BERNARDUS ARPS (1865-1938) - Schilder van stillevens en van landschappen langs de zuidelijke Veluwezoom. Biografie in een notendop. Door Charles E.S. Arps De kunstschilder Bernardus Arps werd op 1 september 1865 in Culemborg geboren. Hij was de oudste zoon uit een gezin van zeven kinderen, vier zonen en drie dochters. Zijn vader, Bernardus Arps senior (1839-1919) was getrouwd met Catharina Pardij (18351915). Bernardus senior, drukkersgezel, ging in 1861 van Brielle naar Culemborg, waar hij bij een handelsdrukkerij ging werken. In 1872 verhuisde hij naar Rotterdam, daar richtte hij een steen- en boekdrukkerij op onder de naam Arps & Zoon, eerst tijdelijk gevestigd in een pand aan de Botersloot en spoedig daarna op de Groote Markt, hoek Molensteeg.
Afbeelding links: Bernardus Arps, de schilder, en zijn echtgenote Anna Adriana Arps-van Rossem omstreeks 1894. Afbeelding rechts: Drukkerij Arps & Zoon, Groote Markt 12 te Rotterdam. Bernardus bracht zijn jeugd door in Rotterdam. Na zijn schooltijd volgde hij een tekenopleiding in Amsterdam en deed in 1886 eindexamen. Hij bezocht in die periode ook de Academie voor Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam (o.l.v. A. H. R. van Maasdijk) en de Polytechnische School te Delft onder leiding van Adolph le Comte. Vervolgens werkte hij tot 1893 als lithograaf en letterzetter in het bedrijf van zijn vader in Rotterdam. Hoewel het voor de hand lag dat Bernardus de drukkerij van zijn vader zou voortzetten, is het daar niet van gekomen. Ernstige problemen met zijn autoritaire vader leidden er in 1893 toe dat Bernardus tot zijn grote teleurstelling het drukkersbedrijf zou verlaten. De derde zoon van Bernardus senior, Gerard Christiaan (1871-1954), en zijn jongere broer Willem (1878-1967) bleven bij het bedrijf Arps & Zoon werken, terwijl broer Adriaan Willem (1866-1918), tweede zoon uit het gezin, in 1894 naar de Verenigde Staten emigreerde. -9-
Willem had uiteindelijk andere ambities en begon in 1902 een eigen zaak, de Kunsthandel Arps & Co, Nobelstraat 4 te ‘s-Gravenhage. Behalve artistieke voorwerpen en reproducties van oude kunst, werden bij de kunsthandel aquarellen en gravures te koop aangeboden en daarnaast nog kantoorbenodigdheden. Later bemiddelde Willem ook bij de verkoop van schilderijen van zijn broer Bernardus. Tijdens het directeurschap van Gerard Christiaan verwierf het bedrijf Arps & Zoon in 1897 van H.M. Koningin-moeder Emma en in 1901 van H.M. Koningin Wilhelmina de status van Hofdrukkerij. In 1978 werd dit veranderd in Hofleverancier. Bij het bombardement op het centrum van Rotterdam in mei 1940 ging ook het bedrijf van Arps & Zoon met alle archieven verloren. Twee jaar later werd in de achtertuin van de woning van Gerard Christiaan aan de Schiekade 8-10 een nieuwe drukkerij gebouwd, die tot 1981 in gebruik is geweest. Daarna is Arps & Zoon drukkerijen b.v. naar de Alexanderpolder verhuisd. Bernardus trad op 25 augustus 1892 in het huwelijk met Anna Adriana (roepnaam Ans) van Rossem (1863-1944), jongste dochter van Adriaan P.J. van Rossem van de bekende Rotterdamse firma in tabak J & A.C. van Rossem en Anna G. van der Horst. Ans bracht een belangrijk deel van haar jeugd door op een particulier adres in Doorn, waar zij privé onderricht genoot, o.a. in Engels, van een Engelse gouvernante, zang, naaien, tekenen en schilderen. Ans heeft in deze tijd haar tekentalent ontwikkeld, later was zij ook een verdienstelijk aquarelliste van bloemen en stillevens (zie kleurenafbeelding 22 en 23, pag. 18).
Afbeelding links: Catalogus Driejaarlijksche Tentoonstelling Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te Rotterdam, 1894. Afbeelding rechts: Op pagina 4 van de catalogus zijn de bijdragen van Ans Arps-van Rossem (nr.13) en Bernardus Arps (nrs.14 en 15) vermeld. - 10 -
In 1894 deed Bernardus Arps mee aan de Driejaarlijkse (verkoop) Tentoonstelling van schilderijen georganiseerd door de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam. Hij kwam met één schilderij en één aquarel en zijn echtgenote Ans met één aquarel. In 1895 en 1899 deed Arps mee aan een tentoonstelling van ‘Levende Meesters’ in het Stedelijk Museum, Amsterdam . Afbeelding: Catalogus van de Tentoonstelling van Levende Meesters in het Stedelijk Museum te Amsterdam, september 1895. B. Arps kwam met één schilderij. Omdat een terugkeer naar het drukkersbedrijf in Rotterdam niet mogelijk bleek, koos Bernardus, daarin gestimuleerd door zijn echtgenote, voor een nieuwe toekomst als kunstenaar elders in Nederland. Bernardus was behalve een goede lithograaf en tekenaar - hij ontving op de Kunstacademie te Rotterdam een zilveren medaille voor zijn tekentalent - ook een talentvol kunstschilder. Het echtpaar was zich er echter wel van bewust dat het niet gemakkelijk zou zijn om hiermee in hun levensonderhoud te voorzien. Bernardus Arps had geen mecenas of weldoener die hem financieel steunde zoals in die tijd niet ongebruikelijk was. De zuidelijke Veluwezoom leek Arps een aantrekkelijke streek om een schildersbestaan op te bouwen. Het was vooral dankzij de schilderijen van J. W. Bilders dat het gebied rond Oosterbeek in het midden van de 19e eeuw grote bekendheid kreeg als een fraai natuurgebied aan de Rijn, met mooie beboste heuvels en heidevelden. Diverse schilders werden door dit landschap geïnspireerd en in het laatste decennium van de 19e eeuw nam de belangstelling voor dit gebied duidelijk toe. De omgeving van Wolfheze werd in de loop van de 19e eeuw ook wel het Barbizon van Nederland genoemd. Het echtpaar Arps vestigde zich in 1893 in Arnhem, waar zij aan de Verlengde Rijnkade ging wonen. In april 1895 verhuisden zij naar het bovenhuis van Steenstraat 85, waar zij tot 1898 bleven. In de Steenstraat hadden zij veel meer ruimte, de schilder beschikte over twee ateliers en een ruimte om tekenlessen te geven. Met de verkoop van schilderijen ging het echter niet zo goed en in haar dagboek geschreven in de periode 1878 - 1898 meldt Ans: ‘Dit jaar 1895 was niet moedgevend, bijna geen bestellingen. Of het op den duur iets zijn zal, ik blijf ’t herhalen, wij vrezen er voor’. Op 11 december 1894 werd hun eerste kind, Jacoba Anna Magdalena, geboren. Vanuit Arnhem ging Bernardus naar de zuidelijke Veluwezoom om er te schilderen. Zijn meeste landschappen heeft hij naar alle waarschijnlijkheid in de periode voor 1906 geschilderd. - 11 -
Dit waren schilderijen van het plassengebied Rijkerswoerd ten zuiden van de Rijn, de uiterwaarden langs de rivier, het heuvelachtige bosgebied langs de Noordoever (Duno) en de heidevelden van Wolfheze ten noordwesten daarachter. Van sommige ‘mooie punten’, zoals hij ze wel noemde, heeft hij meer dan één schilderij gemaakt, bij voorbeeld van het heidelandschap bij Wolfheze. Ook maakte hij studies van landschappen die hij niet signeerde en die dus niet voor de verkoop bestemd waren.
Afbeelding: B. Arps. Schilderij (archieffoto) van het bruggetje bij Hotel Wolfheze.
Afbeelding: B. Arps. Schilderij (archieffoto) van de heide bij Wolfheze (variant). Zie ook kleurenafbeelding op pagina 16. - 12 -
Afbeelding: B. Arps. Schilderij (archieffoto) van de bosrand ‘Waldfriede’ (variant). Zie ook kleurenafbeelding op pagina 17. - 13 -
Op de volgende vier pagina’s treft u kleuren afbeeldingen aan. Alle afgebeelde schilderijen komen uit familiebezit, tenzij anders is aangegeven. Afbeelding I, pagina 15 1. B. Arps en A. A. Arps-van Rossem, portretten, 22 x 17 cm. 2. Tante Ant, gesigneerd met Arps en gedateerd 1893, 67 x 52 cm. 3. Winterlandschap met boerderij langs bosrand, ondergaande zon, aquarel, Museum Veluwezoom, 31,5 x 48 cm. 4. Opgezette vlinder, 13 x 18 cm. 5. Studie van een liggende koe, 10 x 15 cm. 6. Terracotta vaas met Bijbel, lelie in knop, open lelie en waaier, 35 x 48 cm. Afbeelding II, pagina 16 7. Vaas met rode klaprozen en waaier, Museum Veluwezoom, 58,5x33,5 cm. 8. Drie knagende muizen op gezangenboekjes (stilleven) 18 x 40 cm. 9. Heidelandschap bij Wolfheze met oude zandafgraving, 40 x 70 cm. 10. Uiterwaarden (Jufferswaard) bij Renkum, met beek, bomen en drie koeien, 45 x 51,5 cm. 11. Landschap bij Rijkerswoerd, avondstemming, 41,5 x 61 cm. 12. Bospad met berk (‘Lichtenbeek’) en bukkende vrouw, 57,5 x 41 cm. 13. Winterlandschap bij Oosterbeek, boerderijen en vrouw, 46 x 34 cm. 14. Studie van een gebukt vrouwtje, twee posities, 19,5 x 13 cm. Afbeelding III, pagina 17 15. Koeien in de Rijn, Noordelijke Rijnoever bij de Westerbouwing (Duno), 94 x 132 cm. 16. Houten kistje, parkiet, tulp en draperie, 36 x 48,5 cm. 17. Orchidee in vaas, particuliere collectie, 31 x 24,5 cm. 18. Landschap bij Rijkerswoerd, maannacht met vissersboot, 45,6 x 34,3 cm. 19. Heuvelachtige bosrand (‘Waldfriede’) met hekje, 60 x 40 cm. Afbeelding IV, pagina 18 20. Twee stopflessen, één met tomaten, schaaltje fruit, opscheplepel, bruine draperie, 64 x 47 cm. 21. Studie van bloem in twee posities, 12,5 x 19 cm. 22. A. A. Arps-van Rossem: Theemuts met beschildering van distels 23. A. A. Arps-van Rossem, aquarel van azalea’s op karton (‘Wees ten Zege’), 30 x 40 cm. 24. Studie van rode rozen, 37,5 x 46 cm. 25. A. A. Arps-van Rossem op houten stoel (ontwerp van Paul Bassant, 1809), 42 x 31 cm. 26. Bernardus Arps op zijnstoel, 43 x 30 cm.
- 14 -
1
2 3 4
5
6 - 15 -
7
8
9 10
11
12
13 - 16 -
14
15
16
17
18
19 - 17 -
20
21
22
24 23
26
25 - 18 -
Afbeelding: B. Arps. Schilderij (archieffoto) van de zandafgraving bij Oosterbeek met boeren aan ’t werk (variant).
Afbeelding: B. Arps. Schilderij (archieffoto) van een boerenerf met boerin.
- 19 -
Afbeelding: B. Arps. Schilderij (archieffoto) van een molen langs een kanaal, waarschijnlijk bij Sliedrecht. Arps schilderde de landschappen bij daglicht, bij avondschemering en in de nacht bij maanlicht. ‘Wodanseiken’, berken en heidelandschappen hadden zijn bijzondere belangstelling. Maar ook het boerenleven en het dorpsgezicht, vooral in de omgeving van Oosterbeek en Renkum, hadden zijn aandacht. Hij ontwikkelde een eigen stijl, met sfeervolle kleuren en de taferelen waren tot op zekere hoogte vrij gedetailleerd (zie ook kleurenafbeeldingen).
Afbeelding: B. Arps, ‘Octobernevel’, Vijverberg te ’s-Gravenhage. Veiling Notarishuis Arnhem, 1984. Arps heeft ook landschappen geschilderd in het westen van Nederland, zoals bij Leiden, Rotterdam, Sliedrecht, ’s-Gravenhage (Vijverberg) en Amsterdam (Montelbaanstoren). - 20 -
In die periode heeft hij al veel stillevens gemaakt. Voor zijn landschappen, stillevens en portretten maakte hij gebruik van verschillende technieken, zoals olieverf, aquarel en crayon. De signatuur B. Arps is heel herkenbaar en altijd onveranderd gebleven. Een enkele keer signeerde hij met Arps of B.A. Bernardus Arps is lid geweest van drie kunstverenigingen, Arti et Amicitiae in Amsterdam, Pictura Veluvensis in Renkum en Pulchri Studio in ’s-Graven- hage. In december 1900 werd hij, voorgedragen door de kunstenaar E. J. van Hoorn, als ‘gewoon’ lid toegelaten tot de Maatschappij Arti et Amicitiae. In de periode van 1901 tot 1912 heeft hij negen keer deelgenomen aan tentoonstellingen van Werkende Leden. Om een idee te geven: Voor deze negen tentoonstellingen werden gemiddeld 220 schilderijen per tentoonstelling ingebracht. Arps bood per tentoonstelling één of twee schilderijen aan, in totaal 11 schilderijen waarvan 3 landschappen en 8 stillevens.
Afbeelding links: Arti et Amicitiae, Catalogus Tentoonstelling Werkende Leden, oct.nov.1907; B. Arps had twee inzendingen. Afbeelding rechts: pagina 1 van de catalogus van oct-nov. 1912, met de inbreng van het stilleven ‘Chrysanthen’ van B. Arps. Let op de geschreven prijsindicatie van f 450,-. In de zomer van 1898 verhuisde het gezin naar Oosterbeek (gemeente Renkum), ze bleven daar maar één jaar. Op 18 oktober 1898 werd een zoon geboren, eveneens met de naam Bernardus. - 21 -
In 1899 keerde het jonge gezin voor een jaar terug naar Rotterdam en het jaar daarop waren ze weer terug in Oosterbeek. Er werd toen naarstig gezocht naar een definitieve, geschikte woning met voldoende atelierruimte.
Afbeelding: Bernardus Arps en Ans van Rossem met hun kinderen in 1900. In 1901 kocht Bernardus één van de woningen van een dubbelpand aan de Utrechtscheweg 111-113. De panden zijn gebouwd tussen 1896 en 1900, in een gemengde bouwstijl - een rijke combinatie van de Neorenaissancestijl en de Chaletstijl. Direct er naast, op de hoek met de Van Embdenweg, bouwde de architect nog een huis in dezelfde bouwstijl, waarvan Arps de eerste eigenaar werd. Hij noemde dit huis villa Arti. Het pand op nummer 111 werd het woonhuis van familie Arps-van Rossem en kreeg de naam Bernanco, afgeleid van de namen van zijn vrouw en zijn kinderen. Hij heeft er, met een onderbreking van een periode van vijftien jaar in ’s-Gravenhage (1906-1921), tot zijn dood gewoond. Villa Arti werd hoofdzakelijk gebruikt als atelier en voor de opslag van schilderijen. Deze panden hebben de Tweede Wereldoorlog vrijwel onbeschadigd overleefd en zijn vermeld op de lijst van gemeentelijke monumenten van de gemeente Renkum. Vlak na de eeuwwisseling vormde zich op initiatief van de kunstschilder Théophile de Bock een nieuwe kunstenaarsgroep in Renkum. Samen met o.a. Ch. B. Dankmeijer, C. Kuypers en H. A. van Ingen richtte De Bock op 1 mei 1902 de kunstvereniging ‘Pictura Veluvensis’ op. - 22 -
Deze vereniging stelde zich ten doel naast het houden van bijeenkomsten, ‘jaarlijksch in den zomer eene tentoonstelling te organiseren van schilderijen en teekeningen van schilders in Renkum, Heelsum en omstreken wonende of daar niet lang geleden gewoond hebbende.’ De tentoonstellingen trokken ook de belangstelling van leden van andere bekende kunstkringen in Nederland.
Afbeelding links: Villa Bernanco, woonhuis van het gezin Arps-van Rossem, Utrechtscheweg 111. Afbeelding rechts: Villa Arti, hoofdzakelijk in gebruik als atelier en opslagruimte van de schilder, op de hoek van de Van Embdenweg en de Utrechtscheweg, vlak voor de Tweede Wereldoorlog. In de beginjaren was B. Arps corresponderend lid van Pictura namens de kring van kunstschilders in Oosterbeek, maar hun belangstelling voor de kunstvereniging was niet groot. Arps zelf heeft slechts tweemaal aan een algemene zomertentoonstelling van Pictura Veluvensis deelgenomen en wel in 1902 en 1903, daarnaast aan een speciale tentoonstelling in februari 1905. Bij de voorbereiding van de tentoonstelling in juli 1903 had hij tevens zitting in de plaatsingscommissie, samen met C. Kuypers, P. M. van Walchren en Ch. B. Dankmeijer. In 1908 had Pictura Veluvensis 109 werkende en 70 kunstlievende leden, maar die aantallen liepen gestadig terug tot in 1935 de kunstvereniging opgeheven werd. Het was een goede gewoonte dat schilders onderling schilderijen ruilden of van elkaar kochten, ook Arps deed daaraan mee. Om een indruk te geven, in de privé collectie van B. Arps bevonden zich bij zijn overlijden schilderijen van tijdgenoten, o.a. van L.F.H. Apol, Fl. Arntzenius, mw. M.Ph. Bilders-van Bosse, Th. E. A. de Bock, Ch. B. Dankmeijer, C. Kuypers, J. H. Maris, A. Mauve, G.J. Roermeester en Y.H. Wenning. In 1906 verhuisde het gezin Arps-van Rossem naar ’s-Gravenhage waar zij vijftien jaar zijn gebleven, eerst op het adres Kanaal 55 en daarna, omstreeks 1915, trokken zij in het huis aan de Koninginnegracht 142. In 1921 gingen zij weer terug naar Oosterbeek. - 23 -
Afbeelding rechts: Woning aan de Koninginnegracht 142 in ’sGravenhage. Hier woonde familie Arps-van Rossem tot hun vertrek naar Oosterbeek in 1921. Afbeelding onder: B. Arps in zijn atelier in ‘s-Gravenhage.
Vermoedelijk zijn verschillende redenen er de oorzaak van dat Bernardus Arps, na zijn actieve periode in één van de mooiste natuurgebieden van Nederland, er voor koos om naar ’s-Gravenhage te gaan. Zeer belangrijk zal zijn geweest dat hij behoefte had aan een uitgebreider sociaal netwerk, dus meer contacten met collega’s, critici, handelaren en verzamelaars. Een bijkomende reden was dat zijn stillevens waarschijnlijk meer gewaardeerd werden dan zijn landschappen. ‘s-Gravenhage was een stad met veel vermogende inwoners en er waren gemiddeld meer mensen geïnteresseerd in het kopen van kunstobjecten, waaronder schilderijen. De kans op succes was dus groter, hij wilde per slot van rekening meer schilderijen verkopen! Dat hij Den Haag verkoos boven Amsterdam - hij was immers sinds 1900 lid van Arti et Amicitiae - kwam waarschijnlijk, omdat hij zich meer aangetrokken voelde tot de alma mater van de Haagse School. Hij had in Oosterbeek al kennis gemaakt met vertegenwoordigers van de latere generatie van deze School, w.o. de schilder Théophile de Bock, en hij rekende zichzelf ook tot deze generatie. Uiteindelijk heeft Arps in zijn Haagse tijd vooral naam heeft gemaakt als schilder van stillevens en minder om zijn fraaie landschappen (zie ook kleurenafbeeldingen). In maart 1908 heeft Arps zich aangemeld om als werkend lid van het Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio opgenomen te worden. Het voorstel (W. C. C. Bleckmann) ter ballotage werd ondersteund door de leden A. J. P. Boudewijnse en Fl. Arntzenius. - 24 -
Arps werd als stemhebbend werkend lid door de leden geaccepteerd met een ‘volstrekte meerderheid’ van 48 stemmen. Als werkend lid heeft Arps vervolgens in de periode tot 1924 deelgenomen aan zeker 19 tentoonstellingen. Meestal bood hij per tentoonstelling één of twee schilderijen aan. Bij deze 19 tentoonstellingen werden gemiddeld 130 schilderijen ingebracht. In totaal deed Arps mee met 26 schilderijen, 22 stillevens en slechts 4 landschappen..
Afbeelding: Aanmeldingsformulier Ballotage Pulchri. Zijn wij vrij goed geïnformeerd over de ‘wandel’ van de schilder Arps, ook over zijn ‘handel’ valt het één en ander te melden. Het lidmaatschap van Arti et Amicitiae en Pulchri Studio bood hem de gelegenheid om zijn schilderijen op tentoonstellingen te presenteren en ter verkoop aan te bieden, maar hij heeft er weinig gebruik van gemaakt. Hij moest het dus vooral hebben van zijn contacten met gerenommeerde handelaars. In krantenknipsels uit die jaren blijkt dat Arps hiermee druk doende was. Een tweetal voorbeelden wordt hier ter illustratie genoemd, de verkooptentoonstelling in juni 1904 bij de Kunstzalen Oldenzeel, Glashaven 20 in Rotterdam en de tentoonstelling in april 1912 bij Kunsthandel Esher Surrey, 2e Helmstraat te Scheveningen. Bij Oldenzeel waren 43 schilderijen aangeboden, 35 landschappen en 8 stillevens. Bij Esher Surrey ging het om 34 schilderijen en 12 aquarellen, hiervan waren 26 stillevens, 16 landschappen en 4 portretten. - 25 -
Afbeelding links: Pulchri Studio. Catalogus van de Tentoonstelling van Werkende Leden in aug. 1914. Bovenaan is de naam Plasschaert geschreven, hij was een bekende kunstcriticus uit die tijd. Afbeelding rechts: Catalogus Tentoonstelling mei 1922 met de vermelding van het stilleven ‘Korenbloemen’ van B. Arps. De catalogus van Oldenzeel meldt ook de prijzen van de schilderijen. Het grootste schilderij, van Kasteel Doorwerth, werd voor de respectabele prijs van f 700,aangeboden. Dit schilderij is uiteindelijk in de verzameling van de Gemeente Renkum terecht gekomen, maar is jammer genoeg in de oorlog verloren gegaan. Ook deze verkooptentoonstellingen geven de indruk dat Arps de meeste landschappen in de eerste periode van zijn loopbaan moet hebben geschilderd. Van de periode 1902 tot 1918 is van Arps een notitieboekje bewaard gebleven dat hoewel onvolledig - een goede indruk geeft van de verkoop van zijn schilderijen aan kunsthandelaren, particulieren en veilingen. Gerenommeerde namen passeren de revue, zoals die van Arti Scheveningen, Artibus Sacrum, d’Audretsch, Couvé Kon. Bazar, Gr. Kon. Bazar, Fa. Goupil (zeer regelmatig) en Kunstliefde Utrecht. - 26 -
Ook de Larensche kunsthandel Amsterdam, Amsterdams Stedelijk Museum St. Lucas, Pulchri (regelmatig), Scholtens Groningen, J. C. Schüller en Unger en van Mens (regelmatig), Vermeulen worden vermeld. Een enkele keer was er belangstelling uit het buitenland (Buenos Aires, Berlijn, Stuttgart en Wenen). De omschrijving van de schilderijen en de prijzen zijn erbij vermeld.
Afbeeldingen: Advertenties van losse tentoonstellingen, venduties en openbare verkopingen, waarbij schilderijen van B. Arps en andere schilders centraal hebben gestaan. - 27 -
Afbeeldingen: Verkooptentoonstelling van schilderijen van B. Arps, in juni 1904, bij Kunstzalen Oldenzeel te Rotterdam. Links de catalogus en rechts, pagina 1 van de lijst van schilderijen met hun prijzen.
Afbeeldingen: Verkooptentoonstelling van schilderijen en aquarellen van B. Arps, in april 1912, bij Kunsthandel Esher Surrey te Scheveningen. Catalogus met de lijst van aangeboden schilderijen. - 28 -
Afbeelding: ‘Japans stilleven’ met meerdere objecten. Schilderij uit de collectie bij Esher Surrey in 1912. De waardering van Bernardus Arps als schilder van stillevens of landschappen varieerde per recensent en is terug te vinden in persberichten en boeken. Doorgaans werden zijn stillevens hoger gewaardeerd dan zijn landschappen. Onderstaande evaluatie van de stillevens van Arps is gepubliceerd in het boek Schilders van den Veluwezoom (1943 en 1946) van Johan Wesselink: ‘Het is moeilijk een beeld in woorden te geven van Arps’s stillevens. Oppervlakkig gezien is men geneigd ze in te delen bij die stillevens waarvan het publiek zo gaarne zegt ‘net echt’, doch bij beter beschouwen ontdekken wij soms een sprookachtige schoonheid, die boeit. Bovendien is de techniek in haar preciesheid te bewonderen. Opmerkelijk is die fantastische lichtglans, die hij in vele stillevens geeft. Dan is het een schijnsel uit een lampje, dan weer een glans over de ronding van glas, soms over een patina, een geoxydeerd metaal, een bloem. Wij zien deze glanzen als geheimzinnige kernen in het donker der omgeving. Er is de waterlelie, de pauweveer van een verbluffende subtiliteit, het stilleven van de papaverbollen in opgegraven flesch, waarop een gouden en parelmoeren patina gelegd is, er zijn de boeken bij lamplicht, een pot met ingemaakte tomaten, een stilleven met tin, een Chinees stilleven. Zij ademen alle de zelfde stille sfeer, bezitten alle den zelfde geest van meditatie, vertonen alle de unieke zorgvuldigheid en fijnheid van de schildering, de bijzondere eigenschappen van de schilder.’ In perscommentaren in die jaren werden de bijdragen van de kunstenaars aan tentoonstellingen vaak stuk voor stuk onder de loep genomen, zoals o.a. bij een vrij grote tentoonstelling van Arps (37 werken) in een museum te Zutphen in 1902. - 29 -
Voor zijn stillevens beschikte Arps over een gevarieerd assortiment objecten, vaak in combinatie met draperieën van mooie stoffen en bloemen in bijzondere vazen. De objecten zijn, in een andere setting, meer dan eens gebruikt. Stillevens met jachttrofeeën heeft Arps maar heel weinig geschilderd.
Afbeeldingen: Enige objecten die Bernardus Arps gebruikte voor zijn voor zijn stillevens.
Afbeelding: B. Arps in zijn atelier in villa Arti. Bernardus Arps heeft zijn schilderijen vrijwel nooit gedateerd en het is daarom moeilijk in te schatten in welke periode hij welke schilderijen heeft gemaakt. Men kan dus moeilijk vaststellen of hij in de laatste periode van zijn leven, van 1921 tot zijn overlijden in 1938, nog erg productief is geweest. Het lijkt er op dat hij na 1924 - voor zover bekend de laatste keer dat hij meedeed aan een tentoonstelling bij Pulchri Studio - palet en penseel minder hanteerde. Wel heeft hij zijn echtgenote Ans en zichzelf tot twee keer toe geportretteerd, frontaal (gedateerd 1934: zie kleurenafbeelding 1 op pag. 15) en zittend in hun geliefde stoelen (zie de kleurenafbeeldingen op pag. 18). Bernardus en zijn echtgenote Ans hebben intens genoten van hun mooie woonhuis Bernanco aan de Utrechtscheweg 111 en hun ruime achtertuin. Zij gingen op latere leeftijd nog maar zelden op reis.
- 30 -
Afbeelding: Ans Arps-van Rossem met haar dochter Co in de woonkamer van villa Bernanco aan de Utrechtseweg te Oosterbeek.
Afbeelding: Bernardus en Ans in de achtertuin van villa Bernanco met een gast. - 31 -
Afbeelding: Bernardus Arps op bezoek bij zijn zoon in Davos, Zwitserland, in 1932. Bernardus Arps is op 26 september 1938 in Oosterbeek overleden; hij werd begraven op de begraafplaats Moscowa te Arnhem. Zijn echtgenote overleefde hem zes jaar; zij overleed in de winter van 1944 in Leiden en werd in 1946 in het graf van haar echtgenoot bijgezet. Deze bijdrage kwam tot stand met dank aan Frederiek Pekelharing-de Planque, Ella Arps, Paul Arps en Dick van Veelen. Geraadpleegde bronnen Ans van Rossem. Incompleet dagboek 1878-1898. Bernardus Arps. Incompleet notitieboek 1902-1918. Archieffoto’s uit de collectie van de familie Arps. Marten Bol, De Kunstvereniging ‘Pictura Veluvensis’ en haar schilders (19021935), Wageningen 2002. Pieter A. Scheen, Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars 1750-1950, 2 delen. 1969. J. Wesselink, Schilders van den Veluwezoom, Amsterdam 1946. Citaten uit dagbladen en z.g. krantenknipsels, uit Algemeen Handelsblad, Het Vaderland, Het Vrije Volk, Nieuwe Arnhemse Courant, Nieuwe Rotterdamsche Courant, Nieuws van de Dag, Nieuwsblad van Rheden en Doesburg, Zutphensche Courant. Documenten en z.g. krantenknipsels van de Koninklijke Bibliotheek KB en het Rijksbureau Kunsthistorische Documentatie RKD. Catalogi van de Maatschappij Arti et Amicitiae, aankondigingen van Tentoonstellingen van Werkende leden in de periode 1895-1925. Catalogi van Pulchri Studio, aankondigingen van Tentoonstellingen van Werkende leden in de periode 1895-1925. Catalogus van de Academie van Beeldende kunsten en Technische Wetenschappen (Rotterdam), aankondiging van de Driejaarlijkse Tentoonstelling van 1894. Catalogi 1895 en 1899 van de Commissie Stedelijke Tentoonstelling van Kunstwerken van Levende Meesters van Amsterdam. Kunsthandel ‘Esher Surrey’, Scheveningen. Tentoonstelling van schilderijen, aquarellen en tekeningen van B. Arps, april 1912. Kunstzalen Oldenzeel, Rotterdam. Tentoonstelling van Schilderijen en Aquarellen van B. Arps, juni 1904. Diverse veilinghuizen, zoals het Notarishuis Arnhem, Derksen Veilingbedrijf in Arnhem en het VendueHuis der Notarissen te ’s-Gravenhage. Diverse relevante websites, o.a. Gemeente Archieven, Wikipedia, etc. - 32 -