Bestemmingsplan
Sportpark Oud Gastel, Gemeente Halderberge projectnr. 0233911.00 revisie 03 augustus 2011
Opdrachtgever
Gemeente Halderberge Postbus 5 4730 AA OUDENBOSCH
datum vrijgave augustus 2011
beschrijving revisie 03 definitief ontwerp
goedkeuring ir. M.L.M. Stabel
vrijgave drs. E.H. Oude Weernink
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
blad 1 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Inhoud 1
blz.
Inleiding.................................................................................................................................4 Aanleiding en doel ..................................................................................................................4 Plangebied .............................................................................................................................4 Geldend bestemmingsplan .....................................................................................................4 Leeswijzer ..............................................................................................................................5 Bestaande situatie .................................................................................................................6 2.1 Ruimtelijke en functionele structuur .......................................................................................6 Beleidskader ..........................................................................................................................8 3.1 Gemeentelijke beleid..............................................................................................................8 3.2 Provinciaal beleid .................................................................................................................10 3.3 Rijksbeleid............................................................................................................................13 3.4 Europees beleid....................................................................................................................15 Milieuhygiënische en planologische aspecten......................................................................16 4.1 M.e.r.-beoordeling ...............................................................................................................16 4.2 Water...................................................................................................................................16 4.3 Natuur..................................................................................................................................18 4.4 Archeologie en Cultuurhistorie .............................................................................................19 4.5 Bedrijven en milieuzonering .................................................................................................21 4.6 Geluid ..................................................................................................................................22 4.7 Luchtkwaliteit.......................................................................................................................22 4.8 Bodemkwaliteit ....................................................................................................................23 4.9 Kabels en leidingen...............................................................................................................23 4.10 Externe veiligheid.................................................................................................................23 Planbeschrijving...................................................................................................................26 5.1 Uitgangspunten....................................................................................................................26 5.2 Ontwikkeling ........................................................................................................................26 Juridische planbeschrijving ..................................................................................................28 6.1 Inleiding ...............................................................................................................................28 6.2 Algemene toelichting verbeelding.........................................................................................28 6.3 Algemene toelichting planregels...........................................................................................28 6.4 Toelichting bestemmingen ...................................................................................................29 Economische uitvoerbaarheid..............................................................................................32 Overleg en inspraak .............................................................................................................34 1.1 1.2 1.3 1.4
2 3
4
5 6
7 8
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Toelichting Watertoets Sportpark Oud Gastel, Oranjewoud B.V., april 2011 Natuurtoets Oud Gastel, Onderzoek naar beschermde natuurwaarden, Oranjewoud B.V., maart 2011 Bureauonderzoek en (verkennend) inventariserend veldonderzoek door middel van boringen sportpark Oud Gastel te Oud Gastel (gemeente Halderberge), Oranjewoud B.V., april 2011 Rapport Historisch onderzoek sportpark aan de Rolleweg te Oud Gastel, Oranjewoud B.V., april 2011 Externe veiligheid bestemmingsplan Sportpark Oud Gastel, groepsrisicoberekening en -verantwoording hoge druk aardgastransportleiding, Oranjewoud B.V., april 2011 Nota van inspraak en vooroverleg, Oranjewoud B.V., augustus 2011
blad 2 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
blad 3 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
1 1.1
Inleiding Aanleiding en doel In het kader van de centrumontwikkeling in de kern Oud Gastel wordt een deel van het bestaande sportpark 'Blankershove' verplaatst naar de westrand van het dorp. Bij de verplaatsing worden voetbalvereniging SC Gastel, tennisvereniging ’t Kèperke en de Gastelse Wipclub betrokken. Momenteel bevinden zich in de omgeving van het plangebied al de korfbalvereniging en de scouting. Omdat de realisatie van het sportpark niet past binnen het vigerende bestemmingsplan ter plaatse, wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld om de beoogde ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk te maken. Het nieuwe bestemmingsplan dient bovendien als wettelijke grondslag voor de bestendiging van het voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten.
1.2
Plangebied Het plangebied ligt ten westen van het Dorpsbos en ten noorden van de bestaande korfbalvereniging, het scoutingterrein en een bestaande woonwijk. Aan de noordzijde wordt het plangebied begrensd door de Rolleweg. Ten westen van het plangebied bevinden zich agrarische gronden. Het plangebied is momenteel deels in gebruik als boomkwekerij. Nieuw sportpark Oud Gastel (plangebied) Huidig sportpark Oud Gastel (centrumontwikkeling)
Figuur 1: ligging plangebied (rood) en huidig sportcomplex (oranje)
1.3
Geldend bestemmingsplan Tot het moment waarop het voorliggende bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel' in werking treedt, geldt in het plangebied het bestemmingsplan 'Kern Oud Gastel'. Dit plan is door de gemeenteraad vastgesteld op 28 september 2006 en (gedeeltelijk) goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van NoordBrabant op 4 juni 2007.
blad 4 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
1.4
Leeswijzer Het bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel' is vervat in een verbeelding en regels en gaat vergezeld van een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. Onderhavige bestemmingsplan is een ontwikkelingsgericht plan, dat de realisatie van het nieuwe sportpark mogelijk maakt. In de toelichting wordt de opzet van het plan beschreven en zijn de aan het plan ten grondslag liggende uitgangspunten en gedachten vermeld. Tevens wordt er verslag gedaan van de resultaten van het over het plan gevoerde overleg en inspraak. De toelichting bestaat uit 8 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de huidige situatie van het plangebied. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het beleidskader (Europees-, rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid). Hoofdstuk 4 beschrijft de voor het bestemmingsplan relevante milieuaspecten. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de toekomstige ruimtelijke en functionele invulling van het plangebied. In hoofdstuk 6 wordt vervolgens een toelichting gegeven op de juridische regeling van onderhavig bestemmingsplan. Hoofdstuk 7 en 8 gaan tot slot in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
blad 5 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
2 2.1
Bestaande situatie Ruimtelijke en functionele structuur Het plangebied bevindt zich aan de westrand van het dorp en heeft momenteel een agrarisch karakter. Binnen het gebied is in de huidige situatie een boomkwekerij gevestigd. Verder bestaat de locatie uit gras- en akkerland en enkele watergangen. De locatie vormt het overgangsgebied van de kern Oud Gastel naar het open agrarisch gebied en is het begin van de 'groene wig' vanuit het buitengebied die doordringt tot het centrumgebied van Oud Gastel. Het plangebied wordt aan de oostzijde begrensd door het dorpsbos. De begrenzing aan de noordzijde is ste het bebouwingslint Rolleweg met diverse bouwstijlen uit de tweede helft van de 20 eeuw. Ten zuiden van het plangebied bevindt zich de waterrijke woonwijk 'Blankershove'. Ten westen van het plangebied begint het buitengebied.
Plangebied
Figuur 2: plangebied binnen kern Oud Gastel (bron: bestemmingsplan 'Kern Oud Gastel') blad 6 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
1
2
3
4
4
2
3
1
Locaties foto's
blad 7 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
3 3.1
Beleidskader Gemeentelijke beleid Bestemmingsplan 'Kern Oud Gastel'
Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Kern Oud Gastel'. Binnen dit bestemmingsplan geldt voor het plangebied hoofdzakelijk de bestemming 'agrarische bedrijfsdoeleinden' (AB). Binnen deze bestemming is de realisatie van een sportcomplex niet toegestaan. Binnen een klein deel gelden de bestemmingen 'Sport' en 'Groen' (zuidoostelijke hoek). Tevens geldt voor delen van het plangebied de dubbelbestemming 'Leidingzone' (Ld). Betreffende gronden zijn tevens bestemd voor aanleg en instandhouding van een: § rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding 'rioolpersleiding' op de kaart, alsmede binnen een zone van 2 m aan weerszijden van de leiding; § gasleiding ter plaatse van de aanduiding '(aard)gastransportleiding' op de kaart, alsmede binnen een zone van 4 m aan weerszijden van de leiding. Binnen deze bestemming zijn geen bouwwerken toegestaan. In het kader van de ontwikkeling van het sportpark dient met de beperkingen voor de leidingzones rekening te worden gehouden.
'Agrarische bedrijfsdoeleinden'
Rioolpersleiding
'Groen' '(Aard)gastransportleiding' 'Sport'
Figuur 3: uitsnede bestemmingsplankaart 'Kern Oud Gastel'
blad 8 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
StructuurvisiePlus
In de StructuurvisiePlus van de gemeente Halderberge wordt onder meer geconcludeerd dat water een dominante rol speelt in de ruimtelijke ordening. Het water(systeem) heeft nauwe relaties met de natuurwaarden, heeft grote invloed gehad op de historische ontwikkeling van de kernen en heeft in grote mate de vormgeving van het landschap bepaald. Voor Oud Gastel en het plangebied in het bijzonder zijn de volgende kernpunten van belang: § stedelijke ontwikkelingen (be)geleiden door kansen voor infiltratie, retentie en buffering; § behoud van landschappelijk waarden en identiteitswaarden van de verschillende kernen; § Oud Gastel dient de mogelijkheid te krijgen om haar randen af te bouwen, waardoor contrasten met landelijk gebied worden verstevigd. Met de ontwikkeling van het plangebied wordt aangesloten bij bovengenoemde ambities uit de StructuurvisiePlus. Zo is er ruim aandacht voor de omgang met het water in het plangebied, de (landschappelijke) inpassing van het sportpark in de omgeving en de overgang naar het landelijk gebied aan de westrand.
Notitie 'Halderberge in beweging'
In de notitie 'Halderberge in beweging' zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten voor het sportbeleid van de gemeente beschreven. De sportvoorzieningen in Halderberge worden als een belangrijke basisvoorwaarde gezien om te kunnen sporten en bewegen. De kwaliteit en nabijheid van voorzieningen zijn van belang, waarbij ook aandacht uitgaat naar een optimale inzet en multifunctioneel gebruik. In de notitie is de ambitie opgenomen om van het sportpark Oud Gastel in de periode 2010-2011 de huidige voetbalvelden en tennisvelden te verplaatsen naar de westkant van Oud Gastel. De overige sportvoorzieningen blijven allen op de huidige locatie. Bij de nieuw te realiseren velden worden de bestaande sportparken als uitgangspunt genomen. Dit heeft dus betrekking op het aantal velden, aantal vierkante meters van het complex, aantal vierkante meters bebouwing en dezelfde speelondergrond als in de huidige situatie (kunstgras valt dus niet binnen de kaders). Op deze manier ontstaat er enerzijds ruimte nabij de kern voor verstedelijking en anderzijds een nieuw sportpark welke een logische overgang vormt van het landelijk naar het stedelijk gebied. Eveneens ontstaat er een concentratie van de sportvoorzieningen in de kern Oud Gastel. Bij de ontwikkeling van het plangebied is aangesloten bij bovenstaand beleidsvoornemen.
Verkeersveiligheidsplan
In het Verkeersveiligheidsplan wordt de aanpak op korte en lange termijn van de verkeersonveiligheid op hoofdlijnen beschreven. 'De basis voor het verkeersveiligheidsplan is de gewenste ontsluitingsstructuur (voor fiets, auto en openbaar vervoer), waarbij recht wordt gedaan aan de leefbaarheid, de veiligheid, de bereikbaarheid van de bestemmingen, de economische positie en de ontwikkelingsmogelijkheden'. Als uitvoering van het in 1999 door de raad vastgestelde verkeersveiligheidsplan is de procedure opgestart voor het uitvoeren van het verkeersveiligheidsplan fase 2004. Een belangrijk punt hierbij is het voornemen om, met uitzondering van de Kruislandseweg, de gehele bebouwde kom in te richten als 30 km-zone. Het nieuwe sportpark wordt aan de zuidzijde aangesloten op het bestaande wegenpatroon van Oud Gastel, waarbij aandacht is voor de verkeersveiligheid ter plaatse.
Gemeentelijk rioleringsplan
In het gemeentelijk rioleringsplan wordt een voorstel gedaan voor de te nemen maatregelen, en de daarvoor in te zetten middelen, om aan de voor de riolering te stellen doelen te voldoen. Uitgangspunt bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen is duurzaam waterbeheer. Hierbij wordt gekeken naar de kansen en bedreigingen in het gehele (afval)waterhuishoudingsysteem, dus hergebruik infiltratie, blad 9 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
ontwatering, afwatering, toevoer, inzameling en transport, en alle relaties daarvan tussen het gebied en omgeving. Het Gemeentelijk rioleringsplan vestigt aandacht op het gescheiden afvoeren van afvalstromen. Binnen de planperiode wordt 20% van de bestaande bebouwing afgekoppeld. Binnen de bestaande kern moet nog meer rekening gehouden worden met ruimte voor water, gebruik van niet uitloogbare bouwmaterialen en de aanleg van gescheiden rioolstelsels. In de waterparagraaf (zie § 4.2) is beschreven hoe binnen het plangebied met het aspect water wordt omgegaan.
Gemeentelijk Waterplan Halderberge
Het Gemeentelijk Waterplan Halderberge is een gezamenlijk beleidsplan voor watersysteem en waterketen in Halderberge van alle betrokken overheden (gemeente Halderberge, waterschap Brabantse Delta, Brabant Water en Provincie Noord-Brabant). De aanleiding voor het opstellen van het waterplan is dat het beheer van watersysteem en waterketen over verschillende partijen is versnipperd. De opstellers beogen met een gezamenlijk plan beleid en uitvoering beter op elkaar af te stemmen, met een beter rendement tot gevolg. Het Gemeentelijk Waterplan Halderberge is opgehangen aan 6 thema’s: § samen werken aan water; § water en kwantiteit; § water en kwaliteit en ecologie; § watervoorziening, watergebruik, riolering en afvalwaterzuivering; § water en ruimte; § gebruik, beleving en cultuurhistorie. In de waterparagraaf is beschreven hoe binnen het plangebied met het aspect water wordt omgegaan.
Landschapsbeleidsplan Gemeente Halderberge ‘Samen voor groen’
Het landschapsbeleidsplan vormt een plan dat gericht is op het duurzame behoud, ontwikkeling en versterking van een samenhangend, groen landschap. Enerzijds dient het als beleidsstuk, anderzijds bestaat het uit een maatregelplan met een praktische ideeën om bestaande natuur- en landschapswaarden verder te ontwikkelen en ‘groene’ kansen te benutten. Naar aanleiding van de confrontatie tussen functionele, ecologische en visueel-ruimtelijke analyse en recente ontwikkelingen blijkt dat bijna de gehele westrand van Oud Gastel is bestempeld als aandachtsgebied. Voor dit gebied wordt gestreefd naar 'het landschappelijk inpassen van verstedelijking'. Voor dit gebied geldt de volgende visie: 'Een zone langs de huidige westrand ontwikkelen als halfopen landschap, en daarmee voorbereiden als vervanger van de huidige groene westrand van Oud Gastel'. Bij de inpassing van het sportpark aan de westzijde van het dorp is aangesloten bij deze visie.
3.2
Provinciaal beleid Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant
Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant in werking getreden. De provincie geeft in de structuurvisie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie geeft een ruimtelijke vertaling van de opgaven en doelen uit de Agenda van Brabant. Daarnaast ondersteunt de structuurvisie het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch-, mobiliteits-, sociaal-, cultureel-, milieu- en natuurbeleid. In de Structuurvisie is het plangebied aangewezen als 'Accentgebied agrarische ontwikkeling' en 'Zoekgebied voor verstedelijking'. De aanduiding zoekgebied verstedelijking geeft aan dat het transformeren van buitengebied naar stedelijk gebied (wonen, werken, voorzieningen, stedelijk groen) afweegbaar is als dat nodig is om in de blad 10 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
stedelijke ruimtebehoefte te voorzien. Naar huidige inzichten – met het perspectief tot 2025 en een doorkijk naar 2040 - is in het stedelijk concentratiegebied (inclusief de zoekgebieden voor verstedelijking) voldoende ruimte om in de verstedelijkingsbehoefte (wonen, werken en voorzieningen) te voorzien. Hier is ruimte voor een grote verscheidenheid aan woon- en werkmilieus, of een menging daarvan, in uiteenlopende dichtheden. De ontwikkeling van het plangebied past binnen de beleidsuitgangspunten die horen bij de gebiedsaanduiding 'zoekgebied voor verstedelijking'.
Figuur 4: uitsnede 'Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)
Verordening ruimte Noord-Brabant 2011
Provinciale Staten hebben op 17 december 2010 de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 vastgesteld. De verordening is in twee fasen tot stand gekomen; § de Verordening ruimte fase 1, die op 23 april 2010 werd vastgesteld, betrof het omzetten in regels van het toen geldende provinciaal beleid; § de Verordening ruimte fase 2, waarvan het ontwerp op 1 en 22 juni 2010 werd vastgesteld, betrof het omzetten in regels van nieuw beleid dat is opgenomen in de Structuurvisie ruimtelijke ordening en gedeeltelijk ook een herziening van de verordening ruimte, fase 1. De onderwerpen die in de Verordening Ruimte staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening is daarbij één van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. In de Verordening is het plangebied aangewezen als 'zoekgebied verstedelijking' (kernen landelijk gebied), 'agrarisch gebied' en 'verwevingsgebied'. Een bestemmingsplan, gelegen in een zoekgebied voor verstedelijking, kan voorzien in een stedelijke ontwikkeling mits de toelichting daaromtrent een verantwoording bevat. Uit de verantwoording blijkt dat er financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde vorm van stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied van een van de kernen van de gemeente te situeren, in het bijzonder door middel van inbreiden, herstructureren, intensiveren, meervoudig ruimtegebruik of enige andere vorm van zorgvuldig ruimtegebruik. Een bestemmingsplan binnen een zoekgebied voor verstedelijking strekt ertoe dat de stedelijke ontwikkeling aansluit bij bestaand stedelijk gebied of plaatsvindt in een nieuw cluster van stedelijke bebouwing. Bij de stedenbouwkundige en landschappelijke inrichting van de stedelijke ontwikkeling blad 11 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
dient rekening te worden gehouden met de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en structuren in het gebied zelf en in de naaste omgeving, waaronder mede begrepen de ontwikkeling van een groene geleding ten behoeve van ecologische en landschappelijke verbindingen. De verplaatsing van het sportpark is onderdeel van de centrumontwikkeling van Oud Gastel. Ter plaatse van het huidige sportpark worden woningen en een brede school gerealiseerd. Omdat in de bestaande kern geen mogelijkheden zijn om het sportpark 'in te breiden' is gezocht naar een uitbreidingslocatie die aansluit bij de bestaande kern van Oud Gastel. Het toekomstig sportpark kan in de toekomst onderdeel uitmaken van de 'groene wig' aan de westzijde van het dorp. De ontwikkeling past binnen de kaders van de Verordening. De overige aanduidingen voor het plangebied - 'agrarisch gebied' en 'verwevingsgebied' - zijn voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied niet relevant.
Kaartblad 'Stedelijke ontwikkeling'
Kaartblad 'Overige agrarische ontwikkeling en windturbines
Kaartblad 'Ontwikkeling intensieve veehouderij' Figuur 5: uitsneden kaarten 'Verordening ruimte' (bron: www.brabant.nl) blad 12 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
3.3
Rijksbeleid Nota Ruimte
In de Nota Ruimte worden de uitgangspunten voor de ruimtelijke inrichting van Nederland vastgelegd, waarbij het gaat om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol speelt. De kern van het beleid ligt in het toepassen van efficiënte manieren om met de ruimte om te gaan. Uitgangspunt van het beleid is dat de ruimtebehoefte zoveel mogelijk wordt gehonoreerd en dat er gezocht wordt naar mogelijkheden om tegelijkertijd ruimtelijke kwaliteit te waarborgen . De nota heeft vier algemene doelen: versterken van de economie (oplossen van ruimtelijke knelpunten), krachtige steden en een vitaal platteland (bevordering leefbaarheid en economische vitaliteit in stad en land), waarborging van waardevolle groengebieden (behouden en versterken natuurlijke, landschappelijke en culturele waarden) en veiligheid (voorkoming van rampen). De nota ondersteunt gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokken partijen participeren. Het accent verschuift van 'toelatingsplanologie' naar 'ontwikkelingsplanologie'. 'Ruimte voor ontwikkeling' betekent ook dat het rijk voor ruimtelijke waarden van nationaal belang waarborgen creëert om die te kunnen behouden en ontwikkelen. Met het ontwerp van het sportpark wordt een goede landschappelijke inpassing nagestreefd. Bij de inrichting wordt rekening gehouden met de bestaande ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische gebiedskwaliteiten ter plaatse. Daarmee wordt aangesloten bij de in de Nota Ruimte uiteengezette uitgangspunten. Daarnaast zorgt het nieuwe sportpark voor zowel een kwantitatieve als kwalitatieve impuls van het voorzieningenaanbod binnen de gemeente, waardoor de leefbaarheid verbetert.
Wet bodembescherming
Het nationale bodembeleid is geregeld in de Wet Bodembescherming (Wbb). Het doel van de Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de bodemkwaliteit tenminste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is en waarbij verspreiding van verontreiniging zoveel mogelijk wordt voorkomen. In het kader van de ontwikkeling is een bodemonderzoek uitgevoerd. De uitkomsten daarvan zijn opgenomen in § 4.8.
Flora- en faunawet
Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet regelt de bescherming van wilde dier- en plantensoorten. In de wet zijn de voormalige Jacht- en Vogelwet opgenomen, alsmede de soortbeschermingsparagrafen uit de Natuurbeschermingswet. Tevens is een deel van de verplichtingen op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn opgenomen. De Flora- en faunawet verbiedt om dieren te doden of hun rust- of verblijfplaats te verstoren. Ook legt de wet de zorgplicht van de burger voor de flora en fauna vast. Er zijn vrijstellingsbepalingen, onder andere in verband met de jacht en de schadebestrijding. Afwijkingen van de verbodsbepalingen zijn mogelijk indien geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. In § 4.3 zijn de gevolgen van de ontwikkeling van het plangebied vanuit de Flora- en faunawet beschreven.
Water
Op Europees en nationaal niveau heeft water een eigen plaats gekregen in de ruimtelijke besluitvorming via de verplichte 'watertoets' (artikel 19a BRO). Deze watertoets vormt een waarborg voor de inbreng van water in de ruimtelijke ordening. Sinds 2001 wordt de watertoets toegepast op plannen die gevolgen voor de waterhuishouding kunnen hebben. Een watertoets is verplicht als het gaat om een functieverandering en/of bestemmingswijziging. blad 13 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Op basis van informatie en randvoorwaarden vanuit waterbeheerders, het waterbeleid en relevante bodemgegevens worden de verschillende wateraspecten uitgewerkt in een waterparagraaf. De waterparagraaf beschrijft het huidige watersysteem alsmede de mogelijkheden en randvoorwaarden voor het toekomstig watersysteem. De waterparagraaf wordt afgestemd met de waterbeheerder en vervolgens verwerkt in het bestemmingsplan. De consequenties voor het aspect water voor de herontwikkeling van het plangebied zijn beschreven in § 4.2.
Wet milieubeheer en Besluit niet in betekenende mate bijdragen (NIBM)
Op 15 november 2007 zijn in de Wet milieubeheer onder titel 5.2 Luchtkwaliteiteisen opgenomen. Luchtkwaliteiteisen zijn een implementatie van de Europese regelgeving, en bevat luchtkwaliteitsnormen voor de stoffen zwaveldioxide, stikstofoxiden en stikstofdioxide, zwevende deeltjes (fijn stof (PM10)), lood, koolmonoxide en benzeen. Nieuwe ontwikkelingen dienen getoetst te worden aan de grenswaarden. Een grenswaarde geeft de kwaliteit aan die op een bepaald tijdstip ten minste moet zijn bereikt, en die, waar zij aanwezig is, ten minste moet worden in stand gehouden. Nieuwe ontwikkelingen mogen er niet toe leiden dat de grenswaarden worden overschreden. Indien blijkt dat dit toch het geval is, kan onderzocht worden of het mogelijk is om met maatregelen toch te voldoen aan de normen. Hierbij hebben bronmaatregelen de voorkeur. Indien dit niet mogelijk is kunnen overdrachtsmaatregelen of in het uiterste geval maatregelen bij de ontvanger worden genomen. De gevolgen van de plannen voor de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied zijn in § 4.7 beschreven.
Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen / Regeling externe veiligheid inrichtingen
Binnen het beleidskader voor externe veiligheid, te weten het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen, zijn er belangrijke verschillen. Plaatsgebonden Risico (PR) Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten -6 risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10 contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6 contour niet als grenswaarde, maar als een richtwaarde. Groeprisico (GR) Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting bij een calamiteit. Het GR kan niet ‘op de kaart’ worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fN-curve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1% letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald), ofwel door de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen. De invloed van het aspect externe veiligheid op de plannen voor het plangebied in Oud Gastel zijn in § 4.10 beschreven.
blad 14 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
3.4
Europees beleid Vogel- en Habitatrichtlijn
Door de Europese Unie zijn richtlijnen uitgevaardigd ter bescherming van bedreigde plant- en diersoorten en leefgebieden in Europa. Als concrete richtlijnen worden genoemd de Europese Vogelrichtlijn en de Europese Habitatrichtlijn (Natura 2000). Die richtlijnen moeten door de lidstaten worden vertaald naar concrete aanwijzing van gebieden die op grond van deze criteria wettelijke bescherming krijgen. De Vogelrichtlijn (EU-richtlijn 79/409/EEG, gewijzigd bij richtlijn 86/122/EEG), bevat naast bepalingen over de instandhouding van in het wild levende vogelsoorten, ook plichten die op de bescherming van de leefgebieden van in het wild levende vogels zijn gericht. De meest geschikte habitats voor bijzonder waardevolle soorten en veel voorkomende trekvogels moeten als speciale beschermingszone worden aangewezen. Anders dan bij de Habitatrichtlijn worden de speciale beschermingszones direct – dus zonder toetsing van de EU – door de lidstaten aangewezen. De Vogelrichtlijn is in de nationale regelgeving verwerkt in de Flora- en faunawet. De aanwijzing van gebieden tot beschermd natuurgebied in het kader van de Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn vindt plaats aan de hand van soortenlijsten van zeldzame of bedreigde plant- en diersoorten. Wanneer in een gebied bepaalde soorten voorkomen, of een bepaald percentage van de Europese populatie herbergt, dan komt zo’n gebied in aanmerking voor plaatsing onder de betreffende richtlijn. De rechtsgevolgen die voortvloeien uit de Habitatrichtlijn betreffen onder meer de verplichting om passende maatregelen te nemen om de kwaliteit van de leefgebieden van beschermde soorten niet te laten verslechteren. Verder mogen er geen storende factoren in gebieden optreden, die negatieve gevolgen hebben voor het voortbestaan van de soorten, die door de Habitatrichtlijn beschermd worden. Nieuwe plannen of projecten in en in de nabijheid van speciale beschermingszones moet conform de richtlijn worden getoetst. Het plangebied valt niet binnen een aangewezen Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebied.
Verdrag van Valletta (Malta) (1992)
In 1992 werd het Europese Verdrag van Valletta, tegenwoordig vaak aangeduid als het Verdrag van Malta, onder andere ook door Nederland ondertekend. De doelstelling van dit verdrag is onder andere te komen tot een bescherming van het Erfgoed in brede zin, zowel ondergronds als bovengronds en dit te kunnen delen met een zo groot mogelijk publiek. Een van de uitgangspunten is daarbij het verstoordersprincipe. Dit houdt zoveel in dat bij nieuwe ontwikkeling de kosten voor onderzoek naar mogelijk aan te tasten waarden en het eventueel behoud daarvan voor rekening komen van de initiatiefnemer. In 1998 werd het interim-beleid inzake archeologie van kracht. Onder dit interim-beleid werd al zo veel mogelijk in de geest van het verdrag gehandeld en werd archeologie opengesteld voor de markt. Het proces is vervolgens in 2007 afgerond: in september 2007 werd de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz 2007) van kracht als onderdeel van de Monumentenwet 1988. Bij de WAMz 2007 horen ook enkele algemene maatregelen van bestuur. Onder de WAMz zijn de gemeenten de bevoegde overheid inzake archeologie en dienen zij het aspect archeologie onder meer te borgen in de nieuw te verschijnen bestemmingsplannen. In § 4.4 wordt verder ingegaan op de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied voor het nieuwe sportpark.
blad 15 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
4
Milieuhygiënische en planologische aspecten In dit hoofdstuk is de invloed van de verschillende milieuhygiënische en planologische aspecten op de voorgenomen ontwikkeling van het sportpark beschreven.
4.1
M.e.r.-beoordeling Op 1 april 2011 is het Besluit m.e.r. gewijzigd. Als gevolg van deze wijziging zijn de drempelwaarden van onderdeel D van het Besluit m.e.r. indicatief gemaakt. Dit betekent dat voor alle activiteiten die benoemd staan in onderdeel D van het Besluit m.e.r., maar die onder deze drempelwaarden vallen, getoetst dient te worden of geen (mogelijke) belangrijke nadelige milieugevolgen ontstaan als gevolg van de voorgenomen activiteiten. De ontwikkeling van het sportpark staat niet genoemd in onderdeel D van het Besluit m.e.r. Er hoeft daarom geen nader onderzoek in het kader van een (vormvrije) m.e.r.beoordeling plaats te vinden.
4.2
Water In het kader van de ontwikkeling van het plangebied is het proces van de watertoets1 doorlopen, waarbij de knelpunten en aandachtspunten voor de waterhuishouding zijn geïnventariseerd en uitgewerkt. Randvoorwaarden De volgende punten gelden vanuit de gemeente en het waterschap voor het plangebied: § Uitgangspunt is dat er waterneutraal gebouwd moet worden. § Door het waterschap wordt voor het lozen van hemelwater bij een nieuw verhard oppervlak van 2000 m2 of groter een retentie geëist. § Bij de berekening van de benodigde retentie wordt uitgegaan van een benodigde berging (voor 3 3 zandgebied) van 555 m /ha bij een T=10 bui en 780 m /ha bij een T=100 bui conform de Hydraulische randvoorwaarden 2009 van Waterschap Brabantse Delta. § De retentie dient te worden gerealiseerd boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). § Bij de bouw worden geen milieuvervuilende of uitlogende bouwmaterialen of stoffen gebruikt. § Schoon hemelwater dat terecht komt op bebouwing en verhard oppervlak dient te worden afgekoppeld van de vuilwaterriolering. Dit hemelwater kan worden afgevoerd naar een bergings- of infiltratievoorziening. § In het plangebied ligt een afvalwatertransportleiding van het waterschap. Bij de verdere uitwerking van het plan dient hier rekening mee gehouden te worden. De voorwaarden voor werkzaamheden nabij de afvalwatertransportleiding zijn opgenomen in de V.U.W. 2004 van Waterschap Brabantse Delta. § Indien waterlopen binnen het plangebied gedempt worden zal de gedempte inhoud binnen het plangebied 1 op 1 gecompenseerd moeten worden. § Ten aanzien van onderhoud van het oppervlaktewater (categorie A waterlopen) door het waterschap dient bij een bovenbreedte (insteek tot insteek) groter dan 7 m aan beide zijden een obstakelvrije onderhoudsstrook te zijn van 4 m en op 5 m mogen geen hekwerken/bouwwerken groter dan 1,20 m en boomgroepen aanwezig zijn zonder vergunning. § Het dempen van oppervlaktewater, het aanleggen van verhard oppervlak, het aanleggen van retentie is vergunningsplichtig vanuit de Waterwet. Hiervoor dient dan ook voor start van de werkzaamheden een Watervergunning te worden aangevraagd bij het waterschap. Huidige situatie Het maaiveld in het plangebied varieert van circa NAP +1,2 m tot circa NAP 1,8 m (bron: AHN.nl). In de huidige situatie is er geen afvoer van hemel- of vuilwater uit het plangebied. In het plangebied ligt een afvalwatertransportleiding (rioolpersleiding) van waterschap Brabantse Delta.
1
Toelichting Watertoets Sportpark Oud Gastel, Oranjewoud B.V., april 2011 blad 16 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Toekomstige situatie Het voornemen is om het sportpark Oud Gastel te verplaatsen naar de locatie aan de Rolleweg ten westen van het dorpsbos. Basis voor het beschrijven van de toekomstige situatie is het opgestelde programma van eisen voor het sportpark aangevuld met enkele ervaringscijfers behorend bij sportaccommodaties. Naast het programma van eisen bevat het sportpark een tribune, voetpaden, wegen, parkeergelegenheden en retentievoorzieningen. Afvalwatertransportleiding Voor werkzaamheden binnen de beperkende strook (zakelijk rechtstrook) mogen geen werken worden uitgevoerd die de veiligheid, continuïteit of de ongestoorde werking van het eigendom kunnen schaden of in gevaar kunnen brengen zonder schriftelijke overeenkomst met het waterschap. Voor aanvang van de werkzaamheden voor de aanleg van het sportpark (minimaal 4 weken) dient een overeenkomst met het waterschap worden aangegaan voor werkzaamheden binnen de zakelijk rechtstrook rondom de afvalwatertransportleiding. In de V.U.W. 2004 van waterschap Brabantse Delta zijn de voorwaarden opgenomen voor werkzaamheden nabij een afvalwatertransportleiding. Waterkwaliteit Het hemelwater dat terechtkomt op de bebouwing en de (voet)paden wordt beschouwd als schoon wanneer rekening wordt gehouden met het gebruik van niet-uitlogende bouwmaterialen (uitlogende bouwmaterialen zijn o.a. zinken dakgoten en standpijpen, loden dakslabben, betongranulaat als wegfundering etc.). De voorkeursvolgorde voor het hemelwater is: § voorkomen van verontreiniging; § hergebruik van water; § bergen op vegetatiedaken; § infiltreren; § rechtstreeks lozen op oppervlaktewater; § afvoeren naar zuivering. Waterkwantiteit De hemelwaterafvoer afkomstig van de bebouwing en terreinverharding wordt niet aangesloten op het gemengd rioolstelsel. Het hemelwater van de bebouwing en terreinverharding wordt afgevoerd naar de retentie waarvoor ruimte is opgenomen in het plan. Het waterschap stelt dat voor een verharding groter 2 dan 2.000 m een retentie nodig is voor de toename van de verharding. De retentie moet de afwenteling voorkomen bij een bui die eens in de 10 jaar (T=10) en eens de 100 jaar (T=100) valt. Vanwege de nieuwe bestemming dient voor hemelwater een compensatie te worden gerealiseerd in de vorm van berging. Met de vuistregel 555 m3 /ha. verhard oppervlak is berekend hoeveel hemelwater er geborgd dient te worden bij een T=10 bui. Met de vuistregel 780 m3/ha. verhard oppervlak is berekend hoeveel hemelwater er geborgd dient te worden bij een T=100 bui. In de huidige situatie is er geen verharding binnen het plangebied aanwezig. Het plangebied zal in de 2 toekomstige situatie een verhard oppervlak van circa 10.150 m hebben. Dit verhard oppervlak is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 2 • pakeren en toegangsweg: 3.600 m • verharding tennis: 1.350 m2 2 • verharding voetbal: 5.200 m De benodigde waterberging (wateropgave) is berekend met een nieuw verhard oppervlak van 10.150 m2. Bij een T=10 situatie is er een berekende wateropgave van circa 563 m3. Bij een T=100 situatie is er een berekende wateropgave van circa 792 m3 . Deze hoeveelheid water dient te worden geborgen of geïnfiltreerd binnen het plangebied.
blad 17 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Vuilwater De vuilwaterafvoer van het plan moet worden aangesloten op het gemeentelijk gemengd rioolstelsel gelegen nabij het plangebied. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de capaciteit van het ontvangende rioolstelsel voldoende is. Compensatie te dempen waterlopen Ten behoeve van het nieuwe sportpark zullen enkele B-waterlopen in het plangebied gedempt moeten worden. De waterlopen die gedempt worden dienen 1 op 1 gecompenseerd te worden met nieuw oppervlaktewater. Op basis van de huidige gegevens is de hoeveelheid te compenseren water nog niet te bepalen. Op basis van het definitief ontwerp zal de hoeveelheid te compenseren oppervlaktewater bepaald dienen te worden. Belangrijk is dat een deel van het oppervlak bestemd voor retentie gereserveerd dient te worden voor het compenseren van het te dempen oppervlaktewater. Ontwatering De ontwateringseis voor nieuw stedelijk gebied (bebouwing) is minimaal 0,7 m. De maaiveldhoogte in het plangebied varieert van circa NAP +1,2 m in tot circa NAP +1,8 m. Omdat er geen peilbuis in de omgeving van het plangebied in Dino-loket aanwezig is, is de exacte ontwateringsdiepte in het plangebied op dit moment niet te bepalen. Verwacht wordt op basis van de voorkomende grondwatertrap dat de hoogste grondwaterstand kan stijgen tot circa 0,8 m en lokaal tot circa 0,4 m beneden maaiveld. Dit betekent dat op basis van de beschikbare gegevens enkele delen van het plangebied mogelijk moeten worden opgehoogd om de ontwateringseis te halen, dit geldt met name voor de bebouwing. Consequenties De persleiding binnen het plangebied wordt - inclusief een zakelijk rechtzone opgenomen met een dubbelbestemming 'Leiding-Riool'. Op het moment dat het ontwerp voor het sportpark gereed is, worden de categorie A-waterlopen binnen het plangebied met bijbehorende onderhoudsstroken opgenomen op de verbeelding en in de planregels.
4.3
Natuur In februari 2011 is een natuurtoets2 uitgevoerd om strijdigheden van de voorgenomen ontwikkeling met de Flora- en faunawet inzichtelijk te maken en te bepalen of een aanvraag van een ontheffing noodzakelijk is. Het resultaat van de natuurtoets is dat zich in het plangebied geen strikt beschermde soorten bevinden die de voorgenomen ontwikkeling van het sportpark in Oud Gastel wezenlijk kunnen beïnvloeden. Vanuit de Flora- en faunawet zijn er geen belemmeringen voor deze ingreep. Algemene soorten Door de voorgenomen ontwikkeling treden geen negatieve effecten op voor algemene beschermde soorten. Door een zorgvuldige werkwijze en het nemen van mitigerende maatregelen (o.a. ongeschikt maken van het leefgebied) kan schade worden voorkómen en blijven negatieve effecten beperkt. Sinds de inwerkingtreding van het Vrijstellingsbesluit geldt voor de groep van algemene soorten een vrijstelling van de ontheffingsplicht. Zorgplicht Voor alle beschermde soorten, dus ook voor de soorten die zijn vrijgesteld van de ontheffingsplicht, geldt wel een zogenaamde ‘algemene zorgplicht’ (art. 2 Flora- en faunawet). Deze zorgplicht houdt in dat de initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade aan beschermde soorten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het niet verontrusten of verstoren in de kwetsbare perioden zoals de winterslaap, de voortplantingstijd en de periode van afhankelijkheid van de jongen. 2
Natuurtoets Oud Gastel, Onderzoek naar beschermde natuurwaarden, Oranjewoud B.V., maart 2011 blad 18 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Werken buiten kwetsbare periode De kwetsbare perioden voor de verschillende soortgroepen zijn niet allen gelijk. Als ‘veilige’ periode voor alle groepen geldt in het algemeen de periode van half augustus tot half november, de periode waarin de voortplantingstijd achter de rug is en dieren als vleermuizen, overige zoogdieren en amfibieën nog niet in winterslaap zijn. Indien voorbereidende werkzaamheden, bijvoorbeeld bouwrijp maken, in die periode worden uitgevoerd, kan daarna gedurende het winterseizoen en het daarop volgende voorjaar probleemloos worden gewerkt. Werken in kwetsbare periode Indien vooraf bekend is dat werkzaamheden moeten worden uitgevoerd binnen de kwetsbare perioden van de soorten, is het zaak ervoor te zorgen dat het gebied tegen die tijd ongeschikt is als leefgebied voor die soorten. Zo kan bijvoorbeeld vegetatie gedurende het groeiseizoen worden verwijderd, zodat er geen vogels gaan broeden en het tegen de winter ook ongeschikt is voor kleine zoogdieren die in winterslaap gaan. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden beschermde soorten worden waargenomen, dienen maatregelen te worden genomen om schade aan deze individuen zo veel mogelijk te voorkomen. Consequenties In het kader van de bestemmingswijziging zijn er geen beperkingen vanuit het aspect ecologie.
4.4
Archeologie en Cultuurhistorie Archeologie Het plangebied kent voor een groot deel een hoge archeologische verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit verscheidene perioden. Uit het bureauonderzoek 3 is tevens gebleken dat de kans op verstoringen vanwege de twee leidingen, eerdere ontginningen en agrarische werkzaamheden zeker aanwezig is. In het rapport, behorende bij de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente Halderberge is aangegeven dat het beleidsstandpunt van de gemeente is dat voor gebieden die een (samengestelde) lage verwachting hebben, geen vervolgonderzoek nodig is. Daarom dient bij bodemverstorende werkzaamheden in eerste instantie een verkennend vooronderzoek uitgevoerd te worden op die delen van het plangebied met een (samengestelde) hoge (oranje) verwachting (zie figuur 6).
3
Bureauonderzoek en (verkennend) inventariserend veldonderzoek door middel van boringen sportpark Oud Gastel te Oud Gastel (gemeente Halderberge), Oranjewoud B.V., februari 2011 blad 19 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Oranje:
Hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit één of meer van de onderscheiden perioden (laatpaleolithicum-late middeleeuwen)
Groen:
Lage archeologische verwachting voor vindplaatsen uit alle onderscheiden perioden (laat-paleolithicum-nieuwe tijd).
Blauw:
Onbekende archeologische verwachting voor vindplaatsen van late landbouwers. (Late middeleeuwen-nieuwe tijd) Geen archeologische verwachting voor vindplaatsen van vroege landbouwers. (neoliticum-vroege middeleeuwen). Lage archeologische verwachting voor vindplaatsen van jagers-verzamelaars (laat-paleolithicum-neolithicum).
Afbeelding 6: uitsnede uit de archeologische advieskaart buitengebied van de gemeente Halderberge (bron: Molenaar et al 2005)
Het doel van het verkennende veldonderzoek is het toetsen en aanscherpen van het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Zo kunnen met dit onderzoek bodemverstoringen in kaart worden gebracht en kan de aanwezigheid van verwachte bodemprofielen in het veld worden gecontroleerd. Het verkennend veldonderzoek is nog niet in het kader van onderhavig bestemmingsplan uitgevoerd. Derhalve is een dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' opgenomen, die het verbiedt om - zonder een vergunning van het bevoegd gezag - werken of werkzaamheden uit te voeren, die de eventueel aanwezig archeologische waarden kunnen verstoren. Cultuurhistorie Op basis van de provinciale cultuurhistorische waardenkaart (2010) bevinden zich in het plangebied geen cultuurhistorisch waardevolle elementen. Aan de noordzijde van het plangebied is een waardevolle zichtrelatie aanwezig. Met de ontwikkeling van het plangebied wordt deze niet aangetast. Vanuit het aspect cultuurhistorie zijn er geen beperkingen voor de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied.
blad 20 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Figuur 7: cultuurhistorische elementen in Oud Gastel (bron: http://brabant.esrinl.com/chw/)
Consequenties In het kader van de bestemmingswijziging zijn er geen beperkingen vanuit het aspect cultuurhistorie. De bevindingen en resultaten van het archeologisch bureauonderzoek zijn in onderhavig bestemmingsplan geborgd door het opnemen van een dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' met bijbehorend vergunningstelsel voor de gebieden met een hoge verwachtingswaarde. Zonder een vergunning van het bevoegd gezag is het daarmee niet mogelijk om werken of werkzaamheden uit te voeren, die de mogelijk aanwezige archeologische waarden kunnen aantasten. Het gaat om bodemingrepen die dieper reiken dan 40 centimeter en die een oppervlakte beslaan van meer dan 500 m2 .
4.5
Bedrijven en milieuzonering Vanuit milieuoogpunt kan een bepaalde afstand tussen een milieubelastende activiteit en een milieugevoelig object noodzakelijk zijn. Deze afstand dient dan bijvoorbeeld om ter plaatse van een kwetsbaar object, zoals woningen, een aanvaardbaar geur-, geluid- of veiligheidsniveau te realiseren. Deze afstand wordt een milieuzonering genoemd. Een milieuzonering vormt het indirecte ruimtegebruik van een milieubelastende activiteit. In de uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' van de Vereniging Nederlandse Gemeenten zijn richtafstanden opgenomen, waarmee rekening moet worden gehouden ten opzichte van gevoelige functies. Invloed omgeving op nieuwbouwplan In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen inrichtingen, waarvan de milieuzonering mogelijk van invloed is op het plangebied. Invloed nieuwbouwplan op omgeving Met onderhavig bestemmingsplan wordt de ontwikkeling van een sportpark mogelijk gemaakt. Op basis van de uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' geldt voor een veldsportcomplex (met verlichting) een indicatieve afstand van 50 meter ten opzichte van gevoelige functies (wonen), waarbij geluid de bepalende afstand is. Met onderhavig bestemmingsplan wordt de realisatie van sportvelden binnen 50 meter van bestaande woningen aan de Rolleweg mogelijk gemaakt. Echter, het meest noordelijke veld wordt niet met verlichting uitgevoerd, waardoor de velden 's avonds niet gebruikt worden (dit is op de verbeelding en in de regels van onderhavig plan geregeld). Omdat het sportpark via de zuidzijde wordt ontsloten, zullen aan die zijde waarschijnlijkheid ook de overige geluidproducerende elementen van het blad 21 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
sportpark zoals het clubhuis en de parkeerplaats worden gerealiseerd. Dit is op voldoende afstand van de bestaande woningen in de omgeving. Daarmee zijn er geen beperkingen voor de realisatie van het sportpark. Consequenties In onderhavig bestemmingsplan is aan de noordzijde van het plangebied een zone opgenomen, waar geen lichtmasten zijn toegestaan om lichthinder (en daarmee geluidhinder in de avonduren) voor de woningen aan de Rolleweg te voorkomen.
4.6
Geluid In de Wet geluidhinder is bepaald dat voor locaties in het bestemmingsplan waar woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen kunnen worden gerealiseerd, de geluidbelasting wordt onderzocht binnen de zones behorende bij verkeerswegen, spoorwegen en industrieterreinen. Onderhavig bestemmingsplan maakt geen ontwikkeling van geluidgevoelige bestemmingen mogelijk, waarmee geen nadere toetsing aan de Wet geluidhinder hoeft plaats te vinden. Consequenties In het kader van de bestemmingswijziging zijn er geen beperkingen vanuit het aspect geluidhinder.
4.7
Luchtkwaliteit De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is vastgelegd in Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer (Wm). In samenhang met Titel 5.2 zijn de grenswaarden voor luchtkwaliteit in Bijlage 2 van de Wm opgenomen. In Titel 5.2 Wm is bepaald dat bestuursorganen een besluit, dat gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit, kunnen nemen wanneer: § wordt voldaan aan de in bijlage 2 Wm opgenomen grenswaarden; § een besluit (per saldo) niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit; § aannemelijk is gemaakt dat een besluit 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de concentratie van een stof; § het project is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (NIBM) is vastgelegd wanneer een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een bepaalde stof. Een plan draagt niet in betekenende mate bij als de toename van de concentraties in de buitenlucht van zowel NO2 als PM10 niet meer bedraagt dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde voor die stoffen. Dit komt voor de stoffen NO2 en PM10 overeen met een maximale toename van de concentraties met 1,2 µg/m3 . Projecten die niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit hoeven niet getoetst te worden aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer. Wel moet worden aangetoond dat als gevolg van het project de jaargemiddelde concentraties PM10 en NO2 niet met meer dan 1,2 3 µg/m toenemen. Het sportpark wordt binnen de kern Oud Gastel over een beperkte afstand verplaatst. Dit heeft weinig invloed op de omvang van de verkeersstromen in de omgeving. Het uitvoeren van een uitgebreide berekening is derhalve niet zinvol. Wel zijn de achtergrondconcentraties (jaartal 2011) van de stoffen PM10 en NO2 in de omgeving van het plangebied bepaald met het screeningsmodel CARII 9.3. Deze zijn in onderstaande tabel weergegeven. 3
Omgeving plangebied
Achtergrondconcentratie (grenswaarde 40 μg/m ) 3 ( 3 PM10 in μg/m Inclusief zeezoutcorrectie) NO2 in μg/m 19,9 19,9
Tabel: achtergrondconcentraties ter plaatse van het plangebied
blad 22 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Gezien de relatief lage achtergrondconcentraties zullen geen overschrijdingen van de grenswaarden plaatsvinden. Er zijn vanuit het aspect luchtkwaliteit geen beperkingen voor de ontwikkeling die met onderhavig bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt. Consequenties In het kader van de bestemmingswijziging zijn er geen beperkingen vanuit het aspect luchtkwaliteit.
4.8
Bodemkwaliteit Voor het plangebied is een historisch onderzoek 4 uitgevoerd met als doel inzicht te krijgen in de reeds bekende bodemkwaliteitsgegevens, potentieel bodembedreigende activiteiten en potentieel bodembedreigende installaties ter plaatse van het plangebied. Op basis van het vooronderzoek kan worden bepaald of de bodemkwaliteit mogelijk belemmeringen op kan leveren voor de voorgenomen bestemming (sportpark). Het vooronderzoek dient tevens als basis voor het vaststellen van het onderzoeksprogramma van het verkennend bodemonderzoek. Het historisch onderzoek is gebaseerd op de richtlijnen uit de NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, NNI, januari 2009). De verzamelde informatie geeft geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van (voormalige) bodembedreigende activiteiten op het onderzoeksterrein. Ook wordt niet verwacht dat de activiteiten op de omliggende percelen de bodemkwaliteit op het onderzoeksterrein negatief hebben beïnvloed. In verband met het huidige gebruik van de onderzoekslocatie (boomgaard) wordt het gebruik van bestrijdingsmiddelen op de locatie niet uitgesloten. Geadviseerd wordt om in het uit te voeren verkennend bodemonderzoek aandacht te besteden aan de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen op de locatie. Consequenties In het kader van de bestemmingswijziging zijn er geen beperkingen vanuit het aspect bodemkwaliteit. Voor het aanvragen van de omgevingsvergunning voor het oprichten van de clubbebouwing dient nog een nader veldonderzoek (NEN 5740) te worden uitgevoerd.
4.9
Kabels en leidingen Binnen het plangebied bevinden zich twee leidingen die planologisch relevant zijn. Het gaat achtereenvolgens om een rioolpersleiding en een gasleiding. Voor de ligging van de leidingen wordt verwezen naar § 3.1. Conform het vigerende bestemmingsplan 'Kern Oud Gastel' en beleid van de Gasunie en het Waterschap wordt voor beide leidingen in onderhavig bestemmingsplan een dubbelbestemming 'Leidingzone' (Ld) opgenomen. De gronden zijn daarmee mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de leidingen. Er geldt voor de rioolpersleiding en gasleiding een zakelijk rechtzone van respectievelijk 2 en 4 meter aan weerszijden van het hart van de leidingen. De ligging van de leidingen wordt met de sportverenigingen gecommuniceerd. Met de leidingbeheerders zal worden bekeken in hoeverre in het veld markeringen kunnen worden opgenomen om de ligging van de leidingen aan te duiden (bijvoorbeeld palen ter plaatse van de randen van het sportpark waar de leidingen het plangebied in komen). De verenigingen zijn zich daarmee bewust van de exacte ligging van de leidingen. Zie voor de consequenties van de leidingen tevens § 4.2, 4.9, 4.10 en 6.4.
4.10
Externe veiligheid Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven) of transportroutes. Binnen het plangebied bevindt zich een hoge druk aardgastransportleiding. Om te bepalen wat de invloed van deze leiding is op het plangebied en de voorgenomen ontwikkeling, is een onderzoek uitgevoerd5. 4
Rapport Historisch onderzoek sportpark aan de Rolleweg te Oud Gastel, Oranjewoud B.V., april 2011 Externe veiligheid bestemmingsplan Sportpark Oud Gastel, groepsrisicoberekening en -verantwoording hoge druk aardgastransportleiding, Oranjewoud B.V., april 2011 5
blad 23 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Het externe veiligheidsbeleid voor hoge druk aardgastransportleidingen is omschreven in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het externe veiligheidsbeleid voor buisleidingen is in lijn gebracht met het beleid voor inrichtingen en voor vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor. In het Bevb wordt gebruik gemaakt van de begrippen plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het uitgangspunt dat gehanteerd is bij het onderzoek is dat binnen het invloedsgebied alleen -6 sportvelden worden geprojecteerd. Alle bebouwing ligt daarbuiten. De leiding heeft geen PR 10 contour. Plaatsgebonden risico levert dus geen belemmeringen voor het plangebied. Het groepsrisico van de leiding neemt toe, maar ligt ver onder de oriëntatiewaarde. Omdat het groepsrisico en de toename daarvan lager is dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde kan volstaan worden met een beperkte verantwoordingsplicht. Gezien het lage groepsrisico en de zeer kleine kans dat een incident (veroorzaakt door graafwerkzaamheden) optreedt op het moment dat de sportvelden in gebruik zijn, wordt geadviseerd geen verdere veiligheidsmaatregelen te nemen. Consequenties In het kader van de bestemmingswijziging zijn er geen beperkingen vanuit het externe veiligheid. In het onderzoek externe veiligheid is als uitgangspunt gehanteerd dat geen clubgebouwen en tribunes in het invloedsgebied van 45 meter aan weerszijden van de hoge druk aardgasleiding worden opgericht. Er vindt momenteel nog onderzoek plaats naar de definitieve inrichting van het sportpark. In het ontwerpbestemmingsplan wordt een definitieve keuze gemaakt hoe het aspect externe veiligheid in het bestemmingsplan te borgen. Daarvoor zijn twee opties: 1. Indien de clubbebouwing buiten het invloedsgebied van de leiding wordt gerealiseerd, kan worden volstaan met de uitgevoerde groepsrisicoberekening en de verantwoording van het groepsrisico (in dat geval wordt een bebouwingsvrije zone op de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan opgenomen); 2. Indien de clubbebouwing binnen het invloedsgebied van de leiding wordt opgericht, zal de uitgevoerde groepsrisicoberekening en de verantwoording hierop worden aangepast.
blad 24 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
blad 25 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
5
Planbeschrijving In dit hoofdstuk zijn de aan het plan ten grondslag liggende (ontwerp)uitgangspunten beschreven en globaal gevisualiseerd.
5.1
Uitgangspunten Het uitgangspunt is dat voetbalverenging SC Gastel, tennisvereniging ’t Kèperke en de Gastelse Wipclub in het plangebied worden gerealiseerd. Op basis van gemeentelijk beleid, een inventarisatie van de eisen en wensen van de verschillende verenigingen en een veldinventarisatie wordt het inrichtingsprogramma voor het sportpark vastgesteld. Het principe "nieuw voor oud" wordt daarbij voor het nog vast te stellen inrichtingsprogramma eveneens als uitgangspunt gehanteerd, waarbij de onderstaande gegevens worden gehanteerd. Op hoofdlijnen ziet het programma er als volgt uit: 2 SC Gastel Clubgebouw van ruim 900 m 3 wedstrijdvelden en 1,7 trainingsvelden in natuurgras 2 TV 't Kèperke Clubgebouw van ruim 280 m 4 tennis banen in 2 blokken van 2 banen Oefenkooi met oefenmuur Gastelse Wipclub Geen gebouw Sportruimte van 23 x 26 meter (gras) Mast met muitkorf Op grond van het bovenstaande wordt volgens het principe "nieuw voor oud" voor de Gastelse Wipclub in principe geen nieuw gebouw voorgestaan in het nog vast te stellen inrichtingsprogramma. De planregels sluiten echter de mogelijkheid voor het oprichten van een gebouw niet uit.
5.2
Ontwikkeling Vooralsnog is er geen voorkeursmodel voor de ontwikkeling van het sportpark, maar liggen wel enkele ruimtelijke uitgangspunten vast. De uitgangspunten die vastliggen en die - voor zover mogelijk -zijn opgenomen op de verbeelding bij onderhavig bestemmingsplan betreffen de volgende: § het nieuwe sportpark wordt ontsloten via de zuidzijde en sluit aan op de Dragon, die tevens de bestaande parkeerplaats van o.a. de korfbalvereniging ontsluit; § vanwege de zuidelijke ontsluiting zal de parkeerplaats tevens aan de zuidzijde worden gerealiseerd; § de in het plangebied aanwezige leidingen zullen - inclusief de bijbehorende belemmerende stroken - worden vrijgehouden van bebouwing en bouwwerken die niet ten dienste van de leiding zijn; § aan de oostzijde van het plangebied wordt een groenzone aangelegd als overgang richting het dorpsbos; § aan de noordzijde van het plangebied worden - vanwege de aanwezige woningen aan de Rolleweg - geen hinderlijke activiteiten gerealiseerd zoals verlichte velden en clubbebouwing. In figuur 8 is de verbeelding van onderhavig bestemmingsplan opgenomen, die inzicht geeft in de ruimtelijke hoofdstructuur en kaders waarbinnen het sportpark gerealiseerd moet worden. Momenteel vindt studie plaats naar de inrichting van het sportpark. In het ontwerpbestemmingsplan zal de uiteindelijke gebiedsinrichting nader worden omschreven.
blad 26 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Figuur 8: verbeelding bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel'
blad 27 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
6 6.1
Juridische planbeschrijving Inleiding Onderhavig bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het plan. De verbeelding en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. De juridische systematiek van het bestemmingsplan is afgestemd op het te realiseren nieuwe sportpark. De mate van gedetailleerdheid van de bestemmingsregelingen en de ruimte die binnen die regelingen wordt geboden voor verdere uitbreiding of ontwikkeling is vooral afhankelijk van de aard van de functie, de planologische inpasbaarheid en de relatie tot andere functies in het plangebied.
6.2
Algemene toelichting verbeelding Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de gronden in het plangebied aangegeven. Een aantal gegevens heeft juridisch gezien geen betekenis en is alleen op de plankaart aangegeven ten behoeve van de leesbaarheid van die kaart (bijvoorbeeld kadastrale en topografische gegevens en de ligging van de hartlijn van de leidingen). Naast de bestemmingen kent het bestemmingsplan de dubbelbestemmingen 'Leiding-Gas', 'LeidingRiool' en 'Waarde-Archeologie'. De dubbelbestemmingen liggen over de bestemming heen en zijn bedoeld om een specifiek ruimtelijke belang te beschermen (de bescherming van veiligheids- en/of onderhoudszone langs de leidingen en potentiële archeologische waarden).
6.3
Algemene toelichting planregels In de regels staan voorschriften voor het gebruik van gronden binnen de diverse bestemmingen in het plangebied en voor het oprichten en gebruiken van bebouwing op die gronden. De regels zijn ingedeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1: Inleidende regels Dit hoofdstuk bevat 2 artikelen. In artikel 1 en 2 zijn begripsbepalingen en meetvoorschriften opgenomen die van belang zijn voor de toepassing en interpretatie van de regels in de overige hoofdstukken. Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels Dit hoofdstuk bestaat uit 6 artikelen die corresponderen met de (dubbel)bestemmingen op de verbeelding. Elk artikel met enkelbestemmingen heeft globaal gezien de volgende opzet: § bestemmingsomschrijving: een omschrijving van de doeleinden van de bestemming; § bouwregels: de regels met betrekking tot situering en maatvoering van bouwwerken; De artikelen met de dubbelbestemmingen hebben globaal gezien de volgende opzet: § bestemmingsomschrijving: een omschrijving van de doeleinden van de bestemming; § bouwregels: de regels met betrekking tot situering en maatvoering van bouwwerken; § specifieke gebruiksregels; § afwijking van de gebruiksregels: bevoegdheden en daaraan verbonden voorwaarden voor het verlenen van ontheffing van de gebruiksregels; § omgevingsvergunning.
blad 28 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Hoofdstuk 3: Algemene regels Dit hoofdstuk bevat 3 artikelen, waarin bepalingen zijn opgenomen die gelden voor het gehele plangebied, te weten de anti-dubbeltelbepaling, algemeen geldende bouw- en afwijkingsregels.
Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels Dit hoofdstuk bevat 2 regels, waarin bepalingen zijn opgenomen die gelden voor het hele plangebied, namelijk het overgangsrecht en de slotregel.
6.4
Toelichting bestemmingen Bestemming Groen (artikel 3) De structurele groenvoorziening langs het dorpsbos is bestemd als 'Groen'. Binnen de bestemming zijn tevens o.a. voet- en fietspaden, nutsvoorzieningen, bermen en bermsloten, watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen (met een minimale bergingseis) toegestaan. Binnen de bestemming mogen bouwwerken, worden gebouwd, waaronder kunstobjecten en straatverlichting. Bestemming Sport (artikel 4) Het nieuwe sportpark is bestemd tot 'Sport'. Binnen de bestemming is de beoefening van sporten, zoals voetbal en tennis alsmede de wipclub algemeen toegestaan. Voor de bijbehorende gebouwen op de sportterreinen, zoals clubgebouwen en tribunes, is een bebouwingspercentage aangegeven. Zogenaamde dug-outs mogen eveneens worden gebouwd. De exacte ligging van de bebouwing moet nog worden vastgesteld, derhalve is volstaan met een bebouwingspercentage en wordt geen gebruik gemaakt van bouwvlakken. Hiermee bestaat er nog voldoende flexibiliteit wat betreft het ontwerp van het sportpark. Wel is een gedeelte van het bestemmingsvlak door middel van een specifieke bouwaanduiding uitgesloten van lichtmasten, om de licht- en geluidoverlast voor de woningen aan de Rolleweg te beperken. Tevens is voor ditzelfde gebied het rechtstreeks oprichten van bebouwing uitgesloten door middel van een specifieke bouwaanduiding. Binnen het plangebied zal de ligging van de ontsluitingsstructuur en de waterstaatkundige voorzieningen nog bepaald worden bij het definitief ontwerp voor het sportpark. Deze voorzieningen zijn al wel mogelijk binnen de doeleinden van het bestemmingsplan. Zodoende bestaat er voldoende flexibiliteit voor de uiteindelijke realisatie van deze voorzieningen. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat er een minimale bergingseis wordt gesteld ten aanzien van de waterbergende voorzieningen. Zodoende wordt er in ieder geval voldaan aan de randvoorwaarden vanuit het waterschap. Bestemming Verkeer (artikel 5) De infrastructuur binnen het plangebied waarvan de ligging reeds vaststaat, heeft in het bestemmingsplan de bestemming 'Verkeer' gekregen, overeenkomstig artikel 5 van de regels. Het gaat om de toegangsweg tot het sportpark aan de zuidzijde. Dubbelbestemming Leiding-Gas (artikel 6) Ter plaatse van de aardgastransportleiding, die door het plangebied loopt, is de bestemming 'LeidingGas' opgenomen. Dit geldt tevens voor de gronden met een breedte van 4 meter aan weerszijden van het hart van de leiding. In de regels is bepaald dat, in afwijking van de regels van de onderliggende bestemming, binnen deze bestemming niet mag worden gebouwd. Een uitzondering geldt voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, die behoren bij de leiding zelf, zoals regel- en meetkasten. Van het bouwverbod kan worden afgeweken, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding en vooraf de leidingbeheerder om advies is gevraagd. Ter bescherming van de aardgastransportleiding geldt een omgevingsvergunningstelsel. blad 29 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
Dubbelbestemming Leiding-Riool (artikel 7) Ter plaatse van de rioolpersleiding, die door het plangebied loopt, is de bestemming 'Leiding-Riool' opgenomen. Dit geldt tevens voor de gronden met een breedte van 2 meter aan weerszijden van het hart van de leiding. In de regels is bepaald dat, in afwijking van de regels van de onderliggende bestemming, binnen deze bestemming niet mag worden gebouwd. Een uitzondering geldt voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, die behoren bij de leiding zelf. Van het bouwverbod kan worden afgeweken, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding en vooraf de leidingbeheerder om advies is gevraagd. Ter bescherming van de rioolpersleiding geldt een omgevingsvergunningstelsel. Dubbelbestemming Waarde-Archeologie (artikel 8) De voor 'Waarde-Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
blad 30 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
blad 31 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
7
Economische uitvoerbaarheid Het project wordt uitgevoerd in opdracht en op kosten van de gemeente Halderberge. De kosten van de verplaatsing van het sportpark worden betaald uit het grondbedrijf, waaronder alle ontwikkelingen binnen de gemeente vallen. Het betreft daarmee een gemeentelijke ontwikkeling, waarbij derhalve geen sprake is van een mogelijke kostenverhaal. De ontwikkeling past binnen de vastgestelde integrale grondexploitatie van de gemeente Halderberge en is daarmee financieel haalbaar.
blad 32 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
blad 33 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
8
Overleg, inspraak en zienswijzen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge heeft op 19 april 2011 het voorontwerp bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel' vastgesteld en vrijgegeven voor de inspraak. Het plan heeft vervolgens vanaf 28 april 2011 zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tevens is het voorontwerp bestemmingsplan op grond van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan diverse instanties in het kader van het vooroverleg. Er zijn op het voorontwerp bestemmingsplan twee inspraakreacties en vier overlegreacties ingediend. De resultaten van het vooroverleg en de inspraak zijn in de notitie 'Nota van inspraak en vooroverleg' behandeld. Een ieder kan op grond van de Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure, zoals beschreven in afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht, een zienswijze indienen tegen het ontwerp bestemmingsplan. Het bestemmingsplan wordt daartoe voor een termijn van 6 weken ter visie gelegd, voorafgegaan door een openbare publicatie.
blad 34 van 35
Bestemmingsplan 'Sportpark Oud Gastel', Gemeente Halderberge Projectnr. 0233911.00 augustus 2011, revisie 03
blad 35 van 35