Bestek
Beroepsproduct:
Bestek
Groep:
WH11b2
Periode:
Blok H1.2
Ingeleverd op:
maandag 19 december 2011
Projectleden:
Luuk de Jong(10071482), Sergio Kepel(10073779), Pieter de Lange(10044833), Jeroen Koeleman(10027505), Maurits de Koning(10005021), Edwin v/d Mijl(10041214), Maik Klijberg(10066543), Samuel Liem (9048790), Stefan Immerzeel (10056025), Thomas Lenssen (10026347)
Ingeleverd door:
Pieter de Lange(10044833)
Tutor:
Dhr. van Steijn 1
Inhoudsopgave Beschrijving van de regeling van het klimaatsysteem……………………………………………………………………….…...3 Leidingproef………………………………………………………………………………………………………………………………………… berekening cv pomp en ventilatorvermogen ………………………………………….……………………………………….….…4 De installatieschema's………………………………………….………………………………………….………………………………….…8
Installatie schema A11.1…………………………………………………………………………………………….……8 Installatie schema A11.3…………………………………………………………………………………………………10 Installatie schema A11.4…………………………………………………………………………………………………12 Installatie schema A12.1…………………………………………………………………………………………………14 Installatie schema A12.5…………………………………………………………………………………………………17
Specificaties van het Eindconcept:……………..…………………………………….………………………………..……20
Verwarminginstallatie………………………………………………………………………………………………………………..…20 Regelinginstallatie ……………………………………………………………………………………………………………………….25 Blusgasinstallatie ………………………………………………………………………………………………………………………...27 De luchtbehandelingsinstallaties…………………………………………………………………………………………………..30
2
Beschrijving van de regeling klimaatsysteem Klimaatregeling assemblagehal Ventilatie Het klimaatsysteem in de assemblagehal bestaat uit mechanische ventilatie en luchtverwarming. De warme of gekoelde lucht, afkomstig van de luchtbehandelingskast (LBK) op het dak, wordt via een groot kanaal van 1 bij 1 meter naar beneden geleidt tot zo’n 3 meter boven de grond. Deze lucht verlaat hierbij het kanaal via 8 Type AT-A roosters van TROX. In de assemblagehal zijn 2 van deze opstellingen geplaatst. Een tegen de oost- en een tegen de westmuur van de hal. (Rood met geel als LBK) De lucht wordt afgezogen in het midden van het gebouw. Hier bevindt zich op 6 meter hoogte 2 kanalen van ieder 1 bij 1 meter die evenredig aan de andere kanalen liggen. Aan weerskanten van het kanaal bevinden 8, dus in totaal 16, Type AT-A rooster van TROX. De lucht wordt aangezogen door een LBK die op het dak staat. (Blauw met geel als LBK) Toilet In het midden van de assemblagehal zijn toilet hokken geplaatst, in deze toilet hokken wordt alleen mechanisch afgezogen d.m.v. ventilatieventielen Type LVS van TROX. Er gaan 2 buizen van de afzuigkanalen naar de WC’s. Aan de verscheidene pilaren in de hal zijn meetapparatuur bevestigd, onder andere een CO2 meter en een temperatuurmeter. Metingen en de verwerking De ventilatie is altijd actief om een ventilatievoud van 1,63 te halen. Wordt er desondanks deze ventilatievoud een te hoge CO2 waarde gedetecteerd op een specifieke plaats, dan wordt de ventilatie op die plek verhoogd. Dit word gedaan door met behulp van kleppen de andere ventilatieluiken te smoren en het vermogen dan te verhogen zodat in het overige gedeelte nog steeds een ventilatievoud van minimaal 1,63 wordt behaald. De temperatuur wordt bij gehouden door temperatuurmeters die ook op de pilaren zijn bevestigd in de leefzone. Wordt de temperatuur in een bepaalde zone te laag dan wordt er warme lucht gestuurd naar die zone. Als het te warm is wordt er gekoelde lucht gestuurd.
3
berekening pompvermogen Om een binnenklimaat goed te kunnen regelen moet het vermogen van de cv pomp berekend worden. Dit wordt gedaan met behulp van de volgende formules: • Kengetal van Reynolds: Re = (ρ × v × D) / η • Wrijvingscoëfficiënt: λ = 64 / Re • Weerstand: ζ = λ × (l / D) • Volumestroom: Φv = v × A • Opvoerdruk: ∆P = ζ × 0,5 × ρ × v² • vermogen: P = Φv × ∆P
Reynolds De leiding met de meeste weerstand is een leiding van 55m. De hoofdleiding heeft een buitendiameter van 20mm en een binnendiameter van 15,5mm. Daarnaast hebben de vertakkingen een buiten diameter van 16mm en een binnendiameter van 12mm. Deze leiding is nodig om het pompvermogen te berekenen. Als eerste moet de weerstand worden berekend. Om de weerstand te berekenen moet er gebruik worden gemaakt van het reynolds getal. Het Reynolds getal wordt berekend door de volgende formule: ReD = (ρ × v × D) / η ReD = Het Reynolds getal voor turbulente stroming [-] ρ = Dichtheid van het water [kg/m³] v = De snelheid [m/s] D = Diameter van de hoofdleiding [m] η = Dynamische viscositeit van het water[Ns/m²] •Volgens het boek Toegepaste energieleer heeft water een dichtheid 998 kg/ m³ bij een temperatuur van 20˚C • De Karakteristieke afmeting van de leiding is 20mm = 0.02m • Volgens het boek toegepaste energieleer heeft water een dynamische viscositeit van 0.00101 Ns/m² bij een temperatuur van water 20˚C. De snelheid v volgt uit de massastroomvergelijking: v = Φm / (ρ × A) v = De snelheid van het water [m/s] Φm = de massastroom [kg/s] ρ = De dichtheid van het water [kg/m³] A = oppervlakte van de hoofdleiding [m²] • Volgens het boek Toegepaste energieleer heeft water een dichtheid 998 kg/ m³ bij een temperatuur van 20˚C • de oppervlakte van de leiding is 314,16mm² = 0,31416m² 4
• de massastroom van het water in de leiding is 10kg/s Uit deze gegevens volgt de volgende waarde voor de snelheid v = Φm / (ρ × A) = 10 / (998 × 0,31416) = 0,0319m/s Nu de snelheid bekend is kan het Reynolds getal worden uitgerekend. Uit de formule volgt een reynolds getal van: ReD = (ρ × v × D) / η = (998 × 0,0319 × 0,02) / 0,00101 = 630,42
Wrijvingscoëfficiënt en zeta-waarden Het reynolds getal is dus 630,42. Dit getal moet vervolgens worden ingevuld in de formule voor het wrijvingscoëfficiënt. λ = 64 / Re λ = wrijvingscoëfficiënt [-] Re = Kengetal van Reynolds [-]
Om de wrijvingscoëfficiënt uit te rekenen heb je de kengetal van Reynolds nodig. Uit de formule van Reynolds kwam het kengetal 630,42. Als we dit getal invullen in de formule van de wrijvingcoëfficiënt geeft de formule het volgende getal: λ = 64 / Re = 64 / 630,42 = 0,102 Nadat de wrijvingscoëfficiënt is uitgerekend moet de zeta waarden worden uitgerekend. Het uitrekenen van de zeta waarden wordt door de volgende formule gedaan: ζ = λ × (l / D) ζ = Zeta waarde [-] λ = wrijvingscoëfficiënt [-] l = Leidinglengte [m] D = Leidingdiameter [m] • Uit de wrijvings formule kwam een wrijvingscoëfficiënt van 0,102 • De leiding heeft een lengte van 55m • De leiding heeft een diameter van 20mm = 0,02m Dit geeft dat de weerstand een waarde heeft van: ζ = λ × (l / D) = 0,102 × (55 / 0.02) = 280,5
5
Opvoerdruk van de pomp De volgende waarde die moet uit worden gerekend is de waarde voor de opvoerdruk van de pomp. Dit wordt gedaan door de volgende formule ∆Ppomp = ζ × 0,5 × ρ × v² ∆Ppomp = Opvoerdruk pomp [Pa] ζ = Zeta waarde [-] v = De snelheid van het water [m/s] ρ = De dichtheid van het water [kg/m³] • Volgens het boek Toegepaste energieleer heeft water een dichtheid 998 kg/ m³ bij een temperatuur van 20˚C • Het water heeft een snelheid van 0,0319m/s • De zeta waarde is 280,5 De waarde van de opvoerdruk is: ∆Ppomp = ζ × 0,5 × ρ × v² = 280,5 ×0,5 × 998 × (0,0319)² = 142,43Pa
Volumestroom Om het pompvermogen uit te rekenen moet het volumedebiet nog uit worden gerekend dit wordt gedaan door de volgende formule: Φv = v × A Φv = Volumestroom [m³/s] v = Snelheid van het water door de leidingen [m/s] A = Oppervlakte van de leiding [m²] • Het water stroomt met een snelheid van 0,0319m/s door de leidingen • De leiding heeft een oppervlakte van 0,31416m² Als we de snelheid en diameter invullen in de formule van de volumestroom ontstaat het volgende getal: Φv = v × A = 0,0319 × 0,31416 = 0,01 m³/s
6
Pompvermogen Als laatste moet het pompvermogen worden uitgerekend dit wordt gedaan door de volgende formule: Ppomp = Φv × ∆Ppomp Ppomp = Pompvermogen Φv = Volumestroom ∆Ppomp = Opvoerdruk pomp
[W] [m³/s] [Pa]
• De opvoerdruk van de pomp is 142,43Pa • Het volume debiet is 0,01m³/s Als de volumestroom en de opvoerdruk in wordt gevoerd in de formule ontstaat het vermogen van de pomp: Ppomp = Φv × ∆Ppomp = 0,01 × 142,43 = 1,4243 W
HRE Ketel Nu we het pompvermogen weten moet er een bijpassende cv pomp worden gezocht. Maar omdat bepaalde waarde in de formules nog niet bekend of verkeerd zijn is alvast een cv pomp gekozen. Een cv ketel zorgt ervoor dat het opgewarmde water uit de ketel door de leidingen wordt gepompt naar de radiatoren toe. Als de radiatoren zijn opgewarmd wordt het koude water weer terug gepompt naar de ketel zodat de cyclus weer over nieuw kan beginnen. Er is gekozen voor een Intergas Kombi Kompakt HRE 36/30 cw5 ketel. Het heeft een afmeting van 71x45x24 cm en een gewicht van 36kg. Deze ketel heeft een vermogen van 7,1 – 26,3 kW. Daarnaast beschikt deze ketel over de volgende specificaties. Hoogste HR-klasse HR 107 HR warm water 95,8% Zeer laag gasverbruik Gaskeur Schonere Verbranding Comfort warmwaterklasse CW5 9 liter per minuut (60°C) 15 liter per minuut (40°C gemengd) Voorzien van zelflerende ECO-stand Gemakkelijk te installeren Tot 15 jaar garantie op warmtewisselaar 2 jaar garantie op overige onderdelen
Intergas Kombi Kompakt HRE 36/30 cw5 ketel 7
Installatie schema’s A11.1 Verwarmde/gekoelde ventilatielucht, verwarming d.m.v. radiatoren Legenda 1. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 30. 31. 32.
Radiator CV-leidingen Verlichtingsarmatuur Afzuigkanaal Toevoerkanaal Geluiddemper Afzuigventilator Luchtfilter Warmtewiel (zie opties) Kleppensectie Buitenluchtrooster Toevoerventilator Verwarmingsbatterij Bevochtiger (zie opties) Koelbatterij Druppelvanger Lucht inblaasrooster Ketel Koelmachine
A = Afvoerlucht B = Buitenlucht
Installatieconcept Verwarming d.m.v. radiatoren Algemeen toepasbaar Aansluiting op distributiesysteem voor warmwater Geschikt voor alternatieve warmte-opwekkingssystemen Individuele ruimtetemperatuurregeling per 1,8 m mogelijk Door stralingsafgifte in winter lagere luchttemperatuur mogelijk Stralingscompensatie aan de gevel Koeling d.m.v. lucht Korte afkoeltijd Geen individuele ruimtetemperatuurregeling mogelijk Geschikt voor alternatieve koude-opwekkingssystemen Mechanische Ventilatie Aandacht voor tocht Constant ventilatiedebiet Toe- en afvoer van ventilatielucht Gebalanceerde ventilatie mogelijk Toetreding van gefilterde buitenlucht 8
Verwarming en koeling van ventilatielucht Aansluiting op distributiesysteem voor lucht Warmteterugwinning en bevochtiging mogelijk Luchtdebiet gebaseerd op maatgevende koel-/ventilatiebehoefte
Energie prestatie Richtwaarden bij EPC-berekening ΔPventilatie = 1500 Pa
Installatie opties Luchtbehandeling
Zie figuur
Warmteterugwinning - Geen - Recirculatie - Twee-elementensysteem - Kruisstroomwarmtewisselaar - Roterende warmtewisselaar Warmte-opwekking -
Ketel Stadsverwarming Warmte/kracht Warmtepomp Lange termijn warmte-opslag
Koude-opwekking -
Zie figuur
Zie figuur
Compressiekoeling Absortiekoeling Korte termijn koude-opslag Lange termijn koude-opslag Adiabatische koeling Cascade koeling
Code: Geschikte optie Soms toepasbaar Niet van toepassing
Installatiefuncties Installatiefunctie Verwarmen Ventileren Filteren Bevochtigen Koelen Regelen - Verwarming - Koeling
Gebouwniveau
Vertrekniveau
Code
= Aanwezig = Optie = Niet aanwezig
9
A11.3 Verwarmde/gekoelde ventilatielucht, (lucht)naverwarmers Legenda 7. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 30. 31. 32.
(lucht)naverwarmer CV-leidingen Verlichtingsarmatuur Afzuigkanaal Toevoerkanaal Geluiddemper Afzuigventilator Luchtfilter Warmtewiel (zie opties) Kleppensectie Buitenluchtrooster Toevoerventilator Verwarmingsbatterij Bevochtiger (zie opties) Koelbatterij Druppelvanger Lucht inblaasrooster Ketel Koelmachine
A = Afvoerlucht B = Buitenlucht
Installatieconcept Verwarming d.m.v. luchtnaverwarmer (in luchtkanaal Korte opwarmtijd Geïntegreerd verwarmings- en ventilatiesysteem Installatie kan koudeval aan gevel niet opvangen Aansluiting op distributiesysteem voor warm water Geschikt voor alternative warmte-opwekkingssystemen Individuele ruimtetemperatuurregeling per 1,8 m mogelijk Zonder stralingsafgifte in de winter hogere luchttemperatuur nodig Koeling d.m.v. lucht Korte afkoeltijd Geen individuele ruimtetemperatuurregeling mogelijk Geschikt voor alternatieve koude-opwekkingssystemen Mechanische Ventilatie Aandacht voor tocht Constant ventilatiedebiet Toe- en afvoer van ventilatielucht Gebalanceerde ventilatie mogelijk Toetreding van gefilterde buitenlucht Verwarming en koeling van ventilatielucht Aansluiting op distributiesysteem voor lucht Warmteterugwinning en bevochtiging mogelijk 10
Luchtdebiet gebaseerd op maatgevende warmte-/koel-/ventilatiebehoefte
Energie prestatie Richtwaarden bij EPC-berekening ΔPventilatie = 1500 Pa
Installatie opties Luchtbehandeling
Zie figuur
Warmteterugwinning - Geen - Recirculatie - Twee-elementensysteem - Kruisstroomwarmtewisselaar - Roterende warmtewisselaar Warmte-opwekking -
Ketel Stadsverwarming Warmte/kracht Warmtepomp Lange termijn warmte-opslag
Koude-opwekking -
Zie figuur
Zie figuur
Compressiekoeling Absortiekoeling Korte termijn koude-opslag Lange termijn koude-opslag Adiabatische koeling Cascade koeling
Code: Geschikte optie Soms toepasbaar Niet van toepassing
Installatiefuncties Installatiefunctie Verwarmen Ventileren Filteren Bevochtigen Koelen Regelen - Verwarming - Koeling
Gebouwniveau
Vertrekniveau
Code
= Aanwezig = Optie = Niet aanwezig
11
A11.4 Verwarmde/gekoelde ventilatielucht, verwarming d.m.v. stralingsplafond Legenda 3. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 30. 31. 32.
Stralingsplafond CV-leidingen Verlichtingsarmatuur Afzuigkanaal Toevoerkanaal Geluiddemper Afzuigventilator Luchtfilter Warmtewiel (zie opties) Kleppensectie Buitenluchtrooster Toevoerventilator Verwarmingsbatterij Bevochtiger (zie opties) Koelbatterij Druppelvanger Lucht inblaasrooster Ketel Koelmachine
A = Afvoerlucht B = Buitenlucht
Installatieconcept Verwarming D.M.V. stralingsplafond (panelen) Lange opwarmtijd Kleine verticale temperatuurgradiënt Installatie kan koudeval aan gevel niet opvangen Aansluiting op distributiesysteem voor wam water Vrije aanstraling van personen moet zijn gewaarborgd Individuele ruimtetemperatuurregeling per 1,8m mogelijk Door stralingsafgifte in winter lagere luchttemperatuur mogelijk Snelle regeling op operatieve temperatuur. Koeling d.m.v. lucht Korte afkoeltijd Geen individuele ruimtetemperatuurregeling mogelijk Geschikt voor alternatieve koude-opwekkingssystemen Mechanische Ventilatie Aandacht voor tocht Constant ventilatiedebiet Toe- en afvoer van ventilatielucht Gebalanceerde ventilatie mogelijk Toetreding van gefilterde buitenlucht 12
Verwarming en koeling van ventilatielucht Aansluiting op distributiesysteem voor lucht Warmteterugwinning en bevochtiging mogelijk Luchtdebiet gebaseerd op maatgevende koel-/ventilatiebehoefte
Energie prestatie Richtwaarden bij EPC-berekening ΔPventilatie = 1500 Pa
Installatie opties Luchtbehandeling
Zie figuur
Warmteterugwinning - Geen - Recirculatie - Twee-elementensysteem - Kruisstroomwarmtewisselaar - Roterende warmtewisselaar Warmte-opwekking -
Ketel Stadsverwarming Warmte/kracht Warmtepomp Lange termijn warmte-opslag
Koude-opwekking -
Zie figuur
Zie figuur
Compressiekoeling Absortiekoeling Korte termijn koude-opslag Lange termijn koude-opslag Adiabatische koeling Cascade koeling
Code: Geschikte optie Soms toepasbaar Niet van toepassing
Installatiefuncties Installatiefunctie Verwarmen Ventileren Filteren Bevochtigen Koelen Regelen - Verwarming - Koeling
Gebouwniveau
Vertrekniveau
Code
= Aanwezig = Optie = Niet aanwezig
13
A12.1 Verwarmde/gekoelde ventilatielucht, verwarming d.m.v. radiatoren, koeling D.M.V. koelplafond Legenda 1. Radiator 8. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 30. 31. 32.
Koelplafond CV-leidingen Verlichtingsarmatuur Afzuigkanaal Toevoerkanaal Geluiddemper Afzuigventilator Luchtfilter Warmtewiel (zie opties) Kleppensectie Buitenluchtrooster Toevoerventilator Verwarmingsbatterij Bevochtiger (zie opties) Koelbatterij Druppelvanger Lucht inblaasrooster Ketel Koelmachine
A = Afvoerlucht B = Buitenlucht
Installatieconcept Verwarming d.m.v. radiatoren Algemeen toepasbaar Aansluiting op distributiesysteem voor warmwater Geschikt voor alternatieve warmte-opwekkingssystemen Individuele ruimtetemperatuurregeling per 1,8 m mogelijk Door stralingsafgifte in winter lagere luchttemperatuur mogelijk Stralingscompensatie aan de gevel Koeling D.M.V. koelplafond/koelpanelen Kleine verticale temperatuurgradiënt Beperkt zelfregelende koelcapaciteit Door geringe massa snelle regeling mogelijk Alleen geschikt voor afvoer van voelbare warmte Combinatie met verdringingsventilatie is mogelijk Aansluiting op distributiesysteem voor gekoeld water Geschikt voor alternatieve koude-opwekkingssystemen Individuele ruimtetemperatuurregeling per 1,8m mogelijk In plafond geïntegreerde toevoer ventilatielucht mogelijk In plafond geïntegreerde overlangs geluidsisolatie mogelijk Door stralingsafgifte in zomer hogere luchttemperatuur mogelijk Regeling noodzakelijk ter voorkoming van oppervlaktecondensatie 14
Mechanische Ventilatie Aandacht voor tocht Constant ventilatiedebiet Toe- en afvoer van ventilatielucht Gebalanceerde ventilatie mogelijk Toetreding van gefilterde buitenlucht Verwarming en koeling van ventilatielucht Aansluiting op distributiesysteem voor lucht Warmteterugwinning en bevochtiging mogelijk Luchtdebiet gebaseerd op maatgevende koel-/ventilatiebehoefte Energie prestatie Richtwaarden bij EPC-berekening ΔPventilatie = 1500 Pa
Installatie opties Luchtbehandeling
Zie figuur
Warmteterugwinning - Geen - Recirculatie - Twee-elementensysteem - Kruisstroomwarmtewisselaar - Roterende warmtewisselaar Warmte-opwekking -
Ketel Stadsverwarming Warmte/kracht Warmtepomp Lange termijn warmte-opslag
Koude-opwekking -
Zie figuur
Zie figuur
Compressiekoeling Absortiekoeling Korte termijn koude-opslag Lange termijn koude-opslag Adiabatische koeling Cascade koeling
Code: Geschikte optie Soms toepasbaar Niet van toepassing
15
Installatiefuncties Installatiefunctie Verwarmen Ventileren Filteren Bevochtigen Koelen Regelen - Verwarming - Koeling
Gebouwniveau
Vertrekniveau
Code
= Aanwezig = Optie = Niet aanwezig
16
A12.5 Verwarmde/gekoelde ventilatielucht, verwarming d.m.v. (lucht)naverwarmers, koeling D.M.V koelplafond Legenda 7. 8. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 30. 31. 32.
(lucht)naverwarmer Koelplafond CV-leidingen Verlichtingsarmatuur Afzuigkanaal Toevoerkanaal Geluiddemper Afzuigventilator Luchtfilter Warmtewiel (zie opties) Kleppensectie Buitenluchtrooster Toevoerventilator Verwarmingsbatterij Bevochtiger (zie opties) Koelbatterij Druppelvanger Lucht inblaasrooster Ketel Koelmachine
A = Afvoerlucht B = Buitenlucht
Installatieconcept Verwarming D.M.V. luchtnaverwarmer (in luchtkanaal) Korte opwarmtijd Geïntegreerd verwarmings- en ventilatiesysteem Installatie kan koudeval aan gevel niet opvangen Aansluiting op distributiesysteem voor warm water Individuele ruimtetemperatuurregeling per 1,8m mogelijk Geschikt voor alternatieve warmte-opwekkingssystemen Zonder stralingsafgifte in de winter hogere luchttemperatuur nodig. Koeling D.M.V. koelplafond/koelpanelen Kleine verticale temperatuurgradiënt Beperkt zelfregelende koelcapaciteit Door geringe massa snelle regeling mogelijk Alleen geschikt voor afvoer van voelbare warmte Combinatie met verdringingsventilatie is mogelijk Aansluiting op distributiesysteem voor gekoeld water Geschikt voor alternatieve koude-opwekkingssystemen Individuele ruimtetemperatuurregeling per 1,8m mogelijk In plafond geïntegreerde toevoer ventilatielucht mogelijk In plafond geïntegreerde overlangs geluidsisolatie mogelijk Door stralingsafgifte in zomer hogere luchttemperatuur mogelijk 17
Regeling noodzakelijk ter voorkoming van oppervlaktecondensatie
Mechanische Ventilatie Aandacht voor tocht Constant ventilatiedebiet Toe- en afvoer van ventilatielucht Gebalanceerde ventilatie mogelijk Toetreding van gefilterde buitenlucht Verwarming en koeling van ventilatielucht Aansluiting op distributiesysteem voor lucht Warmteterugwinning en bevochtiging mogelijk Luchtdebiet gebaseerd op maatgevende koel-/ventilatiebehoefte Energie prestatie Richtwaarden bij EPC-berekening ΔPventilatie = 1500 Pa
Installatie opties Luchtbehandeling
Zie figuur
Warmteterugwinning - Geen - Recirculatie - Twee-elementensysteem - Kruisstroomwarmtewisselaar - Roterende warmtewisselaar Warmte-opwekking -
Ketel Stadsverwarming Warmte/kracht Warmtepomp Lange termijn warmte-opslag
Koude-opwekking -
Zie figuur
Zie figuur
Compressiekoeling Absortiekoeling Korte termijn koude-opslag Lange termijn koude-opslag Adiabatische koeling Cascade koeling
Code: Geschikte optie Soms toepasbaar Niet van toepassing
18
Installatiefuncties Installatiefunctie Verwarmen Ventileren Filteren Bevochtigen Koelen Regelen - Verwarming - Koeling
Gebouwniveau
Vertrekniveau
Code
= Aanwezig = Optie = Niet aanwezig
19
Specificaties van het eind concept verwarmingsinstallatie Een radiator is een warmtewisselaar. Radiatoren worden gebruikt om warmte uit een doorstromende vloeistof af te staan aan langsstromende lucht. De warmte-uitwisseling gebeurt doorgaans volgens het tegenstroomprincipe: het warme water stroomt van boven en koelt af naar onder toe, terwijl de opgewarmde lucht langs de radiator omhoog stroomt (omdat warme lucht lichter is dan koude lucht). De radiator verwarmt de ruimte door convectie en zo goed als niet door straling (dus radiatie), zoals volgt uit de Wet van Stefan-Boltzmann. Om de warmte-overdracht zo efficiënt mogelijk te maken heeft men de radiator een specifieke vorm aangemeten: geribbeld en verticale onderbrekingen. De ribbels zorgen voor een vergroting van het contactoppervlak tussen lucht en radiator, de verticale bouw vergroot de snelheid van de opstijgende lucht langs de radiator. Deze beide factoren zorgen voor een snellere opwarming. Voordelen Ruimte is sneller verwarmd vanuit een koude situatie Goedkoopste manier van verwarmen Het kan ook dienen om iets te drogen Nadelen Snel last van trek omdat er maar op een paar plekken lucht wordt verwarmt Zichtbare leidingen Ze hangen snel in het zicht en ze zijn nauw niet bepaalt mooi. Neemt ruimte in Maakt af en toe vervelend lawaai Thermrad Super 8 Compact De Thermrad Super-8 compact radiator De Thermrad Super-8 compact radiatoren zijn radiator die al veel gebruikt wordt in kantoor gebouwen. Ten behoeve van optimaal installatiegemak is hij uitgerust met in totaal 8 leidingaansluitingen. Er zijn veel verschillende afmetingen dit zijn de 3 die wij gebruiken.
Thermrad - Radiator 500 x 2400 mm type 33 , 6192 Watt
20
Thermrad - Radiator 500 x 1200 mm type 22 , 2194 Watt
Thermrad - Radiator 500 x 900 mm type 11 , 908 Watt
21
Het standaard verlies is 72.81 Watt per m2 als de kamer 20 Graden is. De grote van de ruimte bepaald ook dus de grote van de radiatoren. Er kan in hoogte en lengte gevarieert worden. We houden de hoogte op 0.5 m en de lengte verschilt per ruimte. Verdieping 0 Ruimtenaam
Warmteverlies [W/m^2]
oppervlakte [m^2]
Presentatieruimte R&D Ruimte Grote showroom Hal Gang Afhaal goederen Trafo LSR Gas LM WC Heren WC Dames Berging+omgeving
72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81
181.50 85.96 267.00 338.00 282.50 71.00 9.10 9.13 2.05 2.05 8.96 8.96 57.00
Benodigde warmte toevoer [W] 13215 6258 19440 24609 20568 5170 662 665 149 149 652 652 4150
Soort radiator
0.5 x 2.4 (2 stuks) 0.5 x 2.4 0.5 x 2.4 (3 stuks) 0.5 x 2.4 (4 stuks) 0.5 x 2.4 (3 stuks) 0.5 x 2.4 0.5 x 0.9 0.5 x 0.9 0.5 x 0.9 0.5 x 0.9 0.5 x 2.4
Verdieping 1 Ruimtenaam
Warmteverlies [W/m^2]
oppervlakte [m^2]
Dames kleedkamer Heren kleedkamer Dames toilet Heren toilet Vergaderzaal Spreekkamer Technische ruimte Directie ruimte Hokjes WC Trap Computerruimte klein Computerruimte groot Showroom/vergaderzaal Gang
72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81
22.14 39.21 7.00 11.35 290.91 38.17 56.56 310.57 37.00 17.10 8.00 12.00 35.75 243.75 262.00
Benodigde warmte toevoer [W] 1612 2855 510 826 2182 2780 4118 22613 2694 1245 582 874 2603 17747 19076
Soort radiator
0.5 x 1.2 0.5 x 1.2 0.5 x 0.9 0.5 x 0.9 0.5 x 1.2 0.5 x 1.2 0.5 x 2.4 0.5 x 2.4 (4 stuks) 0.5 x 1.2 0.5 x 1.2 0.5 x 0.9 0.5 x 0.9 0.5 x 1.2 0.5 x 2.4 (3 stuks) 0.5 x 2.4 (3 stuks)
22
Verdieping 2 Ruimtenaam
Warmteverlies [W/m^2]
oppervlakte [m^2]
Benodigde warmte toevoer [W] 65419 23882 10557 2329 600 1020
Soort radiator
Kantoor Vergaderzaal Gang Schoonmaakhokken WC Trap
72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81
898.50 328.00 145.00 32.00 8.25 14.00
Ruimtenaam
Warmteverlies [W/m^2]
oppervlakte [m^2]
Soort radiator
898.50 328.00 145.00 32.00 8.25 14.00
Benodigde warmte toevoer [W] 65419 23882 10557 2329 600 1020
Kantoor Vergaderzaal Gang Schoonmaakhokken WC Trap
72.81 72.81 72.81 72.81 72.81 72.81
Ruimtenaam
Warmteverlies [W/m^2]
oppervlakte [m^2]
Benodigde warmte toevoer [W]
Soort radiator
Technische ruimte
72.81
572.64
41694
0.5 x 2.4 (6 stuks)
0.5 x 2.4 (10 stuks) 0.5 x 2.4 (4 stuks) 0.5 x 2.4 (2 stuks) 0.5 x 1.2 0.5 x 0.9 0.5 x 0.9
Verdieping 3
0.5 x 2.4 (10 stuks) 0.5 x 2.4 (4 stuks) 0.5 x 2.4 (2 stuks) 0.5 x 1.2 0.5 x 0.9 0.5 x 0.9
Verdieping 4
Thermrad - Radiator 500 x 2400 mm type 33 , 6192 Watt 64 stuks Thermrad - Radiator 500 x 1200 mm type 22 , 2194 Watt 9 stuks Thermrad - Radiator 500 x 900 mm type 11 , 908 Watt 12 stuks
23
Pomp De circulatipomp zorgt voor een goede circulatie van het verwarmingswater. Deze UPS van Grundfos is een centrifugaalpomp met ingekapselde rotor voor het rondpompen van water in verwarmingsystemen in commerciële gebouwen. Deze pompen zijn gebaseerd op een technologie van pompen zonder asafdichting met ingekapselde rotor. De verpompte vloeistof koelt en smeert de motor en de andere draaiende onderdelen. Grote UPS circulatiepompen worden typisch gebruikt in commerciële gebouwen zoals scholen, ziekenhuizen en kantoorgebouwen voor het rondpompen van huishoudelijk warm water, verwarmingswater en airconditioningvloeistoffen.
Voordelen - Geen onderhoud tijdens de gebruiksduur van de pomp - Geen kans op lekkage - Geen lawaai - Drie toerentalinstellingen
Waterleiding Een waterleiding is een leiding waardoor water wordt getransporteerd van A naar B. Met een waterleiding wordt meestal de leiding voor het transport van drinkwater bedoeld. Deze leidingen liggen hoofdzakelijk in de grond en bevinden zich tevens in huizen en gebouwen. De waterleidingen kunnen van verschillend materiaal gemaakt zijn, zoals koper, lood, polyetheen (PE), polyvinylchloride (PVC), gegalvaniseerd staal, asbestcement etcetera. Wij kiezen voor stalen CV-leidingen met een diameter van 22 mm, omdat dat aanbevolen werd bij de radiator. Deze moeten alleen wel nog geïsoleerd worden met buisisolatie. Toch is dit de goedkoopste oplossing.
24
Regel installatie Een klimaat systeem dient dusdanig geregeld te worden zodat de gestelde klimaat eisen worden gewaarborgd. Hiervoor dient de regelinstallatie. De regelinstallatie is ook een installatie voor het signaleren van storingen en ingrijpen bij storingen. Alle installaties zoals ventilatoren, radiatoren, air coditioners etc.. worden bestuurd/geregeld door middel van de regelinstallatie. Uitgangspunten Er zijn gestelde eisen aan het ontwerp van de regelinstallatie. Deze eisen gaan over de klimaatseisen en de brandveiligheid. Opbouw installatie De regel installaties zijn verspreid over het gebouw. Hier hebben wij voor gekozen omdat dit een aantal voordelen met zich mee brengt namelijk:
Een grote regel module is niet mogelijk. Dit heeft tot voordeel dat de storingen in één regel module geen storingen opleveren in het gehele regelsysteem De verbindings kabels naar de installaties zijn een stuk korter waardoor kosten worden gedrukt
Figuur 1 opbouw regel installatie
Zoals te zien is in de tekening zijn de regelmodules gescheiden en beïnvloeden elkaar niet. Er is een regel en een schakel module per etage. Ze worden gecontroleerd op een centrale computer.
25
Regeling klimaatinstallaties De regelingen verschillen per installatie en ruimte. Regeling verwarmde/gekoelde lucht We kunnen onderscheid maken tussen twee soorten ruimtes in ons gebouw. Kantoor ruimte en de werkplaats. Deze beide klimaten worden naar behoefte en eisen aangestuurd om te koelen of te verwarmen. Regeling ventilatoren Deze is gekoppeld aan de verwarmde/ gekoelde lucht toevoer, naar behoefte gaan de ventilatoren harder of zachter roteren zodat er minder of meer lucht wordt toegevoerd. Regeling radiatoren De radiatoren worden ingesteld naar behoefte, tijd en seizoen. Regeling blusgasinstallatie Deze installatie gaat meteen werken als de sensoren van de installatie merken dat er brand is. Er wordt dan blusgas losgelaten die het vuur dooft
Regeling installatie in geval van brand In geval van branddetectie door het brand meld systeem worden de klimaatinstallaties uitgeschakeld met uitzondering van de ventilatoren welke zorgen voor de luchtwisselingen van de kleine ruimten. Deze ventilatoren blijven werken om ervoor te zorgen dat het blusgas ook in de kleine depotruimten komt. Regeling van de installatie in geval van stroom uitval Als de stroom uitvalt valt de klimaatsinstallatie ook uit. Alle elektrische kleppen die dicht waren blijven dicht en de kleppen die open waren blijven open, er wordt geen lucht meer rond gepompt etc.De ingestelde waarden van het systeem blijven echter wel gewaarborgd door het back up systeem.
Regeling bij storingen in het klimaatsysteem Als er een storing optreedt binnen het systeem wordt dit gemeld aan het beheersysteem(computer. Hiervandaan kan eventueel een melding worden gedaan naar de centrale meldkamer. Hiervandaan kan als nodig een installateur worden ingeschakeld.
26
Blusgasinstallatie Blusgasinstallaties worden al vele decennia toegepast om goederen en apparatuur te beschermen tegen de gevolgen van brand. Blusgasinstallaties worden vooral toegepast in situaties waarbij water als blusstof minder geschikt is. Voorbeelden hiervan zijn blusgasbeveiligingen in computerruimten en opslaggebouwen voor bepaalde gevaarlijke stoffen. Tevens kunnen blusgasinstallaties worden gebruikt voor het beveiligen van afzonderlijke objecten zoals gasturbines en schakelkasten. In sommige gevallen worden de blusgasinstallatie aangebracht op verzoek van een gebruiker/eigenaar om zijn brandrisico’s te beperken. Andere installaties worden vereist door een verzekeraar als onderdeel van een verzekeringscontract, of worden door de overheid als voorwaarde gesteld voor het verlenen van een bouw- of milieuvergunning. In alle gevallen dient de blusgasinstallatie te zijn afgestemd op het risico dat beschermd moet worden en deze bescherming dient gehandhaafd te blijven. Om verzekerd te zijn van een adequate beveiliging wordt in veel gevallen een certificering van de blusgasbeveiliging vereist. Hiermee wordt bereikt dat de blusgasbeveiliging niet alleen bij oplevering voldoet aan de eisen en de bescherming waarborgt die men er redelijkerwijs van mag verwachten, maar ook tijdens de volgende jaren hieraan blijft voldoen.
Normen Voor blusgasinstallaties wordt in Nederland vaak gebruik gemaakt van buitenlandse voorschriften, zoals de CEA 4007 ISO 14520 of VdS norm 2093. Soms ook wordt gebruik gemaakt van de NFPA 2001 en FM-Data sheets, De voor de activering van de blusgasinstallatie noodzakelijke brandmeldinstallatie wordt, vrijwel altijd aangelegd conform de NEN 2535 (1996 editie), terwijl voor ontruimingsalarminstallaties NEN 2575 wordt toegepast. Certificeringprocedure Om blusgasinstallaties in aanmerking te kunnen laten komen voor een certificaat dient de volgende procedure te worden gevolgd: - Door een geaccrediteerde inspectie instelling wordt een toetsingsdocument opgesteld. In dit document worden alle relevante inspectiecriteria en afkeurcriteria met betrekking tot de installatie, installaties van derden, bouwkundige voorzieningen, het gebruik, het beheer en het onderhoud vastgelegd; - Aan de hand van het door betrokken partijen goedgekeurde toetsingsdocument wordt de installatie ontworpen door een installateur, die hiertoe is erkend door een voor brandbeveiliging geaccrediteerde certificeringsinstelling (conform de norm NEN-EN 45011/45012); - De ontwerpdocumenten die zijn vervaardigd door de erkende installateur worden door de inspectie instelling gecontroleerd en getoetst aan het toetsingsdocument. Na goedkeuring van het ontwerp, wordt de installatie door de erkende installateur aangelegd; - Na voltooiing van de installatie verricht de inspectie instelling een eindinspectie, waarna inspectierapporten worden opgesteld. Bij positief resultaat kan een certificaat door de inspectie instelling worden afgegeven. Om dit certificaat te kunnen continueren, dient de installatie daarna af en toe te worden geïnspecteerd.
27
Verschillende Blusgassen Argon Een argon blusgasinstallatie is bijzonder geschrikt voor ruimte met gevoelige of kostbare elektrische of elektronische apparatuur, die niet aan grote schommelingen van temperatuur mogen blootstaan. Tijdens blussing heeft Argon geen koelende werking. De toegepaste blusconcentratie levert in de regel geen gevaar op voor de mensen. CO2 In nagenoeg alle bedrijfstakken worden CO2 blusinstallaties toegepast. Ze worden onder meer toegepast in machine en pompkamers, drukpersen, productieruimtes, spuitcabines, opslagruimte en technische ruimtes. Het afkoelend neveneffect van CO2 maakt het ongeschikt voor toepassingen waarbij temperatuurschommelingen niet toegelaten zijn, zoals bij productielijnen in de halfgeleiderindustrie of hooggevoelige meet- en regel apparatuur. CO2 kan zowel voor ruimteblussing als objectblussing worden gebruikt. CO2 wordt opgeslagen in hogedrukflessen of als lagedruk CO -, in een gekoelde tank. FE-25 en FM-200® Fe-25 en FM-200® zijn chemische blusgassen die ontwikkeld zijn als vervanger van Halon-1301. De blussende werking is gebaseerd op een snelle opname van de verbrandingswarmte van de brandstof. Door deze warmte-onttrekking wordt het verbrandingsproces gestopt. Tevens treedt er locaal een gering zuurstofverdrijvend effect op. De toegepaste blusconcentratie levert in de regel geen gevaar op voor mensen. Novec™1230 Novec™1230 is een milieuvriendelijk blusgassysteem met unieke eigenschapen en vele voordelen. De blusstof is opgeslagen als vloeistof maar blust als een gas. In verhouding met andere chemische blusgassen heeft Novec™1230 het laagste Global Warming Potential. Met een GWP ≤ 1 is dit gelijk aan het natuurlijke gas CO2. Tevens heeft Novec™1230 een atmosferische levensduur van slechts 5 dagen. Novec™1230 heeft geen nadelige invloed op de gezondheid en heeft een veiligheidsmarge die 100% hoger ligt dan bij andere blussystemen. De blusstof bereikt de blusconcentratie al binnen 10 seconde en is geschikt voor branden van klasse A, B en branden aan elektrische installaties of systemen. Wereldwijd is de blusstof en het systeem goedgekeurd door Vds.
28
Werking Direct systeem De detectie/blusleiding is gesitueerd in het te beschermen object. Ontstaat er een temperatuurverhoging of een brand, dan zal de detectieleiding op dat punt smelten. De blusstof uit de cilinder zal, op de plaats van het doorsmelten van de detectie/blus leiding, in de richting van de brand spuiten waardoor deze geblust wordt. Dit systeem is niet handmatig te activeren.
Werking Indirect systeem De werking is globaal gelijk aan het directe systeem. De detectie/blusleiding zoals bij het directe systeem, is hier enkel een detectieleiding. Er zal dus geen blussing plaatsvinden via deze leiding. Een blusleiding komt vanaf de fles naar het te beschermen object. Smelt de detectieleiding, dan zal de blusstof via de blusleiding de cilinder verlaten. Door een explosiekop te plaatsen, kan dit systeem handmatig bediend worden.
Gekozen concept Wij hebben gekozen voor de directe werking systeem met de blusgas argon. Het is de meest mileu vriendelijke. CO2 heeft de goedkoopste prijs per liter maar omdat er meer voor nodig is, is argon goedkoper per M3. De prijs bedraagt zo’n € 40.000 voor de instalatie en het plaatsen ervan.
Bron: www.westhart.nl www.bureauveritas.nl www.brandweerkennisnet.nl 29