Beter dan gerechtheid in de vorm van vergelding, is gerechtigheid die tot verzoening leidt. Desmond Tutu
ONDER ONS 4
7
9
11
VAN NON TOT STAATSECRETARIS. (4) Tijdens de woelige jaren van het schrikbewind van Idi Amin in Oeganda maakte Albert Abbenhuijs mhm bij toeval kennis met zuster Rosa Mystica. Deze sterke vrouw had besloten dat ze iets moest doen voor het schrikbarend groeiend aantal weeskinderen in het land. “Bij mijn huis aangekomen, wist ik direct wat er gaande was. Kinderen renden over het terrein, ze zaten in de bomen. Ik reed voor mijn raam langs. Daar stond ze, met de handen voor de ogen: zuster Rosa Mystica”. MENSENRECHTENTULP 2012 VOOR VOORVECHTER VAN DALITS IN INDIA.(7) Evenals de held van dit verhaal, Marimuthu Bharatan heeft Frans Baartmans mhm zich meer dan 30 dertig jaar ingezet voor de Dalits in India. “Het land is bekend om zijn oude geschriften, zijn yoga, zijn schaakfenomenen, om zijn dans en muziek, om zijn filosofieën over bewustzijnsverruiming die “in één oogwenk het gehele universum kan omvatten “. Zo staat het in de oude Vedateksten. Hoe valt het dan te verklaren dat een heel groot deel van de bevolking gediscrimineerd wordt?” PASTORALE UITDAGINGEN IN BRAZILIË. (9) Brazilië zit in de lift. De Kerk stond lang bekend als de bakermat van de bevrijdingstheologie. Eelke Piet Mous mhm geeft hier enkele beelden van wat er plaatselijk speelt in zijn bisdom.“Nog altijd geïnspireerd door het Tweede Vaticaans Concilie, dat het begrip Kerk als ‘Volk van God onderweg’ centraal stelde, worden vele leken hier sterk betrokken bij het wel en wee van de kerkgemeenschappen”. VEELZIJDIG DIALOOG. (11) In de loop van zijn uitgebreid cultureel onderzoek in Congo en Oeganda is Piet Korse mhm zich meer en meer bewust geworden van het belang van respectvol dialoog. “In de loop van het cultureel onderzoek werd het me steeds duidelijker dat mijn eigen evangelische opdracht bestond uit het aangaan van een oprechte dialoog met de Congolese en later ook met de Oegandese bevolking. Deze dialoog vereiste van me een radicaal andere houding. Ik moest om te beginnen me vol respect opstellen voor wat Gods Geest me vanuit het Traditionele Afrikaanse Geloof verkondigde. Ik zag het als mijn roeping om een persoonlijke dialoog met de Afrikaan aan te gaan”.
RUBRIEKEN Fons Eppink: Van Harry en de abdij……..........………..................…………………………..13 Frans Kwik:
Fotogalerij……………………….......................………………………………….16
Fons Eppink: Nieuws uit de Regio……..............................…………………………………..18 In Memoriam: Jan van Leeuwen, Frans Kwik, Jan Nielen…......................................………20
3
VAN NON TOT STAATSSECRETARIS. Albert Abbenhuijs mhm is thans pastor van het verzorgingscentrum ‘De Vossenberg’ in Kaatsheuvel. Daarvoor was hij vele jaren werkzaam als missionaris in het bisdom Jinja, Oeganda. In het hier volgende verhaal beschrijft hij een heugelijke ontmoeting tijdens de woelige jaren van dictator Idi Amin. De heldin van dit verhaal, zuster Rosa Mystica, is in 2011 overleden. Zuster Rosa Mystica behoorde tot de congregatie van de Kleine Zusters van St. Franciscus. Zij was intelligent. Ze was een van de beste leerlingen op de middelbare school. Na haar professie werd ze naar de universiteit gestuurd. Er werd haar verteld dat ze dan later op de middelbare school les zou geven: Engels, inclusief Engelse literatuur. De universiteit was in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Daar zag ze veel ellende, armoede, honger, weeskinderen, en nog veel meer. Toen ze afgestudeerd was, begon ze
blij. Veel medezusters echter gaven haar morele steun. Van leken kreeg ze vele giftjes. Toen kwam Amin aan het bewind op 25 januari 1971. Al heel gauw begon hij tegenstanders uit de weg te ruimen en alle Indiërs het land uit te zetten. Zo kwam het dat Rosa Mystica in 1974 een huis, dat door een Indiër was achtergelaten, kon betrekken. Begin 1976 had ze meer dan 35 weeskinderen. De kinderen ouder dan zes moesten naar school. De vier oudsten naar de
Straatscène in Kampala.
gewetensbezwaren te krijgen over haar toekomst. Les geven op school, een relatief onbezorgd leven leiden? Nee, ze wilde liever een weeshuis beginnen. De leiding van de congregatie was niet 4
middelbare school. Dus hoge onkosten voor schoolgeld. Ze nam een baan aan bij de nationale bank. Omdat ze naast Engels ook een beetje Frans kende, kwam ze op de afdeling vreemde
valuta. Een Duitse dame die bij de Volkswagen garage werkte, gaf haar een spoedcursus Duits. Ondertussen werd de oppositie tegen Amin steeds sterker. Met de economie
kazerne in het centrum van de stad. Nyerere had al de beschikking over langeafstandsraketten. Van de andere kant van het Victoria Meer bestookten de Tanzanianen de kazerne. Kleine groepjes soldaten van Nyerere
Demonstrerende motorrijders in Kampala.
ging het snel bergafwaarts. Het geld ontwaardde en de ontevredenheid in het leger groeide. In mei 1978 trokken Oegandese soldaten de grens met Tanzania over om vee te stelen en zinken golfplaten van de huizen af te halen. Dus was Nyerere, de president van Tanzania, woest. Amerika en ook Engeland gaven - in het geheim - steun aan Tanzania. Ze wilden dat Amin ten val kwam. Met de steun van buiten kon Nyerere zijn leger versterken. In oktober 1978 trokken legereenheden van Tanzania richting Oeganda. Bij de grens was er geen weerstand. In Oeganda kregen ze steun van het rebellenleger, opgericht om Amin ten val te brengen. Begin januari waren ze dicht bij Kampala. Het Oegandese leger had zich verschanst in de
gingen de stad binnen, geholpen door rebellen. Oegandese soldaten, die slecht bewapend waren en bijna geen munitie hadden, werden snel gevangen genomen. De soldaten in de centrale kazerne werden steeds banger en steeds meer van hen sloegen op de vlucht. Voor zuster Rosa Mystica werd het steeds moeilijker om het weeshuis draaiende te houden. Het weeshuis lag vlakbij het parlementsgebouw, ook dicht bij het hoofdkwartier van Amin en ook vrij dicht bij de centrale kazerne. Door het oorlogsgeweld, inslaande granaten, het constante geweervuur, deden de kinderen ‘s nachts geen oog dicht en zaten allemaal te huilen. In maart 1979 wist zij dat zij weg moest met de kinderen - uit Kampala. Maar waarheen? 5
Op zondag 25 maart was ik naar één van de 38 buitenposten van mijn parochie gegaan voor een eucharistieviering. Wel lag die dicht bij de hoofdstatie, op slechts 9 km afstand. De mensen daar hadden hun kerk jaren geleden “Maria Boodschap” genoemd. Ze hadden die dag dus feest. Ondanks de malaise in het land vonden zij dat ze de dag toch moesten vieren. Misschien juist voor de afleiding. Na de Mis werd er zoals gebruikelijk gedanst, gezongen en tot slot was er een gemeenschappelijke maaltijd. Het was half drie voor ik terug naar huis reed. Toen ik de zandweg naar de hoofdstatie op reed, vielen me direct de diepe bandensporen op. Het waren vele sporen, dikke banden, van auto’s of waren ze heen en weer gereden, volkswagen busjes of zoiets?
Voor zuster Rosa Mystica werd het steeds moeilijker om het weeshuis draaiende te houden. Bij mijn huis aangekomen, wist ik direct wat er gaande was. Kinderen renden over het terrein, ze zaten in de bomen. Ik reed voor mijn raam langs. Daar stond ze, met de handen voor de ogen: zuster Rosa Mystica. Zij was met haar weeskinderen naar mijn missiepost gevlucht. Kampala werd ingenomen op 10 april 1979, dinsdag na Pasen. Op vrijdag 13 april hoorde het plaatselijk districthoofd over de radio een bericht dat een zekere zuster, Rosa Mystica Muycinza, zo vlug mogelijk naar Kampala moest komen. Ze zou verblijven in Kiyunga, Busoga. Zaterdags heb ik haar naar Iganga gebracht. De politie stond bij elke invalsweg. Ik legde uit waarom ik met haar naar Jinja wilde (Jinja is de 2e stad van Oeganda en hoofdplaats van het gelijknamig bisdom). De politie vertelde me dat tot vlakbij Jinja het wel goed zou gaan, maar de brug over 6
de Nijl: onmogelijk! Terugtrekkende soldaten hielden daar auto’s aan en namen ze in beslag. De inzittenden werden doodgeschoten en in de Nijl gegooid, zo werd ons verteld! Bij de zusters in Iganga heeft Rosa toen een paar mensen in Kampala gebeld, die uit moesten vinden wie haar via de radio had opgeroepen. Vier dagen daarna kwam iemand uit Iganga, per fiets, ons vertellen dat het een mijnheer Andrew Adimola was. Op de BBC had ik al gehoord dat deze was benoemd tot Minister van Wederopbouw in de voorlopige regering. De zaterdag erna heb ik haar weer naar Iganga gebracht. Maar de politie waarschuwde dat er nog steeds voortvluchtige soldaten in Jinja rondliepen met hun wapens. Ik kreeg de raad naar het districtshoofd in Iganga te gaan. (Ik wist dat deze man allang een tegenstander van Amin was.). Ik heb de zuster bij hem afgeleverd. Hij heeft gezorgd dat zij naar Kampala kon reizen met een politieauto. Hij had namelijk op de radio die oproep voor zuster Mystica ook gehoord. Rond 4 uur was ze in Kampala. Wat bleek? Andrew Adimola wilde haar als staatssecretaris! Hij zei tegen haar: “Naast Engels ken je een beetje Frans en Duits en je kunt met vreemd geld omgaan; en je bent een non, dus ik denk dat ik je kan vertrouwen”. Ze is 10 maanden staatssecretaris geweest. Albert Abbenhuis mhm
MENSENRECHTENTULP 2012 VOOR VOORVECHTER VAN DALITS IN INDIA. Sinds jaar en dag zet Frans Baartmans mhm zich in voor de Dalits (kastelozen) in Benares, de Indiase heilige stad aan de Ganges. Hij is voor de lezers van dit blad geen onbekende. In deze bijdrage vertelt hij het verbijsterende verhaal van Marimuthu Bharathan, zelf een Dalit, die de Mensenrechtentulp 2012 kreeg toegekend.
Frans Baartmans met vrienden.
Dagblad Trouw kopt op 9 januari 2013: ‘Een Dalit verdient geen prijs, vindt India’. ‘Voorvechter van ‘onaanraakbaren’ krijgt niet de kans om Mensenrechtentulp in ontvangst te nemen’
De directe aanleiding tot de bijeenkomst was de geplande uitreiking van de Mensenrechtentulp 2012 door minister van buitenlandse zaken Frans Timmermans aan Marimuthu Bharathan. Hij woont en werkt in India’s zuidelijke staat Tamil Nadu. Ik heb hem nog niet ontmoet, wel veel over hem gehoord. Jammer genoeg kon de feestelijke uitreiking van de prijs niet plaatsvinden. Bharathan kon de uitreiking zelf niet bijwonen. De Indiase overheid weigerde hem een paspoort te geven. Maar de Indiase mensenrechtenverdediger kreeg op 9 januari toch de Mensenrechtentulp. Er is een bedrag van 100.000 euro aan verbonden voor projecten. In een telefoongesprek liet Bharathan weten dat hij met het bedrag een
In de Volkskrant van die dag staat: ‘Geweld tegen vrouwen ook kastenkwestie. Marimuthu Bharathan, voorvechter van de onaanraakbaren in India krijgt de Mensenrechtentulp 2012. Begin januari dit jaar ontving ik een uitnodiging van de organisatie Justitia et Pax om een bijeenkomst bij te wonen in Den Haag. Samen met Elle Franssen, bestuurslid Stichting Benaresfonds, ben ik er heengegaan. De bijeenkomst, ook bijgewoond door Gerard Oonk, voorzitter van de Landelijke Werkgroep India, ging over de beklagenswaardige situatie waarin India’s Dalits nog steeds verkeren.
Bewoonster van Benares.
7
voegt eraan toe dat de Indiase regering internationaal zo weinig mogelijk aandacht wil voor de zaak van de Dalits: “Elke internationale gelegenheid geeft kracht aan de strijd voor de rechten van de Dalits. De uitreiking zou ook door media in India zijn opgepikt, maar dat zal nu helaas minder zijn”. Het behoeft geen betoog dat de Indiase overheid zich lelijk in de kaart heeft laten kijken door Marimuthu Bharathan niet naar Nederland te laten komen.
Bewoonster van Benares.
trainingscentrum gaat opzetten waar mensen zullen worden opgeleid die Dalits kunnen helpen hun legitieme rechten met vreedzame en wettige methoden op te eisen. Laten we hopen dat het hem lukt. De 51-jarige Bharathan vertelde ook waarom hij het paspoort niet kreeg. Na zijn nominatie voor de prijs, drie jaar geleden, kreeg hij extra tegenwerking van de Indiase autoriteiten. Hij werd opgepakt toen hij na een moordzaak binnen de Dalit-gemeenschap opkwam voor de rechten van de verdachten. Een ‘verdachte Dalit’ is een gemakkelijke prooi. Bharathan werd gearresteerd en moord ten laste gelegd. Hij kreeg geen toestemming om te reizen. De zaak sleept nog steeds. Bharathan zegt: “Het is doorgestoken kaart! Dat weet iedereen die echt met het welzijn van India’s Dalits gemoeid is ! Een Dalit verdient geen prijs, vindt India”. Volgens Bharathan: ‘India zegt: hoe kan Nederland een prijs geven aan iemand die van moord verdacht wordt? Maar ik ben alleen verdachte en geen veroordeelde, en iedereen weet dat deze aanklacht is verzonnen. Bovendien zijn er tal van hoogwaardigheidsbekleders in India die ook vervolgd worden, maar wel de hele wereld over reizen”. Hij 8
Het land is bekend om zijn oude geschriften, zijn yoga, zijn schaakfenomenen, om zijn dans en muziek, om zijn filosofieën over bewustzijnsverruiming die “in één oogwenk het gehele universum kan omvatten “. Zo staat het in de oude Vedateksten. Hoe valt het dan te verklaren dat een heel groot deel van de bevolking gediscrimineerd wordt? Alsof India haar bewustzijnsverruiming een lange tijd geleden eventjes verloor? Ondervindt Marimuthu Bharathan daar nu de gevolgen van? Het zijn een paar van de vele vragen die hij met de andere 200 miljoen Dalits stelt. Frans Baartmans mhm
Frans Baartmans in Benares.
PASTORALE UITDAGINGEN IN BRAZILIË. Brazilië staat internationaal flink in de kijker. Het land organiseert de Wereldjongerendagen, de Wereldkampioenschappen Voetbal en de Olympische Spelen, allemaal binnen het tijdsbestek van enkele jaren. De economie groeit, maar de tegenstellingen tussen arm en rijk verscherpen. De Katholieke Kerk staat voor grote uitdagingen. Eelke Piet Mous mhm vertelt enkele ervaringen. de deelstaat van Minas Gerais, welke 17 keer groter is dan Nederland. De vallei waar we wonen en werken wordt gezien als “platteland”: kleine plaatsjes met wat veeteelt, kleine landbouw, handel en als “platteland” vergeten door de regering. Het resultaat is dat de meest ondernemende en meer welgestelde mensen naar de grote steden trekken.
Eelke Piet Mous
Sinds 1975 zijn enkele Millhillers werkzaam in de Rio Doce vallei in het bisdom van Governador Valadares in
Nog altijd geïnspireerd door het Tweede Vaticaans Concilie, dat het begrip Kerk als ‘Volk van God onderweg’ centraal stelde, worden vele leken hier sterk betrokken bij het wel en wee van de kerkgemeenschappen. Daardoor komt het dat wij goede en leidinggevende mensen overdragen aan de kerk in de grote steden. Het is dus zo dat wij mensen hier in het “binnenland” vormen om voorgangers te zijn in de pastorale zorg en werk in de stad. Hier beginnen we altijd
Feestelijke viering in kerk.
9
Gezicht op Turmalina.
maar weer opnieuw met het vinden en vormen van goede leiders voor onze 23 gemeenschappen (kleinere en grotere) verspreid over onze parochie van zo’n 1300 km2.
waren. We hebben hen met de auto van de parochie naar het feest gebracht dat enkele kilometers verderop aan de gang was, tot grote verbazing van iedereen.
Een van de kenmerken van onze streek is dat er niet veel huwelijken kerkelijk worden ingezegend. Samenwonen is de regel. Als er dus eens ‘n trouwerij is, betekent dat een groot feest dat uitbundig wordt gevierd met veel eten en drinken.
Eelke Piet Mous mhm
Enkele weken geleden was er hier in de Matriz (moederkerk) van Aimorés ook eindelijk weer eens ’n huwelijksinzegening. De kerk was stampvol. Na de viering help ik meestal om alles op te ruimen en de kerk te sluiten; dat was die avond ook het geval. De kerk was al op slot en de lichten uit. Vóór de kerk zag ik in het donker nog twee schimmen. Dat bleek het pas getrouwde echtpaar te zijn!!! De “honger” van de genodigden en familie was blijkbaar zó groot dat ze het jonge paar gewoon “vergeten” 10
VEELZIJDIG DIALOOG. De rijkdom van de Afrikaanse religieuze traditie wordt nog vaak onderschat. Piet Korse mhm wandelt al vele jaren rond in deze schatkamer. In zijn boek ‘In Gesprek met Afrika’ houdt hij een pleidooi voor een openhartige dialoog met gelovige mensen van andere tradities. De volgende tekst is een greep uit mijn nieuwste publicatie: In Gesprek met Afrika. Met de benoeming van Paus Franciscus horen we vele stemmen die hoopvol naar een nieuwe beleving van het evangelie uitzien, weg van de kerkelijke regelgeving en betutteling, weer terug naar de inspirerende barmhartigheid van de man van Nazareth. In Jezus ben ik in de loop van de jaren de grote man van de dialoog gaan zien. In de loop van het cultureel onderzoek dat ik twintig jaar lang in
vol respect opstellen voor wat Gods Geest me vanuit het Traditionele Afrikaanse Geloof verkondigde. Ik zag het als mijn roeping om een persoonlijke dialoog met de Afrikaan aan te gaan. Ik zag al gauw dat ik alleen een oprechte dialoog aan kon gaan als ik ervan overtuigd ben dat de ander net zoveel te geven en te bieden heeft als ik hem. Ik kan dit als missionaris slechts oprecht doen als ik de overtuiging bezit dat Gods Geest zowel vanuit mijn eigen geloof alsook vanuit
Uit de kapel van het Ggaba Centre Eldoret.
Afrika mocht ondernemen, werd het me steeds duidelijker dat mijn eigen evangelische opdracht bestond uit het aangaan van een oprechte dialoog met de Congolese en later ook met de Oegandese bevolking. Deze dialoog vereiste van me een radicaal andere houding. Ik moest om te beginnen me
het Traditionele Afrikaanse Geloof tot mij spreekt. Voor de dag van vandaag moet ik ook mezelf die vraag stellen: Vind ik Gods Geest actief en werkzaam alleen maar in onze eigen kerk of misschien ook in andere Christelijke kerken en in Pinkstergemeenten? Is het Woord Gods slechts te vinden in de 11
bijbel? Of misschien ook in de koran? En misschien ook onder de Hindoes? In het Boeddhisme? En misschien ook in de mondelinge overlevering van de Bantoes? In onze globaliserende wereld zijn dit vragen van levensbelang! Als ik naar Amsterdam ga, naar Den Haag, naar New York of naar Chicago, dan ontmoet ik mensen uit alle volkeren, met vele geloven, religies en heilige teksten. Onze benauwde westerse wereld ligt opengebarsten voor ons. Wat doen we met de geestelijke rijkdom van zovele volken, genieën, profetenfiguren, personen zowel vrouwen als mannen? Schrijven we ze af als niet ter zake doende? Of zijn we bereid om ook daar Gods Geest te herkennen en onze
In Jezus ben ik in de loop van de jaren de grote man van de dialoog gaan zien sandalen uit te trekken omdat we ons op heilige grond weten? Wat zou Jezus gedaan hebben? Het is mijn overtuiging dat Jezus ook vandaag gezegd zou hebben over al die vreemde snuiters: ‘Zo’n groot geloof heb ik in de kerken niet aangetroffen!’ (Zie Matt.8,10). Als Jezus zo zou spreken, wat moet voor mij, een volgeling van Jezus, dan mijn houding zijn? Ik denk dat Jezus die houding niet zomaar aannam. Hij kwam uit een snertdorpje. In Afrika zeggen ze: De man die beweert dat zijn moeder de beste kok ter wereld is, is nog nooit zijn dorp uit geweest. Jezus leefde ook zeer afgesloten van de rest van de wereld, maar toch had hij die open Geest met een hoofdletter. Het was Gods Geest die zijn geest, zijn mentaliteit en inzichten zo open en groots maakten. Dat vonden mensen inspirerend en bevrijdend. Voor mensen van de gevestigde orde was Jezus juist bedreigend; hij haalde ‘alles’ onderuit. Hij sprak relativerend over het toen gebruikelijke recht, over de gangbare rechtvaardigheids- en heiligheidsnormen. ‘Niet iedereen die 12
“Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, maar alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse vader’ (Matth. 7, 21). Als ik erken dat mijn kanarie niet de enige is die goed fluiten kan, word ik ertoe gebracht om ook naar andere kanaries te luisteren. Dat luisteren deed Jezus. Jezus had een open Geest en zou, naar mijn mening, vandaag een grote voorman geweest zijn van een ware interreligieuze dialoog. Geen dialoog over leerstellingen, over geloofsstandpunten, over theologische hoogstandjes, maar een dialoog hoe in het leven te staan, hoe we als betere mensen onder de mensen kunnen zijn. Hoe ga ik met mensen van andere culturen om? Hoe sta ik open voor anderen? Hoe kan ik leren om Gods aanwezigheid in anderen te vermoeden en te bespeuren? ‘De geest van anderen in ons eigen leven toelaten geeft ons meer oog voor wat we kunnen en verlegt onze grenzen’ (Sobonfu Somé). God is groter dan wijzelf, God is groter dan onze kerk zich voor kan stellen, dan onze cultuur en onze westerse samenleving kunnen vermoeden; God is groter dan de God van de Bijbel, Allah is groter dan de Allah van de Koran, God is groter dan de wijsheid die de Afrikaanse cultuur ons aanreikt. Gods Geest nodigt ons in deze wonderbaarlijke tijd uit om van de rijkdom van anderen kennis te nemen, daarvan te proeven, en andere volken met hun erfgoed te feliciteren. Piet Korse mhm
West-Afrikaans symbool.
VAN HARRY EN DE ABDIJ. Personen met psychische problemen of psychiatrische aandoeningen staan vaak helemaal aan de rand van de samenleving. De multifunctionele psychiatrische instelling van Wolfheze behoort tot onze ‘buurtschap’. De Zusters Trappistinnen zijn onze buren. Hieronder het verhaal van een bijzondere ontmoeting. In juni 2010, nog maar een paar maanden terug uit Kenia en volop bezig te wennen aan een nieuwe leefen werksituatie in Missiehuis Vrijland, kreeg ik op een dag een telefoontje. Aan de lijn was Lisa Böll, lid van het team van geestelijke verzorgers bij Pro Persona, de psychiatrische instelling
zijn een kloosterbejaardenoord, maar monniken…? Na enige aarzeling heb ik ja gezegd. Ik zou zelf komen. Over wat toen volgde gaat dit verhaal. Hij heette Harry, een boom van een kerel van rond de vijftig, zwaarlijvig, met een constant afzakkende
Deskundige uitleg over behandeling.
in Wolfheze. Of ik iemand zou kunnen vinden die bereid zou zijn om zo nu en dan eens op te trekken met een van de bewoners van de psychiatrische instelling? Hij wou graag eens naar een klooster, een hele dag optrekken met een monnik, werken in de tuin, samen wat schoffelen in de aarde en tussen de middag lekker samen een boterham eten. Er kwamen allerlei voor de hand liggende bedenkingen bij me op. Wij
broek die meer bloot onthulde dan fatsoenlijk was. Zijn forse gestalte en zachtaardige inborst deden me denken aan de goedhartige reus Lennie in John Steinbeck’s bekende novelle ‘Of Mice and Men’. In het begin van zijn opname in Wolfheze was hij zo zwaar gehavend dat hij nauwelijks in staat was een gesprek aan te gaan. Maar toen ik hem ontmoette ging het al wat beter. Geregeld, zo om de veertien dagen, 13
klopte ik bij hem aan voor een babbel in het huisje dat hij deelde met nog zo’n vier andere cliënten. Van lieverlede leerden we mekaar beter kennen. Hij vertelde van zijn jeugd in Almelo, hoe het allemaal misgelopen was in zijn familie, van zijn verlangen om eens nog weer zelfstandig te kunnen wonen met een hondje als huisdier, en vooral ook van de ‘stemmetjes’ in zijn hoofd. Op zijn voorstel gingen we samen naar de abdij voor de vespers om de andere week op donderdag. Soms lukte dat niet wanneer de ‘stemmetjes’ in zijn hoofd te luidruchtig werden en
zij geantwoord: “Wat zou je ervan vinden als we eerst eens een keer de vespers bij de zusters in Arnhem gingen bijwonen? Ze zijn net daar naartoe verhuisd”. Met z’n tweeën zijn ze toen naar de kapel van abdij Koningsoord getogen. Ze voelden zich als vanzelf opgenomen in de gezangen en meegenomen in de gebeden. Maar toen het getijdengebed werd afgesloten en iedereen stil bleef zitten voor een periode van woordeloos gebed was er even paniek. Zou Harry dit wel aankunnen? Het bleek loos alarm. Sinds die dag is er een groeiend groepje ‘pelgrims’ van Wolfheze naar Koningsoord. Om de week trekken
Lisa Böll in gesprek met enkele zusters.
hij helemaal van de kaart in bed bleef liggen. Maar hij ging graag. Was het de mooie zang? Of de rustgevende stilte? Was zijn oorspronkelijk verlangen niet om naar een klooster te gaan en een dag op te trekken met een monnik? Het was allemaal begonnen, die gang naar de abdij, net voordat ik Harry leerde kennen. Toen hij indertijd zijn verlangen aan Lisa bekend maakte, had 14
zo’n acht tot tien mensen, begeleiders inbegrepen, naar de abdij voor de vespers. “En telkens weer voltrekt zich hetzelfde wonder, zo vertelt Lisa Böll, het wonder van de stilte. Uit deze stilte is vriendschap gegroeid. Zonder woorden, zonder communicatie. Er is iets gegroeid dat ten diepste met heelzijn te maken heeft, zonder dbc’s ofwel diagnosebehandelingcombinaties”.
Maar vriendschap vraagt wederkerigheid. En zo is het gekomen dat op 11 juli 2013, het feest van de heilige Benedictus, vader van het westerse kloosterleven, voor één keer de rollen werden omgekeerd. Op de fiets en in auto’s toog de voltallige communiteit van zusters Trappistinnen naar Wolfheze. Het werd een middag om niet te vergeten, met rondleidingen en uitleg over de veelzijdige behandeling en zorg voor mensen met psychische problemen en psychiatrische aandoeningen, daarna onder veel belangstelling de gezongen vespers in de plaatselijke kerk. En de middag werd afgesloten met een heerlijke picknick in de open lucht. Helaas heeft Harry, die aan de wieg stond van dit initiatief, dit niet meer mogen meemaken. Hij zou ervan hebben genoten! Maar hij is in juni 2012, veel te jong, overleden. Ik ben hem vóór de picknick nog even gaan groeten. Een eenvoudig naambordje geeft de plek aan waar hij begraven ligt. Zonder gedenksteen. Daar gaan we iets aan doen, Harry, dat beloof ik je!
Gezamelijke picknick.
Fons Eppink mhm
Milieuvriendelijk vervoer.
15
DE FOTOGALERIJ. Tijdens zijn verblijf in Missiehuis Vrijland heeft Frans Kwik de afgelopen tien jaar een serie rake ‘columns’ geschreven waarvan hij de publicatie in boekvorm niet meer heeft kunnen realiseren. Als eerbetoon aan hem voor zijn inzet als redacteur van het Contactblad volgt hier een van die pennenvruchten van zijn hand. Als ik in de gang loop in de buurt van de eetzaal, kom ik voorbij de fotogalerij. Die is drie meter lang en bestaat uit 24 grote panelen die je als bladzijden van een boek kunt omslaan. Daar hangen foto’s in paspoortformaat van alle Mill Hill Missionarissen vanaf 1866, het begin van onze congregatie, tot aan het
1980 slechts vijf. Sindsdien een paar wijdelingen per jaar. Onder elke foto staan de naam en de voornaamste gegevens van die persoon. Het zijn foto’s van mannen en vrouwen genomen op de dag dat zij tot priester gewijd werden, de eeuwige eed
Even een kijkje in het verleden.
jaar 2010. Dat zijn er in totaal 2080. Voeg daarbij de 126 leken missionarissen die bij Mill Hill werken of gewerkt hebben, en je komt op 2206. De foto’s zijn gerangschikt volgens het jaar van de priesterwijding of intrede in de congregatie en een groepsfoto van de wijdelingen van dat jaar. De groepsfoto van het jaar 1938 telt vierenveertig wijdelingen. Die van 16
aflegden of zich bij Mill Hill aansloten. Jonge mensen dus. Die van vroegere data kijken heel plechtig en zij allen dragen keurig een boordje en toog. Die van latere data zien er wat vrolijker uit. Zij dragen een stropdas en kruisje. Bezoekers staan meestal versteld als zij door de panelen bladeren. Zoiets hebben zij nog nooit gezien: zeven generaties missionarissen in één
horen vertellen. Een enkele bezoeker neemt zelfs een foto van heeroom.
oogopslag! Inderdaad de galerij is een unicum in onze congregatie. Van de negen huizen die Mill Hill in Europa telt is Vrijland het enige huis met een fotogalerij van die omvang. Sommige bezoekers willen meer weten van hun overleden ‘heeroom’, die zij als kind gekend hebben of over wie ze hebben
Ik loop er elke dag wel tien keer langs. Af en toe stop ik. Ik blader door de panelen en kijk naar collega’s die ik goed gekend heb. De meesten herken ik direct. Zij zijn weinig van gezicht veranderd. Anderen wel. Velen zijn overleden. Enkelen zijn nog in leven. Soms kan ik er niet aan voorbijlopen zonder dat er vragen door mijn hoofd flitsen: Waar is de tijd gebleven? De meesten die ik gekend heb zijn overleden, sommigen op jonge leeftijd. Waaraan heb ik het te danken dat ik nog lééf? Meer dan 2200 mensen die zich in geloof hebben overgegeven aan een onbewijsbaar ideaal, zonder sluitend argument tegenover mensen en instanties. Met geen ander houvast dan het verhaal van Jezus Christus en wat Hij in ons midden gedaan heeft en blijft doen. Daar je leven voor geven is dat geen dwaasheid? Voor de een wel, voor de ander niet. Voor mij is het een wonder. Frans Kwik mhm
Gezicht op de complete galerij.
17
NIEUWS UIT DE REGIO Veranderingen in het bestuur van de Nederlandse Regio. Vanaf 15 augustus is Martien van Leeuwen benoemd tot regionaal overste van de Nederlandse Regio van Mill Hill. Hij neemt het stokje over van ondergetekende die deze taak de afgelopen drie jaar heeft vervuld. Tevens zijn René Graat, Theo Geurtsen, Arie Braak en Toos Beentjes benoemd tot leden van het regionaal bestuur. Wij wensen Martien en de leden van het nieuwe bestuur veel wijsheid en inspiratie in deze verantwoordelijke taak. En natuurlijk een oprecht woord van dank voor de inzet en toewijding van de leden van het scheidende bestuur.
Nieuwe Regionaal Martien van Leeuwen.
“Toen ik voorgoed uit Congo naar Nederland kwam was er één ding waar ik absoluut geen zin in had en dat was: redacteur worden van het Contactblad”, zo vertelde hij wel eens. Toch heeft hij die taak op zich genomen toen hij ervoor werd gevraagd, en met veel toewijding en de nodige flair. Frans was een geweldenaar, van heel veel markten thuis. Zijn voorganger als redacteur, Ben Beemster, schrijft over hem:
Scheidend Regionaal Fons Eppink.
Eddy Karhof neemt over van Martien van Leeuwen als conrector van Missiehuis Vrijland. Aan alle betrokkenen dank voor hun beschikbaarheid. Overlijden oud-redacteur Frans Kwik. Gedurende acht jaar heeft Frans Kwik als redacteur letterlijk en figuurlijk kleur gegeven aan het Contactblad. 18
“Begin van de jaren 2000 kreeg ik opnieuw met Frans te maken, nu in Nederland. Ik had een aantal jaren de redactie gevoerd van ons Mill Hill Contactblad, en er was behoefte aan een frisse wind. Wel, die wind kwam er. Maar op de manier van het zachte suizen zoals in de profetie van Elija. Geleidelijkheid. Rubrieken met verhalen van heel dicht bij de mensen. En kleur! Eindelijk mocht het blad in kleur verschijnen. Frans was zelf een kleurrijk mens. U weet dat allemaal zelf veel beter dan ik - een half oog op zijn verhaaltrant, en je hebt meteen dat verrassende van zijn kwinkslag te
pakken. De overdracht van de redactie was puur plezier. Zijn eigen kundigheid had hij zelf allang bewezen. Nu was hij naar mij toe nog complimenteus ook. Dat is prettig, hoor, wanneer je met een collega de wacht wisselt en nog een pluim krijgt ook!” Fons Eppink mhm
Frans Kwik.
“Gastvrijheid en dingen zien in hun groter verband staan voor mij hoog in het vaandel” De gastvrijheid die mij het meest getroffen heeft en in mijn ziel gegrift staat is die ik in de dorpen genoten heb, meer dan vijftien jaar lang, bij het geven van studiedagen over het huwelijk en de documenten van het Tweede Vaticaans concilie. In die vijftien jaar trok ik eens per maand met het pastoraal team naar een dorp in het binnenland om daar vier dagen lang te vertellen over ‘de taak van de Kerk in de huidige wereld’. Ieder dorp kreeg op die manier zijn beurt de deelnemers te ontvangen en voor hen te zorgen. Wij en de deelnemers kregen onderdak, drie keer per dag lekker eten. Het ene dorp wilde niet onderdoen voor het andere! Frans Kwik in het Contactblad september 2009. 19
KARBOUW VAN GOD Jan van Leeuwen mhm Geboren op 14 maart 1928 te Haarlemmermeer Tot priester gewijd op 10 juli 1955 Missionaris in de Filippijnen Gestorven op 19 mei 2013 Geboren in de bollenstreek is Jan tot bloei gekomen in de Filippijnen. In Antique was Jan bekend als “Carabao sang Dios” – Karbouw van God - een bijnaam die hij zichzelf gegeven heeft en die toch goed weergeeft wat Jan eigenlijk wilde zijn en in feite ook geweest is. Geen boer kan zonder de karbouw die de grond klaar moet maken voor het zaaien of uitplanten van rijst, en zo moest Jan ook ploegen, hoe hard de grond ook was en hoe diep de modder. Hij móest ploegen en het goede zaad zaaien. Als ik aan Jan denk, schiet me altijd weer een ervaring te binnen. Toen ik nog maar pas in Antique was, werd Jan op een morgen geroepen om iemand – ver weg in de bergen - de ziekenzalving toe te dienen en ik vroeg hem of ik mee mocht. Jan nam de olie en “ons Heer” mee en we gingen samen op stap. Vier of vijf uur lopen. Natuurlijk begon ik hem het hemd van zijn lijf te vragen want alles wat ik zag en hoorde was nieuw voor mij. Ik had hem nog maar nauwelijks één vraag gesteld of hij zei: “Harry, houd je mond. Ik heb ons Heer bij me”. Dat was Jan ten voeten uit, en zo ging dat destijds! In de loop van de jaren heb ik Jan goed leren kennen. Hij was en bleef een heel eenvoudige man. Héél gemotiveerd, héél geïnspireerd, héél toegewijd - hoe kon het ook anders want de Spiritus, de Geest van God, was in hem. Hij klaagde nooit, waar hij ook benoemd werd, wát hij ook moest doen. 20
Hij stond aan het bed met troostende woorden in de ziekenhuizen in Iloilo, hij stond voor de klas in de scholen in Antique, geen brug en geen barrio waren voor hem te ver. Hij stond dicht bij de mensen, kende hun taal, kon luisteren met alle aandacht en veel geduld. Jan was geen man van dikke boeken, maar het dikke brevier heeft hij kapot gebeden en de kralen van zijn rozenkrans glad gevingerd. Hij was een man van God en hij zou en moest iedereen vertellen over die God van wie hij zich zo’n scherp beeld had gevormd. De mysticus Willigis Jäger schrijft: “Wij hebben het ouderlijk huis nooit verlaten. Ook toen wij elders waren, waren we thuis. Wat we in wezen zijn is tijdloos en in tijdloos bestaan zullen wij terugkeren” Jan, het is nu tegen jou gezegd dat je nooit weggeweest bent, dat je nu thuis bent. Harry Smithuis mhm
LIEFDE HEEFT GEEN EINDE Frans Kwik mhm Geboren op 12 mei 1931 te Roermond. Tot priester gewijd op 8 juli 1956. Missionaris in Congo. Gestorven op 20 juni 2013. In Congo begroeten volwassen mensen elkaar dagelijks met een lijfspreuk. Frans koos als zijn lijfspreuk: “Liefde heeft geen einde” (“Lolango lófa la nsúko”). Hij kiest daarmee voor een liefde die uitgaat naar iedereen, rijk of arm, jong of oud, engel of bengel. Na zijn priesterwijding in 1956 mag hij helaas niet direct naar de missie. Hij moet eerst les gaan geven op een seminarie in Schotland. Pas 3 jaar later krijgt hij zijn benoeming voor Congo, waar hij begint als leraar op een kweekschool. Daarna is hij jarenlang secretaris van de bisschop. In 1982 begint zijn mooiste tijd wanneer de Congolese bisschop Matondo hem aanstelt als pastoor van Basankusu, de hoofdstatie. Hij gaat tussen de mensen in wonen, met het doel ‘kerk’ en ‘wereld’ dichter bij elkaar te brengen, volgens het ideaal van de nieuwe bisschop. Door middel van kleine basisgemeenschappen krijgt het christelijk geloof zo bij velen voor het eerst voet aan de grond. Met zijn oprechte belangstelling voor mensen en zijn grote waardering voor details was Frans iemand die kon genieten van het leven: van muziek en zang, van films, van lezen en schrijven, maar toch wel het meest van een eerlijk gesprek, als vrienden onder elkaar. Zijn leven ging niet altijd over rozen. Hij was pastoraal ingesteld, en niet iedereen had dezelfde instelling of prioriteiten. Dat leidde soms tot frustraties, zoals toen hij in Mampoko te maken kreeg met koeien en schapen wat ten koste ging van zijn pastorale inzet. Hij ging
voor een tijd naar Nederland. Gelukkig kwam zijn humor hem te hulp en zong hij het lied “Hakúna matáta!” (“Geen problemen!”), uit de Walt Disney film “De Leeuwenkoning”. Na een onderbreking gaat hij in 1993 terug naar Congo en is hij opnieuw volop pastoraal werkzaam, nu in de parochie Djolu, tot de politieke toestand hem in 1999 dwingt om voorgoed terug te keren naar Nederland, na bijna 40 jaar Congo. Hij wordt rector van het St. Jozefhuis, en verhuist daarna vanwege hartfalen naar Vrijland. Daar knapt hij zo goed op dat hij nog 10 jaar actief blijft, zowel binnen- als buitenshuis, als een sociaal bewogen iemand, tegelijk volop genietend. Hij schrijft boekjes vol leuke anekdotes uit zijn missionarisleven, maakt limericks (grappige kleine gedichten) en schrijft columns waarin hij spits en uitdagend zijn mening geeft. Een combinatie van hart- en nierproblemen wordt hem uiteindelijk te veel, en dwingt hem van ons heen te gaan. Misschien hoort hij nu wel de uitnodiging: ‘Kom, dirigeer ons hemels koor’. Frans, dank voor alles, geniet van je nieuwe omgeving! Pierre Spanjers, mhm 21
VERKNOCHT AAN DE MAORI Jan Nielen mhm Geboren op 31 mei 1932 te Wormerveer. Tot priester gewijd op 7 juli 1957. Missionaris in Nieuw-Zeeland. Gestorven op 4 juli 2013. Zijn leven lang heeft Jan Nielen het kruis van ziekte gedragen. Het begon al één jaar voor zijn priesterwijding. Jan werd ernstig ziek met longontsteking. Toen de oversten van Mill Hill uitvonden dat Jan eerder al eens dezelfde ziekte had gehad, werd zijn toetreden bij Mill Hill even in twijfel getrokken want een missionaris moest gezond en taai zijn. Besloten werd dat hij toch zijn eeuwige eed mocht afleggen. Nieuw-Zeeland heeft een aangenaam klimaat en goede medische verzorging, dus werd hij daar naartoe benoemd. Op de tweede kerstdag 1957 kwam hij in Nieuw-Zeeland aan. Zijn eerste benoeming was voor Panguru, een klein Maori dorpje in het noorden van Nieuw-Zeeland. Het was een totaal andere wereld dan vanwaar hij gekomen was. In 1964 kwam hij op verlof naar Nederland. Dat jaar begon het Tweede Vaticaans Concilie. In Nieuw-Zeeland hadden ze daar amper van gehoord. De algemene indruk was dat het vlug voorbij zou zijn en dat de radicalen op de vingers getikt zouden worden. Niets was minder waar. Het doel van het Tweede Vaticaans Concilie was immers om kerk en liturgie meer ‘bij de tijd’ te brengen, onder andere door de deelname van alle gelovigen aan het kerkelijk leven en de liturgie in de volkstaal te aanvaarden. Dit alles sloeg bij Jan aan. In oktober 1970 werd Jan benoemd voor Te Kaha, een Maori dorpje aan de oostkust, honderden kilometers 22
ten zuiden vanwaar Jan tot dan toe gewoond en gewerkt had. In Te Kaha en omstreken kende hij niemand. Er stond daar een kerkje en een pastorie want de Mill Hill missionarissen hadden al voor meer dan 100 jaar Te Kaha gebruikt als centrum voor missieactiviteit in de wijde omgeving. Jan deed het normale parochiewerk zoals de mensen dat gewoon waren, maar begon ook de mensen warm te maken voor de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie. De mensen van de hele streek kwamen eens in de veertien dagen bij elkaar om te leren en tegelijkertijd ook de parochie te helpen. Allerlei onderwerpen werden besproken zoals de biecht en de taal van de vieringen. Het was tot dan toe de gewoonte de Heilige Mis op te dragen in het Latijn terwijl de priester, met zijn rug naar het volk stond gekeerd. Achter in de kerk zat dan een catechist die alles hardop vertaalde in het Maori. Drieëntwintig jaar lang heeft Jan dit werk volgehouden. In zijn leven heeft hij het kruis van ziekte gedragen, maar hij ging steeds door om mensen te helpen zo goed als hij kon en was een inspiratie voor zijn parochianen en collega’s. In 1993 ging hij in Auckland rusten, waar hij op 4 Juli 2013 stierf. Wim Tuerlings mhm
ONZE OVERLEDEN VRIENDEN Nijmegen
Pater Piet Palm O.M.I, Missionaries Oblaat van Maria
Nijmegen
Dhr. Ton Jansen, ex-Mill-Hill missionaris, Kamaroen.
Amersfoort
Dhr. Cornelis Tolboom, tweelingbroer van Br. Ted Tolboom mhm
Alkmaar
Dhr. Jan koeleman, zwager van Fr. Karel Heideman mhm
Almelo
Dhr. Herman van ’t Hoff, ex-Mill-Hiller
Hoorn
Dhr. Godfried van Leeuwen, broer van Fr. Willem en Br. Piet van Leeuwen.
Doetinchem
Dhr. Wilhelmus Augustinus Kok, zwager van Fr. Hans Boerakker
Workum
Dhr. Jan Bootsma, zwager van Fr. Jozef Boekema mhm
Moergestel
Mw. Jo Raaijmakers-Willems moeder van Fr. Theo Raaijmakers, mhm Bolivia
Monster
Dhr. Nikolaas Appelman, broer van Fr. Jan Appelman mhm
Utrecht
Dhr. Eric Snijders, neef van Zr. Nicola F.M.S.J
Raalte
Dhr. Hendrikus Antonius Borgman, broer van Br. Alfons Borgman mhm
Alkmaar
Mw. Ans Takken-Tuerlings, zus van Fr. Wim Tuerlings mhm
Omslag: Foto’s:
FOTOGRAFIE Konrad Willeit, Brazilië. Fons Eppink, Frans Baartmans, Konrad Willeit, Huub de Bij.
UW TESTAMENT IS NOG BETER WANNEER DE MISSIE DAARIN BEDACHT IS Maak uw legaat voor Mill Hill aldus: “Ik legateer, vrij van rechten, aan De Nederlandse Regio van de Mill Hill Missionarissen Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek”
WAARHEEN MET UW BIJDRAGEN? Persoonlijke giften voor missionarissen Giro: 1066957 t.n.v. Missieprocuur van Mill Hill Oosterbeek. Bank: ABN/AMRO Rek 40.02.36.311 t.n.v. Nederlandse Regio van Mill Hill, Oosterbeek. Giften voor opleiding van Missionarissen in Afrika en Azië: ING: 939153 t.n.v. Mill Hill Oosterbeek. Bij voorbaat hartelijk dank. De Nederlandse Regio van Mill Hill is een ANBI instelling vallend onder de RK Kerkprovincie in Nederland. Door de belastingdienst is op 30 november 2007 een groepsbeschikking afgegeven ten name van de Bisschoppenconferentie van de Rooms Katholieke Kerkprovincie te Utrecht. Uw giften zijn dus fiscaal aftrekbaar en over uw bedragen hoeft geen schenkings- of successierecht betaald te worden.
23
Retouradres: Johannahoeve 4 6861 WJ Oosterbeek.
Contactblad van Mill Hill Administratie & redactie. Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek. Telefoon : (026) 339 80 82 E-mail :
[email protected] Internet : www.mhmobk.nl Juni 2013 Jaargang 47 - nummer 3 Verschijnt 4 keer per jaar Drukkerij Voor de Poort - Oosterbeek.