bestemmingsplan Bommerigerweg 44 gemeente Gulpen-Wittem
status: datum: projectnummer: adviseur:
vastgesteld door raad 18 november 2010 421110 Rnu & Isc
1
TOELICHTING
Inhoudsopgave 1
Inleiding
1
1.1
Aanleiding
1
1.2
Ligging van het plangebied
1
1.3
Het vigerend bestemmingsplan
2
1.4
Toekomstig bestemmingsplan
3
2
Beleid
4
2.1
Inleiding
4
2.2
Rijksbeleid
4
2.2.1
Nota Ruimte
4
2.2.2
Belvédère
4
2.3 2.3.1 2.4 3
Provinciaal beleid Provinciaal Omgevingsplan Limburg ‘ruimte voor Limburg’ Gemeentelijk beleid Projectprofiel
6 6 6 8
3.1
Inleiding
8
3.2
Het planvoornemen
8
3.3
Ruimtelijke en functionele beschrijving
8
3.4
Gebiedsbeschrijving
9
3.5
Projectbeschrijving
9
3.6
Privacy
10
3.7
Bezonning
10
3.8
Duurzaamheid
10
4
Sectorale aspecten
11
4.1
Inleiding
11
4.2
Flora en fauna
11
4.3
Bodem
12
4.4
Externe veiligheid
12
4.4.1
Inleiding
12
4.4.2
Risicovolle inrichtingen
12
4.4.3
Vervoer gevaarlijke stoffen
13
4.5
Geluid
13
4.6
Luchtkwaliteit
13
4.7
Archeologie
14
4.8
Cultuurhistorie
15
4.9
Water
15
vastgesteld - toelichting
4.9.1
Vooroverleg met het watertoetsloket
15
4.9.3
Waterhuishoudkundige situatie en Waterkaarten Roer en Overmaas
15
4.9.4
Invloed van het planvoornemen
15
4.9.5
Riolering
16
4.10
Kabels en leidingen
16
4.11
Verkeer en parkeren
16
5
Juridische opzet
17
5.1
Inleiding
17
5.2
Uitgangspunten
17
5.2.1
Wettelijk kader
17
5.2.2
Planonderdelen
17
6.4
Handhaafbaarheid
18
6.4.1
Duidelijke regelingen voor duidelijke doelen
18
6.4.2
Handhaving binnen het kader van het bestemmingsplan
18
6.4.3
Overgangsrecht
18
7
Haalbaarheid
19
7.1
Economische en financiële haalbaarheid
19
7.2
Maatschappelijke haalbaarheid
19
7.3
Conclusie
19
Procedure
20
8 8.1
De te volgen procedure
20
8.2
Uitkomsten procedure
21
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
Epen
Image © 2009 Aerodata International Surveys, © 2009 GOOGLE
locatie aanduiding plangebied
1 1.1
Inleiding Aanleiding
Ter plaatse van de Bommerigerweg 44 bestaat het voornemen een nieuwe woning te realiseren. Op deze locatie staat momenteel nog een woning. Deze woning is in het verleden als een beeldbepalend pand aangemerkt. Echter de bouwkundige staat van deze woning is dermate slecht, dat deze niet behouden kan blijven. Derhalve is door de gemeente Gulpen-Wittem een sloopvergunning afgegeven om deze woning te saneren. Hierdoor is het mogelijk om op dezelfde locatie een nieuwe woning te bouwen. Echter het hiervoor ingediende ontwerp past niet binnen de bouwregels uit het vigerende bestemmingsplan. Derhalve dient het bestemmingsplan te worden aangepast zodat het planvoornemen mogelijk gemaakt kan worden. 1.2
Ligging van het plangebied
In het buitengebied van de gemeente Gulpen-Wittem ten oosten van de kern Epen en ten zuiden van de kern Mechelen ligt het gehucht Bommerig, een kleine bebouwingsconcentratie van circa 9 woningen en enkele bedrijfswoningen met bedrijfsgebouwen. Het plangebied maakt hier ook deel van uit. De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door het glooiende Limburgse landschap, het meanderen van het stratenpatroon en agrarische gronden (voornamelijk weilanden). Ten oosten van het plangebied ligt het Vijlenerbosch. Een bos wat zich uitstrekt tot aan de grens met België en de kern Vaals. Het plangebied is kadastraal bekend als gemeente Gulpen-Wittem, sectie C, 7737 (ge2
deeltelijk). Het perceel heeft een oppervlakte van circa 724 m .
vastgesteld - toelichting
1
uitsnede vigerende plankaart
1.3
vooraanzicht (noord-oost) bestaande woning
Het vigerend bestemmingsplan
Het plangebied is gelegen binnen het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ van de gemeente Guplen-Wittem, dat door de raad is vastgesteld op d.d. 2 april 2009. Het gehele plangebied heeft de bestemming ‘Wonen – Cultuur en ontspanning’. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor wonen, met inbegrip van aan-huis-gebonden beroepen, mantelzorg en agrarische activiteiten van ondergeschikte betekenis. Tevens hebben de woningen binnen deze bestemming een karakteristieke waarde en zijn cultuurhistorisch gezien waardevol. Om deze woningen voor de toekomst te behouden worden in deze woningen ruimere gebruiksfuncties toegestaan. Dit betekend dat naast de woonfunctie eveneens verblijfsrecreatieve functies zijn toegestaan. Echter dient daarbij geen sprake te zijn van een zodanig gebruik dat:
de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen;
een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat;
er verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt;
er een negatief effecten ontstaan op de waterhuishouding.
Binnen het plangebied is reeds een bouwvlak aanwezig. Binnen dit bouwvlak mag het hoofdgebouw gesitueerd worden. Het bouwvlak volgt in deze de contouren van de huidige bebouwing. Ruimte voor bijgebouwen is achter de woning aanwezig (gestippelde vlak in de afbeelding ‘uitsnede vigerende plankaart’. Doordat de vervangende nieuwbouwwoning, het hoofdgebouw, aan de noordzijde breder is en aan de westzijde (achterzijde) dieper is dan het vigerende bouwvlak dient het bouwvlak hierop aangepast te worden om de bouw van de woning mogelijk te maken. Tevens zijn de dubbelbestemmingen ‘Waarde – Archeologie’, ‘Waarde – Cultuurhistorie’ (oude dorpskern), ‘Waarde – Ecologie’ en de ‘milieuzone – Bodembeschermingsgebied’ over het plangebied gelegen.
2
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
zijaanzicht (zuid-oost) woning
1.4
zuidzijde woning en tuin
Toekomstig bestemmingsplan
Met dit bestemmingsplan wordt de realisatie van een nieuwe woning aan de Bommerigerweg 44 mogelijk gemaakt. Hiervoor is de bestemming ‘Wonen – Cultuur en ontspanning’ omgezet in de bestemming ‘Wonen’ omdat geen sprake meer is van cultuurhistorisc waardevolle bebouwing. Binnen de bestemming ‘Wonen’ zal het bouwvlak worden vergroot zodat het bouwvlak groot genoeg is om de nieuwe woning te realiseren. Dit bouwvlak zal, net als in de vigerende situatie, de bouwcontouren volgen van de nieuwe woning. De begrenzing van de aanduiding ‘bijgebouwen’ zal aangepast worden op de vergroting van het bouwvlak. De reeds aanwezige gebiedsaanduiding ‘milieuzone – bodembeschermingsgebied’ zal 1 op 1 worden overgenomen. De dubbelbestemmingen ‘Waarde – Archeologie’, ‘Waarde – Cultuurhistorie (oude dorpskern) en ‘Waarde – Ecologie’ zullen niet terugkeren op de verbeelding. Voor Waarde – Archeologie geldt dat binnen het plangebied reeds roeringen van de grond zijn geweest (binnen bouwvlak en bijgebouwen) en in dit bestemmingsplan op nagenoeg dezelfde locatie mogelijk zijn. Voor ‘Waarde – Cultuurhistorie geldt dat het plangebied door de sloop van de huidige woning de cultuurhistorische waarde verliest. Voor ‘Waarde – Ecologie’ geldt dat het hier gaat om bebouwd gebied dat normaliter geen dusdanige ecologische waarden heeft die op deze wijze beschermd dienen te worden.
vastgesteld - toelichting
3
2 2.1
Beleid Inleiding
Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgelegde beleid de kaders aan waarbinnen gemeenten kunnen opereren. Hierna worden in het kort de voornaamste zaken uit die plannen die voor het plangebied van belang zijn weergegeven, omdat deze zoals gezegd mede uitgangspunt voor het lokale maatwerk zijn. 2.2
Rijksbeleid
2.2.1 Nota Ruimte De Nota Ruimte omvat in hoofdlijnen het ruimtelijk beleid van Nederland. In de Nota Ruimte wordt ruimte voor ontwikkeling als uitgangspunt centraal gesteld. Het kabinet gaat uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk en decentrale overheden. De nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk (platte)land. De Nota ruimte kent vier hoofddoelstellingen:
versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
krachtige steden en een vitaal platteland;
borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
borging van de veiligheid.
Op het plangebied is met name de tweede doelstelling van toepassing. In de meer landelijke gebieden van Nederland vraagt een aantal ontwikkelingen om een adequaat, deels ruimtelijk, antwoord. In de Nota Ruimte worden voorwaarden gecreëerd voor een vitaal platteland. Het planvoornemen betreft de herbouw van een woning aan de Bommerigerweg 44 gemeente Gulpen-Wittem. Hiervoor wordt een beeldbepalende woning gesloopt. De nieuwe woning zal op een wijze ontworpen worden die aansluit bij de architectuur van de te slopen woning. Het planvoornemen is zodoende een vorm van de realisatie van een krachtig platteland omdat een vervallen en verouderde functie vernieuwd word. Het planvoornemen van herbouw van een woning aan de Bommerigerweg 44 te GulpenWittem draagt hiermee bij aan een vitaal platteland en past zodoende binnen het beleid uit de Nota Ruimte. 2.2.2 Belvédère Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke ordening In de Nota Belvédère wordt de relatie tussen cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting nader belicht. De hoofddoelstelling luidt: de cultuurhistorische identiteit wordt sterker richtinggevend voor de inrichting van de ruimte en het rijksbeleid zal daarvoor goede voorwaarden scheppen. Deze wordt vertaald in twee doelstellingen voor het ruimtelijk beleid: het erken-
4
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
nen en herkenbaar houden van de cultuurhistorische identiteit en het versterken en benutten van de cultuurhistorische identiteit en de daarvoor bepalende kwaliteiten van de cultuurhistorisch meest waardevolle gebieden van Nederland, de zogenaamde Belvédère-gebieden. Op de bij de nota gevoegde Cultuurhistorische Waardenkaart van Nederland is het Heuvelland, inclusief het grondgebied van de gemeente Gulpen-Wittem, aangeduid als gebied met hoge gecombineerde cultuurhistorische waarden en Belvédère-gebied. Binnen het Belvédère-gebied Heuvelland wordt concreet gestreefd naar: het beter beschermen van de vele kleine landschapselementen en het continueren van het beheer van kleine landschapselementen door eigenaren en IKL; meer aandacht schenken aan het in stand houden en herstellen van kleinschalige cultuurhistorische patronen en elementen, bij nieuwe landinrichtingen in zeer oude ruilverkavelinggebieden (Ransdalerveld), waarbij de grote landschapstypen beter herkenbaar worden; het herstellen en aanleggen van landschapselementen die erosie voorkomen, in plaats van het bestrijden van wateroverlast; het starten van erfbeplantingsproject van DLG, LLTB en IKL; het ondersteunen van de aanplant en de instandhouding van hoogstamboomgaarden; het zoeken naar extra inzet en extra middelen voor instandhouding en herstel van grootschalige bouwkundige monumenten (kastelen); het in stand houden van het gebruik van de wandelpaden over landbouwgronden; dat de inkomsten via de (hogere) toeristenbelasting voor het gebied bijdragen aan de instandhouding van het landschap omdat de recreatie potentieel een krachtige drager voor het gebied vormt; het benutten van kansen voor een aangepaste ecologische landbouw, cultuurtoerisme en het in stand houden van kleine landschapselementen door particulieren; het behoud en de versterking van de cultuurhistorische identiteit door een bundeling van krachten van de diverse betrokken instanties en integrale planvorming. Het aanwijzen van een initiatiefnemer voor actief behoud en/of de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden kan hier ook een rol bij spelen; het creëren van meer beleid en middelen voor archeologisch onderzoek. Binnen het plangebied zijn cultuurhistorische waarden aanwezig in de vorm van een woning uitgevoerd met vakwerkgevels. Echter doordat deze woning in een te slechte staat verkeert, heeft de gemeente Gulpen-Wittem besloten dat de woning gesloopt mag worden. Kleine landschapselementen waarmee rekening gehouden moet worden bij de verdere planvorming zijn niet binnen het plangebied aanwezig. Het planvoornemen betreft de herbouw van een woning. Hierbij wordt een in zeer slechte staat verkerend beeldbepalende woning vervangen door een nieuwe woning. Met de architectuur van de nieuwe woning wordt getracht om het karakter van een beeldbepalend pand na te bootsen.
vastgesteld - toelichting
5
uitsnede POL kaart
2.3
heuvellandschap in de omgeving
Provinciaal beleid
2.3.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg ‘ruimte voor Limburg’ In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg ‘Ruimte voor Limburg’ (POL) is het plangebied in zijn geheel aangeduid als perspectief 2, zijnde Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG). De POG gebieden omvatten veelal landbouwgebieden, die als een buffer rond de Ecologische Hoofstructuur (EHS) gelegen zijn. Het streven van de provincie is hierbij de versterking en ontwikkeling van natuurwaarden. Ook op de Blauwe- en Groenewaarden kaarten uit de POL2006 komt deze POG terug. Binnen de Groene waardenkaart is het plangebied tevens aangeduid als Ecologische verbindingszone (EVZ). Het beleid van de EVZ is gericht op de verbreiding, migratie en uitwisseling van soorten tussen en binnen de EHS en POG mogelijk te maken. Het planvoornemen voorziet enkel in vergroting van een bouwvlak binnen een bestaand woonperceel om de herbouw van een woning mogelijk te maken. Het planvoornemen zal zodoende geen afbreuk doen aan de POG. 2.4
Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Gulpen-Wittem Ideeën voor een buitengebied waarvan het plangebied onderdeel uitmaakt, komen niet zomaar uit de lucht vallen. Middels streefbeelden is dit door de gemeente in de structuurvisie verwoord. De streefbeelden van de structuurvisie zijn: steven naar een duurzame leefomgeving, waarbij de sterke verbondenheid met het fraaie heuvellandschap uitgangspunt vormt voor de verdere versterking van het welzijn en de leefbaarheid van de kernen en het omringende landelijke gebied; voorzien in voldoende en passende huisvesting voor primair de eigen inwoners binnen de daarvoor aanwezige ruimtelijke kaders;
6
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
het inrichten van duurzaam leefbare kernen op basis van volwaardige participatie van alle inwoners in relatie tot een krachtige sociale infrastructuur; het behouden en verder ontwikkelen van een goed en veilig wegennet, ook voor het langzaam verkeer, met een goede bereikbaarheid van woongebieden en voorzieningen en een zodanige ontsluiting van het buitengebied dat dit niet, anders dan strikt noodzakelijk, ten koste gaat van het basiskapitaal natuur en landschap; behoud en ontwikkeling van de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden met een duurzame ontwikkeling en afname van de belasting van het milieu; een visueel-ruimtelijk aantrekkelijke leefomgeving die bijdraagt aan de leefbaarheid en het welzijn van de bevolking en aan de diversiteit en identiteit van de afzonderlijke kernen; een levenskrachtige en duurzame landbouw ten behoeve van gebiedseigen bedrijvigheid en werkgelegenheid alsmede van het beheer van het buitengebied met de landschappelijke, toeristisch-recreatieve functie en zorgfuncties; behoud van en indien mogelijk streven naar selectieve versterking van de toeristische functie en de betekenis van de gemeente in regionaal en nationaal opzicht; duurzame vormen van werkgelegenheid, die niet ten koste gaan van het landschappelijk basiskapitaal en de leefbaarheid. Het planvoornemen betreft de herbouw van een woning. Hierbij wordt een in zeer slechte staat verkerende beeldbepalende woning vervangen voor een nieuwe woning. Door middel van de architectuur van de nieuwe woning wordt getracht zoveel mogelijk aan te sluiten bij de bestaande woning. Hiermee draagt het planvoornemen bij aan de instandhouding van een duurzame leefomgeving van het landelijk gebied. Een bestaande bouwmogelijkheid wordt gerespecteerd.
vastgesteld - toelichting
7
situatie schetsen bebouwing plangebied. links: bestaand; midden: nieuw; rechts: inrichtingsschets
3 3.1
Projectprofiel Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het planvoornemen beschreven. Hierbij wordt expliciet aandacht besteed aan de situering, de oppervlakte, het bouwvolume en de gebruikersfunctie van het project. 3.2
Het planvoornemen
Het planvoornemen betreft de sloop van een verouderde beeldbepalende woning aan de Bommerigerweg 44 gemeente Gulpen-Wittem. Deze woning verkeerd in een zodanige slechte staat dat renovatie niet haalbaar wordt geacht. Derhalve is ervoor gekozen deze woning te slopen en op nagenoeg dezelfde locatie een nieuwe woning op te richten. De omvang van de nieuwe woning wordt iets groter dan de bestaande woning dit betekend dat ten behoeve van deze nieuwe woning het bouwvlak vergroot moet worden. De omvang 2
van het perceel behorende bij de woning bedraagt circa 724 m . 3.3
Ruimtelijke en functionele beschrijving
Na een bouwkundige rapportage van Castermans Engineers is gebleken dat de stabiliteit van de achtergevel van de huidige woning zeer ernstig in gevaar is. Tevens verkeert de rest van het bestaande vakwerkhuis in een uitermate slechte staat. Derhalve is voor de woning reeds een sloopvergunning afgegeven. De nieuwe woning wordt op dezelfde locatie teruggebouwd. Terugkerend element zijn de karakteristieke ‘vakwerk’ voorgevels (grenzend aan de openbare ruimte) die met de indeling van de raamopeningen een eigentijds karakter krijgen, welke als belangrijk element van het ontwerp wordt beschouwd. Aan de achterkant van de woning is gekozen voor openheid om op deze manier zoveel mogelijk het contact met het achterliggende heuvellandschap te maken (privé). Qua architectuur is dus aangesloten bij het te slopen vakwerkhuis.
8
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
Image © 2009 Aerodata International Surveys, © 2009 GOOGLE
rood – plangebied, groen – huidige woning, blauw – vergroting bouwvlak, PP – huidige parkeerplaatsen in de tuin
3.4
Gebiedsbeschrijving 2
Het plangebied, een perceel van circa 724 m , bestaat momenteel uit twee ruimtelijke gedeelte. De bestaande woning en een tuin. De woning is op een kleine meter van de straat gelegen met de voorgevel welke is uitgevoerd als een oude vakwerkgevel. De breedte van de voorgevel is circa 5,3 meter breed, de diepte van de woning 11 meter. Aan de straatzijde heeft de woning 1 laag met kap, door het heuvelachtige karakter zijn dit aan de achterzijde twee bouwlagen. De tuin is ingericht met struiken en bomen en heeft vanaf straat een erg gesloten karakter. De tuin is voornamelijk ten zuiden van de woning gesitueerd. Aan de achterzijde grenst het plangebied aan agrarische gronden. Door het glooiende Limburgse landschap, is er vanaf de achterzijde van de woning een ruim uitzicht over dit landschap. Hierbij kan uitgekeken worden over het meanderen van het stratenpatroon van de Klisterbeek. Verder zijn de gronden rond het plangebied voornamelijk in gebruik als agrarische gronden. Hierbij komen hoofdzakelijk weilanden voor. Ten oosten van het plangebied ligt het Vijlenerbosch. Een bos wat zich uitstrekt tot aan de grens met België en de kern Vaals. 3.5
Projectbeschrijving
De nieuwe woning zal in dezelfde stijl worden gebouwd als de bestaande bebouwing, dus met een karakteristieke vakwerkgevel. Door de indeling van de raamopeningen zal de woning een eigentijds karakter krijgen, welke als belangrijk element van het ontwerp wordt beschouwd. De uitsnede in het dak en rechter zijgevel zorgen voor een ruimtelijke beleving en licht in het hart van de woning. Het huis is georiënteerd op het heuvellandschap in de zuid-westelijke richting. De landschappelijke 'heuvelzijde' van de woning wordt volledig in glas uitgevoerd, waardoor het landschap betrokken wordt bij het interieur van de woning. Op deze wijze wordt nieuw-
vastgesteld - toelichting
9
bouw gepleegd die toch goed passend is in het streekeigen karakter van de omliggende bebouwing. Het volume van de woning is groter dan het volume van het bestaande gebouw. Echter dit zal niet vanaf de openbare ruimte waarneembaar zijn. De woning oogt uiteindelijk vanaf de weg dan ook niet veel groter dan de huidige bouwmassa. Dit komt omdat de woning volledig vrij staat in zijn omgeving. De nieuwe woning past binnen de stedenbouwkundige structuur van deze bebouwingsconcentratie en er vindt een verbetering plaats van de ruimtelijk-stedenbouwkundige opzet. De woning wordt 1,5 meter van de openbare weg gelegen waardoor de woning minder overlast van het verkeer heeft. De eventuele overlast van regenwater op de openbare weg kan daarnaast worden opgevangen door een goot. De woning krijgt twee bouwlagen met o
een kap welke een dakhelling heeft van 60 . Bij de goothoogte is uitgegaan van 4,8 meter, deze is voortgekomen door de vrije hoogte van 2,6 meter op de begane grond en de 2,3 meter in de gangzones op de verdieping. 3.6
Privacy
De privacy voor de omwonenden zal door de herbouw van de woning niet meer dan in de huidige situatie aangetast worden. De nieuwe situatie is vergelijkbaar met de oude. De verdere uitbouw richting het westen zal niet tot meer privacy hinder leiden omdat aan deze zijde geen andere woningen zijn gelegen. Hinder met betrekking tot de privacy zal het planvoornemen dan ook niet met zich mee brengen. Op de locatie wordt reeds al jaren gewoond, van nieuwvestiging is zodoende geen sprake. Bezwaarlijke hinder met betrekking tot de waarborging van de privacy voor omwonenden is gezien het bovenstaande dus niet aan de orde. 3.7
Bezonning
Het planvoornemen brengt geen negatieve bezonningsaspecten met zich mee. De afstanden tot de omliggende woningen zijn te groot (noordelijk 15 meter, zuidelijk n.v.t.) om schaduw te veroorzaken voor de omliggende woningen. Hierbij mag gesteld worden dat het planvoornemen slechts een beperkte uitbreiding van het bouwvlak betreft en dat er op de huidige locatie al jaren bebouwing aanwezig is. 3.8
Duurzaamheid
De gemeente Gulpen-Wittem streeft nadrukkelijk naar duurzame (nieuw)bouw, waarbij ook het energieverbruik zoveel mogelijk wordt teruggedrongen. De te realiseren woning moet minimaal voldoen aan de eisen op grond van de Bouwverordening en het Bouwbesluit. Bij afgifte van de bouwvergunning zal hieraan worden getoetst. De nieuwe woning heeft verschillende duurzaamheids aspecten in het ontwerp zitten. Zo wordt er gedacht aan het gebruik van alternatieve energiebronnen, zoals zonnecollectoren, en zal het regenwater worden opgevangen voor hergebruik.
10
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
uitsnede natuurloket kaart
4 4.1
Sectorale aspecten Inleiding
Milieubeleid wordt steeds meer geïncorporeerd in andere beleidsvelden. Verbreding van milieubeleid naar andere beleidsterreinen is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Ook in de ruimtelijke planvorming is structureel aandacht voor milieudoelstellingen nodig. De milieudoelstellingen worden daartoe integraal en vanaf een zo vroeg mogelijk stadium in het planvormingsproces meegewogen. 4.2
Flora en fauna
Op basis van de Flora- en faunawet moet bij alle geplande ruimtelijke ingrepen nagegaan worden of er schade wordt toegebracht aan beschermde dier- en plantensoorten. In de Flora en faunawet is ook de zorgplicht opgenomen. Dit houdt in dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten (en dus niet alleen de beschermde) en hun leefomgeving. Voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geldt in twee gevallen een vrijstelling wanneer sprake is van beschermde diersoorten in het plangebied:
een algemene vrijstelling voor algemene beschermde soorten;
een vrijstelling bij zeldzamer soorten, op voorwaarde dat gehandeld wordt conform een goedgekeurde gedragscode.
Uit een quick-scan (bron: www.natuurloket.nl) blijkt dat in het kilometerhok waarbinnen het plangebied valt, 16 vaatplanten, 14 zoogdieren, twee broedvogels, vier amfibieën, één dagvlinder libel en drie ongewervelde soorten voorkomen die streng beschermd zijn en/of op de rode lijst voorkomen, wordt aangetroffen. Gelet op de aard en het huidig gebruik van het plangebied (een woonbestemming met een door menselijk handelen onderhouden tuin en oprit) is het niet aannemelijk dat deze soorten zich binnen het plangebied bevinden. Waarschijnlijker is het dat deze zich bevinden
vastgesteld - toelichting
11
uitsnede Risicokaart
rondom het plangebied en dan wel in het zuidoosten van het onderzochte kilometerhok. Hier liggen namelijk de Klisterbeek en het Vijlenerbosch voor. De verwachting is dan ook dat door het planvoornemen, herbouw van een woning op nagenoeg dezelfde locatie, derhalve geen beschermde planten- en diersoorten in de verdrukking komen. 4.3
Bodem
Bij nieuwe (bouw)ontwikkelingen/initiatieven, die mogelijk worden gemaakt door middel van een bestemmingswijziging, dient een bodemonderzoek uitgevoerd te worden. Dit is derhalve uitgevoerd door Aelemans, 10/00827/V/E/HW. Hieruit blijkt dat er geen sprake is van bodemverontreiniging. Hierdoor levert de bodemkwaliteit geen belemmering op voor het te realiseren bouwwerk, c.q. functies. 4.4
Externe veiligheid
4.4.1 Inleiding Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport. Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen of omstandigheden. Daarbij gaat het om de risico’s verbonden aan ‘risicovolle inrichtingen’, waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, opgeslagen of gebruikt en anderzijds om het ‘vervoer van gevaarlijke stoffen’ via wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen. 4.4.2 Risicovolle inrichtingen Bij het raadplegen van de Risicokaart is naar voren gekomen, dat nabij het plangebied geen risicovolle inrichtingen zijn gelegen, die een bedreiging vormen voor de omgeving alsmede het plangebied.
12
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
4.4.3 Vervoer gevaarlijke stoffen Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen geldt de ‘Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’. De risicoatlassen weg, spoor en hoofdvaarwegen geven een algemeen beeld van het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland en de daarbij behorende risico’s. In 2006 en 2007 zijn landelijk nieuwe tellingen verricht. Ter voorbereiding van het Rijksbasisnet zijn de Rijkswegen met het nieuwe rekenmodel en met de gegevens van deze tellingen opnieuw berekend. Onlangs zijn de stukken voor het basisnet Weg en het basisnet Water naar de Tweede Kamer gegaan. De conclusies zijn samengevat in de Inventarisatie van externe veiligheidsrisico’s bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. In de nabijheid van het plangebied komen geen rail- en wegtransportroutes voor uit de lijsten met aandachtspunten of knelpunten voor het plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Het aspect externe veiligheid is naar aanleiding van het planvoornemen niet aan de orde. 4.5
Geluid
Bij de vergunningverlening in het kader van de Wet geluidhinder wordt steeds meer aandacht besteed aan geluidsaspecten van de inrichtingen. Bij een bestemmingsplan worden de regels van de Wet geluidhinder toegepast. In nieuwe, nog geheel open situaties dient voldaan te worden aan de normen zoals gesteld in de Wet geluidhinder. In het onderhavig geval is geen sprake van een nieuwe situatie. De vigerende bestemming laat wonen reeds toe en binnen het plangebied is een woning aanwezig. Het planvoornemen betreft de sloop van een verouderde beeldbepalende woning aan de Bommerigerweg 44 gemeente Gulpen-Wittem en waarbij een vervangende nieuwbouw woning hiervoor in de plaats gerealiseerd wordt. Derhalve is akoestisch onderzoek niet noodzakelijk. 4.6
Luchtkwaliteit
De zogenaamde ‘Wet luchtkwaliteit’ is in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (Wm) opgenomen. In hoofdstuk 5 Wm wordt toetsing van besluiten aan luchtkwaliteitsnormen in beginsel beperkt tot activiteiten die de luchtkwaliteit ‘in betekenende mate’ beïnvloeden. Uitsluitend ontwikkelingen en besluiten die ‘in betekenende mate’ van invloed zijn op de kwaliteit van de buitenlucht worden expliciet getoetst. Bij wetswijziging is verder bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld omtrent het in betekenende mate bijdragen, waaronder het aanwijzen van categorieën van gevallen die in ieder geval niet in betekenende mate bijdragen. Het Besluit niet in betekenende mate (verder: Besluit NIBM) voorziet hierin. Voor projecten die de hoeveelheid fijn stof en stikstofdioxide in de lucht met maximaal 3% verhogen hoeven geen aanvullende maatregelen getroffen te worden. Het project draagt dan niet in betekende mate (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging. De NIBM-grens voor woningbouwlocaties is als volgt bepaald: 3% criterium ≥ 1500 woningen (netto) bij minimaal één ontsluitingsweg, en ≥ 3000 woningen bij minimaal twee ontsluitingswegen met
vastgesteld - toelichting
13
uitsnede archeologische verwachtings- en cultuurhistorischkaart
een gelijkmatige verkeersverdeling. Dit houdt in dat de ontwikkeling op basis van het besluit luchtkwaliteit niet in betekende mate bijdraagt aan aantasting van de luchtkwaliteit. Binnen het plangebied is sprake van de realisering van één vervangende nieuwbouw woning. Uitgaande van het 3% criterium is binnen het plangebied geen sprake van een project dat in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Geconcludeerd mag worden aan de hand van het NIBM-model en het planvoornemen dat, voor de realisering van de woning geen onderzoek luchtkwaliteit behoefd te worden uitgevoerd. 4.7
Archeologie
Het plangebied heeft een hoge archeologische verwachtingswaarde. Ook de gronden rondom het plangebied hebben deze hoge archeologische verwachtingswaarde. Een archeologisch onderzoek is noodzakelijk bij ontwikkelingen waarbij de grond geroerd zal gaan worden. Voor ontwikkelingslocaties groter dan een kwart hectare met een middelhoge of hoge verwachtingswaarde en locaties die op minder dan 50 meter afstand gelegen zijn van een archeologische vindplaats, dient een archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Echter binnen het plangebied is reeds een woning aanwezig waarvoor, vanwege de slechte bouwkundige staat, een sloopvergunning is afgegeven. De verwachting is dat eventuele archeologische waarden bij de bouw van deze woning reeds verwijderd en/of beschadigd zijn. Tevens gaat het in het planvoornemen om de geringe vergroting van het bouwvlak. Er wordt vanuit gegaan dat tijdens de bouw van de huidige woning meer grond geroerd is dan de bouwcontouren. Het uitvoeren van een archeologisch onderzoek is derhalve, gezien het
14
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
bovenstaande, niet relevant omdat verwacht wordt dat de archeologische waarden reeds geroerd zijn en zodoende geen waarde meer hebben. 4.8
Cultuurhistorie
Het plangebied maakt onderdeel uit van een oude dorpskern waarvan de wegenstructuur en het bebouwingspatroon goed bewaard zijn gebleven. Tevens zijn ten noorden van het plangebied enkele rijksmonumenten te vinden. Het planvoornemen betreft de sloop van een verouderde beeldbepalende woning aan de Bommerigerweg 44 gemeente Gulpen-Wittem waarbij een vervangende nieuwbouw woning in plaats gerealiseerd wordt. De te slopen woning komt niet voor op de cultuurhistorische waardenkaart en met het planvoornemen komen ook de beschreven cultuurhistorische waarden niet in het geding. De nieuwe woning blijft gelegen op de huidige locatie waardoor het bebouwingspatroon intact blijft. Naar oordeel van de gemeente Gulpen-Wittem betreft het een beeldbepalend pand. Uit onderzoek is gebleken dat het niet haalbaar is om de woning te behouden. Derhalve wordt de woning gesloopt en wordt een qua verschijningsvorm vergelijkbare woning teruggebouwd. 4.9 4.9.1
Water Vooroverleg met het watertoetsloket
Met het watertoetsloket van het Waterschap Roer en Overmaas dient vooroverleg te worden gepleegd ten einde op tijd inzicht te krijgen in voor het plangebied relevante belangen en problemen. 4.9.3
Waterhuishoudkundige situatie en Waterkaarten Roer en Overmaas
In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Op de wateratlaskaart ‘Waterketen‘ van het Waterschap Roer en Overmaas is het plangebied wel gelegen in een infiltratie gebied. Conform POL moet in deze gebieden bij nieuwe bouwlocaties minimaal 80% van het verhard oppervlak afgekoppeld worden van het rioolstelsel. Gestreefd dient echter te worden naar 100% afkoppeling. Dit moet voor zover mogelijk binnen het plangebied geborgen en geïnfiltreerd worden. Aangezien het nieuwbouw betreft, is dit haalbaar. 4.9.4
Invloed van het planvoornemen
Het planvoornemen betreft de herbouw van een woning aan de Bommerigerweg 44 gemeente Gulpen-Wittem. Het verhard oppervlak zal met dit planvoornemen binnen het 2
2
plangebied toenemen van 60 m naar 90 m . 2
De realisering van de nieuwe woning geschiedt op een perceel van circa 724 m . Voorzieningen met betrekking tot de waterhuishouding zullen op eigen terrein plaatsvinden. Hierbij kan gedacht worden aan (infiltratie)vijvers. Echter bij de planontwikkeling is ook nagedacht over het hergebruik van hemelwater voor het grijswatercircuit. De benodigde (buffer)infiltratie capaciteit die nodig is voor de nieuwe woning bedraagt, uitgegaan van ver-
vastgesteld - toelichting
15
2
3
hard oppervlak van 90 m , 4,8 m bij een T=10 neerslagsituatie. Voor een T=100 situatie 3
bedraagt dit 6,6 m . Het oppervlak aan terrasverharding in de oude en nieuwe situatie zijn vrijwel gelijk. Het toegevoegde terras zal met een openstructuur worden uitgevoerd waardoor directe infiltratie mogelijk is. 4.9.5
Riolering
De nieuwe woning wordt net als de bestaande woning binnen het plangebied aangesloten op de bestaande riolering van de Bommerigerweg. Het afvalwater wordt via het riool afgevoerd naar de regionale RWZI. 4.10 Kabels en leidingen In of nabij het plangebied liggen geen kabels of leidingen en het plangebied valt ook niet binnen de beschermingszone of het veiligheidsgebied van leidingen. Er zijn dan ook geen kabels en of leidingen die een belemmering vormen voor het planvoornemen. 4.11 Verkeer en parkeren Het perceel zal op dezelfde wijze ontsloten worden als in de huidige situatie, namelijk rechtstreeks op de Bommerigerweg. Parkeren wordt opgelost middels parkeergelegenheid op eigen terrein. Daarbij dienen minimaal twee parkeerplaatsen beschikbaar te zijn, waarvoor binnen het plagebied voldoende ruimte aanwezig is. De parkeergelegenheid zal aan het zicht worden onttrokken door deze te realiseren achter een natuurlijk erfafscheiding.
16
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
5 5.1
Juridische opzet Inleiding
In een bestemmingsplan zijn de bouw- en gebruiksmogelijkheden voor een bepaald gebied opgenomen. Het onderhavige bestemmingsplan regelt de inrichting van het gebied op hoofdlijnen door de gronden te beleggen met een bestemming. Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding (kaart) in samenhang met de regels. In deze paragraaf wordt het juridische deel van het bestemmingsplan nader toegelicht. 5.2
Uitgangspunten
5.2.1 Wettelijk kader Het wettelijk kader wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De wettelijke regeling voor bestemmingsplannen is vervolgens verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008. Het bestemmingsplan gaat uit van de bijlage bij de voornoemde Regeling opgenomen Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008). Aangezien bestemmingsplannen moeten voldoen aan de SVBP2008 zullen bestemmingsplannen voortaan kwalitatief gelijkwaardig zijn en uniform in aanpak, uitvoering, uitwisseling van gegevens en raadpleging daarvan. 5.2.2 Planonderdelen Het bestemmingsplan ‘Bommerigerweg 44’ bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het plan. Verbeelding en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding hebben alle gronden binnen het plangebied de bestemming ‘Wonen’. Tevens is het gehele plangebied aangeduid met de gebiedsaanduiding ‘milieuzone – bodembeschermingsgebied’. De juridische betekenis van deze bestemming en aanduiding zijn terug te vinden in de regels. Een gedeelte van de informatie op de verbeelding heeft geen juridisch betekenis, maar is slechts opgenomen om de leesbaarheid van en oriëntatie op de verbeelding te vergroten, zoals een kadastrale/GBKN ondergrond. Alle letters, aanduidingen en lijnen worden verklaard in de legenda op de verbeelding. De regels bepalen de gebruiksmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied en geven tevens de bouw- en gebruiksmogelijkheden met betrekking tot bouwwerken aan. De regels van het bestemmingsplan ‘Bommerigerweg 44’ zijn opgebouwd conform de door de SVBP2008 voorgeschreven systematiek en omvatten inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels, en ten slotte de overgangs- en slotregels. Het bouwvlak binnen het plangebied is afgestemd op de nieuwe woning en volgt contouren rond de bouwgrenzen. Binnen de aanduiding ‘bijgebouwen’ zijn bijgebouwen toegestaan.
vastgesteld - toelichting
17
6.4 Handhaafbaarheid 6.4.1 Duidelijke regelingen voor duidelijke doelen Om in de toekomst adequaat handhavend te kunnen optreden zijn duidelijke regelingen voor duidelijke doelen noodzakelijk. De uitgangspunten van het plan moeten op een heldere en goed traceerbare wijze zijn vertaald in de juridische opzet van het plan. Van elke regel moet het oorspronkelijke doel traceerbaar zijn. Door de in dit plan gemaakte keuze voor een systematische planopzet, uitgesplitst naar diverse aspecten, die corresponderen met de verschillende bestemmingen, kan op eenvoudige wijze de vertaling van toelichting naar bebouwing- en gebruiksregels worden gevolgd. Het doel van de opgenomen regelingen is steeds duidelijk. 6.4.2 Handhaving binnen het kader van het bestemmingsplan Na het van kracht worden van dit bestemmingsplan voor de Bommerigerweg 44 moet toegezien worden op handhaving van de volgende regelingen:
gebruiksregels voor gronden en opstallen: opgetreden moet worden tegen strijdig gebruik van gronden en opstallen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving en gebruiksregels voor gronden en opstallen;
de bouwregels: opgetreden moet worden tegen illegale bouwsels, dat wil zeggen bouwsels die zonder of in afwijking van een bouwvergunning worden gebouwd en afwijken van de bouwregels.
6.4.3 Overgangsrecht De regelingen in het overgangsrecht zijn in de Wro vastgelegd. De gemeente zal zich aan de standaard overgangsregels, zoals vastgelegd in paragraaf 3.2 van het Bro, conformeren. Daarbij is het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan als toetsingsmoment van belang. Op grond van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de handhaafbaarheid van het project voldoende is gegarandeerd.
18
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
7 7.1
Haalbaarheid Economische en financiële haalbaarheid
Door de gemeente Gulpen-Wittem is middels een privaatrechtelijke overeenkomst vastgelegd dat de initiatiefnemer het planvoornemen mag realiseren. De met de realisering van het planvoornemen gepaard gaande kosten worden gedragen door de initiatiefnemer. Tevens zijn de eventuele gevolgen met betrekking tot de grondexploitatiewet en met betrekking tot planschade privaatrechtelijk overeengekomen. P.M. Bijkomende kosten, zoals voor de aansluiting op de nutsvoorzieningen en de aanleg van de parkeervoorzieningen, komen eveneens voor rekening van de initiatiefnemer. Voor de gemeente Gulpen-Wittem zijn er geen kosten aan het plan verbonden. 7.2
Maatschappelijke haalbaarheid
Het planvoornemen betreft de sloop van een verouderde beeldbepalende woning aan de Bommerigerweg 44 gemeente Gulpen-Wittem en nieuwbouw van een woning op nagenoeg dezelfde locatie. Ter plaatste wordt dus reeds gewoond. Gezien het aantal jaren dat er reeds gewoond wordt op de locatie Bommerigerweg 44, gemeente Gulpen-Wittem, mag aangenomen worden dat tegen het planvoornemen geen overwegende bezwaren bestaan. Het bestemmingsplan wordt wel conform de gebruikelijke procedure gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kan een ieder reageren op het planvoornemen en zijn of haar zienswijzen indienen. 7.3
Conclusie
Het planvoornemen zal gezien het bovenstaande niet leiden tot overwegende planologische bezwaren. De bestemmingswijziging betekent, na een afweging van de verschillende belangen, een aanvaardbare invulling van het plangebied.
vastgesteld - toelichting
19
uitsnede archeologische verwachtings- en cultuurhistorischkaart
8 8.1
Procedure De te volgen procedure
Het bestemmingsplan doorloopt de volgende procedure: a. Voorbereiding: Vooroverleg met overheidsinstanties: betrokken diensten van rijk en provincie, waterschap (watertoets), eventueel buurgemeenten. b. Ontwerp: publicatie en terinzagelegging overeenkomstig afdeling 3.4 Awb en Wro een ieder kan gedurende deze terinzagelegging een zienswijze indienen bij de gemeenteraad c. Vaststelling: Vaststelling door de Raad Mogelijkheid reactieve aanwijzing publicatie en terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan gedurende de beroepstermijn d. Inwerkingtreding: Na afloop van de beroepstermijn (tenzij binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt gedaan) e. Beroep: Beroep bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
20
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
In het kader van deze procedure is een bezwarenprocedure mogelijk waarbij eenieder zijn/haar zienswijze (bij de gemeenteraad) kenbaar kan maken. In publicaties met betrekking tot de diverse stappen die het plan moet doorlopen wordt daarvan steeds melding gemaakt. Uiteindelijk besluit de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, indien nodig, over het plan in zijn onherroepelijke vorm. 8.2
Uitkomsten procedure
Het bestemmingsplan heeft als ontwerp van 29 juli 2010 tot en met 9 september 2010 ter inzage gelegen. Tijdens de ter inzage legging heeft eenieder de mogelijkheid gehad om zowel mondeling als schriftelijk zijn zienswijze in te dienen. Binnen de termijn is alleen een reactie ingekomen van de provincie Limburg dat zij geen aanleiding zien om een zienswijze in te dienen. Tijdens de ter inzage legging is het bestemmingsplan ambtelijk beoordeeld. Naar aanleiding van deze beoordeling zijn de regels afgestemd op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
vastgesteld - toelichting
21
22
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
REGELS
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
1
Artikel 1 Begrippen
1
Artikel 2 Wijze van meten
6
Hoofdstuk 2
7
Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen Hoofdstuk 3
Algemene regels
7 11
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
11
Artikel 5 Algemene bouwregels
12
Artikel 6 Algemene gebruiksregels
13
Artikel 7 Algemene aanduidingsregels
14
Artikel 8 Algemene afwijkingsregels
15
Artikel 9 Algemene wijzigingsregels
16
Artikel 10
17
Overige regels
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
18
Artikel 11
Overgangsrecht
18
Artikel 12
Slotregel
19
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
vastgesteld - regels
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels Begrippen
plan:
het bestemmingsplan 'Bommerigerweg 44' van de gemeente Gulpen-Wittem. 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in NL.IMRO.1729.BPLBUI09000-VG01 met de bijbehorende regels. 1.3
het
GML-bestand
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5
aan huis gebonden beroep:
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch gebied of daarmee gelijk te stellen gebieden, dat door zijn beperkte omvang in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend met behoud van de woonfunctie en met een ruimtelijke uitstraling die in overeenstemming is met de woonfunctie (in bijlage 3 is een overzicht van aan huis gebonden beroepen opgenomen). 1.6
ambacht(elijke):
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt. 1.7
archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden. 1.8
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.9
bestaand:
aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
1
1.10
bestemmingsgrens:
de grens van het bestemmingsvlak. 1.11
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.12
bevoegd gezag:
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een verleende omgevingsvergunning. 1.13
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.14
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak. 1.15
bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder. 1.16
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.17
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel. 1.18
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.19
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.20
bijgebouw:
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat bouwkundig of architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
2
vastgesteld - regels
1.21
coffeeshop:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen voor consumptie al dan niet ter plaatse, dan wel van hulpmiddelen om deze stoffen zelf te produceren. Als nevenactiviteit is sprak van het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse. 1.22
carport/overkapping:
een bouwwerk, geen gebouwen zijnde met tenminste een dak en niet of slechts aan één zijde voorzien van een wand, bestaande wanden van overige gebouwen niet meegerekend. 1.23
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 1.24
erf:
het gedeelte van het bouwperceel waarop ingevolge de regels bijgebouwen mogen worden geplaatst. 1.25
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.26
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel valt aan te merken. 1.27
huishouden:
een verzameling van één of meer personen met een relationele binding die één woonruimte bewoont en een economisch-consumptieve eenheid vormt. 1.28
kap:
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een dakhelling van ten minste 15°. 1.29
nieuwvestiging:
het introduceren, in een bepaald gebied, van nieuwe voorzieningen of functie. 1.30
onderbouw:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
3
1.31
ondergronds bouwen:
het beneden de aardoppervlakte, onder peil, realiseren van een bouwwerk. 1.32
omgevingsvergunning:
omgevingsvergunning als beodel in artikel 2.1 of 2.2 Wabo. 1.33
peil:
a. Voor bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: 0,20 meter boven de hoogte van de kruin van de woningontsluitingsweg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. Voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer; 1.34
permanente bewoning:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf waardoor de ruimte als reguliere woning wordt gebruikt. 1.35
recreatiewoning:
een (deel van een) gebouw van een woningtypering dat dient als periodiek verblijf voor wisselde groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. Permanente bewoning is niet toegestaan. 1.36
ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte. 1.37
seksinrichting:
een gelegenheid waarin beroepsmatig, bedrijfsmatig of in clubverband voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk porno-erotische aard plaatsvinden, en/of verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van porno-erotische aard plaatsheeft, en/of seksuele diensten/handelingen (van welke aard dan ook) worden verricht. 1.38
smartshop/growshop:
een bedrijf waar bedrijfsmatig psychoactieve middelen en/of benodigdheden voor de kweek van hennep en/of andere verdovende middelen te koop worden aangeboden, verstrekt of geleverd. 1.39
stedenbouwkundig beeld:
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen.
4
vastgesteld - regels
1.40
straatprostitutie:
het zich in openbaar gebied of in openbare ruimten dan wel in een zich in het openbaar gebied of in openbare ruimten bevindend voertuig, beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander, tegen vergoeding. 1.41
voorgevel:
de naar de weg gekeerde zijde van een hoofdgebouw. 1.42
Wabo:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.43
weg:
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen. 1.44
woning:
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. 1.45
zijerf:
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het hoofdgebouw is gelegen. 1.46
zolder:
ruimte in een gebouw die hoofdzakelijk is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht geen deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
5
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is. 2.2
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.3
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.4
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.5
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.6
de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand. 2.7
de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend. 2.8
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.9
ondergeschikte bouwdelen:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1.50 m.
6
vastgesteld - regels
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, met inbegrip van aan huis gebonden beroepen en mantelzorg. Voor aan huis gebonden beroepen geldt dat moet worden voldaan aan de criteria zoals opgenomen in 3.5.2; en de daarbij behorende voorzieningen. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemeen
Op de tot 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. woningen; b. bijgebouwen; c.
bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 3.2.2 tot en met 3.2.4. 3.2.2
Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. woningen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. per bouwvlak mag niet meer dan één woning worden opgericht; c.
het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd; f.
de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3,50 meter bedragen;
g. woningen en bijgebouwen zullen met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt. 3.2.3
Regels ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goote hoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; c.
bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
d. het oppervlakte aan bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
7
3.2.4 a.
Overige regels
Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2,60 meter mag bedragen, met uitzondering van: 1.
de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de aan de zijde van de voorgevel naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2,00 meter mag bedragen en;
2. de hoogte van palen, masten en beeldende kunstwerken welke ten hoogste 8,00 meter mag bedragen; b. Het bouwvlak en het vlak met de bouwaanduiding 'bijgebouwen' mogen niet door bebouwing worden overschreden, met uitzondering van overschrijding ten behoeve van ondergeschikte onderdelen van het gebouw, als schoorstenen, lichtkoepels en antennes, met uitzondering van liftopbouwen en luchtbehandelingsinstallaties. 3.3
Nadere eisen
3.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
3.3.2 De onder 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeerbehoefte;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 3.4
Afwijken van de bouwregels
3.4.1
Afwijken oppervlakte aan bijgebouwen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in 3.2.3 onder d bepaalde ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen ten hoogste 100 m² mag bedragen; b. de noodzaak is aangetoond; c.
een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is;
d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad.
8
vastgesteld - regels
3.5
Specifieke gebruiksregels
3.5.1
Strijdig gebruik
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning, doch uitsluitend bij mantelzorg toegelaten krachtens artikel 3.5.3; b. ambachtelijke en/of industriële doeleinden, behoudens voor aan huis gebonden beroepen, toegelaten krachtens artikel 3.5.2; c.
detail- en/of groothandel;
d. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 3.5.2
Aan huis gebonden beroepen
Een aan huis gebonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden: a. een aan huis gebonden beroep mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen; 2
b. het mag maximaal 100 m van de vloeroppervlakte van de woning betreffen; c.
de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
d. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens de bewoner van de woning; e. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving; f.
het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
g. er vindt geen detailhandel plaats, met uitzondering van aan de activiteit inherente en ondergeschikte detailhandel. 3.5.3
Mantelzorg
Mantelzorg is toegestaan onder de volgende voorwaarden: a. mantelzorg mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen, met dien verstande dat mantelzorg in een vrijstaand bijgebouw slechts is toegestaan indien dit niet gepaard gaat met meer dan het toegestane oppervlak aan bijbouwen; b. de mantelzorgvoorziening bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden; c.
de behoefte aan mantelzorg aangetoond is;
d. de woonruimte geen eigen huisnummer heeft; e. het oppervlak van de mantelzorgvoorziening maximaal 100 m² bedraagt; f.
de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
g. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving; h. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse; i.
zodra de noodzaak van de mantelzorgvoorziening is komen te vervallen, het gebruik als woonruimte wordt beëindigd.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
9
3.6
Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1
Toestaan consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 3.5 onder d bepaalde ten behoeve van de uitoefening van consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden in het hoofdgebouw en/of het bijgebouw, mits: a. ten hoogste 100 m² van de bebouwing voor consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden mag worden gebruikt; b. deze doeleinden geen onevenredige hinder voor het woonmilieu zal opleveren en geen onevenredige afbreuk zal doen aan het woonkarakter van de omgeving; c.
vaststaat dat de doeleinden een kleinschalig karakter hebben en die ter plaatse zullen behouden;
d. de doeleinden naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming zijn en de voorzieningen niet zodanig zijn dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonomgeving; e. de doeleinden de woonfunctie ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de doeleinden in de woning uitoefent, tevens de gebruiker van de woning is; f.
op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn;
g. geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van een beperkte verkoop in het klein in verband met en ondergeschikt aan de bedrijfsmatige activiteit in of bij de woning.
10
vastgesteld - regels
Hoofdstuk 3 Artikel 4
Algemene regels Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
11
Artikel 5 5.1
Algemene bouwregels
Ondergronds bouwen
5.1.1 Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen. 5.1.2 Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen: a. ondergrondse bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²; c.
in aanvulling op het bepaalde sub a en b is maximaal 1 niet-overdekt zwembad toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1. het zwembad dient te worden gebouwd achter de achtergevel of het verlengde daarvan en op een afstand van ten minste 3 m van zijdelingse en achterste perceelsgrens; 2. het zwembad mag niet overdekt zijn, tenzij de regeling voor bijgebouwen als opgenomen in de regels behorende bij de desbetreffende bestemming in acht wordt genomen; 3. het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut; 4. per perceel mag maximaal 1 zwembad worden gebouwd, mits het zwembad binnen de bestemming past;
d. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 4 meter onder peil; e. bij het berekenen van de blijkens geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen. 5.1.3 Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 5.1.2 sub d bepaalde voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat: a. de waterhuishouding niet wordt verstoord.
12
vastgesteld - regels
Artikel 6 6.1
Algemene gebruiksregels
Strijdig gebruik
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. een seksinrichting en een sekswinkel; b. een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf; c.
het telen, bewerken en verhandelen van soft- en harddrugs;
d. straatprostitutie.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
13
Artikel 7 7.1
Algemene aanduidingsregels
'milieuzone - bodembeschermingsgebied'
Binnen het bodembeschermingsgebied Mergelland is duurzaam behoud van kwetsbare functies en waarden als bijzondere bescherming van de bodem noodzakelijk. Het streven is naar een kwaliteit van bodem, grondwater en landschap die voldoet aan de eisen die de aanwezige bijzondere biotische, abiotische en cultuurhistorische waarden stellen. Daarbij dient rekening gehouden te worden met dan wel afstemming te worden gezocht met het beleid ter zake van de Provinciale Milieuverordening Limburg en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg.
14
vastgesteld - regels
Artikel 8 8.1
Algemene afwijkingsregels
Afwijken minimum en maximum maten
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan ten aanzien van het afwijken van de voorgeschreven minimum en maximum maten, voor zover daarvoor geen bijzondere ontheffingsbevoegdheid in deze regels is opgenomen en mits deze niet meer dan 10% worden veranderd en de belangen van derden niet worden geschaad. In gevallen waarin reeds uit hoofde van de regels in de respectievelijke artikelen een ontheffing is verleend mag niet nogmaals op grond van onderhavige ontheffingsregel ontheffing worden verleend.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
15
Artikel 9 9.1
Algemene wijzigingsregels
Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de kaart, ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken met dien verstande, dat de overschrijding niet meer dan 2 meter mag bedragen. 9.2
Procedure wijziging
Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid dient voldaan te worden aan de in de Wet ruimtelijke ordening bepaalde procedure.
16
vastgesteld - regels
Artikel 10 10.1
Overige regels
Wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
17
Hoofdstuk 4 Artikel 11 11.1
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Bevoegd gezag kunnen in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %. c.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
18
vastgesteld - regels
Artikel 12
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan: 'Bommerigerweg 44'.
bestemmingsplan Bommerigerweg 44
19
20
vastgesteld - regels