Hilversum, 29 oktober 2009
Beste studenten, Goed dat je meedoet aan Mediamovies. Hogeschool Iselinge, Mijn kindonline en Teleac verzorgen samen dit project. Mediamovies heeft tot doel leraren te helpen bij het verzorgen van lessen over mediawijsheid. Alle leerkrachten van groep 7/8 in Nederland worden voorzien van mediamovies. En het script voor zo’n movie maak jij! Een aantal mediamovies wordt uitgezonden binnen het Schooltvweekjournaal maar alle movies kunnen ook op zichzelf staan.
Context Mediawijsheid is een breed begrip waar leerkrachten zich niet altijd raad mee weten. De onderwerpen die vallen onder de mediawijsheids-paraplu zijn dan ook divers. Hoe ga je met elkaar om op internet? Hoe zit een krant in elkaar? Hoe herken je reclame? Hoe bepaal je welke informatie betrouwbaar is? Zeker als het gaat om nieuwe media hebben leraren dikwijls het gevoel dat ze tekort schieten. Ze weten te weinig, vinden ze, en ze beschikken niet over de materialen die een les over media kunnen ondersteunen. Het zou helpen als leerkrachten hulpmiddelen krijgen die ze kunnen inzetten om met kinderen in gesprek te gaan. Door de mediamovies en het lesmateriaal, leren docenten hun kennis over de YouTube-generatie te vergroten én je geeft ze middelen om met deze kinderen te praten over hun media-gedrag.
Masterclass In de masterclass komen de volgende vragen aan bod: Wat Hoe Hoe Hoe Hoe
wil je vertellen? bouw je een tv-verhaal op? schrijf je teksten voor tv? verbeeld ik mijn verhaal? schrijf ik een script?
We hopen dat je met de twee masterclasses tot een uitgewerkt script komt waarmee de Schooltv regisseur uit de voeten kan! Succes en plezier! Rein en Juliette
SchoolTV- weekjournaal
Algemeen Het Schooltv-weekjournaal is een crossmediaal project. Doelstelling van het project is: Het Schooltvweekjournaal wil nieuws, achtergronden en maatschappelijke thema’s begrijpelijk maken voor leerlingen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs. Het programma geeft invulling aan het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld. En er komen kerndoelen aan bod uit het gebied Mens en samenleving.
Crossmediaal Goed een crossmediaal project. Wat is dat nou precies? Er zijn veel definities van crossmedia. Voor ons betekent het dat het Schooltv-weekjournaal bestaat uit een tv programma, een internetsite en een tweewekelijkse krant. Elk medium vervult zijn eigen functie en zo vormen alle onderdelen een geheel.
De functies Tv-programma
• • •
Het tv-programma brengt je op de hoogte van gebeurtenissen in de wereld (informatie) Het tv programma maakt leerlingen nieuwsgierig naar de wereld om hun heen. Het lokt uit tot napraten en discussie. (prikkelen) Het tv-programma is de aanjager van de andere onderdelen van het project. (aanjager)
Kindersite
• • •
De site zorgt voor verdieping van onderwerpen uit het Stvw. Je vindt er feitelijke achtergrondinformatie en die informatie is lang houdbaar. (verdieping) De site vraagt om een actieve rol van de gebruiker bij het Stvw en haar onderwerpen. (verwerking / delen) De site zorgt voor betrokkenheid van de kijker bij het Stvw en vice versa. (delen)
Kinderkrant en handleiding • •
Krant / lessen zorgen voor een goede evaluatie van het Stvw op tv. (verwerking) Krant / lessen zorgen voor ondersteuning bij lessen mediaeducatie. (ondersteuning)
Mr Right Mr. Right voelt als jouw grote broer. Hij helpt je overleven in een wereld die digitaal, puberaal en hot is.
Doelstelling algemeen • • • •
Mr Right zorgt voor een rustmoment in de uitzending Mr Right leert leerlingen hoe ze zich kunnen gedragen in sociale situaties Mr Right zet leerlingen aan tot (creatieve, positieve) actie Mr Right zorgt ervoor dat leerlingen meer Stvw willen(aanjager).
Personages
Geen “Alles is liefde” of “Gooische vrouwen” zonder acteurs. Geen Zembla of het 8 uur journaal zonder presentatoren. Ze zijn nodig om het verhaal goed en duidelijk te vertellen. Of ze daarin slagen hangt van hun kwaliteiten af, en soms van je eigen voorkeuren en smaak.
Bij drama Karakters moeten: Geloofwaardig zijn, je moet je ermee kunnen identificeren. Je kan je er toe aangetrokken voelen of juist tegen afzetten, maar er moet een identificatiemogelijkheid zij, anders haak je af. Hoe meer je van het karakter weet, hoe beter: Jij bent tenslotte de schrijver. Als jij het niet weet, wie dan wel? Dingen waar je aan kan denken zijn: Uiterlijk: Hoe ziet hij/zij eruit, wat draagt hij/zij graag of juist niet. Hoe spreekt het karakter, ABN, dialect, spraakgebrek. Achtergrond: Milieu, positie in maatschappij, hobbies. Innerlijk: Wat zijn iemands grootste dromen, wensen, verlangens, grootste angsten. Wat zijn de karaktertrekken: doorzetter/ geeft gauw op, extravert/introvert, goed van vertrouwen/wantrouwig, neemt graag risico’s, voorzichtig, etc. Zijn er meer karakters, zoek naar tegenstellingen. Wat is de verhouding, wat is de hiërarchie tussen de personen. Posities kunnen wijzigen, kantelen, machtsposities verschuiven. Wat vinden de hoofdpersonen van elkaar, hoe kijken ze tegen elkaar aan.
Drama is conflict Hoofdpersoon zal voor dilemma’s geplaatst moeten worden. Hij wil een bepaald doel bereiken, maar vindt op zijn weg obstakels. In de vorm van externe gebeurtenissen: Ik kom in de file terecht, en ben al laat. In de vorm van personen: vader: ik verbied je om met die jongen om te gaan. In de vorm van interne conflicten: Ik vind dat meisje leuk, maar ik durf haar niet aan te spreken. Het kan ook een conflict zijn tussen emotie en ratio: Het is beter als ik niet teveel drink, maar het is zo lekker. Een verkeerde inschatting: De leuke jongen, blijkt een loverboy. Een vooroordeel: Homo’s zijn vies.
Elke beslissing die de hoofdpersoon neemt heeft consequenties: Hij leert ervan of niet. Bij alles geldt: het verhaal roept emotie op, betrokkenheid bij de kijker. Zoek naar situaties waarin het karakter van de hoofdpersoon optimaal tot uiting komt: competitief persoon wedstrijd laten spelen. Of juist degene die het minst ervoor in aanmerking komt. Ook van belang is, hoe het afloopt: Is de persoon er in geslaagd de obstakels te overwinnen ( happy end) of is hij daar niet in geslaagd ( geen happy end).
Hulpmiddel voor schrijver: Schrijf biografie van hoofdpersoon, evt. in ik-vorm. Schrijf een dag in het leven van….
Presentatie en voice-over De theorie over personages kan je gebruiken bij het kiezen van je presentator of voice over.
Rollen Ook zij kunnen rollen spelen: Onderzoekend, nieuwsgierig, zakelijk, gebruikt hij humor, of juist niet, wil hij/zij uitdagen, blootleggen, confronteren of juist een gezellig interview.
Stijlen En hoe doet de presentator dat vervolgens. Welke stijl hanteert hij. Rutger Castricum van Geen Stijl gebruikt een andere stijl dan Clairy Polak bij Nova. Toch kunnen ze beiden een confronterende rol aannemen.
Voice-over De voice-over is de stem die je hoort onder de beelden. Ook de voice over hoeft niet een neutrale stem te zijn, maar kan ook een rol spelen, bijvoorbeeld meer vertellend van aard. Een opvallende vooice-over hoor je bijvoorbeeld bij Man bijt hond.
Net zo goed als niet iedere acteur geschikt is voor elke rol, zo is ook niet iedere presentator geschikt voor elk programma. Beeld je maar eens in dat Paul de Leeuw het acht uur journaal zou presenteren of Sascha de Boer de Lama’s… Soms kiest de maker er voor alleen de beelden het verhaal te laten vertellen, zonder voice over of presentatie, zoals in “Our daily bread”.
Dit was de allereerste kennismaking met een van de hoofdrolspelers uit Vrienden zonder Grenzen. Uiteindelijk is het karakter Lars nog voor een groot gedeelte veranderd.
Karakterbeschrijving Lars is een 18 jarige, slungelachtige jongen. Beslist niet knap , maar heeft toch wel iets mannelijks. Hij rookt graag jointjes, drinkt graag en veel sterke drank. Daar voelt ie zich relaxed bij, het doet hem goed, vaak daarna heeft ie een kater en voelt zich down. Hij houdt van hardrock, Audioslave, Nickelback, Black Crowes.Draagt graag leren jacks, t’shitrs in camouflagekleuren en camouflagejacks. polsbandjes met punten, laarzen, spijkerbroeken. Lars heeft een laag zelfbeeld. Heeft weinig vertrouwen, is een einzelganger en heeft weinig inlevingsvermogen in anderen. Er kan iets van een dreiging om hem heen hangen. Hij is niet bang zijn vuisten te gebruiken, maar geweld keert hij niet zo snel op mensen, maar op dingen. Zjin grote liefde is zijn motorfiets, hij werkt ook als motormonteur. Als ie aan zijn motor sleutelt draagt ie een overall, want netjes op zijn kleren. Lars droomt ervan motorracer te worden. Gaat graag naar de TT, kijkt graag naar eurosport, overal waar maar motorraces te zien zijn. Hij zou graag een held zijn. Hij wil graag trouwen met een leuke meid, zo iemand als Astrid. Niet bloedmooi, daar wordt ie alleen maar jaloers van, en die zijn toch niet voor hem weggelegd, maar wel een net meisje, dat gaat voor gezelligheid, beetje uitgaan, en samen met hem aan de toekomst wil bouwen. Hij woont nog bij zijn ouders in een eenvoudige buurt. Zijn kamer ziet er donker uit. Zwart,donkerbrui, paarstinten. Posters met motors met daarop mooie meiden. Kalender met blote meiden. Verder vrij kaal en netjes. Hij heeft een luchtbuks en schiet graag, niet op dieren of mensen, maar op doelen. Precies zijn, dat is belangrijk, niet slordig, maar exact. Dingen hebben hun plaats, net zoals een jongen bij een meisje hoort.
DAG UIT HET LEVEN Als Lars opstaat, dan gooit ie het dekbed van zich af, en begint met een paar keer zich op te drukken en naar zijn dumbells te grijpen. Dan kijkt ie in de spiegel, bekijkt met enig meewaren zijn puisten, zucht en gaat onder de douche. Daar rukt ie zich af. Hij twijfelt aan de lengte van zijn pik. Is ie wel groot genoeg. Hoe vinden de meiden hem. Hij weet dat ie niet heel aantrekkelijk is. Soms lukt het aftrekken hem niet. Hij heeft ’s een affaire gehad, die liep niet goed. Hij wist niet naar binnen te komen bij het meisje, ze hielp hem niet. Ze baalde dat het niet lukte. Lange tijd heeft ie toen niet meer gedurfd. Hij is toen een keer naar de hoeren gegaan. Dat was wel een hele ervaring. Dat lukte ook al niet, maar een tweede keer, ging het goed. Het was een aardige meid, die hem goed hielp. Hij is er nog een keer geweest, daarna was ze er niet meer. Zo’n meisje zoekt ie niet, want een hoer is leuk voor een keer, mar als zijn eigen vriendin zo zou zijn, dat zou ie niet goedkeuren. Als ie klaar is met douchen, doet ie zijn deo op en doet zijn boxershort aan. Hij is redelijk tevreden met zijn lijf. Mager maar gespierd. Hij weet dat bepaalde meiden daar op kicken. Hij traint vaak met zijn dumbells en halter. Hij trekt zijn kleren aan, die op zijn stoel liggen. Hetzelfde t-shirt als gisteren, strakke spijkerbroek. Hij kamt zijn haar en doet er gel in. Dan gaat ie naar beneden en eet staande een boterham en maakt zijn brood klaar. Hij gaat op zijn motor, die hij goed heeft beveiligd, en start de motor. Hij doet zijn favoriete muziek aan en gaat naar zijn werk op een industrieterrein. Daar assembleert hij met zijn collega’s motorfietsen. In de pauze rookt ie een sjekkie en drinkt koffie. Om vijf uur gaat ie naar de poolhal om een potje te poolen. Daar ontmoet ie zijn kroegvrienden. Het blijven kroegvrienden, waar hij verder niet zoveel contact mee heeft. Maar het is altijd wel lachen met die gasten. Speciaal als er weer ’s een lekkere stoot voorbijkomt, of Lia die serveert. Jesus, daar kan ie niet genoeg van krijgen, helaas, die is al voorzien. Bovendien, als zij naar hem lacht, kijkt ie gauw weg, zo verblindend mooi, daar kan ie toch nooit bij, dat is te hoog gegrepen. Met zijn kroegmaten heeft ie het over motoren, meiden, over de buurt en ze drinken bier, veel bier. Dan gaat Lars naar de coffeeshop om zijn dagelijkse portie wiet te halen. Alleen al de geur maakt hem blij. Dat is zo allejezus lekker. Hier kan ie wel een paar uur lekker voor zich uit zitten staren en dromen van een overwinning op de TT, gehuldigd worden, zijn foto in de krant. Mooie meiden om hem heen.
Erkenning, ff in de belangstelling staan. Als het spul is uitgewerkt bonkt ie neer op de harde vloer van de werkelijkheid. Dat zal ie nooit bereiken. Zo’n positie. Ach wat, laat hem maar lekker assembleren. En die pukkels, nou ja. Hij kijkt wel ’s naar zo’n extreme make over programma, en denkt zich dan op te geven. Maar dat doet hij nooit. Dat durft ie niet. Dan zou iedereen zien, dat ie er mee zit. En dat wil hij niet. Lars heeft nog een broertje, een nakomertje van 12. Geert. Hij is gek op zijn jonge broertje, die hij graag beschermt en bij wie hij zich beter voor kan doen, dan hij zich voelt. Kom je aan Geert, dan kom je aan Lars. Na het eten sleutelt Lars graag aan zijn motor, fijn tunen, en lekker scheuren. Dan nog even thuis voor de buis beneden en dan naar boven, waar hij achter zijn computer naar motorsites en pornosites kijkt. Op MTV ziet ie hiphop, na twaalven met al die geile wijven. Het is absoluut niet zijn muziek, maar de wijven zijn wel lekker. En zo gaat de week voorbij en de volgende. Lars gaat op vakantie met een paar motorvrienden. Soms een weekendje weg, scheuren in Duitsland, in de Ardennen. Kamperen. Het liefst doet ie dat met een vriendin, lekker neuken in een tent, Jezus dat zou lekker zijn. Maar meestal blijft het bij een vriend of alleen. De leefwereld van Lars is klein. Het liefst zou hij alle TT’s ter wereld afgaan, maar ja zoveel geld verdient ie niet. De motor en de benzine zijn duur, en de ring heeft hem ook al goud geld gekost. Zijn vrienden: Mattie, een rooie reus. Grote BMW onder zijn kont. Grote bek, alles is groot aan hem. Heeft werkelijk overal schijt aan. Beetje botte bouwvakker, maar je kan wel met hem lachen. Heeft altijd de nieuwste moppen. Lars kijkt wel een beetje tegen hem op. Is soms wel een beetje bang voor hem. Ziet Mattie als zijn grote broer. Mattie mag Lars wel, maar hij heeft iets onbetrouwbaars. Mattie is licht ontvlambaar, dus je weet het nooit. Andy is een andere motorvriend, een lange, zwartjarige, donkere jongen, hij wordt vaak voor Marokkaan aangezien, maar is Italiaans, Armeens van achtergrond. Heeft vaak vriendinnen. Is een beetje sneaky gozer, rookt graag en veel, via Andy heeft Lars de drugswereld leren kennen. Andy heeft altijd de nieuwste gadgets. Hoe die daaraan komt? Lars heeft wel zo zijn ideeën, maar wil er liever niets van weten. Het slechte pad op. Lars denkt daar liever niet aan. Dat is niets voor hem. Ze hebben altijd wel lol met zijn drieën, zeker als ze een weekend weg gaan. In de Ardennen, en dan ’s avonds even naar luik, de kroeg in. Lars hangt er dan altijd een beetje bij. Als ie wat zegt, Lars, dan valt iedereen altijd even stil. Hee, het spreekt, het zegt wat.
Is Lars grappig? Niet echt, hij is eigenlijk een beetje serieus, met weinig humor, en de humor die hij heeft is altijd een beetje plat.
DE ONTMOETING Ik zag die hele bitch niet staan. Jezus wat ging die te keer zeg. Wat denkt ze wel. Arrogantje. De volgende dag stapte ik naar buiten. Ze was van plan iets te doen met mijn motor. Hé, Zoek je iets of zo?. Oh, ben jij het. Als je van plan was mijn band leeg te laten lopen, d’r zit een veiligheidsventiel op. Ik een onbehouwen lul. Tss. Ga ff lekker wieberen. Shit ze keek me aan, met die blauwe kijkers van d’r. Het was alsof mijn moeder me aankeek. Met die dwingende ogen. Sorry, was niet lullig bedoeld. Kijk die nou ’s stappen. Kreeg spontaan een stijve. Zo zie je hoe je in een oogwenk kan veranderen. Ik kon er die dag niet uit mijn kop zetten. Toen ik s’ avonds thuiskwam hoopte ik dat ze er stiekum weer was. Pech. De volgende dag een beetje rondgehangen, niet opvallen. Maar eindelijk kwam ze thuis. Ik had er bijna gemist omdat de buurman aankwam met zijn zeikpraatjes, of ik hem wilde helpen met de kliko. Ik stond op zo’n afstand dat ze me niet zag. Ineens keek ze toch om, ik dook weg. Waarom eigenlijk. Slaat nergens op. Ze zag er stralend uit. Lekker koppie met haar, mooie jas, kort rokkie, lekkere laarzen. Maar is ze niet te goed voor me? Te arro. Nog maar ’s goed bekijken. De volgende dag, kwam ze weer thuis. Ik had het net zo uitgekiend dat ik langsliep. Ik zei hoi, ze zei hoi terug, en dat was het. De volgend ochtend, zaterdag ben ik er ’s gevolgd. Ze ging naar een vriendin, daarna samen shoppen. Toen ze alleen weg ging, stond ik achteloos bij een boom. Ik zei hoi, ze zei hoi, maar keek wel een beetje vreemd. Ze houdt wel van kleren. Ziet er goed uit, lekkere tieten. Misschien ben ik iets te opvallend, ga d‘r maar ’s een beetje begluren. Ik wacht haar op, ze komt langs, weer andere kleren. Oe, niet slecht, ze kijkt om, dat was niet de bedoeling. Ze komt naar me toe. Volg je me of zo, bekijk het even, zoek een ander slachtoffer. Ik mag toch wel kijken, en staan waar ik wil. Ja, als het maar niet bij mij in de buurt is. Hé sorry, het is niet mijn bedoeling je bang te maken. Ikke…ikke Wat? Lamaar. Wat wil je nou? Niks. Ze gaat weg.
Lars grijpt naar de dope en de drank. Wat wil ik nou? Ja, ik vind d’r wel leuk, volgens mij vind ze me ook wel leuk. Ik denk dat ik, ik zie wel. Lars staat voor de spiegel. Zullen we, heb je zin, hoi, hé, heb je zin, ga je mee wat drinken? Okee? (Overgang van voor de spiegel naar de echte situatie, waarin Astrid ja zegt.) Wat wil je hebben. Cola. Okee. Stoer dat polsbandje. Ja, ah, zit gewoon lekker. Ben je een metalfan? Neu, audioslave, Black Crowes, beetje oud, maar dat vind ik wel kicken. Hm… En jij? Oh ik hou van hiphop, rap. Niet zo mijn scéne? Nee? Nee. Wat doe je? Ik? Ja, jij. Ik werk in een motorfabriek. Oh, vandaar die motor? Mmh. Zet motoren in mekaar hè? Leuk werk. Niks lekkerders. Ze komen uit de kist, bijna gestript, en dan kan ik ze in mekaar zetten. Ik heb alle modellen al gehad. De nieuwste, voordat ze in de winkel komen. Kicken man. Ik mag er alleen niet op rijden, da’s wel balen. Maar als ie in mekaar zit, en ik poets ‘m op. Alsof je… (Ik wou zeggen, een meisje streelt, of je pik.) Alsof wat? Dat is het mooiste wat er is. Hé. Heb je zin in een ritje? Okee, lijkt me cool. Kicken. En daar zat ze achter me, een siddering ging door me heen. Ik voelde de wind, de snelheid, de motor, en ik voelde die meid, Jezus ik weet niet eens hoe ze heet, hoe heet je eigenlijk? Astrid!, mooie naam! Dank je, en jij? Lars!. En toen pakte ze me stevig beet, we gingen niet eens een bocht door. Jihaa. Kicken. Astrid moet lachen.
Opbouw Bij het schrijven van je film maak je gebruik van een zekere opbouw. Ook Mr. Right is opgebouwd volgens een stramien.
Begin Het begin van het programma is belangrijk. Bij de start maak je als maker eigenlijk een afspraak met de kijker. Je geeft aan wat de kijker kan verwachten. Kijk je naar een actiefilm of een romantische comedy. Bij een docu: kijk je naar onthullende reportage, bv. Zembla: “Nederland belastingparadijs” of meer een persoonlijk portret, bv. Document: “Late liefde”. Als de verwachting niet wordt ingelost, haak je als kijker af.
Spanningsboog Het programma kent een spanningsboog, noodzakelijk om de kijker betrokken te houden, van begin tot eind. Zal de politie de moordenaar vinden, zal Dirk Scheringa zijn bank kunnen redden, zal de verliefde man zijn vrouw in de steek laten voor zijn grote liefde.
Cliffhanger Om die spanningsboog vol te houden kan je als schrijver kleine spanningsbogen binnen het verhaal creëren, bijvoorbeeld door cliffhangers te introduceren, letterlijk: iemand hangt aan het einde van een aflevering aan een rots, de volgende keer zullen we weten of de held te pletter valt of niet. In speelfilms en series heb je naast de hoofdplot bijna altijd subplots. Door die door elkaar te gebruiken creëer je ook spanning en verwachting. Kijk maar naar “GTST” of “Gooische vrouwen” Soms hebben die subplots niets met elkaar te maken, maar vaker wel, en komen dan vaak aan het einde bij elkaar, zoals in “Babel”.
Logica Elke scene binnen een verhaal of het nu een speelfilm is of een reportage zal op een logische wijze moeten leiden naar de volgende scene. Als een scene niet logisch volgt op de vorige en niet organisch leidt naar de volgende is hij overbodig of misschien moet ie naar een andere plaats in het script. Dat wil niet zeggen dat je het verhaal altijd lineair moet vertellen, van A-Z. Er zijn vele voorbeelden van films en documentaires, die in de tijd heen en weer springen, of van achteren naar voren worden verteld. “Memento”, “Cinq fois deux”, “” When we were Kings”, “Bowling for Columbine” Dat maakt het voor de kijker ook aantrekkelijk. Niet alles wordt in een logische volgorde onthuld, maar steeds wordt er een nieuw stukje informatie toegevoegd, je komt steeds meer te weten, en bent ook benieuwd hoe het afloopt. Tenslotte komen alle ontbrekende stukjes bij elkaar.
Eind Het eind van de film hangt af van de doelstelling en van de structuur van de vertelling. Een grap zonder opbouw naar de climax op het eind zorgt ervoor dat het niet werkt. Een film is niet geslaagd als je het verhaal niet kon volgen. Essentieel is dat de spanningsboog naar het eind klopt en dat je alle vragen die je opwerpt ook inlost.
Sfeer Bij dit alles speelt de montage, hoe vertel je je verhaal in beelden, een grote rol. Daarnaast is ook van belang dat duidelijk is, waar het verhaal zich afspeelt, de arena, speelt het zich af in de wereld van criminele jongeren, of op een particuliere kostschool. En wat voor sfeer wil je dat de film uitstraalt, vriendelijk, koud, realistisch, dromerig, etc. Daarbij kunnen kleurgebruik, de film “Traffic”, keuze van rekwisieten en decor helpen.
Reis Je kan als schrijver/maker redelijk goed inschatten of je programma aansluit bij de behoefte van je doelgroep, maar of een reportage of een serie een succes wordt, dat weet je nooit helemaal zeker. Daarbij spelen factoren als een ijzersterk script, de goede cast of presentator, de juiste cameraman en regisseur en editor, muziekkeuze een alles bepalende rol. En uiteindelijk is het de kijker die bepaalt of zijn behoeftes worden bevredigd en zijn verwachtingen worden ingelost. De definitieve versie van het verhaal maakt dan ook de kijker, en niet de schrijver of maker. Een programma is als een reis. De kijker stapt in, onderweg beleeft hij van alles, om tenslotte aan het einde van de film weer uit te stappen. Als je verhaal gelukt is, heeft hij een andere blik op de wereld gekregen, hoe klein ook. Laat je inspireren door zoveel mogelijk films, series, doocumentaires te zien. Let eens op de verschillende manieren van vertellen.
Opbouw MR Right Begin - bumper begin Mr. right - inleiding tekst typewriter /schetsen probleem/ kinderen doen het ‘fout’ adhv dramastukje kinderen
Midden - opkomst Mr. Right - Hulp Mr. Right met tips en verwijzing website
Einde - probleem opgelost / afsluiting ‘right way’ - Bumper einde Mr right
Teksten schrijven Spreektaal Teksten schrijven voor televisie is heel anders dan voor print of een website. De teksten die je schrijft moeten in spreektaal zijn. Ze worden namelijk uitgesproken. Het is dan ook handig om de tekst hardop voor te lezen als je het hebt geschreven. Dan kun je checken of die lekker loopt. Maak teksten niet gecompliceerd en zorg dat ze niet onnodig vragen oproepen.
Dont’s: Zinnen met een ingewikkelde structuur Terwijl zij naar the bold and the beautiful zat te kijken was haar vriend de was aan het ophangen. Zinnen met Officiële taal U wordt geacht daarbij aanwezig. Zinnen met het onpersoonlijke woord ‘men’ Men vindt dat de trein gewoon kan blijven rijden. Zinnen met bijzinnen De hele redactie, op één redacteur na, is naar huis.
Do’s Directheid: Gebruik dus tegenwoordige tijd Continuiteit: Dus als je zegt: Hij is het grootste feestvarken. Laat ‘hem’ dan ook in beeld zien. Associatie: Prikkel de fantasie. Probeer teksten spannend te maken. Eenvoud: Houd het eenvoudig. Dan blijft het te volgen. Levendig: Laat beelden spreken. Iedereen deed mee. Hoewel....
Inhoud Iedere film is gebaseerd op een idee. De film draagt iets uit. Er zit een boodschap in aan de kijker. Als je geen boodschap hebt zou ik geen film maken.
Idee Het idee moet je in een zin helder kunnen omschrijven. Lukt dat niet, dan is je idee waarschijnlijk te ingewikkeld om goed uit te kunnen werken. Een idee is bijvoorbeeld: “ik wil een romantische comedy maken over een beroemde filmster die verliefd wordt op een gewoon meisje en voor haar zijn filmcarrière wil opgeven. Net als hij zijn contract heeft opgezegd krijgt ze een ongeluk en raakt zwaar gehandicapt…” Niet heel origineel, maar wel een idee! Je kunt zo’n idee heel ver inkorten. Een voorbeeld:
Logline “De liefde van een filmacteur voor een meisje wordt op de proef gesteld nadat zij een ongeluk krijgt.” Dit kan zelf nog korter: “overwint liefde alles?”. Dit is dan uiteindelijk de kern van je film, het basisidee van je verhaal. Elke film en elk verhaal heeft zo’n basisidee van één zin. Dit basisidee wordt ook wel de ‘logline’ genoemd. Denk eraan dat de hele film als primair doel heeft voor zichzelf het duidelijk maken van de logline. Voor de kijker is het primaire doel dat de film het aanzien meer dan waard is. De kijker hoeft niet te weten wat de logline is. Niet voor de film en daarna nog niet. De logline is een hulp voor de scenarioschrijver om voortdurend te kunnen kijken of hij nog bezig is met de logline. Zonder logline kun je zo heerlijk verzanden in een film die nergens heen gaat.
Doelstellingen Bij het Schooltv-weekjournaal maken we geen speelfilms. Desalniettemin is het belangrijk je verhaal terug te brengen naar de kern. We werken dan ook met een educatieve doelstelling(en). Bijv: Na het zien van de tv - reportage: • • •
Weten de leerlingen wat orgaandonatie inhoudt Kunnen leerlingen een mening vormen omtrent orgaandonatie Kunnen de leerlingen zich voorstellen hoe het is om te wachten op een orgaan.
Beschrijf jouw doelstelling voor de mediamovie Hou hierbij rekening met de functie van tv: prikkelen, aanjagen
Beschrijf jouw doelstelling voor het lesmateriaal Hou hierbij rekening met de functie van print: verwerking en ondersteuning.
Beschrijf jouw doelstelling voor internet. Hou hierbij rekening met de functie van internet.
Doelgroep 1.Tweenagers Hebben zulke specifieke en duidelijk waarneembare voorkeuren en kenmerken, dat ze ontdekt zijn als aparte doelroep met een eigen naam; tweenagers. Ze vertonen de voorkeuren van het consumentengedrag dat vroeger vooral voorkwam bij oudere adolescenten. Deze groep scheidt zich af van jongere kinderen.
2.Kritisch Kinderen zijn erg kritisch. Kinderen zijn in deze leeftijd niet meer onder de indruk van special effects en fantasiefiguren met bovennatuurlijke krachten. Tweenagers zijn kritischer over commercials, computerspellen en televisieprogramma’s met weinig actie en nieuwswaarde. Producten worden tot in detail bestudeerd en beoordeeld. Er is een groei in aandacht voor detail & kwaliteit. Tweenagers evalueren een product dan ook kritisch en vergelijken deze met alternatieven. Kinderen op deze leeftijd zijn merkbewust en hebben een goede merkherinnering en zo hun eigen voorkeuren. Het al dan niet leuk vinden van een product is belangrijker voor de merkvoorkeur dan de kijkfrequentie.
3.Realisme De fantasieën van tweenagers gaan over realistische thema’s. Ze hebben een grote soms overmatige belangstelling voor dingen die in de werkelijkheid kunnen gebeuren. Ze zoeken realiteit in alles. Ook bijvoorbeeld in entertainmentprogramma’s. Tweenagers hebben dus belangstelling voor de werkelijkheid. Ze zijn zeer kritisch over programma’s, commercials en entertainment die realiteitswaarde missen. Bijvoorbeeld als acteurs zich op een ongeloofwaardige manier gedragen of als producten in een fantasiecontext worden gepresenteerd. Identificeren zich met realistische menselijke idolen zoals sporthelden en filmsterren.
4.Afzetten tegen kinderachtig Tweenagers kijken het liefst naar acteurs die op z’n minst even oud zijn als zijzelf. Maar veel liever nog naar tieners en volwassenen. Ze hebben een sterke aversie tegen dingen en programma’s die ze kinderachtig vinden. Van die programma’s waarvan ze vermoeden dat ze voor kinderen bedoeld zijn. Vooral in groepsverband wordt zeer duidelijk dat kinderen zich distantiëren van jongere leeftijdsgroepen. De individuele smaak staat onder druk door de normen vanuit de subcultuur waartoe een kind behoort. Tweenagers zijn dan ook vooral geïnteresseerd in programma’s voor volwassenen. Bij de lievelingsprogramma’s heeft tussen de 80% en 87% een programma voor volwassenen boven aan zijn lijst staan. Willen van oudere mensen leren hoe ze zich in sociale relaties moeten gedragen. Ook willen ze leren hoe ze om moeten gaan met persoonlijke problemen.
5.Drama Hoewel ze op zoek gaan naar info over de echte wereld houden ze nog steeds van dramatisch conflict, snelle actie en komisch escapisme. Identificeren zich met idolen zoals sporthelden en filmsterren. Voelen zich machtig en sterk dmv wishful identification; ze nemen plaatsvervangend deel aan het gedrag van mensen die ze bewonderen en op wie ze zouden willen lijken, maar die ze in werkelijkheid nooit kunnen imiteren. Beroemdheden trekken aandacht en worden door het publiek als interessant, gezaghebbend en geloofwaardig gezien. Een groot deel van het publiek denkt bovendien dat een beroemdheid in een programma zit of iets aanprijst omdat hij/zij oprecht affectie heeft ervoor. Een Bekend persoon genereert een positievere attitude ten aanzien van het product.
6.Sociale relaties Interactie met leeftijdsgenoten wordt steeds belangrijker. Piek tussen 11 en 13 jaar! Onder invloed van leeftijdsgenoten staat de smaak onder druk, tweenagers zijn gevoelig voor trends binnen een groep en zijn bang om af te gaan.
7.Dieren Houden van dieren.
Shots Bij Mr. Right maken we gebruik van vaste shots. Dus geen bewegende camera’s. Reden is dat we de achtergronden projecteren op een groene wand. Als de camera beweegt moet je de projectie mee laten bewegen. Dat kan wel, maar dan heb je hele dure apparatuur nodig. Dus gebruiken we vaste shots met verschillende uitsnedes. Een overzicht van de meest gebruikte shots binnen tv vind je in de bijlage.
Totaal Een totaal laat de omgeving zien, waar speelt het zich af, geeft een overzicht. Als in het shot een acteur staat kan dit shot ook eenzaamheid of verlatenheid suggereren. Bij een ten voeten uit vind je het belangrijk om de persoon in zijn geheel te laten zien.
Medium Een medium of ruim medium wordt veel gebruikt. Het laat ruimte over om handelingen te zien, en geeft weer iets meer detail weer van de actie dan in een totaal of TVU.
Close-up De close up is de meest dramatische van de shots. Het laat zien wat de persoon denkt, geeft de meeste informatie over wat er in het personage omgaat.
Vogel- en kikkerperspectief Het vogelperspectief kijkt letterlijk neer op de persoon en maakt hem visueel en ook dramatisch kleiner. Bij een kikkerperspectief kijk je letterlijk op tegen de persoon, en komt hij sterker over.
Overshoulder Bij een overshoulder personage waarmee je je een psychologisch neer te kijken of er
beleef je het verhaal vanuit het het over de schouder mee kijkt. Ook hier kan effect bereiken door meer op een persoon juist tegen op te zien.
Uitsnedes
Groot totaal
Medium (MED)
Vogelperspectief
Overschoulder Vogelp.
Totaal (TOT)
Ten voeten uit (TVU)
Close up (CU)
Extreem close up ECU
Neutraal
Kikkerperspectief
Overshoulder
Overshoulder Kikkerp.
Verbeelden “Don’t tell them, show them”. Letterlijk vertaald betekent dit: “niet vertellen, maar verbeelden”. Film is een beeldende kunst, waarbij een verhaal door middel van plaatjes verteld wordt. Als de hoofdpersoon bijvoorbeeld verdrietig is kun je hem laten zeggen: “oohhh, wat ben ik toch verdrietig, snik, snik!” Beter is om dit te laten zien, door bijvoorbeeld een traan over de wang van de hoofdpersoon te laten lopen. Dan is het voor de kijkers meteen duidelijk dat de hoofdpersoon verdrietig is!
Storyboard Voor jou als schrijver is het belangrijk om dan ook in beelden te denken. Wat zie ik voor me. Wie is die hoofdpersoon, hoe gedraagt hij zich, waar woont ie, op welke plek komt het conflict het best tot zijn recht, met welke beelden kan ik mijn gedachte zo goed mogelijk ondersteunen. Om je daarbij te helpen kan je gebruik maken van een storyboard. Een storyboard is niets anders dan een serie lege kaders waarin je zelf tekent (hoe schetsmatig ook) hoe je de scene voor je ziet. Een storyboard is een soort stripverhaal, dat per scène aangeeft wat er in die scène gaat gebeuren. Ook wordt in een storyboard met een korte zin de scène omschreven.
Bijgaand een (behoorlijk gedetailleerd) voorbeeld. Je ziet, dat je aan dit storyboard ook al een idee hebt over wat voor soort film het gaat.
Storyboard
Begin: Bumper
Schetsen probleem: dramastuk
Schetsen probleem: dramastuk kids
Midden opkomst Mr right
Hulp Mr Right tips plus verwijzing site
Hulp Mr Right tips plus verwijzing website
Afsluiting Mr Right
Einde bumper Mr Right