Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
TOELICHTING
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
1 Inleiding 1.1. Aanleiding Voor u ligt het bestemmingsplan "Drachten De Trisken - Himsterhout" dat voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling voor deze aan elkaar grenzende woonwijken aan de zuidwestelijke zijde van Drachten (zie figuur 1). Met dit bestemmingsplan worden de nu geldende planologische regelingen integraal herzien op basis van het Handboek Bestemmingsplannen van de gemeente, waarmee een eenduidige plansystematiek voor dit gebied geboden wordt. Het plangebied voor De Trisken - Himsterhout kan worden getypeerd als woongebied. Het spreekt echter vanzelf dat daarin ook de verschillende andere functies worden "meegenomen", zoals scholen en winkels. Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan. Deze digitale versie is bedoeld om de burger "online" informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. Het bestemmingsplan is naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 opgezet volgens de verplichte landelijke Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008). Deze standaard (welke slechts een systematische standaardisering betreft en geen inhoudelijke standaard is) is verplicht in het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro).
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
Figuur 1:
De ligging van het plangebied
Het hoofddoel van het bestemmingsplan is een juridische vertaalslag van de bestaande toestand. Het plangebied is in geheel gerealiseerd, zodat geen rekening gehouden hoeft te worden met nieuwe ontwikkelingen. 1.2. Begrenzing van het plangebied Het plangebied ligt in het zuidwesten van Drachten en bestaat uit de twee gerealiseerde woonwijken De Trisken en Himsterhout. Aan de noordoostelijke zijde wordt de begrenzing gevormd door de Oude Drait. Voor het overige wordt de begrenzing in hoofdlijnen gevormd door de volgende wegen: Ÿ In het zuidoosten: De Rijksweg A7; Ÿ In het zuidwesten: De Skeanewei en De Sânbuorren. Een overzicht van het plangebied is aangegeven in figuur 1. 1.3. Vigerende bestemmingsplannen Met het voorliggende bestemmingsplan De Trisken - Himsterhout worden de volgende bestemmingsplannen vervangen:
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
1.
Bestemmingsplan Himsterhout: Vastgesteld op 7 oktober 1997, goedgekeurd op 22 april 1998; Bijbehorende latere uitwerkingsplannen; 2. (gedeeltelijk) Bestemmingsplan De Trisken: Vastgesteld op 7 augustus 1972 en goedgekeurd op 13 september 1973; Bijbehorende latere uitwerkingsplannen. Een deel van het Bestemmingsplan De Trisken blijft (voorlopig) gehandhaafd. 1.4. Leeswijzer Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar exemplaar. Het bestemmingsplan omvat de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in een GML - bestand. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de regels behorende tot dit plan en kunnen worden verbeeld naar bijvoorbeeld een plankaart. De juridische regeling is gemotiveerd in de voorliggende toelichting van het bestemmingsplan. De toelichting van het voorliggende bestemmingsplan is als volgt opgebouwd. Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de huidige situatie. Daarbij wordt ingegaan op de huidige, ruimtelijke en functionele waarden en knelpunten in het plangebied en haar directe omgeving. In hoofdstuk 3 wordt het algemene beleidskader van de provincie, de gemeente en het waterschap aangegeven, gericht op het wonen en de woonomgeving van Drachten. In hoofdstuk 4 komen de planologische randvoorwaarden oftewel de relevante milieu- en omgevingsaspecten waaraan in het bestemmingsplan aandacht besteed moet worden aan bod. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens de beoogde situatie van het bestemmingsplan neergezet, waarna in hoofdstuk 6 een uitleg gegeven wordt van het juridische systeem. In hoofdstuk 7 is ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan. Tenslotte zijn in hoofdstuk 8 de inspraak- en overlegreacties beargumenteerd.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
2 Huidige situatie 2.1. Algemeen In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de huidige ruimtelijk-functionele situatie in het plangebied. Daarbij is het plangebied op basis van ontstaansperioden onder te verdelen in een tweetal deelgebieden. Dit zijn de beide woonwijken De Trisken en Himsterhout, zoals weergegeven in figuur 2. In de volgende paragraaf (2.2.) volgt een nadere beschrijving van de huidige en gewenste ruimtelijke structuur van deze twee deelgebieden. In paragraaf 2.3 komt daarna de functionele structuur aan bod waarbij naast het wonen ingegaan wordt op de functionele structuur van de voorzieningen en bedrijvigheid. De paragrafen 2.4 en 2.5 gaan in op functionele structuur van de openbare ruimte (verkeer, groen en water) in verschillende deelgebieden.
Figuur 2:
Deelgebieden plangebied
2.2. Ruimtelijke structuur Het plangebied kent aan de oostelijke zijde een logische begrenzing in de vorm van de het water de Oude Drait. Deze vormt een belangrijk structurerend element aan de noordoostzijde van de beide wijken. Ook de begrenzing tussen de beide woonwijken De Trisken en Himsterhout in de vorm van de Oprijlaan kan als een duidelijke grens tussen de beide plangedeelten gezien worden. De ruimtelijke structuur van het plangebied wordt voor een groot deel bepaald door de van elkaar verschillende bouwstijl en stedenbouwkundige opzet van beide wijken, wat te herleiden valt uit de verschillende bouwperiodes van beide wijken. Het gebied De Trisken dateert uit de jaren zeventig van de vorige eeuw en wordt gekenmerkt door een relatief groot aandeel rijenen etagebouw en een hogere bebouwingsdichtheid dan het gebied Himsterhout. Dat is van recentere datum en wordt gekenmerkt door veel meer vrijstaande bouw en woningen van het
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
type twee onder een kap. De Trisken De wijk is een typische jaren zeventig wijk die gekenmerkt wordt door een ringvormige ontsluiting waarvandaan de verschillende, voor die tijd typerende, woonerven worden ontsloten. De bebouwing aan deze woonerven bestaat voornamelijk uit projectmatige bouw in rijenvorm. Aan de randen van de wijk komt incidenteel ook vrijstaande bebouwing voor. Voor het gehele plangebied geldt dat de woningbouw voor het grootste deel bestaat uit laagbouw in de vorm van eengezinswoningen. Met name in het centrale gebied in De Trisken is overigens sprake van een relatief hoog percentage etagewoningen met twee tot maximaal 5 bouwlagen. In de wijk worden de komende jaren vrijwel geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen verwacht anders dan de reguliere particuliere initiatieven welke zich beperken tot de eigen woonpercelen. Naast woonbebouwing heeft de wijk voorzieningen in de vorm van een tweetal basisscholen en winkels, beide gesitueerd aan De Stal. De wijk heeft verder een ruime groene uitstraling (zowel intern als extern) door de vele open groene ruimten, het sterk structurerende groen aan de randen en de Oude Drait als beeldbepalende waterpartij (zie ook figuur 5). Himsterhout Himsterhout is gebouwd vanaf circa 2000 en is daarmee één van de nieuwste woonwijken van Drachten. De wijk kenmerkt zich door een ruim opgezette structuur met veel groen en water, waarbij gebruik is gemaakt van cultuurhistorische gegevens, zoals de onderliggende agrarische verkavelingsstructuur. Dit gegeven verklaart een groot deel van de ligging van het aanwezige stratenpatroon. Opvallend is de grote centrale groene ruimte in het deelgebied. Verder vormt ook hier weer de Oude Drait een beeldbepalend element aan de noordoostzijde van het gebied. Met uitzondering van de meest zuidoostelijk gelegen woonbebouwing is er sprake van overwegend vrijstaande woonbebouwing. Incidenteel komen etagewoningen van maximaal 3 bouwlagen plat afgedekt voor. Naast de verschillende woonbuurten wordt deze wijk qua ruimtelijke structuur getypeerd door de aanwezigheid van een volkstuinencomplex en een dierenasiel in het zuidoosten, tegen de Rijksweg A7. 2.3. Functionele structuur - Wonen Drachten kenmerkt zich door een groot aandeel naoorlogse woningen, waarbij het accent ligt op woningen die gebouwd zijn in de jaren '60 en '70. Dit is de verklaren door het feit dat Drachten (mede onder invloed van het Rijk) in deze periode een sterke groei heeft doorgemaakt. Voor de woningvoorraad heeft dit tot gevolg gehad dat het type eengezinswoning een in de gemeente veel voorkomend woningtype is geworden. Huurwoningen zijn in deze periode vooral gebouwd in de vorm van rijenwoningen met 3 à 4 slaapkamers. Zo ook in de wijk De Trisken, waar zowel de voor die tijd duurdere als de goedkopere huurwoningen zijn gebouwd. Van herstructureringsplannen is op dit moment dan ook nog geen sprake, mede omdat een groot deel van de duurdere huurwoningen inmiddels verkocht is. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren zal voortzetten. In het gebied Himsterhout is sprake van een groot aandeel koopwoningen. De wijk is gebouwd vanaf circa 2000. Met het plan is zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan de gevarieerde woningbehoefte in de markt. Dit heeft uiteindelijk een wijk opgeleverd met verschillende typen laagbouwwoningen in hoofdzakelijk het koopsegment (circa 80%). Hiermee biedt de wijk niet alleen een gevarieerd beeld maar heeft deze ook een belangrijke functie in de noodzakelijke doorstroming uit met name de betaalbare woningvoorraad. Binnen het gebied Himsterhout is nog enige ruimte aanwezig waar in de planperiode woningbouw kan plaatsvinden (het gaat daarbij om circa 40 woningen). In het plangebied is verder een drietal kleine complexen met bijzondere woonvoorzieningen aanwezig, namelijk ten dienste van mensen met een verstandelijke beperking. - Voorzieningen en bedrijvigheid Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
Naast de woonfunctie komt in het plangebied nog een aantal uiteenlopende voorzieningen voor. In onderstaande figuur 3 is een overzicht weergegeven van de spreiding van de verschillende voorzieningen in het plangebied.
Figuur 3:
Voorzieningen in het plangebied
Maatschappelijke voorzieningen Onder maatschappelijke voorzieningen worden uiteenlopende voorzieningen verstaan, waaronder onderwijsvoorzieningen en dergelijke. Deze voorzieningen zijn zowel gelegen in De Trisken (de twee basisscholen, het gecombineerde buurthuis/peuterspeelzaal, waar ook incidenteel sport wordt beoefend) als in Himsterhout (het dierenasiel). Commerciële voorzieningen en bedrijvigheid Gezien het karakter van het plangebied als hoofdzakelijk woongebied beperken de commerciële voorzieningen zich tot een kleinschalig winkelcentrum in De Trisken, met daarin aanwezig een supermarkt, een kappersbedrijf, een cadeauwinkel en een snackbar. Ook is in De Trisken een gecombineerde praktijk voor huisartsen en fysiotherapie aanwezig. Voor het overige bestaat de bedrijvigheid c.q. de commerciële activiteiten in het plangebied uit de zogeheten kleinschalige bedrijfs- of beroepsmatige activiteiten aan huis. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk, een administratiekantoor, schoonheidssalon of iets dergelijks. Verder is er nog sprake van een bijzondere voorziening, die niet op het bovenstaande kaartje is aangegeven, namelijk het volkstuinencomplex dat is gelegen aan de zuidoostzijde van Himsterhout, tegen de Rijksweg A7.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
2.4. Verkeer De externe ontsluiting van het plangebied wordt in hoofdzaak gevormd door de Overstesingel, de verbinding met de aanliggende gedeelten van Drachten. De interne ontsluitingsstructuur van De Trisken - Himsterhout bestaat uit de Oprijlaan met daaraan gekoppeld de hoofdontsluitingen van De Trisken, c.q. De Stal, en Himsterhout, c.q. Grasland. Vanaf deze wegen worden door middel van woonstraten de verschillende woonbuurten ontsloten.
Figuur 4:
Verkeersstructuur van het plangebied
2.5. Groen en water Een belangrijk structurerend element in het plangebied is de Oude Drait. Deze waterverbinding is in het Streekplan Fryslân aangegeven als onderdeel van de provinciale ecologische hoofdstructuur, namelijk als natte ecologische verbindingszone tussen het laagveengebied van midden-Friesland en het beekdal van het Koningsdiep. Deze zone vormt de enige verbinding op de overgang van zand en veen. Een dergelijke ecologische verbindingszone bestaat minimaal uit een doorgaande oeverbegroeiing en uit "stapstenen", d.w.z. moerasgebiedjes op regelmatige afstanden van elkaar (circa 500 m). Dit zou goed passen in het gebied Himsterhout. Ook zijn barrières in de vorm van wegen en stuwen en gemalen zoveel mogelijk worden opgeheven. Zo is bijvoorbeeld onder de A7 reeds een barrièreverminderende voorziening aangebracht.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
Figuur 5:
Groenstructuur in het plangebied
Hiernaast vervult het gebied Himsterhout ook een rol als onderdeel van een droge overgang vanuit het bosgebied rond Beetsterzwaag en het Koningsdiep naar de Oude Drait. De grotere groenelementen in dit gebied vervullen deze rol. Om de karakteristieke bestaande lintbebouwing langs de Sanbuorren zoveel mogelijk in stand te houden, is tussen Himsterhout en de Sanbuorren een brede afschermende beplantingsstrook (een bosstrook) aangebracht. Eenzelfde soort groenstrook is ook aan te treffen langs de tunnel onder de A7. De wijken hebben intern qua opzet een groene uitstraling met verschillende grotere en kleinere groenelementen, die de woonomgevingen versterken. Bij de opzet van de wijken is eveneens aangesloten bij de bestaande groenstructuur in het gebied. Het gaat hier om de van oorsprong aanwezige beplanting bestaande uit elzensingels/-wallen. Het nieuw aangelegde groen is in de wijk De Trisken enigszins versnipperd. Hier komen met name tussen de verschillende bebouwingsconcentraties enkele kleinere openbare groenveldjes voor. De grotere groenelementen zijn meer aan de randen van het gebied gesitueerd. In tegenstelling tot De Trisken is bij de aanleg van Himsterhout zoveel mogelijk gestreefd naar concentratie van groen op een aantal plekken. Op deze wijze dient het groen ter versterking van het karakter van de verschillende woonbuurten binnen de wijk. Vanuit beheersoogpunt is de aanleg van snippergroen in dit gebied zoveel mogelijk beperkt. Voor het water is in beide wijken een aantal grotere waterpartijen aanwezig. Bepalend in dit opzicht is de Oude Drait aan de noordoostelijke rand van het plangebied, maar ook elders zijn relatief grotere waterpartijen, aanwezig, zoals langs de Oprijlaan. In het gebied Himsterhout is verder gebruik gemaakt van de voorheen aanwezige kavelstructuur, waardoor in een aantal watergangen de oorspronkelijke noordoost-zuidwest gerichte slotenstructuur aanwijsbaar is.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
3 Beleidskader 3.1. Inleiding In dit hoofdstuk zal nader ingegaan worden op het ruimtelijk beleid dat als kader dient voor onderhavig bestemmingsplan. Hierbij komt onder andere het provinciaal en het gemeentelijk beleid aan bod alsmede het beleid van het waterschap. Dit beleid is afgestemd op het Rijksbeleid ten aanzien van de ruimtelijke ordening. Gezien het abstractieniveau en het conserverende karakter van het bestemmingsplan, wordt het in dit kader dan ook niet noodzakelijk geacht nog apart aandacht te besteden aan het Rijksbeleid. 3.2. Provinciaal beleid Het provinciaal ruimtelijk beleid vormt een belangrijk kader voor het gemeentelijk (bestemmingsplan)beleid. Dit beleid is onder andere neergelegd in het Streekplan Fryslân 2007 (december 2006). Hierin wordt het beleid ten aanzien van sterke steden en een vitaal platteland voortgezet. In het streekplan wordt gekozen voor zes stedelijke centra, waaronder het stedelijk centrum Drachten, die tezamen het stedelijk netwerk Fryslân vormen. De stedelijke centra wordt ontwikkelingsruimte geboden om opgaven voor wonen, werken en voorzieningen te kunnen realiseren. Daarbij dient ongebreidelde groei zoveel mogelijk te worden voorkomen, maar zal het beleid in eerste instantie gericht moeten zijn op de kwaliteiten en ruimtelijke mogelijkheden van het bestaande bebouwde gebied. Efficiënt ruimtegebruik staat hierbij centraal. Concentratie van woningbouw zal plaats moeten vinden in de bundelingsgebieden van de zes stedelijke centra in de provincie. Hiermee wordt voldoende schaal en massa voor sterke steden en een voldoende draagvlak voor de stedelijke voorzieningen nagestreefd. Daarnaast wordt ingezet op een gevarieerde bevolkings- en huishoudenssamenstelling voor leefbaarheid in de stedelijke centra, waarbij ook hogere inkomensgroepen aan de stad kunnen worden gebonden. Met de versterking van het wonen in de steden zal de druk op het platteland verminderd moeten worden wat de kleinere kernen meer ruimte geeft voor de opvang van de plaatselijke woningbehoefte en de landschappelijke openheid zoveel mogelijk behouden kan blijven. In de bundelingsgebieden dient een breed en divers aanbod aan woningtypen en woonmilieus beschikbaar te zijn. Aandacht daarbij gaat in ieder geval uit naar de realisering van voldoende betaalbare en levensloopbestendige woningen in het lagere segment en het middensegment, in zowel de koop- als huursector. Voor Drachten specifiek geeft het streekplan aan dat de groeiambities van de stad afgestemd moeten worden op de reële behoefte van wonen en werken. Speciale aandacht bij de verdere ontwikkeling van Drachten is een versterking van de samenhang tussen het bestaand stedelijk gebied en het centrum. Voor de stedelijke uitbreidingen is volgens de provincie ruimte aan de oostzijde van Drachten. 3.3. Gemeentelijk beleid Het gemeentelijk ruimtelijk beleid van Smallingerland is gevat in een aantal verschillende beleidsdocumenten. In deze paragraaf worden deze behandeld, voorzover die voor (dit deel van) Drachten van belang zijn. Daarbij is een onderverdeling gemaakt in de beleidsthema's wonen, werken, voorzieningen, verkeer/vervoer en groen. Naast dit specifieke functionele beleid zal in deze paragraaf aandacht besteed worden aan het meer algemene gemeentelijke beleid dat functie-overstijgend is. Het beleid ten aanzien van water komt in paragraaf 3.4. aan de orde. Wonen Het beleid ten aanzien van het wonen in Drachten is onder andere vastgelegd in het in januari 2006 door de gemeenteraad vastgestelde Woonplan "Nieuwe Stijl". Met dit woonplan zijn de doelen van het woonbeleid van de gemeente de komende jaren vooral gericht op het bieden van voldoende aanbod voor verschillende doelgroepen. Goed wonen voor iedereen in een leefbare omgeving. Dat is de kern van het gemeentelijke woonbeleid. De zorg voor voldoende aanbod van goedkope en betaalbare woningen voor starters en lagere inkomensgroepen op de Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
woningmarkt, verdient vooral de aandacht. Ook de vergrijzing van de komende jaren is een gegeven waar de komende jaren in de woningmarkt aandacht aan besteed dient te worden in de vorm van realisatie van groeiwoningen en levensloopbestendige woningen.Daarnaast onderscheidt Drachten zich van andere plaatsen door het gevarieerde aanbod van (duurdere) woningen in een groene en rustige woonomgeving. Hierdoor is Drachten aantrekkelijk voor vestigers van buiten de gemeente, iets waar de gemeente de komende jaren op zal blijven richten. Een derde doel is het bieden van een hoge ruimtelijke kwaliteit van het wonen en de woonomgeving, door het aanbrengen van diversiteit in de woonmilieus. Naast een kwaliteitsverbetering van het centrum is ook de opwaardering van de kwaliteit van bestaande delen van de stad één van de speerpunten voor Drachten. Het woonplan en de eerste actualisatie daarvan, in augustus 2007 door de gemeenteraad vormt een belangrijk toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke plannen. Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient aldus getoetst te worden of de nieuwbouwplannen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, passen binnen het woonplan en de actualisatie hiervan. Voor een evenwichtiger verdeling van de woningproductie binnen de lokale en regionale woningmarkt is de komende jaren een gemeentelijke regie onontbeerlijk. De planologische bouwruimte voor woningen dient op een verantwoorde wijze ruimte te geven aan regionale en gemeentelijke ambities, passend binnen de kwantitatieve afspraken met provincie Fryslân, zonder dat onevenredige concurrentie ontstaat tussen gemeenten en tussen regio's. Met de actualisatie is gekozen voor een indeling van het woonprogramma in gebiedstypen. De woningbouw in het plangebied van dit bestemmingsplan kan worden ingedeeld in het gebiedstype "Inbreiding stedelijk gebied". De aantallen die hierin zijn genoemd voor de periode tot en met 2009 vallen binnen de contingentering van de provincie. De woningen in Himsterhout vallen hieronder. In het deelgebied Himsterhout is nog ruimte voor circa 35 nieuw te bouwen woningen, voornamelijk in het type twee onder een kap. Dit is geen nieuwe capaciteit, doch reeds in de diverse goedgekeurde uitwerkingen van het bestemmingsplan Himsterhout begrepen woningbouw. Deze woningen zijn concreet in het bestemmingsplan opgenomen. Ten aanzien van de fysieke woonomgeving kan tot slot nog gewezen worden op de Beleidsnota bouwvergunningvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken (vastgesteld op 17 juni 2003 en gewijzigd/aangevuld in 2008) en de Notitie vrijstellingenbeleid erfscheidingen geactualiseerde bestemmingsplannen dan wel de actualisatie daarvan (vastgesteld op 24 juni 2004 en gewijzigd/aangevuld in 2008). In deze beleidsnotities (die in respectievelijk bijlage 1 en bijlage 2 zijn opgenomen) is beleid vastgesteld betreffende het bouwen van dergelijke bouwwerken in het licht van het nieuwe Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken , en is beleid geformuleerd voor schuttingen en hekwerken. Dit beleid is vertaald naar de regels van het onderhavige bestemmingsplan. Werken Het gemeentelijk beleid ten aanzien van bedrijvigheid is erop gericht de zwaardere bedrijven zoveel mogelijk te concentreren op de daarvoor aangewezen bedrijventerreinen in Drachten. De van oudsher aanwezige solitaire bedrijvigheid buiten de bedrijventerreinen wordt ter plekke gerespecteerd, mits deze geen milieuhinder veroorzaken ten aanzien van milieugevoelige functies. Naast het beleid ten aanzien van de in het plangebied voorkomende solitaire bedrijvigheid, veelal in combinatie met het wonen, kent de gemeente beleid voor de zogeheten beroepen of bedrijven aan huis. Dit beleid is neergelegd in de Nota beroep aan huis. Deze notitie heeft als doel om inzichtelijk te maken welke soorten van beroep zonder procedure gerealiseerd mogen worden in een (deel van) de woning. De notitie heeft gediend als werkbasis voor bepalingen omtrent beroepen aan huis voor onder andere dit bestemmingsplan. De notitie kent een tweedeling in vrije beroepen en de beroepen aan huis (geen vrije
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
beroepen). Onder de eerste groep worden beroepen verstaan op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch of ontwerp-technisch gebied, en hieraan kunnen geen planologisch-juridische regels worden gesteld. De niet vrije beroepen daarentegen worden gedefinieerd als een beroep of bedrijf waarop de Wet milieubeheer (Wmb) niet van toepassing is. Een dergelijk beroep dient in de woning zelf te worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking en uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is. Beroepen in de vorm van detailhandel, horeca, escort- en seksinrichtingen/-winkels, worden hier in elk geval niet onder verstaan. In de notitie worden voorwaarden gesteld waaraan de niet vrije beroepen aan huis moeten voldoen willen ze aanvaardbaar worden geacht. Deze voorwaarden zijn vertaald in de regels van dit bestemmingsplan. Voorzieningen Voor de commerciële voorzieningen in het plangebied biedt het Ruimtelijk detailhandelsbeleid 2002 een visie op het detailhandelsbeleid in de gemeente. In deze visie wordt aangegeven op welke wijze de gemeente kan inspelen op veranderingen in deze sector. Voor het toekomstig detailhandelsbeleid wordt een aantal uitgangspunten geformuleerd die met name betrekking hebben op (de ontwikkeling van) het centrumgebied zelf en op het tegengaan van ongewenste ontwikkelingen buiten het centrum die de positie ervan beconcurreren. Zo zal een terughoudend beleid worden gevoerd voor de ontwikkeling van perifere detailhandelslocaties, die ervoor zorgen dat de levensvatbaarheid van winkels in het centrum alsmede in wijkcentra onder druk komt te staan. In het plangebied worden daarom geen mogelijkheden geboden voor de vestiging van dergelijke voorzieningen. Ten aanzien van de maatschappelijke voorzieningen is het moeilijk te voorspellen hoe het onderwijs zich de komende planperiode verder zal gaan ontwikkelen. Het gemeentelijk beleid is er dan ook op gericht zoveel mogelijk in te spelen op de landelijke trend in deze sector. Het plan biedt hiertoe reeds enige flexibiliteit door de maatschappelijke voorzieningen op een ruime wijze te bestemmen. Verkeer en vervoer Het verkeersbeleid is vastgelegd in het Gemeentelijk verkeer- en veroersplan (1996). Het nastreven van een duurzaam veilige verkeersstructuur en een goede bereikbaarheid zijn hierin de sleutelwoorden. Ook worden alternatieven voor het autoverkeer (de fiets en het openbaar vervoer) gestimuleerd. Daartoe is aan de wegenstructuur in de gemeente een functie-indeling toegekend op basis van belangrijkheid van de weg voor het (auto)verkeer. Er worden drie typen wegen onderscheiden: stroomwegen, gebiedsontslutingswegen en erftoegangswegen. Het is vervolgens zaak om de wegen in te richten die het beste bij de toegekende functie past. De stroomwegen in/nabij het plangebied worden gevormd door de A7, die de zuidoostelijke begrenzing van het plangebied vormt. Op deze wegen staat de stroomfunctie van het (auto)verkeer voorop. De woonstraten daarentegen, die de verschillende woonbuurten binnen de wijken ontsluiten, vallen onder de erftoegangswegen. Hier prevaleert juist de verblijfsfunctie boven de verkeersfunctie. Dit zijn wegen met een 30 km/uur-regime. De wegen die tenslotte de stroomwegen en de erftoegangswegen met elkaar verbinden zijn de zogeheten gebiedsontsluitingswegen. In het onderhavige plangebied is dat de Oprijlaan.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
Figuur 6:
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan
De in het plangebied voorkomende erftoegangswegen en gebiedsontsluitingsweg hebben een aparte, op de functie van deze wegen, toegesneden bestemming gekregen. Verder worden in het GVVP geen concrete inrichtingsmaatregelen gegeven waarop met het bestemmingsplan ingespeeld dient te worden. Welstandsbeleid Zoals elke andere gemeente heeft ook de gemeente Smallingerland een Welstandsnota . Deze is op 6 juli 2004 vastgesteld. In deze nota zijn de welstandseisen omschreven die aan een bouwwerk worden gesteld. Het gaat dan om criteria die betrekking kunnen hebben op onder andere de hoofdvorm, het materiaalgebruik, de kleurkeuze en de detaillering van een concreet bouwwerk. Het uiteindelijke doel van de nota is het streven naar behoud en zonodig versterking van de beeldkwaliteit in het algemeen en die van de cultuurhistorische en bepaalde stedenbouwkundige en architectonische waarden in het bijzonder. Bij de ruimtelijke toetsing van bouwaanvragen in het onderhavige plangebied zijn twee toetsingsinstrumenten van belang: de welstandsnota en het bestemmingsplan. Inhoudelijk zijn beide instrumenten op elkaar afgestemd. Als regel geldt dat de welstandscriteria in de welstandsnota zich bewegen binnen de bebouwingsmogelijkheden die door het bestemmingsplan worden gegeven. De regels in dit bestemmingsplan gaan met name over de maatvoering en de plaatsing van gebouwen en andere bouwwerken. De zaken die niet in dit bestemmingsplan zijn geregeld of niet kunnen worden geregeld, maar wel vanuit het oogpunt van welstand belangrijk zijn, worden via de welstandsnota geregeld. Bovendien is in de regels een afstemmingsbepaling
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
met de gemeentelijke welstandsnota opgenomen. Volgens de Woningwet mogen in de welstandsnota criteria worden opgenomen die betrekking hebben op het uiterlijk en de plaatsing van bouwwerken. Het is duidelijk dat er een bepaalde overlap tussen het bestemmingsplan en de welstandsnota voor kan komen. Daarom geldt dat bij strijdigheid tussen de welstandscriteria en de regels in het bestemmingsplan als leidraad dat de regels in het bestemmingsplan leidend zijn. De gehele gemeente is in een groot aantal gebieden opgedeeld, met elk hun eigen toepasselijke welstandskader. Er zijn in totaal 31 welstandskaders in de welstandsnota opgenomen. Voor De Trisken en Himsterhout geldt dat sprake is van regulier welstandstoezicht. Deze gebieden kunnen afwijkingen van de bestaande ruimtelijke structuur en ingrepen in de architectuur van de gebouwen zonder al te veel problemen verdragen. De gemeente stelt hier geen aanvullende eisen ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit. In deze gebieden is het welstandstoezicht gericht op het respecteren van de basiskwaliteit. Incidentele veranderingen zijn over het algemeen goed mogelijk. De nota bevat geen criteria voor grotere (her)ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken. Dergelijk welstandscriteria kunnen eenvoudigweg pas worden opgesteld zodra er een concreet stedenbouwkundig plan aan het project ten grondslag ligt. Als aanvulling op de welstandsnota kunnen daarvoor afzonderlijke welstandscriteria worden opgesteld, bijvoorbeeld in de vorm van een beeldkwaliteitsplan. In het plangebied is hier vooralsnog geen sprake van. Handhavingsbeleid Op grond van de Nota Handhavingsbeleid (2001) heeft de gemeente haar handhavingsbeleid aangaande bouw- en regelgeving geformuleerd. De nota heeft de bedoeling om de politieke beleidsuitgangspunten met betrekking tot handhaving van wet- en regelgeving vast te leggen en beoogt handen en voeten te geven aan de praktische uitvoerbaarheid daarvan. Met het handhavingsbeleid kunnen strijdigheden met de wet- en regelgeving worden aangepakt, zoals bijvoorbeeld strijdigheden met hetgeen juridisch-planologisch is vastgelegd in het onderhavige bestemmingsplan. Duurzaam bouwen De gemeente Smallingerland vindt het belangrijk dat woningen en gebouwen duurzaam worden gebouwd. Voor nieuwbouw bestaat een stimuleringssubsidie op het gebied van EPC-verlaging en waterbesparing. Er wordt de komende jaren uitwerking gegeven aan het Plan van Aanpak Duurzame Energie en het Energie Akkoord Noord Nederland. Dit houdt onder andere in dat er gewerkt wordt aan de realisering van een stimuleringsregeling om de energieprestatie van bestaande gebouwen te verbeteren. Een subsidieregeling voor gebruik van regenwater voor onder ander toiletbespoeling en wasmachine is operationeel. Voor met name het gebied Himsterhout geldt dat de uitgangspunten van het beleid voor duurzaam bouwen in de realisering daarvan zijn betrokken. 3.4. Waterbeleid Nationaal beleid In het nationale waterbeleid, vastgelegd in onder meer de Vierde Nota Waterhuishouding (1998), de adviezen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw en de Europese Kaderrichtlijn water, staat het duurzaam omgaan met water centraal: het waarborgen van voldoende veiligheid en het zo klein mogelijk houden van de kans op wateroverlast. Dit moet mede gezien worden in het kader van de problematiek met betrekking tot ontwikkelingen als klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelstijging. Hiervoor is de trits 'vasthouden bergen - afvoeren' maatgevend. Kort gezegd betekent dit dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zonodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Uitgangspunten in dit verband zijn: Ÿ geen afwenteling van problemen naar andere compartimenten in ruimte en tijd; Ÿ zoveel mogelijk gebiedseigen water vasthouden en de inlaat van gebiedsvreemd water Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
Ÿ
zoveel mogelijk beperken; beperking van overlast door (grond)water of tekort aan water.
Naast de waterkwantiteit heeft 'duurzaam omgaan met water' ook betrekking op de waterkwaliteit. Hierbij staat de trits 'schoonhouden - scheiden - zuiveren' centraal. Bij schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste, wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod. Uitgangspunten in dit verband zijn: Ÿ vervuiling waar mogelijk bij de bron aanpakken; Ÿ voorkomen van verspreiding van verontreinigingen; Ÿ benutten van schoon water. Het beleidsdoel duurzaam omgaan met water dient niet alleen in waterbeheerplannen te worden uitgewerkt, maar er dient ook in de ruimtelijke ordening, waaronder de bestemmingsplannen, rekening mee te worden gehouden. Afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordening kan door: Ÿ het bieden van ruimte voor water in verband met veiligheid, wateroverlast en zoetwaterbeheer; Ÿ water als ordenend principe in de functietoekenning; Ÿ kansen benutten die water biedt voor de vergroting van de belevingswaarde en functiecombinaties (bijvoorbeeld cultuurhistorische waarden van voormalige waterlinies); Ÿ randvoorwaarden aan de inrichting en het beheer op basis van water (bijvoorbeeld kruipruimteloos bouwen, zodat de grondwaterstand hoog kan blijven); Ÿ effecten op waterkwaliteit meewegen bij besluitvorming in de ruimtelijke ordening. Rol van de gemeente en van het waterschap in het waterbeheer Tegenwoordig wordt veelal de lijn gevolgd dat het waterschap primair verantwoordelijk is voor de (oppervlakte)waterhuishouding, zoals waterkwaliteit, beveiliging tegen hoog water, peilbeheer en aan- en afvoer van water (het grondwater wordt beheerd door de provincie). Per 1 januari 2004 zijn de Friese waterschappen gefuseerd tot één Wetterskip Fryslân. Het beleid van het waterschap is neergelegd in het Waterbeheerplan en in de Keur. Integraal Waterbeheerplan Friese Waterschappen De zes voormalige Friese waterschappen hebben samen een Integraal Waterbeheerplan (IWBP) opgesteld. Het bestaat uit een algemeen deel en zeven deelplannen voor afzonderlijke gebieden. In het Integraal Waterbeheerplan geven de voormalige waterschappen aan hoe zij de komende jaren hun doelstellingen van het integraal waterbeheer willen bereiken. Daarbij wordt aandacht besteed aan onder meer veiligheid, afwatering, peilbeheer, oevers, eutrofiëring, emissies, waterbodems en onderhoud. Keur Wetterskip Fryslân heeft inmiddels een Keur opgesteld. De keur is een verordening die strekt tot bescherming van de werken in beheer bij het waterschap. De keur bevat een stelsel van gebods- en verbodsbepalingen ten aanzien van de waterkeringen, waterkwaliteit en de waterkwantiteit. Voor de uit te voeren werken in het plangebied moet op basis van de Keur een ontheffingsaanvraag ingediend worden door de initiatiefnemer. Gemeentelijke taken liggen er bij de aanleg en het beheer van riolering, vaarwegenbeheer, bescherming van landschappelijke waarden van wateren en het verlenen en handhaven van vergunningen op basis van het bestemmingsplan. Uit het vorenstaande blijkt dat, ondanks de verschillende rollen, de gemeente en het waterschap elkaars natuurlijke partner zijn bij het voeren van het waterbeheer. Dat betekent dat beide partijen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheden een rol spelen in de
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
uitvoering van het waterbeheer én elkaar daarbij zoveel mogelijk informeren en bijstaan in gevallen waarbij dit vanuit het perspectief van het waterbeheer van belang is. Concreet: het waterschap handhaaft de regels die in de Keur zijn opgenomen; de gemeente handhaaft de gemeentelijke verordeningen (waaronder het bestemmingsplan) en daar waar er sprake is van gemeenschappelijk belang of gemeenschappelijke betrokkenheid, zoeken beide partijen elkaar op om tot afstemming te komen. In samenwerking met Wetterskip Fryslân is een waterplan opgesteld. Het waterplan bestaat uit een visiedeel voor de langere termijn als wel een (concreet) maatregelenprogramma. De maatregelen uit het waterplan die ruimtelijke consequenties hebben voor het plangebied, zijn vertaald naar het onderhavige bestemmingsplan.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
4 Planologische randvoorwaarden 4.1. Inleiding Naast het feit dat ontwikkelingen in De Trisken - Himsterhout binnen het beleidskader van Rijk, provincie en gemeente tot stand moeten komen, dient ook rekening te worden gehouden met de aanwezige functies in en rond het plangebied. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen worden de omgevingsaspecten en eventueel daaraan verbonden planologische randvoorwaarden behandeld. 4.2. Kabels en leidingen Teneinde een goede belangenafweging mogelijk te maken voor de vele functies binnen het plangebied is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de ligging en eigenschappen van binnen het plangebied voorkomende kabels en leidingen. Sommige van deze kabels en leidingen vereisen een bepaalde afstand tot gevoelige functies. Voor het bestemmingsplan is met name de ligging van de hoofdtransportleidingen van belang aangezien deze gekoppeld zijn aan een bepaalde afstand die aangehouden dient te worden waarbinnen geen bebouwing mag plaatsvinden. Voor het voorliggende bestemmingsplan zijn dergelijke belemmeringen niet aan de orde, zodat er in dit opzicht geen gevolgen zijn voor dit plan. 4.3. Archeologie In 1992 is het Europees Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder ook Nederland. Het doel hiervan is het veiligstellen van het (Europese) archeologisch erfgoed. Dit moet met name gestalte krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid, wat betekent dat bij de voorbereiding van bestemmingsplannen meer aandacht moet worden besteed aan de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden en dat een beschermende regeling moet worden opgenomen ten aanzien van die archeologische waarden. Ter implementatie van het Verdrag van Malta is op 1 september 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Deze wet regelt onder andere dat er in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening gehouden wordt met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Voor een globaal inzicht in mogelijke waarden heeft de provincie de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) gepubliceerd. Deze bestaat uit een advieskaart voor de steentijd - bronstijd en uit een advieskaart voor de ijzertijd - middeleeuwen . Door de gemeente Smallingerland is een archeologische verwachtingskaart voor de gemeente opgesteld, als verdieping van de FAMKE-advieskaarten. De advieskaart steentijd - bronstijd geeft het volgende aan. De oostelijke helft van het plangebied (in grote lijnen parallel aan de Oude Drait) wordt aangemerkt als gebied waar karterend onderzoek dient te worden verricht als het gaat om (planologische) ingrepen die een grotere oppervlakte betreffen dan 2500 m2. Hier kunnen zich op enige diepte namelijk nog archeologische lagen uit de steentijd bevinden, die zijn afgedekt door een veen- of kleidek. Voor het overige plangebied, waarvan de ondergrond door ingrepen al ernstig is verstoord, wordt geadviseerd om bij (planologische) ingrepen boven de 5000 m² een quickscan uit te voeren. Volgens de advieskaart voor de ijzertijd - middeleeuwen is het gehele plangebied aangewezen als gebied waar zich archeologische resten bevinden uit de periode middenbronstijd - vroege middeleeuwen en dan met name de vroeg en vol-middeleeuwse veenontginningen. Aanbevolen wordt om bij (planologische) ingrepen met een beslag van meer dan 5000 m² een historisch en karterend onderzoek te verrichten . Gelet op het stadium waarin het plangebied verkeert (vrijwel geheel gerealiseerd) kan worden gesteld dat het bestemmingsplan ingrepen met een omvang groter dan voornoemde oppervlakten niet mogelijk maakt, zodat nader onderzoek in het kader van dit bestemmingsplan niet noodzakelijk wordt geacht. Hiermee is dan ook aangegeven dat de eventueel aanwezige archeologische waarden in het plangebied geen belemmering vormen voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
4.4. Cultuurhistorie In het plangebied komen deze niet voor, althans niet wat betreft de Monumentenwet en de Gemeentelijke Monumentenverordening. In het bestemmingsplan hoeft hiervoor dus geen aanvullende regeling te worden opgenomen. 4.5. Bodem Voorwaarde voor woningbouw is onder meer dat er gebouwd wordt op "schone" grond. Uit onderzoek naar eventuele bodem- en/of grondwaterverontreiniging is in het kader van de realisering van de diverse fasen van het vigerende plan Himsterhout gebleken dat er geen belemmeringen waren voor het realiseren van woningen. De 'Signaleringskaart (mogelijke) bodemverontreiniging' van de provincie Fryslân bevestigt dit, ook voor het gebied De Trisken. Derhalve zijn er geen belemmeringen in dit opzicht. 4.6. Geluid Per 1 januari 2007 is de Wet geluidhinder gewijzigd. Langs elke weg is een geluidszone van kracht. Deze verplichte zonering heeft een tweeledige functie. Enerzijds worden de gebieden afgeperkt waarbinnen de ondervonden geluidhinder moet worden teruggedrongen. Anderzijds bieden de geluidszones de gemeente de mogelijkheid te voorkomen dat in de toekomst geluidhinderlijke situaties ontstaan. De breedte van de geluidszones hangt samen met de aard van de omgeving (stedelijk of buitenstedelijk). In principe heeft elke weg een zone, met uitzondering van wegen: Ÿ die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied; Ÿ waarvoor een maximum snelheid geldt van 30 km/uur. In en rond het plangebied ligt een aantal zoneplichtige wegen, te weten de A7, de Lauwers, de Oprijlaan en de Postlaan. Bij (één van) de volgende nieuwe situaties dient akoestisch onderzoek te worden verricht: Ÿ bij het projecteren van een nieuwe weg nabij geluidsgevoelige gebouwen; Ÿ bij het projecteren van nieuwe geluidsgevoelige gebouwen bij een bestaande weg (met een zone). Het gehele plangebied betreft een bestaande situatie, waar vanuit akoestisch perspectief in de doorlooptijd van het plan geen veranderingen mogelijk zijn. Ook is in het bestemmingsplan een regeling opgenomen waarin het niet mogelijk is het aantal geluidsgevoelige gebouwen(woningen) uit te breiden en deze gebouwen dichter bij de weg te situeren. Gebaseerd op het maatgevend jaar 2020 zijn door Servicebureau De Friese Wouden de zones berekend. De rapportage is opgenomen in bijlage 3. Verder valt het plangebied niet binnen de werking van enig zonebesluit verband houdend met geluidhinder van zogenaamde grote lawaaimakers op grond van de Wet geluidhinder . Een dergelijke zonering dient te worden aangebracht als zich bij voorbeeld op bedrijventerreinen grote lawaaimakers bevinden (bedrijven als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningbesluit Wet milieubeheer ). 4.7. Luchtkwaliteit Voor een beoordeling van de te verwachten luchtkwaliteit is onderzocht in hoeverre kan worden voldaan aan de toetsingscriteria van de Wet Luchtkwaliteit. Van belang zijn de criteria voor stikstofdioxide (NO2 en fijn stof (PM10), omdat langs wegen deze stoffen voornamelijk het probleem vormen. Nederland heeft per 1 augustus 2009 uitstel gekregen om te kunnen voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen. Uiterlijk 11 juni 2011 zal aan de normen voor het PM10 moeten worden voldaanen uitelijk 1 januari 2015 zal moeten worden voldaan aan de jaargrenswaarde van de stof NO2. In het kader van het bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout heeft de gemeente Smallingerland aan het Servicebureau De Friese Wouden gevraagd onderzoek te doen naar de luchtkwaliteit ten gevolge van wegverkeer. Naar aanleiding van de uitgevoerde berekening kan worden geconcludeerd dat er geen consequenties met betrekking tot de Wet luchtkwaliteit aanwezig zijn. Er vinden geen overschrijdingen plaats van de grenswaarden NO2 en PM10. Voor een nadere toelichting en de resultaten van de berekening wordt verwezen naar Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
de rapportage van het Servicebureau die is bijgevoegd als bijlage 3. Gezien het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de luchtkwaliteit geen belemmering geeft. 4.8. Externe veiligheid In het vierde Nationale milieubeleidsplan (NMP4) zijn de lijnen uitgezet voor een vernieuwing van het externe veiligheidsbeleid. Deze vernieuwing gaat uit van de zogenaamde risicobenadering. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico: I.
Plaatsgebonden risico : het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een risicovol bedrijf en/of transportroute van gevaarlijke stoffen bevindt, overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen; II. Groepsrisico : het groepsrisico geeft de kans aan van een ongeval, met 10 of meer dodelijke slachtoffers, in de omgeving van een risicovol bedrijf en/of transportroute van gevaarlijke stoffen. De volgende activiteiten binnen het plangebied zijn van invloed op externe veiligheid: Ÿ bedrijven; Ÿ transport (aardgas) door buisleidingen; Ÿ transport over de weg van gevaarlijke stoffen. Met betrekking tot het "Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen " (BEVI) kan voor het plangebied het volgende worden opgemerkt. In de directe omgeving van de wijken De Trisken en Himsterhout zijn geen bedrijfsmatige activiteiten aanwezig die van invloed zijn op de externe veiligheid. Ook zijn er geen ondergrondse leidingtracé's aanwezig die een risico kunnen vormen. De wijk Himsterhout ligt op een afstand van circa 150 meter tot de rijksweg A7. Om de risico's van transport te kunnen beoordelen en toetsen in een risico-analyse uitgevoerd, "Risico-analyse wegtransport gevaarlijke stoffen Drachten " (AVIV, 17 januari 2006). Ter plaatse van het plan ligt het plaatsgebonden risico op de as van de A7. Het invloedsgebied (van 150 meter) waarin het groepsrisico is berekend, is opgenomen in figuur 7.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
Figuur 7:
Invloedsgebied groepsrisico rijksweg A7
De woningen in het plangebied liggen buiten dit invloedsgebied. Het dierenasiel is de enige bebouwing die binnen het invloedsgebied aanwezig is, de overige gronden worden ingevuld door groen. Het groepsrisico ligtdan ook dan ook ruim onder de oriënterende waarde. Alleen bij ontheffing kunnen andere maatschappelijke functies op de locatie van het dierenasiel mogelijk worden gemaakt. Hierbij dient getoetst te worden aan het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, waarbij het groepsrisico verantwoord zal moeten worden. Voor het plangebeid zijn geen risico's door externe veiligheid aanwezig. Fysieke veiligheid Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het overleg voorgelegd aan de brandweer. De brandweer heeft de plangebied getoetst aan de fysieke veiligheid. Bij fysieke veiligheid gaat het om voorkomen, beperken en bestrijden van inbreuken op de veiligheid van de mens en zijn omgeving in geval van een calamiteit. Uit de toetsing aan de brandweerzorgnorm, de bereikbaarheid, de bluswatervoorziening en de brandpreventieve voorzieningen is gebleken dat de fysieke veiligheid in het plangebied gewaarborgd is. Deze toesting is in bijlage 4 opgenomen. 4.9. Milieuzonering bedrijven Binnen het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig, zodat geen rekening gehouden behoeft te worden met de eventuele gevolgen van dergelijke functies. Ook is geen sprake van enige invloedssfeer van buiten het plangebied liggende bedrijven, zodat ook dit gegeven geen gevolgen heeft voor het plangebied.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
4.10. Ecologie Op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn en de Flora- en faunawet is in het kader van het bestemmingsplan inzicht nodig in de mogelijke effecten van de voorgenomen invulling van het terrein op de aanwezige ecologische waarden. De Vogelrichtlijn is gericht op het beschermen van de in het wild levende vogelsoorten en op de instandhouding van de habitats (gebiedsbescherming) die het leefmilieu voor deze soorten vormen. De Habitatrichtlijn is gericht op het instandhouden van natuurlijke en halfnatuurlijke habitats en de bescherming van wilde flora en fauna. De soortenbeschermingsregeling van de Vogel- en Habitatrichtlijn is volledig geïmplementeerd in de Flora- en faunawet . Soortenbescherming Volgens de Flora- en faunawet is het verboden om beschermde planten te verwijderen of te beschadigen (artikel 8), beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen (artikel 9) of opzettelijk te verontrusten (artikel 10) en voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen te beschadigen (artikel 11). Ook het rapen of beschadigen van eieren van beschermde dieren is verboden (artikel 12). In algemene zin geldt dat activiteiten, die een bedreiging voor deze soorten inhouden, zonder ontheffing op grond van de Flora- en faunawet niet zijn toegestaan. Vooral wanneer er soorten voorkomen uit de zogenaamde "strenge" categorie ( 4 van de Habitatrichtlijn en de bedreigde soorten van diverse zogeheten Rode Lijsten), kan dit een belemmering vormen voor het plan. Dit is het geval wanneer de mogelijkheden in het bestemmingsplan significant nadelige effecten kunnen hebben voor deze soorten. In aanvulling op de bestemmingsplanprocedure moet vóór de uitvoering van alle ruimtelijke plannen worden onderzocht welke natuurwaarden aanwezig zijn en of er verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet zullen worden overtreden. Als aan de voorwaarden voor de verlening van die ontheffingen kan worden voldaan, moet voor de aanvang van de werkzaamheden een ontheffing zijn verleend. Daartoe moet tijdig een aanvraag worden ingediend via het bureau LASER bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Voor algemene soorten heeft het Rijk via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) een algemene ontheffing verleend. Concreet betekent deze maatregel dat voor een aantal meer algemene soorten er geen ontheffing in het kader van dit bestemmingsplan nodig zal zijn. Die zijn bij voorbaat namelijk vrijgesteld. Voor enkele andere soorten gaat juist een zwaardere bescherming gelden. In het voorliggende plangebied worden geen nieuwe ontwikkelingen van enige omvang mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan heeft primair een consoliderend karakter en de vigerende, beperkte bouwmogelijkheden worden nogmaals bevestigd. Ondergeschikte, zeer beperkte ontwikkelingen in de sfeer van uitbreidingen van bestaande gebouwen worden ook mogelijk gemaakt. Van deze beperkte ontwikkelingen is aangenomen dat deze geen significante negatieve invloed hebben op de te beschermen planten- en diersoorten. Op grond daarvan is niet nader onderzocht of zich beschermde soorten voordoen in het plangebied. Niettemin kan in redelijkheid worden aangenomen dat de uitvoerbaarheid van het plan niet in het geding is. Gebiedsbescherming IIn de Natuurbeschermingswet 1998 wordt de wettelijke bescherming van de natuurgebieden in Nederland geregeld, zoals de Beschermde Natuurmonumenten en de internationaal aangewezen gebieden, de Natura 2000-gebieden en gebieden die vallen onder de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Hieronder vallen de Vogelrichtlijn- en de Habitatrichtlijngebieden. In 2006 zijn beide typen richtlijngebieden aangewezen en samengevoegd tot Natura 2000-gebieden en geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet. Bij een ruimtelijke ingreep in of een activiteit in de buurt van voorgenoemde gebieden en zones, moet worden onderzocht of er negatieve effecten optreden. Als er negatieve effecten zijn, mag de activiteit of ingreep alleen plaatsvinden als het gaat om dwingende redenen van zwaarwegend maatschappelijk belang. In dat geval moet worden aangetoond dat er geen redelijk alternatief bestaat en dat
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
alle schade wordt gecompenseerd. Het plangebied bestaat uit bijna volledig ingericht bebouwd gebied en ligt niet in de nabijheid van een Natura 2000-gebied of de EHS. Er kan dus aangenomen worden dat er geen negatieve effecten op (één van) deze zones zullen optreden. Er zullen dan ook geen negatieve effecten voor dergelijke zones optreden. 4.11. Water Op grond van een afspraak uit de Startovereenkomst "Waterbeleid 21e eeuw" dienen decentrale overheden in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf op te nemen. In paragraaf 3.4 is het waterbeleid omschreven. In een waterparagraaf wordt uiteengezet wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde Watertoets die sinds 1 november 2003 is verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening . Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Door middel van de watertoets wordt in een vroegtijdig stadium aandacht besteed aan het wateraspect. Dit betekent onder andere dat bij de start van een planproces een overleg met het waterschap zal plaatsvinden. In dit overleg kan het waterschap aandachtspunten voor het plangebied en de te ontwikkelen plannen aan de gemeente kenbaar maken. Aangezien het hier een overwegend conserverend bestemmingsplan betreft is het waterschap om advies worden gevraagd in het kader van het overleg. Dit wateradvies is opgenomen als bijlage bij het ontwerpbestemmingsplan en vormt geen aanleiding voor het nemen van aanpassingen ten opzichte van het voorontwerpbestemmingsplan.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
5 Planbeschrijving 5.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt de met het bestemmingsplan beoogde situatie beschreven, zoals deze mede voortvloeit uit het provinciale en gemeentelijke beleid ten aanzien van de woonomgeving in De Trisken en Himsterhout. Het gaat hierbij met name om het bieden van een adequaat planologisch beheerskader, waarbinnen reguliere ontwikkelingen zich kunnen voltrekken. Het karakter en de diversiteit van de bebouwing en daarmee het beeld en het aanzicht van het plangebied zijn zoals de wijk in werkelijkheid is. De stedenbouwkundige en architectonische uitgangspunten van derstijds hebben hun uitwerking gevonden zoals het plangebied momenteel is geworden. 5.2. Wonen Gezien het karakter van het plangebied als overwegend, bestaand woongebied, komt de woonfunctie uiteraard het meeste voor. Vanuit beheersoptiek is het daarom met name voor deze functie belangrijk een regeling te treffen die een goed woon- en leefklimaat waarborgt. In de huidige situatie gelden voor veelal gelijke woonsituaties verschillende regelingen. Met de regeling in dit bestemmingsplan wordt getracht deze regelingen zo goed mogelijk te harmoniseren tot zoveel mogelijk eenduidige regelingen voor gelijkwaardige woongebieden. Dit geldt ook voor de aanwezige bijzondere woonvormen. Deze worden dan ook gelijk behandeld ten opzichte van de overige woningen. Uitgangspunten voor de regeling van de woonfunctie zijn in eerste instantie de uiterlijke verschijningsvorm en de maatvoering(en) van de woonbebouwing, waarbij onderscheid wordt gemaakt in de reguliere woningbouw in de wijken zelf. Deze worden in de planregels en de digitale verbeelding van dit bestemmingsplan vastgelegd, waarmee het behoud van deze uiterlijke verschijningsvorm wordt nagestreefd. In het volgende hoofdstuk zal nader ingegaan worden op de mogelijkheden die in de regels ten aanzien van de woonfunctie gesteld worden. Bestaande woningbouw De bestaande woningbouw is geregeld onder een viertal woonbestemmingen die afgestemd zijn op de karakterstieken van de woningen. De woon-werkpercelen in het Morrapark zijn geregeld onder een eigen bestemming. Binnen woonbestemmingen is het verschil in de (gewenste) uiterlijke verschijningsvorm geregeld door het vastleggen van de maten van het hoofdgebouw (de woning) en de daaraan gekoppelde maximale en minimale afmetingen. Deze afmetingen zijn in de bouwvlakken opgenomen. Binnen de bouwvlakken dienen de hoofdgebouwen, de bijgebouwen, de aan- en uitbouwen en overkappingen gebouwd te worden. Anders dan het hoofdgebouw vormen de laatste vier soorten bebouwing de erfbebouwing. De planregeling maakt dus onderscheid tussen hoofdgebouwen en erfbebouwing. Naast de mogelijkheden voor het realiseren van de hoofdbebouwing is ook getracht de mogelijkheden ten aanzien van erfbebouwing zoveel mogelijk te uniformeren. De voorgevels van de woningen zijn leidend voor de ligging van de bouwvlakken. Voor de afstand van de bouwvlakken tot het openbare gebied is een vaste afstand van 2 meter gehanteerd, tenzij de huidige afstand van de woningen (hoofdgebouwen) kleiner is. Voor vrijstaande woningen gelden ruimere mogelijkheden dan voor halfvrijstaande woningen en rijenwoningen. Elk type woning is ondergebracht in een separate bestemming. Bij elk type woning is een maximum oppervlakte aan bebouwing binnen de bouwvlakken van toepassing. Ook het bouwperceel mag tot ten hoogste een maximum percentage worden volgebouwd. Zo is het dat op grotere bouwpercelen bij een woning ruimere mogelijkheden gelden dan voor eenzelfde type woning op een kleiner bouwperceel. Hiermee wordt voorkomen dat bijvoorbeeld kleinere erven volledig bebouwd worden en er op grotere erven een overmaat aan erfbebouwing verschijnt. Om tot slot de ondergeschiktheid in ruimtelijke zin van de erfbebouwing ten opzichte van de hoofdbebouwing zo goed mogelijk te waarborgen, worden maximale hoogtes en dieptes gesteld. Het stedenbouwkundige aanzicht van de woonbebouwing is vooral van belang daar waar het gaat om voor- en zijaanzichten van de woning. Deze aanzichten worden beschermd door de begrenzing van het bouwvlak langs de voorgevel (en in hoeksituaties tevens langs de zijgevel) van hoofdgebouwen te leggen. Op deze manier wordt voorkomen dat erfbebouwing het
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
straatbeeld gaat domineren en wordt een heldere begrenzing tussen particuliere en openbare ruimte gewaarborgd. Met het regelen van alle reguliere grondgebonden woningen in één hoofdbestemming wordt de bouwmogelijkheden voor deze woningtypen zoveel mogelijk gelijk getrokken. Daarmee wordt aan het woningbestand een zekere uniforme uitbreidingsruimte geboden. Tevens zijn de gestapelde woningen oftewel de woongebouwen voorzien van een specifieke regeling, waarmee de meergezinswoningen in het plangebied zijn vastgelegd. Deze woongebouwen zijn bepaald door het vastleggen van de maximale bouwhoogte. Nieuwe woningbouw Ten opzichte van de vigerende bestemmingsplannen is er geen sprake van nieuwe woningbouw in het plangebied. Echter, nog niet alle bouwmogelijkheden op grond van de vigerende regelingen zijn benut in het gebied Himsterhout. Deze zullen echter zonder meer worden overgenomen op basis van de vigerende uitwerkingsplannen, zodat de stedenbouwkundige en planologische motiveringen hiervoor op grond van de desbetreffende uitwerkingsplannen onverkort blijven gelden. 5.3. Werken Werken Uitgezonderd een bed & breakfast aan de Stal 281 (in combinatie met een woning) zijn in het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig. Beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis De overige bedrijvigheid in het plangebied bestaat uit de zogeheten beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, die in ruimtelijk-functioneel opzicht ondergeschikt zijn aan de woonfunctie en daardoor verantwoord zijn in woongebieden. Met het oog op de leefbaarheid en gebruiksmogelijkheden van woningen zullen iets ruimere mogelijkheden voor beroeps- en bedrijfsactiviteiten worden gebruikt dan doorgaans gebruikelijk is. Hierbij wordt in principe geen onderscheid gemaakt tussen beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten. Achtergrond hierbij is, dat dit onderscheid in de praktijk vaak nogal arbitrair is en de ruimtelijke effecten van beide soorten van gebruik tot op zekere hoogte vergelijkbaar zijn. Hierbij kan zowel gedacht worden aan de klassieke "vrije" beroepen (arts, advocaat, notaris e.d.) als ook de overige beroepsmatige (makelaar, accountant e.d.) en kleinschalig bedrijfsmatige activiteiten (kapper, schoonheidsspecialist). Om de ruimtelijke uitstraling van de activiteit in de hand te kunnen houden en te voorkomen dat beroeps- of bedrijfsactiviteiten het woonkarakter van een gebied gaan domineren, zullen criteria worden gehanteerd die het ondergeschikte karakter van de activiteit ten opzichte van de woonfunctie waarborgen. Mede omwille van de handhaafbaarheid is de regeling duidelijk afgebakend tot een bepaalde oppervlakte. 5.4. Voorzieningen De voorzieningen in het plangebied zijn zoals gezegd over het algemeen maatschappelijk van aard, met uitzondering van detailhandelsvestigingen aan de De Stal en het volkstuinencomplex nabij de A7. In ruimtelijk zin onderscheiden deze voorzieningen zich van elkaar, wat tot gevolg heeft gehad voor dit bestemmingsplan dat deze onderverdeeld zijn in twee bestemmingen. Maatschappelijke voorzieningen De maatschappelijke voorzieningen bestaan uit educatieve instellingen, c.q. twee basisscholen, een gecombineerde peuterspeelzaal en buurthuis met enige sportaccommodatie aan De Stal. De ontwikkelingen binnen deze sector hebben over het algemeen betrekking op een verdergaande schaalvergroting en concentratie van onderwijsinstellingen op één of enkele locaties. Voorspellingen over ruimtelijke ontwikkelingen die de komende tien jaar (geldigheid bestemmingsplan) spelen, kunnen dan ook niet exact gemaakt worden. Dit brengt voor het bestemmingsplan met zich mee dat voor de Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
onderwijsvoorzieningen de nodige flexibiliteit dient te worden geboden waarmee zoveel mogelijk ingespeeld kan worden op toekomstige ontwikkelingen. Naast deze voorzieningen zijn de overige maatschappelijke voorzieningen (de huisartsen/fysiotherapiepraktijk en het dierenasiel) onder de bestemming maatschappelijke doeleinden gebracht. Op grond van de milieucategorieën uit de VNG-lijst waartoe de verschillende voorzieningen gerekend worden, is deze bestemming opgesplitst in Maatschappelijke doeleinden 1 (milieucategorieën 1 en 2) en Maatschappelijke doeleinden 2 (milieucategorie 3). Het samenbrengen van verschillende maatschappelijke functies onder één of twee bestemmingen komt ten goede aan de eventuele uitwisselbaarheid tussen deze functies. Volkstuinencomplex Langs de A7 ligt een volkstuinencomplex van de vereniging de "Wrottersploech'. De aanwezige en mogelijke bebouwing is niet ter plaatse in detail vastgelegd, maar in een vastgelegde bebouwingsmassa per volkstuin. Om in te spelen op veranderende behoeften in de bebouwing (uitbreiding, aanpassing) is binnen de van toepassing zijnde bestemming een flexibele regeling opgenomen. Het gaat daarbij om een agrarische bestemming. 5.5. Openbare ruimte Verkeer Het uitgangspunt voor de regeling van de wegen/woonstraten in het bestemmingsplan wordt gevormd door het Gemeentelijke Verkeers- en Vervoersplan (GVVP). Weliswaar is het plangebied nog niet opgenomen in dit plan, maar de categorisering van de wegen is afgestemd op die in het GVVP, zie 3.3. Op grond hiervan hebben de wegen in het plangebied de functie van gebiedsontsluitingsweg of erftoegangsweg. Deze indeling is uitgangspunt geweest bij de wijze van bestemmen. De gebiedsontsluitingsweg (Oprijlaan) heeft een bestemming gekregen die in hoofdzaak gericht is op de belangrijke verkeersfunctie van deze wegen. De overige wegen in het plangebied, oftewel de erftoegangswegen, vallen onder de verblijfsgebieden en hebben een bestemming gekregen die een combinatie van verkeer en verblijf op deze wegen rechtvaardigt. Daarbij is een grote inrichtingsvrijheid aanwezig. Groen De structuurbepalende en behoudeniswaardige groenvoorzieningen in het plangebied worden als zodanig bestemd. Hierbij zijn de verschillende gebruiksvormen, met name op het gebied van het recreatief medegebruik, geregeld. Alle maatregelen, die betrekking hebben op het aanbrengen/vervangen van laan- en boomvakbeplanting passen binnen deze bestemming. De geluidwal langs de A7 is door middel van een aanduiding apart geregeld binnen deze bestemming aangezien de (geluidswerende) functie ervan afwijkt van de reguliere functie van het groen. Water Naast een beeldbepalende functie heeft het water in het plangebied in eerste instantie een waterhuishoudkundige functie die zo goed mogelijk gewaarborgd en waar nodig verbeterd dient te worden. De regeling ervoor binnen de groenbestemming dient deze functie(s) te ondersteunen en biedt de ruimte om de waterhuishoudkundige maatregelen, die de komende planperiode in het gebied noodzakelijk zijn, uit te voeren.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
6 Juridische toelichting 6.1. Inleiding In de voorgaande hoofdstukken zijn de ruimtelijk-functionele structuur, het betreffende beleid en de planologische randvoorwaarden waar in het bestemmingsplan rekening mee moet worden gehouden besproken. In dit hoofdstuk krijgt dit alles een juridische vertaling in bestemmingen. Deze regelen de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden binnen het plangebied. Het bestemmingsplan omvat de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in een GML - bestand. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de regels (voorheen werd dit voorschriften genoemd) behorende tot dit plan en kunnen worden vertaald naar een plankaart. SVBP 2008 Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan. Deze digitale versie is bedoeld om de burger 'online' informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. Het bestemmingsplan is naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) juli 2008 opgezet volgens de verplichte landelijke Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008). Deze standaard - welke slechts een systematische standaardisering betreft en geen inhoudelijke standaard is per 1 januari 2010 verplicht in het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro). Zo voorziet het SVBP in een standaard opbouw van een bestemmingsplan door onder andere: Ÿ standaardbenamingen van een bestemming en de daarin voorkomende bepalingen (bouwregels, aanlegvergunningen en dergelijke); Ÿ de alfabetische volgorde van de begripsbepalingen en bestemmingen; Ÿ een vaste volgorde van een indeling van een bestemming; Ÿ een aantal standaardbegripsbepalingen; Ÿ een standaardwijze van meten; Ÿ vaste kleuren en kleurcodes van een bestemming op de plankaart; Ÿ standaardbenamingen van aanduidingen op de plankaart en in de regels. In het kader van de nieuwe wet- en regelgeving is het plan technisch als een digitaal raadpleegbare versie uitgevoerd en voldoet het aan de eisen van DURP (Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen). Het plan kan in het informatiesysteem van de gemeente en diverse andere overheden worden ingevoerd en worden ontsloten via internet. Het vaststellen van een digitale versie is vanaf de invoering van de nieuwe Wro overigens verplicht. Nieuwe Wet ruimtelijke ordening Daarnaast is in de nieuwe Wro, een aantal essentiële onderdelen in het bestemmingsplan veranderd. Het betreft onder meer: Ÿ het vervallen van de gebruiksbepaling en de strafbepaling. Deze is opgenomen in de nieuwe Wro; Ÿ een gestandaardiseerde bepaling met betrekking tot het overgangsrecht en anti-dubbeltelbepaling. De tekst hiervan is integraal overgenomen uit het nieuwe Bro; Ÿ het vervallen van de uitsluiting van de aanvullende werking van de Bouwverordening. Bepalingen met betrekking tot bijvoorbeeld erf- en terreinafscheidingen die vooreerst aan de Bouwverordening konden worden overgelaten, worden nu in het bestemmingsplan geregeld; Ÿ binnenplanse vrijstellingen worden nu ontheffingen genoemd. De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin is per bestemming uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mogen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn in de regels bouwregels, aanlegvergunningen en gebruiksregels opgenomen. In de bouwregels zijn - gerelateerd aan de toegelaten gebruiksfuncties - eisen gesteld aan de hoogte, aard, nadere situering, diepte, aantal bouwlagen enzovoorts van Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
gebouwen en bouwwerken. In de regels is daarnaast een aantal aanlegvergunningenstelsels opgenomen voor het uitvoeren van in de regels omschreven werkzaamheden zoals rooien van bomen of het afgraven van gronden. De gebruiksregels verbieden bepaalde vormen van gebruik binnen een bestemming (specifieke gebruiksregels) dan wel alle gebruik in strijd met de gegeven bestemming (algemene gebruiksregels). 6.2. Plankaart Alhoewel de plankaart een verbeelding betreft van een digitaal bestand en geen juridische status meer heeft sinds de invoering van de nieuwe Wro, vormt de plankaart voor de doorsnee gebruiker veelal de eerste ingang van het bestemmingsplan, wat er veelal toe leidt dat een analoog plan achterstevoren wordt geraadpleegd (plankaart à regels à toelichting). Deze functie van de plankaart houdt in dat deze een zo overzichtelijk en concreet mogelijk kaartbeeld dient te geven, waaruit de belangrijkste gebruiks- en bouwmogelijkheden zonder al te veel geblader in de regels en de toelichting af te leiden zijn. Op de plankaart zijn per bestemmingsvlak de bouwvlakken aangegeven waar de hoofd- en erfbebouwing opgericht mag worden. Voor het leggen van deze bestemmings- en bouwvlakken is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) als ondergrond. In het incidentele geval waarin een bouwvlak niet volledig rekening houdt met de bestaande situatie is het overgangsrecht van toepassing. Voor de begrenzing van de bouwvlakken is de ligging van de hoofdbebouwing op de percelen en een vaste afstand tot het openbare gebied van 2 meter als uitgangspunt genomen. De voorzijde van de bouwvlakken volgt de voorgevels van de hoofdgebouwen en de achterzijde wordt gevormd door de perceelsgrens, tenzij de perceelsgrens wordt gevormd door openbaar gebied. In dat geval wordt wederom een afstand van 2 meter aangehouden. In gevallen waar de hoofdbebouwing dichter dan 2 meter vanaf het openbare gebied aanwezig is, wordt de grens van het bouwvlak op deze afstand gelegd. Ook is bepaald dat erfbebouwing achter de voorgevel van het hoofdgebouw dient plaats te vinden. Voor de percelen binnen de gehanteerde bestemmingen geldt als uitgangspunt dat het bouwvlak volledig tot een maximaal percentage voor bebouwing mag worden benut. Om sturing te kunnen geven aan de uiterlijke verschijningsvorm en oppervlakte van gebouwen, zijn op de plankaart matrices opgenomen met maatvoeringen waaraan de bebouwing binnen de bouwvlakken moet voldoen. Ook in de planregels zijn hiervoor voorschriften opgenomen. Mede met het oog op de overzichtelijkheid en raadpleegbaarheid, wordt per bestemming gewerkt met een afzonderlijke regel. Hierbij is zoveel mogelijk als principe gehanteerd dat een bestemming één (hoofd)functie omvat (enkelvoudige bestemming). Daarmee wordt vorm gegeven aan de toedelingsfunctie van het bestemmingsplan: het plan geeft de verschillende bestemmingen binnen het plangebied hun plaats en regelt de onderlinge verhoudingen en ontwikkelingsmogelijkheden. Waar echter sprake is van twee of meerdere hoofdfuncties en het principe van de enkelvoudige bestemming niet kan worden toegepast, is gekozen voor een meervoudige bestemming. Hierbij kan nog een onderscheid worden gemaakt tussen mengbestemmingen en dubbelbestemmingen. en onderscheid worden gemaakt tussen mengbestemmingen en dubbelbestemmingen. Een voorbeeld van een dergelijke mengbestemming is de bestemmingen "Gemengd - 1", die wonen en werken combineert en dus ruimte biedt aan één van deze functies afzonderlijk of aan een combinatie van beide functies op één en dezelfde locatie. Daarin ligt tevens het onderscheid met dubbelbestemmingen. Deze bestemmingen zijn opgenomen indien er sprake is van meerdere functies, die onafhankelijk van elkaar op dezelfde plaats voorkomen. Om die reden worden in de bestemmingsomschrijving van de regels niet alle doeleinden opnieuw genoemd, maar alleen die, waarvoor de dubbelbestemming is opgenomen. Een voorbeeld hiervan is de leidingstrook in onderhavig plangebied. Volstaan wordt met de verwijzing naar de andere toepasselijke bestemming(en). In feite betreft het hier twee (of meer) afzonderlijke bestemmingen voor één (deel van een) gebied. Tot slot kent de plankaart nog aanduidingen welke worden gebruikt om bepaalde gebruiksvormen of bebouwing binnen een bestemming specifiek te regelen en via de kaart aan
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
een nadere locatie te koppelen. Voorbeelden hiervan zijn de aanduidingen voor de bijgebouwen die voor de voorgevel zijn gebouwd alsmede de aanduidingen die een bepaalde bedrijfsactiviteit binnen de bedrijvenbestemming toestaan. 6.3. Regels De regels vormen de juridische vertaling van het planologische beleid zoals dat met het bestemmingsplan wordt beoogd en als zodanig in de toelichting is beschreven. De regels regelen het gebruik en toegestane bebouwing binnen de op de plankaart aangegeven bestemmingen. In het geval van onderhavig bestemmingsplan is het doel ervan conserverend en beheersgericht. Het geeft een actuele juridische regeling voor het plangebied. Het bestemmingsplan zal de functie hebben als bindend toetsingskader voor ruimtelijk relevante activiteiten die zich binnen de planperiode van het plan in deze wijken afspelen. De regels geven hiervoor de mogelijkheden en de beperkingen ten aanzien van het gebruik van de gronden. In de regels is elke bestemming afzonderlijk in een bestemmingsbepaling opgenomen. Iedere bestemmingsbepaling bestaat op zijn beurt weer uit een overzichtelijk pakket regels, waarbij overeenkomstig SVBP 2008 en het gemeentelijk handboek bestemmingsplannen de volgende volgorde is gehanteerd. 6.4. Uitleg op de bestemmingen In deze paragraaf wordt kort ingegaan op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden die binnen de in dit plan gebruikte bestemmingen. De gekozen bestemmingen zijn afgestemd op SVBP 2008 en de gehanteerde bestemmingen in het gemeentelijk handboek bestemmingsplannen. Agrarisch - Cultuurgrond Het volkstuinencomplex langs de A7 van de "Wrottersploech" is binnen de bestemming "Agrarisch - Cultuurgrond" geregeld. De mogelijke bebouwing per volkstuin is via het bijbehorende voorschrift geregeld en dus niet via aanduidingen. Bedrijf - Nutsvoorzieningen Het betreft een object in het plangebied, namelijk een gemaal ten dienste van de waterhuishouding aan noordelijke zijde van het gebied De Trisken. Het betreft nutsvoorzieningen, en de bestemming en regels daarbij zijn geregeld onder de bestemming "Bedrijf - Nutsvoorzieningen". Bos De bestemming Bos is van toepassing op de aanwezige bospercelen binnen het plangebied. Het betreft hier grote percelen in het gebied Himsterhout. Het verschil met de bestemming "Groen" zit in het feit dat in de bestemming "Bos" geen specifieke voorziening is getroffen voor het oppervlaktewater. Gemengd - 1 en Gemengd - 2 De bestemming "Gemengd - 1" is van toepassing op een strook langs het begin van het Grasland (vanaf de Oprijlaan) in het gebied Himsterhout. De benaming gemengd ligt in het feit dat binnen deze bestemming in ruimtelijk-functionele zin niet één maar meerdere functies als hoofdfuncties gezien worden. Naast het wonen is hier namelijk ruimte voor kantoren en bedrijvigheid van dienstverlenende aard, waarvoor de ruimtelijke mogelijkheden binnen deze bestemming ruimer zijn dan de mogelijkheden die de regeling voor aan-huis-verbonden beroepen biedt. Wel dient het werken in combinatie met het wonen te geschieden, en vice versa. De bestemming "Gemengd - 2" is van toepassing op het centrumgebied in De Trisken. Hier zijn de volgende hoofdfuncties aanwezig: wonen (toegestaan vanaf de tweede bouwlaag), dienstverlening, detailhandel en horecabedrijven categorie 1, conform de huidige situatie.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
Groen Het openbare groen is onder deze bestemming geregeld. Binnen deze bestemming zijn gebouwen, anders dan gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen niet toegestaan en voor bouwwerken (zoals bijvoorbeeld speelvoorzieningen) gelden eveneens beperkingen. De geluidwal langs de A7 is vanwege de primaire geluidswerende functie ervan, geregeld door middel van een aanduiding, waarmee tevens eventuele geluidsschermen op/in deze wal zijn toegestaan. Deze aanduiding komt tevens terug binnen de bestemmingen "Agrarisch Cultuurgrond" en "Bos". Naast het groen is ook al het oppervlaktewater in het plangebied in deze bestemming ondergebracht. De watergangen en -partijen oftewel de delen van het plangebied die voor meer dan 90 % uit water (moeten) bestaan, zijn van een aanduiding voorzien. Binnen deze aanduiding wordt de waterhuishoudkundige functie van het oppervlaktewater gewaarborgd. Dit heeft onder meer tot gevolg dat werken en/of werkzaamheden die van invloed zijn op dit water, een aanlegvergunning moet worden aangevraagd bij Burgemeester en Wethouders die op haar beurt weer schriftelijk advies inwint bij het Wetterskip Fryslân. Maatschappelijk - 1 en Maatschappelijk - 2 De maatschappelijke voorzieningen in het bestemmingsplan, waaronder de onderwijsinstellingen, het buurthuis/peuterspeelzaal, de medische praktijk en het dierenasiel hebben de bestemming "Maatschappelijk - 1" of "Maatschappelijk - 2" gekregen. Deze splitsing in twee bestemmingen is gemaakt op grond van de milieucategorieën uit de VNG-lijst waartoe deze voorzieningen behoren. Zo is het dierenasiel ook onder deze bestemming opgenomen, overigens wel door middel van een aanduiding, waardoor gewaarborgd is dat zich geen andere maatschappelijke functies onder de bestemming "Maatschappelijk 2" kunnen vestigen. Overigens is dit door middel van een ontheffingsprocedure wel mogelijk indien dit vanuit het oogpunt van externe veiligheid aanvaardbaar is. Tussen en binnen deze bestemmingen is een zekere uitwisselbaarheid van de verschillende maatschappelijke functies mogelijk, waarmee de nodige flexibiliteit in de planperiode van het bestemmingsplan geboden wordt. Verkeer en Verkeer - Verblijf De wegen/straten in het plangebied zijn onder een tweetal bestemmingen geregeld. De stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen die primair een functie hebben voor de aan- en afvoer van (gemotoriseerd) verkeer hebben de bestemming "Verkeer". De overige (woon)straten die naast de verkeersfunctie in belangrijke mate een verblijfsfunctie herbergen zijn geregeld onder de bestemming "Verkeer - Verblijf". Wonen Het gros van de woningen in het plangebied is geregeld onder de bestemming "Wonen - 1" en "Wonen - 2". Het gaat hier om de reguliere woningbouw die in de loop der jaren is ontstaan. Door middel van het aangeven van maatvoeringen zijn de verschillen in uiterlijke verschijningsvorm van de woningen binnen deze bestemming tot uiting gebracht. Dit is gedaan door maximale dakhellingen, goot- en bouwhoogten aan te geven waaraan de woningen moeten voldoen. Voor vrijstaande woningen is de bestemming "Wonen - 1" in het plan opgenomen, voor halfvrijstaande woningen is de bestemming "Wonen - 2" opgenomen, hier moeten twee woningen aaneen worden gebouwd. Door deze regelingen wordt voorkomen dat woningen aaneengebouwd worden op plekken waar dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet gewenst is. Naast bepalingen ten aanzien van de hoofdbebouwing, zijn in de regels maatvoeringen opgenomen waaraan erfbebouwing op de woonpercelen (aan-, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) moeten voldoen. Daar waar de erfbebouwing tussen de voorgevel van een woning en het openbare gebied voorkomt, wordt deze middels een daarop toegespitste aanduiding "bijgebouwen" alsnog gerespecteerd. Ten behoeve van werk aan huis zijn de regels afgestemd op de genoemde Nota beroep aan huis, waarin bepalingen ten aanzien van het gebruik en de omvang van deze vorm van
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
bedrijvigheid zijn opgenomen. In ieder geval dient deze passend te zijn binnen de bepalingen van de toegestane erfbebouwing bij een woning. Binnen de "Wonen - 1" bestemming aan de Stal 281 is een bed & breakfast gevestigd, die in het plan specifiek is geregeld door middel van een aanduiding. Wonen - Woongebouw De gestapelde woningen in het plangebied zijn vanwege de afwijkende ruimtelijke verschijningsvorm, onder een afzonderlijke bestemming "Wonen - Woongebouw" gebracht. De overige gebruiks- en bebouwingsbepalingen in de regels van deze bestemming komen overeen met die van de voornoemde bestemming "Wonen". Algemene regels Voor het gehele plangebied geldt een aantal algemene regels, zoals de anti-dubbeltelregel en algemene gebruiks-, aanduidings-, ontheffings-, wijzigings- en procedureregels. Algemene gebruiksregels n de algemene gebruiksregels zijn bepaalde gebruiksvormen uitgesloten omdat deze in strijd zijn met de Wet ruimtelijke ordening . Het betreft gebruik van de gronden in het plangebied voor onder andere prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen (waaronder escortbedrijven) en het opslaan of storten van zaken als puin, vuil, afvalstoffen en onklare voer- en vaartuigen.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602
7 Uitvoerbaarheid Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheidsaspecten van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. 7.1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Over het voorontwerpbestemmingsplan is overeenkomstig de gemeentelijke Inspraakverordening, aan een ieder de gelegenheid tot Inspraak geboden worden. Daarnaast is het plan in het kader van het Overleg toegestuurd aan een aantal (mogelijk) belanghebbende (overheids)instanties. De resultaten uit de Inspraak en het Overleg zijn in het volgende hoofdstuk van deze toelichting worden verwerkt. 7.2. Economische uitvoerbaarheid Aangezien het plangebied van dit bestemmingsplan een zo goed als volledig ingericht deel van Drachten behelst, is er momenteel geen noodzaak tot het opstellen van een exploitatieplan in het kader van grondexploitatie.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout / 068602
8 Inspraak, Overleg en vaststelling Het voorontwerp-bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himsterhout heeft het traject van de inspraak en overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening doorlopen. De reacties uit de inspraak en het overleg zijn beantwoord. Dit is opgenomen in bijlage 4. Hiermee wordt verantwoording afgelegd van de aanpassingen van het voorontwerp, waarbij rekening is gehouden met recente ontwikkelingen in het plangebied en veranderde wet- en regelgeving. In de tekst is duidelijk aangegeven wat in het bestemmingsplan is aangepast in de volgende stap, het ontwerpbestemmingsplan. Diegenen die in het kader van de Inspraak een schriftelijke reactie hebben ingediend, zijn op de hoogte gebracht van de beantwoording op hun reactie. Het bestemmingsplan is op 8 september 2009 gewijzigd vastgesteld. De raadsstukken voor de vaststelling zijn opgenomen in bijlage 5.
Bestemmingsplan Drachten De Trisken - Himst erhout / 068602