Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
18 juli 2013
Vastgesteld
Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
Vastgesteld
INHOUD: -
TOELICHTING REGELS VERBEELDING
Identificatiecode: NL.IMRO.1621.BP0137-VAST Werknummer: 840.306.00 Datum: 18 juli 2013
KuiperCompagnons
Gemeente Lansingerland Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Procedureoverzicht datum
document
e
31 mei 2012
2 concept
e
6 augustus 2012
Voorontwerp
15 december 2012
Vooroverleg
16 januari – 13 februari 2013
Concept-ontwerp
8 maart 2013
1 concept
Opmerkingen Gecontroleerd door Architektenburo Houweling
Naar gemeente Lansingerland
Wettelijk vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro
Ontwerp
Terinzagelegging
26 maart 2013 4 april – 15 mei 2013
Wettelijke terinzagelegging ex artikel 3.8 Wro
Ter vaststelling
18 juli 2013
Vaststelling
18 juli 2013
Vastgesteld door gemeenteraad op 18 juli 2013
Onherroepelijk
Projectleider gemeente: Projectleider KuiperCompagnons:
Drs. Reint Honders / mr. Steven Wolhoff Mr. Rogier Begheyn / Wanne Verweij BBE
TOELICHTING
Inhoudsopgave van de toelichting Deel A: inleiding 1
Inleiding
1
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Aanleiding en doel van het plan Bij het plan behorende stukken Ligging en begrenzing plangebied Voorgaande bestemmingsplannen Leeswijzer
1 1 1 1 2
Deel B: Planbeschrijving
3
2
5
Planbeschrijving
2.1 Bestaande situatie 2.2 Ruimtelijke ontwikkelingen 2.3 Juridische aspecten
5 5 7
Deel C: Verantwoording
11
3
Beleidskader
12
3.1 3.2 3.3 3.4
Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid Conclusies
13 14 16 19
4
Natuur en landschap
21
4.1 4.2 4.3
Kader Onderzoek Conclusie
21 22 23
5
Water
25
5.1 Kader 5.2 Onderzoek 5.3. Conclusie
25 29 31
6
33
Archeologie en cultuurhistorie
6.1 Archeologie 6.2 Cultuurhistorie
33 34
7
Milieu
37
7.1 7.2 7.3. 7.4 7.5
Algemeen Bodemkwaliteit Akoestische aspecten Luchtkwaliteit Milieuzonering
37 37 39 41 43
7.6 Externe veiligheid 7.7 Overige belemmeringen 7.8 Duurzaamheid
45 49 50
Deel D: Uitvoerbaarheid en procedure
55
8
55
Uitvoerbaarheid
8.1 Economische uitvoerbaarheid 8.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 8.3 Handhavingsaspecten
57 57 57
9
59
Procedure
9.1 Voorbereidingsfase 9.2 Ontwerpfase 9.3 Vaststellingsfase
59 59 60
Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1: Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Flora- en faunaonderzoek in het kader van de herontwikkeling van het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk, W690/P12064, oktober 2012 Bijlage 2: KuiperCompagnons, Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 – Bleiswijk”, Gemeente Lansingerland, Akoestisch onderzoek, Rotterdam, 2 november 2012 Bijlage 3: Van der Helm Milieuadvies, Briefrapport vleermuisonderzoek Kerkstraat 31, Bleiswijk, kenmerk HOBL 120617, 19 december 2012 Bijlage 4: Gemeente Lansingerland, Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”, kenmerk T13.02458, 4 maart 2013
Deel A: Inleiding
Afbeelding 1: globale ligging van het plangebied
1
Inleiding
1.1
Aanleiding en doel van het plan De particuliere eigenaar van het perceel Kerkstraat 31, gelegen in het centrum van Bleiswijk, is voornemens de bestaande bedrijfsbebouwing te slopen en op het perceel een vrijstaande woning te bouwen. Het voorgaande bestemmingsplan maakt de gewenste bouw van een woning op deze locatie niet mogelijk. Daarom is een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan van de gemeente Lansingerland biedt een nieuwe planologisch/juridische regeling teneinde de voorgenomen ontwikkeling aan de Kerkstraat 31 mogelijk te maken. Op grond van dit bestemmingsplan kan een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning worden verleend.
1.2
Bij het plan behorende stukken Het bestemmingsplan “Kerkstraat 31 – Bleiswijk” bestaat uit bestemmingen en regels. De bestemming van de gronden is geometrisch bepaald1 door middel van lijnen, coderingen en arceringen. In de bestemmingen zijn regels ten aanzien van het bouwen en het gebruik opgenomen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting. In de toelichting worden de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van de geometrische plaatsbepaling en de regels verantwoord en verduidelijkt. Vervolgens wordt hierin de uitvoerbaarheid van het plan aangetoond.
1.3
Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied is gelegen aan de westzijde van het centrum van Bleiswijk. Globaal wordt het plangebied begrensd door: de Boezemvaart aan de noordkant; het perceel van Kerkstraat 27 (inclusief de bestaande (woon)bebouwing) aan de oostkant; de Kerkstraat aan de zuidkant, en; de bestaande (woon)bebouwing aan de Kerkstraat 33 en 35 aan de westkant. Afbeelding 1 ‘globale ligging van het plangebied’ geeft een en ander weer.
1.4
Voorgaand bestemmingsplan In het plangebied vigeert, totdat het voorliggende bestemmingsplan in werking treedt, het bestemmingsplan “Centrum Bleiswijk”. Het bestemmingsplan “Centrum Bleiswijk” is op 29 november 2012 vastgesteld door de raad en onherroepelijk geworden op 21 februari 2013. Het perceel Kerkstraat 31 heeft in het bestemmingsplan “Centrum Bleiswijk” de bestemming “Bedrijf”. Deze gronden zijn bestemd voor bedrijven of bedrijfsactiviteiten tot en met milieucategorie 2. Daarbij is een goothoogte van 3,5 meter toegestaan en een bouwhoogte van 5 meter. Afbeelding 2 geeft een en ander weer. De voorgenomen ontwikkeling betreft de realisatie van één woning met een goothoogte van circa 4,5 meter en een bouwhoogte van circa 10 meter. Omdat de huidige bestemming “Bedrijf” 1
Geografische coördinaten volgens het Rijksdriehoekstelsel bepalen de ligging van een bestemming. Met gebruikmaking van de coördinaten kan exact de plaats van een object in een gebied worden bepaald.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
1
geen woningen toestaat, kan de ontwikkeling geen doorgang vinden binnen het vigerende bestemmingsplan. Bovendien zijn de goot- en bouwhoogte strijdig met het vigerende bestemmingsplan. Daarom is een nieuw bestemmingsplan benodigd.
Afbeelding 2: uitsnede verbeelding bestemmingsplan “Centrum Bleiswijk”
1.5
Leeswijzer Deze toelichting bestaat uit vier delen. Voorliggend deel, deel A, bevat een aantal algemene en inleidende planaspecten. Hierna volgt deel B. Daarin vindt de planbeschrijving plaats en wordt tevens een toelichting gegeven op de bestemmingsmethodiek. Deel C vormt de achterliggende onderbouwing voor de keuzes die in deel B worden gemaakt ten aanzien van, onder andere, ruimtelijke ordening, natuur en landschap, water, archeologie en cultuurhistorie en milieu. In deel D, tenslotte, wordt ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan en op het overlegtraject.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
2
Deel B: Planbeschrijving
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
3
Afbeelding 3: het stedenbouwkundig inrichtingsplan voor het perceel aan de Kerkstraat 31 (indicatief)
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
4
2
Planbeschrijving
2.1
Bestaande situatie Het plangebied is momenteel voor een groot deel bebouwd met twee verouderde bedrijfsloodsen. Zowel ten oosten als ten westen van de locatie is bebouwing gesitueerd. Aan de westzijde is een woning gesitueerd, waar kinderopvang is ondergebracht. Aan de oostzijde bevinden zich woningen, waarvan er één (nummer 27) enigszins teruggelegen is ten opzichte van de overige bebouwing aan de Kerkstraat. Afbeelding 4 geeft de bestaande situatie weer.
Afbeelding 4: foto bestaande situatie Kerkstraat 31. Bron: Google Maps
Aan de noordzijde grenst de locatie aan de Boezemvaart, de ringgracht rondom het centrum van Bleiswijk. Aan de zuidzijde wordt het plangebied ontsloten op de Kerkstraat. De Kerkstraat is tweezijdig, vrijwel aaneengesloten bebouwd. De bebouwing staat relatief dicht op de weg in dezelfde rooilijn met hier en daar verspringingen. In een aantal gevallen is hier vanaf geweken en ontstaan voorpleinen of parkeerterreinen, zoals ook ter plaatse van het plangebied het geval is. 2.2
Ruimtelijke ontwikkelingen De voorgestane ontwikkeling betreft de sloop van de bestaande bedrijfsbebouwing, teneinde een enkele vrijstaande woning te kunnen realiseren. Afbeelding 3 geeft het stedenbouwkundig inrichtingsplan weer. Hierna wordt ingegaan op enkele specifieke aspecten.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
5
2.2.1 Ruimtelijke inpassing Bij de ontwikkeling van de plannen voor de nieuwe woning is gekeken naar de bebouwing in de omgeving en naar de belangrijke omgevingskenmerken. Om de vrijstaande woning optimaal in te passen in de omgeving, zal de goothoogte in lijn zijn met de bebouwing in de directe omgeving. Op basis van dit gegeven is de goothoogte vastgelegd op maximaal 4,5 meter. Verdere stedenbouwkundige randvoorwaarden zijn dat de nokrichting van de kap haaks op de voorgevel dient te liggen, waardoor de lange lijn naar het water wordt begeleid door het bebouwingsvlak en de nokrichting. De nok- of bouwhoogte is bepaald op maximaal 10 meter. De voorgevelrooilijn ligt ruim 19 meter achter de erfgrens aan de voorzijde. Deze afstand wordt ingegeven door de afstand tot de kavelgrens van Kerkstraat 33. Als stedenbouwkundige randvoorwaarde is gesteld dat deze minimaal 2 meter moet zijn. Om voldoende privacy te waarborgen en openheid te creëren, is het niet wenselijk dat het bouwvlak achter de bebouwing van Kerkstraat 33 opgetrokken wordt. Ook moet het bouwvlak niet achter de voorgevel van Kerkstraat 27 worden gesitueerd. Het voorgaande leidt tot een maximale diepte van het bouwvlak van 13,5 meter. Omdat het een vrijstaande woning is, dient de afstand tussen het bouwvlak en de kavelgrens van Kerkstraat 27 bovendien minimaal 3 meter te zijn. Het bouwvlak is ingetekend op de planverbeelding, behorende bij dit bestemmingsplan. De achtertuin grenst aan de ringgracht rondom de oude kern van Bleiswijk. Dit water behoort tot de categorie ‘’boezemwatergang’’. Volgens de legger van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ligt er ter weerszijden van het water een onderhoudsstrook van 5 meter breed. Deze dient onbebouwd te blijven. Mede daarom is hier een tuinbestemming opgenomen van 3 meter breed, die aansluit bij de naastgelegen tuinbestemming. Ook aan de voorzijde en de rechterzijde van de woning is een tuinbestemming opgenomen, maar dan met de verplichting om hier parkeergelegenheid aanwezig te hebben. De bestemming heet dan ook “Tuin – Parkeren”. Deze bestemming loopt aan de linkerzijde van de woning door tot 1 meter achter de voorgevelrooilijn en aan de rechterzijde tot aan de achtergevelrooilijn. De tuinbestemmingen dienen in principe onbebouwd te blijven. 2.2.2 Ontsluiting en parkeren Volgens de gemeentelijke parkeernormen moet het parkeren op eigen terrein en bij voorkeur achter de voorgevelrooilijn plaatsvinden. Daarbij dienen minimaal twee opstelplaatsen, exclusief garage, te worden gerealiseerd. Zoals hiervoor al aangegeven wordt via de bestemming “Tuin – Parkeren” in juridisch-planologische zin afgedwongen dat deze parkeerplaatsen onbebouwd blijven. De ontsluiting van het perceel geschiedt via de Kerkstraat. Het autoverkeer kan daar komen via de Rembrandtlaan of via de Dorpsstraat. Omdat in de bestaande situatie al bedrijfsbebouwing aanwezig was, en hier slechts één woning voor in de plaats komt, kan worden gesteld dat het aantal autobewegingen door de bestemmingswijziging niet zal toenemen. De bestaande wegenstructuur in Bleiswijk is toereikend voor het afwikkelen van het bestemmingsverkeer van en naar de nieuwe woning. 2.2.3. Beeldkwaliteit Voor de bouw van de nieuwe woning is nog geen definitief bouwplan opgesteld. Op basis van de kaders die in dit bestemmingsplan worden gegeven, zal het plan de komende tijd architectonisch verder worden uitgewerkt. Daarbij moet de Welstandsnota (vastgesteld d.d. 26 april 2012)
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
6
als richtlijn worden gehanteerd. In de welstandsnota worden architectonische zaken aangegeven zoals de gewenste mate van detaillering, materiaal- en kleurgebruik en dergelijke. Het plangebied heeft in de Welstandsnota het welstandsniveau ‘bijzonder’. Bij dit welstandsniveau is de welstandsbeoordeling gericht op het stimuleren van de beeldkwaliteit, in alle facetten. De gemeente wil hier duidelijke regie voeren op de ruimtelijke kwaliteit. De dynamiek van de kern Bleiswijk is hoog en de karakteristiek staat onder druk door functieverandering en schaalvergroting. Daarom geldt hier een bijzonder welstandsniveau met bijzondere aandacht voor de kwaliteit van bebouwing en openbare ruimte. In paragraaf 3.3. wordt de Welstandsnota nader toegelicht. De bestaande karakteristiek van de Kerkstraat en het karakter van de kern als geheel vormt het uitgangspunt bij de nadere uitwerking van het bouwplan. De nieuwe woning zal zich als vanzelfsprekend in de bestaande structuur moeten voegen, waardoor deze wordt versterkt en de afleesbaarheid wordt vergroot. De woning wordt uitgevoerd in een eenvoudige en heldere hoofdvorm en een herkenbare kapvorm die aansluit op de karakteristiek van de Kerkstraat. De voorgevel van de woning is uitgesproken en nadrukkelijk op de Kerkstraat gericht. Voor wat betreft de architectuur van de woning wordt aansluiting gezocht bij de dorpse karakteristiek van Bleiswijk, waarbij het materiaal- en kleurgebruik aansluiten op het huidige straatbeeld. 2.3
Juridische aspecten
2.3.1 Inleiding Voorliggend bestemmingsplan is opgesteld conform de gemeentelijke standaard, met inachtneming van de bepalingen die zijn opgenomen in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro), zoals de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) en het coderingssysteem Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO). Omdat het ontwerp van dit bestemmingsplan vóór 1 juli 2013 terinzage is gelegd, is in dit plan nog gewerkt met de standaarden 2008. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop de regels en verbeelding van voorliggend plan zijn opgebouwd. 2.3.2 Planmethodiek Bestemmingsmethodiek Het uitgangspunt van dit bestemmingsplan is de realisatie van een nieuwe vrijstaande woning mogelijk te maken. Daartoe is een zogenaamde ‘eindbestemming’ “Wonen” opgenomen. Een eindbestemming houdt in dat op basis van deze bestemming, direct een omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden afgegeven. De bestemmingen zijn daarnaast ook gedetailleerd ingetekend: de noordelijke en zuidelijke stroken die in principe onbebouwd moeten blijven dan wel slechts beperkt bebouwd mogen worden, hebben een tuinbestemming. Er is derhalve sprake van een gedetailleerd eindplan. 2.3.3 Regels De regels bestaan uit vier hoofdstukken: Inleidende regels (hoofdstuk 1) Bestemmingsregels (hoofdstuk 2) Algemene regels (hoofdstuk 3)
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
7
Overgangs- en slotregels (hoofdstuk 4) Voor de juridische regeling is het handboek (versie 2.3.) van de gemeente Lansingerland leidend. Hierna wordt een korte toelichting gegeven op de in het plan voorkomende artikelen. Hoofdstuk 1 Inleidende regels In dit hoofdstuk is een aantal begrippen verklaard, dat wordt gebruikt in de regels. Dit voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen. Daarnaast is het artikel "Wijze van meten” opgenomen waarin bepaald is hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moet worden. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels In dit hoofdstuk zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. In ieder artikel is per bestemming bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bouwregels er gelden. Onder de bestemmingsomschrijving is aangegeven voor welke functies de gronden bestemd zijn. In de bouwregels zijn de bebouwingsmogelijkheden bepaald. Voor de beoogde vrijstaande woning is een bouwvlak aangegeven. De hoofdbebouwing dient binnen het bouwvlak gesitueerd te zijn. De maximale goot- en bouwhoogte (in meters) is op de verbeelding aangegeven. Verbaal is aangegeven dat de nokrichting haaks op de voorgevel (=de Kerkstraat) moet worden gesitueerd. Hierna volgt een toelichting per artikel. “Tuin” Gronden die in privaat eigendom zijn en die grenzen aan openbaar toegankelijk gebied, worden in Lansingerland veelal voorzien van een tuinbestemming. Ter plaatse van de bestemming “Tuin” is in dit bestemmingsplan geen grootschalige bebouwing toegestaan. Erfafscheidingen en overige andere bouwwerken zijn wel in beperkte mate toegestaan. De bestemming is gelegen over een breedte van 3 meter aan de noordzijde van het plangebied. Het plangebied grenst daar aan de Boezemvaart, welke tot de categorie ‘’boezemwatergang’’ behoort. Volgens de legger van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ligt ter weerszijden van het water een onderhoudsstrook van 5 meter breed, welke onbebouwd dient te blijven. Dit wordt geregeld middels de Keur. In het bestemmingsplan is deze onbebouwde zone gedeeltelijk voorzien van de bestemming “Tuin”. “Tuin – Parkeren” Gronden die voor een tuinbestemming in aanmerking komen, maar waarvan het ook gewenst is dat ze in ieder geval voorzien in een bepaald aantal parkeerplaatsen, worden in Lansingerland van de bestemming “Tuin – Parkeren” voorzien. Binnen deze bestemming wordt afgedwongen dat parkeerplaatsen aangelegd en in stand gehouden moeten blijven. Op die manier kan het parkeren in een gebied worden gereguleerd. In het geval van Kerkstraat 31 zijn de gronden die grenzen aan de Kerkstraat bestemd als “Tuin – Parkeren”. In deze bestemming zijn zeer beperkt bouwmogelijkheden opgenomen. Met de tuinbestemming wordt een rustig en geordend straatbeeld nagestreefd.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
8
“Wonen” De woonbestemming is opgenomen ten behoeve van de nieuwe woning. De woning dient te worden gebouwd binnen het aangegeven bouwvlak, daarbinnen is nog enige speling aanwezig. De grens van het bouwvlak mag echter nooit overschreden worden. Daarbuiten, op het erf, mag wel erfbebouwing worden opgericht (aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen). De goot- en nokhoogte zijn vastgelegd op respectievelijk 4,5 en 10 meter en mogen evengoed niet overschreden worden. Ook de nokrichting is vastgelegd. Voor de woning geldt de gemeentelijke standaardregeling voor aan huis gebonden beroepen en bedrijven. “Waarde – Archeologie” (dubbelbestemming) De bestemming “Waarde – Archeologie” geldt binnen het hele plangebied en is gebaseerd op het gemeentelijke archeologiebeleid. De dubbelbestemming borgt de eventueel aanwezige archeologische waarden in de bodem. Dit gebeurt met een verplichting tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning bij aanlegactiviteiten. Deze wordt pas afgegeven, als (bijvoorbeeld uit onderzoek) is gebleken dat de archeologische belangen niet onevenredig worden geschaad. Hoofdstuk 3 Algemene regels In hoofdstuk 3 worden enkele algemene regels gegeven, zoals de anti-dubbeltelregel. In het artikel ‘Algemene aanduidingsregels’ is een regeling opgenomen die beoogt het niveau van het maaiveld ter plaatse van het plangebied (het bovenland) te behouden. Ook wordt de aanvullende werking van de Bouwverordening uitgesloten, behalve voor onderwerpen die met naam genoemd worden (waaronder parkeergelegenheid; er moet dus altijd worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid). Ook worden algemene gebruiksregels gegeven en wordt gesteld dat bestaande bouwwerken, die niet voldoen aan de regels in het plan, als toelaatbaar mogen worden beschouwd. Daarnaast worden enkele algemene afwijkingsregels gegeven die de flexibiliteit van het plan vergroten. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd. In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het bestemmingsplan worden aangehaald. 2.3.4 Geometrische plaatsbepaling / verbeelding Voor het verbeelden van de geometrisch bepaalde bestemmingen is een GBKN-ondergrond gebruikt. Dit bestand is opgebouwd in coördinaten in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, of kortweg Rijksdriehoekscoördinaten (ook wel: RD-coördinaten). Dit zijn de coördinaten die in Nederland worden gebruikt als grondslag voor onder meer geografische aanduidingen, waarbij de exacte locatie van een gebied wordt vastgelegd. In het plan is met behulp van lijnen, coderingen en arceringen aan gronden een bepaalde bestemming toegekend. Binnen een bestemmingsvlak zijn met aanduidingen nadere regels aangegeven. Op een afdruk van de
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
9
geometrische plaatsbepaling, de verbeelding, zijn alle bestemmingen en aanduidingen naast elkaar zichtbaar. De gegevens zijn digitaal raadpleegbaar. Via de digitale portal waarop het plan wordt gepubliceerd kan, door te klikken op een bepaalde locatie, de bijbehorende bestemmingsregeling worden opgeroepen.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
10
Deel C: Verantwoording
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
11
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
12
3
Beleidskader
3.1
Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 inwerking getreden. Deze structuurvisie vervangt de Nota Ruimte en geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op Rijksniveau. In de structuurvisie schetst het Rijk ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028. De leidende gedachte in de SVIR is ruimte maken voor groei en beweging. Door urbanisatie, individualisering, vergrijzing en ontgroening nemen de ruimtelijke verschillen toe. Vanaf 2035 groeit de bevolking niet meer. De samenstelling van de bevolking, en daarmee de samenstelling van huishoudens, verandert. Ambities tot 2040 zijn onder andere het aansluiten van woon- en werklocaties op de (kwalitatieve) vraag en het zoveel mogelijk benutten van locaties voor transformatie en herstructurering. Ook wil het Rijk ervoor zorgen dat in 2040 een veilige en gezonde leefomgeving met een goede milieukwaliteit wordt geboden. Ter versterking van het vestigingsklimaat in de stedelijke regio’s rondom de main-, brain- en greenports geldt een gebiedsgerichte, programmatische urgentieaanpak. Dit bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van een vrijstaande woning mogelijk ter plaatse van verouderde bedrijfsbebouwing. Dit past binnen de gedachte van ruimte maken voor groei en beweging. Verder wordt bij de planvorming aandacht besteed aan de waterproblematiek en externe veiligheidsaspecten. Het plan is daarmee niet strijdig met het beleid uit de SVIR. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) Het Rijk legt met het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel bekend als AMvB Ruimte, de nationale ruimtelijke belangen juridisch vast. Enerzijds betreft het de belangen die reeds in de (ontwerp-)AMvB Ruimte uit 2009 waren opgenomen en anderzijds wordt het Barro aangevuld met onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu (SVIR). Op 31 december 2011 is het Barro voor wat betreft de eerste aspecten in werking getreden. In het Barro zijn onder meer Rijksvaarwegen, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, buisleidingen, primaire waterkeringen, erfgoederen, kustfundamenten en diverse concrete nationale ruimtelijke projecten zoals het Project Mainportontwikkeling Rotterdam aangewezen als nationaal belang. Ter bescherming van deze belangen zijn reserveringsgebieden, begrenzingen en vrijwaringszones opgenomen. In het besluit is aangegeven op welke wijze bestemmingsplannen voor deze gebieden moeten zijn ingericht. Indien vigerende bestemmingsplannen niet voldoen aan het Barro dan moeten deze binnen drie jaar na inwerkingtreding van het besluit zijn aangepast. Met betrekking tot het plangebied van voorliggend bestemmingsplan gelden geen nationale ruimtelijke belangen. Doorvertaling van het Barro is daarom niet van toepassing.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
13
3.2
Provinciaal beleid Provinciale Structuurvisie; Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte Op basis van de Wro moeten gemeenten, provincies en Rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft ervoor gekozen één integrale ruimtelijke structuurvisie voor Zuid-Holland te ontwikkelen. Provinciale Staten stelden op 2 juli 2010 de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte (de realisatie van de structuurvisie, zie ook hierna) en de Uitvoeringsagenda vast. Bij de vaststelling is evenwel geconstateerd dat het voor een aantal onderwerpen en dossiers nog niet mogelijk was een passende oplossing op te nemen. Daarom is een eerste herziening van de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte opgesteld welke op 23 februari 2011 werd vastgesteld door Provinciale Staten. Ook is een Actualisering 2011 doorgevoerd. De structuurvisie bevat het ruimtelijk beleid tot 2020 met een doorkijk naar 2040. Het accent ligt op sturing vooraf en sturing op kwaliteit. Het beleid gaat in op verschillende provinciale belangen. Van belang voor het plan is de bundeling van verstedelijking, infrastructuur, voorzieningen en economische activiteiten gericht op concentratie en functieafstemming. De omvorming van verouderde bedrijfsbebouwing naar één woning, binnen een overwegend woongebied, past binnen dit principe. Verder dient kansrijke en innovatieve binnenstedelijke verdichting plaats te vinden. Ook is de opvang van de bevolkingsgroei in regionale, goed ontsloten kernen en daartoe aangewezen relatief verstedelijkte zones belangrijk. De voorgenomen ontwikkeling komt aan dit uitgangspunt tegemoet.
Afbeelding 5: de functiekaart behorende bij de Provinciale Structuurvisie
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
14
Afbeelding 6: de kwaliteitskaart behorende bij de Provinciale Structuurvisie
Het plangebied is op de functiekaart van de Provinciale Structuurvisie (zie afbeelding 5) aangewezen als ‘Stads- en dorpsgebied’, direct grenzend aan de aanduiding ‘water’. Op de kwaliteitskaart (zie afbeelding 6) is het plangebied aangewezen als ‘Stedelijk netwerk’, direct grenzend aan de aanduiding ‘Kreek, vaart en wetering’. Binnen deze aanduidingen is de voorgestane ontwikkeling goed inpasbaar. De eerste herziening en de jaarlijkse actualiseringen van de structuurvisie hebben geen betrekking op gronden binnen het onderhavige bestemmingsplangebied. De voorgenomen ontwikkeling past binnen de kaders die door de Provinciale Structuurvisie zijn gesteld. Provinciale Verordening Ruimte; ontwikkelen met schaarse ruimte Om het provinciale ruimtelijke belang, zoals beschreven in de Provinciale Structuurvisie, te kunnen uitvoeren is, onder meer, de provinciale verordening opgesteld. In de provinciale verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben vastgelegd. De provincie acht de borging hiervan van groot belang. Tevens zijn de nationale belangen zoals vastgelegd in het Barro ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Tot slot zijn in de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid. Bovendien moet worden voldaan aan de overige wet- en regelgeving. Het plangebied is gelegen binnen de bebouwingscontouren van Bleiswijk (kaart 1 van de verordening). Buiten deze contouren is in principe geen verstedelijking mogelijk. Kaart 8 geeft aan dat de boezemwateren ten oosten en ten westen van het centrumgebied een regionale
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
15
waterkerende functie hebben. Deze waterkeringen worden door dit bestemmingsplan niet gewijzigd en/of in hun beschermingsstatus aangetast. Voor het overige heeft het bestemmingsplangebied geen aanduidingen op de verschillende kaarten uit de verordening. De eerste herziening en de jaarlijkse actualiseringen van de verordening hebben geen betrekking op gronden binnen het onderhavige bestemmingsplangebied. 3.3
Gemeentelijk beleid Structuurvisie Lansingerland Op 18 februari 2010 is de Structuurvisie Lansingerland vastgesteld door de gemeenteraad van Lansingerland. Lansingerland wil 'aantrekkelijk wonen, werken, recreëren en leven' sturen met een eigen visie. Binnen de gemeente staat een groot aantal ontwikkelingen op stapel wat betreft woningbouw, bedrijventerreinen en maatschappelijke voorzieningen. Om deze en andere ruimtelijke ontwikkelingen en ruimtelijk beleid te verankeren, heeft de gemeente een structuurvisie opgesteld, op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De gemeente voldoet hiermee aan de verplichting uit de Wro om voor haar grondgebied een structuurvisie op te stellen. De koers voor de gemeente Lansingerland is: aantrekkelijk suburbaan wonen; leefbaar, zorgzaam en met eigen identiteit; ontspannen groene en recreatieve gemeente; een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en het verder ontwikkelen van de greenport. Duurzaamheid en een goede ontsluitingsstructuur zijn daarbij randvoorwaarden. Lansingerland is een essentieel onderdeel van de Zuidvleugel van de Randstad en bovendien centraal gelegen. De Randstad behoort tot de vijf belangrijkste stedelijke gebieden van Noordwest-Europa. Als schakel in de Zuidvleugel is de toekomst van Lansingerland sterk vervlochten met die van de Randstad. Lansingerland is duidelijk onderdeel van een groter geheel. Beheer en kwaliteitsverbetering van het suburbane woon- en leefklimaat in de bestaande woongebieden staat voorop. De omvorming van verouderde bedrijfsbebouwing naar een nieuwe vrijstaande woning, zoals beoogd op het perceel Kerkstraat 31, past binnen dit principe. Met 'zorgzame wijken' wil Lansingerland wijken bieden met een passend aanbod van woningen, voorzieningen, activiteiten en diensten die erop gericht zijn ervoor te zorgen dat iedereen zo lang mogelijk zelfstandig in een eigen huis of leefomgeving kan blijven wonen. Een compleet aanbod van goed bereikbare voorzieningen is hierbij uitgangspunt. Kwaliteitsverbetering van openbaar groen met voldoende speelplaatsen en voldoende parkeerplaatsen verdient ook extra aandacht. Binnen het stedelijk gebied wordt de komende jaren een aantal woningbouwlocaties afgerond. Daarnaast is incidenteel herstructurering van verouderde delen van de woningvoorraad aan de orde. Waar mogelijk worden kansen benut voor het uitplaatsen van (milieu)hinderlijke bedrijven
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
16
en functies (die qua schaal en/of activiteit niet meer passen in de stedenbouwkundige structuur) uit de kernen. Bij inbreiding wordt gewaakt voor teveel verdichting, om het landelijke groene (suburbane) karakter van de gemeente te behouden. De opgaven voor wonen uit de visie zijn de volgende: De woningvoorraad sluit aan op de bevolkingssamenstelling. Het woningaanbod is voldoende gedifferentieerd. Er zijn voldoende levensloopbestendige woningen. Werken en wonen zijn waar mogelijk beter gemengd. Na 2025 is de bebouwde kom niet verder uitgebreid. Vanaf 2020 ligt de nadruk meer op herstructurering van oudere woonwijken. Duurzaamheid in de woonwijken is verbeterd. Leefbaarheid in de wijken is verbeterd door kwaliteitsverbetering van openbaar (gebruiks)groen. Veiligheid in de woonwijken is gewaarborgd en waar nodig verbeterd. Lokale voorzieningen zijn uitgebreid.
Afbeelding 7: uitsnede kaart Structuurvisie Lansingerland
In de structuurvisie wordt het plangebied aangemerkt als (bestaand) stedelijk gebied (zie afbeelding 7). De voorgenomen ontwikkeling past hierbinnen. Woonvisie 2009 – 2013 Op 17 december 2009 heeft de gemeenteraad van Lansingerland de Woonvisie 2009 - 2013 vastgesteld, getiteld ‘Samen bouwen aan een groen en duurzaam Lansingerland’. Hoofddoel van Lansingerland is de aantrekkelijke mix van de drie kernen voor de toekomst veilig te stellen. Deze missie is vertaald naar drie beleidsdoelen: het vergroten van keuzevrijheid en een gevarieerd woningaanbod; het bieden van gevarieerde en veilige woonmilieus en het versterken van een duurzame woon- en leefomgeving.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
17
Binnen het doel ‘bieden van gevarieerde en veilige woonmilieus’ is het de bedoeling om levensloopbestendige, leefbare, veilige, bereikbare en groene woonmilieus te realiseren. Er moet onder meer wijkgericht worden gewerkt en er moet worden gedefinieerd aan welke groeneisen nieuwe woningbouwplannen moeten voldoen. Een sterkere groene inbedding van woningen versterkt ook de beleving van een groene gemeente: de Parkstad. In het voorliggende bestemmingsplan is invulling gegeven aan deze groene inbedding, door aan de voorzijde van het perceel en de strook grenzend aan het Boezemwater een tuinbestemming toe te kennen. Daarmee past dit bestemmingsplan binnen de Woonvisie van de gemeente Lansingerland. Welstandsnota Het welstandsbeleid dat in de welstandsnota (vastgesteld d.d. 26 april 2012) uiteen wordt gezet, is bedoeld om de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Lansingerland te behouden en te stimuleren. Elk bouwplan moet, zowel op zichzelf als in relatie tot zijn omgeving, voldoen aan de redelijke eisen van welstand, volgens criteria die zijn vastgesteld in de gemeentelijke welstandsnota. Bovendien mogen bestaande bouwwerken niet in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand, ook weer volgens de criteria in de welstandsnota. Alleen als de gemeenteraad een gebied of een object als ‘welstandsvrij’ aanwijst, vervalt de preventieve welstandsbepaling. In Lansingerland wil de gemeente echter bij een deel van de vrije gebieden een vangnet behouden in de vorm van een paar summiere criteria om excessen te voorkomen. Gesproken wordt daarom van ‘vrij met excessenregeling’. Het welstandsbeleid van Lansingerland is uitgewerkt op basis van vier welstandsniveaus: welstandsvrij; vrij met excessenregeling; licht; bijzonder. Het bestemmingsplangebied valt binnen het welstandsniveau “Bijzonder”. Bij dit welstandsniveau is de welstandsbeoordeling gericht op het stimuleren van de beeldkwaliteit, in alle facetten. De gemeente wil hier duidelijke regie voeren op de ruimtelijke kwaliteit. Milieubeleidsplan Op 29 maart 2012 werd het milieubeleidsplan 2012-2015 vastgesteld. Dit plan biedt een kader voor de gemeentelijke milieuwerkzaamheden, bevat concrete doelstellingen en zorgt dat de milieuwerkzaamheden in de planperiode gestructureerd uitgevoerd worden. De gemeente streeft naar duurzame ontwikkeling. Dat is het geval als bij elke beslissing op elk niveau een evenwichtige afweging wordt gemaakt ten aanzien van de gevolgen voor mens, milieu en economie. Het totaal aan beslissingen moet continu leiden tot een balans tussen deze belangen. Het collegeprogramma en de beleidsvisie 2040 gaan uit van duurzaamheid als leidend principe. Ook wil de gemeente in 2025 een CO2-neutrale gemeente zijn. Het college hanteert als uitgangspunt de meest milieuvriendelijke en uiteindelijk ook de goedkoopste optie. Verder zal er creatief / actief gezocht worden naar mogelijke subsidies en partijen die de eerste investering voor hun rekening willen nemen. Om alle kansen voor het milieu te benutten zal de gemeente bij alle activiteiten en projecten in een vroeg stadium aandacht hebben voor duurzaamheid, en verder zal als richtlijn worden
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
18
gehanteerd van 10 jaar of korter voor het toepassen van duurzaamheidsmaatregelen. Als voortvloeisel van het milieubeleidsplan zijn of worden diverse producten gemaakt of geactualiseerd, zoals een bodemfunctiekaart, een gemeentelijke visie op externe veiligheid, afvalbeleid, beluidbeleid, energievisie e.d. 3.4
Conclusies De beoogde ontwikkeling van de vrijstaande woning aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk draagt bij aan de nationale en provinciale opgave om de bestaande ruimte in stads- en dorpsgebied te intensiveren en in kwalitatieve zin te verbeteren. Verder wordt aan (groene) woonwensen tegemoet gekomen.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
19
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
20
4
Natuur en landschap
4.1
Kader Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beoogt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën te beschermen. Van deze soortgroepen zijn alleen Huismuis, Bruine en Zwarte rat niet beschermd. Van de vissen, ongewervelde dieren (zoals vlinders, libellen en sprinkhanen) en planten zijn alleen de in de wet genoemde soorten beschermd. De Ffw gaat uit van het “nee, tenzij”-principe. Dit betekent dat alleen onder bepaalde (zeer stringente) voorwaarden een inbreuk mag worden gemaakt op de bescherming van soorten en hun leefomgeving. Daarnaast beschermt de wet niet alleen soorten in het algemeen, maar ook individuen van soorten. Voor ruimtelijke ingrepen die gevolgen hebben voor een beschermde soort en/of zijn leefgebied moet een ontheffing op grond van de Ffw worden aangevraagd. Voor een aantal soorten geldt daarenboven het beschermingsregime van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Voor werkzaamheden die uit een bestemmingsplan voortvloeien, dient voor de start van die werkzaamheden ontheffing te worden aangevraagd indien beschermde soorten voorkomen. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient duidelijk te zijn of en in hoeverre een ontheffing kan worden verkregen. De wettelijk beschermde soorten zijn ingedeeld in de volgende vier categorieën. Meer algemene soorten (tabel 1 Ffw): voor deze soorten is een algemene vrijstellingsregeling van kracht in geval van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Andere, niet algemeen voorkomende soorten (tabel 2 Ffw), met uitzondering van beschermde inheemse vogels: ontheffing is alleen mogelijk indien geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Er is echter geen ontheffing nodig indien gewerkt wordt volgens een gedragscode. Deze code dient door een sector of ondernemer zelf opgesteld te worden en dient vervolgens goedgekeurd te zijn door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Strikt beschermde soorten (tabel 3 Ffw): voor deze soorten dient in geval van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling altijd ontheffing te worden aangevraagd van de Ffw. Ontheffing wordt alleen verleend indien er geen alternatief is en geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Voor soorten in tabel 3 die ook op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (HR) voorkomen, wordt ontheffing echter alleen nog maar verleend indien er daarnaast een dwingende reden van groot openbaar belang is; dit is het gevolg van een uitspraak van de Raad van State2. Beschermde inheemse vogels: deze vallen onder de Europese Vogelrichtlijn (VR). Ruimtelijke inrichting of ontwikkeling en dwingende redenen van groot openbaar belang zijn volgens een uitspraak van de Raad van State3 geen reden om ontheffing te verlenen.
2
Zie ABRS 21 januari 2009, zaak nr. 200802863/1
3
zie ABRS 13 mei 2009, zaak nr. 200802624/1
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
21
Ontheffing is uitsluitend toegestaan op basis van de ontheffingsgronden die in de VR zijn genoemd. Overigens is het, indien geen ontheffing nodig is, volgens de huidige interpretatie van de wet wel verplicht rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Voor sommige vogelsoorten met vaste verblijfplaatsen geldt dat deze vaste verblijfplaatsen en het essentiële leefgebied jaarrond beschermd zijn. Overigens geldt voor alle in het wild levende planten- en diersoorten de zogenaamde zorgplicht. Dit houdt in dat “voldoende zorg” in acht moet worden genomen voor alle planten en dieren en hun leefomgeving. Concreet betekent dit dat bij ruimtelijke ontwikkeling gezorgd moet worden dat dieren niet gedood worden en dat planten verplant worden. Ook dient gelet te worden op bijvoorbeeld de voortplantingsperiode van amfibieën en de zoogperiode van zoogdieren. Gebiedsbescherming Het voormalige ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) heeft in 1990 de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geïntroduceerd. De EHS bestaat uit een netwerk van natuurgebieden. Het doel van de EHS is de instandhouding en ontwikkeling van deze natuurgebieden om daarmee een groot aantal soorten en ecosystemen te laten voortbestaan. Bescherming van (natuur)gebieden heeft daarnaast ook plaats middels de Natuurbeschermingswet. Daaronder vallen de volgende typen gebieden: Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden); Beschermde Natuurmonumenten; Wetlands. Binnen beschermde natuurgebieden gelden (strenge) restricties voor ruimtelijke ontwikkelingen. Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht. 4.2
Onderzoek
4.2.1 Soortenbescherming Flora- en faunaonderzoek In het kader van de ontwikkeling van het perceel Kerkstraat 31 is ecologisch onderzoek4 uitgevoerd. De rapportage hiervan is opgenomen als bijlage 1 bij deze toelichting en de onderzoeksresultaten luiden als volgt: Er zijn in het plangebied geen beschermde vaatplanten aangetroffen en de onderzochte percelen worden niet gebruikt door vogels waarvan het nest jaarrond beschermd is. Voor vogels moet wel rekening gehouden worden met het broedseizoen (dat grofweg loopt van 15 maart t/m 15 juli). De bebouwing in het plangebied is geschikt als vaste verblijfplaats voor vleermuizen. Naar deze soortgroep is nader onderzoek noodzakelijk. Tijdens het veldbezoek is een Kleine watersalamander aangetroffen, maar voor deze soort geldt een vrijstelling en is geen ontheffing van de Ffw nodig.
4
Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Flora- en faunaonderzoek in het kader van de herontwikkeling van het perceel aan
de Kerkstraat 31 te Bleiswijk, W690/P12-064, oktober 2012
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
22
Nader vleermuizenonderzoek Naar aanleiding van de conclusies uit het flora- en faunaonderzoek, is nader onderzoek naar vleermuizen5 uitgevoerd. De rapportage hiervan is opgenomen als bijlage 3 bij deze toelichting. Binnen het plangebied is geen enkele vleermuis waargenomen. Evenmin zijn in de verdere Kerkstraat vleermuizen waargenomen. Geconcludeerd kan worden dat het plangebied geen enkele functie heeft voor vleermuizen. De watergang achter het plangebied is niet in gebruik als vliegroute. Gewone Dwergvleermuizen komen wel voor langs de Margrietlaan. De waargenomen individuen bevonden zich op circa 100 meter afstand van het plangebied. Dit is buiten de invloedsfeer van de voorgenomen werkzaamheden aan de Kerkstraat. De voorgenomen werkzaamheden kunnen voor wat betreft vleermuizen dan ook zonder ontheffing op de Floraen faunawet uitgevoerd worden. 4.2.2 Gebiedsbescherming Het plangebied maakt geen onderdeel uit van de EHS. Het plangebied is evenmin onderdeel van een gebied dat onder de Natuurbeschermingswet 1998 valt. Ook in de directe omgeving zijn dergelijke gebieden niet aanwezig. 4.3
Conclusie Uit ecologisch veldonderzoek en nader vleermuizenonderzoek blijkt dat zich in het plangebied geen beschermde soorten bevinden, waarvoor een ontheffing van de Flora- en faunawet nodig is. Ook worden geen bepalingen uit de Natuurbeschermingswet overtreden. Wel geldt te allen tijde de Zorgplicht. Dit houdt in dat nadelige gevolgen voor planten en dieren, voor zover redelijk, zoveel mogelijk vermeden moeten worden.
5
Van der Helm Milieuadvies, Briefrapport vleermuisonderzoek Kerkstraat 31, Bleiswijk, kenmerk HOBL 120617, 19
december 2012
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
23
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
24
5
Water
5.1
Kader Er is een groot aantal beleidsstukken dat betrekking heeft op de waterhuishouding. Hieronder wordt één en ander uiteengezet.
5.1.1 Europees en Rijksbeleid Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en is opgesteld voor de planperiode 2009 - 2015. Het Nationaal Waterplan is in december 2009 door de ministerraad vastgesteld. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Het Rijk streeft naar een duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer en heeft de ambitie om de komende decennia te investeren in bescherming tegen overstromingen en in de zoetwatervoorziening. Voor een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem is het van belang bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met waterhuishoudkundige eisen op de korte en de lange termijn. Om een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem te bereiken moet het water meer bepalend zijn bij de besluitvorming over grote ruimtelijke opgaven dan voorheen. De mate van bepalendheid wordt afhankelijk gesteld van, onder meer, de omvang en de aard van de ingrepen, bestaande functies, nieuwe andere ruimteclaims en de bodemgesteldheid van een gebied. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Waterwet In de Waterwet (2009) zijn acht oude waterwetten samengebracht. De Waterwet regelt het beheer van de waterkeringen, het oppervlaktewater en het grondwater, verbetert de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening en zorgt voor een eenduidige bestuurlijke procedure en daarbij behorende rechtsbescherming voor besluiten. De Waterwet dient als paraplu om de Europese Kaderrichtlijn Water te implementeren en geeft ruimte voor implementatie van toekomstige Europese richtlijnen. De waterschappen krijgen een nieuwe bevoegdheid voor het verlenen van vergunningen voor grondwateronttrekkingen, bemalingen en infiltraties, met uitzondering van onttrekkingen voor drinkwater, koude- en warmteopslag en grote industriële onttrekkingen van meer dan 150.000 m3/jaar. Gemeenten krijgen verdergaande taken en bevoegdheden in het kader van de zorgplicht voor het inzamelen van afvalwater in de riolering en voor hemelwater en grondwater. Nationaal Bestuursakkoord Water In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is het kabinetsstandpunt over het waterbeleid in de 21e eeuw vastgelegd. De hoofddoelstellingen zijn: het waarborgen van het veiligheidsniveau
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
25
bij overstromingen en het verminderen van wateroverlast. Daarbij wordt de voorkeur gegeven aan ruimtelijke maatregelen boven technische maatregelen. In het NBW is ook de watertoets als procesinstrument opgenomen. De watertoets is het proces van vroegtijdig informeren, adviseren en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van dit instrument is waarborgen dat de waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet in beschouwing worden genomen als het gaat om waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Uitvoering van de watertoets betekent in feite dat de gemeente en de waterbeheerder samenwerken bij het uitwerken van ruimtelijke plannen, zodat problemen in het gebied zelf en de omgeving worden voorkomen. Kaderrichtlijn water Op 22 december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden. De KRW geeft een kader voor de bescherming van de ecologische en chemische kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater. Waterbeheer 21e eeuw In september 2000 heeft de commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21) advies uitgebracht over het toekomstig waterbeheer in Nederland. Belangrijk onderdeel van WB21 is het uitgangspunt van ruimte voor water. Er mag geen afwenteling plaatshebben; berging moet binnen het stroomgebied plaatshebben. Dit betekent onder andere het aanwijzen en instandhouden van waterbergingsgebieden. Daarnaast wordt verdroging bestreden en worden watertekorten verminderd. 5.1.2 Provinciaal beleid Grondwaterplan Zuid-Holland 2007 - 2013 Het grondwaterbeleid van de provincie voor de komende jaren staat in het Grondwaterplan Zuid-Holland 2007 - 2013. Hierin zijn ook de kaders beschreven die de provincie gebruikt bij het verlenen van vergunningen voor grondwateronttrekkingen. In de Verordening Waterbeheer zijn aanvullende regels opgenomen waar de provincie rekening mee houdt bij het verlenen, wijzigen of intrekken van een onttrekkingsvergunning. In het Grondwaterplan heeft de provincie zes speerpunten geformuleerd voor het grondwaterbeleid in de komende periode. Deze speerpunten komen voort uit de eerder genoemde actuele ontwikkelingen en veranderingen in wet- en regelgeving. De speerpunten zijn: a. verzilting en grondwaterkwantiteit; b. grondwaterkwaliteit; c. bodemdaling; d. concurrentie om de schaarse ruimte; e. verandering van positie en taken van de provincie; f. specifieke gebieden. Provinciaal Waterplan 2010 - 2015 Op 1 januari 2010 is het Provinciaal Waterplan 2010 - 2015 in werking getreden. In het Provinciaal Waterplan zijn de opgaven van de KRW, het NBW en het Nationaal Waterplan vertaald naar strategische doelstellingen voor Zuid-Holland. Het Provinciaal Waterplan beschrijft
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
26
op hoofdlijnen wat de provincie in de periode tot 2015 samen met haar waterpartners wil bereiken. Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven: a. waarborgen waterveiligheid; b. zorgen voor mooi en schoon water; c. ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening; d. realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem. In het plan zijn deze opgaven verder uitgewerkt in 19 thema’s en voor drie gebieden, in samenhang met economische, milieu- en maatschappelijke opgaven. Dit heeft geleid tot een integrale visie op de ontwikkeling van de Zuid-Hollandse Delta, het Groene Hart en de Zuidvleugel van de Randstad. Verordening Ruimte In de Verordening Ruimte is regelgeving opgenomen voor de regionale en primaire waterkeringen. Voor bestemmingsplannen zijn randvoorwaarden opgenomen die een onbelemmerde werking, instandhouding en het onderhoud van de primaire en regionale waterkeringen mogelijk maken, Dit geldt voor de beschermingszone(s) en de kernzone die horen bij de waterkeringen zoals opgenomen in de vastgestelde leggers van de waterschappen. 5.1.3 Beleid waterbeheerder Waterbeheerplan 2010-2015 De waterbeheerder ter plaatse van het plangebied is het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK). Het Waterbeheerplan 2010-2015 is het eerste Waterbeheerplan waarin het beleid voor alle taken van het HHSK is opgenomen. Voor de gemeente Lansingerland zijn dit: de waterveiligheid (waterkeringenbeheer; bescherming tegen overstroming), de zorg voor oppervlaktewater en grondwater, het beheer van de afvalwaterketen en emissies. Accenten voor de komende jaren liggen op het op orde krijgen en houden van de basisbeheerstaken, kosteneffectiviteit en kostenbeheersing. Hierbij wordt voorrang gegeven aan de waterveiligheid. HHSK speelt proactief in op ruimtelijke ontwikkelingen (adviseren, kansen benutten, randvoorwaarden stellen). Samenwerking met partijen binnen en buiten het gebied is belangrijk. In de taakuitoefening houdt het HHSK rekening met landschappelijke waarden, natuur, cultuurhistorie en (recreatief) medegebruik, voor zover dat niet ten koste gaat van een doelmatige behartiging van de waterschapstaken. Stedelijke waterplannen zijn een belangrijk instrument om de samenwerking en afstemming met gemeenten te bevorderen en gezamenlijk tot een uitgebalanceerde aanpak te komen, dit overigens met behoud van de wederzijdse taken en verantwoordelijkheden. De prioriteit binnen het stedelijke gebied ligt voor het HHSK, naast de rioleringsinspanningen van de gemeenten, bij de maatregelen om te voldoen aan de KRW en het NBW. Daarnaast wil het HHSK in de waterplannen meer aandacht besteden aan het operationele beheer en onderhoud van het watersysteem, zoals baggerwerk in stedelijk gebied. Zowel voor de waterkwaliteit (schoon en aantrekkelijk water) als voor waterkwantiteit (wateraanvoer en -afvoer; het voorkomen van wateroverlast) is het belangrijk dat dit goed wordt geregeld. Een belangrijke KRW-maatregel binnen de gemeente Lansingerland is het aansluiten van de glastuinbouwbedrijven (kassen) op
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
27
de riolering. Vanuit het NBW is er een opgave om extra waterberging en afvoercapaciteit te realiseren zodat aan de wateroverlastnormering kan worden voldaan. Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen In de nota "Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen" (Nota waterkwantiteitsbeheer, vastgesteld op 26 juni 2007 en aangevuld op 7 september 2007) is het beleid geformuleerd over de waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen. Samenvattend betekent het beleid het volgende: 1. aan ontwikkelingen die resulteren in een toename van het verharde oppervlak van minder dan 500 m2 worden geen waterbergingseisen gesteld; 2. bij de overige ontwikkelingen wordt aan de hand van de eigenschappen van het gebied vastgesteld hoeveel aanvullende waterberging benodigd is. 5.1.4 Gemeentelijk beleid Waterplan Lansingerland Op 29 april 2010 is het visiedeel van het Waterplan Lansingerland vastgesteld. Het doel van het Waterplan is het maken van afspraken, waarmee een robuust, veilig en duurzaam watersysteem gerealiseerd kan worden. Dit watersysteem moet voldoen aan landelijke en Europese normen en moet gebaseerd zijn op een gezamenlijke visie van gemeente en hoogheemraadschappen. Onderdelen hiervan zijn: a. een samenhangende beschouwing van de ambities, ruimtelijke ontwikkelingen en (water)problemen; b. een integrale (ruimtelijke) visie op het grondwater, oppervlaktewater en de riolering; c. een concreet maatregelenpakket voor de realisatie van maatregelen. De doelgroep van het stedelijk Waterplan bestaat uit bestuurders (van de gemeente en de hoogheemraadschappen), bewoners, beleidsmakers en beheerders. Het Waterplan heeft geen wettelijke status, maar fungeert als koepelplan en integraal kader voor afspraken over watermaatregelen tussen gemeente en hoogheemraadschappen. Op 30 juni 2011 is de eindrapportage van het Waterplan vastgesteld. Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 (GRP) staat beschreven hoe de gemeente omgaat met afvalwater, hemelwater en grondwater. In het GRP zijn niet alleen maatregelen opgenomen voor het voorkomen van water op straat, maar ook om emissie vanuit de riolering naar het oppervlaktewater te reduceren. Daarnaast heeft de gemeente aanvullende maatregelen opgenomen ter verbetering van de waterkwaliteit (het ‘waterkwaliteitsspoor’). De gemeente is voornemens in de planperiode een afkoppelplan op te stellen om de mogelijkheden voor afkoppelen in beeld te brengen. De gemeente stelt in de komende planperiode van het GRP een meetplan op voor de monitoring van de riolering en voert deze monitoring ook uit. De intentie van het GRP is gericht op samenwerking en afstemming binnen de (afval)waterketen tussen gemeente en de twee hoogheemraadschappen. Maatregelen uit het GRP die leiden tot verbetering van de waterkwaliteit, maken ook integraal onderdeel uit van uitvoeringsmaatregelen die zijn opgenomen in de eindrapportage van het Waterplan dat op 30 juni 2011 is vastgesteld.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
28
5.2
Onderzoek Hieronder volgt de inhoudelijke toetsing van het plan aan de verschillende ‘waterthema’s’, zoals die beschreven staan in de Handreiking Watertoets. Toetsing aan deze thema’s levert de watertoets op. Huidige situatie en plan Het plangebied is gelegen in het bebouwde gebied van de kern Bleiswijk. Dit stedelijke gebied is grotendeels verhard. In het kader van dit plan wordt één woning gerealiseerd. De bestaande bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. Veiligheid Ten noorden van het plangebied ligt de Boezemvaart, die tevens de noordelijke grens van het bestemmingsplangebied vormt. Het plangebied is niet gelegen binnen een beschermingszone van een waterkering. Het plangebied is gelegen in een gebied met een kleiner overstromingsrisico omdat het gelegen is in boezemland. Oppervlaktewatersysteem Het plangebied is gelegen in de Polder Bleiswijk c.a. en valt binnen het peilgebied Vaart Bleiswijk (de boezem). Dit peilgebied kent een vast peil van NAP -2,02 meter. Het peil wordt in het nieuwe, nog vast te stellen, peilbesluit naar alle waarschijnlijkheid verlaagd met 5 cm. Het plangebied is in de huidige situatie vrijwel geheel verhard en heeft een stedelijke inrichting. Het voornaamste oppervlaktewater nabij het plangebied is de boezemvaart Vaart Bleiswijk. Deze watergang wordt niet aangetast als gevolg van dit plan. Het plan heeft dan ook geen invloed op het watersysteem. Wateroverlast Het plangebied kent geen wateropgave; het voldoet aan de NBW-normen. Omdat deze ontwikkeling niet resulteert in een toename aan verhard oppervlak worden hiertoe geen waterbergingseisen gesteld. Riolering Het perceel kent een gemengd rioleringssysteem in de bestaande situatie. In het kader van de ontwikkeling van de woning moet het afvalwater aangesloten worden op de aanwezige riolering. Vanuit inrichtingen (bedrijven, horeca, e.d.) mogen geen ongewenste lozingen plaatsvinden die de werking van het rioolsysteem nadelig beïnvloeden. Voldaan moet worden aan nadere eisen op het gebied van Wm en Amvb’s t.a.v. lozingsgedrag. Voor de afvoer van hemelwater (RWA) moet onderzocht worden of de ontwikkeling kan worden afgekoppeld naar (aangrenzend) oppervlaktewater of op een andere wijze het hemelwater op eigen terrein verwerkt kan worden. Het uitgangspunt is afkoppelen. Als hierin redelijkerwijs niet kan worden voorzien, dan moet zijn voorzien in een RWA-aansluiting op het aanwezig gemengd riool of regenwaterriool.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
29
Bodemdaling Het (grond)waterpeil zal niet worden aangepast in het kader van dit plan. Eventuele bodemdaling in de omgeving zal niet door het plan worden beïnvloed. Grondwateroverlast In de huidige plannen is er geen sprake van ondergrondse bebouwing (zoals een kelder). Het bestemmingsplan staat hieraan evenwel niet in de weg. Indien bij eventuele toekomstige ontwikkelingen ondergrondse constructies worden gebouwd, waarvan de onderkant dieper ligt dan de hoogste grondwaterstand, wordt geadviseerd waterdicht te bouwen om te voorkomen dat overlast van grondwater ontstaat. Waterkwaliteit Bij afkoppelen moet beoordeeld worden of het afstromend hemelwater van verharde terrein- en dakoppervlakken geen nadelige gevolgen heeft voor de huidige waterkwaliteit. Eventueel moeten aanvullende (rand)voorzieningen worden aangebracht alvorens hemelwater wordt geloosd op oppervlaktewater. De waterkwaliteit in de Vaart Bleiswijk is momenteel ontoereikend (gezien het ecologisch doelbereik). Voorliggend plan heeft hier echter geen effect op. Het tegengaan van riooloverstorten door de afkoppeling van hemelwater van de DWA komt de waterkwaliteit (in de omgeving) ten goede. Het ontstaan van (nieuwe) vervuilingsbronnen dient zoveel mogelijk te worden voorkomen om vervuiling van grond- en oppervlaktewater te beletten. Het toepassen van niet-uitloogbare bouwmaterialen bij de toekomstige ontwikkelingen voorkomt dat het hemelwater wordt vervuild. In verband hiermee dienen geen (sterk) uitloogbare materialen zoals koper, lood, zink of teerhoudende dakbedekking te worden gebruikt op delen die met hemelwater in contact komen, zoals de dakbedekking, goten en pijpen of er moet voorkomen worden dat deze materialen kunnen uitlogen (bijvoorbeeld door het coaten van loodslabben). Natte natuur / verdroging Het plangebied is niet gelegen in of nabij een (nat) natuurgebied of (natte) ecologische verbindingszone. Verdroging zal niet optreden door de voorgestane ontwikkelingen, omdat het grondwaterpeil niet zal worden aangepast. Keur en Legger Alle handelingen of werkzaamheden in de nabijheid van waterstaatswerken vallen onder de regels van de ‘Keur van Schieland en de Krimpenerwaard’. In deze verordening van het Hoogheemraadschap zijn gebods- en verbodsbepalingen opgenomen om de waterstaatsbelangen veilig te stellen. In de meeste gevallen zal een vergunning moeten worden verleend door het Hoogheemraadschap. De Legger van het Hoogheemraadschap is een register waarin functie, afmetingen en onderhoudsplichtigen van wateren (zoals sloten en vaarten), waterkeringen, waterbergingen en ondersteunende kunstwerken vastgelegd zijn. Ook geeft de Legger de ligging van wateren, waterbergingen en natuurvriendelijke oevers aan, zodat duidelijk is waarop de Keur van toepassing is.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
30
Beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van het inzamelings- en transportstelsel van afvalwater, kortom de riolering, ligt bij de gemeente. Het Hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor de zuivering van het aangeleverde afvalwater. Het beheer van de waterkeringen, hoofdwatergangen en boezem-watergangen ligt doorgaans bij het Hoogheemraadschap. Het Hoogheemraadschap is doorgaans verantwoordelijk voor het onderhoud aan de boezemkering en de hoofdwatergangen. De onderhoudsplicht voor overige watergangen ligt bij de aangrenzende kadastrale eigenaren. Voor hoofdwatergangen geldt een beschermingszone van 5 meter (gemeten vanaf de insteek van het talud en voor overige watergangen is dit 1 meter. Activiteiten binnen deze zone zijn vergunningsplichtig op grond van de Keur. Beschermingszones dienen (zwaar) onderhoudsmateriaal te kunnen dragen. Er mogen zich geen obstakels bevinden in de beschermingszones. In voorkomende gevallen kan van bovengenoemde maten met een ontheffing van het Hoogheemraadschap, mist het onderhoud gewaarborgd is en op een reguliere manier kan worden uitgevoerd. Over een gedeelte (namelijk 3 meter) van de beschermingszone van de Boezemvaart (die 5 meter bedraagt) is de bestemming “Tuin” opgenomen. 5.3.
Conclusie Voorliggend plan heeft geen invloed op het watersysteem en de waterkwaliteit. De ontwikkeling is dusdanig kleinschalig van aard dat eventuele waterbergingseisen niet van toepassing zijn. Een concept van deze waterparagraaf is voor informeel advies voorgelegd aan het HHSK. Diens opmerkingen zijn vervolgens verwerkt. Het voorontwerpbestemmingsplan met de waterparagraaf is daarna, conform het gestelde in artikel 3.1.1. van het Bro, opnieuw aan het HHSK voorgelegd waarbij een formeel, definitief advies is afgeven. De opmerkingen volgend uit dit advies zijn verwerkt in de waterparagraaf.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
31
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
32
6
Archeologie en cultuurhistorie
6.1
Archeologie
6.1.1 Kader Wet op de archeologische monumentenzorg In de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz 2007) zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta (1992) binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De Wamz wijzigde een deel van de Monumentenwet 1988, waardoor deze wet het volgende regelt: de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen, waarbij in beginsel geldt: “de veroorzaker betaalt”. Het belangrijkste doel van de wet is het behoud van het bodemarchief “in situ” (ter plekke), omdat de bodem de beste garantie biedt voor een goede conservering van de archeologische waarden. Het is verplicht om in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Op die manier komt er ruimte voor overweging van archeologievriendelijke alternatieven. Gemeentelijk archeologiebeleid De gemeente Lansingerland beschikt over eigen archeologiebeleid. Op basis van dit archeologiebeleid kan worden bepaald wat de verwachtingswaarde van een bepaald gebied is.
Afbeelding 8: uitsnede gemeentelijke archeologische beleidskaart (versie augustus 2012)
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
33
Op afbeelding 8 is te zien dat voor het plangebied een hoge verwachting geldt. Deze verwachtingswaarde houdt in dat bij ingrepen vanaf meer dan 50 m2 grondoppervlak en die dieper dan 30 cm onder het maaiveld reiken, archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. 6.1.2 Onderzoek en conclusie De voorgenomen ontwikkeling gaat uit van een ontwikkeling groter dan 50 m2. De huidige bebouwing is uitgevoerd met fundering ‘op staal’; waarschijnlijk een randbalk met een betonvloer. De diepte van de fundering is circa 60 tot 80 cm onder maaiveld. Er zit geen kelder onder de huidige bebouwing. De toekomstige bebouwing is een woning binnen het nieuwe bebouwingsvlak die een kleinere oppervlakte beslaat dan de bebouwing in de huidige situatie. De fundatie van de nieuwe woning zal hoogstwaarschijnlijk worden uitgevoerd met heipalen en funderingsbalken. In dit geval dient er geen archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden; er zal nauwelijks extra verstoring plaats gaan vinden. Als de plannen met betrekking tot de verstoringsdiepte in de verdere uitwerking nog wijzigen, dan waarborgt de archeologische dubbelbestemming de archeologische belangen. Deze dubbelbestemming “Waarde – Archeologie” is op basis van het gemeentelijke archeologiebeleid in dit bestemmingsplan opgenomen. De dubbelbestemming ziet erop toe dat bij bodemverstorende activiteiten waarbij archeologische waarden kunnen worden geschaad archeologisch onderzoek wordt gedaan. In de dubbelbestemming is dit geregeld doordat een omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten moet worden aangevraagd. Deze wordt pas afgegeven als is gebleken dat de (eventueel) aanwezige archeologische belangen niet onevenredig worden verstoord. 6.2
Cultuurhistorie
6.2.1 Beleid Regioprofielen Cultuurhistorie De provincie Zuid-Holland wil waardevolle cultuurhistorische elementen behouden of inpassen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Om dit richting te geven, zijn Regioprofielen Cultuurhistorie opgesteld. De zestien regioprofielen dienen als een handreiking en sturingskader voor gemeenten, waterschappen, terreinbeheerders en adviesbureaus om cultuurhistorie op te nemen in ruimtelijke plannen. Ze zijn een uitwerking van de algemene richtlijnen voor cultuurhistorie in ruimtelijke plannen zoals die staan in de Provinciale Structuurvisie. Nota Cultuurhistorie Plus - Lansingerland De gemeente Lansingerland heeft de ambitie om uit te groeien tot een aantrekkelijke parkstad waarin het goed wonen, werken en recreëren is. Om die ambitie te verwezenlijken voert de gemeente een uitgesproken ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Als onderdeel van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid is de Nota Cultuurhistorie Plus (vastgesteld d.d. 26 april 2012) opgesteld. Waar mogelijk moeten de uitgangspunten uit de Nota worden vertaald in een juridische regeling in het bestemmingsplan.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
34
6.2.2 Onderzoek en conclusie Cultuurhistorische waarden in en nabij het plangebied Het centrum van Bleiswijk wordt in de gemeentelijke Nota Cultuurhistorie Plus gekwalificeerd als historische kern. In de kern staat nog vrij veel historische bebouwing. De kern van Bleiswijk wordt nog geheel door de ringgracht omgeven, die opvallend genoeg nauwelijks zichtbaar is vanuit de openbare ruimte. Rond de hele buitenkant zijn namelijk villa’s tegen het talud aan gebouwd. De binnenkant grenst over bijna de gehele lengte aan achtererven. Alleen waar het water een openbare weg kruist, is het water even zichtbaar. De openbare ruimte zou hier zo ingericht kunnen worden dat het water maximaal ‘beleefbaar’ wordt. Vrijwel alle panden staan met de kap haaks op de weg, en met de voorgevel op de weg georiënteerd. Ook de kap van de beoogde vrijstaande woning ligt haaks op de voorgevel, waardoor de lange lijn naar het water wordt begeleidt door het bebouwingsvlak en de nokrichting. De historische bebouwing langs de linten is daarnaast hoofdzakelijk uitgevoerd in baksteen, die soms wit is gepleisterd. De Dorpsstraat en Kerkstraat zijn tweezijdig en vrijwel aaneengesloten bebouwd. De kerk staat op de kruising, schuin op het stratenpatroon. Het ordenend principe en de dragende kwaliteit van Bleiswijk is het duidelijk herkenbare historische dorpslint. De dorpskern ontwikkelde zich waar de Kerkstraat haaks op het historisch lint de Dorpsstraat staat. De Dorpsstraat en Kerkstraat zijn tweezijdig en vrijwel aaneengesloten bebouwd. In het gemeentelijk beleid is vastgelegd dat het dorpse karakter behouden moet blijven. De bestaande karakteristiek vormt daarbij het uitgangspunt. Het plangebied grenst aan het Boezemwater, dat door de provincie is gewaardeerd als een landschappelijke lijn van hoge waarde (zie afbeelding 9). De cultuurhistorische waarde van het Boezemwater wordt met de realisatie van de vrijstaande woning echter niet aangetast en een vertaling in een bestemmingsplanregeling is derhalve niet benodigd. Tevens sluit de bebouwing qua karakteristiek aan bij de bestaande bebouwing aan het dorpslint.
Afbeelding 9: uitsnede provinciale cultuurhistorische waardenkaart.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
35
Vertaling in bestemmingsplan In het bestemmingsplan zijn, ingevolge het gemeentelijke beleid, de maximale afmetingen van de bebouwing vastgelegd. Conform de Nota cultuurhistorie plus is het niet wenselijk om bovenland/dijk af te graven of te verhogen. In het plangebied is sprake van bovenland; de gehele historische dorpskern van Bleiswijk is als zodanig gekwalificeerd (zie afbeelding 10). Hiertoe is een gebiedsaanduiding ‘bovenland’ opgenomen, alwaar een stelsel geldt dat ziet op het verkrijgen van een vergunning voor de activiteiten afgraven en/of verhogen.
Afbeelding 10: uitsnede kaart ‘cultuurhistorische elementen en structuren’ uit Nota Cultuurhistorie Plus
Verder is een tuinbestemming opgenomen voor de gronden die grenzen aan de ringgracht. Dit om de beleefbaarheid en toegankelijkheid van dit water te vergroten (er kan zo geen verstorende bebouwing komen).
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
36
7
Milieu
7.1
Algemeen In dit hoofdstuk worden de ruimtelijke (on)mogelijkheden vanuit diverse milieuaspecten inzichtelijk gemaakt. Waar nodig moet een vertaling plaatsvinden naar de juridische regeling. Het uitgangspunt hierbij is dat de juridische regeling zowel de ruimtelijke kwaliteit als de milieukwaliteit voldoende dient te borgen.
7.2
Bodemkwaliteit
7.2.1 Kader Wet bodembescherming De Wet bodembescherming (Wbb) voorziet in maatregelen indien sprake is van ernstige bodemverontreiniging. Het doel van de Wbb is in de eerste plaats het beschermen van de (landof water-) bodem zodat deze kan worden benut door mens, dier en plant, nu en in de toekomst. Via de Wbb heeft de Rijksoverheid de mogelijkheid algemene regels te stellen voor de uitvoering van werken, het transport van stoffen en het toevoegen van stoffen aan de bodem. Ontwikkelingen kunnen pas plaatsvinden als de bodem, waarop deze ontwikkelingen gaan plaatsvinden, geschikt is of geschikt is gemaakt voor het beoogde doel. Bij nieuwbouwactiviteiten dient de bodemkwaliteit door middel van onderzoek in beeld te zijn gebracht. In het algemeen geldt dat nieuwe bestemmingen bij voorkeur op een schone bodem dienen te worden gerealiseerd. Besluit bodemkwaliteit Het doel van het Besluit bodemkwaliteit (2008) is de bodem beter te beschermen en meer ruimte te bieden voor nieuwe bouwprojecten. Ook geeft het besluit gemeenten en provincies meer verantwoordelijkheid om de bodem te beheren. Het Bouwstoffenbesluit (Bsb) is opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit. Relatie Wabo, Wbb en Woningwet (Wonw) De inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, 1 oktober 2010) heeft effect op de Wbb en de Woningwet (Ww): in de Wabo is aangegeven dat in de plaats van de aanhoudingsgrond (uit de Ww) een afstemmingsregeling wordt opgesteld waarbij de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning wordt afgestemd op de acties ten aanzien van de bodemverontreiniging. Voorts geldt ten aanzien van de bodem dat de Woningwet gemeenten verplicht in hun bouwverordening voorschriften omtrent het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem op te nemen. Die voorschriften dienen in elk geval betrekking te hebben op het verrichten van onderzoek naar aard en mate van verontreiniging van de bodem, op de aard en omvang van dat onderzoek en op inrichting van het op te stellen onderzoeksrapport.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
37
7.2.2 Onderzoek Bodemkwaliteitskaart Om een beeld te krijgen van de bodemopbouw en -kwaliteit, wordt uitgegaan van de bodem gemeentelijke bodemkwaliteitskaart. Afbeelding 11 laat zien dat het plangebied is gelegen binnen zone 1 - lintbebouwing vóór 1930.
Afbeelding 11: uitsnede gemeentelijke bodemkwaliteitskaart (zowel bovengronds als ondergronds)
Zone 1 wordt gekenmerkt door de oude lintbebouwing in Lansingerland. De menselijke activiteiten concentreerden zich tot ca. 1930 in deze gebieden. Het gebied wordt gekenmerkt door een 'willekeurige' afwisseling tussen woonbebouwing en bedrijvigheid. Het gebied is nooit integraal opgehoogd. Als gevolg van de langdurige menselijke activiteiten komen matig verhoogde gehalten van metalen voor. Deze zone kenmerkt zich door een hoge variabiliteit in gehalten (34% respectievelijk 27% in boven- en ondergrond). In het kader van het vergunningtraject voor de realisatie van de nieuwe woning, zal een nadere afweging van het aspect ‘bodem’ worden gemaakt. 7.2.3 Conclusie Het plangebied is gelegen binnen zone 1 – lintbebouwing vóór 1930, waar als gevolg van langdurige menselijke activiteiten matig verhoogde gehalten van metalen voorkomen. Nader onderzoek is derhalve noodzakelijk. Dit onderzoek zal plaatsvinden in het kader van de aanvraag van de omgevingsvergunning.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
38
7.3.
Akoestische aspecten
7.3.1 Kader Op grond van hoofdstuk VI ‘Zones langs wegen’ van de Wet geluidhinder (Wgh) is een akoestisch onderzoek6 uitgevoerd naar wegverkeerslawaai. In het onderzoek, waarvan de rapportage is opgenomen als bijlage 2 bij deze toelichting, zijn de Overbuurtseweg (N209) en de Kerkstraat betrokken. Onderzoekszone Behalve langs 30 km/uur-wegen en woonerven bevindt zich overeenkomstig artikel 74 Wgh aan weerszijden van een weg een zone waarbinnen akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Voordat nieuwe woningen binnen deze zone kunnen worden geprojecteerd dient te worden onderzocht of aan de normen van de Wgh wordt voldaan. De zonebreedte is afhankelijk van het aantal rijstroken en van de aard van de omgeving (stedelijk of buitenstedelijk gebied). De definities van stedelijk en buitenstedelijk gebied zijn opgenomen in artikel 1 Wgh. Deze definities luiden: - stedelijk gebied: het gebied binnen de bebouwde kom (bepaald door komgrensborden) met uitzondering van het gebied binnen de zone van een autoweg of autosnelweg; - buitenstedelijk gebied: het gebied buiten de bebouwde kom en het gebied binnen de bebouwde kom dat is gelegen binnen de zone van een autoweg of autosnelweg. Langs de Overbuurtseweg is een zone aanwezig van 250 meter (2x1 rijstrook, buitenstedelijk gebied). Deze zone wordt gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook. Aangezien er geen zone aanwezig is langs de Kerkstraat (30 km/uur), is toetsing aan de normen van de Wgh niet nodig. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt de Kerkstraat wel meegenomen in dit onderzoek. Normstelling Wanneer een nieuwe woning wordt gerealiseerd binnen een zone van een weg, dan mag de geluidsbelasting niet meer bedragen dan de voorkeurswaarde. Indien de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde moeten er maatregelen worden getroffen om hieraan alsnog te kunnen voldoen. Blijkt dat niet mogelijk te zijn of op zwaarwegende bezwaren te stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard dan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland bevoegd tot het vaststellen van hogere waarden. In tabel 1 is aangegeven wat de voorkeurswaarde en de maximale ontheffingswaarde is voor nieuwe woningen in stedelijk gebied door wegverkeerslawaai.
6
KuiperCompagnons, Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 – Bleiswijk”, Gemeente Lansingerland, Akoestisch onderzoek,
Rotterdam, 2 november 2012
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
39
Bron
Voorkeurswaarde
Maximale ontheffingswaarde
Nieuwe woning
48 dB (art. 82, lid 1 Wgh)
63 dB (art. 83, lid 2 Wgh)
Tabel 1: Normstelling wegverkeerslawaai
Reductie geluidsbelastingen wegverkeerslawaai Volgens artikel 110g Wgh juncto artikel 3.6 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG 2006), mag op grond van de verwachting dat de geluidproductie van motorvoertuigen in de toekomst zal afnemen, de berekende geluidsbelastingen op de gevels worden gereduceerd met 2 dB bij wegen met een rijsnelheid van 70 km/uur en hoger en met 5 dB bij wegen met een rijsnelheid van lager dan 70 km/uur. In dit geval geldt een reductie van 2 dB voor de Overbuurtseweg. Uit jurisprudentie komt naar voren dat deze reductie niet zondermeer mag worden toegepast voor wegen met een rijsnelheid van 30 km/uur. Om deze reden is voor de Kerkstraat geen rekening gehouden met een reductie. Hogere waardenbeleid gemeente Lansingerland De gemeente Lansingerland heeft nadere criteria en voorwaarden gesteld bij het verlenen van hogere waarden. Deze criteria/voorwaarden zijn vastgelegd in de ‘Beleidsnota Hogere Waarden’, versie 3 d.d. mei 2009. In de beleidsnota is beschreven dat met een hogere waarde-procedure voor nieuwe woningen alleen kan worden gestart als aan minimaal één van de volgende criteria kan worden voldaan: - de nieuwe woningen worden verspreid gesitueerd; - de nieuwe woningen zijn opgenomen in een dorps- of stadsvernieuwingsplan; - de nieuwe woningen vervullen een akoestische afschermende functie; - de nieuwe woningen zijn noodzakelijk vanwege grond- of bedrijfsgebondenheid; - de nieuwe woningen vullen een open plaats op tussen aanwezige bebouwing; - de nieuwe woningen dienen ter vervanging van bestaande bebouwing. Bij woningen met een geluidsbelasting van 53 dB of hoger als gevolg van wegverkeer dient, op grond van de beleidsnota, ten minste één geluidsluwe zijde aanwezig te zijn. Bij voorkeur dient aan deze zijde een buitenverblijfsruimte te worden gesitueerd. Onder een geluidsluwe gevel wordt verstaan die zijde van de woning, waarbij de geluidsbelasting per weg afzonderlijk niet hoger is dan de voorkeurswaarde. Als er geen buitenruimte aanwezig is, wordt met de aanwezigheid van minimaal één geluidluwe gevel voldoende kwaliteit gerealiseerd. De geluidsbelasting ter plaatse van de buitenruimte mag in principe niet meer dan 5 dB hoger zijn dan bij de geluidluwe zijde. Voor woningen met een geluidsbelasting van 53 dB en hoger gelden vanuit het gemeentelijk hogere waarden beleid de volgende eisen. - geen situering van verblijfsruimte aan hoogst belaste gevel tenzij er overwegende bezwaren zijn van stedenbouw of volkshuisvesting; - aanwezigheid geluidsluwe gevel en dito buitenverblijfsruimte, tenzij dit niet haalbaar is: dan dient de buitenruimte afsluitbaar te zijn.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
40
Bij het vaststellen van een hogere waarde wordt op grond van artikel 110a Wgh rekening gehouden met cumulatie van geluid. In het beleid is aangegeven dat de cumulatieve geluidsbelasting per aanvraag wordt beoordeeld. Bouwbesluit 2012 In het Bouwbesluit 2012 is aangegeven wat de karakteristieke geluidswering moet zijn om een binnenwaarde, bij gesloten ramen, te garanderen voor verblijfsgebieden van een nieuwe woning. De geluidsbelasting door wegverkeerslawaai mag in verblijfsgebieden (gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen) niet hoger zijn 33 dB. Voor een bedgebied (verblijfsgebied waarin bedden aanwezig zijn) mag het niet hoger zijn dan 28 dB. 7.3.2 Onderzoek Voor de bepaling van de geluidsbelastingen door het wegverkeer zijn in het kader van dit bestemmingsplan, berekeningen uitgevoerd met Standaardrekenmethode II overeenkomstig het RMG 2006. In het rekenmodel zijn de bronnen (weg), bodemgebieden (akoestisch hard/zacht), objecten (gebouwen enz.), hoogtelijnen en toetspunten ingevoerd. Voor dit onderzoek, dat is opgenomen als bijlage 2 bij deze toelichting, is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu, versie 1.91. Berekeningsresultaten Vanwege het verkeer op de Overbuurtseweg is een geluidsbelasting berekend van 37 dB tot maximaal 45 dB. Omdat de voorkeurswaarde van 48 dB niet wordt overschreden, wordt voldaan aan de normen van de Wgh. Het doorlopen van een hogere waardeprocedure is niet aan de orde. Dit betekent dat er vanuit de Wgh en het gemeentelijk hogere waardenbeleid geen belemmeringen zijn voor de ontwikkelingsmogelijkheid uit dit bestemmingsplan. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ook de Kerkstraat (30 km/uur) in het onderzoek meegenomen. Uit de berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting op de nieuwe woning varieert tussen 39 dB en 45 dB (zonder reductie volgens artikel 110g Wgh). Aangezien de geluidsbelasting ruim lager is dan de voorkeurswaarde zijn er geen belemmeringen te verwachten vanwege het verkeer op de Kerkstraat. 7.3.3 Conclusie Het verkeer op de onderzoeksplichtige Overbuurtseweg leidt tot een maximale geluidsbelasting van 45 dB. Omdat de voorkeurswaarde van 48 dB niet wordt overschreden, is het doorlopen van een hogere waardenprocedure niet aan de orde. De maximaal berekende geluidsbelasting door het verkeer op de Kerkstraat is eveneens 45 dB. Op grond van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het aspect wegverkeerslawaai niet leidt tot belemmeringen. 7.4
Luchtkwaliteit
7.4.1 Kader Voor het aspect luchtkwaliteit is de Wet luchtkwaliteit (titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer) van belang. Voor een bestemmingsplan waarin ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is het noodzakelijk te toetsen aan de normen van de Wet luchtkwaliteit.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
41
De kern van de Wet luchtkwaliteit is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is een bundeling maatregelen op regionaal, nationaal en internationaal niveau die de luchtkwaliteit verbeteren. Daarnaast zijn daarin alle ruimtelijke ontwikkelingen opgenomen die de luchtkwaliteit verslechteren. Naast de introductie van het NSL is het begrip ‘niet in betekenende mate bijdragen’ (NIBM) een belangrijk onderdeel van de Wet luchtkwaliteit. Een project draagt NIBM bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit als de NO2 en PM10 jaargemiddelde concentraties niet meer toenemen dan 1,2 µg/m3. In dat geval wordt de ontwikkeling als NIBM aangemerkt. Een ruimtelijke ontwikkeling vindt volgens de Wet luchtkwaliteit doorgang als ten minste aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: de ontwikkeling is opgenomen in het NSL; de ontwikkeling wordt aangemerkt als een NIBM-ontwikkeling; de gestelde grenswaarden in bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit worden niet overschreden; projectsaldering wordt toegepast. 7.4.2 Onderzoek In de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’ (Regeling NIBM) zijn voor verschillende functiecategorieën cijfermatige kwantificaties opgenomen, waarbij een ontwikkeling als een NIBM-project kan worden beschouwd. Deze categorieën betreffen landbouwinrichtingen, spoorwegemplacementen, kantoorlocaties, woningbouwlocaties en een combinatielocatie van woningbouw en kantoren. In die regeling is aangegeven dat een woningbouwlocatie met maximaal 1.500 woningen aan één ontsluitingsweg is aan te merken als een ontwikkeling die NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. In dit bestemmingsplan wordt de bouw van één woning gerealiseerd. Om die reden draagt deze ontwikkeling ‘NIBM’ bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit en is toetsing aan de grenswaarden niet nodig. Goede ruimtelijke ordening Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is evenwel beoordeeld of ter plaatse van het plangebied, mogelijke hogere concentraties luchtverontreinigende stoffen aanwezig zijn. Langs wegen zijn met name de stoffen NO2 en PM10 van belang. In het CarII-rekenmodel, webbased versie 10.0, zijn voor het gehele grondgebied van Nederland de achtergrondconcentraties ingevoerd (vaste parameters) en onderverdeeld in vlakken van 1 km bij 1 km. De bepaling hiervan vindt plaats aan de hand van de x, y-coördinaten. Voor dit plan zijn de coördinaten x=96065 en y=447350 van belang. De bijbehorende jaargemiddelde achtergrondconcentratie NO2 en PM10 in het jaar 2012 bedraagt respectievelijk 26 µg/m3 en 18 µg/m3. Voor de beide stoffen is dat ruim lager dan de gestelde grenswaarde. Bij de achtergrondconcentratie voor PM10 is rekening gehouden met de geldende correctie voor zeezout. Voor de gemeente Lansingerland is deze correctie 6 µg/m3. De trend is dat de emissies en achtergrondconcentraties voor de beide stoffen in de toekomst afnemen. In de toekomst zijn dan ook geen hoge concentraties te verwachten
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
42
Gezien de lage achtergrondconcentraties worden dan ook geen overschrijdingen van de jaargemiddelde grenswaarden NO2 en PM10 verwacht ter plaatse van de nieuwe woning. 7.4.3 Conclusie Met dit bestemmingsplan wordt de bouw van één nieuwe woning mogelijk gemaakt. Dit is ruim lager dan de cijfermatige kwantificatie voor een woningbouwlocatie uit de Regeling NIBM. Daardoor is deze ontwikkeling aan te merken als een project dat NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Toetsing aan de normen van de Wet luchtkwaliteit is dan ook niet nodig. Geconcludeerd kan worden dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmeringen oplevert voor de voorgenomen ontwikkelingen in dit bestemmingsplan (artikel 5.16, lid 1 aanhef en onder c Wm). Daarnaast zijn in het kader van een goede ruimtelijke ordening ter plaatse van het plan de jaargemiddelde achtergrondconcentraties NO2 en PM10 bepaald. Deze waarden zijn veel lager dan de gestelde grenswaarden uit bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit. Een overschrijding van de grenswaarden is dan ook niet te verwachten. 7.5
Milieuzonering
7.5.1 Kader Voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving is een juiste afstemming tussen de verschillende voorkomende functies wonen noodzakelijk. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een milieuzonering die uitgaat van richtinggevende afstanden tussen hinderlijke functies (in de vorm van gevaar, geluid, geur, stof) en gevoelige functies. In de brochure “Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (versie 2009) zijn deze richtafstanden opgenomen. Van deze richtafstanden kan gemotiveerd worden afgeweken. 7.5.2 Onderzoek Met het plan wordt een nieuwe woning mogelijk gemaakt. Daarom dient beschouwd te worden of de nieuwe woning de bestaande omliggende inrichtingen beperkt in hun bedrijfsvoering en of een goed woon- en leefklimaat van de woning gegarandeerd kan worden. Om dit te toetsen, wordt gebruik gemaakt van de richtafstanden, zoals opgenomen in de VNG-brochure. In tabel 2 is weergegeven welke inrichtingen zich in de omgeving van het plangebied bevinden. Bij ieder bedrijf is aangegeven tot welke VNG categorie deze behoren met de bijbehorende richtafstand (tot een rustige woonwijk) en wat het maatgevende aspect (geur, geluid of stof) is. De werkelijke kortste afstand komt overeen met de afstand van de inrichtingsgrens tot de gevel van de nieuwe woning.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
43
Tabel 2: overzicht relevante bedrijvigheid/inrichtingen nabij plangebied SBI-
Adres
Omschrijving
Code
VNG
Richt-
Werkelijke
Maatgevend
Cate-
afstand
kortste
aspect
gorie
(in m*)
afstand (in m)
Dorpsstraat
Diverse voorzieningen
1 en 2
9491
Dorpsstraat 72
Kerkgebouw het Anker
2
30 (10*)
+/- 40
Geluid
9491
Kerkstraat 2
Kerk
2
30 (10*)
+/- 50
Geluid
9499
Kerkstraat 13/15
Clubgebouw de Rank
2
30 (10*)
+/- 35
Geluid
Kerkstraat 33 - 37
Kinderopvang De Zonnestraaltjes
2
30 (10*)
+/- 10
Geluid
-
74
30 (10*)
> 40
Geluid
*gereduceerde richtafstand in verband met gemengd gebied
De omgeving van het plangebied kan worden gezien als een ‘gemengd gebied’, op basis van de brochure van de VNG. Een ‘gemengd gebied’ is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Indien het omgevingstype 'gemengd gebied' van toepassing is, kan de richtafstand terug worden gebracht met één afstandsstap, omdat sprake is van een zekere verstoring van het gebied ten opzichte van een rustige woonwijk. De gereduceerde richtafstand is in de tabel tussen haakjes weergegeven. Zelfs zonder reductie is de maximale richtafstand van de genoemde bedrijven zodanig dat voldaan wordt aan de richtafstanden. Een uitzondering hierop is de kinderopvang aan de Kerkstraat 33 - 37. De werkelijke kortste afstand is daar namelijk iets minder dan 10 meter. Als de VNG-tabel voor functiemenging wordt beschouwd, wordt Kinderopvang gecategoriseerd als B. Dat wil zeggen dat deze activiteiten in gemengd gebied plaats kunnen vinden, maar wel bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies dienen te zijn. De kinderopvang is bouwkundig afgescheiden van de woning (dus niet aanpandig). Hiermee wordt voldaan aan de VNG-richtlijn. Een goed woon- en leefklimaat ten aanzien van de geprojecteerde woning kan dus gegarandeerd worden. Daarnaast beperkt de nieuwe woning de bedrijfsvoering van omliggende inrichtingen niet onevenredig. 7.5.3 Conclusie De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door wonen, detailhandel, dienstverlening en maatschappelijke functies. Gezien het karakter van de omgeving kan het gebied in het kader van de brochure ‘Bedrijven en Milieuzonering’ van de VNG worden beschouwd als een gemengd gebied. Een reductie van de richtafstanden is daarmee van toepassing. Aan de gereduceerde richtafstanden wordt voldaan, behalve bij de kinderopvang. Maar omdat daar sprake is van een bouwkundige afscheiding van de woning (niet aanpandig) wordt ook hier voldaan aan de VNG-richtlijn. Het toevoegen van de woning betekent niet dat bestaande bedrijven in hun functioneren worden beperkt. Het woon- en leefklimaat van de geprojecteerde woning kan daarnaast in voldoende mate worden gewaarborgd. Om deze redenen gelden geen belemmeringen vanuit het aspect bedrijven en milieuzonering.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
44
7.6
Externe veiligheid
7.6.1 Kader Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals milieurisico’s, transportrisico’s en risico’s die kunnen optreden bij de productie, het vervoer en de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen. Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke (on)mogelijkheden. In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), gelezen in samenhang met de regels omtrent externe veiligheid, moet worden onderzocht of er sprake is van aanwezigheid van risicobronnen in de nabijheid van de locatie waarop het Wro-besluit betrekking heeft en dienen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR), en de eventuele toename hiervan, berekend te worden. Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De normstelling heeft de status van een grenswaarde die niet overschreden mag worden. Voor kwetsbare objecten wordt in zowel bestaande als nieuwe situaties het niveau van 10-6 per jaar als grenswaarde gehanteerd. Nieuwe beperkt kwetsbare objecten zijn alleen toegestaan onder een gewichtige motivering. Bestaande beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan binnen de PR 10-6 contour. Het GR kan worden beschouwd als de maat van maatschappelijke ontwrichting in geval van een calamiteit (en drukt dus de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal 10 personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit). De normstelling heeft de status van een oriënterende waarde. Deze waarde is geen vastgestelde wettelijke norm. Desondanks hebben overheden en betrokken private instellingen een inspanningsverplichting om te voldoen aan deze oriënterende waarde en dient een toename van het GR bestuurlijk te worden verantwoord. Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) uit 2004 legt veiligheidsnormen op aan overheden die besluiten nemen over bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld chemische fabrieken, LPG-tankstations en spoorwegemplacementen waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen rangeren. Deze bedrijven verrichten soms risicovolle activiteiten dichtbij (beperkt) kwetsbare objecten waaronder woningen, ziekenhuizen, scholen, winkels, horecagelegenheden en sporthallen. Hierdoor ontstaan risico’s voor mensen die in de buurt ervan wonen of werken. Het Besluit verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van omgevingsvergunningen en het maken van bestemmingsplannen met externe veiligheid rekening te houden. Dit betekent bijvoorbeeld dat woningen op een bepaalde afstand moeten staan van een bedrijf dat werkt met gevaarlijke stoffen.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
45
Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen over wegen, water en spoor De regelgeving met betrekking tot het transport van gevaarlijke stoffen over openbare wegen, water en spoorwegen is neergelegd in de circulaire “Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen” (cRNVGS). Deze circulaire is gewijzigd per 31 juli 2012. In 2013 treedt het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) in werking. Hierin staan regels op het gebied van externe veiligheid voor de ruimtelijke inrichting rond wegen, waterwegen en spoorwegen met vervoer van gevaarlijke stoffen. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van het Btev zijn de Basisnetten Weg en Water als bijlage bij de cRNVGS opgenomen. Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen. De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarmee zijn nieuwe kwetsbare objecten binnen de PR 10-6 contour niet toegestaan. Ook is vastgesteld dat wanneer binnen het invloedsgebied van een buisleiding een ruimtelijk besluit wordt genomen, de verantwoordingsplicht van toepassing is. Het Bevb gaat uit van een belemmerde strook van 4 of 5 meter, afhankelijk van de werkdruk. Voor deze strook geldt een bouwverbod en een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden. Net als bij het Bevi worden de risicoafstanden en rekenmethodiek die volgen uit het Bevb opgenomen in een regeling, de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb). 7.6.2 Onderzoek Het onderhavige bestemmingsplan maakt een nieuwe ontwikkeling mogelijk, die in het kader van het Bevi beoordelingsplichtig is. In de nabijheid van het plangebied is één risicobron aanwezig: de provinciale weg N209 (zie afbeelding 12). Er zijn geen kabels en leidingen aanwezig waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd, zoals gas- of olieleidingen. Provinciale weg N209 Over de N209 vindt incidenteel vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De N209 is op circa 175 meter vanaf het plangebied gelegen. De weg is geen doorgaande route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, maar fungeert als een route voor lokaal transport ter bevoorrading van risicovolle inrichtingen. Voor het traject Hilligersberg-Bergschenhoek zijn de volgende intensiteiten bekend: Stofcategorie LF1 LF2 LT1
Omschrijving Brandbare vloeistoffen Brandbare vloeistoffen Toxische vloeistoffen
Jaarintensiteit 1.401 1.612 31
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
46
LT2 GF3
Toxische vloeistoffen Brandbare gassen
377 106
Tabel 3: intensiteiten transport gevaarlijke stoffen Hilligersberg-Bergschenhoek
Voor het vervolgtraject (Bergschenhoek-Bleiswijk), het traject dat vooral relevant is voor het onderhavige bestemmingsplangebied, zijn geen tellingen bekend. Aangenomen mag worden dat hier ook gevaarlijke stoffen over worden getransporteerd, maar dat de aantallen in elk geval niet hoger zijn dan op het genoemde wegvak. Het invloedsgebied van deze transportroute bedraagt 950 meter (op basis van het toxisch scenario, LT2). Voor het groepsrisico is het BLEVE-scenario het belangrijkst, als gevolg van het transport van LPG of propaan (GF3). Volgens de cRNVGS hoeft niet altijd gerekend te worden, maar mag in eerste instantie met vuistregels worden gewerkt, zoals opgenomen in PGS 3. Toepassing van deze vuistregels voor het wegdeel langs het plangebied levert op dat er geen sprake is van een PR 10-6 contour ter plaatse. Voor het betreffende wegvak geldt op grond van PGS 3 tevens dat het groepsrisicocriterium niet wordt overschreden bij een bevolkingsdichtheid van minder dan 90 personen per hectare. Gelet op de omgeving is dat in deze situatie het geval, zodat een berekening van het groepsrisico niet noodzakelijk is.
Afbeelding 12: uitsnede risicokaart met daarop aangegeven de transportroutes gevaarlijke stoffen
Omdat de onderhavige ontwikkeling slechts één woning omvat, ter vervanging van de bestaande bedrijfsbebouwing, zal het groepsrisico niet of nauwelijks toenemen, waardoor geen groepsrisicoverantwoording noodzakelijk is in het bestemmingsplan. Volstaan kan worden met een beknopte beschrijving van de situatie. In het kader van de bestemmingsplanprocedure voor “Centrum Bleiswijk” is de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond geconsulteerd. Omdat het plangebied Kerkstraat 31 in dit plangebied ligt, zijn de bevindingen ook voor dit plan representatief. Voor het bepalen van het resteffect
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
47
(inschatting van het aantal doden en gewonden) zijn de volgende worstcase scenario's beschouwd. 1. BLEVE7 met een tankwagen met brandbare gassen op de N209; 2. Vrijkomen van toxische stoffen als gevolg van een ongeval op de N209 (instantaan falen tankwagen). Naast de worstcase scenario's is voor de relevante risicobron gekeken naar de meest geloofwaardige scenario's. Indien er binnen de 1% letaliteitscontour (voorziene) objecten aanwezig zijn, zullen hiervoor aanvullende maatregelen geadviseerd worden. De 1% letaliteitscontour van de meest geloofwaardige scenario's vallen buiten het plangebied. Zelfredzaamheid De zelfredzaamheid geeft aan in welke mate de aanwezigen in staat zijn om op eigen kracht zich in veiligheid te brengen. Voor elk incidentscenario is de mogelijkheid van zelfredding verschillend. Zelfredding kan een zeer belangrijke bijdrage leveren aan het reduceren van het aantal slachtoffers, omdat de meeste slachtoffers vooral in de eerste minuten tot een half uur van het ongeval vallen. Naast verschillen per scenario zijn er andere factoren die de mate van zelfredding beïnvloeden. Aanwezigheid van bijvoorbeeld vluchtwegen, mate van voorbereid zijn, het aantal mensen en hun fysieke condities en het al dan niet tijdig geven van duidelijke instructies, zijn belangrijke factoren. Voor het beschouwde scenario als gevolg van een BLEVE-incident met een propaan- of LPGtankwagen geldt dat een potentieel incident zich opbouwt in de tijd en zich voor aanwezigen onverwacht kan voltrekken. De effectafstanden zijn groot. De BLEVE kan binnen 20 tot 30 minuten plaatsvinden. Mogelijkheden tot zelfredzaamheid zijn aanwezig, mits tijdig aangevangen wordt met ontruiming en er geen beperkingen zijn ten aanzien van de zelfredzaamheid van aanwezigen en de infrastructuur in de omgeving op een juiste manier is ingericht. Voor het beschouwde scenario als gevolg van een incident met toxische stoffen geldt dat een toxische wolk zich snel kan ontwikkelen en verplaatsen. Dit effect is vaak niet zichtbaar voor omwonenden. Zelfredzaamheid in dit scenario is alleen mogelijk als er tijdig alarmering plaatsvindt en gebouwen geschikt zijn om enkele uren te schuilen, denk hierbij aan het sluiten van ramen en deuren en met name het uitschakelen van (mechanische) ventilatiesystemen. Instructie met betrekking tot de juiste handelswijze in geval van een incident is noodzakelijk voor een effectieve zelfredzaamheid. Beheersbaarheid Het criterium beheersbaarheid richt zich op de inzetbaarheid van de hulpverleningsdiensten en in hoeverre zij in staat zijn om hun taken goed uit te voeren en daarmee verder escalatie van het incident kunnen voorkomen. Voor een adequate inzet van de hulpverleningsdiensten zijn de volgende punten van belang: - Bereikbaarheid; - Opstelmogelijkheden; - Inzetbaarheid van middelen (o.a. bluswatervoorziening).
7
Een explosiescenario doordat de druk in een opslagtank (propaan- of LPG-tankwagen) zo toeneemt dat de tank openbarst en de vloeistof er als een brandende wolk uitkomt. BLEVE: boiling liquid expanding vapour explosion.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
48
In overleg met de afdeling Brandveiligheid van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond district Noord zijn in het kader van het (voorontwerp) bestemmingsplan “Centrum Bleiswijk” de mogelijkheden tot optreden van de hulpverleningsdiensten reeds bepaald. Deze zijn ook representatief voor het onderhavige bestemmingsplan voor de Kerkstraat 31. De bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening voldoen ter plaatse van het plangebied aan de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). De VRR adviseert verder om de volgende voorzieningen te realiseren, teneinde de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor de hulpverlening te vergroten: 1. Door er voor te zorgen dat bij (her)ontwikkeling(en), binnen 230 meter vanuit de N209, (nood)uitgang(en zodanig worden gesitueerd dat aanwezige personen veilig in tegengestelde richting van de risicobron kunnen vluchten, waardoor de zelfredzaamheid van aanwezigen wordt verbeterd en slachtoffers kunnen worden voorkomen. Daarbij is het van belang dat alle (nood)uitgang(en) in voldoende mate aansluiten op de bestaande infrastructuur binnen en buiten het plangebied. 2. Door gebouwen bij (her)ontwikkeling(en) geschikt te maken om, bij een incident waarbij een toxische wolk vrijkomt, enkele uren in te schuilen ("safe haven" principe), waardoor slachtoffers kunnen worden voorkomen. Gezorgd moet worden dat deuren, ramen en ventilatieopeningen afsluitbaar zijn. In nieuwe gebouwen is het noodzakelijk dat het luchtverversingssysteem uitgeschakeld kan worden. 7.6.3 Conclusie In de nabijheid van het plangebied bevindt zich de N209, waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Omdat de onderhavige ontwikkeling slechts één vrijstaande woning omvat, ter vervanging van de bestaande bedrijfsbebouwing, zal het groepsrisico niet of nauwelijks toenemen, waardoor geen groepsrisicoverantwoording noodzakelijk is. Hierdoor kan volstaan worden met een beknopte beschrijving van de situatie. Teneinde de gevolgen van eventuele ongevallen te beperken is de zelfredzaamheid en beheersbaarheid nader beschouwd en heeft de VRR in het kader van het voorontwerpbestemmingsplan “Centrum Bleiswijk” een advies uitgebracht. In het kader van het vooroverleg heeft de VRR advies uitgebracht betreffende het voorontwerp van onderhavig bestemmingsplan. Dit advies is meegenomen in dit bestemmingsplan. Vanuit het aspect externe veiligheid gelden geen belemmeringen voor de haalbaarheid van het plan. 7.7
Overige belemmeringen Naast de hiervoor beschreven milieuaspecten kunnen er nog andere belemmeringen in of nabij het plangebied aanwezig zijn die van invloed kunnen zijn op de planvorming. Het gaat bijvoorbeeld om de aanwezigheid van straalpaden, planologisch relevante kabels en leidingen (zoals waterleidingen of rioleringsleidingen), beschermingszones en dergelijke. Planologisch relevante kabels en leidingen Er zijn geen planologisch relevante kabels en leidingen in of in de directe nabijheid van het plangebied gelegen die een beschermende regeling behoeven.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
49
Luchthaven Rotterdam The Hague Airport Toetsingsvlakken Luchtverkeersleiding Nederland Ten behoeve van de luchtverkeersbeveiliging van de luchthaven Rotterdam The Hague Airport zijn technische installaties en systemen op en in de omgeving van het luchtvaartterrein aanwezig. Deze zogenaamde Communicatie, Navigatie en Surveillance (CNS)-infrastructuur maakt gebruik van radiogolven die uitgezonden en/of ontvangen worden door antennesystemen. Obstakels, zowel vast (gebouwen, windmolens, et cetera) als mobiel (bouwkranen, heistellingen, et cetera) vormen in potentie een bedreiging voor de goede werking van de apparatuur omdat ze de uitgezonden radiosignalen kunnen verstoren. Verstoring van de apparatuur maakt de CNS-apparatuur minder betrouwbaar of zelfs geheel onbruikbaar waardoor direct de veiligheid van het luchtverkeer wordt beïnvloed. Het is daarom in het belang van de veiligheid van de luchtvaart alles in het werk te stellen om de diverse systemen tegen verstorende obstakels te beschermen. Aan de hand van de internationale burgerluchtvaartcriteria dient beoordeeld te worden of de voorgenomen bouwplannen en werktuigen van invloed zijn op de correcte werking van CNS hulpmiddelen. Binnen het plangebied worden geen gebouwen en bouwwerken toegestaan waarvan de maximale hoogten de toetsingsvlakken van de CNS-apparatuur doorsnijden. Een nadere toetsingsregeling is dan ook niet in het bestemmingsplan opgenomen. In de algemene afwijkingsregels is wel bebouwing tot een grotere hoogte geregeld. Als deze de toetsingsvlakken van de CNS-apparatuur doorsnijden, dient eerst advies te worden gevraagd. Akoestiek Bij de luchthaven “Rotterdam The Hague Airport” speelt ook het aspect ‘akoestiek’ een rol. De maatgevende contour, waarbinnen geen geluidgevoelige bebouwing (zoals woningen) mag worden gerealiseerd, is weergegeven middels de zogenaamde 35 Ke-contour. Deze 35 Kecontour valt niet over het onderhavige bestemmingsplangebied en levert derhalve geen beperkingen op. Invliegfunnel Bij de luchthaven “Rotterdam The Hague Airport” hoort een aanvliegroute (invliegfunnel). In verband met de vliegveiligheid geldt er binnen de aanvliegroute een hoogtebeperking voor gebouwen en andere bouwwerken. Het plangebied ligt niet binnen de aanvliegroute van Rotterdam The Hague Airport. De aanvliegroute werpt derhalve geen belemmeringen op voor het plan. 7.8
Duurzaamheid
7.8.1 Kader Nationaal klimaatbeleid Teneinde de Kyotodoelstellingen te realiseren, is landelijk klimaatbeleid geformuleerd. De korte termijn doelstelling voor Nederland is de uitstoot van de belangrijkste broeikasgassen in de periode van 2008 - 2012 met 6% terug te dringen ten opzichte van 1990. Op de lange termijn
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
50
wil de overheid de overgang naar een duurzame energiehuishouding bereiken (een aandeel van twintig procent duurzame energie in 2020) en verdere beperking van de CO2-uitstoot realiseren (30% in 2020 ten opzichte van 1990). Dit is verwoord in het vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4). De Nederlandse overheid wil de helft van de nodige emissiereductie behalen met binnenlandse maatregelen en de andere helft uit het buitenland met behulp van de flexibele instrumenten uit het Kyotoprotocol. Duurzaam bouwen Duurzaam bouwen staat voor het ontwikkelen en beheren van de gebouwde omgeving met respect voor mens en milieu zodat kan worden voorzien in de behoefte van de huidige generatie zonder dat voor toekomstige generaties de mogelijkheid wordt ontnomen om ook in hun behoeften te kunnen voorzien. Duurzaam bouwen is daarmee onderdeel van de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Gemeentelijk beleid De gemeente Lansingerland heeft de ambitie vastgesteld om in 2025 een klimaatneutrale gemeente te zijn. Duurzaamheid maakt bij de gemeente Lansingerland onderdeel uit van de ambities uit het collegeprogramma en wordt gehanteerd als leidend principe, of het nu gaat om energiegebruik, woningbouw of sociale structuren. 7.8.2 Afweging en conclusie Bij nieuwbouw bestaan er kansen voor duurzaamheid met betrekking tot energie. Door bijvoorbeeld rekening te houden met een zongerichte situering van woningen, kan al in een vroeg stadium van een planontwikkeling worden bewerkstelligd dat de mogelijkheden voor efficiënt gebruik van energie en de inzet van nieuwe energiebronnen kunnen worden benut. Hierbij moet gedacht worden aan: • zongericht verkavelen of bouwen: Het zodanig inrichten van een woongebied dat zoveel mogelijk passieve en actieve zonne-energie wordt benut. Dit kan passief bijvoorbeeld door opwarming door de zon van het gebouw of actief. Voorbeelden van het actief benutten van zonne-energie zijn zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking en zonneboilers voor warmwater. • compact bouwen: Hierbij wordt gekozen voor een bouwvorm, waarbij de verhouding tussen het gebruiksoppervlak (vloeroppervlak) en het verliesoppervlak (gevels en daken) zo gunstig mogelijk is en de transmissieverliezen klein zijn. • warmtelevering door gebruik van restwarmte: Een voorbeeld hiervan is het gebruik in woningen of bedrijven van restwarmte die vrijkomt bij elektriciteitscentrales, industrie en afvalverbranding. • warmteopwekking door een kleinschalige warmtekrachtinstallatie. Dit betreft het gebruik maken van overige duurzame energiebronnen, bijvoorbeeld aardwarmte, koude- of warmteopslag in de bodem, zonne-energie, biomassacentrales en warmtepompen. Verder kunnen stedenbouwkundige eisen worden opgenomen, die tevens bijdragen aan een ‘energiebewust' plan. Hieronder staan enkele voorbeelden genoemd. Het is mogelijk om als randvoorwaarde vast te leggen dat de bebouwing, dakhelling, nokrichting in zuidelijke richting zijn georiënteerd. Dit kan bijvoorbeeld door de rooilijnen
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
51
vast te leggen. Op deze manier kan passieve zonne-energie beter benut worden. De onderlinge oriëntatie van bebouwing kan zo worden vorm gegeven dat beschaduwing wordt vermeden. De bijgebouwenregeling kan het bouwen van serres (tot de hoogte van de woning) toelaten. Om dit soort maatregelen te benutten moet het energiethema in een vroeg stadium van de planontwikkeling worden meegenomen. In het voorliggende plan is waar mogelijk rekening gehouden met het voorgaande, al is het vanwege de situering van het perceel, de omliggende bebouwing en de gewenste stedenbouwkundige inpassing niet mogelijk om aan alle uitgangspunten toepassing te geven. Materiaalgebruik Bij materiaalgebruik kan gestreefd worden naar vernieuwbare bronnen. De nadruk ligt daarbij op een verantwoorde productiewijze. Zo is voor het gebruik van hout het FSC-keurmerk ontwikkeld en moet het gebruik van uitloogbare metalen zoveel mogelijk voorkomen worden. Daarnaast kunnen er milieuvriendelijkere alternatieven worden gebruikt. Bijvoorbeeld schapenwol in plaats van steenwol. Grondstoffen Grondstoffen zijn eindig of beperkt voorradig. Waterbesparing kan er voor zorgen dat er toch voldoende water voor iedereen beschikbaar is. Terwijl systeembouw leidt tot een optimaler gebruik van grondstoffen en minder productie van afval. Uitloogbare materialen Onder het toepassen van uitloogbare materialen worden materialen verstaan zoals zink, lood en koper. Onder invloed van weersomstandigheden treedt er corrosie op bij deze materialen. In Lansingerland wordt het hemelwater zoveel mogelijk losgekoppeld van de riolering en geloosd op het oppervlaktewater. Dit zou betekenen dat deze materialen uitspoelen in het oppervlakte water en neerslaan in het slib. Dit slib raakt dan verontreinigd. Hierdoor brengt het afvoeren van dit slib hoge kosten met zich mee. Er zijn de volgende alternatieven op de markt voor deze materialen: polyester, staal/hout met EPDM-folie (goot), gecoat staal, gecoat zink, PPC (polypropyleen copolymeer, PP (polypropeen), PVC met hergebruikgarantie, PE (polyetheen) en PA . FSC-hout FSC is het enige keurmerk voor bosbeheer dat echt onafhankelijk, internationaal en operationeel is. FSC is met haar 10 principes eenduidig in de definiëring van wat goed beheerd bos is. Een product dat het FSC-keurmerk draagt, is daarom gegarandeerd vervaardigd uit hout afkomstig uit goed beheerd bos. FSC is de enige organisatie die een certificeringschema heeft opgesteld voor alle soorten bossen en plantages dat wereldwijd kan worden toegepast. De succesformule van het onafhankelijke FSC-keurmerk schuilt erin dat zowel alle grote milieu- en ontwikkelingsorganisaties in de wereld als het (internationale) bedrijfsleven zich achter het FSCkeurmerk scharen. FSC heeft 10 principes voor goed bosbeheer opgesteld: 1. Het bosbeheer moet de nationale wetten evenals internationale afspraken en overeenkomsten, en de principes en criteria van FSC respecteren.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
52
2. Het gebruik en eigendom van het bos zijn vastgelegd en rechtsgeldig. 3. De rechten en gebruiksrechten van inheemse volkeren worden erkend en gerespecteerd. 4. Bosbeheer is gericht op het handhaven of verbeteren van het lange termijn welzijn van bosarbeiders en lokale gemeenschappen in sociale en economische zin. 5. De bosproducten en -diensten moeten efficiënt gebruikt worden, opdat de economische, ecologische en sociale voordelen worden veiliggesteld. 6. De ecologische functies en biodiversiteit van het bosgebied worden beschermd. 7. Er is een duidelijk beheerplan op schrift, waarin doelen en middelen uiteengezet zijn. 8. De sociale, economische en ecologische gevolgen van de activiteiten in het bos worden regelmatig gecontroleerd. 9. Bossen met hoge natuurwaarde moeten behouden en op hun waarde geschat worden. 10. Plantages moeten een aanvulling vormen op natuurlijke bossen, maar mogen natuurlijke bossen niet vervangen en moeten in overeenstemming met principes 1 t/m 9 beheerd worden. Diverse uitvoeringsaspecten zoals hierboven omschreven kunnen niet worden geregeld in een bestemmingsplan. Bij de nieuwbouw wordt uiteraard toepassing gegeven aan de wettelijke verplichtingen op dit gebied.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
53
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
54
Deel D: Uitvoerbaarheid en procedure
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
55
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
56
8
Uitvoerbaarheid
8.1
Economische uitvoerbaarheid Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens moeten, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken (bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, en de plankosten) deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar. Een en ander dient te worden vastgelegd in privaatrechtelijke overeenkomsten met iedere grondeigenaar. Als er met een grondeigenaar geen overeenkomst is gesloten en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient een exploitatieplan te worden opgesteld welke tegelijkertijd met het bestemmingsplan moet worden vastgesteld. Terzake de realisatie van de vrijstaande woning aan de Kerkstraat 31 is tussen de gemeente en de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst gesloten. Het kostenverhaal is hiermee anderszins verzekerd en het opstellen van een exploitatieplan is niet noodzakelijk. Gezien het bovenstaande wordt de economische uitvoerbaarheid van het plan voldoende gewaarborgd geacht.
8.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Met het plan wordt bestaande, verouderde en enigszins vervallen bedrijfsbebouwing vervangen door één nieuwe woning. De woning wordt op een zorgvuldige manier ingepast in de omgeving en betekent een afname aan bebouwingsmassa. Het parkeren wordt geheel op eigen terrein opgelost. Er is dus sprake van een ruimtelijk-kwalitatieve verbeterslag. Gezien het bovenstaande wordt verondersteld dat er draagvlak is. Daarnaast is in de bestemmingsplanprocedure de mogelijkheid geboden zienswijzen in te dienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend (zie ook hoofdstuk 9). Gezien het bovenstaande wordt de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan voldoende gewaarborgd geacht.
8.3
Handhavingsaspecten Inleidend Het bestemmingsplan is bindend voor zowel de overheid als de burger. De primaire verantwoordelijkheid voor controle en handhaving ligt bij de gemeente. Handhaving kan worden omschreven als elke handeling die erop gericht is de naleving van regelgeving te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Het doel van handhaving is om de duurzame bescherming van mens en omgeving te waarborgen. Binnen het kader van het bestemmingsplan heeft regelgeving met name betrekking op de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet. Bij overtreding van deze regelgeving moet gedacht worden aan bouwen zonder omgevingsvergunning voor het
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
57
bouwen, bouwen in afwijking van een verleende vergunning, het handelen zonder of in afwijking van een noodzakelijke vergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en voor werkzaamheden (de vroegere aanlegvergunning) en het gebruik van gronden en opstallen in strijd met de gebruiksregels van het bestemmingsplan of een afwijking. De handhaafbaarheid van een bestemmingsplan is met name afhankelijk van het draagvlak van de regels onder de burgers en van de duidelijkheid van de regels. Vertaling naar bestemmingsregeling Bij het opstellen van dit nieuwe bestemmingsplan is het perceel zo gedetailleerd mogelijk bestemd. Binnen de bestemmingen is weinig flexibiliteit, veel rechtszekerheid en daarmee weinig kans op interpretatieverschillen. Ook zijn de verbeelding, de regels en de toelichting zodanig op elkaar afgestemd dat interpretatieproblemen en problemen met betrekking tot de uitvoering zo veel mogelijk worden voorkomen.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
58
9
Procedure
9.1
Voorbereidingsfase Vooraankondiging Op grond van artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient voorafgaand aan een procedure van een bestemmingsplan, waarin een ruimtelijke ontwikkeling wordt gefaciliteerd, een vooraankondiging te worden gepubliceerd waarin de gemeente aangeeft een bestemmingsplan voor te bereiden. Deze vooraankondiging heeft voor dit plan plaatsgevonden op 12 september 2012. Overleg Conform artikel 3.1.1. van het Bro dienen burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de Rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In dit kader is het voorontwerpbestemmingsplan voor advies toegezonden aan de volgende instanties: Provincie Zuid-Holland; Veiligheidsregio Rotterdam – Rijnmond; DCMR; Politie Rotterdam-Rijnmond, wijkteam Lansingerland; Stadsregio Rotterdam; Ministerie van Rijkswaterstaat; Dunea Duin en water; N.V. Nederlandse Gasunie; KPN; Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard; Stedin B.V.; Tennet TSO B.V. De ontvangen overlegreacties zijn samengevat en beantwoord in de Nota overlegreacties welke als bijlage 4 is toegevoegd aan dit bestemmingsplan. Naar aanleiding van de overlegreacties zijn in het ontwerpbestemmingsplan tekstuele aanpassingen doorgevoerd in hoofdstuk 5 (Water) en paragraaf 7.6 (externe veiligheid). De overlegreacties hebben niet geleid tot inhoudelijke aanpassingen van het plan.
9.2
Ontwerpfase Na afronding van het vooroverleg is de formele bestemmingsplanprocedure gestart. De eventuele aanpassingen en/of aanvullingen die volgden uit de overlegreacties zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
59
Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is artikel 3.8 Wro (gelezen in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) van toepassing. De kennisgeving van het ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet in de Staatscourant worden geplaatst en dient ook via elektronische weg te geschieden. Het ontwerpbestemmingsplan is gedurende zes weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling een zienswijze op het plan in te dienen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Via het E-formulier van de provincie Zuid-Holland is (nogmaals) duidelijk geworden dat er bij het plan geen sprake is van strijdigheid met provinciaal belang. Het bestemmingsplan hoeft naar aanleiding van de terinzagelegging dus niet te worden aangepast. 9.3
Vaststellingsfase Binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging moet de gemeenteraad beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. De gemeenteraad heeft het plan op 18 juli 2013 ongewijzigd vastgesteld. Tegen het besluit tot vaststelling staat, voor belanghebbenden, direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Direct na de beroepstermijn treedt, indien tijdens de beroepstermijn geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, het plan in werking en kunnen vergunningen worden afgegeven.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Toelichting Vastgesteld, 18 juli 2013
60
BIJLAGEN
Bijlage 1: Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Flora- en faunaonderzoek in het kader van de herontwikkeling van het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk, W690/P12-064, oktober 2012
Flora- en faunaonderzoek in het kader van de herontwikkeling van het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4A, 3329 KH Dordrecht
Flora- en faunaonderzoek in het kader van de herontwikkeling van het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4A, 3329 KH Dordrecht
Flora- en faunaonderzoek in het kader van de herontwikkeling van het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
Opdrachtgever:
KuiperCompagnons
Uitvoering:
Natuur-Wetenschappelijk Centrum
Veldwerk:
Rob Haan, Koen Woerdenbag
Samenstelling:
Vivian Maas, Sofia Sanders
Foto’s:
Koen Woerdenbag
Flora- en faunaonderzoek in het kader van de herontwikkeling van het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk [Samenst.: Maas, V & Sanders, S], [Foto: Woerdenbag, K]. Met lit. opg., Dordrecht: Strix/ NWC.
Trefw.: Bleiswijk, Kerkstraat 31, Flora- en faunawet
W690/ P12-064
Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, door middel van; druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever of de opdrachtgever.
Dordrecht, oktober 2012
Inhoud
1
Inleiding
5
2
Gebiedsbeschrijving
7
3
Wettelijk kader Flora- en faunawet
9
4
Methode
11
5
Resultaten
13
6
Effecten, verplichtingen en aanbevelingen
15
Referenties
Figuren: Figuur 1: Begrenzing plangebied Figuur 2: EHS-gebieden in de omgeving van het plangebied Bijlagen: Bijlage 1: Tabellen soorten Flora- en faunawet Bijlage 2: Vogels, ruimtelijke ingrepen en de Flora- en faunawet Bijlage 3: Vleermuizen, ruimtelijke ingrepen en de Flora- en faunawet
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
1.
Inleiding
KuiperCompagnons werkt momenteel aan plannen om het perceel aan de Kerkstraat 31 in Bleiswijk te herontwikkelen. De bestaande bebouwing op het perceel zal in deze plannen gesloopt worden. Hier komt een nieuwe woning voor in de plaats. Bij dergelijke ruimtelijke ingrepen dient, in het kader van de natuurwetgeving (Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet 1998 en Ecologische Hoofdstructuur), onderzoek verricht te worden naar de aanwezige natuurwaarden en dient een beoordeling gemaakt te worden van eventuele negatieve effecten van de plannen op deze waarden. Daarnaast dient bekeken te worden of de voorgenomen plannen gevolgen kunnen hebben voor nabij gelegen beschermde natuurgebieden. KuiperCompagnons, die onder andere de ruimtelijke onderbouwing voor de plannen verzorgt, heeft het Natuur-Wetenschappelijk Centrum (NWC) gevraagd offerte uit te brengen voor het uitvoeren van een quickscan flora en fauna en te adviseren met betrekking tot de natuurwetgeving.
5
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
Figuur 1: Begrenzing plangebied (rood omlijnd)
Figuur 2: Ligging plangebied (rood omcirkeld) t.o.v. EHS-gebieden (groen)
6
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
2.
Gebiedsbeschrijving
Het plangebied ligt aan de Kerkstraat 31 in Bleiswijk en bestaat geheel uit verharding met daarop een aantal loodsen, een kantine en enkele groepsruimtes. Er is geen water aanwezig binnen het plangebied. In het noorden wordt het plangebied begrensd door de “Boezemvaart”, in het oosten door bebouwing in de vorm van woonhuizen en de daarbij behorende bijgebouwen en tuinen, in het zuiden door de “Kerkstraat” en in het westen grenst het plangebied aan een perceel met daarop bebouwing in de vorm van een woonhuis en daarbij behorende bijgebouwen (figuur 1). Beschermde gebieden Binnen een straal van drie kilometer rondom het plangebied liggen geen natuurgebieden die in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 aangewezen zijn. Daarnaast maakt het plangebied geen deel uit van een gebied dat tot de EHS behoort (figuur 2). Om deze reden is geen onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en wet- en regelgeving omtrent de EHS noodzakelijk.
7
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
8
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
3.
Flora- en faunawet
Een groot deel van de inheemse dier- en plantensoorten is beschermd middels de Flora- en faunawet (2002). De bepalingen van deze wet zijn van invloed op ruimtelijke ingrepen, zoals het aanleggen van infrastructuur, het realiseren van bebouwing, het uitbreiden van industriegebieden, enzovoort. Bij (ruimtelijke) ingrepen moet op basis van de Flora- en faunawet én in het kader van het zorgvuldigheidsbeginsel en het voorzorgsbeginsel (Algemene Wet Bestuursrecht) een toetsing plaatsvinden. Deze toetsing moet de volgende onderdelen bevatten: •
Inventarisatie van wettelijk (zwaarder) beschermde flora- en faunasoorten in het plangebied en binnen de invloedssfeer van het project of plangebied;
•
Inventarisatie/beoordeling van (significant) nadelige effecten op deze beschermde soorten en hun habitat (zowel binnen het plangebied als in de invloedssfeer van het plangebied), als gevolg van de plannen of ingreep;
•
Een opname van maatregelen die de negatieve effecten op de beschermde soorten en hun leefgebieden mitigeren en/of compenseren (indien nodig).
Sinds 2005 zijn de beschermde soorten uit de Flora- en faunawet verdeeld in drie groepen die middels de AMvB, artikel 75, ondergebracht zijn in drie tabellen (voor betreffende soorten zie bijlage 1: Tabellen Flora- en faunawet): Tabel 1: Algemene soorten Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden, maar wel moet de zorgplicht worden nagekomen. Tabel 2: Overige soorten Als op de activiteiten een goedgekeurde gedragscode van toepassing is, geldt een vrijstelling voor deze soorten. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden, maar de activiteiten moeten aantoonbaar worden uitgevoerd zoals in de gedragscode staat. Tevens geldt de zorgplicht. Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode, maar wel maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode en geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplan-
9
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
tings- en/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden. De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: ‐ In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats door de activiteiten aangetast? ‐ Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? Soorten van Tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/ bijlage IVHRL Als maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden op grond van een wettelijk belang uit artikel 2 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (soorten bijlage 1 AMvB) of uit de Habitatrichtlijn (soorten bijlage IV HRL). Deze belangen zijn: - Bescherming van flora en fauna (b) - Volksgezondheid of openbare veiligheid (d) - Dwingende reden van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten (e) En alléén voor soorten van bijlage 1 AMvB: - Uitvoering werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling (j) De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: ‐ In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats door de activiteiten aangetast? ‐ Is er een wettelijk belang (belang b, d, e of j)? ‐ Is er een bevredigende oplossing? ‐ Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? Bij de aanvraag van een ontheffing Flora- en faunawet zijn een activiteitenplan en - in sommige gevallen - een compensatieplan, noodzakelijk. Hierin staan de bevindingen uit de flora- en faunatoets kort vermeld en worden de maatregelen beschreven die uitgevoerd zullen worden om er voor te zorgen dat de beschermde soorten in en in de omgeving van het betreffende gebied duurzaam in stand gehouden zullen worden.
10
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
4.
Methode
Algemeen De gebieden zijn op 21 mei 2012 gebiedsdekkend onderzocht op de geschiktheid voor en/of het voorkomen van zwaarder beschermde planten- en diersoorten (soorten waarvoor een ontheffing nodig is en/of waarvoor speciale maatregelen nodig zijn in geval van ruimtelijke ingrepen (zie bijlage 1-3)). Op basis van verspreidingsgegevens en biotoopeisen werden geen zwaarder beschermde ongewervelden, amfibieën, reptielen en grondgebonden zoogdieren op de onderzoekslocatie verwacht. Daarnaast zijn er geen watergangen in het plangebied aanwezig. Zodoende zijn ook vissen en overige aquatische fauna niet in het onderzoek meegenomen. Vaatplanten Binnen het plangebied zouden beschermde vaatplanten voor kunnen komen. Tijdens de quick-scan is daarom gelet op de aanwezigheid van deze planten. (Broed)vogels Naast het noteren van zicht- en geluidswaarnemingen van (algemeen) beschermde vogelsoorten is er tevens gekeken naar de aanwezigheid van (vaste) verblijfplaatsen van vogels. Bij vogels met een vaste verblijfplaats zijn, behalve de dieren zelf, ook de verblijfplaatsen beschermd (hieronder valt ook hun functionele leefomgeving). Hiervoor is er o.a. gezocht naar vogelnesten en naar openingen in muren en daken (zie bijlage 2). Vleermuizen Bij vleermuizen zijn, behalve de dieren zelf, ook de verblijfplaatsen beschermd (zie bijlage 3). De bebouwing is beoordeeld op geschiktheid als verblijfplaats voor vleermuizen; hierbij is o.a. gelet op spouwgaten en andere openingen in de bebouwing.
11
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
12
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
5.
Resultaten
Vaatplanten Binnen het plangebied zijn geen zwaarder beschermde vaatplanten aangetroffen. Aangezien het complete terrein bestaat uit verharding en bebouwing, kunnen alleen muurplanten verwacht worden. Het onderzoek is in een voor muurplanten gunstige periode uitgevoerd. Zodoende kan aangenomen worden dat er geen soorten gemist zijn. Vogels met een vaste verblijfplaats De bebouwing binnen het plangebied is niet geschikt als broedlocatie voor vogels met een vaste verblijfplaats. Er zijn ook geen nesten van kraaiachtigen (kunnen door vogels met een vaste verblijfplaats gebruikt worden) aangetroffen. Tijdens het veldbezoek zijn wel 18 exemplaren van de Gierzwaluw (Apus apus) waargenomen. Verblijfplaatsen van deze soort zijn jaarrond beschermd. Verblijfplaatsen van deze soort bevinden zich niet binnen het plangebied, maar mogelijk in de bebouwing op de aangrenzende percelen. Daarnaast zijn onder andere de volgende algemene broedvogels binnen het plangebied aangetroffen: Merel (Turdus merula), Koolmees (Parus major) en Kauw (Corvus monedula). Vleermuizen De aanwezige bebouwing is geschikt als verblijfplaats voor vleermuizen. Dit vanwege de openingen tussen de houten beplating en de “golfplaten” wanden (zie foto 1). Via deze openingen kunnen de vleermuizen ruimtes tussen onder andere de beplating en de wanden bereiken en daar verblijven. Binnen het plangebied zijn geen bomen aanwezig met holtes die kunnen dienen als vaste verblijfplaats voor vleermuizen. Overig Tijdens het veldbezoek is onder een grote steen een exemplaar van de Kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris) waargenomen.
13
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
Foto 1: openingen tussen de beplating en wanden
14
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
6.
Effecten, verplichtingen en aanbevelingen
Vaatplanten Er zijn in het plangebied geen beschermde vaatplanten aangetroffen. Wat betreft vaatplanten is een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet niet nodig. Vogels met een vaste verblijfplaats De onderzochte percelen worden niet gebruikt door vogels waarvan het nest jaarrond beschermd is. Om deze reden is geen vervolgonderzoek nodig en hoeft geen ontheffing met betrekking tot deze soortgroep aangevraagd te worden. Wel dient rekening gehouden te worden met het broedseizoen. Tijdens deze periode (globaal van 15 maart tot en met 15 juli), maar ook daarbuiten, mogen broedende vogels, hun nesten of jongen namelijk niet verstoord worden. Aanbevolen wordt om activiteiten zoals het slopen van gebouwen, bomenkap en rooien van struiken niet in deze periode uit te voeren. Indien dit niet mogelijk is, dient onderzoek door een deskundige uit te wijzen dat op het moment van de activiteit geen sprake is van broedgevallen. Vleermuizen De bebouwing binnen het plangebied is geschikt als vaste verblijfplaats voor vleermuizen. Om deze reden dient aanvullend onderzoek naar deze soortgroep uitgevoerd te worden. Hiervoor dienen vier inventarisaties plaats te vinden in de periode mei tot en met half oktober. De inventarisaties worden volgens het vleermuisprotocol van februari 2012 uitgevoerd en zullen in de avond en nacht plaatsvinden met behulp van een batdetector. Aan de hand van de resultaten uit deze inventarisaties kan worden bepaald of voor vleermuizen een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet noodzakelijk is. Kleine watersalamander De Kleine watersalamander wordt vermeld in tabel 1 van de Flora- en faunawet. Voor deze soort geldt een vrijstelling. Er hoeft geen ontheffing aangevraagd te worden. Zorgplicht Tenslotte geldt voor alle plant- en diersoorten (ook de onbeschermde) de zorgplicht die in artikel 2 van de Flora- en faunawet voorgeschreven wordt. Deze houdt in dat mogelijke nadelige gevolgen voor planten en dieren, voor zover redelijk, zoveel mogelijk vermeden moeten worden. Dit kan bijvoorbeeld door een egel die zich op het werkterrein bevindt te verplaatsen voordat gestart wordt met
15
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
bepaalde werkzaamheden. Hiervoor is eerst een inspectie van het werkterrein nodig.
16
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
Referenties Literatuur Boere, L. van, Spaandonk, J.A.M. en Vreugdenhil, A.S. (2005). Flora- en faunawet. Koninklijke Vermande, SDU. Uitgevers Den Haag. Dijkstra, K.D.B. (2008). Libellen van Europa. Tirion Uitgevers BV, Baarn. Stumpel, T. en Strijbosch, H. (2006). Veldgids Amfibieën en reptielen. KNNV Uitgeverij, Zeist. Twisk, P., Diepenbeek, A. van en Bekker, J.P. (2010). Veldgids Europese zoogdieren. Zoogdiervereniging KNNV Uitgeverij, Zeist. Wynhoff, I., Swaay, C. van en Made, J. van der (2001). Veldgids Dagvlinders. KNNV Uitgeverij, Zeist.
Gebruikte websites en databanken Analyse educatie en marien oecologisch onderzoek (2012). www.anemoon.org Biogeografisch Register Dordrecht (2012). Databank Natuur-Wetenschappelijk Centrum. Recente waarnemingen (2012). www.waarneming.nl Verspreidings- en soortinformatie amfibieën , reptielen en vissen (2012). www.RAVON.nl. Verspreidings- en soortinformatie ongewervelden (2012). www.eis-nederland.nl Verspreidings- en soortinformatie vlinders en libellen (2012). www.vlinderstichting.nl Verspreidings- en soortinformatie zoogdieren (2012). www.zoogdiervereniging.nl en www.zoogdieratlas.nl Zoogdieratlas Zuid-Holland (2012). http://www.zwgzh.nl/werkatlas/werkatlaszoogdieren-zuid-holland.html
17
Flora- en faunaonderzoek op het perceel aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk
18
Bijlage 1: Tabellen soorten Flora- en faunawet
Tabel 1: Algemene soorten Voor deze soorten geldt een vrijstelling. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden, maar wel moet de zorgplicht worden nagekomen.
Zoogdieren Aardmuis
Microtus agrestis
Bosmuis Bunzing
Apodemus sylvaticus Mustela putorius
Dwergmuis
Micromys minutus
Dwergspitsmuis Egel
Sorex minutus Erinaceus europaeus
Gewone bosspitsmuis Haas
Sorex araneus Lepus europaeus
Hermelijn Huisspitsmuis
Mustela erminea Crocidura russula
Konijn
Oryctolagus cuniculus
Ondergrondse woelmuis Ree
Microtus subterraneus Capreolus capreolus
Rosse woelmuis Tweekleurige bosspitsmuis
Clethrionomys glareolus Sorex coronatus
Veldmuis Vos
Microtus arvalis Vulpes vulpes
Wezel
Mustela nivalis
Woelrat
Arvicola terrestris
Reptielen en amfibieën Bruine kikker
Rana temporaria
Gewone pad Kleine watersalamander
Bufo bufo Lissotriton vulgaris
Meerkikker
Pelophylax ridibundus
Middelste groene kikker
Pelophylax klepton esculentus
Mieren Behaarde bosmier
Formica rufa
Kale bosmier Stronkmier
Formica polyctena Formica truncorum
Zwartrugbosmier
Formica pratensis
Vervolg tabel 1: Algemene soorten
Slakken Wijngaardslak
Helix pomatia
Vaatplanten Aardaker Akkerklokje
Lathyrus tuberosus Campanula rapunculoides
Brede wespenorchis Breed klokje
Epipactis helleborine Campanula latifolia
Gewone dotterbloem
Caltha palustris ssp. palustris
Gewone vogelmelk Grasklokje
Ornithogalum umbellatum Campanula rotundifolia
Grote kaardenbol Kleine maagdenpalm
Dipsacus fullonum Vinca minor
Knikkende vogelmelk Koningsvaren
Ornithogalum nutans Osmunda regalis
Slanke sleutelbloem
Primula elatior
Zwanenbloem
Butomus umbellatus
Tabel 2: Overige soorten Als een goedgekeurde gedragscode van toepassing is op de activiteiten geldt een vrijstelling. Er hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden, maar de activiteiten moeten aantoonbaar worden uitgevoerd zoals in de gedragscode staat. Tevens geldt de zorgplicht. Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode, maar wel maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als niet gewerkt kan worden volgens een goedgekeurde gedragscode en geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden. De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: • In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten? • Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar?
Zoogdieren Damhert Edelhert
Cervus dama Cervus elaphus
Eekhoorn Grijze zeehond
Sciurus vulgaris Halichoerus grypus
Grote bosmuis
Apodemus flavicollis
Steenmarter Wild zwijn
Martes foina Sus scrofa
Reptielen en amfibieën Alpenwatersalamander Levendbarende hagedis
Mesotriton alpestris Zootoca vivipara
Dagvlinders Moerasparelmoervlinder
Euphydryas aurinia
Vals heideblauwtje
Lycaeides idas
Vissen Kleine modderkruiper
Cobitis taenia
Meerval
Silurus glanis
Rivierdonderpad
Cottus perifretum
Vervolg tabel 2: Overige soorten
Vaatplanten Aangebrande orchis
Neotinea ustulata
Aapjesorchis Beenbreek
Orchis simia Narthecium ossifragum
Bergklokje Bergnachtorchis
Campanula rhomboidalis Platanthera chlorantha
Bijenorchis Blaasvaren
Ophrys apifera Cystopteris fragilis
Blauwe zeedistel
Eryngium maritimum
Bleek bosvogeltje Bokkenorchis
Cephalantera damasonium Himantoglossum hircinum
Brede orchis Bruinrode wespenorchis
Dactylorhiza majalis majalis Epipactis atrorubens
Daslook Dennenorchis
Allium ursinum Goodyera repens
Duitse gentiaan
Gentianella germanica
Franjegentiaan Geelgroene wespenorchis
Gentianopsis ciliata Epipactis muelleri
Gele helmbloem Gevlekte orchis
Pseudofumaria lutea Dactylorhiza maculata
Groene nachtorchis Groensteel
Dactylorhiza viridis Asplenium viride
Grote keverorchis
Neottia ovata
Grote muggenorchis Gulden sleutelbloem
Gymnadenia conopsea Primula veris
Harlekijn Herfstschroeforchis
Anacamptis morio Spiranthes spiralis
Herfsttijloos Hondskruid
Colchicum autumnale Anacamptis pyramidalis
Honingorchis
Herminium monorchis
Jeneverbes Klein glaskruid
Juniperus communis Parietaria judaica
Kleine keverorchis Kleine zonnedauw
Neottia cordata Drosera intermedia
Klokjesgentiaan Kluwenklokje
Gentiana pneumonanthe Campanula glomerata
Koraalwortel
Corallorrhiza trifida
Kruisbladgentiaan Lange ereprijs
Gentiana cruciata Veronica longifola
Lange zonnedauw Mannetjesorchis
Drosera anglica Orchis mascula
Vervolg tabel 2: Overige soorten
Maretak
Viscum album
Moeraswespenorchis
Epipactis palustris
Muurbloem Parnassia
Erysimum cheiri Parnassia palustris
Pijlscheefkelk Poppenorchis
Arabis hirsuta sagittata Orchis anthropophora
Prachtklokje Purperorchis
Campanula persicifolia Orchis purpurea
Rapunzelklokje
Campanula rapunculus
Rechte driehoeksvaren Rietorchis
Gymnocarpium robertianum Dactylorhiza majalis praetermissa
Ronde zonnedauw Rood bosvogeltje
Drosera rotundifolia Cephalanthera rubra
Ruig klokje Schubvaren
Campanula trachelium Asplenium ceterach
Slanke gentiaan
Gentianella amarella
Soldaatje Spaanse ruiter
Orchis militaris Cirsium dissectum
Spindotterbloem Steenanjer
Caltha palustris araneosa Dianthus deltoides
Steenbreekvaren Stengelloze sleutelbloem
Asplenium trichomanes Primula vulgaris
Stengelomvattend havikskruid
Hieracium amplexicaule
Stijf hardgras Tongvaren
Catapodium rigidum Asplenium scolopendrium
Valkruid Veenmosorchis
Arnica montana Hammarbya paludosa
Veldgentiaan Veldsalie
Gentianella campestris Salvia pratensis
Vleeskleurige orchis
Dactylorhiza incarnata
Vliegenorchis Vogelnestje
Ophrys insectifera Neottia nidus-avis
Voorjaarsadonis Wantsenorchis
Adonis vernalis Anacamptis coriophora
Waterdrieblad Weideklokje
Menyanthes trifoliata Campanula patula
Welriekende nachtorchis
Platanthera bifolia
Wilde gagel Wilde kievitsbloem
Myrica gale Fritillaria meleagris
Wilde marjolein Wit bosvogeltje
Origanum vulgare Cephalanthera longifolia
Witte muggenorchis
Pseudorchis albida
Vervolg tabel 2: Overige soorten
Zinkviooltje
Viola lutea calaminaria
Zomerklokje
Leucojum aestivum
Zwartsteel
Asplenium adiantum-nigrum
Kevers Vliegend hert
Lucanus cervus
Kreeftachtigen Rivierkreeft
Astacus astacus
Soorten van Tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/ bijlage IV HRL Als maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantingsen/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden op grond van een wettelijk belang uit artikel 2 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (soorten bijlage 1 AMvB) of uit de Habitatrichtlijn (soorten bijlage IV HRL). Deze belangen zijn: • Bescherming van flora en fauna (b) • Volksgezondheid of openbare veiligheid (d) • Dwingende reden van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten (e) • En alléén voor soorten van bijlage 1 AMvB: • Uitvoering werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling (j) De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: • In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten? • Is er een wettelijk belang (belang b, d, e of j)? • Is er een bevredigende oplossing? • Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar?
Soorten bijlage 1 AMvB: Zoogdieren Boommarter
Martes martes
Das Eikelmuis
Meles meles Eliomys quercinus
Gewone zeehond Veldspitsmuis
Phoca vitulina Crocidura leucodon
Waterspitsmuis
Neomys fodiens
Reptielen en amfibieën Adder Hazelworm
Vipera berus Anguis fragilis
Ringslang Vinpootsalamander
Natrix natrix Lissotriton helveticus
Vuursalamander
Salamandra salamandra
Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/ bijlage IV HRL
Vervolg soorten bijlage 1 AMvB: Vissen Beekprik
Lampetra planeri
Bittervoorn Elrits
Rhodeus amarus Phoxinus phoxinus
Gestippelde alver Grote modderkruiper
Alburnoides bipunctatus Misgurnus fossilis
Rivierprik
Lampetra fluviatilis
Dagvlinders Bruin dikkopje Dwergblauwtje
Erynnis tages Cupido minimus
Dwergdikkopje Groot geaderd witje
Thymelicus acteon Aporia crataegi
Grote ijsvogelvlinder
Limenitis populi
Heideblauwtje Iepenpage
Plebeius argus Satyrium w-album
Kalkgraslanddikkopje Keizersmantel
Spialia sertorius Argynnis paphia
Klaverblauwtje Purperstreepparelmoervlinder
Polyommatus semiargus Brenthis ino
Rode vuurvlinder
Lycaena hippothoe
Rouwmantel Tweekleurig hooibeestje
Nymphalis antiopa Coenonympha arcania
Veenbesparelmoervlinder Veenhooibeestje
Euphydryas aurinia Coenonympha tullia
Veldparelmoervlinder Woudparelmoervlinder
Melitaea cinxia Melitaea diamina
Zilvervlek
Bolaria euphrosyne
Vaatplanten Groot zeegras
Zostera marina
Soorten bijlage IV HRL: Zoogdieren Bechsteins vleermuis Bever
Myotis bechsteinii Castor fiber
Bosvleermuis Brandts vleermuis
Nyctalus leisleri Myotis brandtii
Bruinvis
Phocoena phocoena
Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/ bijlage IV HRL
Vervolg soorten bijlage IV HRL: Franjestaart Gewone baardvleermuis
Myotis nattereri Myotis mystacinus
Gewone dolfijn Gewone dwergvleermuis
Delphinus delphis Pipistrellus pipistrellus
Gewone grootoorvleermuis Grijze grootoorvleermuis
Plecotus auritus Plecotus austriacus
Grote hoefijzerneus
Rhinolophus ferrumequinum
Hamster Hazelmuis
Cricetus cricetus Muscardinus avellanarius
Ingekorven vleermuis Kleine dwergvleermuis
Myotis emarginatus Pipistrellus pygmaeus
Kleine hoefijzerneus Laatvlieger
Rhinolophus hipposideros Eptesicus serotinus
Lynx
Lynx lynx spp. lynx
Meervleermuis Mopsvleermuis
Myotis dasycneme Barbastella barbastellus
Noordse woelmuis Otter
Microtus oeconomus Lutra lutra
Rosse vleermuis Ruige (Nathusius’) dwergvleermuis
Nyctalus noctula Pipistrellus nathusii
Tuimelaar
Tursiops truncatus
Tweekleurige vleermuis Vale vleermuis
Vespertilio murinus Myotis myotis
Watervleermuis Wilde kat
Myotis daubentonii Felis silvestris
Witflankdolfijn Witsnuitdolfijn
Lagenorhynchus acutus Lagenorhynchus albirostris
Reptielen en amfibieën Boomkikker
Hyla arborea
Geelbuikvuurpad Gladde slang
Bombina variegate Coronella austriaca
Heikikker Kamsalamander
Rana arvalis Triturus cristatus
Knoflookpad
Pelobates fuscus
Muurhagedis Poelkikker
Podarcis muralis Pelophylax lessonae
Rugstreeppad Vroedmeesterpad
Epidalea calamita Alytes obstetricans
Zandhagedis
Lacerta agilis
Vervolg tabel 3: Soorten bijlage 1 AMvB/ bijlage IV HRL
Vervolg soorten bijlage IV HRL: Dagvlinders Donker pimpernelblauwtje
Maculinea nausithous
Grote vuurvlinder Pimpernelblauwtje
Lycaena dispar Maculinea teleius
Tijmblauwtje Zilverstreephooibeestje
Maculinea arion Coenonympha hero
Libellen Bronslibel
Oxygastra curtusii
Gaffellibel Gevlekte witsnuitlibel
Ophiogomphus cecilia Leucorrhinia pectoralis
Groene glazenmaker Noordse winterjuffer
Aeshna viridis Sympecma paedisca
Oostelijke witsnuitlibel
Leucorrhinia albifrons
Rivierrombout Sierlijke witsnuitlibel
Gomphus flavipes Leucorrhinia caudalis
Vissen Houting Steur
Coregonus maraena Acipenser sturio
Vaatplanten Drijvende waterweegbree
Luronium natans
Groenknolorchis Kruipend moerasscherm
Liparis loeselii Apium repens
Zomerschroeforchis
Spiranthes aestivalis
Kevers Brede geelrandwaterroofkever Gestreepte waterroofkever
Dytiscus latissimus Graphoderus bilineatus
Heldenbok Juchtleerkever
Cerambyx cerdo Osmoderma eremita
Tweekleppigen Bataafse stroommossel
Unio crassus
Platte schijfhoren
Anisus vorticulus
Bijlage 2: Vogels, ruimtelijke ingrepen en de Flora- en faunawet
Als maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen, hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Om zeker te weten of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden om de maatregelen (goed) te laten keuren. Als geen maatregelen genomen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantingsen/of rust- en verblijfplaats te garanderen, dient een ontheffing aangevraagd te worden op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn. Deze belangen zijn: • Bescherming van flora en fauna (b) • Veiligheid van het luchtverkeer (c) • Volksgezondheid of openbare veiligheid (d) De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten: • In welke mate wordt de functionaliteit van de vaste voortplantings-, rust- en/of verblijfplaats aangetast door de activiteiten? • Is er een wettelijk belang (belang b, c en d)? • Is er een bevredigende oplossing? • Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? Bescherming van vogelnesten Artikel 11 van de Flora- en faunawet luidt: “Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren”. Tijdens de werkzaamheden moet rekening gehouden worden met het broedseizoen van vogels. De Flora- en faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het gaat er om of er sprake is van een broedgeval. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik vallen alleen tijdens het broedseizoen (grofweg half maart-half juli) onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten is geen ontheffing nodig voor werkzaamheden buiten het broedseizoen en ook niet als maatregelen worden getroffen die voorkomen dat deze soorten zich op de bouwplaats vestigen tijdens het broedseizoen. Een (beperkt) aantal soorten bewoont het nest echter permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. Verblijfplaatsen van deze vogelsoorten zijn jaarrond beschermd: Nesten die het hele jaar door zijn beschermd Voor de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en faunawet het gehele seizoen: 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: Steenuil).
2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk zijn van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: Roek, Gierzwaluw en Huismus). 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: Ooievaar, Kerkuil en Slechtvalk). 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: Boomvalk, Buizerd en Ransuil). Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Categorie 5soorten vragen extra onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd; deze soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen.
Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten die momenteel door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) wordt gehanteerd:
Nesten van de volgende soorten zijn jaarrond beschermd indien ze nog in functie zijn: Boomvalk Buizerd
Falco subbuteo Buteo buteo
Gierzwaluw Grote gele kwikstaart
Apus apus Motacilla cinerea
Havik Huismus
Accipiter gentilis Passer domesticus
Kerkuil
Tyto alba
Oehoe Ooievaar
Bubo bubo Ciconia ciconia
Ransuil Roek
Asio otus Corvus frugilegus
Slechtvalk Sperwer
Falco peregrinus Accipiter nisus
Steenuil
Athene noctua
Wespendief Zwarte wouw
Pernis apivorus Milvus migrans
Nesten van de volgende soorten zijn niet jaarrond beschermd (categorie 5), maar hiervan is inventarisatie wel gewenst: Blauwe reiger
Ardea cinerea
Boerenzwaluw Bonte vliegenvanger
Hirundo rustica Ficedula hypoleuca
Boomklever Boomkruiper
Sitta europaea Certhia brachydactyla
Bosuil Brilduiker
Strix aluco Bucephala clangula
Draaihals
Jynx torquilla
Eider Ekster
Somateria mollissima Pica pica
Gekraagde roodstaart Glanskop
Phoenicurus phoenicurus Parus palustris
Grauwe vliegenvanger Groene specht
Muscicapa striata Picus viridis
Grote bonte specht
Dendrocopos major
Hop Huiszwaluw
Upupa epops Delichon urbica
IJsvogel Kleine bonte specht
Alcedo atthis Dendrocopos minor
Kleine vliegenvanger Koolmees
Ficedula parva Parus major
Kortsnavelboomkruiper
Certhia familiaris macrodactyla
Oeverzwaluw Pimpelmees
Riparia riparia Parus caeruleus
Raaf Ruigpootuil
Corvus corax Aegolius funereus
Spreeuw Tapuit
Sturnus vulgaris Oenanthe oenanthe
Torenvalk
Falco tinnunculus
Zeearend Zwarte kraai
Haliaeëtus albicilla Corvus corone
Zwarte mees Zwarte roodstaart
Parus ater Phoenicurus ochruros
Zwarte specht
Dryocopus martius
Bijlage 3: Vleermuizen, ruimtelijke ingrepen en de Flora- en faunawet
Vleermuizen en hun leefgebied zijn beschermd door de Flora- en faunawet. In geval van een ruimtelijke ingreep moet ruim van tevoren bekeken worden of deze ingreep nadelige invloed kan hebben op vleermuizen en hoe hiermee omgegaan moet worden. Verblijfplaatsen Vleermuizen maken het hele jaar door gebruik van verschillende verblijfplaatsen (o.a. in bomen en gebouwen). Grofweg zijn vleermuisverblijfplaatsen op te delen in winterverblijfplaats (waar overwinterd wordt), dagkwartieren (waar de mannetjes in de kraamkolonieperiode overdag zitten, alleen of in kleine groepjes), kraamkolonies (vrouwtjes en hun jongen, vaak in grote groepen), paarverblijven (waar gepaard wordt, vaak in het najaar, soms gelijk aan de winterverblijfplaats) en tussenkwartieren (gebruikt in de periode tussen overwinteren en de zomerperiode in). Per type verblijfplaats gebruiken vleermuizen vaak meerdere verblijven waar tussen gewisseld wordt, bijvoorbeeld wanneer elders het klimaat geschikter is of om aan parasieten te ontkomen. Vleermuizen zijn wel zeer honkvast wat betreft de diverse verblijven die ze gebruiken. Dit betekent dat hun verblijven belangrijk zijn voor instandhouding van de populatie en dat deze daarom beschermd worden door de Flora- en faunawet. Sinds mei 2009 is het Vleermuisprotocol vastgesteld. Dit is opgesteld door het Netwerk Groene Bureaus en de Zoogdiervereniging VZZ in overleg met de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de Gegevensautoriteit Natuur (GaN). Het protocol dient als leidraad voor het bepalen hoe en hoe vaak geïnventariseerd moet worden om te voldoen aan de Flora- en faunawet. Let op: voor het bepalen of een gebouw of een potentieel geschikte boom van belang is als vleermuisverblijfplaats, is over het algemeen een relatief langlopend onderzoek nodig (van april t/m september/oktober) en zijn gemiddeld 5 tot 7 bezoeken nodig. Maatregelen zijn nodig: • indien sprake is van een verblijfplaats die van significant belang is of zou kunnen zijn en/of; • indien vleermuizen aangetroffen zijn. Er is over het algemeen sprake van een significant belangrijke verblijfplaats (ook wel vaste verblijfplaats genoemd, een verblijfplaats die van belang is voor een populatie) als: • er sprake is van een kraamkolonie; • er sprake is van een belangrijke overwinteringsplaats of paarplaats; • er geen alternatieve verblijfplaatsen in de directe omgeving beschikbaar zijn; • de gunstige staat van instandhouding van de (populatie van) de soort in het geding is bij het verdwijnen van de verblijfplaats. De te nemen maatregelen moeten er voor zorgen dat verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet niet overtreden worden. Dit betekent dat er geen dieren gedood, verwond of actief verstoord mogen worden en dat in geval van significant belangrijke verblijfplaatsen deze behouden blijven of anders tijdig op een goede manier vervangen worden. De functie die het leefgebied voor de betreffende populatie vervult moet onverminderd blijven bestaan.
Om te voorkomen dat dieren gedood, verwond of actief verstoord worden, kunnen de volgende maatregelen nodig zijn: • niet slopen in de winterslaapperiode (in deze periode kan zelden met zekerheid worden vastgesteld dat vleermuizen afwezig zijn in een potentieel geschikt en onoverzichtelijk object, omdat ze dan ook ’s nachts passief zijn. Dat maakt ze in deze periode overigens extra kwetsbaar); • vlak voor de sloop onderzoeken of er individuen aanwezig zijn in het te slopen object. Zijn deze wel aanwezig dan geldt dat in geval van een significant belangrijke verblijfplaats gewacht moet worden tot het dier of de dieren weg zijn, anders kan het dier/kunnen de dieren ook passief verjaagd worden (door verstoring van het microklimaat of ’s nachts dichten van de invliegopening) mits zij niet verwond, gedood of actief verstoord worden. Bij het verdwijnen van een verblijfplaats kunnen maatregelen bestaan uit het aanbieden van inpandige voorzieningen in nieuwbouw, zodat deze geschikt is voor vleermuizen om in te verblijven. Om zeker te weten of de geplande maatregelen voldoende zijn kan een ontheffing aangevraagd worden bij de Dienst Regelingen. Een afwijzingsbrief, die stelt dat geen ontheffing nodig is, ‘omdat als de voorgestelde maatregelen genomen worden er immers geen verboden overtreden worden’ geldt als goedkeuring van de voorgestelde maatregelen. Zijn de maatregelen niet voldoende, dan moeten deze aangepast worden. Als dat niet mogelijk is, is een ontheffing nodig. Deze wordt alleen verstrekt in geval van projecten waarbij sprake is van groot openbaar belang. Jachtgebied en vliegroutes Naast verblijfplaatsen bestaat het leefgebied van vleermuizen uit foerageergebied en vliegroutes (vaak bomenrijen of waterlopen). Deze zijn ook beschermd als zij van significant belang zijn. Zij gelden als significant belangrijk indien bij aantasting de functionaliteit van de verblijfplaats(en) in het geding komt. Is dat het geval, dan zijn maatregelen nodig die dit voorkomen, anders is een ontheffing nodig. Ook hier geldt dat deze alleen verstrekt wordt in geval van projecten waarbij sprake is van groot openbaar belang.
Bijlage 2: KuiperCompagnons, Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 – Bleiswijk”, Gemeente Lansingerland, Akoestisch onderzoek, Rotterdam, 2 november 2012
Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ Gemeente Lansingerland
Akoestisch onderzoek
KuiperCompagnons (i.o.v. Houwelingen Vastgoed B.V.) Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap B.V. Atelier RO / milieu / JS werknummer: 840.306.00 Rotterdam, 2 november 2012 datum afdruk:
5-11-12
File: j:\840\306\00\3 projectresultaat\milieu\doc\ak_bp kerkstraat 31_nov 2012.docx
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding.............................................................................................................................. 1
2.
Wettelijk kader ................................................................................................................... 3 2.1. Wet geluidhinder ....................................................................................................... 3 2.2. Hogere waardenbeleid gemeente Lansingerland ..................................................... 4 2.3. Bouwbesluit 2012...................................................................................................... 5
3.
Uitgangspunten geluidsberekeningen............................................................................ 7 3.1. Wegverkeersgegevens ............................................................................................. 7 3.2. Berekeningsmethode ................................................................................................ 7
4.
Berekeningsresultaten ..................................................................................................... 9 4.1. Overbuurtseweg (N209) ........................................................................................... 9 4.2. Kerkstraat.................................................................................................................. 9
5.
Conclusies ....................................................................................................................... 11
Inhoudsopgave bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Overzicht gehanteerde verkeersgegevens Overzicht rekenmodel Berekeningsresultaten Computeruitdraaien ingevoerde items rekenmodel
1
1.
Inleiding Omschrijving planontwikkeling Ter plaatse van het adres Kerkstraat 31 in Bleiswijk is het voornemen om de bestaande bedrijfsbebouwing te slopen en een nieuwe woning terug te bouwen. In de volgende afbeelding is een uitsnede van de verbeelding van het bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 - Bleiswijk’ weergegeven.
Afbeelding 1: Uitsnede verbeelding bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 - Bleiswijk’.
Geluidhinder De nieuwe woning is gelegen in de zone van de Overbuurtseweg. Daarnaast is in dit onderzoek ook de niet onderzoeksplichtige Kerkstraat meegenomen. De nieuwe woning is niet in de zone van een spoorlijn of een industrieterrein gelegen. Om die reden is in dit akoestisch onderzoek het aspect spoorweg- en industrielawaai buiten beschouwing gelaten. Leeswijzer In de volgende hoofdstukken worden achtereenvolgens het wettelijk kader, de uitgangspunten van de berekening, de berekeningsresultaten en de conclusies beschreven.
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
2
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
3
2.
Wettelijk kader
2.1.
Wet geluidhinder Op grond van hoofdstuk VI ‘Zones langs wegen’ Wgh is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar wegverkeerslawaai. In het onderzoek zijn de Overbuurtseweg (N209) en de Kerkstraat betrokken. Onderzoekszone Behalve langs 30 km/uur-wegen en woonerven bevindt zich overeenkomstig artikel 74 Wgh aan weerszijden van een weg een zone waarbinnen akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Voordat nieuwe woningen binnen deze zone kunnen worden geprojecteerd dient te worden onderzocht of aan de normen van de Wgh wordt voldaan. De zonebreedte is afhankelijk van het aantal rijstroken en van de aard van de omgeving (stedelijk of buitenstedelijk gebied). De definities van stedelijk en buitenstedelijk gebied zijn opgenomen in artikel 1 Wgh. Deze definities luiden: - stedelijk gebied: het gebied binnen de bebouwde kom (bepaald door komgrensborden) met uitzondering van het gebied binnen de zone van een autoweg of autosnelweg; - buitenstedelijk gebied: het gebied buiten de bebouwde kom en het gebied binnen de bebouwde kom dat is gelegen binnen de zone van een autoweg of autosnelweg. Langs de Overbuurtseweg is een zone aanwezig van 250 m (2x1 rijstrook, buitenstedelijk gebied). Deze zone wordt gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook. Aangezien er geen zone aanwezig is gelegen langs de Kerkstraat (30 km/uur), is toetsing aan de normen van de Wgh niet nodig. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt de Kerkstraat wel meegenomen in dit onderzoek. Normstelling In het geval een nieuw woning wordt gerealiseerd binnen een zone van een weg, dan mag de geluidsbelasting niet meer bedragen dan de voorkeurswaarde. Indien de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde moeten er maatregelen worden getroffen om hieraan alsnog te kunnen voldoen. Blijkt dat niet mogelijk te zijn of op zwaarwegende bezwaren te stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard dan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland (het college van Lansingerland) bevoegd tot het vaststellen van hogere waarden. In tabel 1 is aangegeven wat de voorkeurswaarde en de maximale ontheffingswaarde is voor nieuwe woningen in stedelijk gebied door wegverkeerslawaai. Bron
Voorkeurswaarde
Maximale ontheffingswaarde
Nieuwe woning
48 dB (art. 82, lid 1 Wgh)
63 dB (art. 83, lid 2 Wgh)
Tabel 1: Normstelling wegverkeerslawaai.
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
4
Reductie geluidsbelastingen wegverkeerslawaai Volgens artikel 110g Wgh juncto artikel 3.6 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG 2006) mag op grond van de verwachting dat de geluidproductie van motorvoertuigen in de toekomst zal afnemen, de berekende geluidsbelastingen op de gevels worden gereduceerd met 2 dB bij wegen met een rijsnelheid van 70 km/uur en hoger en met 5 dB bij wegen met een rijsnelheid van lager dan 70 km/uur. In dit geval geldt een reductie van 2 dB voor de Overbuurtseweg. Uit jurisprudentie komt naar voren dat deze reductie niet zondermeer mag worden toegepast voor wegen met een rijsnelheid van 30 km/uur. Om deze reden is voor de Kerkstraat geen rekening gehouden met een reductie. 2.2.
Hogere waardenbeleid gemeente Lansingerland De gemeente Lansingerland heeft nadere criteria en voorwaarden gesteld bij het verlenen van hogere waarden. Deze criteria/voorwaarden zijn vastgelegd in de ‘Beleidsnota Hogere Waarden’, versie 3 van mei 2009. In de beleidsnota is beschreven dat met een hogere waarde-procedure voor nieuwe woningen alleen kan worden gestart als aan minimaal één van de volgende criteria kan worden voldaan: - de nieuwe woningen verspreid worden gesitueerd; - de nieuwe woningen zijn opgenomen in een dorps- of stadsvernieuwingsplan; - de nieuwe woningen vervullen een akoestische afschermende functie; - de nieuwe woningen noodzakelijk zijn vanwege grond- of bedrijfsgebondenheid; - de nieuwe woningen een open plaats opvullen tussen aanwezige bebouwing; - de nieuwe woningen dienen ter vervanging van bestaande bebouwing. Voor woningen met een geluidsbelasting van 53 dB of hoger als gevolg van wegverkeer dient, op grond van de beleidsnota, ten minste één geluidsluwe zijde aanwezig te zijn. Bij voorkeur dient aan deze zijde een buitenverblijfsruimte te worden gesitueerd. Onder een geluidsluwe gevel wordt verstaan die zijde van de woning, waarbij de geluidsbelasting per weg afzonderlijk niet hoger is dan de voorkeurswaarde. Als er geen buitenruimte aanwezig is, wordt met de aanwezigheid van minimaal één geluidluwe gevel voldoende kwaliteit gerealiseerd. De geluidsbelasting ter plaatse van de buitenruimte mag in principe niet meer dan 5 dB hoger zijn dan bij de geluidluwe zijde. Voor woningen met een geluidsbelasting van 53 dB en hoger gelden vanuit het gemeentelijk hogere waarde de volgende eisen. - geen situering van verblijfsruimte aan hoogst belaste gevel tenzij er overwegende bezwaren zijn van stedenbouw of volkshuisvesting; - aanwezigheid geluidsluwe gevel en dito buitenverblijfsruimte, tenzij dit niet haalbaar is: dan dient de buitenruimte afsluitbaar te zijn. Bij het vaststellen van een hogere waarde wordt op grond van artikel 110a Wgh rekening gehouden met cumulatie van geluid. In het beleid is aangegeven dat de cumulatieve geluidsbelasting per aanvraag wordt beoordeeld.
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
5
2.3.
Bouwbesluit 2012 In het Bouwbesluit 2012 is aangegeven wat de karakteristieke geluidswering moet te zijn om een binnenwaarde, bij gesloten ramen, te garanderen voor verblijfsgebieden van een nieuwe woning. De geluidsbelasting door wegverkeerslawaai mag in verblijfsgebieden (gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen) niet hoger zijn 33 dB. Voor een bedgebied (verblijfsgebied waarin bedden aanwezig zijn) mag het niet hoger zijn dan 28 dB.
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
6
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
7
3.
Uitgangspunten geluidsberekeningen Hierna worden de uitgangspunten voor de berekeningen van het wegverkeerslawaai beschreven. Het gaat om de gehanteerde verkeersgegevens en de gebruikte berekeningsmethode.
3.1.
Wegverkeersgegevens Door de gemeente Lansingerland zijn de verkeersgegevens voor het prognosejaar 2020 aangeleverd. Deze gegevens zijn afkomstig uit de Regionale VerkeersMilieuKaart (versie 2.2). In dit verkeersmodel zijn alle relevante gegevens van de onderzochte wegen opgenomen. In dit onderzoek moeten de geluidsbelastingen worden bepaald voor het prognosejaar 2022 (10 jaar na vaststelling van het bestemmingsplan). De intensiteiten voor het prognosejaar 2020 zijn opgehoogd met een autonome groei van 1,5% per jaar. De gehanteerde wegverkeersgegevens voor de onderzochte wegen zijn opgenomen in bijlage 1 ‘Overzicht gehanteerde verkeersgegevens’.
3.2.
Berekeningsmethode Voor de bepaling van de geluidsbelastingen door het wegverkeer zijn berekeningen uitgevoerd met Standaardrekenmethode II overeenkomstig het RMG 2006. In het rekenmodel zijn de bronnen (weg), bodemgebieden (akoestisch hard/zacht), objecten (gebouwen enz.), hoogtelijnen en toetspunten ingevoerd. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu, versie 1.91. Op basis van de GBKN-ondergrond is het rekenmodel ontwikkeld. De hoogte van de gemodelleerde bebouwing en de hoogteligging van de weg ten opzichte van de nieuwe woning zijn bepaald op hoogte informatie uit het Actueel Hoogtebestand Nederland en streetview van Google Earth. Het ontwikkelde rekenmodel is weergegeven in bijlage 2 ‘Overzicht rekenmodel’. In bijlage 4 zijn computeruitdraaien van de ingevoerde items opgenomen. Berekeningswijze wegverkeerslawaai Bij toetsing aan de normen voor wegverkeer wordt in de Wgh gewerkt met een jaargemiddelde etmaalwaarde van het geluidsniveau (Lden) over alle perioden, te weten de dagperiode (van 07.00 tot 19.00 uur), de avondperiode (van 19.00 tot 23.00 uur) en de nachtperiode (van 23.00 tot 07.00 uur).
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
8
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
9
4.
Berekeningsresultaten In bijlage 3 ‘Berekeningsresultaten’ is een overzicht van de berekende geluidsbelastingen weergegeven door het verkeer op de onderzochte wegen. Hierna worden de resultaten kort besproken.
4.1.
Overbuurtseweg (N209) Door het verkeer op de Overbuurtseweg is een geluidsbelasting berekend van 37 dB tot maximaal 45 dB. Omdat de voorkeurswaarde van 48 dB niet wordt overschreden, wordt voldaan aan de normen van de Wgh. Het doorlopen van een hogere waardeprocedure niet aan de orde. Dit betekent dat er vanuit de Wgh en het gemeentelijk hogere waarde beleid geen belemmeren zijn voor de ontwikkelingsmogelijkheid uit dit bestemmingsplan.
4.2.
Kerkstraat In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de Kerkstraat (30 km/uur) in het onderzoek meegenomen. Uit de berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting op de nieuwe woning varieert tussen 39 dB en 45 dB (zonder reductie volgens artikel 110g Wgh). Aangezien de geluidsbelasting ruim lager is dan de voorkeurswaarde zijn er geen belemmering te verwachten door het verkeer op de Kerkstraat.
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
10
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
11
5.
Conclusies Op het adres Kerkstraat 31 bestaat het voornemen om de bestaande bedrijfsbebouwing te slopen en er een nieuwe woning te realiseren. Omdat deze woning is gelegen binnen de zone van de Overbuurtseweg, is het nodig een akoestisch onderzoek uit te voeren. Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat het verkeer op de onderzoeksplichtige Overbuurtseweg tot een maximale geluidsbelasting van 45 dB leidt. Omdat de voorkeurswaarde van 48 dB niet wordt overschreden, is het doorlopen van een hogere waarde procedure niet noodzakelijk. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de niet-onderzoeksplichtige Kerkstraat (30 km/uur) tevens meegenomen in het onderzoek. De maximaal berekende geluidsbelasting door het verkeer op deze weg is eveneens 45 dB. Op grond van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het aspect wegverkeerslawaai niet leidt tot belemmeringen.
Akoestisch onderzoek – Bestemmingsplan ‘Kerkstraat 31 – Bleiswijk’ 2 november 2012
Bijlagen >>>
Bijlage 1 Overzicht gehanteerde verkeersgegevens
Tabel: Verkeersgegevens prognosejaar 2022. ID Wegvak Autonome groei per jaar 1 Overbuurtseweg (N209) 1,5% 2 Kerkstraat 1,5%
Etmaalintensiteit 2020 2022 [mvt/etm] [mvt/etm] 30.820 31.752 388 400
Rijsnelheid
Wegdektype
[km/uur] 80 30
2laags ZOAB klinkers
Tabel: Verkeersgegevens prognosejaar 2022 (dagperiode). Dagperiode ID Wegvak Gem. uur Licht Middel [%] [%] [%] 1 Overbuurtseweg (N209) 6,41 79,19 10,60 2 Kerkstraat 6,42 91,84 7,34
Zwaar [%] 10,21 0,82
Tabel: Verkeersgegevens prognosejaar 2022 (avondperiode). Avondperiode ID Wegvak Gem. uur Licht Middel [%] [%] [%] 1 Overbuurtseweg (N209) 3,51 84,92 7,60 2 Kerkstraat 4,44 95,46 4,09
Zwaar [%] 7,48 0,45
Tabel: Verkeersgegevens prognosejaar 2022 (nachtperiode). Nachtperiode ID Wegvak Gem. uur Licht Middel [%] [%] [%] 1 Overbuurtseweg (N209) 1,13 70,99 14,55 2 Kerkstraat 0,67 79,83 18,15
Zwaar [%] 14,46 2,02
J:\840\306\00\3 Projectresultaat\milieu\xls\verkeer_BP Kerkstraat 31.xls
Bijlage 2 Overzicht rekenmodel
UITLEG ITEM EIGENSCHAPPEN REKENMODEL Bodemgebieden In het rekenmodel kan worden gekozen de akoestisch harde of akoestisch zachte gebieden te modelleren. In dit rekenmodel is ervoor gekozen de akoestisch harde gebieden te modelleren (Bf=0). Dit betekent dat bijvoorbeeld de wegen en watergangen zijn opgenomen in het rekenmodel. Alle overige niet in het model gedefinieerde gebieden zijn akoestisch zacht (absorberend), Bf=1. Objecten De objecten betreffen met name de bestaande gebouwen die in het rekenmodel zijn betrokken. Het betreft de gebouwen langs de onderzochte wegen. De gebouwen tussen de geluidsbronnen en de wijzigingsgebieden en de uit te werken bestemmingen leiden tot afscherming van het geluid. Gebouwen aan de overzijde van de weg leiden tot reflectie waardoor de geluidsbelasting op de locatie toeneemt. De hoogte van de bebouwing zijn bepaald op hoogte informatie uit het Actueel Hoogtebestand Nederland en streetview van Google Earth. Hoogtelijnen Het hoogteverloop van het maaiveld binnen het aandachtsgebied van het rekenmodel kan in de berekening worden betrokken door het invoeren van zogenoemde hoogtelijnen. In het plangebied van dit bestemmingsplan zijn geen van belangzijde hoogteverschillen in het maaiveld aanwezig. Daarom zijn er geen hoogtelijnen gemodelleerd. Rijlijn De verkeersgegevens, zoals opgenomen in bijlage 1, op de onderzochte wegen worden gemodelleerd door rijlijnen. In bijlage 4 is onder andere een uitdraai van de ingevoerde rijlijnen opgenomen. Uit die uitdraai kunnen onder andere de verkeersintensiteiten, de rijsnelheid en het wegdektype worden herleid. De gehanteerde verkeersgegevens zijn afkomstig van de Regionale Verkeersmilieukaart, (versie 2.2). Gebruikt zijn de volgende wegdektypes: 2laags ZOAB (W2) en klinkers in keperverband voor wegen met een rijsnelheid van 30 km/uur (W49a). In bijlage 1 is eveneens een recente uitdraai van de correctiefactoren van deze wegdektypes opgenomen (bron: www.stillerverkeer.nl). De gebruikte nummering van de verschillende wegdekken komt overeen met de nummering van de wegdekken in de uitdraai van de rijlijnen (zie bijlage 4). Toetspunten De toetspunten zijn gekozen op het bouwvlak uit het bestemmingsplan. De beoordelingshoogten zijn gebaseerd op de toegestane bouwhoogte van 10 m (drie bouwlagen). De beoordelingshoogte zijn 1,5 m (begane grond), 4,5 m (eerste verdieping) en 7,5 m (tweede verdieping).
Rekenparameters
Bijlage 3 Berekeningsresultaten
Bijlage 4 Computeruitdraaien ingevoerde items rekenmodel
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam verhard verhard verhard verhard verhard
Omschr. _verhard _verhard _verhard _verhard _verhard
Bf 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
verhard verhard verhard verhard verhard
_verhard _verhard _verhard _verhard _verhard
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
verhard verhard verhard water verhard
_water _water _water _water _water
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
verhard verhard water water water
_water _water _water _water _water
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
water
_water
0,00
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Omschr. _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Zwevend False False False False False
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Omschr. _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Zwevend False False False False False
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Omschr. _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Zwevend False False False False False
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Omschr. _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Zwevend False False False False False
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam
nieuwbouw
Omschr. _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Zwevend False False False False False
Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande _bestaande _bestaande _bestaande _bestaande
bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
6,00 6,00 6,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0
dB dB dB dB
False False False False
0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80
_bestaande bebouwing _bestaande bebouwing _bestaande bebouwing nieuwe woning Kerkstraat 31
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam
nieuwbouw
Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80
0,80 0,80 0,80 0,80
Geomilieu V1.91
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam 10 11 12 13
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Omschr.
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00
Geomilieu V1.91
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief
Hoogte A 1,50 1,50 1,50 1,50
Hoogte B 4,50 4,50 4,50 4,50
Hoogte C 7,50 7,50 7,50 7,50
Hoogte D -----
Hoogte E -----
Hoogte F -----
Gevel Ja Ja Ja Ja
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam 2 1
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Omschr. 2_Kerkstraat 2_Kerkstraat 1_Overbuurtseweg 1_Overbuurtseweg
Geomilieu V1.91
ISO H 0,00 0,00 0,00 0,00
ISO M 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief
Invoertype Verdeling Verdeling Verdeling Verdeling
Hbron 0,75 0,75 0,75 0,75
Helling 0 0 0 0
Wegdek W49a W49a W2 W2
V(MR) 30 30 80 80
V(LV) 30 30 80 80
V(MV) 30 30 80 80
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam 2 1
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
V(ZV) 30 30 80 80
Totaal aantal 200,00 200,00 15876,00 15876,00
Geomilieu V1.91
%Int.(D) 6,42 6,42 6,41 6,41
%Int.(A) 4,44 4,44 3,51 3,51
%Int.(N) 0,67 0,67 1,13 1,13
%Int.(P4) -----
%MR(D) -----
%MR(A) -----
%MR(N) -----
%MR(P4) -----
%LV(D) 91,84 91,84 79,42 79,42
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam 2 1
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
%LV(A) 95,46 95,46 84,92 84,92
%LV(N) 79,83 79,83 70,98 70,98
Geomilieu V1.91
%LV(P4) -----
%MV(D) 7,34 7,34 10,36 10,36
%MV(A) 4,09 4,09 7,60 7,60
%MV(N) 18,15 18,15 14,55 14,55
%MV(P4) -----
%ZV(D) 0,82 0,82 10,21 10,21
%ZV(A) 0,45 0,45 7,48 7,48
%ZV(N) 2,02 2,02 14,46 14,46
%ZV(P4) -----
MR(D) -----
MR(A) -----
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam 2 1
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
MR(N) -----
MR(P4) -----
Geomilieu V1.91
LV(D) 11,79 11,79 808,22 808,22
LV(A) 8,48 8,48 473,21 473,21
LV(N) 1,07 1,07 127,34 127,34
LV(P4) -----
MV(D) 0,94 0,94 105,43 105,43
MV(A) 0,36 0,36 42,35 42,35
MV(N) 0,24 0,24 26,10 26,10
MV(P4) -----
ZV(D) 0,11 0,11 103,90 103,90
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam 2 1
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 ZV(A) 0,04 0,04 41,68 41,68
Geomilieu V1.91
ZV(N) 0,03 0,03 25,94 25,94
ZV(P4) -----
LE (D) 63 77,04 77,04 85,89 85,89
LE (D) 125 74,51 74,51 92,69 92,69
LE (D) 250 84,30 84,30 97,86 97,86
LE (D) 500 84,65 84,65 104,66 104,66
LE (D) 1k 89,54 89,54 108,40 108,40
LE (D) 2k 86,28 86,28 105,13 105,13
LE (D) 4k 79,00 79,00 97,90 97,90
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam 2 1
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
LE (D) 8k 75,64 75,64 89,26 89,26
LE (A) 63 75,12 75,12 83,03 83,03
Geomilieu V1.91
LE (A) 125 71,81 71,81 89,68 89,68
LE (A) 250 80,68 80,68 94,76 94,76
LE (A) 500 82,31 82,31 101,40 101,40
LE (A) 1k 87,54 87,54 105,50 105,50
LE (A) 2k 84,36 84,36 102,28 102,28
LE (A) 4k 76,90 76,90 95,00 95,00
LE (A) 8k 73,06 73,06 86,46 86,46
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam 2 1
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
LE (N) 63 68,17 68,17 78,71 78,71
LE (N) 125 67,10 67,10 85,68 85,68
Geomilieu V1.91
LE (N) 250 77,98 77,98 90,96 90,96
LE (N) 500 76,64 76,64 97,96 97,96
LE (N) 1k 80,81 80,81 101,28 101,28
LE (N) 2k 77,39 77,39 97,94 97,94
LE (N) 4k 70,51 70,51 90,78 90,78
LE (N) 8k 68,05 68,05 81,98 81,98
LE (P4) 63 -----
5-11-2012 9:38:50
Bestemmingsplan 'Kerkstraat 31 - Bleiswijk (gemeente Lansingerland) KuiperCompagnons - 840.306.00 Ingevoerde items rekenmodel Model: Groep:
Naam 2 1
2022 wegverkeer - BP Kerkstraat 31 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
LE (P4) 125 -----
Geomilieu V1.91
LE (P4) 250 -----
LE (P4) 500 -----
LE (P4) 1k -----
LE (P4) 2k -----
LE (P4) 4k -----
LE (P4) 8k -----
5-11-2012 9:38:50
Bijlage 3: Van der Helm Milieuadvies, Briefrapport vleermuisonderzoek Kerkstraat 31, Bleiswijk, kenmerk HOBL 120617, 19 december 2012
VanderHelm Milieubeheer B.V. Nobelsingel 2 2652 XA Berkel en Rodenrijs Tel.: 010 249 24 60 Fax: 010 249 24 70 Internet: www.vdhelm.nl E-mail:
[email protected] Rabobank: 35.44.30.645 K.v.K.: 27233428 B.T.W. nr: NL8079.90.000.B01
Houweling Vastgoed B.V. T.a.v. de heer ir. C. Houweling Klappolder 104 2665 LP BLEISWIJK
Ons kenmerk: Datum: Betreft: Behandeld door:
HOBL120617_2 19 december 2012 Vleermuisonderzoek Kerkstraat 31 te Bleiswijk De heer drs. F.V. van Lans
Geachte heer Houweling, Hierbij ontvangt u de onderzoeksresultaten betreffende een ecologisch onderzoek, ter plaatse van de Kerkstraat 31 te Bleiswijk, naar de aanwezigheid van vleermuizen. Dit ecologisch onderzoek is uitsluitend van toepassing op de aangegeven projectlocatie. AANLEIDING Aanleiding tot het ecologisch onderzoek zijn de geplande werkzaamheden binnen het projectgebied die mogelijk een nadelige invloed hebben op aanwezige (beschermde) flora- en faunasoorten. Vanwege het verstorende karakter van de werkzaamheden op de aanwezige natuur, wordt de initiatiefnemer van het project gehouden aan de Flora- en faunawet. Deze wetgeving verplicht de initiatiefnemer om de natuurwaarden binnen het gebied in kaart te brengen. Hierbij dient te worden onderzocht of aanwezige beschermde flora- en faunasoorten nadelig worden beïnvloed door de geplande werkzaamheden. DOELSTELLING Doel van het ecologisch onderzoek is het verkrijgen van inzicht betreffende de aanwezigheid van vleermuizen binnen het projectgebied. PROJECTGEBIED Het projectgebied betreft een pand dat gelegen is aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk en opgetrokken is uit een enkelwands bakstenen muur, ramen, gevelbetimmering en een golfplatendak. Een lokale situatiekaart is weergegeven in bijlage 1 en een foto van het projectgebied is weergegeven in bijlage 2. VOORGENOMEN WERKZAAMHEDEN De voorgenomen werkzaamheden bestaan uit het slopen van de bestaande bebouwing en het herinrichten van de locatie met nieuwbouw. METHODIEK De vleermuisinventarisatie is uitgevoerd conform het vleermuisprotocol van het Netwerk Groene Bureaus (versie van 24 februari 2012). Door middel van visuele waarnemingen en een batdetector (Petterson
Pagina 1 van 4
D240X), is vastgesteld of zomer- of paarverblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn in het projectgebied. Het onderzoek is gebaseerd op de ethische code van het Netwerk Groene Bureaus - Branchevereniging voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging (juni 2008 en februari 2010). De veldinventarisaties zijn uitgevoerd door een medewerker van VanderHelm Milieubeheer B.V. De tabellen 1 en 2 bevatten respectievelijk de gegevens van het uitgevoerde veldbezoek en de weersgesteldheid. Tabel 1: Uitgevoerde veldbezoeken Datum Activiteit
Soortgroep
Uitvoerende
12 juni 2012
Inventarisatie
Vleermuizen
F.V. van der Lans
5 juli 2012
Inventarisatie
Vleermuizen
F.V. van der Lans
3 september 2012
Inventarisatie
Vleermuizen
F.V. van der Lans
8 oktober 2012
Inventarisatie
Vleermuizen
F.V. van der Lans
Tabel 2: Weersomstandigheden* Temperatuur (°C) Datum Min. Max.
Overheersende windrichting en -kracht (Bft)
12 juni 2012 10,6 15,5 N2 5 juli 2012 17,0 26,3 NNW 2 3 september 2012 12,5 22,9 NNW 1 8 oktober 2012 3,5 13,7 ZO 2 * Weersomstandigheden ter plaatse van weerstation Rotterdam (bron: KNMI)
Bewolking
Neerslag (mm)
Geheel bewolkt Zwaar bewolkt Half bewolkt Half bewolkt
1,6 4,0 0,0 0,0
RESULTATEN Ter plaatse van het projectgebied is geen enkele vleermuis waargenomen. In de Kerkstraat is tijdens de vier bezoeken geen enkele vleermuis waargenomen. De watergang grenzend aan de achterzijde van het projectgebied is niet in gebruik als vliegroute. Vanaf het bruggetje over deze watergang in de Kerkstraat is geen enkele vleermuis waargenomen. Gewone dwergvleermuizen zijn wel aanwezig ter plaatse van de Margrietlaan. Tijdens iedere ronde zijn minimaal drie foeragerende vleermuizen waargenomen bij de Margrietlaan en omgeving. Tevens werd hier in september 2012 sociaal gedrag (balts) waargenomen. De gewone dwergvleermuizen langs de Margrietlaan bevinden zich op circa 100 meter afstand van het projectgebied, zie afbeelding 1.
Afbeelding 1. Het projectgebied Kerkstraat 31 ster) en het gebied waarbinnen (rode waarnemingen van de gewone dwergvleermuis zijn gedaan (rode cirkel). Vleermuisonderzoek Kerkstraat 31 te Bleiswijk Projectcode: HOBL120617
Pagina 2 van 4
TOETSING WET- EN REGELGEVING Tijdens het onderzoek naar vleermuizen zijn geen waarnemingen van vleermuizen ter plaatse van het projectgebied gedaan. De dichtstbijzijnde vleermuizen bevinden zich aan de Margrietlaan, circa honderd meter verderop. Aangenomen wordt dat de voorgenomen werkzaamheden in het projectgebied geen negatief effect zullen hebben op de vleermuizen aan de Margrietlaan. CONCLUSIES Op basis van de ecologische inspectie wordt geconcludeerd dat: • het projectgebied aan de Kerkstraat 31 te Bleiswijk geen enkele functie heeft voor vleermuizen; • er geen enkele vleermuis is waargenomen binnen het projectgebied; • er gewone dwergvleermuizen voorkomen ter plaatse van de Margrietlaan; • de gewone dwergvleermuizen aan de Margrietlaan buiten de invloedsfeer van de voorgenomen werkzaamheden aan de Kerkstraat 31 vallen; • de voorgenomen werkzaamheden voor wat betreft vleermuizen zonder ontheffing op de Flora- en faunawet uitgevoerd kunnen worden. AANBEVELING Naar aanleiding van de ecologische inspectie wordt geadviseerd om de achterzijde van Kerkstraat 31, waar het projectgebied grenst aan de Margrietlaan, donker te houden en bij het plaatsen van kunstmatige (bouw)verlichting te voorkomen dat het aangrenzende gebied lichthinder ondervindt. KWALITEITSBORING VanderHelm Milieubeheer B.V. is lid van het ‘Netwerk Groene Bureaus (NGB) - Brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging’. De werkzaamheden die door VanderHelm Milieubeheer B.V. worden uitgevoerd zijn gebaseerd op het door de NGB vastgestelde gedragscode (versie juni 2008, aangevuld in februari 2010). VanderHelm Milieubeheer B.V. is VCA** (versie 2008/05) gecertificeerd. Onderhavig project wordt uitgevoerd in overeenstemming met het kwaliteitssysteem van VanderHelm Milieubeheer B.V. Dit kwaliteitssysteem is door Lloyd’s Register Quality Assurance gecertificeerd conform de norm ISO 9001:2008. VRAGEN? Indien u nog vragen heeft naar aanleiding van het onderzoek en eventuele vervolgacties zijn wij graag bereid een nadere toelichting te geven. Hierover kunt u contact opnemen met projectleider de heer M.P.M. Verkade BSc. TOT SLOT Kwaliteit waarborgt tevredenheid en daarom vinden wij het belangrijk om te weten of u tevreden bent over onze diensten en producten. Wij stellen het dan ook zeer op prijs indien u op- en/of aanmerkingen heeft, dat u deze aan ons kenbaar maakt. Dit briefrapport wordt, tenzij anders door u aangegeven, niet verzonden aan derden. Dit briefrapport mag, na kennisgeving aan VanderHelm Milieubeheer B.V., uitsluitend in haar geheel worden vermenigvuldigd of aan derden verstrekt. Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn geweest. Met vriendelijke groeten, VanderHelm Milieubeheer B.V.
Vleermuisonderzoek Kerkstraat 31 te Bleiswijk Projectcode: HOBL120617
Pagina 3 van 4
Gecontroleerd door:
Vrijgegeven door:
De heer M.P.M. Verkade, BSc Projectleider Ecologie
Mevrouw drs. J.H. Beckers Teamleider Ecologie
Bijlagen: 1. Lokale situatiekaart projectgebied 2. Foto’s ter plaatse
Vleermuisonderzoek Kerkstraat 31 te Bleiswijk Projectcode: HOBL120617
Pagina 4 van 4
BIJLAGE 1
REGIONALE SITUATIEKAART PROJECTGEBIED
= Projectgebied
Vleermuisonderzoek Kerkstraat 31 te Bleiswijk Projectcode: HOBL120617
Bijlage
BIJLAGE 2
FOTO TER PLAATSE
Foto 1: Kerkstraat 31, Bleiswijk, Google streetview
Vleermuisonderzoek Kerkstraat 31 te Bleiswijk Projectcode: HOBL120617
Bijlage
Bijlage 4: Gemeente Lansingerland, Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 – Bleiswijk”, kenmerk T13.02458, 4 maart 2013
Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
Identificatiecode: NL.IMRO.1621.BP0137-VONT 4 maart 2013 T13.02458
Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
1.1 1.2 1.3
Blz.
Overleg
2
Inleiding Overlegreacties en gemeentelijke reactie en conclusie per overlegreactie Eindconclusie overleg
Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
2 2 7
1
1.
OVERLEG
1.1
Inleiding Overeenkomstig artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is gelegenheid tot overleg geboden met betrekking tot het voorontwerpbestemmingsplan “Kerkstraat 31”. Op 16 januari 2013 zijn de volgende instanties per e-mail benaderd met het verzoek om voor 14 februari 2013 te reageren. Provincie Zuid-Holland; Veiligheidsregio Rotterdam - Rijnmond; DCMR; Politie Rotterdam-Rijnmond, wijkteam Lansingerland; Stadsregio Rotterdam; Ministerie van Rijkswaterstaat; Dunea Duin en water; N.V. Nederlandse Gasunie; KPN; Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard; Stedin B.V.; Tennet TSO B.V. Hieronder ziet u een weergave van de overlegreacties en een gemeentelijke reactie op deze overlegreacties, waarbij gemotiveerd wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het bestemmingsplan is overgegaan (§ 2.2) en een eindconclusie (§ 2.3).
1.2
Overlegreacties en gemeentelijke reactie en conclusie per overlegreactie De volgende overlegreacties zijn ontvangen: 1.
Provincie Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag E-mail d.d. 16 januari 2013, T13.00740
2.
KPN Postbus 9095 3007 AB Rotterdam E-mail d.d. 16 januari 2013, I13.02354
3.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Postbus 9154 3007 AD Rotterdam E-mail d.d. 18 januari 2013, I13.02912 & I12.08405
4.
N.V. Nederlandse Gasunie Postbus 19 9700 MA Groningen E-mail d.d. 21 januari 2013, I13.03033
Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
2
5.
Stedin Postbus 516 2627 AZ Delft E-mail d.d. 28 januari 2013, I13.04044
6.
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Maasboulevard 123 3006 AB Rotterdam E-mail d.d. 18 februari 2013, I13.07606
7.
DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus 843 3100 AV Schiedam E-mail d.d.20 februari 2013, I13.08042.
De ontvangen reacties zijn hieronder (ambtshalve) kort samengevat en voorzien van een gemeentelijk commentaar en conclusie. 1.
Provincie Zuid-Holland
Samenvatting De Provincie Zuid-Holland concludeert in haar reactie op het ingevulde e-formulier dat er geen sprake is van strijdigheid van het bestemmingsplan met provinciale belangen. In dat geval hoeft het plan niet naar de provincie te worden opgestuurd. Reactie De overlegreactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie De overlegreactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan. 2.
KPN
Samenvatting In haar reactie geeft de KPN aan dat het plan consequenties kan hebben voor de bestaande infrastructuur. Geadviseerd wordt om voorafgaand aan de planontwikkeling een KLIC melding te doen om de aanwezige kabels en leidingen in de grond in beeld te brengen. Reactie De verantwoordelijkheid voor het doen van een KLIC melding ligt bij de initiatiefnemer van de ontwikkeling. Via deze nota zal de initiatiefnemer hiervan op de hoogte worden gesteld. Conclusie De overlegreactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan.
Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
3
3.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Samenvatting De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) verwijst in haar reactie naar haar overlegreactie betreffende het voorontwerpbestemmingsplan “Centrum-Bleiswijk”. De reactie wordt hieronder zodanig samengevat dat alleen wordt ingegaan op de punten die specifiek betrekking hebben op de Kerkstraat 31 en omgeving. Risicobron Rond het plangebied is één relevante risicobron aanwezig: de Provinciale weg N209. Selectie incidentscenario's Voor de relevante risicobron zijn worstcase en het meest geloofwaardige scenario's beschouwd. Voor het bepalen van het resteffect (inschatting van het aantal doden en gewonden) zijn de volgende worstcase scenario's beschouwd. 1. BLEVE1 met een tankwagen met brandbare gassen op de N209. 2. Vrijkomen van toxische stoffen als gevolg van een ongeval op de N209 (instantaan falen tankwagen). Op basis van de aanwezige risicobron en de geselecteerde incidentscenario’s komt de VRR met betrekking tot de aspecten zelfredzaamheid en beheersbaarheid tot het volgende advies. Advies De VRR adviseert u om de volgende voorzieningen te realiseren, teneinde de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor de hulpverlening te vergroten: 1. Zorg dat bij (her)ontwikkeling(en), binnen 230 meter vanuit de N209, (nood)uitgang(en) zodanig worden gesitueerd dat aanwezige personen veilig in tegengestelde richting van de risicobron kunnen vluchten, waardoor de zelfredzaamheid van aanwezigen wordt verbeterd en slachtoffers kunnen worden voorkomen. Daarbij is het van belang dat alle (nood)uitgang(en) in voldoende mate aansluiten op de bestaande infrastructuur binnen en buiten het plangebied. 2. Maak gebouwen bij (her)ontwikkeling(en) geschikt om, bij een incident waarbij een toxische wolk vrijkomt, enkele uren in te schuilen ("safe haven" principe), waardoor slachtoffers kunnen worden voorkomen. Zorg dat deuren, ramen en ventilatieopeningen afsluitbaar te zijn. In nieuwe gebouwen is het noodzakelijk dat het luchtverversingssysteem uitgeschakeld kan worden. 3. Het plangebied laten voldoen aan de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening zoals gesteld conform de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR), door de toegangsweg naar de CBS de Poort te verbreden. Neem hiervoor contact op met de afdeling Brandveiligheid van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond Noord. 4. Draag zorg voor een goede voorlichting en instructie van de aanwezigen personen zodat men weet hoe te handelen tijdens een calamiteit door middel van de campagne "Goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand". Reactie 1. In de toelichting is dit onderwerp al behandeld in § 7.6.2 onder het kopje ‘Zelfredzaamheid’.
Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
4
2. 3. 4.
In de toelichting is dit onderwerp al behandeld in § 7.6.2 onder het kopje ‘Beheersbaarheid’. In de toelichting is dit onderwerp al behandeld in § 7.6.2 onder het kopje ‘Beheersbaarheid’.
De campagne “Goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand” is gepubliceerd op de website van de gemeente Lansingerland.
Conclusie De overlegreactie geeft geen aanleiding tot aanpassingen van het bestemmingsplan. 4.
N.V. Nederlandse Gasunie
Samenvatting De Gasunie geeft aan dat het plan door hen is getoetst aan het huidige externe veiligheidsbeleid van het Ministerie van I&M voor hun aardgastransportleidingen (Besluit externe veiligheid 2011). Op grond van deze toetsing is de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van de meest dichtstbijzijnde leiding valt en dat deze leiding daarmee geen invloed heeft op de ontwikkeling. Reactie De gemeente heeft kennis genomen van deze informatie. Conclusie De overlegreactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan. 5.
Stedin
Samenvatting Stedin geeft aan dat het van belang is dat de ‘grondroerder’ (zijnde de ontwikkelaar) conform de wet WION een oriëntatiemelding bij het kadaster laat uitvoeren om zicht te krijgen op de ondergrondse infrastructuur. Indien de huidige infrastructuur van Stedin onder de nieuwbouw komt te liggen dan zal de grondroerder via www.aansluitingen.nl contact moeten opnemen met Stedin voor het verplaatsen van de infrastructuur. Reactie Het doen van een oriëntatiemelding is een verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar. Via deze nota zal de initiatiefnemer hiervan op de hoogte worden gesteld Conclusie De overlegreactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan. 6.
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Samenvatting Het Hoogheemraadschap geeft aan dat het plan geen nadelige invloed heeft op het watersysteem. Het schap heeft daarom geen bezwaar tegen het plan. Wel wijzen zij nog op een aantal redactionele punten. 1. Op bladzijde 28 staat in de 2e alinea, onder 5.1.3, verouderde informatie bij punt 2. Dit kan verwijderd worden.
Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
5
2.
3.
4. 5.
6.
7.
Op bladzijde 29, onder 5.2 , in de 4e alinea (veiligheid), laatste zin zo aanpassen dat er staat: ‘Het plangebied is gelegen in een gebied met een kleiner overstromingsrisico omdat het gelegen is in boezemland’. Op bladzijde 29, onder 5.2 , in de 5e alinea (oppervlaktewatersysteem), de 2e zin aanpassen en een derde zin toepassen zodat er staat: ‘Dit peilgebied kent een vast peil van NAP -2,02 meter. Het peil wordt in het nieuwe nog vast te stellen peilbesluit naar alle waarschijnlijk verlaagd met 5 cm’. Op bladzijde 30, onder ‘Keur en Legger’, 1e alinea: ‘watergangen en waterschapswegen’ vervangen door het woord ‘waterstaatswerken’. Op bladzijde 30, onder ‘Keur en Legger’, 2e alinea: voor het woord ‘waterbergingen’ het woord ‘waterkeringen’ toevoegen en in plaats van ‘natuurvriendelijke oevers’ het woord ‘ondersteunende kunstwerken’ opnemen. Op bladzijde 31, onder ‘Beheer en onderhoud’, de 2e alinea als volgt wijzigen zodat er staat: ‘Het beheer van de waterkeringen, hoofdwatergangen en boezem-watergangen ligt doorgaans bij het Hoogheemraadschap. Het Hoogheemraadschap is doorgaans verantwoordelijk voor het onderhoud aan de boezemkering en de hoofdwatergangen. De onderhoudsplicht voor overige watergangen ligt bij de aangrenzende kadastrale eigenaren. Voor hoofdwatergangen geldt een beschermingszone van 5 meter (gemeten vanaf de insteek van het talud en voor overige watergangen is dit 1 meter. Activiteiten binnen deze zone zijn vergunningsplichtig op grond van de Keur. Beschermingszones dienen (zwaar) onderhoudsmateriaal te kunnen dragen. Er mogen zich geen obstakels bevinden in de beschermingszones. In voorkomende gevallen kan van bovengenoemde maten met een ontheffing van het Hoogheemraadschap, mist het onderhoud gewaarborgd is en op een reguliere manier kan worden uitgevoerd.’ Op bladzijde 31, onder ‘Beheer en onderhoud’, in de 3e alinea ‘beschermingszone’ i.p.v. ‘onderhoudsstrook’ vermelden.
Reactie De opmerkingen inzake de waterparagraaf zullen overeenkomstig het verzoek van het Hoogheemraadschap worden verwerkt. Conclusie De overlegreactie geeft aanleiding tot aanpassingen van het voorontwerpbestemmingsplan op de volgende punten: i. Op bladzijde 28, 2e alinea, onder 5.1.3 zal punt 2 verwijderd worden. ii. Op bladzijde 29, 4e alinea onder ‘veiligheid’ zal de laatste zin als volgt aangepast worden: ‘Het plangebied is gelegen in een gebied met een kleiner overstromingsrisico omdat het gelegen is in boezemland’. iii. Op bladzijde 29, in de 5e alinea onder ‘oppervlaktewatersysteem’, zal de 2e zin gewijzigd worden en een derde zin worden toegevoegd zodat er staat: ‘Dit peilgebied kent een vast peil van NAP -2,02 meter. Het peil wordt in het nieuwe nog vast te stellen peilbesluit naar alle waarschijnlijk verlaagd met 5 cm’. iv. Op bladzijde 30, 1e alinea onder ‘Keur en Legger’, wordt de zinsnede ‘watergangen en waterschapswegen’ vervangen door het woord ‘waterstaatswerken’. v. Op bladzijde 30, 2e alinea onder ‘Keur en Legger’, wordt voor het woord ‘waterbergingen’ het woord ‘waterkeringen’ toegevoegd en in plaats van ‘natuurvriendelijke oevers’ het woord ‘ondersteunende kunstwerken’ vermeld. vi. Op bladzijde 31, 2e alinea onder ‘Beheer en onderhoud’ wordt de tekst als volgt gewijzigd: ‘Het beheer van de waterkeringen, hoofdwatergangen en boezem-watergangen ligt Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
6
vii.
7.
doorgaans bij het Hoogheemraadschap. Het Hoogheemraadschap is doorgaans verantwoordelijk voor het onderhoud aan de boezemkering en de hoofdwatergangen. De onderhoudsplicht voor overige watergangen ligt bij de aangrenzende kadastrale eigenaren. Voor hoofdwatergangen geldt een beschermingszone van 5 meter (gemeten vanaf de insteek van het talud en voor overige watergangen is dit 1 meter. Activiteiten binnen deze zone zijn vergunningsplichtig op grond van de Keur. Beschermingszones dienen (zwaar) onderhoudsmateriaal te kunnen dragen. Er mogen zich geen obstakels bevinden in de beschermingszones. In voorkomende gevallen kan van bovengenoemde maten met een ontheffing van het Hoogheemraadschap, mist het onderhoud gewaarborgd is en op een reguliere manier kan worden uitgevoerd.’ Op bladzijde 31, 3e alinea onder ‘Beheer en onderhoud’, wordt ‘beschermingszone’ i.p.v. ‘onderhoudsstrook’ vermeldt. DCMR Milieudienst Rijnmond
Samenvatting De DCMR geeft aan geen inhoudelijke bezwaren te hebben tegen dit plan. Reactie De gemeente neemt de mededeling voor kennisgeving aan. Conclusie De overlegreactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan.
1.3
Eindconclusie overleg De overlegreacties geven aanleiding tot aanpassingen van het voorontwerpbestemmingsplan op de punten: i. ii.
iii.
iv. v.
vi.
Op bladzijde 28, 2e alinea, onder 5.1.3 zal punt 2 verwijderd worden. Op bladzijde 29, 4e alinea onder ‘veiligheid’ zal de laatste zin als volgt aangepast worden: ‘Het plangebied is gelegen in een gebied met een kleiner overstromingsrisico omdat het gelegen is in boezemland’. Op bladzijde 29, in de 5e alinea onder ‘oppervlaktewatersysteem’, zal de 2e zin gewijzigd worden en een derde zin worden toegevoegd zodat er staat: ‘Dit peilgebied kent een vast peil van NAP -2,02 meter. Het peil wordt in het nieuwe nog vast te stellen peilbesluit naar alle waarschijnlijk verlaagd met 5 cm’. Op bladzijde 30, 1e alinea onder ‘Keur en Legger’, wordt de zinsnede ‘watergangen en waterschapswegen’ vervangen door het woord ‘waterstaatswerken’. Op bladzijde 30, 2e alinea onder ‘Keur en Legger’, wordt voor het woord ‘waterbergingen’ het woord ‘waterkeringen’ toegevoegd en in plaats van ‘natuurvriendelijke oevers’ het woord ‘ondersteunende kunstwerken’ vermeld. Op bladzijde 31, 2e alinea onder ‘Beheer en onderhoud’ wordt de tekst als volgt gewijzigd: ‘Het beheer van de waterkeringen, hoofdwatergangen en boezem-watergangen ligt doorgaans bij het Hoogheemraadschap. Het Hoogheemraadschap is doorgaans verantwoordelijk voor het onderhoud aan de boezemkering en de hoofdwatergangen. De onderhoudsplicht voor overige watergangen ligt bij de aangrenzende kadastrale eigenaren. Voor hoofdwatergangen geldt een beschermingszone van 5 meter (gemeten vanaf de insteek van het talud en voor overige watergangen is dit 1 meter. Activiteiten binnen deze zone zijn Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
7
vii.
vergunningsplichtig op grond van de Keur. Beschermingszones dienen (zwaar) onderhoudsmateriaal te kunnen dragen. Er mogen zich geen obstakels bevinden in de beschermingszones. In voorkomende gevallen kan van bovengenoemde maten met een ontheffing van het Hoogheemraadschap, mist het onderhoud gewaarborgd is en op een reguliere manier kan worden uitgevoerd.’ Op bladzijde 31, 3e alinea onder ‘Beheer en onderhoud’, wordt ‘beschermingszone’ i.p.v. ‘onderhoudsstrook’ vermeldt.
Nota overlegreacties bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk”
8
REGELS
Inhoudsopgave van de regels
HOOFDSTUK 1 Artikel 1 Artikel 2 HOOFDSTUK 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 HOOFDSTUK 3 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 HOOFDSTUK 4 Artikel 14 Artikel 15
INLEIDENDE REGELS
1
Begrippen Wijze van meten
1 9
BESTEMMINGSREGELS
11
Tuin Tuin - Parkeren Wonen Waarde - Archeologie
11 13 16 21
ALGEMENE REGELS
23
Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene aanduidingsregels Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels
23 24 26 27 29 31 33
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
35
Overgangsrecht Slotregel
35 36
Bijlage bij de regels Bijlage 1
Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijf aan huis
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: plan: het bestemmingsplan Kerkstraat 31 - Bleiswijk van de gemeente Lansingerland. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1621.BP0137-VAST met de bijbehorende regels en bijlage. Verdere begrippen in alfabetische volgorde: aan- en uitbouw: een uitbreiding van het hoofdgebouw die qua afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw. aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. achtergevel: de gevel exclusief de aan- en uitbouwen aan deze gevel, aan de achterzijde van een gebouw. achtergevelrooilijn: de denkbeeldige lijn die buitenwerks strak loopt langs de achterste bouwgrens van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen. ander bouwwerk: een bouwwerk, geen gebouw zijnde. antennedrager: een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne. antenne-installatie: een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
1
archeologische waarde: de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. bedrijf aan huis: het, onder voorwaarden, uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten aan huis: die in de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen "Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijf aan huis" zijn aangeduid als milieucategorie 1, voor zover de bedrijven in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald, of daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving; en geen horeca of detailhandel zijnde; geen sterke publieksaantrekkende werking hebben; in de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie. bedrijfsmatige activiteiten: een activiteit, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen. bedrijfsvloeroppervlakte: de totale oppervlakte van alle bouwlagen van kantoren, winkels en/of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, zoals werkkasten, kantine, toiletten en douches. bedrijfsmatige werkruimte: een werkruimte waarbinnen beroeps- of bedrijfsmatig diensten worden verleend - geen dienstverlenend bedrijf zijnde - en ambachtelijke en/of verzorgende bedrijvigheid plaatsvindt, overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving. beroep aan huis: het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie.
2
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
beroepsmatige activiteiten: het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of hiermee gelijk te stellen gebied, die door de aard (qua milieuplanologische hinder) en de omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving. beroepsmatige werkruimte: een werkruimte waarbinnen beroepsmatig diensten worden verricht op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving. bestaand bouwwerk: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij inde regels anders is bepaald. bestaand gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime. bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak. bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. bijgebouw: een al dan niet vrijstaand, niet voor bewoning bestemd gebouw, dat in functioneel opzicht en qua afmeting ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. bouwgrens: de grens van een bouwvlak.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
3
bouwlaag, laag: de begane grond of een verdieping van een gebouw, een onderhuis en een zolder worden hier niet onder begrepen. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. bouwperceelsgrens: een grens van een bouwperceel. bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. carport: een overkapping ten behoeve van het stallen van auto's zonder tot de constructie behorende wanden. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen, het uitstallen ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt niet begrepen webwinkels waar geen sprake is van uitstallen ten verkoop en geen sprake is van het ter plaatse leveren en afhalen van goederen. eengezinswoning: een complex van ruimten dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden. erf: het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw. erfafscheiding: schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst.
4
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
erfbebouwing: de bij een hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. escortbedrijf: het bedrijfsmatig, of in omvang alsof die bedrijfsmatig is, aanbieden van prostitutie door natuurlijke personen, groep van personen en/of rechtspersonen, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. geldende grenswaarde: de krachtens de Wet geluidhinder geldende maximaal toegestane geluidbelasting. geluidsgevoelig object: een geluidsgevoelige gebouw, terrein en/of ruimte zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder. hogere grenswaarde: de krachtens de Wet geluidhinder vastgestelde hogere maximaal toegestane geluidbelasting. hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken. horeca: een bedrijf, dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, op het ter plaatse nuttigen en/of afhalen van voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie. In deze regels wordt de volgende indeling in categorieën aangehouden. 1. Horecabedrijven met geen of beperkte invloed op de woon- en leefomgeving, waaronder: a. daghoreca: winkelondersteunende horecabedrijven, die als regel dezelfde openingstijden hebben als winkels en zich richten op het winkelend publiek, zoals croissanteries, ijssalons, tearooms en daarmee gelijk te stellen bedrijven; b. avondhoreca: restaurants, bedrijven die zich in hoofdzaak richten op het ter plaatse nuttigen en/of afhalen van ter plaatse bereide etenswaren en voor gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholische dranken, waarvan de sluitingstijd voor middernacht ligt. 2. Nachthoreca: horecabedrijven die zich richten op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en/of gelegenheid bieden voor dansen en waarvan de sluitingstijd na middernacht ligt, waaronder cafés, bars, partycentra, dancings, discotheken en daarmee gelijk te stellen bedrijven;
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
5
3. Verblijfshoreca: horecabedrijven die zich in hoofdzaak richten op het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is, zoals hotels en pensions. huishouden: a. een alleenstaande; of b. samenwoning van een groep mensen in gezinsverband of daarmee vergelijkbare samenstelling, waarbij geen sprake is van een van tevoren vaststaande tijdelijkheid van de samenwoning. kantoor: een gebouw of een deel van een gebouw welke door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden (al dan niet met een baliefunctie), waaronder een advocatenkantoor. kap: een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie ten minste 65% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken. milieucategorie: een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de als bijlage 1 bij de regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijf aan huis. nutsvoorziening: voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie. onderhuis: een complex van ruimten met een hoogte van ten hoogste 1.50 meter ten opzichte van het peil welke gesitueerd is onder de eerste bouwlaag van een gebouw en als zodanig niet wordt aangemerkt als bouwlaag. onderkomen: een voor verblijf geschikt, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, voer- of vaartuig, ark, woonboot, kampeermiddel en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerk zijn aan te merken. overkapping: een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats met maximaal twee aaneengesloten wanden (al dan niet tot de constructie behorend). peil: 1. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst: de hoogte van de weg;
6
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
2. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het terrein ter plaatse van de hoofdtoegang van het aansluitende afgewerkte terrein; 3. voor een ander bouwwerk: de hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein; 4. indien wordt gebouwd in of aan een dijk, waterkering of in gebieden waar het peil op een perceel een verhang kent van meer dan 1 m: a. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw aan de weg grenst: de hoogte van de weg, waarbij dit peil zich uitstrekt tot een zone van ten hoogste 3 m achter de achtergevelrooilijn van een op bedoeld perceel aangegeven hoofdgebouw, mits het een aanbouw aan het hoofdgebouw betreft; b. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw niet aan de weg grenst: het peil wordt bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein; c. voor vrijstaande bijgebouwen wordt het peil bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein. Een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald. perceel: zie 'bouwperceel'. perceelsgrens: zie 'bouwperceelsgrens'. prostitutie: het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: 1. een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon; 2. een seksbioscoop of sekstheater; hieronder wordt verstaan een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische en/of pornografische aard worden gegeven; 3. een seksautomatenhal, hieronder wordt verstaan een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en/of liveshow van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven; 4. een seksclub of parenclub; al dan niet in combinatie met elkaar. Sekswinkel: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarbinnen detailhandel in goederen van erotisch-pornografische aard plaatsvindt.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
7
straatmeubilair: al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals: 1. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken; 2. telefooncellen, abri's, kunstobjecten, gedenktekens, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame; 3. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 50 m³ en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen; 4. afvalinzamelsystemen. verbeelding: de kaart van het bestemmingsplan "Kerkstraat 31 - Bleiswijk", bestaande uit één kaartblad. voorgevel: de gevel of gevels, exclusief de aan- en uitbouwen aan deze gevel, die georiënteerd is (zijn) op het openbaar gebied. voorgevelrooilijn: de denkbeeldige lijn(en) die buitenwerks strak loopt/lopen langs de op het openbaar gebied gerichte gevel(s) van het oorspronkelijke hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen. Wet geluidhinder: de geldende wet houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder. woning: een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden. zijgevelrooilijn: de bouwgrens evenwijdig aan de zijgevel van een gebouw. zolder: een gedeelte van een gebouw waarvan de oppervlakte, voor zover de hoogte groter is dan 1,50 meter, niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlakte van de onderliggende laag.
8
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: de afstand tussen bouwwerken onderling: waar deze afstand het kleinst is, inclusief ondergeschikte bouwdelen. de afstand van een bouwwerk tot een perceelsgrens: vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot die perceelsgrens op 1 meter boven peil en haaks op de perceelsgrens, inclusief ondergeschikte bouwdelen. de bebouwde oppervlakte: van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein wordt gemeten buitenwerks en 1 m boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken worden opgeteld. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. de breedte (lengte of diepte) van een gebouw: tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren (op 1 meter boven peil). Wanneer de gevels niet evenwijdig lopen of verspringen wordt het gemiddelde genomen van de kleinste en grootste maat. de bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte: binnenwerks als het totaal van alle vloeroppervlakten ten dienste van kantoren, winkels en/of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten. de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
9
10
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
Hoofdstuk 2
Artikel 3
3.1
Bestemmingsregels
Tuin
Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, erven en ongebouwde parkeervoorzieningen behorende bij de op de aangrenzende gronden gesitueerde bestemmingen met de daarbij behorende andere bouwwerken, werken en werkzaamheden.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemeen Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
3.2.2
Gebouwen en overkappingen Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen, carports of andere overkappingen worden gebouwd.
3.2.3
Andere bouwwerken Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan: a. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken voor de voorgevelrooilijn; b. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn; c. 3 m voor overige andere bouwwerken achter de voorgevelrooilijn.
3.3
Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
3.3.1
Andere bouwwerken De bouw van overige andere bouwwerken voor de voorgevelrooilijn tot 3 m.
3.3.2
Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels De genoemde afwijking bij een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend mits: a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde; b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. het aantal parkeervoorzieningen;
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
11
5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen; 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 7. het milieu.
12
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
Artikel 4
4.1
Tuin - Parkeren
Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin - Parkeren' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. parkeervoorzieningen, waarbij: 1. binnen de bestemming ten minste twee parkeerplaatsen per woning dienen te worden gerealiseerd; 2. van iedere parkeerplaats de oppervlakte ten minste 15 m2, de diepte ten minste 6 m en de breedte ten minste 2,5 m dient te bedragen; met daaraan ondergeschikt: b. tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gesitueerde bestemmingen.
4.2
Bouwregels
4.2.1
Algemeen
4.2.2
a. op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd; b. bebouwing mag slechts worden gebouwd indien geen afbreuk wordt gedaan aan de parkeerfunctie van het perceel, waarbij de bedoelde parkeerplaatsen vrij bereikbaar en te allen tijden volledig bruikbaar dienen te blijven. Gebouwen en overkappingen Op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen alleen worden gebouwd: a. een erker, entree- of tochtportaal, waarbij geldt dat: 1. de afstand tot de grens van het openbaar gebied niet minder mag bedragen dan 2 m; 2. de diepte, gemeten vanuit de voorgevelrooilijn, niet meer mag bedragen dan 1,5 m voor een erker en 2 m voor een entree- of tochtportaal; 3. de totale grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 6 m2; 4. de breedte niet meer mag bedragen dan 60% van de breedte van de betreffende gevel van de woning; 5. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de eerste bouwlaag van de woning, vermeerderd met 0,3 m tot een maximum van 4 m; b. bij ieder hoofdgebouw mag aan de zijgevel een overkapping (zoals een carport) worden gebouwd, waarbij: 1. de diepte gemeten uit de zijgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 m mag bedragen; 2. de afstand tot: de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw minimaal 1 m zal bedragen; de zijdelingse perceelsgrens minimaal 1 m zal bedragen, tenzij de overkapping wordt gerealiseerd op de perceelsgrens; de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 m zal bedragen, indien deze grenst aan het openbaar gebied; 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m tot een maximum van 4 m;
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
13
c.
4.2.3
bij ieder hoofdgebouw mogen vrijstaande overkappingen (zoals een carport) worden gebouwd, waarbij: 1. de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen, gemeten ten opzichte van het aansluitende terrein; 2. de afstand: achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw minimaal 1 m zal bedragen; tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 1 m zal bedragen, tenzij de overkapping wordt gerealiseerd op de perceelsgrens; tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 m zal bedragen, indien deze grenst aan het openbaar gebied; tot de zijgevel ten minste 1 m zal bedragen; d. de overkappingen als bedoeld onder b en c mogen slechts worden gebouwd, indien: 1. de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen op het perceelsgedeelte met de bestemming 'Tuin - Parkeren' en de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, niet meer bedraagt dan 75 m², indien de oppervlakte van het perceelsgedeelte met de bestemming 'Tuin - Parkeren' en de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, minder dan 300 m² bedraagt; 2. de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen op het perceelsgedeelte met de bestemming 'Tuin - Parkeren' en de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, niet meer bedraagt dan 100 m², indien de oppervlakte van het perceelsgedeelte met de bestemming 'Tuin - Parkeren' en de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, tussen de 300 en 500 m² bedraagt; 3. de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen op het perceelsgedeelte met de bestemming 'Tuin - Parkeren' en de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, niet meer bedraagt dan 150 m², indien de oppervlakte van het perceelsgedeelte met de bestemming 'Tuin - Parkeren' en de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, tussen meer dan 500 m² bedraagt; 4. het perceelsgedeelte met de bestemming 'Tuin - Parkeren' en de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, voor niet meer dan 50% van de oppervlakte wordt bebouwd en minimaal 35 m² onbebouwd en onoverdekt blijft. Andere bouwwerken Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan: a. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken voor de voorgevelrooilijn; b. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn; c. 3 m voor overige andere bouwwerken achter de voorgevelrooilijn.
4.3
Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
4.3.1
Andere bouwwerken De bouw van overige andere bouwwerken voor de voorgevelrooilijn tot 3 m.
4.3.2
Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits:
14
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
a. er geen afbreuk wordt gedaan aan de parkeerfunctie van de percelen, waarbij de bedoelde parkeervoorzieningen vrij bereikbaar dienen te blijven; b. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde; c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. het aantal parkeervoorzieningen; 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen; 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 7. het milieu.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
15
Artikel 5
5.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een vrijstaande woning, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep; b. tuinen en erven; c. parkeervoorzieningen; d. water.
5.2
Bouwregels
5.2.1
Algemeen Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
5.2.2
5.2.3
Hoofdgebouwen a. een hoofdgebouw (de woning) mag uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. per bouwvlak is slechts één woning toegestaan; c. nieuwe woningen dienen in, dan wel evenwijdig en maximaal 1 m achter, de aanduiding 'gevellijn' te worden gebouwd; d. voor zover binnen een bouwvlak of een gedeelte daarvan de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven, mag de goothoogte respectievelijk de bouwhoogte in meters niet meer bedragen dan is aangegeven; e. de nokrichting van een hoofdgebouw dient haaks op de Kerkstraat te worden gesitueerd. Dakkapellen Indien de woning niet de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' heeft, wordt de goothoogte van een dakkapel gebouwd aan het voordakvlak of een ander naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak van het hoofdgebouw buiten beschouwing gelaten voor zover voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: a. In het dakvlak waarop de dakkapel is voorzien nog geen dakkapel aanwezig is; b. de hellingshoek van het dakvlak waarop de dakkapel is voorzien minimaal 30 graden bedraagt; c. de afstand van de bovenzijde boeiboord of daktrim tot de daknok minimaal 0,5 m bedraagt d. de afstand van de voet van de dakkapel tot de verdiepingsvloer minimaal 0,5 m en maximaal 1 m bedraagt; e. de afstand van de zijkant van een dakkapel tot de binnenkant van de scheidingsmuur/-muren en/of de zijdelingse dakrand(en) minimaal 1 m bedraagt; f. de breedte van de dakkapel maximaal 3 m bedraagt; g. de hoogte van de dakkapel maximaal 1, 75 m bedraagt, gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot de bovenzijde boeiboord of daktrim; h. de dakkapel plat is afgedekt.
16
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
5.2.4
Aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen a. bij iedere woning mogen aan de achtergevel van de woning aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, waarbij: 1. de diepte gemeten uit de achtergevelrooilijn van de woning niet meer dan 3 m mag bedragen; 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning, vermeerderd met 0,3 m tot een maximum van 4 m; b. bij iedere woning mogen aan de zijgevel aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, waarbij: 1. de diepte gemeten uit: de achtergevelrooilijn van de woning niet meer dan 3 m mag bedragen; de zijgevelrooilijn van de woning niet meer dan 3 m mag bedragen; 2. de afstand: achter de voorgevelrooilijn van de woning minimaal 1 m zal bedragen; tot de zijdelings perceelsgrens minimaal 1 m zal bedragen, tenzij de uitbreiding wordt gerealiseerd op de perceelsgrens; tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 m zal bedragen, indien deze grenst aan het openbaar gebied; 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning vermeerderd met 0,3 m tot een maximum van 4 m; c. bij iedere woning mogen vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen worden gebouwd, waarbij: 1. de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen, gemeten ten opzichte van het aansluitende terrein; 2. indien achter de achtergevelrooilijn wordt gebouwd mag de afstand van de vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen tot de achtergevelrooilijn van de woning niet minder dan 6 m bedragen; 3. indien op het zijerf wordt gebouwd zal de afstand van de vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen: achter de voorgevelrooilijn van de woning minimaal 1 m bedragen; tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 1 m bedragen, tenzij de uitbreiding wordt gerealiseerd op de perceelsgrens; de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 m bedragen, indien deze grenst aan het openbaar gebied; tot de zijgevel ten minste 1 m bedragen; d. de gebouwen en overkappingen als bedoeld onder a, b en c mogen slechts worden gebouwd, indien: 1. de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 75 m², indien de oppervlakte van het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, minder dan 300 m² bedraagt; 2. de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 100 m², indien de oppervlakte van het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, tussen de 300 en 500 m² bedraagt; 3. de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 150 m², indien de oppervlakte van het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen', buiten het bouwvlak, meer dan 500 m² bedraagt.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
17
5.2.5
Andere bouwwerken Er mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de hoogte niet meer mag bedragen dan: a. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen en overige andere bouwwerken voor de voorgevelrooilijn; b. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn; c. 3 m voor overige andere bouwwerken.
5.3
Afwijken van de bouwregels
5.3.1
Omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:
5.3.2
a. de bouw van een kap op een vrijstaand bijgebouw op voorwaarde dat: 1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m; 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m; b. de bouw van een kap op een aanbouw waarbij: 1. de dakhelling niet meer mag bedragen dan de dakhelling van de bijbehorende woning; 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bijbehorende woning; 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de goothoogte van de bijbehorende woning; c. de bouw van een kap op een vrijstaand bijgebouw en/of garagebox op voorwaarde dat: 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m; 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 m; d. de bouw van andere bouwwerken zoals borstweringen met een bouwhoogte van maximaal 1 m, gemeten vanaf het betreedbaar oppervlak, op een aanbouw. Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits: a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde; b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. het aantal parkeervoorzieningen; 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen; 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 7. het milieu.
18
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
5.4
Specifieke gebruiksregels
5.4.1
Strijdig gebruik
5.4.2
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 10 lid 1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van: a. gronden en/of bouwwerken voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf. Beroep aan huis Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 10 lid 1, wordt gerekend het gebruik van gedeelten van de woning, aanbouwen en/of bijgebouwen voor een beroep aan huis, voor zover niet aan de volgende randvoorwaarden wordt voldaan: a. de woonfunctie dient in overwegende mate gehandhaafd te blijven (met name ingeval de beroepsmatige werkruimte in het hoofdgebouw wordt gerealiseerd) b. de beroepsmatige activiteiten dienen te geschieden door degene die op het perceel woonachtig is; c. de totale bedrijfsvloeroppervlakte mag per perceel niet meer dan 25% bedragen met een maximum van 50 m²; d. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving; e. in de omgeving mag geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreden; f. er mogen geen vergunningplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht plaatsvinden; g. er mogen geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden; h. op eigen terrein dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte naast het oorspronkelijk aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de woonfunctie; i. binnen de bestemming worden uitsluitend functies toegestaan met een maximale milieucategorie 1 zoals bedoeld in als bijlage 1 opgenomen "Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijf aan huis", voor zover de bedrijven in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald.
5.5
Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1
Bedrijf aan huis Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor het gebruik van gedeelten van de woning, aanbouwen en/of bijgebouwen voor de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd; b. de effecten van het bedrijf / de bedrijfsactiviteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving, zoals: 1. ambachtelijke en/of verzorgende bedrijven genoemd in milieucategorie 1 van de in bijlage 1 bij deze regels opgenomen "Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijf aan huis", voor zover de bedrijven in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald, of daarmee naar de aard (qua milieuplanologische hinder) gelijk te stellen bedrijven/bedrijfsactiviteiten; 2. bedrijven/bedrijfsactiviteiten die, op basis van de Wet milieubeheer/Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, niet vergunningplichtig zijn;
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
19
c.
5.5.2
de totale bedrijfsvloeroppervlakte per perceel niet meer dan 25% bedraagt met een maximum van 50 m²; d. de bedrijfsactiviteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is; e. het bedrijf / de bedrijfsactiviteiten geen verkeersaantrekkende werking hebben; f. op eigen terrein wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte naast het oorspronkelijk aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de woonfunctie; g. er detailhandelsactiviteiten mogen plaatsvinden op voorwaarde dat: 1. er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd; 2. het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering; 3. de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente. Detailhandel bij een beroep aan huis
5.5.3
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor het medegebruik van een beroepsmatige werkruimte bij woningen voor detailhandelsactiviteiten, op voorwaarde, dat: 1. er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd; 2. het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering; 3. de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente. Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de gebruiksregels De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits: a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde; b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. het gewenste voorzieningenniveau; 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen; 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 7. het milieu; c. de verkeersaantrekkende werking in overeenstemming is met de functie en vormgeving van de wegen in de nabije omgeving; d. voorzien wordt in de (extra) parkeerbehoefte.
20
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
Artikel 6
6.1
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de (potentieel) aanwezige archeologische waarde.
6.2
Bouwregels Op de in lid 6.1 bedoelde gronden is uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden dienen te worden verricht die dieper reiken dan 0,30 m beneden het maaiveld en die een grondoppervlakte bestrijken groter dan 50 m2 en tevens wordt voldaan aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en).
6.3
Afwijken van de bouwregels
6.3.1
Afwijken Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen ten behoeve van de onderliggende bestemming(en).
6.3.2
Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits: a. door de bouwwerken geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan de archeologische (verwachtings)waarden van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderd het elders in het plan bepaalde, een afwijking in alle redelijkheid niet kan worden geweigerd; b. afwijking in alle redelijkheid niet kan worden geweigerd; c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende archeologisch deskundige; d. voldaan wordt aan de bepalingen van de onderliggende bestemming(en). In afwijking van het bepaalde onder a en b kan de afwijking bij een omgevingsvergunning worden verleend indien voor de werkzaamheden voortvloeiend uit de bouwaanvraag reeds een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 6.4 is verleend en voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde onder c.
6.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1
Verbod Het is verboden op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren:
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
21
6.4.2
a. het aanleggen en/of verharden van gronden, zoals wegen, fiets- en voetpaden en oppervlakteverhardingen; b. het uitvoeren van grondbewerkingen, zoals afgraven, woelen, mengen, diepploegen, ontginnen, bodemverlagen, ophogen of egaliseren van de bodem en aanleggen van (drainage)leidingen; c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen; e. het aanleggen van boven- of ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen anders dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; g. het aanleggen van geluidwallen; h. het verhogen of verlagen van de grondwaterstand. Uitzondering
6.4.3
Het bepaalde in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer ten dienste van de onderliggende bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning; d. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals bedoeld in 6.2 of 6.3. Toelaatbaarheid De in lid 6.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologische deskundige, gebleken is dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologisch waarden.
6.4.4
Nadere voorwaarden Voor zover de in lid 6.4.1 genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van het archeologisch materiaal kan in afwijking van het bepaalde in 6.4.3 de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de omgevingsvergunning de volgende nadere voorwaarden worden verbonden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de werken en werkzaamheden die tot de bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologische deskundige.
22
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
Hoofdstuk 3
Artikel 7
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
23
Artikel 8
8.1
Algemene bouwregels
Bestaande bouwwerken Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de bouwregels, zijn toegestaan en mogen worden herbouwd voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
8.2
Ondergeschikte bouwdelen
8.2.1
Hoogte Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van goot- en bouwhoogten worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen, opbouwen voor technische systemen, zonnepanelen en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de goot- en/of bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1 meter of 10%, buiten beschouwing gelaten.
8.2.2
Bouw- en bestemmingsgrenzen Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouw-, bestemmings- en aanduidingsgrenzen en bij de bepaling van het bebouwde oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals: a. plinten, pilasters, luifels, kozijnen, gevelversieringen, balkons, brandtrappen, ventilatiekanalen, uitspringende schoorsteenwanden, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 0,5 meter; b. luifels bij winkels waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer dan 1 meter bedraagt; buiten beschouwing gelaten.
8.2.3
Bestaande ondergeschikte bouwdelen Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in lid 8.2.1 en 8.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
8.3
Aanvullende werking Bouwverordening De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van de stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden, voorzover in dit bestemmingsplan niet anders is bepaald;
24
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
e. de ruimte tussen bouwwerken. 8.4
Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van: a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. het behoud van parkeervoorzieningen; e. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groen- en waterelementen; f. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; g. het milieu.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
25
Artikel 9
Algemene aanduidingsregels
9.1
Bovenland
9.1.1
Aanduidingsomschrijving In afwijking van het elders in deze regels bepaalde, zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'bovenland', tevens bestemd voor de bescherming en instandhouding van het (niveau van het) bovenland.
9.1.2
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden 1. Verbod Het is verboden op of in de in lid 9.1.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, uit te voeren: a. het uitvoeren van grondbewerkingen, zoals afgraven, woelen, mengen, diepploegen, ontginnen, bodemverlagen, ophogen of egaliseren van de bodem en aanleggen van (drainage)leidingen; b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; c. het verhogen of verlagen van de grondwaterstand. 2. Uitzondering Het bepaalde onder 1. is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer ten dienste van de onderliggende bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning. 3. Toelaatbaarheid De onder 1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien op basis van een schriftelijk advies van een cultuurhistorisch deskundige, gebleken is dat de genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het bovenland. 4. Nadere voorwaarden Voor zover de onder 1. genoemde werken of werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van de cultuurhistorische waarden, kan in afwijking van het bepaalde onder 3. de omgevingsvergunning worden verleend indien aan de omgevingsvergunning de volgende nadere voorwaarden worden verbonden: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de cultuurhistorische waarden kunnen worden behouden en/of hersteld; b. de verplichting de werken en werkzaamheden die tot de maaiveldverstoring leidt, te laten begeleiden door een cultuurhistorisch deskundige.
26
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
Artikel 10
10.1
Algemene gebruiksregels
Bestaand gebruik Het gebruik van gronden dat niet voldoet aan de gebruiksregels, niet zijnde bouwregels, van dit plan is toegestaan en mag worden voortgezet, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. het gebruik bestond ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, en; b. het gebruik in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime; c. de omvang van het gebruik niet mag worden vergroot.
10.2
Gebruik van onbebouwde gronden
10.2.1
Algemeen verbod Het is verboden de in het plan begrepen gronden voor zover en zo lang zij onbebouwd blijven te gebruiken voor doeleinden, welke in strijd zijn met de in het plan gegeven bestemmingen.
10.2.2
Specifiek verbod
10.2.3
Onverminderd het bepaalde in lid 10.2.1 is het in elk geval verboden de gronden te gebruiken voor: a. het storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen; b. het opslaan van goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; c. het opslaan van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen hiervan; d. het opslaan van vuurwerk; e. prostitutie; f. een seksinrichting; g. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens. Uitzonderingen Het bepaalde in lid 10.2.2 is niet van toepassing op: a. vormen van gebruik als bedoeld in lid 10.3, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de bestemmingsomschrijving en/of de overige regels mag worden gebruikt; b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming.
10.3
Gebruik van bouwwerken
10.3.1
Algemeen verbod Het is verboden de in het plan begrepen bouwwerken te gebruiken voor doeleinden, welke in strijd zijn met de in het plan gegeven bestemmingen.
10.3.2
Specifiek verbod Onverminderd het bepaalde in lid 10.3.1 is het in ieder geval verboden:
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
27
a. de woningen te gebruiken voor/als beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte, zulks met uitzondering van het bepaalde in lid 5.4 van artikel 5 aangaande het (mede)gebruik van woningen als beroepsmatige werkruimte; b. de in het plan toegestane bouwwerken te gebruiken voor prostitutie en/of als seksinrichting; c. opslaan van vuurwerk; d. de bouwwerken, welke zijn gebouwd na een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning, te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor de omgevingsvergunning werd verleend; e. de bouwwerken waarvan het gebruik slechts mogelijk was na een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning, te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor de afwijking werd verleend. 10.4
Ondergeschikte bouwdelen Voor zover het gebruik van ondergeschikte bouwdelen zoals bedoeld in lid 8.2 niet past binnen de desbetreffende bestemming, worden deze gebruiksregels buiten beschouwing gelaten.
28
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
Artikel 11
11.1
Algemene afwijkingsregels
Algemeen Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van deze regels ten behoeve van: a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut en de waterhuishouding, zoals gasdrukregelstations, duikers, keermuren en bruggen, gemalen, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m en de inhoud niet meer dan 75 m3 mag bedragen; b. het bouwen van niet voor bewoning bestemde kunstobjecten, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen; c. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, maatvoeringsgrenzen en overige aangegeven aanduidingen op de verbeelding, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot; d. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken (waaronder goothoogte, bouwhoogte, grondoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen) met ten hoogste 10%; e. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering voor ondergeschikte bouwdelen zoals bepaald in artikel 8, leden 8.2 en 8.3 waarbij de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 3 m; f. de bouw van antennemasten voor communicatiedoeleinden, waarbij de bouwhoogte niet meer dan 45 m mag bedragen, op voorwaarde dat bij doorsnijding van een toetsingsvlak van ILS 24 advies dient te worden ingewonnen bij LVNL (of diens rechtsopvolger) over het effect op de goede werking van de betreffende apparatuur; en waarbij het beleid gericht is op: 1. een landschappelijke, stedenbouwkundige en architectonische inpassing van deze voorzieningen waarbij geldt dat geen onevenredige afbreuk mag plaatsvinden van de visuele kwaliteit van gebouw en omgeving en landschappelijke gebieden, open landschappen en monumenten zoveel mogelijk vrij moeten blijven van bebouwing; 2. een situering bij voorkeur bij sportcomplexen, op of aan de randen van bedrijventerreinen, aan de randen van woonwijken en in de tussengebieden tussen woonwijken en bedrijventerreinen; 3. een maximale "site sharing" en gebruik van bijvoorbeeld hoogspanningsmasten, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is; g. de bouw van andere bouwwerken tot 15 m.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
29
11.2
Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits: a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde; b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. het aantal parkeervoorzieningen; 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen; 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 7. het milieu.
30
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
Artikel 12
12.1
Algemene wijzigingsregels
Algemeen Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op: a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut en de waterhuishouding met een inhoud van ten hoogste 150 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 6 m; b. een andere situering en/of begrenzing van bestemmingsvlakken, bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met ingekomen bouwaanvragen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 20% zal worden gewijzigd; c. het wijzigen van de per aanduiding of in de planregels gegeven maten en afmetingen met ten hoogste 20%, indien, in verband met ingekomen bouwaanvragen, deze wijzigingen nodig of wenselijk zijn.
12.2
Dubbelbestemmingen en aanduidingen Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op: a. het verwijderen van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie', indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat niet langer sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor de planologische bescherming niet langer gehandhaafd hoeft te blijven. Alvorens toepassing te geven aan deze regel winnen burgemeester en wethouders advies in bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de provinciale archeoloog of bij een ter zake deskundige instantie; b. het wijzigen van de bestemmingen ten behoeve van de aanleg van een (ondergrondse) leiding van welke aard dan ook. Alvorens toepassing te geven aan deze regel winnen burgemeester en wethouders advies in bij de leidingbeheerder en, indien nodig, een ander deskundige instantie inzake de veiligheid van leidingen, zoals de DCMR; c. het geheel verwijderen en/of wijzigen van gebiedsaanduidingen, indien dit: 1. in verband met de herinrichting van inrichtingen en bedrijven wenselijk en/of vereist is; en/of 2. in verband met gewijzigde milieuhinder, wetgeving en/of beschermingsregimes wenselijk en/of vereist is; d. het geheel verwijderen en/of wijzigen van functieaanduidingen, indien dit in verband met de herinrichting van inrichtingen en bedrijven vereist is en dit geen verruiming van de bouw- of gebruiksmogelijkheden inhoudt.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
31
12.3
Algemene randvoorwaarden voor wijzigingen Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een wijziging van het plan, mits: a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. het aantal parkeervoorzieningen; 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen; 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 7. het milieu: b. voldaan wordt aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen: 1. luchtkwaliteit; 2. parkeerbehoefte; 3. geluid; 4. bodemkwaliteit; 5. watertoets; 6. archeologie; 7. externe veiligheid (afweging van het groepsrisico); 8. ecologie, toetsing Flora- en faunawet; 9. economische uitvoerbaarheid en kostenverhaal.
32
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
Artikel 13
Algemene procedureregels
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken, na publicatie van het voornemen tot het stellen van nadere eisen in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuwsof huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eisen bij burgemeester en wethouders in te dienen.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
33
34
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
hoofdstuk 4
Artikel 14
14.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een (omgevings)vergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2
Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
35
Artikel 15
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Kerkstraat 31 Bleiswijk.
36
Bestemmingsplan “Kerkstraat 31 - Bleiswijk” Regels Vastgesteld, 18 juli 2013
BIJLAGEN
Bijlage 1: Staat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijf aan huis
Bijlage 1
2 D0 D3 A
-
Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d. 1 Café's, bars Kantines - VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT A Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren) - POST EN TELECOMMUNICATIE A Telecommunicatiebedrijven B0 zendinstallaties B2 - FM en TV B3 - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig) - FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN
10 10 10
0 0 0
10 10 10
1 1 1
1 P 1 G 1 G
1 1 1
0
10
10
0
10
1
1 P
1
0
0
10 C
10
10
1
1 P
1
0
0
10
0
10
1
1 P
1
0 0 10 10 0 0 0
0 0 0 10 0 0 0
10
VISUEEL
10 10 10 10 C 0 10 10
0 10 10 10 10 10 V 10
10 10 10 10 10 10 10
1 1 1 1 1 1 1
1 2 1 1 1 1 1
P P P P P P P
1 1 1 1 1 1 1
0
10
10
10
1
2 P
1
10 0 10
0 0 0
10 C 10 C 10 C
10 10 10
10 10 10 D
1 1 1
2 P 2 P 1 P
1 1 1
0
0
10
0
10
1
2 P
1
0 0 0
0 0 0
10 10 10
0 0 0
10 10 10 D
1 1 1
2 P 1 P 1 P
1 1 1
0
0
10 C
0
10
1
1 P
1
0 0
0 0
0 C 0 C
10 10
10 10
1 1
1 P 1 P
2 2
LUCHT
0 0 0
BODEM
0 0 0
VERKEER
CATEGORIE
561 563 5629 50, 51 50, 51 52 5222 791 5229 53 61 61 61 61 64, 65, 66
A
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Grafische afwerking Reproduktiebedrijven opgenomen media VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 Gasdistributiebedrijven: - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Detailhandel voor zover n.e.g. Supermarkten, warenhuizen Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel Apotheken en drogisterijen Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra
GROOTSTE AFSTAND
553 554 5551 61, 62 61, 62 63 6322, 6323 633 634 64 642 642 642 642 65, 66, 67
-
GEVAAR
58 581 1814 182 31 9524 35 35 46 461 47 47 471 4722, 4723 4724 4773, 4774 4778 952 55 5510
GELUID
22 221 2223 223 36 361 40 40 51 511 52 52 5211/2,5246/9 5222, 5223 5224 5231, 5232 5249 527 55 5511, 5512
INDICES
STOF
-
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
-
OMSCHRIJVING
SBI-2008
nummer
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
Bijlage 1
722 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82
74
74 7484.4 75 75 85 8512, 8513 8514, 8515 91 9111 92 9251, 9252 926 926 926 93 9301.3 9302 9303 9303 9303 9305
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 82992 84 84 86 8621, 8622, 8623 8691, 8692 94 941, 942 59 9101, 9102 931 931 931 96 96013 9602 9603 9603 96031 9609
A A A -
0
10
1
1 P
1
0
0
10
0
10
1
1 P
1
0
0
10
0
10
1
1 P
1
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
0
0
10
0
10
1
1 P
1
-
0 0
0 0
10 10
0 0
10 D 10
1 1
2 P 2 P
1 1
0
0
10
0
10
1
2 P
1
0 0
0 0
10 10
0 0
10 10
1 1
2 P 1 P
1 1
0
0
10
0
10
1
1 P
1
0 0
0 0
10 10
0 0
10 10
1 1
2 P 2 P
1 1
0
0
10 C
10
10
1
1 P
1
0 0
0 0
10 10
0 0
10 10
1 1
1 P 1 P
1 1
0 0 0
0 0 0
10 10 10 C
0 0 0
10 10 10 D
1 1 1
2 P 2 P 1 P
1 1 1
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren Veilingen voor huisraad, kunst e.d. - OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) - GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG
H 0 2 B 0 1 2 B
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven Consultatiebureaus DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. Golfbanen Schietinrichingen: - binnenbanen: boogbanen OVERIGE DIENSTVERLENING Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Begrafenisondernemingen: - uitvaartcentra - begraafplaatsen Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
LUCHT
10 C
BODEM
0
VISUEEL
0
VERKEER
Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroerend goed COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
GELUID
CATEGORIE
732
GROOTSTE AFSTAND
64, 65, 66 41, 68 41, 68 62 62 72
GEVAAR
65, 66, 67 70 70 72 72 73
INDICES
STOF
-
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
-
OMSCHRIJVING
SBI-2008
nummer
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
VERBEELDING
PLANGEBIED
VERKLARINGEN bestaande bebouwing, kadastrale- en topografische gegevens
*
Plangebied
Enkelbestemmingen T
Maatvoeringen
T-P
maximale goot- en bouwhoogte (m)
4,5 10
Tuin Tuin - Parkeren
W
Wonen
Dubbelbestemmingen WR-A
Bouwvlakken
Waarde - Archeologie
Bouwvlak
T
*
W
WR-A
Gebiedsaanduidingen
Figuren
Bovenland
Gevellijn
.
4,5 10
Vastgesteld OVERLEG
T-P
TERINZAGELEGGING ONTWERP
Bestemmingsplan
VASTSTELLING
“Kerkstraat 31 - Bleiswijk” IDN
GEWIJZIGD
NL.IMRO.1621.BP0137-VAST
WERKNR. SCHAAL DATUM
840.306.00
N
J:\840\306\00\3 Projectresultaat\verbeelding\1. Dwg
BESTAND RO-BP-95917701-VB-VST1.dwg
AK
BLAD
Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap BV City & Regional Planning, Urban Design, Architecture, Landscape
Postadres: Postbus 13060 3004 HB Rotterdam Bezoekadres: Van Nelleweg 6060 3044 BC Rotterdam Telefoon: 010 433 00 99 DATUM PLOT USER
22-5-2013 Wout
A3
PROJECTMAP
1:500 18 juli 2013
GETEKEND
FORMAAT
Fax: 010 404 56 69 E-mail:
[email protected] Internet: www.kuiper.nl