Februari 1979
D.C.: 669.14-422.1:691.328
Betonstaal met betere aanhechting Afmetingen, massa, toelaatbare afwijkingen Algemene eisen
EURONORM
82-79 Deel 1
Inhoud 4.3 Lengte 4.4 Rechtheid
1
TOEPASSINGSGEBIED
2
DEFINITIES
3
AANDUIDING
4
AFMETINGEN EN TOELAATBARE AFWIJKINGEN VAN MAAT EN VORM 4.1 Nominale diameter 4.2 Doorsnede
1
MASSA EN TOELAATBARE AFWIJKINGEN VAN DE MASSA KEURING VAN DE VORM EN PROFILERING 6.1 Keuringsom vang 6.2 Uitvoering van de keuring
TOEPASSINGSGEBIED
Deze EURONORM is van toepassing op warmgewalst en op koudvervormd betonstaal met betere aanhechting dat in staven met een nominale diameter van 4 tot 50 mm wordt geleverd, en bestemd is voor niet-voorgespannen wapening van beton. Toepassing van de norm op staven met een diameter van meer dan 50 mm dient speciaal te worden overeengekomen.
Behalve de in deel 1 vermelde algemene eisen gelden voor de diverse soorten de in de volgende delen van deze EURONORM vastgelegde bepalingen.
2 DEFINITIES Onder betonstaal met betere aanhechting wordt verstaan staal met een speciale vorm van het oppervlak of van de doorsnede, waardoor een betere aanhechting dan bij gladde staven wordt bereikt. Tot deze groep behoren staalsoorten waarvoor bepaalde minimale waarden van de aanhechtingsspanning (') door middel van een erkende beproevingsmethode (2) worden aangetoond.
3
Bij de in de volgende delen van deze EURONORM opgenomen soorten kan er van worden uitgegaan, dat aan deze voorwaarden is voldaan.
(') b.v. volgens de aanbevelingen van het Comité européen du Béton (CEB). (2) b.v. volgens de richtlijnen van de Réunion internationale des Laboratoires d'essais et des matériaux (RILEM).
AANDUIDING — het nummer van de in aanmerking komende maatnorm.
3.1 Bij de bestelling van betonstaal met betere aanhechting moeten in de aangeduide volgorde worden genoemd : — de benaming „Betonstaal"; — de nominale diameter (in mm) — de benaming van de staalsoort (overeenkomstig EURONORM 80); — de letters voor de leveringstoestand, resp. de oppervlakteuitvoering (HK of HW, zie EURONORM 80);
3.2 Voorbeeld voor de aanduiding van een koudvervormde geribde betonstaalsoort met betere aanhechting volgens EURONORM 82 deel 2 met een nominale diameter d = 16 mm van staal Fe B 40 volgens EURONORM 80: Betonstaal 16 Fe B 40 HK EU 82 deel 2.
Slechts de laatste uitgave van de geciteerde EURONORMEN is geldig Alle reproduktieréchten voorbehouden aan de nationale normalisatie-instituten der Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen
EURONORM 82 — Deel 1 — Bladzijde 2 4
AFMETINGEN EN TOELAATBARE AFWIJKINGEN VAN MAAT EN VORM
Voor zover in de volgende delen van deze EURONORM niet anders is vermeld, gelden de volgende bepalingen : 4.1
Nominale diameter
4.1.2 De werkelijke diameter van een staaf wordt uit de massa berekend (zie punt 4.2.2). Deze komt overeen met de diameter van een gladde staaf met cirkelvormige doorsnede met dezelfde massa per lengte-eenheid.
4.1.1 De nominale diameters waarin staven met betere aanhechting worden geleverd zijn opgenomen in tabel 1.
Tabel 1 Nominale diameter, nominale doorsnede, nominale massa en toelaatbare afwijkingen van de nominale doorsnede bij staven betonstaal met betere aanhechting Nominale diameter(') d
Nominale doorsnede mm 2
mm
Nominale massa Toelaatbare afwijking in %
kg/m
12,6 19,6 28,3
± 10
0,097 0,154 0,222
8 10 12
50,3 78,5 113
± 8
0,395 0,617 0,888
14 16 18 20
154 201 254 314
± 6
1,21 1,58 2,00 2,47
22 25 28 32 36 40 50
380 491 616 804 1020 1260 1960
± 5
2,98 3,85 4,83 6,31 7,99 9,86 15,4
40 50 6
0) De vet gedrukte nominale diameters moeten bij voorkeur worden toegepast. (2) Deze diameters komen alleen in aanmerking bij koudgewalste betonstaalsoorten.
4.2 Doorsnede
(Q in mm2, G in g, L in mm); (zie de punten 6.1 en 6.2).
4.2.1 De nominale doorsneden berekend uit de nominale diameters, alsmede de voor de afzonderlijke staaf geldende toelaatbare afwijkingen van de nominale doorsnede (vaststelling volgens de punten 4.2.2, 6.1 en 6.2) zijn vermeld in tabel 1.
4.3 Lengte 4.3.1 Betonstaal volgens deze EURONORM wordt gewoonlijk in handelslengten van 12 en 14 m geleverd.
4.2.2
De werkelijke doorsnede Q wordt berekend uit de massa M en lengte L van de proefstukken volgens de vergelijking 127,4· G Q =
4.3.2
De levering van lengten anders dan handelslengte moet bij bestelling worden overeengekomen. De toelaatbare lengteafwijking bedraagt ±100 mm voor lengten tot en met 20 m.
EURONORM 82 — Deel 1 — Bladzijde 3 4.3.3
4.4 Rechtheid
Kleinere lengteafwijkingen dan in 4.3.2 moeten speciaal worden overeengekomen. Ook moeten de toelaatbare lengteafwijkingen voor lengten van meer dan 20 m worden overeengekomen.
Warmgewalste staven volgens deze EURONORM worden gewoonlijk walsrecht (niet nagericht) of vanaf de ring gericht geleverd. Voor koudvervormde staven gelden met walsrecht vergelijkbare eisen.
5
MASSA EN TOELAATBARE AFWIJKINGEN VAN DE MASSA
5.1
afwijkingen van de massa in procenten van de totale massa van een geleverde partij gewaarborgd.
De in tabel 1 aangegeven nominale massa is met een volumieke massa van 7,85/kg/dm3 berekend uit de nominale doorsnede. 5.2 Bij bestelling van lengten anders dan handelslengte (zie punt 4.3.2) worden de in tabel 2 aangegeven toelaatbare
Bij levering volgens 4.3.3 moeten de toelaatbare afwijkingen van de massa worden overeengekomen. Als afwijking van de massa in deze zin geldt het verschil tussen de werkelijke massa en de theoretische massa. De theoretische massa wordt berekend uit de nominale massa volgens tabel 1 en de som van de nominale lengte van alle geleverde staven.
Tabel 2 Toelaatbare afwijkingen van de massa voor de totale partij bij bestelling van lengten anders dan handelslengte Toelaatbare afwijkingen van de massa in % voor geleverde partijen
Nominale diameter d mm boven
tot
5= 5 t
< 5 t
6 12 20
6 12 20 50
± ± ± ±
± ± ± ±
6
7 6 5 4
9 8 6 5
KEURING VAN DE VORM EN PROFILERING
6.1 Keuringsom vang
6.1.1 Voor keuring van de afwijkingen van de nominale doorsneden worden uit elke proefpartij volgens EURONORM 80 drie monsters van voldoende lengte maar met een totale massa van ten hoogste 10 kg willekeurig genomen uit verschillende staven van de proefpartij.
6.1.2 Deze proefstaven moeten recht afgesneden zijn en mogen niet worden bewerkt.
6.2 Uitvoering van de keuring 6.2.1 De afwijkingen van de nominale doorsnede worden vastgesteld aan de hand van het verschil tussen de werkelijke en de theoretische massa van de proefstukken. Hiertoe wordt de proeflengte tot op 1 mm nauwkeurig gemeten, en de massa tot op 1 g nauwkeurig bepaald. Als keuringsresultaat geldt de gemiddelde waarde van de weegresultaten van de drie proefstukken. 6.2.2 De regelmatige controle van de hechteigenschappen (zie punt 2) bij betonstaal volgens deze EURONORM vindt plaats door meting van de geometrische oppervlaktekenmerken der staven en het voldoen hiervan aan de in deze EURONORM genoemde specificaties.
Februari 1979
D.C.: 669.14-422.1:691.328
Betonstaal met betere aanhechting Afmetingen, massa, toelaatbare afwijkingen Aanvullende voorschriften voor geribde staalsoorten
EURONORM
82-79 Deel 2
Naast de algemene voorschriften voor betonstaal met betere aanhechting volgens EURONORM 82, deel 1, gelden voor geribde staalsoorten de volgende aanvullende bepalingen.
1
TOEPASSINGSGEBIED
Dit deel geldt voor warmgewalst geribd betonstaal met betere aanhechting die — in warmgewalste (en eventueel daarna koudgerekte) of
2
— warmgewalste en daarna koudvervormde toestand worden geleverd. Dit deel geldt niet voor koudgewalste resp. koudgeprofileerde betonstaalsoorten.
DEFINITIES
2.1 Algemene definities voor staalsoorten met betere aanhechting zie EURONORM 82, deel 1.
2.2
over de gehele lengte van de staaf verdeelde loodrecht of schuin ten opzichte van de asrichting van de staaf verlopende ribben. De staven moeten beveiligd zijn tegen uitdraaien uit het beton en daartoe zijn voorzien van ten minste één doorlopende langsrib of van reeksen dwarsribben met verschillende of tegengestelde helling ten opzichte van de lengte-as van de staaf.
Bij betonstaalsoorten volgens dit deel 2 wordt een betere aanhechting bereikt door ten minste 2 reeksen gelijkmatig
3
AANDUIDING
Zie EURONORM 82, deel 1.
4
AFMETINGEN EN TOELAATBARE AFWIJKINGEN VAN MAAT EN VORM 4.5 Dwars- en schuine ribben (zie voorbeelden in
4.1 Nominale diameter Zie EURONORM 82, deel 1.
fig· 1) 4.5.1 Hoogte a en afstand c van de ribben
4.2 Doorsnede Zie EURONORM 82, deel 1.
Voor de hoogte a en de afstand c van dwars- of schuine ribben gelden de waarden in — Tabel 1 voor staven met ribben met constante hoogte (overeenkomstig fig. la);
4.3 Lengte Zie EURONORM 82, deel 1. 4.4 Rechtheid Zie EURONORM 82, deel 1.
— Tabel 2 voor warmgewalste (en eventueel daarna koudgerekte) staven met sikkelvormige ribben (overeenkomstig fig. Ib en le); — Tabel 3 voor warmgewalste en vervolgens koudgetordeerde staven met sikkelvormige ribben (overeenkomstig fig. ld).
Slechts de laatste uitgave van de geciteerde EURONORMEN is geldig Alle reproduktieréchten voorbehouden aan de nationale normalisatie-instituten der Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen
EURONORM 82 — Deel 2 — Bladzijde 2 De ribreeksen mogen ten opzichte van elkaar verspringen.
4.6 Langsribben
4.5.2 Riblengte
Bij over het gehele staalprofiel schroefvormig verlopende schuine ribben moeten langsribben met een hoogte van ten minste 0,07 d (d = de nominale diameter) aanwezig zijn.
4.5.2.1
4.7 Tordeergraad (spoed)
De dwars of schuine ribben moeten zich over ongeveer 80% van de uit de nominale diameter berekende omtrek van de staaf uitstrekken.
Bij koudgewalste staven (overeenkomstig fig. ld en tabel 3) moet de tordeergraad (spoed) circa lOd (d = de nomina le diameter) bedragen.
4.5.2.2
4.8 Geprojecteerd riboppervlak fR
Ribben met constante hoogte (bij staven volgens tabel 1, fig. la) moeten in eventueel aanwezige ribben in de lengte richting overgaan.
Indien aan een of meer voorschriften van de punten 4.5 tot 4.7 niet is voldaan, kan het geprojecteerd riboppervlak worden vastgesteld. Voor zover bij de bestelling niet an ders is overeengekomen, worden de staven geacht aan de eisen te voldoen indien de in de tabellen 1 tot 3 genoemde waarden fR worden bereikt.
4.5.2.3 Sikkelvormige ribben (bij staven volgens de tabellen 2 en 3, fig. lb t/m ld) mogen niet in de eventueel aanwezige langsribben overgaan. Zij moeten een gelijkmatig parabo lisch verloop over de gehele lengte vertonen.
Voor het geprojecteerd riboppervlak geldt de volgende formule : kFrsinß fR = jd
4.5.3 Hellingshoek β
Het tweede lid van de optelsom geldt alleen bij koudgetor deerd staal volgens tabel 3 resp. fig. ld.
De hellingshoek β ten opzichte van de lengteas van de staaf moet:
In de formule hebben de letters de volgende betekenis : k = aantal reeksen schuine of dwarsribben Fr = snijvlak in de lengterichting van een schuine of dwarsrib in het aspunt β = helling van schuine of dwarsribben ten opzichte van de lengteas van de staaf d = nominale diameter van de staaf c = afstand van de schuine of dwarsribben i = aantal langsribben aj = hoogte van de langsribben jd = tordeergraad (spoed) bij koudgetordeerd staal.
— ten minste 35° bedragen bij ribben met constante hoogte (staven volgens tabel 1, fig. la) — ten minste 35° tot 75° bedragen bij sikkelvormige rib ben (staven volgens de tabellen 2 en 3, fig. lb t/m ld). 4.5.4 Hellingshoek van de flanken α De hellingshoek van de flanken α moet bij alle ribben ten minste 45° bedragen.
5
MASSA EN TOELAATBARE AFWIJKINGEN V AN DE MASSA
Zie EUR ONOR M 82, deel 1.
6
KEURING
6.1 Keuringsom vang
6.2.2.1 Hoogte van de ribben
Zie EURONORM 82, deel 1.
De ribhoogte a moet bij sikkelvormige ribben worden ge meten op de plaats waar de ribhoogte het grootst is.
6.2 Uitvoering van de keuring
6.2.2.2 Ribafstand
6.2.1 Afwijking van de nominale doorsnede
De afstand c van de dwars of schuine ribben wordt ge vonden door de lengte van de meetafstand te delen door het aantal zich daarin bevindende ribvelden.
Zie EURONORM 82, deel 1.
EURONORM 82 — Deel 2 — Bladzijde 3 ten minste 10 d (d = nominale diameter) bij staven volgens de tabellen 1 en 2, resp. de fig. la t/m lc,
Als meetafstand geldt daarbij de rechtlijnig en evenwijdig aan de lengte-as van de staaf vastgestelde afstand tussen het middelpunt van een rib en dat van een andere rib aan dezelfde kant van de staaf; de lengte van de meetafstand bedraagt
7
de spoed bij koudgetordeerde staven volgens tabel 3, resp. fig. ld.
AANDUIDING
Voor de aanduiding van betonstaal met betere aanhechting door middel van ribben geldt EURONORM 80.
Tabel 1 Ribhoogte, ribafstand en geprojecteerd riboppervlak bij staven metribbenvan constante hoogte (zie fig. 1 a)
Nominale diametet d mm
6 8 10 12 14 16 18 20 22 25 28 32 36 40 50 (') Zie punt 4.8.
Ribhoogte
Geprojecteerd Riboppervlak FR C)
Ribafstand C
a mm min.
min.
max.
min.
0,30 0,40 0,50 0,60 0,70 0,80 0,90 1,00 1,10 1,25 1,40 1,60 1,80 2,00 2,50
3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10,0 11,0 12,5 14,0 16,0 18,0 20,0 25,0
6,0 8,0 10,0 10,0 11,2 12,8 14,4 16,0 17,6 20,0 22,4 25,6 28,8 32,0 40,0
0,044 0,044 0,044 0,052 0,054 0,054 0,054 0,054 0,054 0,054 0,054 0,054 0,054 0,054 0,054
mm
EURONORM 82 — Deel 2 — Bladzijde 4 Tabel 2 Ribhoogte, ribafstand en geprojecteerd riboppervlak bij warmgewalste staven met sikkelvormige ribben (zie fig. 1 b en 1 c)
Nominale diameter d mm
6 8 10 12 14 16 18 20 22 25 28 32 36 40 50
Ribhoogte
Ribafstand c
a mm min.
Gemiddelde waarde mm
0,39 0,52 0,65 0,78 0,91 1,04 1,17 1,30 1,43 1,63 1,82 2,08 2,34 2,60 3,25
5,1 6,0 6,5 7,2 8,4 9,6 10,8 12,0 13,2 15,0 16,8 19,2 21,6 24,0 30,0
Geprojecteerd riboppervlak Toelaatbare afwijking in %
± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ± ±
20 20 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15
FR(')
min.
0,039 0,045 0,052 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056
{') Zie punt 4.8.
Tabel 3 Ribhoogte, ribafstand en geprojecteerd riboppervlak bij koud gesorteerde staven met sikkelvormige ribben (zie fig. 1 d)
Nominale diameter d mm
6 8 10 12 14 16 18 20 22 25 28 32 36 40 50 (») Zie punt 4.8.
Geprojecteerd riboppervlak
Ribafstand c
Ribhoogte a mm min.
Gemiddelde waarde mm
Toelaatbare afwijking in %
0,39 0,52 0,65 0,78 0,91 1,04 1,17 1,30 1,43 1,63 1,82 2,08 2,34 2,60 3,25
8,0 8,6 8,8 9,6 11,2 12,8 14,4 16,0 17,6 20,0 22,4 25,6 28,8 32,0 40,0
±20 ± 20 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15 ± 15
FRO)
min.
0,039 0,045 0,052 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056 0,056
EURONORM 82 — Deel 2 — Bladzijde 5 Fig. 1. — Voorbeelden van betonstaalsoorten met betere aanhechting door middel van ribben 1 a) Warmgewalst staal met dwarsribben (letteraanduiding NR) Ψ
μ
.f,
jf\
.fl
>
\ /*
1 b) Warmgewalst staal met schuine ribben (letteraanduiding HW)
1 c) Warmgewalst staal met schuine ribben met uiteenlopende helling ten opzichte van de lengteas (letteraanduiding HW)
/
*Λ 10d
1 d) Koudgetordeerd staal met schuine ribben (letteraanduiding HK)
1 e) Lengtedoorsnede van geribd betonstaal
1 ΖΖΟΖ//Ζ/ΖΖΖΖΖΖ//ΖΖΖ/ΖΖΖ/Λ 'S'/'/////////////, s////////////'// ■ ///////'■ /y//////////// //> y///////'
Yy/zz/z/ÆMy/z/A^Å '//////////A -LU-
BFR 100
DKR 17,20
DM6,40
FF 14
LIT 2 600
HFL 6,80
BUREAU VOOR OFFICIËLE PUBLIKATIES DER EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Boîte postale 1003 — Luxembourg De EURONORMEN zijn verkrijgbaar bij : In Nederland: Nederlands Normalisatie-Instituut (NNI), Polakweg 5, Rijswijk (ZH)-2106 In België: Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN), Brabançonnelaan 29, 1040 Brussel
UKL 1.80
USD 3
Catalogusnummer: CD-22-77-176-NL-C