Beroepenoriëntatie Startjaar
Compila pa Ludwina de Cuba
Samengesteld:
L. de Cuba
Correctiewerk:
J. Sluijs
Coreccion I. van de Linden
0
Inhoudsopgave Thema 1: Jezelf op de eerste plaats
p.
1-7
Thema 2: De beste keuze maken
10 - 15
Thema 3: Werknemer en ook goede burger
16 - 22
Thema 4: Het bedrijf waar je werkt
23 - 27
Thema 5: Een organisatie als onderdeel van de maatschappij
28 - 31
Thema 6: Rechten en plichten van de werknemer
32 - 37
Thema 7: Rechten en plichten van de werknemer 2
38 – 44
Thema 8: Beëindiging van de arbeidsovereenkomst
45 - 51
Thema 9: Solliciteren
52 - 67
1
Thema 1: Jezelf op de eerste plaats
Na deze les kan je:
je interesses opnoemen en vertellen wat jou kan motiveren om harder te werken vragen stellen die te maken hebben met je keuze hulp zoeken als je nog twijfelt
Zenuwachtig over de gemaakte beroepskeuze? Dit komt vaker
voor dan je denkt. Zo’n grote beslissing is niet niks. Helemaal als je denkt dat je beslissing invloed heeft op je leven als volwassene. Geen paniek. Het is de tijd om het roer in eigen handen te nemen, met als eindbestemming: je toekomst. Aan de slag! ☺ 1.1
Leer meer over jezelf
Opdracht 1 Lees en vul in wat je leuk vindt om te doen; wat je niet leuk vindt, laat je open staan A.
□ dingen maken □ werkzaamheden buiten uitvoeren □ repareren van dingen □ gereedschappen gebruiken □ problemen oplossen
B.
□ ontwerpen en dit laten zien □ op tv verschijnen □ een boek schrijven □ spelen in een band □ meedoen aan een make over
C.
□ helpen van mensen □ analyseren van een argument □ mensen vertellen wat te doen 2
D.
□ kijken naar andere mensen □ doen van vrijwilligerswerk □ uitvinden hoe iets werkt □ een experiment doen □ klein onderzoek doen en dingen uittesten □ ontwerpen van een computerspel □ rekensommen maken
E.
□ feesten organiseren □ kopen en verkopen van dingen □ een eigen bedrijf runnen □ aan een wedstrijd meedoen □ meedoen aan een publiciteitscampagne
F.
□ een plan maken □ gebruiken van een rekenmachine of computer □ zaken regelen over de telefoon □ boeken of Cd’s in de juiste volgorde zetten □ omgaan met geld
1.2 Resultaat van ‘Leer meer over jezelf’ Opdracht 2 Tel op en noteer dit in de laatste kolom.
A ►hoeveel heb je aangekruist? B ►hoeveel heb je aangekruist? C ►hoeveel heb je aangekruist? D ►hoeveel heb je aangekruist? E ►hoeveel heb je aangekruist? F ►hoeveel heb je aangekruist?
3
Merendeels a: het lijkt erop dat je graag met je handen bezig bent. Bureauwerk lijkt niets voor jou. Houd je meer van werk in de bouw, werken als ontwerper, werken in een beauty salon of werken als sportinstructeur? Merendeels b: je lijkt creatief. Het zou goed zijn om werk te zoeken waar een beroep wordt gedaan op je creativiteit. Misschien wil je het zoeken in de richting van kunst, dans, muziek, drama, uiterlijke verzorging of verzorging in het algemeen. Merendeels c: je lijkt zeer sociaal. Het zou goed zijn om werk te zoeken waar een beroep wordt gedaan op het werken met mensen. In de zorg of het toerisme misschien? Merendeels d: het lijkt erop dat onderzoek jou interesseert. Denkwerk en werken met cijfers lijkt iets voor jou. Misschien wil je denken richting geschiedenis, biologie of natuurwetenschappen? Merendeels e: het lijkt erop dat zaken doen jou aantrekt. Het is zinvol om een beroep te overwegen waar je je energie in kwijt kan. Je zou werk moeten zoeken dat te maken heeft met communicatie, talen, ict of het beginnen van een eigen bedrijf. Merendeels f: goed georganiseerd zijn lijkt iets voor je. Je zou het richting administratie, ict , catering of rechten willen zoeken.
Opdracht 3 Vul in in welke richting jouw beroepskeuze gaat:
Volgens de test gaat mij voorkeur richting:
1.3 Onderneem actie Neem over wat in het schooladvies staat .
4
Oranjestad, 29/05/2015 Apreciabel Mayor, Pa medio di e carta aki directiva di EPB ta pone mayor na altura di e conseho di scol pa cu e escogencia pa un formacion pa un profesion di bo(so) yiu. Nomber: «NAAM». Fecha di nacemento: Klas:
«Geb_datum».
«KLAS».
Bo(so) yiu su resultadonan ta duna e siguiente bista. 1. Assesment Verzorging 2. Assesment Algemene Techniek 3. Economie-Orientatie 4. Assesment Wiskunde 5. Test di interes 6. Resultadonan di e test
Alumno su propio escogencia#1 ta Alumno su propio escogencia #2 ta
Conseho di scol pa cu escogencia pa un formacion pa un profesion pa e alumno ta: Mayor ta di acuerdo cu conseho di scol.
Firma di mayor.....................................................
Mayor NO ta di acuerdo cu conseho di scol.
Firma di mayor.....................................................
5
Als jouw keuze en het schooladvies hetzelfde zijn, dan is er geen probleem. Ben je aan het twijfelen of is het schooladvies anders dan je had verwacht ? Je kunt jezelf dan de volgende vragen stellen.
Opdracht 4 Gebruik de volgende activiteit om jouw ideeën op een rijtje te zetten. Ik Ik ben
□ praktisch □ creatief □ sociaal □ onderzoekend □ georganiseerd Ik leer beter door: □ te kijken en te lezen
□ te luisteren en te praten □ te doen □ een project uit te voeren □ een test te doen
Mijn keuzes Schoolvakken die ik moet doen:
Vakken waarvan ik houd:
Vakken die mij niet liggen:
6
Vakken die ik graag zou uitproberen
Mijn toekomst Ik heb interesse in dit beroep;
Vakken waar ik goed in moet zijn:
Opdracht 5 Een stapje dichterbij. Vul dit in.
Gelet op wat ik heb ingevuld, is duidelijk dat ik geïnteresseerd ben in: ………………………………………………………………….. Ik ben goed in de volgende vakken: ....................................................................... Ik heb de volgende vakken nodig voor wat ik straks wil gaan doen: ……………………………………………………………………. Het schooladvies is : ………………………………………………………………………
7
1.4 Heb ik hulp nodig? Heb je hulp nodig van familieleden of vrienden?
□ ja, ik ga enkele familieleden en mijn vrienden vragen voor advies □ nee
Heb je genoeg informatie over hoe zwaar de gekozen opleiding is? Weet je welke stappen je verder moet nemen?
□ ja, ik ben me bewust van de gevolgen van mijn keuze en ik weet welke stappen ik verder moet nemen
□ nee Heb je moeite om een beslissing te nemen?
□ ja, ik heb problemen met het nemen van een beslissing □ nee Weet je wie jou kan helpen?
□ ja, ik weet wie mij kan helpen □ nee Opdracht 6 Vul in of je nog hulp nodig hebt en van wie je hulp nodig hebt.
Ik heb hulp nodig. Ik heb geen hulp nodig.
Ik ga hulp zoeken bij ……………………….
Ondertussen onderneem je de volgende stappen (zoals je dat geleerd hebt bij Verzorging) om tot een definitieve keuze te komen. Vul de volgende tabel in:
Opdracht 7 Vul in welke stappen je moet nemen om tot je definitieve keuze te komen. STAP Wat is het probleem
Ik moet een keuze maken voor mijn
Zoek oplossingen
……………….. Ik heb mijn interessetest en een 8
Evaluatie van de mogelijkheden Maak je keuze
assessment test gedaan. Ik dacht zelf om …………… of .................... te gaan doen. Het schooladvies luidt …………. Ik GA voor
Werken met de keuze
…………….. Dit ga ik volgend jaar doen ……………
Evalueren van de keuze
Dit doe ik in de eerste maand van …………….
Opdracht 8 Maak de zinnen af.
Ik weet zeker dat mijn keuze de juiste is ………………………………………………………………. Ik twijfel een beetje en ga nog het een en ander bespreken met mijn mentor………………………………………………..
9
Thema 2: De beste keuze maken
Na deze les kan je:
uitleggen hoe het Arubaanse onderwijssysteem in elkaar zit; een definitie geven van de term“employability” en een plan maken hoe je eigen “employability” kan worden gestimuleerd; het nut aangeven van algemene vaardigheden binnen alle opleidingen
Je beroepskeuze is misschien jouw eerste grote beslissing die je moet nemen. Raak niet in paniek. Het volgende gedeelte kan je goed gebruiken om nogmaals na te gaan of je de juiste keuze hebt gemaakt. 2. 1 Het Arubaanse Onderwijssysteem Op Aruba wordt het onderwijssysteem in zes niveaus ingedeeld. Welke zijn die niveaus? Kwalificatieniveau 1 is de basis kwalificatie. Wat je leert kan je goed gebruiken binnen je dagelijkse leven. Ook voor routinematige handelingen op je werk. Op EPB levert dat een diploma als beginnend beroepsbeoefenaar op assistent niveau op. Dit is als je een arbeidsmarkt of uitstroom opleiding hebt afgemaakt. Kwalificatieniveau 2 geeft aan dat je zowel meer kennis als vaardigheden bezit op jouw werkgebied. Op EPB levert dat een diploma als beginnend beroepsbeoefenaar op hulp- of assistent niveau op. Kwalificatieniveau 3 en 4 geven aan dat je al in het bezit bent van gedetailleerde kennis op jouw werkgebied of vakgebied. Bij het afronden van een van de opleidingen van EPI ontvang je een diploma op niveau 3 of 4. Kwalificatieniveau 5 en 6 zijn de hoogste kwalificaties binnen het Arubaans onderwijssysteem. Wat je aan kennis en vaardigheden hebt na het afronden van de opleidingen, maakt je tot een professional op jouw vakgebied. Het stelt je in staat om helemaal zelfstandig te werken. Dit niveau bereik je door het afronden van een hbo opleiding of universiteit. Op Aruba kan je dit niveau bereiken na bijvoorbeeld het 10
afronden van de FEF (Financieel- en Economische Faculteit), IPA of de Rechtsfaculteit Opdracht 9 Vul het volgende schema in. Beroep
Welke school moet ik afmaken?
Op welk kwalificatieniveau?
Ik wil chef kok zijn Ik wil coupeuse zijn Ik wil geluidstechnicus zijn Ik wil verkoopster zijn Ik wil politieagent zijn Ik wil onderhoudsman zijn Ik wil in een kinderdagverblijf werken Ik wil in de bouw werkzaam zijn Ik wil docent zijn Ik wil groot artiest zijn Ik wil elektricien zijn Ik wil sportinstructeur zijn Ik wil binnen een fast food bedrijf werken Ik wil waiter zijn Ik wil op de administratie van een bedrijf werken Opdracht 10 Beantwoord de volgende vragen. 1. Hoeveel niveaus kent het Arubaans onderwijssysteem? a. 4 b. 5 c. 6 2. Om te gaan werken heb ik a. Geen enkel kwalificatieniveau nodig b. Minimaal kwalificatieniveau 1 nodig c. Minimaal kwalificatieniveau 2 nodig 3. EPB kan je afmaken op niveau(s): a. 1 b. 1 en 2 c. 1, 2 en 3
11
Ik ben zeer geïnteresseerd in dit beroep:
Opdracht 11 Zoek iemand met dit beroep en hou een interview met hem of haar. Op niveau 1 houdt dit beroep het volgende in:
Op niveau 2 houdt dit beroep het volgende in:
Op niveau 3 houdt dit beroep het volgende in:
Op niveau 4 en 5 houdt dit beroep het volgende in:
Ik maak EPB af op dit niveau :
Ik zou mij verder willen ontwikkelen om dit niveau te bereiken:
12
2.2 Algemene vaardigheden Op school krijg je een heleboel vakken. De vakken zijn nodig om een goed beginnend beroepsbeoefenaar te worden. Behalve de vakken die je nodigt hebt om een goede vakman te worden, heb je ook algemene vaardigheden nodig. Deze algemene vaardigheden hebben te maken met keuzes maken, communicatie en long life learning. Behalve kennis (theorie) en vaardigheden (praktijk) HOORT een beginnend beroepsbeoefenaar ook de juiste houding te hebben. Dit alles bij elkaar genomen maakt een werknemer competent . Opdracht 12 Vul de onderstaande tabel in. Bij welk vak en in welke situatie moest je een keuze maken
Bij welk vak en in welke situatie werd aandacht besteed aan goede communicatie
Bij welk vak en in welke situatie heb je het idee gehad dat wat je hebt geleerd, jou in je verdere leven kan helpen
De algemene vaardigheden of algemene doelen heb je nodig in elke baan die je aanneemt. In het derde en vierde leerjaar moet je tijdens je stage laten zien dat je de basis bezit van deze algemene vaardigheden en van je vak natuurlijk. 2.3 Employability en hoe ik dit verder kan ontwikkelen Je inzetbaarheid op de arbeidsmarkt bepaalt je employability. Het houdt meer in dan alleen de opleiding die je hebt gedaan. De mate van employabilty zegt hoe competent iemand is. Je wordt competent genoemd als je behalve kennis en vaardigheden ook over de juiste houding beschikt. Hoe competenter je bent, hoe beter employable je bent.
13
Opdracht 13 Kijk naar het plaatje hieronder. Maak het spinnenweb nu in het Nederlands.
14
Opdracht 14 Vul de ontbrekende woorden in.
Gebruik onder andere de volgende woorden: Kwalificatieniveau 1/ kwalificatieniveau 2/ zijn/ zijn niet/ top-down/bottom-up Ik zit nu in klas................... Wanneer ik mijn school afmaakt op dezelfde niveau waar ik nu in zit dan heb ik een diploma op .................................................., De regels op school .................. bekend. Persoonlijk vind ik dat op school voornamelijk…………..……… wordt gecommuniceerd.
15
Thema 3: Werknemer en ook goede burger
Na deze les kan je: de term arbeid omschrijven de relatie uitleggen tussen werken en de piramide van Maslow uitleggen wat met arbeidsproductiviteit wordt bedoeld informatie zoeken over je toekomstige beroep
EPB biedt beroepsopleidingen aan. Dit betekent dat wanneer je de EPB afmaakt, je gelijk mag gaan werken. 3.1 Werk Werk is de overeengekomen prestatie die de werknemer levert tegen betaling door de werkgever. Je hoort weleens op de radio “trahando nos ta hiba Aruba dilanti”. Dit betekent dat werken blijkbaar als positief wordt beschouwd. Positief voor de werknemer want hiermee verdient hij/zij een salaris. Hiermee kan hij/zij niet alleen zichzelf onderhouden, maar ook zijn/haar familie. Positief voor het bedrijf want met hulp van de arbeidskracht van de werknemers wordt een product of dienst verkocht tegen betaling. De werkgever voorziet zo in zijn/haar eigen inkomen. Het is ook positief voor het eiland omdat hoe meer mensen werken hoe meer belastinggeld kan worden geïnd door de overheid. Dit betekent ook minder werkeloosheid. Dit draagt allemaal bij tot de welvaart van een land. Opdracht 15 Beantwoord de volgende vragen. 1. Hebben de woorden arbeid, werk, baan dezelfde betekenis? Leg uit.
3.2 De piramide van Maslow Maslow is een Amerikaanse psycholoog die de behoeftetheorie heeft bedacht . In het kort stelt hij dat de mens verschillende
16
behoeftes heeft. In totaal vijf soorten behoeftes. Hij stelt ook dat er een hiërarchie zit in de manier waarop de mens deze behoeftes zal proberen te bevredigen. Deze behoeftes zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Lichamelijke behoeftes (fysiologische) Behoefte aan veiligheid Sociale Behoefte Behoefte aan erkenning Behoefte aan zelfontplooiing
Het hebben van een baan kan ons helpen om aan veel van die behoeftes te voldoen. Opdracht 16 Beantwoord de volgende vragen.
2. Lees wat staat geschreven in de piramide op bladzijde 18 en vul in wat ontbreekt bij a tot en met e. a. De fysiologische behoeftes van de mens bestaan uit:
17
b. De behoeftes aan veiligheid van de mens bestaan uit:
c. De sociale behoeftes van de mens bestaan uit:
d. De behoeftes van de mens tot erkenning bestaan uit:
e. De behoeftes van de mens om te komen tot zelfontplooiing bestaan uit:
3. Leg uit wat het verband is tussen de piramide van Maslow en werken
3.3 Arbeidsproductiviteit Hetgeen een werknemer op zijn werk presteert noemen we arbeidsproductiviteit. Je kan een lage of hoge arbeidsproductiviteit hebben. Een lage arbeidsproductiviteit betekent dat je onder de norm presteert. Een hoge arbeidsproductiviteit betekent dat je boven de norm presteert. Opdracht 17 Bij deze opdracht wordt de kortgeding werkvorm gebruikt. a. Leerling 1 verdedigt de stelling ”de leerlingen hebben een lage productiviteit omdat ze zijn blijven zitten op de basisschool” b. Leerling 2 en 3 zijn het eens met deze stelling. Noteer argumenten die deze stelling kracht geven. Leerling 1,2 of 3 zal als advocaat optreden. c. Leerling 5, 6 en 7 zijn tegen de stelling. Noteer argumenten die de stelling omverwerpen. Een van jullie zal als advocaat het woord voeren tegen deze stelling. d. De docent controleert de argumenten en het kortgeding kan beginnen. e. Beide advocaten brengen hun zienswijze naar voren.
18
f. Beide advocaten reageren op hetgeen door de andere advocaat naar voren is gebracht. g. Aan het eind van de presentatie zal op papier worden gestemd welke advocaat de beste presentatie heeft gegeven. Dit doe je aan de hand van de argumenten. Welke advocaat heeft jou kunnen overtuigen dat hij/zij gelijk heeft?
De klas heeft de volgende gedachte over deze kwestie:
Opdracht 18 Dit is een groepsopdracht. Lees de volgende tekst en beantwoord de vragen.
Por Tin Aumento Di Prijs A Consecuencia Di Pensioen Obligatorio Publication: Friday, 23 September 2011. Leo Maduro KvK Posiblemente lo bay tin aumento di prijs di producto y servicio a consecuencia di introduccion di e pensioen obligatorio. Sinembargo tin otro factor tambe, por ehemplo tin empresa cu no kier aumenta prijs pa miedo di haya menos cliente, of por garantisa cierto entrada. Pesey e ta hopi importante pa hisa e productividad na Aruba. Kisas por haci e mesun trabou cu menos empleado, pero tin empresa pa aumenta nan productividad mester di mas trahado. Den hopi ramo por mira cu e organisacion den trabou por miho, na unda cu por logra mas eficiencia den esaki. Pues haci mas trabou cu menos esfuerso cu tin como resultado mas ganashi, cu ta haci cu tin mas pa parti of na beneficio pa e trahado. Esaki ta haci cu ta bira mas facil pa por cumpli cu pago di e pensioen aki tambe. Esaki ta hopi necesario mirando cu e productividad durante e ultimo decadanan ta bay atras gradualmente. Mester remarca cu productividad den diferente sectornan no por wordo interpreta mescos, manera bisa caba cu tin sector mester di mas trahado pa logra esaki mientras den otro sector cu menos trahado por yega na mas eficiencia tambe. Por ehemplo si tin 5 hende den oficina, esaki kisas por wordo reduci na 4 y reparti e trabou entre e 4 trahadonan cu a keda. Den e sector hotelero esaki lo ta diferente y mester kisas di mas trahado pa duna miho servicio y hisa eficiencia.
19
a. Wat gaat volgens de tekst gebeuren wanneer de algemene pensioenswet van kracht wordt?
b. Leg uit waarom de prijzen niet verder omhoog zullen gaan, als we allemaal harder gaan werken?
c. Is de arbeidsproductiviteit omhoog gegaan of verder gedaald, volgens de schrijver van het artikel?
3.4 Verband tussen maatschappij en werk
E ta bay pa conocemento pero tambe e forma di ser y actitud di e trahado. E mester ta para habri pa cambionan, un otro opinion cu di dje, mester tin interes den su colega y locual ta rond di dje, mester ta critico y mester tin opinion propio. Na palabra un manager.
Zoals je hierboven kan lezen verwacht de werkgever heel veel van de werknemer. Als werknemer wordt van je verwacht dat je meer doet dan alleen jouw taak. Binnen een bedrijf kan je niet als enkeling opereren. De hele tijd zal je jezelf moeten afvragen hoe jouw werk, het werk van anderen beïnvloedt. Een werkgever wil dat je meedenkt hoe het bedrijf of de organisatie beter kan functioneren. Soms wordt zelfs nog van je verwacht dat je meedenkt hoe de consument een beter beeld kan krijgen van het bedrijf. Zelfs hoe het bedrijf kan bijdragen tot een welvarender land. Opdracht 19 Lees en beantwoord de volgende vragen. Als de werknemer denkt
Dan heeft hij gedacht aan zijn land/ bedrijf/ klant
1. hoe de wachttijd in de rij, bij het 20
bedrijf waar hij werkt, kan worden gehalveerd 2. het afval naar Parkietenbos te brengen in plaats van het illegaal te dumpen. 3. over een plan dat als doel heeft het beter bijhouden van de inventaris. 4. dat het werk gedaan kan worden door 6 mensen in plaats van 5 mensen.
Het lijkt erop dat de werkgever heel veel vraagt van de werknemer. Dit kan het geval zijn, maar zou het niet saai zijn als je helemaal geen inbreng had? Stel je ziet ruimte voor het verbeteren van de service van het bedrijf waar je werkt. Het zou mooi zijn om dit te mogen bespreken met je directe chef. Hier zien we weer de mate van employability naar voren komen, in de zin van: voel je je mede verantwoordelijk voor een goede samenwerking met andere collega’s? voel je je verbonden met het bedrijf waar je werkt? kan je merken dat jouw werk invloed heeft op de maatschappij? denk je mee met het bedrijf? volg je de ontwikkelingen op jouw werkgebied? Opdracht 20 Onderzoek in groepsverband het volgende. Door een interview te houden, proberen jullie op de volgende vragen een antwoord te krijgen. 1. Welke nieuwe ontwikkelingen zie je in de sector waar je werkzaam bent? 2. Wat zijn de taken die hij/zij goed moet beheersen om dit werk te doen? 3. Voel je jezelf verbonden met het bedrijf waar je werkt? 4. Wordt jouw mening binnen het bedrijf gewaardeerd? 5. Wat zijn jouw belangrijkste rechten als werknemer? 6. Wat zijn jouw belangrijkste plichten als werknemer? 7. Wat kan de klant verwachten van het bedrijf waarvoor je werkt? Maak een verslag en lever dit in bij de docent. Jullie geven een presentatie over jullie bevindingen en over hoe de samenwerking is verlopen. Hierna volgt de evaluatie en de beoordeling.
21
Opdracht 21 Vul in de ontbrekende woorden.
Gebruik onder andere de volgende woorden: 1/2/3/4/5/hoog/laag/belangrijk/niet belangrijk. Ik vind voor mezelf dat ik bij het nummer ............... van de piramide van Maslow ben. Mijn arbeidsproductiviteit op school vind ik ...................... . Ik vind het ........................... .................om gehoord te worden.
22
Thema 4: Het bedrijf waar je werkt
Na afloop van deze les kan je: het belang uitleggen van het hebben van afspraken, regels en structuur en kan je dit Opdracht 21 koppelen aan een organisatie zoals school; Vul in. uitleg geven over het belang van teamwork en een goede communicatie; het verschil uitleggen tussen top- down en bottom -up communicatie.
Het bedrijf waar je werkt heeft een doel. Bijvoorbeeld het bedrijf kan het verkopen van bepaalde diensten of producten als doel hebben. Maar voordat men dit kan realiseren, moet er een heleboel op de rails gezet worden. 4.1 Afspraken, regels en structuur Om zaken goed te laten lopen binnen een bedrijf, moeten er goede afspraken worden gemaakt. Al deze afspraken moeten ergens worden vastgelegd. Dit wordt gedaan zodat iedereen op de hoogte is van hetgeen moet worden gedaan en in welke volgorde. Maar behalve afspraken, zijn er regels en is er structuur nodig om het bedrijf goed te laten lopen. Als er geen regels zijn en geen structuur is, dan doet iedereen waar hij/zij zin in heeft. Je moet een bedrijf vergelijken met een voetbal team. Niet iedereen kan op de positie van spits spelen. Er zullen ook verdedigers moeten zijn zodat er geen tegendoelpunten worden gemaakt. Met andere woorden, een bedrijf heeft regels en structuur nodig om de taken efficiënt uit te kunnen voeren.
23
Een bedrijf kan schematisch worden voorgesteld, zodat alle personeelsleden kunnen volgen hoe het bedrijf in elkaar zit. directie
inkoop
productie
verkoop
Opdracht 22 Maak een schema van de EPB zoals hierboven weergegeven is.
Door het bedrijf in een schema te zetten, wordt het duidelijk hoe het bedrijf in elkaar zit. Het werken binnen een afdeling heeft wel als nadeel dat je bijna niets over een andere afdeling weet. Bijvoorbeeld je werkt binnen Productie maar je weet verder helemaal niets over de afdeling Verkoop. Om dit probleem op te lossen wordt ook de communicatie binnen een bedrijf in schema gezet. In een organogram is dus goed te volgen hoe de communicatielijnen binnen een bedrijf lopen. Dit is om ervoor te zorgen dat niet alleen binnen een afdeling de communicatie goed verloopt, maar in het hele bedrijf. Dit organogram maakt ook duidelijk wie bevoegd is om opdrachten te geven aan een werknemer of wie hem/haar kan aanspreken.
24
A
B
D
C
E
F
G
Deze lijnorganisatie komt voor in bijna alle bedrijven. Het voordeel van werken volgens de lijnen in een bedrijf, is dat niet iedereen opdrachten en of aanwijzingen kan geven. In bovengenoemd voorbeeld hoeft werknemer F zich alleen bij C of A te verantwoorden. Absoluut niet bij B of D. In zo’n bedrijf nemen meerdere chefs beslissingen die jouw werk kunnen beïnvloeden. Daarom is het van belang dat ook zij onderling communiceren. In ons voorbeeld doen ze dat in vergaderingen bij A. Opdracht 23 Teken een eenvoudig organogram van de EPB. Je begint met de directeur en werkt dan vervolgens naar beneden.
25
4.2 Werken in teamverband met een goede communicatie Een organisatie of een bedrijf moet je vergelijken met een groot team. Om een team te vormen is het nodig dat er goed wordt gecommuniceerd. Voor iedereen moet bekend zijn welke doelen worden nagestreefd. Dit om te voorkomen dat door miscommunicatie van het doel wordt afgeweken. Om te kijken of deze doelen zijn bereikt is het nodig dat er evaluatiemomenten zijn. Evalueren doe je met alle werknemers van een bedrijf. De vragen die zeker aan de orde komen zijn: “Hebben we onze doelen (targets) gehaald?. Hoe kunnen we nog beter presteren?”. In deze vergaderingen zullen ook aan de kant van de werknemers suggesties naar voren komen over hoe zij denken het product te kunnen verbeteren. Het is altijd van belang dat er communicatie plaatsvindt, zowel top-down als bottom-up. Bij top-down communicatie word je door een bovengeschikte (baas) geïnformeerd over een onderwerp. Bij bottom-up communicatie krijgt de werknemer kans om zijn zegje te doen. Hij kan punten inbrengen die van belang zijn voor het bedrijf of voor hemzelf als werknemer. Het is de bedoeling dat de chef de naar voren gebrachte punten meeneemt in de vergaderingen met zijn superieuren. Opdracht 24 Vul het volgende schema in. Situatie 1. Je wordt geïnformeerd over een aantal taakwijzigingen 2. Je zet je ideeën op papier en stopt deze in de ideeënbus 3. Je leest een nieuwsbrief 4. Je komt met een andere route indeling die volgens jou tijdsbesparing kan opleveren, dit vertel je aan je directe chef 5. Er wordt aan het team meegedeeld dat een nieuw product zal worden toegevoegd aan de productielijn 6. Je komt met een voorstel voor een wandeltocht in het kader van teambuilding 7. Er wordt meegedeeld dat de arbeidsproductiviteit is gedaald bij het bedrijf waar je werkzaam bent
Voorbeeld van top-down of bottom-up?
26
Opdracht 25 Vul in.
Gebruik onder andere de volgende woorden: Laag/hoog/top-down/bottom-up Mijn productiviteit op school is .................................................., omdat …………………………………………. De regels op school zijn bekend omdat ………………………… Persoonlijk vind ik dat op school voornamelijk ………………… gecommuniceerd wordt, omdat ………………………….. ..........................
27
Thema 5: Een organisatie als onderdeel van de maatschappij
Na afloop van deze les kan je:
uitleggen wat good citizenship inhoudt; uitleggen wat good corporate citizenship inhoudt; het belang aangeven van teamwork en goede communicatie; het verschil uitleggen tussen top-down en bottomup communicatie.
Het is belangrijk dat je begrijpt, hoe jong je ook nog bent, dat ook jouw acties gevolgen hebben. Waarom? 5.1 Good citizenship Heel lang terug voorzag bijna iedereen in zijn eigen onderhoud (self supportive). Tegenwoordig zit de wereld zo complex in elkaar dat we bijna allemaal van elkaar afhankelijk zijn. Met andere woorden; je doen en laten als dochter, zoon, burger heeft gevolgen voor het geheel ( totalidad). Aan de andere kant, wat er in andere delen van de wereld gebeurt, heeft ook consequenties voor Aruba. Bijvoorbeeld als er veel werkeloosheid is in de Verenigde Staten, dan heeft dat ook gevolgen voor Aruba. In dat geval zullen er minder toeristen naar Aruba komen. Dit heeft weer gevolgen voor de economie van Aruba. De uitdaging is om te begrijpen dat wat de een op deze aardbol in zijn hoofd haalt om te doen, gevolgen heeft voor de rest van de wereld. Met andere woorden: niets wat je doet, heeft enkel consequenties voor jou alleen. We zijn verbonden met elkaar door een denkbeeldige ketting. Afhankelijk van ons optreden blijft de ketting mooi en stevig. Het kan ook zo zijn dat door ons toedoen de ketting breekt. Om die reden moet onze aandacht vooral gericht zijn op wat wij als dochter of zoon, scholier of werknemer kunnen bijdragen aan de Arubaanse 28
gemeenschap. Dit noemen we good citizenship of goede burger zijn. Iedereen kan zichzelf zien als een link van die super lange ketting.
Opdracht 26 We hebben geen invloed op wat anderen doen, maar wel op wat wij zelf doen. Geef 5 voorbeelden van good citizenship van jezelf. 1. 2. 3. 4. 5. Opdracht 27 Noem 3 voorbeelden van good citizenship die je als doel hebt voor de toekomst. 1. 2. 3.
Opdracht 28 Leg uit dat veel EPB leerlingen zich op school niet gedragen als good citizen. Gebruik bij de beantwoording van deze vraag het plaatje dat je hier beneden ziet .
29
Aan het begin van de vorige eeuw waren de omstandigheden waarin mensen moesten werken heel erg slecht. Vergeleken met nu: -
Waren de lonen heel erg laag Bestond een werkweek uit 6 dagen Was er geen inspraak Was er geen vakantie
Het “lopende band systeem” werd ook in die tijd uitgevonden. Deze uitvinding zorgde ervoor dat er op een andere manier tegen de arbeider werd aangekeken. Men zag de arbeider als een verlengstuk van de machine. Omdat er veel armoede heerste, werd dit geaccepteerd. Vandaag de dag is de situatie totaal anders. De werknemer heeft rechten en plichten. De werkgever verwacht verder ook dat je hart hebt voor de zaak. Ook word je verantwoordelijk gehouden voor het zo goed mogelijk uitvoeren van je werk. Het gaat zover dat meerdere bedrijven tegenwoordig willen investeren in de werknemer. Dit doen ze onder andere door op kosten van het bedrijf, te zorgen voor scholing van deze werknemer. Alle organisaties en bedrijven hebben invloed op de maatschappij. Bijvoorbeeld als het bedrijf een slecht product verkoopt, kan de klant ziek worden. Als het bedrijf niet op de juiste wijze omgaat met schadelijke stoffen, kan dit gevolgen hebben voor het milieu. Met andere woorden; ook bedrijven worden verantwoordelijk gehouden voor mogelijke slechte gevolgen door hun doen en laten. Of ze worden beboet of klanten blijven weg. Je raadt het al, ook bedrijven willen alles doen om geen schade te brengen aan de gemeenschap. Dit noemen we “corporate citizenship” Opdracht 29 De actie “good4theneighbourhood” is een voorbeeld van corporate citizenship. Leg uit.
Opdracht 30 Geef 5 voorbeelden van ‘good corporate citizenship’ die jij kent. 1. 2. 3. 4. 5. 30
Je moet wel begrijpen dat bedrijven er een “good corporate policy” op na houden omdat het mes aan twee kanten snijdt. Zowel de gemeenschap als het bedrijf worden er beter van. Door het meedoen aan “good corporate citizenship” wordt het leven van bepaalde burgers positief beïnvloed. Zo helpen ze bijvoorbeeld mee aan het verven van scholen, geven ze een financiële bijdrage aan bepaalde stichtingen, onderhouden ze een park etc. Ook de werknemers worden goed behandeld en dat helpt de werknemers om gemotiveerd te blijven. Het bedrijf bouwt dan een goede reputatie op. Veel mensen zouden bij dat bedrijf willen werken.
Opdracht 31 Op het plaatje hiernaast lees je hoe door een bedrijf wordt nagedacht over good corporate citizenship. Schrijf 3 aspecten op waar zij aandacht aan besteden.
Opdracht 32 Vul in.
Een goed voorbeeld op de EPB van “good corporate citizenship” is het ………………………………………………………………. Je laat op de EPB zien dat je een “good citizen” bent, door: …………………………………………….............…..
31
Thema 6: Rechten en plichten van de werknemer
Na afloop van deze les kan je:
het verschil uitleggen tussen een individuele en een collectieve arbeidsovereenkomst; uitleggen wat een arbeidsovereenkomst inhoudt; 4 punten opnoemen die in een arbeidsovereenkomst staan .
Elke werknemer heeft rechten en plichten. Wat die rechten en plichten zijn, vind je meestal in je arbeidsovereenkomst. 6.1 Soorten overeenkomsten De wet kent 3 overeenkomsten tot verrichten van arbeid tegen betaling. Deze zijn: 1. de overeenkomst tot aannemen van werk 2. de overeenkomst tot verrichten van enkele diensten 3. de arbeidsovereenkomst Aannemen van werk is de overeenkomst waarbij de aannemer zich verbindt tot de aanbestede tegen betaling om werk te leveren (bijv. het bouwen van een huis). Overeenkomsten tot het verrichten van enkele diensten is de overeenkomst die wordt gesloten tussen bijvoorbeeld een advocaat, accountant , psycholoog etc. Je betaalt voor het te leveren denkwerk of de begeleiding. De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst, waarbij de werknemer of arbeider zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever. Er wordt gewerkt tegen loon gedurende een bepaalde tijd.
32
6.2 Wanneer is er sprake van een arbeidsovereenkomst? Om te spreken over een arbeidsovereenkomst moet er sprake zijn van: A. Loon. Loon wordt uitbetaald aan de werknemer voor het geleverde werk door de werkgever. B. Arbeid. De werknemer is verplicht arbeid te leveren. C. Gezagsverhouding. De werknemer is in dienst van de werkgever. De werkgever is bevoegd leiding te geven en is bevoegd toezicht te houden op de arbeid.
Opdracht 33 1. Wat wordt als salaris beschouwd? Kruis de juiste cirkels aan. o vast bedrag o uniform o huisvesting o auto 2. Schrap door wat niet correct is. a. De arbeidsovereenkomst zegt dat bepaald werk is overeengekomen. Het vermeldt niet wie het werk moet doen. Met andere woorden: mijn neef kan het werk ook doen als ik een dag geen zin heb om te werken. b. De arbeidsovereenkomst zegt dat bepaald werk is overeengekomen. Het vermeldt exact wie het werk moet doen. Ik kan mijn neef niet in mijn plaats laten werken. 3. a. b. c.
Omcirkel de juiste stellingen. Jouw werkgever kan je niets vertellen over je werk. Jouw werkgever kan je soms iets vertellen over je werk. Jouw werkgever kan je aanwijzingen geven en je moet die aanwijzingen opvolgen. d. Jouw werkgever kan je alles vertellen en je hebt het maar te doen.
6.3 De vorm/inhoud De arbeidsovereenkomst is vormvrij. Dit wil zeggen dat de overeenkomst zowel mondeling als schriftelijk kan worden bepaald. Een schriftelijke overeenkomst heeft de voorkeur boven een mondelinge. Dit vooral in verband met bewijsmogelijkheden. Partijen zullen in het algemeen bij het sluiten van een arbeidsovereenkomst afspraken
33
maken ten aanzien van de duur van de overeenkomst, de werkzaamheden, de salariëring, vakantiedagen en bepaalde toeslagen.
Opdracht 34 Vul in. 1. Lees onderstaande arbeidsovereenkomst. 2. Deze arbeidsovereenkomst is gesloten tussen ______________ en ______________ 3. Voor hoelang is deze arbeidsovereenkomst aangegaan? ___________ 4. Wat is de functie van M. Croes? ____________________ 5. Hoeveel uren zal M. Croes werken?______________ 6. Heeft M. Croes een proeftijd? ____________ 7. Waar staan nog meer bepalingen waar M. Croes zich aan moet houden nadat hij deze overeenkomst heeft getekend?______________________
34
35
Opdracht 35 Laura zal awg. 10,18 per uur verdienen. Zij werkt vier dagen in de week, van 9 uur tot 15.30 uur. Van 12.30 tot 1 uur heeft zij pauze. De pauze wordt niet doorbetaald. Hoeveel bedraagt het brutoloon van Laura per week? Geef de berekening. _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ Opdracht 36 Laura heeft geen plezier meer in haar baantje. Na vier maanden krijgt zij op staande voet ontslag. Noem een reden waarom Laura ontslagen kan worden. ____________________________________________________________________ Opdracht 37 Youri heeft een baantje als caissière. In de cao staat: “er is sprake van een opzeggingstermijn van vier weken”. Wat betekent het begrip opzeggingstermijn?
Opdracht 38 Werkgevers en werknemers sluiten een Collectieve Arbeidsovereenkomst (cao) af. Wat is het verschil tussen een individuele en een collectieve arbeidsovereenkomst? ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________
Opdracht 39 Noteer vier zaken die in een cao goed geregeld moeten worden. 1. 2. 3. 4.
________________________________ ________________________________ ________________________________ ________________________________
36
Opdracht 40 In een cao staan regels over de proeftijd. Wat houdt de proeftijd in? A. De tijd die de werknemer neemt om te kijken of het werk bevalt. B. De tijd die de werkgever neemt om te kijken of de werknemer het werk goed doet. C. Zowel optie A als optie B.
Opdracht 41 Vul in.
Gebruik onder andere de volgende woorden: Wel/niet, zelf/niet zelf, een contract/geen contract Als ik de auto van de buurvrouw was, dan is dat …………… een vorm van een arbeidsovereenkomst. Ik kan …………………………..bepalen wanneer de auto wordt gewassen. De buurvrouw kan …………….. zelf bepalen wanneer zij mij betaalt. Wanneer ik naar de tandarts voor controle ga, heb ik ………………… contract met hem/haar afgesloten. Stage lopen is …………………………. een vorm van een arbeidsovereenkomst want ………………………………...
37
Thema 7: Rechten en plichten van de werknemer 2
Na afloop van de les kan je: uitleggen wat de proeftijd inhoudt; het verschil uitleggen tussen in dienst treden voor bepaalde en onbepaalde tijd; de term minimumloon uitleggen; in het kort uitleg geven hoe vakantie en overtime zijn geregeld; omschrijven hoe een arbeidsovereenkomst wordt gesloten.
Behalve wat er is overeengekomen in een arbeidsovereenkomst, zijn er ook bepalingen in de wet waarmee de werknemer en werkgever rekening dienen te houden. 7.1 Proeftijd Partijen kunnen overeenkomen dat maximaal de eerste twee maanden als proeftijd zullen gelden. Tijdens de proeftijd kan zowel de werkgever als de werknemer de arbeidsovereenkomst beëindigen. Een proeftijd kan zowel mondeling als schriftelijk worden aangegaan. Een proeftijd langer dan 2 maanden is ongeldig. 7.2 Duur van een arbeidscontract De diensbetrekking wordt aangegaan voor een bepaalde tijd of voor een onbepaalde tijd. Een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd wordt schriftelijk gedaan. Dit is mogelijk is slechts 4 gevallen, namelijk: Bij meer werk in een gedeelte van het kalenderjaar; Bij tijdelijke afwezigheid van een vaste werknemer; Bij een nauwkeurig omschreven project; 38
Bij losse arbeid.
Als een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd is aangegaan, zonder rekening te houden met het bovengenoemde, dan moet de Directeur van Directie Arbeid zijn toestemming verlenen bij het opzeggen van zo’n contract. 7.3 Beloning De werkgever is aan de werknemer verplicht tenminste het minimumloon te betalen. Zoals het woord zelf aanduidt, is dit het minimumbedrag dat uitbetaald moet worden. De werkgever mag de volwassen werknemer nooit minder betalen. Per 1 januari 2012 bedraagt het minimumloon awg. 1604.60 per maand. Het minimumloon geldt alleen voor een volwassen werknemer boven de 18 jaar. Afhankelijk van de sector waarin je werkt, wordt het minimumloon uitbetaald over: I. 40 uren per week II. 45 uren per week III. 48 uren per week In elk bedrijf hangt een arbeidslijst waarop staat aangegeven hoeveel uren elke werknemer werkzaam is. Er zijn bedrijven die een puntensysteem of commissie kennen. Het gaat hierbij om een aanvulling op het basisloon. Het puntensysteem of commissie kan nooit worden gebruikt als aanvulling om tot het minimumloon te komen. Opdracht 42 Vraag aan familieleden of kennissen hoeveel uren ze per week werken en vul de gegevens in de tabel in. Beroep Een verkoopster in een winkel Iemand die werkt in de bouw Een kok werkzaam in een hotel Een docent op de EPB Een bejaardenverzorgster
Aantal uren per week
39
Opmerking
7.4 Betaling van het salaris Loon is een element van de arbeidsovereenkomst als tegenprestatie voor het geleverde werk. Partijen zijn vrij in de vaststelling van het loon dat zal worden uitbetaald. Er zijn wel zaken volgens de wet waar rekening mee moet worden gehouden. Salaris wordt uitbetaald zolang de werknemer in dienst is. Ook bij ziekte of bij een ongeval heeft de werknemer recht op een volledig loon gedurende zes weken. Dit loon is gedurende 6 weken 100% en daarna wordt het 80% (ziekte) of 100 % (ongeval). Ook heeft de werknemer recht om uitbetaald te worden als hij moet voldoen aan wettelijke verplichtingen zoals aangifte van geboorte van zoon/dochter of stemmen. Het niet werken door bijzondere omstandigheden, zoals het bijwonen van een begrafenis, wordt ook doorbetaald.
Op het salarisstrookje kan je zien dat er verschil is tussen het bruto bedrag dat je verdient en wat je werkelijk krijgt uitbetaald. De werkgever houdt het volgende in: Loonbelasting. Dit is de belasting die door de overheid wordt geheven op iedereen die een inkomen heeft. Dit geldt niet voor werknemers die het minimumloon verdienen. De werkgever houdt het in en draagt het over aan Servicio di Impuesto (SIAD).
40
Premie van de volksverzekeringen, aov/aww. Een gedeelte wordt door de werknemer betaald en het andere gedeelte door de werkgever. Premie AZV, de algemene ziektekosten verzekering.
Opdracht 43 Bekijk de bovenstaande salarisstrook en beantwoord de volgende vragen. a. Wat is de naam van de werknemer?
b. Bij welk bedrijf is hij/zij werkzaam?
c. Wat is het brutosalaris?
d. Hoeveel wordt aan AOV/AWW betaald?
e. Hoeveel wordt aan loonbelasting betaald?
f. Op deze salarisstrook mist een premie. Welke premie?
g. Per 1 januari 2012 is de algemene pensioenswet ingegaan. Moet deze premie ook van het salaris worden afgetrokken?
41
Opdracht 44 Deze opdracht maken jullie in groepjes en daarna volgt een presentatie over wat jullie te weten zijn gekomen. Groep 1en 2 bezoeken de site van SVB, te weten http://www.svbaruba.org en leggen aan de andere groepen uit wat de taak is van de SVB, waar deze kantoor houdt en in welke situatie jij als werknemer te maken zal hebben met de SVB. De uitleg mag niet langer duren dan 8 minuten. Groep 3 en 4 bezoeken de AZV site, te weten http://www.azv.aw/ en leggen aan de andere groepen uit wat de taak van het Uitvoeringsorgaan AZV is, waar deze gevestigd is en wanneer de werknemer of burger met de AZV te maken krijgt. De uitleg mag niet langer duren dan 8 minuten. Groep 5 en 6 bezoeken de SIAD site, te weten http://www.siad.aw/ en leggen aan de andere groepen uit wat de taak van de Servicio di Impuesto is, waar deze gevestigd is en wanneer de werknemer met de SIAD te maken krijgt. Kijk op het onderdeel “Organisatie” voor een korte uitleg. Daarna zal je moeten kijken bij de soorten belastingen waar de meeste mensen later mee te maken krijgen. De site is in het Nederlands. Zoek hulp bij je vakdocent, kennis of mentor. De presentatie mag niet langer duren dan 8 minuten.
7.5 Overwerk De Arbeidsverordening bepaalt het volgende ten aanzien van overwerk (overtime): Overwerk kan ontstaan als gevolg van:
werken gedurende de voor de werknemer geldende rusttijd langer werken dan de maximaal toegestane arbeidsduur per dag of per week.
Bij overschrijding van de maximale arbeidsduur wordt 150% uitbetaald en op feestdagen wordt 200% uitbetaald. 7.6 Vakantie De Vakantie verordening geeft aan dat het aantal vakantiedagen wordt bepaald door het overeengekomen aantal werkdagen te vermenigvuldigen met 3. Bij een vierdaagse werkweek heeft de werknemer recht op 3 x 4 = 12 vakantiedagen. De wet zegt ook dat de werkgever maximaal 15 vakantiedagen moet vergoeden. Met andere woorden; bij een zesdaagse werkweek is de werkgever niet verplicht om 6 x 3 = 18 dagen uit te betalen aan de werknemer, maar kan de werkgever slechts 15 vakantiedagen 42
toekennen. De werkgever kan altijd meer vakantiedagen toekennen dan wat de wet voorschrijft. Opdracht 45 Lees wat in de kolom hieronder staat en beantwoord de vragen. A. Michael tin 20 aña y ta traha pa tempo indefini na Pro Arts. Esaki ta un compania di construccion. E ta trahando ya pa 2 aña. Michael ta ganando awg. 1500,- pa luna. E ta traha 6 dia pa siman. Como vakantie e tin cumbini cu e ta haya 20 dia di vakantie. Den luna di december e la traha overtime pa caba algun trabou. Esaki a sosode riba diadomingo cu ta su dia di sosiego. Pa e oranan aki su doño di trabou a page 150%.
Schrijf op wat niet klopt in het verhaal hierboven: 1. 2. B. Michelle tin 18 aña y ta traha pa tempo defini na Leetzers & Co. Esaki ta un joyeria mundialmente conoci. E ta trahando ya pa 2 aña, prome e tabata traha part-time. E ta contento pasobra salario minimo a subi y awor e te gana awg. 1604.60. E ta haya 15 dia di vakantie pa aña. Un tiki fastioso pasobra hopi dia di fiesta e mester traha por lo menos 4 ora. Aña nobo mes e mester a traha como tabatin 3 barco di turista aden. Pa e overtime aki e ta a. Notapaga locual Leetzers & Co ta haci bon segun leynan laboral wordo 200%.
Schrijf op wat wel klopt in het verhaal hierboven: 1. 2. 3. C. Probeer uit het volgende telefoongesprek met een ambtenaar van Directie Arbeid te halen of Michelle voor haar 18e verjaardag mocht werken. Beller: “Goede morgen. Hier met Michelle Kelly. Ik heb een vraag. Mogen jongeren volgens de wet werken?” Ambtenaar Directie Arbeid: “Nee, je moet 18 jaar oud zijn.
43
Beller: ” Volgens de wet mogen ze dus absoluut niet werken?” Ambtenaar Directie Arbeid: “Alleen met de toestemming van de ouders. Maar zeer zeker niet na 7 uur ‘s avonds.” Beller: “En aan deze jongeren zal ook het minimumloon moeten worden uitbetaald? Ambtenaar Directie Arbeid: “Nee, want de Arbeidsverordening is alleen van toepassing voor personen boven de 18 jaar”. Haal door wat niet correct is. 1. Michelle mocht wel/ niet gaan werken. 2. In de tijd dat Michelle nog geen 18 jaar oud was, was de werkgever wel/niet verplicht haar het minimumloon uit te betalen. 3. Michelle mocht wel/niet 8 uren werken toen ze nog geen 18 jaar oud was.
Opdracht 46 Vul in:
Vul de juiste woorden in: Gebruik: Mag je wel/mag je niet, wel/geen, moet/moet niet. Als ik 14 ben ……………gaan werken. Mijn ouders moeten ………… toestemming geven . Ik mag …….. in een nachtclub werken. Ik …………het minimumsalaris verdienen, als ik 14 ben.
44
Na afloop van deze les kan je:
Thema 8: Beeindiging van de arbeidsovereenkomst
verschillende manieren opnoemen waarop een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd; uitleggen wat de cesantia inhoudt; 4 vakbonden opnoemen en aangeven wat de belangrijkste taken van een vakbond zijn.
8.1 Beëindiging van een arbeidsovereenkomst Een arbeidsovereenkomst kan onder andere op de volgende manieren worden beëindigd. 1. Wederzijds goedvinden. Partijen kunnen overeenkomen dat de arbeidsovereenkomst onder bepaalde voorwaarden beëindigd kan worden. Hoewel het niet verplicht is, is het verstandig om dit schriftelijk vast te leggen. Dit om misverstanden te voorkomen. 2. Bij overlijden werkgever. Een arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer eindigt door de dood van de werknemer. Echter bij de dood van de werkgever eindigt de arbeidsovereenkomst niet. 3. Wanneer de tijd is verstreken. Een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd eindigt automatisch, voor zover niets anders is overeengekomen. Er is geen opzegging nodig. In het geval wanneer de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd stilzwijgend is voortgezet dan is opzegging wel nodig. 4. Ontbinding door de rechter. De rechter kan op verzoek van de werkgever of de werknemer de arbeidsovereenkomst beëindigen op grond van gewichtige redenen. 5. Beëindigen tijdens proeftijd. Gedurende de proeftijd kan de overeenkomst steeds zondermeer worden verbroken. 6. Ontslag op staande voet. Zowel de werkgever als de werknemer kunnen de dienstbetrekking op staande voet beëindigen wegens een dringende reden. De tegenpartij moet onmiddellijk hierover worden geïnformeerd. 7. Opzegging. De arbeidsovereenkomst kan door opzegging worden beëindigd. Er moet wel rekening worden gehouden met de opzegdag en het opzegtermijn. Als er bijvoorbeeld op 20 maart wordt opgezegd met een
45
opzegtermijn van een maand, dan zal 31 april de laatste werkdag zijn voor die werknemer. Het opzegtermijn is afhankelijk van hoelang je bij dat bedrijf hebt gewerkt. Zie onderstaande tabellen. Het is belangrijk om te weten dat de werkgever pas kan opzeggen als hij toestemming heeft van de directeur van Directie Arbeid.
46
8.2 De cessantiaregeling Wanneer een werknemer buiten zijn schuld ontslagen wordt, heeft hij recht op een cessantia uitkering. De cessantia uitkering is eenmalig en wordt berekend op basis van het aantal dienstjaren. De cessantia opbouw is als volgt: voor het eerste tot en met het tiende dienstjaar; een weekloon per dienstjaar. voor het elfde tot en met het twintigste volle dienstjaar; een en een kwart maal het weekloon per dienstjaar. voor de daarop volgende volle dienstjaren; tweemaal het weekloon per dienstjaar. Opdracht 47 Lees elke stelling en kies dan één van de 6 mogelijkheden. Stelling
Kies uit: gelijk/geen gelijk mogelijk/niet mogelijk noodzakelijk/ niet noodzakelijk
Ryan zit bij Directie Arbeid omdat hij ontslagen is in zijn proeftijd. Pedro is om dringende redenen ontslagen omdat hij al een week niet op het werk is verschenen. De rechter heeft bepaald dat Maria onterecht is ontslagen en dat zij moet terugkeren op het werk. De arbeidsovereenkomst met Ashley loopt bijna ten einde. Zijn werkgever moet hem informeren wanneer zijn laatste werkdag zal zijn. De werkgever van Darrel is door een auto ongeluk om het leven gekomen en nu zit Darrel zonder werk. Er worden de laatste tijd geen goede zaken gedaan. De
47
Waarom?
baas van Iris heeft haar meegedeeld dat ze over 2 maanden geen werk meer heeft. Ivy heeft ander werk gevonden en vindt niet dat zij haar werkgever hierover moet inlichten. Ze gaat hem ook niet vertellen dat het morgen haar laatste werkdag is. De baas heeft de werkzaamheden van Ben gewijzigd zonder Ben daarin te kennen. Ben werkt al 2 jaar bij deze baas. Ben mag dit werk weigeren en gelijk zijn ontslag nemen. De werkgever van Sheelah geeft haar andere taken dan overeen gekomen in haar arbeidsovereenkomst. Sheelah heeft geweigerd dit te doen en heeft een afspraak gemaakt met Dir. Arbeid om hierover te klagen. Ann heeft een nieuwe baan en is samen met haar baas overeen gekomen dat 28 februari 2012 haar laatste werkdag zal zijn.
Opdracht 48 Magda werkt bij Blitzz en verdient awg. 2210,- per maand. Blitzz zal aan het einde van deze maand haar deuren sluiten. Magda werkt al 12 jaar bij dit bedrijf. Help Magda uitrekenen hoeveel zij aan cesantia zal ontvangen. 8.3 Lid worden van een vakbond? Zodra je een baan hebt, is het verstandig je te laten informeren of je lid wilt worden van een vakbond. Er zijn grote en minder grote vakbonden. Er zijn vakbonden die sterk vertegenwoordigd zijn in bepaalde sectoren. De FTA bijvoorbeeld vertegenwoordigt de meeste mensen binnen de horeca sector. SEPPA is sterk vertegenwoordigd onder de 48
ambtenaren en SIMAR is de vakbond van het onderwijzend personeel. De belangrijkste taak van een vakbond is het behartigen van de belangen van de leden. Het voeren van loononderhandelingen is een van de voornaamste werkzaamheden van de vakbonden. Dit doen ze tijdens de CAO (collectieve arbeidsovereenkomst) onderhandelingen. Opdracht 49 Deze groepsopdracht heeft als doel informatie te verzamelen over de diverse vakbonden. De groepen bezoeken de websites van de verschillende vakbonden. Op de volgende vragen proberen jullie antwoord te krijgen: wat is het doel van de vakbond?, waar is hun kantoor gevestigd?, staat er een speciaal bericht op de website die de aandacht trekt? Groep 1 →SEPPA Groep 2 → FTA Groep 3 →SIMAR Groep 4 →SPA Opdracht 50 Lees het volgende artikel en beantwoord de vragen.
49
1. Wie is aan het woord in dit artikel? ________________________________________________________________ 2. Hoeveel procent van de Arubaanse werknemers is lid van een vakbond? ________________________________________________________________ 3. Wat is het voornaamste voordeel volgens de heer Pontilius om lid te zijn van een vakbond? ________________________________________________________________ 4. Wat verstaan we onder “dialogo social”? ________________________________________________________________ a. Wie nemen allemaal deel aan het “dialogo social”? ___________________________________________________________ b. Welke onderwerpen komen aan bod tijdens dit overleg?
50
______________________________________________________________ ______________________________________________________________
Opdracht 51 Vul in.
Ik wil absoluut niet dat mijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd door …………………………… (zie pagina 42 en 43 ), want ………………………….
Ik denk dat ik me later ...............……………………………….. lid zal worden van een vakbond , want………………………………………
51
Na afloop van deze les kan je:
Thema 9: Solliciteren
de verschillende fases in een sollicitatieproces opnoemen; een korte sollicitatiebrief schrijven; een eigen Curriculum Vitae maken; jouw verbeterpunten aangeven voor wat betreft de praktijkopdracht sollicitatiegesprek; aangeven hoe je verder hebt kunnen werken aan de algemene vaardigheden
Als je straks je diploma op zak hebt moet je nog aan een baan komen. Er zijn verschillende manieren om aan een baan te komen. Je kunt via familie of vrienden aan een baan geholpen worden. Vaak zou je echt moeten solliciteren. Hoe doe je dat? De werkgever verwacht dat hij tijdens het sollicitatiegesprek kan uitmaken of de sollicitant competent is. Dus behalve het kennen ook het kunnen in combinatie met de juiste (werk)houding. De algemene vaardigheden binnen alle vakken hebben aandacht besteed aan deze houding en attitude. 9.1 Algemene vaardigheden op EPB De algemene vaardigheden die je in alle vakken op de EPB hebt geleerd zijn: Plannen► Gegeven de opdracht, hoe pak je dit aan. Je maakt een tijdspad. Je geeft antwoord op de vragen “wat, wanneer en hoe”. Informatie verzamelen►hoe kom je aan informatie? Hiervoor kan je de kranten, het internet raadplegen. Ook kan je informatie zoeken in de bibliotheek. Het gaat hier ook om de juiste informatie verzamelen. Je moet weten welke informatie bruikbaar is. Na het lezen moet je hoofdzaken van bijzaken moeten kunnen scheiden. Presenteren►hoe maak ik een leuke presentatie? Presenteer ik dit in de vorm van een collage, poster, powerpoint presentation, expositie, bladwijzer, verslag of een presentatie in de klas? Communicatie►communicatie heeft natuurlijk te maken met de manier van spreken, luisteren en nog andere non verbale
52
zaken. Als je niet naar iemand kan luisteren, komt de boodschap meestal niet goed over. En dan gaat het niet alleen over luisteren naar wat de docent te vertellen heeft, maar ook luisteren naar je medeleerlingen en ouders. Tegelijkertijd moet je praten en zo exact mogelijk aangeven wat je bedoelt. Als je niet durft te praten, komt de boodschap ook nooit goed over. Je moet vragen durven en leren stellen. Je mening geven en praten voor de klas. Samenwerken►Leren kan je natuurlijk niet in je eentje. De bedoeling is dat door het samenwerken jullie van elkaar leren. Zelfstandigheid►Moet er steeds aan je worden getrokken of ga je gelijk aan de slag? De mate van zelfstandig werken, wordt gemeten of je initiatief neemt en of je zelf aan de slag gaat zonder steeds vragen te stellen. Inzet►Doe je je best? Het is belangrijk dat je net zo hard werkt als de rest van de groep. De kantjes er van af lopen wordt op school, thuis en op je stage niet gewaardeerd. Opdracht 52 Vul in. A. Ik kan iets niet goed
Hier heeft …………. plaatsgevonden
B. Wanneer ben je competent
Ik bezit …………………
Ik bezit ………………….
Ik bezit ………………….
53
Ik kan het wel goed
9.2 Fases in een sollicitatieproces Alles begint met een advertentie waarin een baan wordt aangeboden. Dit kan via de krant, radio of bij een arbeidsbureau. Opdracht 53 Op Aruba kennen we de DPL. Ga na wat de voornaamste taken zijn van dit arbeidsbureau (bellen/folder/website). ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ Het sollicitatieproces verloopt in fases. 1. Vacatures vinden. Met vacature bedoelen we een openstaande plaats. Er zijn veel manieren om aan een vacature te komen. Je zou moeten kijken in kranten, op internet, met je vrienden of uitzendbureau. 2. De gestelde eisen doornemen en nagaan of je voldoet aan de gestelde eisen (leeftijd, eigen vervoer, diploma’s enzovoort). 3. Opstellen van een eenvoudig brief. Soms mag je op een sollicitatiegesprek komen zonder een brief. Dan heb je geluk. 4. Opstellen van een Curriculum Vitae. Dit wordt ingeleverd samen met je sollicitatiebrief. Dit is een lijst met persoonlijke gegevens, opleiding en werkervaring. 5. Bezorgen van de brief. 6. Voeren van een sollicitatiegesprek. 7. Evaluatie van sollicitatie.
Opdracht 54 Schrijf op waar je allemaal kan kijken voor openstaande vacatures. ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ Je ziet het al; er komt veel meer bij kijken, dan je dacht. Ook bij het solliciteren gaat het om het kennen en kunnen. In de eerste plaats moet je weten hoe een sollicitatiebrief eruit ziet. Dan moet je die brief kunnen schrijven. Het voeren van een sollicitatiegesprek is een vaardigheid. Alweer iets wat je moet kunnen.
54
9.3 De brief De brief moet niet te lang zijn. Een korte en bondige brief. Een A-4 is meer dan genoeg. De tekst van je brief moet zorgen dat je uitgenodigd wordt voor een gesprek. De brief moet overtuigend zijn. Jij moet “op papier” als de beste kandidaat worden gezien voor het invullen van de vacature. Naam afzender Adres
Plaatsnaam, datum
Naam geadresseerde Adres
Betreft:
Aanhef:
Inleiding: -
doel van de brief aanleiding van de brief structuur van de brief
Kern -
mededeling dat je voldoet aan de eisen motivatie
-
mededeling dat je de brief in een gesprek wilt toelichten
Slot
\ Hoogachtend
Handtekening 55
Opdracht 55 Waarom moet een brief er netjes uitzien en foutloos getikt zijn? ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________
9.4 Het Curriculum Vitae Een Curriculum Vitae (CV) is een lijst met gegevens. In een CV staan de volgende gegevens: Naam, adres, telefoonnummer, e-mail adres. Persoonlijke gegevens zoals geboortedatum, nationaliteit en burgerlijke staat Opleidingen Werkervaringen Vaardigheden talen, computerprogramma’s Overige interesses en hobby's. Hieronder zie je een voorbeeld van een CV. CV Persoonlijke gegevens Naam: Lyonel Maduro Adres: Barcelona 110 Woonplaats: Dakota Telefoon: 5871111 Mobiel: 5963333 E-mail:
[email protected] Burgerlijke Staat: ongehuwd
9.2 Het telefonisch sollicitatiegesprek
Opleiding
EPB, Unit Techniek, Opleiding Hulp Elektromonteur Ervaring Hero Electricals (schooljaar 2010/2011)
56
Het kan voorkomen dat je gevraagd wordt om op te bellen om een afspraak te maken. Wees bewust dat ook dat telefoongesprek belangrijk is. Uit dit gesprek kan worden opgemaakt of je goede omgangsvormen hebt en de mate van enthousiasme voor deze baan. Vaak is het zo dat je gevraagd wordt om persoonlijk langs te komen. Opdracht 56 Hoe schat jij de situatie op Aruba in? Als je een EPB diploma hebt, zou je eerder sollicitatiebrieven schrijven, persoonlijk bij de bedrijven langsgaan of telefonisch solliciteren? Motiveer je antwoord.
Opdracht 57 Lees de onderstaande brief. Vind je deze sollicitatiebrief goed of minder goed. Leg uit waarom wel, of waarom niet.
57
Mevrouw Elisa Dirksz Shopmanager H & M O’stad Caya B.9.5 Croes 88 Het sollicitatiegesprek Oranjestad Betreft: sollicitatie voor verkoopster H & M Beste mevrouw Elisa, Ik ben al jaren vaste klant bij H& M en ben erg vertrouwd met jullie kledinglijn. Toen ik bij DPL uw advertentie las dat u op zoek bent naar een nieuwe medewerker, was ik dan ook heel enthousiast. Het lijkt me super om zo’n sterk merk te vertegenwoordigen. Daarom besloot ik onmiddellijk te solliciteren. In mijn job als verkoper bij Mango leerde ik de kneepjes van het vak. Klantvriendelijkheid is voor mij het allerbelangrijkste. Dit in combinatie met mijn commerciële instelling en flexibiliteit, maken me tot een uitstekende kandidaat. Uiteraard ben ik altijd bereid om me bij te scholen mocht dit nodig zijn. In een persoonlijk gesprek wil ik u graag verder overtuigen van mijn capaciteiten. Met vriendelijke groeten,
Mariann Kock
Bijlage: CV
58
Je brief is uitgekozen en je wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Maar wees niet al te blij, er zijn vast meerdere personen uitgenodigd voor een gesprek. Uit het gesprek moet worden gekeken of jij de juiste kandidaat bent voor de aangeboden baan. Het is daarom heel erg belangrijk dat je je goed voorbereidt op het gesprek. Alhoewel je nooit van te voren kunt weten hoe het gesprek gaat verlopen kan je je wel op een aantal punten voorbereiden. Stap 1. Voorbereiding ► hier horen zaken zoals informatie verzamelen over het bedrijf. Je moet een beeld hebben van het bedrijf en van de job waar je naar solliciteert. Als het een en ander niet duidelijk is, kan je vóór het gesprek (bellen naar het bedrijf) of tijdens het gesprek je vragen stellen. Voorbeelden van vragen die je zou kunnen stellen zijn: zijn er andere diensten die het bedrijf aanbiedt?, voor welke vestiging wordt iemand gezocht?, hoeveel mensen werken in het bedrijf?, zijn er mogelijkheden om bij te scholen of door te groeien in het bedrijf?, hoe verloopt de sollicitatieprocedure?, op welke termijn wordt een beslissing genomen? hoe krijg ik bericht over het resultaat van mijn sollicitatie? Je moet beantwoorden van een aantal veelgestelde vragen oefenen. De vaak gestelde vragen zijn:
Vertel eens iets over jezelf. Waarom kom je in aanmerking voor deze job? Waarom ben je bij je vorige werkgever weggegaan? Wat spreekt je aan in deze job? Wat spreekt je minder aan in deze job? Hoeveel denk je te gaan verdienen? Wat zijn je sterke punten? Wat zijn je zwakke punten? Ben je niet te oud/jong voor deze job? Ben je bereid om overuren te draaien? Hoe komt het dat je nog geen werk hebt?
Hieronder vind je de antwoorden op een paar van de meest gestelde vragen tijdens een sollicitatiegesprek. Vertel een iets over jezelf►is een vraag om je op je gemak te stellen. Maak dit verhaal niet al te lang en denk eraan dat als je zelf niet geboeid raakt door jouw eigen verhaal, dit een ander ook niet zal boeien.
59
Waarom kom je in aanmerking voor deze baan►dit is de belangrijkste vraag uit het gesprek. Hier benadruk je je vaardigheden, opleiding, stages, ervaring vanuit je vrije tijd die je geschikt maakt voor de job. Waarom ben je weggegaan bij je vorige werkgever► wees eerlijk, maar ga niet al te diep op de punten in, die je in een slecht daglicht kunnen plaatsen. Praat nooit slecht over vorige werkgevers. Wat spreekt je aan bij deze job►probeer van tevoren goed op een rijtje te zetten waarom je deze baan wilt hebben. In dit rijtje moet in ieder geval staan dat het bedrijf jou aanspreekt, het takenpakket interessant lijkt, op zoek bent naar werkzekerheid enzovoorts. Wat spreekt je minder aan bij deze job►probeer minpunten te bedenken die niet te maken hebben met de hoofdtaak waarnaar je hebt gesolliciteerd. Als je solliciteert naar receptioniste, zeg dan niet dat je niet graag met mensen werkt. Hoeveel wil je verdienen►dit is een moeilijke vraag. Als je eerder werkervaring hebt opgedaan, dan kan je deze vraag beantwoorden met “ in mijn eerdere job verdiende ik ….” Als je nooit eerder hebt gewerkt, dan zou je deze vraag kunnen beantwoorden met een andere vraag “hoeveel is het bedrijf bereid om te betalen?” Maak het niet gelijk tot een breekpunt, als ze je minder aanbieden dan je had verwacht. Als ze jou aannemen kan je nog altijd bedanken voor de baan. In plaats van alleen op het salaris af te gaan, kun je je beter laten leiden of de baan in jouw toekomstbeeld past. Het kiezen van de juiste outfit past ook in de voorbereiding bij een sollicitatiegesprek. De indruk die je hiermee maakt is belangrijk. Kom je verzorgd over of niet? Draag kleding waar je je goed in voelt. Uiteraard moet het ook aansluiten bij de functie en stijl van het bedrijf. Een schilder die een colbert aanheeft bij het solliciteren, wekt niet de indruk dat hij van aanpakken houdt. Geurtjes (teveel parfum, alcohol, onfrisse adem,
60
rookgeur), kauwgum, tattoo’s en piercings moet je ook zien te vermijden. Kortom zorg ervoor dat je verzorgd op het gesprek verschijnt. Stap 2► Begin van het gesprek. Zorg dat je op tijd bent. Doe je telefoon uit. Het is makkelijk om te zeggen dat je jezelf moet zijn tijdens het gesprek. In het begin ben je vaak zenuwachtig. Dat hoort erbij. In het begin zullen ze proberen je op je gemak te stellen. Wees beleefd. Geef dus een hand en spreek altijd met twee woorden (bedankt mevrouw, graag meneer enzovoort.) Stap 3►Tijdens het gesprek. Om er achter te komen of jij de beste sollicitant bent, zullen er vragen worden gesteld over je ervaring en karakter. Antwoord concreet en duidelijk op alle vragen. Vermijd “mmmm”, “ik weet het niet”. Ook op de lastige vragen geef je antwoord zoals je dat thuis hebt voorbereid. Geef altijd eerlijke antwoorden. Toon altijd enthousiasme, ook als dit de zoveelste keer is dat deze vragen aan jou worden gesteld.
Stap 4►Het einde van het gesprek In deze fase van het sollicitatiegesprek mag je als sollicitant vragen stellen. Deze vragen heb je al voorbereid als het goed is. Deze vragen hebben betrekking op bijvoorbeeld salaris, vakantiedagen, werkomstandigheden, werktijden enzovoorts. Door vragen te stellen laat je zien dat je geïnteresseerd bent. Zorg ervoor dat je na afloop van het gesprek, antwoord hebt gekregen op het verdere verloop van de procedure en op welke termijn een beslissing zal worden genomen. Na afloop bedank je de werkgever voor zijn tijd en moeite en je geef een hand terwijl je de interviewer aankijkt. Denk eraan dat de eerste indruk belangrijk is, maar de laatste indruk blijft het langst hangen.
61
Opdracht 58 Geef drie voorbeelden van vragen die je zelf zou willen stellen tijdens een sollicitatiegesprek. ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ Stap 5►De beslissing In deze fase is er niets meer dat je kunt doen. Afwachten dus. Uiteindelijk valt de beslissing. Er zijn drie mogelijkheden: a. Je bent aangenomen. b. Er volgt een tweede sollicitatieronde. c. Je bent niet aangenomen. Stap 6► Evaluatie en hoe verder Het gesprek is achter de rug. Het is nu tijd om te evalueren wat goed is gegaan en wat minder goed is gegaan. Overdenk het gesprek. Noteer de vragen waarop je minder goede of helemaal geen antwoorden kon geven. Blijft niet wachten tot je antwoord krijgt op de sollicitatie. Zorg dat je altijd een paar sollicitaties tegelijk hebt lopen. Opdracht 59 Vind je dat de sollicitant een correcte houding heeft. Motiveer je antwoord. __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
62
Opdracht 60 Lees de volgende advertentie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Ga met twee leerlingen bij elkaar zitten. Om de beurt ben je interviewer of sollicitant Beide rollen moeten jullie dus voorbereiden. Jullie hebben gesolliciteerd naar de baan bij Adolfo Dominguez. Jullie mogen allebei op sollicitatiegesprek komen. Zoek eerst op wat voor een bedrijf Adolfo Dominguez is. Bereid eerst de rol van sollicitant voor. - bedenk jouw antwoorden op de meest gestelde vragen. - hoe gedraag je je? - welke kleding draag je? - wat wil ik meer weten over de functie? 8. In de rol van interviewer. - heet je de sollicitant welkom. - stel je jezelf voor. - stel je de sollicitant op zijn/haar gemak (kopje thee, glas water). - vertel je iets over de functie. - probeer erachter te komen of de kandidaat geschikt is. - vertel iets over het salaris, werktijden en vakantiedagen. - geef de sollicitant de kans om zelf vragen te stellen. 63
9. Speel het sollicitatiegesprek twee keer. De ene keer ben je sollicitant. De andere keer personeelsfunctionaris.
Opdracht 61 Het is belangrijk dat je je eigen loopbaan kunt sturen. Daarvoor moet je onder andere werk kunnen vinden. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Ga op zoek naar tien vacatures die je leuk vindt. Gebruik verschillende bronnen. Plak al die vacatures op een groot vel papier. Schrijf onder iedere vacature wat jij ervan vindt. Kies nu de leukste vacature. Omcirkel deze. Leg nu uit aan de rest van de klas - waarom jij dit de leukste vacature vindt; - of jij aan de gestelde eisen in de vacature voldoet; - wat je verder zou moeten doen om aan die eisen te voldoen.
Opdracht 62
64
1. Schrijf een sollicitatiebrief en een CV voor de baan van kantoormedewerker. 2. Gefeliciteerd! Je bent uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Je gaat je nu voorbereiden op het gesprek. 3. Bereid allebei de rol van sollicitant en interviewer voor. 4. Bereid eerst de rol van sollicitant voor. - bedenk jouw antwoorden op de meest gestelde vragen. - hoe gedraag je je? - welke kleding draag je? - wat wil ik meer weten over de functie? 5. In de rol van interviewer. - heet je de sollicitant welkom - stel jezelf voor - stel je de sollicitant op zijn/haar gemak (kopje thee, glas water) - vertel je iets over de functie - probeer erachter te komen of de kandidaat geschikt is - vertel iets over het salaris, werktijden en vakantiedagen - geef de sollicitant de kans om zelf vragen te stellen 6. Voer het gesprek. 7. Draai nu de rollen om. Voordat je dit rollenspel aan de klas laat zien vul je de volgende vragen in: A. Wat ging goed? 1.____________________________________________________________________ 2.____________________________________________________________________ 3.____________________________________________________________________ B. Wat ging minder goed? 1.____________________________________________________________________ 2.____________________________________________________________________ 3.____________________________________________________________________ 8. Voor de klas doe je het interview nog een keer over, nu ter beoordeling door de docent en klasgenoten.
65
Opdracht 63 A. In de woordzoeker “wensen werkgever” vind je de belangrijkste punten voor de werkgever die tijdens een sollicitatiegesprek naar voren moeten komen. B. In de woordzoeker “wensen sollicitant” vind je de belangrijkste punten voor de sollicitant die tijdens een sollicitatiegesprek naar voren moeten komen.
A. wensen werkgever F S L K X Z B W S P U S R U E C B W M Y
Y L B G O C Y Q Z D O G O Q D R D B R A
W E E K E N D D I E N S T W M R U Z R S
L Y J X L M R P B I G V O Z V D O P K Q
O T M F I D I M D O N K N Q C L Q X R A
P N W S R B Y I H X I B Z D F E Y Y M Y
S O C I A L E V A A R D I G H E D E N Q
Q C K J B L U L O Z A J B S B F N M O I
W I H Q P B A M E T V J Y M B T W S F Y
B H V O L I K R E W R E V O T I M T F I
Y H X V L O V P I S E Q W Y J J N B I B
I C K V X I Y N R S W R T U N D Y J T F
T A N W C X N O Q P K D K G C K L S W D
W H Q P P E W G C Q D H O T U U H C Y U
K J L D V D W V H S X O D A I N W D E B
J D D P B S F E Q E Y L L I E J X Y K L
P M M O E S C D R N F C R S P J D W P Z
R E M M C Z V V J F V K Y L S N T E W U
D D V O H G A Y H I T G A S P D E F N R
E R M H C F W G E T Z H Z Q C P X G F F
ERVARING FLEXIBELEWERKTIJDEN LEEFTIJD OPLEIDING OVERWERK SALARIS SCHOLING SOCIALEVAARDIGHEDEN WEEKENDDIENST
B. wensen sollicitant I G V O O D G W J X T K K W O L O Q S A
M V A S T E D I E N S T E C C V M D Q V
F H K I L T U E W R R R G D Q N T G V C
Q Y A M V X T M W T K G I V E L F H L H
D V N T C L Z C O Z L T D O A J P H L B
L D T F V Z U S A L A R I S P J G O L L
L Y I U U S F A W A T S W J N Q E Z M D
AANTAL PENSIOEN SALARIS SCHOLING UREN VAKANTIEDAGEN VASTEDIENST WERKTIJDEN WERKZAAMHEDEN
66
D D E D R C M R O J N B M U D X Z G M T
O Z D B J H U D M E A X U M Z E M J J H
Q T A U E O C U P I A V M P L S N X T J
N G G D V L V U V J N L U S G N F I O U
U R E N V I B E Z T N H E P F W O E P X
F N N P W N O H T I H U S Z O E G U R W
U C Q H Y G B R L G D N X O F C U A N S
Y T Z C T H S G R L C K X U U U B C M Y
V S L L E G K O P C A O U O J X Z U H B
L W C X V U U W M A F X G Q R U N M K V
N C X T J C Y C X D J X M B F K T Q D V
N L A Q T R J Z N E T L E B Z R L J M Y
G X F K P I O P M G K C H N J Y L X A F
Opdracht 64 Om te leren moet je een aantal algemene vaardigheden beheersen. Ga voor jezelf na, hoe je dit in dit thema hebt gedaan.
Dit kan ik al
Dit kan beter
plannen Informatie verzamelen presenteren communicatie zelfstandigheid samenwerken inzet verantwoordelijkheid
67
Hoe ga ik daar aan werken?
Bronnen: Sharp, L Beroepenorientatie, Werkboek voor leerlingen, Oranjestad, 2000. Cansius, M, Beroepskeuzedagboek vmbo. Herik van den, K. & Winkler, P., Move, professioneel burgerschap, Leeuwarden (2007) Heijligers, G, Een Indeling, een kapstok in de wereld van Leren, Loopbaan en Burgerschap, Venlo (2007) Kock, A. Guia con pa solicita pa un trabao, San Jose (1997) Strong, S, Carreer Search (1998) Departamento di Labor y Investigacion, diverse brochures: De arbeidsovereenkomst, Loon & minimumloon, Werkgever en ontslag, Vakantie en feestdagen (2005) www.connexions-direct.com/whichwaynow www.vdab/be/werkinzicht/solliciteren
68