Be s te m mi ng s p l an M FC G ra m sb e rg e n
ON TW E R P
Be s te m mi ng s p l an M FC G ra m sb e rg e n
ON TW E R P
Inhoud
Toelichting en bijlagen Regels Verbeelding Separaat bijgevoegd: -
Verkennend bodemonderzoek Nader bodemkundig onderzoek
-
Advies Natuurwaarden
-
Inventariserend archeologisch veldonderzoek
26 januari 2011 Projectnummer 115.33.53.00.00
O v e r z i c h t s k a a r t
Gemeente Hardenberg, kern Gramsbergen, bron: Topografische Dienst
T o e l i c h t i n g
115.33.53.00.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
Inleiding
2
Planbeschrijving
11
2.1
Bestaande situatie
11
2.2
Toekomstige situatie
14
2.3
Beeldkwaliteitsparagraaf
18
3.1
Provinciaal beleid
21
3.2
Gemeentelijk beleid
23
3
4
Beleid
21
Onderzoeken
27
4.1
Milieuzonering
27
4.2
Bodem
29
4.3
Water
29
4.4
Wegverkeerslawaai
30
4.5
Luchtkwaliteit
31
4.6
Externe veiligheid
33
4.6.1
Inrichtingen
33
4.6.2
Vervoer van gevaarlijke stoffen
34
4.6.3
Buisleidingen
35
4.7
Archeologie
36
4.8
Ecologie
36
4.9 5
9
4.8.1
Beschermde gebieden
37
4.8.2
Beschermde soorten
37
4.8.3
Uitvoerbaarheid
38
Parkeren
38
Juridische vormgeving
39
5.1
Algemeen
39
5.2
Bestemmingen
39
5.3
Afstemming op andere wetten en verordeningen
40
5.4
Algemene regels en overgangs- en slotregels
43
6
Economische uitvoerbaarheid
45
7
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
47
7.1
Inspraak/voorlichting
47
7.2
Overleg
47
115.33.53.00.00.toe
Bijlagen
115.33.53.00.00.toe
1
I n l e i d i n g
De aanleiding voor het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan is de
AANLEIDING
bouw van een Multifunctioneel Centrum (MFC) aan de Hattemattestraat in Gramsbergen. In het kader van deze nieuwbouw wordt een deel van de bestaande bebouwing op deze locatie, namelijk een bibliotheek, een peuterspeelzaal en een dorpshuis, gesloopt. Deze functies krijgen een plek in het nieuwe MFC. Daarnaast worden in het MFC een huisarts, een fysiotherapeut en de thuiszorgorganisatie Carinova gevestigd. Ook worden op de eerste verdieping van het MFC nog maximaal zes appartementen gerealiseerd. Ten slotte staat er nog een sporthal in het plangebied. Deze sporthal blijft behouden en wordt verbonden met het nieuwe MFC. Het plan is een gezamenlijk initiatief van de participanten, de gemeente Hardenberg en Woningstichting de Veste. Het plangebied ligt ten zuiden van de kruising van de Voorstraat en de Hatte-
LIGGING PLANGEBIED
mattestraat in Gramsbergen. In de huidige situatie is de bibliotheek gesitueerd aan de Voorstraat 1, de peuterspeelzaal aan de Hattemattestraat 1, het dorpshuis en de sporthal aan de Hattemattestraat 3. De ligging van het plangebied is ook aangegeven op de overzichtskaart voorin deze toelichting. Het plangebied ligt in het vigerende bestemmingsplan Gramsbergen (vastge-
VIGEREND BESTEMMINGS-
steld door de gemeente Hardenberg op 20-02-2007 en goedgekeurd door Gede-
PLAN
puteerde Staten 29-05-2007). In dit bestemmingsplan heeft het plangebied de bestemmingen Maatschappelijke voorzieningen, Sportgebied en Groenvoorzieningen. De bouw van het nieuwe MFC is binnen deze bestemmingen niet mogelijk, daarom is het voorliggende bestemmingsplan opgesteld. Het volgende hoofdstuk gaat in op de planbeschrijving, hierbij worden de be-
LEESWIJZER
staande en de toekomstige situatie in het plangebied beschreven. In hoofdstuk 3 wordt het relevante beleid van de provincie Overijssel en van de gemeente Hardenberg behandeld. In hoofdstuk 4 komen de verschillende voor het bestemmingsplan uitgevoerde onderzoeken aan de orde. De onderdelen die in dit hoofdstuk worden behandeld, zijn: milieuzonering, bodem, water, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid, archeologie, ecologie en parkeren. In het daarna volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de juridische vormgeving. In de laatste twee hoofdstukken worden achtereenvolgens de economische en de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan behandeld.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
9
2
P l a n b e s c h r i j v i n g
2.1
Bestaande situatie Het plangebied ligt in de plaats Gramsbergen in de gemeente Hardenberg. Het
LIGGING PLANGEBIED
plangebied ligt ten zuiden van de kruising van de Voorstraat en de Hattemattestraat. Het plangebied wordt aan de noordwestzijde begrensd door de Voorstraat en aan de noordoostzijde door de Hattemattestraat. Aan de zuidzijde grenst het plangebied aan een park met een vijver. In de bestaande situatie ligt ten zuidoosten van de sporthal een verhard fietspad. Dit fietspad loopt vanaf De Oostermaat door het park naar de Hattemattestraat. Aan de oostzijde grenst het plangebied aan een perceel waarop de openbare basisschool Prinses Irene is gevestigd. De figuren 1 en 2 geven een beeld van het plangebied in de huidige situatie In de bestaande situatie zijn in het plangebied een aantal gebouwen gesitu-
BEBOUWING EN GEBRUIK
eerd. Aan de Voorstraat 1 is de bibliotheek gesitueerd. De peuterspeelzaal en het dorpshuis zijn beide gevestigd in een gebouw dat is gesitueerd aan de Hattemattestraat. Ten slotte ligt in het plangebied nog een sporthal. Deze sporthal ligt ten zuidwesten van het gebouw waarin de peuterspeelzaal en het dorpshuis zijn gevestigd. De sporthal bestaat uit één bouwlaag met een grotendeels plat dak. Het plangebied is ontwikkeld vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw. Inmiddels voldoen de gebouwen in het plangebied, met uitzondering van de sporthal, niet meer aan de eisen en wensen van deze tijd.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
11
Figuur 1. Zicht op het dorpshuis vanaf de parkeerplaats aan de Hattemattestraat
Figuur 2. Zicht op de sporthal vanuit het park
PARKEREN
Naast het plangebied zijn nog een school en een openluchtzwembad gesitueerd. Voor het bezoek aan deze voorzieningen wordt gebruikgemaakt van het aanliggende parkeerterrein. In het plangebied zijn in de bestaande situatie een aantal parkeerplaatsen gelegen. Aan de oostzijde van het plangebied ligt een parkeerterrein met
12
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
58 parkeerplaatsen. Het parkeerterrein wordt ontsloten door de Hattemattestraat. Daarnaast is langs de Hattemattestraat, aan de noordoostzijde van het plangebied, een parkeerstrook aangelegd. Deze parkeerstrook bestaat uit 14 parkeerplaatsen. Ten slotte zijn aan de Voorstraat, aan de noordwestzijde van het plangebied, twee langsparkeervakken aangelegd met een totale capaciteit van ongeveer acht parkeerplaatsen. Het totale aantal parkeerplaatsen in het plangebied bedraagt in de huidige situatie dus 80. In de bestaande situatie zijn in het plangebied een aantal groenstructuren
GROENSTRUCTUUR
aanwezig. In het gedeelte van het plangebied dat grenst aan de Voorstraat ligt een grasveld. Hier zijn tevens een aantal bomen en hagen gesitueerd. Daarnaast liggen in het gedeelte van het plangebied dat is gesitueerd tussen de Hattemattestraat en het gebouw waarin de peuterspeelzaal en het dorpshuis zijn gevestigd eveneens een aantal grasvelden. Ten zuidoosten van de parkeerplaatsen aan de Hattemattestraat zijn een aantal bomen aanwezig. Aan de randen van het grote parkeerterrein zijn eveneens bomen aangeplant. Ten slotte loopt de beplanting van het park, dat ten zuiden van het plangebied is gelegen, nog door tussen de sporthal en de bibliotheek. In de bestaande situatie zijn in het plangebied geen waterlopen gesitueerd.
WATERLOPEN
Ten zuidwesten van het plangebied, in het park, ligt wel een vijver. Deze vijver is van belang, omdat deze wordt gebruikt bij de waterberging van het plangebied. Het plangebied ligt in een gedeelte van Gramsbergen waar sprake is van men-
OMGEVING PLANGEBIED
ging van een aantal functies. De noordzijde van de Hattemattestraat kent een woonfunctie. Het betreft hier voornamelijk twee-onder-een-kapwoningen, die bestaan uit twee bouwlagen met een kap. Nog iets verder naar het noorden, circa 150 m vanaf het plangebied, ligt het historische dorpscentrum van Gramsbergen. Een deel hiervan is aangewezen als beschermd dorpsgezicht Ten westen van het plangebied ligt een relatief grootschalig gebouw dat maximaal vier bouwlagen en een plat dak heeft. In het gebouw is het verzorgingstehuis 't Welgelegen gevestigd. Daarnaast zijn in het gebouw een aantal seniorenwoningen gesitueerd. Ten zuiden van het plangebied ligt een park met een vijver en ten zuidoosten ligt het buitenzwembad De Hattemat. Ten slotte ligt ten oosten van het plangebied de basisschool Prinses Irene. De onderstaande luchtfoto geeft een beeld van de globale ligging van het plangebied en de omgeving.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
13
Figuur 3. De globale ligging van het plangebied en de omgeving, bron: Google Earth
2.2
Toekomstige situatie In deze paragraaf wordt de toekomstige situatie in het plangebied beschreven. Stedenbouwkundige uitgangspunten De gemeente Hardenberg heeft voor de bouw van het MFC een stedenbouwkundige visie opgesteld. Het uitgangspunt van deze visie is dat het plan zich voegt in de historische structuur van de oude kern van Gramsbergen. Om dit te kunnen realiseren, zijn voor de ontwikkeling van het MFC de volgende uitgangspunten opgesteld: -
het gebouw dient een dorps architectuurbeeld te krijgen waarbij wordt aangesloten bij de stijlkenmerken van 'dorps' Gramsbergen, waardoor een duidelijke architectonische afwijking van het naastgelegen verzorgingstehuis, dat een stedelijke uitstraling heeft, ontstaat;
-
de voorgevelrooilijn aan de Hattemattestraat dient minimaal 6 m achter het voetpad te worden gesitueerd;
-
de voorgevelrooilijn aan de Voorstraat dient bij voorkeur minimaal 10 m achter het voetpad te worden gesitueerd;
-
de voorgevelrooilijn aan de Hattemattestraat dient inspringend te zijn. Door deze geleding ontstaat een relatie met het ritme van de dorpse woningbouw aan overzijde;
-
de voorgevelrooilijn aan de Voorstraat dient in één lijn te zijn zodat er een openheid ontstaat naar het park
-
de hoofdmassa van het gebouw (maximaal twee lagen) dient aan de Voorstraat te liggen als begeleiding van de hoofd verkeersroute en dient op de bovenste laag een kapvorm te krijgen, waardoor het al genoemde dorpse karakter wordt onderstreept.
14
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
-
de gevels aan de Voorstraat, de Hattemattestraat, maar ook aan de parkzijde en aan de fietsroute dienen te worden ontworpen als voorkantsituatie; geen gesloten gevels. Hierdoor ontstaat sociale controle richting het park;
-
er dient aandacht te zijn voor de parkeerbalans. Het aantal benodigde
-
wat betreft de groenstructuur is de centrumroute primair.
parkeerplaatsen dient te worden berekend op basis van CROW gegevens;
Mede op basis van het bovenstaande is een plan voor de bouw van het MFC opgesteld. Dit nieuwbouwplan wordt in het navolgende beschreven. Planbeschrijving De bestaande bebouwing in het plangebied wordt, met uitzondering van de
BEBOUWING
sporthal, gesloopt. Deze gebouwen voldoen niet meer aan de eisen en wensen van deze tijd. Hiervoor in de plaats komt een nieuw gebouw. In dit gebouw worden een aantal voorzieningen geclusterd, zodat een Multifunctioneel Centrum ontstaat. Het nieuwe gebouw heeft een L-vorm en bestaat uit twee beuken. De ene beuk loopt evenwijdig aan de Hattemattestraat en de andere loopt evenwijdig aan de Voorstraat. De voorzieningen komen op de begane grond van het gebouw. Daarnaast worden maximaal zes appartementen gebouwd op de eerste verdieping van het gedeelte van het gebouw dat is gelegen aan de Voorstraat. Het gedeelte van het gebouw dat is gelegen aan de Voorstraat bestaat uit twee bouwlagen en een kap. Het gedeelte van het gebouw dat is gelegen aan de Hattemattestraat bestaat grotendeels uit één bouwlaag met een plat dak. Het deel van het gebouw aan de Hattemattestraat waarin het dorpshuis wordt gevestigd, krijgt een kap. De gevel aan de Hattemattestraat wordt inspringend, de rooilijn van het gebouw ligt in het middelste gedeelte, waar de peuterspeelzaal wordt gevestigd, namelijk verder van de Hattemattestraat dan aan de beide uiteinden. Het gebouw krijgt een entree aan de noordwestzijde aan de kant van de Voor-
ENTREE
straat en aan de zuidoostzijde aan de kant van het bestaande grote parkeerterrein. Beide entrees komen uit in een gang die de verschillende voorzieningen met elkaar verbindt. De bestaande sporthal wordt eveneens aangesloten op deze gang. De appartementen krijgen een aparte entree, die niet wordt verbonden met de rest van het gebouw. Deze entree is gesitueerd aan de Hattemattestraat. In het gebouw komen op de begane grond een aantal voorzieningen. In het
GEBRUIK
zuidoostelijke gedeelte van het gebouw komt een bibliotheek. Deze bibliotheek wordt tegen de bestaande sporthal gebouwd. Ten noorden van de bibliotheek komt het dorpshuis. Ten westen van het dorpshuis komt de peuterspeelzaal. Ten zuiden van de peuterspeelzaal komen de vertrekken van de fysiotherapeut, met ten westen daarvan het gedeelte dat in gebruik wordt genomen door de huisarts. Ten noorden het gedeelte van de huisarts komen de
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
15
vertrekken van de thuiszorgorganisatie Carinova. Ten oosten van deze ruimte komt de entree van de appartementen. Op de hoek van de Hattemattestraat en de Voorstraat voorziet het plan ten slotte nog in zes garageboxen en zes carports voor de bewoners van de appartementen. In figuur 4 is de situering van het MFC opgenomen.
Figuur 4. Situering van het voorlopig ontwerp MFC
APPARTEMENTEN
Op de eerste verdieping van het MFC worden maximaal zes koopappartementen gebouwd. Deze appartementen worden gebouwd op de eerste verdieping van het gedeelte van het gebouw dat evenwijdig loopt met de Voorstraat.
16
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
Rondom het gebouw worden nog een aantal voorzieningen aangelegd. Zo wordt
BUITENRUIMTE
ten noorden van de peuterspeelzaal, aan de Hattemattestraat, een speelplaats aangelegd ten behoeve van de peuterspeelzaal. Daarnaast komt ten zuidoosten van het gebouw een klein terras ten behoeve van de bezoekers van het dorpshuis. Ten noordwesten van het gebouw wordt ten slotte nog een fietsenstalling aangelegd. Het merendeel van de aanwezige beplanting in het plangebied zal ten behoeve
GROENSTRUCTUREN EN
van de nieuwbouw worden verwijderd. De beplanting is geïnventariseerd. Uit
FIETSPAD
de inventarisatie volgt dat het circa 30 bomen, vele struiken en enkele hagen betreft. Op het gedeelte tussen de huidige bebouwing van de bibliotheek en de sporthal staan een aantal bomen. Het gaat om twee essen, drie esdoorns, twee kersenbomen, een sierkers en een pluimes. Richting de vijver staan nog een drietal sierkersen. Het is nodig om deze bomen te verwijderen ten behoeve van de nieuwbouw. Daarnaast bevindt zich een treurwilg nabij de vijver. Deze treurwilg bevindt zich dicht op de geplande nieuwbouw. Om die reden zal de treurwilg fors worden gesnoeid, zodat deze geen belemmering vormt voor de nieuwbouw. Aan de Voorstraat bevinden zich tevens een aantal bomen. Het gaat om vijf meidoorns, vijf trompetbomen en een esdoorn. Daarnaast staat er een kronkelwilg tussen de huidige bebouwing van de peuterspeelzaal en de bibliotheek. Aan de Hattemattestraat bevinden zich tevens een aantal bomen. Het gaat om drie zuilbeuken, drie berken, een sierkers, een blazenboom, een Servische spar en vier bolacacia’s. Het is nodig deze bomen te verwijderen ten behoeve van de nieuwbouw. Langs de randen van de parkeerplaats aan de Hattemattestraat staan enkele bomen. Naast het bestaande fietspad bevinden zich vijf bomen. Dit fietspad zal ten behoeve van de nieuwbouw iets worden verplaatst. Het is de bedoeling om, voorzover de aanwezige ruimte het toelaat, deze vijf bomen te verplaatsen. Indien de aanwezige ruimte dit niet toelaat, zullen deze bomen worden verwijderd. Ten behoeve van de nieuwbouw zal een tuinontwerp worden gemaakt waarin de nieuwe groenstructuren worden weergegeven. Daarin wordt met voorgaande rekening gehouden. Het fietspad dat ten zuidoosten van de sporthal loopt, blijft behouden. Het fietspad loopt vanuit het park tussen de parkeerplaats en het MFC door en komt dan uit op de Hattemattestraat. Omwille van de aanleg van het terras wordt het pad enigszins verlegd.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
17
PARKEREN
Langs de Voorstraat en langs de Hattemattestraat worden in totaal vier parkeervakken aangelegd. De twee parkeervakken aan de Voorstraat bestaan in totaal uit 14 parkeerplaatsen. De twee parkeervakken aan de Hattemattestraat bestaan in totaal uit 13 parkeerplaatsen. Daarnaast worden er voor de appartementen nog zes garageboxen en zes carports gerealiseerd. Het parkeerterrein aan de Hattemattestraat wordt niet gewijzigd. Dit terrein bestaat, evenals in de bestaande situatie, uit 58 parkeerplaatsen. Het totale aantal parkeerplaatsen in het plangebied bedraagt hiermee dus 94. In paragraaf 4.9 wordt ingegaan op de parkeerbehoefte van het MFC.
2.3
Beeldkwaliteitsparagraaf Aanleiding De voorgenomen bouw van een MFC op de hoek Voorstraat/Hattemattestraat. De huidige gebouwen; dorpshuis, peuterspeelzaal en bibliotheek worden afgebroken. De sporthal blijft staan en wordt opgenomen in het nieuwe bouwplan. Relatie met de welstandsnota Voor de gemeente Hardenberg is in 2002 de Welstandsnota ‘Gemeente Hardenberg voor altijd mooi’ vastgesteld. Door de functiewijziging in het plangebied verandert de ruimtelijke opzet van het gebied en zal het bestaande beeld ter plaatse ook aanzienlijk veranderen. Omdat een welstandnota niet voorziet in een dergelijke ingrijpende ruimtelijke verandering, is er voor gekozen de beeldkwaliteitseisen voor het plangebied expliciet in een aparte paragraaf in het bestemmingsplan op te nemen. In deze paragraaf zijn de toetsingscriteria, zoals genoemd in de welstandsnota, toegesneden op deze locatie. Deze paragraaf moet beschouwd worden als een aanvulling van de welstandsnota. Stedenbouwkundige analyse van de planlocatie in haar omgeving De planlocatie grenst aan het historisch dorpscentrum van Gramsbergen. Gramsbergen heeft een kern met een sterke en duidelijke identiteit. Het oude centrum van Gramsbergen ‘ademt’ nog het karakter van de dorpse, losse, informele sfeer van de historische nederzetting. Het toont een beeld en sfeer van geleidelijke groei met veel variatie in situering en architectuur. Kleinschalige panden, slingerende straatjes; kortom een pittoresk dorpshart. Deze identiteit (ruimtelijke kwaliteit) is vastgelegd in het recente bestemmingsplan Gramsbergen. Het oude centrum is in betreffend bestemmingsplan aangewezen als beschermd dorpsgezicht. De Voorstraat is een toegangsweg naar het dorpscentrum met een bepaalde verkeersfunctie. Aan de westzijde van deze straat staat een relatief grootschalig woongebouw (verzorgingstehuis, seniorenwoningen) in deels twee, drie en
18
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
vier bouwlagen zonder kap; de Gramsberger State. Het gebouw staat op enige afstand van de weg en heeft een stedelijke uitstraling. De Hattemattestraat is een dorpsstraat die wordt gekenmerkt door een menging van functies. De noordzijde heeft een pure woonfunctie. Aan de noordzijde staan meest twee-onder-een-kapwoningen in twee bouwlagen met kap. De zuidzijde heeft een maatschappelijke functie met openbare gebouwen en een fors parkeerterrein. Aan de zuidzijde staan de peuterspeelzaal, het dorpshuis, de school en het zwembad. Ten zuiden van de planlocatie ligt een (relatief groot) park met een vijver. De eerder genoemde maatschappelijke functies liggen met de achterkant naar dit park. Sociale controle ontbreekt daardoor. In dit park ligt een fietsroute die de Hattemattestraat verbindt met de Oostermaat. Stedenbouwkundige visie MFC plan Een bouwplan ontwikkelen dat zich voegt in de historische structuur van de oude kern. -
Architectuurbeeld; dorps, parcelering, stijlkenmerken van ‘dorps’ Gramsbergen.
Een
duidelijke
architectonische
afwijking/scheiding
van/met het naastgelegen verzorgingstehuis dat een stedelijke uitstraling heeft. -
Voorgevelrooilijn Voorstraat bij voorkeur op minimaal 10 m vanaf de
-
Voorgevelrooilijn Voorstraat gesloten, wel duidelijk ritme in de gevel.
-
Voorgevelrooilijn Hattemattestraat inspringend (geleding). Relatie met
-
Bouwhoogte maximaal twee à drie bouwlagen met daarboven eventueel
-
Gevels aan de Voorstraat, Hattemattestraat maar ook aan de parkzijde
straat.
ritme dorpse woningbouw aan overzijde. een kapvorm. en aan de fietsroute ontwerpen als voorkantsituatie; geen gesloten gevels. -
Sociale controle richting park.
-
Groenstructuur centrumroute primair.
Beeldkwaliteitsaspecten -
Architectuurbeeld; grote kappen op de tweede bouwlaag.
-
Eigen identiteit.
-
Materialisering; baksteen basement met een lichte opbouw.
-
De baksteenkleuren dienen tevens de kleurbepalende elementen te zijn.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
19
3
B e l e i d
3.1
Provinciaal beleid De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 de Omgevingsvisie vastgesteld. In
OMGEVINGSVISIE OVERIJS-
dit integrale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving, waarin het streekplan,
SEL
het verkeers- en vervoerplan, het waterhuishoudingsplan en het milieubeleidsplan zijn samengevoegd, geeft de provincie de richting aan voor de ontwikkeling van Overijssel tot 2020 en verder. De hoofdambitie in de Omgevingsvisie is 'een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden'. Leidend voor de beleidskeuzes die op dit gebied worden gemaakt, zijn de thema's duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. In het provinciaal beleid staat het uitvoeringsmodel centraal. Bij dit model
UITVOERINGSMODEL
draait het om drie vragen. De eerste vraag is of een ontwikkeling wenselijk is. Hierbij zijn de generieke beleidskeuzes van belang. De tweede vraag is waar de ontwikkeling kan plaatsvinden. Hierbij is het ontwikkelingsperspectief van een locatie van belang. De derde en laatste vraag is hoe de ontwikkeling wordt ingepast in het landschap. Hierbij zijn de gebiedskenmerken van belang. In het navolgende wordt ingegaan op deze drie vragen. De provincie geeft bij de generieke beleidskeuzes aan dat voor gebiedsontwik-
GENERIEKE BELEIDSKEUZES
keling op het gebied van woningbouw en voorzieningen de zogenaamde SERladder moet worden doorlopen. Op basis van de SER-ladder worden ruimtelijke keuzes in een hiërarchische volgorde gemaakt en onderbouwd. De SER-ladder houdt in dat bij gebiedsontwikkeling eerst moet worden gekeken naar de ruimte die al voor een bepaalde functie beschikbaar is gesteld of die door herstructurering beschikbaar kan worden gesteld. Daarna kan worden gekeken naar de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen. Pas als deze eerste twee opties zijn doorlopen, kan worden gekeken naar het in gebruik nemen van nieuwe terreinen. Het plangebied is in de bestaande situatie ook al in gebruik als dorpshuis, peuterspeelzaal en bibliotheek. Deze drie functies worden in de toekomstige situatie weer in het MFC gevestigd en voor deze drie functies geldt dus dat gebruik wordt gemaakt van ruimte die al beschikbaar is gesteld. Er is voor nieuwbouw gekozen, omdat de bestaande gebouwen niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. Daarnaast komen er in de toekomstige situatie een aantal nieuwe functies in het plangebied. Hierdoor is er sprake van een toename van de ruimteproductiviteit. Door het toevoegen van deze functies ontstaat een cluster van voorzieningen op een locatie dicht bij het centrum.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
21
De nieuwbouw voldoet hiermee aan de SER-ladder, want voor een deel wordt gebruikgemaakt van de bestaande ruimte en voor een deel is er sprake van verhoging van de ruimteproductiviteit. ONTWIKKELINGSPERSPEC-
In de Omgevingsvisie wordt een ontwikkelingsvisie voor de hele provincie Over-
TIEF
ijssel gegeven. Dit doet de provincie aan de hand van twee ontwikkelingsperspectieven, één voor de stedelijke omgeving en één voor de groene omgeving. De ontwikkelingsperspectieven geven richting aan wat waar kan worden ontwikkeld. Het plangebied valt onder het ontwikkelingsperspectief voor de stedelijke omgeving. In de Omgevingsvisie is opgenomen dat het in de stedelijke omgeving de uitdaging is om de economische centra bereikbaar te houden en om door herstructurering de kwaliteit van woonomgevingen en bedrijfslocaties te vergroten. De stedelijke omgeving wordt door de provincie weer onderverdeeld in twee ontwikkelingsperspectieven. Voor Gramsbergen geldt het ontwikkelingsperspectief 'dorpen en kernen als veelzijdige leefmilieus'. Binnen dit ontwikkelingsperspectief is ruimte voor een veelzijdige mix van woon- en werkmilieus, elk met een eigen karakteristiek. Het plangebied wordt door de provincie aangeduid als een woonwijk. Hierbinnen wordt ruimte geboden voor herstructurering, inbreiding en transformatie naar diverse woon-, werkmilieus en gemengde stadmilieus. De bouw van het MFC en de appartementen past dus binnen het ontwikkelingsperspectief.
GEBIEDSKENMERKEN
Bij de vraag hoe de ontwikkeling dient te worden ingepast in het landschap wordt een lagenbenadering gehanteerd. In totaal zijn er vier lagen. Bij de natuurlijke laag valt het plangebied in twee lagen, namelijk 'beekdalen en natte laagtes' en 'dekzandvlakte en ruggen'. De ambitie van de provincie bij deze lagen is om de beekdalen als functionele en ruimtelijk dragende structuren in het landschap vorm te geven en om de verschillen tussen hoog en laag en droog en nat functioneel meer sturend en beleefbaar te maken. Gezien het feit dat het plangebied een bebouwde locatie betreft, kan hier niet bij worden aangesloten. Bij de laag van het agrarisch cultuurlandschap valt het plangebied in de laag 'essenlandschap'. De ambitie van de provincie is om de es als ruimtelijke eenheid te behouden en om de contrasten tussen de verschillende landschapsonderdelen te versterken. Aangezien het plangebied niet meer in gebruik is als agrarisch gebied kan hier niet bij worden aangesloten. De stedelijke laag is 'bebouwing woonwijken 1955-nu'. De provincie geeft hierbij aan dat herstructurering van de naoorlogse wijken een belangrijke opgave voor vitale steden is. Als er ontwikkelingen plaatsvinden in deze wijken dan voegt de nieuwe bebouwing zich in de aard, de maat en het karakter van het grotere geheel, maar is als onderdeel daarvan wel herkenbaar. Het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan deze eis. Het plangebied valt niet onder de vierde laag, de lust- en leisurelaag. Zoals uit het voorgaande blijkt, is bij de toekomstige inrichting van het plangebied daar waar mogelijk aangesloten bij de gebiedskenmerken.
22
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
Voor de bouw van het MFC en de appartementen in het plangebied zijn naast het uitvoeringsmodel nog een aantal andere beleidspunten uit de Omgevingsvisie van belang. Deze punten worden hierna kort behandeld. Ten aanzien van voorzieningen in de stedelijke omgeving is in de Omgevingsvi-
VOORZIENINGEN
sie opgenomen dat de provincie inzet op het behouden en versterken van de leefbaarheid in steden en dorpen door te sturen op de concentratie van voorzieningen en het stimuleren van herstructurering. De provincie geeft aan dat het in dorpen en kernen gaat om de beschikbaarheid van een basisniveau aan voorzieningen. De kwaliteit van de openbare ruimte is hierbij een belangrijk aandachtspunt. De provincie staat in dorpen en kernen woningbouw voor de lokale behoefte toe om zodoende het draagvlak voor deze voorzieningen te behouden. Wat betreft wonen is de ambitie van de provincie aantrekkelijke en gevarieer-
WONEN
de woonmilieus die voorzien in de woonvraag. Hierbij moet nu en in de toekomst voldoende ruimte zijn voor de huisvesting van alle doelgroepen. Deze woningbouw kan plaatsvinden in binnensteden, stadsranden, grote en kleine dorpen. Hierbij wordt de kwaliteit van de woonomgeving hoog gewaardeerd. In de Omgevingsvisie wordt extra nadruk gelegd op het belang van herstructu-
HERSTRUCTURERING
rering. Door meer aandacht voor herstructurering wil de provincie inzetten op een breed spectrum aan woon-, werk- en mixmilieus. De nieuwbouw van het MFC en de appartementen past binnen het provinciaal
TOETSING AAN HET PRO-
beleid. De nieuwbouw past binnen het uitvoeringsmodel van de provincie Over-
VINCIAAL BELEID
ijssel, er wordt immers voldaan aan de SER-ladder en de ontwikkeling past binnen het ontwikkelingsperspectief. Daar waar dit mogelijk is, is bovendien aangesloten bij de gebiedskenmerken. Daarnaast dragen de voorzieningen in het MFC bij aan het behouden en versterken van de leefbaarheid in Gramsbergen en dragen de appartementen bij aan het in stand houden van een gevarieerd woonmilieu.
3.2
Gemeentelijk beleid De gemeenteraad heeft op 27 mei 2004 de toekomstvisie 'Hardenberg stapt
TOEKOMSTVISIE
stevig op de toekomst af' vastgesteld. Deze toekomstvisie kent drie doelstellingen: -
samenhang in diverse gemeentelijke beleidsvelden ondersteunen;
-
een helder profiel naar buiten toe creëren;
-
strategische politieke keuzes maken.
In de toekomstvisie wordt per thema een ontwikkelingsrichting voor de gemeente Hardenberg gegeven. Voor het plangebied zijn de thema's wonen en voorzieningen van belang.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
23
Ten aanzien van wonen is opgenomen dat woningbouw plaatsvindt bij grote en kleine kernen op basis van de behoefte van de eigen bevolking. Hierbij wordt de voorkeur gegeven aan inbreiding. Ten aanzien van voorzieningen is opgenomen dat de gemeente goede en eigentijdse voorzieningen in de kernen belangrijk vindt en dat de behoefte aan voorzieningen in de eigen kern groot is. Hierbij zijn de betrokkenheid van inwoners en particulier initiatief het uitgangspunt. Om de kwaliteit en de duurzaamheid van de voorzieningen te kunnen waarborgen, zijn bundeling en samenwerking van belang. WOONPLAN
De gemeenteraad heeft op 8 januari 2008 het woonplan 'Duurzaam wonen in Hardenberg' vastgesteld. Uitgangspunt van het woonplan is dat de gemeente Hardenberg een landelijke, groene gemeente wil blijven waar het duurzaam en veilig wonen is. De gemeente wil allereerst voldoende woonmogelijkheden bieden aan de eigen inwoners, maar omdat de gemeente een belangrijke regionale functie vervult op het gebied van wonen, wil zij tevens voldoende woningen bieden voor mensen van buiten Hardenberg die er willen komen wonen. De gemeente heeft hierbij vier beleidsdoelen, namelijk: -
er wordt gestreefd naar een gedifferentieerde leeftijdsopbouw. Om dit te bereiken, wil de gemeente vooral jongeren, starters en vermogende mensen aantrekken;
-
de gemeente besteedt extra aandacht aan de kwalitatieve woonvraag van een aantal doelgroepen. Deze doelgroepen zijn onder andere: ouderen, statushouders en mensen met een beperking;
-
de gemeente streeft ernaar om op lange termijn klimaatneutraal te zijn, daarom wordt aandacht besteed aan duurzaam bouwen en energiebesparing;
-
de gemeente wil de regie nemen op de programmering en segmentering van de toekomstige woningbouw.
De gemeente wil de regie op de woningbouw nemen en wil bouwen voor de behoefte. Daarom is in het woonplan ook een nieuwbouwprogramma opgenomen voor de periode 2008-2012. In totaal kiest de gemeente voor een programma van 300 woningen per jaar. Deze woningen worden onderverdeeld in koop- en huurwoningen en eengezins- en meergezinswoningen. In dit nieuwbouwprogramma valt Gramsbergen, samen met Bergentheim, Slagharen en Balkbrug, onder de 'grotere kernen'. De appartementen in het plangebied vallen in de categorie meergezinskoopwoningen. Hiervan kunnen er op basis van het nieuwbouwprogramma in alle vier de grote kernen samen per jaar acht worden gebouwd. TOETSING AAN GEMEENTE-
De bouw van het MFC past binnen het beleid van de gemeente Hardenberg.
LIJK BELEID
Het MFC leidt immers tot het bereiken van een van de doelstellingen uit de toekomstvisie, namelijk een bundeling van goede en eigentijdse voorzieningen. De appartementen worden binnen de bestaande kern van Gramsbergen gebouwd, leveren een bijdrage aan het bieden van voldoende woonmogelijkhe-
24
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
den en passen binnen het woningbouwprogramma dat door de gemeente is opgesteld. Hiermee passen ook de appartementen binnen het gemeentelijke beleid.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
25
4
O n d e r z o e k e n
4.1
Milieuzonering Milieuaspecten worden weliswaar geregeld via de daartoe geëigende wetgeving, maar daar waar het de ruimtelijke ordening raakt, dient met deze aspecten rekening te worden gehouden. Het gaat dan met name om de situering van woningen ten opzichte van milieuhinderlijke inrichtingen. Om te bepalen welke afstanden dienen te worden aangehouden, is de VNG-
BEDRIJVEN EN MILIEUZO-
publicatie Bedrijven en Milieuzonering (2009) geraadpleegd. In deze brochure
NERING
staan richtafstanden van bedrijven tot bebouwing aangegeven. Deze richtafstanden hebben betrekking op de onderdelen geluid, geur, stof en gevaar. In de handreiking geeft de VNG aan dat de gegeven afstanden in het algemeen richtafstanden zijn en geen harde afstandseisen, wat betekent dat geringe afwijkingen in de lokale situatie mogelijk zijn. Het is echter wel aan te raden deze afwijkingen te benoemen en te motiveren. Daarnaast geeft de VNG aan dat in gebieden waar sprake is van functiemenging de richtafstanden met één afstandsstap mogen worden verlaagd. Het plangebied en de omgeving kunnen vanwege de aanwezigheid van meerdere functies (woningen, maatschappelijke functies en de ligging nabij het centrum) worden aangeduid als een gemengd gebied. De in deze paragraaf genoemde richtafstanden zijn dan ook met één afstandsstap verlaagd. In tabel 1 zijn de inrichtingen opgenomen die in het plangebied en in de omge-
ONDERZOEK
ving van het plangebied liggen1. Aangezien het gaat om de situering van woningen ten opzichte van de inrichtingen zijn tevens de afstanden tussen de nieuwe appartementen en de milieuhinderlijke inrichtingen in de tabel opgenomen. Tabel 1. Inrichtingen in het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied2 Inrichting
Ligging ten opzichte van de appar-
Richtafstand VNG
tementen in het plangebied Verzorgingstehuis Basisschool
Circa 40 m ten noordwesten Circa 110 m ten oosten
10 m (geluid) 10 m (geluid)
Zwembad
Circa 50 m ten zuidoosten
10 m (geur), 100 m (geluid)
Sporthal Peuterspeelzaal
Circa 20 m ten oosten Circa 5 m ten oosten
30 m (geluid) 10 m (geluid)
1
Die inrichtingen waarvan alle richtafstanden, nadat deze met één stap zijn verlaagd, 0 m bedragen zijn niet in deze tabel opgenomen.
2
Een peuterspeelzaal en een dorpshuis worden door de VNG niet specifiek benoemd, voor deze beide inrichtingen is gebruikgemaakt van de richtafstand voor respectievelijk een kinderopvang en buurt- en clubhuizen.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
27
Inrichting
Ligging ten opzichte van de appartementen in het plangebied
Richtafstand VNG
Dorpshuis
Circa 30 m ten oosten
10 m (geluid)
Zoals uit tabel 1 blijkt, vallen de appartementen binnen de richtafstand voor het onderdeel geluid van het zwembad, de sporthal en de peuterspeelzaal. In het navolgende wordt apart ingegaan op deze drie inrichtingen. ZWEMBAD
Zowel ten zuiden, ten oosten als ten noorden van het zwembad liggen in de bestaande situatie binnen de richtafstand voor geluid (100 m) van het zwembad al een aantal woningen. In de bestaande situatie leidt deze ligging niet tot overlast. Gezien het feit dat de nieuwe appartementen iets verder van het zwembad af liggen als de bestaande woningen, is het aannemelijk dat er geen onevenredige overlast ontstaat indien voor de voorgenomen situering wordt afgeweken van de richtafstand.
SPORTHAL
De sporthal heeft een richtafstand van 30 m voor het onderdeel geluid. Het is aannemelijk dat de meeste geluidsoverlast wordt veroorzaakt door bezoekers van de sporthal. Deze overlast concentreert zich derhalve op de parkeerplaats aan de oostzijde van het plangebied. Deze parkeerplaats ligt op meer dan 30 m van de appartementen. Hiermee is het aannemelijk dat de geluidsoverlast door de sporthal niet tot onevenredige overlast leidt indien wordt afgeweken van de richtafstand.
PEUTERSPEELZAAL
De peuterspeelzaal heeft een richtafstand van 10 m voor het onderdeel geluid. De geluidsoverlast concentreert zich bij de speelplaats van de kinderen. Hierbij is van belang dat het Activiteitenbesluit sinds 1 januari 2010 is aangepast waardoor bij het bepalen van het geluidsniveau van een school het stemgeluid van spelende kinderen niet meer hoeft te worden meegenomen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt er hier echter toch aandacht aan besteed. De overlast wordt voornamelijk veroorzaakt door spelende kinderen. De overlast blijft dan ook beperkt tot de periode dat de kinderen buiten spelen, dit is slechts een beperkt gedeelte van de dag. Daarnaast is bij het ontwerp van het gebouw rekening gehouden met de eventuele overlast. De voorzijde van de appartementen aan de Voorstraat. Op basis van het voorgaande is het aannemelijk dat de geluidsoverlast door de peuterspeelzaal niet tot onevenredige overlast leidt. Hiermee kan dus van de richtafstand worden afgeweken. Daarnaast is het van belang om na te gaan of de inrichtingen in het plangebied invloed hebben op de woningen in de omgeving. Zoals uit tabel 1 blijkt, hebben wat betreft de inrichtingen die in het MFC worden gevestigd alleen de peuterspeelzaal en het dorpshuis een richtafstand. Deze bedraagt voor beide 10 m voor het onderdeel geluid. De woningen aan de noordzijde van de Hattemattestraat liggen op meer dan 10 m afstand van het dorpshuis en de peuterspeelzaal. Hiermee wordt dus voldaan aan de richtafstanden.
28
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
De appartementen liggen binnen de richtafstanden van het zwembad, de
CONCLUSIE
sporthal en de peuterspeelzaal. Zoals uit het voorgaande blijkt, is het echter aannemelijk dat dit niet tot onevenredige overlast leidt, waardoor van de richtafstanden kan worden afgeweken. Daarnaast liggen de inrichtingen in het plangebied op voldoende afstand van de bestaande woningen, waardoor op dit punt aan de richtafstanden wordt voldaan.
4.2
Bodem De procedure voor het verlenen van omgevingsvergunningen schrijft voor dat voordat met bouwwerkzaamheden wordt begonnen, onderzoek naar eventuele bodem- en grondwaterverontreiniging moet zijn uitgevoerd. Als blijkt dat de milieuhygiënische gesteldheid van de bodem geen beletsel vormt voor de beoogde bestemming, zal een bodemgeschiktheidsverklaring worden afgegeven. Als er wel bodemverontreiniging aan het licht komt, kunnen saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn. Door DHV B.V. is een verkennend bodemonderzoek3 uitgevoerd. Uit het historisch onderzoek dat ten behoeve van het verkennend bodemonderzoek in 2010 is uitgevoerd, blijkt dat tijdens een eerder bodemonderzoek op de locatie een sterke verontreiniging met cadmium in de bovengrond is aangetoond. Naar aanleiding hiervan heeft een nader onderzoek plaatsgevonden4. Op basis van beide onderzoeken kan worden vastgesteld dat de ondergrond geen belemmering vormt voor het realiseren van de gewenste bestemmingen. Indien grond van de locatie wordt afgevoerd, volstaat het uitgevoerde onderzoek niet en dient formeel een onderzoek conform het Besluit bodemkwaliteit te worden uitgevoerd. De door DHV B.V. uitgevoerde onderzoeken zijn separaat raadpleegbaar.
4.3
Water In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht ruimtelijke plannen te 'toetsen op water', de zogenaamde Watertoets. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten.
3
Verkennend bodemonderzoek Multifunctioneel Centrum te Gramsbergen uitgevoerd door
4
Nader bodemkundig onderzoek Multifunctioneel Centrum Gramsbergen, DHV, registratienummer: MD-DE20100236, augustus 2010.
DHV B.V., registratienummer MD-DE20100073, d.d. 3 mei 2010.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
29
Het plangebied valt in het beheergebied van het Waterschap Velt en Vecht. Het hemelwater uit het plangebied wordt momenteel al deels afgevoerd via een separate HWA in de Hattemattestraat welke rechtstreeks loost op de vijver. In de nieuwe situatie wordt een aanvullende HWA gelegd langs de noordwestzijde van het plan, aangezien de capaciteit van de bestaande HWA te gering is voor deze uitbreiding en vanwege de hoogteligging van het terrein. Met het oog op de onderhoudsaspecten wordt er voor gekozen het hemelwater niet bovengronds af te voeren en geen infiltratievoorzieningen op te nemen. Op 10 juni 2010 is via de website de watertoets verstuurd. Op 19 juni 2010 is hierop een reactie van het waterschap ontvangen waarin wordt aangegeven dat bovengrondse afvoer van regenwater en infiltratie de voorkeur genieten. Gelet het feit dat gedeeltelijk gebruik wordt gemaakt van een bestaande HWA die rechtstreeks loost op de vijver en de onderhoudsgevoeligheid van bovengrondse afvoer in de directe nabijheid van het gebouw, kan in onderhavige situatie niet aan deze voorkeur worden tegemoetgekomen. Voor de bergingscapaciteit van de vijver wordt opgemerkt dat inmiddels is gebleken dat stroomafvaarts voldoende bergingscapaciteit aanwezig is. Hierover is aanvullend met het waterschap gecommuniceerd. In het kader van het vooroverleg is op 17 december 2010 per e-mail bericht ontvangen van het Waterschap Velt en Vecht dat het waterschap geen bezwaar heeft tegen het plan De aanbevelingen met betrekking tot de hoogteligging van de verdiepingsvloer (30 cm boven de weg) en de toe te passen materialen voor het hemelwater (geen uitlogende materialen) worden ter harte genomen.
4.4
Wegverkeerslawaai Dit plan biedt onder andere de mogelijkheid tot het realiseren van een aantal voorzieningen in de zorgsector en een aantal appartementen (woningen). De Wet geluidhinder beschouwt woningen en gezondheidszorggebouwen als zogenaamde geluidsgevoelig objecten. Onderzocht dient te worden of de betreffende gebouwen moeten worden getoetst aan de eisen van de Wet geluidhinder. In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones, met uitzondering van die wegen waar een maximumsnelheid van 30 km per uur geldt en die wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied. In het geval van geluidgevoelige nieuwbouw binnen de zone dient akoestisch onderzoek plaats te vinden. In de directe omgeving van het plangebied lopen de Voorstraat en de Hattemattestraat. Voor deze beide wegen geldt in de omgeving van het plangebied een snelheidsregime van 30 km/uur. Het plangebied ligt hiermee dus in een gebied dat als 30 km/uur-zone is aangewezen. De wegen in de omgeving van het plangebied zijn hier ook naar ingericht.
30
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
Op grond van het vorenstaande vormt het wegverkeerslawaai geen belemme-
CONCLUSIE
ring voor de voorgenomen ontwikkeling en is het niet noodzakelijk om voor het voorliggende bestemmingsplan een akoestisch onderzoek uit te voeren.
4.5
Luchtkwaliteit Sinds mei 2008 is er een nieuwe EU-richtlijn 2008/50/EG betreffende de lucht-
REGELGEVING EUROPA
kwaliteit en schonere lucht voor Europa. Deze nieuwe richtlijn vervangt de tot dan toe geldende EU-richtlijnen betreffende de luchtkwaliteit (behalve de 4e dochterrichtlijn). Ten opzichte van de vorige regelgeving zijn onder ander de volgende zaken gewijzigd: -
die locaties waarop de regelgeving van toepassing is;
-
de definitie van natuurlijke bronnen;
-
mogelijkheden tot uitstel.
De Nederlandse regelgeving voor de luchtkwaliteit is aan deze nieuwe richtlijn aangepast. Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmple-
REGELGEVING NEDERLAND
menteerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing) en 'locaties waartoe leden van het publiek gewoonlijk geen toegang hebben'. Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer
NSL/NIBM
in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. De ministerraad heeft op voorstel van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m³ NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
31
BESTEMMINGSPLAN
Als toegevoegde functies, naast de te handhaven functies, biedt het plan de mogelijkheid tot de realisatie van een huisartsenpraktijk, een praktijk voor fysiotherapie, zes appartementen en een kantoor voor thuiszorg. Op basis van de CROW-publicaties nrs. 256 'Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden' (oktober 2007) en 272 'Verkeersgeneratie voorzieningen (december 2008) is de ritproductie van deze nieuwe functies in de navolgende tabel bepaald. Ritproductie nieuwe functies Functie
Eenheid
Aantal/grootte
Ritten/eenheid
Aantal ritten
Huisartsenpraktijk
Arts
4
21.4
86
Praktijk voor fysiotherapie
Fysiotherapeut
4
15.5
62
Appartementen
Aantal
6
7
42
Thuiszorg
100 m2 bvo
217 m2 bvo
9
Totaal aantal ritten
NIBM-TOOL
20 210
Voor kleinere ruimtelijke plannen en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in samenwerking met InfoMil de nibm-tool 3-8-2009 ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO2 en PM10 bepaald.
Uit de berekeningen met de nibm-tool blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 µg/m³ NO2 of PM10) niet overschrijdt. Het project moet derhalve worden beschouwd als een nibm-project. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven.
32
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
4.6
Externe veiligheid 4 . 6 . 1
Inrichtingen
In oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking
BEVI
getreden. Dit besluit geeft grenswaarden voor nieuwe en bestaande situaties ten aanzien van het plaatsgebonden risico van inrichtingen waarin bepaalde gevaarlijke stoffen worden gebruikt, opgeslagen of geproduceerd. Deze grenswaarde wordt uitgedrukt in de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Onder kwetsbare objecten worden bijvoorbeeld woningen verstaan, terwijl met beperkt kwetsbare objecten wordt gedoeld op bijvoorbeeld kantoren en hotels. Daarnaast gaat het Bevi in op het groepsrisico. Hierbij gaat het om de kans per jaar dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang slachtoffer wordt van een ongeval in een inrichting. In het Bevi wordt het groepsrisico gedefinieerd als de (cumulatieve) kans dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als direct gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van de inrichting (tot waar nog dodelijke slachtoffers kunnen vallen). Het groepsrisico wordt bepaald door het aantal aanwezige personen in het invloedsgebied te vergelijken met de oriënterende waarde (cumulatieve kans). Wanneer de oriënterende waarde wordt overschreden of de nieuwe ontwikkeling een verhoging van het groepsrisico met zich meebrengt, dient een verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden. Bovendien heeft de gemeente Hardenberg zelf een externe veiligheidsvisie
EXTERNE VEILIGHEIDSVISIE
opgesteld. In deze visie wordt onder andere aangegeven hoe met het aspect
GEMEENTE HARDENBERG
externe veiligheid dient te worden omgegaan bij ruimtelijke plannen. Om te bepalen of in de nabijheid van het plangebied risicovolle inrichtingen
ONDERZOEK
aanwezig zijn die de ontwikkelingen in het plangebied belemmeren, is de risicokaart van de provincie Overijssel geraadpleegd. Hieruit blijkt dat er in de omgeving van het plangebied een aantal inrichtingen aanwezig zijn. Aan de oostzijde grenst het plangebied aan het buitenzwembad De Hattemat. Dit zwembad is geen Bevi-inrichting, maar is opgenomen op de risicokaart vanwege de opslag van chloorbleekloog en zwavelzuur. Hierdoor valt deze inrichting onder de drempelwaardenlijst. Deze lijst bevat categorieën van bedrijven die over het algemeen een kleiner extern veiligheidsrisico met zich meebrengen dan de bedrijven die onder het Bevi vallen.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
33
Gezien het voorgaande is voor het zwembad op de risicokaart alleen een plaatsgebonden risicocontour (10-6) van 60 m (gerekend vanaf de bron) opgenomen. Deze contour ligt buiten het plangebied. Oosterveen's Hobbycentrum ligt circa 500 m ten oosten van het plangebied, aan de Anerdijk 20. Dit centrum beschikt over een lpg-installatie. De grootste plaatsgebonden risicocontour (10-6) van deze installatie bedraagt 35 m, het effectgebied voor het groepsrisico is 150 m. De plaatsgebonden risicocontouren en het effectgebied voor het groepsrisico vallen buiten het plangebied. Ten slotte geeft de risicokaart aan dat er ten oosten van het plangebied nog twee inrichtingen zijn gesitueerd. De eerste, recreatiecentrum 't Hoge Holt, ligt circa 450 ten zuidoosten van het plangebied. Deze inrichting heeft alleen een plaatsgebonden risicocontour (10-6) van 60 m. De tweede inrichting, Loko Gramsbergen b.v., ligt circa 590 m ten noordoosten van het plangebied. Deze inrichting heeft alleen een plaatsgebonden risicocontour (10-6) van 30 m. Deze contouren vallen buiten het plangebied. CONCLUSIE
Zoals uit het voorgaande blijkt, vallen de plaatsgebonden risicocontouren (10-6) en het eventuele invloedsgebied van het groepsrisico van de inrichtingen in de omgeving van het plangebied niet binnen het plangebied, waardoor deze inrichtingen geen belemmeringen vormen voor de bouw van het MFC en de appartementen. 4 . 6 . 2
Vervoer van gevaarlijke stoffen
Het thema vervoer van gevaarlijke stoffen kan worden onderverdeeld in wegen, spoor en water. Net als bij inrichtingen gelden voor het bepalen van de externe veiligheidssituatie het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. De wegen, spoorlijnen en waterwegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt en waarbij een plaatsgebonden risico en/of groepsrisico aanwezig zijn, zijn opgenomen in de Risicoatlassen. Daarnaast heeft de gemeente op 28 mei 2005 de routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen de gemeente vastgesteld. Wegen De N34 loopt circa 900 m ten noordwesten van het plangebied. Uit de externe veiligheidsvisie van de gemeente blijkt dat deze weg is aangewezen als route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. In de externe veiligheidsvisie van de gemeente Hardenberg is opgenomen dat in principe geen beperkingen aan het ruimtegebruik hoeven te worden gesteld in het gebied dat op meer dan 200 m van een voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aangewezen route ligt. Het plangebied ligt op meer dan 200 m van de N34 en hiermee levert deze weg dus geen beperkingen op voor de bouw van het MFC en de appartementen.
34
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
Water De Vecht loopt circa 290 m ten noordwesten van het plangebied en het kanaal Almelo - De Haandrik loopt circa 310 m ten oosten van het plangebied. In de externe veiligheidsvisie van de gemeente Hardenberg is aangeven dat er binnen de gemeente geen waterweg aanwezig is waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Deze beiden waterwegen vormen hiermee dan ook geen belemmering voor de nieuwbouw van het MFC en de appartementen. Spoor De spoorlijn Zwolle-Emmen loopt circa 260 m ten zuidoosten van het plangebied. In de externe veiligheidsvisie van de gemeente is opgenomen dat er in verband met het bestemmingsplan voor de stationsomgeving onderzoek is gedaan naar de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor in de gemeente Hardenberg. Hieruit komt naar voren dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor niet zorgt voor een aandachtspunt met betrekking tot de externe veiligheid. Het vervoer van gevaarlijke stoffen per weg, water en spoor leidt niet tot be-
CONCLUSIE
lemmeringen voor de bouw van het MFC en de appartementen. 4 . 6 . 3
Buisleidingen
Op aardgastransportleidingen is thans de regelgeving uit de Circulaire 'Trans-
REGELGEVING
port langs hogedruk aardgastransportleidingen' (1984) van toepassing. In deze regelgeving wordt uitgegaan van bebouwings- en toetsingsafstanden. Het streven is om bij de realisatie van woonbebouwing en overige objecten de toetsingsafstanden aan te houden. Planologische, technische en economische belangen kunnen leiden tot het aanhouden van een kleinere afstand dan de toetsingsafstand. Hierbij dient echter ten minste te worden voldaan aan de geldende bebouwingsafstanden (waarbinnen geen bebouwing mag worden opgericht). Op dit moment is het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bezig met het vernieuwen van het externe veiligheidsbeleid rondom aardgasleidingen (het Besluit externe veiligheid buisleidingen, Bevb). Deze nieuwe wetgeving en de bijbehorende nieuwe afstanden (voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico) zijn nog niet definitief vastgesteld. Wel dient met deze aspecten rekening te worden gehouden bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De risicokaart geeft tevens de ligging van buisleidingen weer. Hieruit blijkt dat
ONDERZOEK
de dichtstbijzijnde leiding circa 1.300 m ten zuidoosten van het plangebied ligt. Gezien deze afstand vormt deze buisleiding geen belemmering voor de bouw van de appartementen en het MFC in het plangebied.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
35
4.7
Archeologie Archeologische (verwachtings)waarden dienen vanwege de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz, 1 september 2007) en de op grond daarvan gewijzigde Monumentenwet 1988 te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Doel van de Wet op de archeologische monumentenzorg is namelijk: 'bescherming van aanwezige en te verwachten archeologische waarden door het reguleren van bodemverstorende activiteiten'. Bij het opstellen en het uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. ONDERZOEK
Om te bepalen of in het plangebied archeologische waarden aanwezig zijn, is door De Steekproef een archeologisch onderzoek5 uitgevoerd. Dit onderzoek komt tot de conclusie dat het veldonderzoek geen aanwijzingen voor archeologische waarden heeft opgeleverd. Het archeologische verwachtingsmodel dat archeologische waarden aanwezig kunnen zijn uit vrijwel alle archeologische periodes wordt niet bevestigd. Op basis van deze resultaten wordt geadviseerd om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen. Indien bij graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dan dienen deze conform de Monumentenwet 1988 direct te worden gemeld bij de gemeente Hardenberg. Het door De Steekproef uitgevoerde onderzoek is separaat raadpleegbaar.
4.8
Ecologie WET- EN REGELGEVING
Voor het bestemmingsplan is het conform artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) noodzakelijk aandacht te besteden aan de natuurwet- en -regelgeving. Er dient onder meer te worden aangegeven of er als gevolg van de plannen vergunningen of ontheffingen noodzakelijk zijn en zo ja, of deze kunnen worden verkregen.
NATUURWAARDEN
Met betrekking tot het voorgaande is een natuurwaardenonderzoek uitgevoerd (Advies Natuurwaarden Gramsbergen MFC, BügelHajema Adviseurs, 2010). Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek en een veldbezoek en gaat zowel in op soortenbescherming (Flora- en faunawet) als op gebiedsbescherming (Natuurbeschermingswet 1998 en Ecologische Hoofdstructuur). Het na5
Gramsbergen, Hattemattestraat (Gemeente Hardenberg, Ov.), Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek, opgesteld door De Steekproef, Steekproefrapportnummer 201004/09 d.d. mei 2010.
36
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
tuurwaardenonderzoek is separaat raadpleegbaar. De conclusies worden hieronder kort beschreven. 4 . 8 . 1
Beschermde gebieden
Op 1 oktober 2005 is de Natuurbeschermingswet 1998 van kracht geworden die
NATUURBESCHERMINGS-
de gebiedsbescherming van nationaal begrensde natuurgebieden bundelt. Hier-
WET 1998
in zijn de bepalingen vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn verwerkt. Onder deze wet worden drie typen gebieden aangewezen en beschermd: Natura 2000-gebieden, staatsnatuurmonumenten en beschermde natuurmonumenten en Wetlands. Verder is deze wet de basis voor het nationale Natuurbeleidsplan waarin de Ecologische Hoofdstructuur is geregeld. De Ecologische Hoofdstructuur is een samenhangend netwerk van bestaande en
ECOLOGISCHE HOOFD-
nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland en vormt de basis
STRUCTUUR
voor het natuurbeleid. De Ecologische Hoofdstructuur is als beleidsdoel opgenomen in de Nota Ruimte en de Omgevingsvisie Overijssel 2009. Beschermde gebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de
CONCLUSIE
Ecologische Hoofdstructuur liggen op ruime afstand van het plangebied en zijn hiervan gescheiden door bebouwing en infrastructuur. Gezien de aard van de ingrepen zijn geen negatieve effecten op deze gebieden te verwachten. Voor deze activiteit is daarom geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. De activiteit is op het punt van natuur niet in strijd met de Omgevingsvisie Overijssel. 4 . 8 . 2
Beschermde soorten
Met ingang van 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Het
FLORA- EN FAUNAWET
soortenbeleid uit de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992 van de Europese Unie is hiermee in de nationale wetgeving verwerkt. Achter de Flora- en faunawet staat het idee van de zorgplicht voor in het wild levende beschermde dieren en planten en hun leefomgeving. Beschermde soorten worden opgesomd in de 'lijsten beschermde inheemse planten- en diersoorten'. De Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 75 van de Flora- en faunawet van 23 februari 2005, kent een driedeling voor het beschermingsniveau van planten- en diersoorten (licht beschermd, middelzwaar beschermd en streng beschermd). Uit het onderzoek komt naar voren dat het plangebied een zeer beperkte na-
CONCLUSIE
tuurwaarde kent. Wanneer bij het uitvoeren van de werkzaamheden rekening wordt gehouden met het broedseizoen van vogels (zie voorwaarden paragraaf 4.4 Advies Natuurwaarden Gramsbergen MFC, BügelHajema Adviseurs, 2010) worden geen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
37
Voor de aanwezige licht beschermde soorten geldt een vrijstelling van de verboden in het geval van ruimtelijke ontwikkelingen. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Wel blijft de zorgplicht van toepassing. 4 . 8 . 3
Uitvoerbaarheid
Uit het onderzoek naar effecten op beschermde natuurwaarden blijkt dat de aanwezige natuurwaarden geen belemmeringen vormen voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Deze conclusie geldt voor de beschermde soorten en de noodzaak van ontheffingen. Het is aan het bevoegd gezag om de visie dat er geen sprake zal zijn van negatieve effecten op beschermde gebieden en een noodzaak tot vergunningen, te bevestigen. Gezien de aangetroffen soorten en de in dit rapport voorziene plannen en activiteiten behoudt dit onderzoek vijf jaar zijn geldigheid voor een wettelijke of juridische procedure. Dit betreft een ontheffing voor de Flora- en faunawet, een besluit voor de Wro of waarop de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Bij aanpassingen van het oorspronkelijke plan en veranderingen in de terreinomstandigheden van het plangebied die kunnen leiden tot andere inzichten met betrekking tot natuurwaarden, zal een actualisatie moeten plaatsvinden.
4.9
Parkeren Het plan maakt de komst van een aantal functies mogelijk. Daardoor neemt de parkeerdruk in en rond het plangebied toe. Daarom is onderzocht in hoeverre de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen voldoende is in relatie tot de toename van nieuwe functies en uitbreiding van bestaande functies. De resultaten van dit onderzoek zijn verwoord in de notitie Parkeerbalans MFC Gramsbergen. De conclusie van dit onderzoek is dat de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen in relatie tot de toename van nieuwe functies en uitbreiding van bestaande functies voldoende groot is. De betreffende notitie is opgenomen in de bijlagen.
38
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
5
J u r i d i s c h e
v o r m g e v i n g
5.1
Algemeen In dit hoofdstuk worden de regels van het voorliggende bestemmingsplan nader toegelicht. De regels zijn afgestemd op de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) die op 1 juli 2008 in werking zijn getreden. Het Bro bevat een aantal onderdelen die verplicht moeten worden overgenomen in de regels van een bestemmingplan. Dit betreft: -
de anti-dubbeltelbepaling;
-
het overgangsrecht.
De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Dit behoeft dus niet in de regels te worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor de strafbepaling. Het bestemmingsplan is overeenkomstig artikel 3.1.3 van het Bro vervat in een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. De terminologie van de regels in het voorliggende bestemmingsplan is in overeenstemming met de terminologie die in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt gehanteerd.
5.2
Bestemmingen Maatschappelijk In het bestemmingsplan is de bestemming Maatschappelijk opgenomen ten behoeve van het multifunctioneel centrum. Allerlei activiteiten zijn mogelijk gemaakt, zoals medische, educatieve en sociaal culturele voorzieningen. In het multifunctioneel centrum zijn tevens zes appartementen mogelijk. Gebouwen ten dienste van de bestemming worden binnen het bouwvlak gebouwd. In de verbeelding is de maximale bouwhoogte en een minimale dakhelling opgenomen. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gerealiseerd, mits de bouwhoogte ten hoogste 5 m bedraagt en voor terreinafscheiding ten hoogste 2 m.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
39
Tevens zijn binnen het plan nadere eisen opgenomen. In de afweging staan het voorkomen van een onevenredige aantasting van het bebouwingsbeeld, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de verkeersveiligheid centraal. Gelet op deze belangen dient het verlenen van een ontheffing beperkt te blijven tot die situaties waarbij een strikte toepassing van de regels leidt tot een beperking die niet werd beoogd en in het concrete geval ongewenst is. Sport De bestemming Sport heeft betrekking op de sporthal met bijbehorende kantine.
5.3
Afstemming op andere wetten en verordeningen In artikel 7 (overige regels) is een afstemming opgenomen met betrekking tot het prostitutiebeleid en de welstandsnota. Prostitutiebeleid In het bestemmingsplan is aangegeven dat het bestemmingsplan zich verzet tegen het gebruik van de gronden als seksinrichting. Woningwet Welstandsnota Vaak bestaat onduidelijkheid in hoeverre de in een bestemmingsplan gegeven marges door welstand mogen worden ingevuld. Mag in het geval van een in het bestemmingsplan voorgeschreven goothoogte van maximaal 6 m welstand een lagere goothoogte eisen? De Woningwet regelt in artikel 12 de relatie tussen de voor gemeenten verplicht gestelde welstandsnota, op basis waarvan het welstandstoezicht moet plaatsvinden, en het bestemmingsplan. Dit artikel van de Woningwet geeft aan dat: "voorzover de toepassing van de criteria uit de welstandsnota leidt tot strijd met het bestemmingsplan of met de in de Bouwverordening opgenomen voorschriften van stedenbouwkundige aard, blijven die criteria buiten beschouwing". Vanwege de duidelijkheid is aangegeven wanneer sprake is van de in de wet bedoelde strijd met het bestemmingsplan.
40
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
Handhaving De gemeentelijke overheid is verantwoordelijk voor de handhaving van het bestemmingsplan. Het doel is om situaties die in strijd zijn met de regels tegen te gaan. Handhaving omvat verschillende activiteiten. Zo zal controle en toezicht moeten plaatsvinden om te constateren of er overtredingen bestaan. Vervolgens zal in veel gevallen worden getracht om door overleg met de betrokkene een einde te maken aan de overtreding. Als dit niet lukt, zullen specifieke handhavingsmiddelen worden toegepast, zoals bestuursdwang. Het legaliseren van een overtreding of het gedogen van een overtreding valt niet onder handhaving6. Hierna wordt ingegaan op de instrumenten waarmee een gemeente handhavend kan optreden. Het handhavingsbeleid zal in verband met de recente gemeentelijke herindeling in de nieuwe organisatiestructuur verder worden ontwikkeld. Preventieve handhaving Preventieve handhaving heeft als doel om op voorhand overtreding van het bestemmingsplan te voorkomen. Voor een doelmatige handhaving van een actueel bestemmingsplan dient aan een aantal (algemene) voorwaarden te worden voldaan. 1.
Voorlichting Duidelijkheid verschaffen over de inhoud en de doelstellingen van het bestemmingsplan. Hieraan zal in elk geval via de inspraak over het bestemmingsplan inhoud worden gegeven.
2.
Klachtenregistratie Door toepassing van een (geautomatiseerd) klachtenregistratiesysteem kunnen de binnengekomen klachten worden geregistreerd. Bijvoorbeeld door het halfjaarlijks opstellen van een trendrapport, kan inzicht worden verschaft over hoe vaak een bepaald soort klacht voorkomt. Door verbeteracties kunnen in de toekomst klachten worden voorkomen.
3.
Toezicht Structurele controle in het veld heeft consequenties voor de inzet van personeel. Er zal tijd moeten worden vrijgemaakt voor regelmatige controles. In dit kader kan een afstemming tussen ruimtelijke ordenings- en milieucontroles mogelijk worden gemaakt door het geïntegreerd opstellen van een handhavingsprogramma. De buitendienstambtenaar dient herkenbaar te zijn, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van speciale kleding of een auto met het logo van de gemeente.
6
Legaliseren is het in overeenstemming brengen van de overtreding met de geldende regelgeving. Legalisatie is mogelijk door vergunningverlening, het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- en/of gebruiksregels of wijziging/herziening van het bestemmingsplan. Gedogen is het bewust afzien van handhaving. Het gedogen kan zowel expliciet geschieden in een schriftelijke gedoogbeschikking als impliciet in uitlatingen of gedragingen waaruit de overtreder kan afleiden dat wordt afgezien van handhaving.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
41
4.
Financiële maatregelen Financiële maatregelen, zoals de verplichting extra legeskosten te betalen als pas achteraf een vergunning wordt aangevraagd of het verbinden van legeskosten aan de afgifte van een gedoogbeschikking.
5.
Heldere lijn Door een eenduidige lijn te brengen in de gedragingen van de gemeente kan het optreden tegen overtredingen gemakkelijker worden gemotiveerd. Er ontstaat meer draagvlak voor het bestemmingsplan, omdat op gelijke wijze tegen gelijke gevallen wordt opgetreden.
Repressieve handhaving Handhaving kan plaatsvinden door publiekrechtelijk, privaatrechtelijk of strafrechtelijk optreden. Deze vormen van handhaving zijn repressief van karakter. Hiermee wordt bedoeld dat de gemeente middelen heeft waarmee zij naleving kan afdwingen of tegen normafwijkend gedrag correctief kan optreden. De repressieve handhavingsmiddelen worden in het navolgende kort beschreven. 1.
Publiekrechtelijke handhaving Deze vorm van handhaving bestaat uit het toepassen van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom. Bestuursdwang omvat het doen wegnemen of herstellen van hetgeen in strijd is met de te handhaven regels of verplichtingen die uit de regels volgen. Dit houdt meestal in dat illegaal gebouwde bouwwerken worden afgebroken en illegaal gebruik van gronden en opstallen wordt beëindigd. Het kan ook gaan om het beletten van een overtreding; in dat geval heeft een aanzegging tot bestuursdwang een preventieve werking. Voordat tot bestuursdwang wordt overgegaan, moet sprake zijn van een volledige belangenafweging van het belang van de overtreder tegen het openbare belang.
2.
Privaatrechtelijke handhaving Een overheidsorgaan kan slechts in bepaalde gevallen privaatrechtelijk optreden in geval van een overtreding van een bestemmingsplan. Bij deze vorm van handhaving moet sprake zijn van een privaatrechtelijke relatie tussen de overheid en de burger. Dit kan het geval zijn doordat het overheidsorgaan eigenaar is van grond of gebouwen, als een privaatrechtelijke overeenkomst bestaat bij verkoop of erfpacht of als sprake is van een jegens de overheid onrechtmatige daad. Hierbij moet het belang van een overheidsorgaan worden geschaad; het enkel overtreden van een voorschrift is niet voldoende.
3.
Strafrechtelijk optreden De Wet ruimtelijke ordening bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken, zodat het bestemmingsplan niet langer een strafbaarstelling met daarbij behorende strafmaxima bevat.
42
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
Opsporingsambtenaren worden genoemd in de Wet ruimtelijke ordening. Daarnaast zijn algemene opsporingsambtenaren van het Openbaar Ministerie (politie) bevoegd tot opsporing van strafbare feiten. Het strafrecht wordt als laatste middel in handhaving gezien; het bestuursrechtelijk optreden heeft de voorkeur. Convenant ‘De ruimte op orde’ De gemeente heeft het convenant ‘De ruimte op orde’ met de provincie Overijssel ondertekend, waarbij de gemeente onder meer heeft aangegeven dat zij met een plan van aanpak komt om gestructureerde handhaving van bestemmingsplannen vorm te geven.
5.4
Algemene regels en overgangs- en slotregels Onder de algemene regels zijn opgenomen: -
de anti-dubbeltelbepaling;
-
algemene afwijkingsregels;
-
overige regels (afstemming welstandstoets, uitsluiting seksinrichting).
Daarnaast zijn overgangsregels en een slotregel opgenomen.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
43
6
E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d
Aan de uitvoering van de maatregelen voortkomend uit dit bestemmingsplan zijn kosten verbonden. De risico’s voor de ontwikkeling worden door de ontwikkelaar gedragen. Daarnaast investeert de gemeente, vanwege het gemeentelijk belang, in het plan. Hierover is op 30 juni 2009 een raadsbesluit genomen. Door de gemeente wordt met de ontwikkelaar een exploitatieovereenkomst opgesteld.
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
45
7
M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d
Het bestemmingsplan is onderwerp gemaakt van overleg.
7.1
Inspraak/voorlichting Op 23 maart 2010 zijn de plannen voor het Multifunctioneel Centrum Gramsbergen gepresenteerd aan alle belangstellenden. De plannen voor de nieuwbouw zijn in twee sessies gepresenteerd. ’s Middag voor direct omwonenden en ’s avonds voor andere geïnteresseerden. Zowel ’s middags als ’s avonds was er veel belangstelling. De plannen voor de nieuwbouw zijn zeer positief ontvangen, men vond de uitstraling van het pand passen in de dorpskern van Gramsbergen. De meeste vragen konden ter plekke worden beantwoord. Door enkele belangstellenden is gevraagd om het parkeren zorgvuldig te bekijken.
7.2
Overleg Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het overleg opgestuurd naar de provincie Overijssel, de VROM-Inspectie en het Waterschap Velt en Vecht.
Provincie Overijssel In het verslag van een overleg op 16 september 2010 is het onderstaande opgenomen over het MFC in Gramsbergen. “MFC Gramsbergen: Het gaat hierbij om de bouw van een multifunctioneel centrum op de hoek van de Voorstraat en de Hattemattestraat in Gramsbergen. Dit is in het stedelijk gebied. Een bestaand gebouw voor dorpshuis, kinderopvang en bibliotheek zal worden vervangen door een nieuw gebouw met daarin wederom een dorpshuis, een locatie voor kinderopvang, diverse medische functies en enkele appartementen. Past binnen prestatie-afspraken, daardoor geen strijd provinciaal belang > akkoord voor vooroverleg.”
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
47
Inspectie VROM Per e-mail is het volgende advies van de VROM Inspectie ontvangen.
“Het hierboven genoemde ontwerpbestemmingsplan is door de VROM Inspectie beoordeeld en heeft géén aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen in het kader van de voorontwerpfase en zal ook niet leiden tot het indienen van een zienswijze in het kader van de ontwerpfase.”
Waterschap Velt en Vecht Per e-mail is het volgende bericht ontvangen. “In kader van het vooroverleg hierbij reagerend op het voorontwerpbestemmingsplan MFC Gramsbergen. De waterhuishoudkundige aspecten zijn voldoende belicht. Waterschap Velt en Vecht heeft geen bezwaar tegen het voorliggende plan.”
48
115.33.53.00.00.toe - Bestemmingsplan MFC Gramsbergen - 26 januari 2011
B i j l a g e n
Gemeente Hardenberg Notitie Parkeerbalans MFC Gramsbergen 1.
Inleiding
Het in het plangebied benodigde aantal parkeerplaatsen kan via de opstelling van een parkeerbalans op een objectieve wijze worden vastgesteld. De parkeerbalans is een door het CROW ontwikkeld rekenmodel, waarin rekening wordt gehouden met: -
de in het betreffende gebied aanwezige parkeerplaatsen;
-
de in het betreffende gebied aanwezige bestemmingen;
-
de per bestemming benodigde maximale parkeerbehoefte, afhankelijk van de stedelijkheidsgraad en de locatie van het te onderzoeken gebied (centrum, schil rond het centrum en rest bebouwde kom);
-
het aanwezigheidspercentage per bestemming op verschillende tijdstippen.
In het navolgende wordt het een en ander voor het plangebied uitgewerkt. 2.
Inventarisatie
Gestart is met een inventarisatie van de in het plangebied aanwezige parkeerplaatsen. Het betreft hier de in tabel 1.1 opgenomen aantallen. In totaal zijn er 80 parkeerplaatsen in het plangebied voorhanden. Tabel 1.1 - Huidige parkeercapaciteit Hattemattestraat/Voorstraat Locatie
Aantal parkeerplaatsen
Hattemattestraat parkeerterrein
58
Hattemattestraat parkeerstrook Voorstraat parkeerstroken
14 8
Totaal
80
De nieuwbouwplannen voorzien in een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen tot de in tabel 1.2 opgenomen aantallen. Tabel 1.2 - Toekomstige parkeercapaciteit Hattemattestraat/Voorstraat Locatie
Aantal parkeerplaatsen
Hattemattestraat parkeerterrein
58
Hattemattestraat parkeervakken
13
Hattemattestraat appartementen (1.5 pp per appartement, garage en carport)
9
Voorstraat parkeervakken
14
Totaal
94
Omdat de naast het te realiseren MFC gelegen basisschool (Prinses Ireneschool) ook gebruik maakt van het bestaande parkeerterrein aan de Hattemattestraat is deze ook meegenomen in het onderzoek. Daarbij wordt er van uitgegaan dat het aantal leerlingen op deze school gelijk blijft (63 leerlingen).
3.
Parkeerkencijfers
Aan de hand van de CROW-publicatie 182 ‘Parkeerkencijfers - Basis voor parkeernormering’ (3e gewijzigde druk september 2008) zijn de parkeerkencijfers vastgesteld. Wat betreft de functies is uitgegaan van een niet-stedelijke omgeving in de schil rond het centrum. Wat de appartementen betreft, is uitgegaan van woningen in het middensegment. Een en ander is weergegeven in tabel 2. Tabel 2 - Gehanteerde parkeerkencijfers per functie Functie
Parkeernorm
Omschrijving CROW
min max Sporthal
2,0
2,5
/100 m2 bvo
Bibliotheek
0,7
0,9
/100 m2 bvo
museum/bibliotheek
Peuterspeelzaal1) Dorpshuis
0,6 2,0
0,8 4,0
/arb.plaats /100 m2 bvo
crèche/peuterspeelzaal/kinderdagverblijf cultureel centrum/wijkgebouw
Basisschool1) Fysiotherapeut
0,5 1,5
1,0 2,0
/leslokaal basisschool /behandelplaats arts/maatschap/kruisgebouw/therapeut
Huisarts
1,5
2,0
/behandelplaats arts/maatschap/kruisgebouw/therapeut
Thuiszorg Appartementen
2,8 1,6
3,3 1,8
/100 m2 bvo /woning
1)
sporthal (binnen)
kantoor met baliefunctie middenklasse
exclusief Kiss and ride
4.
Parkeerbehoefte
Aan de hand van de bovengenoemde parkeerkencijfers is de maximale parkeerbehoefte per functie bepaald. Een en ander is uitgewerkt in tabel 3. De maximale parkeerbehoefte in de huidige situatie bedraagt op basis van de kencijfers 55 tot 88 parkeerplaatsen (zie tabel 3). Tabel 3 - Maximale parkeerbehoefte huidige situatie Functie
Parkeernorm min
Grootte/aantal
max 2
2
Parkeerplaatsen min
max
Sporthal
2,0
2,5
100 m bvo
1250 m bvo
25,0
31,3
Bibliotheek Peuterspeelzaal
0,7 0,6
0,9 0,8
100 m2 bvo arb.plaats
190 m2 bvo 8 medewerkers
1,3 4,8
1,7 6,4
Kiss and ride1) Dorpshuis
2,0
4,0
100 m2 bvo
32 kinderen 650 m2 bvo
4,0 13,0
7,0 26,0
Basisschool
0,5
1,0
leslokaal
4 lokalen
3,0
6,0
63 kinderen
4,0
10,0
55,1
88,4
Kiss and ride1) Totaal 1)
berekening kiss and ride opgenomen in de bijlage van de notitie
De komst van het MFC zorgt er voor dat het aantal functies en daarmee de parkeerbehoefte toeneemt. Het betreft hier de komst van een fysiotherapeut, huisarts, thuiszorg en een aantal appartementen. Een en ander is uitgewerkt in tabel 4. De maximale parkeerbehoefte in de nieuwe situatie bedraagt op basis van de kencijfers 86 tot 126 parkeerplaatsen (zie tabel 4).
Tabel 4 - Maximale parkeerbehoefte toekomstige situatie Functie
Parkeernorm
Grootte/aantal
Parkeerplaatsen
min
max
min
max
Sporthal
2,0
2,5
100 m2 bvo
1250 m2 bvo
25,0
31,3
Bibliotheek
0,7
0,9
100 m2 bvo
190 m2 bvo
1.8
2.3
Peuterspeelzaal (Kiss and ride)
0,6
0,8
arb.plaats
8 medewerkers 32 kinderen
4,8 4,0
6,4 7,0
Dorpshuis Basisschool
2,0 0,5
4,0 1,0
100 m2 bvo leslokaal
650 m2 bvo 4 lokalen
13,9 3,0
27,8 6,0
63 kinderen
4,0
10,0
Fysiotherapeut Huisarts
1,5 1,5
2,0 2,0
behandelplaats behandelplaats
4 behandelplaatsen 4 behandelplaatsen
6,0 6,0
8,0 8,0
Thuiszorg
2,8
3,3
100 m2 bvo
160 m2 bvo
4,5
5,3
Appartementen
1,6
1,8
woning
6 woningen
9.6
10,8
82,6
122,8
(Kiss and ride)
Totaal
5.
Parkeerbalans
Indien wordt uitgegaan van de maximale parkeerbehoefte zou er een tekort aan parkeerplaatsen kunnen ontstaan. Het is echter niet zo dat de maximale parkeerbehoefte voor elk van de bestemmingen op ieder tijdstip geldt. Om dit vast te stellen, kan een parkeerbalans worden opgesteld. Een parkeerbalans geeft een vrij nauwkeurige inschatting van het gebruik van de parkeerplaatsen afhankelijk van de functie en het tijdstip van de dag. Zo is er bij de functie winkels met name 's ochtends en 's middags behoefte aan parkeerruimte, terwijl de behoefte bij het dorpshuis over het algemeen in de avonduren aanwezig is. In het rekenmodel wordt daarom met aanwezigheidspercentages gewerkt. In tabel 5 is hiervan een overzicht gegeven. Tabel 5 - Aanwezigheidspercentages per functie Functie
Ochtend Werkdag
Avond
middag Sporthal Bibliotheek
30 30
50 70
100 100
Koop-
Zaterdag- Zaterdag- Zondag-
avond
middag
avond
middag
90 70
100 75
90 0
85 0
Peuterspeelzaal 100
100
0
0
0
0
0
(Kiss and ride) Dorpshuis
100 10
100 40
0 100
0 100
0 60
0 90
0 25
Basisschool (Kiss and ride)
100 100
100 100
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Fysiotherapeut
100
100
30
15
15
5
5
Huisarts Thuiszorg
100 100
100 100
30 30
15 15
15 15
5 5
5 5
Appartementen
50
60
100
90
60
60
70
De combinatie van beide voorgaande tabellen biedt de mogelijkheid om de feitelijke parkeerbehoefte te bepalen voor de verschillende tijdstippen. Met andere woorden, de maximale parkeerbehoefte kan worden vermenigvuldigd met het bezettingspercentage. Het resultaat is een getal dat aangeeft hoeveel parkeerplaatsen op een bepaald tijdstip bezet zijn. Logischer wijze is dit aan-
tal lager dan de maximale parkeerbehoefte. De resultaten hiervan zijn weergegeven in de tabellen 6.1 en 6.2. Tabel 6.1 - Parkeerbehoefte per tijdstip uitgaande van minimum normen Functie
Ochtend Werkdag Avond
Koop-
Zaterdag- Zaterdag- Zondag-
middag
avond
middag
avond
middag
Sporthal
8
13
25
23
25
23
21
Bibliotheek
1
1
2
1
1
0
0
Peuterspeelzaal (Kiss and ride)
5 4
5 4
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Dorpshuis Basisschool
1 3
6 3
14 0
14 0
8 0
13 0
3 0
(Kiss and ride)
4
4
0
0
0
0
0
Fysiotherapeut Huisarts
6 6
6 6
2 2
1 1
1 1
0 0
0 0
Thuiszorg
4
4
1
1
1
0
0
Appartementen
5
6
10
9
6
6
7
Totaal
47
57
55
49
43
42
33
Parkeerbalans
0,50
0,60
0,58
0,52
0,45
0,44
0,35
Tabel 6.2 - Parkeerbehoefte per tijdstip uitgaande van maximum normen Functie
Ochtend Werkdag Avond middag
Koopavond
Zaterdag- Zaterdag- Zondagmiddag avond middag
Sporthal
9
16
31
28
31
28
27
Bibliotheek Peuterspeelzaal
1 6
2 6
2 0
2 0
2 0
0 0
0 0
(Kiss and ride)
7
7
0
0
0
0
0
Dorpshuis Basisschool
3 6
11 6
28 0
28 0
17 0
25 0
7 0
(Kiss and ride)
10
10
0
0
0
0
0
Fysiotherapeut Huisarts
8 8
8 8
2 2
1 1
1 1
0 0
0 0
Thuiszorg Appartementen
5 6
5 7
2 11
1 10
1 7
0 7
0 8
Totaal
70
86
79
71
59
61
43
Parkeerbalans
0,75
0,92
0,84
0,76
0,63
0,65
0,46
6.
Conclusie
Indien de parkeerbalans groter is dan 0.90 (een bezetting van de parkeergelegenheid van 90%) kunnen er parkeerproblemen ontstaan. Verkeer moet dan echt zoeken naar vrije parkeergelegenheid. De parkeerbalans geeft aan dat, indien wordt uitgegaan van de maximale normen, er in de middag een probleem zou kunnen ontstaan. Er zijn echter geen redenen om uit te gaan van maximale of minimale normen. Geconcludeerd mag worden dat er voldoende parkeergelegenheid is.
Assen, 20 december 2010
Bijlage Berekening aantal parkeerplaatsen ten behoeve van het brengen en halen naar en van school (Kiss and ride) kiss & ride minimum aantal leerlingen
percentage naar reductie kinderen 32 school met auto per auto
peuterspeelzaal/bso
32
30%
75%
parkeerduur correctie
benodigde park.pl.
0,5
4
kiss & ride maximaal aantal leerlingen
percentage naar reductie kinderen 32 school met auto per auto
peuterspeelzaal
32
60%
75%
parkeerduur correctie
benodigde park.pl.
0,5
7
kiss & ride minimum aantal leerlingen
percentage naar reductie kinderen 63 school met auto per auto
parkeerduur correctie
benodigde park.pl.
groep 1-3
31
30%
75%
0,5
3
groep 4-8
32
5%
85%
0,25
0
totaal benodigde park.pl. kiss & ride
4
kiss & ride maximaal aantal leerlingen
percentage naar reductie kinderen 63 school met auto per auto
groep 1-3
31
60%
75%
0,5
7
groep 4-8
32
40%
85%
0,25
3
totaal benodigde park.pl. kiss & ride
parkeerduur correctie
benodigde park.pl.
10
Bijlage groenstructuur
Kaart bomen
Overlegreacties