Dr. Xavier M.H. Moonen
Leren van de buren
Rosmalen 22 april 2010
1
leren van de buren 22-4 2010
2
Orthopedagoog/GZ-psycholoog Docent en onderzoeker UvA in het bijzonder voor het vakgebied zorg voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking Beleidsadviseur en onderzoeker Koraal Groep Limburg / Brabant Tuchtrechter Regionaal Tuchtcollege Eindhoven Voorzitter NVO (Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen) Docent ethiek en juridische aspecten hulpverlening RINO Eindhoven en Utrecht
leren van de buren 22-4 2010
Professioneel werken
3
Is ook altijd werken in een juridisch kader
leren van de buren 22-4 2010
Beroepsgeheim
4
leren van de buren 22-4 2010
Casus: Kennis hebben van
5
De groepsleider is géén politieagent
Bij een van de medewerkers van een VG instelling heeft een ouder gemeld dat een broer van een bewoner drugs dealt voor de poort. Wij hebben zeer sterke vermoedens dat hetgeen deze ouder verteld heeft klopt en dit is natuurlijk nadelig voor de bewoners op het terrein. Wij zouden dit graag willen melden bij politie Politie heeft al aangegeven dat zij niets doen als wij geen naam doorgeven. De ouder heeft aangegeven niet te willen dat zijn naam bekend wordt en ziet het ook niets in zelf anoniem te melden. leren van de buren 22-4 2010
6
Als medewerker met een afgeleide geheimhoudingsplicht heb je toestemming van de cliënt nodig om info die je weet door de behandeling anders te gebruiken dan voor de behandeling zelf zoals het melden bij politie/justitie. Hoofdregel daarnaast is dat een ieder die kennis draagt van een strafbaar feit bevoegd is dit te melden of aangifte te doen. Bij aangifte moet je namen noemen, want de aangifte is gericht tegen iemand. Bij (anoniem) melden hoef je geen namen te noemen, maar de (wijk)politie kan/doet daar niet veel mee. Medewerkers hebben kennis van een strafbaar feit en zien dat er gevaar voor cliënten aanwezig is door deze handel buiten/voor de poort. Ook is er mogelijk gevaar voor de samenleving.
leren van de buren 22-4 2010
1
Advies
7
Beroepsgeheim en zwijgplicht
geen contact over de handel opnemen met wie dan ook. Jullie begeleiden of behandelen en spelen geen politieagent: géén onderzoek doen, etc. je praten alleen over drugs en handel als dat in het kader van de behandeling/begeleiding van een cliënt zou moeten. Je hebt een aantal mogelijkheden om de handel in drugs te melden als jullie het gevaarvan de cliënten laten prevaleren zonder het beroepsgeheim te doorbreken: 1. meld bij 'Meld Misdaad Anoniem: deze meldlijn (0800-7000) geeft de informatie door aan CIE (criminele inlichtingen eenheid) van de betreffende regio. 2. er kan ook rechtstreeks gemeld worden bij de CIE: deze afdeling van de regiopolitie KAN gebruik maken van anonieme informatie zonder dat deze later in een strafvervolging openbaar wordt. Overleg wie meldt (multidisciplinair overleg / lijnverantwoordelijkheid) Algemeen advies: geen namen doorgeven van wie dan ook, ook niet van jezelf en bel met een openbare telefoon.. leren van de buren 22-4 2010
Artikel 272 wetboek van strafrecht / artikel 457 WGBO / artikel 88 WBIG / artikel 51 WJZ / Beroepscodes NIP en NVO
Zonder toestemming van de cliënt of zijn of haar ouder mag géén informatie aan anderen verstrekt worden
8
leren van de buren 22-4 2010
Wie betreft het
Waarom het beroepsgeheim?
Onder andere alle personen die als hulpverlener of als onderwijskracht werkzaam zijn
9
leren van de buren 22-4 2010
Om er voor te zorgen dat de cliënt makkelijker kan spreken (vertrouwen)
10
leren van de buren 22-4 2010
Uitzonderingen beroepsgeheim
Conflict van plichten
Andere beroepskrachten die rechtstreeks bij dezelfde zorg betrokken zijn Ouders en voogden van jeugdigen tot 12 jaar. ---------------------------------------------------------- Noodgevallen: conflict van plichten
11
leren van de buren 22-4 2010
Plicht om te zwijgen botst met de plicht om die cliënt of zijn of haar kinderen, die zich in een ernstige situatie bevinden, te helpen. En alleen door te spreken kan hulp in gang gezet worden.
n.b. dit weegt zwaarder bij hen die in een afhankelijkheidspositie verkeren zoals gehandicapten en kinderen
12
leren van de buren 22-4 2010
2
Afwegingen met betrekking tot het conflict van plichten zijn:
Toetsingsvragen Welk doel wil ik bereiken met het spreken? Kan een ander dit doel wellicht ook bereiken zonder verbreking van het geheim? Heb ik alles geprobeerd om toestemming te verkrijgen van de cliënt? Hoe weeg ik de belangen die de cliënt heeft bij mijn zwijgen en bij mijn spreken? Besluit ik tot spreken welke informatie moet ik de ander dan geven om het doel te bereiken? Hoe denken anderen, beroepsgenoten en collega’s over het spreken versus het zwijgen?
13
leren van de buren 22-4 2010
14
leren van de buren 22-4 2010
Eventueel kan overtreding van geheimhoudingsplicht getoetst worden in:
Verschoningsrecht In het verlengde van de geheimhoudingsplicht ligt het verschoningsrecht. Het verschoningsrecht komt aan de orde op het moment dat de hulpverlener als getuige voor de rechter moet verschijnen. Op grond van zijn geheimhoudingsplicht kan de hulpverlener de rechter verzoeken om in een procedure niet te hoeven spreken over zaken die hem/haar uit hoofde van zijn/haar beroep zijn toevertrouwd. Uitgangspunt is, dat het beroep op het verschoningsrecht wordt gerespecteerd, indien men tot de verschoningsgerechtigde beroepen behoort. Artsen kunnen een beroep op het verschoningsrecht doen. Daarnaast is het erkend bij verpleegkundigen, maatschappelijk werkenden, psychologen en de cliëntenvertrouwenspersonen. Aan getuigen-deskundigen wordt geen verschoningsrecht toegekend
15
leren van de buren 22-4 2010
16
17
leren van de buren 22-4 2010
De insluiting in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten. De verantwoordelijkheid tot 'aanpassing' ligt niet bij een sociaal achtergestelde groep, zoals bij integratie. Het is de maatschappij die zich aanpast en diversiteit als een meerwaarde ziet. Hindernissen voor sociale participatie worden (letterlijk en figuurlijk) verwijderd, zodat iedereen naar bestvermogen kan deelnemen aan het maatschappelijk leven
De persoon met een beperking als cliënt en consument Hoeft niet klaar te zijn voor het leven in de maatschappij Doet in de maatschappij ervaringen op en ontdenkt waarbij zij of hij ondersteuning nodig heeft
leren van de buren 22-4 2010
Klacht cliënt-hulpverlener Bedrijfsinterne klachtenprocedure Tuchtcollege (wet BIG) Tuchtcollege (Beroepsvereniging) (soms meerdere) Civielrechtelijk Strafrechtelijk
Inclusie
Goed hulpverlenen in het burgerschapsparadigma
Strikt individueel Niet overdraagbaar of afdwingbaar
18
leren van de buren 22-4 2010
3
Nieuwe kansen voor het burgerschapsparadigma B.J.M. Frederiks, R.H. van Hooren en X.M.H. Moonen
3 perspectieven
Centrale probleemstelling 1. Een gevaar van het burgerschapsparadigma is dat mensen met een verstandelijke beperking teveel aan hun lot worden overgelaten; zij hebben immers altijd een ondersteuningsvraag, die zij soms niet goed onder woorden kunnen brengen of niet willen inzien. 2. Lang niet alle mensen met een verstandelijke beperking hebben mensen in het sociale netwerk die in staat zijn om hen adequaat te ondersteunen.
19
leren van de buren 22-4 2010
Pedagogisch perspectief Ethisch perspectief Juridisch perspectief
20
leren van de buren 22-4 2010
De pedagogische professional in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking
Pedagogisch perspectief
21
Bij de behandeling van deze jeugdigen en jongvolwassenen past geen afwachtende houding. opvoeders hebben vaak té veel vertrouwen in de zelfstandigheid van het op te voeden kind. Nadrukkelijk op het stellen van grenzen waarden en normen leren ontdekken en het leven leren af te bakenen Veiligheid bieden door te begrenzen Omsluiting door wederkerige betrokkenheid
leren van de buren 22-4 2010
22
een professionele houding gebaseerd op vertrouwen, persoonlijke betrokkenheid, inspraak en participatie Maar ook drang en soms zelfs dwang een proactieve hulpverleningshouding
leren van de buren 22-4 2010
Interventies
Het ethisch perspectief Geleidelijke verschuiving van de “macht” van arts/hulpverlener naar versterking van positie cliënt kan de patiënt wel geheel zelfstandig beslissen,wordt deze hierdoor juist niet teveel aan zijn lot overgelaten? ethische principes -wel doen -niet schaden -respect voor autonomie -rechtvaardigheid
Evidence
based Pratice based evidence
23
leren van de buren 22-4 2010
24
leren van de buren 22-4 2010
4
Vroeger de principebenadering
Kritiek op principe benadering
Was gebaseerd op een mensbeeld als rationeel, autonoom kiezend individu.
25
leren van de buren 22-4 2010
26
Alternatief: de zorgethische benadering
27
leren van de buren 22-4 2010
Modellen van hulpverlener-client relaties
mensen zijn geen onafhankelijke individuen zijn maar voor elkaar zorgen en afhankelijk zijn van elkaar. De nadruk ligt op kwetsbaarheid en interdependentie Zorg is geen technische handeling maar een intentionele betrokkenheid van de ene op de andere persoon Autonomie als zelf-ontwikkeling, ondersteund door anderen. Het zelf wordt dus gezien als een relationeel en ingebed zelf.
leren van de buren 22-4 2010
28
29
Het juridische perspectief
Zorggevers niet in de rol van ondersteuner maar in de rol van participant in een dialogisch proces van gezamenlijk beslissingen nemen, samen met de cliënt. Binnen de zorgcontext van solidariteit,vertrouwen, acceptatie en respect zorggever de deliberatieve rol van vriend en leraar in morele discussies over waarden en (ongezond) gedrag op zich nemen. Een dergelijke zorgomgeving schept mogelijkheden voor de morele ontwikkeling van de cliënt. leren van de buren 22-4 2010
paternalistisch model: hulpverlener bepaalt voor de cliënt informatief model: hulpverlener informeert, cliënt beslist Interpretatief model: in een onderlinge dialoog helder krijgen wat de cliënt echt belangrijk vindt. Deliberatief model: in een onderlinge dialoog helder krijgen wat de cliënt echt belangrijk vindt én wensen van de cliënt ook ter discussie stellen om ze te herzien of verder te ontwikkelen
leren van de buren 22-4 2010
Deliberatief model: partnerschap
Dit concept leidt marginalisering van personen met verminderde cognitieve vermogens zoals mensen met verstandelijke handicaps en mensen in de psychiatrie en psychogeriatrie is echter ook moeilijk toe te passen op ‘normale’, geëmancipeerde personen. Het negeert het feit dat bij ziekte en gezondheid mensen manieren moeten vinden om met hun situatie te leven samen met anderen
30
recht op zelfbeschikking versus recht op goede zorg mensen met een verstandelijke beperking behouden altijd een recht op passende ondersteuning, die niet alleen gericht is op het realiseren van ‘zelfbeschikking’ maar ook, en in het bijzonder, op ontplooiing en bescherming
leren van de buren 22-4 2010
5
3 principes van goed hulpverlenen
31
Subsidiariteit (kan het ook op een minder ingrijpende wijze)
proportionaliteit (schade versus schending)
doelmatigheid(wat weten we van het effect)
leren van de buren 22-4 2010
Discussie over beroepsethische en juridische dilemma’s die deelnemers zelf ervaren
32
leren van de buren 22-4 2010
6