BESLUIT D.D. 3 DECEMBER 2007 - NR. MPM11831 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Wet milieubeheer AANVRAAG Algemeen Op 22 juni 2007 hebben wij een aanvraag ontvangen van Interbaro B.V. (hierna te noemen Interbaro) te Doetinchem om een vergunning ingevolge artikel 8.1, lid 1, sub a en c, van de Wet milieubeheer (Wm) voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting. De inrichting is bestemd voor de op- en overslag en het bewerken van van buiten de inrichting afkomstige kabelreststoffen en afval van ferro- en non-ferrometalen. De opslagcapaciteit van deze kabelreststoffen is meer dan 1000 m³. De doorzet van ferro- en non-ferrometalen bedraagt circa 30.000 ton en de bewerkingscapaciteit van kabelreststoffen bedraagt 10.000 ton per jaar. Daarmee valt de inrichting onder categorieën 28.4, onder a, sub 5 en 6; onder b, sub 1 en 2; onder c, sub 1 en 2 en onder 28.5, van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb). Op grond daarvan zijn wij het bevoegd bestuursorgaan voor het beslissen op de vergunningaanvraag. De installaties binnen de inrichting zijn niet aan te merken als gpbv-installaties. Dat wil zeggen dat bijlage I van de Richtlijn 96/61/EG, de Europese richtlijn Integrated Pollution Prevention and Control (IPPC-richtlijn) niet van toepassing is. De vergunning wordt aangevraagd voor een termijn van tien jaar. De inrichting is gelegen aan de Nijverheidsweg 16 en 20 te Doetinchem, kadastraal bekend gemeente Doetinchem, sectie L, nummers 2654, 2655 en 2653. Beschrijving van de aangevraagde activiteiten Interbaro vraagt voor de volgende activiteiten een vergunning: - op- en overslag kabelreststoffen (papier- en kunststofgeïsoleerd), ferro- en nonferrometalen - en het transport van deze afvalstoffen; - opslag van koperslakken; - het verhandelen en slopen van machines zoals hout- en metaalbewerkingsmachines; - opbulken en sorteren van ferro- en non-ferrometalen en overige stromen van geaccepteerde - afvalstoffen/machines/materialen in depots/containers; - het knippen/strippen/ontmantelen van kabelreststoffen, waarbij de metalen kern gescheiden - wordt van de mantel; - het knippen/strippen/ontmantelen van kabelreststoffen met daaraan nog resten afgedankte - elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), waarbij de metalen kern gescheiden - wordt van de mantel (incidenteel); - het opslaan van AEEA; - het opbulken van de uitgesorteerde stromen per deelstroom in bulkvakken of containers - en het met vrachtauto’s afvoeren naar erkende be-/verwerkers voor inzet als secundaire - grondstoffen of definitieve verwijdering; - kleinschalig onderhoud en herstel van eigen machines, zoals het lassen, boren en slijpen; - opslag van een geringe hoeveelheid hulpstoffen, zoals vet, smeerolie en lasdraad;
-
opslag van dieselolie in emballage ten behoeve van de heftruck en kraan; stalling van wagens en containers; opslag en gebruik van gasflessen; kantoorwerkzaamheden.
Ligging van de inrichting De inrichting is gelegen op het gezoneerde bedrijventerrein “Verheulsweide/Wijnbergen” te Doetinchem. Ontsluiting van de inrichting vindt plaats via de Nijverheidsweg. In de nabijheid van de inrichting zijn diverse bedrijven gevestigd. De dichtstbijzijnde bedrijfswoning is gesitueerd op een afstand van circa 20 meter van de inrichtingsgrens. Op ongeveer 12 kilometer van de inrichting is een natuurgebied gelegen dat is aangewezen als een speciale beschermingszone in de zin van de Habitatrichtlijn. DE PROCEDURE Algemeen Met betrekking tot deze vergunningaanvraag wordt de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), hoofdstuk 8 en 13 van de Wm, voorgeschreven procedure gevolgd. De afhandeling van de aanvragen krachtens de Wm en de Wvo heeft plaatsgevonden met toepassing van de betrokken bepalingen uit hoofdstuk 14 van de Wm. De aanvraag met aanvullende gegevens voldoet aan de vereisten bij en krachtens de Wm alsmede hoofdstuk 5 van het Ivb. TOETSINGSKADER De aanvraag is getoetst aan - De Wet milieubeheer - het Landelijk Afvalbeheerplan 2002-2012. - Het Gelders Milieuplan 2004-2008 - De IPPC-richtlijn En de milieurelevante aspecten: - lucht; - geur; - geluid en trillingen; - acceptatie en registratie; - veiligheid; - bodem; - energie; - preventie; - verkeer en vervoer; - afvalwater; - afval; - Natuurbeschermingswet 1998. TOETSING In de navolgende overzicht zijn de afvalstoffen die in de inrichting worden geaccepteerd met bijbehorende code en status volgens de Europese afvalstoffenlijst (Eural) weergegeven: Afvalstof Eural-code Afval van de winning van metaalhoudende mineralen (waaronder koperslakken) 01.01.01 Niet onder 16.02.15 vallende uit afgedankte apparatuur verwijderde onderdelen 16.02.16 Koper, brons en messing 17.04.01 Aluminium 17.04.02 Lood 17.04.03 Zink 17.04.04 IJzer en staal 17.04.05 Gemengde metalen 17.04.07 Kabelreststoffen die olie, koolteer of andere gevaarlijke stoffen bevatten 17.04.10*c
Niet onder 17.04.10 vallende kabelreststoffen Ferrometalen Non-ferrometalen Niet onder 20.01.21 en 20.01.23 vallende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur die gevaarlijke onderdelen bevat Niet onder 20.01.21 en 20.01.23 en 20.01.35 vallende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur Metalen
17.04.11 19.12.02 19.12.03 20.01.35* 20.01.36 20.01.40
LAP Geconcludeerd wordt dat de be- verwerking en opslag van afvalstoffen door Interbaro in overeenstemming is met de algemene bepalingen van het LAP. A&V-beleid en de AO/IC In het LAP is vastgelegd dat bedrijven die afvalstoffen accepteren een adequaat acceptatie- en bewerkingsbeleid (A&V-beleid) in hun bedrijfsvoering moeten hebben opgenomen. Naar ons oordeel geeft de bij de aanvraag gevoegde beschrijvingen van het A&V-beleid en van de procedures voor de VAP een adequate borging, zodat onjuiste acceptatie en bewerking van afvalstoffen tot een minimum worden beperkt. Door de inrichting van de administratieve organisatie en de interne controles wordt de uitvoering van het A&V-beleid naar ons oordeel in voldoende mate zeker gesteld. Wij gaan dan ook akkoord met de bij de aanvraag gevoegde beschrijvingen. Toetsing aan de sectorplannen Bij de inrichting van Interbaro worden geen afvalstoffen rechtstreeks van particulieren ingenomen. Alle afvalstoffen worden door Interbaro of door derden ingezameld. Daarnaast kunnen de meeste afvalstoffen ook door bedrijven worden aangeleverd. Op de in de aanvraag aangegeven afvalstromen zijn de sectorplannen 15, 21 en 26 van het LAP van toepassing. Sectorplan 15 Wit- en bruingoed Interbaro krijgt met name kabelreststoffen binnen. Aan deze kabelreststoffen kunnen zich nog gedeelten van AEEA bevinden. De werkwijze van Interbaro met betrekking tot deze categorie afvalstofffen is als doelmatig aan te merken. Sectorplan 21 Metaalafvalstoffen De volgende metaalafvalstoffen worden niet geaccepteerd: - metalen tanks; - metaalafvalstoffen met aanhangende olie of emulsie; - radioactieve metaalafvalstoffen. Metaalafvalstoffen en metaalhoudende reststoffen worden in de inrichting gesorteerd, geknipt en tijdelijk opgeslagen. Genoemde metalen kunnen ook als mix worden aangeleverd, waarbij later bij eindbewerking pas sortering plaatsvindt. Metaalafvalstoffen worden voornamelijk buiten, maar ook, na het strippen van de kabelreststoffen, tijdelijk binnen opgeslagen. De opslag inclusief het uitsorteren bij Interbaro van metaalafval is doelmatig. Sectorplan 26 Kabelreststoffen Het beleid voor kabelreststoffen is gericht op het bevorderen van materiaalhergebruik van de verschillende fracties van kabelreststoffen. Voor grondkabelrestanten en -garnituren en voor de residuen van de bewerking van deze afvalstoffen in een stortverbod in voorbereiding. De minimumstandaard voor de be- en verwerking van papier- en kunststofgeïsoleerde kabelreststoffen en garnituren is scheiding van de metaalfractie en de restfractie (papier en kunststof), gevolgd door materiaalhergebruik van de metaalfractie en verwijderen door verbranden van de restfractie. Papiergeïsoleerde kabelreststoffen moeten apart worden opgeslagen van andere kabelreststoffen en garnituren, om zo veel mogelijk hergebruik van de kabelreststoffen te bereiken. In de vergunning voor het opslaan van kabelreststoffen worden hiertoe voorschriften opgenomen. Interbaro koopt van kabelproducenten afgekeurde kabels en productieafval. Daarnaast ontvangt Interbaro kabelreststoffen die vrijkomen bij de ontmanteling/sloop van gebouwen, machines,
apparatuur en infrastructuur. De afvalstoffen betreffen zowel papier- als kunststofgeïsoleerde (PVC) kabelrestanten. De papiergeïsoleerde kabelrestanten worden te allen tijde gescheiden van kunststofgeïsoleerde kabelrestanten en gescheiden behandeld. De kabelreststoffen worden binnen de inrichting geknipt en gestript, met als doel de metaalfractie te scheiden van de mantel (kunststofgeïsoleerde kabels). De metalen kern wordt per soort metaal (o.a. koper, staal, aluminium) gescheiden en apart opgeslagen en opgebulkt. De metalen worden vervolgens voor hergebruik afgezet. De kunststoffractie wordt voor nuttige toepassing afgevoerd naar de kunststofverwerkende industrie of naar afvalverbrandingsovens met terugwinning van energie. Papiergeïsoleerde kabels (GPLK) worden geknipt en gepeld met behulp van een kabelpelmachine. De GPLK wordt vervolgens handmatig ontmanteld en gescheiden in de fracties kunststof, mengsel van jute/bitumen/vet papier/krijt en lood/koper/ijzer. De ontmantelde kabel bestaat uit een koperen/ijzeren kern met een loodomhulsel. Deze fractie wordt in drie monostromen gescheiden, tijdelijk opgeslagen en voor nuttige toepassing afgevoerd. De beschreven praktijk bij de inname, bewerking en de (tijdelijke) opslag van kabelreststoffen is gericht op product- en materiaalhergebruik. Interbaro draagt hierdoor bij aan een lekvrije afvalbeheerstructuur van kabelreststoffen. De werkwijze is als doelmatig aan te merken. Conclusie doelmatigheidsbeoordeling afvalstoffen De activiteiten van Interbaro richten zich op het sorteren, opslaan en het bewerken van kabelreststoffen en het sorteren en opslaan van metaalafval ten behoeve van nuttige toepassing en efficiënt transport. Voor de gescheiden opslag van de verschillende deelstromen zijn voorzieningen aanwezig. De afvalstoffen worden gescheiden afgevoerd naar inrichtingen die hergebruik, nuttige toepassing dan wel be- en verwerking van de betreffende afvalstoffen mogelijk maken. De aangevraagde activiteiten zijn in het belang van een doelmatig afvalbeheer en derhalve kan de gevraagde vergunning voor het beheer van de betreffende afvalstoffen worden verleend. GMP Afval De opslag en bewerking van afvalstoffen door Interbaro draagt bij aan het hergebruik van deze afvalstoffen. De door Interbaro aangevraagde activiteiten voldoen in het kader van doelmatig beheer van afvalstoffen aan het gestelde in het Gelders Milieu Plan. Overwegingen bij de milieuaspecten Lucht De activiteiten van Interbaro leiden tot beperkte emissies naar de lucht van veegstof, lasdamp, rookgassen en stikstofoxiden. Door goed onderhoud aan de verbrandingsmotoren en de stookinstallatie, alsmede het regelmatig vegen van het terrein kunnen hinderlijke of schadelijke emissies tot een acceptabel niveau worden beperkt. Vanwege de situering van de inrichting (industrieterrein) verwachten wij geen overlast in de omgeving. Veiligheid Het externe veiligheidsbeleid betreft de beheersing van risico's van activiteiten voor de omgeving (mens en milieu). Het gaat hierbij onder meer om de risico's die verbonden zijn aan de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen. Bij Interbaro zijn gevaarlijke stoffen aanwezig, zoals de kabelreststoffen die olie, koolteer of andere gevaarlijke stoffen bevatten en AEEA dat gevaarlijke onderdelen bevat. In de vergunning zijn gedrags- en middelvoorschriften gesteld om de gevaarsaspecten te beperken. Hiermee wordt een toereikend beschermingsniveau gerealiseerd. Wij achten de aangevraagde situatie in combinatie met het stellen van voorschriften voldoende om de externe veiligheid te waarborgen. Bodem Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB) Het preventieve bodembeschermingbeleid is vastgelegd in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB). Uit de aanvraag blijkt dat binnen de inrichting bodembedreigende activiteiten plaatsvinden. Het betreft:
- opslag en scheiding van non-ferrometalen en AEEA die gevaarlijke onderdelen bevatten; - opslag van aardolieproducten; - werkplaatsactiviteiten en het strippen van kabelreststoffen; - overhevelen van diesel in de heftruck Bij Interbaro worden potentieel bodembedreigende stoffen boven een vloeistofdichte voorziening opgeslagen waardoor wordt voldaan aan bodemrisicocategorie A, met eindemissiescore 1 en een verwaarloosbaar bodemrisico wordt bereikt. Afvalwater Interbaro loost via een bedrijfsriolering afvalwater op het openbare rioolstelsel. De te lozen afvalwaterstromen zijn te onderscheiden in: - huishoudelijk afvalwater afkomstig van het kantoor; - schoon hemelwater afkomstig van het verhard terrein en van het dak van de bedrijfshal en het kantoor; - licht verontreinigd afvalwater afkomstig van verhard terrein met metaal opslag. De vorenstaande afvalwaterstromen worden op het verbeterd gescheiden rioolstelsel van de gemeente geloosd. Eisen aan het lozen van afvalwater in verband met de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater en de goede werking van de RWZI worden gesteld in de vergunning ingevolge de Wvo. Vogel- en Habitatrichtlijn De Vogelrichtlijn heeft als doel de instandhouding van alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten waarop het Europese Verdrag van toepassing is. De afstand tot aan het meest dichtbijgelegen gebied dat is aangemeld om te worden aangewezen als speciale beschermingszone in de zin van de Habitatrichtlijn bedraagt circa 12.000 meter. Het betreft het gebied “Gelderse Poort”. Een vogelrichtlijngebied is niet in de nabije omgeving van de inrichting gelegen. Gelet op de afstand tussen de inrichting en het Habitatrichtlijngebied en gezien de aard van de bedrijfsactiviteiten, achten wij het niet aannemelijk dat de inrichting een significant negatief effect zal hebben op de natuurwaarden waarvoor deze gebieden zijn aangewezen. Gelet op het voorgaande is er geen reden om de aangevraagde vergunning op grond van artikel 6 van de Habitatrichtlijn te weigeren. Geluid Algemeen De bedrijfsactiviteiten van Interbaro Doetinchem hebben tot gevolg dat geluid wordt geproduceerd. Deze geluidsemissie wordt vooral bepaald door aan- en afvoerbewegingen van personenauto’s en vrachtwagens, het gebruik van een kraan en heftruck op het buitenterrein, het wisselen van containers op het buitenterrein en het gebruik van de bedrijfshal. Bij het besluit op de aanvraag nemen wij in acht de geldende grenswaarden voor gezoneerde industrieterreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. De zonebeheerder (gemeente Doetinchem) heeft schriftelijk verklaard dat de berekende geluidsimmissie vanwege de inrichting, gecumuleerd met de geluidsimmissie van de overige op het industrieterrein gevestigde bedrijven, past binnen de beschikbare geluidsruimte voor het betreffende industrieterrein. Besluit detectie radioactief besmet schroot De bij de inrichting aangeboden schoot, ferro- en non-ferrometalen kunnen (onverhoopt) verontreinigd zijn met radioactieve stoffen. Op schroot en metaal dat besmet is met radioactieve stoffen is de Kernenergiewet van toepassing. Indien de in de Kernenergiewet gestelde grenzen waarboven een vergunningplicht geldt worden overschreden, is het verboden zonder vergunning radioactieve stoffen in te voeren, voorhanden te hebben, toe te passen en overdragen aan een niet vergunninghouder. De omzet (doorzet) van RVS-schroot, Al-schroot of ijzerschoot bij Interbaro is niet hoger dan de grenswaarden van de Kernenergiewet. Dit impliceert dat Interbaro geen detectiemiddelen (poortdetector of handdetectie) in de inrichting aanwezig dient te hebben.
TERMIJN VAN DE VERGUNNING Ingevolge artikel 8.17 van de Wm, juncto artikel 2.2 van het Ivb, kunnen vergunningen voor inrichtingen als bedoeld in categorie 28.4, onder a tot en met d en onder g, van bijlage I van het Ivb voor het beheer van afvalstoffen voor een termijn van maximaal tien jaar worden verleend. Gelet op het voorgaande zal de gevraagde vergunning voor een termijn van tien jaar worden verleend. BESLUIT Overwegende het hiervoor vermelde en gelet op de desbetreffende bepalingen in de Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, respectievelijk de Wet milieubeheer en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten en het gestelde in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, het Landelijk Afvalbeheerplan 2002-2012 en het Gelders Milieuplan 3; HEBBEN WIJ BESLOTEN Aan Interbaro te Doetinchem de gevraagde oprichtingsvergunning voor de inrichting aan de Nijverheidsweg 16 en 20 te Doetinchem te verlenen ten behoeve van de volgende activiteiten: - op- en overslag en inname van kabelreststoffenafval (papier-, kunststofgeïsoleerd en grondkabel en andere kabelrestanten), - ferro- en non-ferrometalen en het transport van afvalstoffen; - opslag van koperslakken; - verhandelen en slopen van machines zoals hout- en metaalbewerkingsmachines; - opbulken en sorteren van ferro- en non-ferrometalen en overige stromen van geaccepteerde - afvalstoffen/machines/materialen in depots/containers; - het knippen/strippen/ontmantelen van kabelreststoffen met daaraan nog resten afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), waarbij de metalen kern gescheiden wordt van de mantel (incidenteel); - het opslaan van AEEA; - het strippen van kabelreststoffen, waarbij de metalen kern gescheiden wordt van de mantel. - het opbulken van de uitgesorteerde stromen per deelstroom in bulkvakken of containers en met vrachtauto’s afgevoerd naar erkende be-/verwerkers voor inzet als - secundaire grondstoffen / definitieve verwijdering; - kleinschalig onderhoud en herstel van eigen machine’s, zoals het lassen, boren en slijpen; - opslag van een geringe hoeveelheid hulpstoffen, zoals vet, smeerolie en lasdraad; - opslag van dieselolie ten behoeve van de heftruck en kraan; - stalling van wagens en containers; - opslaan en gebruik van gasflessen; - kantoorwerkzaamheden. De vergunning te verlenen voor een periode van 10 jaar vanaf de datum van deze beschikking (3 december 2007) .