fl OJ
fl 01 T l OJ
OJ
TJ B
OJ
^
t l DO
(«J
o
E»
s oa 'S > G Ct-l
O
"e OJ
E
flI » > c
I -3 -fl
OJ
•S e
XI
"ffl
•R
OJ
|.3 iA 'S
Si
4J OJ
a
I fl
I ^2 -
!"«
p
Cfl
0) OJ
Ë ^
^ g ^ l
OJ
3
S.SË 2
B
•*
ft» «..
o
K E CA b
OJ Ofi
fiffl
CA
«>
G dl ra o
u -S « N
Is , ,
tf
to 4) JS
'S 01
te
U
Sf -3 a ffl «a
£
I ii 01
a iê 41
fs VI
'd ••ri
•'S
a
cö cs QJ
•ö CJ fl9 to
DA
s Ji
QJ
•D
^ es Q
r-'
a
-^ *« flQJ fr QJ
O tri DA 4J
tö u fl cH Ji ••ri 4J tri 4J
CQ
01
•fl OJ fl9 k-
^ 5 M Ji
ft» fl 01 E
•O
e Jli k
a 0
fc ^u ffl > B 3
> •
B
01
2
> S b b •g ^w :2 3 u
01 0 T3 ft» Ja .^ s < S 0 a • ^
,a k a
>
T)
OJ
TS
fl fl OJ ffl > a
fl OJ o Ofi
fl P Ui
•E «
ë j
•3
«ri
ffl ïïE
1 ,B
UI
i
tn
1
-ïï
00
.. O OO fl
fi S
tn • ïï ' « j
0
m
XI
fl"ë OJ
0 ffl
TS
g tn
0
O ffl
•
•
•
a01 o
k Ot
a 01
£ Of ti
a
ft» o k OO
fl
iS
00 " ^
SP P
.SPX. J l i = .a "S 3 w
a 41 £ Of B
.o n
ft» op
J«
ffl a k ffl
E
a U
000
t! a ^ 3 1 -
OJ
JS
£
«1 K
lli=g
u
2 i E SiQ
B aj S^
d
^
: 3 S B =
iS
I
''-^sg^-
• « I.
01 •fl CJ
'•B a ffl 41
'5d
p. 01
ft»
iA
k
'ES
Ci
o
n
Vï
,, QJ «Hl
'S es
tö CJ
e 3
to
4J
tö es
ON
a
a•k*es
ïs
.a
fl QJ fr QJ
Cfl
'tfi DA
fl
.•ri DA ÏS ••H
4J
Tf
O ka DA 4J
> Ci
tö U
QQ
fl
a Ji
I
QJ
CQ
s
9 kri 41
•a
fl E o 01
ïï _ra
1 .5
k
a a >
^oo b c .op s 'öó b •"g ffl ? te '> 'S£ 00 d ra ffl CQ cra ft» 2 1 2'S u
d
tB
>•
•O
01
•£ e o
1 ? .E .E
> *
1s
S
« *
o'
i
•
«
0-
OJ
H E
'•§
. ' S u 01 b "- j = « •g o o [ ^ -
to
• 3 • = 13 & „ _ W CA
NH
H
Sou -o = .
<
NJ
gJ'fciS g
<
-«;
o i JS . E o 00 b
1 « '^ -S g s §1
CA
^lli
CA
Ü
Ö
IA u
6 f < 3 'S
to > to
n
I ?^
41
H a k to
ra
- 'i ë* I
Of 41
ë •fl
c|
tra--^8
OJ
H B 9 to to tt
00
a01 a k et
_01
«ri ti
a
- "l^-e 3
9
to
41
0»
a X
j^ es k
41
9
E a U
9
I 01
•fla
(51
ft) j« ct
'm
to
TT W)
a to
4>
aR
••4
a a•Oaa e s to
DD
a
es
*3
-^ri Vi
^
S Nri4
QJ
.fl OJ CA
•••
fl
Ji
a a '*•' a -o 3 O ^
fl
4>
fr Ci O
ka DA 4J
to ftJ
fls
oO Ji • •ri
QJ ka 4J
CQ
0» •fl 01
fl
£
o» •a
fl
sa 0»
iA
k O
o > a ffl > a it
OJ J=
^
2 II I 'E .3 b ° 01 01 k
-^
<
m
Vi
a a
> OJ 3
c ffl > flOJ -o 3 O
•e •i OJ
o
fl OJ
ffl OJ cus> Q o iA
CA
fl '^ flOJ OJ •JJ S -^
è
g
^i
fl" £ OJ
J3 01
X
c" OJ
ffl £ 'S JS ii
S £ 41
•fl OJ
fl £ 41
•a d 01
d B
•1 1 ra ""
I S U
CO
•fl
. ^
«^
il
a &• JS u en
fl .S d ffl >•
d 41
§ OJ £
2
oo
XI k
OJ
Q ffl
P
4» 41
a e
>
I -" >
^
S
S
g g
J<
^ ^ -s I
I g p
Ë
g"
CQ
_g .E ë B > g
00 - i § § ; g
I 'i i g I g I -g 3
TS
<
<
2
£
fc
CO
g g
.E
£ I
-a
.ÏÏ B
g
b
*"
»>
> T3
00
H E
-S
f B -s
ll
I
u, 13 M O,
s -^ >
IU
I
I
at
"a E to
o U
g
2 '5
«ri
00
a
OJ
01
'•B d
ffl «ri £
9
iê
k
•I to
ft»
£ <
to NH
3 U £ U U ra o p t ; TS T3
.ïï' § B
H
<
>
3
41 . -
_
<
H VI
Z NH to ffl NH
z ffl u to
H to
O H
to
a 01
£ 00
'fl CJ
d 9
to
01
tf £ to •fl 01
z
fl9
to
to
fl a 41
ffl "a,
ij^ OJ
E a a to 1^ U d kffl
01
4» «H
op '•3 a
a01
ffl
^
ft»
01
9
4» k
£
J^ 01
to
DA B 'Ö
a
« fr
Tf
Ci •Q
fl
fl
4J
-O
es
fr QJ
2 fl 4J
jk « Q
DA Ci
to «J
fl oS Ci ka QJ
CQ
< Vï
•* 4J
•Hl
o> QJ
fl
1 a
O
to CJ fl
'>
to
ka 3 3 'M CJ 3
Ci
3
a OJ
fl
x:
4J CA
Sa
§•
e
O k. DA Ci
JS
•ö U
fl .:^ ••ri
CA
es
.ka
QJ k. 4J
BQ
ü 4) 4J
ft»
••ri Vi Vi
d
CS
£ 01
•o d
01
E
o
J^ k
a a
> ffl > 8 ft» d
-O
•a k O O
S .s CJ
[S
>
Cfl
N
£ fl 'C S
o E
OJ ffl OJ
fl
-B Ë
b
n1 l
01
-ïï -^
II
. g
£OJ S
lil
ofl ó^ë fl "
IU
1^
'-'
.—
OJ
^ g-S
: = » 0)
^
> B s
k S
fl
• ?
Ë
ïa '" OJ
O ffl >
fi ffl
E 5J
o o
'I i
ffl 2 3
•êwz
>>
QQ V)
^QJ HM
a
-5^ •ö CS •••
CS QJ
00
a *3 TT
S
4J
fr Ci
••0
fl fl
DA
ftJ
B
^
s
3 O S>
QJ
k.
• ^ ^
CJ
3
ka
*ri
es ka
fl
HH
H U HH
S 3
O ka
OJ
flt n ffl flCJ ^3
QJ
'Ö <j
fl ^
«Nri
Ji
O
••ri QJ ka
X I
01 00
4)
QQ
-P
4>
ffl
>-
cn OJ XI
•Sa Cfl 'S CS
,^—1
41
& O
CL<
.^
cn 01
N
• f l
i.1
tJ
O O
B
> fl"
£01 •a
ê
fl
io
o
J^ k
o o
a o a
>
ë
ffl > a ft»
00
fl 'S OJ iA
2 'S .3 ïï 01
B tn C OJ
_0J)
"o
> flOJ
-
k O O
o
S
>
Ua
ao
E £ft» 'fl OJ
fl £ 01
3 '•^
I g
•o
g .
SS
3 'S g g B ffl u
fl I
tB I
M
fi ffl
8
01 ïï •3
> g ï oo B
k
S 1
a a
>
<
^
a
il ë
2
fill II.,
a o» a k
Of 01
g ir'^ E
'fl
• .g j . : o
OJ
tf
a 9 to
^1
00
•s ïï 5 s e S l " ^ N D oo > Q.
'^^§ B 3 D i
u
H
CA
to
to NH CA CA
SS
tn
ao»
H e to k to 00 41 tf 'fl H 01 to fl tt 9 to
tt V)
a
tf 01 to ok •fl 01
fl
9 to
'S ïï b N Q
I
d
^m
Si
X it
A k
"a E
it
OJ
01 JS
.SS
H
^ ^2 g S J3 g ' S
£
to to
'la
00
o U
fl ffl
t£
01
a d o» k
£ <
iê ^0»
'K to
to NH
H
<
Vi
to tf
^ilS
H U
U NH
to > to NH
V) CA
< a to o> a
H
to
k ot
fl 9
ito
tt IA
&
tf a k to Of 01 •fl
ft) fl 9
Q E g Q .ïü
to
d
fl
01
^ 1
oi ST o ^ oT
'flw to fl 9 to
X
a E a
ft» JS •Sf -3 fl ffl
c5
*^ ti 01
a 9
01 Iri
£
<
41
it it 'tn
to
u V)
'ci
•CJ
fl o
ka QJ
a fl a o ^ a fl to 3 to
CJ
im 4J QJ
£
4>
X
a •• fl 4J a QJ
2 DA QJ
to CJ 8
ka
3
*mf
B
QJ
ii
QQ
-M W
CS
k4 041
fl
HH
H U HH 4J
OJ
01 J2 Ti OJ
e aJ i ka 3
fl £•
>
1fl
ffl -ÏÏ JS u u OJ 13 D. cn
O
oo
fl •3 £ BOJ § 'S > p fl s OJ fl >-• OJ OJ o TS OJ 'S O
w
G
£ B tn
s Cfl
.s s ffl ffl c
OJ
00
c 'C o
2 OJ
> flffl > c
OJ ft
I >
3
Cfl
cu
u
'tn ffl '5 ^ "ffl fl 01
J=
CS
G
01 T S G cn
> Ci
•riri CA
2P .3 'c fl •B 'D.
S
1
£
JI:
•a
o T) flOJ .ÏÏ Ul Q 3 •-• s O .ÏÏ 'S H ES o _C p H Ü
B—1
OJ
> OJ
'.-1
-a OJ
1
fl
I o k
a a d >•
ffl U
>
a > § fl OJ > TS o flOJ
41
it
£
^OJ
fl
s
« ft
•^ P 01 U 41
.a k e >a
»
UJ
S DO W 3
2
Eb
o '>
til
fl
3
Q
•f^ 1-1 4» T3
OJ
flOJ
00 C
fl •3 O c c > OJ OJ JS fl £ S OJ ffl x^ x> fl - * •
Ji
ti
OJ u
B
.s
B 00
g 00
-S
.S TJ 8
'5
E
I D
B I
>
^>
\o
'fl
41
•a •3
a
fl
9
iê
S a
41
N
£ £ <
>> to
<
K
Vi 4J ••ri
1
a tö Ci
c 3 to
/^•s
p< ka 4J
B fl
O CA
4J •••
-O >
<
DA
fl
'tCi 'ö CS
B -k»
o s « .tf Ci ••H
fr .tf ka 4J
^ tri
fl 3 *ri CJ fl
^H 1"H
a
;3
0^
i fr Ci o DA V
'O CJ
O
ffl U
G
3
r
^
OJ
u
Ifl
c OJ OJ
flOJ
O O
sOJ
.tf 0Q
tn
X
OJ
ka
• f l
'C
QJ
fl ffl
OJ B Q tn
B
ta QJ
OJ T l
OJ
>
•Hl
OJ
o '^ > o ^ £fl
Cfl
B
Ofl OJ
fl
01
_tn
g •a
o
Cfl ÏI
OJ
00
ffl r ^ E 2 -g 3 00 i ffl t B OJ OJ
"g
5 ^s g sa
.3
s
IH
.ïï 'S fl fl
C«a
O
S ,o o
11fl Cfl
P
u
fl ffl
E o 3 OJ
01
ï
'fl OJ
d
£
o
01
•a d
3
01
E ^
u
b
s ëC
CA
es ka CM<
fl H U HH
^^
k
a a > a ffl > a
OJ
s
4J
c
>
41 X) k
4J
'Ö
<
CJ LS
s
S
a a
tl
CJ
Ï
ft) 2
>
o
fl OJ
&
u •o 3
> B
00
g.
OJ
XI
n c2 cn g
Sis'
£
OJ T l
01
£
•a
-ÏÏ .>>
fl ft» fl
TS
^ ^2
d
V
ft ft ffl Si
fl "
.«
ië 00
—ft» " S
g
ffl fl ffl fl
'2 g
.*.j
•g fl tn
o b
.2
E
8
6
1g
fc
•0
>
u
o
1
1^
M
C3
fiffl .5
i 'S 01 k O
a
>
^
a
g F fc
Xm
u -3
.8
ac s
g
Jg
^ B
d
O
.^
E
•a
«J
4>
-fl ft» fl
-.3
I
o
£
o c
I
JS CJ
u 0.
g
:^
?g 00 3
E
1
2 OJ
3 > ÏÏ _ CO
»>
"6 00
11
Vi
to HH
> %
•>—'
ü
z
sto
CA NH
H <
s0 H P
2to
^H
Su
a 01 o
to
3OJ
^ -^
to 9
k 0£ 41
fl
g D H U D
tf
H
CA
^
to
5 H U
•H g-.
to tf > to to L^^ NH H H
e ^ O ^ri Si ,, a H a
to •4
k
eo .S! 'fl
d 01 9
to tt
to
<
9\
f" IA
tf to
a
S
1 'fl
z
to
01
OJ
a 9
e ca 1 ^
^^f to to
d
a 01 i ^t a a 01
.1 'S 00 o
La
ft)
k 0»
01
u
iA 'fl ffl a, ftl k
to
to
d 9
S a Ü
ft) .fl .Sf •3 e ffl
^
9
1
%
'm
01 k
Ci
to
o
QQ V) QJ • p«
a
Vi
QJ
fl s to
S i AOJ ^ ¥u
a
"rt QJ
OJ
00
e c OJ fl fl
B QJ
fl • •t rr ii Ci til
X! es
a
fr
QJ O tri DA QJ
i i g >,?^
CJ
ka 4J
•a OJ cn
•fr
g
ffl
iA OJ
3 3
1
3 ka +ri
^ ^fl
(fl R
kri «Hri
fl H U HH
••ri
OJ
> QJ
I
"P
ffl J^= E o 'S 3
4J
-k* CJ
01
> fl'
o tn
oo G
tfka
ka
c
1
OJ
QQ
S
fl ffl ffl cfl
tn
tf4J
CS
00
OJ
o5 tf
o fl
Ofi OJ
2 B tn
!«• XI
4-)
c
> OJ OJ
OJ
•O
fl
s
tn
«3
c£ QJ tö
fl
1-H
vi
ffl 2 OJ
sfl
i B
OJ
iA
OJ
ffl E
X) 00
OJ
£
s 'd OJ ffl
o c:
E o
OJ
1ffl OJ
^ ê cfl U i ffl ïï * 0B .E OJ
é
OJ
CJ OJ
J^
i
k
a a
s
c ffl > c
o — fl «
OJ
C OJ cn
I I
>•
fl ffl
00
>
«
d 01
Cfl
fl
'Zï OJ
^
•B
OJ
OJ 00
<
d
£o»
I
5 '> fl
'Ö
CJ
>•
B
I
ft) •O E 2
o ffl
X
CJ
k
H
a a
cfc
-ü
-X
•ï M E-
H
>
.s
,M " S
•rt
O
OJ Cfl
fl 01 U
:^
ffl
OJ
x> fl
.1 E fi OJ XJ
y |
OJ
ïï
.B
5-2 .fi .ïï
cn-e :ÏÏ g
-1
N ë j5
<3 ü
S -2 .ïï
ü
7^ fl — •r
ÏÏ
RE" S)£ B
'S
00 c
T) g
3
« OJ
Jê g
01
a> Cfl
èl
OJ
00 o ïï •" ' 5 *^ U OJ
ffl Ha
•gU5 a
'^^ 'S I gt ë« I.i
fl
^
J D
TJ
i?
_ 00 *101 ._ c
o u _n
QfflS
.E
.3 X
41 01
s
S
J=
-o
S
.E
ë.
e g g :^
B
2
.g -^
B "o
01
X k a a
II 1= B
^
B
•ïï s
I ffl «ri fl ffl >
2
N
1 S
oo
d
OJ
.i E§ ê • Ö Cfl
E^"i
1
01
"O B
•a
t Offl
bp ïïs
£
OJ
OJ ^ ^.S ?£ gog
T^
U
B
I
O
ö ~
'C
•g .o
F I ïï a &
^I
o. X3
3
" -,
OU
g11 s
plll lllll "II,,
ü V)
•ïï ^ Ê ^
•f-H
a
cS QJ
tö
CJ
flS to
"O
3 O
.fl tQJ •O
0fl ^ ka 4J
Os
a fl4J fr Ci
£
DA 4J
4> J3 4J
'Ö CJ B
B DA
cS tf
fl 'S QJ CA
*ska
4>
QQ
es 3
es tf
_4J
fr tf
ft)
ka 4J
d
£ 41 •S
e
ka
3
41
-«j
j< k
E
a
3
CJ
fl o
B Vi CS
£l fl
2
b
b
1 > b ë fl ffl .E S JS H > •ë fc fl S -fc 2 'S z: 1
OJ - ó
-I
4»
••ri
H U
01
ö K Uy
.a k o o
HH
4J
>
s
>
QJ
tö
<J
fl
<
01 TJ 3 O
JS
l~l OJ
o
OJ X
X! ti
•c 43
> ÖJ
^
X! g OJ
cn • " OJ
j :
OJ •o
V) OJ (-
'€ SJ fl -S £ 2 ^ ft
a «
8i
> TJ T3 fl OJ OJ S
è ^ c? ü
JS CJ cn
> c fl
fi S' ^ ïï fi E ÏÏ 01
G3 "P
ft>
b 3
•I I •fl -E
fl
£ 41
8 B
•a
fl
p. "5 -ïï^ -n
41
B B B
ffl «ri
^
s
s
.ïï
ffi
3
_B
cH
ïï g
.!2
,E
0£;
^ « -5. 1
B
ffl > a
6 I
•5 fc
OJ . S " 41 .w
X3
fi ffl >
g
5 ^ •o
41 it
41 •O
o "
ffl
ïï
?
<^ 5
E
I
3 .E
E "
> ÏÏ
IIIi Q. eo
"o C
m
<
2
si
00 V) 4J
• •ri >—1 • •ri
aCS
cö 4J
to CJ
QJ
to CJ QJ
fr
fl
• •ri CA
3 X3
fl
•2!"
3 to
••ri QJ
>
o IHri
a
^
t^
ft
t *
fl fr CJ
G OJ
4J
tn OJ
.tJ
s
B
DA
P3
4J
tö ti
fl
fi -o
P> G OJ t-l
OJ
o
a
^ 3
-«•rf
tf
OJ J=
••a QJ lm QJ
ll
O Tol
CQ
fl01 OJ
-a T)
E cn •g
•e cd
c01
ïn
_4»
'fl
fl
!«• 01
9
•o
'S
fl01 E
•ffl
k
tn il
Cfl
.E il JS u cn • f l
J= ü OJ
'S
£ ^
OJ
o o
> fl ffl >
3tA t.
t-
3
3
'S o
JS "Öj OJ JS k
a a
É
3 it
s .1 s a 1
"O
e gb 01
•a
3
êa
c
'S e .S
CJ
LU
5? 3 G
3
rs
8 't-
o. ~ S >
>
Oü 3
g" g
.:•:
* ï
B 'S :§
ta
ZM
i
•3
? 2 'S .3 1— O
.? '.c _ü
-3 ^
- E u
00
oftC c o '•ÏC °
3
U
00 a O ••5 =*
• . r 3 "I u _j .JJ b " • . i i . ^ -i u u OJ
, g c tt S ü
Bs
u 's
I I Ö 8 Ig a
I cfs 3
N _ C
u u ,_op-=
o
„•5:2 c .^
3 , ^
: •- ^E S " 1 > 4= S
.i^
.^
a 41 O k Of ^41
«ri
OJ
B
a
to
to NH
H U to to CA CA
B to to 00 > a 41 to Ok
00
_41
«ri
OJ
a d to ^ TJ — b "2
^|'ë'=g
l-^Blf _ S ^ tf fc i|||s « c a CA *&i,p ? ÏÏ Ip-gi
'S -3 'c g i *Ï-'S| E' w 6 -a --e
I'Sef:^
a01
3.-C « g E
tf a & to 'fl
*'
"== 3 =
01
d 9
01
aj 01 o
ë ti
d 9
to
:E.ll't
N •§ g J g 'a ra 8 - B I Oi _^
lllll
Q -§ 'S &.t2
fl Of
,„ -^
•clf'Pïï
to
La
00 3
_ 3 — JS . 2
0»
"a. S a
a
2 'S
Si
§
a
-a
fl ffl «ri £
ti
a 8
iê
£ <
.2
01 k
'c«
to
3 .E *
. =
üQ
. =
'S 'Zi
00 ÏÏ
IA - 3 .SS
^ . u S "" 'S S
3 1 -f -g ll» §
*> u 5 -E oo-ïï'.E -3 u
^ -i • ? " § 3 '5 3 . ^ 5
ïï -s^ &i I g
f.1 -ë 1 -^ I go* l00' le ^" ^Sl s'w e -3 g y J
"
è E.ëi.Ë
I
OJ 01
a .2 'm
to
CA - "
00
V)
a
OJ
S
fi 4)
a
CJ Vi
QJ
tö CJ
fl
3 to
*e JS
CJ QJ
H fltri 4)
« fl 4J fr 4J
2
fl £ OJ
Q OJ 00
Ci
•è o
QJ
OJ
DA
tö
fl
.3
2 4J
QQ
fl
fl
3 O XI OJ 00
n ffl > c
>
OJ
>
TJ
g
JS
Ê
Cfl Cfl
O
"ft
01 •fl
(J
ffl E •fl ft o
B
t2
£01
•Q
.3 'S x:
E
g u
•a fl ft)
JS j
0 k
IA
a 6 a S fl JS ffl
C4-1
01
3 .3
•a
ft
1 .a
OJ
I
k ©
s
a X
P
> *
g
u
1
B i5 ^ u
•Q
>•
d
.^ g
3
JS 0
B
1 >g
.3
•3
JI:
g
i_ 1-
b .§ .K H
b b 00 ra s 'S
s s «•
to Q
•»
'ê
3
8
ic
8 0 Z S •
•
OJ G
ffl >
ft
O O
ffl ffl .E «3 ft o
fl
OJ OJ
•T3 ^:=? fl ^ OJ
!•§ 2
.sa-s
6 s
— .
•0
8
1 8 t;
0
"^ co
u
,3
Jt
ffl.ÏÏ fl 'ffl
tu
•e 0
g 00 3
s:3i Jl
1
OJ T S
'fl s fl
t*H
£-^
OJ B •O OJ
U ê >•
ft
"ÖJ fe
TJ T l . ^ 00
ïï > ft
OJ
-^ i ÖJ
CJ
ë £ 01 a
g-T3 00 OJ T] OJ
fl fi ffl Ë
g > 8 « >
W
I
,
g
«ri
41
01 01
a
Sf •3
a to
S a
fl ffl
d
ft) k
E3
01
it ct 'm
o « OJ •IffN
a C«-l
4»
to CJ fl s to
Cfl
4J
> -O «
C«
HJ
o 1-H
a
:i3
'^
00
fl fr QJ P ka
c
4J
OJ
iA
£
XI OJ
DA Ci
Ofi
fl
to u fl tf
OJ
fl OJ
E
I
•••
t
OJ
Ci
CQ 00 3 'T3
Ui OO
8
i E
^
s
s ^
11
s
.2
'S
ro 5 g 'S
s-
I 3
S .1
OJ
.. g £
o
CJ
^ '.5M1 1Sü
'.= ra
fl
lil
OJ OJ
•§ t ^ 1 € I 1
fl ffl > c
'•B -E" .2 U
C
(A
CA
«
cn
.3 .3 .3
OJ
13 9J
.ë XI
fl
o
fl
g •? § 'I ïï N
OJ
> £ fl ^
11 O o^
". E i->
•—I
0> >
OJ OJ
0
>
e °
1 "^
11
. £ 00
.2 > "ÖJ .S
^s J
>•
IP «
IS &£ 3 -ö
fi p Q> .E JJ 0 0 ^
fiffl ?
iiil I .3 '2 .2
CJ
fl
a 01
o k
ot w
fl
, 9
to
^IIIE loo
_ u 3 c 5
a 01
a k
01
ft» 9
^ l g l l
fl o», ai
01
oT a
'S 01
ft» d 3
to to
e £ft»
t
o U
01
a
'•3
fl ffl
tS
d
01 k
£ <
01
it
41 cn
to
"sO
ka O
^oj
fr to
••ri
a
CS
«ö 4J to o
s3
to
S Vl
..
s4J fr OJ O
^DA QJ
tö CJ
c
a Ji •Na
2; 4J
CQ
41
•fl OJ d
£ ft) •o flOJ
E a
> OJ
it k o a >
J= OJ
X
> a
b
00
fc
00
01
2 ft)
.a k U o e
I UJ u
u
>
s
£
•n
OJ
ïöj
8 l'B
Cfl
rogc
c 9 o 4U U
X
01 a ^ O OJ
t- 'S w
o ffl
II,
B 3 g 'S
a 01
£ot 0)
d
a
to
a 01
o k
01 41 •fl 01 fl3
to
va a 41
£Of 01
•fl CJ fld to
«A
a. ti o k
^ 'fl ft) fl 9
Sll.5
to
ofl
'fl OJ
M es
to
2
d 9
ft» a
JS 00
k
_41
d ft» «ri OJ
•a 'S
g g^ a k
X
••B
01
ffl
"a E
a U
d
^
9
4» k
iê 41
IJS
g
I g
8
l ^
o. - .£.'3
3 g -^'i
u 'S « o
•o fa 't; — O. 0 0 ^
° '-5 p ffl I I E 00 3
c=£-y
-- i 111 B « .3 =
TS 'S ^ ïï I 3 00t>^ a
g
g I U ÏÏ IA
•s ë i 'ï
i^ il
^ Ö 0S 'N o
ill
la^ a
g . g II S
01
o
k 00 4»
fl 1^
o ïï S £^ b
flV , gJ I'fl
ftl
fl to
9
to
I
ft) •fl Sf '•B d ffl 4»
S]
li'B oïï-S fl £01 01
a 9
£ £ <
01
J^ V 'cn
é:
<s ^
flim
1-H »H
'qj • •ri
fl
a
••a
kH DA
ON
ces ïï 4J
••ri
a
•ö fl 3
to
Ci
fl
XI • •ri QJ
to
OJ
^4J
'o* ka
Cu
u -ïï
fi ü
fi ffl
-^-g g a - 3 'S
o o
> fl
OJ Oü
••
"o
flQJ fr Ci
>
c OJ
O k<
DA OJ
tö CJ
c
fl
OJ
fl 2 ft
a
•D
Ji •^H 4J ka QJ
OJ Tl
CQ
OJ
00
g E
ft)
o oó
d
G
ffl
£
0)
•a d
4»
E ta
01
E e
m OJ 00
it k o o > e 8 S ffl
fl o
>•
b
2fl g I 1 PH
b
b ft» S S 'S k o o
g
>
T l OJ
< o
u
Tl
C OJ
ft o 'G
u
OJ
fl g
J:t
C ffl OJ O
d
•MM oo:
t-l o : 0 Vi O 'fl *- O OJ fl X! O .2
OJ
•ïï
'C
oó 3
'S tn
S
.c:
§ XI cC Q (O OJ T3 cfl
ra
.a o 3. O
3. O
.^
t
3
-S
fl-S
?s ë's OJ J S
&3 ^S
2.E
•S E fi|
X
'3
a •dg
o.
! 1i ra
5
>
ra
B I :s
E ^
Js ft 5 ffl S^tfl
OJ o 00 o» 01 ..^ D OJ
fi ffl
i 3
!? J
5 i I 1 § 5 5 2
3 o
.S u
ra
^
I
i s? •ö
8 .3 ë o
ro
'«O
." ••ri
a QJ o2 to iei s to
u Z uDA B ka Ci
^ Ci
£
aCi s
00
a
Ï3 TT
flQJ fr QJ O
ka DA
g
4J
•O
fl
CJ B
OJ
JA tl
a Ji
I
TS G OJ
Ci
ft o
QQ cn
1
OJ
OJ
•" E
flffl > fl
ï^ -M 00 OJ S o
oo£ --
d
OJ
£
E
01
•a
fl
i
E
o
XJ QJ 00
iA k O O
UI
O O T3
> fl ffl >
c OJ
d
tJ o. )-•
5? 3
01 2 "ci 01 ,a k a a
ft "ffl J=
•£ I ^ .3
fc J2^ ïï
—
£
>
fl
JIJ •ffl
1 ffl E
S f g I
OJ OJ 00 OJ •a
Ë
2
flffl > fl ^ OJ OJ
o
"^ 's OJ
»
.SJ -
E
OJ Oü
; f l i OJ ft
OJ
I
B-'a ffl cn
X! o-
OJ
Ê? Cfl ö E
« g 's JJ OJ =* a a
OJ
5
fi ffl 8,
T3 > o g
E
o ca o
B t>
> B 4>
b E
i
ïï U ei ë 'S ^ i-A ë
& a k Of
ft» •fl u d 9
to
ft» a k ot
ë ti
d 9
to
«A
a 41
•fl GJ
B 9
to
a •fl
CJ
B 9
^ ë.^
to B 01 Oi
£
00^ 4» •a 01
B S
to to
I
01
JS 00
01
'H £ "a E
o U
•<
•3 fl ffl
9
(^
£ <
01 k
ft)
I
^ S 'Eb Ï J ra o 'EEO
w
t- o
u oo
2 Bp .^-E ra ? :g b .'S
loo
•s -
a01
o k
.SP S - co w U 3 '> "C
Of
.2 «ri ft)
..- w P S) 2
c -o b in « 5 _ -3 g g. 3 B " CL. 3 o o .
d
9
o ffl CJ n b .V Q
to
:& ^1 S f=3 p o ÏÏ •3 ö c CJ
'S a S ^ :^ S 8 ^ F 'S
.E D i e d
£CJ
d
**, ni
I '•I I a fl
E
o U
41 JS 00
'•B fl ffl
iS
01
a 9
01 k
£
<
iê 41
to
6.4. INDEX VAN DE FUNCTIES
A Aanbouwer Staalconstructies Aankomend Projectleider Aardingsmonteur Accountmanager Adaptatieadviseur Adaptatietechnicus Administrateur Administrateur (Bedrijfs-) Administratief Medewerker Administratief Medewerker P & O Administratieve Hulp Adviseur Gezondheidstechnische Voorzieningen Afdelingshoofd Afdelingssecretaresse Afleveraar Afleveringsmedewerker Afleveringsmonteiu: Afsteller Mechatronica After Sales Manager Afwerker Modellen Airco Monteur Allround Buitenmonteur Mach.(intemationaal) Allround Dakdekker Allround Dakdekker Bitumen en Kunststof Allround Gieterij medewerker Allround Lasser Allround Loodgieter Allroimd Meubelstoffeerder Allround Modelmaker Allround Operator Allround Verspaner Anodiseur AOI Operator Appendage Reviseur Motorenrevisie Applicatiebeheerder Applicatiedesigner Applicatieontwikkelaar Applicatieprogrammeur Arbeidsanalist Arbo Functionaris Arbocoördinator Archiefinedewerker Assemblagecontroleur
22A, 37A 7B 35 IA 44,49 49 2A, 2B 2C 2A, 2B, 2D, 4A,4B 2D 2A, 2B, 2D 44 47 4A 49 16A, 16B, 16C 16A, 16B, 16C 25 47 19 54 38 52 52 41 22A, 22B, 37A, 37B 36 18 28 29 20 50 33A 25 3B, 57C 3A 3A, 3B 3A 9 46 46 10 8
Assemblagemedewerker Assemblagemonteur Assistent Accountant Assistent Bedrijfscontroller Assistent Bedrijfsleider Assistent Communicatiemedewerker Assistent Expediteur Assistent Office Manager Assistent Procestechnoloog Assistent Projectleider Assistent Sloper Assistent Uitvoerder Dak- en Wandbeplating Assistent Zeefdrukker Autobekleder Autogeen Lasser Automatendraaier Automatendraaier/Insteller Autoplaatwerker Autoruitspecialist Autoschadehersteller Autoschadetechnicus Autosloper Autospuiter Autotechnicus Autotechnicus Personenwagens
48 A 25,49 2C 2A 12 IC 11 4A 8 62 39 55 51 18 22B, 37B 31 20 17A 17B 17A 17A 39 19 16B, 17A 16B, 16C
B Baliemedewerker Bandenspecialist Bankwerker Bankwerker/Lasser Bedrijfsautomobielen Bediener CNC-bewerkingseenheid Bedradingsmonteur Bedradingsmonteur (enkel-Zseriefabricage) Bedrijfsautotechnicus Bedrijfseconomisch Medewerker Bedrijfsleider Bedrijfsmanager Mobiliteitsbranche Bedrijfsvoerder Tankstation Begrotingscalculator Beheerder Telecommunicatie-netwerk Beoordelaar van Lasserskwalificaties Bestandsbeheerder Besteller/Administratief Medewerker BMBE Lasser Boekhouder Boekhoudkundig Medewerker Boorder Bramer Brand Marketeer Brandstofjpompen Specialist
IA, 4B, 4C 16 22A, 48A 22A 21 26 26 16C 2C 12,47 47 15 5 3B 60 3B 1A 22B, 37B 2B 2B 20 41 1C 16A, 16B, 16C
Bromfietstechnicus BromfietstechnicusZ-monteur Buiger CNC Business to Business Marketeer
16A 16A 63 IC
CAD Tekenaar CAD/CAM Operator Calculator Calculator Loodgieters- en Fittersbedrijf Caravanhersteller Caravanschadehersteller Caravanschademonteur Caravantechnicus Carrosserie Bouwer Carrosserie Bouwer Kunststof Carrosserie Bouwer Ombouwen Carrosseriebouwer Kunststof Carroussel Draaier Chauffeur Chauffeur Bergingswagen Chauffeur Hoogwerker Chauffeur Kraanwagen Nettenbouw Chauffeur Takel-/Kraanwagen Chef Schade Carrosserie Chef Werkplaats Motorvoertuigen Chef Werkplaats Plaatmakerij Chef Bedrijfsbureau Chef Crediteuren Chef Magazijn + Expeditie Chef Montage. Chef Monteur Koeltechniek Chef Personeelszaken Chef Postkamer Chef Technicus cv. (e.a.) Chef Tekenaar cv. (e.a.) Chef Tekenkamer ChefWerkplaats Chef Werkplaats Loodgieters- en Fittersbedrijf Chemisch Analist Cilinderkop Reviseur CNC Draaier CNC Frezer CNC Kotteraar CNC Plaatwerker CNC-Boorder CNC-draadvonkverspaner CNC-draaier CNC-Frezer/Steller CNC-Zinkvonkverspaner Commercieel Medewerker
6A, 6B 6A, 6B IB, 5 5 17A 17A 17A 17A,25,43 42 43 42 43 20 14A 14A 34 34 14A 12 12 12 5 2B 11 13 54 9 10 6A 6A 6A,6B 12, 16C 12 8 25 21 21 21 63 21 21 21 21 21 15
c
Commercieel Medewerker Binnendienst Commercieel Medewerker Export Communicatie Coördinator Conserveerder Constructeur Constructeur-Tekenaar-Projectleider Constructie-bankwerker Constructiewerker Constructiewerker/Apparatenbouwer Constructiewerker/Lasser Constructiewerker/Monteur Consultant Contactcenter Medewerker Contract Beheerder Controleur Carrosseriebouw Controller Coördinatieboorder Coördinator Datatypisten Coördinator Logistiek Coördinator Opleidingen Coördinerend Inspecteur Coquillegieter CV Installateur CV Monteur
IA, IB 61 1C 19 6 6B 22A 22A, 37A 37A 22A, 37A 22A, 37A 7A, 56A, 57A IA, IB 1A 8 2C 20 2A 11 45 58 41 36 36
D Dakdekker Dakdekker Pannen Database Administrator Databaseontwerper Datacommunicatie Installatietechnicus Datatypist De- en Montagemonteur Debiteurenadministrateur Decorateur Demonteur Motoren Design Technicus Elektronica Diagnosetechnicus Diagnosetechnicus/-monteur Directie Secretaresse (intemationaal) Directiesecretaresse Directiesecretaresse/Managementassistente Docent Documentalist Elektronica Draadvonkverspaner Draaier Draaier Motorenrevisie
52 52 57C 3A 33 2A, 4A 17A 2B 19 39 7A 16B, 16C 16B, 16C 4A 4A 4A 45 7A 21 20,21 20
E Eerste Autotechnicus Eerste Bedradingsmonteur
16B 26
Eerste Bedrijfs Autotechnicus Eerste Installatiemonteur Eerste Lasser Eerste Monteur Eerste Monteur Koudetechniek Eerste Monteur Voorman Eerste Motorfietstechnicus Eerste Technicus ICT Eindcontroleur Eindcontroleur Carrosseriebouw Elektricien Elektromachine Monteur Elektromonteur Emailleur Emballeur Engineer Engineer / Consultant Actieve ICT- infi-astmct. Engineer / Consultant Passieve ICT-Infiastmct. Engineer / Consultant Werkplekautomatisering Engineer Actieve ICT-infrastmctuur Engineer Passieve ICT-infrastructuur Engineer Werkplekautomatisering Essayeur Expeditiemedewerker Motorenrevisie Export Manager Export Manager Logistiek Export Medewerker Export Medewerker Binnendienst
16C 58 22A, 22B, 37A, 37B 16C, 33B, 34, 54 48B 16A 56C 8 8 35 25 35 30 31 6A, 56A, 57A 57A 56A 57A 57A 56A 57A 40 11 61 61 11,61 61
F Facilitair Medewerker Facturist Field Engineer Fietsenmaker Fietstechnicus FietstechnicusZ-monteur Fijnmechanicus Fijnmechanisch Verspaner Fijnplaatwerker CNC (incl. progr.) Filiaal Manager Financieel Stafinedewerker Financieel-economisch Medewerker Forceur Fotolasser Frezer
10 2A, 2B 7B 16A 16A 16A 23 21 21 47 2C 2C 30 22B, 37B 20,21
G Galvaniseur Galvaniseur Gereedschapmaker
30 50 23
Gevelmonteur Gieter (Coquille) Gieter/Smelter Gieterij MedewerkerZUitbreker Gieterij technicus Goudsmid Graveur Groepsleider Expeditie Groepsleider Receptie Groepsleider Tekenkamer
H Halbaas Hand Graveur Handgraveur Handvoinier Hardware Engineer Helpdesk Medewerker Hoofd Adaptatie Technicus Hoofd Administratie Hoofd AdministratieZBoekhouding Hoofd Algemene Zaken Hoofd Automatisering Hoofd Bedrijfsbureau Hoofd Bedrijfseconomische Afdeling Hoofd Begrotingscalculatie Hoofd Boekhouding Hoofd Calculatie Hoofd Financiële Administratie Hoofd Inteme Dienst Hoofd Inteme Service Dienst Hoofd Kwaliteitscontrole (Elektronica) Hoofd KwaHteitszorg Hoofd Magazijn Hoofd Marketing Hoofd Monteur Tractie- en Voedingsinstallaties Hoofd Opleidingen Hoofd Personeelszaken Hoofd Secretariaat Hoofd Service Onderhoud (Technische Automatisering) Hoofd Technische Dienst Hoofd Tekenkamer Hoofd Uitvoering Hoofd Uitvoering/Projectleider Hoofd Verslaggeving HR Adviseur Huismeester Hulp Magazijn/Expeditie Hulp Stoffeerder/Autobekleder Hulpdmkker Hulpexpediteur
55 41 41 41 8 30 24,30 11 4B 6A 12 24 30 41 7A 57C 49 2B 2A 10 3A,3B 5 2A,2C 5 2B IB 2C 10 10 8 8 11 IC 7B 45 9 4A 7C 59 6A 13 13 2A 9 10 11 18 51 11
Hulpmonteur cv. en Install. Hulpmonteur/Assistent Autotechnicus
36 16B
I ICT Beheerder ICT Netwerkbeheerder IJzerwerker Inbedrijfsteller Inbedrijfsteller Inbedrijfsteller Beveiligingsinstallatie Inbedrijfsteller Elektronica ïnbouwspecialist Industrieel Verwerker Inkoopmedewerker Inkoper Inkoper Elektronica Inpakker Inspecteur Sterkstroominstallatie Inspecteur A (Veiligheids) Inspecteur B (Veiligheids) Inspecteur Verdeelinrichtingen Installatie Adviseur Beveiliging Insteller Insteller/Stamper Instmmentatie Monteur Instmmentatie Technicus Instrumentatie Technicus Instrumentfitter Instmmentm aker Interieurbouwer Intemationaal Lasinspecteur (Intemational Welding Inspector) Isolatiemonteur Isolati eplaatwerker Isoleerder Plaatwerker
3B 57C 22A, 37A 32, 33B 7B, 32, 53 53 33B 16B, 16C 50 IA IA IA 31 58 58 58 26 53 20 20 32, 33B 32,33B 33B 25, 36, 38 23 42 60 37A 22A 37A
j Juridisch Medewerker Personeelswerk Juwelenzetter
9 30
K Kabelmonteur Kabeltrekker Kabelwerker/Grondwerker KAM Coördinator KAM Manager Kanter CNC Kanter/Zetter Kantinebeheerder Kemmaker Keurmeester Knipper/Walser/Smelter/Gieter/Perser Koerier
34 34 34 46 46 22A, 63 22A 10 41 I6C 31 14A
Kostprijsengineer Kotteraar Kraandrij ver/-m achini st KraandrijverZ-machinist (mobiele kraan) Kraanmachinist Portaalkraan Kmkas Slijper Kunststof Bewerker Kunststoflasser Kwaliteitscontroleur Productie Kwaliteitsfimctionaris projecten
L Laadsystemen Specialist Laboratorium Medewerker Lakkerij Medewerker Lamellenmaker Lasadviseur Lascoördinator Laspraktijkingenieur (Intemational Welding Engineer) Lasrobotprogrammeur Lasser Lasser Carrosseriebouw Lasspecialist Lasspecialist (Intemational Welding Specialist) Lastechnicus Lastechnisch Kwaliteitscontroleur Lay-out Ontwerper Elektronica Lead Engineer Leerling Monteur (Schadeherstel Carrosserie) Leidinggevend Inbedrijfsteller (Technische Automatisering) Leidinggevend Monteur Elektrotechnische installaties Leidinggevend Monteur Passieve ICT-infrastr. Leidinggevend Monteur Verkeersregelingsinst. Leidinggevend Monteur Werktuigkundige Installaties Leraar Bedrijfsschool, Lijnboorder Logistiek Medewerker Loonadministrateur
IB 20,21 14B 14B 11 20 43 43 8 46 25 8 31 48A 60 60 60 63 22A, 22B, 37A, 37B 22A 22B, 37B 60 22B, 37B 8,60 7A 7A 17B 7B 12,13 56B 34 12 45 20 11 2D
M Machinaal Houtbewerker Machinaal Vormer Machine - Houtbewerker Machine Bankwerker Machine Bouwer Machine Operator Machine Graveur Machinesteller/Spuitgieter Machinist Autolaadkraan met Hijsfijnctie Machinist Hiiswerk
42 41 42 22A, 37A 25 24 24 29 14B 14B
Machinist Mobiele Kraan Machinist Sloopwerk Magazijn Meester Magazijn-./Expeditiemedewerker Magazijnbediende Magazijnmedewerker Magazijnmeester Maintenance Consultant (Technische Automatisering) Maintenance Engineer (Technische Automatisering) Management Assistente Manager Engineering Manager Fysieke Distributie Manager HRM Manager Maintenance Support (Technische Automatisering) Manager Technische Dienst Marketing Assistent Marketing Medewerker Markiezen-/Zonneschermmaker Markiezenmaker Marktonderzoeker Materiaalbeheerder Matrijzenmaker Mechanisch Monteur E. Medewerker Adaptatietechniek Medewerker Administratie Medewerker Algemene Dienst Medewerker Arbo en Milieu Medewerker Assemblage Medewerker Bedrijfsadministratie Medewerker Bedrijfsbureau Medewerker Bedrijfseconomische Afdehng Medewerker Bedrijfsrestaurant Medewerker Chemische Oppervlaktebehandeling Medewerker Commerciële Binnendienst Medewerker Crediteurenadministratie Medewerker Debiteuren/Crediteuren Medewerker Facihtaire Dienst Medewerker Facturering Medewerker Fijnmechanische Bewerkingen Medewerker Financiële Administratie Medewerker Grootboek Medewerker Helpdesk Medewerker Huishoudelijke Dienst Medewerker ICT Medewerker Interieurbetimmering Medewerker Interne Dienst Medewerker Logistiek Medewerker Marketing Medewerker Micro Chromeplating Medewerker Namontage
I4B 14B 11 11 11 11 11 7C 7C 4A 7A, 57A 11 9 7C 59 1C, 4A 1C 48A 48A 1C 11 23 34 49 2A, 2D 10 46 25, 33A 2A 5 2C 10 50 1A, 1B 2B 2A 10 2A, 2B 23 2B 2A, 2B 3B 10 3A, 57C 42 10 11 1C 50 33A
Medewerker Personeelsregistratie Medewerker Personeelszaken Medewerker Polyesterbewerking- en verwerking Medewerker Postkamer Medewerker Receptie Medewerker Registratie Medewerker Salarisadministratie Medewerker Secretariaat Personeel & Organisatie Medewerker Servicedienst (Technische Automatisering) Medewerker Tankstation Medewerker Technische Dienst Medewerker Textiel Medewerker Vastlegging Medewerker Verkoop Binnendienst Medewerker Verzendafdeling Medewerker Voorraad/Retouren Meesterlasser Meesterlasser (Intemational Welding Practisioner) Meet- en Regeltechnicus Meewerkend Voorman Meewerkend Voorman (inteme) Technische Dienst Meewerkend Voorman Montage Meewerkend Voorman Technische Dienst Meewerkend Voorman U en W Metaalbewerker Meubelmaker Meubelmonteur Cairosseriebouw Meubelstoffeerder Middelbaar Lastechnicus (Intemational Welding Technologist) MIG/MAG Lasser Milieu Coördinator Modelmaker Modelmaker Carrosseriebouw Modelmaker hout/kunststof Montage Assistent Elektronica Montage Inspecteur Montage Medewerker Hout Montage Technicus (Technische Automatisering) Montageleider Montageleider (intem) Montageleider Dak- en Wandbeplating Montagemedewerker Montagetechnicus Montagetechnicus Beveiliging Monteur Monteur (inteme) Technische Dienst Monteur Aarding en Bliksembeveiliging Monteur Apparaten (nieuwbouw) Monteur Beheer & Onderhoud Passieve ICT-infi-astmctuur
2D 9 43 10 4B 2A 2A, 2D 4A 7C 15 59 48A 2A IA, IB 11 1A 22B, 37B 60 7B, 32 37A 59 25 59 36 22A, 37A, 63 22A, 28 25 18 60 22B, 37B 46 28 28 28 31 13 42 7B 13 12 55 43, 25, 33A 56B, 56C 53 16B, 25, 33A, 48B, 55, 56B 59 35 25 56C
Monteur Beveiliging Monteur Beveihgingsinstallaties Monteur Buitendienst Elektronica Monteur Carrosseriebouw Monteur Carrosseriebouw Kunststof Monteur Computerbekabeling Monteur Dak- en Wandbeplating Monteur Data Elektra Monteur Elektro + Instmmentatie Monteur Elektronica Monteur Elektronica Buitendienst Monteur Elektrotechnisch Wikkelen Monteur Elektrotechnische Panelen Monteur Exterieur Carrosseriebouw Monteur Goud/Zilver Monteur Koeltechniek Monteur Loodgieters- en Fittersbedrijf Monteur Mechanische Revisie Elektromotoren Monteur Mechatronica Monteur Meet- en Regeltechniek Monteur Motoren Monteur Passieve ICT-infrastmctuur Monteur Technische Dienst Monteur Tester Mechatronica Monteur Utiliteitsbouw Monteur Woningbouw Monteur Zonwering Monteur/Bankwerker Monteur/Tester/Afsteller Mechatronica Motordemonteur Motorfietstechnicus Mutatiemedewerker
53 53 33B 43 43 26 55 34 32, 33B 26 33 27 26 25 20, 30 54 36 27 25 32 38 56B 59 25 36 36 48B 22A, 37A 25 39 16 A 2D
N Nacalculator Netwerkbeheerder
IB 3B, 57C
o Onbezoldigd Opsporingsambtenaar Onderhoudsdeskundige Brandmeldinstallaties Onderhoudsmonteur Ontwikkelaar Hardware Elektronica Operator Elektrolyse Operator Galvano Operator Lasersnijmachine Operator Ponsnibbelmachine Opleidingscoördinator Opleidingsfiinctionaris Opmeter isolatie/Werkvoorbereider Oppervlakte - veredelaar Order Project Manager
40 53 36, 37A, 38 7A 29 29 21, 63 21, 63 45 9 5 20, 30 62
Orthopedisch Orthopedisch Orthopedisch Orthopedisch
Instmmentmaker Schoentechnicus Technicus Technisch Medewerker
44 44 44 44
p P&O medewerker Paneelbouwer Patineur Personeelsfimctionaris Pijp- of Plaatiasser Pijpenbewerker Pijpenlegger Pijpenmonteur Pijpfitter Plaat- en Constmctiewerker Plaatwerker Plaatwerker Carrosseriebouw Planner PLG-EngineerZMP-Engineer Polijster (Matrijzen) PoliseurZSlijper Pompbediende PonserCNC Praktijkopleider Praktijkopleider (A,B,C) Proces Operator Procesbewaker Galvano Procesbewaking Assistent Procesoperator Productie Controleur Productie Medewerker Zonwering/Rolluiken Productieassistent Productiechef Productieleider Productiemanager Productiemedewerker Productontwikkelaar Proefstand Monteur (wikkelen) Proefstandmonteur ProgammeurZBediener CNC-Bewerk.-eenheid Programmeur Programmeur Besturing Programmeur CNC-Bewerkingseenheid Project Manager Beveiligingsinstallatie Projectcoördinator Bedrijfsbureau Projectieider Projecfleider ICT Proj ectleider Install.
9 26 30 9 22A, 22B, 37, 37B 22A, 37A 22A, 37A 22A, 37A 22A, 37A 37A 17A, 22A, 37A, 63 22A 5 7A 23 20,30 15 21 45 45 29 8 8, 29 29 8 48A 31 12 29 33A 31 6B 27 27 21 3A, 3B, 7A 7A 5, 21, 63 53 5 7B, 13,62 3A 13
projectleider Meet- en Regeltechniek Projecfleider Specials ProjecfleiderZVestigingsleider projectmanager projectmanager Koudetechniek Puntlasser
32 62 13 7B, 13, 56B, 57B 13 31
Q Quality Assurance Engineer
8
R R&D-Engineer R&D-Technicus Receptionist Receptionist Carrosseriebouw Receptionist/Planner Receptionist/Typist Regio Manager Reparateur Research-Instmmentenmaker (Optiek, Laser, Metaal, Glas) Revisietechnicus Motoren Revolverdraaier Rietdekker Rolnaadlasser
6B 6B 4B 4C 4C 4B 47 30 23 25 31 52 31
Sales Coördinator Samensteller Staalconstmcties Schade-expert Carrosseriebouw Schadehersteller Scheepsbouwer Scheepsconstmctiewerker Scheepstimmerman Schilder Schoonmaker Schuurder/Plamuurder Secretaresse Secretaresse Personeelszaken Secretarieel Medewerker Secretariële Hulp Service Adviseur Mobiliteitsbranche Service Engineer (Technische Automatisering) Service Manager (Technische Automatisering) Service Monteur (Automitschadeherstel) Service Monteur Apparaten Service Monteur Installaties Service Technicus Service Technicus Beveiliging Service Technicus Hoog Vacuüm Service Technicus Motoren
2A, 2D IA 22A, 37A 5 17A 22A 22A, 37A 42 19 10 19 4A 9 4A 4A 4C 7C 7C 17B 38 36 35, 36, 38, 57B 53 36 25
sSalarisadministrateur
Servicecoördinator (Technische Automatisering) Servicecoördinator Beveiligingsinstallatie Servicemedewerker Tankstation Servicemonteur Servicemonteur Loodgieters- en Fittersbedrijf Servicemonteur Apparaten Servicemonteur Buitendienst Servicemonteur Carrosseriebouw Servicemonteur Elektro Servicemonteur Elektro Servicemonteur Install. Servicemonteur Koeltechniek Servicemonteur Radio Televisie Video Servicespecialist (Technische Automatisering) Slijper Slijper CNC Slijper/Polijster Sloopbrander Sloper SMD Operator Smelter/Gieter/Vormer/Kemmaker SMT Production Engineer Software Engineer (Technische Automatisering) Specialist Zonwering Spuiter Spuiter Beschermingsmiddelen Staalstempeldmkker Stafhinctionaris KAM Stafmedewerker Administratieve Organisatie Stafinedewerker Arbo Stafmedewerker KwaHteit Stafinedewerker Milieu Stamper/Steller Steigerbouwer Steller/Bediener CNC-bewerkingseenheid StellerZBediener Lasersnijmachine StellerZBediener Ponsnibbelmachine StellerZOperator Stempelmaker Stenenzetter Stenotypist (NederlandsZVreemde Talen) Steno-typiste Stoffeerder Storingsmonteur Straler StralerZSpuiterZConserveerder Systeemanalist Systeembeheerder S ysteemengineer S ysteemontwerper
7C 53 15 7C, 27, 49, 56C 36 38 33B 38 34 34 36 54 33B 7C 20 21 31 39 39 33A 28,41 33A 7A 48B 19 19 51 46 2C 46 8 46 21 37A 21 21 21 21,63,29 23 30 4A 4A 18 36, 38, 54 19 19 3A, 3B 3B 7A, 56A, 57A 3A,7A
Systeemontwerper PLCZMP-besturing Systeemontwikkelaar Software
7 7A
T Tankmedewerker Teamleider Adaptatietechniek Teamleider Salarisadministratie Technicus Technicus Install. Technicus alle voertuigen Technicus Data Elektra Technicus Keurstempels Technicus Landbouvraiechanisatie Technicus Netwerkinfrastmctuur Technicus Seinwezen Technicus Werkplekautomatisering Technisch Adviseur Buitendienst Technisch Adviseur Zonweringen Technisch Bedrijfsleider Technisch Beveiliger Technisch Coördinator Technisch Inkoper Technisch Opleider Technisch Receptionist Technisch Tekenaar Tekenaar Tekenaar 2- of 3-ZDTekenaar Loodgieters- en Fittersbedrijf Tekenaar (CAD) Tekenaar Calculator Tekenaar Install. Tekenaar Werkvoorbereider Tekenaar-Constmcteur Telefonist TelefonisteZReceptioniste Test en Repair Medewerker Tester TIG Lasser Timmerman Touch-Uj>per TractormonteurZMecanicien Trade Marketeer Trailer Monteur Trailermonteur Trainer Trainingsinstmcteur Transport Begeleider Transporteur Tweewielermonteur Typist
15 49 2D 33B, 35, 56B, 56C 6A 16A, 16B, 16C 34 31, 40 38 57B 7B 57B 48C 48C 12 53 8 IA 45 4C 6A, 6B 6A, 6B 6A, 6B 6A 6A, 7A 6A 6A 6A 6A 4B 4B 33A 25, 26, 57B 22B, 37B 42 33 A 38 1C 16C 16C 45 45 14A 11 16A 4A
u
Uitbreker Uitvoerder UitvoerderZChef Montage UitvoerderZChef Montage (intem) Universeel Draaier
41 13 13 12 20
V Veiligheidsinspecteur Verkoop Binnendienst medewerker Verkoop Specialist Verkoopleider Verkoopleider Elektronica Verkoopmedewerker Verkoper Binnendienst Verkoper Tankstations Verspaner Vestigingsleider VGM Coördinator Vlakgraveur Vlakgraveur Vlakslijper Motorenrevisie Voorbewerker Voorbewerker Spuiten Voorman Voorman Carrosseriebouw Vooraian Dak- en Wandbeplating Voorman Montage Zonwering VoomianZChef Werkplaats Carrosseriebouw Vorkheftmckrijder Vormer
58 ! A, IB 15 IA, IC IA, IC 15,48C IA, IB 15 20 47 46 31 31 20 17 A 19 12, 13 + diverse 12 55 48B 12 11 41
w Walser Wasstraat Medewerker Werkplaatsmanager Mobiliteitsbranche Werkplekbeheerder Werkvoorbereider Werkvoorbereider Elektronica Werkvoorbereider Timmerindustrie WerkvoorbereiderZPlanner/Programmeur Wikkelaar
63 15 4C 3B 5 5 42 5 27
z Zeefdrukker Zetter CNC Zilvermonteur Zilversmid Zinkvonkverspaner
51 63 30 30 21
r^
4J •••
z
to to Q
(N
§
Z
UJ
N
s
zUJ
1—4
^ N CA
>
z.
UJ
o O S
UJ H U W CA
to
N < H UJ
CQ
H
Q
w bd - J UJ >—'
UJ UJ CA
O
Pk Vl
1—1
3 ^ < UJ ^ Q H
O
H UJ tA
UJ
Q
UJ UJ H CA UJ
w
>
fr c/l <
to
u
^
•—' 06 C^ W K
W
2g
N
uT
o
N UJ O H UJ < W J
S ffi Q
Al
Cl< UJ UJ H
0 to to
p
CQ CA CA
O H
UJ
1—1
^
CA
5
u
ï^ 2;< öo
^
UJ «
<
t-
d o Q
1 Q
> Q
ii
S^
g
I
n
OJ)
OJ
fl ffl ft
1 o cn
OJ
B
ffl J=l *-
fl ffl > 'S 'c
— OJ
;fl u
i
ffl o o Ë
N cn
o c
fl01
.^
ffl
SS a
OJ
oa -.-I
> ffl -a 2J2 I g OJ Ifl t-i • H
& iJ ^ ^ ^ B tfl
C ,0J
^
flffl TS OJ
OJ 00
OJ
•g fl
•o
ffl
o
fl ffl >
> ta -s o o 2 N
B OJ
in OJ
SI
to
tol
CA
O
ffl 00 01 OJ >
^ G OJ t i Cfl OJ ' a
öö
£ :s
K
r-l
ffl
1 t>
sft
fl s OJ
_H
'E'S 00 00 ffl OJ OJ OJ OJ
o
c 2
ffl X« § ffl •.i
>
«ri
!Ê x;
o
Vi
fl
OJ
a J2
c ffl > E 'S X. ^ !i
iI
"1 x: OJ
ES y
2-E,
f— N
oo 'E ï . OJ
?ê tji
•J
s_) UJ OH
TS
CA
>
m Q
flffl 5?
'flU 4-1
J3
_
«* JS
^
ffl
ffl ffl ft OJ m
fl
"O C
ft U O
•JU
e 'S
OJ
cQ
cn U OJ
o
o
'tn Vi
OJ
Si
—
fl
"ÖJ Xi
fl ^ ^ U O XI P OJ
ft 01
>
^1
OJ
OJ
OO .G
0^ UJ UJ P*^
fl OJ cn OJ m OJ
>s ëoo 00s •E 1^ 'üü'O
S o P
OJ
e's s
^y]
o
ril
«I'S
ffi
OJ
^<
C3
^