Beste Leden,
22 augustus 2008
Het grote nieuws van de afgelopen tijd was natuurlijk de ontdekking van de genmutatie voor hypofysaire dwerggroei bij de Saarlooswolfhond. Het is na 15 jaar onderzoek gevonden aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht door Dr. H. Kooistra en zijn team. Dr. Kooistra zal op de Saarlooswolfhondendag op zondag 28 september een lezing hierover geven. Speciaal voor deze nieuwsbrief heeft Drs. A. Voorbij samen met Dr. Kooistra een artikel geschreven. Drs. Annemarie Voorbij hoopt op dit onderwerp te promoveren. Onze activiteitencommissie is druk bezig voor de aankomende Saarlooswolfhondendag die in het teken zal staan van het gangwerk van de Saarlooswolfhond. Wederom konden we een beroep doen op de kennis van Øyvind Nord. Hij zal het gangwerk van de aanwezige honden beoordelen en er een toelichting op geven. Het programma van de dag is in deze nieuwsbrief opgenomen. Leden en niet-leden kunnen weer bloed van hun hond laten afnemen voor opslag in de DNA bloedbank (alleen voor honden bij wie dit nog niet is gebeurd). Inmiddels weten we hoe belangrijk dit is. En ook nu weer kunnen onze honden tegen gereduceerd tarief worden onderzocht door Dr. A. Heijn op oogafwijkingen. We wijzen er nogmaals op dat dit onderzoek volkomen pijnloos en ongevaarlijk is voor de honden. In deze nieuwsbrief een artikel van advocaat Mr. C. Wilschut. Hier wordt duidelijk uit de doeken gedaan welke rechten en plichten hondeneigenaren hebben. Rasverenigingen en fokkers mogen niet in deze rechten treden, zelfs niet als dit contractueel is vastgelegd. Het leek ons goed dit nog eens uitgebreid onder de aandacht te laten brengen door een onafhankelijk deskundige. Christa de Graaff heeft ons medegedeeld om persoonlijke redenen haar functie als bestuurslid neer te moeten leggen. Het bestuur betreurt dit, maar respecteert haar besluit. We zien vooralsnog geen reden tot onmiddellijke invulling van de vacature. Op de eerstvolgende ledenvergadering zal hierin worden voorzien. Rest ons de hoop uit te spreken jullie allemaal weer te mogen ontvangen op de volgende Saarlooswolfhondendag op 28 september in Hoenderloo. Namens het bestuur, met vriendelijke groeten,
Jan Dirkzwager, voorzitter.
Marianne Eggink, secretaris
De AVLS stelt zich ten doel alle eigenaren, fokkers en liefhebbers van Saarlooswolfhonden bijeen te brengen om gezamenlijk op te komen voor de belangen van het ras. Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Zwolle onder nummer 05083425 http://www.avls.nl
-1-
De AVLS
Contributie € 25 per jaar. Eenmalig inschrijfgeld € 10. Gezinsleden € 17,50 per jaar. Zij betalen geen inschrijfgeld. Gezinsleden zijn de levenspartner of de kinderen van leden die op hetzelfde adres wonen tot 18 jaar. Zij hebben dezelfde rechten als leden. Leden die zich na 1 juli inschrijven, betalen voor het lopende jaar de helft van de contributie mits zij gelijktijdig voor het volgende jaar de contributie voldoen. Hetzelfde geldt voor gezinsleden. De vereniging kent geen ereleden. De contributie overmaken op: Bankrekeningnummer: 53.98.01.739 van de ABN-AMRO Bank te Steenwijkerwold Ten name van: Algemene Vereniging voor Liefhebbers van Saarlooswolfhonden Onder vermelding van: contributie en het jaar waarop de betaling betrekking heeft. Betalingen uit het buitenland: IBAN code: NL56ABNA0539801739 BIC code: ABNANL2A
De AVLS wil iedereen die de Saarlooswolfhond in zijn hart heeft gesloten zo breed mogelijk informeren over allerlei aspecten van het ras. Wij zullen - waar nodig - opkomen voor de belangen van alle Saarlooswolfhonden. De AVLS wil een goede en open communicatie bevorderen tussen de leden en het bestuur. Het uitwisselen van standpunten, met respect voor elkaars mening, staat daarbij voorop. Artikelen van leden worden altijd gepubliceerd in het clubblad, tenzij er sprake is van overschrijding van algemeen aanvaarde fatsoensnormen. De inhoud van de artikelen mag het belang en de goede naam van de vereniging niet schaden of de doelstellingen verwerpen. Publicatie hoeft echter niet te betekenen dat het bestuur het eens is met de visie van de indiener. Indien er sprake is van een conflict tussen de auteur en de redactie over het al dan niet publiceren van een ingezonden artikel, zal het bestuur in voorkomende gevallen oordelen. Het bestuur van de AVLS bestaat uit: • • • • •
Voorzitter, Jan Dirkzwager Secretaris, Marianne Eggink Penningmeester, Ruud de Bruin Bestuurslid, Jos de Bruin Bestuurslid, vacature
Wij verwelkomen alle eigenaren met hun Saarlooswolfhonden, alle fokkers en liefhebbers van het ras (met of zonder hond) in onze vereniging. De AVLS sluit niemand uit en kent geen ballotage. De statuten en het huishoudelijk reglement zijn te vinden op de website van de vereniging. Nieuwe leden kunnen zich via de website aanmelden.
Sluitingsdatum kopij: 15 oktober 2008
www.avls.nl
-2-
Erfelijke afwijkingen en de gevolgen voor de fokkerij Bij de hond komen verschillende erfelijke afwijkingen voor, waar we rekening mee moeten houden. De liefhebber die een nestje wil fokken, moet immers afwegingen maken voor een verantwoorde fokcombinatie. Ik wil mijn overwegingen voor die keuzes uiteenzetten aan de hand van de erfelijkheidswetten. Niet omdat ik specialist ben op dit gebied, verre van dat (we kunnen in de vereniging gelukkig terugvallen op echte specialisten) maar ik weet er door persoonlijke omstandigheden iets vanaf. Cellen Het lichaam van de hond en van elk levend wezen bestaat uit miljarden cellen. Een lichaamscel kun je zien als een ballonnetje gevuld met soep. In die soep drijven sliertjes en nog wat zaken die er in dit verband niet zo toe doen. Om in de soepmetafoor te blijven: het gaat ons om het balletje, de celkern. Elke cel in een orgaan heeft een duidelijk omschreven taak. In bijvoorbeeld de spieren, de nieren of de ogen weet elke cel precies wat het moet doen. Maar hoe weet zo’n cel dat? Het antwoord is: DNA. Dat zit in lange stengen opgerold in de chromosomen, die weer in de celkern zitten. Een hond heeft in zijn lichaamscellen 39 paar chromosomen, in totaal dus 78. Dat is een behoorlijk aantal. Een mens heeft er bijvoorbeeld maar 46. Het DNA in de chromosomen geeft de cellen opdracht om een bepaald aminozuur aan te maken. Aminozuren zijn de bouwstenen voor eiwitten en eiwitten zijn cruciaal voor het leven. Honderdduizenden soorten eiwitten zijn dag en nacht in touw om een lichaam aan de praat en op de been te houden. Het wonderlijke is dat dit ongelooflijk ingewikkelde proces in de meeste gevallen goed gaat. Maar... niet altijd. Er kan vanaf de geboorte, maar ook op latere leeftijd een foutje in de DNA code sluipen waardoor de lichaamscellen het DNA niet meer "begrijpen." De cellen functioneren niet meer zoals het moet. Ze sterven langzaam af of ze vermenigvuldigen zich juist idioot snel of ze weten niet meer wat ze moeten doen. Het defecte DNA kan via de geslachtscellen worden doorgegeven aan de nakomelingen en zo ontstaat een erfelijke ziekte. Niet alleen bij de hond, maar bij alle levende wezens. Erfelijke ziektes Ook bij de mens. Geheel onverwacht dook een aantal jaren geleden in mijn eigen familie een erfelijke afwijking op. We hadden geen idee wat er aan de hand was. De pasgeboren baby van mijn nichtje had opmerkelijk haar, broos en breekbaar en het kindje was totaal lusteloos, zonder enige levenskracht. Het zag er helemaal niet goed uit. De specialisten stelden na een langdurig onderzoek vast dat het om het zeldzame syndroom van Menkes ging. Wij hadden daar nog nooit van gehoord. Het bleek een erfelijke stofwisselingsziekte te zijn. De afwijking kon niet behandeld worden. De levensverwachting was maximaal 3 jaar, maar na 1,5 jaar had de ziekte de baby al zodanig verzwakt dat het is overleden. Dat was een enorm drama in mijn familie, dan zul je begrijpen. Het ging om een geslachtsgebonden afwijking. Sommige erfelijke afwijkingen komen vooral voor bij jongens, andere weer hoofdzakelijk bij meisjes. Een bekend voorbeeld bij jongens is hemofilie, ook wel bloederziekte genoemd. Het bloed van de patiënt stolt moeilijk. Ook treden er soms interne, zeer pijnlijke bloedingen op. Meisjes kunnen de ziekte alleen in bepaalde, zeldzame gevallen krijgen. Zij zijn over het algemeen 'slechts' draagster en krijgen de ziekte niet.
-3-
Of je nou een arme sloeber bent of heerser over een wereldrijk: de natuur discrimineert niet. De beroemdste draagster van hemofilie was Koningin Victoria van Engeland. De ziekte werd via haar kinderen ongemerkt doorgegeven in de vorstenhuizen van Europa om uiteindelijk de kop op te steken bij haar achterkleinkind, de troonopvolger van Rusland, Aleksej Nikolajevitsj Romanov. Hij leed aan een ernstige vorm van hemofilie. Omdat hij troonopvolger was, werd de ziekte aan het volk verzwegen. Zijn moeder, tsarina Alexandra, zag haar jonge zoon lijden onder de zeer pijnlijke, interne bloedingen. Ten einde raad vroeg ze om hulp bij de godsdienstwaanzinnige monnik Raspoetin. Een verhaal dat we allemaal kennen. Raspoetin werd vermoord en als Aleksej niet door de communisten in 1918 was vermoord, samen met de hele Koninklijke familie, was hij zeker aan zijn ziekte bezweken. Hemofilie werd pas behandelbaar na 1966. Zo, toch nog een geschiedenislesje erin gepropt. Dragers en lijders Maar dit gaat over honden. Ook bij honden kennen we geslachtsgebonden erfelijke afwijkingen. Bijvoorbeeld bij de Siberische Husky en de Samojeed, waar de oogziekte PRA wordt doorgegeven via het X-chromosoom. Dat betekent dat de reuen òf vrij zijn òf lijder. Dragers komen niet voor. Gelukkig is niet lang geleden de genmutatie op het X- chromosoom gevonden, zodat voor beide rassen een gentest kon worden ontwikkeld door het farmaceutisch bedrijf Optigen. Maar bij veel rassen moeten erfelijke ziekten nog steeds via fokprogramma’s bestreden worden, omdat niemand weet wie de dragers zijn. Net als bij mensen, komen erfelijke afwijkingen bij honden vaak van beide ouders. Een lijder heeft dan twee defecte genen geërfd: een van zijn moeder en een van zijn vader. De lijder wordt ziek, soms meteen, soms pas na jaren. De ouders dragen maar één gen, worden niet ziek en zijn als drager niet te herkennen. Dit maakt het zo moeilijk een erfelijke ziekte uit een populatie te fokken. Omdat lijders twee defecte genen hebben, zijn de puppen van een lijder op zijn minst allemaal drager, zelfs als de fokpartner vrij is van de ziekte. Hieronder geef ik alle mogelijke fokcombinaties op een rij.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Beide ouders lijder: Beide ouders drager: Eén lijder, één drager: Eén lijder, één vrij: Eén drager, één vrij: Beide ouders vrij:
dan is 100% van de puppen lijder. dan is 25% van de puppen lijder, 50% drager, 25% is vrij. dan is 50% van de puppen lijder, 50% is drager. dan is 100% van de puppen drager. dan is 50% van de puppen drager, 50% is vrij. dan is 100% van de puppen vrij.
Optigen adviseert zelfs om lijders aan vrije honden te paren. Dat lijkt op het eerste gezicht onverantwoordelijk. Maar bedenk dat de volgende generatie uit 100 % dragers (nummer 4 in de lijst) bestaat. Deze honden krijgen de afwijking niet. Kruis je deze dragers in een daaropvolgende generatie met vrije honden dan zal statistisch de helft van deze honden vrij zijn van de afwijking. Zo kun je de afwijking terugdringen in de populatie en verlies van genenvariatie zoveel mogelijk beperken. Je moet je ook realiseren dat de bovenstaande percentages gemiddelden zijn. Behalve bij de eerste, de vierde en de zesde fokcombinatie. Daar is het altijd prijs (want 100%). Maar bij de andere combinaties kan er letterlijk iets anders uitrollen. Neem fokcombinatie 2. Beide ouders zijn drager. Hier heeft elke pup 25% kans lijder te zijn, maar elke pup heeft ook 50% kans drager te zijn en elke pup heeft 25% kans de ziekte niet te krijgen. Het is een beetje als op de kermis met prijsschieten. Bij combinatie een, vier en zes is
-4-
het altijd prijs (100%) De andere combinaties geven nieuwe rondes, nieuwe kansen. Als je dus maar vaak genoeg schiet, win je op den duur wel een prijs. Het gaat om gemiddelden. In dit geval in een verhouding van 1:2:1 of 1:1. Daarom is het onmogelijk een 100% juiste voorspelling te doen over de uitkomsten in een nest. Stel, in fokcombinatie 2 worden 4 puppen geboren. Dan is het niet zo dat er één lijder, twee dragers en één gezonde pup in het nest zitten! Was het maar zo simpel. Als kansberekening voorspelbaar was, werden we allemaal rijk in het casino! Dit voorbeeld maakt ook duidelijk dat alle honden op erfelijke afwijkingen moeten worden onderzocht. Een paar gezonde honden in een nest zegt niet veel, het sluit een lijder in dat nest immers niet uit! Bedenk dat bij de conceptie elke eicel een kans heeft van 50% om een teef of een reu te worden. De verhouding is dus statistisch 1:1. Er komen echter ook nesten voor met alleen maar reuen of alleen maar teven. De praktijk is dus veel weerbarstiger dan de theorie. Maar gemiddeld genomen zal over een hele populatie de verhouding ongeveer 1:1 zijn. Openheid of mond houden Tot slot nog een andere invalshoek. Stel, uit bovenstaande 2e fokcombinatie worden 2 puppen geboren. Beide ouders zijn drager, maar niemand weet dat, want ze lijken ogenschijnlijk gezond. De puppen blijken na onderzoek allebei gezond te zijn. Nu niet te vroeg juichen! Want we weten nu dat we nóg niet mogen concluderen dat de ouders vrij zijn! Dit is belangrijk om ons te realiseren. Misschien hadden die twee puppen geluk en trokken ze het lotnummer waar ‘vrij’ op stond. Ze hadden daarvoor maar 25% kans. Inderdaad niet veel, maar het kan! Misschien trokken ze het kaartje waar ‘drager’ op stond. Daarvoor hadden ze 50% kans. Maar dan is de ziekte gewoon niet te herkennen. Dit voorbeeld toont alweer aan hoe moeilijk een erfelijke ziekte uit een populatie is te fokken als de ouderhonden niet op de genmutatie getest kunnen worden. Openheid tussen fokkers is absoluut noodzakelijk. Niemand moet zijn kop in het zand steken en al helemaal niet zijn mond houden als eens een afwijking in het nest voorkomt. Dat is geen schande! Je hebt de natuur niet altijd in de hand. Het is soms best begrijpelijk als fokkers liever hun mond houden, want er wordt al zoveel gekletst en afgerekend in de hondenwereld (ook in de Saarlooswolfhondenwereld), maar uiteindelijk moet het ons om het belang van het ras gaan! Bewezen dragers Een verantwoorde fokker fokt niet met dieren die lijden aan een erfelijke ziekte. Dat spreekt voor zich en zo staat het ook in het fokadvies van de AVLS. Maar stel, er wordt een lijder aan PRA geboren. Pas na verloop van tijd openbaart de ziekte zich en wordt door onderzoek opgespoord. (daarom moeten Saarlooswolfhonden niet te jong voor de fok worden ingezet en moeten ook oudere honden steeds onderzocht worden). Eerst was de hond nog vrij van de ziekte en daarna ineens niet meer. Dat is schrikken! Op slag zijn beide ouders nu bewezen dragers. Maar we zijn intussen wel een paar jaar verder. Misschien is de drager of draagster
-5-
in die tijd al een keer aan een andere hond gepaard. In het gunstigste geval is de fokpartner vrij, maar dan heeft elke pup toch nog 50% kans om drager te zijn! (nummer 5 in de lijst) Het lijkt dus verstandig om alle dragers uit te sluiten, maar is dat ook zo? Bewezen dragers moeten onderling niet worden gecombineerd, dat is onverantwoord. Het levert lijders op. Maar is het verstandig om alle dragers van de fok uit te sluiten? Dat is nog maar de vraag, ik kom daar zo op terug. En de ene erfelijke afwijking is de andere niet. Erfelijk cataract bijvoorbeeld is weer een heel ander verhaal. Genetici weten (nog) niet precies hoe deze afwijking vererft. Bovendien lijken hier meerdere genenparen mee te spelen in de vererving. Er is wel onderzoek gedaan, maar de manier van vererving kon niet met zekerheid worden vastgesteld. Verdachte dragers Naast bewezen dragers hebben we dus ook nog verdachte dragers. Als na jaren bij onze pup (die nu een volwassen hond is) PRA wordt geconstateerd, dan zijn zijn ouders bewezen dragers, maar al zijn nestboers en -zusters zijn nu op slag verdachte dragers. Het probleem is dat we niet weten welke honden dat zijn. Ze zien er ogenschijnlijk gezond uit. Maar is de - overigens begrijpelijke - reactie om al deze honden uit te sluiten voor de fokkerij wel verstandig? Nogmaals, niemand weet welke hond drager is. De honden zullen in ieder geval zelf nooit last van de ziekte hebben. Zonder fokkerij geen puppen en we moeten het ras in standhouden! Combineren we een verdachte drager aan een vrije hond, dan zullen de nakomelingen statistisch voor de helft vrij zijn en voor de andere helft drager. Al deze nakomelingen zullen nooit de ziekte ontwikkelen. In het meest ongunstige geval worden twee dragers aan elkaar gepaard, die (later) bewezen dragers blijken te zijn (nummer 2 in de lijst) In een nest met 4 puppen zal elke pup theoretisch een kans van 25% hebben op de afwijking. De vraag is of we die andere 75% van dat nest ongebruikt moeten laten. Als we ons die luxe kunnen permitteren, omdat we toch genoeg honden hebben, misschien wel, maar bij een ras als de Saarlooswolfhond zullen we soms wel moeten! Er is letterlijk te weinig keus! Gelukkig is onlangs de genmutatie gevonden dat dwerggroei veroorzaakt, dus hierop kunnen we nu de ouderdieren testen. Dwergjes worden dan niet meer geboren. Maar van andere erfelijke afwijkingen, zoals PRA of erfelijk cataract, kunnen we op dit moment nog niet bepalen welke honden vrij zijn en welke niet. Hiervoor is nog geen test beschikbaar. Daarom kunnen we alleen de lijders door klinisch onderzoek opsporen en uitsluiten. Intussen moeten we wel blijven fokken om ons ras in stand te houden en daarbij moeten we ook nog letten op de genetische variatie. Al met al geen gemakkelijke opgave en werkelijk verantwoord fokken is dus veel meer dan even een leuke reu voor je teef uitzoeken. Johan Berends, augustus 2008.
Foutje, bedankt. In de vorige nieuwsbrief lazen jullie dat de Saarlooswolfhondendag zal worden gehouden in Dogcenter Zaltbommel te Kerkwijk. Foutje! Op zondag 28 september zal de Saarlooswolfhondendag hier plaatsvinden: Manege Fjordhest-Gard, Krimweg 125 Hoenderloo
-6-
Een impressie van de ledenvergadering 2008 voor diegenen die er niet bij konden zijn.
Het was een gezellige vergadering. Ondanks een behoorlijk aantal berichten van verhindering kwamen toch nog veel leden opdagen. En natuurlijk ontbraken de honden niet. Een pup uit het nest van Mithera kon meteen kennis maken met zijn soortgenoten. Hij voelde zich helemaal op zijn gemak tussen alle volwassen honden en de dag was heel goed voor zijn socialisatie.
Na de lunch gaf Ed Gubbels een lezing over allerlei aspecten van de fokkerij, waarbij de rode draad was: fokkers selecteren graag op gewenste eigenschappen om die daarna via inteelt of lijnteelt vast te leggen in de populatie. Het extreem selecteren op gewenste eigenschappen heeft echter veel negatieve gevolgen voor het ras. Gewenste eigenschappen mogen nooit ten koste gaan van het dier en moeten geleidelijk worden vastgelegd over meerdere generaties, soms zelfs over tientallen jaren. Maar fokkers zien graag direct resultaat en willen dus met grote stappen snel thuis zijn. Selectie helpt wel om het aantal lijders aan een erfelijke ziekte drastisch te beperken, maar we raken nooit helemaal van een erfelijk probleem af! Als elke fokker zijn eigen weg volgt (niet met z'n allen naar die ene favoriete reu) krijgen we de diversiteit binnen een populatie die nodig is voor een gezond ras. De conclusies werden geïllustreerd aan de hand van talloze grafieken en tabellen van onderzoek dat naar de rashondenfokkerij is gedaan. Na de pauze had het tweede deel van de lezing meer het karakter van een geanimeerd gesprek tussen de liefhebbers van ons ras en een vakspecialist, die zelf ook een enthousiast fokker is. Een groot aantal vragen werd besproken en iedereen was na afloop zeer te spreken over deze leerzame middag.
-7-
(advertentie)
Geboortebericht Woensdag 2 juli werden de pups van Djurre Dhungar de Ley'va en Carmen Mika Yoza di Canelupi geboren. Mika begon meteen na de keizersnede met haar taak als moeder en verzorgde haar kroost voortreffelijk! Helaas kwam het nieuws van de gentest voor dwerggroei voor deze combinatie net te laat. Audry heeft de ouders direct later laten testen en tot grote schrik waren ze beiden drager van het gen. Later bleek een pup uit het nest lijder te zijn, de andere twee puppen zijn drager. Een enorme klap. We hebben groot respect voor de openheid die Audry Wennekers hierin aan de dag heeft gelegd. Een voorbeeld voor ons allemaal.
Psst… moedertje, heb je nog wat van dat lekkere witte drankje voor me?
-8-
Hypofysaire dwerggroei bij de Saarlooswolfhond -Beschikbaarheid van een genetische testdoor Drs. Annemarie Voorbij en Dr. Hans Kooistra De hypofyse (of ‘hersenaanhangsel’) is een hormoonproducerende klier die via een kort steeltje verbonden is met de hersenen. Dit kliertje bestaat uit drie onderdelen: de voorkwab, de middenkwab en de achterkwab. In de voorkwab worden een zestal hormonen gemaakt die van belang zijn voor een goed verloop van vitale lichaamsfuncties, zoals groei, voortplanting, melkproductie, stofwisseling en het kunnen omgaan met stress. Deze zes hormonen zijn: • • • • •
Groeihormoon (GH), dat o.a. heel belangrijk is voor de groei Thyroïd-stimulerend hormoon (TSH), dat de schildklierfunctie reguleert Prolactine (PRL), dat o.a. de melkklieren stimuleert Follikel-stimulerend hormoon (FSH) en Luteïniserend hormoon (LH), die betrokken zijn bij de eisprong (ovulatie) van vrouwelijke dieren en de spermaproductie van mannelijke dieren Adrenocorticotroof hormoon (ACTH), dat een stimulerende invloed heeft op de bijnierschors
Een afwijking in de ontwikkeling van de hypofyse(voorkwab) kan leiden tot een tekort van één of meerdere van deze hormonen. Een treffend voorbeeld van een aandoening die door zo’n tekort veroorzaakt wordt is hypofysaire dwerggroei. Deze recessief overerfbare afwijking is bij een aantal hondenrassen beschreven, maar komt het meeste voor bij de Duitse herdershond, de Saarlooswolfhond, en de Karelische berenhond. Bij de laatste 2 rassen is het voorkomen van deze erfelijke aandoening waarschijnlijk het gevolg van het inzetten van Duitse herdershonden, die dragers waren van het afwijkende gen dat verantwoordelijk is voor de dwerggroei, in het fokprogramma. Bij de hypofysaire dwerggroei bij de genoemde rassen is er niet alleen sprake van een tekort aan groeihormoon, maar ook aan TSH, prolactine, LH en FSH. Alleen de afgifte door de hypofyse van ACTH lijkt normaal te verlopen. Honden die drager zijn van het afwijkende gen (= mutatie) dat verantwoordelijk is voor de dwerggroei zien er totaal hetzelfde uit als de rasgenoten die geen drager zijn. Aangezien het om een recessieve afwijking van een enkel gen gaat is wel direct duidelijk dat bij de geboorte van een hond met hypofysaire dwerggroei beide ouders dragers zijn van de afwijking. Op de foto (Figuur 1) ziet u twee Duitse herdershonden die uit hetzelfde nest komen. De hond aan de rechterkant is duidelijk een dwerg (oftewel een lijder). De dwerghond is aanzienlijk kleiner dan zijn gezonde nestgenoot, maar de hond is wel in proportie. Verder heeft de dwerg zijn puppyvacht behouden. Na verloop van tijd gaat ook de puppyvacht verloren en zal de dwerghond grotendeels kaal zijn (Figuur 2). De groeiachterstand en de afwijkende vacht worden meestal opgemerkt op een leeftijd van 2 tot 3 maanden. De haren van de vacht zitten erg los en kunnen gemakkelijk worden uitgetrokken. Als de vacht verloren gaat kan de huid gaan schilferen en wordt er meer pigment aangemaakt, waardoor de huid donker van kleur wordt. Verder worden bij dwergen als gevolg van een afgenomen plaatselijke weerstand vaak bacteriële huidinfecties gezien.
-9-
Figuur 1. Een gezonde Duitse herdershond (links) en een dwerg (rechts) uit hetzelfde nest.
Figuur 2. Een kalend Duitse herder dwergje van 10 maanden.
Figuur 3. Een Saarlooswolfhond met hypofysaire dwerggroei.
- 10 -
Maar het blijft niet bij de uiterlijke verschijnselen als huid- en vachtafwijkingen! Deze dwergen lijden aan een heel scala van problemen. Het tekort aan groeihormoon leidt bijvoorbeeld ook tot een onderontwikkeling van de nieren, waardoor chronisch nierfalen ontstaat. Daarnaast lijden de dwergen, door het tekort aan TSH, aan een te traag werkende schildklier, waardoor de dwergen sloom en traag worden. Verder kan het tekort aan geslachtshormonen bij mannelijke dwergen leiden tot het niet indalen van één of beide testikels en bij de vrouwelijke dieren zien we dat de loopsheid heel vaak (maar zonder eisprong) optreedt. Hypofysaire dwerggroei is dus een ernstige handicap! Hoewel het klinische beeld heel duidelijk lijkt te zijn, moet de definitieve diagnose gesteld worden met behulp van zogenaamde ‘hypofyse stimulatie testen’. Met deze testen kan het tekort aan groeihormoon, TSH, prolactine, LH en FSH worden aangetoond. De behandeling van een hond met hypofysaire dwerggroei zou idealerwijs moeten bestaan uit het toedienen van groeihormoon en schildklierhormoon. Toediening van schildklierhormoon is geen probleem, maar groeihormoon voor honden is niet beschikbaar. Onderzoek heeft aangetoond dat het groeihormoon van varkens identiek is aan hondengroeihormoon. Helaas is het verboden om varkensgroeihormoon in Nederland te importeren. De Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht heeft echter toestemming gekregen om een beperkt aantal dwerghonden, in het kader van onderzoek, te behandelen met varkensgroeihormoon. Mevrouw Stoetman, een eigenaresse van een Saarlooswolfhond met dwerggroei, heeft hierbij een doorslaggevende rol gespeeld. Zonder behandeling is de prognose van honden met dwerggroei matig tot slecht. Veel dwerghonden worden niet ouder dan 4 tot 5 jaar. Sommige dwerghonden worden ouder, waarschijnlijk omdat ze toch nog wat hypofysehormonen produceren. Duidelijk mag dus zijn dat voorkomen moet worden dat honden met een dergelijke ernstige handicap, waarvoor in de meeste gevallen geen goede behandeling beschikbaar is, worden geboren. Om te voorkomen dat er nog dwergjes geboren worden, moet gestopt worden met het kruisen van dragers van deze aandoening. Het probleem hierbij is, zoals gemeld, dat men aan de buitenkant van een hond niet kan zien of het dier drager is van de afwijking (=mutatie). Hiervoor is een genetische test nodig. En na 15 jaar intensief onderzoek op de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren van de Faculteit Diergeneeskunde is deze er nu! Als deze test wordt toegepast bij alle honden die gebruikt worden in de fokkerij dan hoeft er geen enkele dwerghond meer geboren te worden. Misschien lijkt een dergelijke test niet zo van belang bij de Saarlooswolfhond, omdat de aandoening bij dit ras maar weinig lijkt voor te komen. Er moet echter rekening gehouden worden met het feit dat veel dwergjes al sterven in de baarmoeder of vlak na de geboorte. Ook moet men beseffen dat indien slechts 1 procent van de Saarlooswolfhonden dwerg is, maar liefst 18 procent van de populatie drager van de mutatie zal zijn. Het aantal dragers ligt hierdoor veel hoger dan men in eerste instantie zou denken! Indien nu 2 van deze dragers met elkaar gekruist worden zal gemiddeld genomen een kwart (!) van het nest uit dwergjes bestaan en de helft van het nest drager van de mutatie zijn. Kort samengevat is hypofysaire dwerggroei een ernstige, ongeneselijke aandoening waarvan de frequentie van voorkomen sterk wordt onderschat! Het goede nieuws is echter dat er nu een genetische test bestaat waarmee dragers van de mutatie geïdentificeerd kunnen worden. Indien alle fokdieren eenmalig op deze mutatie worden getest en een correct fokbeleid wordt toegepast, hoeft deze ernstige aandoening vanaf nu nooit meer voor te komen.
- 11 -
Ik dacht dat het leuk zou zijn als jullie de mooiste foto van jullie hond(en) aan mij mailen en erbij vermelden waar de foto is genomen, wie erop staan en natuurlijk waarom je de foto zo mooi vindt. Omdat iemand de eerste moet zijn, ben ik maar zo vrij geweest om te beginnen. Wie volgt?
Dit zijn Tunka Troy Timberley (links) en Hushala Helatna v.'t Schoman (rechts). Het zijn de mooiste foto's die ik van ze heb. Ze zijn door mijn zoon genomen in de zomer van 2007 rondom ons huis. Wat ik er zo mooi aan vind, is dat je heel goed kunt zien hoe verschillend de karakters zijn. Tunka is helemaal ontspannen en happy. Je hoeft je nooit meer af te vragen of honden ook kunnen lachen. Deze foto bewijst het: zonder enige twijfel! Hij is helemaal in zijn nopjes want hij heeft fijn de complete roedel bij elkaar: Marianne, ik, onze kinderen, de schoonzonen en dochters en de kleinkinderen. Beter kan het niet voor hem en hij geniet zichtbaar met volle teugen. Bij Shala is het een heel ander verhaal. Ook deze foto is door mijn zoon genomen. Ze laat zich wel van dichtbij fotograferen (wat ze bij een onbekende zeker niet zou toestaan), maar je ziet toch aan de blik in haar ogen dat ze op haar hoede is. 't Is wel de zoon van de baas, maar ja, dat zegt op zich niks.' Een lachje kan er ook niet af, en ik verzeker je dat ook Shala heel goed kan lachen. We waren regelmatig speelgoed van de kleinkinderen kwijt. Kruiwagentjes, schepjes, emmertjes en vrachtwagens van de grotere kinderen. Drama's natuurlijk. Spenen, melkflesjes en (liefst gebruikte) luiers van het kleine grut. We vonden het allemaal terug, keurig om Shala heen gedrapeerd, met madame zelf parmantig in het midden van haar buit. Ze keek erbij zoals een hooghartige koningin op haar onderdanen neerkijkt. Adel verplicht. Johan Berends.
- 12 -
Hondententoonstelling Uden. De Saarlooswolfhonden werden gekeurd door keurmeester Corrie Keizer. Er waren maar liefst 24 Saarlooswolfhonden ingeschreven!
Het is zaterdag 28 juni, de dag van de show in Uden. 24 Saarlozen ingeschreven, 23 geshowd. Om 6:30 uur m’n bed uit en lekker aan de koffie. Hondjes uitlaten en de auto inpakken, klaar om te gaan. Na wel 7 à 8 minuten rijden was ik er. Tent en de spullen uitladen, hondjes eruit en hup, naar de ingang. Jee! Wat neemt een mens veel mee. Gelukkig was ik niet de enige die er vroeg was, zodat ik niet alleen de partytent hoefde op te zetten. Valt niet mee met zo’n ding, als het pas de tweede keer is dat je hem opzet. Heb een beetje geprobeerd zoveel mogelijk mensen op te vangen. Gezellig met z’n allen op 1 plek. Ook de Belgen hadden een kamp, zoals het hoort naast ons. Erg gezellig, met zo veel mensen bij elkaar. Helaas, in Uden is het altijd mooi weer. Maar hoe het komt dat het net deze dag geen mooi weer was? Maar gelukkig werd het later op de dag beter. Gezellig samen onder de tent en gezellig met z’n allen bij de ingang van de ring. Jee, wat een opkomst, echt om trots op te zijn. Er werd heel netjes gekeurd, voor alle honden werd uitgebreid de tijd genomen. Er was een ontspannen sfeer. En ik geloof dat iedereen erg tevreden is met zijn of haar beoordeling van de hond. Voor mij en voor de familie Rensma moest de kers op het toetje nog komen. We hadden ons ingeschreven voor de koppelklasse. De lol die we gehad hebben van te voren en naderhand, is het allemaal dubbel en dwars waard geweest. De oproep kwam om te verzamelen in de warmloop ring. Nou warmlopen ging niet, want we moesten meteen naar binnen. Rennen ging niet omdat de hondjes nog niet door hadden wat er gebeurde. Alle honden stonden netjes naast elkaar, twee aan twee, behalve die van ons natuurlijk, die waren aan het kijken wat er allemaal te doen was. We werden geselecteerd om naar voren te komen, dus mijn gedachte was: ”jammer, er meteen uit, maar goed, dat hadden we verwacht.” Maar het bleek zo te zijn dat we er stonden als de gelukkige overblijvers, waar een winnaar uit gekozen ging worden. Oké, dat is leuk, maar natuurlijk had ik nog niet in de gaten dat we maar met 3 koppels over waren. Nog allemaal een rondje lopen, ik als laatste. Maar ja, Tsjono wilde gewoon weer naar zijn baasjes en omdat hij uit de halsband kan moest ik daar wel rekening mee houden. Net op het moment dat ik zo iets had van ‘oké als je niet wil dan niet’ hoorde ik achter me: “De Saarlooswolfhond op de 3e plaats!” Oeps, dat zijn wij, nu moet ik wel in de ring blijven. Maar wel zo dat het ook goed is voor de honden, want die gaan bij alles voor. Gelukkig stond het baasje al dicht bij, dus maar meteen
- 13 -
gezegd dat hij mee de ring in moest en toen was alles weer goed. Misschien hadden ze wel hoger kunnen eindigen als ze beter gelopen hadden, maar we waren bij voorbaat al zo trots, dat het ons niet uitmaakt. En ik vind het al een hele eer dat ze er niet meteen uitlagen. Met een mooie beker en vooral een leuke herinnering gingen we naar huis. Maar goed twee honden, twee verschillende huizen en 1 beker, voel je hem al ? Ja hoor, een bezoekregeling voor de beker! De dag was snel voorbij en ik wil dan ook iedereen bedanken, voor de leuke en gezellige dag, want die sfeer krijg je alleen als iedereen zijn schouders er onder zet. Irene van Druenen, augustus 2008
Irene veroverde de derde prijs in de koppelklasse met Tsjono en Vita
Misverstand De laatste tijd kwamen er vragen binnen bij het secretariaat die wezen op een misverstand. Dat wil ik graag uit de weg ruimen. Het misverstand was dat sommige mensen dachten met het hele gezin lid te moeten worden van de AVLS. En als je gezin uit vijf personen bestaat, wordt dat natuurlijk een behoorlijk bedrag. Maar het is echt voldoende als 1 persoon zich opgeeft. Echtparen en levenspartners geven zich vaak wel gezamenlijk op. De één als lid, de ander als gezinslid om zo de vereniging extra te steunen. Dat is natuurlijk fijn, maar niet noodzakelijk. Sommige leden hebben ook hun kinderen opgegeven als gezinslid, om hen actief bij de vereniging te betrekken. Ook heel fijn, maar nogmaals: één lid per gezin is in principe voldoende. Ik hoop dat hiermee het misverstand uit de wereld is geholpen. Marianne Eggink, secretaris.
- 14 -
In diverse hondenbladen is de afgelopen tijd het volgende persbericht verschenen. Naar aanleiding hiervan hebben zich nog meer rasverenigingen aangesloten bij de federatie. Rasverenigingen verenigd in Federatie van Rasverenigingen Nederland
Er is bijna geen hondenras in Nederland of er is wel een rasvereniging voor opgericht. Al deze verenigingen behartigen de belangen van een bepaald ras. Er worden allerlei zaken georganiseerd die voor de liefhebbers interessant zijn, zoals jaarlijkse clubmatches en jongehondendagen. Die rasverenigingen zijn op hun beurt weer lid van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland (RvB). Rasverenigingen die niet zijn aangesloten bij de RvB zijn geen zeldzaamheid meer. Integendeel. De niet aangesloten kynologie heeft de laatste jaren een grote vlucht genomen. Zij wil een alternatief zijn voor de gevestigde orde. Meerdere verenigingen per ras is een niet tegen te houden ontwikkeling. Mensen willen tegenwoordig de vrijheid hebben om te kiezen bij welke vereniging ze zich aansluiten, maar de RvB laat maar één vereniging per ras toe volgens het principe " wie het eerst haalt, het eerst maalt." Die opstelling gaat voorbij aan huidige maatschappelijke ontwikkelingen en is, met het oog op de huidige Europese regelgeving, een niet meer te handhaven standpunt. De vraag is gerechtvaardigd of de besluitvorming over toelating wel op een onafhankelijke wijze plaats vindt. De RvB bestaat immers uitsluitend uit de reeds toegelaten rasverenigingen, die voordeel hebben bij hun monopoliepositie en niet zitten te wachten op concurrentie van andere rasverenigingen. De RvB is een brancheorganisatie volgens de Nederlandse Mededingingsautoriteit, dus aansluiting moet mogelijk zijn voor alle rasverenigingen die aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen. Dit heeft ook voor de RvB voordelen. Zo wordt meer zicht op de kynologie in zijn geheel verkregen en kan de RvB zich meer richten op kerntaken. De niet bij de RvB aangesloten rasverenigingen hebben zich nu georganiseerd in de Federatie Rasverenigingen Nederland. Binnen korte tijd hebben zich al 23 verenigingen aangesloten. Het doel is simpel: aansluiting bij de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. Meer informatie is te vinden op de website van de federatie: http://www.federatie-van-rasverenigingen.nl
De Federatie heeft de Raad van Beheer laten weten dat het verstandig zou zijn als de RvB het beleid ten aanzien van de erkenning van tweede rasverenigingen op korte termijn wijzigt. Bij ongewijzigd beleid zal de Federatie eind augustus een klacht indienen bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit, NMa. Dit kan leiden tot een gedwongen oplegging van wijziging van de erkenningsregeling en wellicht ook tot een aanzienlijke boeteoplegging.
- 15 -
Uit het archief In de vorige aflevering hebben we het eerste deel kunnen lezen van het artikel van de vermaarde kynoloog de Josseling de Jong, een van de weinige echte vrienden van Leendert Saarloos. Hier volgt het tweede deel, waarin hij vertelt over de eerste aanvraag bij de Raad van Beheer voor erkenning van het ras. Die aanvraag had Saarloos in de beginjaren van de 2e Wereldoorlog ingediend. Het bloeddorstige imago van de wolf, beter bekend als het Roodkapje syndroom, was nog volop aanwezig en leidde tot felle protesten vanuit de kynologie tegen de kruisingsproducten van Saarloos. Door het, volgens de Josseling de Jong, secuur bijgehouden archief van Leendert Saarloos weten we nu dat de aanvraag formeel niet werd afgewezen maar uitgesteld. De auteur biedt tevens aan een brochure te maken over (de toen nog) 50 jarige geschiedenis van de Saarlooswolfhond als postuum eerbetoon aan Leendert. Voor zover we weten is dat er nooit van gekomen. Ook legt hij uit waarom Saarloos wolvinnen gebruikte in zijn fokkerij en geen Duitse herderteven. Een tamme huishond als fokteef zou een stuk makkelijker in de omgang zijn geweest dan een wilde wolvin. Een hilarische anekdote aan het eind verhaalt van de vluchtdrift die het ras in de oorlogsjaren letterlijk heeft gered van de ondergang. Tot slot raadt de auteur zijn lezers aan eerst goed na te denken en niet meteen tot aanschaf van deze " lieve en gevoelige" dieren over te gaan. Een raadgeving waar we allemaal achter kunnen staan. red. Hoe het startte In 1923 paarde Saarloos een DH-reu van het nog onbekynologeerde, ouderwetse werktype als in de net afgelopen oorlog van 1914 - 1918 "Gerard" met een Russische wolvin "Fleur." Deze vormden, want de caniden zijn van nature eigenlijk monogaam, een hecht stel in de zin van de toen verslonden romantische Kazan en Blinde-Wolvin (hier wordt gerefereerd aan de roman "Kazan de wolfshond" destijds enorm populair. red.) Zij brachten 28 welpen voort waarvan drie uitverkorenen zijn aangehouden. Die vormen het ouderlijk grondpaar wat Korthals, van de naar hem genoemde Griffons-Korthlas, zou aanduiden als de Patriarchen. Het zou een (overigens dezerzijds graag als posthume hommage aan Saarloos samen te stellen) brochure vergen alle avonturen, geboorten, successen c.q. teleurstellingen van die halve eeuw op te sommen...'n nostalgisch omzien. Waar nu, zal de lezer/es willen weten, is op gefokt en geselecteerd? Op het combineren van de positieve, door eeuwenlange teeltkeus vastgelegde deugden van onze honden met ongerepte, door de keiharde natuurselectie bewaarde merites van de wilde soortgenoot, tevens de voorzaat. Saarloos ging van het standpunt uit dat de beschaafde, soms gepolijste 20ste eeuwse rashond, ingezonderheid de toenmalige Duitse herder veel van die onmisbare natuurgaven had ingeboet. Dit verlies door het gericht fokken voor òfwel het "mooi" als benchras, òf naar een begrensd, eenzijdig gebruiksdoel toe als pakweg agressief politiegereedschap. Zoiets als bij het opgevoerde, overtypische leghoen, dat zeker legt en hoe, maar welks normaal voortplantingsinstinct van het bebroeden van die eieren onderwijl afstompte. De reciproke kruising De vaak met Saarloos besproken reciproke, d.w.z. de "andersom"-kruising, is helaas niet toegepast, maar deze procedure had zijn voordeel kunnen hebben. (Saarloos had naast de kruising Gerard x Fleur, ook een wolvenreu aan een Duitse herderteef kunnen paren, kennelijk had dit de voorkeur van de Josseling de Jong, red.) Er is vanaf gezien wegens de daaraan verbonden dubbele huisvesting met tweemaal zoveel kosten, personeel en naloop. (bedenk dat we middenin de economische crisis van de 30er jaren zitten, niemand had het breed, red.) Zoals de lezer/es weet - en zo niet dan moet men dat maar eens proberen - pakt de omgekeerde paring dikwijls anders uit: physiologisch, morphologisch en psychologisch.
- 16 -
Getuige het hemelsbreed verschil tussen een muildier en de muilezel. Pro memori is van eerstgenoemde de moeder een paardenmerrie, van de tweede, de zelden vervaardigde muilezel, een ezelin. Saarloos echter was - meer intuïtief dan beredeneerd - van oordeel dat de vrouwelijke helft het wilde element moest belichamen, hoezeer in de praktijk het werken met een tam dier, in casu een teef, wel zo gemakkelijk is. Men had dan later in lijnenteelt beide takken mooi kunnen samensmelten! Hoe het zij, Saarloos zwoer bij "wild" als moeder, wat hij bij al zijn proeven als fret x bunzing, koertortel x bostortelduif en met zijn jakhalsjes dan ook heeft toegepast. Na deze zijsprong terug naar die actuele erkenning en de weg daarheen. Vorige toenadering tot de kynologie Omstreeks 1941-1942 zijn er benieuwde deputaties namens de Raad naar de genetische stand van zaken en de vorderingen komen kijken, doch tot een officiële erkenning is het toen niet gekomen. Daarbij aanwezig kan ik me tot op heden niet losmaken van de indruk dat de ongetwijfeld oprecht geïnteresseerde examinatoren, met inbegrip van de gehoorzaamheidsexpert Dhr. C.A. Kruis, bij andere gelegenheden direct al in al hun vijf zintuigen werden afgeschrikt! Via alvast hun gehoor door de blaforkesten, nog begeleid door vossen, pensionhonden, jakhalzen, pinchers (de huwelijkscandidaten voor de miniwolven, die jakhalzen zijn) apen, lorres en wat al niet. Visueel ook door de doe-het-zelverige kennelbouw. Saarloos had één kromgetrokken, gerepareerde stijvige arm, overgehouden van zo'n echt ingescheurde apenbeet, wat hij "zonder er dikdoende witjassen bij te halen wel even zelf kon oplappen." (Aanhanger van de natuurgeneeswijze met o.a. kruiden, een niet-roker en geheelonthouder had hij zich van zijn zenuwmaagzweren en, naar hij beweerde, een nog gevaarlijker ziekte, per grassoep genezen. "Jazeker, van datzelfde heilzame groen als wat mijn op de dijk getuite Lakenveldergeiten grazen." Wat het geitennat betreft dronk hij het emmertje, zodra hij uitgemolken was, ter plekke meteen leeg: "Heb 't één dag gestaan, dan is het voedzame eruit!") Vooral in hun reukzin geprikkeld door het principieel... adellijke vleesvoer, waar hij allicht geen diepvriesinstallatie voor (over-) had. Temeer omdat de meeste mensen toen nog volkomen happy waren met de vliegenkast-uit-horregaas. Ook in hun tastzin waren de gedelegeerden gefrustreerd dat die, geen publiek gewende generaties van 1940-1943 als wantrouwige halfhuisdieren zich niet allemansvriendelijk lieten betasten op - wat nu heet - soundness. Tenslotte met onbevredigend smaakzintuig omdat ook de eetwaar daar doortrokken was van ondefinieerbare luchtjes (die in je kleren bleven hangen) als vossenaroma met apenparfum, diergaardefans welbekend. Maar geestelijk stond toen nog centraal, dat men nu eenmaal vooringenomen was tegen het roofdier als klank alleen al: hetzelfde als bij (zelfs sier-) ratten, bij spinnen, adders, hyena's. Nog niet door de op dat gebied gezegende TV en de moderne literatuur over de bedreigde soorten ervan doordrongen, dat de bloeddorst-image uit Roodkapjes carrière nergens op berust. En deze terughoudendheid kwam weldra maar al te negatief over. Nadat in 1942 in Amsterdam onder Harms (waar ook de Wetterhoun, Staby en Dr. Patrijsh op zicht waren ingezonden) een demonstratie had plaatsgehad met 16 exemplaren en in Groningen met 8 stuks volgde ongevraagd een waterval van nonsensicale protesten in "De
- 17 -
Hond" onder redactie van H. Jüngeling. Perplex stond je hoe toch ontwikkelde mensen dermate middeleeuws konden denken, schrijven, schelden en doén. Dankzij het secuur bijgehouden archief - een unicum bij erkenningsaanvragen, want in de regel weten de grondleggers er praktisch niets van af, is er geen opgetekend verleden - weten wij nu dat die geambieerde erkenning nooit formeel is geweigerd, eerder uitgesteld tot "betere dagen." Blijkens een schrijven van 26 mei 1943, ondertekend door Dr. J. Oskam, waren de beoogde eigenschappen (nog) niet voldoende aangetoond enz., reden waarom men met een onmiddellijke opname de kynologische zaak niet meende te dienen etc. De wolvenaard, dat gemene Sinds de documentaires van onder meer Dr. Eric Zimmen in het Beierse Woud, onder supervisie van Dr. Nico Tinbergen van de Universiteit van Oxford, en de rapporten van Dr. Evans in Engeland - welke onderzoekers in de geest van onze Dr. Kortlandt in verband met de ecologie der mensapen, zich als "leden" van de wolvenroedel hadden aangemeld - is dé "boze" wolf waarheidsgetrouw gerehabiliteerd als een uit tact, schuw en niet aanvallend, schrander wezen! Wie van de lezers nog niet van de fabeltjes uit de oude doos genezen en bekeerd is, kan eigenlijk beter de hierbij geplaatste foto's overslaan. (deze foto's konden helaas door de zeer slechte kwaliteit niet bij dit artikel worden geplaatst, red.) Dit bij wijze van spreken dan altijd, want een mens is nooit te oud om (af) te leren, nietwaar? Deze, het zoveelste geslacht "in onze beschaafde wereld", voert gemiddeld 35% wolvenbloed - al is deze indeling in bloedbreuken even onjuist als duidelijk, dus handig - wijkt in niets af van de gemakshalve normaal te noemen 100-procentige huishond mèt ... nog enkele, ingebouwde, welkome trekken toe: te zien als de winst uit de nalatenschap van het "wolvengebroed uit de reine wildernis." Tot deze mentale kenmerken hoort een ingeboren argwaan, welke ze buiten in een vreemde entourage tot voorzichtigheid maant en ze bij uitstek geschikt maakt als blindengeleidehond! Overigens een aspect waar Saarloos wel hoegenaamd niet aan gedacht heeft: er niet eens op bédacht was. Jammer dat precies dit pluspunt (als tegenhanger van hun geringe aanleg voor zgn. manwerk, dus als arresterend rechercheur) Saarloos haast aan de bedelstaf gebracht heeft. De spontaan opgerichte hondenschool - met kantoor, accommodaties voor de blinden in opleiding voor de omgang met hun viervoetige gids, instructeurs e.d. plus een door volijverige leden bijeen gecollecteerde hokkeninstallatie, nu afgebroken, van eventjes F 60.000 (sic) werd van de ene op de andere dag een halt toegeroepen! Door het moderne, duivelse verkeer, gekoppeld aan een daaraan aangepaste sociale voorziening, buiten werking gesteld. Hoezo? Na enkele echt nare straatongevallen durfden zij, die het licht van hun ogen moeten ontberen, zich niet meer aan een hond, hoe hoog gekwalificeerd en welgetraind ook, in deze chaos toe te vertrouwen! En dit ontstellende tijdsbeeld, dat als voor de handliggend gelukkig niet aan de overheid is voorbijgegaan, wordt gecompenseerd door een bijstand van 130 gulden in de maand als zogeheten taxigeld. Slot van het bedrijf zoals 91/2 van de 10 herders- en/of
- 18 -
jachthonden door het wegvallen van hun werkdoel ambteloos burger werden. En zo men wil "gedegradeerd" tot levend luxe-artikel: beter uitgedrukt: geaccepteerd als onproductief vriend. Om met een vrolijker noot te besluiten is juist dat, door Saarloos betreurde gemis aan aanvalsdrift, zijn redding geweest. Aangekondigd door een brief "vom Reichskommissar für die Besetzten Niederländischen Gebiete, Haag" (die ik nog heb) kwam hartje oorlog een barse Hauptmann de wolfhonden vorderen! Na de Prüfung vertelde hij op deze Specialzucht geattendeerd te zijn door het Instituut voor "Hundeforschung" waar deze - toen nog door hetzelfde soort instellingen in ons land niet geapprecieerde - gemengde fokrichting dus wel positief was overgekomen. Hij liet onze honden aantreden, ze door Saarloos op afstand roepen om ze af te leiden en schoot - zichzelf bij voorbaat met een soort ijzeren schild beschermend - zijn dienstpistool naast hun staart af. Gelukkig kwam hun ware aard boven, diezelfde verfoeide "ware" kern, waar zo door de tegenwerkers voor gewaarschuwd werd. En maakte de wolf-in-de-hond dat hij wegkwam! "Wertloses Zeug" (waardeloze troep, red) en verachtelijk vond Herr Hauptmann ze. Nein, dan waren die Bouviers-van-jullie wel zo bruikbaar voor de Oekraïne! Maakte hij "böse" rechtsomkeert, maar niet vóór Saarloos van hem een bekeuring te pakken had voor het houden van, toen ten strengste verboden, "Brieftauben", wat de niet meer zo piepjonge lezers zich nog zullen herinneren. (het was door de Duitsers ten strengste verboden postduiven te houden, waarmee men spionageberichten kon verzenden, red) Dat is nog goed afgelopen, want toen de (Nederlandse) ambtenarij kwam om die vogels in beslag te nemen, kregen ze wat oude knarren mee. Het fokmateriaal was de nacht tevoren met erwtenpiksel en doodsgevaar - naar een onderduikadresje "gevlogen." Een banale cliché-waarschuwing tot besluit, ook de Saarloos Wolfhond is geen amusementsobject voor iedereen, zo min dus als een hele waslijst met rassen, die èn aandacht èn beweging nodig hebben. En als statussymbool "de buren een stamboom Erriedeel wij een Wollevenhond!" al helemaal niet. Men steke eerst zijn licht terdege op en bespreke wat men alzo van een huisgenoot-in-wolvenpels verwacht met hen, die het welkome, zoëven erkende, lieve en gevoelige genre door en door kennen. En ervan houden! de Josseling de Jong. bron: De Hondenwereld dec. 1975
Steun dit prachtige en zeldzame ras. Word lid van de rasvereniging AVLS.
- 19 -
De valkuilen van een koopovereenkomst Mr. C.C.E. Wilschut, advocaat. De redactie heeft mij gevraagd een artikel te schrijven over de verschillende aspecten van contracten, in het bijzonder daar waar het koopcontracten voor puppen betreft en overeenkomsten die daarmee samenhangen, zoals die met betrekking tot dekkingen et cetera. Nadat ik een paar contracten had bestudeerd en constateerde dat deze, om het maar zacht uit te drukken, op bepaalde punten op gespannen voet stonden met de uitgangspunten van het Nederlands recht, besloot ik aan het verzoek te voldoen. Hierbij treft u mijn bevindingen aan. Rechten en plichten Als de fokkerij resultaat heeft opgeleverd, moeten de puppen worden verkocht. Bij deze verkoop zijn twee partijen betrokken: de koper en de verkoper. De koper heeft de plicht zich vooraf te verdiepen in het ras. Hij moet de verkoper vragen of de ouderdieren onderzocht zijn op de in het ras voorkomende problemen. Dat is in de wet omschreven als de onderzoeksplicht van de koper. De verkoper moet zich ervan hebben vergewist dat uit de door hem gebruikte fokcombinatie redelijkerwijs gezonde puppen verwacht mogen worden. De verkoper moet volgens de wet kunnen aantonen (door schriftelijk bewijsmateriaal van de onderzochte ouderdieren) dat hij er alles aan heeft gedaan om een gezond nest te fokken. We noemen dit de informatieplicht van de verkoper. Is hier niet aan voldaan, dan kan er sprake zijn van een onrechtmatige daad en/of wanprestatie. In 2003 heeft de wetgever daar wat aan toegevoegd om de rechten van de koper nog meer te versterken: vanaf dat jaar geldt na verkoop een wettelijk minimale garantietermijn van 6 maanden. Of het een plant of een hond betreft, maakt voor de wet geen verschil. Als er iets mis is, moet de verkoper bewijzen dat dit het gevolg is van verwijtbaar handelen van de koper. De koper hoeft het bestaan van het gebrek ten tijde van de koop niet te bewijzen. Met andere woorden: als een hond niet voldoet aan de omschrijving in het contract, kan de koper ontbinding van de koopovereenkomst eisen. Van de andere kant geldt ook dat de koper bij ontdekking van het gebrek (de nonconformiteit), de verkoper binnen bekwame tijd hiervan op de hoogte moet brengen. De jurisprudentie gaat in deze uit van een klachtentermijn van twee maanden. Een zaak Soms bedingen fokkers contractuele voorwaarden om de zeggenschap over een of meer puppen te behouden. Maar een hond is voor de wet een zaak, zoiets als een televisie. Degene die de zaak koopt mag zich eigenaar noemen. Het Nederlands recht is gebaseerd op redelijkheid en billijkheid. In een koopcontract kan de verkoper geen eisen stellen die in strijd zijn met dit principe. Een voorbeeld. Iemand koopt een televisie en tekent een koopcontract waarin hij belooft alleen met het toestel naar Nederland 1 te zullen kijken. Dit is niet redelijk. Er zijn veel meer zenders en de koper mag als eigenaar doen met de zaak waarvoor het is bedoeld.
- 20 -
Een ander voorbeeld. Iemand besluit een auto te kopen. Het aanbod is enorm, maar de koper heeft zijn oog laten vallen op een bepaald merk. De verkopende partij eist voor dit specifieke merk dat de koper eerst lid moet worden van de ANWB, waarna deze vereniging zal bepalen of dit model geschikt is voor de koper en op welke wegen hij ermee mag rijden. Natuurlijk zijn dit absurde voorwaarden. Een verplichte koppeling tussen het lidmaatschap van een vereniging en de verkoop van een zaak is bovendien verboden. Toch zag ik contracten waarbij men eerst lid moest worden van de vereniging van het betreffende ras, voordat de koper een pup mocht kopen. De rasvereniging bepaalde daarna of en wanneer met de hond zou worden gefokt. Betreffende dit aspect had de eigenaar na ondertekening van de koopovereenkomst geen enkele zeggenschap meer over zijn hond. Dergelijke eisen worden als onredelijk bezwarend gekwalificeerd. Controle houden Sommige rasverenigingen, maar ook individuele fokkers, proberen na de verkoop controle te houden over de puppen, vooral als de pup later ingezet zal worden voor de fokkerij. Allemaal in het belang van het ras, dat spreekt vanzelf. Maar contractuele bepalingen die dit doel beogen, kunnen in de praktijk tot veel onnodige problemen leiden. Zeker, in een contract mogen aanvullende voorwaarden worden opgenomen, maar die moeten aan het principe van redelijkheid en billijkheid voldoen, zoals de wet voorschrijft. Ik geef u een paar voorbeelden die u wellicht niet onbekend voorkomen. Een fokker verkoopt een teef en bepaalt in het contract dat hij de dekreu mag uitkiezen als de teef de eerste keer wordt gedekt. Als de teef loops wordt, vraagt de koper of de fokker al een keus heeft gemaakt. Dat blijkt niet het geval te zijn. Na twee jaar, zelfs na drie jaar is de fokker er nog niet uit. De tijd verstrijkt. Dan besluit de koper zelf maar een dekreu uit te zoeken. Nu eist de fokker zijn recht van eerste dekking op. Is dit redelijk? Het probleem is dat er geen termijn in het contract is afgesproken. De fokker kan in redelijkheid zijn beslissing niet jarenlang uitstellen en aldus de eigenaar van de teef als het ware in gijzeling houden. Het is beter altijd een (redelijke) termijn op te nemen. Eigenaren van dekreuen bedingen vaak een zogenaamde "eerste keus uit het nest" in plaats van het dekgeld te innen. Daar is op zich niets op tegen. Maar ook hier is het verstandig een redelijke termijn in de overeenkomst op te nemen waarin de eigenaar van de dekreu zijn keus moet maken als het nest is geboren. Bedenk dat in de eerste levensweken de puppen nog nauwelijks te beoordelen zijn, maar de dekreu-eigenaar kan zijn keus niet oneindig blijven uitstellen. De fokker heeft immers ook met andere gegadigden te maken. Nog een voorbeeld. De fokker geeft soms een pup (een teef) gratis weg en bedingt als tegenprestatie dat hij de eerste keus uit het nest heeft als de pup later wordt gedekt. Dat is redelijk. Maar als het zover is, besluit degene die de pup heeft gekregen van een nest af te zien. Zijn baan is veel drukker geworden, er zijn intussen kinderen gekomen en zijn vrouw ziet het niet zitten er ook nog een nest hondjes bij te moeten verzorgen. Wat nu? Zijn er ontbindende voorwaarden? Kan de fokker een dekking afdwingen? Kan de fokker de teef terugvorderen? Kan de fokker eisen dat de teef tijdelijk in zijn huis wordt opgenomen? Het zal niet de eerste keer zijn dat een fokker dit vordert en het levert vaak de grootste problemen op met de eigenaar. Er zijn ook fokkers die eisen dat de geboorte van de puppen van teven uit hun kennel bij hen plaatsvindt in plaats van bij de eigenaar. Als alle partijen daar vrede mee hebben is er geen vuiltje aan de lucht, maar wat als een van de partijen zich in de loop der tijd bedenkt? Dan bedingen sommige fokkers nog na de dekking van hun fokteef dat de eigenaar van de dekreu gedurende een bepaalde tijd zijn reu niet mag laten dekken bij andere fokkers. Het is maar de vraag of al deze voorwaarden aan het principe van redelijkheid en billijkheid voldoen.
- 21 -
Ten slotte een laatste voorbeeld. Als de pup voor een gangbare prijs is verkocht, dient de verkoper, als hij de eerste keus uit het nest heeft bedongen, op zijn beurt ook een gangbare prijs te betalen. Sommige fokkers vinden echter dat zij een pup gratis mogen uitzoeken. De pup komt immers uit hun foklijn? Dit is natuurlijk niet redelijk. In feite betaalt de eigenaar van de pup op deze manier tweemaal de pupprijs. Kortom, valkuilen genoeg waar partijen rekening mee moeten houden bij het ondertekenen van een koop- of dekovereenkomst. Argumenten Waarom staan kopers toe dat sommige fokkers onredelijke voorwaarden stellen? Waarschijnlijk kent u de argumenten: • • • • • • • • •
Als ik niet had getekend, had ik de pup niet meegekregen en ik was helemaal verliefd op de pup. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen hem bij de fokker achter te laten. Ach, zo’n contract is maar een papiertje waar niemand later meer naar kijkt. Ik kreeg het contract pas onder ogen toen ik de pup kwam halen. Eerder is er nooit over gesproken. Toen heb ik maar getekend. Heb ik een contract getekend? Er werd iets onder m’n neus geduwd waar ik een krabbeltje onder moest zetten. Het was een formaliteit, zeiden ze. De fokker heeft er veel meer verstand van dan ik. Hij zei dat het normale voorwaarden waren en dat elke fokker het zo deed. Ik kon de pup gratis mee naar huis nemen, als hij in eigendom bleef van de fokker. Als we dit samen zijn overeengekomen, is er toch niets aan de hand? Als ik het ras zou promoten op shows, kreeg ik de pup gratis mee. De fokker betaalt zelfs de kosten voor inschrijving! Nou, dan is het toch niet raar dat de pup in eigendom van de fokker blijft? Ik ken de fokker al jaren. Hij is zo langzamerhand een goede vriend geworden en ik vertrouw hem volkomen. Ik zie niet in wat er mis kan gaan. Al dat negatieve gedoe. Ik zie het liever positief en ga van het goede van de mens uit!
Hoe begrijpelijk ook, in het licht van wat ik zojuist heb besproken, is het duidelijk dat we hier niet met steekhoudende argumenten hebben te maken. Een koopovereenkomst voor een huis, een hypotheekakte of een testament wordt door een notaris aan partijen voorgelezen. Hij informeert hen zorgvuldig over de mogelijke implicaties van de bepalingen. Bij een koopcontract voor een hond denken veel mensen: ach zo’n vaart zal het niet lopen. Ik teken maar. Maar wat als het wèl zo’n vaart loopt? Toen ik onlangs een koopovereenkomst tussen koper, verkoper en een rasvereniging van Saarlooswolfhonden onder ogen kreeg, kon ik een glimlach niet onderdrukken. Zoveel bizarre aanvullende voorwaarden heb ik niet vaak (eigenlijk nog nooit) onder ogen gehad. Bovendien werd van de koper geëist dat hij lid was of werd van de rasvereniging (zie het ANWB voorbeeld). Een dergelijke koppeling is echter niet toegestaan. Het contract is daardoor nietig, hetgeen betekent dat door ondertekening geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand kwam. Soms verkoopt de fokker een pup niet, maar staat hem aan iemand af "ter verzorging." De fokker vergist zich echter als hij denkt met deze constructie de hond in eigendom te kunnen houden. Degene die kan aantonen voor de kosten op te draaien en de huisvesting te verzorgen, is de wettelijke eigenaar. Hij mag met de zaak doen waarvoor het is bedoeld.
- 22 -
Pas als de fokker ondubbelzinnig kan aantonen dat de koper de pup ernstig verwaarloost of mishandelt, kan hij ontbinding van het koopcontract vragen en de pup terugeisen. Als de eigenaar niet meewerkt, moet hij naar de rechter. Het is meestal niet bevorderlijk voor de wereldvrede. Veel hondeneigenaren kennen wel voorbeelden waar het helemaal is misgegaan. Een klein meningsverschil groeit soms uit tot een groot conflict en het belang van de hond doet er op dat moment vaak niet meer toe. Met een helder contract kunnen veel problemen worden voorkomen. Conclusies We kunnen een paar conclusies trekken. • • • • • •
Voor de wet is een hond een zaak. De koper kan ermee doen waarvoor het is bedoeld zonder beperkende voorwaarden die het normale gebruik van de zaak belemmeren. Een koopcontract van puppen of honden is, net als elk ander koopcontract, een overeenkomst waarbij de zaak in eigendom overgaat van de verkoper op de koper. Als de fokker een pup/hond afstaat aan een ander, wordt die ander (de verzorger) na verloop van tijd eigenaar met alle rechten en plichten die daarbij horen. Het recht gaat uit van het principe van redelijkheid en billijkheid. Aanvullende voorwaarden moeten hieraan voldoen. Is dit niet het geval, dan is het contract nietig. De verkoper moet zich realiseren dat rechten die hij volgens de wet naar redelijkheid en billijkheid niet heeft, niet kan opleggen aan de koper. Het is verstandig het contract van tevoren goed door te nemen en te letten op voorwaarden die onredelijk zijn of vaag (dat wil zeggen zonder tijdslimiet) zijn omschreven.
Dit klinkt niet zo emotioneel betrokken als hondenliefhebbers misschien graag zouden zien, maar (begrijpelijke) menselijke emoties en de logica van de wet gaan niet altijd hand in hand. Soms is het verstandig een 3e partij te laten oordelen als er problemen of conflicten zijn tussen partijen, zoals in het voorbeeldcontract van de AVLS is opgenomen. Dat kan een kostbare gang naar de rechter, advocaatkosten et cetera voorkomen. Wilt u desondanks een juridische procedure starten dan is het verstandig u van tevoren goed te laten informeren over de financiële risico’s die hieraan zijn verbonden. Want ook als u denkt volkomen in uw recht te staan, dan moet u dit eerst wettelijk en overtuigend ten overstaan van een rechter bewijzen. Mr. C.C.E. Wilschut, advocaat.
- 23 -
Programma Saarlooswolfhondendag Zondag 28 september 2008. Lokatie: Manege Fjordhest-Gard, Krimweg 125 te Hoenderloo Entree leden: € 2,50 Niet-leden: € 5 Kinderen tot 18 jaar gratis. 10.00 -10.30 Ontvangst en uitreiking van naambadges. 10.30 -11.30 Lezing en video Dr. Kooistra, over de ontdekking van het dwerggroei gen 11.30 -12.30 Meet and greet. Leer elkaar kennen en maak een praatje bij de koffie. 11.30 -12.30 Lessen in doggydance (Irene/Esther) of ringtraining (Jos/Christa) 12.30-13.30 lunch. In de kantine zijn diverse broodjes, snacks, soep etc. te verkrijgen 13.30-14.30 Lezing en video Øyvind Nord over het gangwerk van de Saarlooswolfhond. 14.30-17.00 Na de theorie komt de praktijk aan de orde. Beoordeling van de beweging en het gangwerk van de aanwezige honden. Øyvind legt uit wat hij van het gangwerk van de aanwezige honden vindt en vooral waarom. De AVLS biedt iedereen de mogelijkheid gratis bloed af te laten nemen van hun Saarlooswolfhond. Je kunt dit opgeven via het formulier op de website. Neem een kopie van de stamboom mee op de dag zelf. Er zijn twee mogelijkheden. 1. Je laat het bloed rechtstreeks testen in Utrecht op dwerggroei. De kliniek zal jou een rekening sturen. Dit kost ca. €100 ex. BTW. De AVLS stuurt de bloedmonsters op. 2. Je laat het bloed opslaan in de DNA databank. Dit kost € 25,50. Het bloed blijft altijd beschikbaar voor latere testen. Opname in de DNA databank is eenmalig en heeft veel voordelen. Je beschikt meteen over een niet te falsificeren identificatie van je hond. Let er op dat je de volledige naam, het chipnummer en het stamboeknummer van de hond correct invult. Tegen een gereduceerd tarief van € 25 kunnen de ogen van onze honden weer worden onderzocht op erfelijke afwijkingen. Ook dit kun je opgeven via het formulier op de website. Je krijgt een officieel ECVO certificaat dat een jaar geldig is. Neem een kopie van de stamboom mee. Steun de vereniging Op de Saarlooswolfhondendag zijn caps te koop met een geborduurd logo van de AVLS. De caps zijn van prima kwaliteit, in zwart uitgevoerd en hebben een gespsluiting achter. One size fits all. Het logo is in fraai helderblauw op de voorkant geborduurd. Leden kunnen de cap reserveren bij
[email protected] onder vermelding van het gewenste aantal. Prijs: €12,50 per stuk. De voorraad is beperkt dus wees er snel bij. Voor € 4 is de DVD van de AVLS dag van vorig jaar te bestellen. Ook zijn nog enkele T-shirts en tasjes te koop. Contante betaling op de dag zelf. De foto’s in deze nieuwsbrief werden beschikbaar gesteld door Irene van Druenen, Marijke Saarloos, Gerard de Moor, Kathleen Rensma, Francis Timmerman, Carmen Tyborski, Johan Berends en Audry Wennekers.
- 24 -