Gebruiksaanwijzing PALLETHEFWAGEN
PROFI PLUS Type: 2300T/PLUS-PNE 2300T/PLUS-PND 2300T/PLUS-PPE 2300T/PLUS-PPD 2300T/PLUS-PRPE 2300T/PLUS-PRPD 2300T/PLUS-PPD + REM 2300T/PLUS-QUICKLIFT 3000T-PND 3000T-PPD 2300T/PLUS-PPE/80
2300T/PLUS-PPD/80 2300T/PLUS-PPE/98 2300T/PLUS-PPD/98 2300T/PLUS-PPD/98-680 2300T/PLUS-PPD/110-680 2300T/PLUS-PRPE/60 2300T/PLUS-PRPE/98 2300T/PLUS-PRPD/98 1000T/PLUS-PPD 1500 1000T/PLUS-PPD 1800 1000T/PLUS-PPD 2000
Fabrikant / Bestelling van vervangingsonderdelen Deze handleiding is bestanddeel van de pallethefwagen en bevat belangrijke instructies. Elke bediener moet zich vóór de ingebruikname van het apparaat met deze gebruiksaanwijzing vertrouwd maken. De deskundige behandeling dient de eigen veiligheid en het behoud van de waarde van uw pallethefwagen. De handleiding moet altijd binnen handbereik zijn! Voor bedieningsfouten wordt geen aansprakelijkheid aanvaard! Stand: 09/2002
Inhoudsopgave 1. Fundamentele veiligheidsinstructies 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Verplichtingen en aansprakelijkheid Doelmatig gebruik Niet-doelmatig gebruik Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik Speciale gevaarlijke punten Wat te doen in geval van nood Onderhoud en reparatie
1 1 1 1 1 1 2
2. Productbeschrijving 2.1 2.2 2.3
Technische gegevens Maten en gewichten Modulebeschrijving
2 2 3
3. Gebruiksaanwijzing 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Maximale belasting Lastverdeling Onderrijden Optillen Rijden Neerlaten Remmen
3 4 4 4 4 5 5
4. Onderhouds- en instelwerkzaamheden 4.1 4.2 4.3 4.4
Instellen van de schakelhefboom Hydraulica-olie: controle en verversing Reminstelling Controles ongevallenpreventie
6 6 6 7
5. Storingen
7
6. Milieubescherming
7
7. EG-conformiteitsverklaring
7
Aanhangsel: Lijst van vervangingsonderdelen
0
1.
Fundamentele veiligheidsinstructies
1.1
Verplichtingen en aansprakelijkheid
De pallethefwagen is geconcipieerd volgens de nieuwste stand der techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Niettemin kunnen bij ondeskundig gebruik gevaren voor lijf en leven van de gebruiker of derden resp. schade aan het apparaat of andere voorwerpen van waarde ontstaan. Het gebruik van het apparaat is beperkt tot het doelmatig gebruik in veiligheidstechnisch onberispelijke staat. Voor bedieningsfouten wordt in principe geen aansprakelijkheid aanvaard. Elke persoon die is belast met de - opstelling - ingebruikname - bediening - onderhoud en reparatie, moet vertrouwd zijn met deze gebruiksaanwijzing. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door vakpersoneel. Er mogen alleen originele vervangingsonderdelen gebruikt worden. De op de plaats van inzet geldende regels en voorschriften ter preventie van ongevallen moeten in acht worden genomen. 1.2
Doelmatig gebruik
De pallethefwagen is een vloertransportmiddel voor het optillen van gepalletteerde en nietgepalletteerde goederen voor gebruik binnen het bedrijf. Tot het doelmatig gebruik behoort ook het in acht nemen van alle instructies in de gebruiksaanwijzing en de naleving van alle inspectie- en onderhoudswerkzaamheden. 1.3
Niet-doelmatig gebruik
Als niet-doelmatig gebruik kan o.a. beschouwd worden: -
Het apparaat buiten het in 1.2 beschreven toepassingsgebied te gebruiken. De belasting van slechts één vork. Het aanbrengen van aanbouwelementen of andere wijzigingen aan het apparaat. Lasten op te tillen of te transporteren met een hoger gewicht dan vermeld op het typeplaatje. De bediening door personen, die niet zijn geïnstrueerd in de besturing van het apparaat en die de exploitant niet hebben aangetoond veilig om te kunnen gaan met het apparaat. - In gevaar brengen van personen in het werkbereik. - Optillen en transporteren van personen. 1.4
Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik - minstens eenmaal per dag het apparaat controleren op uiterlijk herkenbare schade - zorgen voor een veilige, stevige en stabiele ondergrond - garanderen dat het werkbereik overzichtelijk en schoon is
1.5
Speciale gevaarlijke punten Gevarenzone: Mechaniek: Onderstel Handpomp:
Gevarenbron: - Plet- en snijpunten
Bedieningsgedeelte voor optillen en neerlaten Voetpedaal voor neerlaten 1.6
Wat te doen in geval van nood - bedieningselementen onmiddellijk loslaten - beveiligen tegen verder gebruik en buiten bedrijf stellen
1
Uitglijden
1.7
Onderhoud en reparatie
Voorgeschreven instel-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden moeten op tijd worden uitgevoerd. Het apparaat moet worden beveiligd tegen onopzettelijk in gebruik nemen. Gebruikte middelen en materialen moeten deskundig behandeld en verwerkt worden. Machineonderdelen in gebrekkige staat moeten onmiddellijk vervangen worden. Er mogen alleen originele vervangings- en slijtageonderdelen gebruikt worden.
2.1
Technische gegevens Standaard bouwwijzen
Stuurwielen
Vorkrollen
x x x x x x
x
Polyurethaan
Polyamide
Profi PLUS
Polyurethaan (1)
3000
Volledig rubber
Profi PLUS
Polyamide
2300
Onderrijhoogte 52
Profi PLUS
Prisma’s voor rollentransport
Benaming
1000
Klapframe 150/280 mm
Draagkracht
Bedrijfs- en parkeerrem
Enkel
Tandem
Polyurethaan
Productbeschrijving
Polyamide
2.
x x x x x x
(1) Als enige leverbaar met rem
2.2
Maten* en gewichten Benaming Profi PLUS 1000T
Profi PLUS 2300T
Profi PLUS 3000T
Eigengewicht [kg] ca. 85 ca. 90 ca. 95 ca. 80 ca. 75 ca. 70 ca. 60 ca. 80 ca. 80
Tot. lengte L [mm] 1875 2175 2375 1545 1355 1165 995 1375 1495
ca. 90
1550
Breedte Vorkbreedte m n [mm] [mm] 545
540
160
680 560
180
2
Vorklengte l1 [mm] 1500 1800 2000 1150 980 800 600 980 1100 1150
Hoogte h neergelaten [mm]
Hefhoogte h3 [mm]
83
200
2.3
*Afwijkingen door verdere technische ontwikkeling zijn voorbehouden. Modulebeschrijving De pallethefwagens zijn kwaliteitsproducten die qua constructie en uitvoering voldoen aan de nieuwste stand der techniek. De apparaten zijn onderhoudsvrij (met uitzondering van hydraulicaolie en remvoeringen).
2.3.1
Het frame is vervaardigd uit hoogwaardige staalprofielen. De vorken maken een geringe onderrijhoogte bij hoge stabiliteit, buigstijfheid en kantelveiligheid mogelijk.
2.3.2
De hefinrichting bestaat uit een hand-hydraulica-eenheid en het hefstangenmechanisme. De hand-hydraulicapomp is een industrieel vervaardigde en onderhoudsvrije precisiemodule. Het hydraulisch systeem is beveiligd tegen bedieningsfouten door een overpompbeveiliging en de overbelastings-(overdruk-)klep. De hefzuiger is hardverchroomd. De aangebouwde dissel dient als pomp- en stuurhefboom. Met een pompzuigerveer wordt de dissel in verticale stand teruggebracht en gehouden. Optillen Rijden Neerlaten De bedieningshefboom maakt drie schakelstanden mogelijk:
2.3.3
Als loopwerk zijn stuurwielen onder de pompbehuizing en enkele of tandem vorkrollen onder de vorken aangebracht. De stuurdeflexie bedraagt aan elke kant 100°. Kogellagers in de stuurwielen en vorkrollen garanderen een rustige loop en onderhoudsvrijheid. Uitvoeringswijzen van het loopwerk (zie ,,Bouwwijzen“).
2.3.4
Opties: Bedrijfs- en parkeerrem: Dubbele binnenblokrem werkend in de stuurwielen.
2.3.5
Laklaag:
3.
Gebruiksaanwijzing
RAL 3020 (rood).
Pallethefwagens (Profi PLUS) zijn vloertransportmiddelen die zijn geconcipieerd voor het transporteren van gepalletteerde en niet-gepalletteerde goederen in het bedrijfsinterne verkeer. Gunstige bouwvormen en kleine afmetingen maken moeiteloos opnemen, transporteren en neerzetten van de last in nauwe ruimtes mogelijk. De robuuste bouwwijze en de montage van onderhoudsvrije modules maken bij hoge stabiliteit en levensduur een inzet onder de zwaarste werkomstandigheden mogelijk. 3.1
Maximale belasting De maximaal toelaatbare trajectbelasting is vermeld op het typeplaatje van de pallethefwagen.
3
Type: Bouwjaar: Leeggewicht: Hefhoogte: 3.2
kg mm
Draagcapaciteit: Fabrieks-nr.: Accugewicht: Spanning:
kg kg V
Lastverdeling: De pallethefwagen is voornamelijk bedoeld voor het transport van gepalletteerde lasten. Bij het transport van niet-gepalletteerde goederen moet speciaal worden gelet op een gelijkmatige verdeling van de last overeenkomstig de afmeting van de vorken. De belasting van maar één vorktand is niet toegelaten.
Het maximaal toelaatbare draagvermogen mag niet worden overschreden. De met een balk gekenmerkte passages maken deel uit van de voorschriften ter preventie van ongevallen. 3.3
Onderrijden: De geringe onderrijhoogte van de pallethefwagen is niet alleen geschikt voor het opnemen van EUR-paletten, maar ook voor het opnemen van zeer lichte lasten. Het inrijden wordt wezenlijk vergemakkelijkt door de gunstige vorm van de vorkpunten. Inrij-/uitrijrollen maken het mogelijk om zonder problemen dwars ten opzichte van het EURpalet in en uit te rijden. Voor van de norm afwijkende onderrijhoogtes stellen wij speciale bouwwijzen beschikbaar. (Vorkprisma’s voor roltransport, klapframes voor grotere of vorken voor bijzonder lage onderrijhoogtes.) 4 1 3 2 D
A B C E
1: Bedieningshefboom 2: Remhefboom
A: Neerlaten B: Rijstand C: Optillen D: Remstand E: Losstand
3: Grendelhefboom 4: Voetpedaal voor neerlaten Afb. 1: Dissel – Greeprangschikking / Voetpedaal voor neerlaten 3.4
Optillen Bedieningshefboom (afb. 1, pos. 1) in stand C brengen last omhoog pompen. De overpompbeveiliging schakelt de hefhydraulica bij het bereiken van de maximale
4
hefhoogte uit. De overdrukklep beveiligt de pallethefwagen tegen overbelasting. Bedieningshefboom (1) in rijstand (stand B) brengen. Glij- en kantelveiligheid van de last controleren. 3.5
Rijden Bedieningshefboom (afb. 1, pos. 1) in stand B brengen. Kogelgelagerde wielen en rollen garanderen het transport van zware lasten met geringe krachtsinspanning. De grote hefhoogte maakt het gemakkelijk om over oneffenheden in de vloer, laadbruggen, platforms e.d. te rijden. Door volledige benutting van de stuurdeflexie van 100° aan elke kant kan ook in nauwe rijbanen gerangeerd worden. De bestuurder (gebruiker) is verantwoordelijk voor: - het doelmatig gebruik van de pallethefwagen - het opnemen van lasten zonder risico van ongevallen en - de bescherming tegen ongevallen van mensen en apparaten in zijn werk- en rijbereik
5
- Beveilig ook de onbeladen pallethefwagen tegen onopzettelijke beweging. - Pallethefwagens zonder bedrijfs- en parkeerrem mogen op hellingen niet gebruikt noch uitgezet worden. - Niet-doelmatig gebruik (inzet) van het apparaat is niet toegestaan. 3.6
Neerlaten Bedieningshefboom (afb. 1, pos. 1) in stand A trekken of voetpedaal voor neerlaten. (afb. 1, pos. 4) indrukken. Last wordt neergelaten. Bij het neerlaten moet speciaal worden gelet op een veilige losplaats en een draagkrachtige, effen ondergrond.
3.7
Remmen (optie) Bij het rijden over hellingen kan de pallethefwagen met de remhefboom (afb. 1, pos. 2) fijngevoelig trapsgewijs worden afgeremd. Als parkeerrem wordt de remhefboom (2) in stand D getrokken. De grendelhefboom (3) arrêteert automatisch. Om de rem te ontspannen remhefboom en grendelhefboom tegelijkertijd uittrekken.
4.
Onderhouds- en instelwerkzaamheden
1 2 3 4 5
1: Schakelhefboom / Voetpedaal voor neerlaten 2: Instelschroef 3: Contramoer 4: Drukbegrenzingsklep 5: Afsluitschroef
Afb. 1: Hydraulische pomp
Opgelet! Bij montagewerkzaamheden aan de hydraulische pomp (met demontage van de dissel) moet wegens het verwondinggevaar de montageklem gebruikt worden (zie afb. 3). De automatische disselterugvoering wordt opgeheven door de montageklem erop te zetten.
6
Montageklem
Afb. 3: Aanbrengen van de montageklem 4.1 Instellen van de schakelhefboom (pos. 1, afb. 2) Alleen vereist als de last in de bedieningshefboomstand "Rijden" opgetild of zelfstandig neergelaten wordt of in "Neerlaatstand" niet daalt of in "Hefstand" niet stijgt. Contramoer (3) van de instelschroef (2) aan de schakelhefboom (afb. 2, pos. 1) losdraaien. Bedieningshefboom aan de dissel in middelste stand brengen. Pompbeweging uitvoeren met de dissel. Daarbij instelschroef (2) langzaam erin draaien tot er geen hefbeweging aan de hefzuiger - (pallethefwagen) meer volgt. - Instelschroef (2) borgen met de contramoer (3). - Werking onder belasting controleren. -
4.2 Hydraulicaolie: controle en verversing Hydraulicaolie: HLP-D (ISO VG22) tot -15°C Oliehoeveelheid: ca. 1/4 ltr. Schade veroorzaakt door het gebruik van ongeschikte hydraulicavloeistoffen valt niet onder de garantie. - Afsluitschroef (afb. 2, pos. 5) eruit draaien. Eventueel voorgeschreven hydraulicaolie bijvullen tot ca. 1 cm onder de bovenkant van de - vulopening. Ontluchting: Eerst meerdere disselbewegingen in rij- of neerlaatstand en vervolgens in pompstand met herhaalde overloop uitvoeren. - Werking onder belasting controleren. 4.3 Reminstelling -
Reminstelling uitvoeren bij vrijlopende stuurwielen (opbokken). Rem ontspannen. Contramoer (2) aan de schroefnippel (afb. 4, pos. 1) losdraaien. Remtrek met schroefnippel zo instellen dat de remblokken net zonder te schuren tegen de remtrommels aan liggen. - Schroefnippel (1) borgen met de contramoer (2). Werking controleren - remhefboom in een arrêteerstand trekken. Er moet een remmende werking zijn.
7
2 Contramoer 1 Schroefnippel
Afb. 4: Reminstelling 4.4
Controles ongevallenpreventie Conform §37 (VBG36) UVV (Voorschriften ter Preventie van Ongevallen) Vloertransportmiddelen van de beroepsverenigingen moeten vloertransportmiddelen, hun aanbouwapparatuur en de voor het bedrijf in smalle gangen vereiste veiligheidsinrichtingen in intervallen van maximaal een jaar door een deskundige gecontroleerd worden. De terugkerende controles moeten zich uitstrekken op de controle van de toestand van de onderdelen en inrichtingen, op volledigheid en werkzaamheid van de veiligheidsinrichtingen en op volledigheid van het controlebewijs (§38, VBG 36). De controle moet gebeuren conform de uitvoeringsinstructie bij de UVV Vloertransportmiddelen (VBG 36).
5.
Storingen Als uw apparaat onverwacht niet foutloos functioneert, ga dan als volgt te werk: Probleem Geen hefwerking
Hef- en neerlaatfuncties werken niet foutloos
Mogelijke oorzaak Te weinig olie in de tank Lucht in het hydraulisch systeem
Eliminering Olie bijvullen (zie 4.2) Ontluchten (zie 4.2)
Schakelhefboom is versteld
Schakelhefboom instellen (zie 4.1)
Wend u bij een storing die niet kan worden geëlimineerd, tot uw klantendienst. 6.
Milieubescherming Bij levering is de pallethefwagen voorzien van een recycleerbare kartonbescherming. Maak gebruik van de mogelijkheid om de verpakking te recyclen. Lever oude olie in bij een erkend inleverpunt. Tref voorzorgsmaatregelen om evt. gemorste olie op te vangen.
7.
EG-conformiteitsverklaring De fabrikant verklaart hiermee dat de in de gebruiksaanwijzing beschreven machines: conform zijn met de geldende bepalingen van de EG-machinerichtlijn nr. 89/392/EEG, inclusief wijzigingen 91/368/EEG, 93/44/EEG, 93/68/EEG. - voldoet aan de volgende geharmoniseerde normen EN 292-1, EN 292-2 en pr EN 1757-2. - voldoet aan de volgende nationale normen VBG 36, DIN 15160-1, DIN 15160 en DIN 31001-1.
8
9