1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1) Auteur
ICT Onderbouw
Laatst gewijzigd
13 September 2015
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/61775
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Bestandsbeheer Paragrafen Inleiding Wat ga je leren? 1.1 Bestanden ordenen (mappen) Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Opdracht 4 1.2 Soorten bestanden herkennen Opdracht 1 Opdracht 2 1.3 Bestanden beheren en zoeken 1.4 Opslagmedia Extra stof: Veilig verwijderen USB-stick Opdracht 1
Begrippen Over dit lesmateriaal
Pagina 1
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Hoofdstuk 1 - Bestandsbeheer
Pagina 2
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Paragrafen Inleiding Dit jaar ga je beginnen met de basis: het beheren van bestanden. Op deze school en in jouw toekomst zul je vaak moeten werken met bestanden op de computer. Daarom gaan wij jullie alvast leren om bestanden netjes en geordend op te slaan en bij te houden. Op die manier wordt de kans klein dat iets kwijt raakt en kun je je bestanden snel terugvinden. Het zou anders kunnen dat je die mooie presentatie of die opdracht voor school helemaal opnieuw moet maken! Dat wil je echt niet... Maar....wat is een bestand eigenlijk denken jullie misschien? Een bestand op een computer is een elektronisch ding dat we bestand noemen. Het is een geordende verzameling van gegevens in elektronische vorm, die door de computer onder één naam kan worden gebruikt en bewerkt. Omdat jullie in de tijd op school veel gaan werken met het Microsoft Office 365, gaan we daarmee starten. Je gaat opdrachten maken en je krijgt les over hoe het programma werkt. De opdrachten maak je via deze wikiwijs-pagina's en de uitleg krijg je van de docent. Je kunt ook extra theorie terugvinden op deze site. Helemaal onderaan kun je ook informatie vinden over de eindopdracht.
Wat ga je leren? In dit hoofdstuk ga je een leren over bestandsbeheer op de computer. Hier kun je zien wat dat allemaal is en wat jij moet kunnen na deze lessen. 1. Je kunt de belangrijkste typen opslagmedia herkennen en gebruiken zoals: interne harde
schijf, externe harde schijf, USB, online bestandsopslag 2. Je kunt een bestand, map of schijfstation openen zowel op het netwerk als online 3. je kunt duidelijke namen voor mappen en bestanden gebruiken om zoeken, sorteren en
ordenen te vereenvoudigen 4. Je kunt een map maken, deze een naam geven en de naam wijzigen 5. Je kunt bestanden zoeken op eigenschap of op hele of gedeeltelijke bestandsnaam 6. Je kunt bestanden en mappen kopieren of verplaatsen van de ene naar de andere map of
schijf 7. Je kunt bestanden en mappen naar de prullenbak verplaatsen en weer terug zetten op de
oorspronkelijke locatie
Pagina 3
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
8. Je kunt bekende bestandstypen herkennen zoals: tekstverwerkings-, spreadsheet- en
presentatie bestanden, PDF-bestanden, afbeeldingsbestanden, Audio- en videobestanden
1.1 Bestanden ordenen (mappen) Waar heb ik dat bestand ook al weer opgeslagen? Vraag je jezelf dat ook regelmatig af, dan is het tijd om je bestanden te ordenen. Dit is zeker nodig om al jouw gemaakte schoolwerk straks bij elkaar te houden. Je hebt straks heel veel vakken waar je bestanden voor moet bewaren en op de computer moet opslaan. Je hebt thuis ook vast een lade of kastje waarin je allerlei kaartjes, brieven, tekeningen of wat dan ook bewaart. Het is altijd even zoeken waar je iets gelaten hebt. Als de mappen op je computer op dat laatje beginnen te lijken, is het tijd daar iets aan te doen. Dat scheelt je een hoop tijd en frustratie. Er zijn drie dingen die je kunt doen om bestanden gemakkelijker te ordenen. 1. Structuur aanbrengen door mappen aan te maken. 2. Verplaats bestanden die nog niet op hun plek staan naar de juiste mappen. 3. Sla je bestanden voortaan direct op in de juiste map.
Hier op school Op het Groot Goylant hebben wij besloten dat de leerlingen alles gaan bijhouden in Office 365, dat is namelijk erg makkelijk en je hebt alles bij elkaar in één programma. Al je bestanden sla je op in Office 365 met een programma genaamd One drive. Dit is een plek waarbij alle bestanden die jij erin neerzet, online opgeslagen worden zodat het niet verloren kan gaan.
Het logo van het programma One Drive
Pagina 4
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
kn.nu/ww.1c6b108 (youtu.be)
Mapjes worden vaak ingedeeld in hoofdmappen en submappen. Op deze manier wordt het nog gemakkelijker om bestanden terug te vinden. Hoofdmappen zijn mappen die 'alles omvatten'. Stel je wilt foto's van je zomervakantie dit jaar opslaan op de computer, dan zou je een mapje kunnen maken met de naam '2015', dit is dan de hoofdmap. In deze map kun je dan bijvoorbeeld het submapje 'Vakantiefoto's Frankrijk' maken. Hieronder zie je een voorbeeld.
Opdracht 1 Vraag 1 Mapjes ordenen is heel belangrijk als je met de computer werkt. Waarom is dit belangrijk? (2 antwoorden zijn goed) a. Het staat mooier op je computer b. Het is overzichtelijk en je kunt snel bestanden terugvinden c. De kans is dan klein dat je een bestand kwijt raakt d. Als je geen ordening aanbrengt dan kan het zijn dat je bestanden verwijderd worden
Vraag 2 Welke drie manieren zijn er om structuur in de werkmappen aan te maken?
Doe het zo: 1. (invullen) 2. (invullen 3. (invullen)
Opdracht 2
Pagina 5
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
In deze opdracht ga je aan de slag met het aanmaken van mappen op de computer. Je gebruikt hierbij een vaste windows computer en dus niet jouw laptop. Volg stap 1 t/m 5 om deze opdracht af te maken. Als je klaar bent, steek je je hand omhoog en laat je het zien aan de leraar. Stap 1 Ga naar de Windows Verkenner en open de map 'Mijn documenten'. Stap 2 Maak een mapje aan voor ieder vak dat je op school volgt. Dit kun je doen door het volgende te doen: 1. klik op de rechter muisknop 2. klik op 'nieuwe map' 3. Type de naam van het mapje in Stap 3 Maak per vak minimaal 3 submapjes. Dit zijn mappen in mappen. Je kunt de namen van deze submappen zelf bedenken maar ze moeten horen bij het vak waarbij de hoofdmap hoort. Bijvoorbeeld: In de map die jij 'Wiskunde' genoemd hebt, dat is een vak dat je volgt, maak je nu een mapje aan met de naam 'cijfers'. Je maakt er nog eentje met de naam 'Leerwerk', want hierin bewaar je al het leerwerk dat je voor een toets moet kennen. Stap 4 Onder op deze pagina zie je 5 bestanden staan. Deze bestanden wil jij graag opslaan in de mapjes die je net hebt aangemaakt, want ze zijn voor school belangrijk. Sla deze bestanden op de juiste plek op in de mapjes die jij hebt aangemaakt. Stap 5 Als je klaar bent met de vorige stappen, kun je nu je hand omhoog steken en het gemaakte werk aan de leraar laten zien. Stap 6 Verwijder alle mapjes en bestanden die je hebt aangemaakt weer van de computer.
Blad hoofdstuk 4 Biologie.docx kn.nu/ww.7c31d9b (docx, maken.wikiwijs.nl)
Pagina 6
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Cijfers Wiskunde periode 1.pub kn.nu/ww.3fd1b57 (pub, maken.wikiwijs.nl)
Leerwerk toets 1 Engels.docx kn.nu/ww.c0e5f21 (docx, maken.wikiwijs.nl)
Opdracht 2 CT.docx kn.nu/ww.304439d (docx, maken.wikiwijs.nl)
Uitnodiging mentorgesprek.docx kn.nu/ww.c7a5275 (docx, maken.wikiwijs.nl)
Opdracht 3 Je hebt aan het begin van het jaar als het goed is een inlogcode ontvangen voor Office 365 . In deze opdracht gaan we precies hetzelfde doen als de opdracht hiervoor, maar dan in Office 365. Stap 1 Ga naar www.portal.office.com en log in op Office 365 met je account. Ga daarna naar het icoontje (tegeltje) OneDrive. Stap 2 Maak in OneDrive een mapje aan voor ieder vak dat je op school volgt. Dit kun je doen door het volgende te doen: 1. klik op de rechter muisknop 2. klik op 'nieuwe map' 3. Type de naam van het mapje in Stap 3 Maak per vak minimaal 3 submapjes. Dit zijn mappen in mappen. Je kunt de namen van deze submappen zelf bedenken maar ze moeten horen bij het vak waarbij de hoofdmap hoort. Bijvoorbeeld: In de map die jij 'Wiskunde' genoemd hebt, dat is een vak dat je volgt, maak je nu een mapje aan met de naam 'cijfers'. Je maakt er nog eentje met de naam 'Leerwerk', want hierin bewaar je al het leerwerk dat je voor een toets moet kennen. Stap 4
Pagina 7
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Pak dezelfde 5 bestanden als bij de vorige opdracht (ga naar opdracht 2 om ze te downloaden en op te slaan). Deze bestanden wil jij graag opslaan in de mapjes die je net hebt aangemaakt, want ze zijn voor school belangrijk. Sla deze bestanden op de juiste plek op in de mapjes die jij hebt aangemaakt. Stap 5 Als je klaar bent met de vorige stappen, kun je nu je hand omhoog steken en het gemaakte werk aan de leraar laten zien. Stap 6 Verwijder alleen de bestanden die je in de mapjes hebt opgeslagen, de mapjes laat je staan.
Opdracht 4 Vraag 1 Hieronder zie je 10 namen van bestanden. Geef per bestand aan hoe de naam van het mapje waar ze in staan zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld het bestand met de naam 'Fikkie' zou kunnen staan in de map 'Huisdieren'.
Hieronder de bestandsnamen: 1. Fotos Turkije 2015 2. Opdracht 5 gemaakt wiskunde 3. Cijferlijst jaar 2 4. Plaatje fiets 5. PowerPoint over mijzelf 6. Opstelling voetbalteam 2015 7. Paarden die ik heb gehad 8. Foto Parijs, Frankrijk 9. Verlanglijstje kerst 10. Verlanglijst verjaardag
1.2 Soorten bestanden herkennen De computer is een fantastisch informatieverwerkingssysteem. Via chips en andere technische hoogstandjes slaagt de computer erin om van bits (eentjes en nulletjes in de vorm van elektrische signalen) voor ons bruikbare informatie te maken. En die informatie vinden we op onze computer in verschillende vormen terug: tekst, afbeeldingen, muziek, film, programma's, etc. Wanneer deze informatie digitaal op een computer staat spreken we over bestanden.
Pagina 8
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Bestanden Voor een computer is het niet zo eenvoudig om verschil te maken tussen alle soorten bestanden. Wij, mensen, kunnen makkelijk het verschil zien tussen een muziek en een stuk tekst omdat onze hersenen dat automatisch doen. Een computer daarentegen slaat alles op in 'bitformaat' en heeft alleen maar 1-tjes en 0-tjes om verschil te maken. Er zijn de volgende soorten bestanden: Tekstbestanden Filmbestanden Afbeeldingsbestanden Muziekbestanden Microsoft Office-bestanden Om verschil te maken tussen alle verschillende bestanden kan de computer wel bepaalde 'codenamen' herkennen. Deze noemen we extensies. Er zijn héééél veel verschillende extensies: Voor programma's: exe, bat, swf... Voor tekstdocumenten: doc, docx, pdf, txt, rtf,... Voor foto's en tekeningen: jpg, gif, tiff, bmp, png,... Voor geluid: wav, mp3, wmv, qt, m4a, m4p,... Voor video: avi, flv, mpeg, mov... Zoveel extenties (bestandstypen) hoef je niet te leren kennen, dat zou wel heel knap zijn! Voor nu is het genoeg dat je de vijf belangrijkste leert kennen waarmee je hier op school gaat werken. Deze zijn: 1. .doc-bestand: Tekstverwerkings-programma's, voornamelijk Microsoft Word 2. .exc-bestand: Spreadsheet-programma's, voornamelijk Microsoft Excel 3. .pdf-bestand: PDF = Portable Document Format. Veel gebruikt om belangrijke bestanden
naar anderen te sturen 4. .JPEG-bestand: Een afbeelding 5. .PPT: PowerPoint-bestand. Een presentatieprogramma.
Opdracht 1 Deze opdracht gaat over de leertekst en de verschillende soorten bestanden en extensies. Lees eerst goed de tekst bij deze paragraaf door! Vraag 1 Welke soorten bestanden zijn er allemaal? Vraag 2 Zoek in de leertekst en op Google de betekenis van het woord extensie. Doe dit goed want je hebt het nodig bij de volgende opdracht. Vraag 3 Hieronder zie je een aantal soorten bestanden van veel gebruikte programma's. Schrijf achter elk soort bestand één extensie (.voorbeeld). Er is er al één ingevuld. - MP3-muziekbestand: .MP3 - MS Word-bestand: - MS Excel-bestand:
Pagina 9
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
- MS PowerPoint-bestand: - Adobe PDF-bestand: Probeer deze ook eens - Video-bestand: - Afbeelding:
Opdracht 2 Vraag 1 Wat voor soort bestand is een .doc bestand?
Vraag 2 Een .exc bestand is een .............. bestand a. Tekst b. Spreadsheet c. Afbeelding
Vraag 3 In wat voor soort bestandstype (extensie) wordt een afbeelding opgeslagen? a. Een .PDF-bestand b. Een .Docx-bestand c. Een JPEG-bestand d. Een PPT-bestand e. Een MP4-bestand
1.3 Bestanden beheren en zoeken Deze paragraaf gaan jullie klassikaal met de leraar behandelen en oefenen.
1.4 Opslagmedia Opslagmedia Sommige bestanden wil je graag bewaren zodat je ze een volgende keer nog eens kan gebruiken of zien. Dit bewaren van bestanden noemen we in computertermen opslaan. Het opslaan van bestanden doe je op zogenaamde opslagmedia. Er zijn heel veel verschillende soorten opslagmedia te verkrijgen, één van de meest bekende is de USB-stick. Een opslagmedium heeft een beperkte ruimte beschikbaar waarop bestanden kunnen worden bewaard, dit noemen we het geheugen. Het geheugen kan 16 gigabyte, 32 gigabyte of zelf 1 terrabyte (1000 gigabyte) zijn. Hoe groot een bestand is wordt aangegeven met bytes. Er zijn er de volgende: - Kilobyte of ook KB (klein)
Pagina 10
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
- Megabyte of ook MB (middel) - Gigabyte of ook GB (groot) - Terrabyte of ook TB (grootst) Belangrijk is dat je voor de grootte van het geheugen de volgende regels onthoud: - 100 KB is 1 MB - 1000 MB is 1 GB - 1000 GB is 1 TB Je kunt opslagmedia het beste zien als een hotel. Een hotel heeft een aantal kamers beschikbaar, bijvoorbeeld 100 kamers. Laten we zeggen dat elke kamer 2 gasten kan hebben. Als er 100 gasten in het hotel zijn, dan is het vol. Zo werkt het ook met het opslaan van bestanden. Een opslagmedium heeft een bepaald aantal 'kamers'. Deze kamers zijn vrij om bestanden in op te slaan. Als je een groot bestand gaat opslaan, zoals een filmpje, dan heb je veel kamers nodig.
Soorten opslagmedia Er zijn zoals eerder gezegd veel soorten opslagmedia. De bekendste zijn: Harde schijf (zit in een computer) Externe harde-schijf (extra harde schijf die je via USB kan aansluiten) USB-stick CD-rom (spelletjes, DVD's en programma's) Online opslag of ook 'Cloud' (OneDrive is een voorbeeld)
Hieronder allerlei soorten USB-sticks:
Pagina 11
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Extra stof: Veilig verwijderen USB-stick
Het ballonnetje op het bovenstaande plaatje is heel belangrijk om te zien te krijgen als je bijvoorbeeld je USB-stick wil verwijderen. Het zorgt er namelijk voor dat je USB-stick niet kapot gaat en je bestanden verloren gaan. Hier op school en later ga jij waarschijnlijk veel werken met een USB-stick. Het is daarom heel erg belangrijk dat je leert om opslagmedia veilig te verwijderen. Hiervoor volg je de volgende stappen: Stap 1 je kijkt goed na of je alle bestanden die je gebruikt hebt goed hebt opgeslagen. Stap 2 Je sluit de map van de USB-stick waar je bestanden in staan. Stap 3 Je gaat met je muis naar het kleine pijltje recht onderin de taakbalk. Stap 4 Je klikt met je rechter muisknop op het USB-tekentje en klikt op ''.... veilig uitwerpen''.
Pagina 12
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Stap 5 Wacht tot je bovenstaande ballonnetje te zien krijgt en trek de USB-stick voorzichtig uit de computer.
Opdracht 1
Toetsvragen opslagmedia kn.nu/npm3f
In deze oefening ga je leren over de verschillende opslagmedia. Lees de vragen goed en probeer daarna het goede antwoord te geven. Succes!
Zoeken naar soorten opslagmedia Ga naar www.google.nl en zoek via de zoekmachine naar minimaal 6 soorten opslagmedia. Deze soorten vul je hieronder in. Doe het zo: USB-stick, harde schijf, ...
Extra uitdaging: Zoek 10 soorten bij elkaar.
Meerkeuzevraag 1 Welk type opslagmedium is dit?
Pagina 13
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
a. USB-stick b. CD-Rom c. Flashdisk d. Externe harde schijf
Meerkeuzevraag 2 Waarop moet je letten als je bestanden opslaat op een opslagmedium? (2 antwoorden zijn goed) a. Op de grootte van het geheugen b. Op de grootte van het bestand c. Op het bestandstype
Volgordevraag 1 De onderstaande zinnen gaan over hoe je een USB-stick aansluit en verwijdert. Zet de zinnen op de juiste volgorde a. Je opent de bestandsmappen in windows verkenner b. Je haalt de USB-stick uit de computer c. Je drukt linksonder op het taakbalk-pijltje en klikt op 'veilig verwijderen' d. Je slaat bestanden op of haalt ze eraf e. Je stopt de USB-stick in de juiste richting in de USB-poort van de computer f. Je trekt het dopje van de USB-stick af (als je die hebt) g. Je kijkt hoeveel geheugen er op de stick zit
Woord invullen Lees de onderstaande zin. Zorg ervoor dat de juiste woorden in de zin komen te staan. Met opslagmedia kun je _______________ beheren. Hoeveel bestanden op een opslagmedium kunnen worden opgeslagen kun je zien aan het _______________. 1 _______________ is groter dan 1 gigabyte. Een CD-ROM is een vorm van _______________. Een _______________ schijf zit vaak ín de computer.
Pagina 14
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Hotspots Waaraan kun je zien hoeveel geheugen deze USB-stick heeft? Klik met je muis op de plaats.
Meerkeuzevraag 3 Waarom is het belangrijk om opslagmedia veilig te verwijderen? (2 antwoorden zijn goed) a. Er kunnen virussen op de opslagmedia komen b. Je kunt bestanden kwijtraken als je niet goed verwijderd c. De opslagmedia kan kapot gaan d. Je bestanden kunnen op de verkeerde plek terecht komen
Woorden slepen Sleep de woorden naar de juiste plek in de zinnen. Een _______ _______ _______ heeft meestal het grootste geheugen. Op een _______ kun je meer kwijt dan op een cassette. Films worden vaak opgeslagen op een _______ of _______ disk
Beschikbare keuzes: DVD, Blu-ray, harde, SD-kaart, externe, schijf
Pagina 15
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Begrippen De belangrijkste begrippen uit dit hoofdstuk zijn: Ordenen OneDrive Hoofdmappen Submappen Bestanden Extensie Opslaan Opslagmedia Geheugen Bytes
Pagina 16
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Antwoorden Vraag 1 Mapjes ordenen is heel belangrijk als je met de computer werkt. Waarom is dit belangrijk? (2 antwoorden zijn goed) 1. Het staat mooier op je computer 2. Het is overzichtelijk en je kunt snel bestanden terugvinden 3. De kans is dan klein dat je een bestand kwijt raakt 4. Als je geen ordening aanbrengt dan kan het zijn dat je bestanden verwijderd worden
Vraag 2 Welke drie manieren zijn er om structuur in de werkmappen aan te maken?
Doe het zo: 1. (invullen) 2. (invullen 3. (invullen)
1. Structuur aanbrengen door mappen aan te maken. 2. Verplaats bestanden die nog niet op hun plek staan naar de juiste mappen. 3. Sla je bestanden voortaan direct op in de juiste map.
Vraag 1 Hieronder zie je 10 namen van bestanden. Geef per bestand aan hoe de naam van het mapje waar ze in staan zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld het bestand met de naam 'Fikkie' zou kunnen staan in de map 'Huisdieren'.
Hieronder de bestandsnamen: 1. Fotos Turkije 2015 2. Opdracht 5 gemaakt wiskunde 3. Cijferlijst jaar 2 4. Plaatje fiets 5. PowerPoint over mijzelf 6. Opstelling voetbalteam 2015 7. Paarden die ik heb gehad 8. Foto Parijs, Frankrijk 9. Verlanglijstje kerst
Pagina 17
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
10. Verlanglijst verjaardag 1. Vakantiefoto's 2. Schoolwerk/wiskunde 3. School jaar 2 4. Mijn fietsen 5. schoolwerk/ over mijzelf 6. sport/voetbal 7. favoriete dieren/paarden 8. favoriete plekken 9. verlanglijstjes 10. verlanglijsjes
Vraag 1 Wat voor soort bestand is een .doc bestand? Een tekstverwerkingsbestand, een tekstbestand, een Word-bestand.
Vraag 2 Een .exc bestand is een .............. bestand 1. Tekst 2. Spreadsheet 3. Afbeelding
Vraag 3 In wat voor soort bestandstype (extensie) wordt een afbeelding opgeslagen? 1. Een .PDF-bestand 2. Een .Docx-bestand 3. Een JPEG-bestand 4. Een PPT-bestand 5. Een MP4-bestand
Antwoorden: Toetsvragen opslagmedia Zoeken naar soorten opslagmedia Ga naar www.google.nl en zoek via de zoekmachine naar minimaal 6 soorten opslagmedia. Deze soorten vul je hieronder in. Doe het zo: USB-stick, harde schijf, ...
Pagina 18
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Extra uitdaging: Zoek 10 soorten bij elkaar. Goede antwoorden zijn: - CD-ROM - USB-stick - (interne) Harde schijf - Externe harde schijf - Cloud - Online opslag - Minidisk - Cassette - Laserdisk - Blu-ray - SD-kaart - Ponskaart - SSD-drive of SSD Aantal punten juist antwoord: 1
Meerkeuzevraag 1 Welk type opslagmedium is dit?
1. USB-stick 2. CD-Rom 3. Flashdisk 4. Externe harde schijf Aantal punten juist antwoord: 1
Meerkeuzevraag 2
Pagina 19
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Waarop moet je letten als je bestanden opslaat op een opslagmedium? (2 antwoorden zijn goed) 1. Op de grootte van het geheugen 2. Op de grootte van het bestand 3. Op het bestandstype Aantal punten juist antwoord: 1
Volgordevraag 1 De onderstaande zinnen gaan over hoe je een USB-stick aansluit en verwijdert. Zet de zinnen op de juiste volgorde 1. f: Je trekt het dopje van de USB-stick af (als je die hebt) 2. e: Je stopt de USB-stick in de juiste richting in de USB-poort van de computer 3. a: Je opent de bestandsmappen in windows verkenner 4. g: Je kijkt hoeveel geheugen er op de stick zit 5. d: Je slaat bestanden op of haalt ze eraf 6. c: Je drukt linksonder op het taakbalk-pijltje en klikt op 'veilig verwijderen' 7. b: Je haalt de USB-stick uit de computer Aantal punten juist antwoord: 1
Woord invullen Lees de onderstaande zin. Zorg ervoor dat de juiste woorden in de zin komen te staan. Met opslagmedia kun je _______________ beheren. Hoeveel bestanden op een opslagmedium kunnen worden opgeslagen kun je zien aan het _______________. 1 _______________ is groter dan 1 gigabyte. Een CD-ROM is een vorm van _______________. Een _______________ schijf zit vaak ín de computer.
Juist antwoord:
Lees de onderstaande zin. Zorg ervoor dat de juiste woorden in de zin komen te staan. Met opslagmedia kun je bestanden beheren. Hoeveel bestanden op een opslagmedium kunnen worden opgeslagen kun je zien aan het geheugen. 1 terrabyte is groter dan 1 gigabyte. Een CD-ROM is een vorm van opslagmedia. Een hardeschijf schijf zit vaak ín de computer.
Pagina 20
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Aantal punten juist antwoord: 5
Hotspots Waaraan kun je zien hoeveel geheugen deze USB-stick heeft? Klik met je muis op de plaats.
Aantal punten juist antwoord: 1
Meerkeuzevraag 3 Waarom is het belangrijk om opslagmedia veilig te verwijderen? (2 antwoorden zijn goed) 1. Er kunnen virussen op de opslagmedia komen 2. Je kunt bestanden kwijtraken als je niet goed verwijderd 3. De opslagmedia kan kapot gaan 4. Je bestanden kunnen op de verkeerde plek terecht komen Aantal punten juist antwoord: 1
Woorden slepen Sleep de woorden naar de juiste plek in de zinnen. Een externe harde schijf heeft meestal het grootste geheugen. Op een SD-kaart kun je meer kwijt dan op een cassette. Films worden vaak opgeslagen op een DVD of Blu-ray disk
Pagina 21
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Aantal punten juist antwoord: 3
Pagina 22
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur
ICT Onderbouw
Laatst gewijzigd
13 September 2015 om 11:27
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad gemiddeld
Bronnen Bron
Type
https://youtu.be/lLHtt_K78cA https://youtu.be/lLHtt_K78cA
Video
Pagina 23
1.1.1. Bestandsbeheer (CT leerjaar 1)