Bestemmingsplan ‘Kernen’ Gemeente Schinnen Nota van zienswijzen
status: datum: projectnummer: adviseurs:
Definitief 20 februari 2013 102101R.2006 ing. B. Weekers en mr. M.H.J. Klaassen
Inhoudsopgave 1. Inleiding/Leeswijzer
1
2. Informatieavond d.d. 13 november 2012
1
3. Ingediende zienswijzen
2
4. Behandeling zienswijzen
4
5. Ambtshalve wijzigingen
63
1. Inleiding/leeswijzer
Deze nota van zienswijze is opgesteld in het kader van de procedure van het bestemmingsplan ‘Kernen’ van de gemeente Schinnen. In deze nota wordt een korte verslaglegging gedaan van de gehouden informatieavond over de bestemmingsplannen ‘Kernen’ en ‘Buitengebied’, een overzicht gegeven van de ingediende zienswijzen in het kader van het ontwerpbestemmingsplan ‘Kernen’ en worden deze zienswijzen behandeld. Tot slot wordt een overzicht gegeven van ambtshalve wijzigingen die bij vaststelling van het bestemmingsplan door de raad zullen worden meegenomen als gevolg van tussentijdse ontwikkelingen, geconstateerde omissies en gewijzigde inzichten. Het betreft hier overwegend aanpassingen van ondergeschikte aard. Op basis van deze nota zal het ontwerpbestemmingsplan samen met deze nota en bijbehorend raadvoorstel en raadbesluit voor vaststelling worden aangeboden aan de raad. Na de vaststelling zal het bestemmingsplan op de betreffende onderdelen worden aangepast waarna het vastgestelde bestemmingsplan in het kader van de beroepstermijn opnieuw ter inzage wordt gelegd.
2. Informatieavond d.d. 13 november 2012
Voorafgaande aan de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan ‘Kernen’ heeft op 13 november 2012 een informatieavond in het gemeenschapshuis Noeber Beemden te Schinnen plaatsgevonden over zowel het ontwerpbestemmingsplan ‘Kernen’ als het ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied’. Deze informatieavond is door ongeveer 100 belangstellenden bezocht. De informatieavond wordt geopend door wethouder Wolfs. In zijn openingswoord gaat de Wethouder in op de recent genomen motie van de raad en het daarop volgend besluit van het college om de vigerende bouwtitels als nog direct te bestemmen door middel van een bouwvlak met bijbehorende bijbouwvlak in plaats van een wijzigingsbevoegdheid, zoals dit nu in het ontwerpbestemmingsplan is opgenomen en zoals dit ook ter inzage is gelegd. De eigenaren van de bouwtitels zullen hiervan schriftelijk in kennis worden gesteld. Het is niet noodzakelijk dat eigenaren hierover zienswijzen indienen. Deze aanpassing wordt bij vaststelling op basis van de genomen motie en collegebesluit als ambtshalve wijziging meegenomen. Na het openingswoord wordt het woord gegeven aan dhr. ing. Weekers van adviesbureau Tonnaer Adviseurs in Omgevingsrecht. Hij geeft een toelichting aan de hand van een powerpoint-presentatie over de functies van een bestemmingsplan, de noodzaak voor een nieuw plan, de voorbereiding, de plangrenzen, de inhoud van het bestemmingsplan (toelichting, regels en verbeelding), de belangrijkste verschillen met het vigerende bestemmingsplan en tenslotte de procedure. Naar aanleiding van deze presentatie zijn enkele algemene vragen gesteld. Deze vragen zijn mondeling beantwoord. Vervolgens wordt aan de aanwezige gelegenheid geboden om individuele vragen te stellen aan de hand van de opgehangen verbeeldingen.
1
3. Ingediende zienswijzen.
In het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan ‘Kernen’ van de gemeente Schinnen, als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening, heeft het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken, van 14 november 2012 tot en met 25 december 2012, in het gemeentelijk informatiecentrum ter inzage gelegen. Daarnaast was het ontwerpbestemmingsplan ook in te zien via de website van de gemeente Schinnen en www.ruimtelijkeplannen.nl. Van de terinzagelegging is openbaar kennis gegeven door bekendmaking in de Staatscourant van 13 november 2012 en in het Goed Nieuws van 13 november 2012. In die kennisgeving is melding gemaakt van de mogelijkheid voor iedereen tot het kenbaar maken van zienswijzen omtrent het ontwerp bestemmingsplan binnen de termijn van terinzagelegging. Tijdens de termijn van terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan zijn zienswijzen ingebracht door: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.
J.J.A. Fuchs, Bergstraat 45 Sweikhuizen, namens deze: Arvalis Adviseurs; F.M.C.G. Pennings, Valderensweg 40 Doenrade; R.H. Kubben en C.E.W.M. Kubben-Habets, Heisterbrug 34 Schinnen; M.J.E. Beugels, Hoofdstraat 49 Amstenrade; J.J.L. Geuskens, Hegge 94 Schinnen; H.M.J. Vaessen, Oudestraat 6 Amstenrade, correspondentieadres: Knipstraat 41 Wijlre, namens deze Arvalis Adviesgroep; J.P.H. Budé, Bergstraat 84 Sweikhuizen; M. ter Avest namens Waterschap Roer en Overmaas, Sittard; B. Vergoossen namens LLTB, Postbus 960 Roermond; M.A.J. Heijnen, Kalmthoutsesteenweg 60, Kapellen; H.J. Essers en M.A.L. Essers-Aretz, Moutheuvellaan 4C Schinnen; F.J. Joosten, correspondentieadres: Vonkstraat 26 Amstenrade; H.C.M. Gorissen, Dudenrode 37 Doenrade; Nora Tijman, Gasunie, Postbus 19 Groningen; Leila en Henri van Lidth de Jeude, Hagendorenweg 1 Amstenrade; G.J.J. Salemink, Beekstraat 22 Doenrade, namens het bestuur van Stichting Streektrefcentrum Doenrade; Het bestuur van VVE Moutheuvel, Moutheuvellaan 4 S Schinnen; G.J.M. Janssen namens Suyderland Ontwikkelings B.V., Bekweg 1 Doenrade; H. Lanckohr, Hogeweg 25 Voerendaal; H.H. Op den Camp, M.F. Op den Camp-Urlings en E.L.M. Op den Camp, Vielderweg 8a Doenrade, correspondentieadres: Ambiorixweg 85 Maastricht; S. Diederen, Voerendaal, namens deze Rechtstraete, Postbus 75638 Amsterdam; J.F.M. Geraets, ’s-Gravendijkwal 80 Rotterdam; E. Cijvat, Dorpstraat 17 Oirsbeek; P. Hermens, Stationstraat 58A Schinnen; H.J.J. Sobczak, Achter de Kerk 7 Schinnen; J.J.T. Paulissen, Stationstraat 15A Schinnen;
2
27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.
W.L. Hanssen, Overstraat 18 Munstergeleen; J.M.L.G. Ritzen, Heiberg 29 Amstenrade; M.L.J. Ritzen, Everstraat 42A Einighausen; R. Quadakkers, Valderensweg 5 Doenrade; C.J.M. Ramaekers, Kempkensweg 2 Puth; L. Vervuurt, Onderste Puth 41 Puth; Familie Heidstra/Heidstra-Backhaus c.q. Transdetach, Kluisstraat 22 Doenrade, namens deze Clerx van Roy Advocaten; Hans Hoedemakers Design Planning, Irenestraat 36 Puth; W. Eggen, Hegge 69, Schinnen; J.P.H. Heunen, Kerkweg 83 en N.J.H. Heunen, Kerkweg 79; R. Pieters, Dorpsstraat 40 Oirsbeek; J. Heijnen, Kempkensweg 4 Amstenrade.
4. Behandeling zienswijzen
Op de volgende pagina’s zijn de ingekomen zienswijzen kort en zakelijk samengevat en weergegeven. Vervolgens is de zienswijze door het bevoegd gezag (het college) beoordeeld met betrekking tot ontvankelijkheid en vormvereisten. Indien dit voldoet is per zienswijze een inhoudelijk standpunt geformuleerd. Op basis hiervan is bepaald of de zienswijze gegrond of ongegrond is. Indien de zienswijze ongegrond is, zal het ontwerp bestemmingsplan op de betreffende onderdelen niet worden gewijzigd. Wordt de zienswijze gegrond verklaard dan wordt het bestemmingsplan op de betreffende onderdelen gewijzigd. Dit kan betrekking hebben op de toelichting, regels dan wel verbeelding. Per gegronde zienswijze zijn de wijzigen expliciet aangegeven. Dit om eventuele misverstanden bij de verwerking van deze wijzigingen te voorkomen.
3
Zienswijze 1 Indiener: J.J.A. Fuchs, Bergstraat 45 Sweikhuizen, namens deze: Arvalis Adviseurs Datum ontvangst zienswijze: 21 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Aanpandig aan de bedrijfswoning ligt een karakteristieke schuur, welke geen landbouwkundige belangrijke functie meer heeft en ter behoud gerenoveerd dient te worden.
Indiener wenst graag naast behoud van de agrarische bedrijfslocatie het gebruik van de
aanpandige schuur te wijzigen in een woonfunctie. Voor alle duidelijkheid wordt opgemerkt dat het verzoek betrekking heeft op een extra (tweede) woning. Betoogt wordt dat dit mogelijk is, door aan de onderhavige locatie de bestemming ‘gemengd’ toe te kennen daar:
1. er sprake is van karakteristieke waardevolle, cultuurhistorische en volumineuze bebouwing;
2. handhaving van de bestaande bebouwing noodzakelijk is voor het beeldbepalende dorpsgezicht;
3. een duidelijke ruimtelijke kwaliteitsverbetering tot stand kan worden gebracht; 4. de nieuwe woonfunctie wordt gerealiseerd in de bestaande bebouwing;
5. bovendien leidt deze wijziging niet tot een onevenredige aantasting van bestaande natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden;
6. ook is er geen onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid, de milieusituatie, het woon- en leefklimaat en worden ook de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet aangetast. Parkeren kan op het eigen terrein.
Namens indiener wordt verzocht om bovenstaande wijziging respectievelijk dit verzoek in het bestemmingsplan Kernen op te nemen en dienovereenkomstig vast te stellen. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Door de indiener van de zienswijze wordt verzocht om extra (tweede) woning in aanpandige schuur. Deze extra woning leidt tot een toename van de woningvoorraad. Dit is in strijd met de krimpopgave zoals die voor de regio westelijke mijnstreek geldt en met het regionale en
gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid. Hierin is bepaald dat voor de bouw van een nieuwe woning een bestaande woning gesloopt dient te worden. Daarnaast is de beoogde woon-
functie niet gerelateerd aan het ter plaatse aanwezige agrarische bedrijfslocatie. De nieuwe woonfunctie leidt, gezien de kortere afstand tot een woning, tot beperking van de agrari-
sche bedrijfsfunctie. De met deze zienswijze beoogde ontwikkeling is uit oogpunt van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting ongewenst. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
4
Zienswijze 2 Indiener: F.M.C.G. Pennings, Valderensweg 40 Doenrade Datum ontvangst zienswijze: 21 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Deze zienswijze is erop gericht om ten aanzien van het perceel tussen huisnummer 36 en 40 aan de Valderensweg een directe bouwtitel op te nemen, onder verwijzing naar een brief d.d. 9-12-1999 van de gemeente met die strekking. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag: Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
In het vigerende bestemmingsplan ‘Kom Doenrade’, vastgesteld 22 april 1999 en goedgekeurd 27 juli 1999, heeft het perceel tussen huisnummer 36 en 40 aan de Valderensweg te Doenrade geen bouwtitel. Voor het betreffende perceel is geen bouwvlak met bijbehorende
bijbouwvlak opgenomen op basis waarvan een woning gebouwd kan worden. De brief waarna in de zienswijze wordt verwezen dateert van ná de vaststelling van het vigerende bestemmingsplan. In de tussen liggende periode van meer dan 10 jaar heeft indiener nooit
verder het initiatief genomen om ter plaatse een woning te realiseren en evenmin getracht daartoe planologisch de mogelijkheid te bewerkstelligen. Mede gelet op de verstreken periode en de passieve aanvaarding is de noodzaak thans niet gebleken.
Daarnaast is in het huidige beleid als gevolg van de krimpopgave voor de regio westelijke
mijnstreek en op basis van het gemeentelijke en regionale volkshuisvestingsbeleid bepaald dat voor de bouw van een nieuwe woning een bestaande woning gesloopt dient te worden. Vigerende bouwtitels, waarvan in onderhavige situatie geen sprake is, worden wel nog voor de komende planperiode gerespecteerd. Na deze periode komen deze bouwtitels, als deze
niet gerealiseerd zijn, te vervallen gezien de voorliggende krimpopgave. Het toevoegen van een nieuwe woning is op basis van het vastgestelde beleid dan ook niet mogelijk. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
5
Zienswijze 3 Indiener: R.H.E. Kubben en C.E.W.M. Kubben-Habets, Heisterbrug 34 Schinnen Datum ontvangst zienswijze: 21 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Deze zienswijze is enerzijds gericht tegen aspecten in het buitengebied en anderszijds ge-
richt tegen het aspect van het al dan niet opnemen van bouwtitels in het ontwerpbestem-
mingsplan Kernen. Indiener pleit ervoor dat de bouwtitels worden ingetrokken en niet in het nieuwe bestemmingsplan worden opgenomen, om de navolgende redenen:
1. omdat een aantal van die bouwpercelen uit landschappelijk oogpunt niet de meest ideale
plek vormen voor een woonhuis met tuin en omdat dan de bestaande situatie veranderd
moet worden (afgraven, waterhuishouding en bodem) met gevolgen voor omliggende natuur;
2. omdat een aantal van die percelen juist fungeren als groen en natuur in de kern en het dorpse karakter benadrukken;
3. omdat ten aanzien van het perceel Heisterbrug 30/32 het een huisweide van een als Rijksmonument aangewezen gebouw (Heisterbrug 34) betreft, waarbij veel van de oude charme verdwijnt als dit bebouwd wordt. Dit geldt zowel voor het aanzien van de boerderij op nummer 28 als op nummer 34;
4. omdat de Provincie Limburg het beleid heeft om alle vigerende bouwtitels in te trekken.
Indien de gemeente Schinnen hier niet aan mee doet is er sprake van rechtsongelijkheid in vergelijking met inwoners van andere gemeenten die dit wel doen. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Ter plaatse zijn, op het perceel tussen Heisterbrug 28 en 34, op basis van het vigerende be-
stemmingsplan ‘Kom Schinnen’ twee vigerende bouwtitels van kracht. Het gemeentelijk beleid is in aansluiting op het regionale volkshuisvestingsbeleid om deze vigerende bouwtitels
voor de komende planperiode opnieuw positief te bestemmen door middel van een bouwvlak met bijbehorend bijbouwvlak. Dit in tegenstelling tot de regeling (wijzigingsbevoegd-
heid) zoals opgenomen in onderhavig ontwerpbestemmingsplan. Deze wijziging ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan is gebaseerd op de motie van de gemeenteraad d.d. 8 november 2012. De vigerende bouwtitels zullen pas bij de volgende actualisatie wegbestemd worden, mits op dat moment het beleid op dat punt niet gewijzigd is.
Aangezien indiener van de zienswijze geen eigenaar van het perceel is, is het niet mogelijk om de bouwtitels op het perceel tussen Heisterbrug 28 en 34 zo maar weg te bestemmen.
Dit kan mogelijk leiden tot planschade na inwerkingtreding van het bestemmingsplan. Dit
geldt eveneens voor het weg bestemmen van de overige bouwtitels in het bestemmingsplan. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
6
Zienswijze 4 Indiener: M.J.E. Beugels, Hoofdstraat 49 Amstenrade Datum ontvangst zienswijze: 27 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Verzocht wordt om in het pand Hoofdstraat 49 te Amstenrade twee wooneenheden toe te staan, doordat de benedenverdieping (voorheen winkelruimte) mag worden ingericht als (extra) woning, met als doel om mantelzorg (door de zoon van indiener) mogelijk te maken.
Ter onderbouwing van dit verzoek wordt onder andere verwezen naar een positief principebesluit terzake door het College van B&W (blijkens de brief van 7-6-2011). Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 27 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27
december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
In het ontwerpbestemmingsplan maakt het pand Hoofdstraat 49 onderdeel uit van het centrumgebied van Amstenrade en heeft in dat kader de bestemming ‘Centrum’ gekregen. Binnen de bestemming ‘Centrum’ is wonen toegestaan. Hier is verder geen beperking opgenomen met betrekking tot het aantal woningen zoals binnen de bestemming ‘Wonen’. Wel
zijn de gestapelde woningen in de vorm van appartementencomplexen op de verbeelding nader aangeduid. Op basis van de bestemming ‘Centrum’ is ter plaatse van pand Hoofdstraat 49 de separate boven- en benedenwoning rechtstreeks mogelijk. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is, in die zin dat het ontwerpbestemmingsplan reeds met de zienswijze in overeenstemming is. Deze constatering geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
7
Zienswijze 5 Indiener: J.J.L. Geuskens, Hegge 94 Schinnen Datum ontvangst zienswijze: 28 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Deze zienswijze is gericht tegen de in het ontwerpbestemmingsplan op de verbeelding ingetekende rijbak voor paarden en aanbouw bij de loods. Beide elementen zijn op grond van
het vigerende bestemmingsplan “Kom Schinnen” niet toegestaan en op basis hiervan is omstreeks 1996 besloten tot handhaving. Feitelijke handhaving heeft echter daarna niet
plaatsgevonden, althans de bewuste bouwwerken zijn anno nu nog steeds aanwezig. Evenmin is daartoe een vergunning verleend, waardoor ook legalisering nooit aan de orde is geweest. Daarnaast is op het betreffende woonadres Hegge 96 een officieel bedrijf gericht op
de fok en handel in paarden. Hiertoe ontbreekt de benodigde vergunning. Verzocht wordt daarom:
1. te onderzoeken of de plantekening overeenkomst met de verleende vergunningen;
2. indien geen vergunning is verleend voor de rijbak en aanbouw de plantekening daarop aanpassen (verwijdering illegale bouw en rijbak);
3. te berichten in hoeverre de gemeente alsdan gaat optreden tegen voornoemde illegale bouwsels en tegen de onvergunde vestiging en activiteiten van het feitelijk aanwezige bedrijf:
4. indien een vergunning daartoe wél blijkt te zijn verleend, dan graag vermelden op welke datum dat besluit is genomen en is bekendgemaakt;
5. de indiener in kennis stellen van de beoordeling van deze zienswijze. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 28 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27
december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
Op basis van het vigerende bestemmingsplan ‘Kom Schinnen’ is ter plaatse alleen de be-
stemming ‘Agrarisch met landschappelijke en of natuurlijke waarden’ van kracht, zonder nadere aanduidingen. Hierdoor is voor onderhavige situatie sprake van overgangsrecht.
In het ontwerpbestemmingsplan zijn de aanwezige bebouwing en paardenbak wel nader
geregeld door middel van de aanduidingen bouwvlak en specifieke vorm van agrarisch – paardenbak. De op het terrein aanwezig loods is vergund ten behoeve van (de opslag in het
kader van) ambachten/nijverheid. De paardenbak is niet vergund (bouw of aanleg). De aanwezigheid van bedrijfsmatige paardenhouderij ter plaatse is in thans niet legaliseerbaar
i.v.m. vigerende milieuwetgeving (stankcirkel te dicht bij woonbebouwing). De paardenbak
is gelet hierop ten onrechte opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Bovendien geldt voor de loods dat het gebruik voor het houden van paarden niet is toegestaan.
8
Uit oogpunt van een zorgvuldige belangenafweging wordt de aanwezige paardenbak thans niet bij de vaststelling van het bestemmingsplan meegenomen. De eigenaar heeft de mogelijkheid om na de vaststelling rechtsmiddelen aan te wenden en eventueel te trachten middels en separaat postzegelbestemmingsplan (alsnog) daartoe planologische medewerking te verkrijgen. Kern van deze insteek is dat in een afzonderlijke procedure in elk geval alle be-
langen (van de eigenaar, van de omgeving en sectorale wetgeving) volledig kunnen worden afgewogen, alvorens tot een definitieve planologische regeling te komen. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gedeeltelijk gegrond is, in die zin dat in het ontwerpbestemmingsplan op de verbeelding de aanduiding van de paardenbak zal worden verwijderd. Het bouwvlak met aanduiding voor de loods voor opslag
zal, gelet op de verleende vergunningen, in het bestemmingsplan in stand worden gelaten. De loods zal overigens niet gebruikt mogen worden voor het houden van paarden.
9
Zienswijze 6 Indiener: H.M.J. Vaessen, Oudestraat 6 Amstenrade, correspondentieadres Knipstraat 41 Wijlre, namens deze: Aelmans Adviesgroep
Datum ontvangst zienswijze: 28 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Verzocht wordt ten aanzien van perceel Oudestraat 6 te Amstenrade:
1. de bestemming ‘agrarisch – agrarisch bedrijf’ uit te breiden ter plekke van het ‘grijze’gebied en ten zuiden van de bestaande bebouwing (conform bijlagen 1 en 2);
2. de situering van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ in te tekenen conform de feitelijke situatie (zie bijlage 3);
3. het bouwvlak rondom de bedrijfsgebouwen aan de achterzijde van het perceel in te teke-
nen conform de huidige vigerende situatie en het ‘niet beeldbepalende gedeelte’ gelijksoortig planologisch-juridisch verankeren.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 28 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27 december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
Het verzoek om uitbreiding van de bestemming ‘Agrarisch – agrarisch bedrijf” ter plekke
van het ‘grijze gebied’ en ten zuiden van de bestaande bebouwing (conform bijlagen 1 en 2) heeft betrekking op gronden welke onderdeel uitmaken van het Provinciaal Inpassingsplan
(PIP) ‘Buitenring’. Tevens loopt hier de gemeentegrens van Schinnen met de gemeente
Brunssum. De gemeente Schinnen is niet bevoegd om gronden in het PIP en in een andere gemeente te wijzigen of te bestemmen.
De bedrijfswoning is in het ontwerp bestemmingsplan op de verkeerde locatie aangegeven.
Deze omissie zal bij vaststelling van het bestemmingsplan hersteld worden door de aanduiding ‘bedrijfswoning’ op de goede locatie, overeenkomstig bijlage 3, in te tekenen.
Het bouwvlak beperkt zich in het ontwerp bestemmingsplan tot alleen de bestaande be-
bouwing. In het vigerende bestemmingsplan ‘Beschermd dorpsgezicht Amstenrade’ is een ruimer bouwvlak ingetekend waardoor er ter plaatse meer bouwmogelijkheden zijn.
Om de agrarische bedrijfsvoering niet te beperken zal het bouwvlak bij vaststelling van het bestemmingsplan aangepast worden overeenkomstig de vigerende situatie.
Het verankeren van het niet beeldbepalende gedeelte in het bestemmingsplan wordt niet
meer noodzakelijk geacht. De rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten zijn op ba-
sis van de Monumentenwet en gemeentelijke Erfgoedverordening in voldoende mate beschermd. Hier is namelijk aangegeven welke onderdelen aangewezen zijn als monument en derhalve ook beschermd zijn. Indien dit deel hier geen onderdeel van uitmaakt dan geldt geen beschermende status in de zin van de Monumentenwet of de Erfgoedverordening.
10
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is voor de on-
derdelen: aanduiding bedrijfswoning en bouwvlak. De overige onderdelen zijn ongegrond. Dit geeft voor de gegronde onderdelen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Ter plaatse van Oudestraat 6 te Amstenrade wordt op de verbeelding de aanduiding ‘bedrijfswoning’ op de correcte plaats ingetekend overeenkomstig bijlage 3 bij de zienswijze en wordt het bouwvlak aangepast overeenkomst het vigerende bouwvlak.
11
Zienswijze 7 Indiener: J.P.H. Budé, Bergstraat 84 Sweikhuizen Datum ontvangst zienswijze: 27 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Deze zienswijze is ingediend met de kennelijke strekking om verduidelijking te krijgen. Gesteld wordt dat de directe bouwtitels ter plaatse van Bergstraat 84 gehandhaafd blijven. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum van ontvangst d.d. 27 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27
december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
Op basis van het vigerende bestemmingsplan ‘Sweikhuizen’ is ter plaatse sprake van een
vigerende bouwtitel, in de vorm van een afzonderlijk bouwvlak. Gezien de historisch gegroeide situatie en de nog resterende fysieke ruimte is verondersteld dat er nog onvoldoen-
de ruimte aanwezig is voor een nieuwe woning. Derhalve is in het ontwerpbestemmingsplan het bouwvlak afgestemd op de fysieke situatie ten behoeve van uitbreiding van de bestaande woning. Aangezien hier sprake is van een concrete vigerende bouwtitel op basis van het vigerende bestemmingsplan, mede gelet op de motie van de raad d.d. 8 november 2012
met betrekking tot de vigerende bouwtitels, alsmede dat er ter plaatse een ruimte aanwezig
is van ongeveer 9 a 10 meter tot de zijdelingse perceelsgrens, dient deze vigerende bouwtitel alsnog gerespecteerd te worden en als zodanig positief bestemd te worden. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is. Aangezien
de zienswijze gegrond is, zal het ontwerpbestemmingsplan op het betreffende onderdeel
worden gewijzigd. De aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ zal gewijzigd worden van 1 naar 2 woningen, zodat naast de bestaande woning nog een nieuwe woning is toegestaan binnen het aangeduide bouwvlak.
12
13
Zienswijze 8 Indiener: M. Ter Avest namens Waterschap Roer en Overmaas, Sittard Datum ontvangst zienswijze: 21 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Verschillende waterbelangen zijn in het ontwerpbestemmingsplan niet of niet correct opgenomen. Het gaat onder andere om de ligging en bescherming van diverse primaire wateren.
Op 21 december 2012 hebben wij u de digitale geodata van alle primaire wateren, regenwaterbuffers en bijbehorende zoneringen binnen uw gemeente toegezonden.
Wij verzoeken u al deze waterschapsbelangen in het bestemmingsplan op te nemen en pla-
nologisch goed te beschermen middels een passende bestemming en regels. Dergelijke voorbeeldregels kunnen worden overgenomen uit de notitie “Water in ruimtelijke plannen” welke te vinden is op de website van het Waterschap Roer en Overmaas. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
De gemeente deelt de mening dat de waterschapsbelangen op correcte wijze dienen te worden opgenomen in het bestemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan zijn de waterschapsbelangen gebaseerd op de vigerende bestemmingsplannen van de diverse kernen (komplannen). Deze informatie blijkt verouderd te zijn en dient aangepast te worden op basis van de toegezonden digitale geodata. Deze digitale geodata met betrekking tot alle pri-
maire wateren, regenwaterbuffers en bijbehorende zoneringen dient verwerkt te worden op
de verbeelding. Daar waar nodig worden de regels van de betreffende regels hierop nader afgestemd.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is. Aangezien
de zienswijze gegrond is, zal het ontwerpbestemmingsplan op het betreffende onderdeel worden gewijzigd. De verbeelding zal op basis van de toegezonden digitale geodata worden aangepast. Tevens zullen waar nodig de regels hierop nader afgestemd worden.
14
Zienswijze 9 Indiener: B. Vergoossen namens LLTB, Postbus 960 Roermond Datum ontvangst zienswijze: 20 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Deze zienswijze strekt ertoe om ruimere regels op te nemen voor de bestemmingen inzake agrarische bedrijven en agrarische gronden. Er wordt beargumenteerd een groot aantal specifieke suggesties gedaan om maatvoeringen te wijzigen. 1. Ten aanzien van bebouwing op het bouwvlak:
- oprichten bedrijfsgebouwen en bouwwerken binnen het bouwvlak: maximale inhoudsmaat van 1.000 m³ laten vervallen en vervangen door maximale bouwhoogte van 6 meter (incl. overkapping);
- de maximumhoogte voor sleufsilo’s aanpassen van 2 naar 4 meter;
- de minimale kap-hellingshoek voor bedrijfsgebouwen wijzigen van 30 naar 15 graden;
- een afwijkingsmogelijkheid opnemen om bij de nokhoogte voor bedrijfsgebouwen maximaal 12 meter toe te staan;
- voor bedrijven die ondersteunende kassen willen realiseren dient geen maximumhoogte te gelden, de voorliggende hoogte van 3.5 meter is onvoldoende. 2. Ten aanzien van begrenzing van het bouwvlak:
- vigerende bouwvlakken zijn in het ontwerpplan verkleind als deze nog onbenutte delen bevatten. Wij verzoeken om toch minimaal 10 á 15% vrije ruimte te behouden voor kleinschalige ontwikkelingen om voor die gevallen relatief zware procedures te voorkomen.
- in enkele situaties zijn zelfs delen van het bouwvlak waarop een bouwvergunning is afgegeven zonder overleg met betrokkenen geschrapt. 3. Ten aanzien van paardenhouderij:
- niet geheel duidelijk is hoe de bestemming van paardenhouderijbedrijven in het plan is
geregeld. Met name gaat het hierbij om pensionstalling, een vorm van paardenhouderij
waar paarden van derden worden gehouden. Deze vorm hoort thuis binnen de bestemming Agrarisch – Agrarisch Bedrijf. Voor maneges kan de bestemming verblijfsrecreatie worden gebruikt, gelet op de verkeersaantrekkende werking en publieksfunctie. 4. Ten aanzien van verbrede landbouw:
- verzocht wordt om kamperen bij de boer in het plan te regelen middels een afwijkingsbe-
voegdheid, omdat zodoende voorwaarden kunnen worden verbonden en telkens afgewogen kan worden of omliggende functies niet in hun ontwikkeling worden gehinderd.
- verzocht wordt aan artikel 4.6.2. binnen de bestemming Agrarisch – Agrarisch Bedrijf de activiteiten op het gebied van zorg en kinderopvang toe te voegen. 5. Ten aanzien van archeologische waarden:
- Concreet vragen wij u te schrappen dat een omgevingsvergunning nodig is voor het verwijderen of aanbrengen van diepwortelende beplanting (bijvoorbeeld bij fruitplantages en erfbeplanting).
- Wij vragen u in het buitengebied tot 50 cm geen vergunning of archeologisch onderzoek te eisen bij grondbewerkingen, aangezien in gebruik zijnde bouwland reeds is verstoord.
- Daarnaast vragen wij u om normaal agrarisch gebruik uit te zonderen van vergunning- en onderzoeksplicht.
15
6. Ten aanzien van teeltondersteunende voorzieningen (TOV) en hagelnetten:
- Het gebruik van TOV is in het ontwerp niet toegestaan op hellingen groter dan 4%. Wij
vragen tussen 4 en 8% een afwijkingsmogelijkheid op te nemen, waarbij alleen na advies van de regionale kwaliteitscommissie positief kan worden besloten. 7. Ten aanzien van het bouwvlak:
- Vergroting van het bouwvlak is in het ontwerp niet mogelijk voor intensieve veehouderijen. Wij vragen u deze beperking te schrappen. Binnen de gemeente is er één bedrijf met een intensieve veehouderijtak, die naar onze mening de uitbreidingsmogelijkheid moet krijgen. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag: Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Op 18 februari 2013 heeft naar aanleiding van de zienswijze overleg plaatsgevonden met de vertegenwoordigers van de LLTB. De zienswijze en het overleg hebben geleid tot de volgende standpunten.
1. De maximale inhoudsmaat voor een bedrijf kan gesteld worden op 2500 m3 met een vrijstellingsbevoegdheid indien dit volume niet voldoet. De maximale goothoogte
voor een mestsilo wordt gesteld op 5 m1. Aan de maximumhoogte van 2 m1 voor een sleufsilo wordt een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid voor eventuele afwijkingen. De gemeente stemt in met het voorgestelde regime ten aanzien van hel-
lingshoek en nokhoogte. De regeling voor ondersteunende kassen wordt uit het bestemmingsplan gehaald, nu dergelijke activiteiten binnen de gemeente niet voorkomen.
2. De achtergrond van en de aanpak met betrekking tot de bouwvlakken is door de
gemeente uitvoering toegelicht. Thans wordt de feitelijke omvang begrensd en met een wijzigingsbevoegdheid kan de bouwkavel op de bedrijfskavel worden verruimd
in samenhang met de noodzakelijke inpassingsmaatregelen. Naar aanleiding van de
zienswijzen zijn de individuele agrariërs bezocht en naar aanleiding van die inbreng is zoveel mogelijk maatwerk verricht. Het overleg stelt vast dat de verkorte procedure en toegepaste werkwijze achteraf bezien voldoende soelaas heeft geboden.
3. De paardenhouderij heeft een agrarische bestemming en de maneges een recreatieve bestemming.
4. De verbrede landbouw is een nationaal ontwikkelrecht. De gemeente is van oordeel
dat daarin geen nadere beoordeling noodzakelijk dan hetgeen aan inpassing van de bedrijfskavel wordt gevorderd.
5. Gezien de uitvoeringspraktijk wordt generiek een diepte aangehouden van 50 cm.
Indien voor het rooien van boomgaarden een grotere verstoring noodzakelijk is zal daarvoor een vrijstelling overwogen worden.
6. De huidige regeling wordt gehandhaafd.
7. Binnen de gemeente is sprake van een gemengd bedrijf, waarbij sprake is van inten-
sieve veehouderij in de vorm van mestvarkens. Dit bedrijf krijgt een toegesneden regeling.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gedeeltelijk gegrond is. Op de betreffende onderdelen zullen de suggesties van de LLTB worden overgenomen.
16
Zienswijze 10 Indiener: M.A.J. Heijnen, Kalmthoutsesteenweg 60, Kapellen Datum ontvangst zienswijze: 28 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Bij deze doe ik u een bouwplan toekomen voor het perceel gelegen aan de Kemkensweg te
Amstenrade sectie A nr 2171 met het verzoek in het nieuw ontwerp bestemmingsplan ‘ker-
nen’ een bestemmingswijziging voor dit perceel op te nemen zodat realisering van dit bouwplan mogelijk is. Het voorgestelde plan sluit aan bij de bestemming ‘wonen’ die aldaar
geldt voor de omringende percelen en past beter dan de huidige bedrijfsbestemming die het perceel heeft.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 28 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27
december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
Het bouwplan voorziet in een woning in het poortgebouw en een bovenwoning boven het
kantoor. In het ontwerp bestemmingsplan is de vigerende bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden’
gewijzigd in de bestemming ‘Wonen’ met de aanduiding bijgebouwen. Op basis van deze bestemming kan het beoogde bouwplan niet gerealiseerd worden. Derhalve wordt de be-
stemming omgezet in de bestemming ‘Kantoor’ waarbij de bedrijfswoning is toegestaan.
Ten aanzien van het poortgebouw wordt maximaal 1 woning toegestaan. Met deze invulling wordt een jarenlange feitelijk ongewenste situatie op verantwoorde wijze herontwikkeld. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan: Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze op onderdelen gegrond is. Ter plaatste van het poortgebouw blijft de bestemming ‘Wonen’ gehandhaafd, met dien
verstande dat maximaal 1 woning is toegestaan. De bestemming ‘Wonen’ met betrekking tot de naar achteren gelegen bebouwing wordt gewijzigd in de bestemming ‘Kantoor’ en
voorzien van een bouwvlak met de mogelijkheid van een bovenwoning. Het overige deel van het perceel krijgt de aanduiding bijgebouwen. In de regels wordt voor deze bestemmingen de standaard bijgebouwenregeling opgenomen.
17
18
Zienswijze 11 Indiener: H.J. Essers en M.A.L. Essers-Aretz, Moutheuvellaan 4 G, Schinnen Datum ontvangst zienswijze: 27 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Over het totale gebied van de oude basisschool is een bebouwingsvlak ingetekend met een
zeer geringe afstand tot de perceelgrens van het appartementencomplex Moutheuvel Resi-
dence. Om deze reden die kan leiden tot een evidente waardevermindering van ons eigen-
dom vinden wij het noodzakelijk om tegen het thans ter visie gelegde ontwerp Bestemmingsplan kernen een zienswijze in te dienen met het concrete verzoek om het perceel van
de voormalige basisschool, kadastraal bekend gemeente Schinnen, sectie C, nummer 4243, buiten dit ontwerp-bestemmingsplan te laten en daarvoor – zodra de meest wenselijke ontwikkeling van dit braakliggende terrein bekend is en de daarvoor vereiste procedure door-
lopen heeft – een detailbestemmingsplan te ontwikkelen, dan wel de bestemming te wijzigen in de bestemming die het perceel thans heeft, namelijk openbaar groen. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 27 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27
december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
In het ontwerpbestemmingsplan is de vigerende bestemming ‘Maatschappelijke doeleinden’ met bijbehorend vigerend bouwvlak, overeenkomstig de inmiddels gesloopte school. Opge-
nomen. Dit gedaan omdat op dit moment nog steeds onduidelijk is hoe deze locatie ruimtelijk ingevuld gaat worden. Het niet meenemen van deze locatie in onderhavig bestem-
mingsplan is geen optie in verband met het niet kunnen heffen van leges bij een ontwikke-
ling aangezien het vigerende bestemmingsplan ‘Kom Schinnen’ inmiddels meer dan 10 jaar oud is. Het toekennen van de bestemming ‘Groen’ aan deze locatie is ook geen optie in verband met eventuele planschade. De bestemming ‘Groen’ wordt dan het nieuwe planologi-
sche regime waaraan vervolgens getoetst moet worden bij planschadeverzoeken als zich voor deze locatie een nieuwe ontwikkeling voordoet. Derhalve is juist de vigerende bestemming en bijbehorende regeling uit het vigerende bestemmingsplan overgenomen. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
19
Zienswijze 12 Indiener: F.J. Joosten, correspondentieadres: Vonkstraat 26, Amstenrade Datum ontvangst zienswijze: 27 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Naar de mening van de stichting Beschermd Dorpsgezicht Amstenrade is de begrenzing van het beschermd gebied niet duidelijk aangegeven. De grenzen dienen gevisualiseerd te worden binnen het kernplan Amstenrade. De grenzen dienen ‘’goed zichtbaar’’ gemarkeerd te
worden, omdat binnen het Beschermd Dorpsgebied Amstenrade specifieke regels gelden ten aanzien van sloop bestaande bebouwing, eventuele opstallen en aanlegvergunningen. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 27 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27
december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
Voor het beschermd dorpsgezicht Amstenrade is ter bescherming van de cultuurhistorische waarden de dubbelbestemming ‘Waarde – beschermd dorpsgezicht’ opgenomen, waarvoor
boven de onderliggende enkelbestemmingen de in de zienswijze genoemde specifieke regels gelden (voorrangsregeling). Deze dubbelbestemming is op de verbeelding aangegeven overeenkomstig de SVBP2008 (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen). Dit is de al-
gehele standaard welke wettelijk gezien gehanteerd moet worden voor het opstellen van
bestemmingsplannen. Vanwege de digitaliseringsverplichting is het digitale bestemmingsplan, zoals te raadplegen via ruimtelijke plannen, na vaststelling door de raad en inwerkingtreding maatgevend. Hierop heeft het bestemmingsplan geen enkele relatie meer met de
kadastrale/GBKN ondergrond, zoals weergegeven in het analoge bestemmingsplan. Het vlak c.q. de grens van de dubbelbestemming ‘Waarde – beschermd dorpsgezicht’ kan hierop al-
leen zichtbaar worden gemaakt door een selectie te doen binnen het beschermd dorpsgezicht en vervolgen met de cursor te klikken op het verrekijkertje bij de dubbelbestemming.
Dan licht het bijbehorende vlak van de dubbelbestemming op. De grenzen zijn aldus goed gemarkeerd.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
20
Zienswijze 13 Indiener: H.C.M. Gorissen, Dudenrode 37, Doenrade Datum ontvangst zienswijze: 27 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
In het ontwerp voor de nieuwe bestemmingsplannen is mijn kadastrale perceel Doenrade, sectie D, nummer 2320, aangeduid als buitengebied. Ik ga hier niet mee akkoord. In het vigerend bestemmingsplan heeft het onderhavig perceel de bestemming ‘’woondoeleinden’’.
Ik verzoek u derhalve bij de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan, het onderhavig perceel wederom de bestemming ‘’woondoeleinden’’ te geven. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 27 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27
december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
Het betreffende perceel waarna verwezen wordt in de zienswijze maakt inderdaad onderdeel uit van het vigerende bestemmingsplan ‘Dudenrode’. In dit bestemmingsplan heeft dit per-
ceel de bestemming ‘Wonen’ (onbebouwd) zonder de nadere aanduiding van een bouwvlak en bijbouwvlak. Deze bestemming zal dan ook gerespecteerd worden. De ontstane omissie
in het ontwerpbestemmingsplan zal bij vaststelling van het bestemmingsplan ‘Kernen’ en ‘Buitengebied’ hersteld worden. Dit houdt in dat de plangrens tussen beide bestemmings-
plannen aangepast wordt en het betreffende perceel de bestemming ‘Wonen’ krijgt zonder nadere aanduidingen.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is. Aangezien
de zienswijze gegrond is, zal het ontwerpbestemmingsplan op het betreffende onderdeel worden gewijzigd. Het betreffende perceel zal op de verbeelding opgenomen worden in het bestemmingsplan ‘Kernen’ en de bestemming ‘Wonen’ zonder nadere aanduidingen (bouwvlak, bijgebouwen) krijgen. Tevens zal de plangrens van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ hierop worden aangepast zodat het perceel geen onderdeel meer uitmaakt van dit bestemmingsplan.
21
22
Zienswijze 14 Indiener: Nora Tijman, Gasunie, postbus 19, 9700 MA Groningen Datum ontvangst zienswijze: 27 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Ligging gastransportleidingen
Op de verbeelding is de ligging van de gastransportleidingen niet geheel volgens onze ge-
gevens weergegeven. In bijlage 1 is aangegeven waar de verbeelding niet overeenkomt met onze gegevens. Wij verzoeken u de verbeelding aan te passen. Hartlijn Leiding-Gas
In de planregels, artikel 25.1.1., wordt aangegeven dat de gastransportleiding wordt aange-
geven met een aanduiding ‘hartlijn leiding – gas’. Deze aanduiding is echter niet opgenomen op de verbeelding. Wij verzoeken u om de planregels en de verbeelding op dit punt met elkaar in overeenstemming te brengen. Planregels
Voorrangsregeling
In het besluit externe veiligheid buisleidingen is bepaald dat een bestemmingsplan de lig-
ging van de leiding en de daarbij behorende belemmeringenstrook weergeeft. Een adequaat artikel ‘Leiding-Gas’ maakt hier onderdeel van uit. Wij verzoeken u daarom om het artikel
‘Leiding-Gas’ zodanig aan te passen dat de dubbelbestemming ‘Leiding-Gas’ bij het geheel
of gedeeltelijk samenvallen met andere dubbelbestemmingen voorrang krijgt. Wij verzoeken u dan ook om artikel 37.2.2. zodanig aan te passen dat ‘Leiding-Gas’ de hoogste prioriteit krijgt.
Toelichting
Paragraaf 6.7 Kabels en leidingen
U stelt dat er één leiding in het plangebied ligt die planologische bescherming vereist. In het
plangebied liggen de volgende leidingen die planologische bestemming behoeven (tabel 1). Wij verzoeken ut de toelichting hierop aan te passen. Tabel 1 Leiding
Diameter (inch)
Ontwerpdruk (bar)
Z-503-01
12
40
A-520
24
66.2
A-578
36
66.2
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: De zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 27 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27 december, tot 24.00 uur per post worden ingediend.
23
Inhoudelijke toets: Ligging gastransportleidingen
De gemeente deelt de mening dat de gastransportleidingen op correcte wijze dienen te
worden opgenomen in het bestemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan zijn de gastransportleidingen gebaseerd op de vigerende bestemmingsplannen van de diverse komplannen. Deze informatie blijkt verouderd te zijn en dient aangepast te worden op basis van
digitale informatie van deze gasleidingen. Deze digitale informatie zal opgevraagd worden bij
[email protected]. Hartlijn Leiding - gas
In artikel 25.1.1 wordt inderdaad gesproken over de aanduiding ‘hartlijn Leiding – gas’, ter-
wijl deze niet binnen de dubbelbestemming ‘Leiding – gas’ op de verbeelding is aangeduid. Om de regels en verbeelding in overeenstemming met elkaar te brengen zal op de verbeelding de aanduiding ‘hartlijn Leiding – gas’ alsnog worden aangeduid. Planregels (voorrangsregeling)
Het is een bewuste keuze geweest om in het ontwerpbestemmingsplan onderhavige voorrangsregeling op te nemen. De gemeente Schinnen hecht namelijk grote waarde aan haar cultuurhistorisch en archeologische erfgoed. Derhalve hebben de dubbelbestemmingen met betrekking tot archeologie en het beschermd dorpsgezicht in de voorrangsregeling de
hoogste prioriteit gekregen. Direct daarna komt de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’. In de praktijk heeft de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’ mede de hoogste prioriteit aangezien
de bescherming van archeologie en beschermd dorpsgezicht geen beperking opleggen ten
aanzien van de dubbelbestemming ‘Leiding – Gas’. De dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 1 en 2’ laten niet zomaar bodemingrepen toe en de dubbelbestemming ‘Waarde –
beschermd dorpsgezicht’ beschermt de cultuurhistorische waarde van de bebouwing binnen het beschermde dorpsgezicht van Amstenrade. Binnen de begrenzing van het beschermde dorpsgezicht zijn geen gastransportleidingen gelegen. Toelichting (paragraaf 6.7 Kabels en leiding)
In de toelichting wordt inderdaad over maar één gastransportleiding gesproken. Voor de volledige informatie zal de toelichting hierop aangepast worden door de betreffende tabel aan de toelichting toe te voegen.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is voor de on-
derdelen ligging gastransportleidingen, hartlijn Leiding – gas en toelichting. Het onderdeel met betrekking tot de planregels (voorrangsregeling) os ongegrond. Dit geeft voor de gegronde onderdelen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
De ligging van de gastransportleidingen c.q. de dubbelbestemming ‘Leiding – gas’ zal op basis van opgevraagde digitale informatie correct worden weergegeven op de verbeelding.
Tevens wordt aan de dubbelbestemming ‘Leiding – gas’ op de verbeelding de aanduiding ‘hartlijn leiding- gas’ worden toegevoegd. In de toelichting (paragraaf 6.7 wordt de tabel met leidinginformatie toegevoegd.
24
Zienswijze 15 Indiener: Leila en Henri van Lidth de Jeude, Hagendorenweg 1, Amstenrade Datum ontvangst zienswijze: 21 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Voor het behoud van het ‘’kasteeldomein’’ moeten we het gebruik van het kasteel en de bedrijfsgebouwen optimaliseren. We zouden de raad voor het gebied van het landgoed in de onmiddellijke omgeving van het kasteel een meer op de huidige en toekomstige situatie
toegesneden bestemming willen voorleggen. De zone zou volgens het bijgevoegde plan, binnen de oranje omranding, af te bakenen zijn. De bestemming van het aangegeven gebied zou kunnen luiden ‘’Kasteel / landgoed met gemengde bestemmingen’’, waarbinnen wij de volgende gebruiksfuncties voor de potentiële exploitatie denkbaar achten: agrarisch,
detailhandel, dienstverlening, wellness, horeca, kantoor, maatschappelijk, recreatie en dagrecreatie, wonen. Het verzoek is aan de raad om deze bestemming te faciliteren.
Op het bestemmingsplan ontbreken de bestaande gebouwen 1, 2, 3 en 4 zoals aangegeven
op het bijgevoegd plan. Wij verzoeken u deze eveneens in het bestemmingsplan mee te nemen.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
De gemeente deelt de mening dat ten behoeve van het behoud en de exploitatie van kasteel
Amstenrade en bijbehorende bebouwing vanwege hun cultuurhistorische waarden en ligging in het beschermd dorpsgezicht Amstenrade meer gebruiksmogelijkheden geboden
moeten worden door middel van de bestemming ‘Gemengd’, welke toegesneden is op de specifieke situatie. De bestemming ‘Gemengd’ dient daarbij afgestemd te worden op de
huidige fysieke ruimtelijke situatie van kasteel Amstenrade en omgeving. Dit houdt in dat de bestaande gebouwen 1 en 2 hierin worden meegenomen en worden voorzien van een bijbehorend bouwvlak. Echter de hoek Allee/Hagendorenweg maakt onderdeel uit van het kasteelpark en is als zodanig ook bestemd door middel van de bestemming ‘Groen – park’.
Dit gedeelte zal gezien de fysieke ruimtelijke situatie dan ook niet mee genomen worden binnen de bestemming ‘Gemengd’.
Dit geldt tevens voor de situatie aan de overzijde van het kasteel Amstenrade. De betreffen-
de bestemming ‘Agrarisch – agrarisch bedrijf’ wordt eveneens omgezet in de bestemming ‘Gemengd’. De huidige begrenzing (plangrens) is voor deze situatie maatgevend voor de
begrenzing van de bestemming ‘Gemengd’, aangezien de aangrenzende gronden waarop de ontbrekende bestaande gebouwen 3 en 4 gesitueerd zijn buiten het plangebied gelegen zijn
en onderdeel uitmaken van het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) ‘Buitenring’. De gemeente
Schinnen is niet bevoegd om gronden in het PIP te wijzigen of te bestemmen. Het beeldbepalende groen parallel bij Aan de Kerk wordt, gezien het karakter van het groen in relatie
tot het beschermd dorpsgezicht Amstenrade, hierin eveneens niet meegenomen en behoud dus de bestemming groen.
25
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze deels gegrond en deels
ongegrond is. Het ontwerpbestemmingsplan zal voor de gegronde onderdelen worden gewijzigd. Dit houdt in dat de bestemmingen van kasteel Amstenrade en omgeving op de ver-
beelding gewijzigd worden in de bestemming ‘Gemengd’, afgestemd op de fysieke ruimte-
lijke situatie. Hierin worden tevens de ontbrekende bestaande gebouwen 1 en 2 meegenomen. Tevens wordt de bestemming ‘Agrarisch – agrarisch bedrijf’ aan de overzijde van het
kasteel gewijzigd in de bestemming ‘Gemengd’ overeenkomstig de huidige begrenzing van het bestemmings- en bouwvlak. In de regels zal een artikel voor de bestemming ‘Gemengd’ worden opgenomen op basis waarvan de gebruiksmogelijkheden agrarisch, detailhandel, dienstverlening, wellness, horeca, kantoor, maatschappelijk, recreatie (dag/verblijf) en wonen in de bestemmingsomschrijving rechtstreeks worden toegestaan.
26
27
Zienswijze 16 Indiener: G.J.J. Salemink Beekstraat 22, Doenrade namens het bestuur van Stichting Streektrefcentrum Doenrade
Datum ontvangst zienswijze: 21 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Op 12 maart 2012 is aan het bestuur van de stichting Streektrefcentrum Doenrade een vergunning verleend voor het verbouwen/uitbreiden van het pand en het realiseren van een overdekt terras, ten behoeve van Gasterie de Dobbelsteyn. Het betreft vergunningnummer OV20110151. In het ontwerp bestemmingsplan is aan het pand de bestemming Maatschappelijk gegeven. In zijn algemeenheid merken wij op dat binnen de bestemming Maatschappelijk niet wordt voorzien in de ondergeschikte horecafuncties, die inherent zijn aan de ge-
meenschapshuizen. Aangezien er bij het Streektrefcentrum Doenrade sprake is van een
volwaardige horecafunctie zou het voor de hand liggen om voor dit perceel een horecabe-
stemming, danwel een maatschappelijke bestemming met een specifieke aanduiding voor horeca op te nemen. Wij verzoeken u dan ook om bij de vaststelling van het bestemmingplan een passende bestemming op te nemen voor dit perceel. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag: Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
De constatering dat ondergeschikte horeca binnen de bestemming ‘Maatschappelijk’, waar-
van gemeenschapshuizen onderdeel uitmaken, niet is voorzien is correct. De regels zullen hierop aangepast worden, zodat ondergeschikte horeca bij maatschappelijke voorzieningen rechtstreeks mogelijk wordt.
Indien sprake is van een volwaardige horecagelegenheid bij het gemeenschapshuis, zoals in
onderhavig situatie maar ook bij de gemeenschapshuizen in Schinnen, Amstenrade en Puth, dan wordt dit nader aangeduid op de verbeelding in combinatie met een regeling in de regels.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze en gegrond is. Het ont-
werpbestemmingsplan zal voor de betreffende onderdelen worden gewijzigd. Dit houdt in
dat in artikel 16 van de bestemming ‘Maatschappelijk’ zal in de bestemmingsomschrijving (16.1.1) ‘horeca’ worden toegevoegd onder ‘met daaraan ondergeschikt’. Tevens zal aan dit
artikel in de bestemmingsomschrijving (16.1.1) toegevoegd worden dat de gronden be-
stemd zijn voor horeca van categorie 2 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 2’. Deze aanduiding zal opgenomen worden op de verbeelding ter plaatse van de gemeenschapshuizen Doenrade, Schinnen, Oirsbeek, Amstenrade en Puth.
28
29
Zienswijze 17 Indiener: Het bestuur van VVE Moutheuvel, Moutheuvellaan 4 S, Schinnen Datum ontvangst zienswijze: 20 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Over het totale gebied van de oude basisschool is een bebouwingsvlak ingetekend met een
zeer geringe afstand tot de perceelgrens van het appartementencomplex Moutheuvel Residence. Als bestuur van de VVE Moutheuvel Residence vinden wij het zinvol en noodzakelijk
om tegen het thans ter visie gelegde ontwerp Bestemmingsplan kernen een zienswijze in te dienen met het concrete verzoek om het perceel van de voormalige basisschool, kadastraal
bekend gemeente Schinnen, sectie C, nummer 4243, buiten dit ontwerpbestemmingsplan te laten en daarvoor – zodra de meest wenselijke ontwikkeling van dit braakliggende terrein
bekend is en de daarvoor vereiste procedure doorlopen heeft – een detailbestemmingsplan te ontwikkelen.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets: Deze zienswijze is inhoudelijk identiek aan zienswijze 11. Voor de inhoudelijk toets wordt derhalve naar de beantwoording van die zienswijze verwezen.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
30
Zienswijze 18 Indiener: G.J.M. Janssen namens Suyderland Ontwikkelings B.V. Bekweg 1, Doenrade Datum ontvangst zienswijze: 20 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Hiermede willen wij graag reageren op uw conceptbestemmingsplan betreft kern Doenrade en specifiek ten aanzien van Kerkstraat 48. Wij zijn na overleg met wethouder K. Wolff en
uw heer J. Münten bezig tot invulling van Kerkstraat 48 te Doenrade. Het plan wordt in januari 2013 aan uw College voorgelegd. Wij verzoeken u om alsdan dit plan in uw bestemmingsplan te betrekken. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Het betreft hier een nieuwe ontwikkeling waarin het ontwerpbestemmingsplan niet voorziet.
Echter de plannen voor deze ontwikkeling zijn momenteel nog niet in voldoende mate uit-
gewerkt en ruimtelijk onderbouwd. Om deze ontwikkeling alsnog bij vaststelling van het
bestemmingsplan mee te nemen geeft onvoldoende rechtszekerheid voor de omwonenden en belanghebbenden. Zij hebben immers geen gelegenheid gehad om een eventuele zienswijze tegen de beoogde ontwikkeling in te dienen. In het kader van een goede ruimtelijke ordening en het in acht nemen van procedures zodat omwonenden en belanghebbenden voldoende de gelegenheid krijgen om te kunnen reageren op het planvoornemen wordt
voor de beoogde ontwikkeling een afzonderlijke procedure noodzakelijk geacht. Bovendien
kunnen bij de vaststelling van het bestemmingsplan slechts wijzigingen van ondergeschikte aard ten opzichte van het ontwerpplan worden doorgevoerd. De zienswijze behelst een ontwikkeling van meer dan ondergeschikte aard en kan daardoor niet bij de vaststelling worden verwerkt.
Wel is uit controle bij het vigerende bestemmingsplan ‘Kom Doenrade’ gebleken dat ter
plaatse van de Kerkstraat 48 een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen ten behoeve van de
vergroting van het woningaantal tot maximaal 5 woningen. De vigerende wijzigingsbevoegdheid zal, mede in lijn met de door de gemeenteraad op 8 november 2012 aangeno-
men Motie, uit het huidige bestemmingsplan overgenomen worden in het nieuwe bestemmingsplan bij de vaststelling. Zodoende wordt het ontwikkelingspotentieel van de betreffende locatie behouden.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Wel zal
naar aanleiding van deze zienswijze de vigerende wijzigingsbevoegdheid worden overgenomen bij de vaststelling van Bestemmingsplan Kernen.
Dit houdt in dat op de verbeelding ter plaatse van Kerkstraat 48 de in het ontwerp opgeno-
men aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied wordt vervangen door de in het vigerende bestemmingsplan geldende wijzigingsbevoegdheid (artikel 24.9.1) voor de bouw van maximaal 5 woningen.
31
32
Zienswijze 19 Indiener: H. Lanckohr, Hogeweg 25, Voerendaal Datum ontvangst zienswijze: 27 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
In het plangebied van bovengenoemd bestemmingsplan heeft het huidig perceel sectie C –
nummer ged. 3182 de bestemming ‘Wonen’. Er is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend (aanvraagnummer 663983) met als bouwplan een Medisch Centrum met een bo-
venwoning. Omdat het bouwplan begin van dit jaar (2012) al is voorgelegd aan het College van Burgemeesters en Wethouders, vraag ik u wederom medewerking te verlenen om dit
bouwplan op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan, met als bestemming ‘’maatschappelijke voorziening’’.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 27 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27
december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
Ten tijde van het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan was het bouwplan voor het
geplande Medisch Centrum nog niet concreet genoeg om in het ontwerp op te nemen. In
het ontwerpplan is daarom de bestemming overgenomen uit het vigerende bestemmings-
plan “Kom Schinnen”. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan kunnen uitsluitend wijzigingen van ondergeschikte aard alsnog worden verwerkt. Onderhavig verzoek strekt tot
doel van een functietoevoeging op het aangehaalde perceel, hetgeen vanwege de ruimtelijke impact niet van ondergeschikte aard kan worden geacht. Derhalve wordt de door de indie-
ner voorgestane ontwikkeling niet meegenomen in het nieuwe bestemmingsplan, maar dient daartoe een separate postzegelplanprocedure te worden doorlopen. Met een dergelij-
ke procedure kan het specifieke plan integraal en volledig worden beoordeeld, waarbij omwonenden het recht kunnen doen gelden om zienswijzen en rechtsmiddelen in te dienen. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
33
Zienswijze 20 Indiener: H.H. Op den Camp, M.F. Op den Camp-Urlings en E.L.M. Op den Camp, Vielderweg 8a Doenrade, correspondentieadres: Ambiorixweg 85 Maastricht
Datum ontvangst zienswijze: 21 december2012 Zakelijke weergave zienswijze:
- H.H. Op den Camp en M.F. Op den Camp-Urlings zijn eigenaar van het perceel (kadastraal bekend 2291), en E.L.M. Op den Camp is eigenaar van perceel 2292, beide gelegen ter
plaatse van Vielderweg 8a te Doenrade. De bouwtitels op deze percelen zijn in het ontwerpplan niet opgenomen. Verzocht wordt deze alsnog als bouwtitels op te nemen.
- De bestemming van het perceel met nummer 2150, bekend als Vielderweg 2, 4 en 6 en
Kerkstraat 60B te Doenrade heeft in het ontwerpplan een horeca-bestemming. Hierop zijn we tegen in verband met planschade.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Op basis van het vigerende bestemmingsplan ‘Kom Doenrade’ is ter plaatse van de betreffende percelen de bestemming ‘Detailhandel’ (onbebouwd van kracht. Gezien de bestem-
ming en de bijbehorende regelgeving is ter plaatse van deze percelen geen sprake van vigerende bouwtitels. Tevens is op de vigerende plankaart geen bouwvlak met bijbehorend bijbouwvlak opgenomen op basis waarvan een woning kan worden gebouwd
Daarnaast is in het huidige beleid als gevolg van de krimpopgave voor de regio westelijke
mijnstreek en op basis van het gemeentelijke en regionale volkshuisvestingsbeleid bepaald dat voor de bouw van een nieuwe woning een bestaande woning gesloopt dient te worden. Vigerende bouwtitels, waarvan in onderhavige situatie geen sprake is, worden wel nog voor de komende planperiode gerespecteerd. Na deze periode komen deze bouwtitels, als deze
niet gerealiseerd zijn, te vervallen gezien de voorliggende krimpopgave. Het toevoegen van een nieuwe woning is op basis van het vastgestelde beleid dan ook niet mogelijk.
Wel is de bestemming ‘Detailhandel’ (onbebouwd) in het ontwerpbestemmingsplan aange-
past naar de bestemming ‘Wonen’ (onbebouwd) zonder bouwvlak en bijbehorend bijbouwvlak omdat dit meer recht doet aan de huidige bestaande situatie. ter plaats is immers geen sprake meer van detailhandel.
Onlangs is vergunning verleend om ter plaatse van de Vielderweg 2, 4 en 6 en Kerkstraat 60b horeca toe te staan in de vorm van Bed & Breakfast. Op basis van deze verleende ver-
gunning heeft dit deel de bestemming ‘Horeca’ gekregen met de nadere aanduiding ‘horeca van categorie 4’. Dit houdt in dat op basis van de begripsbepaling een inrichting is toege-
staan gericht op het verstrekken van nachtverblijf met de daarbij behorende voorziening. Ter plaatse is dus alleen horeca toegestaan uitsluitend gericht op nachtverblijf. Onder de daarbij behorende voorziening kan gedacht worden aan een eetgedeelte waar maaltijden genuttigd kunnen worden. Andere vormen van horeca zijn uitgesloten.
34
Indien men denkt in aanmerking te kunnen komen voor eventuele planschade dan kan daartoe, tot 5 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan (na de beroepstermijn), een separate planschadeprocedure worden opgestart. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
35
Zienswijze 21 Indiener: S. Diederen, Voerendaal, namens deze Rechtstaete, postbus 75638 Amsterdam Datum ontvangst zienswijze: 19 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Bij overeenkomst d.d. 31 oktober 2001 tussen gemeente en indiener is bepaald dat ter
plaatse van een aantal te slopen hallen een woonbestemming zal worden mogelijk gemaakt. Uit de brief van de gemeente d.d. 2 juli 2012 blijkt het voornemen van de gemeente om ten
aanzien van woningbouw de gesloten overeenkomst niet meer uitvoerbaar te maken. Dit is onaanvaardbaar. Indien uitvoering van dat onderdeel, middels het bestemmingsplan, niet meer mogelijk is, dan schiet de gemeente toerekenbaar tekort in het kader van de overeenkomst, en is de gemeente aansprakelijk voor de als gevolg daarvan te lijden schade. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets: De inhoud van de door de indiener aangehaalde brief d.d. 2 juli 2012 is inmiddels achterhaald door de op 8 november 2012 aangenomen motie in de gemeenteraad betreffende de bouwtitels in het nieuwe bestemmingsplan. Afgezien daarvan betreft de onderhavige locatie een bijzondere situatie waarbij specifieke privaatrechtelijke afspraken zijn vastgelegd. In het ontwerpbestemmingsplan zijn de gemaakte afspraken conform de gesloten overeenkomst reeds opgenomen middels een wijzigingsbevoegdheid. Deze wijzigingsbevoegdheid wordt bij de vaststelling omgezet in de vigerende directe bouwtitels.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is, in die zin dat het ontwerpbestemmingsplan reeds met de zienswijze in overeenstemming is.
Deze constatering geeft aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen door de bouwtitels op de verbeelding positief te bestemmen overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan.
36
Zienswijze 22 Indiener: J.F.M. Geraets, ’s-Gravendijkwal 80 Rotterdam Datum ontvangst zienswijze: 13 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Vanwege het voornemen van het college in mei 2012 hebben wij onze bouwtitel verkocht. De verkoop stond onder tijdsdruk nu de bouwtitels zouden komen te vervallen, waardoor wij het bouwperceel geforceerd hebben moeten verkopen terwijl dit achteraf niet nodig bleek te zijn. Hieruit is voor mij financieel nadeel ontstaan. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Op 3 mei 2012 zijn de eigenaren van een bouwtitel aangeschreven en heeft een publicatie
plaatsgevonden over het voorgenomen beleid met betrekking tot de nog niet gerealiseerde
bouwtitels op basis van de vigerende bestemmingsplannen van de afzonderlijke kernen in relatie tot het toen in voorbereiding zijnde bestemmingsplan ‘Kernen’.
In de brief van 3 mei 2012 wordt expliciet gesteld dat het uitgangspunt voor het nieuwe be-
stemmingsplan ‘Kernen’ is dat alle vigerende nog niet ingevulde woonbestemmingen (bouwtitels) bij deze herzien in beginsel worden overgenomen voor de komende planperio-
de. Echter zullen deze bouwtitels niet rechtstreeks worden overgenomen in de vorm van een
directe woonbestemming, maar door het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid. Dat wil zeggen dat na de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan de invulling van de daarin opgenomen bouwtitels afhankelijk wordt gesteld van de toepassing van de wijzi-
gingsbevoegdheid voor die betreffende bestemming onder de daarin opgenomen voorwaarden.
Verder wordt in deze brief ter nader informatie aangegeven dat op basis van het huidige re-
gionale en gemeentelijke beleid alle mogelijke bouwtitels die aan het einde van de planperi-
ode van het nieuwe bestemmingsplan ‘Kernen’ (dit zal omstreeks 2023 zijn) nog geldend zijn, bij de daaropvolgende herziening in elk geval volledig zullen worden wegbestemd.
Echter de tussenliggende periode van het nieuwe bestemmingsplan ‘Kernen’ (periode 20132023) wordt derhalve bij wijze van overgangsperiode de mogelijkheid geboden om nog ge-
bruik te kunnen maken van de bouwtitel. Tot de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan ‘Kernen’ kan dit rechtstreeks. Na inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan ‘Kernen’ door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid.
Tevens is in de brief aangegeven dat in de eerste helft van 2013 de definitieve keuze wordt
gemaakt omtrent het voornemen om de bestaande bouwtitels in de vorm van een wijzigingsbevoegdheid over te nemen. Vooruitlopend hierop is d.d. 8 november 2012 een motie
van de raad aangenomen om de vigerende bouwtitels niet door middel van een wijzigingsbevoegdheid op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan ‘Kernen’ maar om deze voor de komende planperiode wederom positief te bestemmen.
37
Naar het oordeel van het College stond in de betreffende brief helder beschreven dat de
bouwtitels in het nieuwe bestemmingsplan ‘Kernen’ voor de komende planperiode (10 jaar)
opnieuw mogelijk gemaakt zouden worden. In eerste instantie door middel van een wijzigingsbevoegdheid en op basis van het latere raadsbesluit rechtstreeks. Gezien de planperiode van 10 jaar wordt dit gezien als een reële periode waarna de bouwtitels, afhankelijk van
het dan geldende regionale en gemeentelijke beleid., pas eventueel weg bestemd zuilen
worden. Van enige tijdsdruk is naar de mening van de gemeente dan ook geen sprake en uit de brief van 3 mei 2012 bleek duidelijk wat het gemeentelijke standpunt inzake de bouwti-
tels betrof en dat in de eerste helft van 2013 hieromtrent een definitieve keuze zou worden gemaakt, waaruit blijkt dat het nooit de intentie is geweest om de bouwtitels in het nieuwe bestemmingsplan weg te bestemmen.
De gemeente is dan ook van mening dat eigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor de door hun gemaakte keuze om al dan niet tot verkoop over te gaan. De gemeente ziet derhalve om tegemoet te komen aan het door de indiener gestelde financiële nadeel. Ter informatie is de brief van 3 mei 2012 bijgevoegd. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan: Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen.
Tevens geeft de zienswijze geen aanleiding om tegemoet te komen in het gestelde financiële nadeel als gevolg van het verkopen van de bouwtitel door de indiener.
38
39
40
41
Zienswijze 23 Indiener: E. Cijvat, Dorpstraat 17 Oirsbeek Datum ontvangst zienswijze: 10 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
In het nieuwe bestemmingsplan zijn wijzigingen ingevoerd wat betreft het pand aan de Dorpstraat 17 in Oirsbeek. Wij willen ons oude bestemmingsplan houden, dus voor wonen en detailhandel.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag: Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
In het vigerende bestemmingsplan ‘Oirsbeek’ heeft het pand aan de Dorpstraat 17 te Oirs-
beek de bestemming ‘Wonen’ in combinatie met ‘Detailhandel’. Op basis van deze bestem-
ming is naast wonen ook detailhandel toegestaan. Echter uit de uitgevoerde GISinventarisatie is gebleken dat voor langere tijd ter plaats geen sprake meer is van enige
vorm van detailhandel. Gezien de ligging in een woonomgeving is detailhandel ter plaatse
ook niet meer gewenst. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van detailhandel is om voor de kernen Schinnen, Oirsbeek en Amstenrade de vestiging van detailhandel te concentreren in
de daarvoor bestemde centrumgebieden. Derhalve is in het ontwerpbestemmingsplan alleen de bestemming ‘Wonen’ toegekend aan onderhavige locatie. Om toch recht te doen aan de
bestaande mogelijkheden op basis van de vigerende bestemming met bijbehorende regeling zal de locatie alsnog bestemd worden tot detailhandel zodat ter plaatse zowel wonen als detailhandel is toegestaan.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is. Het ont-
werpbestemmingsplan zal voor het betreffende onderdeel worden gewijzigd. Op de verbeelding zal de bestemming ‘Wonen’ gewijzigd worden in de bestemming ‘Detailhandel’.
42
43
Zienswijze 24 Indiener: P. Hermens, Stationsstraat 58A Schinnen Datum ontvangst zienswijze: 5 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Graag zou ik onder de aandacht van u brengen dat wij de bestemming van het pand aan de
Stationsstraat 58A willen veranderen, nu de kans daarvoor is. Het gaat om de wijziging van garage naar winkel. Hiervoor heb ik ook al een vergunning bij u aangevraagd. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag: Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Op basis van het vigerende bestemmingsplan ‘Kom Schinnen’ is ter plaatse de bestemming ‘Wonen’ van kracht. Deze bestemming is in het ontwerp bestemmingsplan overgenomen. Detailhandel is op basis van deze bestemming niet rechtstreeks toegestaan. Gezien het gemeentelijk beleid en de ligging van de locatie buiten het centrumgebied van Schinnen ook
niet wenselijk. Initiatiefnemer zal van de afhandeling van zijn vergunningaanvraag nog onverwijld in kennis worden gesteld. Die afhandeling valt buiten het bestek van dit plan.
Wel voorziet de nieuwe bestemming ‘Wonen’ in het ontwerp bestemmingsplan in een afwijkingsmogelijkheid qua gebruik (artikel 24.6.2). Door middel van een binnenplanse afwijking
kan detailhandel als ondergeschikte activiteit worden toegestaan mits men aan de gestelde voorwaarden voldoet. Initiatiefnemer zal nog een antwoord krijgen in het kader van diens vergunningaanvraag.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. De indie-
ner van de zienswijze heeft de mogelijkheid om een binnenplanse afwijkingsprocedure te doorlopen na inwerkingtreding van het bestemmingsplan ‘Kernen’. Daarmee is niet gezegd dat door het bevoegde gezag alsdan medewerking wordt verleend. Zoals reeds is gezegd wordt het voeren van een winkel in een garage immers niet wenselijk geacht.
44
Zienswijze 25 Indiener: H.J.J. Sobczak, Achter de Kerk 7 Schinnen Datum ontvangst zienswijze: 14 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Sinds geruime tijd is frequent overleg geweest met de gemeente, welstandscommissie en de
provincie met als doel de monumentale schuur te renoveren en te verbouwen tot kantoorruimte. Uiteindelijk hebben betrokken partijen zich kunnen vinden in de voorstellen van de architect. In overleg met de gemeente is besloten (i.v.m. kosten en tijdspad) niet zelf een
bestemmingsplanwijziging aan te vragen, maar te wachten op de bestemmingsplanwijziging van de gemeente. Deze zoude beoogde verbouwing in haar plan verwerken. Helaas is dit
over het hoofd gezien. Ik verzoek u alsnog de renovatie-verbouwing van de schuur tot kantoor mee te nemen.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Het betreft hier een als zodanig aangewezen gemeentelijk monument. Gezien de cultuurhistorische waarde van het gebouw en de beschermende status van gemeentelijk monument op basis van de gemeentelijke monumenten verordening bestaan er geen zwaarwegende
bezwaren tegen het verruimen van de gebruiksmogelijkheden in de vorm van een kantoor in de monumentale schuur ten behoeve het behoud en de exploitatie van het gebouw. Om het kantoor in de monumentale schuur mogelijk te maken zal op de verbeelding ter plaatse van de schuur de aanduiding ‘kantoor’ worden opgenomen.
Uit controle van het overzicht van de gemeentelijke monumenten in de toelichting (paragraaf 4.3) is gebleken dat het pand van Aan de Kerk 7 niet is opgenomen in het overzicht. Deze omissie zal bij vaststelling van het bestemmingsplan hersteld worden. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ontvankelijk en gegrond is. Op de verbeelding zal ter plaatse van de monumentale schuur de aanduiding ‘kantoor’
opgenomen worden. Tevens zal het overzicht van gemeentelijke monumenten in de toelichting (paragraaf 4.3) aangevuld worden met het pand Aan de Kerk 7.
45
46
Zienswijze 26 Indiener: J.J.T. Paulissen, Stationsstraat 15A Schinnen Datum ontvangst zienswijze: 14 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Er is reeds een principeverzoek goedgekeurd betreffende de wijziging van de bestemming
van de onderverdieping van het pand gelegen aan de Stationsstraat 30 te Schinnen. Momenteel is voor deze onderverdieping een vrijstelling gegeven om aldaar een kantoorfunctie
uit te oefenen. Mijn verzoek is om deze kantoorfunctie te wijzigen naar de functie van gezondheidszorg, meer bepaald fysiotherapie. Simultaan met dit verzoek zal er ook een omgevingsvergunning aangevraagd worden.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Ter plaatse van de Stationstraat 15a is in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming ‘Dienstverlening’ toegekend. Op basis van de bijhorende regeling (artikel 11) is (zakelijke)
dienstverlening in combinatie met wonen toegestaan. In artikel 1 is het begrip dienstverlening nader gedefinieerd. Dienstverlening: bedrijf of instelling voor het bedrijfsmatig verrichten van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder in ieder geval zijn begrepen een kapperszaak, schoon-
heidsinstituut, fotostudio, uitzendbureau, stomerij, wasserette, apotheek, reisbureau en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering
van een garagebedrijf, een horecabedrijf, een centrum voor fysiotherapie, een fitnesscentrum, een seksinrichting en een coffeeshop.
Bezien vanuit het dorpse woonmilieu wordt de aanwezigheid van een fysiotherapiepraktijk binnen de plaatselijke woonomgeving niet overlastveroorzakend geacht. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is. In de regels
zal het begrip dienstverlening (artikel 1.71) aangepast worden, waarbij de uitzondering van ‘een centrum voor fysiotherapie’ wordt geschrapt en daarmee rechtstreeks is toegestaan.
47
Zienswijze 27 Indiener: W.L. Hanssen, Overstraat 18 Munstergeleen Datum ontvangst zienswijze: 13 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Deze zienswijze betreft kerkweg 40 te Puth. Dit pand heeft steeds een zakelijke bestemming gehad (kapperszaak en detailhandel). In het ontwerpplan is deze zakelijke bestem-
ming gewijzigd naar een woonbestemming. Ik verzoek u dit te herzien en er weer een zakelijke (detailhandel) bestemming aan te geven. Betreft kadastraal perceel SNN A 4112 en 4116. Voor het pand is parkeermogelijkheid voor 8 voertuigen. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Op basis van het vigerende bestemmingsplan ‘Kom Puth’ is ter plaatse de bestemming ‘Wo-
nen’ van kracht. Deze bestemming is in het ontwerp bestemmingsplan overgenomen. Detailhandel is op basis van deze bestemming niet rechtstreeks toegestaan. Tevens is uit de GIS inventarisatie niet gebleken dat ter plaatse van Kerkweg 40 sprake zou zijn van detail-
handel. Om die reden is in het ontwerpbestemmingsplan opnieuw de bestemming ‘Wonen’ toegekend.
Wel voorziet de nieuwe bestemming ‘Wonen’ in het ontwerp bestemmingsplan in een afwijkingsmogelijkheid qua gebruik (artikel 24.6.2). Door middel van een binnenplanse afwijking
kan detailhandel als ondergeschikte activiteit worden toegestaan mits men aan de gestelde voorwaarden voldoet. Daartoe dient op initiatief van de indiener na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan een afwijkingsprocedure te worden doorlopen. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Deze zienswijze leidt derhalve niet tot aanpassingen van het bestemmingsplan.
48
Zienswijze 28 Indiener: J.M.L.G. Ritzen, Heiberg 29 Amstenrade Datum ontvangst zienswijze: 3 december2012 Zakelijke weergave zienswijze:
De ontwerpbestemmingsplannen houden diverse beperkingen in ten opzichte van het recent vastgestelde bestemmingsplan “LKM-project heiberg Amstenrade” op perceel C 148 aan de heiberg te Amstenrade:
- aanlegmogelijkheid toegangsweg te bouwen woning; - aanleg nutsvoorzieningen;
- breedte te bouwen woning; - erfafscheidingen.
Verzocht wordt om bovengenoemd postzegelplan 1 op 1 over te nemen in het nieuwe bestemmingsplan “kernen” en/of “buitengebied”. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets: Het regime van het recentelijk vastgestelde Bestemmingsplan “Heiberg LKM” zal in overeen-
stemming worden gebracht met het regime in het nieuwe bestemmingsplan Kernen bij de vaststelling daarvan. Dit is een gevolg van het uniform codificeren van alle bestaande be-
stemmingsplannen in één nieuw bestemmingsplan Kernen. Ten aanzien van bepaalde onderdelen kunnen daarbij vanwege de gekozen systematiek marginale verschillen ontstaan tussen beide plannen. Echter is geconstateerd dat het slechts aspecten betreft van ondergeschikte aan. Op een aantal onderdelen krijgt het perceel van de indiener daardoor zelfs een
meer flexibel regime ten opzichte van het eerder vastgestelde postzegelplan. Het regime in het nieuwe bestemmingsplan wordt in elk geval zodanig dat de indiener zijn in het postze-
gelplan verworven rechten (in het kader van woongenot) onverkort kan doen gelden, althans daardoor effectief geen planologisch nadeel zal ondervinden. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
De zienswijze is gegrond, in die zin dat daar waar mogelijk het oude planregime ‘Heiberg
LKM” qua bouw- en gebruiksregels in overeenstemming wordt gebracht met het nieuwe
planregime van Bestemmingsplan Kernen. Uit oogpunt van uniforme systematiek kunnen mogelijke kleine onderdelen van, naar het oordeel van het bevoegde gezag, ondergeschikt belang niet identiek in het nieuwe plan worden overgenomen. Qua strekking wordt in elk geval gewaarborgd dat daardoor wezenlijk geen planologisch nadeliger regime zal ontstaan.
49
Zienswijze 29 Indiener: M.L.J. Ritzen, Everstraat 42A Einighausen Datum ontvangst zienswijze: 3 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
De ontwerpbestemmingsplannen houden diverse beperkingen in ten opzichte van het recent vastgestelde bestemmingsplan “LKM-project heiberg Amstenrade” op perceel C 148 aan de heiberg te Amstenrade:
- aanlegmogelijkheid toegangsweg te bouwen woning; - aanleg nutsvoorzieningen;
- breedte te bouwen woning; - erfafscheidingen.
Verzocht wordt om bovengenoemd postzegelplan 1 op 1 over te nemen in het nieuwe bestemmingsplan “kernen” en/of “buitengebied”. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets: Het regime van het recentelijk vastgestelde Bestemmingsplan “Heiberg LKM” zal in overeen-
stemming worden gebracht met het regime in het nieuwe bestemmingsplan Kernen bij de vaststelling daarvan. Dit is een gevolg van het uniform codificeren van alle bestaande be-
stemmingsplannen in één nieuw bestemmingsplan Kernen. Ten aanzien van bepaalde onderdelen kunnen daarbij vanwege de gekozen systematiek marginale verschillen ontstaan tussen beide plannen. Echter is geconstateerd dat het slechts aspecten betreft van ondergeschikte aan. Op een aantal onderdelen krijgt het perceel van de indiener zelfs een meer
flexibel regime ten opzichte van het eerder vastgestelde postzegelplan. Het regime in het nieuwe bestemmingsplan wordt in elk geval zodanig dat de indiener zijn in het postzegel-
plan verworven rechten (in het kader van woongenot) onverkort kan doen gelden, althans daardoor effectief geen planologisch nadeel zal ondervinden. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
De zienswijze is gegrond, in die zin dat daar waar mogelijk het oude planregime ‘Heiberg
LKM” qua bouw- en gebruiksregels in overeenstemming wordt gebracht met het nieuwe
planregime van Bestemmingsplan Kernen. Uit oogpunt van uniforme systematiek kunnen mogelijke kleine onderdelen van, naar het oordeel van het bevoegde gezag, ondergeschikt belang niet identiek in het nieuwe plan worden overgenomen. Qua strekking wordt in elk geval gewaarborgd dat daardoor wezenlijk geen planologisch nadeliger regime zal ontstaan.
50
Zienswijze 30 Indiener: R. Quadakkers, Valderensweg 5 Doenrade Datum ontvangst zienswijze: 17 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Deze zienswijze betreft het verzoek om op Valderensweg 5 te Doenrade in het nieuwe be-
stemmingsplan het voeren van een winkel in het bestaande gebouw en een kleine uitbreiding aan de veldschuur te regelen en mogelijk te maken. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag: Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
De winkel in het bestaande gebouw is geregeld door voor dit perceel de aanduiding ‘detail-
handel’ op te nemen. Op basis van de bijbehorende regeling is ter plaatse van deze aanduiding detailhandel toegestaan in een omvang niet groter dan aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. Daarmee is het voeren van een winkel zoals vergund toegestaan. Buitengebied
De veldschuur is gelegen op het achterste deel van het perceel, dat geen onderdeel uit-
maakt van het bestemmingplan ‘Kernen’ maar van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’.
Dit gedeelte van de zienswijze zal dan ook behandeld worden in het kader van het bestemmingsplan ‘Buitengebied’.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen
51
Zienswijze 31 Indiener: C.J.M. Ramaekers, Kempkemsweg 2 Puth Datum ontvangst zienswijze: 3 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
De huidige vigerende bestemming t.a.v. mijn perceel Kempkensweg 2 te Puth is in het ontwerpbestemmingsplan niet correct overgenomen. Mijn zoon N. Duysens heeft ter plaatse
een hoveniersbedrijf (Nimax Cultuurtechniek BV), en het perceel is in het ontwerp niet als bedrijf ingekleurd. Verzocht wordt om het nieuwe bestemmingsplan dit correct op te nemen. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
In het vigerende bestemmingsplan ‘Kom Puth’ is het betreffende hoveniersbedrijf niet als
bedrijf bestemd maar als agrarisch bouwblok met toegesneden bestemming. Op basis van
deze toegesneden bestemming is expliciet ter plaatse van Kempkensweg 2 te Puth het betreffende hoveniers bedrijf toegestaan, waarbij het vigerende bouwvlak (gekoppeld) zich beperkt tot de woning en de achterliggende schuur. Vanwege de huidige wettelijke standaarden op basis van de Standaard Vergelijkbare Be-
stemmingsplannen (SVBP2008) is er in het ontwerpbestemmingsplan voor gekozen om het hoveniersbedrijf nader aan te duiden binnen de bestemming ‘Wonen’. Ter plaatse van de
aanduiding ‘hoveniersbedrijf’ is het hoveniersbedrijf dan ook toegestaan. Er is niet opnieuw gekozen voor een agrarische bedrijfsbestemming omdat er geen enkele relatie is met agrarische bedrijfsactiviteiten en de agrarische sector. Tevens is gezien de schaal van de be-
drijfsmatige activiteiten en omvang ook niet gekozen voor een expliciete bedrijfsbestemming aangezien er dan ook andere bedrijven zich ter plaatse kunnen vestigen. Dit is niet wenselijk gezien het karakter van een woonomgeving. Gezien de aard en omvang van de hoveniersactiviteiten wordt de bestemming ‘Wonen’ met
de aanduiding ‘hoveniersbedrijf’ als een adequate regeling voor de onderhavige situatie gezien.
Bijkomend voordeel van de bestemming ‘Wonen’ ten opzichte van de vigerende bestemming is dat voor het achterste deel van het perceel de bijbehorende aanduiding ‘bijgebouwen’ is
opgenomen zodat het oprichten van bebouwing in de vorm van bijgebouwen voor zowel de woonfunctie als het hoveniersbedrijf is toegestaan. Dit in tegenstelling tot het vigerende bouwvlak (gekoppeld) wat zich uitsluitend beperkt tot de bestaande bebouwing. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen.
52
Zienswijze 32 Indiener: L. Vervuurt, Onderste Puth 41 Puth Datum ontvangst zienswijze: 18 november 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Het ontwerpbestemmingsplan is niet conform de reeds verleende bouwvergunningen voor 5 wooneenheden van 2007 op mijn perceel Onderste Puth 41. De 5 wooneenheden dienen
over 3 hoofdbouwen te bestaan (zie bijlage). Verzocht wordt dit op de juiste manier, conform vergunning, in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
In het ontwerpbestemmingsplan zijn de 5 wooneenheden toegekend aan de schuur op het
achterste deel van het perceel in combinatie met de aanduiding ‘gestapeld’. Echter dit blijkt niet overeenkomstig de reeds verleende bouwvergunning te zijn. Deze 5 wooneenheden
dienen over drie hoofdgebouwen verdeelt te worden overeenkomstig de verleende bouw-
vergunning. Het bestemmingsplan moet dan ook bij vaststelling in overeenstemming worden gebracht met de verleende situatie. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is en zal het
betreffende onderdeel in het ontwerpbestemmingsplan worden gewijzigd. Op de verbeel-
ding zal het toegestane maximum wooneenheden per bouwvlak in overeenstemming wor-
den gebracht met de verleende bouwvergunning. Dit houdt tevens in dat het bouwvlak aan de straatzijde uitgebreid wordt ten behoeve van de woning Onderste Puth 43a en de aan-
duiding gestapeld ter plaatse van de schuur komt te vervallen. Hierdoor ontstaat de volgende verdeling van het maximum aantal wooneenheden: bouwvlak straatzijde 4 wooneenhe-
den (nr. 41, 41a, 43 en 43a) en bouwvlak schuur 2 wooneenheden (nr. 43b en 43c). Tevens wordt het de grens van de aanduiding ‘bijgebouwen’ bij de schuur iets naar achter opgeschoven ten behoeve van de bij de woning behorende garages.
53
54
Zienswijze 33 Indiener: Familie Heidstra/Heidstra-Backhaus c.q. Transdetach, Kluisstraat 22 Doenrade, namens deze: Clerx van Roy Advocaten
Datum ontvangst zienswijze: 20-11-2012 Zakelijke weergave zienswijze:
- In het ontwerpbestemmingsplan is het perceel Kluisstraat 22 Doenrade bestemd als “wo-
nen” terwijl in het vigerende bestemmingsplan de bestemming “detailhandel” is. Aangezien reeds 30 jaar ter plaatse een uitzendbureau wordt geëxploiteerd dient de “detailhandel” bestemming te worden gehandhaafd.
- Bovendien houden cliënten reeds 30 jaar hobbymatig paarden op voornoemd het perceel;
- Onder de bestemming “wonen” in het ontwerpplan wordt weliswaar ook detailhandel toegestaan, maar het transportbedrijf valt niet onder de omschrijving van detailhandel ex artikel 1.70 van de regels.
- Er is geen exploitatieplan opgesteld. Het is noodzakelijk om een exploitatieplan op te stellen omdat het ontwerpbestemmingsplan nieuwe bouwmogelijkheden creëert.
- Wij zullen naar aanleiding van het bestreden ontwerpbestemmingsplan schade planschade lijden, nu voor ons perceel het plan niet conserverend van aard is.
- Voor ons roept het ontwerpbestemmingsplan rechtsonzekerheid in het leven omdat onze broodwinning dreigt te worden ontnomen. Er heeft bovendien geen deugdelijke belangenafweging aan het plan ten grondslag gelegen.
- Wij verzoeken de bestemming van het perceel te wijzigen in “agrarisch”, gelet op het feit dat wij reeds 30 jaar hobbymatig paarden houden. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
In het vigerende bestemmingsplan ‘Kom Doenrade’ is voor het perceel aan de Kluisstraat 22 de bestemming ‘Detailhandel’ opgenomen omdat ten tijde van het opstellen van dit be-
stemmingsplan ter plaatse sprake was van detailhandel in ruitersportartikelen. Uit de GIS
inventarisatie is gebleken dat ter plaatse geen sprake meer is van detailhandelsactiviteiten. Het genoemde uitzendbureau is géén detailhandelsactiviteit maar gezien de aard en omvang van de activiteiten aan te merken als een aan huis gebonden beroep, dat binnen de
bestemming ‘Wonen’ rechtstreeks is toegestaan mits voldaan wordt aan de gestelde voor-
waarden (bijvoorbeeld maximum oppervlak). Derhalve is in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming ‘Wonen’ toegekend.
Het hobbymatig houden van paarden is toegestaan binnen de bestemming ‘Wonen’ mits geen sprake is van bedrijfsmatige activiteiten of het stallen dan wel exploiteren van paarden van derden en voor het overige wordt voldaan aan de gebruiks- en bouwregels zoals van toepassing voor de bestemming ‘Wonen’.
55
Onder de bestemming ‘Wonen’ wordt detailhandel rechtstreeks toegestaan indien hiervoor de aanduiding ‘detailhandel’ is opgenomen op de verbeelding. Dit is onderhavige situatie niet het geval. Derhalve is van het toestaan van detailhandel op onderhavige locatie ook geen sprake. In de zienswijze wordt eveneens gesproken over een transportbedrijf ter
plaatse. Gezien de fysieke ruimtelijke situatie wordt dit niet aannemelijk geacht. Aangenomen wordt dat dit betrekking heeft op het eerder genoemde uitzendbureau en dat dit uit-
zendbureau met name gericht is op het gebied van de transportsector. Voor zover bekend
bij de gemeente vinden op de locatie aan de Kluisstraat 22 ook geen bedrijfsmatige activiteiten plaats ten behoeve van een transportbedrijf zoals stalling en onderhoud aan vrachtwagens. Aangezien van enige bedrijfsactiviteiten in de vorm van een transportbedrijf geen sprake is wordt een bedrijfsbestemming niet noodzakelijk geacht.
Het opstellen van een exploitatieplan als onderdeel van onderhavig bestemmingsplan wordt niet noodzakelijk geacht gezien het beheersmatige c.q. conserverende karakter van het bestemmingsplan. Voor eventuele nieuwe ontwikkelingen welke meegenomen worden in onderhavig bestemmingsplan wordt een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemer ge-
sloten, waardoor de kosten van de ontwikkeling in voldoende mate verzekerd zijn en geen exploitatieplan nodig is. Onder nieuwe ontwikkelingen worden niet verstaan de geboden
planologische bouwmogelijkheden bij bestaande woningen c.q. bebouwing. Het genoemde
voorbeeld in de zienswijze is gezien de schaal niet exploitatieplichtig vanwege de wettelijke drempelwaarde.
Indien men denkt aanspraak te kunnen maken op eventuele planschade dan bestaat de mogelijkheid om binnen 5 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan
(na de beroepstermijn) daartoe een verzoek in te dienen Dit is een separate procedure. Het ontwerpbestemmingsplan biedt voldoende rechtszekerheid. Op basis van de GIS inventarisatie heeft een zorgvuldige afweging plaats gevonden voor de toekenning van de bestemming. Het wijzigen van de bestemming ‘Wonen’ naar een agrarische bestemming wordt niet noodzakelijk geacht omdat het hier gaat om het hobbymatig houden van paarden. Zie tevens de 2e alinea onder inhoudelijke toets.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze ongegrond is. Dit geeft geen aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen.
56
Zienswijze 34 Indiener: H. Hoedemakers Design Planning, Irenestraat 36 Puth Datum ontvangst zienswijze: 22 november 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
In het ontwerpbestemmingsplan heeft het pand Kerkweg 70 te Puth de bestemming ‘ Kantoor’. In de toelichting staat in paragraaf 7.4.13: ‘Binnen de kantoorbestemming is geen
uitwisseling met andere functies mogelijk’ en in de regels wordt in artikel 15.5.1 onder e
wonen uitgesloten. Verzocht wordt om de bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf’, zodat de bestaande bovenwoning (appartement) mogelijk gemaakt wordt. Daarnaast
dient te worden opgemerkt dat de groothandel in brandmeld- en beveiligingssystemen ASTEM BV niet alleen een administratieve functie heeft, maar ook apparatuur in voorraad heeft. Derhalve doet een bedrijfsbestemming meer recht aan de bestaande situatie.
Tevens is het aangegeven bouwvlak op de verbeelding kleiner dan de huidige bebouwing. Verzocht wordt om dit in overeenstemming met de bestaande situatie te brengen. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets:
Momenteel is in het pand aan de Kerkweg 70 een groothandel in brandmeld- en beveili-
gingssystemen gevestigd. Op basis van de VNG brochure: ‘ Bedrijven en milieuzonering is
dit aan te merken als overige groothandel, milieucategorie 2 met een grootst indicatieve afstand van 30 meter met betrekking tot geluid. Afgewogen moet worden of deze activiteiten in de toekomst niet tot overlast leidt tot de aangrenzende woningen, welke op kortere af-
stand gelegen zijn. Aangezien de bebouwing onderdeel uitmaakt van de lintbebouwing en hier diverse functies gevestigd zijn is het aannemelijk dat sprake is van een gemengd gebied., waardoor de afstand teruggebracht kan worden tot categorie 1, zijnde 10 meter.
Hiermee is ook de woonomgeving gewaarborgd. Tevens waren reeds verschillende functies in deze bebouwing gevestigd waardoor reeds sprake was van een niet woonfuncties. Het bestemmen tot bedrijf hoeft dan ook niet te leiden tot planologische bezwaren.
Als gevolg van de wijziging van de bestemming naar de bestemming ‘Bedrijf’ moet tevens
het bij de bestemming behorende bouwvlak opnieuw bezien worden. Dit dient nader afgestemd te worden op de bestaande fysieke ruimtelijke situatie, waarbinnen reële uitbreidingsruimte geboden moet worden.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is. Dit geeft
aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen. Op de verbeelding wordt de bestemming ‘Kantoor’ gewijzigd in de bestemming ‘Bedrijf’ met de nadere aanduiding ‘ be-
drijfswoning’. Tevens wordt het bijbehorende bouwvlak afgestemd op de bestaande fysieke ruimtelijke situatie waarbij de voorgevelrooilijn afgestemd wordt op de bestaande bebou-
wing en voor het overige een afstand van 3 meter wordt aangehouden tot de perceelsgrens.
57
58
Zienswijze 35 Indiener: W. Eggen, Hegge 69, Schinnen Datum ontvangst zienswijze: 21 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
- het bouwvlak: enkele meters van de voeropslagen vallen buiten het bouwvlak; gedeelte sleufsilo en een voerplaat, maar ook de opslag van grote balen welke buiten het bestem-
mingsplan A-AB ligt. In het huidige bestemmingsplan is deze maatvoering wel correct ingetekend. Graag huidige bouwvlak overnemen in het nieuwe bestemmingsplan.
- de inhoud van de bedrijfswoning: 750m³ als maximale inhoud is te beperkt. - de mestopslag: verwarrend is de term “vaste mestopslag”. Wordt hiermee bedoeld “blij-
vend” of “stapelbaar”? Een maximum, van thans 1.000m³, is niet wenselijk. Vanuit landelijke
wetgeving zijn wij verplicht voldoende opslagcapaciteit te hebben voor in de wintermaanden. Bij de huidige regel is dit bijvoorbeeld 15 a 16 m³ per volwassen rund.
- het dak van de rundveestal: De dakhelling van een normale rundveestal is tussen de 20 en 25 graden. In verband met natuurlijke ventilatie voor een gezond stalklimaat. Volgens het ontwerpplan moet de dakhelling tussen de 30 en 60 graden zijn. Graag ook een dakhelling tussen 20 en 25 graden toestaan.
- archeologische waarden: verzocht wordt ten aanzien van het gehele plangebied om een diepere bewerkingsdiepte toe te staan dan 30 centimeter, namelijk tot 50 centimeter, waar-
door een aantal onduidelijkheden bij diepploegen worden ondervangen. Tevens wordt geadviseerd om de archeologische waardenkaart te combineren met een grondroeringskaart
en de waarde te laten vervallen (of tot de minimale verwachtingswaarde terug te brengen) wanneer gronden geroerd zijn.
Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is tijdig ingediend. Inhoudelijke toets: Met de LLTB heeft op 18 februari 2013 overleg plaatsgevonden, waarin een aantal aspecten zoals aangehaald door de indiener zijn besproken. Resultaat is dat:
- de inhoud van de bedrijfswoning 750m³ blijft omdat deze maat voldoende wordt geacht;
- het maximum van 1.000m³ mestopslag wordt verruimd naar 2.500m³, waarbij voor overschrijdingen bovendien een afwijkingsmogelijkheid in het plan wordt opgenomen; - de dakhelling wordt verlaagd naar minimaal 15 graden, en;
- de bewerkingsdiepte wordt aangepast van 30 cm naar 50 cm.
- de gemeente niet beschikt over een grondroeringskaart, waardoor deze suggestie niet kan worden overgenomen.
Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
De gegronde onderdelen van de zienswijze worden in beide bestemmingsplannen verwerkt.
59
Zienswijze 36 Indiener: J.P.H. Heunen, Kerkweg 83 en N.J.H. Heunen, Kerkweg 79 Puth Datum ontvangst zienswijze: 27 december 2012 Zakelijke weergave zienswijze:
Geconstateerd is dat de vigerende bestemming “hoveniersbedrijf” niet in het nieuwe be-
stemmingsplan is opgenomen. Momenteel zijn wij de mogelijkheden voor het vestigen van een hoveniersbedrijf ter plaatse aan het onderzoeken. Wij verzoeken u bij de vaststelling
van het nieuwe bestemmingsplan de vigerende bestemming in volle omvang te handhaven. Beoordeling zienswijze door bevoegd gezag:
Ontvankelijkheidtoets: de zienswijze voldoet aan de vormvereisten en is gezien de datum
van ontvangst d.d. 27 december 2012 tijdig ingediend. Aangezien de termijn liep tot en met 25 december 2012 (1e kerstdag) mogen zienswijzen tot de volgende werkdag, zijnde 27
december, tot 24.00 uur per post worden ingediend. Inhoudelijke toets:
De algehele bestemmingsplanherziening voor de kernen is conserverend van aard, dat wil zeggen dat bestaande planologische mogelijkheden c.q. rechten in beginsel gelijkluidend
worden overgenomen in het nieuwe Bestemmingsplan Kernen. De kwalificatie voor “hoveniersbedrijf” is (inderdaad) niet terug te vinden in de nieuwe systematiek. Het betreffende
perceel heeft een bestemming met bedrijfsdoeleinden, waarbinnen een hoveniersbedrijf niet rechtstreeks is toegestaan. Het waarborgen van die mogelijkheden voor indiener bij de vaststelling stuit niet op ruimtelijke bezwaren. Deze omissie zal worden hersteld. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat de zienswijze gegrond is. Dit geeft
aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen. Op de verbeelding wordt binnen de bedrijfsbestemming een hoveniersbedrijf met een specifieke aanduiding toegestaan.
60
Zienswijze 37 Indiener: J. Heijnen, Kempkensweg 4 Amstenrade Datum ontvangst zienswijze: Meerdere zienswijzen door deze indiener, zie beneden Zakelijke weergave zienswijze:
- 21-12-2012 betreffende “Oirsbekerweg 27 Oirsbeek”:
Indiener kan zich niet verenigen met de vestiging van een horecapand op het adres Oirsbekerweg 27 te Oirsbeek. Verzocht wordt om voor het betreffende perceel de horecabestemming te wijzigen in een woonbestemming.
Deze zienswijze is niet-ontvankelijk vanwege het bezigen van onwelvoeglijk taalgebruik. - 21-12-2012 betreffende “illegale vestiging loods hoveniersbedrijf Hegge”:
Indiener stelt dat op voornoemde locatie reeds 20 jaren illegaal een bedrijf is gevestigd, strijdig met de Wro en milieuwetgeving, en stelt dat dit bedrijf thuishoort op een bedrijventerrein.
Deze zienswijze is niet-ontvankelijk vanwege het bezigen van onwelvoeglijk taalgebruik. - 21-12-2012 betreffende “buitengebied/kern perceel Allee 88/90 (…) aardappelhandel”: Indiener stelt dat op voornoemde locatie sprake is van groenbomen handel en getinte horeca in bedrijfsgebouw, en illegale loodsopslag van het reclamebureau op het achterperceel.
Hiertoe wordt gesteld dat strijd is met de Wro en milieuvergunning ontbreken, bovendien zonder vergunning Drank- en Horecawet en zonder brandpreventiemaatregelen.
Deze zienswijze strekt kennelijk tot een verzoek om handhavend op te treden tegen een aantal gestelde illegale activiteiten rondom de kern van Amstenrade. Ten aanzien van de door de indiener gestelde illegale activiteiten op het adres Allee 88/90 in Amstenrade kan
niet eenduidig worden herleid welke bezwaren feitelijk worden ingebracht. In de redactie
van de zienswijze ontbreekt daartoe de benodigde samenhang. Voor wat betreft de overige
stellingen omtrent illegale situaties is evenzozeer onherleidbaar om welke exacte locaties het zou handelen. Afgezien daarvan worden handhavingsverzoeken separaat in behandeling genomen en staan deze los van de onderhavige planologische procedure. Dit leidt ertoe dat
de zienswijze ongegrond is en er daaruit geen gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan intreden.
- 21-12-2012 betreffende “illegale garagebedrijf Moutheuvellaan Schinnen”:
Indiener stelt dat in de Moutheuvellaan een illegaal garagebedrijf zou zijn gevestigd met mobiele hefbrug midden in de woonbuurt. Hiervan wordt gesteld dat strijdigheid bestaat met milieuwetgeving en Wro, en is van mening dat handhavend dient te worden opgetreden.
Deze zienswijze strekt kennelijk tot een verzoek om handhavend op te treden tegen een vermeend illegaal garagebedrijf in de Moutheuvellaan in Schinnen. Afgezien van het feit dat in de zienswijze niet het bewuste adres wordt genoemd waar de gestelde illegale activiteiten
zouden plaatsvinden, worden handhavingsverzoeken separaat in behandeling genomen en staan deze los van de onderhavige planologische procedure. Dit leidt ertoe dat de zienswijze ongegrond is en er daaruit geen gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan intreden.
61
- 19-12-2012 betreffende”perceel Heiberg 34 Amstenrade verzoek inpassing bouwkavel”:
Indiener stelt dat op voornoemde locatie ten onrechte in het plan de vigerende bouwtitel niet is opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Aangezien op een aantal andere genoemde locaties wél medewerking wordt verleend aan de bouw van een woning/bebouwing acht de indiener dit rechtsongelijk. Verzocht wordt daarom alsnog de bouw van een vrijstaande woning mogelijk te maken op het perceel Heiberg 34 Amstenrade.
Deze zienswijze is niet-ontvankelijk vanwege het bezigen van onwelvoeglijk taalgebruik. - 19-12-2012 betreffende “bouwkavel hagendorenweg 13 Amstenrade”: Indiener stelt dat door de RvS is uitgesproken dat ter plaatse van voornoemd perceel het
oprichten van een woning niet mogelijk zou zijn. Verzocht wordt het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan ter plaatse op te heffen zodat de waardevolle omgeving niet wordt aangetast.
Deze zienswijze is niet-ontvankelijk vanwege het bezigen van onwelvoeglijk taalgebruik. - 27-12-2012 betreffende “illegale bouw Heiberg 36 nabij kasteelpark Amstenrade”:
Indiener stelt dat op voornoemde locatie een illegaal bouwwerk is opgericht, grenzend aan de achterzijde van het voetpad nabij Kasteel Amstenrade. Verzocht wordt hiertegen op te treden.
Deze zienswijze strekt kennelijk tot een verzoek om handhavend op te treden tegen een
vermeend illegaal bouwwerk aan de rand van het kasteelpark (nabij het voetpad) in Amstenrade. Afgezien van het feit dat in de zienswijze niet het bewuste adres, althans een herleid-
bare locatie, wordt genoemd waar het gestelde illegale bouwwerk zich zou bevinden, wor-
den handhavingsverzoeken separaat in behandeling genomen en staan deze los van de onderhavige planologische procedure. Dit leidt ertoe dat de zienswijze ongegrond is en er daaruit geen gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan intreden.
- 27-12-2012 betreffende “illegaal timmerbedrijf in garage perceel Op de Vaart Oirsbeek”: Indiener stelt dat in Op de Vaart er in de woonwijk een illegaal timmerbedrijf is gevestigd in een garage. Verzocht wordt om handhavend op te treden.
Deze zienswijze is niet-ontvankelijk vanwege het bezigen van onwelvoeglijk taalgebruik. Inhoudelijke toets:
In vrijwel elke afzonderlijke zienswijzenbrief van deze indiener wordt onwelvoeglijk taalge-
bruik gehanteerd, redengevend om die betreffende zienswijzen zonder inhoudelijke toetst niet-ontvankelijk te verklaren. Indiener is genoegzaam bekend met deze handelswijze. Gevolgen voor het ontwerpbestemmingsplan:
In de zienswijzen van deze indiener wordt onwelvoeglijk taalgebruik gehanteerd, dan wel is
niet voldaan aan de indieningsvereisten. Zienswijzen dienen te vermelden tegen welk besluit ze zijn gericht, met vermelding van de zakelijke inhoud, in begrijpelijke taal, waarvan de strekking relevant en eenduidig uitlegbaar is. Dit heeft ertoe geleid dat bepaalde zienswijzen van deze indiener niet-ontvankelijk zijn en derhalve niet inhoudelijk zijn beoordeeld.
De zienswijzen die ontvankelijk worden geacht, zijn inhoudelijk becommentarieerd. In bovenstaande passages is bij elke afzonderlijke zienswijze telkens een beoordeling
gegeven. Geen van deze zienswijzen is gegrond. Dit geeft derhalve geen aanleiding het ontwerpbestemmingsplan aan te passen.
62
Ambtshalve wijzigingen Als gevolg van tussentijdse ontwikkelingen, geconstateerde omissies en gewijzigde inzichten worden de volgende ambtshalve wijzigingen bij vaststelling van het bestemmingsplan meegenomen: 1. In de toelichting en regels kunnen nog tekstuele aanpassingen doorgevoerd worden. Het betreft hier uitsluitend herformulering van zinnen of zinsdelen zonder dat hiermee de inhoud wordt gewijzigd. Het betreft hier eveneens het corrigeren van eventuele typefouten. 2. De bouwtitels worden weer direct mogelijk gemaakt door middel van het opnemen van een concreet bouwvlak met bijbehorende aanduiding bijgebouwen afgestemd op de huidige gemeentelijke systematiek (bouwstroken met daarin de aanduiding maximum aantal wooneenheden) en rekening houdende met het vigerende bouwvlak van deze bouwtitels. De aanduiding wro-zone – wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de bouwtitels op de verbeelding en bijbehorende wijzigingsbevoegdheid in de regels in het ontwerpbestemmingsplan komt hiermee te vervallen. 3. Het ontwerp bestemmingsplan ‘Kernen’ is kort voor de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan (d.d. 7 november 2012) beoordeeld door de deskundigenpool (in de westelijke mijnstreek vertegenwoordigd door de gemeente Sittard-Geleen). De gemaakte opmerkingen door deze deskundigenpool worden voor zover noodzakelijk en relevant verwerkt in de paragraaf externe veiligheid van de toelichting. 4. Door Rijkswaterstaat is per mail d.d. 29 november 2012 aangegeven dat zij geen zienswijze indienen tegen het ontwerp bestemmingsplan, maar dat het plan enkele vragen oproept. Deze vragen hebben niet direct nadelige gevolgen voor de belangen van Rijkswaterstaat als beheerder van de rijksweg A76. Op de volgende punten leidt dit tot aanpassing van het bestemmingsplan: a. aanpassing vrijwaringszone-weg op de verbeelding; b. aanvullen paragraaf externe veiligheid met veiligheidszone en plasbrandaandachtsgebied; c. bestemming verkeer wijzigen in de bestemming agrarisch met waarden 5. Het aangrenzend perceel naast de woning aan de Heiberg 42/44 uit het buitengebied opnemen in bestemmingsplan ‘Kernen’ en bestemmen als woondoeleinden zonder bouwvlak (onbebouwd). Het aantal wooneenheden binnen de bouwstrook in overeenstemming brengen met werkelijkheid. De aanduiding bijgebouwen aan de achterzijde aanpassen tot de aanwezige perceelsafscheiding van nummers 42 en 44. De bestemming kantoordoeleinden aan de achterzijde op het perceel wijzigen in de bestemming woondoeleinden (ter facilitering van eventuele mantelzorg of een aanverwante functie). 6. Afstemmen plangrens ter hoogte van bedrijventerrein Breinder op het PIP buitenring. 7. Volwaardige horecafunctie bij de gemeenschapshuizen Schinnen, Oirsbeek, Puth en Sweikhuizen opnemen overeenkomstig het gemeenschapshuis Doenrade naar aanleiding van zienswijze 16 teneinde meer flexibele exploitatiemogelijkheden te bieden. 8. Naast de woning Dudenrode 37 de bestemming verkeer wijzigen in wonen ter plaatse van aanduiding bijgebouwen naar aanleiding van controle zienswijze 13. 9. Nabij de woning van familie Pieters, Dorpsstraat 40 Oirsbeek, zal een grenscorrectie plaatsvinden zodat het perceel volledig wordt ondergebracht in Bestemmingsplan Kernen.
63
10. In artikel 26.1.1 wordt, net als in artikel 25.1.1 (zie zienswijze 14), gesproken over de aanduiding ‘hartlijn Leiding – riool’ terwijl deze niet binnen de dubbelbestemming ‘Leiding – riool’ op de verbeelding is aangeduid. Om de regels en verbeelding in overeenstemming met elkaar te brengen wordt op de verbeelding de aanduiding ‘hartlijn Leiding – riool’ alsnog aangeduid. 11. Aanvullingen team Wabo m.b.t. verleende omgevingsvergunningen, principebesluiten en afwijkingsbesluiten: A. Verleende omgevingsvergunning 2013/958 met afwijking voor het vestigen van een zorggerelateerde praktijkruimte op het adres Stationsstraat 30 in Schinnen. Wordt bestemd als dienstverlening of aangeduid als praktijkruimte. B. Afwijkingsbesluit voor het vestigen van een coachingsbureau op het adres Kerkstraat 36 te Doenrade. Principebesluit 2013/1252. Dit betreft een aan huis gebonden beroep dat is toegestaan binnen de in het ontwerp zodanig opgenomen woondoeleinden. C. Verleende omgevingsvergunning voor het vestigen van een zorggerelateerde praktijkruimte (podotherapie) in De Beemden 1 te Schinnen. De aanduiding praktijkruimte wordt opgenomen en geregeld in de bestemmingsomschrijving van ‘woondoeleinden’. D. Ambtshalve: achterperceel atelier Bergstraat 10 te Sweikhuizen. De bestemmingsgrens van de bestemming ‘woondoeleinden’ aan de achterzijde uitbreiden en voorzien van de aanduiding ‘bijgebouwen’. Tevens de aanduiding ‘atelier’ opnemen zodat ter plaatse van deze bebouwing een atelier is toegestaan en dit opnemen in de bestemmingsomschrijving van de bestemming ‘woondoeleinden’. E. De bestemming ‘Groen’ van de groenstrook tussen de Allee en Oudestraat wijzigen in de bestemming ‘Verkeer’ in verband met de herinrichting van de openbare ruimte ter plaatse als gevolg van de gewijzigde verkeerssituatie. F. Uitbreiding tuinbestemming bij perceel Burgemeester Loeffenstraat 12 in Puth. Wijziging als ondergeschikte aanpassing opnemen in Bestemmingsplan Kernen. G. Verzoek van Martens-Arends d.d. 19-1-2010 wordt niet gehonoreerd. Ligging is ruimtelijk onwenselijk, buiten de POL-contour, binnen een bestemming die woonfuncties niet toelaat, en in strijd met het volkshuisvestingsbeleid om woningen toe te voegen. I. Verzoek van Henssen Holding BV d.d. 17 juli 2012 mbt aankoop en herbestemming gymzaal Oirsbeek wordt verwerkt in het bestemmingsplan. J. Stationsstraat 33 Schinnen wordt begane grond van –K- naar –M- bestemming gewijzigd om zorgfunctie mogelijk te maken. Verdieping blijft (met een aanduiding) –W-. K. Perceel G 1084 Puth, naast Steenstraat 16: perceel is volgens BP Buitengebied half opgenomen in BP Buitengebied (oud) en half in BP Puth. In BP Puth is het echter niet opgenomen. Deze omissie wordt thans gerepareerd. L. Percelen D 3974, 3975 en 2976 tegenover Heisterbrug 14 te Schinnen is in het oude plan goedkeuring onthouden (door Provincie). Bouwvlak is geschrapt, maar woondoeleinden zijn in stand gelaten. M. Verzoek van Jumbo Oirsbeek wordt gehonoreerd doordat geen maximaal vloeroppervlak in de regels wordt opgenomen. N. Principebesluit nr. 479 d.d. 18-12-2012: woning in loods t.p.v. Kerkweg 133 Puth.
64