Bestemmingsplan
Briellaerd Noord
Gemeente Barneveld
Datum: 28 september 2010 Projectnummer: 80873 ID: NL.IMRO.0203.1021-0003
INHOUD REGELS
1
Inleidende regels
3
Artikel 1 Artikel 2
Begrippen Wijze van meten
3 6
2
Bestemmingsregels
8
Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7
Bedrijventerrein Groen Verkeer Water Leiding - Riool
8 11 12 13 13
3
Algemene regels
14
Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12
Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene ontheffingsregels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels
14 14 14 14 15
4
Overgangs- en slotregels
16
Artikel 13 Artikel 14
Overgangsrecht Slotregel
16 16
Bijlage − Bijlage 1: Staat van bedrijfsactiviteiten
De verbeelding Verbeelding met legenda
1 Artikel 1
Inleidende regels Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: Aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; Agrarisch bedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met uitzondering van een broederij, een glastuinbouwbedrijf, een kwekerij, een pelsdierenfokkerij, een paardenhouderij, een proefbedrijf, een wormen- en madenkwekerij en/of een viskwekerij; Algemene wet bestuursrecht wet van 4 juni 1992, Stb. 315, houdende algemene regels van bestuursrecht, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan; Bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; Bebouwingspercentage het in procenten uitgedrukte deel van een bouwvlak, bestemmingsvlak dan wel bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd; Bedrijf onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen; Bedrijfsgebouw een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; Bedrijfswoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein; Bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak;
SAB
3
Bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0203.1021-0003 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen); Bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; Bijgebouw een niet voor bewoning bestemd vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat een gebruikseenheid vormt met en dienstbaar is aan de hoofdbestemming, zoals een garage, huishoudelijke bergruimte of hobbyruimte; Bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; Bouwgrens de grens van een bouwvlak; Bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; Bouwperceelgrens de grens van een bouwperceel; Bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; Bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; Dak iedere bovenbeëindiging van een gebouw; Detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; Erf bij de bestemming behorende gronden waarvan het gebruik ten dienste van deze bestemming is;
SAB
4
Gebouw elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; Gebruiken het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven; Hoofdgebouw een (deel van een) gebouw, dat vanwege zijn indeling en uiterlijke verschijningsvorm, gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel of bouwvlak moet worden aangemerkt en waartoe eventuele uitbouwen, aanbouwen en bijgebouwen niet worden gerekend; Hulpdiensten Brandweer, politie en ambulance; Nadere eis een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub d, van de Wet ruimtelijke ordening; Ontheffing een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub c, van de Wet ruimtelijke ordening; Overkapping een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, bestaande uit tenminste een dak en maximaal één wand; Peil het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte bouwterrein; Plan het bestemmingsplan 'Briellaerd Noord' van de gemeente Barneveld; Productiegebonden detailhandel detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; SBI-Code Standaard Bedrijf Indelingscode van het Centraal Bureau voor Statistiek; Staat van bedrijfsactiviteiten als bijlage(n) bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst(en) van bedrijven en instellingen;
SAB
5
Verbeelding de bij het bestemmingsplan behorende kaart (analoog of digitaal) waarop onder meer de begrenzing van het plan, de in het bestemmingsplan voorkomende bestemmingen, aanduidingen en topografische en kadastrale gegevens zijn weergegeven; Vloeroppervlak grootte van de oppervlakte van een bouwlaag; Voorgevel de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw; Voorgevelrooilijn de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de (bestaande) bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft; Wet ruimtelijke ordening Wet van 1 juli 2008 (Stb. 2006, 566) houdende vaststelling van nieuwe planregels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan; Wgh-inrichting een inrichting die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken, zoals bedoeld in artikel 1.1 derde lid van de Wet Milieubeheer en artikel 1 van de Wet geluidhinder en genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer; Wijziging een wijziging als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub a, van de Wet ruimtelijke ordening; Woning een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 2.1
Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: De afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens vanaf de buitenwerkse gevelvlakken dan wel, indien sprake is van overstekende daken met een overstekend gedeelte van meer dan 0,75 m, respectievelijk overstekken van meer dan 0,75 m, vanaf de buitenrand van het overstekende dak/de overstek, neerwaarts geprojecteerd, tot de kadastrale zijgrens van het perceel; De bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
SAB
6
De goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; De horizontale diepte van een gebouw de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd; De inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; De oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; De oppervlakte van een overkapping de loodrechte projectie van de overkapping op het maaiveld; Het vloeroppervlak boven de vloeren, tussen de binnenwerkse gevelvlakken en/of scheidingsmuren; Maatvoering Alle maten zijn tenzij anders weergegeven: a voor lengten in meters (m); b voor oppervlakten in vierkante meters (m2); c voor inhoudsmaten in kubieke meters (m3); d voor verhoudingen in procenten (%).
SAB
7
2 Artikel 3
Bestemmingsregels Bedrijventerrein
3.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a bedrijven van categorie 1 en 2 uit bijlage 1 met dien verstande dat Wghinrichtingen en Bevi-inrichtingen zijn uitgesloten; b uitsluitend één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; c wegen en paden; d groenvoorzieningen; e parkeervoorzieningen, met dien verstande dat op het eigen terrein voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd; f terreinen; g bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder duikers.
3.2 3.2.1
Bouwregels Omvang bouwperceel De oppervlakte van een bouwperceel bedraagt maximaal 3.500 m2 met dien verstande oppervlakte van een bouwperceel ter plaatse van de aanduiding ‘maximum oppervlakte (m2)’ aangegeven oppervlakte.
3.2.2
Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is weergegeven; c de afstand van een gebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens mag niet minder dan 5 m bedragen; d de onderlinge afstand tussen de gebouwen mag niet minder dan 5 m bedragen; e de afstand van een gebouw tot een weg mag niet minder dan 5 m bedragen; f de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' is weergegeven; g de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is weergegeven.
3.2.3
Bedrijfswoning Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen: a ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen en andere bouwwerken toegestaan; b op de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning die onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw is artikel 3.2.2, sub f en g van overeenkomstige toepassing; c de goothoogte van een bedrijfswoning, die geen onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw, mag niet meer dan 6 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 11 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' want daar gelden de maten zoals op de verbeelding is weergegeven; d de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 bedragen.
SAB
8
3.2.4
Bijgebouwen bij bedrijfswoning Voor het bouwen van bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a indien een bijgebouw geen onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw, dan mag van het bijgebouw de goothoogte niet meer dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedragen; b de totale oppervlakte van bijgebouwen die horen bij de bedrijfswoning mag niet meer dan 45 m2 bedragen.
3.2.5
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen; b de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen; c per bouwperceel is één overkapping toegestaan met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m en een oppervlakte van niet meer dan 5% van de oppervlakte van het, binnen het bouwperceel gelegen, bouwvlak; d in uitzondering op het voorgaande is bij een verkooppunt motorbrandstoffen (met lpg) per bouwvlak één overkapping toegestaan met een bouwhoogte van niet meer dan 6 m en een oppervlakte van niet meer dan 50% van de oppervlakte van het bouwvlak; e de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 6 m bedragen; f de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
3.3 3.3.1
Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b een goede milieusituatie; c de verkeersveiligheid; d de sociale veiligheid; e de brandveiligheid; f de externe veiligheid; en g de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.3.2
Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 12.3 van toepassing.
3.4 3.4.1
Ontheffing van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2.2 en toestaan dat het bebouwingspercentage per bouwvlak wordt vergroot tot maximaal 100%, mits wordt voorzien in voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein.
3.4.2
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2.2, sub c, d en/of e mits de bereikbaarheid van de bebouwing voor hulpdiensten voldoende is gewaarborgd.
SAB
9
3.4.3
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2.2 en toestaan dat de bouw- en/of goothoogte van een gebouw, zoals weergegeven op de verbeelding, word(en) vergroot met maximaal 3 m.
3.4.4
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2.5 ten behoeve van het bouwen van erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn (of het denkbeeldige verlengde daarvan) tot een bouwhoogte van 2 m.
3.4.5
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2.2 sub a voor het overschrijden van de bouwgrenzen ten behoeve van uitbreiding aan de voorgevel van binnen het bouwvlak gelegen gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a de gezamenlijke breedte van gebouwen gebouwd aan de voorgevel van een, binnen het bouwvlak gelegen gebouw, bedraagt maximaal 50% van de breedte van de voorgevel van het desbetreffende gebouw; b de overschrijding van een bouwgrens bedraagt maximaal 3 m; c de overschrijding van de bouwgrenzen mag er niet toe leiden dat de afstand van een gebouw tot de bestemming ‘Verkeer’ minder dan 9 m bedraagt; d de goot- en bouwhoogten van gebouwen buiten het bouwvlak mogen niet meer bedragen dan de goot- en bouwhoogte van het gebouw waaraan gebouwd is. . Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2.5 ten behoeve van het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van 4 m.
3.4.6
3.4.7
De in deze bepaling genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en bebouwingsbeeld; b de verkeersveiligheid; c de sociale veiligheid; d de milieusituatie; en e de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4.8
Bij het verlenen van de ontheffing is de procedure zoals weergegeven in artikel 12.1 van toepassing.
3.5
Specifieke gebruiksregels De opslag van goederen is niet toegestaan op gronden die onbebouwd dienen te blijven volgens artikel 3.2.2, sub c, d en/of e.
SAB
10
3.6 3.6.1
Ontheffing van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.1 ten behoeve van de vestiging van bedrijven die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de in artikel 3.1 bedoelde bedrijven, mits het geen Wgh-inrichtingen betreft.
3.6.2
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.1 ten behoeve van bedrijven die volgens de Staat van bedrijfsactiviteiten van één hogere categorie (tot en met categorie 3.1) zijn, mits omliggende woningen en bedrijven niet onevenredig nadelig worden beïnvloed.
3.6.3
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.1 en toestaan dat de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de uitoefening van: a detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde dan wel verhandelde producten; b detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen; c detailhandel in volumineuze goederen; d bouwmarkten; e detailhandel in meubelen en woninginrichting; mits: f geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het kernwinkelapparaat en wijkwinkelvoorzieningen; g het brutovloeroppervlak ten behoeve van detailhandel zoals bedoeld onder a maximaal 20% van het vloeroppervlak van de gebouwen mag bedragen tot een maximum van 400 m2.
3.6.4
De in deze bepaling genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en bebouwingsbeeld; b de milieusituatie; c de verkeersveiligheid; d de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.6.5
Bij het verlenen van de ontheffing is de procedure zoals weergegeven in artikel 12.1 van toepassing.
Artikel 4 4.1
Groen Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a groenvoorzieningen; b bermen en beplanting; c paden; d speelvoorzieningen; e waterlopen, waterpartijen en waterberging; f uitsluitend een pad ter plaatse van de aanduiding ‘pad’; met daaraan ondergeschikt: g verhardingen; h parkeervoorzieningen;
SAB
11
met de daarbij behorende: i bouwwerken geen gebouwen zijnde. 4.2 4.2.1
Bouwregels Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
4.2.2
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen, behoudens palen en masten waarvoor een maximale bouwhoogte van 9 m geldt.
4.3 4.3.1
Ontheffing van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 4.2.2 ten behoeve van het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van 10 m.
4.3.2
De in deze bepaling genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en bebouwingsbeeld; b de verkeersveiligheid.
4.3.3
Bij het verlenen van de ontheffing is de procedure zoals weergegeven in artikel 12.1 van toepassing.
4.4 4.4.1
Ontheffing van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 4.1 ten behoeve van het aanleggen van in- en uitritten om aangrenzende gebouwen en terreinen te kunnen bereiken en verlaten. De breedte van een in- en uitrit mag niet meer dan 4 m bedragen.
4.4.2
De in deze bepaling genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a het straat- en bebouwingsbeeld; b de verkeersveiligheid; en c de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4.3
Bij het verlenen van de ontheffing is de procedure zoals weergegeven in artikel 12.1 van toepassing.
Artikel 5 5.1
Verkeer Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wegen, straten en paden; b voet- en rijwielpaden; c parkeer-, groen- en speelvoorzieningen; d waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen; e bermen; met de daarbij behorende: f bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen.
SAB
12
5.2 5.2.1
Bouwregels Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
5.2.2
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen: a de bouwhoogte van speeltoestellen mag niet meer dan 4 m bedragen; b de bouwhoogte van palen, masten en verwijsborden mag niet meer dan 9 m bedragen; c de bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer dan 2 m bedragen.
5.3 5.3.1
Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a de verkeersveiligheid; b de sociale veiligheid; en c een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
5.3.2
Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 12.3 van toepassing.
Artikel 6 6.1
6.2 6.2.1 6.2.2
Artikel 7
Water Bestemmingsomschrijving De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a waterberging; b waterhuishouding; c waterlopen; d groenvoorzieningen; met de daarbijbehorende: e bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en duikers. Bouwregels Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen.
Leiding - Riool
7.1
Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een rioolpersleiding.
7.2
Bouwregels Op de in het eerste lid bedoelde gronden mag in afwijking van hetgeen in overige bestemmingen is bepaald niet worden gebouwd met uitzondering van gebouwtjes ten behoeve van het leidingbeheer, met per gebouwtje een maximale bebouwde oppervlakte van 100 m2.
SAB
13
3
Algemene regels
Artikel 8
Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9
Algemene bouwregels Het bouwen van een ondergronds bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke ruimte vormt is uitsluitend toegestaan onder de begane grondvloer van gebouwen.
Artikel 10
Algemene ontheffingsregels
10.1
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het plan: a indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van de grens of de richting van wegen, parkeerstroken, paden, bermen en sloten en ligging van bebouwingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de werkelijke toestand van het terrein, die bij de uitmeting blijkt, mits die afwijkingen niet meer dan 10 m bedragen; b ten behoeve van het bouwen in afwijking van de bepalingen ten aanzien van de afmetingen van de bebouwing, waaronder begrepen bebouwingspercentages, mits de afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten.
10.2
Een ontheffing, als bedoeld in het eerste lid, kan niet worden verleend indien enig aangrenzend terrein of enige aangrenzende bebouwing in een toestand wordt gebracht, die strijdig is met het plan en/of indien op enig aangrenzend terrein de verwerkelijking van het plan wordt belemmerd en dit niet door het stellen van voorwaarden aan de ontheffing kan worden voorkomen.
10.3
Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in het eerste en tweede lid is de procedure van toepassing zoals weergegeven in artikel 12.1.
Artikel 11
Algemene wijzigingsregels
11.1
Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover dringende redenen die na het vaststellen van het plan tot hun kennis zijn gekomen hiertoe aanleiding geven en voor zover het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het gebied dat in het plan is begrepen niet wordt geschaad: a een bestemmingsgrens tussen twee bestemmingsvlakken zodanig wijzigen, dat het kleinste bestemmingsvlak met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot; b een bouwgrens zodanig wijzigen, dat het bouwvlak met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.
11.2
Bij het wijzigen is de procedure van toepassing zoals weergegeven in artikel 12.2.
SAB
14
Artikel 12
Algemene procedureregels
12.1
Procedure bij het verlenen van een ontheffing Voor een besluit tot verlening van ontheffing geldt de volgende voorbereidingsprocedure: a een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b burgemeester en wethouders geven voorafgaand aan de terinzagelegging kennis van het ontwerpbesluit in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze; c de kennisgeving houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn; d burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
12.2
Procedure bij het wijzigen van het plan Op de voorbereiding van het besluit tot wijziging is afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht en artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing, met dien verstande dat burgemeester en wethouders binnen acht weken na afloop van de termijn van terinzagelegging een besluit nemen omtrent de wijziging.
12.3
Procedure bij het stellen van nadere eisen Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure: a een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b burgemeester en wethouders geven voorafgaand aan de terinzagelegging kennis van het ontwerpbesluit in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze; c de kennisgeving houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn; d burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
SAB
15
4 Artikel 13 13.1 13.1.1
13.1.2
13.1.3
13.2 13.2.1 13.2.2
13.2.3
13.2.4
Artikel 14
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 13.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 13.1.1 met maximaal 10%. Artikel 13.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Overgangsrecht gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 13.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 13.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Artikel 13.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Briellaerd Noord. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 28 september 2010.
De voorzitter,
De griffier,
………………
………………
SAB
16
Bijlage 1: Staat van bedrijfsactiviteiten SBI-CODE
OMSCHRIJVING
15
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
CATEGORIE
151
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m
2
2
3.1
151
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m
151
- loonslachterijen
3.1
151
- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar2 maaltijden met p.o. < 2.000 m
3.1
152
Visverwerkingsbedrijven:
152
- verwerken anderszins: p.o. <= 300 m
1531
Aardappelprodukten fabrieken:
1532, 1533
Groente- en fruitconservenfabrieken:
1552
- consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m
1581
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
2
3.1
3.1
2
1581
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
1583
Suikerfabrieken:
1585
Deegwarenfabrieken
1589.2
Soep- en soeparomafabrieken:
1592
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
2 2 3.1
17 17
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
172
Weven van textiel:
173
Textielveredelingsbedrijven
174, 175
Vervaardiging van textielwaren
3.1 3.1
176, 177
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
3.1
18 18
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181
Vervaardiging kleding van leer
3.1
183
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
3.1
19 19
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)
192
Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)
3.1
193
Schoenenfabrieken
3.1
20 20
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.2
Houtconserveringsbedrijven:
2010.2 203, 204, 205
- met zoutoplossingen Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. 2 < 200 m
3.1 3.1
21 21
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2112
Papier- en kartonfabrieken:
2112
- p.c. < 3 t/u
3.1
24 24
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2442
Farmaceutische produktenfabrieken:
2442
- formulering en afvullen geneesmiddelen
2462
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2466
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
25 25
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2512
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
3.1 3.1
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
2512
- vloeropp. < 100 m
252
Kunststofverwerkende bedrijven: - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
252
CATEGORIE 2
3.1
3.1
26 26
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALKEN GIPSPRODUKTEN
2615
Glasbewerkingsbedrijven
267
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267
- zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m
2681 28
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
28
3.1 2
3.1 3.1
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
281
Constructiewerkplaatsen:
281
- gesloten gebouw, p.o. < 200 m
2821
Tank- en reservoirbouwbedrijven:
284
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m
2852
2
3.1
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m
2
2
287
Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
287
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m
3.1 3.1
2
3.1
30 30
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
2
32 32
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMAPPARATEN EN -BENODIGDH.
321 t/m 323 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.
3.1
3210
3.1
Fabrieken voor gedrukte bedrading
33 33 33
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie
2
35 35
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351
- houten schepen
3.1
36 36
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m
362
Fabricage van munten, sieraden e.d.
2
1 2
363
Muziekinstrumentenfabrieken
364
Sportartikelenfabrieken
3.1
2
365
Speelgoedartikelenfabrieken
3.1
3663.1
Sociale werkvoorziening
3663.2
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
2 3.1
40 40
PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40
- < 10 MVA
40
- 10 - 100 MVA
40
Gasdistributiebedrijven:
40
- gasontvang- en -verdeelstations, cat. D
40
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
41
2 3.1 3.1
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
41
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
CATEGORIE
41
Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
41
- bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling
41
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41
- < 1 MW
3.1 2
45 45
BOUWNIJVERHEID
45
- bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m
45
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m
45
- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m
2
3.1 2 2
3.1 2
50 50
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
5020.4
Autospuitinrichtingen
3.1
51 51
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
5121
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders
5122
Grth in bloemen en planten
3.1
5124
Grth in huiden, vellen en leder
3.1
5125, 5131
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen
3.1
5132, 5133
Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën
3.1
5134
Grth in dranken
2
5135
Grth in tabaksprodukten
2
2
5136
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk
2
5137
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen
2
5138, 5139
Grth in overige voedings- en genotmiddelen
2
514
Grth in overige consumentenartikelen
2
5148.7
Grth in vuurwerk en munitie:
5148.7
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
5148.7
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton
5148.7
- munitie
5151.1
Grth in vaste brandstoffen:
2 3.1 2
5151.1
- klein, lokaal verzorgingsgebied
5153
Grth in hout en bouwmaterialen:
5153
- algemeen: b.o. > 2000 m
5153
- algemeen: b.o. <= 2000 m
5153.4
zand en grind:
5153.4
- algemeen: b.o. <= 200 m
5154
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
- algemeen: b.o. > 2.000 m
5154
- algemeen: b.o. < = 2.000 m
5155.2
Grth in kunstmeststoffen
2
5156
Grth in overige intermediaire goederen
2
518
Grth in machines en apparaten:
518
- overige
519
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
2
6024
VERVOER OVER LAND - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. 2 <= 1000 m
3.1
603
Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
2
3.1 3.1
2
2
2
2
2
3.1 2
2
3.1
60 60
2
63 63
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
6312
Distributiecentra, koelhuizen
6312
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
64
3.1 2
SBI-CODE
OMSCHRIJVING
64
POST EN TELECOMMUNICATIE
CATEGORIE
641
Post- en koeriersdiensten
2
642
Telecommunicatiebedrijven
1
71 71
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
712
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)
3.1
713
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
3.1
714
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
2
72 72
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
Datacentra
2
74 74
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
747
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
7481.3
Foto- en filmontwikkelcentrales
3.1 2
90 90
MILIEUDIENSTVERLENING
9001
rioolgemalen
9002.1
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.
3.1
9002.1
Gemeentewerven (afval-inzameldepots)
3.1
9002.2
Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2
- pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)
9002.2
- verwerking fotochemisch en galvano-afval
2
3.1 2
93 93
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
Wasserijen en strijkinrichtingen
3.1
9301.1
Tapijtreinigingsbedrijven
3.1
9301.2
Chemische wasserijen en ververijen
2
9301.3
Wasverzendinrichtingen
2