www.bess-project.info
Ondersteund door
EIE/04/246/S07.38678
BESS - Benchmarking en Energiezorg in middelgrote en kleinere bedrijven
Beschrijving van de BESS web-based monitoring en benchmarking
2
BESS web-based monitoring en benchmarking Binnen het BESS-project wordt een web-based instrument ontwikkeld voor de internationale benchmarking van de belangrijkste indicatoren voor het energiegebruik van de geselecteerde sectoren binnen de Europese voedings- en genotmiddelenindustrie. Het instrument, dat momenteel wordt getest door bedrijven uit de zuivel-, de brood- en banket- en de vleesverwerkende industrie, bouwt voort op een Noors benchmarksysteem. Het instrument heeft een nauwe relatie met de elearning module. De invoer van bechmarkgegevens is een van de e-learning activiteiten in de pilotfase van het BESS-project. Energie Benchmarking is een hulpmiddel voor het verzamelen, analyseren en rapporteren van gegevens. Een industrieel bedrijf krijgt hiermee een beeld van zijn energie-efficiency in vergelijking met andere bedrijven uit de sector. Het levert gegevens op over hoe energie momenteel wordt gebruikt in een specifieke industriële sector, een proces of een gebouwtype. Benchmarking kan worden toegepast in het kader van energiezorg, in aanvulling op de gebruikelijke technische aanpak. In dat geval evalueert men hoe ver een bedrijf is gevorderd in zijn pogingen om de energie-efficiency te verbeteren in vergelijking met andere bedrijven uit de eigen sector, met bedrijven uit andere landen of met een "ideale" energiezorgbenadering. Energie Benchmarking lijkt op energiemonitoring als het periodiek wordt uitgevoerd. Ook dan kan een bedrijf immers zijn prestatie over de tijd te volgen en, afhankelijk van het ontwerp van het benchmarkprogramma (als ook systeemspecificaties zijn gebenchmarkt), en op basis van de uitkomsten verbeteringsmaatregelen treffen. Energie benchmarking en monitoring samen stellen een bedrijf in staat om onvolkomenheden te identificeren en betere werkwijzen te ontwikkelen en in de bedrijfsvoering te integreren. Energie Benchmarking richt zich op een vergelijkende analyse van energiegebruik per eenheid fysieke productie, ook wel bekend als energie-intensiteit of specifiek energieverbruik (SEV). De energie-intensiteit kan vervolgens worden vergeleken met de "best practice". Voorbeelden van prestatie-indicatoren voor monitoring en benchmarking op verschillende niveaus staan in tabel 1. De pilotfase van het BESS-project betreft benchmarking op niveau 1. Tabel 1 Niveaus van Energie Benchmarking Niveau
Indicator
Eenheid
Niveau 1: Bedrijf
Totaal energieverbruik/ton productie
KJ/ton
Totaal elektriciteitsverbruik/ton productie
kWh/ton
Kwaliteitsniveau op de Checklist Energie Management
%
Procesgerelateerde energie/hoeveelheid productie
kJ/hoeveelheid
Niet-productafhankelijk energiegebruik/ vierkante meter verwarmd
kJ/m2
Niveau 2: Proces/product
3
Niveau 3: Apparatuur
Elektriciteit voor persluchttoepassingen /ton productie
kJ/ton
Energie voor stoomproductie/ton stoomproductie
kJ/kJ
De web-based benchmarkapplicatie die momenteel in het BESS-project wordt gebruikt, stelt bedrijven die aan de pilot meedoen in staat om hun energieprestatie te benchmarken met andere Europese bedrijven die aan de pilot meedoen. In de eerste fase van het BESS-project zult u gegevens aantreffen voor deelnemende bedrijven uit de voedings- en genotmiddelenindustrie (zuivel, vleesverwerking en bakkerijen). De applicatie kan nog worden aangepast voor nieuwe benchmarkklassen en nieuwe indicatoren. De applicatie kent bovendien opties om een aantal externe factoren in te stellen, zoals klimaat (verwarming en koeling), bezettingsgraad, productiemix en boilerefficiency. The webapplicatie is ontworpen om jaarlijkse benchmarking mogelijk te maken van energiegegevens in Europa, gebaseerd op landelijke gegevens die worden verzameld door nationale BESS-contactpersoon. De figuur hieronder beschrijft hoe bedrijven die aan de pilot meedoen, nationale systemen voor energieverslaglegging en de BESS-webapplicatie op elkaar inwerken.
1. Pilotbedrijven rapporteren energiegegevens aan hun nationale BESS-administratie. 2. De nationale BESS-administratie garandeert de kwaliteit van de geregistreerde gegevens en stuurt deze door naar BESS. 3. Pilotbedrijven gaan aan de slag met de BESS-applicatie en benchmarken hun eigen energieverbruik met andere bedrijven uit dezelfde sector (BESS-geregistreerde bedrijven). 4. Niet-geregistreerde gebruikers kunnen een ad hoc benchmarkmodule gebruiken (deze optie is naar verwachting beschikbaar na de pilotfase in 2007). De toegang tot de BESS benchmarkapplicatie kent verschillende voorzieningen om de toegang tot de juiste gegevens te verzekeren en om de vertrouwelijkheid te garanderen van de gegevens die de pilotbedrijven aanleveren.
4
Input De pilotbedrijven krijgen een Excel-formulier van hun nationale BESS-contactpersoon. Dit omvat 1 pagina A4 waarop alle energie- en productiegegevens moeten worden gerapporteerd. Het formulier bevat definities van gebruikte energiedragers en de classificatie van producten. Pilotbedrijven dienen hun energiegebruik jaarlijks te rapporteren. Daartoe vult met het Exelformulier in dat wordt verspreid door de nationale BESS-contactpersoon (per e-mail of gedownload uit de e-learning module). Ingevulde formulieren dienen aan de BESS-contactpersoon te worden teruggestuurd. De in te voeren energiegegevens staan in tabel 2 en zijn gelijk voor elke industriesector. In hetzelfde overzicht dienen de pilotbedrijven ook hun productie over de afgelopen twee jaar in te vullen. Voor elke industriesector is hiervoor een eigen productlijst gemaakt. De producten hierop zijn zoveel mogelijk gedefinieerd volgens internationale standaards, zoals de PRODCOM-lijst. Er zijn echter wel aanpassingen in doorgevoerd. Als voorbeeld zijn de productiegegevens weergegeven die pilotbedrijven uit de zuivelindustrie moeten invullen. Zie tabellen 4 en 5. Zoals gesteld, kent de webapplicatie opties voor het instellen van een viertal externe factoren: boilerefficiency, klimaat, bezettingsgraad en productiemix. De gebruikers van de internationale benchmarkmethode hebben de keuze of ze deze factoren wel of niet invullen. Een beschrijving van de methodologie achter de verschillende correctiefactoren staat op de BESS-website. Om de correcties door te kunnen voeren, moet een aantal aanvullende gegevens worden ingevoerd. Deze data zijn optioneel, bedrijven zijn niet verplicht tot rapportage, maar het zou van groot belang zijn als zoveel mogelijk bedrijven dit toch doen, omdat de benchmarking hierdoor fors aan kwaliteit zal winnen. De gegevens die men optioneel kan invullen staan in tabel 6. Voor de bedrijven die aan de pilot meedoen, is een gedetailleerde beschrijving van de correctiefactoren beschikbaar. Tabel 2 Energie-input ENERGIE
Basislast van het bedrijf Elektriciteitsgebruik el.boiler Lichte stookolie Middelzware stookolie Zware stookolie Aardgas LPG (Propaan,
Eenheid
2004
Boiler- eff. (%)
2005
Boilereff. (%)
Extra informatie (Rij 1 en 2 zijn samen het totale elektriciteitsverbruik)
5
butaan) Kolen Bio-energie Stadsverwarming enz. Specificeer:
Andere energie
Tabel 3 Definities van energiebronnen Energiebron
Definities
PRODCOM
Basislast van het bedrijf
Elektriciteitsgebruik anders dan voor warmte/stoomproductie in elektrische boilers
40.11.00.00
Elektriciteitsgebruik Elektriciteitsgebruik voor warmte/stoomproductie el.boiler in elektrische boilers
40.11.60.00
Lichte stookolie
23.20.15.00
Stookolie met een dichtheid van 0.84 kg/liter
Middelzware stookolie
Stookolie met een dichtheid van 0.88 kg/liter
Zware stookolie
Stookolie met een dichtheid van >0.90 kg/liter
23.20.17.00
Aardgas
Aardgas, al dan niet in vloeibare vorm
40.22.10.00
LPG (Propaan, butaan)
Propaan en butaan, vloeibaar
23.20.20.00
Kolen
Steenkool, bruinkool en lignite
10.10.00.00.+ 10.20.00.00
Bio-energie
Hout, zaagsel, bast, stro enzovoort
20.10.40.00
Stadsverwarming enz. Andere energie Boilerefficiency
23.20.16.00
Stoom en heetwatervoorzieningen e.d. 40.30.10.00 Energie die niet onder de andere categorieën valt (moet worden gespecificeerd) Gemiddelde jaarlijkse boilerefficiency (%)
Tabel 4 Input van productiegegevens voor de zuivelindustrie PRODUCTIE
Eenheid 2004
Bewerkte melk
Liter
2005
6
Zoete melkproducten
Liter
Zure melkproducten
Liter
Producten in bekers
Liter
Harde kaas
kg
Bruine kaas
kg
Andere kazen
kg
Caseïne
kg
Gedroogde producten
kg
Boter / boterolie
kg
Geconcentreerde producten
kg
Aan derden geleverde melk
liter
Sap
liter
Tabel 5 Definities van zuivelproducten PRODCOM
PRODUCTIE
Een- Definitie heid
01.21.2 + 01.22.2
Bewerkte melk
liter Rauwe melk van koeien, schapen en geiten
15.51.10.00 Zoete melkproducten
liter Bewerkte vloeibare melk en room, niet geconcentreerd
15.51.52.AA Zure melkproducten
liter Yoghurt en andere gefermenteerde en aangezuurde melk of room (indien in bekers: rapporteer als zodanig; dus niet hier)
15.51.52.BB Producten in bekers
liter Producten geleverd in bekers (producten die niet in andere categorieën zijn onder te brengen!)
15.51.40.50 Harde kaas
kg
Harde kaas, gerijpt
15.51.40.30 Bruine kaas
kg
Bruine weikaas
15.51.40.00 Andere kazen
kg
Ander kaas dan gerijpte harde kaas en bruine kaas
15.51.53.00 Caseïne
kg
Caseïne
15.51.20.00 Gedroogde producten
kg
Gedroogde melk, wei enzovoort, geleverd als poeder
7
15.51.30.00 Boter / boterolie
kg
15.51.51.00 Geconcentreerde kg producten
Boter en smeermiddelen met melkingrediënten Melk en room, geconcentreerd, anders dan in vaste vorm
15.51.00.SS Aan derden geleverde melk
liter Melk geleverd aan andere zuiverfabrieken zonder enige andere bewerking dan koelen
15.32.00.00 Sap
liter Fruit- en groentesappen
Tabel 6 Optionele input voor het doorvoeren van correcties Overige informatie
Eenheid
Bezettingsgraad
%
Basislast
%
2004
2005
Graaddagen Klimaatafhankelijk deel
%
De graaddagen van een jaar worden verkregen door van de “basistemperatuur” de gemiddelde dagtemperatuur af te trekken en de uitkomsten per dag op te tellen gedurende een jaar. In dit project gebruiken we 18°C als de “basistemperatuur”. Koel-graaddagen kunnen op dezelfde manier worden berekend, maar hiervoor bestaat geen officiële “basistemperatuur”. Dit maakt ook geen onderdeel uit van de BESS-applicatie. Het specifieke energiegebruik stijgt vaak wanneer de beschikbare productiecapaciteit niet volledig wordt benut. De basislast wordt dan immers verdeeld over minder eenheden productie. Het doel van correctie op de geringere productiecapaciteit is om het effect van een verandering in geproduceerde aantallen producten te scheiden van andere variabelen en veranderingen in energieefficiency. Correctie moet alleen worden gebruikt voor externe factoren (waarop het bedrijf zelf geen invloed kan uitoefenen). Bij het corrigeren op bezettingsgraad wordt de basislast verlaagd als sprake is van lagere benutting van de productie. Gegevens over het energiegebruik zijn dan vergelijkbaar met cijfers bij benutting van de volledige productiecapaciteit. Als, bijvoorbeeld, de basislast bij volledige capaciteitsbenutting 30 procent is, kan het stijgen tot 35 procent bij 80 procent capaciteitsbenutting. De basislast vertegenwoordigt dan een te groot deel van het totale energieverbruik en moet omlaag worden gebracht tot het niveau bij volledige capaciteitsbenutting. Benutting van de productiecapaciteit is te definiëren als de productiecapaciteit waarop een locatie ontworpen is bij normale werktijden. Een praktische manier om het benuttingsniveau van de productiecapaciteit te berekenen, is het delen van de input van ruw materiaal door de ontworpen input. Bij zuivelbedrijven gaat het dan om rauwe melk, bij bakkerijen om meel en bij vleesverwerkende industrie om ontvangen aantallen tonnen vlees. Een manier om het aandeel te berekenen van het productieonafhankelijke energieverbruik, is om het verbruik door de tijd af te zetten tegen het productieniveau, gebruik makend van gegevens die met een vaste frequentie zijn verzameld (dag, week, maand …). Bij de meeste processen zal dit
8
een grafiek opleveren met punten waar (ongeveer) een rechte lijn doorheen kan worden getrokken. Deze lijn laat de relatie zien tussen energieverbruik en de veroorzaker (in dit geval de productie). Het snijpunt met de Y-as geeft de hoogte van het productieonafhankelijke energieverbruik weer in een absoluut getal. Output Als de bedrijven die aan de pilot meedoen hun energiegebruik hebben gerapporteerd aan hun nationale BESS-contactpersoon, en alle gegevens zijn ingevoerd in het internationale benchmarkoverzicht, dan kunnen de deelnemende bedrijven zichzelf op de BESS benchmarking website vergelijken met andere Europese bedrijven die aan de pilot meedoen. Er is een aantal verschillende diagrammen waarin het pilotbedrijf wordt aangegeven in groen, terwijl de rest van de groep wordt weergegeven in grijs. De website presenteert de volgende diagrammen: •
Specifiek energieverbruik van alle bedrijven in de geselecteerde industriesector (één diagram per jaar) – zie figuur 1.
•
Ontwikkeling in het specifieke energieverbruik (% verandering sinds het voorgaande jaar, één diagram per jaar) – zie figuur 2.
• •
Gemiddelde voor de industriesector en het bedrijf gedurende de gerapporteerde jaren. Zie figuur 3. Kwantitatieve benchmarking gebaseerd op de BESS Checklist Energie Management in het elearning deel. Zie figuur 4.
Alle diagrammen kunnen worden vertoond met verschillende filters, waarmee het bedrijf kan kiezen met welk land het een vergelijking wil maken, de weer te geven energie-eenheid en de te gebruiken correctiefactoren. Door het aanklikken van elk vakje word steeds een ander diagram gepresenteerd. De volgende opties bestaan: •
Landen
•
Energie-eenheden
•
Vergelijk netto energiegebruik (met gerapporteerde boilerefficiencies)
•
Corrigeer voor aanpassingen in de productmix
•
Corrigeer voor aanpassingen in de capaciteitsbenutting
•
Corrigeer voor aanpassingen in klimaat
9
Figuur 1: Specifiek energieverbruik voor alle bedrijven in de geselecteerde industriesector (één diagram per jaar).
Figuur 2: Ontwikkeling van het specifieke energieverbruik (% verandering sinds het voorgaande jaar, één diagram per jaar).
10
Figuur 3: Gemiddelde voor de industriesector en het bedrijf gedurende de gerapporteerde jaren.
Figuur 4: Kwantitatieve benchmarking gebaseerd op de BESS Checklist Energie Management in het e-learning deel.
Noot: De gehele verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze publicatie ligt bij de auteurs. Het vertegenwoordigt niet de mening van de Europese Unie. De Europese Commissie is niet verantwoordelijk voor welke vorm van gebruik dan ook van de informatie die hier wordt beschreven.