Synaps is het wetenschapsmagazine van VU medisch centrum
76
december 2010
Coeliaki blijft vaak onopgemerkt Europese studie naar preventie overgewicht Stresshormoon speelt rol bij depressie
Beter dotteren
02
03
Colofon
Interventiecardiologen Yolande Appelman en Niels van Royen onderzoeken hoe eventuele schade aan de vaten ná het dotteren kan worden voorkomen.
Synaps is het medischwetenschappelijke tijdschrift van VU medisch centrum. Het verschijnt vijf keer per jaar in een oplage van 10.000 exemplaren.
08 ENERGY, het voorkomen van overgewicht Het EMGO+-instituut is trekker van een groot Europees onderzoek naar de rol van school en ouders bij het voorkomen van overgewicht.
Redactie Caroline Arps (eindredacteur), Mariet Bolluijt, Edith Krab, Marcel Licher, Jan Spee
10 Portret
Tekst Rob Buiter, Leendert van der Ent, Laura Jansma, Liesbeth Kuipers, Marianne Meijerink, Wilma Mik, Mirjam Schöttelndreier.
Medisch immunoloog dr. Mary von Bomberg zet zich al meer dan dertig jaar in voor het tijdig ontdekken van coeliakie: ‘Iedereen is wel eens moe of aan de diarree.’
04
13 Selectieve zorgverzekeraars
Wel of niet de bedoeling? Drie reacties in Uitgelicht.
14 Hogere wiskunde in de zorg Een logistieke, procesmatige aanpak kan in het belang van de patiënt zijn. Daarom werken oncologen van VUmc samen met een hoogleraar wiskunde om sneller een diagnose te kunnen stellen.
18 Andere kijk op MS Nieuw onderzoeksprogramma richt zich op de beschadiging van hersencellen in plaats van op de ontsteking.
20 Depressie en stresshormoon
10
Mensen met risicofactoren voor depressie hebben een verhoogde cortisol-ochtendcurve.
23 Eetstoornissen
GGZ inGeest biedt deeltijdtherapie.
EN VERDER: 03 Eureka!
Joris Muris over metaalallergie
07 Kort en column 16 Kort en agenda 19 Samenwerking
19
22 Kort GGZ inGeest 24 Toen & Nu
16
Het Nederlands Slaap Register
Op sterk water
Opmerkelijk Twee jaar nadat prof. Marjo van der Knaap de Spinozapremie ontving voor haar onderzoek naar wittestofziekten bij kinderen, heeft zij met dit geld een stamcellaboratorium geopend. In dit laboratorium wil zij stamcellen ontwikkelen die ervoor moeten zorgen dat bij kinderen met Vanishing White Matter-disease de zieke witte stof weer beter wordt en niet verdwijnt. Lees meer op pagina
Synaps
Nummer 76
16
Beeld Artbox/Dannes Wegman, Hans van den Bogaard, Esther Breij, Mark van den Brink, GGZ inGeest, Aad Goudappel, Hollandse Hoogte, Harry Meijer, Ivar Pel, ShutterStock, Charlotte Teunissen, VUmc. Sarah Wong Coverfoto: Harry Meijer Verder werkten mee Marjolein de Booys, Bas Geerdes, Wim van der Meeren, Laurens van Rooij en Floris Wouterlood.
zijn deze mensen en wat hebben ze onderzocht? Bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) onderzoekt tandarts Joris Muris in samenwerking met de afdeling dermatologie van VUmc hoe je metaalallergie kunt diagnosticeren.
‘Metaalallergie is een vaag probleem’
I
Is metaalallergie een groot probleem in de
afvragen of een huidtest het meest voor de
tandheelkunde?
hand liggend is.’
‘Het is niet zozeer een groot probleem, als wel een vrij vaag probleem. Tijdens het aller-
Welke alternatieven heb jij bekeken?
giespreekuur van de afdeling orale diagnos-
‘Naast de huidtest hebben we in een bloed-
tiek hier op ACTA zien we ongeveer vier nieu-
monster gekeken in hoeverre specifieke witte
we patiënten per week waarvan er twee à
bloedcellen, de lymfocyten, zich vermeerde-
drie daadwerkelijk een allergie blijken te heb-
ren na provocatie met een metaal, of in hoe-
ben. Dat kan gaan om allergieën ten opzichte
verre er ontstekingsfactoren worden geprodu-
Vormgeving Studio Corina van Riel, Amsterdam Druk Roto Smeets GrafiServices, Utrecht Redactieadres dienst communicatie VU medisch centrum Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam Tel: (020) 444 3444 Fax (020) 444 3450 E-mail: [email protected]
ceerd na blootstelling. Die laatste test lijkt bruikbaar.’
Is een huidtest wel
Probleem opgelost?
geschikt bij allergie in
kunnen allergisch zijn zonder dat ze daar
de mond?
gaat het hier om een relatief kleine groep
‘Zo eenvoudig is het helaas niet. Veel mensen daadwerkelijk last van hebben. Bovendien testpersonen en zal verder onderzoek op dit gebied nodig zijn om de huidige reguliere
van metalen, maar ook kunststoffen en ande-
diagnostiek zomaar te verwerpen. Ik heb
Adreswijzigingen [email protected]
re tandheelkundige materialen. Klachten
bijvoorbeeld ooit een vrouw gezien die pas
lopen uiteen van witte laesies in de mond,
problemen kreeg met haar allergie na de
Een selectie van de artikelen uit Synaps staat ook op: www.VUmc.nl/synaps
eczeem in het gelaat, onverklaarbare ver-
geboorte van een kind. Maar goede diagnos-
moeidheid en andere, soms vage klachten.
tiek na onbegrepen klachten komt hiermee
Hierbij lijkt het grootste probleem te bestaan
wel een stapje dichterbij.’
VU medisch centrum en GGZ inGeest zijn partners. VU medisch centrum maakt deel uit van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU): www.nfu.nl © VU medisch centrum. issn: 1381-0812. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
EUREKA!
04 Verbeteren van dotterbehandeling
Jaarlijks promoveren ruim honderd wetenschappers aan VUmc. Wie
bij nikkel en palladium, beide metalen die in de tandheelkunde veel worden gebruikt.’
Paspoort
inhoud
Synaps 76, december 2010, zestiende jaargang
Naam
Joris Muris Geboren
Geleen, 1974 Opleiding
Tandheelkunde, Leuven
Wat was jouw Eureka!-moment? ‘Om allergie voor het metaal palladium te
Promotieonderzoek
Diagnostiek na metaalallergie, geassocieerd met orale blootstelling
Zo’n allergie is dus moeilijk objectief vast te
testen wordt tot nu toe gebruik gemaakt van
stellen?
palladiumchloride. Die verbinding blijkt niet
‘Dat is inderdaad lastig. Vaak zien we mensen
echt geschikt om in een huidtest te gebruiken.
Prof. dr. A.J. Feilzer en prof. dr. R.J. Scheper
met een vermoeden van palladiumallergie, die
Wij hebben een ander palladiumzout getest
Ambitie
niet bevestigd wordt door de standaard aller-
dat veel betrouwbaarder resultaten blijkt te
gietest op de huid, zoals de dermatoloog die
geven. Mogelijk wordt onze nieuwe test opge-
kan uitvoeren. Aangezien de huid en de
nomen in de standaardreeks van stoffen waar
mondslijmvliezen zowel structureel als immu-
dermatologen hun allergiescreening mee
nologisch aanzienlijk verschillen, kun je je
uitvoeren.’
Promotoren
‘Ik combineer mijn wetenschappelijk onderzoek nu met een tandheelkundige praktijk. Die ideale combinatie zou ik graag voortzetten.’
december 2010
Synaps
04
05
cardiologie
Onderzoek naar verbetering dotterbehandeling:
‘ Dotteren
is een onnatuurlijk proces’
Met een dotterbehandeling kunnen interventiecardiologen dichtgeslibde kransslagaderen weer openmaken. Maar als een vat weer open is, blijkt het leed meestal nog niet geleden. ‘Met nieuwe medicijnen willen we proberen de schade aan de vaten ná het dotteren te voorkomen’, zeggen interventiecardiologen dr. Yolande Appelman en dr. Niels van Royen.
D
‘Dotteren is een onmisbare techniek in de cardiologie!’ Dr. Yolande Appelman en dr. Niels van Royen, interventiecardiologen aan VUmc, willen het maar even duidelijk gezegd hebben. Maar toen de Amerikaanse arts Charles Dotter in 1967 voor het eerst een bloedvat in het been van een patiënt met behulp van een klein ballonnetje oprekte, kon hij natuurlijk niet weten dat hij daarmee weer nieuwe problemen zou oproepen. Kleinere problemen, maar toch. Jaarlijks worden er in VUmc ongeveer 1.400 dotterbehandelingen uitgevoerd. Daarvan zijn er 400 voor mensen die met een acuut hartinfarct naar het ziekenhuis zijn gebracht. ‘Als je er niet voor zorgt dat die mensen binnen ongeveer zes uur weer bloed door hun kransslagaderen krijgen treedt er onherstelbare schade op aan de hartspier’, benadrukt Van Royen. ‘Zonder bloed gaat het achterliggende weefsel dood. Punt.’
Raadsel Sinds enkele jaren is bekend dat er ook in de fase na het heropenen van het vat schade kan optreden, vertelt Appelman. ‘Je kunt dan verschillende effecten zien. Synaps
Nummer 76
Kleinere stolsels dan de originele verstopping kunnen stroomafwaarts, in haarvaatjes vastraken en daar voor bijvoorbeeld afsluiting zorgen. Er kunnen ook buitensporig veel witte bloedcellen naar de plaats van het infarct komen, waardoor er schadelijke ontstekingsreacties optreden en oedeem. Oxidatieve schade is een ander gevaar, omdat de enzymen die normaal gesproken zuurstofradicalen opruimen, door de tijdelijke afsluiting inactief zijn geworden. En er kan ook zogenoemde apoptose optreden, de geprogrammeerde vorm van celdood die het lichaam normaal inzet om schade te voorkómen. Na een infarct kan die apoptose juist voor éxtra schade zorgen.’ Veel van de negatieve effecten na het dotteren kunnen de cardiologen al
‘No reflow is soms een ronduit frustrerend fenomeen’
direct na het openen van het vat op hun beeldschermen constateren als zogenoemde ‘no reflow’. ‘Dat is soms een ronduit frustrerend fenomeen’, vertelt Appelman. ‘Het kan gebeuren dat je naar een angiogram kijkt van een infarct en dat je naar jouw smaak nog net niet genoeg verbetering ziet na het openen van het vat met het ballonnetje en een stent. Dan besluit je om nog net iets meer druk te geven met de ballon, en vervolgens zie je dat de stroming in het geopende vat helemaal stokt. Wat daar precies achter zit is meestal een raadsel.’
Moderne catheterisatiekamers Sinds kort beschikt VUmc over drie nieuwe catheterisatiekamers die aan de hoogst mogelijke standaard voldoen, de zogenoemde OK-2 standaard. ‘Alle patiënten worden van binnenkomst tot vertrek volgens deze hoge kwaliteitsstandaard
behandeld’,
zegt
Yolande
Appelman, hoofd van de afdeling invasieve cardiologie. ‘Er is maar een handjevol cathkamers van deze hoge klasse
Niet van Moeder Natuur
in Nederland. In Noord-Holland zijn we
Op zichzelf is het niet zo vreemd dat er juist in de ‘herstelfase’ na het openen van een verstopt vat nog extra schade wordt aangericht, vertelt Van Royen. ‘Dotteren is immers iets van de medische wetenschap, niet van Moeder Natuur. Het is in wezen een onnatuurlijk proces dat we met medicijnen of andere technieken zullen moeten proberen te verbeteren.’ Voor een eerste serieuze poging daartoe loopt op dit moment een pilotstudie in VUmc: de zogenoemde EXAMI-studie. Appelman: ‘We hebben
zelfs de enige.’ De extra cathkamer komt ook goed van pas bij klinisch onderzoek (zie pagina 6) ‘Met een patiënt die we in het kader van het exenatide-onderzoek behandelen ben je hoe dan ook meer tijd kwijt. Het is goed dat we dus extra capaciteit hebben, zodat de andere werkzaamheden daar niet onder hoeven te lijden.’
december 2010
Synaps
Stented lesion
cardiologie
a
b In de fase ná het dotteren van het bloedvat kan
Neutrophil plugging
ook schade optreden, het zogenaamde 'no reflow'-fenomeen. Er zijn meerdere oorzaken mogelijk, zoals het samenknijpen van bloedVenule
Venule
EC
vaten, vochtophoping rondom de vaten, Incorporation proliferation
Inflammation
of MNC
opzwellen van endotheelcellen, ontsteking,
Tissue edema EC swelling
Emboli
Growth factors verstopping door witte bloedcellen of versleping ■ VEGF-A
■ Angiopoietins van materiaal vanuit de atherosclerotische ■ FGFs ■ HGF
plaque. Afbeelding: Van der Laan, A. M. et al. Arteriole
Arteriole
Nat. Rev. Cardiol. 6, 515–523 (2009)
Vasoconstriction
inmiddels 25 mensen met een acuut hartinfarct opgenomen in een gerandomiseerde studie met het middel exenatide (zie kader hieronder), een promotieonderzoek van assistent cardiologie Martijn Scholten. Kort voor het dotteren krijgen de patiënten óf exenatide, óf een placebo. Vervolgens kijken we in de dagen na het dotteren of de restschade
die je aan de hartspier kunt meten, dus de doorstroming met bloed en ook de output van de hartspier, beter wordt onder invloed van die behandeling. De eerste ervaringen met dit middel in proefdieronderzoek waren al positief en ook een vergelijkbare studie uit Denemarken geeft hoopvolle resultaten.’
Nieuwe toepassing voor oud medicijn
Fysiologische verschillen
Al is het fenomeen van de schade na dotteren nog maar relatief kort bekend, toch is exenatide niet het eerste middel dat voor dit doel wordt getest. Er zijn al diverse kandidaten van de spreekwoordelijke bench naar de bedside gebracht, dus van het laboratorium naar de kliniek. En ook al waren sommige middelen succesvol bij muizen of varkens, dan nog kon het gebeuren dat ze bij echte patiënten niets deden. Van Royen is daarom erg opgetogen over de samenwerking van kliniek en prekliniek in het onderzoeksinstituut ICaR-VU, het instituut voor cardiovasculair onderzoek dat studies doet op het gebied van hart en vaten. Van Royen: ‘Soms is het beter om eerst van het bed naar de bench te gaan. Dan moet je eerst biopten of genetische testen van echte patiënten mee naar het lab nemen. Wat is bijvoorbeeld het genetische verschil tussen mensen die spontaan een soort natuurlijke bypass ontwikkelen na een infarct en mensen die dat niet doen? Of wat is het fundamentele verschil tussen mensen die in meer of mindere mate ‘no-reflow’ laten zien na dotteren? Misschien dat je uit die fysiologische verschillen weer aanknopingspunten kunt vinden voor nieuwe medicijnen, die je vervolgens op de bench, bijvoorbeeld in het laboratorium, kunt uittesten.’
Naïef? De secretaresse kon haar nieuwsgierigheid niet
Moet dat nou? Moeilijk. Enerzijds ben ik blij
bedwingen en las stiekem het dossier van een
dat psychiaters en psychotherapeuten niet
– voor verkrachting veroordeelde – patiënt.
meer verplicht zijn om de diagnose van een
De vrouw was namelijk ook de moeder van
cliënt op hun declaratie te zetten. Een
het meisje dat door deze man was verkracht.
mooie, recente overwinning van een kleine
Deze situatie schijnt echt te zijn voorgekomen.
groep principiële therapeuten. Ik wil men-
Zelf hoor ik ook wel eens spannende dossier-
sen best vertellen over mijn dwangneuroses
gegevens die niet voor mijn oren zijn bestemd.
en zware jeugd, maar dat hoeft een boek-
Want waar geheimen zijn, daar zijn lekken.
houder niet door te kleppen. Anderzijds
En wat verboden is, tja, is extra lekker.
klopt het dat ik al tal van privégegevens via
Moet het Elektronisch Patiënten Dossier
mijn bonuskaart vrijgeef en dat anderen
(EPD) daarom extra beveiligd worden, in ver-
mensen domme dingen doen op Facebook.
band met die secretaresse? Op instigatie van
Maar de privacy van een burger, patiënt of
studeerde wijsgerig-historische pedagogiek en is
de Eerste Kamer wil ex-minister Klink dat
cliënt is een groot goed. Daarom moet de
redacteur van de Volkskrant. In Synaps becommen-
immers doen. Hij wil een ingewikkelde code
burger soms – tegen zijn eigen naïviteit of
tarieerde zij de zorg vanuit het oogpunt van een
laten toevoegen om inbreken in het systeem
achteloosheid – in bescherming worden
consument. Dit was de laatste column die Mirjam
moeilijker te maken en dreigt met zware
genomen. De medische stand vertrouw ik
Schöttelndreier voor Synaps schreef.
sancties voor alle, lichte en zware, dossier-
toe dat zij weten wáár precies de bescher-
overtreders. Mogelijk gevolg is wel dat het
ming van de privacy eindigt om het EPD-
systeem in noodsituaties niet altijd snel te
doel, een snelle en betrouwbare uitwisse-
raadplegen is.
ling van medische gegevens, te laten slagen.
En dat allemaal voor uw en mijn privacy.
Zo naïef ben ik dan weer.
Mirjam Schöttelndreier
< foto Ivar Pel>
Kort
In de jaren tachtig werd een klein eiwit (peptide) ontdekt in de
Nieuwjaarsconcert
Genderkinderen
Op maandag 24 januari 2011 geeft het
Het centrum voor genderdysforie VUmc
VU-orkest een nieuwjaarsconcert in het
houdt zich al jaren bezig met de behandeling
Concertgebouw te Amsterdam. Op het pro-
van jongeren die zich niet thuisvoelen in het
gramma staat het werk van Gustav Mahler,
lichaam van hun
darm, dat een belangrijke rol heeft in de glucosehuishouding.
Vrouwen
Symfonie nr. 2. Voor leden van de alumnikring
biologische
Van dit kortlevende Glucagon-like protein GLP werd vervolgens
Interventiecardioloog Appelman heeft goede hoop dat de studie met exenatide iets zal opleveren. Zij zal ook met extra veel aandacht kijken naar de eventuele vrouwen onder de patiënten uit de studie. ‘Vreemd genoeg zie je bij dit soort studies doorgaans nauwelijks vrouwelijke patiënten. Dat komt omdat vrouwen zich sowieso minder vaak presenteren als een patiënt met een acuut infarct. Kijk maar in de leerboeken: het is altijd dat plaatje van die man van middelbare leeftijd die naar zijn borst grijpt. Wat bijna niemand zich realiseert is dat harten vaatlijden onder vrouwen doodsoorzaak nummer één is; bij de mannen komt het op twee. Voor mij alle reden om vrouwen ook in dit soort onderzoek te includeren en extra goed in de gaten te houden.’
geneeskunde VUmc is de toegang gratis.
geslacht.
Partners en introducees van leden betalen de
Fotografe Sarah
kortingspijs van 15 euro per kaartje.
Wong en journa-
Kijk op www.vumc.nl/alumni voor meer
liste Ellen de
informatie. Ook mensen die geen alumnus
Visser volgden
geneeskunde van VUmc zijn, kunnen naar het
jarenlang een
concert. Kijk dan op www.VUconnected.nl
groep van deze
een synthetische variant geproduceerd (exenatide) die veel langer actief blijft in het bloed; wel zo praktisch wanneer je er een medicijn van wilt maken. Dat middel wordt sindsdien toegepast als therapie bij type 2 diabetes. Exenatide bleek ook een gunstig effect te hebben op apoptose. Deze ‘geprogrammeerde celdood’ treedt onder andere op wanneer een kransslagader enige tijd afgesloten is geweest en vervolgens door bijvoorbeeld een dotterbehandeling weer bloed doorlaat. Die apoptose kan dan voor extra schade aan de hartspier zorgen, juist nadat de doorbloeding weer is hersteld. Daarom wordt nu het effect van exenatide op die ongewenste apoptose na een dotterbehandeling getest. Van een middel dat op zo veel verschillende fysiologische niveaus werkt, zou je kunnen verwachten dat het dus ook veel bijwerkingen kent. Toch zijn interventiecardiologen Appelman en Van Royen daar niet bang voor. ‘Je geeft het middel maar heel kort, alleen rond de dotterbehandeling, dus je hoeft niet bang te zijn dat mensen bijvoorbeeld chronische problemen met hun bloedsuiker ontwikkelen’, zegt Van Royen. ‘Uit de eerste ervaringen blijkt ook niet dat mensen extreem misselijk worden van
Hersenweb Wat hebben Hyves en Alzheimer met elkaar
jongeren op
gemeen? Meer dan je op het eerste gezicht
weg naar hun
zou denken. Zowel de bouw als de functie
nieuwe identiteit. Ook behandelaars en
van de hersenen blijkt aan dezelfde princi-
onderzoekers komen uitgebreid aan het
pes te voldoen als andere complexe netwer-
woord. Zij vertellen waarom zij, dwars tegen
ken, zoals internet. Dat heeft verrassende
de kritiek in, voor deze groeiende groep kin-
consequenties: inzichten uit het onderzoek
deren hun nek uitsteken en gaan eerlijk in op
naar internet blijken ineens relevant te zijn
de dilemma's die de behandeling met zich
om onze hersenen beter te begrijpen. In
meebrengt.
Hersenweb, een boek van drie VUmc-
Genderkinderen. Geboren in het verkeer-
wetenschappers, leest u er meer over.
de lichaam. ISBN: 9789089102416; € 32,50
Hersenweb, Kees Stam ea, ISBN: 9789035135338, € 19,95
COLUMN
07
nieuws
06
Té kort door de bocht voor u? Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
dit oorspronkelijke darmhormoon’, aldus Appelman.
Synaps
Nummer 76
december 2010
Synaps
Europees project onderzoekt rol van school én ouders bij overgewicht
‘Wij richten ons nadrukkelijk ook op de ouders’
< t e k s t W i l m a M i k f o t o's H o l l a n d s e H o o g t e e n V U m c >
Hoewel de obesitas-epidemie nog maar zelden de krantenkoppen haalt, is de noodzaak tot preventie onverkort aanwezig. Kinderen die te dik zijn, zijn dat vaak ook als volwassene en zwaarlijvigheid gaat vaak gepaard met een slechte gezondheid. Vandaar dat het Europese project ENERGY onderzoekt welke factoren succesvol zijn te beïnvloeden in de preventie van overgewicht en obesitas bij kinderen.
W
Wetenschappers zijn het erover eens dat een ongezonde leefstijl – en niet genetische factoren – de belangrijkste oorzaak is van de obesitas-epidemie. Maar hoe kun je ervoor zorgen dat kinderen gezond gedrag gaan vertonen? ENERGY kijkt naar de invloed van school én ouders op het gedrag van Europese kinderen in de leeftijd van tien tot twaalf jaar. Bewegingswetenschapper Amika Singh van EMGO+ is wetenschappelijk projectmanager van ENERGY. ‘In de periode dat je transformeert van kind naar puber verandert er van alles. Kinderen worden zelfstandiger, het zijn de jaren dat hun gedrag wordt gevormd. Dit is het moment waarop je wellicht het gedrag in de goede richting kunt beïnvloeden.’
09 meeste interventies bestaan uit het aanbieden van een lesprogramma op school – zonder de thuissituatie erbij te betrekken. Dit soort interventies zijn helaas weinig effectief, vooral op lange termijn. Singh: ‘Wij richten ons nadrukkelijk ook op de ouders. Dat is wel lastig. We hebben het over preventie van overgewicht, dus over kinderen die nu nog niet te dik zijn. Dat geldt voor ongeveer 80% van de kinderen in Nederland. Zie die ouders maar eens te motiveren. En toch zou in de thuissituatie wellicht een belangrijk aanknopingspunt voor gezond dan wel ongezond gedrag kunnen liggen.’
Fietsen De eerste uitkomsten worden binnenkort gepubliceerd in de vorm van weten-
schappelijke artikelen. Tot die tijd zijn Singh's lippen verzegeld. Wel geeft ze aan dat verschillen tussen de deelnemende landen groot zijn. Wat in het ene land als gezonde lunch wordt beschouwd, is in het andere land uit den boze. Gaan kinderen in Nederland veel naar de naschoolse opvang, in Griekenland staan opa's en oma's voor hen klaar. Geldt fietsen als pre in vlakke landen, in de mediterrane landen wordt dat als veel te gevaarlijk beschouwd vanwege het verkeer, de hitte of de heuvels. ‘De diversiteit is enorm’, zegt Singh, ‘ook in cultureel opzicht. Daar kunnen we wat mee, want straks hopen we verbanden te kunnen leggen tussen deze omgevingsfactoren en overgewicht.’
Sociale geneeskunde
Sociale geneeskunde
08
Unieke dataset Voor het onderzoek beantwoordden de kinderen, ouders en scholen talloze, zeer uiteenlopende vragen. Hoe is de school ingericht, hoe de kantine? Is er beleid over het aanbod van gezond of minder gezond eten? Welke regels stellen ouders? Hoe onderhandelen ze met hun kind over bepaald gedrag? Moedigen ze het kind aan bij goed gedrag of bestraffen ze slecht gedrag? Zijn er tv's, zijn er middelen om te sporten? Zijn de ouders bereid hun kind naar een sportclub te brengen? Wat krijgen kinderen aan zakgeld? Waar mogen ze dat aan besteden? Wat voor lunch geven ze het kind mee naar school? ‘We leggen een unieke dataset aan’, zegt Singh. ‘Van bijna 7.000 kinderen uit verschillende Europese landen weten we hoe lang en hoe zwaar ze zijn, hoeveel frisdrank of vruchtensap ze drinken, hoeveel tv ze kijken, en hoeveel ze bewegen. Met deze gegevens in de hand kunnen we gaan zoeken naar verbanden.’
ENERGY Het ENERGY-project (EuropeaN Energy balance Research to prevent exces-
sive weight Gain among Youth) is geïnitieerd door prof. Hans Brug, dr. Saskia te Velde en dr. Mai Chin A Paw van onderzoekinstituut EMGO+. Zij zochten er partners bij uit tien landen, betrokken ook de WHO en de IOTF (International Obesity Task Force) erbij, en dienden een onderzoeksvoorstel in bij de Europese Commissie. Dat werd gehonoreerd met een subsidie van een kleine drie miljoen euro. Met dank aan de expertise van het EMGO+instituut ligt de coördinatie bij VUmc. De onderzoekers die betrokken zijn bij ENERGY hebben allemaal hun eigen specialisatie. Het Nederlandse team van het EMGO+-instituut telt veel epidemiologen en bewegingswetenschappers. België heeft ruime ervaring in het betrekken van ouders bij onderzoek en interventies. De Grieken brengen deskundigheid mee op voedingsgebied, de Noren kennen de schoolomgeving goed, en de Spanjaarden zijn zeer ervaren in het op grote schaal verzamelen van data. ENERGY is een multidisciplinair onderzoek: naast kinderartsen, bewegingswetenschappers, gezondheidseconomen en voedingsdeskundigen, zijn beleidsmakers van de WHO betrokken bij het project. Het project loopt tot 2012. www.projectenergy.eu
Aanknopingspunt Onderzoek op scholen is al eerder gedaan, maar onderzoek naar de schoolén thuisomgeving is veel schaarser. ‘Terwijl daar misschien het gedrag voor een belangrijk deel wordt bepaald’, zegt Singh. ‘Uit de combinatie van deze twee settings hopen we nieuwe inzichten te halen, die we gebruiken om een praktische interventie te ontwikkelen.’ Deze interventie zal zich op zowel de thuisals de schoolomgeving gaan richten. De Synaps
Nummer 76
Les- en promotiemateriaal over gezonde leefstijl van scholen uit verschillende Europese landen.
december 2010
Synaps
10
11
Medische immunologie
Medisch immunoloog Mary von Blomberg:
‘Coeliakie wordt vaak over ’t hoofd gezien’ Verschijnselen die veel voorkomen, kúnnen wijzen op glutenallergie. Maar daar is niet iedereen op bedacht. Een eenvoudige test maakt het tegenwoordig gemakkelijker om patiënten op te sporen. Dat is hard nodig, want als de ziekte onopgemerkt blijft, kan dat voor de patiënt fatale gevolgen hebben. Expert Mary von Blomberg legt uit.
w
Waarom wordt de één ziek van een broodkruimel en krijgt de ander nare irritaties van een vulling in zijn kies, terwijl de meeste mensen nergens last van hebben? ‘Waar in het lichaam worden die beslissingen genomen? Dat is wat mij zo boeit’, zegt Mary von Blomberg. De geheimen van het afweersysteem intrigeren haar al jaren. Aanvankelijk zocht ze, als jonge bioloog, naar de oorzaken van contactallergie. Bij een researchinstituut van TNO in Leiden bestudeerde ze de stoffen in de tulpenbol die bij bollenpellers eczeem aan de vingers veroorzaken. Na enkele jaren vertrok ze naar VUmc, waar ze sinds 1977 de leiding heeft over het laboratorium voor medische immunologie. ‘Een geoliede machine’, zegt Von Blomberg, die zich zelf met name richt op de diagnostiek en het ontstaan van coeliakie, een auto-immuunziekte die in de volksmond bekend staat als ‘glutenallergie’ (zie kader). Het medisch immunologisch laboratorium van VUmc is hét nationale referentiecentrum voor coeliakiediagnostiek.
achtige ontwikkeling die de kennis over deze aandoening de afgelopen decennia heeft doorgemaakt, mede dankzij de mogelijkheden van de biotechnologie. Ze heeft meegewerkt aan de eerste CBOrichtlijn van 2008. ‘Een enorme klus’, zegt Mary von Blomberg, ‘want er was inmiddels zoveel onderzoek gedaan. We weten welk eiwit in gluten de boosdoener is. We weten dat coeliakie alleen voorkomt bij mensen met een bepaalde
genetische predispositie. Aan de hand van bloedonderzoek kunnen we vaststellen of ze drager zijn van die genen en ook of ze antistoffen aanmaken als reactie op de gluten. Als dat zo is, weten we voor 98 procent zeker dat ze coeliakie hebben en omgekeerd: bij afwezigheid van deze antistoffen is de kans op coeliakie heel erg klein. Het betekent dat we alleen bij sterke verdenking een darmbiopt hoeven nemen. Dat bespaart
Coeliakie-onderzoek Onderzoek van de laatste twintig jaar heeft aangetoond dat coeliakie vrijwel uitsluitend voorkomt onder mensen met specifieke HLA-genen, meestal HLA-DQ2, en dat in het bloed van coeliakiepatiënten specifieke antistoffen (met name IgA) worden gevonden tegen een enzym in de dunne darm, de transglutaminase. Coeliakie kan daardoor gemakkelijker worden opgespoord met behulp van serumtests. Mary von Blomberg participeert als onderzoeker in het Celiac Disease Consortium (CDC). Dit samenwerkingsverband tussen Nederlandse onderzoekers aan UMC, LUMC, Erasmus MC, VUmc en Universiteit Wageningen en industriële researchers, doet al sinds 2004 onderzoek naar de pathogenese en diagnos-
Synaps
Stormachtige ontwikkeling
tiek van coeliakie. Het onderzoek wordt gefinancierd door het
Von Blombergs publicaties over coeliakie geven een mooi beeld van de storm-
Netherlands Genomics Initiative. Namens VUmc zit gastro-ente-
Nummer 76
roloog prof. Chris Mulder in de leiding van het Consortium.
december 2010
Synaps
13 veel mensen deze ingreep. Maar het moet wél om volledige zekerheid te hebben, want wie werkelijk coeliakie heeft moet levenslang een glutenvrij dieet volgen, en dat is een hele opgave.’
De publicatie van een lijst van ziekenhuizen die volgens zorgverzekeraar CZ goed of juist slecht
Aandoening van het immuunsysteem Coeliakie of glutenallergie is een aandoening van het immuun-
presteren op het gebied van borstkankerzorg, heeft veel stof doen opwaaien. Drie reacties op de stelling:
systeem. Het is de meest voorkomende voedselallergie. Bij mensen die er aan lijden reageren afweercellen (T-lymfocyten)
‘Zorgverzekeraars mogen zelf selecteren op kwaliteit van ziekenhuiszorg’
in de dunne darm op tarwe en enkele andere graansoorten, alsof
Kwaadaardiger verloop
het een vijandelijke stof is. Er ontstaat een kettingreactie aan
Door de verbeterde diagnostiek kunnen veel meer patiënten worden opgespoord, ook als ze niet zo veel problemen hebben. Al in 1999 spraken onderzoekers van VUmc en LUMC in een artikel in The Lancet van ‘een ijsberg’. Op basis van grootschalig bloedonderzoek onder 6.000 kinderen van twee tot vier jaar, vonden ze coeliakie bij 1 op de 200 kinderen. In verreweg de meeste gevallen was dat niet eerder opgemerkt. Veel kinderen hadden namelijk nauwelijks
verbindingen met als uiteindelijk gevolg dat de darmvlokken onherstelbaar worden aangetast (vlokatrofie) en de opname van voedingsstoffen verstoord raakt (malabsorptie). Het tekort kan zich op allerlei wijzen uiten, van darmproblemen, bloedarmoede,
Reageren?
osteoporose en misselijkheid tot neurologische verschijnselen.
Mail naar [email protected]
Met een glutenvrij dieet, de enig mogelijke behandeling van coe-
uitgelicht
Medische immunologie
12
Dr. Bas Geerdes, directeur medische zaken VUmc ‘Zorgverzekeraars moèten selecteren op basis van kwaliteit. Dat is
liakie, verdwijnen de klachten direct.
een van de pijlers waarop de verandering van het zorgstelsel richting
Coeliakie komt voor onder naar schatting 1 tot 2 procent van de
meer marktwerking is gebaseerd. Tot nu toe ontbraken echter kennis,
bevolking, maar daarvan is waarschijnlijk slechts 10 procent als
stuurinformatie maar ook moed bij verzekeraars om er echt mee aan
zodanig gediagnosticeerd. Onder patiënten bij wie coeliakie niet
de slag te gaan. Alle lof dus voor CZ dat, niet toevallig, al meerdere
tijdig wordt herkend, bestaat op latere leeftijd een kleine kans
jaren veel aandacht aan kwaliteit besteedt. Dat niet iedereen daar blij
op refractaire coeliakie. Daarbij kunnen zich dodelijke kankercel-
mee is valt te verwachten, maar eindeloos afstemmen met het veld
len (lymfomen) vormen in de dunne darm.
kent ook zijn grenzen. Waarom echter je oordeel zo sterk op volume baseren? Weging van de context, zoals de standaardisatie bij de HSMR, is afwezig. En voor-
‘Mensen met niet-
handen zijnde uitkomstindicatoren als lokaal recidief binnen 5 jaar en percentage patiënten met irradicale resectie zijn niet gebruikt.
herkende coeliakie kunnen
Kortom: respect voor getoonde lef maar twijfel over de zorgvuldigheid van de uitvoering.’
ernstige aandoeningen
Drs. Wim van der Meeren, bestuursvoorzitter zorgverzekeraar CZ
ontwikkelen’
'Zorgverzekeraars moeten zorg inkopen op basis van kwaliteit en prijs: dat is de bedoeling van de Zorgverzekeringswet. De discussie gaat steeds over de vraag wat goede kwaliteit is. Daar is het laatste
Synaps
Nummer 76
woord niet over gezegd. Het debat gaat traag en levert nog te weinig op. CZ is gestart met selectieve inkoop op basis van criteria, waarbij volume sterk meespeelt. Meer is doorgaans beter en goedkoper. Wij kunnen niet wachten tot dat laatste woord wel is gesproken. We hebben daarmee een stevig debat uitgelokt. Dat is mooi. Wij wachten op betere criteria. Eis is wel dat die discrimineren tussen redelijke en excellente zorg.'
Drs. Marjolein de Booys, manager kwaliteit Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
‘Oneens. Zorgverzekeraars mogen niet zelf selecteren. Ze moeten selecteren op kwaliteit, maar... ze mogen dat niet ZELF doen. Zorgverzekeraars hebben niet het alleenrecht om vast te stellen wat de kwaliteitscriteria voor specifieke zorg zijn. Bij de beoordeling van
Toenemende afwijkingen in het slijmvlies van de twaalfvingerige darm als
de kwaliteit van zorg is er naast het perspectief van de zorgverzeke-
gevolg van coeliakie. Afbeelding A t/m F geeft de verandering weer van nor-
raar ook nog het perspectief van de zorgaanbieder en uiteraard het
maal slijmvlies tot totale vlokatrofie (verlies van darmvlokken).
perspectief van de patiënt. We spreken niet voor niets over drie partijen op de zorgmarkt. Voor de patiënt telt niet (alleen) de uitkomst
Bron: Hadithi M, Von Blomberg BME, Crusius JBA et al. Accuracy of serologic tests and HLA-DQ typing for diagnosing celiac disease. Ann Intern Med 2007; 147: 294
klachten. Von Blomberg: ‘Iedereen is weleens moe, humeurig of aan de diarree. Maar mensen met niet-herkende coeliakie kunnen ernstige aandoeningen ontwikkelen, doordat ze minder voedingstoffen opnemen. Bovendien bestaat er een, zij het kleine, kans op refractaire coeliakie als ze eenmaal boven de vijftig zijn. Dan krijgt de ziekte een kwaadaardiger verloop, waarbij lymfocyten in de dunne darm kunnen ontaarden in kankercellen.’ Met een aantal promovendi wordt er aan VUmc, gesteund door het CDC (zie kader), nu onderzoek gedaan naar het ontstaan van refractaire coeliakie. ‘We willen weten wat er gebeurt in die darm. Aan de hand van in een biobank opgeslagen bloed, darmweefsel en DNA van patiënten onderzoeken we veranderingen in het darmslijmvlies tijdens de ontwikkeling van de ziekte. We zijn op zoek naar het “waarom”, zodat we beter kunnen voorspellen wie risico loopt.’
‘sec’ van de ingreep zelf. Voor de kwalitatieve beoordeling van zorg telt de uitkomst voor de kwaliteit van leven. De patiënt vraagt zich ‡ aan het einde van een zorgpad af: ‘Wat heeft de zorg mij opgeleverd, ben ik er op vooruit gegaan?’ Daarbij hebben patiëntenorganisaties ervaring met het beoordelen van kwaliteit van zorg, denk bijvoorbeeld aan de Smiley, het Vaatkeurmerk en de Borstkankermonitor.’
december 2010
Synaps
15
Oncologie
Sneldiagnose kanker:
‘Een poging een
Hogere wiskunde in de zorg
stroomschema te maken van patiënten en behandelingen leidde tot een wirwar
Oncologie
14
van lijnen’
In de zorg draait het om de patiënten. Maar soms is het verstandig een stap terug te doen van de persoonsgerichte benadering. Juist een logistieke, procesmatige aanpak kan in het belang van de patiënt
Postkamer
werken. Dat is het geval bij de sneldiagnose van kanker die VUmc toepast. Het vermindert de onzekerheid gedurende het wachten op uitslagen bij patiënten.
H
‘Het heet sneldiagnostiek, maar nog belangrijker dan snelheid is de duidelijkheid’, zegt internist-hematoloog dr. Sonja Zweegman. ‘Nu nog moeten veel van onze patiënten verschillende keren langskomen. Het blijft soms lang onzeker wat er precies aan de hand is en welke behandeling nodig is. Bij sneldiagnostiek weten ze vooraf wanneer ze informatie krijgen. Inmiddels lopen er proefprojecten voor sneldiagnostiek bij zes oncologische patiëntengroepen. Deze patiënten krijgen, na een gebundeld bezoek, binnen 48 uur een diagnose- en behandelplan.’ De sneldiagnostiek is gebaseerd op een logistieke en wiskundige blik. Zweegman: ‘Eén van de betrokken verpleegkundigen bij het project bezocht een seminar over logistiek in de zorg. Daar ontmoette ze Ger Koole, hoogleraar optimalisatie van bedrijfsprocessen aan de Vrije Universiteit. Zijn vakgebied combineert logistiek met wiskunde. Dat contact legde de kiem voor onze nieuwe benadering.’
Synaps
Nummer 76
Bottlenecks ‘Artsen stellen de individuele patiënt centraal, in het project sneldiagnostiek gaan we uit van wat patiënten gemeenschappelijk hebben’, zegt Koole. ‘Het gaat om patiënten met veel verschillende vormen van kanker of het vermoeden daarvan. Ook hun behandeling is zeer gedifferentieerd.’ Een poging een stroomschema te maken van patiënten en behandelingen leidde tot een wirwar van lijnen. Niet alle patiënten met dezelfde vorm van kanker krijgen dezelfde behandeling. Zweegman: ‘Naarmate onze kennis van kanker toeneemt krijgt de individuele patiënt steeds meer therapie op maat op basis van een individueel behandelplan. Dat komt tot stand in een multidisciplinair overleg tussen bijvoorbeeld oncoloog, chirurg, radiotherapeut, patholoog en radioloog.’ Het project rond sneldiagnostiek begon met het interviewen van al deze zorgprofessionals om vervolgens met hen gezamenlijk de diagnostiek van verschillende kankersoorten te inventariseren.
Zweegman: ‘We zeiden: “Vertel maar hoe het nu toegaat, wat beter kan en welke technologische ontwikkelingen de komende vijf jaar belangrijk worden.” Dat leverde veel inzicht op, juist vanwege de multidisciplinaire aanpak. Maar als artsen bleven we binnen het zorgpad denken: welke verbetering kan er binnen een specifieke patiëntengroep bereikt worden?’ Koole: ‘Bestuurskundige Berthe van Gerven van VUmc en ik hebben de benadering omgedraaid. We namen de gemeenschappelijke benodigde onderzoeken van patiënten als uitgangspunt en niet deelprocessen of verschillen. Onderzoeken die bij veel patiënten moeten worden uitgevoerd zijn bijvoorbeeld pathologisch onderzoek en beeldvormende onderzoeken, zoals MRI. Beide bleken bottlenecks. Daarop hebben we onze pijlen voor sneldiagnostiek gericht. De plannen zijn vervolgens weer aan de professionals voorgelegd.’
Sneller duidelijkheid in een healing environment Een drietal wijzigingen hebben veel impact op de snelheid van het traject van diagnostiek bij kanker. Zo is bij pathologie een nieuwe, snellere machine voor bioptvoorbewerking aangeschaft. Koole: ‘Pathologisch onderzoek vindt daardoor veel sneller plaats’. Ook wat betreft MRI-scans is een andere manier van werken ingevoerd. Voor de MRI-scan bestaan lange wachtlijsten. Koole: ‘Op basis van wiskundige modellen heb ik berekeningen gemaakt van de tijd die moet worden vrijgehouden voor sneldiagnostisch onderzoek. Of die gereserveerde ruimte precies aansluit op de behoefte, blijven we in de gaten houden. We moeten natuurlijk voorkomen dat de MRI niet optimaal gebruikt wordt.’ Een derde verbetering is het vooraf doorlichten van aangeleverde gegevens uit andere ziekenhuizen. Deze revisie ligt nu klaar als de patiënt in VUmc komt. In totaal zal er midden 2011 bij vierentwintig patiëntengroepen van projecten in sneldiagnostiek sprake zijn. Epicentrum van de sneldiagnostiek is de nieuwe dakopbouw VUmc CCA diagnose en behandeling, die op 1 november zijn hoogste punt bereikte. Zweegman: ‘Hier zal, in een ‘healing environment', bijvoorbeeld een multidisciplinair spreekuur plaatsvinden. We willen het al bestaande multidisciplinair overleg namelijk laten vervolgen door een multidisciplinair spreekuur, waardoor de patiënt in één keer ingelicht wordt door alle betrokken specialisten.’ Koole: ‘De planningsoptimalisatie verbetert zowel de efficiëntie als de zorg voor de patiënt. Dat geldt niet alleen voor kanker, maar is algemeen toepasbaar.’ Zweegman voegt daar aan toe: 'Voor patiënten betekenen de nieuwe aanpak en de nieuwe ruimte snelheid, duidelijkheid en gemak. Heel belangrijk, want ze hebben het al moeilijk genoeg.’
Kleine wijzigingen maakten zo grote stappen mogelijk. Zweegman neemt de hematologiepraktijk als voorbeeld: ‘Bij bloed- en lymfeklierkanker treedt VUmc op als topreferent centrum voor veertien ziekenhuizen. Diagnostiek en weefselonderzoek hebben al in die andere ziekenhuizen plaatsgevonden. Wij bekijken de uitkomsten opnieuw, mede om te beoordelen of extra onderzoek nodig is. Zweegman: ‘Tot nu toe kwamen patiënten bij mij op het spreekuur met een – vaak voor mij onleesbare – cd-rom met gegevens uit eerder onderzoek. Die gegevens moesten dan bij de radioloog tijdens een aparte afspraak worden besproken.’ In de sneldiagnostiek is het uitgangspunt nu dat beeldvormend onderzoek en biopten al vóór het consult naar VUmc zijn gestuurd en gereviseerd. Zweegman: ‘Berthe van Gerven inventariseerde de interne route vanaf postkamer tot microscoop. De betrokken ziekenhuizen werkten gelukkig mee door de gegevens niet aan de patiënt mee te geven maar vooraf op te sturen. Voor de meeste patiënten bespaart dit extra ziekenhuisbezoek.’ In tegenstelling tot lymfeklierkanker vindt voor bijvoorbeeld long- en keelkanker veel diagnostisch onderzoek wel in VUmc plaats. ‘Daarvoor is nu op basis van de ideeën van Koole en Van Gerven capaciteit bij beeldvormende technieken als PET, CT en MRI gereserveerd’, zegt Zweegman. ‘Ook als er na de beeldvormende onderzoeken toch nog vervolgonderzoek moet plaatsvinden, hoeft de patiënt minder vaak te komen en is binnen een week bekend hoe de behandeling er uit gaat zien.’ december 2010
Synaps
Een selectie uit opvallend nieuws op medischwetenschappelijk gebied
Té kort door de bocht voor u?
Test voor CF-dragerschap
agenda Een selectie uit cursussen, symposia, congressen, promoties en oraties.
Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
drager van CF. Dragers/draagsters van CF zijn
Cursussen/symposia
Promoties en oraties VUmc
Per 1 december is het voor mensen met een
zelf gezond. Als beide ouders drager zijn,
4 januari 2011
kinderwens mogelijk om online een drager-
heeft elk toekomstig kind van hen een risico
Symposium: Beter worden om beter
Promotie: K. Ouwehand
schaptest voor cystic fibrosis (CF of taaislijm-
van 25% op het hebben van CF. Met een dra-
Medisch lesmateriaal via iTunes
25 januari 2011 te maken. Instituut voor onderwijs en
Titel: The Skin Immune System.
ziekte) aan te vragen. De afdeling klinische
gerschaptest kunnen aanstaande ouders ach-
Kno-arts dr. Jochen Bretschneider maakt pod-
opleiden VUmc
The resourceful army of Langerhans cells
genetica van VU medisch centrum ontwikkel-
terhalen of zij drager zijn, en daarmee weten
casts over medische onderwerpen, speciaal
Locatie: VU medisch centrum
Aanvang: 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit
de deze website voor alle mensen bij wie CF
zij al voordat er sprake is van een zwanger-
voor coassistenten. Maar ook patiënten en
Info: www.paog.nl
nog niet in de familie is voorgekomen. Tot nu
schap of er een kans bestaat op het krijgen
andere geïnteresseerden kunnen deze gratis
toe werden deze dragerschaptesten alleen
van een kind met CF.
downloaden via iTunes. De leer- en tijdsdruk
17 februari 2011
Promotie: T. Korteweg Titel: MRI in Multiple Sclerosis:
11 januari 2011
verricht bij mensen met CF in de familie.
Bij taaislijmziekte is er sprake van abnormaal
van coassistenten is hoog, terwijl artsen niet
Symposium: Midwifery science.
Echter, 85% van de kinderen met CF wordt
altijd tijd hebben voor het geven van instruc-
Keeping women at the centre of care.
from diagnosis to prognosis
Translationeel onderzoek op VUmc/VU-campus
taai slijm, bijvoorbeeld in de longen, met
geboren in families waar deze aandoening
onder andere chronische luchtweginfecties
tie. Bretschneider: ‘Voor de gebruiker is het
Aansluitend de oratie van prof.dr. Eileen
Aanvang: 11.45 uur, Aula Vrije Universiteit
niet bekend is.
tot gevolg. De gemiddelde levensverwachting
handig om de podcasts te raadplegen op ver-
Hutton, hoogleraar midwifery science
Het hoofdkantoor van de European Advanced
In Nederland is circa 1 op 30 mensen (van
van patiënten is 35 tot 40 jaar. Kijk op
loren momenten, zoals tijdens het reizen. Dat
Locatie: Rosarium, Amsterdam
12 januari 2011
Translational Research Infrastructure in medi-
oorspronkelijk Noord-Europese afkomst)
www.vumc.nl/cftest voor meer informatie.
kan gemakkelijk via een iPod, iPhone of iPad.’
Informatie: www.paog.nl
Promotie: M. Güler-Yüksel Titel: Inflammatory localized and
cine (EATRIS) zal op de campus van VUmc en
Maar ook het maken van een dergelijke pod-
de VU worden gevestigd. EATRIS is een con-
cast is niet moeilijk. Bretschneider: ‘Docenten
generalized bone loss in recent-onset
sortium van nu nog negen EU-lidstaten en de
Stamcellab wittestofziekten
2 t/m 4 maart 2011
hebben helemaal geen speciale technische
Congres: 4th international meeting on
rheumatoid arthritis
toonaangevende centra op het gebied van
Het VUmc centrum voor kinderen met witte-
vaardigheden nodig om hun lesmateriaal hel-
angiogenesis
Aanvang: 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit
geneeskundig translationeel onderzoek in
stofziekten is uitgebreid met een modern
der en toegankelijk in een podcast te presen-
Locatie: VU medisch centrum, Amsterdam
deze landen. EATRIS ondersteunt en coördi-
stamcellaboratorium. In dit laboratorium wer-
teren. En ook wetenschappers kunnen op
Info: www.paog.nl
neert deze centra om zo Europese onderzoe-
ken onderzoekers aan een stamceltherapie
deze manier een veel groter publiek bereiken
kers toegang te geven tot de meest geavan-
voor kinderen met wittestofziekten, met
ceerde infrastructuur en faciliteiten voor bio-
name de aandoening Vanishing White Matter.
medisch translationeel onderzoek.
Prof. dr. Marjo van der Knaap besteedde de
Translationeel onderzoek is onderzoek dat
1,5 miljoen euro die zij in 2008 ontving met
een snelle overstap mogelijk maakt van een
de Spinozapremie aan de totstandkoming van
deren voor. Bij Vanishing White Matter ver-
vinding in het laboratorium naar toepassing in
dit lab en het opstarten van het stamcel-
de patiëntenzorg. Het heeft als doel de
17
nieuws
Kort
nieuws
16
18 januari 2011 Promotie: S.N.T.M. Schouws
dan via de vakbladen.’ Er zijn bovendien grote
24 t/m 26 maart 2011
Titel: Cognitive impairment in older
toekomstplannen. ‘Volgend jaar staat VUmc in
Congres: 11th International Congress
persons with bipolar disorder
iTunes U, waar wetenschappelijke instellingen
of the European Society of Magnetic
Aanvang: 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit
lesmateriaal, proefschriften en filmpjes ter
Resonance in Neuropediatrics
beschikking kunnen stellen voor geïnteres-
Locatie: Vrije Universiteit
27 januari 2011
dwijnt de witte stof letterlijk. Er is nog geen
seerden.’
Info: www.paog.nl en
Promotie: L. Vroling
onderzoek. O.a. VU en VUmc droegen bij.
therapie voor. In het nieuwe stamcellaborato-
In iTunes, via ‘VUmc Amsterdam’, zijn
www.esmrn2011.org
Titel: Circulating endothelial and progenitor
patiënten zo snel mogelijk te laten profiteren
Wittestofziekten zijn aandoeningen van de
rium wil men stamcellen ontwikkelen die
wekelijks nieuwe VUmc-presentaties over
van de laatst wetenschappelijke ontwikkelin-
witte stof, het bedradingssysteem, dat de
ervoor moeten zorgen dat de zieke witte stof
verschillende specialisaties te vinden. Wilt
11, 12 en 13 mei 2011
cancer patients
gen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe
zenuwcellen (grijze stof) in de hersenen ver-
weer beter wordt en niet verdwijnt.
u meer weten over het samenstellen van
Cursus: Systematische reviews
Aanvang: 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit
geneesmiddelen of methoden van (vroeg)
bindt. Wittestofziekten zijn doorgaans erfelijk
Kijk ook op www.vumc.nl/afdelingen/Center-
een podcast over uw medische vakge-
en meta-analyse (K71)
diagnostiek. Kijk ook op www.eatris.eu
en komen bij ongeveer één op de 2.000 kin-
White-Matter-Disorders/
bied? Mail dan naar [email protected]
Locatie: Soesterberg
31 januari 2011
Info: www.epidm.nl
Promotie: M.P. Kos
cells during anti-angiogenic treatment in
Titel: Surgery for dysphagia and aspiration voorkomende bekkenbodemklachten als
delijke omgeving biedt met minder
18, 19 en 20 mei 2011
De bekkenbodempoli van VUmc werkt voort-
ongewild urineverlies of verzakking van de
‘ziekenhuisgevoel’. Hier werken specialisten
Cursus: Kwalitatief onderzoek in de
aan samen met Alant Vrouw Amsterdam, een
baarmoeder, maar ook op vervolgonderzoek
die onder één dak het hele traject van bekken-
praktijk van de gezondheidszorg (K78)
zelfstandig behandelcentrum voor bekken-
na een afwijkend uitstrijkje. De patiënt wordt
bodemzorg bieden, van eerste klacht tot
Locatie: Amsterdam
door de samenwerking snel geholpen en
nazorg. Bij complexe problemen kunnen we de
Info: www.epidm.nl
krijgt, dankzij de bundeling van hoogwaardige
patiënt eenvoudig door- of terugverwijzen naar
zorg en innovatieve technieken, de beste
VUmc.’ Patiënten kunnen bij Alant Vrouw
26 en 27 mei 2011
diagnose en behandeling. Hans Brölmann,
Amsterdam terecht na doorverwijzing door de
Cursus: Public Health Genetics
afdelingshoofd verloskunde en gynaecologie
huisarts of specialist. Behandeling wordt
and Community (R04)
VUmc: ‘Het grote voordeel is dat de locatie
geheel vergoed door de zorgverzekeraars.
Locatie: Amsterdam
Alant Vrouw Amsterdam een prettige, vrien-
Kijk ook op www.alantvrouw.nl
Info: www.epidm.nl
bodemzorg. Alant Vrouw richt zich vooral op de behandeling van patiënten met veel-
Synaps
Nummer 76
Bekkenbodemzorg
Aanvang: 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit
Voor meer inschrijvingen, nascholingscursussen, congressen en symposia, kijk op: www.VUmc.nl/paog Voor actuele informatie over promoties en oraties kijk op: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo december 2010
Synaps
19
Nieuwe kijk op MS Hoe kunnen we de hersencellen van MS-patiënten beschermen? Rond die vraag
VUmc streeft naar een nauwe samenwerking met andere organisaties op lokaal, regionaal, nationaal en internationaal niveau. Samen met het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen (NIN) heeft VUmc het Nederlands Slaap Register opgezet om meer te weten te komen over slechte én goede slapers,
startte het MS Centrum Amsterdam een grootschalig multidisciplinair onderzoeks-
zodat iedereen straks rustig kan slapen.
programma. Tot dusver werd multiple sclerose (MS) vooral als een ontstekingsziekte van het centraal zenuwstelsel gezien. Dit onderzoeksprogramma verlegt de aandacht naar de beschadiging van de hersencellen.
Z
‘Zenuwcellen in de hersenen sturen met hun uitlopers onze spieren aan. Deze zenuwuitlopers hebben een beschermlaagje dat zorgt voor een goede overdracht van signalen. Bij MS zijn dit beschermlaagje en de zenuwuitloper zelf aangedaan door ontstekingscellen.’ Aan het woord is Elga de Vries, onderzoeker en hoofddocent van het MS Centrum. ‘Omdat MS begint met een ontsteking in de hersenen ging onze aandacht altijd uit naar het remmen van de ontsteking. De ontstekingsremmers waarmee patiënten worden behandeld, verlichten wel de symptomen maar kunnen de ziekte alleen vertragen. Op een gegeven moment kunnen uitvalsverschijnselen blijven bestaan. Dit bracht ons bij de vraag: hoe komt het dat de zenuwcellen (de hersencellen) blijven verslechteren en zelfs verloren raken?’
Geheugenverlies ‘Ons onderzoek richt zich op het begrijpen van neurodegeneratie, oftewel de afbraak en verslechtering van hersencel-
len bij MS. Als we dat snappen, kunnen we mogelijk nieuwe manieren vinden om de hersencellen te beschermen.’ Binnen het multidisciplinaire programma worden klinisch onderzoek, fundamenteel labonderzoek, pathologisch en radiologisch onderzoek gecombineerd. ‘Met behulp van innovatieve cel- en weefselkweekmodellen onderzoeken we bijvoorbeeld tot in detail hoe het proces van celschade en celverlies verloopt.’ ‘Voorheen voerden we vooral immunologisch onderzoek uit. Nu kijken we breder. De motorische klachten springen bij MS-patiënten het meest in het oog, maar zij kunnen ook last hebben van geheugenverlies en concentratieproblemen. Het effect van MS is dus niet alleen dat de spieren niet goed worden aangestuurd vanuit de hersenen. De schade aan de zenuwcellen heeft ook gevolgen voor de werking van de hersenen. We werken dan ook nauw samen met de experts in de neurowetenschappen, zoals de wetenschappers die verbonden zijn aan Neuroscience Campus Amsterdam.’
Goede nachtrust voor iedereen
samenwerking
Neurologie
18
Zenuwcellen en hun uitlopers (groen/geel) onder de fluorescentiemicroscoop. De rode ontstekings-
Eus van Someren
Ysbrand van der Werf
cellen beschadigen de zenuwuitlopers.
bijzonder hoogleraar humane hersenactiviteit
Onderzoeker bij anatomie en neuroweten-
van slaap, rust en vigilantie VUmc, en team-
schappen van VUmc en de slaap & cognitie-
leider bij het NIN:
groep van het NIN:
Combinatietherapie
‘Heel veel mensen, maar liefst tien procent van
‘In het vooronderzoek voor het Nederlands Slaap
‘Ons onderzoek leidt tot een breder inzicht in de ziekte en tot meer begrip voor de patiënt. Voor het echter tot nieuwe toepasbare behandelingen leidt, zijn we wel zo’n vijftien jaar verder. Ik verwacht dat we in de toekomst op een combinatietherapie uitkomen: naast geneesmiddelen om de ontsteking te remmen, geven we dan geneesmiddelen die de zenuwcellen beschermen of verbeteren.’
de bevolking, slapen chronisch slecht. Slecht
Register hebben promovenda Ellemarije Altena
slapen is dan ook de meest voorkomende
en ik het brein van 25 slechte slapers intensief
psychologische klacht. Maar er is niets over de
onderzocht middels functionele MRI’s, hersensti-
oorzaken bekend, laat staan over goede behan-
mulatie, vragenlijsten en neuropsychologische
delmethoden. Het is de hoogste tijd dat daar
tests. Daaruit blijkt dat slechte slapers, ondanks
verandering in komt. Met het Nederlands Slaap
hun klachten, in het dagelijks leven goed functio-
Register, dat dit jaar van start is gegaan, willen
neren en vaak normaal scoren op tests. Pas bij
wij de redenen van slecht slapen en het geheim
specifieke tests zie je verschillen. Zo hebben zij
achter goed slapen achterhalen. Hiervoor hebben
meer moeite een keuze te maken als de informa-
we 10.000 tot 20.000 deelnemers nodig. We vra-
tie heel complex is. Ook blijkt dat zij hun herse-
gen hen gedurende een jaar 15 tot 20 vragen-
nen op een andere manier gebruiken en dat ze
lijsten in te vullen en taakjes uit te voeren.
anders op hersenstimulatie reageren dan goede
Hiermee kunnen wij verschillende subtypen van
slapers. De vraag is of ze hun hersenen anders
Het MS Centrum Amsterdam van VUmc
slapeloosheid vaststellen. Op grond van de resul-
gebruiken omdat zij slecht slapen, of dat zij een
richt zich op onderzoek naar de vroege
taten kunnen we de diagnostiek en behandeling
andere opbouw van neurale netwerken hebben
opsporing van MS en behandeling op maat
beter gaan afstemmen op het type slapeloosheid.
waardoor zij slecht slapen en anders presteren.
met als doel: een betere kwaliteit van
De samenwerking tussen VUmc en NIN bij het
Met brain imaging willen wij dit verder onderzoe-
leven voor mensen met MS. Doordat bin-
slaapregister is bijzonder hecht en betekent een
ken bij de verschillende subtypen van slechte
nen het centrum fundamenteel en klinisch
enorme vermeerdering van de hoeveelheid ken-
slapers. Die hopen wij te vinden met het
onderzoek gecombineerd worden, kunnen
nis; het NIN heeft meer kennis over de relatie
Nederlands Slaap Register. Nieuwe kennis willen
onderzoeksbevindingen snel worden toe-
tussen de biologische klok en slaapstoornissen,
we uiteindelijk ook toepassen bij het bestrijden
gepast bij het stellen van de diagnose en
VUmc meer over brain imaging.’
van slaapstoornissen bij psychiatrische ziekte-
de behandeling van MS. Naast zorg en
beelden en neurologische ziektebeelden zoals de
onderzoek is ook scholing van zorgverle-
ziekte van Parkinson, MS en Alzheimer.’
ners, zoals neurologen, een belangrijke
Synaps
Bij een gezonde zenuw lopen signalen in de richting van de pijl over de zenuwuitloper. Bij MS
pijler van het MS Centrum Amsterdam.
(onderste plaatje) is de myelinelaag om de zenuwuitloper beschadigd. Signalen worden niet meer
Kijk voor meer informatie op
goed doorgegeven.
www.mscentrumamsterdam.nl
Nummer 76
december 2010
Synaps
21
Stresshormoon speelt rol bij depressie en angst
Depressie huidig (n=701) 24
Controles (n=308
20
De HHB-as (Engels: HPA-axis) die als eindproduct
18
cortisol heeft, lijkt niet verstoord bij mensen 16
met milde depressie en angst. (Grafiek rechts:) mensen die een depressie hebben (gehad)
14
vertonen een hogere cortisol-ochtendcurve dan 12
mensen zonder depressieve klachten. ontwaken
< tekst Liesbeth Kuipers foto Mark van den Brink>
Het stresshormoon cortisol lijkt een rol te spelen bij het ontstaan en beloop van matig ernstige depressie en angststoornissen. Dit concludeert Sophie Vreeburg na analyse van speeksel van ruim 2.200 deelnemers aan de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst.
I
In onderzoek is al aangetoond dat het stresshormoon cortisol een belangrijke rol speelt bij het ontstaan en beloop van ernstige depressie. Bij mildere depressie en angststoornissen onder mensen die niet opgenomen zijn, was deze rol nog niet goed onderzocht, terwijl ze vaker voorkomen. Daarom besloot Sophie Vreeburg, nu arts in opleiding tot psychiater in VUmc, de rol van cortisol bij deze twee veelvoorkomende en beperkende aandoeningen tot onderwerp van haar promotieonderzoek te maken. ‘Iedereen maakt de hele dag het hormoon cortisol aan, ook zonder stress’, licht zij toe. ‘Door stress ontstaat een tijdelijke verhoging van cortisol. Net als adrenaline zorgt cortisol ervoor dat je kan reageren op stress. Cortisol zorgt dan onder meer voor meer energie, bijvoorbeeld door een verhoogde bloedsuikerspiegel. Als de hypothalamushypofyse-bijnier-as, de HHB-as, die als eindproduct cortisol heeft, ontregeld is dan zou dat een rol kunnen spelen bij het ontstaan en beloop van deze aandoeningen. Dit werd al eerder aangetoond in onderzoek bij ernstige depressie bij opgenomen patiënten.’
het dieptepunt bereikt. Is de HHB-as verstoord, dan kan de cortsiol-ochtendcurve veel hoger of lager dan normaal zijn.’ Hiervoor liet Sophie Vreeburg het speeksel onderzoeken van ruim 2.200 deelnemers aan de Nederlandse studie naar depressie en angst, NESDA (zie kader). ‘De deelnemers kauwden gedurende een dag zes keer op watjes, stopten die in een buisje en stuurden die naar het laboratorium, zodat in hun speeksel de cortisolwaarden bepaald konden worden.’
Cortisol-ochtendcurve Uit het onderzoek blijkt niet duidelijk dat de HHB-as bij mensen met milde depressie en angststoornissen verstoord is. Wel werden verschillen gevonden tussen de cortisolwaarden van mensen met een depressie in het verleden of heden, en mensen zonder depressie. Sophie Vreeburg: ‘Mensen met een depressie in het verleden of heden laten ten opzichte van mensen zonder depressie een verhoogde cortisol-ochtendcurve
30 min
45 min
60 min
‘Mensen met risicofactoren voor depressie hebben een verhoogde cortisol-ochtendcurve’ zien. De vraag is of deze al aanwezig is voordat de depressie ontstaat, dus wijst op een soort biologische kwetsbaarheid, of dat mensen door het doormaken van een depressieve episode een verhoogde cortisol-ochtendcurve ontwikkelen en die houden. Dit hebben we verder onderzocht en daaruit blijkt dat mensen zonder depressie, maar wel risicofactoren voor depressie zoals een ouder met depressie, een verhoogde cortisol-ochtendcurve hebben. Dat kan duiden op biologische kwetsbaarheid.’ Met een longitudinaal onderzoek naar
de cortisol-ochtendcurve bij depressie en angststoornissen achterhaalde Sophie Vreeburg ook dat mensen met een verlaagde ochtend-cortisolcurve meer kans hebben op een chronisch, dus ongunstig beloop van hun aandoening. ‘De lage cortisolwaarde kan ontstaan doordat het HHB-systeem uitgeput raakt na lange verhoogde activiteit door chronische stress’, verklaart zij. Bovendien vergeleek Sophie Vreeburg de cortisol-ochtendcurve van mensen met sociale fobie, paniekstoornis zonder pleinvrees, paniekstoornis met pleinvrees en de gegeneraliseerde angststoornis, met die van mensen zonder deze veelvoorkomende angststoornissen. Daaruit bleek dat mensen met een paniekstoornis met pleinvrees ook een significant hogere cortisol-ochtendcurve laten zien dan mensen zonder angststoornis. Verder onderzocht zij of de hoge cortisolwaarden geassocieerd waren met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, maar daar vond zij geen aanwijzingen voor.
biologische psychiatrie
Depressie in verleden (n=579)
22
Cortisol (nmol/l)
biologische psychiatrie
20
Veelbelovend
Over NESDA
Watjes
Sophie Vreeburg maakte in haar promotieonderzoek gebruik van de
Om uit te zoeken of van een verstoorde HHB-as ook sprake is bij mensen met mildere depressie of angststoornissen, onderzocht Sophie Vreeburg de cortisolochtendcurve. ‘Cortisol volgt een dag-nachtritme’, verklaart zij. ‘In de ochtend, na het ontwaken, is er een piek. Door deze ‘cortisol awakening response’ kun je anticiperen op wat je die dag te wachten staat, zo wordt gedacht. In de loop van de dag nemen de cortisolwaarden af en ’s nachts wordt
gegevens van de 2.981 mensen die deelnemen aan de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA). NESDA is in augustus 2004 van start gegaan met het doel meer inzicht te krijgen in het ontstaan en beloop van depressie en angststoornissen. De deelnemers, van 18 tot 65 jaar, worden acht jaar gevolgd. Bij hen wordt tweejaarlijks een uitgebreid interview afgenomen naar demografische, psychosociale, klinische, biologische en genetische factoren. NESDA wordt uitgevoerd door onder meer VU medisch centrum, het Leids Universitair Medisch Centrum, het Universitair Medisch Centrum Groningen en diverse GGZ-instellingen. Zie ook www. nesda.nl
De resultaten van deze studie hebben nog geen klinische consequenties, maar zijn daarvoor wel veelbelovend, zegt Sophie Vreeburg. ‘Interessant is om verder te onderzoeken of mensen met een verhoogde cortisol-ochtendcurve inderdaad een hoger risico hebben op het ontwikkelen van een depressie of angststoornis, en mensen met een verlaagde cortisol-ochtendcurve inderdaad kans hebben op een chronisch beloop van een depressie of angststoornis. Is dat het geval, dan kunnen artsen deze mensen bijvoorbeeld intensiever monitoren en begeleiden, ook met het oog op preventie.’ december 2010
Synaps
Kort
Een selectie uit opvallend nieuws vanuit GGZ inGeest
23
Therapie in deeltijd Té kort door de bocht voor u? Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo
GGZ inGeest biedt al jaren hulp bij eetstoornissen. Het gaat meestal om vrouwen met anorexia nervosa, boulimia nervosa of een eetbuistoornis.
Prezens start academische werkplaats
samenwerking tussen Prezens, klinische psy-
Onlangs startte Prezens in samenwerking met
Prezens, onderdeel van GGZ inGeest, bestaat
het EMGO+-instituut een academische werk-
nu een jaar. De combinatie van preventie,
plaats. Hierbinnen werken onderzoekers
huisartsenondersteuning en kortdurende
samen met professionals uit de praktijk op
behandeling die Prezens biedt, blijkt succes-
het gebied van onderwijs, onderzoek en
vol. Het uitgangspunt van Prezens is ‘stepped
cliëntenzorg. Klinisch psychologe aan de Vrije
care’, een geïntegreerd zorgaanbod van oplo-
Universiteit en senior onderzoeker
pende intensiteit: zorg zoveel als nodig, maar
Annemieke van Straten leidt de werkplaats.
minder als het kan.
Het is een intensivering van de bestaande
Kijk ook op www.prezens.nl
chologie, psychiatrie en huisartsgeneeskunde.
in 2011 twee ‘deeltijddagbehandelingen’ bij locatie Velserpoort. Vrouwen met bijvoorbeeld anorexia krijgen dan twee dagen per week intensieve therapie.
Zelfmoord voorkomen
cliëntgerichte actie-idee ter verbetering van
Ruim een jaar geleden startte psychiater Jan
de psychiatrie.
Mokkenstorm, directeur behandelzaken kort-
Binnen GGZ inGeest is haar idee uitgewerkt
durende psychiatrie Zuid-Kennemerland, de
tot een bordspel, de isoleerdoos. Naast
landelijke zelfmoordpreventielijn 113online.
discussievragen bevat het spel een aantal
Dagelijks maken dertig tot veertig mensen
opdrachten, citaten en ervaringsverhalen.
gebruik van de hulplijn of website. Soms is dat
Het kan gebruikt worden in (multidisciplinai-
tien keer zoveel, zoals na de zelfmoord van
Bordspel over separeren
re) teams, in kleinere groepen cliënten en/of
acteur Antonie Kamerling. De toekomst van de
De projectgroep dwang en drang van GGZ
naastbetrokkenen of als lesmateriaal voor
hulplijn is echter onzeker. De subsidie van het
inGeest heeft de isoleerdoos ontwikkeld, een
verpleegkundigen/artsen in opleiding. Bij
ministerie van VWS en zorgverzekeraars loopt
bordspel dat de impact van separeren
voorkeur is de spelleider een ervaringsdes-
tot april 2011. Wat Mokkenstorm wél zeker
bespreekbaar kan maken. De isoleerdoos is
kundige, maar het kan ook een hulpverlener
weet: de unieke
een idee van Mieke Mostermans, ervarings-
zijn of een combinatie daarvan. De isoleer-
preventielijn
deskundige. In 2009 diende zij het idee van
doos is te bestellen bij de dienst communica-
met haar suïci-
een lespakket over de impact van separeren
tie van GGZ inGeest via communicatie@ggzin-
dezelftest en
in voor de Jet Vesseur-prijs, een prijs voor het
geest.nl en kost 65 euro (exclusief verzend-
gratis online
meest creatieve
kosten). De levertijd is drie tot vijf weken.
hulpaanbod ‘kan honderden zelfmoorden per
Regie hernemen met Actenz
jaar voorkomen’.
Dagbesteding en arbeid van GGZ inGeest
‘De publiciteit rondom het overlijden van
heeft een nieuwe naam: Actenz. De organisa-
Antonie Kamerling wees velen de weg naar
tie begeleidt mensen die kwetsbaar zijn als
onze hulp. Maar het eigenlijke nieuws is dat 99
gevolg van psychische problematiek.
procent van de mensen met zelfmoordgedach-
Begeleiding die naar werk of een opleiding
ten andere oplossingen vindt.’
leidt, of naar het ontmoeten van andere men-
Mede dankzij 113online is Mokkenstorm
sen. Actenz denkt mee met cliënten en direct
uitgegroeid tot een van de suïcide-experts in
betrokkenen, ondersteunt en faciliteert hen
Nederland. GGZ inGeest steunt de vrijwilligers
bij het hernemen van de regie, door middel
door buiten kantooruren haar crisisdienst als
van activiteiten, training en begeleiding in de
back-up in te zetten.
eigen woon-, werk- en leefomgeving.
Zie ook www.113online.nl
Kijk op www.actenz.nl of vraag een brochure aan: [email protected] of T (020) 788 5656
Synaps
Naast het brede poliklinische aanbod starten
Nummer 76
eetstoornissen
nieuws
22
O
‘Onze patiënten hebben een stoornis in het denken en gedrag rond eten en hun lichaam. Ze zijn er continu mee bezig en vertonen soms extreem gedrag als laxeren, braken of overmatig sporten. Hun zelfwaardering hangt af van uiterlijk en gewicht.’ Klinisch psycholoog en psychotherapeut Iet van de Craats van GGZ inGeest is verantwoordelijk voor het behandelaanbod bij eetstoornissen. ‘Tegenwoordig behandelen we naast anorexia en boulimia ook mensen met een eetbuistoornis en ernstig overgewicht. Mensen met een eetbuistoornis hebben vaak geheime eetbuien, die met schaamte en schuldgevoel omgeven zijn. Net als bij anorexia en boulimia gaat het dikwijls gepaard met depressieve klachten.’ Eetstoornissen zijn hardnekkig. ‘Grofweg kun je stellen dat de helft van de vrouwen geneest, een kwart verbetert en een kwart houdt altijd problemen.’ De ambivalentie is groot. ‘Ze willen wel
‘Eetstoornissen zijn lastig te herkennen. Het is goed als huisartsen doorvragen’
en niet geholpen worden. De angst om er iets aan te doen is groot, vanwege de vrees om dik te worden.’
maagpijn of obstipatie. Het is goed als huisartsen dan doorvragen (zie onder). Bij twijfel kunnen ze altijd even contact opnemen om te overleggen.’
Zelfwaardering De hulp van GGZ inGeest bestaat uit een 24/7-telefoonlijn, preventieve cursussen, individuele therapie, groepstherapie en een nazorggroep. Omdat dit voor sommige vrouwen ontoereikend was, starten er deeltijddagbehandelingen. Eén voor vrouwen met anorexia en boulimia van twee dagen in de week; één voor vrouwen met een eetbuistoornis van een dag in de week. ‘Bij deze intensieve behandelingen is een team van specialisten betrokken, waaronder psychiaters en psychomotorisch therapeuten, maar ook creatief therapeuten en diëtisten. Gedurende ongeveer een jaar krijgt men een combinatie van cognitieve, creatieve en lichaamsgerichte therapie. Naast aandacht voor het eetgedrag is er ruime aandacht voor zelfwaardering, lichaamsbeleving en hoe je met emoties omgaat. Ook worden gezin en partner erbij betrokken.’
4 vragen voor signalering eetproblematiek (ESP - Eating disorder Screen for Primary care) 1 Bent u tevreden over uw eetgewoonten? 2 Eet u wel eens in het geheim? 3 Heeft uw gewicht invloed op hoe u zich voelt? 4 Hebt u nu last van een eetstoornis, of heeft u dat in het verleden ooit gehad? Is het antwoord op twee vragen ja, dan is de kans dat er van een eetstoornis sprake is meer dan negentig procent. (Bron: Richtlijn eetstoornissen)
Voor doorverwijzing, bel GGZ inGeest: 020 5437000
24/7-telefoonlijn
Doorvragen
Patiënten en verwijzers kunnen
‘Eetstoornissen zijn lastig te herkennen en vrouwen komen er niet snel voor uit. Ze komen bij de huisarts met psychische klachten, omdat hun menstruatie uitblijft of met klachten als een droge huid,
voor advies en informatie mailen naar [email protected] of bellen naar 06 47292154.
december 2010
Synaps
Sterk verhaal De techniek van het injecteren van weefsel met gekleurde was stamt uit de 17de eeuw. Vooral de Amsterdamse anatoom Frederik Ruysch (1638 - 1731) is er erg beroemd om geworden. Hij injecteerde de huid van overleden kinderen met rode was. De was deed de huid blozen, met als gevolg dat deze preparaten de sterfelijkheid leken te tartten. Met kanten manchetten en mutsjes en glazen ogen versterkte Ruysch dit effect. Vader en zoon Vrolik (resp. 1775 - 1859 en 1801 - 1863) gebruikten de injectie van bloedvaten alleen ter instructie: door de slagaders en aders van de longen te injecteren met verschillend kleuren was kon hun verloop tot in de kleinste haarvaten zichtbaar worden gemaakt. Behalve longpreparaten injecteerden de Vroliks ook andere weefsels en organen: darmepitheel, de vaten van het oog, de eierstokken van een kip. Dergelijke preparaten dienden strikt ter demonstratie. Ze werden opgehangen aan een paardenhaar of in een glazen bel op sterk water (alcohol) gezet om nooit meer uit hun pot te komen. Ze waren niet bedoeld om later nog eens rustig onder een microscoop te onderzoeken. De structuren die door de was zichtbaar gemaakt werden, moesten met het blote oog – of met een loep – door het glas van de pot worden bestudeerd.
Dr. Floris Wouterlood, universitair hoofd docent anatomie VUmc: ‘Studenten maken hun eerste gang naar de snijzaal met vlinders in de buik. Dit leidt tot wisselend gedrag. Confrontatie met een snufje nieuwsgierigheid maakt een student ingetogen, quasionverschillig of lacherig. Achteraf is de waardering groot. Een degelijke kennis van de gecompliceerde bouw van het menselijke lichaam vormt het fundament van de medische professie. Het anatomieonderwijs is vergeleken met vroeger sterk vernieuwd. Men hanteert nog steeds scalpel en pincet, maar daarnaast krijgen computertoepassingen steeds meer invloed in het snijzaalonderwijs. Voorzichtig
geïntroduceerd met een beeldschermpje met powerpointplaatjes gaan digitale beeldvormende technieken tegenwoordig hand in hand met demonstratiepreparaten. Wat de specialist ziet op MRI-beelden wordt meteen vergeleken met de reële anatomie. Vanaf het eerste jaar worden artsen-in-spé getraind in het ‘vertalen’ van CT- en MRI-beelden naar de driedimensionale bouw van het menselijke lichaam. Alles gaat richting 3D. Een heel verschil met vroeger, toen
Longweefsel van mens en dier
het memoreren van alle Latijnse namen van
geïnjecteerd met gekleurde was,
botten, spieren, bloedvaten en zenuwen nog
collectie Vrolik, ca. 1800 - ca. 1863.
een zeer voornaam doel van het snijzaalonderwijs was.’
Synaps
Nummer 76
Toen & Nu
24