Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) projectnr. 248231 revisie 04 26 maart 2013
auteur(s) ing. M. Fransen
Opdrachtgever Gemeente Oosterhout Postbus 40 4900 AA Oosterhout Nb
datum vrijgave 26-03-2013
beschrijving revisie 04 vastgesteld
goedkeuring ing. M. Fransen
vrijgave drs. E. Oude Weernink
Colofon
Contactadres: Beneluxweg 7 4904 SJ Oosterhout Postbus 40 4900 AA Oosterhout
Copyright © 2012 Ingenieursbureau Oranjewoud Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Inhoud blz.
1
Inleiding ................................................................................................................ 3
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Aanleiding ........................................................................................................................ 3 Beschrijving plangebied .................................................................................................... 3 Procedure ......................................................................................................................... 4 Doel van het plan.............................................................................................................. 4 Leeswijzer......................................................................................................................... 4
2
Beschrijving voorgenomen ontwikkeling ............................................................... 5
2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2
Beschrijving projectgebied en omgeving in de huidige situatie........................................... 5 Locatie recreatieoord ........................................................................................................ 5 Locatie TSC........................................................................................................................ 5 Voorgenomen ontwikkeling .............................................................................................. 6 Locatie recreatieoord ........................................................................................................ 6 Locatie TSC........................................................................................................................ 9
3
Beleid.................................................................................................................. 13
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2
Europees- en rijksbeleid .................................................................................................. 13 Structuurvisie.................................................................................................................. 13 Nationaal Milieubeleidsplan 4......................................................................................... 13 Wet op de archeologische monumentenzorg (Nota belvedère) ........................................ 14 Water ............................................................................................................................. 14 Provinciaal beleid............................................................................................................ 14 Structuurvisie ruimtelijke ordening.................................................................................. 14 Verordening ruimte......................................................................................................... 15 Integrale Strategie Milieu ............................................................................................... 17 Gemeentelijk beleid........................................................................................................ 17 Stadsvisie-Plus ................................................................................................................ 17 Structuurvisie Oosterhout (voorontwerp) ........................................................................ 18
4
Uitgangspunten en randvoorwaarden ................................................................. 19
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12
Natuur en ecologie.......................................................................................................... 19 Water en riolering........................................................................................................... 22 Bodem ............................................................................................................................ 25 Archeologie .................................................................................................................... 25 Cultuurhistorie................................................................................................................ 26 Milieuhinder ................................................................................................................... 26 Akoestiek........................................................................................................................ 27 Externe Veiligheid........................................................................................................... 29 Luchtkwaliteit ................................................................................................................. 29 Verkeer en mobiliteit ...................................................................................................... 30 Explosieven..................................................................................................................... 34 Kabels en leidingen ......................................................................................................... 34
5
Juridische uitvoerbaarheid .................................................................................. 35
5.1 5.2 5.3
Algemeen ....................................................................................................................... 35 Indeling van de regels ..................................................................................................... 35 Bestemmingen................................................................................................................ 35 blad 1 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
5.4
Handhaving .................................................................................................................... 36
6
Maatschappelijke / economische uitvoerbaarheid .............................................. 39
6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid .................................................................................. 39 Inspraak ingevolge de inspraakverordening .................................................................... 39 Overleg ingevolge ex artikel 3.1.1 Bro ............................................................................. 39 Zienswijzenprocedure ..................................................................................................... 39 Vervolgprocedure ........................................................................................................... 39 Economische uitvoerbaarheid ......................................................................................... 40
Separate bijlagen Bijlage 1: Quickscan Natuurwetgeving (locatie recreatieoord) d.d. maart 2012 Bijlage 2: Vooronderzoek Conventionele Explosieven d.d. 16 april 2012 Bijlage 3: Archeologisch onderzoek (locatie recreatieoord) d.d. 12 juni 2012 Bijlage 4: Notitie verkeer en parkeren (locatie recreatieoord) d.d. 8 november 2012 Bijlage 5: Akoestisch onderzoek (locatie recreatieoord) d.d. 10 oktober 2012 Bijlage 6: Onderzoek beschermde natuurwaarden (locatie TSC) d.d. 8 november 2012 Bijlage 7: Archeologisch onderzoek (locatie TSC) d.d. 31 augustus 2012 Bijlage 8: Akoestisch onderzoek (parkeerplaats TSC) d.d. 11 oktober 2012 Bijlage 9: Reactienota zienswijzen d.d. 14 januari 2013
blad 2 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
1 1.1
Inleiding Aanleiding Ter plaatse van De Warande spelen twee vraagstukken. Enerzijds de concentratie van de zwemvoorzieningen in Oosterhout, waarbij Recreatieoord De Warande is gekozen als locatie voor het concentreren van de zwemvoorzieningen (locatie recreatieoord). Anderzijds is het sportcomplex aan de Warandelaan toe aan een renovatie en duurzamer gebruik van de velden (locatie TSC). Locatie recreatieoord Medio 2011 heeft de gemeenteraad besloten dat nader onderzoek zou moeten worden uitgevoerd naar concentratie van de zwemvoorzieningen in Oosterhout op de locatie van zwembad “De Warande”. Uitgangspunt daarbij was dat het bestaande 50-meterbad zou worden overkapt en dat een nieuwe overdekt bad zou worden gerealiseerd. Dit ter vervanging van de zwembaden “De Blikken” en “Arkendonk”. Het onderzoek heeft geresulteerd in het masterplan “Concentratie Zwembaden”. In het masterplan zijn de eisen vastgelegd waaraan de nieuwe zwemvoorziening moet voldoen en is de ruimtelijke opzet ervan uitgewerkt. Daarnaast is ingegaan op de te verwachten planologische gevolgen. Het concept-masterplan heeft vanaf 15 december 2011 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Na het doorlopen van de inspraakprocedure heeft de gemeenteraad het definitieve masterplan op 27 maart 2012 vastgesteld. Dit masterplan vormt de aanzet voor onderhavig bestemmingsplan. Locatie TSC Het terrein van de voetbalvereniging TSC is gelegen aan de Warandelaan in Oosterhout. De huidige accommodatie voldoet niet aan de normen die gesteld worden door de KNVB aan een vereniging van een dergelijke omvang. Er is een integraal plan opgesteld om op de huidige locatie een duurzame accommodatie te realiseren. Met deze herinrichting worden de kantine en de kleedkamers verplaatst naar een gezamenlijk gebouw en een parkeerplaats aangelegd waar nu het meest oostelijke trainingsveld is gelegen. Dit betekent onder meer dat het westelijke trainingsveld, nabij de zwemaccommodatie van de Warande gelegen, uitgebreid dient te worden tot de afmetingen van een volwaardig wedstrijdveld. Aangezien het veld wordt omgeven door de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is het onvermijdelijk dat fysieke aantasting van de EHS optreedt bij deze uitbreiding. Op 22 mei 2012 heeft de gemeenteraad het besluit genomen voor de herinrichting van het sportcomplex. Met dit bestemmingsplan worden de twee voornemens juridisch-planologisch mogelijk gemaakt.
1.2
Beschrijving plangebied Het plangebied bestaat uit drie deelgebieden. De globale ligging van de deelgebieden is aangegeven in figuur 1.1. Onderstaand volgt een korte toelichting op de deelgebieden: 1. Recreatieoord de Warande: Dit deel van het plangebied is gelegen in de oksel van de Lage Molenpolderweg en de Bredaseweg en behelst het huidige terrein van Recreatieoord De Warande en de naastgelegen parkeerplaats. In de huidige situatie is het gebied reeds in gebruik als recreatieoord/zwembad. 2. Sportvelden TSC: Dit deel van het plangebied ligt langs de Warandelaan en bestaat uit het huidige sportterrein van TSC. 3. Natuurcompensatie: Dit deel van het plangebied is opgenomen ter compensatie van de gronden gelegen binnen de EHS welke nodig zijn voor de herinrichting van de sportvelden TSC.
blad 3 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Locatie recreatieoord
1
3
2
Locatie TSC
Compensatie EHS Figuur 1.1: Globale ligging van het plangebied verdeeld in drie deelgebieden
1.3
Procedure Het vigerende bestemmingsplan 'Oosterhout-Zuid', vastgesteld op 26 juni 2007 staat de voorgenomen ontwikkeling niet toe. Binnen het vigerende bestemmingsplan 'Oosterhout-Zuid' heeft het plangebied reeds de bestemming "Recreatie", maar voldoet het bestaande bouwvlak niet om de uitbreiding van het recreatieoord en de herinrichting van de sportvelden mogelijk te maken. Ook wordt bij de herinrichting van de sportvelden een deel van de EHS aangetast. Deze aantasting vraagt om compensatie van de natuurwaarden elders. Om de gewenste nieuwbouw en herinrichting juridisch-planologisch mogelijk te maken, is voorliggend bestemmingsplan opgesteld. Voorafgaand aan dit bestemmingsplan is een masterplan vastgesteld voor de locatie van het recreatieoord de Warande. Het concept-masterplan heeft voor inspraak ter inzage gelegen en op basis daarvan heeft vooroverleg plaatsgevonden. Deze procedure kan worden gelijkgesteld aan een voorontwerp bestemmingsplan. Voor de locatie TSC is de wijziging ten opzichte van het huidige situatie minder ingrijpend en was het volgen van een inspraakprocedure niet noodzakelijk. Wel dient goede afstemming plaats te vinden voor de te compenseren EHS. Dit vindt plaats in het kader van het wettelijk vooroverleg. Derhalve wordt dit deel van het bestemmingsplan direct als ontwerp in procedure gebracht. De inspraak conform de inspraakverordening en het wettelijk verplichte vooroverleg hebben reeds plaatsgevonden.
1.4
Doel van het plan Het doel van dit bestemmingsplan is het voorzien in een planologische onderbouwing ten behoeve van de uitbreiding van het bestaande recreatieoord en de herinrichting de locatie TSC, met bijbehorende natuurcompensatie.
1.5
Leeswijzer In het bestemmingsplan wordt ingegaan op de volgende aspecten, te weten: beschrijving plangebied en voorgenomen ontwikkeling (hoofdstuk 2); beleid (hoofdstuk 3); uitgangspunten en randvoorwaarden (hoofdstuk 4); juridische uitvoerbaarheid (hoofdstuk 5); maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid (hoofdstuk 6). blad 4 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
2
Beschrijving voorgenomen ontwikkeling In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het projectgebied en de voorgestelde ontwikkeling.
2.1 2.1.1
Beschrijving projectgebied en omgeving in de huidige situatie Locatie recreatieoord In de huidige situatie is de Warande een buitenrecreatieoord dat alleen in de zomerperiode gedurende circa 4 maanden per jaar geopend is. Op het terrein is een wedstrijdbad (het 50 meter bassin), twee andere buitenbaden en een peuterbad aanwezig. Naast deze zwembaden zijn op het terrein ook een “sporthal”, een honk van ‘De Jonge Renner’ en de jeu de boules banen gelegen. De Jonge Renner maakt momenteel gebruik van een wielerbaan welke rondom het terrein van De Warande is gelegen. Het terrein kent verder een zeer groene uitstraling met ook in de directe omgeving veel groen.
Ontsluiting en parkeerplaats
50 meter bassin Sporthal De Jonge Renner Jeu de boules Overige buitenbaden
Figuur 2.1: huidige situatie plangebied en directe omgeving
2.1.2
Locatie TSC Het terrein bestaat uit in totaal zes voetbalvelden (waarvan twee trainingsvelden), een parkeerplaats, een accommodatie met kleedkamers, een kantine en de tribunes rondom het hoofdveld. Het terrein is gelegen in een bosrijke omgeving. In figuur 2.2 is de huidige situatie weergegeven.
blad 5 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
PNEM-veldje
Trainingsveldje
Wedstrijd- / trainingsvelden
Hoofdveld
Figuur 2.2: huidige situatie plangebied en directe omgeving van de locatie TSC
2.2 2.2.1
Voorgenomen ontwikkeling Locatie recreatieoord De basis voor de ontwikkeling zoals opgenomen in onderhavig bestemmingsplan ligt bij het masterplan. Vanuit het masterplan is een voorkeursmodel naar voren gekomen dat nu wordt doorvertaald in een bestemmingsplan. In onderstaande paragrafen zijn het voorkeursmodel en de overige uitgangspunten vanuit het masterplan die nu planologisch worden vastgelegd beschreven. Voorkeursmodel masterplan In het masterplan zijn drie modellen uitgewerkt voor het herinrichting van het terrein. Het daarin opgenomen voorkeursmodel (model 1) is in functioneel, financieel en ruimtelijk opzicht de beste optie. De gemeenteraad heeft dan ook besloten dit model door te vertalen in onderhavig bestemmingsplan. Functionele eisen Het nieuwe combibad De Warande wordt de centrale zwemvoorziening voor Oosterhout. Hiertoe wordt het bestaande 50 meter bassin overkapt met een transparante overkapping en wordt een nieuw multifunctioneel, overdekt zwembad gerealiseerd op de locatie van de huidige sporthal. De overige buitenbassins en andere recreatievoorzieningen van het Recreatieoord De Warande blijven behouden. Hierdoor ontstaat een aantrekkelijk combibad waarmee optimaal op het gebruik en het weer kan worden ingespeeld.
blad 6 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Figuur 2.3: model 1 (voorkeursmodel) uit 'Masterplan Recreatieoord De Warande'
Entreegebied De diverse accommodatieonderdelen moeten vanuit de centrale hal direct bereikbaar zijn. De entree ontsluit alle functies in het zwembad en het horeca gedeelte. Hierbij moet rekening worden gehouden met piekbelasting tijdens piekdagen in het zomerseizoen (buitenbad) en tijdens grote sportevenementen. Het entreegebied met de centrale hal vormt de overgang naar de diverse onderdelen van de accommodatie, te weten: zwemzalen en nevenruimten; buitenbaden; centrale horeca annex bezoekersruimte; vergaderruimte; kassaruimte eventueel geïntegreerd met een informatiebalie; kantoorruimten. Te overkappen buitenbad De overkapping over het 50 meter bassin kan bij mooi weer voor een deel worden opengeschoven waardoor een flexibel gebruik mogelijk is en het “buitenseizoen” wordt verlengd. Het 50 meter bassin is voor de verenigingen zeer aantrekkelijk gezien de afmetingen en de watertemperatuur (26°C). Het nieuwe overdekte zwembad wordt gebouwd met het oog op multifunctioneel gebruik en flexibiliteit. De overkapping dient voornamelijk te bestaan uit een transparante serre (metalen constructie), waarbij een gedeelte van het bad door te schuiven delen in de zomer open te zetten is. Aanvullend op het te overkappen buitenbad worden onder andere de volgende functies gerealiseerd: technische ruimten (luchtbehandeling) kleedruimten buitenbassin; EHBO en juryruimte; toilet- en douchevoorzieningen; bergingen; optioneel verenigingsruimte. Nieuw binnenbad Mede naar aanleiding van de inventarisatie van de wensen van de gebruikers is er voor gekozen om een zwembad te realiseren bestaande uit een 25 x 15 meter (wedstrijd)bassin, een 15 x 10 meter doelgroepenbassin en een whirlpool. Het 25 meter bassin (watertemperatuur 28°C ) is optimaal geschikt voor recreatief zwemmen, instructiezwemmen etc. Het doelgroepenbassin wordt voorzien van een beweegbare bodem over de gehele oppervlakte. Deze bodem is verstelbaar over de volledige blad 7 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
waterdiepte waardoor dit bassin ook als peuterbassin kan worden gebruikt. Bovendien ligt de watertemperatuur in dit bassin hoger (30°C). Dit bassin is daarmee optimaal geschikt voor gebruik door speciale doelgroepen, als ouderenzwemmen, zwemmen door minder validen, moeder en kind zwemmen, instructiezwemmen, aquasporten etc. Horecavoorziening In het nieuwe ontwerp wordt een horecavoorziening opgenomen die zodanig dient te zijn gesitueerd dat deze direct bereikbaar is voor bezoekers vanuit de centrale hal. In elk geval dient te worden voorzien in een restaurantgedeelte van 200 m² met een bar, toeschouwersruimte voor het 25 meter wedstrijdbassin, een zonneterras buiten en ondersteunende ruimten. In het ontwerp wordt geen rekening gehouden met een permanente tribune op het perron, zowel van het 50 meter bassin als van het 25 meter wedstrijdbassin. Bovengenoemde uitgangspunten voor de entree, het te overkappen buitenbad, het nieuw te realiseren binnenbad en de horecavoorziening zijn voor zover mogelijk doorvertaald in het juridische deel van het bestemmingsplan. Functioneel gezien zijn ze mogelijk gemaakt binnen de bestemming "Recreatie". Verder zijn de benodigde bouwmogelijkheden op de verbeelding als bouwvlak opgenomen met de benodigde bouwhoogte die voor de nieuwbouw nodig is. Parkeren Het realiseren van een combibad op de locatie De Warande leidt ertoe dat meer parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden. Door het gebruik van de parkeerplaats in de toekomstige situatie gedurende het gehele jaar is het wenselijk deze te herinrichten en te verharden. Voor het reguliere gebruik van het zwembad gedurende de rest van het jaar zijn 202 parkeerplaatsen nodig. In dit aantal kan worden voorzien door het parkeerterrein aan het Wilhelminakanaal Zuid te herinrichten. In figuur 2.4 is het inrichtingsvoorstel te zien van de toekomstige parkeerplaats. Het gehele terrein is daarbij heringericht en optimaal benut. Ook zal het gehele terrein verhard worden met op de koppen groenaccenten. Door een optimale invulling van het huidige terrein kunnen 273 parkeerplaatsen gerealiseerd worden, waarvan 6 parkeerplaatsen voor minder validen. Op piekmomenten in de zomermaanden (circa 8 á 10 dagen per jaar) bij zeer goed weer is het bezoek hoger dan de norm en is de parkeerdruk hoger. Het is ruimtelijk en financieel niet reëel om de parkeerplaats daarop in te richten. De gerealiseerde plus van 81 plaatsen ten opzichte van de huidige situatie zal een grote verbetering opleveren ten opzichte van de huidige situatie. Om de parkeerdruk op piekmomenten verder terug te dringen zijn daarnaast beheersmaatregelen mogelijk als het verwijzen naar andere parkeerterreinen in de directe omgeving, zoals het parkeerterrein aan de Bredaseweg. Tenslotte blijft de bestaande langzaam verkeerroute gehandhaafd. Deze loopt langs de Bredaseweg en vervolgens over het parkeerterrein naar het Wilhelminakanaal Zuid.
Figuur 2.4: inrichtingsvoorstel parkeerplaats voor toekomstige situatie blad 8 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
2.2.2
Locatie TSC In de raadsvergadering van 16 juni 2011 heeft de gemeenteraad besloten om de sportvelden aan de Warandelaan niet te verplaatsen naar Sportpark De Contreie, maar scenario's te ontwikkelen voor een 'upgrade' van het TSC sportpark aan de Warande. Vervolgens is een studie uitgevoerd naar de mogelijkheden van deze locatie. Daarbij is op basis van een Programma van Eisen (PvE) een aantal scenario's verkend die hebben geleid tot twee opties, te weten scenario A en B. Scenario B is vervolgens door het college van burgemeester en wethouders als meest geschikte optie voor de herinrichting van het terrein aan de gemeenteraad voorgelegd. In de raadsvergadering van 22 mei 2012 heeft de gemeenteraad besloten in te stemmen met de uitwerking en realisatie van dit scenario. In dit bestemmingsplan is scenario B doorvertaald naar een passende planologische regeling. In onderstaande paragrafen wordt nader ingegaan op de totstandkoming van het door de gemeenteraad gekozen scenario. In figuur 2.5 is de inrichting volgens scenario B weergegeven.
Natuurgrasveld (wetraveld)
Wedstrijdveld (gras)
Nieuw clubgebouw
Nieuw aan te leggen parkeerplaats
Behoud hoofdveld met tribune
Twee kunstgras velden Figuur 2.5: toekomstige inrichting sportvelden TSC terrein
Programma van Eisen Het PvE voor TSC is uitgewerkt op basis van de KNVB-normen. TSC heeft op basis van die normen momenteel behoefte aan totaal vijf voetbalvelden, waarvan twee in kunstgras en één als 'wetra-veld' (wedstrijd-trainingsveld). Daarmee moet kunnen worden voldaan aan de huidige behoefte van de vereniging. Groei van de vereniging in aantal teams is hierbij dus niet voorzien. Fysiek is deze groei alleen maar mogelijk indien het rooster van de trainingen wordt uitgebreid. Mogelijkheden hiervoor zijn bij voorbeeld het langer trainen op de avonden of het inzetten van een extra trainingsavond. Op basis van de KNVB-normen zijn tevens de behoefte aan de sport- en de niet-sportgerelateerde bebouwing bepaald. Een belangrijke randvoorwaarde binnen het opstellen van het PvE voor de renovatie is het realiseren van voldoende parkeerplaatsen, niet alleen voor TSC, maar ook voor de andere verenigingen in het Warandegebied. Op basis van een inventarisatie bij de sportverenigingen in 2008, bij de voorbereiding van de reconstructie van de Warandelaan, is er sprake van een structurele behoefte aan tenminste 225 extra parkeerplaatsen. De zestig parkeerplaatsen die momenteel op het TSC-terrein aanwezig zijn, dienen te worden gehandhaafd c.q. te worden gecompenseerd.
blad 9 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Scenariokeuze. Op basis van het vastgestelde PvE is een verkenning gemaakt van de mogelijke scenario' s waarbinnen dit zou kunnen worden gerealiseerd. Daarbij is, tevens uit kostenoverwegingen, gekeken naar de bestaande indeling van het sportpark. Omdat er sprake is van de realisatie van vijf volwaardige velden, ligt het voor de hand om het zogenaamde PNEM-veldje, dat momenteel als trainingshoek wordt gebruikt en niet de afmetingen van een volwaardig veld heeft, in te zetten voor de realisatie van het openbare parkeerterrein. Het realiseren van vijf volwaardige velden en de noodzakelijke bebouwing, ontsluitingen en dergelijke op het overblijvende gedeelte van het sportpark is niet mogelijk zonder het aantasten van het aanwezige groen, waarvan een deel tot de EHS behoort. Gevolgen groen en EHS Het zogenaamde Warandeveld, gelegen tussen het hoofdveld en de Warandeplas en momenteel als trainingsveld in gebruik, wordt aan drie zijden omsloten door de Ecologische Hoofd Structuur (EHS). Aantasting van de EHS dient conform de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011 zoveel mogelijk te worden voorkomen. Een ontwikkeling binnen de EHS moet dienen tot het behoud, herstel of tot de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van het gebied. Indien aantasting (maatschappelijk) noodzakelijk is, dient er in de directe omgeving groencompensatie dient plaats te vinden, die een kwaliteitsverbetering inhoudt ten opzichte van de bestaande situatie. Indien dat niet mogelijk blijkt, is uiteindelijk een compensatie in geld mogelijk. In alle gevallen moet hiervoor een concreet compensatievoorstel worden gedaan. Over deze optie heeft overleg plaats gevonden met de provincie. Op basis van het gevoerde overleg kan daarbij op medewerking van de provincie worden gerekend. In 4.1 wordt uitleg gegeven over het compensatievoorstel. De groenopstand die momenteel aanwezig is als afscherming tussen de trainingsvelden en de Warandelaan is grotendeels getypeerd als 'waardevol groenobject' en opgenomen in de gemeentelijke Richtlijn Bomencompensatie 2009. Alle in het Warandegebied aanwezige sportvoorzieningen (zwembad, tennis, atletiek, voetbal, hockey en korfbal) worden omzoomd met houtopstanden en hebben daarmee elk hun eigen besloten ruimte binnen dit gebied. Dit draagt in hoge mate bij aan de identiteit van de locatie. Daarmee heeft het gebied een halfbesloten karakter van een parkbos. Ook hierbij is er bij aantasting sprake van noodzakelijke compensatie, overigens dit ter beoordeling van het gemeentebestuur. Mogelijkheden voor inrichting Bij het ontwikkelen van mogelijke scenario's is onder andere gekeken naar de mogelijkheden om het hoofdveld te verplaatsen, c.q. op te schuiven. Dit zou ten koste gaan van delen van de EHS en de beslotenheid aan de zijde van de Warandelaan aantasten. Daarbij is echter geconstateerd dat hierdoor nauwelijks meer effectieve ruimte kan worden verkregen, terwijl door de verplaatsing van het hoofdveld met de bijbehorende voorzieningen én de sloop van de bestaande hoofdtribune wel een extra kostenfactor van belang zou ontstaan. Daarnaast ontstaan er fysieke problemen ten aanzien van de benodigde ruimte voor toeschouwers rondom het hoofdveld. Tenslotte en niet onbelangrijk, zou daardoor een bepalend onderdeel van de huidige sfeer en identiteit van het complex verdwijnen. Een argument wat met name voor de vereniging zwaar aanligt en waar begrip voor is. Dit alles afwegende blijken uiteindelijk de indelings- c.q. keuzemogelijkheden om te komen tot een afdoende upgrade van het TSC terrein zeer beperkt. De ruimtelijke- en functionele beperkingen van de locatie hebben geleid tot een tweetal scenario's, gekenmerkt als de nummers A en B. Kenmerkend bij beide scenario's is de inrichting van het PNEM-veld als openbare parkeervoorziening en het handhaven van het hoofdveld met de tribune. In beide scenario's is uitgegaan van de realisatie van het nieuwe clubgebouw op een locatie tussen het hoofdveld en de trainingsvelden, centraal op het sportpark.
blad 10 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Keuze voor scenario B en noodzaak aantasting en compensatie EHS Allereerst dient te worden aangegeven waarom een noodzaak tot compensatie bestaat en waarom dit alternatief de voorkeur geniet boven alternatieve ontwikkelingen waarbij wellicht geen aantasting van EHS optreedt. Het maatschappelijk belang van een revitalisering van het TSC-terrein is het volgende: de huidige accommodatie voldoet niet langer aan de eisen die de KNVB stelt aan voetbalverenigingen van een omvang zoals TSC die heeft. Om ervoor te zorgen dat op langere termijn de vereniging haar huidige omvang kan behouden, moet een nieuwe accommodatie worden ontwikkeld op de huidige plaats of op een andere locatie. Een verhuizing naar sportpark De Contreie is verworpen (besluit van 16 juni 2011) door de gemeenteraad, omdat een revitalisering van het huidige TSC-terrein als meer wenselijk wordt gezien. Voor de revitalisering van het TSC-terrein is gekozen voor het voorliggende plan op basis van de volgende redenen: Het groene karakter, dat steeds wordt genoemd als een typerend en gewaardeerd kenmerk van het sportpark, wordt vanaf de zijde van de Warandelaan niet alleen in stand gehouden, maar feitelijk versterkt. Bij scenario A liggen de velden nagenoeg tot aan de Warandelaan en blijft er weinig over van dit groene karakter. De aanleg van het vijfde veld gaat in scenario B weliswaar voor een deel ten koste van de EHS, maar op die plaats heeft deze ingreep minder ruimtelijke- en kwalitatieve gevolgen. Door de compensatie langs de Warandelaan ontstaat naar onze mening de gewenste kwalitatieve verbetering in het Warandegebied. Bij de realisatie van scenario A zou de beslotenheid, als kenmerkende waarde van het gebied, geheel verdwijnen. De parkeervoorziening wordt in scenario B op een adequate wijze opgelost, waarbij ruimschoots aan het PvE wordt voldaan, een veiliger situering van de ontsluitingen mogelijk is en zoekverkeer wordt vermeden. Een belangrijk gedeelte van de huidige ondergrondse- en bovengrondse infrastructuur kan gehandhaafd blijven, hetgeen kostenbesparend is. Daarbij kan met name worden gedacht aan de beregeningsinstallatie en de veldverlichting. De fasering van de uitvoering kan bij scenario B eenvoudiger plaatsvinden doordat de huidige kantine en kleedgebouwen voorlopig kunnen blijven staan, hetgeen bij het draaien van de velden niet het geval is. In scenario A dient eerst het nieuwe clubgebouw/kleedkamers te worden gerealiseerd, vóórdat met de renovatie c.q. draaiing van de velden kan worden begonnen. Gezien de huidige toestand van de trainingsvelden is dit een ongewenste situatie, waardoor een snelle actie gewenst is. Door de keuze voor scenario B kan op de meest korte termijn worden begonnen met de realisatie van met name de twee kunstgrasvelden. Bij de keuze voor scenario A zal er niet alleen sprake zijn van een fors bedrag aan huur/verplaatsingskosten omdat de vereniging langere tijd niet kan trainen op het eigen sportpark. Bij het draaien van de velden zal uitsluitend het hoofdveld nog beschikbaar zijn voor het spelen van competitiewedstrijden. Voor de trainingen en de lagere competitiewedstrijden zal uitgeweken moeten worden naar andere sportparken die nog ruimte en mogelijkheden daarvoor hebben. Gezien het ongemak die dat met zich meebrengt is dit niet in het belang van de vereniging. In bovenstaande argumentatie is zowel gelet op het maatschappelijk en financieel belang als op het groene karakter van het sportpark, dat ook in scenario B, ondanks beperkte aantasting van de EHS, het meeste blijft behouden. De gemeenteraad heeft zijn besluit van 22 mei 2012 reeds ingestemd met bovenstaand voorkeursscenario. Dit bestemmingsplan vormt het kader waarbinnen dit scenario wordt mogelijk gemaakt. Wijzigingen ten opzichte van het huidige bestemmingsplan In het huidige bestemmingsplan is het gebruik van de gronden voor het grootste deel reeds "Recreatie". De herinrichting kan derhalve grotendeels plaatsvinden binnen de kaders van het huidige bestemmingsplan. Wel dient voor de realisatie van het nieuwe trainingsveld de bestemming te worden uitgebreid en een deel van de EHS te worden aangetast. Deze EHS wordt in de directe omgeving gecompenseerd in de vorm van de bestemming "Natuur". blad 11 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Daarnaast zijn voor de huidige bebouwing bouwvlakken opgenomen strak om deze gebouwen. Door de verplaatsing van deze gebouwen naar één centraal gelegen gebouw dient een nieuw bouwvlak te worden opgenomen. De verdere herinrichting kan geheel plaatsvinden binnen de kaders van het huidige bestemmingsplan. Wel is voor de volledigheid het gehele terrein van TSC in dit bestemmingsplan opgenomen. Daarnaast vindt tevens een herinrichting en uitbreiding van de parkeergelegenheid plaats. Deze aanleg is conform het huidige bestemmingsplan reeds mogelijk. Echter is in het kader van dit plan wel gekeken naar de eventuele gevolgen van de verplaatsing en uitbreiding voor de omgeving. Dit komt terug in paragraaf 4.6.
blad 12 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
3
Beleid In dit hoofdstuk is in het kort en voor zover relevant het beleid toegelicht dat betrekking heeft op de voorgenomen ontwikkeling.
3.1 3.1.1
Europees- en rijksbeleid Structuurvisie De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 vastgesteld. De Structuurvisie vervangt de Nota Ruimte (2006). In de Structuurvisie staan de plannen voor ruimte en mobiliteit van nationaal belang. Zo beschrijft het kabinet in de Structuurvisie in welke infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren en op welke manier de bestaande infrastructuur beter benut kan worden. Provincies en gemeenten krijgen in de plannen meer bewegingsvrijheid op het gebied van ruimtelijke ordening. Het kabinet richt zich bij de verbetering van het vestigingsklimaat vooral op de regio's die zorgen voor de meeste economische groei. Dat zijn de haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol (mainports), de toptechnologieregio zuidoost Nederland (brainport) en de greenports (tuinbouwclusters) Westland/Oostland, Venlo, Aalsmeer, Duin- en Bollenstreek en Boskoop. Het Rijk zet met de ontwerp structuurvisie het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland; het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Conclusie Door het nationale karakter van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en de kleine schaal van onderhavig bestemmingsplan, heeft dit bestemmingsplan nauwelijks raakvlak met dit nationaal beleid. Gelet op het bovenstaande kan, gezien het karakter van dit bestemmingsplan, worden geconcludeerd dat het onderhavige plan in overeenstemming is met de Structuurvisie.
3.1.2
Nationaal Milieubeleidsplan 4 Op 4 juni 2001 verscheen de kabinetsnota 'Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid', beter bekend als het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4). In dit beleidsplan licht het kabinet het te voeren milieubeleid toe. Met het Nationaal Milieubeleidsplan 4 uit juni 2001 is een nieuwe beleidscyclus gestart, met een over meerdere decennia vol te houden pad van transitie naar duurzaamheid. De verschillende transities zijn ondergebracht in drie clusters: transitie naar duurzame energiehuishouding; transitie naar een duurzaam gebruik van biodiversiteit en hulpbronnen; transitie naar duurzame landbouw. Dit NMP 4 beoogt het permanente proces van verbetering te versterken door integrale oplossingen in ontwikkelen voor hier en nu, voor elders en later. De kwaliteit van de leefomgeving wordt bepaald door het aanbod van woningen, werkgelegenheid, winkels en andere voorzieningen in de omgeving of door de aanwezigheid van groen, natuur, ruimte en afwisseling van karakteristieke gebieden. Ook blijkt de waardering van het stedelijk gebied steeds meer gekoppeld te worden aan de waardering van het landelijk gebied en omgekeerd. Het milieubeleid draagt blad 13 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
echter ook bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Milieu en ruimtelijke ordening raken steeds meer verweven. Milieubeleid en ruimtelijk beleid moeten elkaar dan ook versterken. Om de bijdrage van het milieubeleid aan de kwaliteit van de leefomgeving te versterken worden drie veranderingen aangebracht: de samenhang tussen milieu- en ruimtelijk beleid; de samenhang tussen het beleid van verschillende overheden wordt versterkt; de verantwoordelijk van medeoverheden voor de plaatselijke leefomgeving wordt vergroot. Het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het definiëren en realiseren van milieukwaliteit en de uitvoering van het beleid op het meest passende bestuursniveau komt te liggen. Conclusie Het nationaal milieubeleidsplan vormt een basis voor uitwerking van duurzaamheiddoelstellingen in de lagere overheidsniveaus. Duurzaamheid is één van de redenen om de zwembaden te concentreren en de sportvelden te herinrichten. Daarnaast vormt duurzaamheid ook bij de realisatie van de plannen een belangrijk aspect. De voorgenomen ontwikkeling pas binnen dit beleidskader.
3.1.3
Wet op de archeologische monumentenzorg (Nota belvedère) In de nota belvedère staat de instandhouding, versterking en verder ontwikkeling van de cultuurhistorische identiteit bij ruimtelijke aanpassingen centraal. Hiertoe wordt een ontwikkelingsgerichte benadering voorgestaan, die bestaande kwaliteiten als vertrekpunt hanteert en deze combineert met een beschrijving van de recente cultuurgeschiedenis, dynamiek en ontwikkelingspotenties van een gebied. Conclusie Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een belvedèregebied en is ook niet gelegen nabije een archeologisch monument. In paragraaf 4.4 wordt verder ingegaan op het aspect archeologie / cultuurhistorie en de bescherming van eventuele waarden.
3.1.4
Water Op Europees en nationaal niveau heeft water een eigen plaats gekregen in de ruimtelijke besluitvorming via de verplichte 'watertoets'. Deze watertoets vormt een waarborg voor de inbreng van water in de ruimtelijke ordening. Sinds 2001 wordt de watertoets toegepast op plannen die gevolgen voor de waterhuishouding kunnen hebben. Een watertoets is verplicht als het gaat om een functieverandering en/of bestemmingswijziging. Conclusie Op basis van informatie en randvoorwaarden vanuit waterbeheerders, het waterbeleid en relevante bodemgegevens worden de verschillende wateraspecten uitgewerkt in een waterparagraaf. De waterparagraaf beschrijft het huidige watersysteem alsmede de mogelijkheden en randvoorwaarden voor het toekomstig watersysteem. De waterparagraaf wordt afgestemd met de waterbeheerder en vervolgens verwerkt in de plantoelichting. In paragraaf 4.2 wordt verder ingegaan op de resultaten van de uitgevoerde watertoets.
3.2 3.2.1
Provinciaal beleid Structuurvisie ruimtelijke ordening De provincie Noord-Brabant heeft op 1 oktober 2010 de Structuurvisie ruimtelijke ordening vastgesteld. Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant in werking getreden. De provincie geeft in de structuurvisie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de blad 14 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie geeft een ruimtelijke vertaling van de opgaven en doelen uit de Agenda van Brabant. Daarnaast ondersteunt de structuurvisie het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch-, mobiliteits-, sociaal-, cultureel-, milieu- en natuurbeleid. Bij de ruimtelijke keuzes zijn de kernkwaliteiten van de provincie sturend. Ruimtelijke ontwikkelingen moeten bijdragen aan de kracht en identiteit van Noord-Brabant. In de structuurvisie wordt uitgegaan van concentratie van verstedelijking. Bovenregionale bedrijventerrein- en woningbouwopgaven worden opgelost in het stedelijk concentratiegebied. In het overig stedelijk gebied is verdere verstedelijking alleen mogelijk om te voorzien in eigen behoefte.
Figuur 3.1: Uitsnede van het plangebied binnen de structuurvisie Ruimtelijke Ordening
Binnen de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening is het plangebied aangewezen als 'Stedelijk concentratiegebied'. In het stedelijk concentratiegebied voor verstedelijking wordt het merendeel van de verstedelijkingsopgave opgevangen. Naar huidige inzichten – met het perspectief tot 2025 en een doorkijk naar 2040 - is in het stedelijk concentratiegebied voldoende ruimte om in de verstedelijkingsbehoefte (wonen, werken en voorzieningen) te voorzien. Conclusie Binnen het stedelijke concentratiegebied is ruimte voor een grote verscheidenheid aan woon-, werk- en voorzieningenmilieus, of een menging daarvan, in uiteenlopende dichtheden. Het stedelijk concentratiegebied vangt per saldo het migratieoverschot van de hele provincie op. De ontwikkeling en herinrichting van de recreatieve voorzieningen heeft als doel om te voorzien in de lokale behoefte aan recreatie- en sportvoorzieningen en past daarmee binnen de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.
3.2.2
Verordening ruimte Provinciale Staten hebben op 11 mei 2012 de Verordening ruimte Noord-Brabant 2012 vastgesteld. Dit is een actualisatie van de Verordening ruimte zoals in 2010 vastgesteld en zoals tevens in 2011 was geactualiseerd. De Verordening ruimte Noord-Brabant 2012 is op 1 juni 2012 in werking getreden. De onderwerpen die in de Verordening ruimte staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening is daarbij één van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. In de Verordening ruimte is het plangebied aangewezen als 'Bestaand stedelijk gebied' ('Stedelijk concentratiegebied') en Ecologische hoofdstructuur.
blad 15 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Bestaand stedelijk gebied Bij de opvang van de verstedelijkingsbehoefte wordt in het nieuw provinciaal beleid het accent sterker verlegd van nieuwe uitleg naar 'bestaand stedelijk gebied' door in te zetten op inbreiding, herstructurering en intensief en meervoudig ruimtegebruik. Met de uitbreiding van het recreatieoord en de herindeling van de sportvelden in de huidige stedelijke structuur wordt aangesloten op de in de Verordening ruimte uiteengezette beleidsuitgangspunten. In figuur 3.2 is een uitsnede uit de relevante kaartlaag behorend bij de Verordening ruimte opgenomen. Ecologische hoofdstructuur Het plangebied is daarnaast deels aangewezen als ecologische hoofdstructuur. Een voorgenomen ontwikkeling binnen dit gebied strekt tot het behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden. Recreatieoord Voor een deel van het plangebied betreft dit gronden waar daadwerkelijk ontwikkelingen plaatsvinden. Het betreft voornamelijk het gebied rond de entree van het terrein en het bouwvlak dat rond het 50-meterbad worden gelegd voor de overkapping. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat er verschil bestaat tussen de begrenzing in de Verordening ruimte en het vigerende bestemmingsplan wat betreft de begrenzing van de natuurwaarden. Om het verschil op te heffen zal aan de provincie een verzoek worden gestuurd tot herbegrenzing van de EHS. Daarentegen wordt in dit bestemmingsplan een strook ten zuiden van het recreatieoord juist ruimer als Natuur worden bestemd. Gezien het feit dat de voorgenomen ontwikkeling is gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur zoals opgenomen in de Verordening ruimte en daardoor van invloed kan zijn op de natuur en landschapswaarden in en in de directe omgeving van het projectgebied is een ecologisch onderzoek uitgevoerd. De uitkomsten van deze natuurtoets zijn opgenomen in paragraaf 4.1. Sportvelden TSC Voor een deel van het plangebied betreft dit gronden waar daadwerkelijk ontwikkelingen plaatsvinden binnen de EHS. Indien ontwikkelingen binnen de EHS noodzakelijk worden geacht kunnen deze plaatsvinden mits dit wordt gecompenseerd. In dit kader is voor de locatie van de sportvelden een compensatievoorstel gemaakt om in de omgeving van het plangebied de natuurwaarden met toevoeging van kwaliteit te compenseren. De verdere beschrijving van het voorstel staat beschreven in paragraaf 4.1 of in bijlage 6.
Figuur 3.2: Uitsnede van de Verordening ruimte
Conclusie Recreatieoord Voor ontwikkelingen binnen de EHS geldt het Nee, tenzij-regime. Dit houdt in dat de ruimtelijke ingrepen die de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten in principe niet zijn toegestaan. Op basis van het vigerende bestemmingsplan vinden de feitelijke werkzaamheden blad 16 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
buiten de EHS plaats. Gezien het verschil in begrenzing tussen de kaarten uit het vigerende bestemmingsplan en de Verordening ruimte zal herbegrenzing van de EHS plaats moeten vinden. De gemeenteraad van Oosterhout zal Gedeputeerde Staten verzoeken om de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur te wijzigen onder toepassing van artikel 4.9 “Wijziging van de begrenzing van de ecologische hoofdstructuur op verzoek voor kleinschalige ingrepen”. Dit is ook reeds door de provincie Brabant schriftelijk kenbaar gemaakt aan de gemeente als inspraakreactie op het Masterplan. De te volgen procedure is verwoord in artikel 4.6 van de Verordening ruimte. Met toepassing van de herbegrenzing EHS kan het plan worden uitgevoerd binnen de kaders van de Verordening ruimte. Sportvelden TSC Voor de herinrichting van de sportvelden wordt fysiek de EHS aangetast. Het is conform Artikel 4.9 uit de Verordening Ruimte Noord‐Brabant 2011 (11 mei 2012) mogelijk deze fysieke aantasting te compenseren. In Artikel 4.9, lid 2, onderdeel g wordt, ter compensatie van verlies van ecologische waarden en kenmerken, verwezen naar Artikel 4.11. In dit Artikel worden regels geformuleerd inzake het compensatieplan. In Artikel 4.12 zijn de voorwaarden voor compensatie benoemd. Het compensatieplan geeft invulling aan deze artikelen en daarmee is door middel van de compensatie de voorgenomen ontwikkeling mogelijk.
3.2.3
Integrale Strategie Milieu Het milieubeleid van de provincie Noord-Brabant heeft een integraal strategisch karakter met een kijk vanuit een omgevingsplan. Het beleid bestaat uit een aantal onderdelen: Integrale Strategie Milieu met subtitel 'Beleid is niet genoeg', een document ter inspiratie om uit te nodigen mee te denken en mee te doen; Integrale Strategie Milieu met subtitel 'Versterking van de uitvoering', dit document slaat een brug tussen inspiratie en de daadwerkelijke uitvoering en is door Provinciale Staten vastgesteld op 2 november 2006. In het beleid wordt gesteld dat milieubeleid niet los gezien kan worden van de maatschappelijke context: verkeer & vervoer, gebiedsontwikkeling, economie en sociale verhoudingen. Milieubeleid heeft invloed op al die terreinen. Omgekeerd hebben gebeurtenissen die de economie, mobiliteit of welk ander gebied dan ook betreffen, invloed op het milieu. Vandaar dat er behoefte is aan beleid waarin alle aspecten meegewogen worden. De provincie wil hier - in navolging van de Europese Unie (EU) - een aanzet toe geven. Vandaar de aanduiding 'integraal' in de titel. De Integrale Strategie Milieu (kortweg: de milieustrategie) geeft de richting aan: waar willen we naar toe met onze samenleving? De provincie heeft gekozen voor duurzame ontwikkeling en een mensgerichte benadering. In het Bestuursakkoord 2003 vormt duurzame ontwikkeling reeds de leidraad voor het bestuurlijke handelen. Het gaat daarbij om de inzet van de drie P's: people, profit en planet. Daar is middels de strategie een vierde P aan toegevoegd: de P van passion. Door middel van voorliggend plan wordt aan het integrale karakter van het milieubeleid van de provincie invulling gegeven door de verschillende relevante milieuaspecten op te pakken binnen één plan.
3.3 3.3.1
Gemeentelijk beleid Stadsvisie-Plus In de 'Stadsvisie-Plus, Een ontwikkelingsvisie voor de gemeente Oosterhout tot 2015' vastgesteld door de raad d.d. 30 januari 2001) wordt een integraal toekomstbeeld geschetst van de gewenste ruimtelijke blad 17 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
ontwikkeling in de periode tot 2015. Hierbij wordt rekening gehouden met de huidige en de toekomstige potenties en bedreigingen binnen de gemeente Oosterhout en de regio. In de analysefase in het begin van het stadsvisietraject is Oosterhout uiteengelegd in vier verschillende netwerken. Analoog is ook de 'Stadsvisie-Plus op deze wijze opgebouwd. Er wordt een visie gegeven op het gebied van landschap, economische activiteiten en infrastructuur, wonen en beleving en sociaalmaatschappelijke aspecten. Van belang voor de toekomst van Oosterhout zijn: identiteit; toekomstwaarde; belevingswaarde; gebruikswaarde. Op basis van deze eigenschappen zijn de thema's geformuleerd, waarmee de visie op de ontwikkeling van Oosterhout in algemene termen geïllustreerd wordt: het 'eigen' Oosterhout; kwalitatief hoogwaardig Oosterhout; veilig en leefbaar Oosterhout in stad en buitengebied; Oosterhout Compleet. Conclusie De voorgenomen ontwikkeling door toevoeging van de toekomst-, belevings- en gebruikswaarde van het recreatieoord en de sportvelden.
3.3.2
Structuurvisie Oosterhout (voorontwerp) Op dit moment is een nieuwe structuurvisie voor de gemeente Oosterhout in procedure. Dit beleid is nog niet geldend. Wel wordt ook hierin de ontwikkeling van de Warande meegenomen. Concreet is in de structuurvisie het volgende opgenomen. Zwembaden Om de exploitatie en kwaliteit van de zwembaden in Oosterhout voor de toekomst veilig te stellen wordt een herstructurering nagestreefd. De inzet daarbij is, dat op de locatie de Warande het huidige 50 m-bad wordt overkapt en een nieuwe overdekte zwemaccommodatie wordt toegevoegd. De functie van de zwembaden de Blikken en Arkendonk komt hiermee te vervallen. Op onderstaande figuur is een uitsnede opgenomen van het plangebied.
Figuur 3.3: Uitsnede van de (voorontwerp) Structuurvisie Oosterhout
blad 18 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
4 4.1
Uitgangspunten en randvoorwaarden Natuur en ecologie Algemeen Natuur en groen wordt over het algemeen positief gewaardeerd. Zowel in als buiten de stad vertoeven veel mensen in hun vrije tijd graag in de bossen en de parken in en rond de stad. De aanwezigheid van voldoende groen op een bereikbare afstand bepaalt voor een belangrijk deel de leefbaarheid van een woongebied. Ook de aanwezigheid van dieren, bijvoorbeeld vogels, in de stad wordt over het algemeen als positief ervaren. De aanwezigheid van voedsel-, nest- en rustgebied is voor deze dieren van essentieel belang. Regelgeving Vanuit de huidige natuurwetgeving is de initiatiefnemer bij ruimtelijke ingrepen verplicht op de hoogte te zijn van de in het plangebied mogelijk voorkomende beschermde natuurwaarden, met als doel dat aan deze waarden zo min mogelijk schade wordt toegebracht. Indien schade aan beschermde soorten niet te voorkomen is, is mogelijk een ontheffing ex. art. 75 van de Flora- en Faunawet noodzakelijk. Sinds 23 februari 2005 is het Vrijstellingsbesluit van kracht. Met dit besluit is geregeld dat voor algemeen voorkomende soorten een vrijstelling geldt bij ruimtelijke ingrepen en geen ontheffing meer aangevraagd hoeft te worden. Wel blijft de algemene zorgplicht van kracht. In dit kader is een natuurtoets uitgevoerd. Het doel van deze toetsing is het opsporen van strijdigheden van de voorgenomen ontwikkeling met de Flora- en faunawet en het bepalen of de aanvraag van een ontheffing noodzakelijk is. Daarnaast worden de gevolgen van de ontwikkeling voor de Natuurbeschermingswet en de EHS in beeld gebracht. De volledige natuurtoets is als separate bijlage 1 bijgevoegd voor de locatie recreatieoord en als bijlage 6 voor de locatie TSC. Onderzoek Flora- en faunawet (beschermde flora en fauna) In de paragrafen wordt ingegaan op de waargenomen en te verwachten beschermde soorten per soortgroep. Bij zoogdieren wordt apart ingegaan op grondgebonden zoogdieren en vleermuizen, vanwege hun verschil in leefwijze en daarmee te verwachten effecten van de maatregelen. Er wordt per soortgroep gemotiveerd of een ontheffingsaanvraag noodzakelijk is en zo ja, voor welke soorten. Planten Er is één algemeen beschermde plantensoort op de locatie te verwachten. Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde soorten waargenomen. Voor deze soort geldt voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting een vrijstelling. Het is dus niet nodig een ontheffing aan te vragen voor deze soortgroep. Zoogdieren Algemeen In het gebied zijn, buiten de eekhoorn, alleen algemeen beschermde grondgebonden zoogdieren waargenomen en te verwachten. Voor deze soorten geldt een vrijstelling, waardoor een ontheffingsaanvraag niet nodig is. De eekhoorn is niet aangetroffen maar mogelijk wel aanwezig. Negatieve effecten worden echter niet verwacht. Nader onderzoek of een ontheffing is niet nodig. Vleermuizen Er kan een aantal beschermde vleermuissoorten in het onderzoeksgebied voorkomen. Er worden geen verblijfplaatsen verwacht. Vliegroutes worden vanwege het ontbreken van lijnvormige elementen niet verwacht. Mochten deze toch (deels) aanwezig zijn kunnen deze eenvoudig worden verlegd. Het onderzoeksgebied zal waarschijnlijk wel onderdeel uitmaken van het foerageergebied. Er zijn volop alternatieven of uitwijkmogelijkheden aanwezig en het plangebied is slechts een gering onderdeel van een groter geheel. Nader onderzoek of een ontheffingsaanvraag voor deze soortgroep is niet nodig.
blad 19 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Vogels Er zijn geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen. Het is wel noodzakelijk het verwijderen van bomen en overige vegetatie voor half maart en bij voorkeur voor half februari uit te voeren en deze vegetatie tot de werkzaamheden gedaan zijn kort te houden om broedgevallen te voorkomen. Aangeraden wordt om alle werkzaamheden ruim buiten het broedseizoen uit te voeren. Amfibieën Het plangebied heeft zeer waarschijnlijk nauwelijks een functie voor amfibieën. Negatieve effecten worden niet verwacht. Nader onderzoek of het aanvragen van een ontheffing is derhalve niet nodig. Reptielen en vissen Er worden geen beschermde reptielen of vissen verwacht op de locatie. Nader onderzoek of een ontheffingsaanvraag is voor deze soortgroepen dan ook niet nodig. Ongewervelden Voor de te verwachten soorten geldt voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting een vrijstelling. Het is dus niet nodig een ontheffing aan te vragen voor deze soortgroep. Conclusie Er is geen aanvullend onderzoek nodig en er hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd in het kader van de Flora- en faunawet. Wel dienen de maatregelen buiten het broedseizoen plaats te vinden. Gebiedsbescherming Natura 2000 Er liggen geen Natura2000 gebieden binnen 8 km van het onderzoeksgebied. De dichtstbijzijnde Natura2000 gebieden betreffen Langstraat (ongeveer 10 km), Biesbosch (ongeveer 8 km) en Ulvenhoutse bos (ongeveer 9 km). Gezien de afstand tot deze gebieden en de relatieve kleinschaligheid van de maatregelen zal er geen effect zijn op Natura2000 gebieden. EHS Voor de beschrijving van de gevolgen voor de EHS wordt onderscheid gemaakt tussen het terrein van het recreatieoord en het TSC terrein. EHS Recreatieoord Het onderzoeksgebied maakt voor een gering deel onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Gebieden in de directe omgeving maken ook voor een groot deel onderdeel uit van de EHS. Uitgaande van het vigerende bestemmingsplan “Oosterhout Zuid” vinden de feitelijke werkzaamheden geheel plaats buiten de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur. Externe effecten Als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling zal de recreatiedruk toenemen. Na uitvoering van het Masterplan is De Warande het gehele jaar geopend en neemt het bezoekersaantal toe. In het winterseizoen zal alleen van de binnenshuis aanwezige faciliteiten gebruik worden gemaakt zodat een eventuele externe werking vooral beperkt is tot verkeersinvloeden. In de huidige situatie is het onderzoeksgebied vrij beperkt verlicht. Deze buitenverlichting brandt alleen in de zomerperiode. Gezien de lange tijd dat het dan licht is zal dit grotendeels beperkt zijn tot de schemerperiode. In de nieuwe situatie zal er sprake zijn van een toename van verlichting in de winterperiode. Voor een groot deel is dit beperkt tot binnenverlichting aangezien in de gehele winterperiode geen gebruik wordt gemaakt van de buitenfaciliteiten. Deze verlichting kan echter ook een extern effect hebben. Het omringende EHS gebied kent echter weinig natuurwaarden en meer bijzondere of kritische soorten worden niet verwacht. Door een zorgvuldige plaatsing en keuze van verlichtingsbronnen en armaturen kunnen eventuele effecten worden voorkomen. Aan de zuidzijde van de nieuwbouw is de afstand tot de EHS vele malen groter dan aan de noordzijde en wordt geen significante externe werking verwacht. Met name aan de noordzijde van de nieuwbouw is de afstand tot EHS-gronden gering en de kans op lichtverstoring meer reëel. Een significant effect wordt hier echter blad 20 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
ook, met inachtneming van de genoemde mitigerende maatregelen, niet verwacht. Ook in de huidige situatie is al geen sprake van een volkomen donker bos; er is al strooilicht afkomstig van de nabijgelegen weg, sportvelden en het nabijgelegen stedelijk gebied. Wanneer de voorgestelde mitigerende maatregelen tot uitvoering worden gebracht, is er geen sprake meer van een significant negatief effect. De wezenlijke waarden of kenmerken van de EHS binnen het onderzoeksgebied worden dan niet aangetast als gevolg van de plannen. Het onderzoeksgebied kent nu al tal van verstoringsinvloeden. Ten eerste is het onderzoeksgebied ook nu in gebruik als zwembadcomplex en wordt het in het zomerseizoen al intensief gebruikt. Verder grenst het onderzoeksgebied aan de ene zijde aan een intensief gebruikte weg en aan de andere zijde aan sportvelden. Gezien de beperkte aanwezigheid van natuurwaarden binnen het EHS-gebied dat grenst aan het plangebied strekt het tot aanbeveling dat er maatregelen worden uitgevoerd ter verhoging van deze natuurwaarden. Het gaat hierbij om maatregelen zoals het aandeel liggend of staand dood hout te verhogen en de bosstructuur te verbeteren door het vellen van een deel van het aanwezige naaldhout en verwijderen van exoten. Conclusie Als gevolg van de plannen ter plaatse van het recreatieoord gaat er geen EHS verloren. Gezien de beperkte aanwezigheid van natuurwaarden van het direct aangrenzende EHS gebied en de mitigerende maatregelen worden er evenmin externe effecten verwacht. Er vindt dan ook geen aantasting van EHS plaats. EHS locatie TSC Voor de herinrichting van de sportvelden wordt een deel van de aanwezige EHS aangetast. In dit kader is een compensatieplan opgenomen als onderdeel van het uitgevoerde natuuronderzoek. Zie hiervoor hoofdstuk 4 van bijlage 6. Voor deze wijziging is Artikel 4.9 uit de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011 (11 mei 2012) van toepassing. In Artikel 4.9, lid 2, onderdeel g wordt, ter compensatie van verlies van ecologische waarden en kenmerken, verwezen naar Artikel 4.11. In dit Artikel worden regels geformuleerd inzake het compensatieplan. In Artikel 4.12 zijn de voorwaarden voor compensatie benoemd. Noodzaak tot compensatie Voordat werkelijk kan worden overgegaan tot compensatie dient de noodzaak te worden aangetoond. Dit is in paragraaf 2.2.2 verwoord en tevens terug te vinden in paragraaf 4.2 van bijlage 6. Kenmerkende waarden EHS Het plangebied ligt binnen de Ecologische Hoofdstructuur. De ontwikkelingen vinden plaats in de provincie Noord-Brabant. In het Natuurbeheerplan 2011 van de Provincie Noord-Brabant zijn de kenmerkende waarden van de EHS nader uitgewerkt in beheertypen in de beheertypekaart. In het plangebied bevindt zich het volgende beheertype: Droog bos met productie. Effectbeoordeling Het TSC-terrein ondergaat een herinrichting waarbij onder meer het trainingsveld gelegen tegen het complex van De Warande wordt uitgebreid tot een volwaardig wedstrijdveld. Deze uitbreiding betekent een fysieke aantasting van de EHS, die dient te worden gecompenseerd. De omvang van de aantasting bedraagt 0,26 hectare. Ondanks deze fysieke aantasting wordt – door de aanleg van de kunstgrasvelden buiten de EHS – het Warandeveld, dat als natuurgrasveld zal worden aangelegd, minder intensief bespeeld, waardoor de druk op de EHS zal verminderen. Compensatieplan De oppervlakte van de EHS die fysiek wordt aangetast bedraagt 0,26 hectare. Dit gedeelte van de EHS bestaat volledig uit het beheertype Droog bos met productie. Het gebied wordt gecompenseerd door in de directe omgeving, tussen het TSC-terrein en de Bredaseweg in, een gebied aan te wijzen dat als EHS wordt bestemd. Het gaat daarbij om een gebied dat ruim groter is dan het huidige te compenseren gebied (circa 1 hectare). De natuurcompensatie dient, volgens de Verordening Ruimte 2012, te worden gezocht zo dicht mogelijk bij de locatie van de aantasting. De aangegeven locatie voldoet hieraan: het blad 21 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
gebied ligt binnen enkele honderden meters van het te compenseren gebied en is mede gekozen om te voldoen aan deze eis van de provincie. Tussen het te compenseren gebied en het compensatiegebied is EHS gelegen, zodat laatstgenoemde gebied zonder barrières te bereiken is vanuit de omgeving van het te compenseren gebied. Niet alleen wat afstand betreft ligt het gebied daarmee dichtbij, maar er bevinden zich eveneens geen fysieke barrières die het gebied moeilijk bereikbaar maken. Dit perceel zal, voor zover nodig, worden ingericht als Droog bos met productie binnen de EHS. In dit bestemmingsplan zijn deze gronden bestemd voor "Natuur". In figuur 4.1 is weergegeven welk gebied gecompenseerd moet worden en welk gebied wordt bestemd als compensatiegebied.
Te compenseren gebied
Compensatie gebied
Figuur 4.1 Weergave van het te compenseren gebied en het compensatiegebied
4.2
Water en riolering Algemeen Mede ten gevolge van de waterproblemen die in een aantal winters aan het eind van de 20e eeuw in Nederland optraden ten gevolge van hevige regenval, is het besef gegroeid dat water een belangrijke plaats verdient in toekomstige ruimtelijke plannen. Om het hoofd te kunnen bieden aan zeespiegelstijging, toenemende neerslag en rivierwaterafvoer en verdergaande bodemdaling, nu en in de toekomst, is het van essentieel belang dat het waterbeheer een belangrijke plaats inneemt in de ruimtelijke ordening. Sleutelbegrippen hierbij zijn: meer ruimte voor water en waterbewust bouwen en inrichten. Regelgeving Het plangebied ligt in het beheersgebied van het waterschap Brabantse Delta dat zowel het waterkwantiteits- als het waterkwaliteitsbeheer verzorgt. De watertoets is wettelijk van toepassing, dit betreft een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het planvoornemen. In het kader van de watertoets is contact opgenomen met het waterschap Brabantse Delta. Ook heeft het waterschap in het kader van het vooroverleg gereageerd op het Masterplan voor het recreatieoord. De belangrijkste uitgangspunten en randvoorwaarden van de diverse instanties zijn hieronder beknopt weergegeven.
blad 22 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Provincie Het plan ligt in het Grondwaterbeschermingsgebied waarbij de Provincie de onderstaande voorwaarde stelt: Er mag geen verslechtering van de kwaliteit van het grondwater optreden. Er moet voldaan worden aan de regelgeving zoals vastgelegd in de Provinciale Milieu Verordening (PMV). Ondergrondse infiltratiesystemen worden nagenoeg niet toegestaan omdat er geen controle uitgeoefend kan worden op de werking en/of vervuilingsrisico. Gemeente Het bij nieuwbouw gescheiden afvoeren van regenwater van alle verhardingsvlakken waar dit mogelijk is. Geen water-op-straat situaties bij doorrekening van de waterafvoer met bui T=10. Waterschap Bij alle bouwplannen dient gestreefd te worden naar een scheiding van vuilwater en (schoon) hemelwater (wens). Bij de bergingsberekening moet uitgegaan worden van de hydraulische randvoorwaarden 2009 die opgesteld zijn door waterschap Brabantse Delta. Het waterschap hanteert als norm dat voor een toename van de verharding van 2.000 m 2 of meer een retentie moet worden aangelegd. Door middel van een berekening dient inzichtelijk worden gemaakt wat de bergingsbehoefte van het plan is bij een T=100 neerslagsituatie. Bij de berekening van de benodigde retentie wordt uitgegaan van een benodigde berging (voor zandgebied) voor de toename van het verhard oppervlak van 780 m³/ha bij een T=100 bui conform de Hydraulische randvoorwaarden 2009 van Waterschap Brabantse Delta. Bij ombouw van een gemengd stelsel naar een volledig gescheiden stelsel moet er ter compensatie 15 mm retentie worden aangelegd per m² afgekoppeld verhard oppervlak (150 m³/ha). De voorkeur van het waterschap gaat uit naar het infiltreren en bergen in eigen gebied. De hoeveelheid hemelwater dat infiltreert mag worden afgehaald van de bergingsbehoefte van het plan. De retentie dient te worden gerealiseerd boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) of het zomerpeil. Bij de bouw worden bij voorkeur geen uitlogende of milieuvervuilende materialen of stoffen gebruikt. Huidige situatie Het plangebied bestaat uit het terrein van recreatieoord De Warande, alsmede de parkeerplaats langs het Wilhelminakanaal Zuid en de sportvelden TSC en bijbehorende parkeerplaats. Recreatieoord De huidige bebouwing heeft een oppervlakte van circa 2.400 m² en de verharding ter plaatse van de parkeerplaats heeft en oppervlak van circa 2.100 m². In de huidige situatie wordt het hemelwater volledig geïnfiltreerd op het terrein zelf en op de parkeerplaats. Het vuilwater wordt afgevoerd naar het verbeterd gescheiden rioolstelsel. Locatie TSC De huidige bebouwing heeft en oppervlak van circa 1.100 m² en de parkeervoorzieningen circa 3.000 m². In de huidige situatie wordt het hemelwater volledig geïnfiltreerd op het terrein zelf en op de parkeerplaats. Het vuilwater wordt afgevoerd naar het verbeterd gescheiden rioolstelsel. Toekomstige situatie Recreatieoord In de toekomstige situatie wordt het 50-meterbad overkapt en wordt ter plaatste van de huidige sporthal een binnenbad gerealiseerd. Het bouwvlak waarbinnen deze ontwikkelingen plaats moeten vinden heeft een oppervlakte van circa 9.000 m² en mag volledig worden bebouwd. Dit is een toename blad 23 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
van circa 6.600 m² aan bebouwing ten opzichte van de huidige situatie. Daarnaast wordt de parkeerplaats her ingericht met een oppervlak van circa 6.800 m², een toename van circa 4.700 m² ten opzichte van de huidige situatie. In totaal betekent dit een toename van circa 11.300 m². Ook in de toekomstige situatie zal het hemelwater volledig worden geïnfiltreerd op eigen terrein. Daarnaast zal ook de herinrichting en verharding van de parkeerplaats een toename van het verhard oppervlak betekenen. Voor deze toename van verharding zal deels de niet in gebruik zijnde wadi worden gebruikt langs het Wilhelminakanaal Zuid. Het vuilwater zal net als in de huidige situatie worden aangesloten (aangesloten blijven) op het verbeterd gescheiden rioolstelsel. Locatie TSC In de toekomstige situatie worden de gebouwen op het TSC terrein binnen één gebouw opgenomen. Alleen de bestaande tribune blijft staan. De bouwvlakken waarbinnen deze ontwikkelingen plaats moeten vinden hebben een oppervlakte van 2.000 m² en mogen volledig worden bebouwd. Dit is een toename van circa 900 m² ten opzichte van de huidige bebouwing. Daarnaast worden twee kunstgrasvelden aangelegd. Ook deze velden dienen als verhard oppervlak te worden gezien. Dit is een toename van circa 10.000 m² aan verharding ten opzichte van de huidige situatie. In totaal betreft de toename aan verharding bijna 11.000 m². Voor het TSC terrein zijn de mogelijkheden om regenwater op het terrein te infiltreren beperkt. Er wordt uitgegaan van een drainagesysteem onder de kunstgrasvelden en het parkeerterrein dat via een gesloten buis naar de sloot langs het Wilhelminakanaal Zuid wordt vervoerd. Het water kan in de sloot geïnfiltreerd worden en bij veel neerslag kunnen worden afgevoerd naar de vijver aan het Paterserf. Het vuilwater zal net als in de huidige situatie worden aangesloten (aangesloten blijven) op het verbeterd gescheiden rioolstelsel. Waterkwaliteit Het hemelwater dat terechtkomt op de bebouwing en de wegen wordt beschouwd als schoon. Het waterschap heeft de wens dat bij voorkeur geen uitlogende of milieuvervuilende materialen of stoffen gebruikt. Zinken daken/goten worden dan ook niet toegepast bij de realisatie van het plan. Dit heeft het waterschap in haar reactie ook duidelijk aangegeven. Waterkwantiteit De hemelwaterafvoer afkomstig van de bebouwing en terreinverharding wordt niet aangesloten op het rioolstelsel. Het hemelwater van de bebouwing en terreinverharding kan of rechtstreek infiltreren of zal worden afgevoerd naar voorzieningen in het plangebied waar het water tijdelijk geborgen wordt en vervolgens kan infiltreren in de bodem (deels bij de parkeervoorziening). Bergings-/infiltratievoorzieningen De uiteindelijke uitwerking van en de keuze voor het te kiezen systeem vindt in een later stadium plaats. Hier worden alleen de mogelijkheden en daarbij behorende uitgangspunten benoemd. De gemeente Oosterhout heeft de voorkeur voor het infiltreren van hemelwater wanneer dit technisch en ruimtelijk mogelijk is. De infiltratievoorzieningen dienen aangelegd te worden boven de GHG om berging en infiltratie mogelijk te maken. Vuilwater De vuilwaterafvoer blijft zoals ook in de huidige situatie aangesloten op het gemeentelijk vuilwaterriool gelegen in / langs het plangebied. Grondwaterbeschermingsgebied Ten behoeve van de bescherming van het grondwater is binnen het gehele plangebied de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' opgenomen.
blad 24 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Conclusie De waterparagraaf is besproken in een overleg met de provincie, het waterschap en Brabantwater d.d. 27-08-2012. Uit het overleg is naar voren gekomen dat er voor de gekozen insteek op voorhand geen bezwaren bestaan. Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het onderhavige bestemmingsplan.
4.3
Bodem Algemeen De tijd dat elke bodemverontreiniging moet worden verwijderd is geweest. Belangrijkste criterium hierbij is of er door de verontreiniging sprake is van risico's voor de volksgezondheid of het milieu. In veel gevallen is er geen sprake van risico's voor de gezondheid van mens en dier. Milieurisico's (verspreiding en ecologie) komen wel voor, maar meestal gaat het erom dat eventuele vervuilingen afstemming vereisen met bepaalde ontwikkelingen. Beleid met het oog op bodemverontreiniging ondergaat momenteel een omslag van saneringsmaatregelen naar het creëren van een beheersbare situatie waarbij alleen de zogeheten "gevallen van ernstige bodemverontreiniging" in meer of mindere mate aangepakt dienen te worden. De maatregelen worden daarbij afgestemd op de (beoogde) functie. Regelgeving Het bodembeleid is onder andere geregeld in de Wet bodembescherming (Wbb). Het doel van de Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de bodemkwaliteit tenminste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is, waarbij verspreiding van verontreiniging moet worden voorkomen. Het beleid gaat uit van het principe dat de bodem tenminste geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gebruiksfunctie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Onderzoek De uitbreiding van het zwembad en de herinrichting van de sportvelden vinden plaats op het huidige terrein van het zwembad, sportvelden en bijbehorende parkeerplaatsen en is derhalve reeds geschikt voor het gebruik. Functioneel gezien vinden er geen wijzigingen plaats die relevant zijn voor het aspect bodem. Daarnaast zijn geen verontreinigingen binnen of in de omgeving van het plangebied bekend. Conclusie De conclusie is dat het aspect bodemkwaliteit geen belemmering oplevert voor de voorgenomen ontwikkeling van de locatie.
4.4
Archeologie In opdracht van de gemeente Oosterhout heeft Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. archeologisch onderzoek uitgevoerd ten behoeve van het bestemmingsplan. Voor de deelgebieden heeft separaat onderzoek plaatsgevonden, zie bijlage 3 voor het terrein van het recreatieoord en bijlage 7 voor het TSC-terrein. Bij deze herontwikkeling zullen bodemingrepen plaatsvinden. Plaats, locatie en omvang hiervan is momenteel nog niet vastgelegd, behalve het feit dat dit binnen het bouwvlak plaatst dient te vinden. Deze ingrepen kunnen eventueel aanwezige archeologische resten beschadigen dan wel vernietigen. Op basis van de gemeentelijke beleidskaart archeologie, alsook op de landelijke IKAW en provinciale CHW heeft het terrein een overwegend hoge tot middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Recreatieoord Op basis van het uitgevoerde bureau- en veldonderzoek kan worden vastgesteld dat het terrein onderdeel heeft uitgemaakt van een dekzandvlakte zonder locale dekzandtoppen. Hierboven hebben zich veldpodzolgronden maar eerder duinvaaggronden bevonden. Dit wijst op een relatieve jonge ontginning. Daarna is de bodemopbouw van het gebied van het recreatieoord gedurende 1935 of blad 25 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
minder waarschijnlijk 1976 verstoord bij de ontwikkeling van de eerste of de tweede fase van het terrein als openluchtzwembad. Op basis van de aangetroffen bodemopbouw wordt geadviseerd de archeologische verwachtingswaarde bij te stellen naar laag en het terrein vrij te geven voor wat betreft het aspect archeologie. Locatie TSC Op basis van het uitgevoerde bureau- en veldonderzoek kan worden vastgesteld dat het terrein onderdeel heeft uitgemaakt van een dekzandvlakte zonder locale dekzandtoppen. De daarin aanwezige kamppodzol kent een geroerde top van 0,50 tot 0,70 m. Op basis van de aangetroffen bodemopbouw wordt geadviseerd de archeologische verwachtingswaarde bij te stellen naar laag en het terrein binnen de geplande ontwikkeling vrij te geven voor wat betreft het aspect archeologie. Conclusie Op basis van de aangetroffen bodemopbouw wordt geadviseerd de archeologische verwachtingswaarde bij te stellen naar laag en het terrein vrij te geven voor wat betreft het aspect archeologie. Op basis van dit advies is op 24-07-2012 een selectiebesluit genomen om de gronden vrij te geven voor de geplande werkzaamheden.
4.5
Cultuurhistorie In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich twee cultuurhistorisch waardevolle elementen, te weten de Bredaseweg en de Warandelaan. Dit zijn cultuurhistorisch infrastructurele lijnen van redelijk hoge waarde. Aantasting van deze waarden is niet gewenst. Dit zal echter niet plaatsvinden, omdat ingrepen op deze wegen niet aan de orde zijn. Conclusie Vanuit het aspect cultuurhistorie zijn er geen belemmeringen voor de uitvoerbaarheid van de voorgenomen ontwikkeling.
4.6
Milieuhinder Voor het aspect milieuhinder dient enerzijds te worden gekeken naar hinder vanuit de omgeving op het plan en anderzijds de hinder vanuit het plan op de omgeving. Recreatieoord Het zwembad zelf is geen gevoelig object. Voor het bestemmingsplan vormt hinder vanuit de omgeving geen beperking. Wel dient eventuele hinder op de omgeving te worden voorkomen. Uitgangspunt voor het masterplan voor het recreatieoord was om de bebouwing niet dichter bij bestaande gevoelige objecten (4 woningen aan de Bredaseweg) te positioneren. Daarnaast kan nieuwe bebouwing als afscherming fungeren tussen het buitenterrein en de omliggende woningen. Bij toepassing van bovenstaande uitgangspunten zal de mogelijke hinder richting de omgeving door realisatie van het plan eerder afnemen dan toenemen. In het definitieve masterplan is besloten om het voorkeursmodel te kiezen die de beste afscherming biedt naar de omgeving, waardoor mogelijke hinder door het zwembad op de omgeving eerder afneemt dan toeneemt na de realisatie van het plan. Deze situatie is nu doorvertaald in onderhavig bestemmingsplan. Tevens worden naar aanleiding van de toename van het bassinoppervlak de parkeerfaciliteiten uitgebreid. Locatie TSC Voor de locatie TSC kan worden gesteld dat de herinrichting, met uitzondering van het deel binnen de EHS en de bebouwing, geheel plaats kan vinden binnen het functionele kader van het vigerende bestemmingsplan. Dit heeft in het kader van het aspect milieuhinder geen gevolgen. Ook het verleggen van de openbare parkeerplaats is vanuit het vigerende bestemmingsplan mogelijk. Wel is er in dit blad 26 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
bestemmingsplan voor gekozen de parkeerplaats als 'Verkeer' te bestemmen. Dit sluit beter aan bij het toekomstig gebruik van de gronden. Conclusie Vanuit het aspect milieuhinder is ten opzichte van de huidige situatie voldoende rekening gehouden met de directe omgeving. Wel is voor de volledigheid akoestisch onderzoek verricht naar de eventuele geluidhinder vanuit de inrichting en parkeerplaats van het recreatieoord en de parkeerplaats van de locatie TSC. Dit is in paragraaf 4.7 opgenomen. Gezien de positieve conclusie van dat onderzoek kan worden geconcludeerd dat er vanuit het aspect milieuhinder geen belemmeringen zijn voor de realisatie van de voorgenomen ontwikkeling.
4.7
Akoestiek Op twee manieren dient rekening te worden gehouden met het aspect geluid. Enerzijds kan geluidhinder vanuit de inrichting een rol spelen. Daarnaast kan geluidhinder (wegverkeerslawaai) ook door toename van verkeersintensiteiten optreden. Het recreatieoord De Warande is in de toekomst het gehele jaar geopend en het bezoekersaantal neemt toe. De locatie TSC wordt heringericht, wat niet zorgt voor een toename van het gebruik. Wel wordt de openbare parkeerplaats verplaatst en uitgebreid. Recreatieoord Bovenstaande twee soorten geluidhinder ten gevolge de ontwikkeling van recreatieoord De Warande onderzocht. Doel was om de effecten met betrekking tot geluidhinder op de omgeving ten gevolge van de ontwikkeling in beeld te brengen. Op basis daarvan kan een inschatting worden gemaakt of geluidhinder een belemmering vormt voor de ontwikkeling. Onderzoek Verkeersaantrekkende werking De verkeersaantrekkende werking is beoordeeld op basis van het verschil in verkeersintensiteit tussen de toekomstige situatie waarin de ontwikkeling niet heeft plaatsgevonden en de toekomstige situatie met ontwikkeling van recreatieoord De Warande. Hierbij is de worstcase situatie "rest van het jaar" gehanteerd. Indien de toename in geluidbelasting lager is dan (afgerond) 2 dB, dan is er geen sprake van een relevante verkeersaantrekkende werking. Uit de berekeningsresultaten blijkt, dat de toename van de geluidbelasting ten gevolge van de verkeersaantrekkende werking ten hoogste 0,5 dB bedraagt op de Warandelaan. Aangezien de toename overal lager is dan (afgerond) 2 dB is er geen sprake van een relevant effect op de geluidbelasting door de verkeersaantrekkende werking ten gevolge van de ontwikkeling van De Warande. Dit is onafhankelijk van de absolute geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer. Inrichting De geluidbelasting ten gevolge van de activiteiten en installaties in het recreatieoord moeten voldoen aan de normen die op grond van de Wet milieubeheer worden gesteld. Uit het akoestisch onderzoek van 2006 blijkt, dat bij de woningen in de omgeving van De Warande wordt voldaan aan het toenmaals gestelde toetsingskader van 45 dB(A) etmaalwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en 70 dB(A) voor het maximale piekniveau. In het kader van het bestemmingsplan is voor de beoordeling van het aspect geluidhinder ten gevolge van de inrichting bij de woningen aangesloten bij de beoordelingssystematiek die gehanteerd wordt om te toetsen of een ruimtelijke ontwikkeling passend is in de omgeving. Ook hierbij geldt een geluidnorm van 45 dB(A).
blad 27 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
De ontwikkeling van het recreatieoord betreft het uitbreiden van het bassinoppervlak en het gedeeltelijk overdekken van de bassins. Een deel van de activiteiten en installaties die in de huidige situatie buiten gesitueerd zijn, vinden in de toekomstige situatie binnen plaats. Met het uitgangspunt dat de geluiduitstraling door de nieuwe geïsoleerde gebouwen verwaarloosbaar is, kan op basis van het akoestisch onderzoek van 2006 geconcludeerd worden, dat in de toekomstige situatie in de dagperiode ook voldaan wordt aan de geluidnorm van 45 dB(A). In de toekomstige situatie is het recreatieoord ook in de avondperiode geopend. Op grond van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer geldt voor een zwembad 50 dB(A) in de dag- en 45 dB(A) in de avondperiode. Aan 45 dB(A) in de avondperiode kan worden voldaan. Aangezien de exacte indeling van het terrein en de exacte ligging en vorm van de gebouwen in deze fase nog niet bekend is, kan hiervoor nog geen exacte berekening plaatsvinden. Ten behoeve van de uitbreiding van het parkeerterrein zijn geluidberekeningen uitgevoerd om de geluidbelasting ten gevolge van de parkeerbewegingen op de nabijgelegen woningen in beeld te brengen. In de toekomstige situatie neemt de capaciteit van het parkeerterrein aan het Wilhelminakanaal Zuid toe van 192 tot 273 plaatsen. Door deze aanpassing kunnen de parkeerbewegingen die voorheen op drukke momenten plaatsvonden op de parkeerterreinen in de omgeving nu op het terrein zelf worden gerealiseerd. Op basis van een toename van de capaciteit met ruim 40% zullen in de toekomstige situatie 600 verkeersbewegingen plaatsvinden, waar dit er voorheen nog 428 waren. Voor de berekeningen zijn op basis van de 600 verkeersbewegingen de volgende gegevens ingevoerd: de brongegevens per afzonderlijke bron (de bedrijfsduur, de immissierelevante bronsterkte, de locatie, de hoogte en eventuele richtingsafhankelijkheid); de afschermende of reflecterende objecten (locatie en hoogte); de bodemgesteldheid (harde of zachte bodem); de locatie van de berekeningspunten. De beoordelingshoogte ter plaatse van de woningen is 1,5 meter. De berekeningen zijn uitgevoerd inclusief de bijdrage van reflecties in de gebouwen. Op de waarneempunten is de invallende geluidbelasting berekend, dit is de geluidbelasting exclusief de reflectie van de gevel waar het waarneempunt op ligt. Uit de berekeningen blijkt dat de geluidbelasting ten gevolge van het parkeren ten hoogste 42 dB(A) (etmaalwaarde) bedraagt bij de woning Bredaseweg 111. Het piekgeluidniveau bedraagt ten hoogste 53 dB(A). Locatie TSC De ontwikkeling ter plaatse van het de locatie TSC kunnen akoestisch gezien plaatsvinden binnen de mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan. Wel vormt de herinrichting van de op het terrein gelegen parkeerplaats onderdeel van de voorgenomen ontwikkeling. Om inzichtelijk te maken welk effect dit heeft op de omgeving is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Onderzoek parkeerplaats TSC Een parkeerplaats maakt in de Wgh geen onderdeel uit van de weg en heeft daarom geen geluidzone. Het is ook geen geluidgevoelig terrein of object. De geluidbelasting vanwege of op een parkeerplaats hoeft niet te worden getoetst aan de Wgh. Voor een weg waar de maximaal toegestane snelheid 30 km per uur bedraagt, is geen geluidzone vastgesteld. Dat betekent dat er voor deze weg ook geen sprake kan zijn van reconstructie in de zin van de Wgh. Op de activiteiten van TSC is het Besluit algemene regels voor inrichtingen van toepassing. De openbare parkeerplaats maakt geen deel uit van de milieu-inrichting van TSC. De parkeerplaats zelf is geen milieublad 28 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
inrichting. Dat betekent dat toetsing in dat kader niet hoeft plaats te vinden aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. In het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan moet wel worden nagegaan of sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en een goede ruimtelijke ordening. Vanwege de omvang van de parkeerplaats en de te verwachten gebruikstijden moet de geluidbelasting worden bepaald op geluidgevoelige objecten in de directe omgeving. Daarbij moet ook het verkeer van en naar de openbare parkeerplaats worden betrokken. Resultaat Na de herinrichting is er sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij de dichtstbijgelegen woningen aan de Kapucijnerhof. De maximale, gecumuleerde geluidbelasting is dan circa 55 dB op de gevel van de dichtstbijgelegen woning. De geluidbelasting neemt door het verkeer op de parkeerplaats en de ontwikkeling op Recreatieoord Warande vooral in de avondperiode met circa 1 - 3 dB toe. De voorgenomen ontwikkeling voldoet aan de Wet geluidhinder. Conclusie Uit de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden, dat de toename van de geluidbelasting ten gevolge van de verkeersaantrekkende werking beperkt is. De geluidbelasting ten gevolge van de activiteiten en installaties op het terrein van de inrichting zal niet toenemen. De geluidbelasting ten gevolge van de parkeerbewegingen op het uitgebreide parkeerterrein blijft ruim onder de geluidnorm. Het aspect geluidhinder levert daarmee geen belemmering op voor de voorgenomen ontwikkeling van recreatieoord De Warande.
4.8
Externe Veiligheid Externe veiligheid betreft het overlijdensrisico voor personen als gevolg van ongevallen met gevaarlijke stoffen, alsmede de bescherming hiertegen. De veiligheidsrisico's worden uitgedrukt in een plaatsgebonden risico (PR) en een groepsrisico (GR). De veiligheidsrisico's kunnen worden verdeeld in risico's veroorzaakt door bedrijvigheid (inrichtingen) en risico's veroorzaakt door het vervoer van gevaarlijke stoffen (via weg, spoor, water, of buisleidingen). Voor externe veiligheid is het vervoer en/of de opslag van gevaarlijke stoffen van invloed op de ontwikkeling. In het plangebied of de directe omgeving bevinden zich geen risicobronnen waar in het kader van externe veiligheid rekening mee moet worden gehouden. Op het terrein vindt opslag van chloorloog plaats ten behoeve van de bedrijfsvoering van het zwembad. De hoeveelheid die opgeslagen mag worden is door middel van een vergunning vastgelegd. Voor de bedrijfsvoering in de toekomstige situatie is de huidige opslag voldoende. Er vindt geen uitbreiding van opslag plaats. Wanneer zoutelektrolyse wordt toegepast verminderen de risico’s van chloortransport. Conclusie Vanuit het aspect externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor de ontwikkeling.
4.9
Luchtkwaliteit Algemeen Door de uitstoot van uitlaatgassen door onder andere de industrie en het verkeer komen schadelijke stoffen in de lucht. Vooral langs drukke wegen kunnen de concentraties van verschillende stoffen zo hoog zijn dat deze de gezondheid kunnen aantasten. Om te voorkomen dat de gezondheid wordt aangetast door luchtverontreiniging dient bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden te worden met de luchtkwaliteit ter plaatse. Bij ontwikkelingen waarbij het aantal voertuigbewegingen als gevolg van het plan toeneemt is het van belang te kijken of dit een negatieve invloed kan hebben op de luchtkwaliteit. Wettelijk gezien is een grens bepaald waarboven eventueel sprake is van een verslechtering, de “Niet In Betekenende Mate” (NIBM) grens. Deze grens ligt op 1,2 μg/m³. Dit komt overeen met 1.850 extra voertuigbewegingen per blad 29 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
gemiddelde werkdag. Het aantal extra voertuigbewegingen dat bij de uitbreiding van het recreatieoord wordt verwacht ligt vele malen lager met circa 175 voertuigbewegingen per dag. De herinrichting van de locatie TSC zorgt niet direct voor een toename van het aantal verkeersbewegingen. De ontwikkeling past binnen de gevallen die in het Besluit NIBM zijn opgenomen en hoeft derhalve niet nader te worden onderzocht. Conclusie Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de ontwikkeling.
4.10
Verkeer en mobiliteit Voor het aspect verkeer is het wenselijk de gevolgen van de verkeerstoename op het omliggende wegennet inzichtelijk te maken. Voor dit bestemmingsplan is uitsluitend de vernieuwing van het zwembad relevant omdat de herinrichting van het sportterrein TSC niet direct voor een toename van het aantal verkeersbewegingen leidt. Daarbij gaat het vooral om de aantrekkende werking van gemotoriseerd verkeer (verkeersgeneratie) en de effecten daarvan op de wegen in de directe omgeving, waaronder het Wilhelminakanaal Zuid, de Lage Molenpolderweg, de Bredaseweg, Warandelaan en het Paterserf. Daarnaast is onderzocht wat de effecten van de uitbreiding zijn op de verkeersafwikkeling van een aantal kruispunten in de omgeving van De Warande.
Figuur 4.2: Locatie De Warande en onderzochte kruispunten
Bereikbaarheid modaliteiten Zwembad De Warande ligt in de oksel van de Bredaseweg en het Wilhelminakanaal Zuid. De toegang van het De Warande is gelegen aan het Wilhelminakanaal Zuid. Het zwembad is voor gemotoriseerd verkeer bereikbaar vanuit zuidelijke richting te bereiken via de Bredaseweg, Warandelaan en Wilhelminakanaal Zuid. Gelet op het lokale verzorgingsgebied van het zwembad en de ligging van het zwembad ten opzichte van de bebouwing van Oosterhout mag worden verwacht dat het merendeel van de bezoekers afkomstig is uit de woongebieden ten noorden en noordwesten van het zwembad. Bezoekers vanuit deze richting kunnen het zwembad benaderen via de Lage Molenpolderweg, via de Bredaseweg, Warandelaan en Wilhelminakanaal Zuid en via de Burgemeester Holtroplaan, Paterserf en Wilhelminakanaal Zuid. Voor fietsers is het zwembad via dezelfde wegen bereikbaar als voor het gemotoriseerde verkeer, maar ook rechtstreeks vanaf de Bredaseweg. Er is voor fietsers namelijk een doorsteek aangelegd tussen de Bredaseweg en het parkeerterrein van De Warande. Fietsers op de Bredaseweg en het blad 30 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Wilhelminakanaal Zuid hebben de beschikking over vrijliggende fietspaden. Op het Paterserf en in de Warandelaan delen fietsers de rijbaan met het gemotoriseerde verkeer. Het zwembad is met het openbaar vervoer niet goed bereikbaar. Uitsluitend kan het recreatieoord worden bereikt per bus via bushalte Burgemeester Materlaan (circa 15 minuten lopen) of bushalte Zuiderhout (circa 12 minuten lopen).
Bushalte Zuiderhout (12 min)
Bushalte Burgemeester Materlaan (15 min)
Uitgangspunten Het huidige zwembad heeft een totale bassinoppervlakte van 2.854 m². In de toekomstige situatie is het zwembad vernieuwd en is de totale bassinoppervlakte met 545 m² uitgebreid tot 3.399 m². Het vernieuwde zwembad heeft een lokaal verzorgingsgebied. Het huidige zwembad is geopend in de periode mei tot en met augustus. Het vernieuwde zwembad is het gehele jaar geopend en zal ook bezoekers trekken van de zwembaden De Blikken en Arkendonk die in toekomst zullen worden gesloten. Voor het bepalen van de verkeersgeneratie is gebruik gemaakt van de publicatie 'Verkeersgeneratie voorzieningen, kengetallen gemotoriseerd verkeer' (CROW, publicatie 272, december 2008). Aan de hand van bezoekersaantallen van en verwacht autogebruik zijn de kengetallen van het CROW in het verkeersonderzoek ten behoeve van het Masterplan omgerekend naar de Oosterhoutse situatie. Zo is een kengetal voor de Warande gevonden van 10,4 motorvoertuigbewegingen per 100 m² bassinoppervlakte per gemiddelde weekdag. Verkeersgeneratie De Warande Berekend is de hoeveelheid extra verkeer die als gevolg van de ontwikkeling wordt gegenereerd. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de zomerperiode en de overige maanden van het jaar. In de huidige situatie is het zwembad namelijk alleen in de zomermaanden geopend en genereert het dus alleen in de zomermaanden gemotoriseerd verkeer. In de overige maanden van het jaar is het zwembad in de huidige situatie gesloten en genereert het dan ook geen verkeer. In de toekomstige situatie is het zwembad het gehele jaar geopend. Dat betekent dat de hoeveelheid extra verkeer in de zomerperiode kleiner is dan die in de overige maanden van het jaar. In het verkeersonderzoek in het kader van het Masterplan De Warande is berekend dat de extra verkeersgeneratie van het vernieuwde zwembad in de zomerperiode ongeveer 60 motorvoertuigbewegingen (30 aankomsten en 30 vertrekken) per gemiddelde weekdag bedraagt. In de winterperiode bedraagt de extra verkeersgeneratie van het zwembad ongeveer 175 motorvoertuigen per gemiddelde weekdag. In het regionaal verkeersmodel GGA Breda is zwembad De Warande niet opgenomen. Aangezien het verkeersmodel een spitsuurmodel is, zijn recreatieve functies niet in het model opgenomen. Deze functioneren vooral buiten de spitsuren.
blad 31 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Verkeersintensiteiten 2023 Uit het verkeersmodel zijn prognoses bekend van de verkeersintensiteiten voor het jaar 2020. Aan de hand van verkeerstellingen die de afgelopen jaren door de gemeente Oosterhout zijn uitgevoerd zijn de prognoses voor 2020 geëxtrapoleerd naar het jaar 2023. Vervolgens zijn de intensiteiten omgerekend van werkdag- naar weekdagetmaal door de werkdagintensiteiten met een factor 0,9 (kencijfer CROW) te vermenigvuldigen. Ten slotte is de verkeersgeneratie van de ontwikkelingen van De Warande toegevoegd aan de verkeersintensiteiten op de omliggende wegen. Daarbij is uitgegaan van een worstcase scenario, waarbij aan elk wegvak de totale extra verkeersgeneratie van de ontwikkelingen van De Warande is toegedeeld. In tabel 4.1 zijn de verkeersintensiteiten voor 2023 zonder ontwikkeling en de verkeersintensiteiten met ontwikkeling van De Warande voor de zomerperiode en de overige maanden van het jaar weergegeven. Wegvak Lage Molenpolderweg Wilhelminakanaal Zuid (tussen Bredase Brug en Warandelaan) Wilhelminakanaal Zuid (tussen Warandelaan en Paterserf) Wilhelminakanaal Zuid (tussen Paterserf en Eikdijk) Warandelaan (tussen Wilhelminakanaal Zuid en Buurstede) Warandelaan (tussen Buurstede en Bredaseweg) Paterserf Bredaseweg (tussen Tilburgse Baan en Warandelaan) Bredaseweg (tussen Warandelaan en Bredase Brug) Bredaseweg tussen Bredase Brug en Houthavenweg)
zonder ontwikkeling 8.320 8.320 6.690 6.690 1.530 1.730 3.710 14.130 14.720 15.160
Etmaalintensiteit 2023 (weekdag) met Warande met Warande (zomer) (rest v/h jaar) 8.380 8.500 8.380 8.500 6.750 6.870 6.750 6.870 1.590 1.710 1.790 1.910 3.770 3.890 14.190 14.310 14.780 14.900 15.220 15.330
Tabel 4.1: Etmaalintensiteiten (gemiddelde weekdag) omgeving De Warande met en zonder ontwikkeling, afgerond op tientallen
Wegvak Lage Molenpolderweg Wilhelminakanaal Zuid (tussen Bredase Brug en Warandelaan) Wilhelminakanaal Zuid (tussen Warandelaan en Paterserf) Wilhelminakanaal Zuid (tussen Paterserf en Eikdijk) Bredaseweg (tussen Tilburgse Baan en Warandelaan) Bredaseweg (tussen Warandelaan en Bredase Brug) Bredaseweg tussen Bredase Brug en Houthavenweg)
zonder ontwikkeling 0,52 - 0,59 0,52 - 0,59 0,42 - 0,48 0,42 - 0,48 0,88 - 1,01 0,92 - 1,05 0,95 - 1,08
I/C-verhouding spitsuur 2023 met Warande met Warande (zomer) (rest van het jaar) 0,52 - 0,60 0,53 - 0,61 0,52 - 0,60 0,53 - 0,61 0,42 - 0,48 0,43 - 0,49 0,42 - 0,48 0,43 - 0,49 0,89 - 1,01 0,89 - 1,02 0,92 - 1,06 0,93 - 1,06 0,95 - 1,09 0,96 - 1,10
Tabel 4.2: I/C-verhoudingen Lage Molenpolderweg, Wilhelminakanaal Zuid en Bredaseweg
Uit tabel 4.2 blijkt dat de ontwikkeling van De Warande slechts een zeer geringe invloed op de I/C-verhoudingen heeft. Op de Lage Molenpolderweg, het Wilhelminakanaal Zuid en de Bredaseweg valt de toename van de verkeersintensiteit in het niet bij de al bestaande verkeersintensiteit. Op grond van deze I/C-verhoudingen mag worden verwacht dat zich op de Lage Molenpolderweg en het Wilhelminakanaal Zuid geen congestie zal voordoen en dat de verkeersafwikkeling ongestoord verloopt. De I/C-verhouding op de Bredaseweg is in de spitsuren in 2023 hoog wat duidt op een grote kans op congestie. Deze hoge I/C-verhouding kan echter niet aan de ontwikkeling van De Warande worden toegeschreven. Het verkeer dat door De Warande wordt gegenereerd valt in het niet bij de al bestaande verkeersintensiteit op de Bredaseweg. Effecten ontwikkeling Warande op wegvakniveau Uit tabel 4.1 blijkt dat de ontwikkeling van De Warande leidt tot enige toename van de verkeersintensiteiten. Deze toename is procentueel het grootst op het Paterserf en de Warandelaan, maar de verkeersintensiteit die dan ontstaat, is verkeerskundig gezien acceptabel, gelet op de functie van deze wegen als erftoegangsweg. In tabel 4.2 is de I/C-verhouding (quotiënt van intensiteit en capaciteit) op de gebiedsontsluitingswegen Lage Molenpolderweg, Wilhelminakanaal Zuid en Bredaseweg weergegeven. Daarbij is ervan uitgegaan blad 32 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
dat een gebiedsontsluitingsweg (1 rijstrook per richting) een capaciteit heeft van 1.400 tot 1.600 motorvoertuigen per uur en dat de spitsuurintensiteit ongeveer 10% is van de etmaalintensiteit. Effecten ontwikkeling Warande op kruispunten De effecten van de ontwikkeling van De Warande op de omliggende kruispunten zijn bepaald voor de ochtend- en avondspits op een gemiddelde werkdag. Dit is zowel voor de zomerperiode als voor de periode 'rest van het jaar' uitgevoerd. Er zijn kruispuntberekeningen gemaakt van de volgende kruispunten: kruispunt Wilhelminakanaal Zuid - Warandelaan; kruispunt Wilhelminakanaal Zuid - Paterserf; rotonde Warandelaan - Bredaseweg; rotonde Lage Molenpolderweg - Vlinderlaan - Burg. Huijbrechts-Schiedonlaan Wilhelminalaan. De kruispuntberekeningen zijn berekend aan de hand van kruispuntstromen die door de gemeente Oosterhout voor dit onderzoek beschikbaar zijn gesteld. Het gaat om verkeersintensiteiten per richting voor de ochtend- en avondspits in 2020. De verkeerintensiteiten per richting zijn geëxtrapoleerd van 2020 naar 2023. Vervolgens is per kruispunt alle verkeer dat in de betreffende spitsperiode door de Warande wordt gegenereerd aan het betreffende kruispunt toegedeeld (worst case-benadering). Conclusie Effecten ontwikkeling Warande op kruispunten Op de doorgerekende kruispunten is in de spitsperioden in 2023 sprake van een ongestoorde verkeersafwikkeling. De extra verkeersgeneratie als gevolg van de ontwikkelingen rond De Warande heeft een te verwaarlozen invloed op de verkeersafwikkeling op deze kruispunten. Direct ten gevolge van de voorgenomen ontwikkeling zijn er geen infrastructurele aanpassingen noodzakelijk. Parkeersituatie Auto De Warande beschikt over een parkeerterrein met een capaciteit van ongeveer 192 parkeerplaatsen, dat bereikbaar is vanaf het WIlhelminakanaal Zuid. In de toekomstige situatie wordt het zwembad uitgebreid, waardoor ook de parkeerbehoefte toeneemt. Dit betekent dat voor de uitbreiding van het zwembad voor de zomerperiode moet worden voorzien in extra parkeergelegenheid. Dit kan door het bestaande parkeerterrein her in te richten. De capaciteit neemt daardoor toe tot 273 plaatsen. De uitbreiding van de parkeergelegenheid is ook voldoende om te voorzien in de parkeerbehoefte die in de periode 'rest van het jaar' ontstaat. Aan de zijde van de Bredaseweg ligt nog een parkeerterrein dat op drukke momenten ook kan worden gebruikt door bezoekers aan De Warande. Fiets De uitbreiding van De Warande heeft geen gevolgen voor de benodigde stallingcapaciteit voor fietsen. De huidige capaciteit voldoet. De piek blijft hier liggen in het zomerseizoen. De beschikbare capaciteit is ruim voldoende om de vraag buiten de piekmomenten op te vangen. Omdat de huidige fietsenstalling buiten het terrein is gelegen zal bij de uitbreiding van het recreatieoord worden gekeken naar mogelijkheden om op het terrein een extra fietsenstalling te creëren voor de rustige herfst- en wintermaanden. Dit betreft ruimte voor circa 50 fietsen. Conclusie Als gevolg van de uitbreiding van recreatieoord De Warande neemt de verkeersintensiteit in de zomerperiode met ongeveer 60 motorvoertuigen per weekdagetmaal toe. In de periode 'rest van het jaar' is dat ongeveer 175 motorvoertuigen per weekdagetmaal. De verkeersintensiteiten die dan op de direct omliggende wegen ontstaan (situatie 2023) zijn in lijn met de functie die deze wegen hebben. In de spitsperioden in 2023 is op de onderzochte kruispunten sprake van een vlotte verkeersafwikkeling. De toename van de verkeersintensiteit als gevolg van de ontwikkelingen van De Warande op deze kruispunten is in de spitsperioden zeer gering. De extra verkeersgeneratie heeft dan ook een te verwaarlozen invloed op de verkeersafwikkeling op deze kruispunten. blad 33 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
De parkeerbehoefte van het zwembad zal als gevolg van de uitbreiding van het zwembad toenemen, zodat moet worden voorzien in extra parkeergelegenheid. Dit kan door het bestaande terrein her in te richten.
4.11
Explosieven Door de gemeente Oosterhout is aan Saricon opdracht gegeven een historisch vooronderzoek uit te voeren naar mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven (CE) uit de Tweede Wereldoorlog als voorbereiding op werkzaamheden aan De Warande te Oosterhout. Het doel van het onderzoek is de opdrachtgever inzage te geven in de mogelijke aanwezigheid van CE en/of restanten daarvan en de daarbij behorende risico's. Tevens wordt een advies uitgebracht over mogelijke vervolgstappen met betrekking tot de voorgenomen werkzaamheden. Een compleet vooronderzoek bestaat uit twee delen: een probleeminventarisatie en een probleemanalyse. Naar aanleiding van de probleeminventarisatie kunnen de volgende relevante feiten worden opgesomd: Er hebben geen directe grondgevechten plaatsgevonden binnen het onderzoeksgebied – niet in de meidagen van 1940 noch bij de bevrijding in 1944. Er heeft een bombardement plaatsgevonden binnen het onderzoeksgebied in de meidagen van 1940. Er was geen op landmijnen verdacht gebied of geregistreerd mijnenveld gelegen binnen of in de nabijheid van het onderzoeksgebied. Er waren in de nabijheid van het onderzoeksgebied geen verdedigingswerken gesitueerd. Er hebben geen vliegtuigcrashes plaatsgevonden in de nabijheid van het onderzoeksgebied. Er zijn geen relevante ruimingen uitgevoerd door de EODD in de nabijheid van onderzoeksgebied. De luchtfotointerpretatie heeft geen nieuwe feiten aan het licht gebracht. Er bestaan leemten in kennis aangaande dumpmunitie en munitieruimingen die door de voorganger van de EODD zijn uitgevoerd voor 1971. Er heeft na de oorlog omvangrijk grondverzet plaatsgevonden binnen de grenzen van het onderzoeksgebied. Op basis van de beoordeling van alle op het moment van opstellen van dit rapport beschikbare bronnenmateriaal is er geen probleemanalyse uitgevoerd omdat er volgens Saricon geen verhoogd risico is op het aantreffen van CE en/of restanten daarvan binnen het onderzoeksgebied – mits de voorgenomen werkzaamheden zich beperken tot de afbakening van het onderzoeksgebied. Mocht er tijdens de werkzaamheden spontaan een CE worden aangetroffen, dan is het zaak de risico`s tot een minimum te beperken door de volgende procedure in werking te stellen: melden van het spontaan aangetroffen CE via de politie bij de EODD.
4.12
Kabels en leidingen Er liggen in het plangebied geen leidingen die relevant zijn om planologisch vast te leggen. Wel liggen er op het terrein van het recreatieoord diverse leidingen van het zwembad zelf. Deze leidingen zijn planologisch niet relevant en derhalve niet vastgelegd in dit bestemmingsplan.
blad 34 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
5 5.1
Juridische uitvoerbaarheid Algemeen Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch – planologische regeling te treffen voor de bebouwing en gebruik van gronden en gebouw binnen het plangebied. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Voorts is aangesloten bij het gemeentelijk Handboek digitale bestemmingsplannen. Gestreefd is hierbij naar uniformering en standaardisering van bestemmingen en regels. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1 Wro worden, door middel van de op de verbeelding aangegeven bestemmingen en daarop betrekking hebbende regels, de in het plan begrepen gronden voor bepaalde doeleinden aangewezen. Daarbij worden regels gegeven voor het bouwen van bouwwerken en voor het gebruik van de bouwwerken en onbebouwde gronden.
5.2
Indeling van de regels De regels zijn ingedeeld in 4 hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels en bevat 2 artikelen. Het eerste artikel geeft een omschrijving van enkele in de regels gehanteerde begrippen. Het tweede artikel geeft aan hoe ten aanzien van maten, oppervlakte en inhoud gemeten moet worden. In hoofdstuk 2 worden de verschillende bestemmingen behandeld. Per bestemming wordt aangegeven welke doeleinden / functies zijn toegelaten op de gronden en wat en hoe er mag worden gebouwd. In hoofdstuk 3 worden de algemene regels behandeld. Dit zijn onder meer de ontheffingsmogelijkheden en algemene aanduidingsregels. In hoofdstuk 4 zijn de overgangs- en slotregels opgenomen.
5.3
Bestemmingen Hierna wordt inhoudelijk ingegaan op de afzonderlijke bestemmingen binnen het onderhavige bestemmingsplan alsmede de gebruikte gebiedsaanduiding. Bos De gronden binnen de bestemming 'Bos' zijn bestemd voor onder meer bos en bebossing. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Wel mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 5 meter. Daarnaast is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (aanlegvergunning) opgenomen, waardoor het niet zondermeer mogelijk is binnen deze bestemming bepaalde werkzaamheden uit te voeren die afbreuk kunnen doen aan de ontwikkeling van het bos en bebossing. Natuur De gronden binnen de bestemming 'Natuur' zijn bestemd voor het behoud en/of herstel van de op deze gronden voorkomende, dan wel daaraan eigen, landschappelijke waarden en natuurwaarden. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Wel mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 4 meter. blad 35 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Daarnaast is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (aanlegvergunning) opgenomen, waardoor het niet zondermeer mogelijk is binnen deze bestemming bepaalde werkzaamheden uit te voeren die afbreuk kunnen doen aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden. Hoogstens mogen met een omgevingsvergunning onverharde wandelpaden worden aangelegd c.q. in stand gehouden. Het aanleggen van grootschalige verharding en/of wegen is binnen de bestemming niet toegestaan. Recreatie De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn onder meer bestemd voor dagrecreatieve voorzieningen, sportvoorzieningen en aan recreatieve doeleinden ondergeschikte horeca en kantoren. Op de verbeelding is een bouwvlak aangegeven, waarbinnen de gebouwen moeten worden gerealiseerd. Tevens zijn de maximale goothoogte en maximale hoogte aangeduid. In de regels zijn nadere bouwregels gegeven voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Verkeer De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, parkeer-, groen- en speelvoorzieningen, waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied Deze gebiedsaanduiding geldt voor het gehele plangebied en dient ter bescherming van de kwaliteit van de openbare drinkwatervoorziening.
5.4
Handhaving Handhaving vormt een belangrijk onderdeel van een beleidscyclus. Regels worden gesteld met als doel het beschermen van een bepaald belang. Zonder toezicht op naleving van deze regels zal dit doel niet bereikt worden. Tevens komt de gemeente ongeloofwaardig over als gestelde regels niet worden gehandhaafd. Handhaafbaarheid, draagvlak en naleefgedrag Een eerste voorwaarde voor handhaving is een duidelijk en handhaafbaar beleid en regelgeving. Zo heeft de gemeente Oosterhout in haar integraal handhavingsbeleid (Handhavingsbeleidsplan Fysieke Leefomgeving 2011-2013, d.d. 13 december 2010) opgenomen dat er meer aandacht moet zijn voor de toets op handhaafbaarheid van plannen. Hiertoe worden nieuwe versies van digitale handboeken en die onderdelen van bestemmingsplannen die afwijken van het digitale handboek, door de afdeling die belast is met vergunningverlening en handhaving, gecontroleerd op uitvoerbaarheid. Ook voor dit bestemmingsplan heeft deze toets plaats gevonden. Naast handhaafbare regels dient er ook het nodige draagvlak voor het nieuwe beleid en de daaruit vloeiende regels aanwezig te zijn. Immers zal een plan met weinig draagvlak op weinig naleefgedrag kunnen rekenen. Het creëren van draagvlak is onder andere bewerkstelligd door in de verschillende fases van het planproces burgers, belangenorganisaties en andere belanghebbenden te betrekken, al dan niet via wettelijk bepaalde inspraakmomenten. Preventieve en repressieve handhaving Naast repressie (handhavend optreden op het moment dat er sprake is van een overtreding) heeft preventie een belangrijke rol in de gemeentelijke handhavingstrategie. Bij preventief handhaven spelen vooral dialoog, voorlichting en advisering een belangrijke rol. Zo voorziet het handhavingsbeleid van de gemeente Oosterhout in meer aandacht voor voorlichting en communicatie, onder andere door het uitgeven van voorlichtingsbrochures. Tevens is er een specifieke brochure opgesteld die voorlichting geeft over het bestemmingsplan en de handhaving daarvan.
blad 36 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
Qua repressie voorziet het gemeentelijk handhavingsbeleid en het daarop gebaseerde integrale uitvoeringsprogramma in het continu opsporen van overtredingen van het bestemmingsplan. Ook worden er gezamenlijk met andere overheden (brandweer, politie, belastingdienst) multidisciplinaire handhavingsacties georganiseerd. Binnen dergelijke acties is er ook aandacht voor overtredingen van het bestemmingsplan. Indien een overtreding wordt geconstateerd, zal telkens worden bezien of het illegale gebruik of bouwwerk op grond van het bestemmingsplan of afwijking daarvan, alsnog gelegaliseerd kan worden. Is dat niet het geval dan wordt er daadwerkelijk handhavend opgetreden, tenzij er bijzondere omstandigheden in het geding zijn, en/of tijdelijk kan worden gedoogd in afwachting van legalisering. Indien besloten wordt om handhavend op te treden, volgt aanschrijving, waarin de overtreding wordt omschreven, verplichtingen worden opgelegd en termijnen gesteld. Zo nodig vindt bestuursdwang plaats, dan wel wordt een dwangsom opgelegd. Al deze aspecten zijn vastgelegd in het gemeentelijk handhavingsbeleidsplan en dienen als leidraad voor de alledaagse handhavingspraktijk binnen de gemeente Oosterhout. IJkmoment, overgangsrecht en monitoring beleid De totstandkoming van onderhavig bestemmingsplan is een ijkmoment voor de handhaving. Indien bebouwing of gebruik afwijkt van het bestemmingsplan, zal hier tegen zo mogelijk handhavend worden opgetreden. Voor bouwen is de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan de peildatum, voor gebruik is dat het van kracht worden van het bestemmingsplan. Tegen bebouwing en gebruik dat onder het overgangsrecht valt, kan niet handhavend worden opgetreden. Daarnaast dient de handhaving als monitoringsinstrument voor het beleid. Indien bepaalde regels stelselmatig worden overtreden is dit een indicatie voor het (ontbreken van) draagvlak en zal nader moeten worden bekeken of het beleid op dat punt moet worden herzien.
blad 37 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
blad 38 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
6 6.1
Maatschappelijke / economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid De maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt getoetst met het opsturen van het plan naar de verschillende overlegpartners. Naast de overlegpartners is een ieder in de gelegenheid gesteld het plan te beoordelen. Onderstaand is aangegeven op welke manier de maatschappelijke uitvoerbaarheid precies getoetst is en op welke wijze dit heeft geleid tot een aanpassing van het bestemmingsplan.
6.1.1
Inspraak ingevolge de inspraakverordening Ingevolge de inspraakverordening is het masterplan voor de inwoners van de gemeente Oosterhout en voor de in de gemeente belanghebbende natuurlijke- en rechtspersonen ter inzage gelegd vanaf 15 december 2011 voor een periode van 6 weken. Tevens heeft op 22 december 2011 een inspraakavond plaatsgevonden. Gedurende deze periode konden inspraakreacties ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling naar voren worden gebracht.
6.1.2
Overleg ingevolge ex artikel 3.1.1 Bro In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) heeft overleg plaatsgevonden met de volgende instanties: 1. Provincie; 2. Waterschap Brabantse Delta; 3. Brabantwater. Van de provincie en het waterschap is een reactie ontvangen (op het masterplan). De beantwoording van deze reactie is opgenomen in de als bijlage opgenomen "Eindverslag inspraak". In de vertaling naar het bestemmingsplan is rekening gehouden met deze vooroverlegreacties.
6.1.3
Zienswijzenprocedure Het ontwerpbestemmingsplan Oosterhout-Zuid, Herziening 2 (sportpark de Warande) heeft in het kader van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) met ingang van 29 november 2012 tot en met 10 januari 2013 voor een ieder ter inzage gelegen bij het gemeentelijk informatiecentrum in het stadhuis en op www.ruimtelijkeplannen.nl. Gedurende deze termijn van 6 weken bestond de gelegenheid schriftelijke of mondelinge zienswijzen omtrent het ontwerp bij de gemeenteraad kenbaar te maken. Van deze gelegenheid tot het indienen van zienswijzen heeft één instanties gebruik gemaakt. Ook is de provincie in kennis gesteld van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan. Op basis van de Wro heeft deze instantie de mogelijkheid om ook zienswijzen bij de gemeenteraad in te dienen, indien zij van oordeel is, dat er zaken worden geregeld, welke mogelijk indruisen tegen provinciaal of rijksbeleid. De ingediende zienswijzen worden in bijgaande “Reactienota zienswijzen” (bijlage 9) van commentaar voorzien. De zienswijzen zijn per individuele zienswijze verwoord en van een conclusie voorzien.
6.1.4
Vervolgprocedure Na de vaststelling door de raad zal het bestemmingsplan op grond van artikel 3.8 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening, gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage worden gelegd. Een belanghebbende kan gedurende die termijn van ter visie legging tegen de (gewijzigde) vaststelling van blad 39 van 40
Bestemmingsplan Oosterhout-Zuid, herziening 2 (sportpark de Warande) Gemeente Oosterhout Projectnr. 248231 maart 2013, revisie 04
het bestemmingsplan schriftelijk beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ten aanzien van de ongewijzigd vastgestelde bestemmingsplanonderdelen kan geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten, dat hij geen zienswijze in overeenstemming met art. 3.8 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht. Naast het instellen van beroep tegen het vastgestelde bestemmingsplan kan tevens bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State verzocht worden om voorlopige voorziening. Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die, waarop de beroepstermijn afloopt. Indien binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
6.2
Economische uitvoerbaarheid De herinrichting van recreatieoord De Warande en het daarmee sluiten van de baden Arkendonk en De Blikken moet per jaar een besparing opleveren. Doorrekening van de exploitatie laat zien dat de realisatie van het nieuwe overdekte zwembad en het overkappen van het bestaande 50 meter bassin een financieel aantrekkelijke optie is. Bovendien wordt een aantrekkelijk toekomst gericht aanbod van zwemvoorzieningen gerealiseerd. De Wet ruimtelijke ordening geeft aan dat het een wettelijke plicht is om gelijktijdig met een bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen. Gezien het feit dat de gemeente eigenaar is van het terrein en het plan zelf ontwikkelt is de uitvoering van het plan anderszins verzekerd en is er geen verplichting om gelijktijdig met het bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen.
blad 40 van 40