Bes te m mi ngs p l an Te r die k 11 te N ieu we Ni edo r p
ON TW E R P
Bes te m mi ngs p l an Te r die k 11 te N ieu we Ni edo r p
ON TW E R P
Inhoud
Toelichting en bijlagen Regels en bijlage Verbeelding
30 september 2014 Projectnummer 803.17.06.01.01
T o e l i c h t i n g
803.17.06.01.01.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
Inleiding
5
2
Planbeschrijving
7
2.1
Bestaande situatie
7
2.2
Toekomstige situatie
7
2.3
Beeldkwaliteit
8
3
4
5
6
Beleid
13
3.1
Provinciaal beleid
13
3.2
Gemeentelijk beleid
17
3.3
Conclusie
19
Milieuaspecten
21
4.1
Archeologie
21
4.2
Bodem
22
4.3
Ecologie
23
4.4
Externe veiligheid
27
4.5
Geluidhinder (wegverkeerslawaai)
28
4.6
Luchtkwaliteit
31
4.7
Water
32
4.8
Hinder van bedrijven
33
Juridische toelichting
35
5.1
Algemeen
35
5.2
Bestemmingsplanprocedure
36
5.3
Bestemmingen
37
Uitvoerbaarheid
41
6.1
Economische uitvoerbaarheid
41
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
42
Bijlagen
803.17.06.01.01.toe
1
I n l e i d i n g
Het plangebied van dit bestemmingsplan heeft betrekking op het perceel aan
PLANGEBIED
de Terdiek 11 in Nieuwe Niedorp. Het plangebied is aangegeven op de overzichtskaart voorafgaand aan deze toelichting en in onderstaande figuur.
Figuur 1. Ligging van het plangebied (bron: Google Earth)
De bebouwing in het plangebied, waar een loonbedrijf was gevestigd, zal wor-
AANLEIDING
den gesloopt ten behoeve van de functie wonen. Dit past echter niet binnen het geldende bestemmingsplan. In het navolgende hoofdstuk is ingegaan op de huidige en toekomstige situatie
LEESWIJZER
in het plangebied. In hoofdstuk 3 zijn de relevante beleidskaders op provinciaal en gemeentelijk niveau besproken. Hoofdstuk 4 gaat in op de verschillende milieuaspecten van het plan. In hoofdstuk 5 is de juridische toelichting op het plan gegeven. Tot slot is in hoofdstuk 6 de economische uitvoerbaarheid van het plan aangetoond.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
5
2
P l a n b e s c h r i j v i n g
2.1
Bestaande situatie Aan de Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp bevindt zich een agrarisch loonbedrijf. De locatie is gelegen in de lintbebouwing van het buurtschap Terdiek, in een agrarische omgeving in de gemeente Hollands Kroon. De grootte van het hele plangebied bedraagt circa 3.500 m². Op het westelijke deel van het plangebied staat een bedrijfswoning met een bijgebouw en een tuin, die behouden blijven. Het oostelijke deel van het plangebied is ingericht ten behoeve van de activiteiten van het loonbedrijf, met twee grote schuren. De oppervlakte van de bedrijfsschuren bedraagt circa 1.070 m², de bedrijfsmatig gebruikte verharding bedraagt circa 720 m².
Figuur 2. Plangebied in de huidige situatie (bron: Google Earth)
2.2
Toekomstige situatie Met het planvoornemen wordt gebruik gemaakt van het provinciale en gemeentelijke beleid aangaande ‘Ruimte voor Ruimte’. Het planvoornemen betreft de beëindiging van het loonbedrijf, waarbij ter compensatie voor de sloop van de agrarische bedrijfsbebouwing twee nieuwe woningen kunnen worden gerealiseerd. De bedrijfsbestemming in het plangebied wordt gewijzigd in een woonbestemming en in het plangebied kan dan één nieuwe woning worden gebouwd. De huidige bedrijfswoning, een stolp, blijft behouden en krijgt ook een woonbestemming. Een tweede nieuwe woning kan gerealiseerd worden op
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
7
een andere locatie. Dit betreft een locatie aan de Lutjewallerweg te Haringhuizen (zie figuur 3). Hiervoor wordt een aparte procedure gevoerd.
Figuur 3. De locaties waar met de ‘Ruimte voor Ruimte regeling’ twee nieuwe woningen gerealiseerd worden na sloop van de bedrijfsbebouwing aan de Terdiek 11
2.3
Beeldkwaliteit Het plan dient te leiden tot een verbetering van de kwaliteit van het landschap, dit is de kern van de Ruimte voor Ruimte regeling. Door Studio Groenburg is een beeldkwaliteitsplan opgesteld, dat als bijlage 1 is opgenomen bij de toelichting van dit bestemmingsplan. Het beeldkwaliteitsplan is opgesteld ten behoeve van een zorgvuldige inpassing van de nieuwe woning, en het geeft inzicht in de ruimtelijke kwaliteitswinst door de sloop van de bedrijfsbebouwing.
Figuur 4. Schets beeldkwaliteit (bron: Studio Groenburg)
8
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
Samengevat zijn op grond van het beeldkwaliteitsplan de volgende uitgangspunten geformuleerd. De planologisch-juridisch relevante zaken zijn in dit bestemmingsplan vertaald: Positie kavel, bebouwing en oriëntatie op het landschap -
De bestaande stolp fungeert als hoofdgebouw, de nieuwe woning is hieraan ondergeschikt.
-
De nieuwe woning haalt zijn referentie uit schuren, kapbergen en andere soortgelijke bijgebouwen.
-
De woning is georiënteerd op de straatzijde, met de rooilijn achter de rooilijn van de stolp.
-
Bijgebouwen zijn gesitueerd op minimaal vier meter achter de voorgevelrooilijn van de nieuwe woning.
-
Vanuit het besloten karakter van het erf zijn doorzichten op het weidse landschap.
Verkeersontsluiting en verharding -
Het perceel wordt ontsloten vanaf de Terdiek, met een eigen oprit.
-
Het verhardingsmateriaal van de oprit bestaat uit klinkers, schelpen, grond of een andere halfverharding (passend bij het landelijke, agrarische karakter).
-
Parkeren vindt plaats op eigen erf met genoeg ruimte voor minimaal twee auto’s.
-
Grootschalige verharding op het woonerf moet voorkomen worden.
Erfbeplanting en erfafscheiding -
De erfbeplanting langs de weg bestaat uit een haag, een laag transparant hekwerk of geen erfafscheiding.
-
De erfafscheiding langs de andere zijden dient te passen bij het landelijke karakter van de omgeving, bijvoorbeeld bomen, een haag een laag transparant hekwerk of geen erfafscheiding.
-
Voor bomen, hagen en heesters wordt een gebiedseigen assortiment geadviseerd.
Wat betreft de nieuwe bebouwing zijn in het beeldkwaliteitsplan de volgende uitgangspunten geformuleerd: Nieuwe woning Functie -
Wonen.
-
Mogelijkheid voor combinatie wonen met praktijkruimte/werkruimte aan huis.
Uitstraling -
Vrijstaande woning met streekeigen, maar eigentijdse uitstraling.
-
Exclusiviteit en vakmanschap.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
9
Vorm -
De hoofdmassa heeft een eenvoudige en eenduidige vorm.
-
De vorm van de nieuwe woning refereert aan oorspronkelijke agrarische bebouwing (kapberg of schuur) en is voorzien van een kap.
-
Samenhangend stelsel van maatverhoudingen, dat beheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen.
-
De goot- en bouwhoogtes van de woning mogen niet meer dan respectievelijk 5,5 meter en 11,5 meter bedragen.
-
De inhoud is maximaal 1.250 m³.
Volume De nieuwe woning heeft een groter bouwvolume dan standaard is binnen de gemeente Hollands Kroon. De keuze hiervoor ligt in het feit dat de nieuwe woning gelegen is naast een stolpboerderij. Om het beeld van een boerenerf te benadrukken, is hier een groot bouwvolume nodig. Om aan te sluiten bij het agrarische of landelijke karakter, zal de nieuwe woning de vorm krijgen van een agrarisch bijgebouw, zoals een kapbergwoning of een schuurwoning. Oriëntatie -
De voorgevel is representatief en georiënteerd op de weg.
Materiaal en kleurgebruik -
Materialen en kleuren zijn afgestemd op de omgeving en omringende bebouwing.
-
Kleuren zijn traditioneel of landelijk.
-
Gevels van baksteen, hout, pleisterwerk en/of glas.
Detaillering -
De detaillering ondersteund de vormkarakteristiek.
-
De architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig, afwisselend en evenwichtig.
-
Fijne detaillering wordt benadrukt in kleine elementen zoals kozijnen, dakgoten en daklijsten.
-
Elementen in de gevel zoals deuren en ramen in een logische verhouding tot elkaar en de gevel als geheel plaatsen.
Bijgebouwen -
Qua architectuur, kleur, materiaal en detaillering afgestemd op het hoofdgebouw.
-
Bijgebouw ondergeschikt aan hoofdgebouw in volume en uitwerking, eenvoudig van vorm.
-
Bijgebouwen op een afstand van minimaal 4 meter terugliggend vanaf de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw.
Duurzaamheid De nieuwe woning zal gebouwd worden volgens voorschriften van de gemeente met betrekking tot duurzaamheid. Er zal aandacht worden
10
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
besteed aan een uitstekende isolatie en een efficiënt gebruik van fossiele brandstof.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
11
3
B e l e i d
3.1
Provinciaal beleid Op 21 juni 2010 hebben Provinciale Staten de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vastgesteld. De PRVS is op 3 februari 2014 als Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) opnieuw vastgesteld. Het betrof een beleidsarme wijziging. Beide documenten zijn te vinden op RO-online. Structuurvisie Noord-Holland 2040 (2010) In de structuurvisie zijn de uitgangspunten en de sturingsfilosofie uit het “Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord”, het voorheen geldende streekplan, overgenomen. Uitgangspunt tot 2040 is “kwaliteit door veelzijdigheid”. Noord-Holland moet aantrekkelijk blijven in wat het is: een diverse, internationaal concurrerende regio, in contact met het water en uitgaande van de kracht van het landschap. Gelet op voorgaande doelstelling heeft de provincie een aantal provinciale belangen aangewezen. De drie hoofdbelangen vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de Provincie Noord-Holland.
Figuur
5.
Hoofddoelstelling
ruimtelijk
beleid
(bron:
provincie
Noord-Holland, 2010)
De structuurvisie is uitsluitend bindend voor de provincie zelf en niet voor gemeenten en burgers. Om de provinciale belangen, die in de structuurvisie zijn gedefinieerd, door te laten werken, heeft de provincie de Prvs opgesteld.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
13
Hierin is een aantal algemene regels vastgesteld omtrent de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen. Het gaat hierbij om onderwerpen in zowel het landelijk als het bestaand bebouwd gebied van Noord-Holland waar een provinciaal belang mee gemoeid is. Het plangebied ligt in een gebied dat is aangewezen als ‘gebied voor grootschalige landbouw’. In dergelijke gebieden is ruimte voor schaalvergroting, structuurverbetering en (mondiaal) concurrerende productielandbouw. Toepassing van de ‘Ruimte voor Ruimte’-regeling (‘RvR’-regeling) is in een dergelijk gebied mogelijk. Provinciale Ruimtelijke Verordening (2014) De in de structuurvisie gedefinieerde provinciale belangen zijn vastgelegd in de Prvs. Deze verordening kent een aantal algemene regels omtrent de inhoud van en de toelichting op bestemmingsplannen. Het gaat hierbij om onderwerpen in zowel het landelijk als het bestaand bebouwd gebied van Noord-Holland waar een provinciaal belang mee gemoeid is. Het provinciaal belang moet de inzet van de verordening kunnen rechtvaardigen. Bij het opstellen van de verordening is het beleid uit de structuurvisie opgenomen. De verordening is opgesteld om de uitvoering van de provinciale beleidslijnen te waarborgen. In de structuurvisie en Prvs wordt een onderscheid gemaakt tussen Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) en Landelijk Gebied (LG). Voor Terdiek is het bestaand bebouwd gebied beperkt tot de fysiek aanwezige bebouwing en de bebouwing die op grond van een geldend bestemmingsplan is toegelaten (artikel 9 van de Prvs). Alles wat dus buiten het bestaande bouwvlak valt, is aan te merken als LG. Op grond van artikel 13, lid 1 voorziet een bestemmingsplan niet in de ontwikkeling van nieuwe woningbouw in het LG. In het plangebied is het BBG gelegen op de bestaande bebouwing (zie figuur 6). De nieuw te bouwen woning wordt gebouwd binnen het BBG.
Figuur 6. Fragment van de ruimtelijke verordening, met het Bestaand Bebouwd Gebied in het plangebied
14
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
Omdat het voorliggende plan wordt uitgevoerd op basis van de ‘Ruimte voor Ruimte (RvR) regeling’, is het ook mogelijk om te bouwen in het LG. Dit is niet het geval voor het voorliggende plan (want deze is gelegen in het BBG), maar wel voor de tweede te realiseren woning aan de Lutjewallerweg te Haringhuizen. Deze is wel gelegen in het LG. Voor het oprichten van deze woning geldt artikel 13, lid 5, waarin staat dat woningbouw in het LG ook mogelijk is indien deze tot stand komt onder de toepassing van de ‘RvR’-regeling als bedoeld in artikel 16. In artikel 16 staat dat een bestemmingsplan kan voorzien in de mogelijkheid van nieuwe woningen ter compensatie van storende bebouwing of functies buiten het BBG onder de volgende voorwaarden: -
Een vermindering van het bebouwde oppervlak door een netto-afname van bebouwing.
-
Zekerstelling dat de herstructurering van de te saneren locatie inclusief de sloop van de hiervoor bedoelde bebouwing of functies plaats heeft.
-
Niet meer woningen worden toegestaan dan noodzakelijk is om de sloop van bedoelde bebouwing of functies te realiseren; de compensatie vanuit het ruimte voor ruimte beleid dient bij voorkeur plaats te vinden in of tegen bestaand bebouwd gebied.
-
Tevens dient een beeldkwaliteitsparagraaf opgesteld te worden conform artikel 15 van de verordening.
Het plan met de nieuwbouw van de twee woningen op verschillende locaties voldoet aan de bovenstaande voorwaarden. ‘Ruimte voor Ruimte’-regeling (2007) Op 25 september 2007 hebben Gedeputeerde Staten de ‘Beleidsregel Ruimte voor Ruimte in Noord Holland’ vastgesteld. Deze beleidsregel is gericht op een aantoonbare en duurzame verbetering van de kwaliteit van het landelijke gebied door landschappelijk storende en/of niet-passende bebouwing en functies te saneren en een bestemmingswijziging van de betreffende gronden. In de beleidsregel is bepaald dat realisering van aanvullende woningen in het landelijk gebied mogelijk is ter compensatie voor het saneren van storende en/of niet passende bebouwing of functies (artikel 2). Ook is het - onder voorwaarden - hervestigen van (agrarische) bedrijven als compensatie mogelijk (artikel 3). Verder is bepaald dat de locaties voor compensatie door middel van woningen eerst in het landelijke gebied, aansluitend aan bestaand stedelijk gebied moeten worden gezocht (artikel 4). De saneringslocatie is dus niet de eerst aangewezen locatie voor de bouw van woningen als compensatie. Uit een beeldkwaliteitsplan moet blijken hoe compensatie leidt tot een verbetering van de (beeld)kwaliteit (artikel 5). Uitgesloten van compensatie zijn monumentale, cultuurhistorisch waardevolle en karakteristieke bebouwing; illegale bebouwing die - dit ter beoordeling van het gemeentebestuur - nog met handhavingsacties is op te heffen; geprojecteerde, nog niet gerealiseerde bebouwing; en fiscale aspecten met betrekking tot de saneringslocatie.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
15
De ‘RvR’-regeling zoals die is vastgelegd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie sluit aan op deze regeling. Leidraad Landschap en Cultuurhistorie (2010) Provinciale Staten hebben in juni 2010 de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie vastgesteld. In dit beleidskader is door de provincie aangegeven welke landschappelijke en cultuurhistorische elementen overwogen moeten worden bij (ruimtelijke) ontwikkelingen en uitgangspunt kunnen zijn voor plannen. De ontwikkelingsgerichte benadering is het uitgangspunt van het beleid: behoud door ontwikkeling. In de Leidraad wordt ingegaan op de kernkwaliteiten die gelden als basis voor de ruimtelijke kwaliteit van het landschap van NoordHolland. De provincie onderscheidt de volgende kernkwaliteiten: -
Aardkundige waarden: deze worden onderverdeeld in ‘aardkundige monumenten’ (beschermd middels de Provinciale Milieuverordening) en ‘bijzondere aardkundige waarden’ (beleid opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie, zie ook paragraaf 3.2.1).
-
Archeologische waarden (zie ook paragraaf 4.1).
-
Tijdsdiepte: er moet zorgvuldig omgegaan worden met de bestaande (historische) kenmerken van het landschap. De provincie Noord-Holland wil dat de gelaagdheid van het landschap wordt meegenomen bij ruimtelijke ontwikkeling.
-
Historische structuurlijnen: er dient bij nieuwe ontwikkelingen zoveel mogelijk rekening te worden gehouden met de verkavelingsstructuren van het oorspronkelijke landschap.
-
Cultuurhistorische objecten.
-
Openheid: waarbij thema’s zoals verrommeling en verstedelijking een rol spelen, behoud van grootschalige open gebieden.
-
Stilte.
-
Donkerte.
-
Dorps-DNA: de specifieke eigenheid en identiteit van dorpen behouden.
Het grondgebied van de provincie Noord-Holland is in de Leidraad ingedeeld in verschillende landschapstypen. Per landschapstype zijn de kernkwaliteiten van het gebied weergegeven. In de voormalige gemeente Niedorp komen twee verschillende landschapstypen voor. Het grootste gedeelte van de gemeente valt binnen het oude zeekleilandschap, zo ook het plangebied. Voor het zeekleilandschap zijn de lintdorpen, molens, stolpen, de Westfriese Omringdijk en het halfopen karakter van het landschap kenmerkend.
16
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
3.2
Gemeentelijk beleid Bestemmingsplan buitengebied Het plangebied ligt in het bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Niedorp, dat is vastgesteld op 1 oktober 2013. Het plangebied heeft de bestemming ‘Bedrijf’ met als aanduiding ‘agrarisch loonbedrijf’. Binnen deze bestemming is ook een bedrijfswoning mogelijk.
Figuur 7. Fragment vigerend bestemmingsplan Buitengebied
Structuurvisie Niedorp 2015 In 2004 is de structuurvisie Niedorp 2015 vastgesteld met daarin opgenomen een analyse van de beginsituatie en een verwoording van de ambitie en toekomstvisie voor de voormalige gemeente Niedorp. Deze heeft tot doel om een beeld te schetsen van de ruimtelijke ontwikkeling van Niedorp voor de daaropvolgende 10 tot 15 jaar. Ten aanzien van landschapsbeheer en ontwikkeling is de ambitie om de elementen en structuren die nauw verbonden zijn met de ontstaansgeschiedenis van het landschap en het nederzettingenpatroon herkenbaar en ervaarbaar te laten blijven. Hierbij kan gedacht worden aan de historische linten, de doorzichten vanuit de linten naar het buitengebied, de markante erven, de stolpboerderijen en boomsingels, de vrije doorzichten in het open landschap en de civieltechnische hoogstandjes uit het verleden zoals de Westfriese Omringdijk en de kanalen met bijbehorende oeverzones. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen vinden aansluiting bij de reeds bestaande (lint)dorpen. Ten aanzien van woningbouw is in de structuurvisie aangegeven dat op middellange termijn (periode 2005-2015) in de kernen (anders dan de hoofdkernen Nieuwe Niedorp en Winkel en ’t Veld) ruimte blijft voor kleinschalige ontwikkelingen op kwaliteitslocaties. Onderhavig plangebied is een dergelijke kwaliteitslocatie. Door middel van toepassing van de ‘RvR’-regeling is een ruimtelijke kwaliteitswinst te behalen.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
17
Vrijkomende agrarische bebouwing en Ruimte voor Ruimte-regeling In 2009 heeft de voormalige gemeente Niedorp de ‘beleidsnotitie Vrijkomende Agrarische Bebouwing en Ruimte voor Ruimte-regeling’ vastgesteld. In deze notitie heeft de gemeente onder andere de ‘RvR’-regeling van de provincie nader uitgewerkt. In afwijking van de provinciale beleidsregels is de gemeente van mening dat concrete criteria in het beleid moeten worden opgenomen ten aanzien van de minimale te slopen oppervlakte bebouwing. De gemeente gaat daarbij uit van een minimale te slopen oppervlakte van 1.000 m² bebouwing en/of 5.000 m² kassen. Dit sluit grotendeels aan bij de concrete kaders die eerder door de provincie waren aangegeven in het beleid ten aanzien van vrijkomende agrarische bebouwing. De gemeente acht (in aanvulling op de provinciale vereisten) de ‘RvR’-regeling niet toepasbaar wanneer de te slopen bebouwing jonger is dan 10 jaar of wanneer deze illegaal is gerealiseerd. Om een goede inpassing van de nieuwbouw in het landschap te realiseren, is voor dit plan een Beeldkwaliteitsplan opgesteld dat als bijlage 1 bij dit bestemmingsplan is gevoegd. SITUATIE PLANGEBIED
De huidige situatie in het plangebied is in het beeldkwaliteitsplan beoordeeld. De stolpboerderij staat representatief in de lintbebouwing en betreft een passend ruimtelijk element. De bedrijfsgebouwen daarentegen beslaan een groot deel van het perceel en de grote schuur staat met de voorgevelrooilijn voor de rooilijn van de boerderij. Hierdoor is er geen sprake van een traditionele erfindeling. Aangezien een groot deel van het terrein verhard is, ontstaat bovendien een stenig karakter van het erf. Samen met de zichtbaarheid van de schuren kan dat beoordeeld worden als een storend element in het landschap. Tot slot bestaat het gevaar op verval aangezien de bedrijfsactiviteiten beëindigd worden. Met toepassing van de ‘RvR’-regeling kan het terrein gesaneerd worden en kan het karakter van de lintbebouwing versterkt worden.
Welstandsnota 2013 O p 19 december 2013 heeft de gemeenteraad van Hollands Kroon de ‘Welstandsnota Hollands Kroon’ vastgesteld. Deze nota is in werking getreden per 28 december 2013. De ‘Welstandsnota Niedorp’, vastgesteld in het jaar 2011, is hiermee komen te vervallen. In de welstandsnota worden een drietal welstandsgebieden onderscheiden, namelijk: -
welstandsvrij;
-
welstandsluw;
-
welstandsintensief.
Het perceel aan de Terdiek 11 is aangemerkt als ‘welstandsvrij’ gebied.
18
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
Regeling bijbehorende bouwwerken bij woningen (2013) Op 24 januari 2013 heeft de gemeenteraad van Hollands Kroon de ‘Regeling bij behorende bouwwerken bij woningen’ vastgesteld. Deze regeling heeft tot doel de verschillende regelingen die er in de voormalige gemeenten Anna Paulowna, Niedorp, Wieringen en Wieringermeer gelden ten aanzien van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, bed & breakfast, mantelzorg en aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven, te uniformeren. De regeling maakt een onderscheid tussen woningen binnen en buiten de bebouwde kom. De gemeente heeft ervoor gekozen een ruime regeling vast te stellen, die de nodige ruimte biedt voor bouw- en gebruiksregels. Inwoners krijgen binnen hetgeen dat als maximaal ruimtelijk aanvaardbaar wordt geacht de ruimte om hun bouwwensen en gebruikswensen te realiseren. Per aspect wordt hierbij uitgegaan van de meest soepele regeling van de oude gemeenten, mits deze op zichzelf én cumulatief geen afbreuk doet aan de totale regeling dan wel leidt tot onevenredige beperkingen c.q. belemmeringen voor omliggende percelen. Woonvisie (2013) In 2013 is het concept van het koersdocument ´Wonen in het nieuwe Hollands Kroon´ van de gemeente verschenen. Daarin worden keuzes gemaakt en thema´s benoemd die voor een koersvaste woningontwikkeling moet zorgen de komende jaren. Zo zal de komende jaren vooral aandacht zijn voor de woningontwikkeling, en de bijbehorende voorzieningen, in de vier grote kernen. In de woonvisie wordt gesteld dat inbreiding (zoals in voorliggend plan het geval is) boven uitbreiding gaat. De visie op het wonen in de gemeente Hollands Kroon, is leidend voor Ruimte voor Ruimte-plannen en het beleid ten aanzien van het splitsen van stolpen. Daarom worden deze twee zaken ook meegenomen in de afweging van het wenselijke woningbouwprogramma. Deze woningen hebben immers invloed op de ruimte die er is om woningen toe te voegen op de woningmarkt.
3.3
Conclusie De ruimtelijke ontwikkeling is passend binnen het geldende provinciaal en gemeentelijk beleid. Het plan is in lijn met de hiervoor omschreven beleidsstukken. Voor het plan is evenwel een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk, waar met voorliggend plan in wordt voorzien.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
19
4
M i l i e u a s p e c t e n
4.1
Archeologie Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee
WET- EN REGELGEVING
heeft de zorg voor het archeologische erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden in situ (ter plaatse) en de introductie van het zogenaamde ‘veroorzakerprincipe’. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden. Ondertussen is dit vertaald in de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) die op 1 september 2007 van kracht is geworden. Met name de Monumentenwet is door de Wamz aangepast en gaat concreet in op de bescherming van archeologische waarden in planologische procedures.
Figuur 8. Kaartfragment archeologische beleidskaart (bron: Cultureel Erfgoed Noord-Holland)
In figuur 8 is een kaartfragment van de archeologische beleidskaart van de
ONDERZOEK
voormalige gemeente Niedorp opgenomen, behorende bij het rapport ‘Archeologisch kader voor het bestemmingsplan Landelijk Gebied, gemeente Niedorp’. De kaart is ingedeeld met verschillende zones die elk een eigen beschermingsregime hebben. Wanneer er een nieuwe ontwikkeling plaatsvindt in de gemeente, kan met de archeologische beleidskaart nagegaan worden wat de archeologische verwachtingswaarde van het gebied is en of er noodzaak is tot het verrichten van een archeologisch onderzoek voor de specifieke locatie. Het plangebied ligt voor een groot deel in een gebied waar archeologisch onderzoek is vereist bij plannen die groter zijn dan 10.000 m² en dieper reiken dan
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
21
40 cm. Het is duidelijk dat de grootte van het plangebied niet zodanig is dat archeologisch onderzoek nodig is. CONCLUSIE
Het planvoornemen mag op grond van voorgaande ten aanzien van het aspect archeologie uitvoerbaar worden geacht.
4.2
Bodem WET- EN REGELGEVING
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat in de toelichting op een bestemmingsplan inzicht verkregen moet worden over de uitvoerbaarheid van het plan. Dit betekent dat er onder andere inzicht verkregen moet worden in de noodzakelijke financiële investering van een (mogelijk noodzakelijke) bodemsanering. Een onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem is dus feitelijk een onderdeel van de onderzoeksverplichting van B en W en de gemeenteraad bij de voorbereiding van een bestemmingsplan. Hierbij moet worden opgemerkt dat ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening het bestemmen van gronden met een bodem van onvoldoende milieuhygiënische kwaliteit met een hiervoor gevoelige bestemming in beginsel moet worden voorkomen. Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen niet direct een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch onderzoek inzake de betreffende verdachte locatie kunnen uitwijzen of er voldoende aanleiding is om ook bodemonderzoek te laten uitvoeren. Met een oriënterend bodemonderzoek en/of een nader bodemonderzoek kan worden vastgesteld of inderdaad sprake is van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van welke omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen of er een noodzaak is tot gedeeltelijke of gehele sanering van de locatie en of er beveiligingsmaatregelen moeten worden getroffen. Daarbij zal ook de huidige en/of toekomstige bestemming en het gebruik van de locatie een rol spelen uit welke saneringsvarianten kan worden gekozen.
ONDERZOEK
De provincie Noord-Holland heeft geparticipeerd in het ontwikkelen van het zogenoemde ‘Bodemloket’. Het Bodemloket biedt informatie over bodemonderzoeken en -saneringen die zijn uitgevoerd. Ook is er informatie opgenomen over bedrijven of terreinen waar ‘verdachte’ werkzaamheden hebben plaatsgevonden die mogelijk bodemverontreiniging hebben veroorzaakt en waar mogelijk bodemonderzoek moet worden uitgevoerd. In figuur 9 is het voor het plangebied betreffende fragment van de bodemkaart opgenomen.
22
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
Figuur
9.
Fragment
kaart
Bodemloket
(bron:
Provincie
Noord-
Holland, 2011)
Uit de informatie van het Bodemloket blijkt dat in het plangebied in 2003 een bodemonderzoek is uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat de bodem niet vervuild is. Er is dan ook geen vervolgonderzoek uitgevoerd. Vanwege de tijd die sindsdien verstreken is, is evenwel een nieuw onderzoek nodig om vast te stellen dat de bodem sindsdien niet alsnog vervuild is. In maart 2012 is opnieuw een bodemonderzoek uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek zijn op enkele plaatsen lichte verhogingen aangetroffen. De aangetoonde gehalten overschrijden de achtergrondwaarden en streefwaarden, maar blijven beneden de betreffende toetsingswaarden voor nader onderzoek. Verder bodemonderzoek is dan ook niet nodig. Een bodemonderzoek is nog wel nodig nadat de bedrijfsbebouwing van het loonbedrijf is gesloopt. Ook is verder onderzoek nodig indien er plannen zijn om vrijkomende grond van het perceel op een andere locatie te gebruiken. Het bodemonderzoek is opgenomen als bijlage 2 bij deze toelichting.
4.3
Ecologie De Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn met de inwerkingtreding van de Flora-
WET- EN REGELGEVING
en faunawet (Ffw) op 1 april 2002 en de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) op 1 oktober 2005 in de Nederlandse wet- en regelgeving verwerkt. De Ffw is gericht op het beschermen en het behouden van de goede staat van instandhouding van in het wild levende plant- en diersoorten en hun directe leefomgeving. Uitgangspunt hierbij is het zogenoemde ‘nee, tenzij-principe’. Dit betekent dat werkzaamheden en dergelijke in beginsel niet zijn toegestaan. Onder voorwaarden kan hier op grond van een vrijstelling of ontheffing van worden afgeweken. In de Ffw is onder andere bepaald dat eenieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn handelen of nalaten te hande-
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
23
len nadelige gevolgen kan hebben voor flora en fauna, gedwongen is dergelijk handelen of nalaten achterwege te laten. Dit voor zover dit in redelijkheid van hem kan worden gevraagd. Diegene moet alle maatregelen nemen die in redelijkheid van hem kunnen worden gevraagd om die nadelige gevolgen te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. De Nbw is gericht op het beschermen van (natuur)gebieden. Deze natuurgebieden betreffen onder andere de zogenoemde Speciale Beschermingszones op grond van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Samen worden deze gebieden aangeduid als het Natura 2000-netwerk. Voor de bescherming van deze natuurgebieden is in de Nbw een uitgebreide wet- en regelgeving opgenomen. ONDERZOEK
In juni 2014 een ecologische inventarisatie van de natuurwaarden uitgevoerd om de uitvoerbaarheid van onderhavig plan te toetsen. Tevens is gekeken naar de effecten op beschermde gebieden in de omgeving. Het doel hiervan is om na te gaan of een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet en/of een oriënterend onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 of het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid noodzakelijk is. Het plangebied is daartoe op 26 juni 2014 bezocht door een ecoloog van BügelHajema Adviseurs.
TERREINOMSTANDIGHEDEN
Het plangebied betreft een grotendeels verhard terrein met schuren en enige opgaande beplanting.
Figuur 10. Plangebied richting het zuidwesten
Soortbescherming FLORA- EN FAUNAWET
Met ingang van 1 april 2002 is de Flora- en faunawet (Ffw) in werking getreden. Het soortenbeleid uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn van de Europese Unie is hiermee in de nationale wetgeving verwerkt.
24
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
Achter de Ffw staat het idee van de zorgplicht voor in het wild levende beschermde dieren en planten en hun leefomgeving. Beschermde soorten worden opgesomd in de ‘lijsten beschermde inheemse planten- en diersoorten’. De Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 75 van de Flora- en faunawet van 23 februari 2005, kent een driedeling voor het beschermingsniveau van planten- en diersoorten (licht beschermd, middelzwaar beschermd en streng beschermd).
De
inheemse
vogelsoorten
hebben
een
eigen
afwijkend
beschermingsregime (vallen zowel onder het middelzware als het strenge beschermingsregime). Bij broedvogels wordt er onderscheid gemaakt tussen soorten waarvan het nest alleen beschermd is wanneer dit in gebruik is ten behoeve van een legsel (broedseizoen) en soorten waarvan het nest jaarrond beschermd is. Uit het raadplegen van de Nationale Database Flora en Fauna 1 (NDFF) via
INVENTARISATIE
2
Quickscanhulp.nl (© NDFF - quickscanhulp.nl 11-06-2014 13:56:41) blijkt dat in de omgeving van het plangebied de laatste vijf jaar verschillende middelzwaar en streng beschermde soorten zijn waargenomen. Het betreft voornamelijk waarnemingen van vissen en vogels. Daarnaast is tongvaren uit de directe omgeving bekend. Op basis van het veldbezoek blijkt dat het plangebied een zeer beperkte natuurwaarde heeft. Aan de noordzijde van de schuren staan enkele gewone esdoorns. Ten zuidwesten van de bebouwing, achter de naastgelegen woning staat een bosje met populieren, coniferen, hazelaar, vlier en zwarte els. Tussen de verharding en langs de schuren groeien soorten als klimop, brandnetel, kleefkruid en paardenbloem. Beschermde planten zijn niet aangetroffen en worden gezien de terreinomstandigheden ook niet verwacht. De schuren hebben geen spouwmuur en het golfplaten dak is aan de binnenzijde niet voorzien van een betimmering. Voor zowel huismus als vleermuizen is de bebouwing niet geschikt als nest- of verblijfplaats. Ook in de bomen zijn geen nesten van jaarrond beschermde vogels aangetroffen. Het plangebied kan wel onderdeel vormen van het foerageergebied van in de omgeving verblijvende vleermuizen. In de bomen in en rond het plangebied komen algemene soorten als merel, vink en winterkoning tot broeden. Alle inheemse vogelsoorten zijn beschermd. Nestplaatsen van vogels met een jaarrond beschermde verblijfplaats worden 1
Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). De NDFF is de meeste complete natuurdatabank van Nederland. De NDFF geeft informatie over waarnemingen van beschermde en zeldzame planten en dieren en bevat uitsluitend gevalideerde gegevens: de Gegevensautoriteit Na-
2
tuur heeft vastgesteld dat ze kloppen. Informatie is te vinden op www.natuurloket.nl. Quickscanhulp.nl is een online applicatie waarmee een afgeleide van data uit de NDFF wordt weergegeven. Het is daarmee een hulpmiddel voor ervaren ecologen om te bepalen of een beschermde soort wel of niet in het plangebied kan voorkomen. Quickscanhulp.nl geeft aan op welke afstand waarnemingen van beschermde soorten in relatie tot het plangebied zijn aangetroffen. Voor Quickscanhulp.nl worden alleen gevalideerde waarnemingen gebruikt, de Gegevensautoriteit Natuur staat hiervoor in.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
25
niet in het plangebied verwacht. Gezien de inrichting en het gebruik van het plangebied worden verder enkele algemene, licht beschermde soorten zoals bosmuis, egel en gewone pad in en rond het plangebied verwacht. TOETSING
Door de ontwikkelingen zal het plangebied als foerageergebied voor vleermuizen veranderen maar niet als zodanig verloren gaan. Indien de werkzaamheden tijdens het broedseizoen worden uitgevoerd, kunnen nesten van broedvogels in en direct rond het plangebied worden verstoord en/of vernietigd. Het is verboden nesten van vogels (indien nog in functie) te vernietigen of te verstoren. Met betrekking tot de planning en uitvoering van de werkzaamheden dient derhalve rekening te worden gehouden met het broedseizoen. De Ffw kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het is van belang of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen ongeveer van 15 maart tot 15 juli duurt. Als gevolg van de werkzaamheden kunnen verder verblijfplaatsen van enkele licht beschermde soorten worden verstoord en/of vernietigd (artikel 9 Ffw). Ook kunnen hierbij enkele exemplaren worden gedood (artikel 11 Ffw). Licht beschermde soorten worden niet in hun voortbestaan bedreigd en vallen in de vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. Wel geldt voor deze soorten de zorgplicht van de Flora- en faunawet. Gebiedsbescherming
NATUURBESCHERMINGS-
De Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) bundelt de gebiedsbescherming
WET 1998
van nationaal begrensde natuurgebieden. In de Nbw 1998 zijn ook de bepalingen vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn verwerkt. Onder de Nbw 1998 zijn drie typen gebieden aangewezen en beschermd: Natura 2000-gebieden, Beschermde Natuurmonumenten en Wetlands.
ECOLOGISCHE HOOFD-
De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een samenhangend netwerk van be-
STRUCTUUR
staande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland en vormt de basis voor het natuurbeleid. De EHS is als beleidsdoel opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en is voor de provincie NoordHolland uitgewerkt in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (provinciaal ruimtelijk natuurbeleid).
WEIDEVOGELLEEFGEBIED
Vanuit het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid wordt buiten de EHS bij ruimtelijke plannen specifiek ingezet op de bescherming van aangewezen weidevogelleefgebieden.
INVENTARISATIE
Beschermde gebieden in het kader van de Nbw 1998 liggen op geruime afstand van het plangebied. Het meest nabij gelegen beschermde gebied betreft het Natura 2000-gebied Schoorlse Duinen, dat gelegen is op een afstand van ruim 13 kilometer ten westen van het plangebied. Het dichtstbijzijnde beschermde gebied in het kader van de EHS ligt op een afstand van ruim 1 kilometer ten noorden van het plangebied. Het betreft een verbindingszone langs de Niedor-
26
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
pervaart. Het dichtstbijzijnde weidevogelleefgebied ligt op een afstand van ongeveer 1,3 kilometer ten zuidoosten van het plangebied. Het plangebied heeft gezien de terreinomstandigheden, ligging en de aard van het tussenliggend gebied geen ecologische relatie met de genoemde beschermde gebieden. Gezien de terreinomstandigheden, de aard van het plan en ligging van het
EFFECTEN
plangebied, worden met betrekking tot de voorgenomen plannen geen negatieve effecten op beschermde gebieden in het kader van de Nbw 1998 en het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid verwacht. Tot slot Op basis van de ecologische inventarisatie is een voldoende beeld ontstaan. Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat een vooronderzoek in het kader van de Ffw, een Voortoets in het kader van de Nbw 1998 of een analyse in het kader van het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid niet noodzakelijk is. Met inachtneming van het broedseizoen van vogels is een ontheffing van de Ffw niet nodig. De Ffw kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het is van belang of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor het plan is verder geen vergunning op grond van de Nbw 1998 nodig en het plan is op het punt van EHS niet in strijd met het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid. Het plan is wat betreft de natuurwet en -regelgeving uitvoerbaar.
CONCLUSIE
4.4
Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s voor de omgeving bij
WET- EN REGELGEVING
gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, aardgas of LPG. Het aandachtsveld van externe veiligheid richt zich op zowel inrichtingen (bedrijven) waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn als het transport van gevaarlijke stoffen. Dit vervoer kan plaatsvinden over weg, water en spoor en door buisleidingen. De veiligheidsrisico’s in het kader van externe veiligheid worden uitgedrukt in een plaatsgebonden risico en een groepsrisico. De normen voor het plaatsgebonden en het groepsrisico hebben tot doel een voldoende veiligheidsniveau te garanderen voor de burger als persoon, dan wel deel uitmakend van een groep. De provincie Noord-Holland heeft een risicokaart vervaardigd, waarop verschillende risicobronnen en risico-ontvangers zijn aangegeven. Om na te gaan of bij het planvoornemen ook aandachtspunten op het vlak van
ONDERZOEK
de externe veiligheid aanwezig zijn, is de risicokaart van de provincie Noord-
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
27
Holland geraadpleegd. Uit de risicokaart blijkt dat aan de noordwestzijde van het plangebied een aardgastransportleiding ligt van Gasunie. Dit is een leiding met een diameter van 16,8 cm en een werkdruk van 40 bar. De afstand van het plangebied is bijna 300 meter. Dit is voldoende om te concluderen dat de leiding geen verhoogd risico vormt voor de beoogde plannen.
Figuur 11. Fragment risicokaart, met het plangebied en de afstand tot de aardgastransportleiding
De veiligheidsregio Noord-Holland Noord heeft het plan getoetst, en concludeert dat er geen sprake is van een toenemend risico ten aanzien van de externe veiligheid. Deze toetsing is opgenomen als bijlage 3 bij de toelichting.
4.5
Geluidhinder (wegverkeerslawaai) WET- EN REGELGEVING
In 1979 is de Wet geluidhinder (Wgh) in werking getreden. De Wgh is er op gericht om de geluidhinder vanwege onder andere wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai te voorkomen en te beperken. De Wgh bepaalt dat de ‘geluidbelasting’ op gevels van woningen en andere geluidgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan een in de wet bepaalde norm. Spoorweglawaai en industrielawaai (vanwege een gezoneerd bedrijventerrein) is niet aan de orde in en nabij het plangebied. In de hiernavolgende paragraaf is daarom enkel op wegverkeerslawaai ingegaan. In artikel 74 van de Wgh is aangegeven wanneer een weg zoneplichtig is. In de Wgh is bepaald dat elke weg in principe een geluidzone heeft, behoudens wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied en wegen met een snelheidsregime van 30 km/uur. De breedte van een geluidzone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg binnen of buiten stedelijk gebied. In tabel 1 is hiervan een overzicht gegeven. Het gebied binnen de bebouwde kom wordt als stedelijk gebied beschouwd.
28
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
Tabel 1. Overzicht breedte geluidzones per type weg Aantal rijstroken
Wegligging binnen stedelijk gebied
Wegligging buiten stedelijk gebied
1 of 2
200 m
250 m
3 of 4 5 of meer
350 m n.v.t.
400 m 600 m
(Bron: Wgh)
Wanneer binnen een geluidzone nieuwe geluidgevoelige objecten, zoals woningen, worden gerealiseerd of wanneer reconstructie van weginfrastructuur plaatsvindt met effecten op geluidgevoelige bebouwing, moet door middel van akoestisch onderzoek worden vastgesteld of aan de grenswaarden uit de Wgh wordt voldaan. Behoudens situaties waarbij door Gedeputeerde Staten of Burgemeester en Wethouders een hogere waarde is vastgesteld, geldt voor geluidgevoelige bebouwing binnen een wettelijke geluidzone als hoogst toelaatbare geluidbelasting van de gevel 48 dB. Dit is de voorkeursgrenswaarde. In stedelijk gebied kan een hogere waarde tot 63 dB worden verleend voor wegen die een wettelijke geluidzone hebben. Voorliggend bestemmingsplan is gesitueerd binnen een als bebouwde kom aan-
WEGVERKEERSLAWAAI
gewezen gebied. Op de gebiedsontsluitingsweg Terdiek is een maximumsnelheid van 30 km/uur toegestaan. Deze weg heeft daarmee geen wettelijke geluidzone waarvoor op grond van de Wgh akoestisch onderzoek zou moeten worden verricht. Er zijn in het plangebied verder ook geen geluidzones van toepassing vanwege verderop gelegen wegen met een hoger snelheidsregime. In het kader van de Wgh bestaat er daarom geen noodzaak tot het uitvoeren van een akoestisch onderzoek voor dit bestemmingsplan. Wel kan het uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening gewenst zijn om de toekomstige akoestische situatie in beeld te brengen. Dit omdat wel de mogelijkheid met voorliggend bestemmingsplan wordt geboden om een nieuw geluidgevoelig object op te richten. Dit is voor het voorliggende plan middels het uitvoeren van een beperkte geluidberekening voor de aan het plangebied grenzende weg Terdiek gedaan. Deze geluidberekening betreft een Standaard Rekenmethode 1 (SRM 1) berekening (middels bijlage III Reken- en meetvoorschrift 2012). Met deze methode kunnen op eenvoudige wijze geluidcontouren worden berekend waarbij wordt aangenomen dat ter plaatse van het plangebied in beginsel geen aspecten van belang zijn die een belangrijke en afwijkende invloed op de geluidbelasting zouden kunnen hebben, zoals een bochtig wegverloop, hellingen, verschillen in wegdek, afschermingen en reflecterende bebouwingen. Verkeerstelgegevens van de gemeente (meetplaats: Dorpsstraat te Oude Niedorp) voor de periode van donderdag 15 mei 2014 t/m woensdag 28 mei hebben voor de geluidberekening ter beschikking gestaan. In een periode van bijna 13 volledige dagen zijn verkeersbewegingen geteld en de gereden snelheden vastgelegd. In totaal zijn in de telperiode 21.810 voertuigbewegingen geregistreerd. Omgerekend naar een weekdag betreft dit 1.697 motorvoertuigbewe-
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
29
gingen. Verdere informatie over het verkeer ter plaatse is niet beschikbaar. Om toch nader inzicht te kunnen krijgen in de toekomstige geluidsbelasting zijn aanvullend dan ook enkele aannames wat betreft de voertuig- en urenverdeling gedaan. Deze aannames zijn gebaseerd op een gestandaardiseerde voertuigverdeling naar dagdelen en intensiteiten die gebruikelijk is voor landwegen in buitengebieden. Voor de geluidberekening voor het maatgevende jaar 2024 zijn de in tabel 2 weergegeven invoergegevens gehanteerd. Hierbij is rekening gehouden met een beperkte autonome groei van 1% per jaar van het wegverkeer. De geluidberekening is uitgevoerd voor een waarneemhoogte van 1,5 m en 4,5 m (zijnde de waarneempunten). Tabel 2. Gehanteerde verkeersgegevens Intensiteit basisjaar
1.697
[mvt/dag]
Groeipercentage 2014-2024 Uurintensiteit (dag / avond / nacht*)
10,5 7,00 /2,60 / 0,70
[%] [%]
Voertuigverdeling (LV / MV / ZV)
95,00 / 3,00 / 2,00
[%]
Verkeerssnelheid (LV / MV / ZV) Wegverharding
30 / 30 / 30 Dicht asfalt beton
[km/uur]
Rijstrookbreedte Hoogte van de weg
3,25 0
[m] [m]
Bodemfactor**
0
Waarneemhoogten
1,5 en 4,5
* **
[m]
dag: 07:00-19:00 uur, avond: 19:00-23:00 uur, nacht: 23:00-07:00 uur. Het deel van de grond tussen waarneempunt en de weg dat als geluidsabsorberend kan worden aangemerkt (0=automatisch, 1 = volledig zacht)
De uitgevoerde geluidberekening is als bijlage 4 opgenomen. De uitkomst van de geluidberekening is inclusief aftrek conform art. 110g Wgh van 5 dB. Uit de geluidberekening blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevel van de nieuw te bouwen woning op een waarneemhoogte van 1,5 m respectievelijk 4,5 m wordt overschreden wanneer in een zone van 10 m dan wel 10,5 m van de as van de weg wordt gebouwd. De mogelijkheid om een nieuwe woning in het plangebied te realiseren, is op grotere afstand geprojecteerd. Eventuele geluidhinder vanwege wegverkeerslawaai is op een nieuw te realiseren woning in het plangebied dan ook niet te verwachten. CONCLUSIE
De uitvoerbaarheid van het planvoornemen van dit bestemmingsplan wordt niet door geluidhinder uit oogpunt van wegverkeerslawaai belemmerd. Om in een goede verblijfsituatie in de woningen te voorzien, is het op grond van het Bouwbesluit verplicht om een binnenwaarde van 33 dB te garanderen. Met de gevelwering van de nieuwbouw dient daarom rekening te worden gehouden dat deze maximale toegestane binnenwaarde wordt gehaald. Dit is bij normale bouwtechnieken en verder gezien de heersende en te verwachten geluidsituatie in het plangebied goed uitvoerbaar.
30
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
4.6
Luchtkwaliteit Het plan dient te voldoen aan regels voor luchtkwaliteit. Aangetoond moet
WET- EN REGELGEVING
worden dat er geen normen worden overschreden. Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing). Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. De ministerraad heeft op voorstel van de minister van VROM ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Ook projecten die ‘niet in betekenende mate’ (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) als ‘niet in betekenende mate’ wordt beschouwd. Op basis van de CROW-publicatie nr. 317 ‘Kencijfers parkeren en verkeersge-
ONDERZOEK
neratie’ (2012) mag worden uitgegaan van een ritproductie van 8,6 voor vrijstaande woningen en 7,8 voor de wooneenheden per etmaal. Met het planvoornemen worden één nieuwe woning in het plangebied gerealiseerd. Dit betekent dat het aantal motorvoertuigen per etmaal op de omliggende wegen, als gevolg van het plan, met maximaal 8,6 voertuigbewegingen per etmaal zal toenemen. Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit, heeft VROM in samenwerking met InfoMil de ‘nibm-tool’ ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO2 en PM10 bepaald.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
31
Figuur 12. Worst case-berekening voor de bijdrage van het extra verkeer als gevolg van een plan op de luchtkwaliteit
Uit de berekening met de nibm-tool blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) niet overschrijdt. Door het geringe aantal te realiseren woningen op deze locatie moet het planvoornemen derhalve worden beschouwd als een nibm-project. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan achterwege blijven. De verkeersbewegingen die door het loonbedrijf gecreëerd werden, zijn bij bovenstaande berekening buiten beschouwing gehouden. Deze verkeersbewegingen houden op bij het sluiten van het loonbedrijf. Netto is er daarom geen sprake van een toename van het aantal verkeersbewegingen maar eerder van een afname. CONCLUSIE
In de omgeving van het plangebied is geen indicatie dat grenswaarden van het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer worden overschreden. Het plan voldoet derhalve aan het gestelde in het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer. De uitvoerbaarheid van voorliggend plan wordt niet door onaanvaardbare gevolgen voor de luchtkwaliteit belemmerd.
4.7
Water WET- EN REGELGEVING
Op grond van artikel 3.1.1 Bro is de watertoets verplicht voor bestemmingsplannen. In een hierover op te nemen paragraaf dient te worden aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. In die paragraaf dient uiteengezet te worden of en in welke mate het plan in kwestie gevolgen heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: ‘het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten’.
32
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
Voor elk plan wordt in het kader van de watertoets bepaald wat het effect is op de waterhuishouding. Als verantwoordelijke instantie voor het waterbeheer in en in de directe omgeving van het plangebied hanteert Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) als uitgangspunt dat het bebouwen van landelijk gebied geen verslechtering van de waterhuishoudkundige situatie mag betekenen. Daarom adviseert het hoogheemraadschap bij uitbreiding van verhard oppervlak compenserende maatregelen te nemen. Het hoogheemraadschap denkt daarbij aan vergroting van de bergingscapaciteit door bestaande waterlopen te verbreden of door nieuw oppervlaktewater aan te leggen. Tijdelijke berging van water door uitbreiding van het wateroppervlak creëert een grotere buffer in het systeem en daardoor een geringere peilstijging bij hevige regenval. De initiatiefnemer van het bouwplan is verantwoordelijk voor deze compenserende waterberging. Dat geldt zowel voor de financiering als voor de daadwerkelijke aanleg. Om te bepalen hoe groot de compenserende waterberging moet zijn, heeft het hoogheemraadschap een rekenmethode ontwikkeld. Voor alle watersystemen heeft het hoogheemraadschap berekend wat voor effect de neerslag heeft op de waterstand. Een watersysteem is het samenhangende geheel van grond- en oppervlaktewater in een gebied. Hoe een watersysteem zich bij regenval gedraagt, is afhankelijk van verschillende factoren. Is er bijvoorbeeld veel open water of weinig? Is er veel bebouwing of juist veel weiland? Hoe is de samenstelling van de bodem? Wat zijn de hoogteverschillen binnen het systeem? Hoe groot is de capaciteit van gemalen? Het hoogheemraadschap hanteert daarom geen vast compensatiepercentage binnen het beheersgebied, maar een compensatiepercentage dat bij de lokale omstandigheden past. In het kader van de watertoets is het planvoornemen ter advisering aan het
ADVIES HOOGHEEMRAAD-
HHNK aangeboden. Voor de watertoets kan de korte procedure gevoerd wor-
SCHAP HOLLANDS NOOR-
den, aangezien het plan geen grote gevolgen heeft voor de waterkwaliteit. Het
DERKWARTIER
plangebied grenst niet aan waterlopen en de oppervlakte van bestaande verharding zal verkleinen door de sloop van de bedrijfsbebouwing en het verwijderen van de bestaande verharding. Er is dus geen sprake van de noodzaak tot compensatie. De watertoets is als bijlage 5 opgenomen bij deze toelichting. Vanuit het oogpunt van waterbeheer zijn er geen belemmeringen voor de reali-
CONCLUSIE
satie van de plannen en mag het uitvoerbaar worden geacht.
4.8
Hinder van bedrijven Op grond van de Wet milieubeheer zijn bedrijven en instellingen verplicht te
WET- EN REGELGEVING
voldoen aan de eisen van een AMvB, dan wel een milieuvergunning te hebben voor de exploitatie van het bedrijf, waarbij rekening gehouden dient te wor-
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
33
den met de omliggende woonbebouwing. Door middel van de milieuwet- en regelgeving wordt (milieu)hinder in woongebieden zoveel mogelijk voorkomen. Uit de geactualiseerde publicatie “Bedrijven en milieuzonering” (2009) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt de richtafstandenlijst voor milieubelastende activiteiten gehanteerd. Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de minimale afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en hindergevoelige objecten, zoals woningen, om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen te houden. De grootste afstand is bepalend. De genoemde maten zijn richtinggevend, maar met een goede motivering kan en mag hiervan worden afgeweken. Er dient te worden aangetoond dat het plan buiten de invloedssfeer van bedrijvigheid in de nabije omgeving valt. Tevens dient te worden aangetoond dat het plan geen belemmering vormt voor de nabijgelegen functies. ONDERZOEK
In de directe omgeving van de Terdiek 11 zijn enkele woningen gesitueerd. Op circa 80 meter ten zuidwesten van het perceel is een groothandel van bloembollen gelegen (een categorie 2 bedrijf). Deze afstand is op basis van de publicatie van de VNG voldoende. Op bijna 150 meter, aan de overzijde van de weg, is een bloementeeltbedrijf gesitueerd. Ook dit is een categorie 2 bedrijf, waardoor de afstand ten opzichte van het plangebied ruim voldoende is. Op meer dan 300 meter van de te bouwen woning bevindt zich een windmolen. Op grond van de VNG brochure is dit een voldoende afstand.
CONCLUSIE
Naar aanleiding van voorgaande zijn er geen belemmeringen in het kader van hinder van bedrijven te verwachten en leidt het planvoornemen tot milieuwinst.
34
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
5
J u r i d i s c h e t o e l i c h t i n g
5.1
Algemeen Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening Op 1 juli 2008 zijn de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld op grond van de Wro en het Bro. Op grond van artikel 3.1.3 van het Bro moet een bestemmingsplan worden uitgewerkt in: -
een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven;
-
bestemmingen die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;
-
regels die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;
-
voor zover nodig uitwerkings-, wijzigings- en afwijkingsregels.
Ook moet op grond van artikel 3.1.6 van het Bro een bestemmingsplan samengaan met een toelichting waarin ten minste zijn opgenomen: -
een onderbouwing van de in het bestemmingsplan gemaakte keuze van bestemmingen;
-
de resultaten van de (noodzakelijke) voor het bestemmingsplan uitgevoerde onderzoeken;
-
de resultaten van het overleg en de inspraak op grond van artikel 3.1.1 van het Bro.
Op grond van artikel 1.2.1 van het Bro (in werking getreden op 1 januari 2010) moet het bestemmingsplan digitaal beschikbaar gesteld worden. Om dit mogelijk te maken moet het bestemmingsplan worden uitgewerkt in een zogenoemde GML. In de GML is er een koppeling tussen de kaart, regels en toelichting (het bestemmingsplan) gemaakt. Deze koppeling van de kaart, regels en toelichting is de zogenoemde verbeelding van het bestemmingsplan. Hiervoor moet het bestemmingsplan worden opgesteld overeenkomstig de RO-standaarden: -
Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).
-
Standaard toegankelijkheid ruimtelijke instrumenten 2012 (STRI2012).
-
Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen 2012 (2012).
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
35
Het voorliggende bestemmingsplan is zo opgesteld dat het bestemmingsplan digitaal beschikbaar gesteld kan worden. Dit betekent dat: -
alle verschillende onderdelen van de kaart een zogenoemde IMRO2012code hebben;
-
de digitale kaart is opgesteld volgens de standaardtechniek voor uitwisseling GML;
-
de regels overeenkomstig de SVBP2012 zijn opgesteld;
-
de toelichting en regels digitaal aan de kaart zijn gekoppeld.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wabo is een deel van de Wro opgenomen in de Wabo. Op grond van de Wabo en het Bor is de omgevingsvergunning ingevoerd. In de omgevingsvergunning worden verschillende vergunningstrajecten (zoals bouwvergunning, milieuvergunning etc.) gebundeld. In artikel 2.1 van de Wabo is een algemeen gebruiksverbod opgenomen. Op grond hiervan is voor een gebruik dat op grond van een bestemmingsplan niet is toegestaan een omgevingsvergunning noodzakelijk.
5.2
Bestemmingsplanprocedure In de Wro en het Bro zijn wettelijke regels voor de bestemmingsplanprocedure vastgelegd. Hierin zijn de volgende fasen onderscheiden: Voorbereidingsfase De gemeente voert ten behoeve van de voorbereiding van een bestemmingsplan onderzoek uit naar de bestaande situatie en de mogelijke (ruimtelijke) ontwikkelingen in de gemeente. De gemeente stelt voor het overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Bro haar voornemen (vaak in de vorm van een voorontwerpbestemmingsplan) beschikbaar aan de besturen en diensten van hogere overheden. Ook biedt de gemeente eventueel de mogelijkheid om een reactie te geven op het voorontwerpbestemmingsplan via inspraak. De gemeente geeft een reactie op de overleg- en inspraakreacties. De uitkomsten hiervan worden vermeld in de toelichting bij het ontwerpbestemmingsplan en voor zover noodzakelijk verwerkt in regels en verbeelding. Terinzageleggingsfase Na de aankondiging in de Staatscourant, in ten minste één plaatselijk dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad en op de internetpagina van de gemeente wordt het ontwerpbestemmingsplan voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd. In deze periode kan door iedereen een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan worden ingediend.
36
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
Vaststellingsfase Na de periode van terinzagelegging stelt de gemeenteraad het ontwerpbestemmingsplan, mogelijk met wijzigingen, binnen een periode van ten hoogste 12 weken vast. Beroepsfase Na de vaststelling van het bestemmingsplan maakt de gemeenteraad het vaststellingsbesluit bekend en legt het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage. Indien Gedeputeerde Staten of de Inspectie Leefomgeving en Transport een zienswijze hebben ingediend die door de gemeenteraad niet volledig is overgenomen of indien de gemeenteraad het bestemmingsplan gewijzigd heeft vastgesteld, geschiedt bekendmaking en terinzagelegging uiterlijk 6 weken na vaststelling. Uiterlijk 6 weken na bekendmaking van het vaststellingsbesluit kan er beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien het bestemmingsplan ongewijzigd is vastgesteld en er gehoor is gegeven aan zienswijzen van Gedeputeerde Staten en/of de Inspectie Leefomgeving en Transport, wordt het vaststellingsbesluit door de gemeenteraad uiterlijk 2 weken na vaststelling bekend gemaakt. Tevens wordt uiterlijk 2 weken na vaststelling het bestemmingsplan ter inzage gelegd.
5.3
Bestemmingen In deze paragraaf is een korte toelichting op de juridische regels behorende bij het plan gegeven. Er is voor een zo eenvoudig mogelijke planologische regeling gekozen die voorziet in een helder stelsel van regels en de nodige flexibiliteit biedt. Aan de hand van de bestemmingsregels kan het planvoornemen worden gerealiseerd. In de toekomst kan de gerealiseerde situatie vervolgens worden gehandhaafd. Hoofdstuk 1: Inleidende regels Begrippen In dit artikel worden waar nodig de in de regels gebruikte begrippen verklaard. Dit is alleen het geval wanneer begrippen niet op voorhand voor een eenduidige uitleg, conform normaal spraakgebruik, vatbaar zijn. Een deel van deze begrippen is voorgeschreven in de SVBP2012. Wijze van meten De wijze waarop maten, afstanden en dergelijke gemeten moeten worden, is voor een belangrijk deel voorgeschreven in de SVBP2012. Deze regels zijn overgenomen in artikel 2 van dit bestemmingsplan.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
37
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels Wonen Het hele plangebied is bestemd voor ‘Wonen’, al dan niet in combinatie met aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven tot 120 m², dan wel een bed & breakfast, beide onder voorwaarden. Waterlopen en –partijen en voorzieningen van openbaar nut en ten behoeve van groen, verkeer- en verblijf en waterhuishouding, zijn tevens als ondergeschikte functie mogelijk. Ten aanzien van parkeervoorzieningen is bepaald dat bij de woningen twee parkeerplaatsen per woning op eigen terrein aanwezig dienen te zijn. Alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden verleend, dient eerst de beeldverstorende bebouwing zoals die in het Beeldkwaliteitsplan is beschreven te worden gesloopt (zie ook paragraaf 2.3). Daarnaast dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, dat wil zeggen twee parkeerplaatsen per woning op eigen terrein. Binnen de bestemming ‘Wonen’ mogen hoofdgebouwen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd. Per bouwvlak is maximaal 1 woning toegestaan. In de regels is vastgelegd welke goot- en bouwhoogten ten hoogste toelaatbaar zijn binnen de bouwvlakken. Ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding – groter volume” geldt naast een hogere goothoogte (5,5 meter i.p.v. 3,5 meter) en een hogere bouwhoogte (11,5 meter i.p.v. 9 meter) ook dat de woning met een groter volume (tot 1.250 m³ i.p.v. 1.000 m³) mogen worden gerealiseerd. Naast het bouwen van hoofdgebouwen is ook de bouw van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogelijk. Deze dienen ten minste 4 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd en mogen op niet minder dan 1 meter van de zijdelingse perceelgrens worden gesitueerd. De gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 150 m² bedragen. In de bestemming zijn afwijkingsregels opgenomen ten behoeve van het bieden van mantelzorg bij woningen en het toestaan van een bedrijfsmatige bed & breakfast voor maximaal 7 personen. Hoofdstuk 3: Algemene regels Anti-dubbeltelregel De anti-dubbeltelregel ziet er op toe dat grond die reeds eerder bij een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen is meegenomen, niet nog eens bij de verlening van een nieuwe omgevingsvergunning voor het bouwen mag worden meegenomen. De anti-dubbeltelregel heeft uitsluitend betrekking op situaties die plaatsvinden ten tijde van het geldende bestemmingsplan.
38
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
Algemene afwijkingsregels De algemene afwijkingsregels bieden enige flexibiliteit als het gaat om het afwijken van in het plan opgenomen maten en bieden ruimte om bepaalde voorzieningen te kunnen realiseren. Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels Overgangsrecht De in het Bro voorgeschreven formulering van het overgangsrecht is opgenomen in deze regels. In het plan zijn de al dan niet in directe relatie met een bestemming staande
ONDERGESCHIKTE
voorzieningen, zoals ondergrondse leidingen, wegen, paden, parkeervoor-
VOORZIENINGEN
zieningen, bermen, geluidwerende voorzieningen, centrale installaties ten behoeve van de energievoorziening, voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing in de vorm van watergangen, duikers, waterkeringen en dergelijke in de bestemming begrepen, zonder dat dit uitdrukkelijk is vermeld.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
39
6
U i t v o e r b a a r h e i d
6.1
Economische uitvoerbaarheid Het voorliggende bestemmingsplan is in het kader van de ‘RvR’-regeling opgesteld om in het plangebied compenserende woningbouw te realiseren. Op grond van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen. Wat onder een bouwplan moet worden verstaan, is in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangegeven. Het planvoornemen voor realisatie van 6 woningen in het plangebied is een bouwplan op grond van artikel 6.2.1, lid b, Bro. Doel van een grondexploitatieregeling is het inzichtelijk maken van de financiele haalbaarheid en het bieden van meerdere mogelijkheden voor het kostenverhaal, waardoor er meer sturingsmogelijkheden zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de publiekrechtelijke weg via een exploitatieplan en de privaatrechtelijke weg in de vorm van overeenkomsten. In het geval van een exploitatieplan kan de gemeente eisen en regels stellen voor de desbetreffende gronden. Het plangebied wordt door een private partij ontwikkeld. Tussen de ontwikke-
EXPLOITATIEKOSTEN
lende partij en de gemeente zal een grondexploitatieovereenkomst overeengekomen. De exploitatie zal geheel in handen van en voor risico van de ontwikkelaar komen te liggen. De ontwikkelaar draagt alle kosten van bouwen woonrijp maken van het plangebied. De gemeente hoeft geen risicodragende investeringen voor haar rekening te nemen. De kosten voor voorliggend bestemmingsplan en de daarbij behorende noodza-
ONDERZOEKS- EN
kelijke onderzoeken worden door de aanvragers van de bestemmingsplanher-
PLANKOSTEN
ziening gedragen. De kosten van de gemeente betreffen de gebruikelijke kosten voor planbegeleiding. Deze kunnen worden gedekt uit de legesheffing. Door het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de betreffende gron-
PLANSCHADE
den is er de kans dat door eigenaren van gronden in de directe omgeving van het plangebied bij de gemeente op grond van artikel 6.1. van de Wro een verzoek tot tegemoetkoming in de planschade wordt ingediend. De mogelijke kosten die samenhangen met deze tegemoetkoming in de planschade zullen door de aanvragers van de bestemmingsplanherziening worden gedragen. Hiervoor zal tussen de gemeente en de aanvragers een planschadeovereenkomst gesloten worden.
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
41
CONCLUSIE
Voorliggend bestemmingsplan mag economisch uitvoerbaar worden geacht.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid De uitkomsten van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro en de inspraak worden opgenomen in een aparte notitie die als bijlage zal worden opgenomen bij deze toelichting.
42
803.17.06.01.01.toe - Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp - 30 september 2014
B i j l a g e n
B i j l a g e
1 :
B e e l d k w a l i t e i t s p l a n
beeldkwaliteitsplan ruimte voor ruimte terdiek 11, nieuwe niedorp
studio groenburg.
studio groenburg.
Opdrachtgever: Terdiek BV Datum: 15 maart 2013
studio groenburg.
2
beeldkwaliteitsplan
inhoud
Inleiding .............................................................................................4 Analyse .............................................................................................6 De ontwikkelingsgeschiedenis ...........................................................6 De kwaliteiten van het landschap .......................................................8 Huidige situatie plangebied ............................................................11 Beeldkwaliteit .................................................................................13 De herinrichting van het plangebied .................................................13 Hoofdindeling ...................................................................................15 Positie kavels, bebouwing en oriëntatie op het landschap ...............15 Erfbeplanting en erfafscheiding ........................................................16 Verkeersontsluiting en verharding ....................................................17 Bebouwing ........................................................................................18 Conclusie ........................................................................................25 Colofon
terdiek 11, nieuwe niedorp
3
inleiding Aan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp bevindt zich een agrarisch loonbedrijf. De locatie is gelegen in de lintbebouwing van het buurtschap Terdiek, in een agrarische omgeving in de gemeente Hollands Kroon. Gezien het verliezen van de functie van de bedrijfsgebouwen, door de beëindiging van het bedrijf, wordt medewerking gevraagd aan de gemeente voor het gebruik maken van de Ruimte voor Ruimte regeling. Het perceel beslaat een oppervlak van circa 2150 m2 en heeft de bestemming ‘agrarisch loonbedrijf’. Op de locatie bevindt zich circa 1070 m2 aan bedrijfsschuren. Het overige oppervlak bestaat uit bedrijfsmatig te gebruiken verharding (circa 720 m2) en een tuingedeelte achter de stolpboerderij. De huidige eigenaars willen de schuren slopen en de bedrijfsmatig te gebruiken verharding verwijderen. In ruil voor het slopen van de bebouwing en verbetering van de kwaliteit van het landschap, wordt medewerking aan de gemeente gevraagd voor het realiseren van één nieuwe woonkavel op de saneringlocatie en één nieuwe woonkavel op een andere compensatielocatie. De naastgelegen bedrijfswoning (stolp) met ondergrond is niet in eigendom van de eigenaars
4
van het te saneren loonbedrijf. Deze stolp (met bijgebouw) blijft behouden. Herbestemming levert de eigenaars van het te saneren bedrijf geen meerwaarde op, maar is wel gewenst. De gemeente Hollands Kroon heeft aangegeven dat voor dit verzoek de provinciale regeling Ruimte voor Ruimte mogelijkheden biedt. De regeling Ruimte voor Ruimte is gericht op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied. Dit gebeurt door bestemmingswijzigingen en sloop van storende of niet passende bebouwing in het landschap. Door de locatie te saneren en her in te richten valt ruimtelijke winst te behalen. Dit beeldkwaliteitsplan geeft inzicht in de situatie op de saneringslocatie. Voor de tweede compensatielocatie is een apart beeldkwaliteitsplan opgesteld. De provincie omschrijft ruimtelijke kwaliteit aan de hand van kernkwaliteiten van het landschap. Deze kernkwaliteiten zijn ingedeeld in drie lagen; de ondergrond (aardkundige waarden, archeologische waarden en tijdsdiepte), het landschap ofwel landschaps-DNA (cultuurhistorische objecten, historische structuurlijnen, openheid, stilte en duisternis) en de occupatie ofwel het dorps-DNA. Dit beeldkwaliteitsplan is opgesteld om de nieuwe
beeldkwaliteitsplan
woning zorgvuldig in te passen in het plangebied. Het plan geeft inzicht in de ruimtelijke kwaliteitswinst als gevolg van de sloop van het bedrijf en de inpassing van één compensatiewoning. Door nieuwe ontwikkelingen goed aan te laten sluiten bij de kernkwaliteiten van het landschap wordt nieuwe kwaliteit bereikt en wordt de identiteit van de plek behouden of versterkt. In dit rapport is als eerste een analyse van het plangebied en zijn omgeving opgenomen. Vervolgens wordt een model voor de herinrichting van het plangebied geschetst. De gewenste beeldkwaliteit wordt hierna verder uitgewerkt. In het beeldkwaliteitsplan zijn duidelijke keuzes gemaakt om een hoogwaardige ontwikkeling van het plangebied te waarborgen. De kwaliteit van het plangebied wordt bepaald door enerzijds de ruimtelijke en stedenbouwkundige opzet en anderzijds door de architectonische kwaliteit van de bebouwing. In het plan wordt rekening gehouden met de ontwikkelingsgeschiedenis en de kwaliteiten van het landschap. De in het beeldkwaliteitsplan opgenomen randvoorwaarden geven richting aan de verdere uitwerking van het plan. De bouwinitiatieven in het plangebied worden getoetst aan dit beeldkwaliteitsplan.
Terdiek
iek
d Ter
11
Overzichts-luchtfoto, Bingmap, plangebied in de lintbebouwing van Terdiek
Luchtfoto huidige situatie plangebied Terdiek 11, Nieuwe Niedorp, globale aanduiding locatie; het rood omlijnde gebied is de planlocatie, het grijs omlijnde gebied is niet in eigendom van de initiatiefnemers
terdiek 11, nieuwe niedorp
5
analyse De ontwikkelingsgeschiedenis Het plangebied, Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp, ligt in de gemeente Hollands Kroon, in het oude zeekleilandschap van West-Friesland. In dit gebied heeft de zee een belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van het landschap. Na de vorming van de ondergrond en de daarop aanwezige natuur, heeft de mens het landschap in gebruik genomen en in grote mate gevormd. Waddengebied Het oude landschap bestond uit een waddenachtig gebied met wadvlakten, doorsneden door kreken en geulen. ‘In het Holoceen werden onder invloed van de zee zandige en kleiige sedimenten afgezet die als Westfriese afzettingen worden aangeduid.’ (Kleinsman, 1975) Veenvorming ‘Omstreeks 3500 voor Christus nam de zeespiegelstijging af en werden er langs de kust langwerpige zandruggen afgezet, de zogenaamde strandwallen. Deze voorlopers van de duinen zorgden ervoor dat de invloed van de zee op het achterland afnam’. (K. Hund, 2007) Hierdoor ontstond een milieu waarin weer veenvorming mogelijk werd. Het gebied werd beter begaanbaar. De veengroei duurde voort tot in de Middeleeuwen.
Ontginning Vanaf de 6e of 7e eeuw werd het gebied permanent bewoont en werd het veengebied (eerst op kleine en later op grotere schaal) ontgonnen door de mens. Door de ontwatering en ontginning van het veen daalde het maaiveld en nam de invloed van de zee weer toe. De dunne veenlaag in de polder van het plangebied is geheel verdwenen. Waarschijnlijk is het veen hier geoxideerd ten gevolge van ontwatering of grondwaterstandsverlaging. Het onderliggende landschap kwam hierdoor weer aan de oppervlakte. De vroegere wadgeulen klonken langzamer in dan de rest van de omgeving, waardoor de voormalige kreken nu herkenbaar zijn als relatief hoog gelegen stroomruggen. ‘Ten gevolge van opslibbing en klink zijn in dit gebied hoogteverschillen ontstaan van ongeveer 2 meter.’ (Kleinsman, 1975)
Het oude zeekleilandschap in West Friesland Bron: Provincie Noord-Holland
‘Nadat als gevolg van erosie en klink in geringe mate de bodem daalde, werd op het veen en op de Westfriese afzettingen een laag knippige klei afgezet. Waarschijnlijk gebeurde dit in de 10e eeuw of iets later, toen het zeewater opnieuw het land binnendrong.’ (Kleinsman, 1975) De eerste bewoning in het zeekleilandschap, dat regelmatig te kampen had met wateroverlast, vond plaats op terpen die werden aangelegd. De hogere kreekruggen waren veilige en droge plekken voor Geomorfologische kaart van Nederland, 1981 Terdiek op getij-inversierug (kreekrug)
6
beeldkwaliteitsplan
wegen en wonen, hier bevinden zich de eerste dorpen. Op de hoogtekaart en geomorfologische kaart is te zien dat de bebouwing bij Terdiek zich op zo een hogere kreekrug bevindt. Het is een logische droge plaats voor bebouwing. De voormalige wadvlakten vormen nu de laag gelegen en overwegend open kommen. Westfriese omringdijk In de 11e en 12e eeuw ging men zich meer structureel beschermen tegen het water en werd het gebied omdijkt. Dijken werden aaneengesloten tot de uiteindelijke Westfriese Omringdijk, die aan het begin van de 13e eeuw gereed was. West-Friesland was een grote landkern geworden, omgeven door water. Door het blijvende gevaar van overstromingen bleef de bewoning geconcentreerd op de hoger gelegen delen. Op de hogere kreekruggen ontstond lintbebouwing, door het aaneengroeien van kleine terpen. De meeste dorpen in de omgeving zijn ontstaan als agrarische nederzettingen en kenmerken zich nog door de lintstructuur (zoals Winkel, Nieuwe Niedorp, Zijdewind, Oude Niedorp, Haringhuizen, Barsingerhorn en ’t Veld). ‘De linten werden onderling verbonden door de (aanvankelijk) onbebouwde wegen haaks op de lintbebouwing.’ (BügelHajema, 2011) Vanaf de linten werd het land ontgonnen. ‘De verkaveling die hieruit ontstond had een onregelmatig karakter, met weinig doorgaande perceelscheidingen. De polders binnen de Westfriese Omringdijk (“het Oude land”) hadden oorspronkelijk een strook- of blokverkaveling. Opvallend aan dit zeekleilandschap in NoordHolland is het fijnmazig netwerk van gegraven waterlopen, om de ontwatering in het gebied te verbeteren.’ (Amer adviseurs, 2005) Nadat het water verder teruggedrongen werd (droogleggingen
van het zeegat van Zijpe en diverse natuurlijke meren), nam de noodzaak tot het wonen op terpen af. Rond 1850 kenmerkte dit landschap zich door de openheid, met alleen beplanting in de linten en om de boerderijen. De ontsluiting van het gebied is grofmazig en kent een zekere noord-zuidrichting met een enigszins kronkelig verloop van de wegen. Ruilverkaveling Door de ruilverkavelingen die rondom het plangebied, in de Niedorper koggen, zijn uitgevoerd in de jaren ’70, is de oorspronkelijke structuur van het landschap ingrijpend veranderd. De fijnmazige verkaveling is vervangen door een meer rechthoekig en grootschaliger patroon. Met het verdwijnen van de oorspronkelijke stroken- en blokverkaveling verdween ook het microreliëf uit het landschap. Vele terpen zijn afgegraven, sloten en vaarwegen zijn omgezet in verharde wegen en er zijn nieuwe wegen aangelegd. Verder is er wegbeplanting aangebracht en is de waterbeheersing aangepast door de aanleg van diverse nieuwe waterlopen. Ook zijn de dorpen in de loop der tijd uitgebreid en zijn er verspreid in het gebied meer boerderijen komen te staan. Het gebied is tegenwoordig voornamelijk in gebruik als grasland voor de grondgebonden veehouderij en er is ook sprake van akkerbouw. Bij het vergelijken van kaartmateriaal uit 1880 met de huidige situatie, is te zien dat er een grootschaligere structuur is ontstaan.
Topografische militaire kaart, 1880 Fijnmazige waterstructuur, lintbebouwing
Topografische kaart, 1994 Grootschalig en rechthoekig kavelpatroon
terdiek 11, nieuwe niedorp
7
De kwaliteiten van het landschap Het plangebied is gelegen in de gemeente Hollands Kroon, in het buurtschap Terdiek. Het huidige landschap is het resultaat van de natuurlijke ontstaansgeschiedenis en de mens die het landschap in gebruik heeft genomen en in grote mate gevormd heeft. ‘Het landschap is te zien als een compositie. Alle specifieke onderdelen samen geven een gebied een eigen karakter en identiteit.’ (Provincie Noord-Holland, 2010) Om nieuwe ontwikkelingen in het landschap in te passen, is het van belang om eerst de kwaliteiten van het landschap te beschrijven. In dit hoofdstuk wordt de ruimtelijke kwaliteit van het landschap nader geanalyseerd. Grondvorm Het plangebied bevindt zich in het oude kleipolderlandschap van West-Friesland, het veen is hier verdwenen. De cultuurhistorie is in dit gebied nog goed zichtbaar en geeft identiteit aan het gebied. ‘Doordat het gebied is ontgonnen als veengebied, heeft het de ruimtelijke karakteristieken van een veengebied, met langgerekte lintdorpen, een opstrekkende verkaveling en veel sloten, vaarten en tochten om het water af te voeren/ op te slaan.’ (Provincie Noord-Holland, 2010) Door herverkaveling is de vroegere kavelstructuur van het landschap echter ingrijpend veranderd. De fijnmazige verkaveling van de percelen is vervangen door een grootschaligere kavelstructuur. Ook is het gebied door de ruilverkaveling meer geëgaliseerd. Het oorspronkelijke ordeningsprincipe is nog wel duidelijk herkenbaar. De lintdorpen vormen samen met de lintwegen en dijken de belangrijkste ruimtelijke structuren in dit landschap.
8
De elementen en structuren in het landschap in de omgeving van Terdiek, zijn nauw verbonden met de ontstaansgeschiedenis van het landschap. Op de hoogtekaart is te zien dat de bebouwing aan Terdiek en Oude Niedorp zich op een hogere kreekrug bevindt. Het is van oorsprong een logische droge plaats voor bebouwing. In de provincie Noord-Holland zijn verschillende aardkundige monumenten en aardkundige waardevolle gebieden. Binnen Niedorp liggen er vier aardkundig waardevolle gebieden. Deze liggen echter allen op ruime afstand van het plangebied. Het plangebied is wel gelegen in één van de 10 archeologie-gebieden in Noord-Holland die van provinciaal belang is. West-Friesland is in zijn geheel als archeologie-gebied aangemerkt. Ruimtevorm Het oude zeekleilandschap rondom het plangebied heeft een halfopen karakter. De polder is uitgestrekt en vlak en de agrarische sector is duidelijk aanwezig. De lintdorpen vormen samen met de lintwegen de belangrijkste ruimtelijke structuren in dit landschap en begrenzen de open ruimten. Via lintbebouwing gaat het dorp Oude Niedorp over in het gehucht Terdiek. Het dorpsgezicht heeft een hoge cultuurhistorische en recreatieve waarde. De identiteit van het lint is landelijk. Het oorspronkelijk agrarische dorp Oude Niedorp is vooral aan de zuidzijde van de Dorpsstraat verdicht. Bij Terdiek is meer sprake van een open bebouwingslint met aan weerszijden doorkijkjes naar het open achterliggende landschap. De openheid van het achterliggende landschap is een belangrijke landschappelijke waarde. Vanaf de Langereis en de Provinciale weg is het lint goed zichtbaar.
beeldkwaliteitsplan
Beeldstructuur (bebouwing en beplanting) Het bebouwingsbeeld binnen het dorp Oude Niedorp en het buurtschap Terdiek wordt bepaald door karakteristieke lintbebouwing. Oude Niedorp vormt een ruimtelijke verdichting, bij Terdiek is meer sprake van een open bebouwingslint. Dorpsvorming en landschapsontginning zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De lintbebouwing hing samen met de opstrekkende verkavelingswijze. De wegen (Dorpsstraat en Terdiek) zijn de ruimtelijke structuurdragers, hierlangs is de lintbebouwing langzaam gegroeid aan beide zijden van de weg. Het bebouwingslint van de Dorpsstraat (Oude Niedorp) tot en met Terdiek bestaat voornamelijk uit stolpboerderijen en vrijstaande woningen uit verschillende perioden. De stolpboerderijen zijn een identiteitsbepalend bouwtype in het NoordHollandse landschap. In het lint zijn tevens enkele bedrijfspanden aanwezig. Het lint heeft een landelijke/ agrarische uitstraling. De Dorpsstraat en Terdiek hebben een licht kronkelend verloop. De bebouwing volgt het patroon van het lint en is georiënteerd op de weg. De afstand tot de weg varieert, waar aan de Dorpsstraat veel bebouwing tot aan de weg staat, staan de woningen aan Terdiek allemaal iets meer terug op ruime kavels. De bebouwing wordt door een voortuin gescheiden van de weg. Bijgebouwen staan naast of achter de woningen. Zowel de nokrichting van de hoofdgebouwen als van de bijgebouwen varieert van haaks tot evenwijdig aan de weg. De architectuur van de meeste woningen in het dorp is eenvoudig en traditioneel. De toegepaste materialen zijn dakpannen, riet, metselwerk en hout. Binnen het plangebied zijn geen cultuurhistorische objecten aanwezig.
De hoofdgroenstructuur wordt voornamelijk gevormd door de erfbeplantingen en particuliere tuinen. Naast de erfbeplanting wordt de groenstructuur gevormd door wegbeplanting langs delen van de wegen. Er komt zowel een- als tweezijdige wegbeplanting voor. Programma/ het gebruik Het naastgelegen dorp Oude Niedorp beschikt over een dorpshuis en een basisschool. De Nederlands hervormde kerk is afgebrand en bestaat alleen nog als ruïne.
De meeste gronden in het buitengebied van de gemeente Hollands Kroon bestaan uit akkerbouw en weidegrond ten behoeve van de melkveehouderij. Het agrarische grondgebruik bepaalt het open karakter van de polder. Stilte en donkerte zijn kernkwaliteiten van het landschap. Het plangebied ligt niet in een van de stiltegebieden die de Provincie Noord- Holland heeft aangewezen. Donkerte gebieden zijn nog niet aangewezen door de Provincie.
Terdiek, voortuinen bepalen het groenbeeld, enkelzijdige bomenrij
Terdiek
Oude Niedorp
Ordeningsprincipe 2012. Het oorspronkelijke ordeningsprincipe is nog herkenbaar. De lintdorpen vormen samen met de lintwegen de belangrijkste ruimtelijke structuren in dit landschap. Het is een open landschap met de massa van bebouwing, erfbeplanting en enkele bomenrijen gelegen aan de wegen.
Lintbebouwing Oude Niedorp, wisselende rooilijn, kapbergwoning, voortuinen bepalen het groenbeeld
terdiek 11, nieuwe niedorp
9
Zicht op open landschap vanaf achterzijde planlocatie
Terdiek, bochtig verloop van de weg, dubbelzijdige bomenrij langs weg
10
beeldkwaliteitsplan
Stolpboerdeijen langs de Dorpsstraat, Oude Niedorp
Huidige situatie plangebied Op de planlocatie aan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp bevindt zich een agrarisch loonbedrijf. Het perceel heeft in het vigerende bestemmingsplan een bestemming voor een (agrarisch loon)bedrijf en is navenant ingericht.
van aan van een
verharding
schuren ti
ie ln
ve
De eigenaar wil de bedrijfsactiviteiten op deze locatie beëindigen. Hierdoor ontstaat het risico dat de schuren in verval raken wanneer ze buiten gebruik raken. Door de huidige vraag om het gebied te saneren en her in te richten, ontstaan er mogelijkheden om het karakter van de lintbebouwing te versterken.
ka
Het totale perceel beslaat een oppervlak van circa 2150 m2. Op de locatie bevindt zich circa 1070 m2 aan bedrijfsschuren. Het overige oppervlak bestaat uit bedrijfsmatig te gebruiken verharding (circa 720 m2) en een tuingedeelte achter de stolpboerderij.
verharding zorgt voor de bereikbaarheid de schuren, maar geeft een stenig karakter het (voor)erf. Samen met de zichtbaarheid de schuren, kan dit beschouwd worden als verstorend effect op het landschap.
n
om nd ge
Zie de afbeeldingen op deze en op de volgende pagina voor een beeld van de huidige situatie.
ei
De naastgelegen bedrijfswoning (stolp) met ondergrond is niet in eigendom van de eigenaars van het te saneren loonbedrijf. Deze stolp (met bijgebouw) blijft behouden.
stolp
tuin
N
Het bedrijf bevindt zich in de lintbebouwing van het buurtschap Terdiek. Vanaf de voor- en achterzijde van het perceel is er weids zicht op de open polder. De naastgelegen stolpboerderij staat representatief in de lintbebouwing. Stolpboerderijen zijn karakteristiek voor deze omgeving en dragen bij aan de historische agrarische identiteit.
Plattegrond huidige situatie, Terdiek 11
De bedrijfsgebouwen beslaan een groot deel van het erf en zijn vanaf de weg Terdiek goed zichtbaar. De grote schuur staat met de voorgevel rooilijn voor de rooilijn van de boerderij. Hierdoor is de traditionele erfindeling met een representatief voorerf en een functioneel achtererf (met schuren en bijgebouwen) verdwenen. Het bedrijfserf is voor een groot gedeelte verhard en voorzien van beton- en asfaltverharding. Deze Achterzijde schuren
terdiek 11, nieuwe niedorp
11
Uitzicht vanaf voorerf Terdiek 11, weids uitzicht op het agrarische landschap
Stolp en doorzicht op schuur op achterzijde perceel
Zicht vanaf weg Terdiek, rooilijn schuur voor rooilijn stolp, veel erfverharding op voorerf
12
beeldkwaliteitsplan
Schuur op achterzijde perceel
beeldkwaliteit De herinrichting van het plangebied Zoals in geheel Nederland, is er in Noord-Holland een ontwikkeling gaande waarbij in toenemende mate agrarische bebouwing zijn oorspronkelijke functie verliest. ‘Eén van de oorzaken van verrommeling (het teruglopen van ruimtelijke kwaliteit) is het verval van (agrarische) bebouwing als een ondernemer in het landelijk gebied zijn bedrijfsvoering stopt. De Provincie Noord-Holland wil de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied verhogen. Door middel van de Ruimte voor Ruimte-regeling wordt storende bebouwing gesloopt. In ruil daarvoor mogen één of meerdere compensatiewoningen gebouwd worden.’ (Provincie Noord-Holland, 2010) De ruimte voor ruimte regeling biedt kansen om de karakteristieken van het landschap te versterken. Door de bedrijfslocatie aan Terdiek 11 te saneren en her in te richten met één of meerdere compensatiewoningen valt landschappelijke winst te behalen. Een verval van bedrijfsgebouwen binnen het landelijke gebied wordt hiermee voorkomen. Het voorstel is om de 2 bedrijfsmatig te gebruiken schuren te slopen. In totaal wordt circa 1070 m2 aan bebouwing gesloopt. Ook wordt de bijbehorende (bedrijfsmatig te gebruiken) verharding verwijderd. Ter compensatie wordt medewerking gevraagd voor
twee nieuwe bouwkavels voor woningbouw. Bij het maken van een erfindeling op de saneringslocatie is gebleken dat er ruimtelijk gezien het beste voor slechts 1 compensatiewoning op een ruime kavel op de saneringslocatie gekozen kan worden. Een tweede compensatiewoning zal elders gerealiseerd dienen te worden, bij voorkeur aansluitend op bebouwd gebied in de gemeente Hollands Kroon. Deze tweede compensatielocatie wordt in een apart beeldkwaliteitsplan behandeld.
Behoud en ontwikkeling/ versterking van ruimtelijke kwaliteit staat voorop. Door nieuwe ontwikkelingen goed aan te laten sluiten bij de kenmerkende kwaliteiten van het landschap wordt nieuwe kwaliteit bereikt en wordt de identiteit van de plek behouden of versterkt. In dit hoofdstuk wordt de gewenste beeldkwaliteit verder uitgewerkt.
De naastgelegen bedrijfswoning (stolp) met ondergrond is niet in eigendom van de eigenaars van het te saneren loonbedrijf. Deze stolp (met bijgebouw) blijft behouden. Herbestemming naar wonen levert de eigenaars van het te saneren bedrijf geen meerwaarde op, maar is wel gewenst. Het perceel met de bestaande stolp wordt buiten het beeldkwaliteitsplan gehouden. Het landelijk gebied heeft een grote aantrekkingskracht als woongebied: een mooi landschap met rust en ruimte. De structuur van de lintbebouwing en het open landschap rondom zijn belangrijke waarden. Nieuwe bebouwing en beplanting dient daarom zorgvuldig ingepast te worden. Er dient een goede keuze gemaakt te worden in de aard en positionering van de nieuwe bebouwing.
terdiek 11, nieuwe niedorp
13
Legenda
iek
d Ter
Bestaande bebouwing Nieuwe bebouwing Nieuwe woonkavel Bouwvlak Sloot Ontsluitingswegen Bestaande en nieuwe bomen Oprit
0
Herinrichtingsplan Tediek 11, Nieuwe Niedorp, de erfindeling is een indicatie
14
beeldkwaliteitsplan
5
25 m
Hoofdindeling De ruimte voor ruimte regeling biedt kansen om de ruimtelijke kwaliteit van het landelijke gebied te versterken. Het heringerichte plangebied op de saneringslocatie bestaat uit 1 nieuwe woonkavel. Door de bedrijfslocatie aan Terdiek 11 te saneren en her in te richten met compenserende woningbouw wordt landschappelijke winst behaald en wordt voorkomen dat het complex verwaarloosd raakt. Er ontstaat een sterke afname van het bebouwde en verharde oppervlak (zichtbaar vanaf de weg) en er ontstaat een beeld wat aansluit op het karakter van de omgeving (groene erven in het lint, een rationele verkavelingsstructuur en karakteristieke bebouwing) De nieuwe woning is vrijstaand en staat op een ruime kavel (circa 1740 m2), zodat er in de tuin voldoende ruimte is voor erfbeplanting. In de volgende paragrafen wordt de gewenste inrichting van het plangebied verder omschreven aan de hand van verschillende elementen. De exacte positie en vorm van de bebouwing, alsmede de erfindeling, zijn nader te bepalen, aan de hand van de uitgangspunten die in de volgende paragrafen zijn opgesteld. De inrichtingsschets geeft een mogelijke situatie. De referentiebeelden dienen ter inspiratie voor de inrichting van het erf en de architectuur van de bebouwing.
Positie kavel, bebouwing op kavel en oriëntatie op het landschap De bestaande kavelgrens wordt doorgetrokken naar achter. De tuin met de bestaande stolp wordt hierdoor verlengd.
landschap en uitzicht. Vanuit het besloten karakter van het erf zijn er doorzichten op het weidse omliggende landschap. De kwaliteit van het weidse landschap wordt benut en draagt bij aan de kwaliteit van de woonkavels. Er ontstaat een kwalitatief hoogwaardig woonmilieu.
De bestaande stolp fungeert als hoofdgebouw. Deze staat prominent in de ruimte. De nieuwe woning is ondergeschikt aan dit hoofdgebouw en haalt zijn referentie uit schuren, kapbergen en ander soortige bijgebouwen. Dit uit zich zowel aan de bouwstijl als aan de positie ten opzichte van de bestaande stolp. De nieuwe woning ligt daarom met de rooilijn achter de rooilijn van de stolp. Bijgebouwen mogen binnen de hele kavel gebouwd worden, mits het bijgebouw minimaal 4 meter terug ligt ten opzichte van de voorgevellijn van de nieuwe woning. Bij de inrichting van het gebied zijn ook de kwaliteiten van het wonen in het buitengebied uitgangspunt, namelijk ruimte om de woning, rust, 0
Zicht op open landschap vanaf woonkavel
Uitzicht vanaf voorzijde woonkavel
terdiek 11, nieuwe niedorp
15
5
Erfbeplanting en erfafscheiding Opgaand groen is zeer ruimtebepalend in het landschap. De groenstructuur in de omgeving wordt grotendeels bepaald door particuliere tuinen en erfbeplanting. Voor de grotere erven zijn de windsingels en bomenrijen rondom het erf en solitaire bomen op het erf belangrijke groenelementen. De kavel met de nieuwe woning draagt met de beplanting bij aan het groenbeeld. Rondom de woning ligt een grote tuin met veel ruimte voor bomen, heesters en hagen. De erfbeplanting zorgt niet alleen voor beschutting en aankleding van de percelen, maar heeft ook een natuurfunctie voor vogels, insecten. De erfafscheiding langs de weg bestaat uit een haag, een laag transparant hekwerk of geen erfafscheiding.
Referentie, siertuin met bloemborder
De erfafscheiding langs de 3 andere zijden dienen ook te passen bij het landelijke karakter van de omgeving. Dit kan zijn in de vorm van bomen (met of zonder onderbeplanting), een haag, een laag transparant hekwerk of geen erfafscheiding. Voor de bomen, hagen en heesters wordt een gebiedseigen assortiment geadviseerd, zoals beuk, eik, els, es, kornoelje, hazelaar, iep, noot, populier, veldesdoorn, krent, meidoorn en wilg.
Referentie, beukenhaag
16
beeldkwaliteitsplan
Referentie, bomen op erfgrens
Verkeersontsluiting en verharding Het perceel wordt vanaf Terdiek ontsloten, met een eigen oprit. Op de kavel vindt parkeren plaats op eigen terrein met genoeg ruimte voor minimaal 2 auto’s. Grootschalige verharding op het voorerf dient voorkomen te worden. Het verhardingsmateriaal van de oprit zal bestaan uit klinkerbestrating, schelpen, grind of een andere halfverharding (passend bij het landelijke, agrarische karakter). Referentie, oprit van halfverharding
Referentie, oprit van halfverharding, in vorm van karrespoor
Referentie, klinkerbestrating
terdiek 11, nieuwe niedorp
17
Bebouwing Het plan bestaat uit een nieuwe bouwkavel voor een woning met een bijgebouw. De nieuwe bebouwing dient aan te sluiten bij het karakter van het bestaande bebouwingslint. Het lint heeft een sterke agrarische en landelijke uitstraling, met veel stolpboerderijen en enkele kapbergen. Om aan te sluiten bij dit agrarische en landelijke karakter, zal de nieuwe woning de vorm krijgen van een agrarisch bijgebouw, zoals een kapbergwoning of een schuurwoning. Aan de bouwmogelijkheden voor de nieuwe woning met bijgebouw, wordt hieronder richting gegeven. Tegelijkertijd blijft er voldoende creatieve vrijheid voor de architect. De architect wordt vrij gelaten om de regionale architectuur opnieuw uit te vinden, waarbij bestaande bouwwijzen en typen inspiratie opleveren voor nieuwe. De referentiebeelden geven voorbeelden weer voor de vormgeving en uitstraling van de bebouwing.
Uitgangspunten nieuwe woning: Functie hoofdgebouw: - Wonen - Mogelijkheid voor combinatie wonen met praktijkruimte/ werkruimte aan huis Uitstraling woning: - Vrijstaande woning met streekeigen, maar eigentijdse uitstraling - Exclusiviteit en vakmanschap Vorm woning: - De hoofdmassa heeft een eenvoudige en eenduidige vorm - De vorm van de nieuwe woning refereert aan oorspronkelijke agrarische bebouwing (kapberg of schuur) en is voorzien van een kap - Samenhangend stelsel van maatverhoudingen, dat beheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen - De goot- en bouwhoogte van de woning mag niet meer dan respectievelijk 5,5 m en 11,5 bedragen - De inhoud is max. 1250 m3 Oriëntatie woning: - De voorgevel is representatief en georiënteerd op de weg
18
beeldkwaliteitsplan
Materiaal en kleurgebruik: - Materialen en kleuren zijn afgestemd op de omgeving/ omringende bebouwing. Landelijke of traditionele kleuren. - Gevels van baksteen, hout, pleisterwerk en/of glas Detaillering: - De detaillering ondersteund de vormkarakteristiek - De architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig, afwisselend en evenwichtig - Fijne detaillering wordt benadrukt in kleine elementen zoals kozijnen, dakgoten en daklijsten - Elementen in de gevel zoals deuren en ramen in een logische verhouding tot elkaar en de gevel als geheel plaatsen Uitgangspunten bijgebouwen: - Qua architectuur, kleur, materiaal en detaillering afgestemd op hoofdgebouw - Bijgebouw ondergeschikt aan hoofdgebouw in volume en uitwerking, eenvoudig van vorm - Bijgebouwen op een afstand van minimaal 4 meter terugliggend vanaf de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw
Tekening Kentie en Partners
Referentiebeelden woning en bijgebouw, eenvoudige hoofdvorm, landelijke uitstraling en aandacht voor detaillering Keuze uit agrarisch uitziende bebouwing zoals een kapbergwoning of een schuurwoning
terdiek 11, nieuwe niedorp
19
Bronvermelding Leidraad Landschap en Cultuurhistorie, Provincie Noord-Holland, Haarlem, 2010 Handreiking Ruimte voor Ruimte in Noord-Holland, een toelichting op de werkwijze met behulp van vier pilot-projecten, Provincie Noord-Holland, Haarlem, 2009
Beleidsnotitie Vrijkomende Agrarische bebouwing en Ruimte-voor-ruimte-regeling, BügelHajema Adviseurs b.v. i.o.v. Gemeente Niedorp, 2009 Structuurvisie Niedorp 2015, Amer adviseurs b.v. ruimtelijke ordening, 2005
Handboek ontwikkelen met ruimtelijke kwaliteit, Provincie Noord-Holland, Haarlem, 2010
Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Niedorp, Voorontwerp, BügelHajema Adviseurs b.v., 2011
Uitvoeringsregeling Ruimte voor Ruimte, Behorend bij de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie artikel 16, Provincie Noord-Holland, versie 2011
De bodemopbouw en enkele historische aspecten van het ruilverkavelingsgebied ‘Schagerkogge’, W.B. Kleinsman, 1975
20
beeldkwaliteitsplan
studio groenburg. colofon
studio groenburg. Document door: Dorien de Boer Landschapsarchitect BNT Studio Groenburg, Tuin- en Landschapsarchitectuur Registratienummer Architectenregister: 3.090415.001 Adres: Groenburgwal 28-II, 1011 HW Amsterdam Tel: 06-30077008 E-mail:
[email protected] www.studiogroenburg.nl KvK-nummer: 50141430
In opdracht van: Terdiek BV, Nieuwe Niedorp 15 maart 2013
terdiek 11, nieuwe niedorp
21
B i j l a g e
2 :
B o d e m o n d e r z o e k
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Locatie: Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp Projectnummer: 05 1001884
Opdrachtgever:
De Groene Weide BV Nes 40A 1741 NJ Schagen
Opdrachtnemer/ Rapporteur: Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Auteur:
R.Pronk
Datum:
dinsdag 6 maart 2012
Controle
D.J. Schermer
www.bodembelang.nl 1/1
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
Voorwoord
Bodem Belang B.V. is een onafhankelijk bedrijf in milieu-geotechnischonderzoek en is gevestigd in Winkel. Daarnaast zijn wij actief op het gebied van aardwarmte, sonderingen, bliksem en beveiligingsinstallaties. Wanneer Bodem Belang B.V. vanaf het begin bij uw bodem als partner betrokken is garanderen wij een duurzaam resultaat op het gebied van milieu, duurzame energie, funderingen en veiligheid.
www.bodembelang.nl 1/2
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
Pagina
Inhoudsopgave
1. Inleiding en doel 1.1 Indeling van de rapportage 2. Vooronderzoek 2.1 Ligging onderzoekslocatie 2.2 Gebruik onderzoekslocatie 2.3 Eerder uitgevoerd milieukundig bodemonderzoek 2.4 Onderzoekshypothese 3. Beschrijving veldwerk 3.1 Uitvoering 3.2 Waarnemingen bij uitvoering 3.2.1 Bodemopbouw 3.2.2 Grondwater 3.2.3 Zintuiglijke waarnemingen 3.2.4 Asbest 3.2.5 Afwijkingen van beoordelingsrichtlijn (BRL) 3.3 Analysestrategie 4. Chemische analyses 4.1 Analyseresultaten 4.2 Toetsingskader 4.3 Interpretatie analyseresultaten 4.3.1 Analyseresultaten grond en grondwater 5. Conclusies en aanbevelingen Bijlagen 1. Tekeningen 1.1 Topografische situatie 1.2 Luchtfoto onderzoekslocatie 1.3 Foto’s locatie 1.4 Situatieschets bodemonderzoek 2. Analysecertificaten 3. Toetsing analyseresultaten 4. Toetsingskader 5. Boorstaten en onafhankelijkheidsverklaring veldwerker
www.bodembelang.nl 2/2
1 1 2 2 2 3 3 4 4 4 4 4 5 5 5 6 7 7 7 7 7 8
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
1. Inleiding en doel
In opdracht van De Groene Weide BV heeft Bodem Belang BV een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd conform NEN 5740 op de locatie Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp. De aanleiding van het bodemonderzoek is de aankoop van het perceel. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse. Tussen Bodem Belang en de opdrachtgever is er geen sprake van een relatie, die de onafhankelijkheid en de integriteit van Bodem Belang zou beïnvloeden en/of de werkzaamheden zou kunnen belemmeren. Bodem Belang is geen eigenaar van de te keuren grond. Tevens is de eigenaar van de grond geen zusterbedrijf of het moederbedrijf. 1.1 Indeling van de rapportage De rapportage bestaat uit vijf hoofdstukken. Hoofdstuk 2: Beschrijft het uitgevoerde vooronderzoek. Hoofdstuk 3: Hierin worden de veldwerkzaamheden besproken. Hoofdstuk 4: Behandelt de resultaten van de analyse. Hoofdstuk 5: Maakt een samenvatting met conclusie en geeft aanbevelingen.
www.bodembelang.nl 1/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
2 Vooronderzoek.
Het vooronderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5725. 2.1 Ligging onderzoekslocatie De onderzoekslocatie bevindt zich aan de Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp en is kadastraal bekend onder de gemeente Niedorp, sectie D, nummer 619. De coördinaten van de onderzoekslocatie zijn: X = 121.658 en Y = 526.369. De topografische ligging van de locatie is weergegeven in bijlage 1.1. Het oppervlak van het perceel is 2105 m². Het onderzoeksgebied is circa: 2105 m². 2.2 Gebruik onderzoekslocatie Uit oud kaartmateriaal blijkt dat de onderzoekslocatie in het verleden een agrarisch gebruik heeft gekend. Sinds de jaren vijftig is de onderzoekslocatie in gebruik als loon- een aannemingsbedrijf. De bebouwing op de locatie is in twee gedeelten geplaatst. Het eerste gedeelte is in de 50-er jaren gebouwd. Het achterste gedeelte is in 1981 gerealiseerd. De panden zijn voorzien van een 15 centimeter dikke betonvloer. In 2003 zijn in en om de werkplaats in verband met een nulsituatie bodemonderzoek de volgende zaken aangetroffen: twee werkbanken, een spoelbak met dieselolie, een opslag van materialen, een kleinschalige opslag voor verf en ontvetters, een opslag voor olievaatjes, een opslag voor motorolie (1.830 liter) en twee oliebars (110 en 120 liter). Ter plaatse van de machineberging bevinden zich een lekbak met afgewerkte olie (1.200 liter), een opslag voor nieuwe olie (400 liter), een opslag voor witte diesel (1.200 liter) en een mobiele dieseltank (600 liter). Westelijk buiten de machineberging is een dieselpomp met een daarbij behorende bovengrondse dieseltank (6.000 liter) aanwezig. De opslag vond voorheen plaats in een ondergrondse tank, welke is verwijderd. De aanwezige lekbakken waren recentelijk (2002/2003) aangebracht. Noordelijk van de machineberging is een spoelplaats aanwezig. Het loon- en aannemingsbedrijf S.J. Blauw & zn B.V. is in circa 2009/2010 gestopt. Het perceel is hierna niet meer actief in gebruik. Dit bodemonderzoek wordt uitgevoerd in verband met de mogelijke aankoop van het perceel door De Groene Weide BV. Na de sloop van de schuur heeft de aspirant koper het voornemen een woning met siertuin op het perceel te gaan realiseren.
www.bodembelang.nl 2/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
2.3 Eerder uitgevoerd milieukundig bodemonderzoek
De locatie ligt volgens de bodemkwaliteitskaart in het buitengebied op kleigrond. In 2003 is er door Oranjewoud een nulsituatie bodemonderzoek op het perceel uitgevoerd. Hierbij zijn de volgende deellocaties apart onderzocht:Deellocatie A (verf-,ontvetter- en olieopslag) Zintuiglijk zijn hier geen verontreinigingen waargenomen. In de bovengrond is na analyse alleen een licht verhoogd gehalte PAK (VROM 10) aangetoond.Deellocatie B (Opslag nieuwe- en afgewerkte olie) In de grond is hier op een diepte van 0,2 tot 0,7 m-mv een verhoogd gehalte ten opzichte van de toenmalige streefwaarde aangetoond voor wat betreft minerale olie. In het grondwater overschrijdt de parameter xylenen de streefwaarde.Deellocatie C (Bovengrondse en voormalig ondergrondse dieselopslag) Bij een boring (PB1) is een sterke verontreiniging aangetroffen met minereale olie op een diepte van 1,1 tot 1,6 m-mv. Na een zintuiglijke en analytische afperking is verder geen sterke verontreiniging waargenomen. Daarmee is vastgesteld dat de sterke verontreining zich beperkt tot boring/PB1 en er geen sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Het grondwater is voor wat betreft de geanalyseerde parameters analytisch schoon.Deellocatie D (Spuitplaats) In de grond zijn licht verhoogde gehalten aangetroffen voor wat betreft lood, zink, PAK (VROM 10) en minerale olie. Het grondwater is voor wat betreft de geanalyseerde parameters analytisch schoon.
2.4 Onderzoekshypothese Voor de opzet van het onderzoek wordt uitgegaan van een strategie van een onverdachte locatie. Het bodemonderzoek is opgezet conform tabel 3 van NEN 5740 aantallen te verrichten boringen en te analyseren (meng)monsters op een onverdachte locatie. tabel 3–Aantallen te verrichten boringen en te analyseren (meng)monsters op een onverdacht locatie als functie van de oppervlakte van de te onderzoeken locatie. Oppervlakte locatie(ha)
boring(en) tot 0,5 m
0,20 - 0,30
9
boring(en) tot grondwater 2
boring(en) met peilbuis 1
Er zijn geen additionele boringen of peilbuizen geplaatst.
www.bodembelang.nl 3/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
3 Beschrijving veldwerk 3.1 Uitvoering Op 15 februari 2012 heeft werknemer R. Pronk (geregistreerd veldwerker) van Bodem Belang BV de peilbuizen geplaatst. Op 22 februari 2012 hebben de werknemers J. van Trigt, J. Bootsman en R. Pronk (geregistreerde veldwerkers) het verkennend bodemonderzoek uitgevoerd conform tabel 3 van NEN 5740. De werkzaamheden zijn uitgevoerd op basis van BRL SIKB 2000, protocol 2001 en 2002. Bodem Belang is voor deze werkzaamheden gecertificeerd door Eerland Certification BV onder certificaatnr. EC-SIK-20271 (VKB protocol 2001, 2002, 2003, & 2018). Dit certificaat is geldig t/m 7 mei 2012. 3.2 Waarnemingen bij uitvoering 3.2.1 Bodemopbouw Voor alle boringen is gebruik gemaakt van een Edelmanboor. De bovengrond bestaat uit overwegend matig humeuse, zwak wortelhoudende, matig zandige donkerbruine klei. De ondergrond bestaat uit matig tot uiterst fijn zand. Lichtgrijs en beigebruin van kleur. De boorbeschrijvingen zijn weergegeven in bijlage 5. 3.2.2 Grondwater De grondwaterstand is aangetroffen op 1,5 m-mv. De boring voor de peilbuis is 1,5 meter dieper doorgezet naar 3.0 m-mv. Terplaatse van het filter is een filterkous toegepast. Tabel 1 Peilbuis en grondwatergegevens Peilbuis 1 2 PB1
Filterstelling in cm-mv 170-270 150-250 Bestaande peilbuis
Grondwaterstand in cm-mv 120 100 110
pH 7,25 7,35 7,9
EC in uS/cm 1510 1900 740
Meetdatum 2012-02-22 2012-02-22 2012-02-22
De pH en EC (elektrisch geleidingsvermogen) zijn in het veld gemeten. De zuurgraad en het elektrisch geleidingsvermogen zijn als normaal te beschouwen in deze omgeving.
www.bodembelang.nl 4/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
3.2.3 Zintuiglijke waarnemingen Tijdens de veldwerkzaamheden is in de bovengrond ter plaatse van de spuitplaats op een diepte van 0,3 tot 0,7 m-mv (boring 02) een zwakke brandstofgeur waargenomen. In de ondergrond van boring 05 op een diepte van circa 0,8 tot 1,6 m-mv is een onbekende geur waargenomen. De overige boringen zijn over het algemeen zintuiglijk schoon. 3.2.4 Asbest Op het maaiveld en in het opgeboorde materiaal zijn geen asbestverdachte materialen geconstateerd. 3.2.5 Afwijkingen van de beoordelingsrichtlijn (BRL) De werkzaamheden zijn geheel conform het protocol 2001 en 2002 uitgevoerd.
www.bodembelang.nl 5/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
3.3 Analysestrategie
Op basis van de onderzoekshypothese en de in het veld waargenomen milieuhygiënische verontreinigingskenmerken zijn onderstaande monsters geselecteerd voor chemisch onderzoek: tabel 2 Overzicht monsterselectie en analyses grondmengmonsters Deellocatie
Gehele locatie
Gehele locatie
Gehele locatie
Spuitplaats
Mengmonster Diepte(cm.-mv) 07A (0-50), 08A (0-50), 09A MM1 (0-50), 10A bovengrond (0-50), 11A (0-50), 12A (0-50) 01A (0-50), 02A (0-50), 03A MM2 (0-50), 04A bovengrond (0-50), 05B (40-85), 06A (0-50). 01D (170-220), 02D (110-160), MM3 03D (150-200), ondergrond 04C (110-160), 05E (160-210). MM4 ondergrond
Steekbus 02B (30-50)
Bovengrondse tank
MM5 ondergrond
03C (90-140)
Boring 5
MM6 ondergrond
Steekbus 05C (90-110)
Grondsoort
Bijzonderheden Analyse
Matig humeuse, zwak Geen wortelhoudende, bijzonderheden. matig zandige donkerbruine klei.
NEN-5740-grond, lutum en organische stof
Matig humeuse, Geen matig zandige bijzonderheden. donkerbruine klei.
NEN-5740-grond, lutum en organische stof
Matig tot uiterst fijn zand. Lichtgrijs en beigebruin.
Geen bijzonderheden.
NEN-5740-grond, lutum en organische stof
Zwakke brandstofgeur.
Minerale olie, BTEXN, VOCL en organische stof
Matig zandige lichtblauw grijze klei. Zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend licht beigebruin zand. Matig zandige, donker grijsbruine klei.
Minerale olie, Geen bijzonderheden.
BTEXN, en organische stof
Onbekende geur.
Minerale olie, BTEXN, en organische stof
tabel 3 Overzicht peilbuizen en analyses grondwatermonsters Deellocatie Gehele locatie
Peilbuis 1
Filter in cm-mv 170-270
Gehele locatie
2
150-250
Gehele locatie
PB1
Bestaande peilbuis
Waarneming Analyse Geen bijzonderheden. NEN-5740-grondwater Minerale olie, BTEXN en Geen bijzonderheden. VOCL Minerale olie, BTEXN en Geen bijzonderheden. VOCL
Alle monsters zijn voorbehandeld volgens AS3000.
www.bodembelang.nl 6/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
4 Chemische analyses
4.1 Analyseresultaten De chemische analyses en bepalingen zijn uitgevoerd door Analytico Milieu BV welke door de Raad Van Accreditatie (RVA) is erkend. De analysecertificaten zijn weergegeven in bijlage 2. 4.2 Toetsingskader De analyseresultaten zijn getoetst aan de achtergrondwaarden (AW2000) uit de 'Regeling bodemkwaliteit' (Nederlandse Staatscourant, nummer 247, 20 december 2007) en de herziene interventiewaarde voor grond en de streef- en interventiewaarden voor grondwater uit de 'Circulaire bodemsanering 2009' (Nederlandse Staatscourant, nummer 67, 7 april 2009). De tussenwaarde voor grond is het gemiddelde van de achtergrondwaarde (AW2000) en de bovenstaande interventiewaarde. 4.3 Interpretatie analyseresultaten 4.3.1 Analyseresultaten grond en grondwater Mengmonsters bovengrond (NEN 5740 pakket) In zowel het eerste al het tweede mengmonster van de bovengrond overschrijdt de parameter lood de achtergrondwaarde. In mengmonster 2 van de bovengrond overschrijdt de parameter minerale olie eveneens de achtergrondwaarde. Mengmonster ondergrond (NEN 5740 pakket) In het mengmonster van de ondergrond overschrijdt de parameter minerale olie de achtergrondwaarde. Aanvullende monsters Het bovengrondmonster (steekbus) van de spuitplaats met een zwakke brandstofgeur is voor wat betreft de geanalyseerde parameters (minerale olie, vluchtige aromaten en VOCL) analytisch schoon. Het monster nabij de brandstoftank is eveneens voor wat betreft de geanalyseerde parameters analytisch schoon. In de steekbus van boring 05 met een onbekende geur overschrijdt de parameter minerale olie de achtergrondwaarde. Grondwatermonsters In het grondwater uit peilbuis 01 overschrijden de parameters barium en xylenen de betreffende streefwaarden. In het grondwater uit peilbuis 02 (spuitplaats) overschrijden de parameters xylenen en minerale olie de betreffende streefwaarden. De bestaande peilbuis nabij de bovengrondse brandstoftank is voor wat betreft de geanalyseerde parameters analytisch schoon.
www.bodembelang.nl 7/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
5 Conclusies en aanbevelingen In zowel het eerste al het tweede mengmonster van de bovengrond overschrijdt de parameter lood de achtergrondwaarde. In mengmonster 2 van de bovengrond overschrijdt de parameter minerale olie eveneens de achtergrondwaarde. In het mengmonster van de ondergrond overschrijdt de parameter minerale olie de achtergrondwaarde. Het bovengrondmonster (steekbus) van de spuitplaats met een zwakke brandstofgeur is voor wat betreft de geanalyseerde parameters (minerale olie, vluchtige aromaten en VOCL) analytisch schoon. Het monster nabij de brandstoftank is eveneens voor wat betreft de geanalyseerde parameters analytisch schoon. In de steekbus van boring 05 met een onbekende geur overschrijdt de parameter minerale olie de achtergrondwaarde. In het grondwater uit peilbuis 01 overschrijden de parameters barium en xylenen de betreffende streefwaarden. In het grondwater uit peilbuis 02 (spuitplaats) overschrijden de parameters xylenen en minerale olie de betreffende streefwaarden. De bestaande peilbuis nabij de bovengrondse brandstoftank is voor wat betreft de geanalyseerde parameters analytisch schoon. De lichte verhogingen van de parameters minerale olie en xylenen in de grond en het grondwater houden zeer waarschijnlijk verband met de voormalige bedrijfsactiviteiten. De oorzaak van de overige lichte verhogingen is niet eenduidig aan te geven. Gezien de resultaten van de geanalyseerde (meng)monsters wordt de gestelde hypothese bevestigd of moet de gestelde hypothese worden verworpen. De aangetoonde gehalten overschrijden echter de betreffende achtergrondwaarden en streefwaarden, maar blijven beneden de betreffende toetsingswaarden voor nader onderzoek. Voor een nader onderzoek bestaat geen aanleiding. Er is vanuit milieuhygienisch oogpunt op dit moment geen bezwaar voor de aankoop van het perceel. Na de sloop van het pand is echter nog wel een aanvullend bodemonderzoek noodzakelijk ter plaatse van het gesloopte pand om de kwaliteit van de boven- en ondergrond vast te stellen. Mogelijk dient er bij de nieuwbouwactiviteiten grond van de locatie te worden afgevoerd. Dit rapport is niet geschikt om een uitspraak te doen over de hergebruiksmogelijkheden van deze grond. Hiervoor dient een onderzoek te worden uitgevoerd zoals omschreven in het Besluit Bodemkwaliteit. Hergebruik van de vrijkomende grond (zonder bijmengingen) op de onderzoekslocatie is wel mogelijk zonder verder bodemonderzoek uit te voeren. Opmerking Gezien het verkennende karakter van dit onderzoek is het, ondanks de zorgvuldigheid waarmee het is uitgevoerd, altijd mogelijk dat eventueel lokale verontreinigingen niet zijn ontdekt.
www.bodembelang.nl 8/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
Bijlage 1 - Tekeningen 1.1 1.2 1.3 1.4
Topografische situatie Luchtfoto onderzoekslocatie Foto's locatie Situatieschets
www.bodembelang.nl 9/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
1.1 Topografische situatie
Locatie:
Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp
Rapport nr.:
05 1001884
Opdrachtgever:
De Groene Weide BV
www.bodembelang.nl 10/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
1.2 Luchtfoto onderzoekslocatie
Locatie:
Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp
Rapport nr.:
05 1001884
Opdrachtgever:
De Groene Weide BV
www.bodembelang.nl 11/19
Bodem Belang BV Zandloper 17 1731 LM Winkel Tel: 0224 531 274 Fax: 0224 531 915
[email protected] SONDERINGEN MILIEUONDERZOEK SANERINGEN DUURZAME ENERGIE AARDWARMTE AARDINGEN BLIKSEMBEVEILIGING
1.3 Foto's locatie
Bodemloket
Foto 1
www.bodembelang.nl 12/19
Foto 2
Foto 3
www.bodembelang.nl 13/19
Foto 4
Foto 5
www.bodembelang.nl 14/19
Foto 6
Foto 7
www.bodembelang.nl 15/19
Foto 8
Foto 9
www.bodembelang.nl 16/19
Foto 10
Kaart 1910
www.bodembelang.nl 17/19
Kaart 1950
Kaart 1983
www.bodembelang.nl 18/19
Luchtfoto 1945
www.bodembelang.nl 19/19
N
Locatie:
Terdiek 11
Te:
Nieuwe Niedorp
Projectnummer: 051001884
Legenda = Peilbuis
= Stelconplaten
= Boring tot 2,0 m-mv
= Beklinkering
X = Boring tot 0,5 m-mv Opdrachtgever:
De Groene Weide BV
= Oppervlaktewater
Bijlage 2 - Analysecertificaten
Bodembelang T.a.v. Robin Pronk Zandloper 17 1731LM WINKEL
Analysecertificaat Datum: 23-02-2012
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2012029802 051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Aanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 ABN AMRO 54 85 74 456 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. E-mail
[email protected] NL 8043.14.883.B01 Site www.eurofins.nl KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt Grond; Grond (AS3000)
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
Eenheid
Analyse
1
2
3
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd 73.0
S
Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000
S
Bodemkundige analyses Droge stof
% (m/m)
79.0
76.5
S
Organische stof
% (m/m) ds
3.9
5.2
1.8
Q
Gloeirest
% (m/m) ds
95.9
94.2
97.3
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
2.6
8.1
13.5
S
Metalen Barium (Ba)
mg/kg ds
72
65
65
S
Cadmium (Cd)
mg/kg ds
0.22
0.25
<0.17
S
Kobalt (Co)
mg/kg ds
<4.3
<4.3
4.5
S
Koper (Cu)
mg/kg ds
13
12
<5.0
S
Kwik (Hg)
mg/kg ds
0.079
0.083
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
mg/kg ds
<1.5
<1.5
<1.5
S
Nikkel (Ni)
mg/kg ds
12
7.9
14
S
Lood (Pb)
mg/kg ds
50
70
<13
S
Zink (Zn)
mg/kg ds
53
69
39
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
mg/kg ds
3.1
4.7
5.9
Minerale olie (C12-C16)
mg/kg ds
<5.0
6.7
13
Minerale olie (C16-C21)
mg/kg ds
<6.0
37
27
Minerale olie (C21-C30)
mg/kg ds
<12
340
47
Minerale olie (C30-C35)
mg/kg ds
<6.0
150
18
Minerale olie (C35-C40)
mg/kg ds
<6.0
50
<6.0
Minerale olie totaal (C10-C40)
mg/kg ds
<38
580
120
Zie bijl.
Zie bijl.
S
Chromatogram olie (GC) S
Polychloorbifenylen, PCB PCB 28
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 52
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 101
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 118
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 138
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 153
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 180
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
Nr. 1 2 3
Monsteromschrijving 07 (0-50) 08 (0-50) 09 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50) 04 (0-50) 03 (0-50) 02 (0-30) 06 (0-50) 01 (0-50) 05 (25-75) 04 (110-160) 03 (150-200) 02 (110-160) 02 (160-200) 01 (170-220) 05 (160-210)
2012029802 22-02-2012 23-02-2012/14:48 A,B,C 1/2
Analytico-nr. 6689652 6689653 6689654
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt Grond; Grond (AS3000) Eenheid
Analyse S
PCB (som 7) (factor 0,7)
mg/kg ds
S
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds
S
Fenanthreen
mg/kg ds
S
Anthraceen
S S
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
1
2
2012029802 22-02-2012 23-02-2012/14:48 A,B,C 2/2
3
0.0049 1)
0.0049
<0.050
<0.050
0.082
0.13
0.10
mg/kg ds
<0.050
<0.050
<0.050
Fluorantheen
mg/kg ds
0.22
0.30
0.19
Benzo(a)anthraceen
mg/kg ds
0.13
0.15
0.077
S
Chryseen
mg/kg ds
0.17
0.19
0.095
S
Benzo(k)fluorantheen
mg/kg ds
0.070
0.094
<0.050
S
Benzo(a)pyreen
mg/kg ds
0.11
0.14
0.075
S
Benzo(ghi)peryleen
mg/kg ds
0.089
0.15
0.072
S
Indeno(123-cd)pyreen
mg/kg ds
0.11
0.17
0.080
S
PAK VROM (10) (factor 0,7)
mg/kg ds
1.1
1.4
0.80
Nr. 1 2 3
Monsteromschrijving 07 (0-50) 08 (0-50) 09 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50) 12 (0-50) 04 (0-50) 03 (0-50) 02 (0-30) 06 (0-50) 01 (0-50) 05 (25-75) 04 (110-160) 03 (150-200) 02 (110-160) 02 (160-200) 01 (170-220) 05 (160-210)
1)
0.0049 1) <0.050
Analytico-nr. 6689652 6689653 6689654
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
VA
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Akkoord Pr.coörd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2012029802 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
Barcode
Monsteromschrijving
6689652 6689652 6689652 6689652 6689652 6689652
07 08 09 10 11 12
07a 08a 09a 10a 11a 12a
0 0 0 0 0 0
50 50 50 50 50 50
0505714829 0505714872 0505714197 0505714192 0505714867 0505714874
07 (0-50) 08 (0-50) 09 (0-50) 1
6689653 6689653 6689653 6689653 6689653 6689653
01 02 03 04 05 06
01A 02a 03a 04a 05b 06a
0 0 0 0 25 0
50 30 50 50 75 50
0506023472 0505715802 0506024410 0506023449 0506024044 0505714791
04 (0-50) 03 (0-50) 02 (0-30) 0
6689654 6689654 6689654 6689654 6689654 6689654
01 02 02 03 04 05
01D 02d 02e 03d 04c 05e
170 110 160 150 110 160
220 160 200 200 160 210
0506023489 0506025315 0505714193 0506024388 0506023468 0506025085
04 (110-160) 03 (150-200) 02 (
Omschrijving
Van
Tot
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2012029802 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2012029802
. Pagina 1/1
Analyse Cryogeen malen AS3000 Droge Stof Organische stof/Gloeirest Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Molybdeen (Mo) Nikkel( Ni) Lood (Pb) Zink (Zn) Minerale Olie (GC) Chromatogram MO (GC) Polychloorbifenylen (PCB) PAK som AS3000/AP04 PAK (VROM)
Methode W0106 W0104 W0109 W0173 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0202 W0202 W0271 W0271 W0271
Techniek Voorbehandeling Gravimetrie Gravimetrie Sedimentatie ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS GC-FID GC-FID GC-MS GC-MS GC-MS
Referentiemethode Cf. AS3000 Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465 Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754 Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978 Eigen methode Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980 Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287 Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Chromatogram TPH/Mineral Oil
Sample id.: 6689653 Certificate no.: 2012029802 Sample description.: 04 (0-50) 03 (0-50) 02 (0-30) 06 (0-50) 01 (0-50) dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
1000.00
500.00
0.00 0.00
0.50
1.00
21 C 1.50
61 C 2.00
2.50
12 C 3.00
03 C 3.50
4.00
4.50
dr aa dn at s_ en re tn I_ 04 C
53 C 5.00
5.50
6.00
6.50
7.00
7.50
8.00
6.00
6.50
7.00
7.50
8.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
200.00 180.00 160.00 140.00 120.00 100.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 04 C
80.00 60.00 40.00
21 C
20.00 0.00 0.00
0.50
1.00
1.50
61 C 2.00
2.50
12 C 3.00
03 C 3.50
4.00
4.50
53 C 5.00
5.50
Chromatogram TPH/Mineral Oil
Sample id.: 6689654 Certificate no.: 2012029802 Sample description.: 04 (110-160) 03 (150-200) 02 ( 110-160) 02 (160-200 dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
1000.00
500.00
0.00 0.00
0.50
1.00
21 C 1.50
61 C 2.00
2.50
12 C 3.00
03 C 3.50
4.00
4.50
dr aa dn at s_ en re tn I_ 04 C
53 C 5.00
5.50
6.00
6.50
7.00
7.50
8.00
6.00
6.50
7.00
7.50
8.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
200.00 180.00 160.00 140.00 120.00 100.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 04 C
80.00 60.00 40.00
21 C
20.00 0.00 0.00
0.50
1.00
1.50
61 C 2.00
2.50
12 C 3.00
03 C 3.50
4.00
4.50
53 C 5.00
5.50
Bodembelang T.a.v. Robin Pronk Zandloper 17 1731LM WINKEL
Analysecertificaat Datum: 23-02-2012
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2012029809 051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Aanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 ABN AMRO 54 85 74 456 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. E-mail
[email protected] NL 8043.14.883.B01 Site www.eurofins.nl KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Robin Pronk Grond; Grond (AS3000)
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
Eenheid
Analyse
1
2
3
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd
78.1
76.1
S
Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000
S
Bodemkundige analyses Droge stof
S
Organische stof
% (m/m) ds
Q
Gloeirest
% (m/m) ds
97.2
96.9
93.3
S
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen mg/kg ds
<0.050
<0.050
<0.050
S
Tolueen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
<0.050
S
Ethylbenzeen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
<0.050
S
o-Xyleen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
<0.050
S
m,p-Xyleen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
<0.050
S
Xylenen (som) (factor 0,7)
mg/kg ds
0.070 2)
0.070
BTEX (som)
mg/kg ds
<0.25
<0.25
<0.25
Naftaleen
mg/kg ds
<0.010
<0.010
<0.010
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
mg/kg ds
<3.0
<3.0
17
Minerale olie (C12-C16)
mg/kg ds
6.5
11
130
Minerale olie (C16-C21)
mg/kg ds
<6.0
9.3
360
Minerale olie (C21-C30)
mg/kg ds
22
<12
410
Minerale olie (C30-C35)
mg/kg ds
9.6
<6.0
130
Minerale olie (C35-C40)
mg/kg ds
<6.0
<6.0
50
Minerale olie totaal (C10-C40)
mg/kg ds
46
<38
1100
S
S
% (m/m)
Chromatogram olie (GC)
Nr. 1 2 3
2.4 1)
2.7
2012029809 22-02-2012 23-02-2012/14:52 A,B,C 1/1
73.5 6.3 1)
1)
2)
Zie bijl.
0.070 2)
Zie bijl.
Monsteromschrijving 02 (30-50) 03 (90-140) 05 (90-110)
Analytico-nr. 6689671 6689672 6689673
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
VA
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Akkoord Pr.coörd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2012029809 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
Van
Tot
Barcode
Monsteromschrijving
6689671
02
02b
30
50
0901024411
02 (30-50)
6689672
03
03c
90
140
0505716129
03 (90-140)
6689673
05
05c
90
110
0901024412
05 (90-110)
Omschrijving
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2012029809 Pagina 1/1 Opmerking 1) Het organische stof gehalte is gecorrigeerd voor het lutumgehalte van 5.4 % m/m (SIKB 3010 par. 2.2.7). Opmerking 2) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2012029809
. Pagina 1/1
Analyse Cryogeen malen AS3000 Droge Stof Organische stof/Gloeirest Xylenen som AS3000 Aromaten (BTEXN) Minerale Olie (GC) Chromatogram MO (GC)
Methode W0106 W0104 W0109 W0254 W0254 W0202 W0202
Techniek Voorbehandeling Gravimetrie Gravimetrie HS-GC-MS HS-GC-MS GC-FID GC-FID
Referentiemethode Cf. AS3000 Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465 Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754 Cf. pb 3030-3 en cf. NEN 6981 Cf. pb 3030-3 en cf. NEN 6981 Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978 Eigen methode
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Chromatogram TPH/Mineral Oil Sample id.: 6689671 Certificate no.: 2012029809 Sample description.: 02 (30-50) dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
1000.00
500.00
0.00 0.00
0.50
1.00
21 C 1.50
61 C 2.00
2.50
12 C 3.00
03 C 3.50
4.00
4.50
dr aa dn at s_ en re tn I_ 04 C
53 C 5.00
5.50
6.00
6.50
7.00
7.50
8.00
6.00
6.50
7.00
7.50
8.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
200.00 180.00 160.00 140.00 120.00 100.00
rda ad na ts _e nr et nI _0 4 C
80.00 60.00 40.00 20.00
21 C
0.00 0.00
0.50
1.00
1.50
61 C 2.00
2.50
12 C 3.00
53 C
03 C 3.50
4.00
4.50
5.00
5.50
Chromatogram TPH/Mineral Oil Sample id.: 6689673 Certificate no.: 2012029809 Sample description.: 05 (90-110) dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
1000.00
500.00
0.00 0.00
0.50
1.00
61 C
21 C 1.50
2.00
2.50
12 C 3.00
53 C
03 C 3.50
4.00
4.50
dr aa dn at s_ en re tn I_ 04 C
5.00
5.50
6.00
6.50
7.00
7.50
8.00
6.00
6.50
7.00
7.50
8.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
200.00 180.00 160.00 140.00 120.00 100.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 04 C
80.00 60.00 40.00
0.00 0.00
61 C
21 C
20.00
0.50
1.00
1.50
2.00
2.50
12 C 3.00
53 C
03 C 3.50
4.00
4.50
5.00
5.50
Bodembelang T.a.v. Robin Pronk Zandloper 17 1731LM WINKEL
Analysecertificaat Datum: 23-02-2012
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2012029816 051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Aanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 ABN AMRO 54 85 74 456 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. E-mail
[email protected] NL 8043.14.883.B01 Site www.eurofins.nl KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt Water; Water (AS3000) Eenheid
Analyse
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
1
S
Metalen Barium (Ba)
µg/L
320
S
Cadmium (Cd)
µg/L
<0.80
S
Kobalt (Co)
µg/L
<5.0
S
Koper (Cu)
µg/L
<15
S
Kwik (Hg)
µg/L
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
µg/L
<3.6
S
Nikkel (Ni)
µg/L
<15
S
Lood (Pb)
µg/L
<15
S
Zink (Zn)
µg/L
<60
S
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen
µg/L
<0.20
S
Tolueen
µg/L
0.51
S
Ethylbenzeen
µg/L
<0.30
S
o-Xyleen
µg/L
0.20
S
m,p-Xyleen
µg/L
0.42
S
Xylenen (som) factor 0,7
µg/L
0.62
BTEX (som)
µg/L
1.1
S
Naftaleen
µg/L
<0.050
S
Styreen
µg/L
<0.30
S
Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/L
<0.20
S
Trichloormethaan
µg/L
<0.60
S
Tetrachloormethaan
µg/L
<0.10
S
Trichlooretheen
µg/L
<0.60
S
Tetrachlooretheen
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
S
1,2-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
S
1,1,1-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
1,1,2-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
cis 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
S
trans 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
CKW (som)
µg/L
<3.2
1,1-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
S
2012029816 22-02-2012 23-02-2012/13:52 A,B,C 1/2
Nr. Monsteromschrijving 1 01 (-)
Analytico-nr. 6689710
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt Water; Water (AS3000) Eenheid
Analyse
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
1
S
1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7
µg/L
S
Vinylchloride
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
S
1,2-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
S
1,3-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
S
Dichloorpropanen som factor 0.7
µg/L
0.52
S
Tribroommethaan
µg/L
<2.0
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
µg/L
10.0
Minerale olie (C12-C16)
µg/L
<15
Minerale olie (C16-C21)
µg/L
<16
Minerale olie (C21-C30)
µg/L
<31
Minerale olie (C30-C35)
µg/L
<15
Minerale olie (C35-C40)
µg/L
<15
Minerale olie totaal (C10-C40)
µg/L
<100
S
2012029816 22-02-2012 23-02-2012/13:52 A,B,C 2/2
0.14 1)
Nr. Monsteromschrijving 1 01 (-)
Analytico-nr. 6689710
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
VA
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Akkoord Pr.coörd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2012029816 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr 6689710 6689710 6689710
01 01 01
Omschrijving 01a 01b 01c
Van
Tot
0 0 0
0 0 0
Barcode
Monsteromschrijving
0691117370 0691117364 0700549898
01 (-)
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2012029816 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2012029816
. Pagina 1/1
Analyse ICP-MS Barium ICP-MS Cadmium ICP-MS Kobalt (Co) ICP-MS Koper ICP-MS Kwik ICP-MS Molybdeen (Mo) ICP-MS Nikkel ICP-MS Lood ICP-MS Zink Xylenen som AS3000 Aromaten (BTEXN) Styreen VOCL (11) CKW : 1,1-Dichlooretheen DiClEtheen som AS3000 CKW : Vinylchloride 1,1-dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan DiChlprop. som AS300 tribroommethaan Minerale Olie (GC)
H
Methode W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0215
Techniek ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS LVI-GC-FID
Referentiemethode Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-2 en gw. Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3110-5
NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO
17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2
NEN EN ISO 15680
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bodembelang T.a.v. Robin Pronk Zandloper 17 1731LM WINKEL
Analysecertificaat Datum: 23-02-2012
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2012029815 051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Aanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 ABN AMRO 54 85 74 456 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. E-mail
[email protected] NL 8043.14.883.B01 Site www.eurofins.nl KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt Water; Water (AS3000)
Analyse
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
Eenheid
1
2
S
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen
µg/L
<0.20
<0.20
S
Tolueen
µg/L
<0.30
<0.30
S
Ethylbenzeen
µg/L
<0.30
<0.30
S
o-Xyleen
µg/L
0.53
<0.10
S
m,p-Xyleen
µg/L
0.80
<0.20
S
Xylenen (som) factor 0,7
µg/L
1.3
0.21
BTEX (som)
µg/L
1.3
<1.1
S
Naftaleen
µg/L
<0.050
<0.050
S
Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/L
<0.20
<0.20
S
Trichloormethaan
µg/L
<0.60
<0.60
S
Tetrachloormethaan
µg/L
<0.10
<0.10
S
Trichlooretheen
µg/L
<0.60
<0.60
S
Tetrachlooretheen
µg/L
<0.10
<0.10
S
1,1-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
<0.60
S
1,2-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
<0.60
S
1,1,1-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
<0.10
S
1,1,2-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
<0.10
S
cis 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
<0.10
S
trans 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
<0.10
CKW (som)
µg/L
<3.2
<3.2
S
1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7
µg/L
0.14 1)
0.14
Q
Minerale olie vluchtig Olie Vluchtig C6 - C8
µg/L
<30
<30
Q
Olie Vluchtig >C8 - C10
µg/L
<30
<30
Q
Olie Vluchtig (SOM C6 - C10)
µg/L
<60
<60
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
µg/L
91
<8.0
Minerale olie (C12-C16)
µg/L
<15
<15
Minerale olie (C16-C21)
µg/L
<16
<16
Minerale olie (C21-C30)
µg/L
<31
<31
Minerale olie (C30-C35)
µg/L
<15
<15
Minerale olie (C35-C40)
µg/L
<15
<15
2012029815 22-02-2012 23-02-2012/15:39 A,B,C 1/2
1)
1)
Nr. Monsteromschrijving 1 02 (150-250) 2 PB01 (-)
Analytico-nr. 6689707 6689708
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt Water; Water (AS3000) Eenheid
Analyse S
Minerale olie totaal (C10-C40)
µg/L
Chromatogram
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
1
2
120
<100
2012029815 22-02-2012 23-02-2012/15:39 A,B,C 2/2
Zie bijl.
Nr. Monsteromschrijving 1 02 (150-250) 2 PB01 (-)
Analytico-nr. 6689707 6689708
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
VA
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Akkoord Pr.coörd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2012029815 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
Barcode
Monsteromschrijving
6689707 6689707
02 02
02a 02b
150 150
250 250
0691117369 0691117368
02 (150-250)
6689708 6689708
PB01 PB01
PB01a PB01b
0 0
0 0
0691117366 0691117365
PB01 (-)
Omschrijving
Van
Tot
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2012029815 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2012029815
. Pagina 1/1
Analyse Xylenen som AS3000 Aromaten (BTEXN) VOCL (11) DiClEtheen som AS3000 Olie Vluchtig Minerale Olie (GC) Chromatogram olie (GC)
Methode W0254 W0254 W0254 W0254 W0216 W0215 W0215
Techniek HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-FID LVI-GC-FID LVI-GC-FID
Referentiemethode Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Eigen methode Cf. pb 3110-5 Eigen methode
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Chromatogram TPH/Mineral Oil
Sample id.: 6689707 Certificate no.: 2012029815 Sample description.: 02 (150-250)
Processing Method MO_20L_FullRange
dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
200.00 150.00 100.00 50.00 0.00 0.00
1.00
2.00
3.00
4.00
5.00
21 C 6.00
61 C 7.00
12 C 8.00
03 C 9.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 04 C
53 C
10.00
11.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 01 C
20.00 18.00 16.00 14.00 12.00
12.00
13.00
12.00
13.00
dr aa dn at s_ en re tn I_ 04 C
10.00
21 C
8.00 6.00 4.00
61 C
2.00
12 C
0.00 0.00
1.00
2.00
3.00
4.00
5.00
6.00
7.00
8.00
03 C 9.00
10.00
53 C 11.00
Bijlage 3 Toetsing Eurofins certificaten
Toetsing: S en I 2009 Certificaatnummer Monsteromschrijving Monstersoort Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Parameter Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof Organische stof Gloeirest Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Metalen Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Lood (Pb) Zink (Zn) Minerale olie Minerale olie (C10-C12) Minerale olie (C12-C16) Minerale olie (C16-C21) Minerale olie (C21-C30) Minerale olie (C30-C35) Minerale olie (C35-C40) Minerale olie totaal (C10-C40)
2012029802 07 (0-50) 08 (0-50) 09 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50)12 (0-50) Grond, AS3000 051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt MM1 Eenheid bovengrond +/RG AW T Uitgevoerd % (m/m) % (m/m) ds % (m/m) ds % (m/m) ds
79,0 3,9 95,9 2,6
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
72 0,22 <4,3 13 0,079 <1,5 12 50 53
+ -
0,35 4,3 19 0,10 1,5 12 32 59
0,38 4,5 21 0,11 1,5 13 33 64
4,3 31 60 13 96 24 190 200
8,3 58 100 26 190 36 350 330
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
3,1 <5,0 <6,0 <12 <6,0 <6,0 <38
-
38
74
1000
2000
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
-
0,0098
0,0078
0,20
0,39
<0,050 0,082 <0,050 0,22 0,13 0,17 0,070 0,11 0,089 0,11 1,1
-
1,1
1,5
21
40
Polychloorbifenylen, PCB PCB 28 mg/kg ds PCB 52 mg/kg ds PCB 101 mg/kg ds PCB 118 mg/kg ds PCB 138 mg/kg ds PCB 153 mg/kg ds PCB 180 mg/kg ds PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds Fenanthreen mg/kg ds Anthraceen mg/kg ds Fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)anthraceen mg/kg ds Chryseen mg/kg ds Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)pyreen mg/kg ds Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds Legenda + ++ +++ RG
I
< streefwaarde/aw2000 of RG > AchtergrondWaarde (AW) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst Rapportagegrens
Normwaarden zijn gecorrigeerd met de volgende gegevens: Lutum: 2.60% van droge stof en organische stof:3.90% van droge stof. Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.
Toetsing: S en I 2009 Certificaatnummer Monsteromschrijving Monstersoort Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
2012029802 04 (0-50) 03 (0-50) 02 (0-30) 06 (0-50) 01 (0-50)05 (25-75) Grond, AS3000 051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt MM2 Eenheid bovengrond +/RG AW T
Parameter Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) Organische stof % (m/m) ds Gloeirest % (m/m) ds Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds Metalen Barium (Ba) mg/kg ds Cadmium (Cd) mg/kg ds Kobalt (Co) mg/kg ds Koper (Cu) mg/kg ds Kwik (Hg) mg/kg ds Molybdeen (Mo) mg/kg ds Nikkel (Ni) mg/kg ds Lood (Pb) mg/kg ds Zink (Zn) mg/kg ds Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds Chromatogram olie (GC) Polychloorbifenylen, PCB PCB 28 mg/kg ds PCB 52 mg/kg ds PCB 101 mg/kg ds PCB 118 mg/kg ds PCB 138 mg/kg ds PCB 153 mg/kg ds PCB 180 mg/kg ds PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds Fenanthreen mg/kg ds Anthraceen mg/kg ds Fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)anthraceen mg/kg ds Chryseen mg/kg ds Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)pyreen mg/kg ds Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds Legenda + ++ +++ RG
I
Uitgevoerd 76,5 5,2 94,2 8,1 65 0,25 <4,3 12 0,083 <1,5 7,9 70 69
+ -
0,35 4,3 19 0,10 1,5 12 32 59
0,43 7,1 26 0,12 1,5 18 37 82
4,9 49 73 14 96 35 220 250
9,4 90 120 28 190 52 390 420
+
38
99
1300
2600
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
-
0,0098
0,010
0,27
0,52
<0,050 0,13 <0,050 0,30 0,15 0,19 0,094 0,14 0,15 0,17 1,4
-
1,1
1,5
21
40
4,7 6,7 37 340 150 50 580 Zie bijl,
< streefwaarde/aw2000 of RG > AchtergrondWaarde (AW) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst Rapportagegrens
Normwaarden zijn gecorrigeerd met de volgende gegevens: Lutum: 8.10% van droge stof en organische stof:5.20% van droge stof. Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.
Toetsing: S en I 2009 Certificaatnummer Monsteromschrijving Monstersoort Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
2012029802 04 (110-160) 03 (150-200) 02 (110-160) 02 (160-200) 01 (170-220) 05 (160-210) Grond, AS3000 051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt MM3 Eenheid ondergrond +/RG AW T I
Parameter Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) Organische stof % (m/m) ds Gloeirest % (m/m) ds Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds Metalen Barium (Ba) mg/kg ds Cadmium (Cd) mg/kg ds Kobalt (Co) mg/kg ds Koper (Cu) mg/kg ds Kwik (Hg) mg/kg ds Molybdeen (Mo) mg/kg ds Nikkel (Ni) mg/kg ds Lood (Pb) mg/kg ds Zink (Zn) mg/kg ds Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds Chromatogram olie (GC) Polychloorbifenylen, PCB PCB 28 mg/kg ds PCB 52 mg/kg ds PCB 101 mg/kg ds PCB 118 mg/kg ds PCB 138 mg/kg ds PCB 153 mg/kg ds PCB 180 mg/kg ds PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds Fenanthreen mg/kg ds Anthraceen mg/kg ds Fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)anthraceen mg/kg ds Chryseen mg/kg ds Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds Benzo(a)pyreen mg/kg ds Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds Legenda + ++ +++ RG
Uitgevoerd 73,0 1,8 97,3 13,5 65 <0,17 4,5 <5,0 <0,050 <1,5 14 <13 39
-
0,35 4,3 19 0,10 1,5 12 32 59
0,41 9,6 27 0,12 1,5 24 39 94
4,6 66 78 15 96 45 220 290
8,9 120 130 30 190 67 410 480
+
38
38
520
1000
<0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 <0,0010 0,0049
-
0,0098
0,0040
0,10
0,20
<0,050 0,10 <0,050 0,19 0,077 0,095 <0,050 0,075 0,072 0,080 0,80
-
1,1
1,5
21
40
5,9 13 27 47 18 <6,0 120 Zie bijl,
< streefwaarde/aw2000 of RG > AchtergrondWaarde (AW) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst Rapportagegrens
Normwaarden zijn gecorrigeerd met de volgende gegevens: Lutum: 13.5% van droge stof en organische stof:1.80% van droge stof. Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.
Toetsing: S en I 2009 Certificaatnummer 2012029809 Monsteromschrijving 02 (30-50) Monstersoort Grond, AS3000 Uw projectnummer 051001884 Uw projectnaam Terdiek 11 Uw ordernummer 051001884 Datum monstername 22-02-2012 Monsternemer Robin Pronk Parameter Eenheid 02 (30-50) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 78,1 Organische stof % (m/m) ds 2,4 Gloeirest % (m/m) ds 97,2 Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen mg/kg ds <0,050 Tolueen mg/kg ds <0,050 Ethylbenzeen mg/kg ds <0,050 o-Xyleen mg/kg ds <0,050 m,p-Xyleen mg/kg ds <0,050 Xylenen (som) (factor 0,7) mg/kg ds 0,070 BTEX (som) mg/kg ds <0,25 Naftaleen mg/kg ds <0,010 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds 6,5 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <6,0 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds 22 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds 9,6 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds 46 Chromatogram olie (GC) Zie bijl, Legenda + ++ +++ RG
< streefwaarde/aw2000 of RG > AchtergrondWaarde (AW) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst Rapportagegrens
Normwaarden zijn gecorrigeerd met de volgende gegevens: Lutum: 25% van droge stof en organische stof:2.40% van droge stof. Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.
+/-
RG
AW
T
I
-
0,050 0,050 0,050
0,048 0,048 0,048
0,16 3,9 13
0,26 7,7 26
-
0,10
0,11
2,1
4,1
-
38
46
620
1200
Toetsing: S en I 2009 Certificaatnummer 2012029809 Monsteromschrijving 03 (90-140) Monstersoort Grond, AS3000 Uw projectnummer 051001884 Uw projectnaam Terdiek 11 Uw ordernummer 051001884 Datum monstername 22-02-2012 Monsternemer Robin Pronk Parameter Eenheid 03 (90-140) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 76,1 Organische stof % (m/m) ds 2,7 Gloeirest % (m/m) ds 96,9 Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen mg/kg ds <0,050 Tolueen mg/kg ds <0,050 Ethylbenzeen mg/kg ds <0,050 o-Xyleen mg/kg ds <0,050 m,p-Xyleen mg/kg ds <0,050 Xylenen (som) (factor 0,7) mg/kg ds 0,070 BTEX (som) mg/kg ds <0,25 Naftaleen mg/kg ds <0,010 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds 11 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds 9,3 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <12 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds <6,0 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <38
Legenda + ++ +++ RG
< streefwaarde/aw2000 of RG > AchtergrondWaarde (AW) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst Rapportagegrens
Normwaarden zijn gecorrigeerd met de volgende gegevens: Lutum: 25% van droge stof en organische stof:2.70% van droge stof. Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.
+/-
RG
AW
T
I
-
0,050 0,050 0,050
0,054 0,054 0,054
0,18 4,3 15
0,30 8,6 30
-
0,10
0,12
2,4
4,6
-
38
51
700
1400
Toetsing: S en I 2009 Certificaatnummer 2012029809 Monsteromschrijving 05 (90-110) Monstersoort Grond, AS3000 Uw projectnummer 051001884 Uw projectnaam Terdiek 11 Uw ordernummer 051001884 Datum monstername 22-02-2012 Monsternemer Robin Pronk Parameter Eenheid 05 (90-110) Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 73,5 Organische stof % (m/m) ds 6,3 Gloeirest % (m/m) ds 93,3 Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen mg/kg ds <0,050 Tolueen mg/kg ds <0,050 Ethylbenzeen mg/kg ds <0,050 o-Xyleen mg/kg ds <0,050 m,p-Xyleen mg/kg ds <0,050 Xylenen (som) (factor 0,7) mg/kg ds 0,070 BTEX (som) mg/kg ds <0,25 Naftaleen mg/kg ds <0,010 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds 17 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds 130 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds 360 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds 410 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds 130 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds 50 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds 1100 Chromatogram olie (GC) Zie bijl, Legenda + ++ +++ RG
< streefwaarde/aw2000 of RG > AchtergrondWaarde (AW) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst Rapportagegrens
Normwaarden zijn gecorrigeerd met de volgende gegevens: Lutum: % van droge stof en organische stof:6.30% van droge stof. Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.
+/-
RG
AW
T
I
-
0,050 0,050 0,050
0,13 0,13 0,13
0,41 10 35
0,69 20 69
-
0,10
0,28
5,5
11
+
38
120
1600
3200
Toetsing: S en I 2009 Certificaatnummer 2012029816 Monsteromschrijving 01 (-) Monstersoort Water, AS3000 Uw projectnummer 051001884 Uw projectnaam Terdiek 11 Uw ordernummer 051001884 Datum monstername 22-02-2012 Monsternemer Jeffrey van Trigt Parameter Eenheid 01 (-) Metalen Barium (Ba) µg/L 320 Cadmium (Cd) µg/L <0,80 Kobalt (Co) µg/L <5,0 Koper (Cu) µg/L <15 Kwik (Hg) µg/L <0,050 Molybdeen (Mo) µg/L <3,6 Nikkel (Ni) µg/L <15 Lood (Pb) µg/L <15 Zink (Zn) µg/L <60 Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen µg/L <0,20 Tolueen µg/L 0,51 Ethylbenzeen µg/L <0,30 o-Xyleen µg/L 0,20 m,p-Xyleen µg/L 0,42 Xylenen (som) factor 0,7 µg/L 0,62 BTEX (som) µg/L 1,1 Naftaleen µg/L <0,050 Styreen µg/L <0,30 Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/L <0,20 Trichloormethaan µg/L <0,60 Tetrachloormethaan µg/L <0,10 Trichlooretheen µg/L <0,60 Tetrachlooretheen µg/L <0,10 1,1-Dichloorethaan µg/L <0,60 1,2-Dichloorethaan µg/L <0,60 1,1,1-Trichloorethaan µg/L <0,10 1,1,2-Trichloorethaan µg/L <0,10 cis 1,2-Dichlooretheen µg/L <0,10 trans 1,2-Dichlooretheen µg/L <0,10 CKW (som) µg/L <3,2 1,1-Dichlooretheen µg/L <0,10 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 µg/L 0,14 Vinylchloride µg/L <0,10 1,1-Dichloorpropaan µg/L <0,25 1,2-Dichloorpropaan µg/L <0,25 1,3-Dichloorpropaan µg/L <0,25 Dichloorpropanen som factor 0.7 µg/L 0,52 Tribroommethaan µg/L <2,0 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/L 10,0 Minerale olie (C12-C16) µg/L <15 Minerale olie (C16-C21) µg/L <16 Minerale olie (C21-C30) µg/L <31 Minerale olie (C30-C35) µg/L <15 Minerale olie (C35-C40) µg/L <15 Minerale olie totaal (C10-C40) µg/L <100 Legenda + ++ +++ RG
< streefwaarde/aw2000 of RG > Streefwaarde (S) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst Rapportagegrens
Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.
+/-
RG
S
T
I
+ -
50 0,80 20 15 0,050 5 15 15 65
50 0,40 20 15 0,050 5 15 15 65
340 3,2 60 45 0,17 150 45 45 430
630 6 100 75 0,30 300 75 75 800
-
0,20 7 4
0,20 7 4
15 500 77
30 1000 150
+
0,30
0,20
35
70
-
0,050 6
0,010 6
35 150
70 300
-
0,20 6 0,10 24 0,10 7 7 0,10 0,10
0,010 6 0,010 24 0,010 7 7 0,010 0,010
500 200 5,0 260 20 450 200 150 65
1000 400 10 500 40 900 400 300 130
-
0,10 0,10 0,20
0,010 0,010 0,010
5,0 10 2,5
10 20 5
-
0,75
0,80
40
80 630
-
100
50
330
600
Toetsing: S en I 2009 Certificaatnummer Monsteromschrijving Monstersoort Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
2012029815 02 (150-250) Water, AS3000 051001884 Terdiek 11 051001884 22-02-2012 Jeffrey van Trigt 02 Parameter Eenheid (150-250) Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen µg/L <0,20 Tolueen µg/L <0,30 Ethylbenzeen µg/L <0,30 o-Xyleen µg/L 0,53 m,p-Xyleen µg/L 0,80 Xylenen (som) factor 0,7 µg/L 1,3 BTEX (som) µg/L 1,3 Naftaleen µg/L <0,050 Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/L <0,20 Trichloormethaan µg/L <0,60 Tetrachloormethaan µg/L <0,10 Trichlooretheen µg/L <0,60 Tetrachlooretheen µg/L <0,10 1,1-Dichloorethaan µg/L <0,60 1,2-Dichloorethaan µg/L <0,60 1,1,1-Trichloorethaan µg/L <0,10 1,1,2-Trichloorethaan µg/L <0,10 cis 1,2-Dichlooretheen µg/L <0,10 trans 1,2-Dichlooretheen µg/L <0,10 CKW (som) µg/L <3,2 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 µg/L 0,14 Minerale olie vluchtig Olie Vluchtig C6 - C8 µg/L <30 Olie Vluchtig >C8 - C10 µg/L <30 Olie Vluchtig (SOM C6 - C10) µg/L <60 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/L 91 Minerale olie (C12-C16) µg/L <15 Minerale olie (C16-C21) µg/L <16 Minerale olie (C21-C30) µg/L <31 Minerale olie (C30-C35) µg/L <15 Minerale olie (C35-C40) µg/L <15 Minerale olie totaal (C10-C40) µg/L 120 Chromatogram Zie bijl, Legenda + ++ +++ RG
< streefwaarde/aw2000 of RG > Streefwaarde (S) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst Rapportagegrens
Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.
+/-
RG
S
T
I
-
0,20 7 4
0,20 7 4
15 500 77
30 1000 150
+
0,30
0,20
35
70
-
0,050
0,010
35
70
-
0,20 6 0,10 24 0,10 7 7 0,10 0,10
0,010 6 0,010 24 0,010 7 7 0,010 0,010
500 200 5,0 260 20 450 200 150 65
1000 400 10 500 40 900 400 300 130
-
0,10
0,010
10
20
+
100
50
330
600
Toetsing: S en I 2009 Certificaatnummer 2012029815 Monsteromschrijving PB01 (-) Monstersoort Water, AS3000 Uw projectnummer 051001884 Uw projectnaam Terdiek 11 Uw ordernummer 051001884 Datum monstername 22-02-2012 Monsternemer Jeffrey van Trigt Parameter Eenheid PB01 (-) Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen µg/L <0,20 Tolueen µg/L <0,30 Ethylbenzeen µg/L <0,30 o-Xyleen µg/L <0,10 m,p-Xyleen µg/L <0,20 Xylenen (som) factor 0,7 µg/L 0,21 BTEX (som) µg/L <1,1 Naftaleen µg/L <0,050 Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/L <0,20 Trichloormethaan µg/L <0,60 Tetrachloormethaan µg/L <0,10 Trichlooretheen µg/L <0,60 Tetrachlooretheen µg/L <0,10 1,1-Dichloorethaan µg/L <0,60 1,2-Dichloorethaan µg/L <0,60 1,1,1-Trichloorethaan µg/L <0,10 1,1,2-Trichloorethaan µg/L <0,10 cis 1,2-Dichlooretheen µg/L <0,10 trans 1,2-Dichlooretheen µg/L <0,10 CKW (som) µg/L <3,2 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 µg/L 0,14 Minerale olie vluchtig Olie Vluchtig C6 - C8 µg/L <30 Olie Vluchtig >C8 - C10 µg/L <30 Olie Vluchtig (SOM C6 - C10) µg/L <60 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/L <8,0 Minerale olie (C12-C16) µg/L <15 Minerale olie (C16-C21) µg/L <16 Minerale olie (C21-C30) µg/L <31 Minerale olie (C30-C35) µg/L <15 Minerale olie (C35-C40) µg/L <15 Minerale olie totaal (C10-C40) µg/L <100
Legenda + ++ +++ RG
< streefwaarde/aw2000 of RG > Streefwaarde (S) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I) Niet getoetst Rapportagegrens
Deze toetsing is met de grootste zorg samengesteld, Eurofins Analytico B.V. is echter niet verantwoordelijk voor de uitkomst van deze toetsing.
+/-
RG
S
T
I
-
0,20 7 4
0,20 7 4
15 500 77
30 1000 150
-
0,30
0,20
35
70
-
0,050
0,010
35
70
-
0,20 6 0,10 24 0,10 7 7 0,10 0,10
0,010 6 0,010 24 0,010 7 7 0,010 0,010
500 200 5,0 260 20 450 200 150 65
1000 400 10 500 40 900 400 300 130
-
0,10
0,010
10
20
-
100
50
330
600
Bijlage 4 - Toetsingskader
Toetsingskader Als beoordelingskader van de analyseresultaten is gebruik gemaakt van de achtergrondwaarden (AW2000) uit de “Regeling bodemkwaliteit” (Nederlandse Staatscourant, nummer 247, 20 december 2007) en de herziene interventiewaarde voor grond en de streef- en interventiewaarden voor grondwater uit de “Circulaire bodemsanering 2009”(Nederlandse Staatscourant, nummer 67, 7 april 2009). De tussenwaarde voor grond is het gemiddelde van de achtergrondwaarde (AW2000) en de bovenstaande interventiewaarde. In deze bijlage treft u een overzicht aan van de belangrijkste terminologie en regelgeving in deze circulaires. In het onderstaande overzicht wordt een drietal toetsingswaarden genoemd, als toetsingskader voor de beoordeling van grond en water, te weten:
AW2000:
De achtergrondwaarde 2000 (AW2000) geeft het niveau aan van een duurzame bodemkwaliteit oftewel het niveau, tot waar risico´s voor mens, dier en plant verwaarloosbaar zijn. In het geval de detectielimiet van een analysemethode de streefwaarde overschrijdt is de detectielimiet door ons als toetsingswaarde gehanteerd.
Tussenwaarde:
De tussenwaarde is gelijk aan het gemiddelde van de streefwaarde en interventiewaarde. Als de tussenwaarde wordt overschreden is er in principe een noodzaak tot het verrichten van een nader onderzoek naar de mate en omvang van een aangetoonde verontreiniging. In sommige situaties, met name wanneer sprake is van mobiele verontreinigingen in het grondwater, kan dit echter ook zonder overschrijding van de tussenwaarde al het geval zijn.
De interventiewaarden geven aan wanneer de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier ernstig zijn verminderd of dreigen te worden Interventiewaarde: verminderd. De waarde geldt als criterium ter bepaling van het vaststellen of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
1/2
De genoemde toetsingswaarden zijn beschikbaar voor zowel grond als het grondwater. De toetsingswaarden voor de grond zijn van toepassing op zowel de landbodem als de waterbodem. De toetsingswaarden voor de grond zijn over het algemeen afhankelijk van het percentage lutum en organische stof. Om de mate van verontreiniging aan te geven, wordt gebruik gemaakt van de volgende terminologie. Niet verontreinigd: Van een niet verontreinigde oftewel schone bodem is sprake wanneer de concentraties van de geanalyseerde stoffen lager dan of gelijk zijn aan de achtergrondwaarde (AW2000). In bepaalde situaties kan, ondanks een of meerdere overschrijdingen van de achtergrondwaarde, toch worden gesproken van 'schone grond'. Geval van ernstige Bodemverontreiniging: Wanneer voor tenminste een stof de gemiddeld gemeten concentratie van minimaal 25 m3 bodemvolume in het geval van grond- of sedimentverontreiniging en/of 100 m3 porienverzadigd bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging de interventiewaarde overschrijdt, is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
2/2
Bijlage 5 - Boorstaten
Onafhankelijkheidsverklaring Bodem Belang bv en opdrachtgever Tussen Bodem Belang en de opdrachtgever is er geen sprake van een relatie, die de onafhankelijkheid en de integriteit van Bodem Belang zou beïnvloeden en/of de werkzaamheden zou kunnen belemmeren. Bodem Belang is geen eigenaar van de te keuren grond.
Dhr. D.J. Schermer (directeur) Veldwerker(s) en opdrachtgever Ik verklaar dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de uitgevoerde BRL en de daarbij behorende protocollen. Ik verklaar dat de veldwerkzaamheden onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de uitgevoerde BRL, waarbij gebruik is gemaakt van interne functiescheiding onder de voorwaarde die het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer hieraan stelt.
Jeffrey van Trigt (Geregistreerd veldwerker)
1/1
Onafhankelijkheidsverklaring Bodem Belang bv en opdrachtgever Tussen Bodem Belang en de opdrachtgever is er geen sprake van een relatie, die de onafhankelijkheid en de integriteit van Bodem Belang zou beïnvloeden en/of de werkzaamheden zou kunnen belemmeren. Bodem Belang is geen eigenaar van de te keuren grond.
Dhr. D.J. Schermer (directeur) Veldwerker(s) en opdrachtgever Ik verklaar dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de uitgevoerde BRL en de daarbij behorende protocollen. Ik verklaar dat de veldwerkzaamheden onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de uitgevoerde BRL, waarbij gebruik is gemaakt van interne functiescheiding onder de voorwaarde die het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer hieraan stelt.
Jente Bootsman (Geregistreerd veldwerker)
1/1
Onafhankelijkheidsverklaring Bodem Belang bv en opdrachtgever Tussen Bodem Belang en de opdrachtgever is er geen sprake van een relatie, die de onafhankelijkheid en de integriteit van Bodem Belang zou beïnvloeden en/of de werkzaamheden zou kunnen belemmeren. Bodem Belang is geen eigenaar van de te keuren grond.
Dhr. D.J. Schermer (directeur) Veldwerker(s) en opdrachtgever Ik verklaar dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de uitgevoerde BRL en de daarbij behorende protocollen. Ik verklaar dat de veldwerkzaamheden onafhankelijk van de opdrachtgever is uitgevoerd conform de eisen van de uitgevoerde BRL, waarbij gebruik is gemaakt van interne functiescheiding onder de voorwaarde die het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer hieraan stelt.
Robin Pronk (Geregistreerd veldwerker)
1/1
Projectnr: 051001884 Projectnaam: Terdiek 11 Locatie: Nieuwe Niedorp X: 121,658 Y: 526,345
X: 121,651 Y: 526,405
GWS: Opmerking:
GWS: 85 Opmerking:
Boring: 01
Boring: 02
0
0
01A
0
0
Klei, matig zandig, sterk humeus, sterk wortelhoudend, geen olie-water reactie, donkerbruin
02a -30
02b 50
Klei, matig zandig, sterk humeus, zwak wortelhoudend, geen olie-water reactie, donker grijsbruin Klei, matig zandig, geen olie-water reactie, zwakke brandstofgeur, licht blauwgrijs
50 -70
01B
Zand, matig fijn, matig siltig, geen olie-water reactie, lichtgrijs
02c 100
100 -110
Klei, sterk siltig, geen olie-water reactie, lichtgrijs 01C
02d
150
150 -170
Zand, uiterst fijn, sterk siltig, geen olie-water reactie, lichtgrijs 200
250
02e
01D
200
01E
-250
250 -270
X: 121,648 Y: 526,378
X: 121,646 Y: 526,385
GWS: 80 Opmerking:
GWS: 80 Opmerking:
Boring: 03
Boring: 04
0
0
-12
beton stelcon Klei, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, geen olie-water reactie, donkerbruin
03a
50
0
0
Klei, matig zandig, sterk humeus, matig wortelhoudend, geen olie-water reactie, donkerbruin
04a
-50
50
Klei, zwak zandig, geen olie-water reactie, donkerbruin
03b -80
Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, geen olie-water reactie, licht beigebruin
100
04b 100 -110
03c
Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, geen olie-water reactie, lichtgrijs
04c 150
150
03d
200
04d -200
200
-200
getekend volgens NEN 5104
Datum: 22-2-2012
Projectnr: 051001884 Projectnaam: Terdiek 11 Locatie: Nieuwe Niedorp X: 121,661 Y: 526,365
X: 121,654 Y: 526,349
GWS: 90 Opmerking:
GWS: Opmerking:
Boring: 05
Boring: 06
0
0 05A
-25
Klei, matig zandig, matig humeus, donkerbruin 06a
Klei, matig siltig, geen olie-water reactie, donker grijsbruin 50
0
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, lichtbruin
05b
-50
50
-80
100
Klei, matig zandig, geen olie-water reactie, zwakke onbekende-geur, donker grijsbruin
05c
05d 150 -160
Zand, matig fijn, matig siltig, geen olie-water reactie, donkergrijs 05e 200 -210
X: 121,661 Y: 526,341
X: 121,672 Y: 526,349
GWS: Opmerking:
GWS: Opmerking:
Boring: 07
Boring: 08
0
0
Klei, matig zandig, matig humeus, donkerbruin 07a
50
0
0
Klei, sterk zandig, sterk humeus, donkerbruin 08a
-50
50
-50
getekend volgens NEN 5104
Datum: 22-2-2012
Projectnr: 051001884 Projectnaam: Terdiek 11 Locatie: Nieuwe Niedorp X: 121,682 Y: 526,358
X: 121,681 Y: 526,372
GWS: Opmerking:
GWS: Opmerking:
Boring: 09
Boring: 10
0
0
09a
-50
50
X: 121,671 Y: 526,384
X: 121,657 Y: 526,379
GWS: Opmerking:
GWS: Opmerking:
Boring: 11
Boring: 12
0
0
Klei, matig zandig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin
11a
50
Klei, matig zandig, matig humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin
10a
-50
50
0
0
Klei, matig zandig, zwak humeus, donkerbruin
-50
0
0
Klei, matig zandig, matig humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin
12a
50
-50
getekend volgens NEN 5104
Datum: 22-2-2012
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10 Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
overig bijzonder bestanddeel
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
peilbuis blinde buis
casing
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
bentoniet afdichting
filter
Historisch Bodembestand, Terdiek 11, Nieuwe Niedorp
Historisch Bodembestand, Terdiek 11, Nieuwe Niedorp
Adrescluster uit Historisch Bodembestand (HBB) Adresclustercode Adres Woonplaats Gemeente
C0412000320 Terdiek 11 1733JD Nieuwe Niedorp Niedorp
Adreslocaties bij deze cluster Adreslocatiecode A0412000126 Bron bij deze cluster Bedrijf-broncode Soort bron Bedrijfsnaam Adres Oud Adres Periode (van-tot) Opmerking
Adres Terdiek 11 Nieuwe Niedorp
B0412021012 Blauw en Zn. BV, S.J. Terdiek 11 onbekend-onbekend SBI-code : 713/ Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen/ Wm-plichtig bedrijf/
Historisch Bodembestand, Terdiek 11, Nieuwe Niedorp
Adrescluster uit Historisch Bodembestand (HBB) Activiteit/oordeel
opslag van alifatische koolwaterstoffen
Bedrijf-broncode Soort bron Bedrijfsnaam Adres Oud Adres Periode (van-tot) Opmerking
B0412000568
Activiteit/oordeel
opslag van alifatische koolwaterstoffen
Bedrijf-broncode Soort bron Bedrijfsnaam Adres Oud Adres Periode (van-tot) Opmerking
B0412020733
Activiteit/oordeel
Blauw en Zn., S.J. Terdiek 11 Terdiek 11, Nieuwe Niedorp 1994-onbekend
Loon- Verhuurbedrijf S.J. Blau TERDIEK 11 onbekend-onbekend PR3 Exitcode : DNO Doet niet mee, heeft onderzoek gedaan/ PR4 exitcode : / Jaar INVO :/ Jaar NO :/ Flankerend beleid : Afgehandeld (bedrijf kan de BSB-operatie verlaten) opslag van alifatische koolwaterstoffen
Het Historische Bodembestand (HBB) is in 2003-2007 opgesteld aan de hand van oude en recente archieven (Hinderwet, Wet Milieubeheer, Ondergrondse tanks e.d.). Voor elk gevonden adres is een adreslocatie aangemaakt. Hieraan zijn de mogelijk bodembedreigende activiteiten uit de dossiers gekoppeld. Indien bekend zijn het startjaar en eindjaar van de activiteit uit het dossier overgenomen. Het is mogelijk dat dezelfde activiteit op meerdere adressen voorkomt (het bedrijf bevond zich dan op beide adressen), of dat op een adres een activiteit meer keren voorkomt (er zijn dan meerdere dossiers over een bedrijf gevonden). HBB-adreslocaties zijn verdenkingen die nog niet zijn meegenomen in bodemonderzoeken. Zodra de locatie werkelijk wordt onderzocht, wordt deze aan een bodemlocatie gekoppeld. De activiteit is dan te vinden onder de bodemlocatie. Daar staat ook of deze voldoende onderzocht is. Een activiteit is ingeschat op mogelijke verontreiniging (status conform zogenaamde UBI-codering). - potentieel verontreinigd = wel enige verontreiniging verwacht, maar niet ernstig (klasse 1-4) - potentieel ernstig verontreinigd = mogelijk is ernstige verontreiniging aanwezig (klasse 5 en 6) - potentieel spoedeisende verontreiniging = mogelijk is ernstige verontreiniging aanwezig die met spoed moet worden aangepakt (klasse 7 en 8)
Historisch Bodembestand, Terdiek 11, Nieuwe Niedorp
Het is mogelijk dat dezelfde activiteit op meerdere adressen voorkomt (het bedrijf bevond zich dan op beide adressen), of dat op een adres een activiteit meer keren voorkomt (er zijn dan meerdere dossiers over een bedrijf gevonden). HBB-adreslocaties zijn verdenkingen die nog niet zijn meegenomen in bodemonderzoeken.Zodra de locatie werkelijk wordt onderzocht, wordt deze aan een bodemlocatie gekoppeld.De activiteit is dan te vinden onder de bodemlocatie. Daar staat ook of deze voldoende onderzocht is. KVNH Disclaimer Algemeen Op deze website stelt de Milieudienst Kop van Noord-Holland (KvNH) informatie ter beschikking. Iedere gebruiker, die toegang heeft tot de website www.milieudienstkvnh.nl en deze site gebruikt voor welke doeleinden dan ook - stemt in met het onderstaande: • De Milieudienst KvNH besteedt de grootst mogelijke aandacht en zorg aan de gegevens en informatie die zijn geplaatst op de website. Toch is het mogelijk, dat er in zowel de website, als de aan deze website gelieerde sites, onjuistheden en onvolkomenheden voorkomen. • De Milieudienst KvNH aanvaardt in geen enkel geval aansprakelijkheid voor schade als gevolg van deze onjuistheden of onvolkomenheden, noch voor problemen die worden veroorzaakt door het gebruiken of verspreiden van deze gegevens en informatie. • De Milieudienst KvNH aanvaardt evenmin aansprakelijkheid voor geleden verlies, gederfde winst of gederfde levensvreugde welke voortkomt uit het gebruik of verspreiden van de informatie, dan wel voortkomt uit technische gebreken. • Het downloaden van gegevens en informatie geschiedt geheel voor risico van de gebruiker. • De Milieudienst KvNH spant zich tot het uiterste in om de rechten op teksten, foto’s, illustraties, kaarten, overig grafisch materiaal, (handels-)namen, merken, logo’s en databanken te respecteren. • De auteursrechten, merkenrechten en/of enige andere intellectuele eigendomsrechten van het voor bescherming in aanmerking komende materiaal of recht berusten bij het bedrijf dat van dit materiaal of recht gebruik maakt. • De Milieudienst KvNH aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van onrechtmatig gebruik van dit materiaal of recht en verwijst degene, die meent een sterker recht te hebben, naar de persoon of de onderneming die van dat materiaal of recht gebruik maakt. • Verwijzingen of hyperlinks naar andere websites zijn slechts opgenomen ter informatie van de bezoekers van de website Aarhus.nl. De Milieudienst KvNH geeft geen garantie met betrekking tot de inhoud en betrouwbaarheid van deze sites, noch aanvaardt zij aansprakelijkheid voor schade welke direct dan wel indirect voortkomt uit het gebruik van de informatie op deze sites, op welke wijze dan ook. Overdracht Vanaf 31 december 2004 is de informatie over de implementatie van het Verdrag van Aarhus overgenomen door InfoMil. Voor inhoudelijke vragen over Aarhus kunt u terecht bij de helpdesk van InfoMil. De helpdesk is telefonisch bereikbaar op 070-373 55 75. De helpdesk is geopend op werkdagen, ’s ochtends van 9:00 tot 12:00 uur. De website over het Verdrag van Aarhus en de handreiking is te vinden onder: www.infomil.nl/aarhus
Historisch Bodembestand, Terdiek 11, Nieuwe Niedorp
Milieudienst Kop van Noord-Holland, Laan 19, Schagen Postbus 8, 1740 AA Schagen Tel: 0224 274 600. Fax: 0224 274 639 e-mail:
[email protected]
B i j l a g e T o e t s i n g
3 : e x t e r n e
v e i l i g h e i d
01 Inkomende post - 34033
X Me i l i q h e i d s re g i o Noord-Holland Noord Gemeente Hollands Kroon De heer J. Corporaal Postbus 8 1760 AA ANNA PAULOWNA Datum 5 augustus 2014 Onze referentie U2014/433/PME Uw referentie e-mail Uw bericht van 31 juli 2014 Telefoon E-mail Bijlagen Onderwerp 06 1942 9646
[email protected] 1 Advies externe veiligheid op ontwerp bestemmingsplan Terdiek 1 1, Nieuwe Niedorp Geachte heer Corporaal, Op 31 juli 2014 heeft de Afdeling Risicobeheersing van (verder VR NHN) van u per email, ter advies, het ontwerp Niedorp ontvangen. Bijgaand treft u ons advies. Veiligheidsregio Noord-Holland Noord bestemmingsplan Terdiek 1 1 in Nieuwe VR NHN heeft, conform adikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 13 van het Besluit terne veiligheid inrichtingen (Bevi) een wettelijke adviesrol bij ruimtelijke plannen waar externe ex iligheid een rol speelt. Zij toetst of is voldaan aan de verantwoording van het groepsrisico en ve brengt advies uit ten aanzien van de voorbereiding op grootschalige rampen/incidenten en de bestrijding daarvan. Onze conclusie is dat er geen sprake is van (toenemende) relevante risico's ten aanzien van externe veiligheid. In de bijlage hebben we deze aandachtspunten nader onderbouwd. et.v . - Iroe , . .'' .. ..' . .'. . . .. ' ? J .,# ...'' ( j . . . . '' ' . -: .: . .--. y- .,..j(. .''''' | ., ,. -.,. '' ... W .. '' . 1.,' ' ...t ' * . k . . .... . .. ) ..- . . ter Meijer q' specialist risicobeheersing Gezien : 5 augustus 2014 N a a m : J a a p W a|t c . . -. .--'''''-' Paraaf : ..---'-*'- J;. .--
Scanpagina 1 van 2
01 Inkomende post - 34033
Pagina Onderwerp Datum Advies externe veiligheid op ontwerp bestemmingsplan Terdiek 11, Nieuwe Niedorp 5 augustus 2014 BIJLAGE 1 Situatiebeschrijving Het plangebied van dit bestemmingsplan heeo betrekking op het perceel aan de Terdiek 11 in Nieuwe Niedorp. De bebouwing in het plangebied, waar een loonbedrijf was gevestigd, zal worden gesloopt ten behoeve van de functie 'wonen'. Toetsing externe veiligheid Door VR NHN is het ontwerp bestemmingsplan gebruik gemaakt van de gegevens in de bekende gegevens over risicovolle objecten, getoetst op het aspect externe veiligheid. Hierbij is provinciale professionele risicokaad en bij VR NHN Risicovolle objecten Het plangebied is niet gelegen binnen het invloedsgebied van een ander Bevi-bedrijf of hoge druk buisleiding. De normen voor het plaatsgebonden risico en groepsrisico vormen daarmee geen belemmering voor het ontwerp bestemmingsplan. Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg De dichtstbijzijnde transportas waarover met zekere frequentie gevaarlijke stoffen wordt vervoerd betreft de provinciale weg N242. Het plangebied Iigt niet binnen de PR-contouren voor het Iaatsgebonden risico van de N242, De N242 heeft geen PR-contour en de oriënterende waarde 9 voor het groepsrisico wordt niet overschreden. Het vormt daarmee geen belemmering voor het plangebied. Bereikbaarheid en bluswate|oo|ieningen Het toetsingskader voor de bereikbaarheid voor hulpdiensten en de beschikbaarheid van bluswatewoorzieningen is de Handleiding bluswateœoorziening en bereikbaarheid van brandweer Nederland, uitgave november 2012. Geadviseerd wordt bovengenoemde handleiding toe te passen voor de benodigde capaciteit van primaire en secundaire bluswatewoorzieningen voor het plangebied en dit af te stemmen met de Iokale brandweer. Ten besluit De regionale brandweer draagt mede de verantwoordelijkheid voor de rampenbestrijding en de voorbereiding op grootschalige incidenten. Om onze dienstverlening efficiënt in te richten wil ik u verzoeken, indien u besluit van het advies af te wijken, dit gemotiveerd en schrioelijk aan ons kenbaar te maken. 1 l i 2
Scanpagina 2 van 2
B i j l a g e
4 :
B e r e k e n i n g k e e r s l a w a a i
w e g v e r ( S R M E )
REKENBLAD Standaard Rekenmethode I (bijlage III Reken- en meetvoorschrift 2012) gemeente: project: situatie: jaar basisgegevens: waarneempunten rijlijnnummer intensiteit basisjaar groeipercentage etmaal int.(prognose) periode uurintensiteit
Hollands Kroon Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp Binnen bebouwde kom, 30 km/uur 2014 prognosejaar: 2024 1,5 1 1697 10,5 Qetm 1875 Dag Avond Nacht 7,0 2,6 0,7 Qlv 124,7 46,3 12,5 gemiddelde Qmv 3,9 1,5 0,4 uur Qzv 2,6 1,0 0,3 intensiteit Qmr 0,0 0,0 0,0 Qtot 131,3 48,8 13,1 Vlv 30 snelheid Vmv 30 Vzv 30 Vmr 30 waarneemhoogte Hw 1,5 wegdekhoogte Hweg 0,0 objectfractie fobj 0,0 wegdekverharding DAB/referentiewegdek afstand obstakel 0,0 afstand-kruising a 0,0 bodemfactor b 0,46 afstand (schuin) r 10,0 afstand (hor.) d 10,0 periode Dag Avond Nacht emissie Elv 63,5 59,2 53,5 Emv 57,4 53,1 47,4 Ezv 58,8 54,5 48,8 Emr 0,0 0,0 0,0 Etotaal 65,5 61,2 55,5 correctie Ckruispunt (vri) 0,0 Cobstakel 0,0 Creflectie 0,0 Ctotaal 0,0 demping Dafstand 10,0 Dlucht 0,1 Dbodem 1,5 Dmeteo 0,6 Dtotaal 12,2 zichthoekcorrectie N periode Dag Avond Nacht dag/avond/nachtwaarde 53,3 49,0 43,3 dag/avond/nachtcorrectie 0 5 10 dag/avond/nachtwaarde na correctie 53,3 54,0 53,3 Lden aftrek artikel 110g WGH 2006 Lden afgerond na aftr. art. 110g WGH 2006
53,5 5 48
datum: bestandsnaam:
29-09-14 48 dB-contour
4,5 2 1697 10,5 1875 Dag Avond 7,0 2,6 124,7 46,3 3,9 1,5 2,6 1,0 0,0 0,0 131,3 48,8 30 30 30 30 4,5 0,0 0,0 DAB/referentiewegdek 0,0 0,0 0,48 11,1 10,5 Dag Avond 63,5 59,2 57,4 53,1 58,8 54,5 0,0 0,0 65,5 61,2 0,0 0,0 0,0 0,0 10,5 0,1 1,4 0,3 12,3 N Dag Avond 53,2 48,9 0 5 53,2 53,9 53,4 5 48
mvt % mvt Nacht 0,7 12,5 0,4 0,3 0,0 13,1
Nacht 53,5 47,4 48,8 0,0 55,5
% mvt/u mvt/u mvt/u mvt/u mvt/u km/u km/u km/u km/u m m m m m m dB dB dB dB dB dB dB dB dB dB dB dB dB dB dB
Nacht 43,2 dB 10 dB 53,2 dB dB dB dB
B i j l a g e
5 :
W a t e r t o e t s
datum 17-6-2014 dossiercode 20140617-12-9166 Project: Terdiek 11 Nieuwe Niedorp Gemeente: Hollands Kroon Aanvrager: Nelleke Linthorst Organisatie: BugelHajema Adviseurs Geachte heer/mevrouw Nelleke Linthorst, Voor het plan Terdiek 11 Nieuwe Niedorp heeft u advies aangevraagd in het kader van de watertoets op http://www.dewatertoets.nl. Met de gegevens die u heeft opgegeven is bepaald dat het plan een beperkte invloed heeft op de waterhuishouding. Hierdoor kan de korte procedure worden gevolgd voor de watertoets. Dit betekent dat de beperkte invloed van het plan op de waterhuishouding kan worden opgevangen met standaard maatregelen. Deze maatregelen vindt u in het onderstaande wateradvies dat u in de ruimtelijke onderbouwing van het plan kunt verwerken. U hoeft dan verder geen contact met ons op te nemen met betrekking tot de watertoets. Mochten er desondanks vragen zijn, dan kunt u contact opnemen via 072 - 582 8282 en vragen naar de contactpersoon voor uw gemeente. Wij hebben uw aanvraag als een melding ontvangen en zullen deze archiveren. Tijdens de formele overlegprocedures (art 3.1.1 of art 5.1.1) van uw plan zal het waterschap een controle doen of de conclusies ten aanzien van de wateraspecten kloppen. Indien u tijdens de ter inzage termijn van uw plan niets van ons hoort, gaan wij akkoord met het plan en kunt u deze email beschouwen als ons formele wateradvies. Indien wij wel willen/moeten reageren, zullen wij contact met u opnemen. LET OP: Dit formulier en het watertoetsproces is geen aanvraag voor een Watervergunning. Onze conclusie en wateradvies mogen alleen gebruikt worden tijdens de planvormingfase. U dient zelf na te gaan welke vergunningen nodig zijn om het plan te realiseren. Bij het waterschap dient u wellicht een Watervergunning aan te vragen of een melding te maken in het kader van vergunningverlening. Meer informatie over de Watervergunning vindt u op http://www.hhnk.nl/digitale_balie/formulieren/formulieren/vergunningen. Met vriendelijke groet, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Postbus 250 1700 AG HEERHUGOWAARD T 072 582 8282 F 072 582 7010 E
[email protected] W www.hhnk.nl Wateradvies korte procedure Via de Digitale Watertoets (http://www.dewatertoets.nl//) is aan Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier gevraagd een reactie te geven op het plan Terdiek 11 Nieuwe Niedorp in het kader van de watertoets. In dit advies staan de maatregelen die Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier adviseert om wateroverlast te voorkomen en het water in de sloten schoon te houden. Op basis van de door de aanvrager/initiatiefnemer ingevoerde gegevens heeft het hoogheemraadschap een aantal opmerkingen. Daarnaast is er een aantal aspecten die wij graag in de uitwerking van het plan verwerkt willen zien. Beleid Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Met ingang van 22 december 2009 is het Waterbeheerplan 2010-2015 'Van veilige dijken tot schoon water' bepalend voor het
waterbeleid binnen ons beheersgebied. Dit plan beschrijft het waterbeheer en vormt de basis voor de watertaken die het waterschap heeft: waterkeringen, waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterketen. Daarnaast beschikt het Hoogheemraadschap over een verordening: de Keur 2009. Hierin staan de geboden en verboden die betrekking hebben op watergangen en waterkeringen. Voor het uitvoeren van werkzaamheden kan een vergunning nodig zijn. De werkzaamheden in of nabij de watergangen en waterkeringen worden getoetst aan de beleidsregels. Verharding en compenserende maatregelen Uit uw gegevens blijkt dat er geen / slechts in zeer beperkte mate sprake is van een toename van de verharding. Omdat dit een dermate klein gevolg heeft voor de waterhuishoudkundige situatie hoeven er geen compenserende maatregelen uitgevoerd te worden. Waterkwaliteit en riolering Dit komt overeen met de ambitie van het hoogheemraadschap om 100% van het hemelwater van nieuwe oppervlakken te scheiden van het afvalwater. Voorwaarde is wel dat het hemelwater als schoon kan worden beschouwd. Bij voorkeur wordt afstromend hemelwater van verharde oppervlakken eerst voorgezuiverd door een berm, wadi of bodempassage. U heeft aangegeven dat er binnen het plan geen sprake is van activiteiten die als gevolg kunnen hebben dat vervuild hemelwater naar het oppervlaktewater afstroomt. Het hemelwater kan dus als schoon worden beschouwd. Het is daarom niet doelmatig om het af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinrichting (rwzi). Dit betekent dat we voor de nieuwe ontwikkeling adviseren om een gescheiden stelsel aan te leggen. Wij adviseren om met het oog op de waterkwaliteit het gebruik van uitloogbare materialen zoals koper, lood en zink zoveel mogelijk te voorkomen. Tot Slot De initiatiefnemer van het plan is zelf verantwoordelijk voor de regeling, financiering en de realisatie van alle maatregelen die voortvloeien uit het plan. Mocht de inhoud van het plan wijzigen, dan verzoeken wij u vriendelijk ons een geactualiseerde versie toe te sturen. Ook ontvangen wij graag een exemplaar van het definitieve en goedgekeurde plan. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geinformeerd. Mochten er desondanks vragen zijn, dan kunt u contact opnemen via 072 - 582 8282 en vragen naar de contactpersoon voor uw gemeente. De WaterToets 2014
datum 17-6-2014 dossiercode 20140617-12-9166 Gegevens aanvrager: Nelleke Linthorst BugelHajema Adviseurs Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden 058.2152515
[email protected] Gegevens project: Aan de Terdiek 11 wordt in het kader van de Ruimte voor Ruimte regeling de bedrijfsbebouwing van een agrarisch loonbedrijf gesloopt (de bedrijfswoning aan de westzijde van het perceel blijft bestaan). de oppervlakte van de te slopen bebouwing en de te verwijderen verharding bedragen resp 2150 m2 en 720 m2. Hiervoor in de plaats kunnen 2 woningen worden gerealiseerd. De eerste woning zal ter plaatse van de Terdiek 11 gerealiseerd worden. De tweede woning komt niet in dit plangebied, maar op een onbebouwd perceel aan de Lutjewallerweg in Haringhuizen. De watertoets voor dit plan wordt later ingediend. Terdiek 11 Nieuwe Niedorp Gegevens plangebied: Heeft u een beperkingsgebied geraakt? nee Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Hollands Kroon Basisvragen: Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee Vervolgvragen: Neemt in het plan het verharde oppervlak van verharding en bestrating toe met meer dan 2000 m2? nee Maakt het plan deel uit van een groter plan dat in ontwikkeling is of wordt genomen? nee Heeft het plan een tijdelijke of permanente waterpeilverandering tot gevolg? nee Is er in of rondom het plangebied sprake van (grond)wateroverlast? (Vraag andere partijen (particulieren) als u het antwoord niet weet) nee Betreft het plan een algehele herziening van een bestemmingsplan, een structuurvisie, masterplan, herstructureringsplan, tracébesluit, landinrichtingsplan of grootschalige wegreconstructie? nee
Aanvullende vragen (korte procedure): Neemt door het plan de hoeveelheid verharding toe met een oppervlakte tussen 800 m2 en 2000 m2? nee Hoe wordt in het plan het afvalwater en het hemelwater behandeld? Vinden er activiteiten plaats op het verharde oppervlak waardoor waardoor verontreinigingen kunnen afspoelen en het oppervlaktewater mogelijk belast wordt? nee Is er in of grenzend aan het plangebied oppervlaktewater aanwezig? nee Worden er in het plan wijzigingen in het oppervlaktewatersysteem aangebracht of vinden er werkzaamheden plaats binnen 5 meter van een waterloop? nee Is er sprake van een tijdelijke of permanente grondwateronttrekking en/of -lozing? nee
Afbeelding plangebied en eventueel geraakte kaartlagen De WaterToets 2014
Regels
1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
4 10
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Wonen
12
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Artikel 5 Algemene afwijkingsregels
19 20
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 6 Overgangsrecht Artikel 7 Slotregel
22 23
Bijlage
2
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
3
Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.
het plan: het
Bestemmingsplan
Terdiek
11
te
Nieuwe
Niedorp
met
identificatienummer
NL.IMRO.1911.BPBvgNhz001-on01 van de gemeente Hollands Kroon; 2.
bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
3.
aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf: een in de bijlage genoemd dienstverlenend beroep of bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
4.
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
5.
aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
6.
aanbouw: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
7.
achtererfgebied: erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw;
8.
afhankelijke woonruimte: woonruimte die een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
9.
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
4
10.
bed & breakfast: een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch recreatieve activiteit. Onder bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
11.
bestaand: het legale gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, krachtens een bouwvergunning/omgevingsvergunning voor het bouwen dan wel een vrijstelling op grond van de WRO, een ontheffing op basis van de Wro of een afwijkingsprocedure op basis van de Wabo;
12.
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
13.
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
14.
bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
15.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
16.
bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
17.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
18.
bouwperceelsgrens: een grens van een bouwperceel;
19.
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
5
20.
bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
21.
dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
22.
dakkapel: een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst: a. dakkapellen mogen uitsluitend worden uitgevoerd met gesloten zijwanden; b. dakkapellen hebben een maximale hoogte van 1,75 m; c. de afstand tussen de onderkant van de dakkapel en de dakvoet ligt tussen de 0,5 en 1 m; d. de
afstand
tussen
de
bovenkant
van
de
dakkapel
en
de
daknok
is
0,5 m of meer; e. de afstand tussen de zijkanten van de dakkapel en de zijranden van het dak is 0,5 m of meer; f. de breedte van de dakkapel beslaat ten hoogste 2/3 van de breedte van het dakvlak; 23.
dakoverstek: een dak over een ruimte bij een gebouw, welke ruimte niet zodanig door wanden is omgeven, dat deze ruimte als deel uitmakend van het gebouw is aan te merken;
24.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling voor verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
25.
druiplijn: de horizontale snijlijn van het oplopende dakvlak met het daaronder gelegen buitenwerkse gevelvlak;
dit
betekent
dat
in
voorkomende
gevallen
de
druiplijn
wordt
bepaald
overeenkomstig het hieronder staande;
6
26.
erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, het bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt;
27.
gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
28.
hoofdgebouw: een of meer gebouwen, of een gedeelte daarvan dat noodzakelijk is voor verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is;
29.
horecabedrijf: een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie;
30.
kampeermiddel: een mobiel en/of demontabel kampeermiddel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf ;
31.
longercirkel: ruimte in de vorm van een cirkel, waarin een paard onder begeleiding specifieke training kan worden gegeven;
32.
mantelzorg: het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
33.
mobiel kampeermiddel: een tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan of enig ander onderkomen met de bedoeling deze tijdelijk te plaatsen op een kampeerterrein;
34.
ondergeschikte detailhandel: detailhandelsactiviteiten die aan te merken zijn als rechtstreeks voortvloeiend uit de bedrijfsactiviteiten van een niet-detailhandelsbedrijf en daaraan in bedrijfseconomisch en ruimtelijk opzicht ondergeschikt zijn; 7
35.
openbaar toegankelijk gebied: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
36.
overkapping: elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
37.
paardenbak: een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony’s en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
38.
peil: a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: -
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: -
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij aanvang van de bouw;
c. indien op het water wordt gebouwd: 39.
het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
recreatieve bewoning: bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie, waarbij hoofdverblijf elders wordt gehouden;
40.
seizoenshuisvesting: bewoning die plaatsvindt in het kader van seizoensgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten, waarbij het hoofdverblijf elders gehouden wordt;
41.
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
8
42.
trainingsmolen: ruimte in de vorm van een cirkel, waar meerdere paarden tegelijk kunnen stappen, draven of galopperen door aansturing via een computergestuurde bedieningskast;
43.
uitbouw: een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
44.
vast kampeermiddel: een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf op een kampeerterrein, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond (plaatsgebonden) en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
45.
voorgevel: de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
46.
woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming, al dan niet noodzakelijk is.
9
Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a.
de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
b.
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van dakkapellen;
Indien bouwwerken van een platte afdekking worden voorzien, geldt de maximale goothoogte als maximale bouwhoogte. c.
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
d.
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
e.
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,5 m bedraagt.
10
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
11
Artikel 3 Wonen 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wonen al dan niet in combinatie met: 1. aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven mits: -
niet meer dan 1/3 van het totale oppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, met een maximum van 120 m², voor de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf wordt gebruikt;
-
alleen activiteiten worden uitgevoerd die niet meldingplichtig zijn in het kader van de milieuwetgeving en die genoemd zijn in de bijlage bij deze regels, dan wel naar aard en invloed daarmee gelijk te stellen zijn;
-
geen overwegende hinder wordt of kan worden toegebracht aan het woon- en leefmilieu;
-
geen
onevenredige
hinder
wordt
of
kan
worden
toegebracht
aan
de
gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; -
het niet zodanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft die verkeersoverlast veroorzaken of die verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk maken;
-
er geen reclame-uitingen groter dan 0,5 m² bij of aan de woning worden geplaatst, met een maximum aantal van 1, onder de voorwaarde dat deze niet verlicht mag zijn;
-
degene die het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf uitoefent, tevens de gebruiker van de woning is;
-
er geen activiteiten ten aanzien van een horecabedrijf of een seksinrichting worden uitgeoefend;
-
er geen detailhandel plaatsvindt, anders dan onderschikte detailhandel;
-
buitenopslag ten behoeve van de activiteit uitsluitend is toegestaan binnen de grenzen van het achtererfgebied;
2. het hobbymatig gebruik van hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen en bijgebouwen die zijn voorzien in de afbeelding op pagina 14 van het beeldkwaliteitsplan Ruimte voor Ruimte Terdiek 11, Nieuwe Niedorp (15 maart 2013) voor bed & breakfast voor maximaal 4 personen, met dien verstande dat: -
er geen eigen kookgelegenheid is toegestaan;
-
permanente bewoning niet is toegestaan;
-
geen overwegende hinder wordt of kan worden toegebracht aan het woon- en leefmilieu;
-
geen
onevenredige
hinder
wordt
of
kan
worden
toegebracht
aan
de
gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; -
het niet zodanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft die verkeersoverlast veroorzaken of die verkeersmaatregelen noodzakelijk maken;
-
het parkeren op eigen erf plaatsvindt; 12
3. het hobbymatig houden van vee (waaronder paarden), met de daarbij behorende: b.
groenvoorzieningen;
c.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
d.
parkeervoorzieningen, met dien verstande dat bij de woningen 2 parkeerplaatsen per woning op eigen terrein aanwezig zijn;
e.
voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
f.
openbare nutsvoorzieningen;
g.
waterlopen en waterpartijen.
3.2 Bouwregels a.
Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het bouwen van gebouwen, wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag is aangetoond dat: 1. de schuren 1 en 2 genoemd in figuur 2 van de bij dit plan behorende toelichting zijn gesloopt en/of verwijderd; 2. bij de aanvraag voor de woning in 2 parkeerplaatsen per woning op eigen terrein wordt voorzien.
b.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: 1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; 2. hoofdgebouwen dienen met de naar de weg gekeerde gevel in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd; 3. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - groter volume” mag de maximale inhoud van een hoofdgebouw niet meer dan 1.250 m³ bedragen; 4. de inhoud van overige hoofdgebouwen mag niet meer dan 1.000 m³ bedragen, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer is; 5. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - groter volume” mag de oppervlakte van een hoofdgebouw niet meer dan 150 m² bedragen; 6. de oppervlakte van overige hoofdgebouwen mag niet meer dan 200 m² bedragen; 7. de gezamenlijke oppervlakte van een hoofdgebouw en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan de op grond van het bepaalde onder 5 of 6 toegelaten maximale oppervlakte van het hoofdgebouw, vermeerderd met de in sub c, onder 2 toegestane oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen; 8. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - groter volume” mogen niet meer dan respectievelijk 5,5 m en 11,5 m bedragen; 9. de goot- en bouwhoogte van overige hoofdgebouwen mogen niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 9 m bedragen; 13
10. de dakhelling dient ten minste 30° te bedragen dan wel ten minste de bestaande dakhelling indien deze minder bedraagt; 11. het aantal woningen mag niet meer dan 1 per bouwvlak bedragen. c.
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: 1. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen ten minste 4 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd; 2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen en hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de op grond van sub b, onder 5 of 6 toegelaten maximale oppervlakte van het hoofdgebouw, vermeerderd met 150 m²; 3. de goothoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgwerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw voor zover het aan- en uitbouwen betreft dan wel niet meer dan de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt; 4. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt; 5. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen, waarbij de bouwhoogte in ieder geval 1 m lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt; 6. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt; 7. de afstand van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 1 m bedragen; 8. een dakoverstek mag ten hoogste 0,5 m bedragen; 9. ondergronds bouwen is niet toegestaan.
d.
In afwijking van het bepaalde onder c gelden voor stolpboerderijen de volgende regels: 1. er mogen geen aan- en uitbouwen en aangebouwde overkappingen worden gebouwd; 2. bijgebouwen en vrijstaande overkappingen dienen op ten minste 5 m achter de achtergevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, dan wel op de bestaande afstand indien deze minder is.
e.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd als genoemd in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht jo. artikel 2, bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, zoals deze luidde op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
14
3.3 Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de milieusituatie;
-
het uitzicht van woningen;
-
de verkeersveiligheid,
nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing.
3.4 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 3.2, sub c, onder 5 en toestaan dat de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken ten hoogste 8 m mag bedragen, waarbij de bouwhoogte in ieder geval 1 m lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, mits: 1. de verhoging van de bouwhoogte niet leidt tot een onevenredige verslechtering van de bezonningssituatie van omliggende percelen; 2. de verhoging van de bouwhoogte niet zorgt voor een onevenredige inbreuk op de privacy bij de omliggende percelen; 3. er vooraf een planschadeovereenkomst wordt ondertekend;
b.
het bepaalde in lid 3.2, sub d, onder 1 voor het bouwen van aan- en uitbouwen en aangebouwde overkappingen, met dien verstande dat: 1. de aan- of uitbouw of aangebouwde overkapping ten minste 4 m achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd; 2. de aan- of uitbouw of aangebouwde overkapping in het verlengde van de gevels van de stolp wordt gebouwd; 3. de dakhelling van de aan- of uitbouw of aangebouwde overkapping overeenkomstig de dakhelling van de stolp is; 4. voor het overige de bouwregels uit artikel 3.2, sub c van overeenkomstige toepassing zijn;
c.
het bepaalde in lid 3.2, sub e ten behoeve van het hobbymatig houden van paarden, met dien verstande dat: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het hobbymatig houden van paarden zoals een paardenbak, trainingsmolen en longeercirkel, niet meer dan 1.250 m² mag bedragen; 2. de hoogte van een omheining niet meer dan 1,5 m mag bedragen; 3. ten hoogste 4 lichtmasten ten behoeve van het verlichten van een paardenbak mogen worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen
15
en dat het verlichtingsniveau geen hinder of overlast voor de omgeving met zich mee mag brengen.
3.5 Specifieke gebruiksregels Als gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving als bedoeld lid 3.1 wordt in ieder geval aangemerkt: a.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven anders dan in lid 3.1, sub a;
b.
het gebruik van woningen voor recreatieve bewoning;
c.
het gebruik van woningen voor het uitoefenen van een bed & breakfast anders dan in lid 3.1, sub a;
d.
het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen en aan- en uitbouwen voor zelfstandige bewoning en/of als afhankelijke woonruimte;
e.
het gebruik van woningen als afhankelijke woonruimte;
f.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
g.
het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de milieusituatie;
-
het uitzicht van woningen;
-
de verkeersveiligheid,
bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 3.5, sub c en toestaan dat een bed & breakfast bedrijfsmatig wordt toegestaan voor maximaal 7 personen, met dien verstande dat: 1. er geen eigen kookgelegenheid is toegestaan; 2. permanente bewoning niet is toegestaan; 3. geen overwegende hinder wordt of kan worden toegebracht aan het woon- en leefmilieu; 4. geen onevenredige hinder wordt of kan worden toegebracht aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; 5. het
niet
zodanige
veroorzaken
of
die
verkeersaantrekkende verkeersmaatregelen,
activiteiten waaronder
betreft extra
die
verkeersoverlast
parkeervoorzieningen,
noodzakelijk maken; 6. het parkeren op eigen erf plaatsvindt;
16
b.
het bepaalde in lid 3.5, sub d en/of e en toestaan dat een al dan niet vrijstaand bijgebouw of een deel van het hoofdgebouw als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt, mits: 1. dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg. Om deze noodzaak aan te tonen, is een indicering van een onafhankelijke indicatieorganisatie nodig; 2. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte maximaal 70 m² bedraagt; 3. het parkeren op eigen erf plaatsvindt; 4. binnen 6 maanden na beëindiging van de mantelzorg het gebruik van het bijgebouw of het deel van het hoofdgebouw als afhankelijke woonruimte ongedaan wordt gemaakt;
c.
het bepaalde in lid 3.5, sub d en/of e en toestaan dat naast de in lid 3.2 sub c, onder 2 genoemde oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen een tijdelijke (al dan niet aangebouwde) mantelzorgwoning wordt gerealiseerd, mits: 1. dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg. Om deze noodzaak aan te tonen, is een indicering van een onafhankelijke indicatieorganisatie nodig; 2. de oppervlakte van de tijdelijke (al dan niet aangebouwde) mantelzorgwoning maximaal 70 m² bedraagt; 3. het bebouwingspercentage per bouwperceel niet meer dan 50% mag bedragen; 4. het parkeren op eigen erf plaatsvindt; 5. binnen 6 maanden na beëindiging van de mantelzorg de tijdelijke (al dan niet aangebouwde) mantelzorgwoning is verwijderd.
17
Hoofdstuk 3 Algemene regels
18
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
19
Artikel 5 Algemene afwijkingsregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: -
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de sociale veiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
bij een omgevingsvergunning afwijken van het in het plan bepaalde voor: a.
de op de verbeelding aangeduide en/of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, uitsluitend indien dat om constructieve redenen noodzakelijk is;
b.
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling of het beloop van vaarwegen in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
c.
het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
d.
het bepaalde in het plan en toestaan dat antennemasten worden gebouwd met een hoogte van ten hoogste 40 m;
e.
het bepaalde in het plan en toestaan dat wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, toiletgebouwtjes, en naar de aard daaraan gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits: -
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m3 bedraagt;
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 15 m bedraagt.
20
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
21
Artikel 6 Overgangsrecht 6.1 Overgangsrecht bouwwerken a.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: -
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd,
mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b.
Het
bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het
bepaalde in sub a een
omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%. c.
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik a.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c.
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d.
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
22
Artikel 7 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: “Regels van het Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp”.
23
Bijlage: Lijst aan huis verbonden beroepen en bedrijven
24
Lijst van aanvaardbare vormen van aan -huis-verbonden beroepen en bedrijven
Aan-huis-verbonden beroepen
Aan-huis-verbonden bedrijven
Accountant
Lijstenmaker
Belastingconsulent
Ateliers voor kunst
Psycholoog
Schoorsteenveger
Lesgevend beroep
Glazenwasser
Hypotheekadviseur
Schoonmaker
Juridisch adviseur
Kapsalon
Assurantiebemiddelaar
Pedicure
Verloskundige
Manicure
Logopedist
Horlogemaker
Gerechtsdeurwaarder
Fietsenmaker
Diëtiste
Timmerman
Organisatieadviseur
Fotograaf
Homeopaat
Pottenbakker
Paragnost
Reisbureau (kleinschalig)
Architect
Hoedenmaker
Tekenbureau
Naaister
Grafisch ontwerper
Nagelstudio
Kunstschilder
Autorijschool
Beeldhouwer
Metselaar
Therapeut
Stukadoor
Raadgevend ingenieur
Loodgieter
Makelaar
Elektricien
Huisarts
Koeriersdienst
Tandarts
Schilder
Dierenarts
Schoonheidsspecialist
Notaris
Bloemschikker
Advocaat
Computerservice
Orthodontist
TV/radio reparateur
Acupuncturist
Web design
Fysiotherapeut
Binderij
Redacteur
Vervaardigen van sierraden
Tolk
Webwinkel (zonder toonbankfunctie)
Tuinarchitect Deze lijst is niet limitatief. Voor beide categorieën geldt dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen beroeps-/bedrijfsmatige activiteit, dat, met behoud van de woonfunctie (zie toetsingscriteria), kan worden uitgeoefend in een hoofdgebouw en/of een bijbehorend bouwwerk bestemd voor woondoeleinden.
Colofon Bestemmingsplan BügelHajema Adviseurs b.v. Projectleiding BügelHajema Adviseurs b.v. Mevrouw N. Linthorst Projectnummer 803.17.06.01.01
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden T 058 215 25 15 F 058 215 91 98 E
[email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort
269
LEGENDA 8
Plangebied
786 788 10
Bestemming 12
W
Wonen
785
Bouwvlak bouwvlak
14 272
587
Bouwaanduidingen 787
[sba-gv]
specifieke bouwaanduiding - groter volume
9
Verklaring
790 26
gegevens GBKN
295
ek i rd Te
[sba-gv]
297
619
W 11
298
13 15
a 15 299
Gemeente Hollands Kroon Bestemmingsplan Terdiek 11 te Nieuwe Niedorp
Verbeelding
datum:
08-07-2014
schaal:
1 : 1000
BugelHajema Plek voor ideeºn
papierformaat: A3 status:
ontwerp
projectnr.:
803.17.06.01.01
gezien:
NML
BgelHajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu
784
Balthasar Bekkerwei 76, 8914 BE Leeuwarden T NL.IMRO.1911.BPBvgNhz001-on01
E
[email protected] W
058 215 25 15
www.bugelhajema.nl
BNSP