Beroepsproduct: Organiseren, netwerken en bemiddelen
Programmaboek voor het project: Buurtschoolwerk op wielen
Petra Kooij 0794147 VCR3C
Programma boek
2
Inhoudsopgave Inleiding BSW op wielen Enquêtes
4 5 7
Suggesties
8
Format draaiboek
9
Planning
10
Sport- en spelactiviteiten
12
Balspellen Rotte eieren Walvisjacht Kegelhandbal Handdoek volleybal Trefbal Koningsbal Voetbalactiviteit Hockey Basketbal Voetbal
13 13 14 14 15 15 16 17 17 18
Frisbeespelletjes Frisbeegolf Ultimate frisbee
19 19
Waterspelletjes Waterballonnen handbal Blind-spons-volleybal Waterplassen Oberspel Skippy race Natte doek overgeven Waterflessen voetbal
20 20 21 21 22 22 23
Sneeuwspelletjes Kegelsneeuwbal Slee race
24 24
Overige spellen Kapitein op het schip Vlaggenroof AAAAAAA-tikkertje
25 25 26
Evaluatieformulier Flyers Inventarisatielijst materialen (leeg) Conclusie
27 28 31
Aanbeveling
32 33
Literatuurlijst
33
3
Inleiding Dit programmaboek is bestemd voor buurtschoolwerkers en flexibel buurtschoolwerkers die werkzaam zijn in de wijk: Zevenkamp. Er is onlangs een onderzoek gedaan naar de behoeften van kinderen in de leeftijd vier tot en met twaalf jaar uit de betreffende wijk. Een deel van dit onderzoeksverslag is toegevoegd, om een beter beeld van de doelgroep te krijgen en producten aan te bieden dat op de groep aansluiten. Er is een beschrijving gegeven van het project en de speerpunten van de deelgemeente Prins Alexander en een descriptie van mijn eigen ervaringen tijdens de oriëntatiefase in januari 2013. Naar aanleiding van het onderzoek zijn er suggesties gemaakt ter verbetering van de werkwijze, om het project tot een beter succes te maken. Verder is er een planning voor 2013 gemaakt die voor een gedeelte door de professionals zelf ingevuld dient te worden. Afhankelijk van hoe de activiteiten verlopen kunnen zij zelf bepalen welk soort activiteit wanneer het beste uitgevoerd kan worden. Er kan gekozen worden uit de 24 buitenactiviteiten die verzameld zijn uit verschillende bronnen. Voor elk van deze activiteiten is een beschrijving toegevoegd. Uiteraard kunnen er nieuwe aan toegevoegd worden, of kan er een andere draai worden gegeven aan de bestaande activiteiten. Per activiteit is genoteerd welke competenties de deelnemers ermee kunnen ontwikkelen. Op die manier kunnen de professionals zich per uitvoering richten op bepaalde competenties. Met behulp van het evaluatieformulier kan er bepaald worden welke aanpassingen er nodig zijn om het project te verbeteren. Het is de bedoeling dat er met gebruikmaking van het programmaboek doelgericht wordt gewerkt met de doelgroep, om zo goed mogelijke resultaten te boeken. Met andere woorden: dat er in de doelgroep een kwantitatieve groei is in het gebruik van de publieke buitenruimtes. En dat zij zelf in staat zullen zijn om hier op de juiste manier gebruik van te maken. Ook moeten de deelnemers tijdens dit proces verschillende vaardigheden kunnen ontwikkelen.
4
BSW op wielen Uit het onderzoek naar de behoeften van kinderen van 4 t/m 12 jaar uit Zevenkamp. Buurtwerk heeft de opdracht gekregen om op de schoolpleinen buitenspeelgoed aan te bieden welke buurtkinderen tussen de vier en de twaalf jaar kunnen lenen. Ook wordt er georganiseerd spel aangeboden. In de wijk Zevenkamp staat de buurtschoolwerker elke woensdagmiddag in de even weken op het schoolplein van de Vliedberg en in de oneven weken op het schoolplein van de Waterlelie Leeflang samen met een flexibel buurtschoolwerker. De bedoeling van het project is dat de kinderen meer buiten spelen, ook wanneer BSW op wielen er op een gegeven moment niet meer is. Sinds januari 2013 is de pleinwerker per wijk gekoppeld aan een buurtschoolwerker. Op die manier kan er tot nieuwe inzichten gekomen worden en kunnen deze twee professionals elkaar aanvullen. De flexibel buurtschoolwerker kent de kinderen op straat en de normale buurtschoolwerker kent de kinderen via de reguliere activiteiten en de lopende projecten op scholen. Zo wordt er een grotere groep bereikt, waardoor de doelstellingen gemakkelijker te realiseren zijn. De Deelgemeente Prins Alexander heeft een aantal speerpunten ontwikkeld, waar onder andere Buurtwerk zich voor inzet. Deze zijn: Gezond gedrag Ouderbetrokkenheid Veilige seksuele ontwikkeling Meiden Omgaan met groepsdruk Relatie tussen oud en jong Talentontwikkeling Het jeugdbeleid van de deelgemeente richt zich op de zogenaamde drie O's. Die staan voor Ontspanning, Ontwikkeling en Ontmoeting. De gebruikte buitenruimtes zijn publieke ontmoetingsplaatsen voor kinderen uit de wijk. Met dit project probeert Buurtwerk door middel van sport en spel, kinderen te stimuleren meer gebruik te maken van deze ruimtes. Wanneer kinderen gebruik maken van deze producten en diensten, worden de sociale competenties en talenten ontwikkeld. De activiteiten die ze bieden zijn recreatief en vallen daardoor onder ontspanning. Het zijn geen activiteiten waar kinderen verplicht aan moeten deelnemen. Verder is beweging door middel van sportieve activiteiten gezond voor het lichaam. Veel kinderen hebben thuis een gameconsole, een computer of tv. Dit zijn dingen die kinderen binnen kunnen houden, waardoor ze minder naar buiten gaan, minder sociale contacten onderhouden (niet op een digitale manier, zoals via social media) en minder bewegen. Dit probeert Buurtwerk te doorbreken. BSW op wielen zet zich daarom in voor het speerpunt: gezond gedrag en is er ook aandacht gegeven aan de drie aspecten, waar het jeugdbeleid van de deelgemeente Prins Alexander zich op richt.1 Leren Men zou kunnen denken: 'BSW op wielen; ervoor betaald krijgen om buiten te spelen met kinderen'. Maar zo simpel is het niet. Tijdens het project is er sprake van leerprocessen bij de deelnemers. Leren doe je niet alleen op school uit boeken, waarvoor je toetsen moet maken. Mevrouw S. Bolhuis, schrijfster van het boek: 'Leren en veranderen bij volwassenen. Een nieuwe benadering.', heeft de manieren van leren verdeeld in vier globale categorieën: Leren door ervaring: Men leert iets, door het zelf mee te maken. Door het bij anderen te zien, of door zelf te vallen en op te staan. Het is de bedoeling dat de (flexibel) buurtschoolwerker fungeert als 1
http://www.prinsalexander.nl/Upload/Politiek%20en%20Organisatie/Dagelijks%20best uur/Bestuursprogramma20102014.pdf 5
rolmodel. Volgens Bolhuis ben je een rolmodel voor een kind, wanneer hij of zij jou respecteert en bewondert. Daarom is het belangrijk dat de beroepskracht let op zijn of haar gedrag en een goed voorbeeld is. Kinderen kunnen dan namelijk het gedrag overnemen. Leren door sociale interactie: Men leert door met elkaar in dialoog te gaan. Je hoort meningen en leert zelf een mening te vormen. Je reageert op mensen, mensen reageren op jou. Je leert wat er gebeurt in een dergelijk proces en doet het misschien de volgende keer anders. Tijdens de activiteiten wordt er vermoedelijk minder verbaal met elkaar gecommuniceerd dan non-verbaal. Leren door samenwerken valt ook onder deze categorie en dit zal meer van toepassing zijn. De deelnemers leren door middel van de teamspelletjes hoe ze moeten samenwerken om het spel te kunnen winnen. Tijdens de spelletjes zullen er geheid enkele keren conflicten ontstaan. De begeleider dient dan te bemiddelen en hen te leren hoe ze om moeten gaan met die situatie. Leren door nadenken: Tijdens verschillende spelactiviteiten, die verder in het programmaboek te vinden zijn, moeten de deelnemers nadenken over een spelstrategie. Deze passen ze toe, ze zullen misschien merken dat het niet werkt en verzinnen op dat moment snel weer iets anders. Dit heet 'reflection-on-action'. Leren door het verwerken van theorie: Wanneer er bijvoorbeeld wordt gekozen om te gaan ultimate frisbeeën, wordt het spel en de regels eerst uitgelegd. De kinderen leren dan hoe ze het spel moeten spelen. Het is echter enkel theorie dat ze dan hebben verwerkt, dit betekent niet dat ze het spel meteen goed kunnen spelen. Dan komt er een andere vorm van leren bij kijken die hierboven beschreven is. Sociale competenties Zoals mevrouw D. Plummer schrijft in: 'Kinderen sociale vaardigheden leren door spel', is de ontwikkeling van de sociale competenties van kinderen zeer belangrijk. Tijdens activiteiten zul je merken dat niet elk kind even sociaal ontwikkeld is. Daarom is het cruciaal dat een begeleider het goed in de gaten houdt en hierop inspeelt. Kinderen die sociaal incompetent zijn kunnen sociale signalen verkeerd begrijpen, waardoor andere kinderen afstand kunnen nemen. Ze kunnen zich vervolgens gaan isoleren, wat een negatief effect heeft op het zelfvertrouwen. Deze groep heeft een grotere kans dat ze in volwassenheid last zullen hebben van angsten of depressie. Het is belangrijk om de kinderen op jonge leeftijd sociale vaardigheden aan te leren, zodat zij op zullen groeien als volwassenen die het vermogen hebben om zelfstandig hun leven te leiden en hun eigen problemen op te lossen. Door middel van de producten en diensten die de (flexibel) buurtschoolwerker aanbiedt, worden de kinderen geleid, begeleid, aangemoedigd, ondersteund, bemiddeld en uitgedaagd. Er wordt voor structuur gezorgd en ze hebben de gelegenheid verschillende vaardigheden te ontwikkelen, om op te kunnen groeien als zelfredzame volwassenen. BSW op wielen: de oriëntatiefase: Vanaf half januari heb ik elke woensdagmiddag met de flexibel buurtschoolwerker op de schoolpleinen gestaan. Mij is opgevallen dat er weinig tot geen kinderen op de pleinen komen spelen. De tweede maand ben ik begonnen met het maken van posters voor het project om naamsbekendheid te maken en heb ik die op laten hangen in de basisscholen. Hier zijn geen kinderen op af gekomen. Dus probeerde ik de kinderen, die naar mijn wekelijkse activiteiten komen, over te halen om op woensdagmiddag ook naar de pleinen te komen. Helaas heeft dat ook niet gewerkt. Het viel me op dat we geen werkkleding hadden. We stonden op de pleinen met onze gewone kleding en de bus stond verderop op de parkeerplaats. Hierdoor leken we net een groep hangjongeren en was het niet duidelijk dat we van Buurtwerk waren. We vielen niet op. De flexibel buurtschoolwerker had alle speelgoed in de bus liggen, waardoor dat beeld extra versterkt werd.
6
Enquêtes 1. 2. 3. 4. 5.
Speel je liever buiten of binnen? Als je buiten speelt, wat doe je dan het liefst? Als je binnen speelt, wat doe je dan het liefst? Welke sport vind je het leukst om te doen? Wat zou je willen dat we voor jullie organiseren?
De uitkomst van de meiden luidt als volgt:
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Vraag 4
Vraag 5
Binnen spelen
34%
Buiten spelen
50%
Beiden
16%
Fietsen
25%
Skaten
25%
Kletsen
25%
Schommelen
16%
Overig (voetballen, hangen, speurtocht, winkels kijken, buitenspelletjes)
9%
Computeren
34%
Tv kijken
25%
Gamen
16%
Overig (kaarten, lezen, spelletjes, weet het niet)
25%
Tennissen
13%
Voetballen
13%
Dansen
13%
Weet ik niet
13%
Overig: (Rennen, zwemmen, turnen, skaten, fietsen, basketbal)
48%
Weet ik niet/ maakt niet uit
34%
Knutselen
16%
Tekenen
16%
Feest geven
16%
Een wipe out
16%
Overig (Estafette, houtbewerking)
2%
De resultaten van de jongens: Vraag 1
Vraag 2
Binnen spelen
0%
Buiten spelen
75%
Beiden
25%
Voetballen
50%
Allerlei buitenspelletjes (zoals tikkertje of verstoppertje)
34%
7
Vraag 3 Vraag 4
Vraag 5
Hangen met vrienden
16%
Gamen
75%
Computeren
25%
Voetballen
70%
Tennissen
20%
Karate
10%
Weet ik niet/ maakt niet uit
25%
Feest geven
25%
Een wipe out
25%
Boys night 25% Uit de resultaten blijkt dat de meiden het leuker vinden om buiten te spelen, omdat je buiten met meer vrienden en vriendinnen kunt spelen. Zij hebben dus behoefte aan fysieke sociale contacten. Wel geven ze aan dat het weer invloed heeft op hun keuze om buiten te spelen of niet. De afgelopen maanden is het veel koud geweest en was dat goed op de pleinen te zien na schooltijd. Ze waren vrijwel leeg. De meesten geven aan actieve activiteiten leuk te vinden. Dat werkt in ons voordeel, aangezien genoeg beweging valt onder gezond gedrag. Één van de speerpunten van de deelgemeente. Helaas hadden de meiden niet veel ideeën voor activiteiten die buiten georganiseerd kunnen worden. En wekelijks een wipe out baan past niet echt in het budget. Het valt op dat de meiden weinig aan teamspelletjes doen wanneer ze buiten spelen. Activiteiten waar weinig tot geen sprake is van samenwerking. Een aantal meiden geven aan voetbal en tennis leuk te vinden, maar doen dat niet uit zichzelf, wanneer ze buiten gaan spelen. Bijna alle jongens geven aan dat ze liever buiten spelen. Van de buitenactiviteiten is voetbal het populairst, maar toch geven ze niet aan dat ze willen dat wij een voetbalactiviteit voor ze organiseren. Waarschijnlijk hoeven ze dat niet, omdat ze dat zelf al zo vaak doen. Aan de ideeën te zien willen ze graag een bijzondere activiteit, welke eigenlijk weinig te maken hebben met beweging. Dit maakt niet uit, omdat ik wel heb kunnen meten wat ze leuk vinden om te doen Het organiseren van grote feesten en wipe-out activiteiten is niet reëel. Wel zouden de pleinwerkers een eenmalige grotere activiteit op kunnen zetten, zoals een soort openingsfeest. Dit soort activiteiten, en zeker in samenwerking met de scholen, kan meer publiek trekken en weten er meer mensen af van het bestaan van BSW op wielen. Suggesties voor BSW op wielen Werkkleding. De afgelopen maanden hebben we op de pleinen gestaan in onze normale kleding. Hierdoor leken we net een groepje hangjongeren. Het is de bedoeling dat de kinderen ons herkennen en weten dat we daar staan voor hen. Een banner en een muziekinstallatie Ook met een banner worden we herkenbaar. Samen met een muziekinstallatie zullen we meer opvallen. Een bak of kar waar we alle spullen in kunnen doen De bus staat verderop geparkeerd en is dus niet goed te zien op het plein. Alle spullen liggen erin, dus hoe kunnen de kinderen er gebruik van maken. Als het in een kar of een bak op het plein ligt, is de drempel voor de kinderen kleiner, om er gebruik van te maken. Een inventarisatie van de spullen Op die manier weten we precies wat we hebben en hoe we de activiteiten in kunnen vullen. Een eenmalig grotere activiteit. Een eenmalige grotere activiteit zal de aandacht trekken van de doelgroep. We vallen niet op en kennen de doelgroep niet goed. Dit is dus een goede kans om daar verandering in te brengen.
8
Format: draaiboek Buurtschoolwerk op wielen Doelgroep: Basisschoolkinderen uit de wijk Zevenkamp. Doelstelling: - De doelgroep wordt gestimuleerd meer gebruik te maken van de buitenruimte. - Door middel van sport en spel wordt beweging gestimuleerd, wat ten goede komt van de gezondheid van de doelgroep. - De sociale competenties worden ontwikkeld door middel van samenwerking en sociale interactie tijdens sport- en spelactiviteiten. Tijd: 13.00 – 14.30 De activiteit: Vrij spel /.... Materialenlijst Voorbereiding Materialen uit de lijst meenemen. Posters maken en naar de scholen brengen. Uitvoering: De opbouw van de uitvoering van de activiteit(en). …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. Afronding …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………. Tijdschema: 13.00 – 13.15
Voorbereiden, spullen klaarzetten
14.20 – 14.30
Opruimen en afronden
9
Planning BSW op wielen 2013: Week Datum
Plein
Activiteit
4
23 januari
De Vliedberg
Vrij spel
5
30 januari
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
6
6 februari
De Vliedberg
Vrij spel
7
13 februari
De Waterlelie/ Leeflang
Voetbal
8
20 februari
De Vliedberg
Vrij spel
9
27 februari
De Waterlelie/ Leeflang
Hockey
10
6 maart
De Vliedberg
Voetbal
11
13 maart
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
12
20 maart
De Vliedberg
Vrij spel
13
27 maart
De Vliedberg
Openingsfeest/ basketbal
14
3 april
De Vliedberg
-
15
10 april
De Waterlelie/ Leeflang
Hockey
16
17 april
De Vliedberg
Vrij spel
17
24 april
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
18
1 mei
De Vliedberg
Tennis
19
8 mei
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
20
15 mei
De Vliedberg
Vrij spel
21
22 mei
De Waterlelie/ Leeflang
Basketbal
22
29 mei
De Vliedberg
Vrij spel
23
5 juni
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
24
12 juni
De Vliedberg
Hockey
25
19 juni
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
26
26 juni
De Vliedberg
Vrij spel
27
3 juli
De Waterlelie/ Leeflang
28
10 juli
De Vliedberg
Vrij spel
29
17 juli
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
30
24 juli
De Vliedberg
31
31 juli
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
32
7 augustus
De Vliedberg
Vrij spel
33
14 augustus
De Waterlelie/ Leeflang
34
21 augustus
De Vliedberg
Vrij spel
35
28 augustus
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
36
4 september
De Vliedberg
37
11 september
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
38
18 september
De Vliedberg
Vrij spel
39
25 september
De Waterlelie/ Leeflang
40
2 oktober
De Vliedberg
Vrij spel
10
41
9 oktober
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
42
16 oktober
De Vliedberg
43
23 oktober
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
44
30 oktober
De Vliedberg
Vrij spel
45
6 november
De Waterlelie/ Leeflang
46
13 november
De Vliedberg
Vrij spel
47
20 november
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
48
27 november
De Vliedberg
49
4 december
De Waterlelie/ Leeflang
Vrij spel
50
11 december
De Vliedberg
Vrij spel
51
18 december
De Waterlelie/ Leeflang
11
Sport- en spelactiviteiten Gekoppeld aan vaardigheden Pagina Oplossing svermoge n
Concentrat ievermoge n
Reactie vermo gen
Balspellen Rotte eieren 9 X X Walvisjacht 9 X X Kegelhandba 10 X X l Handdoek 10 X X volleybal Trefbal 11 X X Koningsbal 11 X X Voetbalactivi 12 X X teit Hockey 13 X X Basketbal 13 X X Voetbal 14 X Frisbeespelletjes Frisbeegolf 15 X X Ultimate 15 X X frisbee Waterspelletjes Waterballonn 16 X en handbal Blind-spons16 X volleybal Waterplasse 17 X X n Oberspel 17 X Skippy race 18 X Natte doek 18 overgeven Waterflessen 19 X voetbal Sneeuwspelletjes Kegelsneeuw 20 X bal Slee race 20 Overige spellen Kapitein op 21 het schip Vlaggenroof 21 X AAAAAAA22 tikkertje Overige vaardigheden die worden ontwikkeld bij elk
Samen werken
X X X
X
X
X
X X X
X X X
X X X
X X X
X
X
Auditief vermog en
Ontho uden
X
X X X
X
X X X
X
X X X X X
X
X
X X
van de genoemde activiteiten:
Zich aan regels kunnen houden en ze te begrijpen. Op je beurt kunnen wachten. Doorzettingsvermogen. Communicatieve vaardigheden. Conflicthantering. Jezelf kunnen vertrouwen. Anderen kunnen vertrouwen. Betrouwbaar zijn. Anderen begrijpen.
12
Balspellen Rotte eieren Vaardigheid: Oplossingsvermogen Concentratievermogen Reactievermogen Auditief vermogen Nodig: bal Speluitleg: Je neemt een bal en gaat met je groep in een kring staan. Ieder kind stelt een ander land voor (bijvoorbeeld Spanje, Ierland enz.). Één persoon staat in het midden en roept één van de landen die de kinderen gekozen hebben, bv: Spanje!Op datzelfde ogenblik gooit diegene die in het midden staat de bal zo hoog mogelijk in de lucht. Het kind dat 'Spanje' voorstelde, probeert nu zo vlug mogelijk de bal te pakken te krijgen en 'STOP' te roepen. De andere kinderen lopen ondertussen zo ver mogelijk weg, totdat ze 'STOP' horen roepen. Diegene die de bal nu heeft, staat in het midden en kijkt eens goed rond wie er het dichtst bij hem of haar staat. Deze mag nu 3 stappen in de richting van deze persoon doen en proberen hem/ haar af te gooien met de bal. Lukt dit, dan heeft de getikte persoon 1 strafpunt. Degene met de bal mag nu een land noemen en de bal zo hoog mogelijk gooien. Degene met de minste strafpunten heeft gewonnen
Walvisjacht Vaardigheid: Oplossingsvermogen Concentratievermogen Reactievermogen Nodig: Voetbal Speluitleg: Één speler is de walvis. Hij loopt vrij over het terrein. De overige spelers zijn schepen, walvisvaarders. De schepen liggen stil in het water (want het is windstil) en gooien een harpoen (de voetbal) door. Ze proberen de walvis aan te raken. Degene die de walvis kan raken wordt zelf de volgende walvis.
13
Kegelhandbal Vaardigheid: Samenwerken. Oplossingsvermogen Concentratievermogen Reactievermogen Nodig: Een bal en 6 kegels Speluitleg: De kinderen worden in twee groepen verdeeld. Elke groep heeft een doel waar de kegels staan. Ze moeten proberen om door de bal rond te spelen alle kegels van de tegenstanders om te gooien. Wie het eerst alle kegels van de andere heeft omgegooid wint. Omgevallen kegels mogen niet meer rechtopgezet worden.
Handdoekvolleybal Vaardigheid: Samenwerken Oplossingsvermogen Concentratievermogen Reactievermogen Nodig: Handdoeken Bal Net Speluitleg: Er zijn twee teams. Alle kinderen hebben een handdoek,ze houden die open zodat de bal erin kan blijven liggen. Ze gebruiken de handdoek dus als een soort schepnetje. De kinderen spelen de bal met de handdoek over het net. Als de bal op de grond valt is het een punt voor het andere team. Men mag niet meer dan 3 keer overspelen. De bal mag alleen gespeeld worden door de handdoek.
14
Trefbal Vaardigheid: Samenwerken Oplossingsvermogen Concentratievermogen Reactievermogen Nodig: Bal Speluitleg: Neem of maak een veld met een middenlijn en twee achterlijnen. De kinderen worden in twee gelijke groepen verdeeld. Groep A gaat in vak A staan en groep B in vak B. De twee groepen kiezen allebei een koning. De koning van groep A gaat achter de achterlijn staan van vak B. En de koning van groep B dan bij vak A. Dan wordt de bal in het veld gegooid, de groep die de bal kan pakken mag beginnen. De bedoeling is om zoveel mogelijk kinderen van de andere groep af te gooien, dit geldt ook voor de koning. Als er iemand af is gaat dat kind bij de koning staan van zijn/ haar groep. Als de kinderen van een groep allemaal af zijn, mag de koning alleen terugkomen en heeft hij drie levens. Of hij pakt twee kinderen van zijn groep mee. Dan heeft de koning geen levens meer, hij heeft dan één kans, net als de andere twee die hij meeneemt.2
Koningsbal Vaardigheid: Samenwerken Oplossingsvermogen Concentratievermogen Reactievermogen Nodig Bal Voor elk team linten, bijvoorbeeld rood en blauw Speluitleg: De spelers worden in twee groepen verdeeld. De spelers van elk team hebben een lint over de schouder, diagonaal over de borst. Bovendien heeft één speler van elk team het lint over het voorhoofd. Deze speler is de koning. Eén van de teams krijgt de bal. De spelers proberen de bal over te gooien naar de spelers van het eigen team. Iedere keer als ze de bal naar een speler gooien zonder dat iemand van de tegenpartij de bal pakt, krijgt het team een punt. Regels: De bal moet rechtstreeks naar een speler van het eigen team gaan, niet via de grond Spelers mogen niet lopen met de bal De bal mag niet uit handen worden geslagen. Puntentelling Eén punt: elke overgegooide bal naar een speler van het eigen team; Twee punten: elke keer als de koning de bal krijgt. Wanneer een team de bal verovert op de tegenpartij, begint het team weer bij 0 te tellen. Het team dat als eerste vijftien punten heeft, wint.
2
http://www.jeugdwerkidee.nl/00/jeugdwerkidee/detail/tieners/activ/4/Sport%20&%20Spel/20/1198/Gig a_gave_balspelen.html
15
Voetbalactiviteit Vaardigheid: Samenwerken Oplossingsvermogen Concentratievermogen Reactievermogen Hand in cap versie Nodig:
Voetbal Twee doeltjes (palen, stokken in de grond) Theedoeken
Speluitleg verschillende manieren
Het meest voor de hand liggend is de teams niet even groot te maken. Zet de goede spelers in het kleinste team. Let er wel op dat er niet te veel spelers in het grootste team zijn, want dan lopen ze elkaar maar in de weg. Maak twee teams die qua aantal even groot zijn. Bij een oneven aantal is het niet erg dat één team één speler meer heeft. Zet in het ene team de 'betere' spelers. Hun handicap is dat het doel waar zij de bal in moeten schieten veel kleiner is dan het doel van de tegenstander. Qua formaat is het kleine doel een hockeydoel en het grote doel een regulier voetbaldoel. Pas de afstand tussen de palen hier op aan.
Maak twee teams die even groot zijn. Zet in het ene team de spelers die duidelijk beter zijn. Dat team is bij een oneven aantal spelers het kleinst. Dit 'betere team' mag geen keeper in het doel ~ebben. Een speler die als voetballer het doel verdedigd, mag uiteraard wel. Dit is een zogenaamde 'vliegende keep' die alleen met zijn voet de ballen uit het doel mag houden. Het andere team heeft wel een keeper en die mag als een gewone keeper wel de handen gebruiken om het doel vrij te houden.
Bij deze variatie zijn alle spelers gehandicapt. Vorm tweetallen waarbij de kinderen ongeveer even groot zijn. De spelers worden per tweetal met de benen aan elkaar gebonden. Het rechterbeen van de linkerspeler wordt met een theedoek onder de knie aan het linkerbeen van de rechterspeler geknoopt. De spelers zullen al snel ontdekken dat de armen om elkaar heen slaan prettiger gaat. Je snapt nu waarom het handig is als beide spelers even groot zijn. Schat zelf even in of kinderen er moeite mee hebben om als jongen en meisje een tweetal te vormen. Willen ze dat wel, zo dichtbij elkaar? Slaan ze de armen om elkaar heen of zijn ze nog op de leeftijd dat ze dat 'gek' vinden?
16
Hockey Vaardigheid: Samenwerken Oplossingsvermogen Concentratievermogen Reactievermogen Nodig:
Lintjes Hockeysticks Tennisbal Hockeybal
Speluitleg: Er worden 2 teams gemaakt. 1 team draagt de lintjes. Het is de bedoeling om als team samen te werken en bij de tegenstander in het doel te scoren. Welke partij scoort de meeste doelpunten? Regels:
Keeper mag met de voeten, de rest niet!!! Vrije bal: bal over achterlijn/zijlijn, bal tegen voeten, gevaarlijk spel alleen pushen. Dat betekend dat je stick op de grond blijft, geen achterzwaai. Voorkom dit door handen uit elkaar te plaatsen. Bij een doelpunt in het midden uitnemen als je over de hele zaal speelt. Bij een halve zaal neemt de keeper uit.3
Basketbal Vaardigheid: Samenwerken Oplossingsvermogen Reactievermogen Concentratievermogen Nodig:
Basketbal Partijlintjes 2 baskets Speluitleg: Er worden 2 teams gemaakt. De spelers mogen overal in het veld komen. Ze moeten zowel aanvallen als verdedigen. Als het spel vastloopt kan je er zelfs voor kiezen om te mogen scoren op beide baskets. Regels:
3 4
Niet lopen met de bal tenzij: lopen met een dribbel met 1 hand Bal vast dan mag je met 1 been stilstaand rond bewegen. Probeer second dribbel uit te leggen. Dit is: dribbel met 2 handen of 2x dribbel in een beurt (tussendoor bal vasthouden met 2 handen) Geen lichamelijk contact, wat eventueel wel mag is bal uit de handen slaan. Dit KAN je als regel invoeren. Verdedigen met 1 hand Alle doelpunten tellen voor 1 punt (bij bovenbouw en heel veld eventueel met 3 punters werken) 4
http://www.peterschimmel.nl/lessen/hockey.html http://www.peterschimmel.nl/lessen/basketbal.html
17
Voetbal Vaardigheid: Samenwerken Reactievermogen Concentratievermogen Nodig: Lintjes Voetbal Speluitleg: Er worden 2 teams gemaakt. 1 team draagt de lintjes. Het is de bedoeling om als team samen te werken en bij de tegenstander in het doel te scoren. Welke partij schiet de meeste doelpunten? Regels:
5
Keeper met of zonder handen? afhankelijk van veld grootte en aantal spelers. op een klein veld zonder handen. Vrije bal: hands, bal over achterlijn/zijlijn, bal te hoog, overtreding Bij een doelpunt in het midden uitnemen als je over de hele zaal speelt. Bij een halve zaal neemt de keeper uit. 5
http://www.peterschimmel.nl/lessen/voetbal.html
18
Frisbeespelletjes Frisbeegolf Vaardigheid: Oplossingsvermogen Concentratievermogen Nodig:
Voor elke speler een frisbee.
Speluitleg: Het is de bedoeling in zo weinig mogelijk worpen een frisbee naar een bepaald eindpunt te gooien. De afstand van het beginpunt naar het eindpunt bedraagt 150 meter of meer. Onderweg zijn er hindernissen, bijvoorbeeld: De frisbee moet tussen twee bomen door. De frisbee moet een boom of een paaltje raken. De frisbee moet door een hoepel geworpen worden.
Ultimate frisbee in 7 regels Vaardigheid: Samenwerken Oplossingsvermogen Concentratievermogen Reactievermogen Nodig:
1 frisbee
Speluitleg: Ultimate Frisbee wordt gespeeld door twee teams en één frisbee. Aan beide uiteinden van het veld is een doelgebied, de eindzone.
Aan het begin van de wedstrijd staat iedereen op de lijn van de eindzone. Het team dat gaat verdedigen gooit de „pull‟ (zeg: poel): een worp vanaf de doellijn. Het team dat de frisbee ontvangt, gaat aanvallen. Regels:
Je mag niet lopen met de frisbee. Door over te gooien moet je proberen de eindzone te bereiken. Je mag de frisbee 10 seconden vasthouden. Je verdediger telt hardop tot tien en als je „m dan nog vast hebt krijgt je verdediger de schijf.
Scoren Je scoort een punt als iemand van je team de frisbee vangt in de eindzone van de tegenstander.
19
Waterspelletjes Waterballonnen handbal Vaardigheid: Samenwerken Concentratievermogen Aantal spelers: 2-12 Nodig:
Waterballonnen 2 emmers Pionnen om het veld af te bakenen Lintjes om twee groepen te kunnen maken
Speluitleg: Maak met de pionnen een veld. De grootte van het veld is afhankelijk van het aantal spelers. Als doel heeft elk team een emmer, die op de achterlijn van het andere team gezet wordt. Als bal wordt er een waterbalIon gebruikt. De teams mogen de ballon overgeven of overgooien. Als de ballon echter op de grond komt (al dan niet kapot), gaat de beurt naar de tegenstander. De kinderen mogen niet lopen met de ballon. Als de ballon in de emmer ligt, is er een punt gescoord. Met een nieuwe ballon wordt het spel weer verder gespeeld. Na ongeveer 10 minuten is het spel afgelopen en worden de ballonnen geteld.
Blind-spons-volleybal Vaardigheid: Samenwerken Concentratievermogen Nodig:
Volleybalnet of touw tussen twee bomen Pionnen om het veld af te bakenen Plastic zakken Grote sponzen emmers met water
Speluitleg: Maak een opstelling zoals bij volleybal. Maar zorg er voor dat de partijen elkaar niet zien door plastic over het net te spannen. In plaats van een volleybal, wordt nu een natte spons gebruikt. Verder worden er lijnbal regels gebruikt: in plaats van opslaan, wordt de spons over het net gegooid. Spelers mogen maximaal drie keer overgooien binnen hun eigen veld. Elke spons die op de grond komt,is een punt waard. De partij die een punt heeft gescoord, mag ook weer opgooien. Houdt de spons goed nat door hem voor elke opgooi in het water te dompelen (een emmer bij de achterlijn zetten).
20
Waterplassen Vaardigheid: Samenwerken Concentratievermogen Oplossingsvermogen Nodig per team: · Frisdrankfles Water emmer met liniaal Pionnen Speluitleg: De eerste speler vult de fles met water en plaats deze tussen zijn benen met de opening (zonder dop) naar beneden. Zonder de fles vast te houden met de handen, moet de speler naar de emmer toe lopen. Door boven de emmer te gaan staan, 'plast' de speler als het ware de rest van de inhoud van de fles in de emmer. Op de terugweg mag de fles in de hand gehouden worden en overgegeven naar de volgende speler. Puntentelling: Welke groep heeft het meeste water in de emmer gekregen?
Oberspel Vaardigheid: Samenwerken Concentratievermogen Nodig per team: Dienblad Plastic bekertjes flessen met water Emmer met liniaal Pionnen Speluitleg: Er is een parcours uitgezet met pionnen. De eerste speler vult de bekertjes op zijn dienblad met water uit de fles. Dan mag hij het dienblad (eventueel langs een hindernisparcours) naar de emmer brengen. Hier worden de bekertjes geleegd en mag de speler terug rennen om het dienblad aan de volgende speler te geven.
21
Skippy race Vaardigheid: Samenwerken Concentratievermogen Nodig per team: Skippybal Plastic bekertjes emmer met water Lege emmer met liniaal pionnen Speluitleg: De eerste van het team vult een bekertje met water. Dit bekertje klemt hij tussen zijn tanden. Met de skippybal wordt een klein parcours afgelegd naar de lege emmer. Hier wordt het resterende water in gedaan. Wie kan het meeste water overbrengen?
Natte doek overgegeven Vaardigheid: Samenwerken Reactievermogen Nodig per team: Emmer met water Lege emmer met liniaal Dweil of andere grote doek Speluitleg: De groep zit in een rij achter elkaar. De voorste spelers doopt de dweil in de emmer met water. Daarna wordt de dweil naar achteren over het hoofd doorgegeven. De laatste speler wringt de dweil uit in de lege emmer. Welke ploeg kan het meeste water overbrengen?6
6
http://www.jeugdwerkidee.nl/00/jeugdwerkidee/detail/tieners/activ/4/Sport%20&%20Spel/10/1119/Wat erspelletjes.html
22
Waterflessenvoetbal Vaardigheid: Reactievermogen Concentratievermogen Nodig: Voetbal Frisdrankflessen Water Speluitleg: Je zoekt een mooi plekje uit voor je fles en zet hem neer. De bal begint in het midden en iemand zegt: “Go!!” en dan moet je zo snel mogelijk naar de bal toe en proberen een andere fles om te schieten. Als jouw fles om geschopt is moet je eerst de bal pakken en dan zo snel mogelijk je eigen fles weer rechtop zetten. Als je fles leeg is dan heb je verloren maar mag je nog wel meedoen. Dan hoor je bij degene die de bal heeft, maar je mag de fles niet omver trappen dan mag hij niet meer meedoen.
23
Sneeuwspelletjes Kegelsneeuwbal Vaardigheid: Samenwerken Oplossingsvermogen Nodig:
6 kegels Sneeuw
Speluitleg: De kinderen worden in twee groepen verdeeld. Elke groep heeft een doel waar de kegels staan. Ze moeten proberen om door sneeuwballen te gooien alle kegels van de tegenstanders om te gooien. Wie het eerst alle kegels van de andere heeft omgegooid wint. Omgevallen kegels mogen niet meer rechtopgezet worden.
Slee race Vaardigheid: Samenwerken Nodig:
2 sleeën Sneeuw
Speluitleg: Er worden twee teams gemaakt door de begeleiders. Dan gaat één kind op de slee zitten en een ander gaat trekken. De begeleider geeft het startsein en dan gaan de kinderen de sleeën slepen langs het plein. Het kind die het eerst op het eindpunt komt krijgt een punt. Dan worden de rollen omgedraaid. Regels: Het kind op de slee mag de grond niet raken met de voeten of de handen.
24
Overige spellen Vaardigheid: Auditieve vaardigheid / luisteren Reactievermogen Onthouden
Kapitein op het schip In dit spel zijn er meerdere commando's: Als zo'n commando geroepen wordt, moeten de kinderen doen wat het commando zegt:
"stuurboord": rennen naar de rechterkant van de boot (= rechtermuur van het lokaal) "bakboord": rennen naar de linkerkant van de boot (= linkermuur van het lokaal) "voorsteven" (of "voordek"): rennen naar de punt van de boot (= muur aan de voorkant van het lokaal) "achtersteven" (of "achterdek"): rennen naar de achterkant van de boot (= muur aan de achterkant van het lokaal) "Kapitein op de brug" (of "kapitein"): Rechtop staan en salueren naar de kapitein (en eventueel ook nog "Aye aye kapitein" antwoorden) "Mast": Allemaal rond de mast (emmer of paaltje) gaan staan "Tweemans bootje": Met z'n tweeen achter elkaar gaan zitten "Storm op zee": Plat op de grond gaan liggen "Hozen": Allemaal water uit de boot scheppen "Boot" = op je hurken zitten met je armen in een punt naar voren "Koning" = je handen op je hoofd houden als een kroon "Draak" = eng gezicht trekken met je armen in de lucht "Ziek" = op je buik liggen "Dood" = op je rug liggen met armen en benen recht omhoog "Kanon" = Op je knieen haan zitten en een balletje van jezelf maken.
Is er een speler te laat met het uitvoeren van een commando, of voert hij het verkeerde commando uit, dan is die speler af en gaat hij aan de kant zitten. Je gaat door tot het laatste kind over is. Dat heeft gewonnen.
Vlaggenroof Vaardigheid: Samenwerken Oplossingsvermogen Reactievermogen Nodig: Vlaggen Lintjes Fluit Speluitleg: De spelers worden verdeeld in twee (of meer) gelijke groepen. Elke speler krijgt een wollen draadje, een leven, om de arm. De groepen hebben een verschillende kleur draad. De opdracht voor deze groepen luidt: verover de vlag van een andere groep. Iedere groep heeft op zijn speelveld een vrijplaats waar de vlag wordt verdedigd. De afmetingen van deze vrijplaats zijn van te voren door de leiding vastgesteld. Ook wordt door de leiding de plaats van de vlag gecontroleerd. Je kunt er levens proberen te veroveren. Zo'n leven is een wollen draad die door alle spelers dwars over de borst gedragen wordt. Als een speler zijn leven kwijt is de draad kapot getrokken, moet hij eerst naar de spelleider om een nieuw leven te halen. Vervolgens mag deze speler weer meespelen.
25
Als het een beetje tegenzit is de vlag binnen een paar minuten gepakt. Een oplossing daarvoor: De vlag bestaat bijvoorbeeld uit 10 linten vastgemaakt aan een stok. Per keer mag er maar 1 lint meegenomen worden. De groep die als eerste een kale stok overhoudt heeft verloren. Als een speler in de vrijplaats van de tegenstander is doorgedrongen, is deze speler vrij, er mag dan geen leven van hem/haar worden afgepakt. Het spel is afgelopen als de vlag van de tegenstander is geroofd en naar het eigen gebied is meegenomen.
AAAAAAAAAAAA-tikkertje Vaardigheid: Samenwerken Nodig: – Speluitleg: Voordat het spel begint, baken je twee even grote vierkanten velden af. Daarna verdeel je de groep in twee ploegen, en stel je elke ploeg in een vierkant op. Laat de groepen tossen wie het eerst mag beginnen. Eén speler van de beginnende ploeg neemt diep adem en begint AAAAAAAA te roepen. Zolang deze speler dit roept heeft hij de kans op over te lopen naar de tegenspelende ploeg en zoveel mogelijk spelers te tikken. Maar deze speler moet opletten dat hij/zij niet buiten adem geraakt wanneer hij/zij zich nog in de tegenspelende ploeg bevindt! Als hij namelijk ophoudt met roepen, mag hij getikt worden en zijn alle spelers die door hem/haar getikt werden weer vrij. Haalt hij/zij echter zijn/haar eigen ploeg weer op tijd (dus nog steeds AAAA roepend), dan zijn alle tegenspelers die door hem/haar getikt werden nu een lid van deze aanvallende ploeg. Nu mag een speler van de tegenspelende ploeg beginnen AAAA roepen en overlopen met als doel zoveel mogelijk tegenstanders te tikken en weer veilig naar zijn/haar eigen ploeg terug te lopen (dus nog steeds AAA roepend). We spelen dit spel tot alle spelers deel zijn van 1 ploeg. Dit is ook de winnende ploeg.7
7
http://nl.scoutwiki.org/Lijst_van_renspellen
26
Evaluatieformulier: Algemene indruk:
De voorbereiding:
De inleiding
Hoe denk je dat kinderen zich voelden tijdens de activiteit? Afsluiting
Aandachtspunten
Algemene indruk:
De voorbereiding:
De inleiding
Hoe denk je dat kinderen zich voelden tijdens de activiteit? Afsluiting
Aandachtspunten
27
Tweede flyer
28
Derde flyer
29
Vierde flyer
30
Inventarisatielijst materialen: Nog in te vullen
Materiaal
Aantal:
31
Conclusie Dit programmaboek is een goed hulpmiddel voor het organiseren van activiteiten voor het project: BSW op wielen. De resultaten van het bijgevoegde onderzoek laten zien wat de behoeften zijn van de doelgroep van het project. Het is belangrijk dat er doelbewust gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de verschillende competenties van de deelnemers. Ook moet het hoofddoel in gedachten worden gehouden: Kinderen van 4 t/m 13 jaar oud uit de wijk Zevenkamp, stimuleren meer gebruik te laten maken van de buitenruimte. Om dit beter te kunnen realiseren, raad ik aan de suggesties die ik heb geformuleerd ten uitvoer te brengen. De professionals dienen meer op te vallen, zodat de doelgroep hen herkent, er dient een inventarisatie gemaakt te worden van alle materialen en door middel van een grotere opvallende activiteit kan het project meer onder de aandacht worden gebracht. De grote verzameling van buitenspelletjes helpen de professionals de dagen goed in te vullen. En met behulp van het gestandaardiseerde draaiboek en evaluatieformulier kunnen de professionals
32
33
Aanbevelingen De grootste bron van de verzameling buitenactiviteiten is: www.jeugdwerkidee.nl. Op deze website staan tal van activiteiten die verdeeld zijn per leeftijdscategorie. Voor dit project kan men gebruik maken van de categorie: „kinderen‟ onder de kop „sport en spel‟. De website is ontwikkeld door Lava – Bureau voor jeugdwerk, opvoeding en onderwijs te Arnhem. Het is een Christelijke organisatie die werkt via advies, coaching en training. Om de ontwikkeling en de invloed van de culturele achtergronden op het leerproces te begrijpen is het boek van S. Bolhuis zeer geschikt. Ze beschrijft de verschillende manieren van leren en de invloed die verschillende factoren daar op hebben. Door dit te begrijpen kan men de doelgroep beter benaderen.
Literatuur Bolhuis, S. (2001), Leren en veranderen bij volwassenen; een nieuwe benadering. 2E dr., Uitgeverij Coutinho, Bussum Plummer, D.M. (2012), Vertaald door: Musterd- de Haas, E., Kinderen sociale vaardigheden leren; door middel van spel, Uitgeverij SWP, Amsterdam
34