“Betere vooruitzichten na een moeizame start” Conjunctuurenquête Expeditiesector 2e kwartaal 2015
“Betere vooruitzichten na een moeizame start”
“Betere vooruitzichten na een moeizame start” Conjunctuurenquête Expeditiesector 2e kwartaal 2015
De 3-maandelijkse conjunctuurenquête van het BITO heeft tot doel om te peilen naar de evolutie van de expeditiesector en naar de verwachte ontwikkelingen op korte termijn.
Commentaren
De commentaren, die op de enquête ingevuld werden, wijzen op: - blijvende onzekerheid,
De resultaten van de enquête en het conjunctuurrapport kunnen een aanvulling en/of bevestiging zijn van wat de individuele expediteur ervaart: enerzijds door wat een aantal bedrijven in de sector ervaren en verwachten, anderzijds door een overzicht te geven van andere (meta)gegevens en van enkele verschillende vooruitzichten en vertrouwensindexen en op die manier de sector binnen een bredere context te plaatsen.
De conjunctuurenquête is één onderdeel van een reeks analyses die de evoluties in de sector probeert te beschrijven. Andere recurrente analyses zijn de maandelijkse vacature-index ‘Transport & Logistiek’ en de jaarlijkse socio-economische analyse van de sector van de transportorganisatoren (gebaseerd op de neergelegde jaarrekeningen). Al deze studies zijn zonder restricties te vinden op de website van het BITO en kunnen daar gedownload worden: ga daarom naar www.bito-ibot.be .
De antwoorden van de enquête worden weergegeven als ‘niet gewogen – d.i. nominatief per deelnemer – en gewogen, waarbij rekening gehouden werd met de nominatieve resultaten, de grootte van de respondent én de grootte van de evolutie van de beschouwde factor.
1
- druk van de verladers, - het (mis)bruik van tenders.
“Betere vooruitzichten na een moeizame start”
Evolutie in het 1e kwartaal 2015 Het was uitkijken naar de resultaten van het eerste kwartaal van 2015 omdat de verwachtingen in het begin van dat kwartaal vrij negatief waren. Deze verwachtingen werden ingelost op vlak van de omzet: deze
Commentaren
kende, na enkele kwartalen van stijging, een daling in de eerste 3 maanden van het jaar. De volumegewichten daarentegen stegen. Q1 2015
Gewogen
Niet gewogen
Omzet
-
-
Volumegewicht
++
++
De rentabiliteit kende opnieuw een duaal verloop.
“De transporttarieven blijven zwaar onder
Bij de ‘enkelvoudige’ analyse van de resultaten zijn er evenveel bedrijven
druk, hetgeen de
met een daling als bedrijven met een verbetering van de rentabiliteit.
verladers er toe verleidt
Wanneer rekening gehouden wordt met de mate van verandering én met de grootte van de onderneming, dan wordt globaal een verbetering vastgesteld. Hieruit zou men kunnen afleiden dat de KMO’s onder een
om massaal tenders uit te schrijven om zo het lage prijsniveau gedurende langere tijd
grotere druk staan in de sector.
te bestendigen.” Q1 2015
Gewogen
Niet gewogen
Rentabiliteit
++
=
De liquiditeit kende een zelfde evolutie – weliswaar minder uitgesproken en toonde een neiging tot verbetering. Q1 2015
Gewogen
Niet gewogen
Liquiditeit
+
=
2
“Betere vooruitzichten na een moeizame start”
Iets meer dan 70 % van de respondenten in de enquête kenden geen wijziging in het personeelsbestand. Van de overige bedrijven kenden de helft een aangroei en de andere helft een vermindering van het aantal personeelsleden.
Commentaren
Q1 2015
Gewogen
Niet gewogen
Personeel
-
=
Deze laatste tendens lijkt bevestigd te worden door onze vacature-index van de sector ‘Transport & Logistiek’ 1: in het eerste kwartaal 2015 daalde de vraag naar personeel lichtjes t.o.v. het laatste kwartaal van 2014.
“De wereldmarkt is aan het hernemen, maar zoveel ups en downs
In de volgende grafiek werd de evolutie van het aantal vacatures
dat er over een evolutie
trimestrieel vergeleken met het referentiepunt Q4/2010.
niet kan gesproken worden.”
30,0% 25,0%
23,8%
20,0% 13,5%
15,0% 10,0% 5,0%
8,9% 5,1% 2,4% 1,4%
0,0% -5,0% -10,0%
-0,5% -2,2% -2,8% -5,4%-5,6%-5,5% -7,2%-8,0%
-0,8% -3,3% -3,4%
-15,0% -20,0% Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 11 12 13 14 15
1
De vraag naar personeel is een indicatie van enerzijds de behoefte aan bijkomend en/of vervangend personeel en anderzijds van de anticipatie van de werkgever op een verwachte omzetevolutie.
3
“Betere vooruitzichten na een moeizame start”
Het verhoogde volumegewicht (zie eerder) wordt eveneens bevestigd door de volumestijging in de zeehavens en luchthavens. De totale vracht die in de Belgische zeehavens groeide in 2014 aan met
Commentaren
2,77 %. In 2013 was de groei nog 1,71 %. Vergeleken met het eerste trimester van 2014 kenden de Belgische zeehaven een groei van 3,4 % in het eerste kwartaal van 2015. (De haven van Zeebrugge is de enige die een daling liet noteren.)
Evolutie totale tonnage Belgische zeehavens per kwartaal (per mio ton) 70 68
“Import ex China, Asia
66
trekt niet aan.”
64 62 60 58 56 54 52 50 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 09 10 11 12 13 14 15
In de luchtvracht steeg het totale tonnage (van alle Belgische luchthavens) in 2014 met 3,1%. De Belgische luchthavens presteerden beter dan Frankfurt dat een stijging van 1,7 % liet noteren in 2014. Schiphol daarentegen kende een groei van liefst 6,7 % in 2014.
4
“Betere vooruitzichten na een moeizame start”
In het eerste kwartaal van 2015 werd de groei in totale tonnage in de Belgische luchthavens bestendigd: ten opzichte van het eerste kwartaal van 2014 steeg de totale tonnage met 5,3 %. Frankfurt en Schiphol toonden respectievelijk een daling van 2,0 % en van
Commentaren
1,7 % in het eerste trimester 2015 vergeleken met het jaar daarvoor. “Volume groei Evolutie van het totale tonnage vracht in Belgische luchthavens
voornamelijk in het KMO segment. Marges
100.000
blijven onder druk.=> Noodzakelijk om 100 %
95.000
kwaliteit te leveren.”
90.000
85.000
80.000
maa
jan/15
nov
sep
jul
mei
maa
jan/14
nov
sep
jul
mei
maa
jan/13
75.000
Zowel de luchthaven van Luik (stijging met 7 % in het 1e kwartaal 2015 t.o.v. 1e kwartaal 2014) als Brucargo (stijging 9,7 %) deden het behoorlijk goed. De luchthaven van Oostende verloor 2/3e van het volume.
5
“Betere vooruitzichten na een moeizame start”
Verwachtingen voor het 2e kwartaal 2015 De verwachtingen van de expediteurs voor het eerste kwartaal van 2015 waren vrij somber. Deze lagen in de lijn van het dalend ondernemersvertrouwen in België.
Commentaren
Voor het 2e kwartaal van 2015 ogen de verwachting veel positiever. De KMO’s in de sector blijven wel iets voorzichtiger.
“Un premier trimestre encourageant par rapport à la même période en 2014 est de
Q1 2015
Gewogen
Niet gewogen
Omzet
++
-
Volumegewicht
+++
+
Rentabiliteit
+
-
Personeel
+
+
bon augure pour les prochaines périodes en 2015. Le niveau de l'Euro devrait avoir rapidement un impact favorable sur les volumes à l'exportation de la zone Euro.”
Het ondernemersvertrouwen heeft zich volgens de NBB hersteld in de loop van het eerste kwartaal en werd bevestigd in het begin van het 2e trimester. De dienstverlenende bedrijven verwachten voor het eerst, sinds begin van het jaar, een toename van de activiteit in de volgende drie maanden. Volgens het Planbureau worden de vooruitzichten voor de Belgische economie gekenmerkt door een groeiherneming. Onder impuls van de conjunctuurverbetering in de eurozone, zou de Belgische groei aantrekken tot 1,2 % in 2015, tot 1,6 % in 2016 en 1,7 % in 2017. De vertrouwensindex van het bedrijfsleven in de eurozone verbeterde eveneens lichtjes in april (zie volgende grafiek).
6
“Betere vooruitzichten na een moeizame start”
Commentaren
“Toujours une très grande instabilité du marché. Beaucoup trop de tenders avec les risques inhérents. Volgens het Duitse IFO Instituut zal het globaal economisch klimaat in de wereld verbeteren, ook in Europa, en vooral in Centraal en Oost-Europa.
Tension au niveau des capacités transport. On
De economie herstelde eveneens in de Euro-zone. Ook de vooruitzichten
sent qu’il y a légèrement
waren positiever.
plus de demandes que de capacités disponibles
Niettegenstaande een voorzichtigere verwachtingen, bleef de heropleving
et malgré cela les prix
van de Duitse economie voortduren.
continuent à être sous pression. Difficile de dégager une politique d’investissement cohérente dans ces conditions.”
7