SWV 30-10
PO 30-10 Directeur/bestuurder a.i : De heer H. Norder
Kerstnieuwsbrief, nummer 15-1, december 2015 Samenwerkingsverband Primair Onderwijs
Aalburg Heusden Loon op Zand Waalwijk
Postadres: Von Suppéstraat 3 5151 KR DRUNEN Telefoon: 0416-760770 Mail:
[email protected] www.swvpo3010.nl
Inhoudsopgave nieuwsbrief: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
10. 11. 12. 13. 14.
Voorwoord van de directeur/bestuurder a.i. Henk Norder Huisvesting en secretariaat Overlegstructuur 2015-2016 Overleg gemeenten (OOGO en LEA) Ambulante begeleiding Financiën en financiële tegemoetkoming scholen ter versterking basisondersteuning Toelaatbaarheids- en Advies Commissie (TAC) Inventarisatie(s) bij scholen Thuiszitters Toekomst van het speciaal basisonderwijs binnen PO 30-10 1- meting van de basisondersteuning Verlengd Aanmeldingstraject VO (VAT) Ontwikkelingsperspectief (OPP) Good practice: Speciale Basisschool ‘de Leilinde’
1. Voorwoord Sinds half september rijd ik zeer regelmatig op en neer tussen Zwolle en Waalwijk (en omgeving) als interim directeur/bestuurder van het SWV PO. Dat doe ik met genoegen, want ik zie bevlogen onderwijsmensen aan de slag om passend onderwijs te verzorgen. Om samen vanuit een gedeelde ambitie de stukjes van passend onderwijs in elkaar te puzzelen. Deze puzzelstukjes komen echter niet uit één puzzel. En dat is wellicht ook onze ‘puzzelzoektocht’, namelijk om alle stukjes tot één geheel te maken. Wie is waar verantwoordelijk voor? Het schoolbestuur of het bestuur van het SWV? Wat merkt een leerkracht in de klas hiervan? Is er voor hem of haar ook passende ondersteuning? En wie regelt dat dan? En waar kan een ouder met een zorg terecht? Natuurlijk bij de leerkracht, maar ook bij de directeur? De deskundige bevoegd gezag of bij mij? Hoe regelen we dat laagdrempelig? En ook snel zonder al teveel bureaucratie. De aansluiting met de gemeente en jeugdzorg is ook niet zomaar even geregeld. Daar hebben ze weer heel andere puzzels dan in het onderwijs. Kortom een flinke puzzel! Maar hoever zijn we met onze puzzel? Tijdens het inspectiebezoek van begin november konden we laten zien dat we wel alle puzzelstukjes in beeld hebben en dat een groot deel al op de goede plek ligt. Maar ook dat we nog niet alle stukjes op de juiste plaats hebben liggen, maar daar wel een plan van aanpak voor hebben. De inspectie heeft vertrouwen in onze aanpak en de weg die we zijn ingeslagen. In de zgn. Appendix (december 2015) bij het Ondersteuningsplan staat over deze aanpak het een en ander vermeld. In de deelnemersraad en in de OPR wordt deze appendix nog uitgebreid besproken. Alle besturen hebben deze appendix inmiddels ontvangen. Goed om hier de uitstekende bijdrage van het zgn. kernteam te benoemen, mijn dank hiervoor!
Met deze ‘Kerstnieuwsbrief’ willen we een start maken met een geregelde informatievoorziening naar alle betrokkenen in het SWV. Deze nieuwsbrief bevat heel veel informatie (een flinke leesklus). In 2016 komt regelmatig een nieuwsbrief uit, waardoor de hoeveelheid informatie beter gedoseerd wordt verspreid. Dit is ook belangrijk, omdat in de komende maanden de organisatorische inrichting van het SWV steeds duidelijker vorm gaat krijgen. Denk hierbij aan de inzet van de ambulante begeleiding na 1 augustus 2016, de positionering van het SBO in relatie tot het SO en het reguliere onderwijs, de monitoring binnen het SWV (Doen we de juiste dingen? En doen we die goed?), de afstemming met cluster 1 en 2, de samenwerking tussen onderwijs, gemeente en jeugdzorg. En het is belangrijk om ieder vanuit zijn of haar rol of verantwoordelijkheid hierbij te betrekken, maar minstens elkaar te blijven informeren. Samen puzzelen is namelijk veel leuker…. (en ja veel effectiever…) In iedere nieuwsbrief willen we een school in het zonnetje zetten. Deze keer is dat de Leilinde. Ik wens iedereen, mede namens het kernteam, heel goede feestdagen en alvast een heel voorspoedig 2016.
2. Huisvesting en secretariaat We zijn nog bezig met het zoeken naar een geschikte locatie voor het bureau van het SWV PO. Dit doen we samen met het SWV VO. Inmiddels is wel een locatie op het oog. Ook over de invulling van het secretariaat zal in de komende maanden meer duidelijkheid komen. Op dit moment is dat nog in verschillende handen. Onderling is het zo afgesproken, dat vragen snel op de goede plek terecht komen. Regelmatig wordt aandacht gevraagd over de actualiteit van de website. Een terechte opmerking. De informatievoorziening op de website moet verbeterd worden. Als actiepunt is dat voor de periode tot de voorjaarsvakantie in onze workload opgenomen. Tips en suggesties zijn van harte welkom. 3. Overlegstructuur 2015 - 2016 Het is mij opgevallen dat er veel overlegsituaties binnen het SWV zijn. De invloed/functie van een dergelijk overleg is niet altijd helemaal duidelijk. Dat levert bij de deelnemers verschillende verwachtingen op en soms teleurstellingen. Voor het schooljaar 2016-2017 moet dit goed uitgelijnd zijn. Belangrijk is in dit kader goed te bekijken waar verantwoordelijkheden liggen. Op schoolbestuursniveau lossen we dat, dit jaar, pragmatisch op. Zo laten we het IB- netwerk op 5 januari vervallen. De andere twee geplande IB-netwerkbijeenkomsten zullen in overleg met de voorbereidingsgroep een sterk inhoudelijk karakter krijgen (denk aan een themabijeenkomst rondom dyscalculie).
4. Overleg gemeenten (OOGO en LEA) Het overleg met de gemeentes (OOGO en LEA) is vooral procesgericht geweest. Hoe gaan we met elkaar om? Welke thema’s zijn er? Dit is opgenomen in een zgn. ontwikkelagenda. Maar het is ook goed om voor onszelf doelen en resultaten te beschrijven. In januari gaat een klein voorbereidingsgroepje samen met het SWV VO dit oppakken. Bij het volgende OOGO overleg in het voorjaar 2016 kunnen wij dan beter aangeven wat onze doelen en verwachtingen zijn en hierop de afspraken met de gemeenten op aan laten sluiten. Denk hierbij aan de thuiszitters, leerlingenvervoer, aansluiting met jeugdzorg en dergelijke. 5. Ambulante begeleiding (Jan Maarten) Via onderstaande brief ontvangen DBG-ers (Deskundige Bevoegd Gezag) en leidinggevenden van de AB-diensten informatie over de inzet AB op de scholen.
Geachte DBG-er, Over de inzet van de ambulante ondersteuning, de gemaakte afspraken en de communicatie zijn in de voorbije weken de nodige vragen door u gesteld. Sommige (praktische) vragen konden snel worden beantwoord. Er zijn ook vragen gesteld waarop geen direct antwoord mogelijk was, en waarvoor overleg met de AB-dienst van Kracht van Speciaal en de Mytylschool Tilburg nodig was. De vragen zijn besproken en in goed overleg zijn we tot helderheid op de genoemde knelpunten gekomen. Communicatie De informatie die u als DBG-er via het SWV ontvangt is uitgangspunt voor afstemming en afspraken die u binnen uw scholen met directeuren en IB-ers maakt. Ook voor de afspraken met de aan uw scholen toegewezen AB-er is de berichtgeving vanuit het SWV leidend. Ook de AB-ers zullen vanuit deze berichtgeving met u spreken. Brieven die u ontvangt worden ook toegestuurd naar de leidinggevenden van de AB-ers. Via de eigen leidinggevende worden de AB-ers geïnformeerd. Reistijd De reistijd woon-werk is geen onderdeel van de aan uw scholen toebedeelde tijd voor ambulante ondersteuning. Ook wordt de tijd voor ‘dienstreizen’ niet in mindering gebracht op de beschikbaar gestelde inzet. Bij de tijd die beschikbaar is gesteld, hebben we een dagdeel, om rekening te houden met reistijd, niet op 4 klokuren, maar op 3,75 klokuren gesteld; en een hele dag niet op 8 klokuren, maar op 7,5 klokuren. Bij de inzet van de AB-ers op de verschillende scholen, probeert de ambulante dienst dit zo te doen dat reistijd tot een minimum beperkt wordt. Daarnaast werkt een AB-er in principe tenminste een dagdeel op een school, dit kan een dagdeel per week zijn, of bij 0,05 fte een dagdeel per twee weken. In een enkele situatie kan het voorkomen dat een AB-er op een werkdag 3 scholen bezoekt; in deze uitzonderlijke situatie vragen we de school en de AB-er er samen uit te komen. Netto inzet Voor de ambulante ondersteuning zijn de ambulante diensten en het SWV overeengekomen dat een dagdeel (0,1 fte) en een dag (0,2 fte) overeenkomt met respectievelijk 3,75 klokuur/week en 7,5 klokuur/week; gedurende de ruim 39 lesweken van het schooljaar. De netto-tijd, bijvoorbeeld bij 0,1 fte, van 3,75 klokuren per week is de tijd die voor de AB-er op de school beschikbaar is om:
de school en haar leerkrachten preventief en curatief te ondersteunen. Daarmee dragen de ambulant ondersteuner in een belangrijke mate bij aan het versterken en verhogen van de basisondersteuning; de aanvraag van (kleine) arrangementen te voorkomen; bij toegekende arrangementen specifieke ondersteuning te bieden aan de leerling en/of de leerkracht. De ondersteuning zal er op gericht zijn dat leerling en leerkracht ‘leren’, ‘ontwikkelen’ om uiteindelijk met minder of geen ondersteuning te kunnen functioneren in de onderwijssetting (groep, klas, school); nieuwe arrangementen te ondersteunen. Dit vraagt een goede planning en flexibiliteit in de inzet van de ambulante ondersteuning.
De AB-er werkt zaken uit, ondersteunt en begeleidt. Uiteraard zijn ook de voor- & na-bereidingstijd van de ondersteuning, gesprekken om tot resultaten te komen onderdeel van die netto-uren die de AB-er beschikbaar heeft voor haar/zijn werk. Zoals op een aantal scholen misschien besproken is, hebben we er niet voor gekozen dat een 70/30-verdeling uitgangspunt is. Aan de ene opdracht zit meer voor-/nawerk dan aan de andere opdracht. Daarom is de totale nettotijd (100%) uitgangspunt en zijn vooral de te maken afspraken tussen de school en de AB-er (op de te bereiken resultaten!) belangrijk. Op een aantal scholen is het beeld ontstaan dat van de beschikbare netto-tijd bijvoorbeeld bij 0,1 fte 3,75 klu/week, de AB-er dan maar 70% = 2,81 klu op school is. Deze uitleg is niet juist. De AB-er is (in principe) 3,75 klu op de school en heeft uiteraard binnen die tijd ruimte nodig om werkzaamheden voor te bereiden en te verwerken. In de afspraken moet niet het uitgangspunt zijn de hoeveelheid inzet, maar juist de te bereiken doelen, resultaten in de gefaciliteerde tijd. De beschikbare uren zijn niet per se bureau/stoel gebonden uren; ook thuis (of waar dan ook) kan de AB-er aan de opdracht van de school werken, zaken voorbereiden. Vergaderingen en studiebijeenkomst vanuit de AB-dienst vinden plaats in avonduren of het einde van de dag. Indien er toch een studiedag is, wordt het gemiste dagdeel ingehaald. Vervanging Als een AB-er (in dienst van Kracht van Speciaal) langer dan 2 weken (= 2 dagdelen/dagen) ziek is, wordt de AB-er door Kracht van Speciaal vervangen. Op vervanging wegens zieke kan de Mytylschool op dit moment geen antwoord geven. Daarvoor heeft de Mytylschool niet de beschikking over menskracht en/of de benodigde kwaliteit. Mogelijk kan de vervanging in overleg met Kracht van Speciaal geregeld worden. Bij ziekte (langer dan 2 weken) ontvangt het SWV graag via de tac-mail een berichtje. In overleg met de AB-dienst wordt dan een oplossing gezocht. Expertise Kracht van Speciaal: geen expertise komt niet voor. AB-ers hebben een dienstteam achter zich. Binnen dit team is uitwisseling van expertise mogelijk en kan het voorkomen dat een AB-er met aan andere expertise ingezet wordt. Als ook dat onvoldoende, niet toereikend is, zal er overleg plaats moeten vinden. Welke bijzondere expertise heeft de school dan nodig en kunnen we dat leveren? Vragen over aanvullende expertise lopen altijd via de tac-mail.
Mytylschool: gaat er vanuit dat dit niet voor zal komen. AB-ers zijn breed inzetbaar op zware ondersteuningsvragen en beschikken op onderdelen over specifieke expertise. 6. Financiën en financiële tegemoetkoming scholen ter versterking basisondersteuning Op basis van de financiële administratie is een verwachting gemaakt voor het resultaat over 2015. Voor de OPR, de deelnemersraad en de Raad van Toezicht is bij het cijferoverzicht een toelichting geschreven. De inschatting (en de realisatie tot en met oktober) geeft een positief resultaat aan van 1,2 miljoen over het kalenderjaar 2015. Om besturen een extra steuntje in de rug te geven om de basisondersteuning op de scholen te optimaliseren zal eenmalig € 55, - per leerling worden overgemaakt voor het schooljaar 15-16. Deze middelen dienen ‘breed’ ingezet te worden en dus niet alleen aan individuele leerlingen. 7. Toelaatbaarheids- en Advies Commissie (TAC) De Toelaatbaarheids- en Advies Commissie (TAC) is het tweede schooljaar ingegaan. Het eerste schooljaar 2014-2015 is middels een evaluatierapportage afgesloten. Een vliegende start met de behandeling van een kleine 300 dossiers/ aanvragen. Vooral op het einde van het schooljaar veel omzettingen vanuit de zogenaamde rugzakken naar arrangementen. In de afgelopen maanden zien we een duidelijke tendens in de afname van het aantal arrangementen. We kunnen voorzichtig concluderen dat de inzet van de ambulante begeleiders op de scholen effectief is en dat de aanvraag van kleine arrangementen hierdoor aan het afnemen is. De TAC wordt met ingang van 1-1-2016 uitgebreid met de expertise maatschappelijk werk. Hiermee wordt geborgd dat er een sterkere schakel is tussen onderwijs en zorg (gemeenten). De rol van de positie van de DBG- er wordt steeds duidelijker. Naast hun rol in de toeleiding naar de TAC voor het aanvragen van een advies, TLV en/ of arrangement krijgen de DBG- ers vanuit hun besturen ook steeds meer zicht op de basisondersteuning van de scholen en zijn ook in deze een verbindende schakel tussen school, bestuur en samenwerkingsverband. Voor leerlingen vallend binnen het samenwerkingsverband PO 30-10 en zittend op één van de SO scholen dienen de ‘oude’ CVI beschikkingen te worden omgezet in Toelaatbaarheidsverklaringen SO. Hier wordt op dit moment hard aan gewerkt. Alle SO-scholen zijn door de TAC voorzitter en secretariële ondersteuner bezocht om af te stemmen wat nodig is voor deze herindicaties. Voor een deel van de leerlingen is een versnelde administratieve procedure van toepassing. In dit kader is terugplaatsing van leerlingen naar een lichtere vorm van ondersteuning punt van aandacht. De procedure terugplaatsing is door het samenwerkingsverband in grote lijnen uitgewerkt en behoeft nog nadere aandacht. Terugplaatsingsbeleid dient gekoppeld te worden aan crisisopvang. Tot slot is er de afgelopen tijd aandacht geweest voor de routing ‘passende plek’. Scholen zullen al wel gemerkt hebben dat de TAC alvorens over te gaan tot het afgeven van een Toelaatbaarheidsverklaring de school die als passende plek beschouwd wordt, het dossier voorlegt. Op het moment dat beoogde school aangeeft de passende plek te zijn wordt de Toelaatbaarheidsverklaring afgegeven. Deze aanscherping van de routing wordt op de website geplaatst. 8. Inventarisatie(s) bij scholen In de afgelopen tijd heeft het samenwerkingsverband een sterk beroep gedaan op de scholen om een bijdrage te leveren aan diverse inventarisaties. Daarvoor hartelijke dank! Op dit moment wordt geïnventariseerd hoever het staat met de terugkoppeling van de scholen betreffende de inzet van de ambulante begeleiders, aanvragen ergotherapie en het overzicht ondersteuning vanuit cluster 1 en 2. Via uw DBG- er krijgt een verzoek als informatie nog ontbreekt om op korte termijn aan te leveren. De ergotherapie is inmiddels in gang gezet vanuit de Mytyl Gabriël uit Den Bosch. Het samenwerkingsverband maakt nadere afspraken met vertegenwoordigers vanuit cluster 1 en 2 over samenwerking en expertisedeling. Wanneer alle scholen de inzet van de AB- er hebben teruggekoppeld, zal een samenvattende verslag gemaakt worden met aanbevelingen voor de inzet van AB in de toekomst.
9. Thuiszitters De inspectie heeft een verzoek aan het samenwerkingsverband gedaan om vóór eind november de thuiszitters in beeld te brengen. Jullie hebben als scholen hiervoor een Excel- document ingevuld en op basis van deze gegevens kan het samenwerkingsverband concluderen dat er weinig absolute thuiszitters zijn. Middels een brief en analyse is de inspectie op de hoogte gesteld. Daarnaast stelt het samenwerkingsverband PO 30-10 samen met het samenwerkingsverband VO 30-09 en de gemeenten een protocol thuiszitters op, met daarin ook aandacht voor preventie en een gezamenlijke overlegtafel. De TAC en de ACT vervullen een rol ten aanzien van het zoeken van een passende plek voor de thuiszittende leerlingen en participeren ook aan de gezamenlijke overlegtafel.
10. Toekomst van het speciaal basisonderwijs binnen PO 30-10 Het is nog niet gelukt om een voor alle betrokkenen passende notitie (op basis van een gedeelde visie) samen te stellen voor de plaatsbepaling van de scholen voor speciaal basisonderwijs nu en in de toekomst. Om een goede inhoudelijke stap te kunnen zetten wordt een brainstormsessie gehouden met een brede vertegenwoordiging, waarbij de volgende items aan de orde zullen komen: de huidige rol van het SBO en ervaren knelpunten in het kader van passend onderwijs; de eventuele nieuwe rol van het SBO voor crisisopvang; de eventuele nieuwe rol van het SBO als expertisecentrum voor het SWV; de vormgeving van het SBO passend bij de bovenstaande rollen. De brainstormsessie met afgevaardigden vanuit het SBO, het BAO en het SWV zal gehouden worden op maandag 25 januari a.s. in Ontmoetingscentrum De Haven, leefdaelhof 11 te Waalwijk, onder leiding van Niek Mertens van bureau InVerb. Het doel blijft om een notitie te verkrijgen, waarbij visie (inhoud) en vorm een goede plek hebben gekregen die z.s.m. aan de deelnemersraad kan worden voorgelegd. 11. 1- meting van de basisondersteuning Precies twee jaar na (november 2013) het uitzetten van de 0-meting ter bepaling van het niveau van de basisondersteuning heeft het samenwerkingsverband PO 30-10 de 1- meting uitgezet. Een respons van 100%. De verwerking van de gegevens is in volle gang. Afgelopen week is er al een eerste terugkoppelgesprek met de onderzoeker geweest en de eerste voorzichtige conclusies zijn getrokken. Op een aantal indicatoren is duidelijk groei te constateren. Er is dan ook hard gewerkt op veel scholen aan de versteviging van de basisondersteuning. In januari wordt de rapportage verder uitgewerkt en aan de besturen, OPR en scholen voorgelegd. De rapportage wordt uitgewerkt op het niveau van het samenwerkingsverband, bestuur en school. 12. Verlengd Aanmeldingstraject VO (VAT) Al een aantal jaren kent het samenwerkingsverband het zogenaamde Verlengd Aanmelding Traject (VAT). Het doel is om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in het traject overgang PO- VO goed in beeld te hebben en voor deze leerlingen een goede afstemming binnen het VO na te streven. Door verschillende ontwikkelingen is er dit schooljaar een aantal bijstellingen gedaan. We begrijpen dat er vanuit de scholen vragen en opmerkingen zijn over dit traject. Besloten is daarom ook om na afloop van de VAT procedure schooljaar 2015-2016 een evaluatie in gang te zetten samen met het samenwerkingsverband VO en POVO. Een van de evaluatiepunten is hoe het VAT zich verhoudt tot de werkzaamheden van de TAC en de ACT. U wordt hierover nog geïnformeerd. 13. Ontwikkelingsperspectief (OPP) De Taskforce OPP heeft vorig schooljaar een integraal format ontwikkeld wat binnen het PO en VO gehanteerd dient te worden. Op dit moment zijn er veel vragen vanuit de scholen over het format zelf en het integrale gebruik. Binnen het samenwerkingsverband is hier onlangs over gesproken en duidelijk is in elk geval een ontwikkelingsperspectief moet voldoen aan de wettelijke kaders (beschrijvend-, handelings- en evaluatief deel met accent op de rol van het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) met de ouders van de leerling over het handelingsdeel. Inspectie en Tweede Kamer moeten nog aanvullende uitspraken doen/ aanpassen van het inspectiekader). Duidelijk in de wet is wel dat voor alle leerlingen die onder de extra ondersteuning vallen binnen zes weken een ontwikkelingsperspectief moet zijn opgesteld.
Blijft de vraag of het samenwerkingsverband een vast format moet voorschrijven. Voortschrijdend inzicht leidt tot de conclusie dat SWV PO 30-10 de scholen (besturen) vrij laat in de wijze waarop het format eruit ziet. 14. Good practice: Speciale Basisschool ‘de Leilinde’
De Merelgroep is ontstaan vanuit de onderwijsbehoefte van een aantal zittende leerlingen van SBO De Leilinde. Ook kijkend naar de wet op passend onderwijs ontstond de behoefte op school om voor een kleine groep leerlingen een ander aanbod te organiseren. Na een oriëntatiefase waarin onderwijsbehoeften, regelgeving, mogelijkheden en financiën naast elkaar gelegd zijn ontstond de basis van de Merelgroep: een kleine groep leerlingen met een onderwijsbehoefte die meer inhoudt dan wat het SBO in basis biedt. De huidige Merelgroep telt op het moment 7 leerlingen. Waarvan 6 jongens en 1 meisje. De leeftijd varieert van 4 tot 10 jaar. Deze leerlingen hebben verschillende onderwijsbehoeften die voortkomen uit diverse problematieken; PDD-NOS, ADHD, ASS, DCD, Kabuki syndroom, kenmerken van agressie. Het zijn kinderen met een IQ tussen 57 en 80. Een combinatie van meerdere eerder genoemde problematieken komt ook voor. Deze kinderen hebben allemaal nog meer begeleiding en ondersteuning nodig dan andere SBO leerlingen om in kleine stapjes tot leren te komen. Zij hebben veel baat bij de structuur en voorspelbaarheid die aangeboden wordt. Vrijwel alles wordt visueel ondersteund met picto’s of gebaren.
De groep wordt geleid door een leerkracht en ondersteund door vrijwilligsters en stagiaires; SPH, onderwijsassistent, zorg en welzijn. Elke dag is er 1 leerkracht en 2 stagiaires in de groep. We starten de dag met een inloop. Hier hebben de leerlingen even tijd om wat te kletsen en dag rustig te starten. Daarna wordt er een welkomstliedje gezongen en een goedemorgen-hand gegeven. Dan wordt de dag doorgenomen aan de hand van pictogrammen op het bord. Bijzonderheden worden opgemerkt en besproken. De leerlingen krijgen op hun eigen niveau werkjes aangeboden voor op de taakkaart. Dit varieert van letters, woordjes, cijfers schrijven, werkbladen Veilig Stap voor Stap, computerwerk en ontwikkelingsmateriaal op meerdere ontwikkelingsgebieden. Elke leerling krijgt m.b.t. het ontwikkelingsmateriaal een instructie van de leerkracht of stagiaire. Andere werkjes moeten zelfstandig gemaakt worden. Elke ochtend voor het werken aan de taakkaart worden de regels besproken, daarna wordt het stoplicht aangezet en de time-timer met de juiste tijd. Ook is er een reflectievraag die 3 weken centraal staat.
Tijdens lezen en rekenen zijn de kinderen opgedeeld in 4 groepjes. De ene leerling krijgt instructie van de leerkracht vanuit de methode, de andere werkt met een stagiaire aan ontwikkelingsmateriaal, spelletjes, werkbladen, boekjes enz. (dit kan één op één of één op twee zijn), weer een andere werkt aan het bijpassende computerprogramma. Om het kwartier wordt er gewisseld zodat er veel afwisseling is en de activiteiten niet te lang duren. Iedere leerling gaat in een nieuwe ronde met een andere begeleider aan het werk.
Wanneer de leerlingen in de hoeken spelen, mogen zij zelf op het kiesbord kiezen wat zij willen gaan doen. Er staat een 1 of 2 bij iedere activiteit zodat de leerlingen weten hoeveel kinderen er in de hoek mogen spelen. Er hangen ook foto’s van juf en begeleiders op het planbord bij de verschillende hoeken. Zo weten de leerlingen ook wie deze hoek begeleidt. Wanneer de leerlingen kiezen hangen ze hun eigen foto bij de gekozen hoek. Met de zandloper wordt aangegeven hoelang er elke ronde gespeeld wordt. Stéphanie: “Het belangrijkste is dat de leerlingen met plezier naar school gaan en door dat kleine beetje extra wat ik ze kan geven, komen zij op hun eigen tempo en binnen hun eigen mogelijkheden tot leren. Wat wil een leerkracht nog meer!”