Beste Leden,
30 oktober 2008
Als deze vierde en laatste nieuwsbrief van 2008 bij jullie op de mat valt, kunnen we terugzien op een zeer geslaagde Saarlooswolfhondendag van 28 september jongstleden. De presentatie van Drs. Annemarie Voorbij over dwerggroei was bijzonder interessant en werd door de aanwezigen met grote interesse gevolgd. Marcel Nijland vertelde ’s middags uitgebreid over het gangwerk van de hond gevolgd door een demonstratie op het buitenveld. Dr. A. Heijn heeft de ogen van 19 Saarlooswolfhonden onderzocht en van 22 honden werd bloed afgenomen voor DNA opslag. Het was de bedoeling dat de leden op deze dag elkaar wat beter leerden kennen en we mogen gerust zeggen dat deze opzet is geslaagd. Er werd gezellig met elkaar gepraat in een ontspannen sfeer. Ook gingen tal van aanwezigen naar huis met een mooie prijs uit de loterij. Onze dank gaat uit naar de activiteitencommissie die deze dag heeft georganiseerd en naar de leden die deze dag door hun inzet mede mogelijk hebben gemaakt. Hoewel de Saarlooswolfhond nog dicht bij de natuur staat en je het dus in eerste instantie niet zou verwachten, komen ook in ons ras problemen voor bij de geboorte. De redactie is blij dat we een uitgebreid artikel van dierenarts Atjo Westerhuis over dit onderwerp kunnen plaatsen, waarin veel voorkomende problemen uit de praktijk worden besproken. Ook is een artikel opgenomen over de certificering van fokkers en rashonden. We hopen dat dit de misverstanden uit de weg zal ruimen. Dan een bericht over de klacht die de Federatie van Rasverenigingen heeft ingediend bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) over het erkenningsbeleid van de Raad van Beheer. We verwachten dat de NMa binnenkort een uitspraak zal doen in deze zaak. In deze nieuwsbrief is ook een artikel geplaatst over kleurvererving en vachtpatronen bij de Saarlooswolfhond. We vonden fokster en auteur Marjolein Roosendaal bereid dit artikel speciaal over de Saarlooswolfhond te schrijven. We zijn haar zeer erkentelijk hiervoor. Een aantal leden wil begin volgend jaar weer een Nieuwjaarsborrel organiseren. Dat begint al aardig op een traditie te lijken. Hou de berichten op ons forum dus goed in de gaten. Natuurlijk hopen we jullie volgend jaar weer op een van onze bijeenkomsten te ontmoeten. Tot slot wensen we iedereen prettige feestdagen en een voorspoedig 2009.
Namens het bestuur met vriendelijke groeten,
Jan Dirkzwager, voorzitter
Marianne Eggink, secretaris
De AVLS stelt zich ten doel alle eigenaren, fokkers en liefhebbers van Saarlooswolfhonden bijeen te brengen om gezamenlijk op te komen voor de belangen van het ras. Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Zwolle onder nummer 05083425 http://www.avls.nl
1
De AVLS
Nieuwe leden kunnen zich aanmelden op de website: www.avls.nl Contributie € 25 per jaar Eenmalig inschrijfgeld € 10. Gezinsleden € 17,50 per jaar. Zij betalen geen inschrijfgeld. Gezinsleden zijn de levenspartner of de kinderen van leden die op hetzelfde adres wonen tot 18 jaar. Zij hebben dezelfde rechten als leden. Leden die zich na 1 juli inschrijven, betalen voor het lopende jaar de helft van de contributie, mits zij gelijktijdig voor het volgende jaar de contributie voldoen. Hetzelfde geldt voor gezinsleden. De vereniging kent geen ereleden. De contributie overmaken op Bankrekeningnummer: 53.98.01.739 van de ABN-AMRO Bank Steenwijkerwold Ten name van: Algemene Vereniging voor Liefhebbers van Saarlooswolfhonden Onder vermelding van: contributie en het jaar waarop de betaling betrekking heeft. Betalingen uit het buitenland: IBAN code: NL56ABNA0539801739 BIC Code: ABNANL2A
De AVLS wil iedereen die de Saarlooswolfhond in zijn hart heeft gesloten zo goed mogelijk informeren over allerlei aspecten van het ras. Wij zullen - waar nodig - opkomen voor de belangen van alle Saarlooswolfhonden. De AVLS wil een goede en open communicatie bevorderen tussen de leden en het bestuur. Het uitwisselen van standpunten, met respect voor elkaars mening, staat daarbij voorop. Artikelen van leden worden altijd gepubliceerd in het clubblad, tenzij er sprake is van overschrijding van algemeen aanvaarde fatsoensnormen. De inhoud van de artikelen mag het belang en de goede naam van de vereniging niet schaden of de doelstellingen verwerpen. Publicatie hoeft echter niet te betekenen dat het bestuur het eens is met de visie van de indiener. Indien er sprake is van een conflict tussen de auteur en de redactie over het al dan niet publiceren van een ingezonden artikel, zal het bestuur in voorkomende gevallen oordelen. Het bestuur van de AVLS bestaat uit: • • • • •
Voorzitter, Jan Dirkzwager Secretaris, Marianne Eggink Penningmeester, Ruud de Bruin Bestuurslid, Jos de Bruin Bestuurslid, vacature
Wij verwelkomen alle eigenaren met hun Saarlooswolfhonden, alle fokkers en liefhebbers van het ras (met of zonder hond) in onze vereniging. De AVLS sluit niemand uit en kent geen ballotage. De statuten en het huishoudelijk reglement zijn te vinden op de website van de vereniging. Sluitingsdatum nieuwe kopij: 1 februari 2009
www.avls.nl
2
Het kopen van een gecertificeerde pup door Paul de Vos en Peter van der Sluis. We leven in een tijd van certificering. In het bedrijfsleven zijn bijvoorbeeld ISO, VCA, HCCP en KOMO certificeringen een hele normale zaak geworden. Bedrijven en instellingen gebruiken de certificeringen zelfs als een reclamemiddel dat hen moet onderscheiden van de niet gecertificeerde bedrijven. De kynologie moet er nu ook aan geloven. Zowel fokkers als trainers zullen binnen afzienbare tijd geconfronteerd worden met certificeringstrajecten. Er zijn echter nog veel onduidelijkheden. Zo geeft de Raad van Beheer aan over te gaan op certificering van fokkers. Onterecht wordt dit door fokkers geïnterpreteerd als een suggestie dat zij vanaf dat moment gecertificeerd zijn. Het is van groot belang om te weten hoe het nu zit of wanneer u van plan bent een nestje met uw hond te gaan fokken of als u binnenkort een hond gaat kopen. Wat is een certificering? De laatste maanden bestaat er onder fokkers en puppykopers in Nederland onrust en verwarring over de aankomende certificering voor fokkers. Er wordt gesproken over een door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) erkende certificering en er is door de Raad van Beheer een folder uitgebracht waarin de Raad een certificering aankondigt. Om maar direct met de deur in huis te vallen: de enige echte certificering zal de door het ministerie van LNV in te voeren certificering zijn. De certificering waar de Raad van Beheer over spreekt is een keurmerk. Een ongelukkig woordkeuze die veel verwarring schept. In Nederland zijn over certificering afspraken gemaakt met de overheden, het bedrijfsleven en andere belanghebbenden. Voorbeelden van certificeringen die u in het dagelijks leven kunt tegenkomen zijn ISO 9001/2000, VCA, HCCP en KOMO. Om deze certificeringen te regelen heeft de overheid in samenwerking met de belanghebbenden de Raad voor Accreditatie in het leven geroepen. Verwar dit niet met de Raad van Beheer. De Raad van Accreditatie heeft niets met de Raad van Beheer te maken. Vanuit de Raad van Accreditatie worden Certificerende Instellingen aangewezen die de bevoegdheid hebben bedrijven te certificeren. Certificering is dus voorbehouden aan de Certificerende Instellingen. Voorbeelden van certificerende instanties zijn KEMA. TüV en Bureau Veritas. Deze instanties nemen bij de Raad van Accreditatie een zogenaamde scope (een soort vergunning) af om fokkers te mogen certificeren. Een absolute voorwaarde om een certificerende instantie te mogen zijn is een gegarandeerde onafhankelijkheid en professionaliteit. Het is om die reden zeer onwaarschijnlijk dat de Raad van Beheer erkend zal worden als Certificerende Instelling omdat zij belanghebbende is. Dit zal de Raad van Accreditatie niet toestaan. In deze materie staat de onafhankelijkheid voorop. In certificeringsland zijn deze zaken streng gescheiden en geregeld. Keurmerk van de Raad De Raad van Beheer heeft onafhankelijk van het ministerie en van de Raad van Accreditatie een folder uitgegeven waarin de certificering van fokkers wordt beschreven. Voor alle duidelijkheid, dit is niet de certificering die het ministerie van LNV gaat instellen. Omdat wat in de folder van de Raad van Beheer beschreven wordt geen certificering is, zullen we het
3
vanaf nu keurmerk noemen. Benadrukt dient te worden dat de reden om een keurmerk uit te geven een hele positieve is. De Raad van Beheer wil namelijk een positieve prikkel geven aan de fokkers en eigenaren van rashonden om te komen tot het fokken van puppy's wat aan de noodzakelijke zorgvuldigheidseisen voldoet. Hiermee moet worden voorkomen dat er nog langer gefokt wordt met honden met erfelijke gebreken. Zoals het er nu uitziet moeten de rasverenigingen de fokkers het keurmerk gaan geven. Dit is helaas iets dat onafhankelijkheid en professionaliteit van het keurmerk in de weg kan staan. Immers de rasverenigingen worden gevormd door goedwillende vrijwillige amateurs en niet door professionals. Een kenmerk van de hondenbranche is dat iedereen zeer emotioneel betrokken is bij zijn product en werkzaamheden waardoor de tegenstellingen en meningsverschillen soms onoverbrugbaar groot zijn. Om deze redenen maar ook om andere begrijpelijke redenen willen veel goede fokkers geen lid zijn van een rasvereniging. De fokkers van goede kwaliteit zijn daarmee ook uitgesloten van een keurmerk. Dit alles is zeer verwarrend voor zowel fokker als de puppykoper. Het zou veel beter zijn om het keurmerk te laten uitgeven door een onafhankelijke professional. De certificering van fokkers De fokker die zich echt wil certificeren moet nog even geduld hebben. De echte certificering is namelijk in de maak maar nog niet functioneel operatief. Er wordt al lang over gesproken, maar men stuit bij herhaling op problemen. Het is namelijk niet zo eenvoudig om een certificering voor fokkers te maken. Ten eerste moet de vraag beantwoord worden wat men wil certificeren. De pups? Iedere bioloog kan u uitleggen dat niets zo onvoorspelbaar is als het creëren van een nieuw levend wezen. Om die reden kan geen enkele fokker garanderen dat zijn producten, de pups, ziektevrij zijn en constant van kwaliteit zijn. Daarnaast moet je lang wachten voor je de kwaliteit van het product, in dit geval de pup, kan testen. Een betrouwbare heupscan kan bijvoorbeeld pas op een leeftijd van 18 maanden. Hoe men de certificering gaat aanpakken en wat de aandachtspunten zijn, is nog onduidelijk. Dat de certificering er gaat komen staat echter vast en zal naar verwachting het katten- en hondenbesluit gaan vervangen. De vraag naar de certificering komt vanuit de maatschappij. De hondenbranche staat onder druk doordat er te veel gefokt wordt met honden van onvoldoende kwaliteit. Dit gebeurt niet altijd met opzet. Vaak ontbreekt het de fokkers aan kennis om een goed fokbeleid te hanteren. Beide problemen kunnen worden aangepakt door een certificering uit te geven. De fokker wordt gedwongen om een adequaat fokbeleid te hanteren en zich voldoende te bekwamen in de kennis die van een hondenfokker verwacht mag worden. In het algemeen is de meerwaarde voor de fokker dat hij/zij kan aantonen dat hij/zij voldoende heeft gedaan om de kwaliteit van het product, in dit geval de pup, te waarborgen en zich heeft gehouden aan de geldende regels of gebruiken. De consument, in dit geval de nieuwe pupeigenaar, heeft de garantie dat at gekocht wordt in ieder geval gefokt is volgens de algemeen geldende normen en dat dit gecontroleerd is door een onafhankelijke professional. De consument heeft hiermee de hoogst haalbare garantie op een goede pup. De auteurs zijn medewerkers van de Kynologen Vakbond Nederland (KVN) en houden zich vanuit deze functie bezig met certificering van fokkers. Bron: KVN Magazine mei 2008.
4
5
De kleuren van de Saarlooswolfhond Er gaan veel verhalen rond over de kleuren van de Saarlooswolfhond. Om te begrijpen wat er klopt en wat niet, moet je weten hoe kleuren genetisch in elkaar zitten. Dat is simpeler dan veel mensen denken. Eén van de fabels is, dat de genetica van de kleuren zo ingewikkeld is, dat “gewone mensen” dat niet zouden kunnen snappen. In dit artikel wil ik je laten zien dat genetica prima te begrijpen is, ook voor mensen die weinig van zulke dingen weten. Een korte basisuitleg Elke hond heeft 39 genenparen. In die genen zitten de erfelijke eigenschappen. Bij de bevruchting krijgt de pup de helft van de genen mee van de vader en de andere helft van de moeder: de paren gaan letterlijk doormidden en die twee helften, een van vader en een van moeder, komen bij elkaar, versmelten en vormen zo het nieuwe genenpaar, en daarmee het nieuwe dier. Er gebeurt natuurlijk nog meer, maar de erfelijke eigenschappen worden op deze manier verdeeld. De deling is willekeurig, met andere woorden: je weet nooit van te voren welke helften de vader en de moeder meegeven van hun eigen genenparen. En aangezien het om onvoorstelbaar veel verschillende eigenschappen gaat, is dat de reden voor de gevleugelde uitspraak: fokken is gokken. Maar als je van een aantal van de eigenschappen de genetische eigenschappen kent, kun je wel heel aardig voorspellen wat er uiterlijk – fenotypisch – uit een combinatie geboren zal worden. Om kleurvererving te begrijpen zijn enkele basisbegrippen nodig: er zijn meerdere kleuren en er zijn meerdere patronen. Daarmee zijn er dus ook meerdere genen die deze kleuren en patronen doorgeven. Die genen hebben onderling invloed op elkaar: sommige kleuren kun je alleen aan de buitenkant zien als andere genen de kleur niet tegenhouden, en ook voor sommige patronen gaat dat op. Gelukkig hebben we bij de Saarlooswolfhond met een beperkt aantal genen te maken als het de kleuren betreft. Het verschil tussen kleuren en patronen Een patroon is de manier waarop pigmenten zich uiten. Er zijn vaststaande patronen, zoals het welbekende tanpoint dat we kennen van de Dobermann, en er zijn willekeurige patronen. Denk hierbij aan bonte honden: waar de vlekken komen en hoe groot ze worden is niet te voorspellen. Onder een patroon kan een ander patroon aanwezig zijn, dat zich niet kan tonen door het dominante patroon. Kleuren zijn anders: Er zijn in de kleurengenetica eigenlijk maar twee hoofdkleuren: donker pigment (zwart en bruin) en licht pigment (rood, geel, wit). Ook hier kan het zo zijn dat een kleur zich niet kan tonen doordat er een andere kleur “overheen” zit. De plaats waar een gen zich bevindt noemen we locus, meervoud loci. Op zo’n locus liggen twee eigenschappen: zoals bekend gaan genen altijd in paren, twee stuks dus.
6
Er zijn loci waar verschillende eigenschappen aanwezig kunnen zijn, maar meer dan twee kunnen er nooit tegelijk aanwezig zijn. De verschillende eigenschappen tonen zich niet tegelijk: degene die zichtbaar is, is altijd de meest dominante. Dat betekent niet dat de minder dominante er niet is, je kunt hem alleen niet zien. Ik kan je vervelen met alle bekende kleuren en patronen, maar dat ga ik niet doen: Bij de Saarlooswolfhond is sprake van een zeer beperkt aantal kleuren en slechts één patroon. In dit artikel houden we het bij die eigenschappen. Het patroon dat de Saarlooswolfhond kent is het zogenaamde wolfspatroon. Dit patroon ligt op de A-locus. Daar liggen ook andere eigenschappen, maar die heeft de Saarloos niet. Het is voor fokkers belangrijk te weten dat de Saarloos dus fokzuiver is voor wolfspatroon. De manier waarop deze eigenschap wordt aangeduid als aw. De foto geeft typisch voorbeeld van het wolfspatroon. Het wolfsgrauwe patroon wordt gevormd door donker pigment, ook eumelanine genoemd. Dit pigment kan zich uiten door toedoen van een ander gen, dat zich op de Klocus bevindt. Daar vinden we drie eigenschappen in totaal, waarvan de Saarloos er twee kan hebben. De ene is KB, die staat voor het uiten van donker pigment. De tweede, die ondergeschikt is aan KB , is ky, die staat voor licht pigment. Voor het zichtbaar zijn van een dominante eigenschap hoeft maar één gen van die eigenschap aanwezig te zijn: doordat het een dominante eigenschap is, kan de ondergeschikte (recessieve) eigenschap zich niet uiten. Wanneer een hond dus het wolfspatroon toont wil dat zeggen dat hij aw heeft op de A-locus, en dat hij KB heeft op de K-locus . Of een hond wolfsgrauw is of bosbruin, zoals dat bij de Saarlooswolfhond genoemd wordt, hangt af van een andere locus: de B-locus. Als een hond B heeft, is hij wolfsgrauw, heeft hij b/b, dan is hij bosbruin. Omdat zwart dominant is over bruin, kan een zwarte hond bruin dragen zonder dit te tonen. Is een hond bruin, dan is hij fokzuiver bruin: immers, wanneer er een zwarte eigenschap was, kon het bruin zich niet uiten. Vertalen we dit naar patronen en kleuren, dan kun je zeggen: Een Saarloos heeft altijd het wolfspatroon, en dat kan zich tonen in bruin (bosbruin) en in zwart (wolfsgrauw). Tot zover is het allemaal vrij simpel. Maar: hoe zit het dan met die witte honden? E-locus Op de E-locus bevindt zich een aantal eigenschappen, waarvan er voor de Saarlooswolfhond één van belang is: recessief geel, geschreven als e. Recessief geel is een kleur die gevormd wordt door licht pigment, ook wel eumelanine genoemd. Dit lichte pigment kan zich alleen uiten als een hond op de K-locus ky/ky heeft. Deze eigenschap moet fokzuiver aanwezig zijn, omdat KB dominant is over ky . Als een hond ky/ky heeft, wordt opeens zichtbaar wat we eerst niet konden zien: de lichte pigmenten die aanwezig zijn in een dier.
7
Bij de Saarloos is dat het recessief geel van de E-locus. Zo vreemd is het niet dat een Saarlooswolfhond dat heeft: tenslotte werden deze honden gefokt uit wolven en Duitse herders, en dat het recessief gele gen in de Duitse herder aanwezig is, weten we allemaal. Ook daar is het jarenlang verguisd, tot er iemand opstond en besloot dat het afgelopen moest zijn met het afmaken van verder prima dieren. Dat was het begin van een nu apart erkend ras, de Zwitserse witte herder. Dat wit bij de Saarlooswolfhond voorkomt is dus niet vreemd: blijkbaar droeg een van de dieren waarmee de fokkerij gestart werd deze eigenschap. Hoewel veel mensen denken dat er iets mis is met deze honden, is dat niet het geval. Ze missen geen pigment, integendeel. De oogranden, lippen en voetzolen van deze dieren zijn normaal gepigmenteerd, en de kleur ervan is afhankelijk van de kleur die het dier draagt op de B-locus. De honden die daar bruin dragen zullen een wat lichtere neus hebben, de honden die zwart dragen op de Blocus zullen een donkerder neus hebben. Helemaal gitzwart zal die neus nooit zijn bij een witte Saarloos: op de K-locus ligt immers y y k /k , waardoor donker pigment zich niet of onvolledig kan uiten. Maar ziektes zijn geen kenmerk van een witte Saarloos, en wit is hij feitelijk ook niet. Deze kleur is exact dezelfde als de kleur van de Golden Retriever. Dat verklaart meteen waarom er nuanceverschil in de witte vachten te vinden is. Sommige recessief gele dieren zijn goudachtig van kleur, en wie selecteert op een donkergele hond, zal na verloop van tijd een steeds donkerder dier fokken. Als voorbeeld zetten we enkele recessief gele rassen op een rij, die kleurgenetisch identiek zijn aan een witte Saarloos: • • • • •
de Golden Retriever de Zwitserse Witte Herder de gele Labrador de West Highland White Terrier, maar ook: de Ierse Setter
Zoals blijkt uit dit rijtje is er nogal wat variatie in de witheid van deze “witte” honden, hetgeen veroorzaakt wordt door het simpele feit dat ze niet wit zijn, maar geel. Selectie Kun je selecteren tegen bruin of wit? Het antwoord is simpel: nee. Je kunt niet gericht tegen iets selecteren dat je niet kunt zien. Want iets dat je niet ziet, kun je ook niet benoemen. Als je wilt weten of een hond wit vererft, kun je hem paren aan een witte partner. Komt daar geen wit uit, dan mag je er van uit gaan dat de hond geen drager is van ky. Hetzelfde principe geldt voor bruin. De volgende redenering geeft altijd uitsluitsel: Een hond draagt bruin wanneer hij: • • •
Bruin heeft gegeven Een bruine ouder heeft Bruin is
8
En dus ook: een hond draagt ky wanneer hij: • • •
Wit heeft gegeven Een witte ouder heeft Wit is.
Masker In de vroege Saarloos-populatie waren er honden die duidelijk masker hadden. De hond op de foto is hier een duidelijk voorbeeld van. Bij de Duitse herder zijn er diverse patronen die een voorkeur kunnen hebben, en de voorkeur lijkt enigszins tijdgebonden: in sommige periodes wil men graag lichtere honden, in andere jaren vraagt het publiek naar donker. Op die manier wordt er vaak onwillekeurig of zelfs helemaal per ongeluk geselecteerd op een bepaalde genetische eigenschap. De eigenschap van de maskeraftekening ligt ook op de E-locus, en het is dominant over recessief geel. Het wordt geschreven als Em. Masker is waarschijnlijk het meest dominante van de eigenschappen op de E-locus, en zelfs als er was geselecteerd op maskeraftekening, had dat niet kunnen voorkomen dat de recessief gele eigenschappen van de witte honden ongezien waren “meegereisd” in de fokkerij. Want wat je niet ziet, daartegen is het onmogelijk selecteren. Doordat masker dominant is over geen masker, is een dergelijke eigenschap snel weg te fokken, of dat nu bedoeld is of onbedoeld. En dan tot slot het zadel Op oude foto’s zien we honden die een zadelpatroon op de rug lijken te hebben. De tegenwoordige Saarlooswolfhond vertoont dat patroon eigenlijk niet meer. Hadden die honden van vroeger nu een zadelpatroon, ja of nee? De waarheid is dat we het niet weten. De eigenschap voor zadel is om te beginnen nog niet gevonden: we weten niet welk gen het betreft of waar het zich bevindt. En ten tweede is het zeer goed mogelijk dat een wolfspatroon een verdieping geeft in de nuances van het patroon dat sterk lijkt op een zadelpatroon. Het vermoeden is dan ook dat de gebruikte honden geen zadelpatroon hadden, en als ze het wel hadden, dan is het verdwenen. Van wolven is bekend dat ze geen zadelpatroon hebben en dat ook niet doorgeven, met andere woorden: dat ook niet verborgen meedragen. We mogen er dus vanuit gaan, dat als er al ooit een zadelpatroon bestond bij de Saarlooswolfhond, dit inmiddels is verdwenen. Marjolein Roosendaal Oktober 2008
De geplaatste foto’s bij dit artikel komen uit het privéarchief van Gerard de Moor en Marijke Saarloos en werden speciaal voor dit artikel ter beschikking gesteld. Waarvoor onze hartelijke dank! De foto van de witte Saarlooswolfhond is van Didier Prongué.
9
Tips voor problemen rond en tijdens de geboorte bij de hond door Drs. Atjo Westerhuis, dierenarts. Onze hand-outs worden vervaardigd aan de hand van niet alleen wetenschappelijke literatuur, maar ook van onze eigen inzichten op grond van persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur. Inleiding Om meer te weten over de geboorte bij de hond kunnen we simpelweg naar het standaardwerk van Dr. C. Naaktgeboren, Prof. Dr. M.A.M. Taverne en Prof. Dr. G.C. van der Weijden, getiteld ‘De geboorte bij de hond en zijn wilde verwanten’ (ISBN 90 5860 1315), verwijzen. Het boek is al ruim 30 jaar beschikbaar en beleefde inmiddels de zevende, opnieuw bewerkte en uitgebreide druk. Een fokster wees mij nog op het boek van Kay White, getiteld ‘De bevruchting, geboorte en voeding van honden’ (ISBN 90 6248 2066). En zo zijn er nog wel meer boeken, waaruit we veel kunnen leren over dit onderwerp. Wat kunnen wij daar nog aan toevoegen?
Maar verloskunde is een praktijkvak. En daarom is het belangrijk, dat wij niet alleen kennis nemen van de inhoud van het boek van wetenschappers zoals Naaktgeboren, maar ook luisteren naar ervaringen van mensen uit de praktijk: de ervaren fokkers. Ik heb een aantal ervaren fokkers uit onze 3 WHG vestigingen in Dodewaard, Rotterdam en Voorburg gevraagd om samen met mij een aantal praktische tips op te stellen voor problemen rond en tijdens de geboorte. Hun bijdragen zijn talrijk en zeer waardevol; ik heb ze dan ook vrijwel alle opgenomen in mijn, of beter nu, ons artikel. Er zullen tips bij staan die niet vermeld worden in het boek van Naaktgeboren, maar waarvan ervaren fokkers overtuigd zijn, dat ze nuttig zijn in de praktijk. Hier en daar worden ook wat homeopathische adviezen gegeven. Een zeer ervaren en gerenommeerd fokster, die in de loop van tientallen jaren al zo’n 80 bevallingen bij haar teefjes heeft meegemaakt, schrijft mij: “Misschien is het goed om mensen die voor de gezelligheid een nestje willen fokken ook te waarschuwen, dat het niet altijd even leuk is”. Bezint eer ge begint, is zeker hier een terechte waarschuwing. Er kunnen veel problemen zijn op het pad van dekking, dracht, geboorte en zoogperiode met aan het einde van de zware klus de niet te onderschatten grote zorg: komen ‘mijn’ puppies wel bij de goeie baas. Overschat je eigen kennis en kundigheid niet! Er zijn altijd weer verrassingen!Fokkers die (nog) geen ervaring hebben met de geboorte van een hond, doen er goed aan zich voortdurend en intensief te laten bijstaan door een deskundige collega en/of een dierenarts. Tips 1 Levensvatbaarheid van pups Vanaf circa de 7de week van de dracht kunnen we de pups in de buik van de teef zien of voelen bewegen. Met een echo kunnen we al eerder bewegende pups waarnemen en hun hartjes zien kloppen. Eerst vanaf de 57ste dag van de dracht, dus vanaf de 8ste week, hebben we een redelijke zekerheid, dat de pups levensvatbaar zijn buiten de baarmoeder.
10
2 Normale geboortetijdstip Gemiddeld vindt de normale geboorte plaats op de 60ste – 63ste dag van de dracht. Er zijn individuele uitzonderingen, die vroeger of later bevallen, bijvoorbeeld op de 58ste of op de 64ste dag. Vroeger of later bevallen lijkt soms ook rasgebonden. 3 Voorkóm stress bij de teef Stress kan een negatieve invloed hebben op het geboorteproces en de zoogperiode. Voorkom stress bij de teef. In sommige gevallen kan stress van de eigenaar ook ‘besmettelijk’ zijn voor de teef. Een fokster gaf de tip om een onervaren nerveuze teef circa 10 dagen voor de te verwachten geboortedatum al te huisvesten in en daarmee te wennen aan de werpkist en circa 1 week van tevoren te beginnen met de toediening van het middel Rescue Remedy (een combinatie van essences van Bach bloesems) Dezelfde, zeer ervaren fokster meent, dat, als de dekking traumatisch verlopen is er ook meer stress is bij / rond de bevalling. Even praktisch: Geen stress, geen behandeling! 4 Kortstondige bloeding 1 – 2 weken vóór de geboorte Een kortstondige bloeding (1 of enkele keren een heel klein beetje bloedverlies) halverwege de dracht of 1 – 2 weken vóór de geboorte is meestal geen reden voor paniek. Rustig afwachten. 5 Controle van het aantal pups vóór de geboorte Bij 1 – 2 pups is er een risico*, dat de geboorte niet goed op gang komt en dat de pups relatief te groot zijn. Bovendien is het prettig te weten wanneer de teef ‘klaar’ is met bevallen. Het is daarom raadzaam om circa 7 – 10 dagen voor de te verwachten geboortedatum het aantal pups te tellen middels een röntgenfoto. Met een echo is het veel lastiger, zo niet onmogelijk (bij meer dan 3 – 4 pups). Ook met een röntgenfoto kunnen we er echter bij een grotere dracht nog wel eens naast zitten. De toegepaste hoeveelheid röntgenstraling is niet schadelijk voor de pups. Wel moet ervoor gezorgd worden, dat de teef bij het röntgenonderzoek zo weinig mogelijk stress ondervindt. * Het risico is groter dan bij een dracht van 3 of meer pups, maar heel vaak kunnen 1 of 2 pups toch normaal geboren worden. 6 Normale kenmerken van een geboorte Begin: de teef is onrustig, hijgt voortdurend en rilt ook vaak alsof ze het koud heeft. Vaak verdwijnt de eetlust. Deze verschijnselen kunnen soms al 24 – 48 uur van tevoren optreden (zie volgende punt: Daling van de lichaamstemperatuur bij de teef vóór de geboorte). Vervolgens gaat de teef nestelen (krabben, liggen, opstaan, krabben, enz.). Dit kan enkele uren duren. Als de bevalling begint zie je eerst een licht ‘samentrekken’ van de teef, alsof ze de adem even inhoudt en weer loslaat. Geleidelijk aan neemt de intensiteit van het ‘samentrekken’ toe; dit kan best 45 minuten duren. Uiteindelijk toont de teef duidelijke persweeën, de staart gaat omhoog. Dan kan het nog wel 15 minuten duren alvorens er een pup verschijnt. Een kleine pup kan er in 2 of 3 krachtige persweeën zo uit ‘floepen’, bij een grotere pup kost het meer moeite. Voorafgaand aan de pup kan er een vruchtblaas in de vulva opening verschijnen; deze vruchtblaas knapt. Soms wordt de pup meteen gevolgd door de nageboorte, maar die kan ook later komen. Het vlies wordt verwijderd en de navelstreng doorgehaald door de teef zelf of door de helper. Daarna is er donkergroene uitvloeiing, die de gehele bevalling blijft!
11
7 Daling van de lichaamtemperatuur bij de teef vóór de geboorte Bij veel teven kunnen we 24 - 48 uur vóór de geboorte een daling van de lichaamstemperatuur vaststellen; meestal circa 1 graad. Die daling gaat vaak gepaard met rillen en hijgen. Het is verstandig om minimaal 1 week vóór de te verwachten geboorte 2 x daags de lichaamstemperatuur te meten, zodat we weten wat de normale temperatuur en schommelingen daarin zijn. Een duidelijke daling is een redelijk betrouwbare aanwijzing, dat de geboorte binnen circa 24 - 48 uur gaat plaats vinden. Er zijn echter ook teven die deze typische daling helemaal niet tonen. Men moet er dus rekening mee houden, dat als er geen daling optreedt er toch onverwachts een bevalling kan plaats vinden! 8 Als de geboorte niet op gang komt op de 63ste dag Als de geboorte op de 63ste dag nog niet heeft plaats gevonden, volgen wij onderstaand beleid. Theoretisch kan zelfs nog een normale geboorte plaats vinden op de 70ste dag van de dracht. Echter de kans op problemen (dode pups e.d.) neemt toe vanaf de 65ste – 67ste dag. Ons beleid: Bij langdurig en intensief vruchteloos persen (langer dan 1 uur), ongeacht op welk tijdstip in de dracht en ongeacht het aantal pups, raden wij u aan om deskundige hulp in te roepen. Als er nog steeds geen sprake is van de onder punt (6) beschreven normale geboorte verschijnselen raden wij u aan om bij een dracht van 1 – 2 pups uiterlijk op de 65ste dag en bij een dracht van 3 of meer pups uiterlijk op de 67ste dag deskundige hulp in te roepen. De kans is groot, dat er dan meteen een keizersnede zal worden uitgevoerd. 9 Keizersnede uitvoeren vóórdat de geboorte op gang komt Soms wordt een keizersnede uitgevoerd nog vóórdat de geboorte op gang is. De redenen daarvan kunnen zijn: te verwachten moeilijkheden bij de geboorte, zoals bij 1 – 2 pups en/of te grote pups en/of een rasprobleem (kortsnuitigen) Alleen 1 – 2 pups op zich is niet direct een dwingende reden om een keizersnede uit te voeren vóórdat de geboorte op gang komt. De nadelen van een keizersnede vóórdat de geboorte op gang is kunnen zijn: onvoldoende melkproductie, niet accepteren van de pups door de teef en zelfs agressie van de teef naar de pups. Er kunnen tevens gemakkelijker problemen ontstaan met het herstel van de baarmoeder. In veel gevallen gaat de voorkeur uit naar wachten met de keizersnede totdat de ontsluiting heeft plaats gevonden. 10 Keizersnede Zie beeldverslag Keizersnede. (op de website van www.whgdierenartsen.nl, red.) 11 Calcium tekort Een Calcium tekort kan tijdens de bevalling oorzaak zijn van weeënzwakte. In veel gevallen zien we dan niet het uitgesproken beeld (zie artikel over Eclampsie op de website van www.whgdierenartsen.nl, red.) In een aantal gevallen van weeënzwakte, in het bijzonder bij kleine rassen, moet er naast Oxytocine-S ook een Calcium injectie worden toegediend; vooral ook als er sprake is van grote onrust of krampverschijnselen bij de teef. Optimalisering van de voeding en eventueel toevoegen van Calcium is goed, maar in acute gevallen (zoals bij weeënzwakte en epileptiforme insulten) moet er een injectie worden toegediend.
12
12 Groene uitvloeiing vóór de geboorte van de eerste pup Als een placenta losraakt van de baarmoederwand komt er een donkergroene drab vrij. Als er nog geen pups geboren zijn is dat een aanwijzing, dat er minimaal 1 placenta los is en er een geboorte moet plaats vinden, anders gaat de pup dood. Vóór de eerste pup is de donkergroene drab dus een sein, dat er ingegrepen moet worden. Ná de geboorte van de eerste pup is de groene drab normaal! Een dierenarts moet controleren of er sprake is van weeënzwakte, of, dat er sprake is van een pup die klem zit in de geboorteweg (te grote pup of verkeerde ligging). Ofschoon na de verlossing van de betreffende pup nog een normale geboorte van de andere pups kan plaats vinden, is de kans groot, dat er meteen een keizersnede wordt uitgevoerd. 13 Tussentijd geboorte pups De normale tijd tussen 2 geboortes is gemiddeld 1 – 2 uur. Er is helaas nogal wat variatie en dat maakt het erg moeilijk, zeker voor onervaren fokkers, om de juiste beslissing te nemen. Er zijn gevallen bekend, waarbij er een periode tussen de geboortes van 2 springlevende pups van circa 12 uur was. Maar op basis van dit soort uitzonderingen is niet een veilig beleid te voeren. Indien de volgende pup nog niet na 2 uur is geboren en de teef in alle rust haar pups verzorgt kunnen / moeten we rustig afwachten totdat de volgende persweeën zich aankondigen. Maar wanneer de teef onrustig is en persweeën heeft, er binnen ½ - 1 uur nog geen pup geboren is, dan is het verstandig om deskundige hulp in te roepen. Drinken van de pups bevordert de baarmoederweeën en versnelt de geboorte van de volgende pups. 14 Geboorte vordert niet Oorzaken kunnen zijn: weeënzwakte, te grote pup of verkeerde ligging. Er moet eerst controle plaats vinden door een deskundige om een eventueel passage probleem van de pup door het bekken van de teef uit te sluiten. Zeker als er sprake is van langdurig vruchteloos persen. Het is vanzelfsprekend, dat bepaalde oorzaken van een passageprobleem, zoals vergroeiingen in de vagina, nauw bekken door oud trauma e.d. onderkend en indien mogelijk opgelost moeten zijn tijdens / na vaginaal onderzoek, dat plaats vond vóór de dekking. Bij weeënzwakte dienen we een injectie met Oxytocine-S (‘piton’) toe. Oxytocine-S is een UDA middel en mag dus door de eigenaar zelf worden toegediend. Overleg echter bij iedere injectie weer vooraf met de dierenarts. Houdt u zich ook strak aan de juiste dosering: 0,1 ml (kleine en middelgrote rassen), 0,2 ml (grote rassen), 0,3 ml (hele grote rassen), onderhuids injecteren. De flacon na de geboorte weggooien (chemisch afval) en niet bewaren voor een volgend nest. Er moet binnen ½ - 1 uur na de injectie een pup geboren zijn. Indien er dan geen geboorte plaats vindt, moet de dierenarts geraadpleegd worden. Dus niet zelf nog een keer een tweede injectie geven! De injectie mag 1 – 2 keer met tussentijd van 1 – 2 uur herhaald worden, maar zoals reeds opgemerkt, er moet(en) telkens na elke injectie 1 of meerdere pups geboren worden. Te veel en te vaak oxytocine spuiten heeft een averechts effect en kan soms de melkproductie verminderen. In een aantal gevallen, in het bijzonder bij kleine rassen, moet er naast Oxytocine-S ook een Calcium injectie worden toegediend; vooral ook als er sprake is van grote onrust of krampverschijnselen bij de teef. Ook de calcium injectie is in principe een UDA middel en kan dus door de eigenaar zelf gespoten worden. Ook bij deze injectie, die onderhuids moet worden toegediend, benadrukken wij, dat u dat steeds alleen toedient na overleg vooraf met de dierenarts. In de homeopathie kennen we het middel MacSamuel Weeën. In het preparaat zitten de middelen Sabina en Secale cornutum, die beide het samentrekken van de baarmoeder bevorderen.
13
15 Pup blijft hangen Er zijn vruchtdelen te zien, zoals de achterpoten of het kopje, vaak nog verpakt in het vruchtvlies, maar de pup komt niet verder. Er moet op dat moment snel worden ingegrepen. Onmiddellijk deskundige inschakelen (die moet er dus eigenlijk al zijn) Duurt deskundige hulp te lang, zelf ingrijpen: Met de hand (in een droog washandje) de vruchtdelen vastpakken en iets aanspannen en met de weeën mee voorzichtig trekken aan de pup (in de richting van de kromming van de rug van de pup). Geen tangen of andere krachtwerktuigen gebruiken. 16 Navelstreng Als de teef de navelstreng zelf niet afbijt moeten wij de navelstreng doorhalen. Navelstreng niet de kort (circa 1 cm; nooit strak bij de buik: kans op verbloeden in de buik) en niet te lang (i.v.m. erop trappen) ‘afscheuren’ of afknippen. Uiteinde tussen duim en wijsvinger korte kneuzen (dan houdt de bloeding vanzelf op); alleen bij uitzondering met behulp van een garen draadje de navelstomp afbinden. Als de teef te onstuimig is en het risico bestaat, dat ze de navel te dicht bij de buik afbijt, is het verstandig dit ook zelf te doen (zie boven). Navelstomp ontsmetten met Betadine®. Het spreekt voor zich, dat alles (schaar, handen, enz.) schoon en steriel zijn. Desinfecteren met Dettol® is goed. 17 Pups op gang helpen Slijm uit de bek zuigen met een speciaal daarvoor in de handel zijnd slijmzuigertje Goed droog masseren met handdoeken. Omgeving warm houden (circa 30 –33 graden; niet te heet) 18 Nageboortes Als een teef 1 of enkele nageboorte(s) opeet, is dat geen probleem. Maar het is niet zo dat de teef alle nageboortes móet opeten. Het is verstandig om een teef die veel nageboortes heeft opgegeten te behandelen met Probiotica om te voorkómen, dat de teef diarree krijgt. Controleer altijd of er nageboortes achterblijven. Achterblijvende nageboortes kunnen voor problemen zorgen (baarmoederontsteking, vergiftiging). Aan te raden is bij twijfel meteen al te beginnen met MacSamuel Uterus tonicum. Het is raadzaam de teef 2 x daags te temperaturen. 19 Ziektepreventie bij de teef Er moet alles aan gedaan worden om te zorgen, dat de teef gezond blijft. Ziekte bij de teef zal bijvoorbeeld de melkproductie of de kwaliteit van de melk negatief kunnen beïnvloeden; beide nadelig voor de pups. Bovendien willen we liever niet, dat de pups via de moedermelk moeten ‘meesnoepen’ van de voor de teef, ingeval van ziekte, noodzakelijke medicijnen. Maatregelen: Rust, geen stress, voor teef en pups zal zeker bijdragen tot een beter herstel en een betere gezondheid Om de baarmoeder goed samen te laten trekken en zodoende alle restanten van vruchtwater en nageboortes te verwijderen, injecteren wij Oxytocine-S direct na de geboorte; de injectie moet uitsluitend na overleg met en/of controle door de dierenarts worden toegediend. Zie over Oxytiocine-S punt 14. Als extra hulpmiddel hierbij geldt het homeopathische middel: MacSamuel Uterus tonicum; wij geven dit middel direct na de geboorte, gedurende een periode van 3 weken.
14
Indien er sprake is van een baarmoederontsteking (koorts, veel drinken en donkerrode tot etterige, stinkende uitvloeiing), dienen we een gerichte antibioticum kuur toe gedurende 2 – 3 weken. ‘Gericht’ wil zeggen, aan de hand van een bacteriologisch onderzoek (welke bacterie is in het spel?) en een antibiogram (test om te bepalen welk antibioticum geschikt is om de betreffende bacterie te doden). Indien er sprake is van een mastitis (koorts, verminderde melkproductie, pijnlijke harde, warme en gezwollen melkklier), dienen we een gerichte antibioticum kuur toe gedurende 2 – 3 weken. Zie Mastitis. (op de website van www.whgdierenartsen.nl, red.) Bij het gebruik van antibiotica moeten we moeder en pups altijd behandelen met Probiotica; probiotica hebben geen bijwerkingen. 20 Controle van de pups na de geboorte Controle op gezondheid: is de pup beweeglijk, krachtig en vooral voldoende warm. In het bijzonder als de teef weinig belangstelling toont voor haar pups is het warm houden van de pups onze eerste zorg (omgevingstemperatuur direct na de geboorte circa 30 – 33 graden). Na de voeding moet een gezonde pup niet meer schreeuwen, maar slapen; hij heeft een volle buik. We houden de gewichten van de pups dagelijks in de gaten. Pasgeboren pups die niet drinken en slap zijn kunnen nog last hebben van de achterblijvende eerste taaie ontlasting (darmpek). Vaak lukt het om met behulp van veegbewegingen met een nat watje of nat washandje over de anus (zoals teef dat met de tong doet) de darmpek alsnog te verwijderen, soms moet het door een deskundige verwijderd worden. Let op: het kan ook zijn, dat er geen anusopening is aangelegd (atresia ani). Controle op een open verhemelte (melk loopt door de neus terug) Controle op ongewenste bijklauwtjes aan de achterpoten; indien die verwijderd moeten worden raden wij aan om dat tussen de 3de en 5de dag te doen en niet binnen 3 dagen na de geboorte, zoals algemeen wordt gesteld; dit omdat we liever de eerste 3 dagen stress willen vermijden. 21 Onrust bij de teef Verschijnselen zijn: onrust, nestelbewegingen, met pups gaan slepen, hijgen, heen en weer lopen, agressie naar de pups, doodliggen van pups, enz. De oorzaken zijn divers: onervarenheid van de teef (eerste keer), na een keizersnede die uitgevoerd is voordat de geboorte op gang kwam, naweeën (involutie pijn), calciumtekort of gedragsstoornis. Het is van belang, dat er door een dierenarts de juiste diagnose wordt gesteld, zodat een passende behandeling kan worden voorgeschreven. Bovendien moeten de pups tegen het gedrag van de moederteef beschermd worden. Bij onrust en agressie: gecontroleerd laten zuigen; tussendoor moeder en pups scheiden. 22 Behandelen en voorkómen van diarree bij pups Onder normale omstandigheden is het niet nodig om preventief maatregelen te nemen tegen diarree bij pups. Er zijn echter fokkers die steeds weer opnieuw kampen met diarree bij de pups. In die gevallen kunnen we preventieve maatregelen nemen. Het spreekt vanzelf, dat de probiotica slechts hulpmiddelen zijn en de dierenarts eerst een diagnose moet stellen. Om te voorkómen, dat de pups diarree krijgen of om diarree bij pups te behandelen is het verstandig om direct (na de geboorte) de pups Probiotica te geven. Het preparaat Protexin Pro-Kolin® is bij uitstek geschikt; de pasta is soms voor pups van kleine rassen te taai en dus moeilijk weg te krijgen; verdunnen met yoghurt is een optie. Bij verdenking van een Coli diarree (acuut ziek zijn, waterdunne ontlasting met gasbellen): direct alle pups behandelen met een geschikt antibioticum en Probiotica.
15
N.B. Een Coli infectie kan in 8 uur tijd dodelijk zijn voor een overigens kerngezonde pup (dat gaat dus heel snel, en dat is ook de reden, dat we bij 1 geval meteen het hele nest behandelen). Coli infecties zijn vooral gevaarlijk als pups in een vreemde omgeving geboren worden of gezoogd worden door een vreemde teef, die niet de antistoffen (over)draagt van de vertrouwde omgeving. Coli infecties komen vooral voor gedurende de eerste 3 dagen en op de leeftijd van circa 3 weken. 23 Gebrek aan melk Zie MacSamuel Melksecretie . (op de website van www.whgdierenartsen.nl, red.) 24 Kunstmelk Wij geven de voorkeur aan de in de handel zijnde complete producten, zoals Puppy Milk van Royal Canin en Esbilac In geval van nood kunnen wij zelf puppy melk bereiden: 1. 250 ml volle koeienmelk (of geitenmelk) 2. flinke scheut room (= circa 50 ml) 3. 1 geklutst rauw ei 4. paplepel suiker 5. eventueel vitamine / mineralen supplement (bij langdurige toepassing) De toediening kan per fles of per sonde. Met de fles toegediend is er, zeker bij een slappe pup, gevaar op verslikken en levensgevaarlijke longproblemen. Sondevoeding is een goed alternatief, maar vereist enige begeleiding en oefening in het begin. De melk moet uiteraard op lichaamstemperatuur worden toegediend. De dosering van melkvoeding is: 100 ml per kilogram lichaamsgewicht verdeeld over 8 porties per etmaal. 25 Melkallergie Soms zijn pups overgevoelig voor de moedermelk (projectiel braken, diarree, buikkrampen). In plaats van moedermelk of koeienmelk is dan geitenmelk een zeer goede optie. Homeopathie: Aethusa D3, 3 x daags 2 – 3 druppels ingeven verdund met water. 26 Bloederige uitvloeiing circa 4 – 8 weken na de geboorte In principe moet een teef circa 2 – 3 weken na de geboorte nauwelijks of geen uitvloeiing meer hebben. Is er 4 – 8 weken na de geboorte nog steeds wat bloederige uitvloeiing, dan is er vaak sprake van slecht genezende placenta plaatsen. Reguliere behandeling: progesteron. Combineer dit altijd met een gericht antibioticum. Gericht wil zeggen, aan de hand van een bacteriologisch onderzoek (welke bacterie is in het spel?) en een antibiogram (test om te bepalen welk antibioticum geschikt is om de betreffende bacterie te doden). Homeopathie: Ustilago maïdis D3, 3 x daags 5 druppels, gedurende. 3 weken, ingeven met wat water. 27 Groei pups gedurende de eerste 2 weken Het gewicht van een pup verdubbelt zich in de eerste week; vervolgens verdubbelt het weer in de tweede week. Het komt vaak voor, dat een pup de eerste dag na de geboorte iets gewicht verliest, na 1 – 2 dagen weer het geboortegewicht heeft, en dan pas gaat groeien. De verdubbeling is een gemiddelde en het gebeurt regelmatig, dat een individuele pup 10 – 15% minder groeit. Hierbij moet natuurlijk altijd de gezondheid van moeder en pup nauwkeurig in de gaten worden gehouden. Foto’s: Audry Wennekers
Drs. Atjo Westerhuis, dierenarts. WHG Nieuws bron: WHG Dierenartsen www.whgdierenartsen.nl
16
Van Christiane Stuffer kregen we deze schitterende foto’s van Tara en Luna in Zuid-Tirol. Ook een Saarlooswolfhond is wel eens aan vakantie toe.
17
Puppycursus
Het is leuk om op onze website de verhalen te lezen van de nieuwe pupeigenaren. Allemaal maken ze het nodige mee met hun pupje. Het deed me weer denken aan de tijd dat onze honden nog puppy’s waren. Dat lijkt alweer eeuwen geleden. We hebben toen ook de nodige avonturen beleefd. Shala (rechts) is trouwens nooit naar een puppycursus geweest. Zoiets is in ons Franse dorp totaal onbekend. Er is wel een hondenschool in Agen, maar dat is echt te ver weg. Een goede vriend van ons ging er met zijn Border Collie op cursus. Zijn hond was erg bang. Hij kreeg het advies van de cursusleider de hond extra te slaan. Bang zijn mocht niet, dat kon het best eruit geslagen worden. We wisten genoeg. Er valt nog veel werk te verrichten bij onze Franse vrienden. Met Tunka, onze reu, hebben we jaren geleden wel een puppycursus gevolgd toen we nog in Nederland woonden. Want natuurlijk, je waardeert zijn onafhankelijke karakter. Daarom kies je voor een Saarlooswolfhond. Je wilt geen kruiperige kwispelaar, maar een persoonlijkheid! Dat is mooi, maar het is ook wel praktisch als ie gewoon komt als je hem roept. En daar zat 'm nou net nou de kneep. We waren Boris gewend, onze Portugese herder. Nou ja, beetje ernaast gelegen zullen we maar zeggen. Hij is vorig jaar op bijna zeventien jarige leeftijd overleden. Boris was oersterk, zeer dominant en had een overdosis will-to-please. Geheel niet Saarloos. Hij kwam meteen als je hem riep en wilde dan graag iets voor je doen. En als je dat jarenlang gewend bent, tja, dan ga je dat gewoon vinden. Uiteindelijk weet je niet beter, je beseft niet meer dat het ook anders kan, totdat… er een Saarlooswolfhond in je leven komt! Toen mijn vraag goed en wel tot hem was doorgedrongen, drentelde hij verbaasd heen en weer. Op veilige afstand natuurlijk. 'Hier komen zei je? Bij jou dus? Je bedoelt zomaar? Voor niets dus als ik het goed begrijp, eigenlijk alleen omdat jij het zegt?' Eh ja, dat bedoelde ik eigenlijk. Al was het alleen maar omdat ik er geen zin in heb om urenlang aan het eind van de hei te moeten wachten tot jij, Tunka, eindelijk een beetje zin hebt om eraan te komen om op het laatste moment te besluiten dat toch maar niet te doen. Een gehoorzaamheidscursus zal geen overbodige luxe zijn! Maar Tunka dacht daar een slag anders over. Zo'n stomme gehoorzaamheidscursus was volgens hem helemaal niet nodig. Elke dag als we gingen wandelen op de hei, controleerde hij voor alle zekerheid of ik die lekkere hamblokjes of de stukjes worst niet vergeten was. Maar hij moest ook komen zonder die lekkere spulletjes. Ik wilde gewoon een gehoorzame hond. Punt uit. Marianne ook en we waren niet de enigen. Dagelijks konden we op de grote, stille hei de verschillende methoden horen die door diverse hondenscholen werden gehanteerd. Er werd heel wat afgeklikt, gefloten en positief benaderd. Fluit, fluit, fluit … klik, klik, klik, … goed zo… goed zo …goed zo zo, schalde het van heinde en verre over de eens zo stille heide. Maar hoe ik ook floot, klikte of goedzode, het effect op Tunka was als de spreekwoordelijke scheet in een vergietje. Niks, nul komma nul en nada! Gelukkig heb je tegenwoordig moderne gehoorzaamheidscursussen om dat ongemak te verhelpen. Nou ja enigszins te verhelpen, want laten we het vooral niet overdrijven, hè! Om kort te gaan: die cursus werd een ramp. Alles wat mis kon gaan, ging mis. Het onweerde hevig tijdens de eerste les en ik vroeg me af of het wel verstandig was met Tunka dat veldje op te lopen. Maar Tunka was in geen velden of wegen te bekennen. En hij vroeg zich
18
helemaal niets af, hij wilde maar één ding: naar huis en wel meteen! Terwijl iedereen op het veldje braaf klaarstond met zijn druipende hondje, was Marianne druk bezig om Tunka onder de materiaalwagen van die hondenschool vandaan te sjorren. Hij stond letterlijk met de hakken in het zand, hartstochtelijk zoveel mogelijk tegenwerking te verlenen. Aan het eind van de avond hadden we een complete triatlon gedaan in plaats van een puppycursus. We waren bekaf! Tunka was toen al ruim een half jaar en behoorlijk sterk. 't Was trouwens wel een beetje raar gezicht, die reus tussen al die kleinduimpjes. Maar goed. De tweede les werd een ramp, de derde les, de vierde les… de telefoon. De cursusleidster. Of we wat eerder konden komen, ze wilde even praten. Wij voelden nattigheid. Aarzelend kwam het hoge woord eruit. We konden beter stoppen, want het zou nooit wat worden. Maar wij dachten dat we haar wel konden bijbrengen hoe een Saarlooswolfhond in elkaar steekt! Om met Máxima te spreken: dat was een beetje dom. Achteraf dan, hè! Tunka weigerde pertinent haar lessen op te volgen! De vijfde les werd een ramp, de zesde, de zevende… die cursus duurde dertien lessen! We hebben het tot het eind toe volgehouden met maar twee problemen. Het eerste probleem loopt op vier poten en het luistert (eh… dat woord is hier niet helemaal goed gekozen), maar goed, het luistert dus naar de naam Tunka. Het heeft ook verdacht veel weg van een Saarlooswolfhond. Het tweede probleem was een mevrouw die als een sergeant-majoor midden op het veld haar soldaten in de rondte commandeerde. Het was niet zo vreemd dat het niet klikte tussen die twee. Tunka vond het een doodeng mens, zij vond dat die Saarloos zich niet zo moest aanstellen. Hij moest zich gewoon honds gedragen net als alle andere honden. Marianne en ik probeerden haar nog uit te leggen dat Tunka er niets aan kon doen hoe hij in elkaar steekt. Een Saarlooswolfhond gedraagt zich nou eenmaal als een Saarlooswolfhond. Niet om eigenwijs te zijn, maar op bepaalde punten is dat soms eh… anders. Maar zij vond dat typische wijsneuzerigheid van hondenbezitters die allemaal denken dat hun hond zo’n speciaal en uniek geval is. Tunka was in haar ogen gewoon een angstige hond. Een kordate en positieve benadering was de beste aanpak om dat euvel te verhelpen. Nou, ook goed. Voorbeeldje? Bij het onderdeel 'benaderen en betasten' liep zij kordaat op Tunka af. Haar bedoeling was de andere cursisten te tonen hoe een hond met een doortastende, edoch positieve benadering van zijn schuwheid en angst afgeholpen kon worden. Ik druk me heeeeeeel voorzichtig uit als ik zeg dat Tunka niet bepaald meewerkte als demonstratiemodel. Na de stand 3-0 in zijn voordeel stopte mevrouw de cursusleidster met dit partijtje vrij worstelen. Het begon haar te dagen. Wat ook niet echt meewerkte, was dat Tunka er nooit enig misverstand over liet bestaan wat hij het leukste vond van de les: het eind. We gingen naar een andere cursus toen bleek dat we voor de vervolgcursus weer diezelfde mevrouw kregen! En daar ging het er heel anders aan toe. Wat ik maar wil zeggen: ook een Saarlooswolfhond is gehoorzaamheid aan te leren. De een wat makkelijker dan de ander, maar vraag van je cursusleider altijd om begrip voor het karakter en het gedrag van je Saarloospupje. Uiteindelijk hebben we van Tunka nog een (redelijk) goed luisterende hond weten te maken. En ach, eigenwijs mag ie best wel eens zijn. Daar ben je ten slotte een echte Saarlooswolfhond voor. Ja, toch? Johan Berends. Oktober 2008
19
De AVLS heeft na de algemene ledenvergadering in mei een aanvraag voor erkenning ingediend bij de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. We kregen als antwoord dat men de zaak uitgebreid zou bestuderen en dat kon geruime tijd duren. Dat klopte. Na een half jaar hadden we nog geen antwoord.
De Federatie van Rasverenigingen heeft de Raad te kennen gegeven een gedegen antwoord te verwachten op alle vragen over het erkenningsbeleid. De Federatie kreeg daarop als antwoord dat de Raad bereid was de Federatie op de hoogte te houden van het advies van een interne werkgroep over dit onderwerp. Voorwaarde was dat de Federatie geen klacht zou indienen bij de NMa. De Federatie had intussen de hand weten te leggen op het conceptadvies van deze werkgroep. Daarin stond klip en klaar dat er geen sprake kon zijn van erkenning van tweede rasverenigingen. Na overleg met de aangesloten verenigingen heeft de Federatie begin september besloten zich niet langer aan het lijntje te laten houden en een klacht bij de NMa in te dienen. De NMa kijkt alleen naar de economische belangen die geschaad worden in de branche door monopolievorming, prijsafspraken en dergelijke. Vandaar dat er nogal wat cijfermateriaal in de klacht is opgenomen. De klacht heet in het juridisch jargon van de NMa een ‘besluitaanvraag.’ De tekst luidt als volgt: “De rasverenigingen en stichtingen die zich hebben verenigd in de Federatie van Rasverenigingen Nederland dienen bij deze een besluitaanvraag in tegen de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland (RvB). Dit is de overkoepelende brancheorganisatie voor hondenfokkers en rasverenigingen. Naar onze mening is het beleid van de RvB, het weigeren om meer verenigingen per hondenras te erkennen en toe te laten tot de brancheorganisatie, in strijd met de nationale en Europese wet- en regelgeving ter zake van het scheppen van monopolieposities en kartelvorming. Dit beleid benadeelt verenigingen en fokkers die toelating en erkenning wensen, maar geweigerd worden door de RvB. In Nederland leven naar schatting 1,76 miljoen honden. Daarvan is 47% een rashond. Voor deze rashonden worden per jaar zo’n 50.000 stambomen uitgegeven à € 60 per stamboom (totaal ca. € 3 miljoen). Volgens de cijfers van het rapport Gedeelde Zorg van het Ministerie van LNV (bijlage 5) is de gemiddelde prijs voor een pup met een stamboom € 680. In deze sector, die wordt vertegenwoordigd door de RvB, gaat dus jaarlijks een kleine 34 miljoen Euro om. We hebben het hier alleen over de pupverkoop. De erkende en niet-erkende rashondenfokkers kunnen uitsluitend bij de RvB een stamboomcertificaat verkrijgen. Maar dit is niet de enige economische activiteit van de RvB. Er worden jaarlijks tientallen hondententoonstellingen georganiseerd onder auspiciën van de RvB, die worden bezocht door honderdduizenden betalende bezoekers. De RvB geeft ook diverse hondenbladen uit waarin de erkende rasverenigingen en kynologenclubs uitgebreid gepromoot worden et cetera. De RvB benadeelt stelselmatig de niet erkende rasverenigingen (de NER) aldus:
20
•
• • • • • •
De fokkers van de NER moeten € 92,00 per nest extra betalen bij hun nestaangifte bij de RvB en de RvB kan in overleg met de wel erkende rasverenigingen deze prijs naar willekeur verhogen. (zie voorstel verhoging 300% in nota van RvB ‘Gíng het maar om de hond.’) De RvB wekt de indruk bij het publiek dat de erkende rasverenigingen betere fokkers hebben, waardoor deze fokkers hun fokproducten makkelijker kunnen afzetten. De RvB verbiedt zijn keurmeester honden te keuren bij de NER. De NER hebben geen mogelijkheid keurmeesters op te leiden voor het betreffende ras, omdat het monopolie hiervoor bij de RvB ligt. De NER worden uitgesloten van de kwaliteitscertificering door de RvB. De NER ontvangen van de RvB geen gezondheidsgegevens over het ras dat zij vertegenwoordigen, zoals de erkende rasverenigingen die wel krijgen. De NER krijgen op geen enkele manier ondersteuning van de brancheorganisatie RvB en worden zelfs, waar mogelijk, tegengewerkt
Een erkenningsregeling heeft een open karakter, wanneer de regeling toegankelijk is voor iedereen die aan de voorwaarden voldoet. Naar onze mening voldoet de erkenningsregeling van de RvB op geen enkele wijze aan deze voorwaarde. Als voorbeeld geven wij u in de bijlage de afwijzing van de RvB aan de Lagotto Romagnolo Club Nederland en Vereniging de Welsh Springer Spaniel. Wij verzoeken u deze besluitaanvraag in behandeling te nemen en wijzen op de brief die de Algemene Vereniging voor Liefhebbers van Saarlooswolfhonden reeds bij u heeft ingediend. Dit dossier is bij u bekend onder bovenstaand referentienummer. Indien nodig zijn wij gaarne bereid tot een mondelinge toelichting. Intussen verblijven wij, Hoogachtend, Federatie van Rasverenigingen Nederland, Marianne Eggink. Deze besluitaanvraag wordt ingediend namens 24 rasverenigingen en stichtingen, die gezamenlijk zo'n 5000 leden c.q. donateurs vertegenwoordigen: Nederlandse Welsh Corgi Club, Engelse Cocker Spaniel Club Nederland, Algemene Vereniging voor Liefhebbers van Saarlooswolfhonden, Lagotto Romagnolo Club Nederland, Vereniging voor Schnauzerfokkers en Liefhebbers, Hovawart Vrienden Nederland, Vereniging kortharige Hollandse Herder, Vrienden van het Schipperke, Stichting vrienden van de Basset Griffon Vendéen, Briard Vereniging Nederland, Stichting de Ierse Wolfhond Yorkshire Terrier Vriendenclub Nederland, Vereniging de Welsh Springer Spaniel, Nova Scotia Duck Tolling Retreiver, Airedale Terriër Verbond Nederland, Vrienden van het Markiesje, Nizinny Verbond Nederland, Nederlandse Benner Sennen Vereniging, Vrienden van de Sint Bernard, Stichting Bulldogsonline, Blot, Kring voor Vrienden en Fokkers van de Labrador Retrievers, Bearded Collie Liefhebbers, Perrovrienden, Schotse Herder Vrienden.” (Het woord is nu aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit, de NMa. Natuurlijk houden we jullie van de ontwikkelingen op de hoogte.)
21
Nogmaals NAK Eigenlijk had ik het hoofdstuk NAK (Niet Aangesloten Kynologie) al afgesloten. Praten over, maar niet met alle betrokkenen is m.i. een zinloze en vernederende exercitie, zeker voor de partij die niet mee mag praten. Nu heeft zich echter een nieuwe ontwikkeling voorgedaan. De Federatie van Rasverenigingen (=NAK) heeft bij de NMA een klacht ingediend tegen de Raad van Beheer. Hun doel is, toegelaten worden tot de Raad van Beheer en dat is niet mogelijk, omdat er per ras slechts één vereniging mag worden toegelaten. Een regel die al sinds de oprichting van de Raad geldt. Reden genoeg voor mij om naar de discussieavond (10 september’08) van de Raad van Beheer te gaan, die deze problematiek tot onderwerp heeft. Zo’n avond biedt werkelijk fantastisch vermaak. Er wordt veel heen en weer gepraat, waarbij al snel duidelijk wordt, dat van veel realiteitszin bij een aantal der aanwezigen weinig sprake is. Dat ligt natuurlijk ook een beetje aan de opzet van deze avond. Eerst wordt het al eerder gekozen, in mijn ogen kansloze, traject nog eens uit de doeken gedaan. Men wil mensen die elkaar niet kunnen luchten of zien m.b.v. “mediators” weer bij elkaar brengen. Negen van de tien keer zal dat niet lukken. Sommige niet-aangesloten verenigingen bestaan al jaren en zijn echt niet bereid weer terug te keren naar de “oude” rasvereniging. Dus prietpraat over elkaar een spiegel voorhouden, en er nog eens goed onder leiding van een deskundige over praten, brengt echt geen oplossing. “Polderen” is ook meer iets van de vorige eeuw. Interessant is de uiteenzetting van bestuurslid mw. Van Egmond. Zij geeft uitleg over de klacht die tegen de Raad is ingediend. Ze maakt duidelijk dat de Raad deze klacht niet met twee-vingers-in-de-neus zal weten te pareren, integendeel. Als de klacht gegrond zal worden verklaard, zal dat de Raad (lees: alle aangesloten verenigingen) heel veel geld kunnen gaan kosten en de rasverenigingen van de federatie zullen, mits ze aan de voorwaarden voldoen, moeten worden toegelaten. Een ander reëel gevaar is een tweede kennelclub en een tweede stamboek. Als blijkt dat toelating tot de vereniging Raad van Beheer voor rasverenigingen van de federatie niet mogelijk is, kunnen ze besluiten het dan maar helemaal zelf te gaan doen. Dat lijkt me geen prettig vooruitzicht! Volgens mij is de keus eenvoudig. Gewoon een kwestie van risico’s afwegen. Afwachten en hopen dat de klacht niet ontvankelijk is, is levensgevaarlijk. Want als het fout loopt dan zijn de gevolgen voor de leden hoogstwaarschijnlijk desastreus. Andere keus: binnen afzienbare termijn alle verenigingen toelaten die voldoen aan de criteria van de Raad. Wat is daar zo erg aan? In de politiek kan iedereen die het beter weet, het ergens niet mee eens is, iets nieuws wil of ruzie heeft met de eigen partijgenoten zo een eigen partij beginnen en onder voorwaarden meedoen aan verkiezingen. Voorbeelden genoeg. Kwaliteit blijft en rommel verdwijnt. Waarom kan dit niet in de kynologie? Iedereen weet dat er bij de Raad ook slecht presterende verenigingen zijn aangesloten. Men wil niets, kan niets, is juist veel te streng of er is simpelweg geen kwaliteit aanwezig. In het
22
huidige systeem kan dat. Laat er maar concurrentie komen! Ik ben er van overtuigd dat wat goed is vanzelf boven komt drijven. Onze rashonden zullen hier zeker van profiteren. Maar nee, de meerderheid van de aanwezigen kiest deze avond toch voor pappen-en-nathouden en een mediator. Mensen, wordt eens wakker! Dat stadium, zo het al een optie was, is gepasseerd op het moment dat de klacht tegen de Raad is ingediend. Ik draag de vereniging Raad van Beheer een warm hart toe en maak er met veel plezier deel van uit. Laat de angst voor meer rasverenigingen per ras er niet voor zorgen dat er verkeerde beslissingen genomen gaan worden. Verkeerde beslissingen kunnen in dit geval de Vereniging Raad van Beheer in meerdere opzichten akelig duur komen te staan. René Woudman columnist Kynologen Vakbond Nederland Bron: KVN Magazine September 2008.
(advertentie)
23
Mijn mooiste foto
Dit zijn Be Nisha von der Göttinger Breede (links) en haar dochter Anevay Timish Una Neshoba (rechts). Ik heb heel veel mooie foto’s van mijn honden, maar deze hier brengen zeer goed tot uitdrukking hoe ze zijn. Beide foto’s werden tijdens een wandeling in de winter genomen. Nisha is onze eerste Saarlooswolfhond en ze is een echte gelukstreffer. De foto vind ik heel mooi, omdat haar bijzondere blik zo goed uit de verf komt. Ik kan wegzinken in haar ogen, haar blik is zacht, mystiek, opmerkzaam, boeiend en doordringend tegelijk. Dat geeft haar ook een bijzonder uitstraling en het weerspiegelt haar ziel. Nisha heeft een uitgesproken beminnelijk karakter en is het rustpunt bij ons. Ze geeft evenwicht in de roedel, ze is stabiel en de rust zelve. Ze wil zich altijd uitgebreid laten kroelen. Als ze een kat was, zou ze er zelfs bij spinnen. Maar bij Nisha kan het ook anders. Als ze met haar dochter Timish tekeer gaat, heeft ze een uitzinnige energie en het is ronduit fascinerend en indrukwekkend om ernaar te kijken. Ik kan die twee daarbij urenlang observeren. Timish is bij ons in de woonkamer geboren, het was een ongelooflijk mooie en ontroerende gebeurtenis. Al bij de geboorte had ik een bijzonder gevoel voor haar dat me niet meer heeft losgelaten en ertoe leidde dat ze bij ons bleef. Timish is erg mensenschuw, maar al het andere maakt haar niet bang. Ze is onze kleine ‘Prollo’ want ze schept graag een beetje op, waarmee ze wil aantonen hoe leuk ze is. Tegenover ons is ze erg ondeugend, maar tegelijkertijd ook zó lief en hartelijk. De foto laat volgens mij haar levenslust heel goed zien. Ze is heel beweeglijk en houdt mama Nisha goed in conditie, die zich, sinds Timish bij ons is, zo veel beweegt als nog nooit in haar leven, want normaal gesproken behoort Nisha eerder tot de wat luiere soort.
24
Als Timish blij is, en dat is heel vaak het geval, slaat ze ons met haar liefdesbetuigingen bijna letterlijk van de kaart. Ze is altijd in een goed humeur, maar heeft ook heel veel kolder in de kop. Ze denkt er voortdurend over na, wat ze nu weer kan uitvoeren. Ik geef de hoop nog niet op dat ze, zoals haar mama, rustig en bezonnen wordt, als ze wat ouder en volwassen is, want de appel valt niet ver van de boom. Op het moment is ze echter ‘de baby’ hier in huis en ze houdt iedereen in een goede bui. En echte ‘lieve schat.’ Het leven met Nisha en Timish is nooit saai en ik zou het voor geen goud willen missen. Carmen Tyborski, Oktober 2008
25
De AVLS Saarlooswolfhondendag 2008, een impressie De ontvangst van alle Saarlooswolfhondenliefhebbers was gepland tussen 10 en 10.30 uur, maar voor sommigen begon de dag al wat vroeger. Standjes moesten worden opgebouwd, de manege werd gereed gemaakt voor de twee lezingen van die dag, de beamer werd opgezet, de computer aangesloten en de geluidsapparatuur getest. Het was al met al nog een heel karweitje.
Maar uiteindelijk was alles klaar en toen de eerste bezoekers zich meldden, bleek dat de opzet al bij voorbaat was geslaagd. De uitgereikte naambadges deden goede dienst en in een ontspannen sfeer werd met elkaar kennisgemaakt. Degenen die elkaar (soms al jarenlang) kenden hadden alle gelegenheid om weer eens uitgebreid bij te praten.
26
Daarna was Drs. Annemarie Voorbij aan de beurt met een lezing over de ontdekking van het gen dat dwerggroei veroorzaakt en de complicaties die dit geeft voor de lijders aan deze erfelijke afwijking. Uit de vele vragen na afloop van haar spreekbeurt bleek hoe zeer dit onderwerp bij onze leden leeft. Het aantal dragers ligt volgens de wetenschappers uit Utrecht op circa 18%. Nu het gen ontdekt is, hoeven er geen dwergjes meer geboren te worden.
Na de lezing was het tijdschema voor het oogonderzoek aan de beurt en konden de honden die waren opgegeven worden gedruppeld. Er waren 19 honden ingeschreven. Van 22 honden werd bloed afgenomen voor de DNA bank en voor het dwerggen onderzoek in Utrecht.
27
Tussendoor kon in de buitenlucht weer volop worden genoten van het heerlijke najaarszonnetje en konden spulletjes voor hond en mens worden uitgezocht in de diverse kraampjes.
Het werd tijd voor een les ringtraining en doggydance met Saarlooswolfhonden. Ringtraining, o.k. maar doggydance met Saarlooswolfhonden? Ja hoor, dat kan ook! Kijk maar.
28
En natuurlijk werden de honden bekeken en bewonderd.
29
Na de lunch gaf de bekende hondenboekenschrijver Marcel Nijland een lezing over het gangwerk van de hond, in het bijzonder over dat van de Saarlooswolfhond.
Daarna trokken we weer met z’n allen naar buiten (wat geen straf was) om de praktijkcursus van Marcel op het buitenveld te volgen.
De dag was natuurlijk niet compleet zonder een leuke loterij met tientallen prijzen. De activiteitencommissie had zijn best gedaan om diverse sponsors voor de prijzen op te sporen en enthousiast te maken voor deze speciale dag. De hoofdprijs werd gewonnen door Els Rademaker. Het was een schitterend weekend in de Ardennen met je Saarlooswolfhond. Els, van harte gefeliciteerd! We horen graag hoe het is geweest.
30
Aan het eind konden we met z’n allen terugkijken op een heerlijke, ontspannen dag. Er werd nog even gezellig nagepraat in het (nog steeds) warme avondzonnetje.
Op het hoogtepunt van de dag waren zo’n 140 bezoekers aanwezig. Dat aantal overtrof de verwachtingen van de organisatie ruimschoots. De telling van de aanwezige Saarlooswolfhonden kwam uit op maar liefst 87! Maar dat kan er ook eentje meer of minder zijn geweest. Rond een uur of zes was iedereen weer naar huis gekeerd, de manege was opgeruimd en de kantine stond er weer blinkend schoon bij. Dank aan alle vrijwilligers die enthousiast hun handen uit de mouwen staken. En de file op de terugweg? Die namen we op de koop toe.
31
DogWalkTrail stelde de hoofdprijs beschikbaar voor de loterij op de Saarlooswolfhondendag van 28 september. DogWalkTrail houdt zich bezig met allerlei mogelijkheden van een actieve vakantie samen met je hond. DWT organiseert weekenden in de Ardennen, Nederland en Oostenrijk. De Ardennen is voor de meeste hondenliefhebbers maar 3 uurtjes rijden en een superlocatie voor DWT om daar wat leuke weekenden te organiseren en lekker te gaan kamperen. Lekker actief samen met jouw hond. Er worden kanotochten en vlotvaartochten georganiseerd, speur, spel en puzzel tochten, challenge parcours, boogschieten met lekkere prijzen voor de hond, oriëntatie, foto, korte en lange wandelingen uitgezet. We verzamelen ons gezellig rond een barbecue of kampvuur en zitten gezamenlijk aan het ontbijt of aan de picknick. Belangrijk bij ons is dat je samen met je hond een weekend buiten bent en dan ook zo dicht mogelijk bij de natuur. We bieden nog veel meer, dus kijk even op onze site. Nederland is natuurlijk nog meer bereikbaar en wat makkelijker reizen door de Nederlandse taal. Is de Ourthe nog wat spannend met een kano, dan is wellicht het stilstaande water in Groningen een goede eerste stap. Oostenrijk is natuurlijk ook zeer in trek. Heb je iets meer tijd en wil je genieten van de Alpen dan is het Salzburger land een plek bij uitstek. In de omgeving van Zell am See en Kaprun vind je heerlijke groene bergweiden, prachtige bergmeren, watervallen, eeuwig ijs en prachtige bezienswaardigheden. Dit alles heeft DWT in Oostenrijk te bieden. Het basisprogramma bestaat uit prachtige wandelingen en een aantal activiteiten. Ook in de winter biedt DWT in Oostenrijk natuurlijk weer een spetterend maar vooral „sneeuw wit“ programma. Sneeuwschoenwandelen, winterwandelingen en nog veel meer sneeuwpret. Ook de DoggyDayCare is een uitkomst. De bazen kunnen op de latten of het snowboarden terwijl je hond plezier heeft in de witte sneeuw. Zelf hebben we ook een voorkeur voor bepaalde honden. We zijn lang bezig geweest met de keuze voor een Saarlooswolfhond of nog een Malamute, maar toch wordt het weer een 2de Malamute. We vinden het erg leuk om gasten te mogen ontvangen met de prachtige Saarlooswolfhond, dus vandaar deze prijs. We hopen natuurlijk nog meer gasten te mogen ontvangen met Saarlooswolfhonden.
De foto’s in deze nieuwsbrief werden beschikbaar gesteld door Christiane Stuffer, Johan Berends, Grit Fischer, Jos de Bruin, Wouter en Nancy Hemstede, Carmen Tyborski, Audry Wennekers, Marijke Saarloos, Gerard de Moor, Francis Timmerman en Didier Prongué.
32